Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht Discussienota versie 28 juni 2002
dienst Stadsbeheer
HERNIEUWDE AANPAK EVENEMENTENVERGUNNINGEN EN -TOEZICHT Discussienotitie
Gemeente Breda Dienst Stadsbeheer Directie Buitenruimte versie 28 juni 2002
INHOUDSOPGAVE 1.
Inleiding
5
2.
Een algemeen stelsel: vergunning of kennisgeving
7
3.
Procedure beoordeling vergunningaanvragen versnellen
9
4.
Deregulering beleidsregels
13
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11 4.12 4.13 4.14 4.15
Evenementen met gemotoriseerde voertuigen Optochten Muziekuitvoeringen Tapinstallaties op terrassen Tappen buiten een horeca-inrichting Extra terrassen Kermisattracties Ballonopstijgingen Radipografisch bestuurbare modelvliegtuigen Reclamevoering Verkoopstandplaatsen tijdens evenementen (Brand)veiligheid Volksgezondheid Het gebruik van marktterreinen voor evenementen Evenementen op zondag
13 13 14 14 14 15 15 15 16 16 16 16 17 17 17
5.
Modelbrieven
19
6.
Toezicht en handhaving programmeren
21
Bijlagen: 1 Geluidhinder bij evenementen 2 Modelbrieven 3 Toezichtoverzicht 4 Handhavingbeslisschema
3
23 29 41 43
1
INLEIDING Sedert een aantal jaren wordt in Breda gesproken over de noodzaak tot verbetering van de procedure voor vergunningverlening en een betere controle en handhaving tijdens evenementen. Daartoe zijn onder meer opgesteld: de ‘Evenementennota’ 1998 de ‘Nota regulering en handhaving buitenruimte’ 2000 en de (concept)nota ‘(Toe)zien op feesten’ 2001 Met de laatste twee genoemde nota’s wordt nieuwe beleid geformuleerd dat afwijkt van de Evenementenota, tweede deel (regelgeving). Bij vaststelling van de nieuwe nota’s zal de oude dan ook deels worden ingetrokken. De eerstvolgende stap in dit proces is het concretiseren van het in deze nota’s geformuleerde beleid. Dat is het doel van deze notitie. In deze notitie gaat het om uitwerkingen van de volgende punten van het verbeterprogramma, zoals dat in de nota (Toe)zien op feesten is opgenomen: 1. Een algemeen vergunningenstelsel invoeren 2. Procedure beoordeling vergunningaanvragen versnellen 3. Beleidsregels dereguleren 4. Modelvergunning en voorschriften herzien 5. Toezicht- en handhaving programmeren
punt 3 punt punt punt punt
3 4 3 5
Elk van deze punten komt hierna aan de orde. Bij deze uitwerking is ook afgewogen welke status regels eigenlijk het best kunnen hebben: waar wat geregeld kan worden. Er zijn namelijk diverse reguleringsvormen, diverse lagen waarin regels kunnen worden ondergebracht. De vier hoofdlagen zijn: APV (art. 149 Gw, Raad) kenmerken: algemeen weinig details procedureel moeilijk te wijzigen Beleidsregels (art. 148 Gw, Raad) kenmerken: kader voor omgaan met vrije bevoegdheid (bijvoorbeeld wanneer niet vergunning verlenen) procedureel moeilijk te wijzigen Standaardvergunning + model voorschriften (art. .. APV) kenmerken: concrete invulling beleidsregels duidelijke regelgeving voor organisator procedureel eenvoudiger te wijzigen Individuele vergunning + vergunningvoorschriften (art. APV) kenmerken: specifiek voor het individuele geval
5
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
Gekozen is om: zoveel mogelijk in een stelsel in de APV op te nemen, behalve dat wat al in allerlei (bijzondere) wetten en verordeningen is geregeld. NB: Een uitzondering wordt gemaakt voor het belang van de brandveiligheid. Hiervoor is het nuttig dat het aparte regiem van een gebruikstoestemming Brandbeveiligingsverordening van toepassing is. beleidsregels zoveel mogelijk te verminderen, dus zoveel mogelijk vrijheid om wel vergunningen te verlenen, te creëren. zoveel mogelijk met één standaardvergunning met een pakket algemene modelvoorschriften te gaan werken en dus zo min mogelijk met op de individuele situatie toegesneden voorschriften. NB: Nog een bijzonderheid; bij evenementen is in deze notitie vooralsnog vooral gedacht aan allerlei activiteiten, vooral in de openbare ruimte, welke door anderen worden georganiseerd en waarbij de gemeente vooral tot taak heeft om te waken voor orde, veiligheid, gezondheid, leefbaarheid, rust en schoon, heel en bruikbaar houden van de ruimte. Er is nog een andere categorie evenementen. Dat zijn kermissen. Deze worden juist door de gemeente georganiseerd. De gemeente heeft hierbij ook een eigen financieel belang. Dat mag er niet toe leiden dat orde, veiligheid, gezondheid en dergelijke hier minder worden bediend dan bij evenementen van externen. In apart verband zal nog worden teruggekomen op het gehele gemeentelijk beleid rond kermissen. Voor circussen geldt wel dat het gaat om het tijdelijk gebruik van een plein en dergelijke voor een bijzonder doel met situering van tenten en andere wagens en dergelijke welke normaal getoetst wordt aan de belangen orde, veiligheid, gezondheid en dergelijke.
6
2
EEN ALGEMEEN STELSEL: VERGUNNING OF KENNISGEVING Nu is een toestemming van de gemeente nodig voor het houden van een evenement op grond van een aantal wetten en verordeningen. De wetten zijn voor de gemeente niet te veranderen. De lokale verordeningen in principe wel. Eén van die verordeningen is de APV. Volgens deze geldt er nu een kennisgevingstelsel (art. 31 APV). Maar daarnaast eist de APV voor tal van (deel)activiteiten bij een evenement een specifieke toestemming. In het kader van de deregulering van het evenementenbeleid is de vraag gesteld in welke vorm het nieuwe besluit inzake het verlenen van toestemming voor een evenement moet worden gegoten. Een tweetal opties is mogelijk: het kennisgevingstelsel (huidig art. 31) + diverse specifieke stelsels in de APV een algemeen vergunningenstelsel in de APV Verschillen tussen kennisgevingstelsel en vergunningenstelsel: een kennisgevingstelsel houdt in dat het houden van een evenement is toegestaan, doch dat de gemeente daarover wel moet worden geïnformeerd. Een vergunningenstelsel houdt in dat het houden van een evenement in principe verboden is, tenzij men een vergunning heeft. een kennisgevingstelsel wordt gehanteerd waar toezicht niet kan ontbreken, maar de vergunning een te zwaar middel is. De vergunning is geschikt als instrument wanneer de gemeente een evenement aan haar toezicht wil onderwerpen (bijvoorbeeld ten behoeve van de openbare orde of veiligheid, gezondheid en dergelijke). Een keuze voor een vergunningenstelsel stemt overeen met de praktijk van evenementen: in de huidige praktijk worden reeds veelvuldig vergunningen verstrekt; de gemeente heeft de behoefte om voortdurend bij elk evenement voorschriften te stellen verbonden; bij grotere evenementen spelen zodanige risico’s dat de gemeente zich geen terughoudende positie kan veroorloven; er is dan zeker behoefte aan een uitgebreide toetsing; een consequente houding ten aanzien van evenementen is gewenst. Om eenduidig te zijn in het beleid ten aanzien van evenementen is het daarom gewenst voor ieder evenement een gelijk stelsel te hanteren. Op dit moment wordt soms een kennisgeving, soms een vergunning verstrekt. In het geval van grotere evenementen wordt echter vrijwel altijd een vergunning verstrekt, zodat het logisch is daarop aan te sluiten en voor ieder evenement te kiezen voor het vergunningenstelsel. Gezien bovenstaande is een keuze voor het vergunningenstelsel het meest voor de hand liggend. Dit zal via een wijziging van de APV concreet gestalte moeten krijgen. Artikel 31 van de APV zal zó worden gewijzigd, dat dit een vergunningstelsel wordt. Daarbij zal worden getracht om toestemmingen van de gemeente voor (deel) activiteiten van een evenement (diverse artikelen APV) ofwel niet meer te eisen ofwel automatisch mee te nemen bij de nieuwe art. 31 APV-vergunning. Deze wijziging zal niet tot méér bemoeienis van de gemeente met evenementen betekenen, slechts een andere vorm.
7
3
PROCEDURE BEOORDELING VERGUNNINGAANVRAGEN VERSNELLEN Voorop staat dat over allerlei vergunningen en dergelijke die voor evenementen nodig zijn de gemeente zoveel mogelijk gecoördineerd optreedt. Volgens het ‘protocol’ van de notitie handhaving veiligheid (taskforce januari 2002) betekent dit: allerlei aanvragen voor evenemententoestemmingen komen zoveel mogelijk centraal binnen; de ingekomen aanvragen worden zoveel mogelijk verspreid onder diensten; in het evenementenoverleg wordt beraadslaagd over het al dan niet verlenen van toestemmingen en de voorschriften. Dit leidt zoveel mogelijk tot een gezamenlijk advies over de te nemen besluiten over de toestemmingen; elke dienst neemt krachtens mandaat zelfstandig besluit over het verlenen van toestemming (APV hetzij Woningwet, hetzij Brandbeveiligingsverordening); elke dienst houdt in principe toezicht op naleving van ‘eigen’ wetten/verordeningen/vergunningen en dergelijke en handhaaft ook zelf, maar in het evenementenoverleg wordt een gezamenlijk programma voor gecombineerd toezicht en handhaving afgesproken tussen de diensten. Hierbij wordt wel onderscheid gemaakt tussen soorten evenementen: buurtfeesten en andere kleine evenementen; de 13 grote evenementen; nieuwe evenementen. Hierna gaat het vooral om de grote evenementen. De procedure voor het aanvragen en beoordelen van in elk geval APV-vergunningen voor deze grote evenementen kan worden verbeterd door: organisatoren sneller duidelijkheid te verschaffen over wat principieel wel/niet kan; concretere eisen stellen zodra plannen concreter vorm hebben gekregen (naarmate de start van het evenement nadert). NB: het kan zijn dat omwonenden door deze snellere manier van werken minder gelegenheid hebben om in een vroeg stadium bedenkingen te uiten. Ook dit belang kan meer aandacht krijgen. Dat zou kunnen door alle evenementenaanvragen meteen na ontvangst te publiceren zodat eventuele bezwaren meteen kunnen worden ingediend en afgewogen. Dit vergt veel meer publicatiewerk. Daar is nu geen budget voor.
9
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
Dit leidt dan voortaan tot de volgende procedure:
1. aanvraag
1a. toets
2. klein evo
3. (optioneel) publicatie
accoord
4.1.a. onvolledig
4.2.a. onvolledig/weigeren
4.3.a. bedenkingen
4.1.b. telefonisch / schriftelijk contact / rappel
4.2.b. horen
4.3.b. hoor en wederhoor
4.1.c. klein evo na aanvulling
4.2.c. beslissing
4.2.d. beschikking
einde procedure
5. beslissing
6. beschikking
einde procedure
10
Toelichting 1.
1a.
Aanvraag vergunning, verwerking 1 week. inboeken evs, dagelijks elke vrijdag versturen deelnemers klein EVO Toets, 1 week. Gelijk met agendering toets op volledigheid en ontvankelijkheid. Na stap 1: 1 week looptijd
2.
Klein evo, 2 weken. Adviezen van deelnemers welke vergunningen verlenen zij of gaan zij weigeren, tevens bij strijdigheid bestemmingsplan, welke actie er volgt. Indien akkoord beslissen en opmaken beschikking (stap 5 en 6). Na stap 2: totaal 3 weken looptijd
3.
Publicatie, verwerking 2 weken, optioneel en incidenteel versturen voor publicatie. Publicatie zal plaatsvinden op woensdag (gelijk met klein evo) in het Stadsblad (aanleveren uiterlijk maandags tevoren voor 11.00 uur). Veertien dagen voor reacties van belanghebbenden gelet op de korte tijd tot een evenement. Tenzij de aanvraag ruim tevoren is ingediend. Naast de plaatsing van de evenementenkalender op internet en de bekendmaking van evenementen in het blad Zondag worden er geen publicaties met betrekking tot komende evenementen verzorgd. De organisator is in eerste instantie zelf verantwoordelijk om de omgeving van zijn evenement belanghebbenden van zijn voornemen op de hoogte te brengen. Bij buurtfeesten is dit reeds een voorschrift. Na stap 3: totaal 3 weken looptijd omdat met agendering meteen de publicatie weggezonden wordt en 14 dagen voor reactie wordt gevraagd.
4.1.a. Onvolledig, 2 weken. Na het wekelijks klein evo verzoek tot aanvulling binnen een week 4.1.b. Eventueel ook telefonisch contact, 1 week, 4.1.c. Agendering in klein evo na aanvulling, 1 week. 4.2.a. Onvolledig en mogelijk weigeringsgronden aanwezig, te onvolledig, geen mogelijkheid tot aanvulling. 4.2.c. Mogelijk telefonisch horen en beoordelen (eventueel voorleggen college/burgemeester), 1 tot 2 weken. 4.3.a. Bedenkingen, 2 weken. Het verwerken van de bedenkingen, 4.3.b. Hoor en wederhoor toepassen, 1 week en 5. Beslissen, 1 week dit kan advies aan klein evo, met voorstel, betekenen. Na stap 4: totaal 5 weken looptijd 5.
Beslissing 1 week. Dit kan inhouden herhalen voorgaande stappen bilateraal overleg. Indien verlenen, verwerking, 1 week. NB: Mogelijk dat na aanvulling en na ontvangst van bedenkingen de beslissing kan inhouden dat de stappen 2, 4.1 en 4.2 en 5 herhaald moeten worden. Kan ook nog buiten behandeling stellen betekenen. Na stap 5: totaal 6 weken looptijd
6.
Opmaken beschikking, ondertekening en verzending, 1 week. Naast de beschikking een voorblad dat als verzamelstaat fungeert. Na stap 6: totaal 7 weken looptijd
11
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
Samengevat zou dit betekenen dat er minstens 7 weken nodig zijn voor een volledige aanvraag, gelet op het grote aantal en onvoorziene omstandigheden wordt voorgesteld er 8 weken van te maken. Dit sluit ook aan op artikel 2 van de APV waarin een termijn van 8 weken wordt genoemd waarbinnen het bestuursorgaan dient te beslissen, het lijkt daarom een alleszins redelijke termijn. NB: In deze procesbeschrijving zal wel worden getracht om andere vergunningen die voor evenementen nodig kunnen zijn (zoals op grond van de Woningwet, de Brandbeveiligingsverordening, of Drank-en horecawet, Winkelsluitingswet en dergelijke) zoveel mogelijk gelijk op te laten lopen. Het kan echter zijn, dat die wet of verordening aparte procedure-eisen stelt die een gelijk op lopen moeilijker maken. Voor het functioneren van het Evenementenoverleg (EVO) betekent dit de volgende gedragslijn: Buurtfeesten en andere kleine evenementen Alle aanvragen worden meteen na ontvangst aan alle deelnemers van het evenementenoverleg toegestuurd. De leden van het evenementenoverleg reageren alleen wanneer zij problemen voorzien. Indien niet binnen 2 weken schriftelijk is geadviseerd of om uitstel is gevraagd, geldt het principe “geen bericht, goed bericht” en wordt de vergunning verleend. De ‘grote 13’ Alle aanvragen worden meteen na ontvangst aan alle deelnemers van het evenementenoverleg toegestuurd. De aanvraag wordt voor het eerstvolgende evenementenoverleg geagendeerd. Per evenement wordt in het evenementenoverleg een maatwerktraject afgesproken. Ofwel er wordt een apart evenementenoverleg belegd waarbij de organisator wordt uitgenodigd. Ofwel de organisator overlegt afzonderlijk met elke gemeentelijke dienst. Nieuwe, grote of risicovolle evenementen Alle aanvragen worden meteen na ontvangst aan alle deelnemers van het evenementenoverleg toegestuurd. Inschatting van het risico is verantwoordelijkheid van ieder lid van het evenementenoverleg. Indien niet binnen 2 weken schriftelijk is geadviseerd, om plaatsing op de agenda of om uitstel is gevraagd, geldt het principe “geen bericht, goed bericht” en wordt de vergunning verleend. Indien risico aanwezig: bespreking in het eerstvolgende evenementenoverleg ter inventarisatie van de mogelijke problemen. Daar wordt dan gekozen om bilateraal, dan wel in regulier evenementenoverleg, dan wel in ad hoc evenementenoverleg door te gaan. Indien geen risico: bilaterale advisering waarbij Bijzondere Wetten in geval van tegenstrijdige adviezen het evenement alsnog agendeert.
12
4
DEREGULERING BELEIDSREGELS De wetten en verordeningen die regels stellen aan evenementen laten ook vaak enige vrijheid aan de gemeente om vergunningen, ontheffingen te verlenen of te weigeren en om van andere handhavinginstrumenten gebruik te maken om het gedrag van burgers te beïnvloeden. Om zowel voor burgers als voor de gemeentelijke organisatie duidelijk te maken hoe met die vrijheid wordt omgegaan, zijn in de Evenementennota (deel 2) beleidsregels opgenomen. Hierin staat dus waarop zal worden gelet bij het beoordelen van aanvragen voor toestemmingen en wanneer die bijvoorbeeld niet zullen worden verleend. Nagegaan is of deze beleidsregels deels kunnen worden afgeschaft zodat per saldo meer activiteiten kunnen worden toegestaan en/of soepeler toestemmingen verleend kunnen worden. Voor deze toetsing is een aantal uitgangspunten geformuleerd. Deze uitgangspunten zijn: het aspect veiligheid heeft een zeer hoge prioriteit; overlast voor omwonenden is onvermijdelijk, met name bij buitenevenementen; schade aan de omgeving is in principe bij geen enkel evenement toegestaan; percentages en aantallen over de aard of omvang van programmaonderdelen van een evenement worden zoveel mogelijk geschrapt; oneigenlijk gebruik van beleidsregels/vergunningvoorwaarden moet worden tegengegaan; regels moeten handhaafbaar zijn. Deze sanering heeft geleid tot vermindering van het aantal beleidsregels. De nieuwe opsomming beleidsregels staat hieronder. Bij elke beleidsregel staat vermeld over welke wet of verordening en welke vergunning of ontheffingstelsel et cetera het gaat. 4.1 Evenementen met gemotoriseerde voertuigen (kennisgeving art. 31 APV ontheffing art. 148 Wegenverkeerswet vrijstelling art. 9 APV) Bij de beoordeling van aanvragen voor vergunning zal worden gelet op de volgende criteria: bevordering van de leefbaarheid in stedelijke gebieden; de bescherming van gebieden die uit het oogpunt van natuur- en landschaps-bescherming waardevol zijn. 4.2 Optochten (kennisgeving art. 11 APV) Aan de organisator van een optocht zullen over het algemeen de volgende voorschriften worden opgelegd: een optocht moet aaneengesloten blijven en zoveel mogelijk de rechterzijde van de rijweg houden; lampions of fakkels mogen uitsluitend in de buitenlucht worden ontstoken; zij moeten onmiddellijk na de ontbinding van de optocht worden gedoofd en mogen in geen geval in brandende toestand enig gebouw worden binnengebracht; het is verboden muziek of geluid ten gehore te brengen binnen een afstand van 200 meter van een: - kerk, gedurende de tijd dat daarin een godsdienstoefening wordt gehouden; - ziekenhuis; - niet tot de optocht behorend, spelend muziekkorps of een openbare muziekuitvoering; 13
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
- begrafenisstoet. 4.3 Muziekuitvoeringen (ontheffing art. 77 APV) Per evenement wordt bezien of geluidhinder beperkt moet worden via het stellen van een eindtijdstip of andere beperkingen, zoals maximum normen of begrenzers. Daarbij wordt gelet op: tijd en plaats van het evenement: evenementen gedurende de week worden eerder beperkt dan evenementen in het weekend; evenementen in open lucht (of tent) nabijheid woonomgeving die welke eerder tot klachten hebben geleid, worden eerder beperkt dan andere evenementen, zoals in gebouwen; geluidsniveau muziek; evenementen met groot volume (zoals open lucht live popband of DJ) wordt eerder beperkt dan evenement met kleine of weinig versterkte muziek); soort muziek; muziek voor specifiek publiek wordt eerder beperkt dan evenement met muziek voor groot publiek; communicatie: bij grote en bij nieuwe evenementen wordt in een vroeg stadium door de gemeente een gesprek belegd tussen organisator en omwonenden; ook direct voorafgaand aan de start van het evenement wordt van de organisator verwacht dat hij veel aandacht besteed aan aankondiging van het evenement, eventuele overlast, overlastbeperkende maatregelen en bereikbaarheid voor klachten van een grote groep omwonenden; toezicht en handhaving; de gemeente zal bij evenementen waarbij beperkingen zijn gesteld aan eindtijdstippen en/of maximale geluidsvolumes toezien op naleving, bereikbaar zijn voor klachten en zo nodig ingrijpen. In bijlage 1 “geluidhinder bij evenementen” is aangegeven wat concrete toepassing van deze beginselen inhoudt voor bestaande evenementen. NB: Voor muziek in horeca-inrichtingen geldt niet de APV maar de Wet milieubeheer. Het grootste deel van de horecagelegenheden valt onder het Besluit horeca-, sporten recreatie-inrichtingen milieubeheer. Voor de toepassing van deze regels wordt nu een toezichtsplan horeca voorbereid. Daarbij zal nader worden bekeken of toepassing van de 12 dagenregeling zinvol is. 4.4 Tapinstallaties op terrassen (kennisgeving art. 31 APV) Het plaatsen van tapinstallaties op de voorgevelterrassen wordt toegestaan indien: een evenement wordt medegeorganiseerd door het grootste gedeelte van de in het desbetreffende stadsdeel, wijk of dorp gevestigde (horeca)ondernemers, of deze daarbij actief betrokken zijn; Aan een vergunning voor het plaatsen van een tapinstallatie zullen voorschriften worden gesteld, betreffende: - plaatsing van een tapinstallatie; - de sluitingstijd van de tapinstallatie; - de zorg voor het opruimen van leeg glaswerk of glasscherven binnen een straal van 25 meter. 4.5 Tappen buiten een horeca-inrichting (ontheffing art. 35 Drank en horecawet) Ontheffing o.g.v. de Drank- en horecawet zal worden verleend indien: a. de aard van het evenement zich niet verzet tegen het daarbij verstrekken van alcoholhoudende drank; b. er geen gebruik wordt gemaakt van glas, maar blikjes, plastic of andere alternatieven die geen gevaar kunnen opleveren voor de openbare orde; - de verantwoordelijkheid voor het schenken van alcoholische dranken blijft 14
bij de eigenaar van de horecagelegenheid. 4.6 Extra terrassen (vergunning art. 91 APV) Voor extra terrassen wordt het voorschrift gesteld dat deze worden afgezet met dranghekken, een en ander in verband met het voorkomen van on-gewenst uitdijen van terrassen en de daarmee gepaard gaande beperkingen van de toegankelijkheid. De afzetting mag ook worden gerealiseerd op andere wijze, indien deze even effectief is als het plaatsen van dranghekken. Indien dit voor de toegankelijkheid noodzakelijk wordt geacht, zal dit voorschrift ook op andere plaatsen worden toegepast. 4.7 Kermisattracties (kennisgeving art. 31 APV) Het is gewenst, dat in het belang van de consument het aantal kermissen beperkt blijft. Die kermissen moeten bovendien levensvatbaar blijven. Daartoe is vereist dat naast die kermissen geen verkapte kleine kermissen ontstaan, bijvoorbeeld bij evenementen. Dit leidt tot de beperking, dat bij evenementen, naast het plaatsen van een poffertjeskraam, oliebollenkraam, snoepkraam of een suikerspininstallatie, maximaal één kermisinrichting toelaatbaar is. Verder is het niet gewenst, dat een evenement (met kermisattracties) gelijktijdig met een kermis plaatsvindt of dat een evenement (met kermisattracties) plaatsvindt binnen 30 dagen voorafgaande aan de periode dat een kermis plaatsvindt. Een uitzondering wordt gemaakt voor evenementen met een voornamelijk sociaal-cultureel doel, waarbij gratis gebruik kan worden gemaakt van de attracties, zoals kindervakantiewerk. 4.8 Ballonopstijgingen (verklaring geen bezwaar Luchtvaartwet + AMvB) a. Vergunningen worden in beginsel alleen verleend voor de volgende terreinen: 1. Heusdenhoutsestraat, nabij de openbare basisschool 2. Piet Heijnlaan 3. Heuvelbrink 4. Twikkelstraat, op het grasveld 5. Plateelbakkerstraat, op het grasveld 6. Joris Helleputstraat/Paul Hankastraat/Philips Lammekenstraat, op het sportveldje 7. Kijsveld, achter gemeenschapshuis Doornbos 8. Wolfslaar, op het grasveld 9. Rietdijk, op het particulier terrein van de Gebr. Boeren (Texasbar) 10. Delbergen/Groene Woud, op het grasveld 11. Ettensebaan/Tuinzigtlaan, op het grasveld achter het politiebureau 12. Brabantpark/Hooghout, op het grasveld achter het gemeenschapshuis ‘De Poelewei’ 13. Florisstraat/Heesstraat, op het grasveld 14. Krayenhofstraat/Schonckstraat, op het grasveld 15. Petegemstraat, op het grasveld Periodiek wordt beoordeeld of deze locaties nog geschikt zijn. Zonodig worden locaties van de lijst afgevoerd en/of nieuwe locaties toegevoegd. Opstijging vanaf andere terreinen is in beginsel mogelijk. In dat geval dient wel van te voren door brandweer en politie te worden beoordeeld of de situatie ter plaatse ballonopstijging toelaat. b. De vergunning wordt afgegeven op naam van de ballonvaarder. c. Aan een vergunning wordt het voorschrift verbonden, dat de ballonvaarder ten minste 12 uur voor de opstijging de politie en de brandweer informeert 15
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
over het exacte tijdstip van de ballonopstijging. 4.9 Radiografisch bestuurbare modelvliegtuigen en modelhelikopters (Verklaring geen bezwaar Luchtvaartwet + AMvB) Aan de vergunning wordt in ieder geval het voorschrift verbonden, dat de modelvliegtuigen of -helikopters op een afstand van ten minste 50 meter van het publiek verwijderd blijven. 4.10 Reclamevoering (kennisgeving art. 31 APV) 1. Spandoeken Bij het aanbrengen van spandoeken dient er rekening mee te worden gehouden dat deze, indien over de weg gespannen, op een hoogte van minimaal 4,5 meter worden aangebracht. Tevens dient aandacht besteed te worden aan de wijze waarop spandoeken worden bevestigd. 2. Bewegwijzering Voor bewegwijzering naar een evenement kan gebruik worden gemaakt van maximaal 100 verwijsbordjes. Deze bordjes mogen niet zijn voorzien van commerciële reclame en dienen een afmeting te hebben van maximaal 0,40 x 0,30 meter. 3. Aankondigingen in dorpen Bij de grens van de bebouwde kommen van de verschillende dorpen staan vaste borden opgesteld waarop een evenement dat plaatsvindt in het desbetreffende dorp kan worden aangekondigd. Deze borden zullen worden gehandhaafd. 4.11 Verkoopstandplaatsen tijdens evenementen (kennisgeving art. 31 APV) Naar aanleiding van de aanvraag om vergunning zullen zo nodig voorschriften opgenomen worden voor de organisator voor het toestaan of inrichten van een verkoopstandplaats. Op een situatietekening zal worden aangegeven op welke plaats verkoopstandplaatsen mogen worden ingenomen. De organisator van het evenement kan de verkoopstandplaatsen tegen betaling ter beschikking van derden stellen. Hiertoe sluit de organisator met de gemeente een huurcontract. Bij de aanvraag overlegt de organisator een deelnemerslijst waarop de naam, het adres en de te verkopen goederen of waren staan vermeld. Tevens moet per standplaats worden aangegeven welk bedrag aan huur is geboden. De organisator ontvangt 40% van de huuropbrengsten van de verhuur van de gemeentegrond. Er zullen geen vergunningen voor verkoopstandplaatsen worden verleend aan anderen dan de organisator, op de plaats waar een evenement plaatsvindt en gedurende de tijden dat dit evenement plaatsvindt. 4.12. (Brand)veiligheid (kennisgeving art. 31 APV) Bij de beoordeling van een evenement wordt in het kader van de brandveiligheid aandacht besteed aan: - bereikbaarheid van het evenemententerrein voor voertuigen van hulpverleningsdiensten, zoals brandweer; - brand- en constructieve veiligheid van allerlei tijdelijke bouwwerken, zoals tenten, podia en tribunes; - brandpreventieve voorzieningen, zoals blusapparatuur, noodverlichting en nooduitgangen. (Gebruikstoestemming Brandbeveiligingsverordening) Naast deze kennisgeving kan een gebruikstoestemming BBV nodig zijn. Voor de inhoud van de regels bij deze verordening en de wijze waarop deze zullen worden toegepast wordt verwezen naar de brandweer. 16
(Bouwrecht) Naast deze kennisgeving kan ook de Woningwet/Bouwbesluit/Bouwverordening van toepassing zijn. Het kan zijn dat voor een tijdelijk bouwwerk een vergunning of een melding moet worden gedaan. Het kan ook zijn dat het een ‘vrij’ bouwwerk is. Elk bouwwerk moet wel voldoen aan de eisen van het Bouwbesluit. De gemeente kan daarop handhaven. Per 1 juli 2002 zal dit stelsel worden gewijzigd. De gemeente beraadt zich nog over hoe het nieuwe stelsel zal worden toegepast. 4.13 Volksgezondheid bedreigende activiteiten (kennisgeving art. 31 APV) Bij de beoordeling van een vergunning voor een evenement wordt in het kader van de gezondheid aandacht besteed aan: a. de risico’s voor gezondheidsproblemen; b. de noodzaak van preventieve medische bijstand gedurende het evenement; c. de noodzaak van voldoende, degelijke en gemakkelijk schoon te maken sanitaire voorzieningen (inclusief voorzieningen voor gehandicapten); d. het voorkomen van legionella-besmetting. 4.14 Het gebruik van marktterreinen voor evenementen (verplaatsing art. 2 Marktverordening Breda 2002) 1. Een evenement zal niet snel worden aangemerkt als een zodanig dringende reden dat de markt verplaatst moet worden. Er zal sprake moeten zijn van een evenement met grote promotionele of culturele waarde. 2. Verplaatsing zal bij voorkeur vooral qua locatie en niet qua dag/tijd gebeuren. 3. Verplaatsing van de weekmarkt Grote Markt zou naar het Chasséveld kunnen plaatsvinden. 4. Voor gehele of gedeeltelijke verplaatsingen van andere markten zal een andere locatie moeten worden gezocht. 4.15 Evenementen op zondag (ontheffing art. 3 Zondagswet) 1. Er zal een algemene ontheffing Zondagswet worden verleend voor al die evenementen waarvoor een APV-vergunning is verleend. 2. Verder zal van geval tot geval worden bezien of een ontheffing verleend kan worden.
17
5
MODELBRIEVEN Er zijn, op basis van voormeld vergunningstelsel en beleidsregels, nieuwe modellen gemaakt voor: een bericht van ontvangst/verzoek nadere inlichtingen; een voornemen tot vergunningverlening; een vergunning (art. 31 APV); algemene voorschriften die altijd aan een vergunning verbonden worden. Deze zijn opgenomen in bijlage 2.
19
6
TOEZICHT EN HANDHAVING PROGRAMMEREN Voortaan, om te beginnen al in 2002, zal op de volgende manier worden omgegaan met het toezien op naleving van het vergunningstelsel, de beleidsregels en de modelvergunning(voorschriften). Toezicht (=signaleren) Per evenement wordt bekeken of de risico’s zodanig zijn dat er toezicht tijdens opbouw, gedurende het evenement of bij afbouw nodig is. Elke gemeentelijke afdeling houdt toezicht op naleving van de regels op zijn eigen terrein, dus: APV dienst Stadsbeheer afdeling Vergunningverlening & handhaving, afdeling Stadstoezicht Bouwen dienst RME afdeling Bouw- en woningtoezicht Brand Brandweer afdeling Preventie De gemeentelijke afdelingen stemmen in het evenementenoverleg af wie wanneer waarop toezicht gaat houden. De afspraken hierover worden vastgelegd in een overzicht. Een voorbeeld van het overzicht zoals dat nu bij wijze van proef in gebruik is genomen, is opgenomen in bijlage 3. De ervaringen met deze manier van werken zullen voortdurend op basis van voortschrijdend inzicht worden verwerkt. De gemeente maakt aan de organisator duidelijk wie toezicht zal houden. De organisator wijst een contactpersoon aan die aanwezig of bereikbaar is voor de gemeentelijke toezichthouders. Handhaving (=optreden) Onderscheid wordt gemaakt tussen de volgende situaties en bijbehorende gemeentelijke reactie: Situatie Reactie: Te laat indienen aanvraag Geen beoordeling + Geen vergunning + Bericht aan organisator: verboden door te gaan + bij eventuele doorgang: stilleggen Geen vergunning en afbreken toch opbouwen Geen vergunning en afbreken als orde/veiligheid in geding is toch evenement houden + evaluatiegesprek met organisator + waarschuwing aan organisator voor volgend jaar + principieel streng toezicht bij volgend evenement De hiermee opgedane ervaringen zullen worden geëvalueerd en betrokken worden bij een nieuw toezicht- en handhavingprogramma voor 2003 e.v. De wijze waarop bij geconstateerde overtredingen zal worden gehandhaafd (in 2002 bij wijze van proef) is vermeld in bijlage 4 (Handhavingbeslisschema). Ook deze werkwijze zal op basis van voortschrijdend inzicht worden bijgesteld.
21
BIJLAGE 1 GELUIDHINDER BIJ EVENEMENTEN Inleiding Veel evenementen gaan gepaard met levende muziek, al dan niet versterkt. Vanwege het ontbreken van een evenementenhal vinden steeds meer evenementen buiten plaats. Dat kan geluidhinder voor de omgeving opleveren. De gemeente moet de belangen afwegen; evenement met muziek enerzijds tegen rust voor omgeving anderzijds. De gemeente kan dat doen via het toepassen van art. 77 APV: ontheffingenstelsel. Er staat weer een evenementenjaar voor de deur. Geleerd kan worden van ervaringen vorig jaar. Beslissingsbevoegd is het hoofd afdeling V&H directie Buitenruimte, krachtens mandaat van B&W. V&H werkt samen met vakdirectie Milieu, politie en anderen in het evenementenoverleg over gezamenlijk advisering rond evenementen. Overwegingen 1. Geluidoverlast is afhankelijk gebleken van de locatie van een evenement (al of niet met direct omwonenden), het tijdstip (door de week eerder hinder dan in weekend) de soort muziek (moderne muziek leidt eerder tot hinder dan andere muziek) en het eindtijdstip van de muziek (= het begintijdstip van rust) en of een evenement is ingeburgerd of niet. Om te beginnen is de bestaande situatie in beeld gebracht. Welke evenementen vinden op welke moment en waar plaats. Wat voor muziek wordt daarbij gevoerd en tot welke tijd en heeft dat tot nu toe bij omwonenden tot klachten geleid. Zie volgende bladzijde. 2. De huidige beleidsregels houden kort gezegd het volgende in: Eindtijd 23.00 uur; Maximaal 45 minuten aaneen gesloten; Maximaal niveau 95 dB(A); Afwijkingen alleen via een openbare voorbereidingsprocedure (bekendmaking aanvraag, gelegenheid inspraak, besluitvorming); 3. De uitvoeringspraktijk laat het volgende beeld zien: Voorbereiding Regel is, dat een uitgebreide voorbereidingsprocedure (volgens Algemene wet bestuursrecht) wordt gevolgd voor evenementen waar ook na 23.00 uur muziek gemaakt wil worden; dit wordt niet toegepast bij Jazzfestival en wel bij andere evenementen; ongelijkheid is het gevolg. - De procedure duurt lang; een organisator moet er op tijd mee komen; doet dat niet altijd; soms is er te weinig tijd. - De procedure levert altijd wel wat bedenkingen van omwonenden op, maar die brengen eigenlijk niet veel nieuws. Met de uitkomst wordt niet altijd rekening gehouden en wordt dus toch ontheffing verleend voor latere eindtijden. Advisering Over elke individuele aanvraag wordt nu advies ingewonnen door afdeling V&H bij politie en vakdirectie Milieu; politieadvies neigt altijd tot voorzichtigheid; maximaal 23.00 uur; advies vakdirectie Milieu neigt altijd tot toepassing van algemene maximale geluidbelastingsnorm; is individuele advisering zo zinvol? Beoordeling Het eindtijdstip van 23.00 uur wordt nu soms niet opgelegd (Jazzfestival en KMA-feesten); deze evenementen gaan al langer door; diverse organisatoren van evenementen hebben behoefte om langer muziek te maken, soms wel tot 24.00 uur, 01.00 uur of 01.30 uur; zie Koninginnedag, Valkenbergfestival Breda 750, HBO intro feest, Respect en Breda Barst. 23
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
In geluidontheffing wordt veelal zowel eindtijd als maximale geluidbelastingsnorm opgenomen. Toezicht Muziek bij evenementen leidt steeds meer tot klachten van omwonenden; zie HBO-intro feest. De afdeling V&H/in combinatie met Stadstoezicht houdt nu toezicht op de norm zowel tijdens soundcheck als tijdens evenementen; politie houdt toezicht op naleving eindtijd; dit gaat op zich goed. Klachtafhandeling Klachten komen langs diverse kanalen bij gemeente en politie binnen. Bij de gemeente onder andere via de milieuklachtenlijn. Daarbij wordt gewerkt met de EBN als 24-uurs telefonische intake waar een personeelslid geïnstrueerd is om bepaalde zaken te zeven en door te zenden naar een milieumedewerker. Locatie We kijken nu nauwelijks naar geschiktheid van een terrein als evenementen (muziek)terrein. Dat biedt, naast beperkingen aan bron en tijden, ook een mogelijkheid om hinder te beperken. 4. Er zijn organisatoren die langer door willen gaan. Kan dit worden toegestaan of niet? In de bijlage is (gelet op alle aspecten) een advies geformuleerd over nieuwe eindtijden. Dit levert beperkingen op voor: HBO-intro van 01.00 uur beperken tot 24.00 uur Kermis maximale normen en begrenzers Breda Barst oplossing zoeken in andere lokatie 5. Bij evenementen komt het ook voor dat de horeca meedoet door ofwel binnen hardere muziek te maken ofwel live spelende bands te versterken en daarbij deuren open te laten en zodoende overlast te veroorzaken. Dat valt buiten de toepassing van art. 77 APV. Daarop zijn milieuregels van toepassing. Daar dient nog eens nadrukkelijk apart bij te worden stilgestaan. Bekeken wordt of toepassing van de 12-dagen hiervoor een verbetering is. Inmiddels zijn over 2002 de volgende ervaringen opgedaan: KMA-feest 26 januari, popmuziek open lucht tot 01.00 uur; veel klachten Popband open lucht Koninginnedag 01.00 uur Kasteelplein; veel klachten Jazz-festival; nauwelijks klachten Topolis; nauwelijks klachten 25 jaar HEAO pop open lucht NAC P-terrein donderdag; veel klachten Breda Barst pop open lucht Valkenberg; veel klachten Keuzes: Een keuze maken tussen de volgende opties: ondervonden en te vrezen klachten zien als reden tot aanscherping beleid; overlast als onvermijdelijk zien en strak beleid loslaten. De eerste optie (aanscherping) houdt in: 1. Voor de evenementen de daarbij vermelde eindtijden hanteren (onder andere 24.00 uur als algemene eindtijd voor NAC-terrein). 2. Deze principekeuze nu aan alle organisatoren en mogelijke omwonenden melden en vervolgens per evenement concreet toepassen bij het verlenen van art. 77 APVontheffingen. 3. Afzien van het voeren van een uitgebreide voorbereidingsprocedure per evenement. 4. De organisator van elk evenement opdragen om voldoende publiciteit te verzorgen voor omwonenden zodat ze weten wat ze te wachten staat en waar ze voor klachten terecht kunnen, ook tijdens het evenement. 5. Het evenementenoverleg opdragen af te spreken voor 2002 wie wanneer waar toezicht op zal houden voor wat betreft geluidhinder bij evenementen. 6. In beginsel niet meer buitenevenementen toestaan met versterkt geluid dan er nu 24
bekend zijn; organisatoren vooral naar binnenlocaties verwijzen, zeker voor evenementen die door de week plaatsvinden. In elk geval op het NAC parkeerterrein niet meer dan 1 evenement per zomermaand toestaan. 7. Voor wat betreft geluidhinder die voortkomt uit horecapanden die tijdens evenementen binnen ook muziek maken en deuren open houden en daardoor overlast geven het toezichtsplan horeca van de vakdirectie Milieu afwachten. 8. Overwegen om voor een goede klachtenafhandeling over te gaan tot één centraal klachtenpunt, bijvoorbeeld bemand via een 24 uurs bereikbaar call-centre. Kosten: pm 9. Deze gedragslijn als volgt vertalen in algemene beleidsregels voor de volgende jaren: Per evenement wordt bezien of geluidhinder beperkt moet worden via het stellen van een eindtijdstip of andere beperkingen, zoals maximum normen of begrenzers. Daarbij wordt gelet op: Tijd en plaats van het evenement: evenementen gedurende de week eerder beperken dan in het weekend; evenementen in de buurt van een woonomgeving die eerder tot klachten hebben geleid eerder beperken dan andere evenementen. Soort muziek; muziek voor specifiek publiek eerder beperken dan evenement met muziek voor groot publiek De tweede optie (souplesse) houdt in: NAC-terrein eindtijd 01.00 uur Geen openbare voorbereidingsprocedure Geen maximum geluidsbelastingnorm vaststellen Alleen toezicht houden op eindtijd Wel informatie vooraf naar mogelijke omwonenden Geen intensieve klachtenbehandeling Eindadvies: Gelet op de slechte ervaringen van afgelopen jaar wordt geadviseerd om te kiezen voor de eerste optie.
25
nee nee nee nee ja
02.00 24.00 01.00 01.00 23.00
alternatief
voorstel nieuwe eindtijd
gevraagde eindtijd
Carnaval x x Koninginnedag x
stad stad
ja ja
divers divers
Jazzfestival Breda Barst
centrum valkenberg
ja ja
23.00 23.00 24.00
nee ja nee
23.00 23.00 24.00
23.00 23.00 24.00
x x x
02.00 23.00 01.00 (P’beek) 01.00 23.00
klachten
toegestaan tot
soort muziek
omwondenden
week weekend lokatie
evenement
Schema bijlage 1
02.00 23.00 01.00 01.00 23.00
x
centrum rietdijk valkenberg
ja ja ja
divers house grunge rock rock film
x x x
bavel centrum
ja ja
pop r+r
01.00 21.00
soms nee
01.00 21.00
01.00 21.00
x x
valkenberg
ja
house
-
te verwachten
02.00
1.00
Harleydag
x
NACterrein
Filmvoorstelling KPJ/ Bavel anno 20 50’s Valkenbergfestival Valkenbergconcert HBO intro Respect Braderie Ginneken Kermis
x x x
valkenberg nac p2 nac p5
ja ja ja
wereld house house
23.00 01.00 23.00
ja ja ja
23.00 01.00 01.00
23.00 20-24 14-24
x x x x
ginneken divers
ja ja
pop house
22.30 24.00
nee ja
22.30 24.00
Ballonfiësta
x x
rietdijk
ja
divers
23.00
nee
23.00
22.30 24.00 + Max dBa + begrenzers 23.00
27
andere lokatie:
BIJLAGE 2 MODELBRIEVEN Model bericht van ontvangst / verzoek aanvullende info Aan evenementenorganisator etcetera Uw brief … Onderwerp: Verzoek nadere informatie … Geachte heer/mevrouw, Uw aanvraag voor een vergunning voor (naam evenement) is door mij ontvangen. Ik kan aan u echter nog geen besluit over het verlenen van een vergunning nemen omdat de door u aangeleverde informatie onvolledig is. Er is voor een goede beoordeling nadere informatie nodig. Ik verzoek u de navolgende informatie zo spoedig mogelijk te overleggen, opdat tot vergunningverlening kan worden overgegaan. Nadat van u alle informatie is ontvangen zal uw aanvraag worden beoordeeld. U krijgt over de uitkomst daarvan dan bericht. Vooruitlopend hierop wijs ik u erop, dat aan een eventueel te verlenen vergunning altijd een set algemene voorschriften zal worden verbonden. Deze stuur ik u alvast toe zodat u hier nu al kennis van kunt nemen. Naast deze voorschriften kunnen aan u nadere, meer specifieke vergunning-, ontheffing- of andere toestemmingsvoorwaarden worden gesteld door onder meer de brandweer, bouw- en woningtoezicht en de politie. Houdt u er verder rekening mee dat u voor een vergunning leges moet betalen en voor het gebruik van openbare grond belasting moet betalen? Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Breda, en/of de burgemeester van Breda namens dezen, Hoofd afdeling Vergunningverlening en handhaving,
29
Model voornemen vergunning art. 31 APV Aan evenementenorganisator etcetera Uw brief … Onderwerp: Verzoek nadere informatie … Geachte heer/mevrouw, Uw aanvraag voor een vergunning voor (naam evenement) is door mij ontvangen. Uw aanvraag is op hoofdpunten voorlopig beoordeeld. Het gaat om de aard van de activiteit, in relatie tot het moment en de locatie. In principe heb ik geen bezwaar tegen het evenement. Ik ben dan ook voornemens om hiervoor een vergunning te verlenen. Ik kan op dit moment nog niet alle programmaonderdelen tot in detail goed beoordelen. Ik verzoek u de navolgende informatie zo spoedig mogelijk te overleggen: Nadat van u alle informatie is ontvangen zal uw aanvraag worden beoordeeld. U krijgt over de uitkomst daarvan bericht. Vooruitlopend hierop wijs ik u erop, dat aan een eventueel te verlenen vergunning altijd een set algemene voorschriften zal worden verbonden. Deze stuur ik u alvast toe zodat u hier nu al kennis van kunt nemen. Naast deze voorschriften kunnen aan u nadere, meer specifieke vergunning-, ontheffing- of andere toestemmingsvoorschriften worden gesteld door onder meer de brandweer, bouw- en woningtoezicht en de politie. Houdt u er verder alvast rekening mee dat u voor vergunningen leges moet betalen en voor het gebruik van openbare grond belasting moet betalen? Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Breda, en/of de burgemeester van Breda namens dezen, Hoofd afdeling Vergunningverlening en handhaving,
31
Model vergunning art. 31 APV
Evenementenorganisator et cetera Uw brief … Onderwerp: Vergunning … Geachte heer/mevrouw, Wij verlenen u vergunning als bedoeld in artikel 31 van de Algemene Plaatselijke Verordening Breda 1997. Deze vergunning geldt voor ….(omschrijving aard, dag, tijd, plaats evenement) Tevens ontvangt u een bijlage inhoudende algemene voorschriften waaraan u in het kader van het evenement dient te voldoen. Deze voorschriften zijn gebaseerd op artikel 31 van de Algemene Plaatselijke Verordening en zijn op ieder evenement van toepassing. Voorzover de voorschriften op uw evenement van toepassing zijn dient u zich strikt aan deze voorschriften te houden. Indien u deze niet naleeft kan gebruik worden gemaakt van bestuursdwang dan wel het opleggen van een dwangsom. Naast deze voorschriften kunnen aan u nadere, meer specifieke voorschriften worden gesteld door onder meer de brandweer( in het kader van een gebruikstoestemming Brandbeveiligingsverordening), de politie en bureau Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen. Toezicht en controle op de naleving van de voorschriften zal worden uitgevoerd door bevoegde ambtenaren van de gemeente. Alle door hen gegeven aanwijzingen in het belang van de openbare orde en veiligheid moeten strikt worden opgevolgd. De algemene en eventueel nog op te leggen specifieke voorschriften laten onverlet, dat u als organisator ook ten aanzien van datgene dat niet in voorschriften is vervat de verantwoordelijkheid draagt voor de veiligheid en openbare orde tijdens het evenement. Tevens blijft u, ook bij naleving van de voorschriften, verantwoordelijk voor het voorkomen van schadeveroorzakend gedrag ten gevolge van het evenement. Deze vergunning moet tijdens het evenement ter plaatse aanwezig zijn. Voor het in behandeling nemen van de aanvraag om vergunning bent u leges á 1 … verschuldigd. De legesnota wordt u separaat toegezonden. Voor het gebruik van openbare grond kunt u precariobelasting verschuldigd zijn. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Breda, en/of de burgemeester van Breda namens dezen, Hoofd afdeling Vergunningverlening en handhaving, ….
Belanghebbenden kunnen, op grond van artikel 8:1 en 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht, tegen dit besluit binnen 6 weken na de dag, waarop dit besluit is verzonden op uitgereikt bij het college van burgemeester en wethouders schriftelijk en gemotiveerd bezwaar maken. 33
Algemene voorschriften (verbonden aan art. 31 APV-vergunning) 1. In het belang van de openbare orde, het verkeer of de veiligheid kunnen aanwijzingen gegeven worden door bevoegde ambtenaren van de gemeente. Deze aanwijzingen dienen onmiddellijk en stipt opgevolgd te worden. Indien u hieraan niet voldoet, kan een en ander door of vanwege de gemeente geschieden op uw kosten. 2. Op eerste vordering van een ambtenaar van politie moeten het de vergunning (voorzover van toepassing aangevuld met de detailvergunning), alsmede deze en eventuele voorschriften, ter inzage worden verstrekt. De organisator die daaraan niet voldoet wordt geacht te handelen zonder vergunning gedaan te hebben. 3. Indien de voorschriften, verbonden aan deze vergunning, niet of niet volledig worden nageleefd, wordt de organisator geacht te handelen zonder vergunning gedaan te hebben. Het gevolg hiervan is dat de organisator een strafbaar feit pleegt. Hij kan daarvoor strafrechtelijke worden vervolgd (proces-verbaal / dagvaarding / veroordeling). Bovendien is de gemeente bevoegd om het evenement te beletten, te onderbreken et cetera. 4. Tijdens de duur van het evenement dient de organisator te allen tijde telefonisch bereikbaar en in het evenementengebied aanwezig te zijn. 5. Kabels, leidingen en koppelingen dienen zorgvuldig te zijn afgedekt met rubbermatten of gelijkwaardige alternatieven. 6. Voetgangers dienen voldoende ruimte te hebben om op behoorlijke wijze te kunnen passeren. In verband met rolstoelen dient een doorgang tenminste 1.20 meter te bedragen. 7. Indien voor doorstroming van het openbaar vervoer hinder optreedt vanwege het evenement dient de organisator met de BBA een zodanige regeling te treffen, dat het openbaar vervoer zo goed mogelijk doorgang kan vinden. De voorschriften met betrekking tot tijdelijke bouwsels (onder andere tenten, podia, tribunes en overkappingen) bestaan onder meer uit de navolgende regels: 1. 2. 3.
4.
5. 6.
NB:
35
Brandkranen dienen volledig te worden vrijgehouden en dienen voor onmiddellijk gebruik door de brandweer bereikbaar te zijn. Toegangen of uitgangen van winkels, woningen of andere gebouwen mogen niet worden versperd of belemmerd. De vrije doorgang van en naar aangrenzende straten dient, ten behoeve van brandweervoertuigen en hulpverleningsvoertuigen volledig gehandhaafd te blijven. Geplaatste afzettingen dienen in voorkomend geval direct verwijderbaar te zijn om zodoende de brandweer en andere hulpverleningsdiensten een vrije doorgang te verlenen. De opstelling van tijdelijke bouwsels dient zodanig te gebeuren dat er een vrije doorgang van 4 meter breed en 4,5 meter hoog gehandhaafd blijft. De voor publiek toegankelijke plaatsen waar het evenement gehouden wordt dienen te allen tijde door ambtenaren van politie, de dienst Stadsbeheer en van de brandweer in de uitoefening van hun functie vanaf de weg onbelemmerd toegankelijk te zijn. Voor het plaatsen van een tent, podium, tribune, overkapping of ander tijdelijk bouwsel hebt u ook een gebruikstoestemming Brandbeveiligingsverordening nodig. Deze wordt verleend door de brandweer. Verder moet een tijdelijk bouwsel ook altijd voldoen aan het Bouwbesluit. De afdeling Bouw- en woningtoezicht van de dienst RME ziet hierop toe.
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
De voorschriften met betrekking tot tijdelijke bak- en braadapparatuur bestaan onder meer uit de navolgende regels: 1. Voor standplaatsen waar gebruik wordt gemaakt van bak- en braadapparatuur in de open lucht (niet zijnde tijdelijke overkappingen en tijdelijke bouwsels) gelden bovendien de volgende voorschriften: a. De apparatuur dient te worden opgesteld in de buitenlucht op een afstand van tenminste 2 meter ten opzichte van bebouwing, beplanting en overige objecten. Indien daarmee strijdigheid optreedt met het onder 5 gestelde is het niet toegestaan om met bak- en braadapparatuur te werken maar enkel met warmhoudapparatuur. U dient uw standplaatshouders hierop te wijzen. b. Bij bak- en braad moet de ondergrond afgedekt te worden om vetvlekken en dergelijke op de bestrating te voorkomen. c. De opstelling van apparatuur mag niet onder permanent opgestelde luifels behorende bij de bebouwing. d. Niet-permanente luifels, afdaken, parasols en dergelijke mogen niet worden toegepast boven of in de nabijheid van de apparatuur. e. De apparatuur dient op een vlakke, liefst stenen ondergrond geplaatst te worden. f. Bij de verwarmingsapparatuur dient onder handbereik een blusapparaat met een inhoud van 7 kg poeder, geschikt voor het blussen van branden van het type A, B en C aanwezig te zijn. De blustoestellen dienen van een rijkskeurmerk te zijn voorzien. g. Het blustoestel dient 1 x per jaar op goede werking te zijn gecontroleerd, ten bewijze waarvan bij het blusapparaat een keuringsbewijs aanwezig dient te zijn. h. Voor barbecues gelden bovendien de volgende voorschriften: - rondom de barbecue dient een ruimte van tenminste twee meter te worden vrijgehouden door middel van dranghekken; - onder de barbecue dient een laag zand te worden aangebracht om het druipend vet te absorberen of het brandende vet te doven; - de barbecue dient zodanig te worden geplaatst dat de wind er niet in kan blazen, omdat daardoor vliegvuur kan ontstaan. Eventueel kunt u hiervoor een windscherm gebruiken op een afstand van minimaal twee meter; - als brandstof dienen houtskool of houtskoolbriketten te worden gebruikt. Briketten verdienen de voorkeur, daar deze geen vonken veroorzaken; - de barbecue dient te worden ontstoken door middel van daarvoor geschikte ontstekingsblokjes van vaste brandstof. Het gebruik van vloeibare aansteekmiddelen, zoals spiritus, benzine, et cetera is niet toegestaan; - het is tevens verboden op een brandende c.q. smeulende barbecue brandbare stoffen te gieten; - om het vuur aan te wakkeren mag alleen een blaasbalg worden gebruikt. Na gebruik dient de nog brandende barbecue direct te worden afgedekt met zand of op een veilige manier te worden gedoofd. 2. Wagens waarin wordt gebakken of gebraden dienen uiterlijk twee weken voordat het evenement begint door de brandweer te worden gekeurd. De voorschriften met betrekking tot tijdelijke wegafzetting bestaan onder meer uit de navolgende regels: 1. De zorg voor de realisatie van wegafzettingen en dergelijke ligt bij de organisator van het evenement. 2. Er kunnen bepaalde typen afzettingsmaterialen worden voorgeschreven. 3. Materialen moeten voorzien zijn van verkeersborden die een toegangsverbod inhouden. 4. Afzettingen moeten ’s avonds verlicht zijn. 5. Omwonenden dienen uiterlijk 1 week voor de wegafzetting door de organisator in kennis te worden gesteld van de wegafzetting en verzocht worden hun voertuigen tijdelijk elders te parkeren. 36
De voorschriften met betrekking tot het gebruik van de buitenruimte (groenvoorziening, bestrating en afval) bestaan onder meer uit de navolgende regels: 1. Ongeacht of een evenement op openbaar terrein of particulier terrein plaatsvindt, zorgt de organisator voor schoonmaak, het ter beschikking stellen van afvalbakken en het leegmaken van afvalbakken. 2. Een standplaats moet opgeruimd worden achtergelaten. Bovendien moeten papier, etensresten en ander afval die zich bevinden binnen een straal van 25 meter van de geplaatste voorwerpen, door u worden opgeruimd. Als u hieraan niet voldoet zal opruiming door of vanwege de gemeente geschieden op uw kosten. 3. Voor het schoonmaken kunt u ook, voordat de activiteit plaatsvindt zelf contact opnemen met de dienst Stadsbeheer, Districtspost Centrum, de heer G. van Alphen. 4. Informatie over (extra) containers en dergelijke kunt u verkrijgen bij de dienst Stadsbeheer, afdeling Afvalstoffen. 5. Het is niet toegestaan objecten aan of via bomen te bevestigen. 6. Het is niet toegestaan objecten in bomen te bevestigen. 7. Sierheester, magnolia en hortensia’s en ander schadegevoelig groen dient rondom met dranghekken te worden afgezet. 8. Fonteinen dienen goed te worden beschermd tegen beschadiging. 9. Het is niet toegestaan direct onder een boom een evenement te organiseren. 10.Vooraf worden voorschriften opgelegd om beschadigingen van bestrating, gras en dergelijke te voorkomen. Dit kan zijn: a. het afdekken van de bestrating om vervuiling te voorkomen en vervuiling van het afvalwater via de riolen te voorkomen; b. het aanbrengen van rijplaten voor zwaardere voertuigen om beschadiging aan groenstroken en/of bestrating tegen te gaan; c. een verbod tot het aanbrengen van grondankers. 11.Vooraf kan ook een waarborgsom worden opgelegd om beschadigingen na afloop van het evenement te herstellen. 12.Vooraf kan ook geëist worden dat een organisator het evenement tegen dergelijke schade verzekerd. 13.Indien voorzorgsmaatregelen niet kunnen voorkomen dat de gronden en de daarop aanwezige voorzieningen ernstig worden beschadigd en het opleggen van een waarborgsom, dan wel de te verwachten herstellingswerkzaamheden te groot zullen zijn, kan het evenement worden verboden. 14.Bij tappen buiten de horeca-inrichting mag geen gebruik worden gemaakt glas, maar blikjes, plastic of andere alternatieven, die geen gevaar kunnen opleveren voor de openbare orde. 15.De verantwoordelijkheid voor het schenken van alcoholische dranken blijft bij de eigenaar van de horecagelegenheid. 8.
Op het evenemententerrein moet op een loopafstand van 50 meter vanaf elk punt tenminste 1 afvalemmer aanwezig zijn. De afvalemmers moeten regelmatig worden leeggemaakt.
De voorschriften met betrekking tot evenementen op zondag bestaan onder meer uit de navolgende regels: 1. Het is verboden zondag zonder strikte noodzaak geluid te produceren, dat op een afstand van meer dan 200 meter van het punt van productie hoorbaar is; - het hierboven vermelde is niet van toepassing op uitingen tijdens geoorloofde samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, vergadering of betogingen; - in andere gevallen dan hierboven vermeld kan de burgemeester voor de tijd na 13.00 uur ontheffing verlenen.
37
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
2.
3.
4.
5.
Het is verboden op zondag voor 13.00 uur evenementen te houden of daaraan deel te nemen; - de burgemeester is bevoegd hiervoor een ontheffing te verlenen; - openbare vermakelijkheden, waarvan redelijkerwijs geen beletselen voor de viering van de zondag en geen verstoring van de openbare rust op de zondag zijn te duchten worden niet als openbare vermakelijkheden aangemerkt. Het is verboden op zondag voor 13.00 uur optochten of bijeenkomsten op openbare plaatsen te houden, daartoe gelegenheid te geven of daaraan deel te nemen; - het bepaalde is niet van toepassing op samenkomsten tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging en wandeltochten die niet door muziek worden begeleid; - met betrekking tot de samenkomsten zoals hierboven vermeld kan de burgemeester beperkingen toevoegen betreffende tijd, plaats en duur van dergelijke samenkomsten. De hierboven vermelde regels zijn niet van toepassing op door Gedeputeerde Staten daartoe aangewezen tradities en gebruiken, die in het volksleven zijn ingeworteld en niet als openbare vermakelijkheden te beschouwen zijn. Het is verboden zonder ontheffing een winkel op zondag, nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19.00 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19.00 uur, op eerste en tweede Kerstdag, en op 4 mei na 19.00 uur open te hebben.
Voorts wijs ik u op het volgende: 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
38
De houder van een vergunning is verplicht alle redelijkerwijs mogelijke maatregelen te nemen, teneinde te voorkomen, dat de gemeente Breda, dan wel derden, ten gevolge van het gebruik van de vergunning schade lijden. De houder van de vergunning is verplicht de schade, die onder welke benaming dan ook, door het gebruik van deze vergunning aan de gemeente Breda wordt toegebracht, op eerste vordering aan de gemeente te voldoen. Indien gemeente-eigendommen zijn beschadigd zullen deze door of vanwege de gemeente, doch op kosten van de houder van de vergunning, worden hersteld. De houder van deze vergunning vrijwaart de gemeente Breda tegen alle vorderingen, die andere tegen de gemeente mochten doen gelden tot vergoeding van de schade die in enigerlei verband staat met deze vergunning tenzij de schade is ontstaan door, of de vordering voortvloeit uit grove schuld of opzet van de gemeente Breda. Eventuele bewaking van podia, standplaatsen en terrassen dient te geschieden door een erkend beveiligingsbedrijf door personen die hiervoor bevoegd zijn. Dit dient overeenkomstig de afspraken met het politiecentrum te gebeuren. Ik wijs u erop dat in het kader van de Winkeltijdenwet op donderdag tot en met zaterdag tot 22.00 uur detailhandel mag plaatsvinden en winkels geopend mogen en kunnen zijn. Voor het gebruik van gemeentegrond voor het in gebruik nemen van de plaatsing van een tapinstallatie, extra terrasruimte of ander object is de gebruiker van de grond (bv. horecaondernemer) precariobelasting verschuldigd. Deze worden voldaan na ontvangst van de nota die, na controle door een medewerker van de dienst Stadsbeheer, zal worden toegezonden. Inlichtingen: 076 - 529 34 50 Alle onder meer hierboven vermelde vergunningvoorwaarden dienen door de organisator schriftelijk aan de participanten van het evenement te worden meegedeeld. De organisator is eindverantwoordelijke voor de naleving van de voorwaarden.
De voorschriften met betrekking tot geluid (apparatuur, levende muziek en vuurwerk) bestaan onder meer uit de navolgende regels: 1. Het ten gehore brengen van muziek en dergelijke is alleen toegestaan gedurende de in de vergunning gestelde dagen en tijden. 2. Het ten gehore brengen van muziek en dergelijke moet zodanig zijn beperkt dat het een maximale geluidbelasting geeft van de in de vergunning aangegeven norm dB(A) op de gevel van de op de bijgevoegde tekening aangegeven meetpunten. 3. Bovenstaande norm geldt alleen bij evenementen. De horeca-exploitanten moeten zich houden aan de normen die gesteld zijn in het Besluit horeca-, sport- en recreatie inrichtingen milieubeheer. 4. Geluidsapparaten dienen op evenemententerreinen zoveel als mogelijk richting het evenemententerrein te worden geplaatst. De voorschriften met betrekking tot de volksgezondheid bestaan onder meer uit de navolgende regels: 1. Bereikbaarheid en toegankelijkheid van het evenemententerrein zijn voor ambulances en voertuigen van politie en brandweer gegarandeerd door een aan- en afvoerroute van minimaal 3,5 meter breed en 3 meter hoog. Een eventuele EHBO-post moet ook voor ambulances goed bereikbaar zijn. 2. Er moeten voldoende EHBO-ers, EHBO-posten of andere preventieve medische voorzieningen zijn, gelet op de aard, duur, risico’s, bezoekers, deelnemers, locatie, bereikbaarheid en afstand naar dichtstbijzijnde ziekenhuis van de activiteiten. Een grove indicatie van wat voldoende is, is: 1 EHBO-trommel bij evenementen met meer dan 50 bezoekers/deelnemers 1 herkenbare EHBO-post bij evenementen met meer dan 750 bezoekers/deelnemers, met een bezetting van minimaal 2 gekwalificeerde EHBO-ers 1 rapid responser of arts bij evenementen van meer dan 10.000 bezoekers/ deelnemers 1 stand-by ambulance bij evenementen met meer dan 15.000 bezoekers/ deelnemers bij zeer risicovolle en grootschalige evenementen 1 of meer onderdelen van de Geneeskundige Combinatie. 3. Als bij het evenement tijdelijk waterleidingen, drinkwatervoorzieningen en watertappunten worden aangelegd dan dient dit te gebeuren volgens de daarvoor geldende eisen ter bestrijding van legionellapreventie. 4. Er moeten voldoende toiletten zijn, afhankelijk van het soort evenement, de duur, de locatie en het aantal bezoekers/deelnemers. Een grove indicatie van wat voldoende is: Minimaal 1 dames en 1 herentoilet. Voor elk aantal van 35 bezoekers boven de 100 telkens een dames- en herentoilet extra. Één op de vier herentoiletten mag vervangen worden door een urinoir. Minimaal 1 handenwasgelegenheid per 4 toiletvoorzieningen. Minimaal 1 toiletvoorziening voor invaliden. Als de toiletvoorzieningen niet aangesloten kunnen worden op waterleiding en riolering dan is gebruik van chemische toiletten alleen toegestaan als gegarandeerd is dat de toiletten regelmatig worden leeggemaakt en gereinigd. 5. Als er eet- en drinkwaren worden bereid en ter consumptie aangeboden in een tijdelijk bouwsel (bijvoorbeeld tent of kraam) dan dient de organisator er op toe te zien dat de exploitanten van die voorzieningen zich houden aan de eisen van de warenwetregeling hygiëne en levensmiddelen (art. 22 en 23). 6. Om besmetting via glas/bekers zoveel mogelijk te voorkomen, wordt het gebruik van wegwerpbekers tijdens het evenement dringend geadviseerd. 39
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
7. De organisator moet medewerking verlenen aan eventuele waarschuwingscampagnes over volksgezondheid van buro GHOR tijdens het evenement.
40
BIJLAGE 3 TOEZICHTOVERZICHT
41
BIJLAGE 4 HANDHAVINGBESLISSCHEMA Toezicht en handhavingsprocedure tijdens (de opbouw van) een standaard evenement Vooraf: In EVO plannen wie wat gaat controleren. De procedure is van toepassing op standaard evenementen waar vooraf geen bijzondere problemen te verwachten zijn. 1.
De evenementenwachter controleert de voorwaarden van de APV-vergunning.
2.
Hij constateert een overtreding zoals een tent of podium op de verkeerde plaats of een tent die niet is aangevraagd of overtreding geluidsnormen.
3.
Hij belt met de handhaver van BW die bereikbaarheidsdienst heeft om de ernst van de overtreding te bespreken. De handhaver kan de evenementenwachter adviseren om zelf in overleg met de organisator het probleem op te lossen of de handhaver komt ter plaatse om zelf dat overleg te voeren.
4.
Indien het een situatie is die gevaar kan opleveren, gaat de handhaver in ieder geval ter plaatse kijken. Hij overlegt met de organisator over een oplossing. De handhaver beslist of Brandweer of BWT of Politie om advies gevraagd moeten worden.
5.
Brandweer en/of BWT en/of Politie geven advies over het risico dat de overtreding oplevert en over de eventuele maatregelen die mogelijk zijn om het probleem op te lossen. Het advies is schriftelijk in verband met de noodzaak om bij een eventuele bezwaarschriftenprocedure of schadeclaim aan te kunnen tonen dat een zorgvuldige beoordeling heeft plaatsgevonden. (Hiervoor is een standaardformulier beschikbaar in de handhaversmap.)
6.
Op basis van de adviezen neemt de handhaver het besluit om bestuursdwang aan te zeggen. Bij de aanzegging wordt ook een hersteltermijn aangegeven. (Hiervoor is een standaardformulier beschikbaar in de handhaversmap. ) Bij geluidsoverlast: dwangsom. Bij een onveilige tent/podium/voorwerp: verzegeling + toezicht op kosten overtreder. Bij een verkeerde plaats tent/podium/voorwerp: afbreken op kosten overtreder (Dit kan alleen in uitzonderlijke situaties gezien de problemen om iemand te vinden die dit kan uitvoeren). Bij schade/vervuiling: herstel op kosten overtreder.
7.
De handhaver reikt de aanzegging bestuursdwang uit. Hij legt uit wat de consequenties zijn, wat de organisator moet doen om bestuursdwang te voorkomen, binnen welke termijn en wanneer een nieuwe controle plaats vindt.
8.
Bij controle na afloop van de gegeven termijn blijkt dat de overtreding wel of niet is aangepast.
9.
Indien niet aangepast, maakt de handhaver een belangenafweging waarin hij enerzijds de risico’s van de overtreding en anderzijds de proportionaliteit van de maatregelen en de openbare orde consequenties nogmaals tegenover elkaar afweegt. (De handhaver besluit om niet op te treden indien de consequenties voor de openbare orde groter zijn dan het risico van de overtreding.)
43
Discussienotitie
Hernieuwde aanpak evenementenvergunningen en -toezicht
10. De handhaver besluit om bestuursdwang toe te passen. Hij reikt dit besluit uit. Bij een dwangsombesluit houdt het proces hier op. Na afloop van het evenement volgt inning van de dwangsom. 11. De handhaver verzegelt de toegang tot de tent of het podium. Indien tent of podium afgebroken moeten worden of schade hersteld moet worden, belt de handhaver de EBN. (Het telefoonnummer zit in de handhaversmap). De wachtdienst belt de handhaver terug. 12. A. De evenementenwachters komen regelmatig controleren. Ze bellen de politie indien de zegel verbroken is. 12. B. De wachtdienst belt de aannemer. 12. C. De aannemer herstelt de schade of breekt iets af. Hij voert het eventueel af naar de Slingerweg.
44