Heldere kaders, betere sturing Nota subsidiebeleid Gemeente Boxmeer
1
Heldere kaders, betere sturing
Nota subsidiebeleid van de gemeente Boxmeer
Boxmeer, februari 2008
2
3
Inhoudsopgave 1.
INLEIDING
6
2.
DEFINITIES
8
3.
HUIDIGE VORMEN SUBSIDIES
9
3.1 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.6 4.
KNELPUNTEN HUIDIGE SUBSIDIEBELEID 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
5.
ONTBREKEN SAMENHANG IN GRONDSLAG BELEID BELEIDSREGELS UITVOERINGSREGELS HUIDIGE SUBSIDIEVERORDENING BEVOEGDHEIDSVERDELING EFFECTEN VAN SUBSIDIEVERSTREKKING
OPLOSSINGEN 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.6.1 5.6.2 5.6.3 5.6.4 5.6.5 5.7
6.
INLEIDING BUDGETSUBSIDIE Definitie Huidige werkwijze Knelpunten huidige werkwijze budgetsubsidies Verdeling budgetsubsidies INSTANDHOUDINGSSUBSIDIE Definitie Huidige werkwijze Knelpunten huidige werkwijze instandhoudingssubsidies Verdeling instandhoudingssubsidies WAARDERINGSSUBSIDIE Definitie Huidige werkwijze Knelpunten huidige werkwijze waarderingssubsidies Verdeling waarderingssubsidies PROJECTSUBSIDIES Definitie Huidige werkwijze Knelpunten huidige werkwijze projectsubsidies Verdeling projectsubsidies SAMENVATTING HUIDIGE SITUATIE
9 9 9 10 10 11 11 11 12 12 13 13 13 13 14 15 16 16 16 16 17 17 18 18 18 18 18 19 19 20
STRUCTUUR SUBSIDIEBELEID VASTSTELLEN BELEIDSREGELS EFFECTEN VAN TOEGEKENDE SUBSIDIES NIEUWE VORM VAN SUBSIDIE SUBSIDIEVERORDENING VERBETERING WERKPROCESSEN Budgetsubsidies Instandhoudingssubsidie Waarderingssubsidies Projectsubsidies Incidentele subsidie SCHEMATISCHE WEERGAVE VOORSTELLEN
20 21 21 22 23 23 23 23 24 24 24 25
SAMENVATTING
26
BIJLAGE 1
27
SCHEMATISCHE WEERGAVE VAN HET TIJDSPAD VAN BUDGET- PROJECT- EN WAARDERINGSSUBSIDIE
4
27
5
1.
Inleiding
Het subsidiebeleid van de gemeente Boxmeer is toe aan verbetering. Het moet overzichtelijker, beter gestructureerd en gemakkelijker werkbaar worden. Aan de ene kant zal dit leiden tot meer duidelijkheid voor de vele instellingen en organisaties die subsidie ontvangen. Aan de andere kant zorgt het er ook voor dat de verschillende verantwoordelijkheden van gemeenteraad en college beter uit de verf kunnen komen. Op dit moment staan de verleende subsidies te los van de beleidsdoelstellingen. Als er nieuw beleid wordt gemaakt, dan is het zeer moeilijk om daar het subsidiebeleid op aan te passen. Dat is zowel voor de gemeente als voor de diverse organisaties lastig. De ontbrekende band met beleidsdoelstellingen maakt het voor de raad erg moeilijk om te sturen in wat zij willen subsidiëren, dit terwijl de raad duidelijk heeft aangegeven te willen sturen. Een tweede oorzaak van knelpunten is dat de verschillende gemeentelijke samenvoegingen uit het verleden in enkele gevallen nog steeds doorwerken in het subsidiebeleid. De verschillende subsidievormen worden door elkaar toegepast of het doel is buiten beeld geraakt en dit is verwarrend voor de instellingen. Toch wordt er ook voortgang geboekt. Met name bij de financiering van professionele instellingen wordt beleidsgestuurde budgetfinanciering meer en meer ingezet als instrument om te sturen op producten en resultaten. Vaststelling van beleidsplan, begroting, activiteitenplan, jaarverslag en financieel verslag zijn de middelen waarmee sturing plaatsvindt. Een voorbeeld hiervan is de wijze waarop het bibliotheekbeleid onlangs door de raad is behandeld. Er zijn meer redenen voor een nieuwe aanpak. Door de invoering van de dualisering wordt van de raad veel meer dan vroeger een kaderstellende rol verwacht. Het eerste rapport van de Rekenkamercommissie Boxmeer (januari 2006) toonde aan dat de mogelijkheden van de raad om ambities in beleidsdoelen om te zetten en om te sturen op verwezenlijking van beleidsdoelen voor verbetering vatbaar is. De Rekenkamer beveelt onder andere aan om beleidsdoelen voor subsidies meetbaar te formuleren en om het college te verplichten eenmaal per vier jaar te rapporteren over de vraag waarom de bestaande samenwerkingsverbanden en participaties met derden nog noodzakelijk zijn. Door in het nieuwe subsidiebeleid de kaderstellende taak van de raad en de uitvoerende taak van het college te verduidelijken, kan het college ook flexibel en adequaat - binnen de door de raad gestelde kaders - reageren op maatschappelijke ontwikkelingen en de subsidieverzoeken die daaruit voortkomen. Om verbeteringen in het subsidiebeleid te bereiken zijn enkele vernieuwingen nodig. Uitgangspunt bij het subsidiebeleid zijn de doelen die met het beleid worden nagestreefd. De doelen die de gemeente Boxmeer met subsidieverlening nastreeft kunnen worden samengevat in de volgende drie kernzinnen: Bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid en deelname aan de samenleving voor alle groepen mensen in de gemeente Boxmeer; Voorkomen van uitval en bieden van hulp en steun aan kwetsbare groepen; Uitvoering geven aan een wettelijke gemeentelijke taak, opgelegd door het rijk. Om deze doelen optimaal te kunnen realiseren wordt het Boxmeerse subsidiebeleid nu op enkele punten aangepast. Op dit moment is het subsidiebeleid uitgewerkt in twee documenten.
6
In die documenten is de situatie die er nu is uitgewerkt. Er wordt dus geen nieuw beleid gemaakt. Het derde document, de uitvoeringsnota, volgt later. In de eerste plaats is de voorliggende subsidienota opgesteld. Deze is bedoeld als handleiding voor de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders om sturing te geven aan het subsidiebeleid. De nota beschrijft onder andere de verschillende rollen van raad en college en hoe deze in het subsidiebeleid vorm worden gegeven. In deze nota worden geen uitspraken gedaan over de hoogte van de subsidiebedragen. De subsidieverordening is het juridisch instrument. De huidige subsidieverordening dateert van november 2001 en moet beter worden afgestemd op de Algemene wet bestuursrecht. Ook de tekst van het subsidieplafond en het maken van een begrotingsvoorbehoud zijn voor verbetering vatbaar. Daarnaast worden de termijnen opnieuw bekeken en in overeenstemming gebracht met de praktijk. De uitvoeringsnota is het laatste onderdeel van het voorgestelde nieuwe subsidiebeleid. De uitvoeringsnota geeft per beleidsterrein een overzicht van alle subsidies die de gemeente heeft verstrekt met een verslag van het effect ervan. De uitvoeringsnota is niet alleen een toetsmiddel voor de raad maar ook een goed instrument als hulpmiddel voor de kaderstellende rol van de raad. Bovendien biedt het het nodige overzicht op de effecten van de verstrekte subsidies. De grondslag van de subsidiering ligt vast in de diverse beleidsnota’s van de verschillende beleidsterreinen. Uit de reeds bestaande beleidsnota’s zijn de beleidsregels voortgekomen, deze beleidsregels zijn apart gebundeld. Door de voorgestelde wijzigingen komt er meer samenhang en duidelijkheid in het subsidiebeleid. Voor de raad wordt het duidelijker wat de gemeente subsidieert en waarom. De raad kan hierdoor beter sturen op hoofdlijnen. Voor de gesubsidieerde instellingen, verenigingen en organisaties wordt het duidelijker op welke wijze ze subsidie kunnen krijgen. Voor de grotere instellingen komt er een vermindering in de administratieve druk. Het college krijgt tenslotte meer mogelijkheden om actief te sturen op de beleidswensen van de raad en flexibel in te springen op veranderende omstandigheden. In deze subsidienota worden allereerst enkele veel gebruikte begrippen gedefinieerd, dit gebeurt in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 3 wordt kort beschreven welke vormen van subsidie er nu zijn en wat daarin de knelpunten zijn. Vervolgens komen de knelpunten die nu in het subsidiebeleid zitten in hoofdstuk 4 aan de orde. In hoofdstuk 5 worden de plannen voor het toekomstige subsidiebeleid beschreven, die een oplossing bieden voor de eerder genoemde knelpunten. Hoofdstuk 6 is een korte samenvatting van deze nota.
7
2.
Definities
Een nota over het subsidiebeleid moet beginnen met goede definities van de gebruikte begrippen. Subsidie De aanspraak op financiële middelen, door een bestuursorgaan verstrekt met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager, anders dan de betaling voor aan het bestuursorgaan geleverde goederen of diensten. Bron: Algemene Wet Bestuursrecht
Beleidsregel Een regel gemaakt door een bestuursorgaan, die echter geen algemeen verbindend voorschrift is. Deze regels geven aan hoe het bestuursorgaan zijn bevoegdheid uit zal voeren. Het zijn richtlijnen voor het bestuursorgaan en ze scheppen duidelijkheid voor de burger. Bron: Algemene Wet Bestuursrecht
Uitvoeringsregel Uitvoeringsregels zijn door het college opgestelde regels die de uitvoering van beleidsregels specificeren (zoals rekenregels). De uitvoeringregels vloeien voort uit de beleidsregels. Uitvoeringsregels zijn derhalve wettelijke voorschriften met een algemeen verbindend karakter. Bron: Gemeente Boxmeer
Subsidieverordening De Algemene wet bestuursrecht bepaalt dat een bestuursorgaan slechts subsidie verstrekt op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Voor gemeenten is dat wettelijk voorschrift een gemeentelijke subsidieverordening. Bron: Algemene wet bestuursrecht
In het volgende hoofdstuk worden de subsidievormen die op dit moment in gebruik zijn in de gemeente Boxmeer beschreven.
8
3.
Huidige vormen subsidies
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk komt de huidige situatie op het gebied van het subsidiebeleid aan bod. Op basis van de richtlijnen die vastliggen in de subsidieverordening, de beleidsnota's, de uitvoeringsregels, overeenkomsten en andere afspraken worden verschillende vormen van subsidies toegekend. Op dit moment zijn er vier vormen van subsidie te onderscheiden in de gemeente Boxmeer, namelijk budgetsubsidie, instandhoudingssubsidie, waarderingssubsidie en projectsubsidies. Deze vier vormen van subsidie worden hieronder nader beschreven. In figuur 1 is de verdeling van het totale subsidiebudget van de gemeente Boxmeer over de verschillende vormen van subsidie te zien. In 2006 heeft de gemeente Boxmeer € 4.000.000, aan subsidies besteed.
Figuur 1. Verdeling subsidiebudget over bestaande subsidievormen Het totale subsidiebudget bedraagt € 4.000.000 voor het jaar 2006 7%
2%
18%
Budgetsubsidies Instandhoudingssubsidies Waarderingssubsidies Projectsubsidies
73%
3.2
Budgetsubsidie
3.2.1 Definitie Bij budgetsubsidies gaat het om subsidies waar afspraken - vaak meerjarig van karakter - over producten en taken aan ten grondslag liggen. Budgetsubsidies worden zowel aan professionele instellingen als aan vrijwilligersorganisaties verleend Budgetsubsidie Een subsidie aan een instelling, waarbij vooraf het budget, het aantal subsidiejaren, de objectieve subsidie criteria, de uitgangspunten en de wijze waarop bijstelling van het budget plaatsvindt, is toegezegd. Bron: Algemene subsidieverordening gemeente Boxmeer
9
3.2.2 Huidige werkwijze Een budgetsubsidie moet worden aangevraagd door het indienen van een aanvraag vóór 1 april voorafgaand aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd. De subsidieaanvraag dient vergezeld te zijn van een activiteitenplan en een begroting met toelichting. Als de aanvraag voldoet aan de doelstellingen en de afspraken, dan wordt de aanvraag opgenomen in de gemeentelijke begrotingscyclus. Na het vaststellen van de begroting wordt subsidie verleend. Na afloop van het subsidiejaar legt de instelling verantwoording af over de uitgaven en volgt definitieve vaststelling. Dit gebeurt door middel van een financieel verslag en een activiteitenverslag. Het zijn vooral de grotere, professionele instellingen die een budgetsubsidie krijgen. Vanaf 2004 is er in ernst begonnen om het subsidiëren van instellingen meer meetbaar te maken door de implementatie van beleidsgestuurde contractfinanciering. Via opdrachten maakt de gemeente duidelijk welke specifieke producten of diensten worden gevraagd en tot welke prestaties dit moet leiden. De verantwoording achteraf gebeurt onder andere op basis van kwantitatieve gegevens die zicht geven op de resultaten van de subsidie. Met de invoering van beleidsgestuurde contractfinanciering zijn termen als kengetallen, productprijzen en resultaatverplichtingen ingevoerd. Het Regionaal Maatschappelijk Centrum is als een van de eerste instellingen volgens deze methodiek gaan werken. Zij maakt nu bijvoorbeeld gebruik van een gestandaardiseerde “uurprijs” waarin de overhead berekend zit. De gemeente heeft wel inspraak in het beleid en de uitvoering daarvan, maar bemoeit zich niet meer met de bedrijfsvoering op microniveau. Dit laatste is de verantwoordelijkheid van het Regionaal Maatschappelijk Centrum zelf. Radius zit nu nog midden in de omslag naar deze andere wijze van financiering. 3.2.3 Knelpunten huidige werkwijze budgetsubsidies Belangrijke knelpunten voor de budgetsubsidies zijn het ontbreken van een directe koppeling tussen beleidsdoelen en uitvoering en het ontbreken van de kaderstellende rol van de raad hierin. Doordat er niet voor alle beleidsterreinen beleidsnota’s zijn, zijn de beleidsdoelen niet altijd concreet genoeg. Voor de instellingen is de huidige aanvraagprocedure erg omslachtig en brengt met zich mee dat er een lange periode zit tussen de aanvraag en de feitelijke vaststelling van een subsidie. Hierdoor is het voor de instellingen lastig om plannen op lange termijn te maken.
10
3.2.4 Verdeling budgetsubsidies Het totale geldbedrag dat aan budgetsubsidies is besteed in 2006 bedraagt € 2.900.000, dit is 73% van het totale subsidiebudget. In figuur 2 is te zien hoe de budgetsubsidies in de gemeente Boxmeer verdeeld worden. Figuur 2. Verdeling van de budgetsubsidies (in euro's).1
De Meander Bibliotheek Radius RMC De Weijer Peuterspeelzalen SWOGB Reg. Jeugdzorg Vonk Overige
600000 500000 400000 300000 200000 100000 0
3.3
Instandhoudingssubsidie
3.3.1 Definitie Een instandhoudingssubsidie is een subsidie voor instandhouding en onderhoud van accommodaties en sportterreinen die in beleidsnotitities als gemeentelijke basisvoorziening zijn benoemd. Het wettelijk kader voor een instandhoudingssubsidie ligt voor de geprivatiseerde organisaties in de onderliggende overeenkomst of in de notariële akte. Deze overeenkomsten zijn voor een langdurige periode, variërend van 10 tot 30 jaar, aangegaan. De gemeenteraad heeft daar zijn goedkeuring over uitgesproken. Een instandhoudingssubsidie is een bijdrage die de gemeente doet om een voorziening in stand te houden, die is aangemerkt als basisvoorziening en heeft geen relatie met de exploitatie of de uitgevoerde activiteiten. Voorzieningen waarvoor een instandhoudingssubsidie wordt verstrekt zijn voornamelijk de sportzalen en sporthallen, de geprivatiseerde terreinen voor buitensport (voetbal, hockey en tennis) en de niet geprivatiseerde gemeenschapshuizen die eigendom van de gemeente zijn. Instandhoudingssubsidie Een jaarlijkse dan wel eenmalige bijdrage, welke wordt verstrekt voor de instandhouding van een accommodatie (mits deze in een beleidsnotitie is benoemd als basisvoorziening) en waarin investeringen al dan niet kunnen worden verrekend. Bron: Algemene subsidieverordening gemeente Boxmeer
1
De categorie overige in figuur 2 ziet er als volgt uit: De Box, jeugdhuis Mannekino, kinderopvang, zelforganisaties, Verdihuis, Regionaal Indicatie Orgaan, GGD, Bemoeizorg, Thuiszorg, verslavingszorg, BLOS, Stichting Ontwikkelingssamenwerking Boxmeer en SWB.
11
3.3.2 Huidige werkwijze Instandhoudingssubsidie hoeft niet aangevraagd te worden. Er vind dus enkel een subsidievaststelling plaats, zonder subsidieverlening vooraf. De subsidiebedragen worden door de gemeente betaald op basis van langdurige afspraken die zijn vastgelegd in een overeenkomst of notariële akte met de betreffende organisatie. Deze afspraken kunnen op grond van historische omstandigheden verschillen. Daardoor zijn bijvoorbeeld de gehanteerde betalingstermijnen en de wijze van indexering niet altijd hetzelfde. Zo ontvangen de buitensportterreinen jaarlijks in februari de subsidie, de binnensport wordt in twee termijnen betaald en ‘t Hoogkoor in drie termijnen. Indexeringen zijn soms jaarlijks, in andere gevallen eenmaal per drie jaar. 3.3.3 Knelpunten huidige werkwijze instandhoudingssubsidies Met de instandhoudingssubsidies zijn in beginsel geen inhoudelijke problemen. Het probleem zit in de historisch gegroeide verscheidenheid in toepassing. Zo krijgen sommige gemeenschapshuizen een instandhoudingssubsidie, zoals het gemeenschapshuis in Beugen en het buurthuis in Sambeek. Daarnaast wordt een aantal andere gemeenschapshuizen beheerd door een zelfstandige stichting, die - als regel - geen instandhoudingssubsidie ontvangt. Deze verschillen in wijze subsidiëring zijn historisch gegroeid en te herleiden op de gemeentelijke herindelingen. Vooral de samenvoeging van Vierlingsbeek met Boxmeer is nog te herkennen. In de oude gemeente Vierlingsbeek is meer verzelfstandigd. De accommodaties uit de oude gemeente Boxmeer ontvangen in het algemeen een instandhoudingssubsidie. Ook het open jeugdwerk uit ‘oud-Boxmeer’ ontvangt in het algemeen een vast bedrag gebaseerd op de huisvestingskosten. In de herijking van het accommodatiebeleid - een proces dat momenteel gaande is - worden voorstellen ontwikkeld om tot een heldere scheiding te komen tussen subsidiëring van activiteiten en van huisvesting. Daarbij zal echter rekening gehouden moeten worden met de vaak langlopende afspraken uit het verleden. Een knelpunt is de indexering. In de loop van februari worden de indexcijfers bekend. In februari moet volgens afspraak ook een aantal subsidies al betaald worden. Voor deze betalingen komen de indexcijfers eigenlijk wat laat.
12
3.3.4 Verdeling instandhoudingssubsidies Het totale geldbedrag dat aan instandhoudingssubsidies is besteed in 2006 bedraagt € 735.000, -, dit is 19% van het totale subsidiebedrag. In figuur 3 is te zien hoe de instandhoudingssubsidies in de gemeente Boxmeer verdeeld worden. Voorbeelden van instandhoudingssubsidies zijn de subsidies aan de buitensport, zoals voetbalvelden en aan de binnensport, zoals subsidie aan ’t Hoogkoor.
Figuur 3. Verdeling van de instandhoudingssubsidies (in euro's)
400000 350000 300000
Buitensport
250000
Binnensport
200000 150000
Meander Gemeenschapshuizen
100000 50000 0
3.4
Waarderingssubsidie
3.4.1 Definitie Deze vorm van subsidie wordt toegekend indien de subsidie aanvrager activiteiten organiseert die de gemeente waardeert, omdat zij de leefbaarheid in de gemeente vergroten. Deze activiteiten worden door de gemeente niet inhoudelijk op resultaten of prestaties gestuurd.
Waarderingssubsidie Een subsidie, die onafhankelijk van de exploitatie ter beschikking wordt gesteld om bepaalde activiteiten aan te moedigen of te ondersteunen. Bron: Algemene subsidieverordening gemeente Boxmeer
3.4.2 Huidige werkwijze Verenigingen kunnen jaarlijks subsidie aanvragen via aanvraagformulier waarderingssubsidies. De subsidieaanvragen moeten vóór 1 april door de gemeente ontvangen zijn. Waarderingssubsidies zijn voor het afgelopen jaar en worden direct berekend en vastgesteld. Een beschikking tot subsidieverlening is alleen mogelijk voorafgaand aan de activiteit of het tijdvak waarvoor subsidie wordt aan gevraagd. Het kenmerk van een waarderingssubsidie is dat deze na afloop van het tijdvak pas wordt aangevraagd, dus
13
voorafgaand aan de subsidievaststelling wordt geen beschikking tot subsidieverlening afgegeven. De rekenregels liggen vast in de uitvoeringsregels waarderingssubsidies, dit is een limitatieve lijst van activiteiten die in aanmerking komen voor een waarderingssubsidie. Er zijn verenigingen die, op basis van de uitvoeringsregels, nu niet in aanmerking komen voor waarderingssubsidies. Dit omdat het nieuwe verenigingen zijn, die niet binnen het huidig geformuleerde beleid vallen. Zolang er echter geen nieuw beleid is geformuleerd, wordt er op de oude voet verder gegaan. Een verbetering voor de toekomst is het formuleren van beleidsnota’s voor alle beleidsterreinen. 3.4.3 Knelpunten huidige werkwijze waarderingssubsidies Bij de waarderingssubsidies worden meerdere problemen ervaren, zowel van gemeentelijke kant als van de kant van de gesubsidieerde verenigingen. De uitvoeringsregels omvatten een begripsdefiniëring en berekeningsregels. De begripsdefiniëring is niet compleet. Zo wordt ook voor de waarderingssubsidies 1 april gehanteerd als deadline voor het indienen van de aanvraag. Deze datum staat echter nergens helder vermeld. Sommige onderdelen van de begripsdefiniëring zijn te summier omschreven en er worden geen minimumeisen gesteld aan bijvoorbeeld het aantal leden. Ook ten aanzien van de rekenregels worden knelpunten ervaren. Bij muziek-, zang-, toneelen gildegezelschappen is het bijvoorbeeld de vraag in hoeverre het niveau van een dirigent gehonoreerd moet worden en tot hoever huisvestingskosten acceptabel zijn. De berekeningsregels rondom jeugdverenigingen lopen per vereniging uiteen, hier moet meer lijn in komen. En voor sportverenigingen loopt het subsidiebedrag per lid erg uiteen per tak van sport. Dit is gebaseerd op de grootte van de zaal/het veld, maar het is onduidelijk voor verenigingen en het is de vraag of dat zo moet blijven. Daarnaast staan de regels nu heel erg vast. Er zijn ook andere organisaties die worden gewaardeerd voor het werk dat zij doen. Zij krijgen nu geen subsidie omdat hun organisatie niet in de uitvoeringsregels beschreven is. De afdelingen van de Zonnebloem zijn hiervan een voorbeeld. Ook de gesubsidieerde verenigingen ervaren knelpunten. Sportverenigingen vinden zowel de subsidiebedragen per jeugdlid als het begrip kaderkosten onduidelijk. Als verenigingen betalingsbewijzen in moeten dienen, dan betekent dit voor sommige verenigingen veel papierwerk. En soms vinden verenigingen de regelingen te complex. Tijdens de inspraakavond voor de nota kunst en cultuurbeleid gaven verenigingen echter ook aan dat de gemeente meer keuzes zou moeten maken over de wijze van subsidiëring èn meer accenten kan geven aan het subsidiebeleid. Bovendien zou de gemeente ook meer eisen kunnen stellen aan verenigingen in de zin van ´voor wat hoort wat´. Deze knelpunten worden eigenlijk allemaal veroorzaakt doordat de uitvoeringsregels niet verankerd zijn in een beleidsdoelstelling. De regels bestaan feitelijk uit een mix van de uitvoeringsregels van de oude gemeente Boxmeer en de oude gemeente Vierlingsbeek van voor de samenvoeging in 1998. De regels zijn daardoor te veel los komen te staan van de beleidsdoelen waarvoor ze oorspronkelijk geformuleerd zijn. We waarderen verenigingen dat ze er zijn, maar we geven niet aan waarom we ze waarderen. De uitvoeringsregels moeten daarom beter verankerd worden in de beleidsdoelstellingen van de verschillende beleidsterreinen.
14
3.4.4 Verdeling waarderingssubsidies In figuur 4 is te zien hoe hoog de gemiddelde bedragen zijn die een sector ontvangt aan waarderingssubsidie. (Totaalbedrag waarderingssubsidies is € 281.000, -) Het grootste deel van de waarderingssubsidies wordt toegekend aan sportverenigingen. Figuur 4. Verdeling van de waarderingssubsidies (in euro's) per sector2 Sport Muziekverenigingen Gildes Zangverenigingen Ouderenorganisaties Jeugd Vrouw enorganisaties EHBO Toneel Volksdansen Natuur Carnaval Belangenverenigingen Oranjeverenigingen Overige
100000 90000 80000 70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 0
Wanneer de waarderingssubsidies worden uitgesplitst naar de hoogte van het bedrag dat iedere vereniging ontvangt, dan zien we een ander beeld; dat staat in figuur 5. Muziekverenigingen ontvangen gemiddeld het hoogste bedrag per lid, gevolgd door de gildes. Een kanttekening is dat de instandhoudingssubsidies, die voornamelijk ten goede komen aan de sport, niet opgenomen zijn in figuur 5.
Figuur 5. Gemiddelde waarderingssubsidies per vereniging per sector (in euro's) M uziekverenigingen Gildes
8000
Sport
7000
O uderen
6000
Zangverenigingen Jeugd
5000
EH B O
4000
V olkdansen
3000
Toneel N atuur
2000
V rouwenorganisaties
1000
B elangenverenigingen C arnaval
0
O ranjeverenigingen O verige
2
De categorie overige ziet er als volgt uit: gehandicaptenorganisaties, vereniging voor slechthorenden, vereniging voor blinden en slechtzienden, Manege Seurenheide en wijk- en dorpsraden.
15
3.5
Projectsubsidies
3.5.1 Definitie Een projectsubsidie is een tijdelijke subsidie gericht op het realiseren van een project. Projectsubsidie Een subsidie, van minimaal € 3.500,- voor een goedgekeurd project, inhoudende een eenmalige, vooraf gedefinieerde, doelgerichte en meetbare activiteit, dan wel een cluster van activiteiten met een helder start- en eindpunt. Bron: Algemene subsidieverordening gemeente Boxmeer
3.5.2 Huidige werkwijze Een project wordt aangevraagd door middel van het indienen van een brief met begroting vóór 1 april voorafgaand aan het jaar waarin het project start. Een project heeft altijd een helder start- en eindpunt. De aanvraag moet passen binnen de doelstellingen van de gemeente. Uiteindelijk beslist de gemeenteraad of het project wordt gesubsidieerd en voor welk bedrag. Na afloop van het project legt de instelling verantwoording af over de uitgaven en volgt de definitieve subsidievaststelling. In de huidige werkwijze vallen de subsidies die uit de “evenementenpot” komen onder projectsubsidies. Uiteraard moeten de doelstellingen van het project in de lijn van een van de beleidsnota’s liggen om in aanmerking te komen voor projectsubsidie. Enkele voorbeelden van projecten die een projectsubsidie ontvangen zijn "Een Kleurrijk Krachtenspel", project Onbenutte Rechten, project Bemoeizorg en project Ouderenproof. 3.5.3 Knelpunten huidige werkwijze projectsubsidies Ook voor projectsubsidies geldt dat de term niet altijd eenduidig wordt gebruikt. Wanneer een organisatie die in aanmerking komt voor een budgetsubsidie een project opstart naast de gewone taken, dan wordt dat project vaak onterecht meegenomen in de budgetsubsidie. Ook zijn er soms projecten die van de gemeente een bijdrage ontvangen die dan ten onrechte een waarderingssubsidie wordt genoemd. Bijvoorbeeld de uitgave van een boek over een Boxmeers onderwerp. Dit is niet terecht en wekt verwarring op. Een project moet aan specifieke eisen voldoen om in aanmerking te komen voor een subsidie. Zo moet het doel meetbaar zijn en is er een duidelijk start- en eindpunt geformuleerd. Dit vergroot de controle op de effecten van gesubsidieerde projecten. Deze controle valt weg wanneer een project onder een budget- of waarderingssubsidie wordt weggezet.
16
3.5.4 Verdeling projectsubsidies Het totale geldbedrag dat is besteed aan projectsubsidies in 2006 bedraagt € 100.800, -, dit is 2,5 % van het totale subsidiebedrag.
Figuur 6. Verdeling van de projectsubsidies (in euro’s)
30.000 Breedtesport (inmiddels vervallen)
25.000
Ondersteuning Dunya 20.000 Evenementen 15.000 Ondersteuning vrijwilligerswerk
10.000
Wijk en buurtbeheer
5.000 0
3.6 Samenvatting huidige situatie In de gemeente Boxmeer is in 2006 € 4.000.000, - aan subsidie verstrekt. Dit bedrag wordt door middel van vier subsidievormen toegekend aan diverse instellingen, organisaties en verenigingen. De vier vormen van subsidie die op dit moment gebruikt worden zijn budgetsubsidie, instandhoudingssubsidie, waarderingssubsidie en projectsubsidie. Aan iedere vorm van subsidie zijn voorwaarden verbonden, die beschreven staan in de subsidieverordening. Er zijn enkele knelpunten in het huidige subsidiebeleid, deze verschillen per subsidievorm. Bij de budgetsubsidies is het grootste knelpunt dat er geen directe koppeling is tussen de beleidsdoelen en de uitvoering. Voor de verenigingen is het een probleem dat er een lange periode zit tussen de aanvraag en de verlening van de subsidie. Wat een punt van aandacht is bij de instandhoudingssubsidies, is de scheve verdeling van de subsidiegelden over de verschillende verenigingen. Dit is een historisch gegroeide scheefheid, die niet eenvoudig recht te trekken is. De waarderingssubsidies zijn van oudsher de subsidies die de meeste problemen met zich mee brengen. Het grootste knelpunt is dat de uitvoeringsregels niet verankerd zijn in het beleid, hierdoor is de uitvoering erg strikt en is het moeilijk om nieuwe verenigingen een blijk van waardering, in de vorm van subsidie, toe te kennen. Bij de projectsubsidies is het niet eenduidig gebruiken van de term projectsubsidies een probleem. Niet alles dat een projectsubsidie ontvangt is ook echt een projectsubsidie.
17
4.
Knelpunten huidige subsidiebeleid
In het huidige subsidiebeleid bevinden zich diverse knelpunten. In dit hoofdstuk worden ze kort samengevat. 4.1 Ontbreken samenhang in grondslag beleid Op dit moment ligt de grondslag voor het gemeentelijk subsidiebeleid vast in verschillende bronnen, namelijk in de algemene subsidieverordening, diverse beleidsnota’s, langlopende overeenkomsten, uitvoeringsregels (alleen voor waarderingssubsidies). Daaraan zitten verschillende knelpunten. Bovendien zijn ze niet altijd duidelijk aan elkaar gerelateerd. Voor een deel vinden de bestaande problemen hun oorsprong in de gemeentelijke samenvoegingen. Voor verenigingen en instellingen betekent dit in elk geval dat lang niet altijd helder is wat er van hen verwacht wordt en wat zij van de gemeente kunnen verwachten. De inhoudelijke grondslag voor het al dan niet toekennen van subsidies ligt in beleidsnota’s of in al geldende afspraken met instellingen. 4.2 Beleidsregels Met subsidies worden bepaalde doelen nagestreefd, die zijn verwoord in de diverse beleidsnota's. De beleidsnota's zijn als het ware bestemmingsplannen voor de gemeente. Om deze "bestemmingsplannen" goed uit te kunnen voeren zijn er duidelijke beleidsregels nodig. Beleidsregels zijn de concrete vertaling van de beleidsnota’s, die een extra trap vormen tussen de nota’s en de uitvoeringsregels. Deze ontbreken nu nog. Dit maakt een goede sturing en inzicht in en controle van het beleid door de raad in de praktijk lastig. Er dient een goede koppeling te zijn tussen de beleidsnota’s en de beleidsregels. De nota’s bieden immers de grondslag voor de beleidsregels. 4.3 Uitvoeringsregels Er zijn alleen uitvoeringsregels voor waarderingssubsidies geformuleerd, met betrekking tot de overige subsidievormen ontbreken dergelijke concrete uitvoeringsregels. In de uitvoeringsregels staan de details over de te verstrekken subsidies, zoals de rekenregels en welke activiteiten in aanmerking komen voor subsidie. Maar vaak is van een inhoudelijke relatie tussen de beleidsdoelen zoals geformuleerd in beleidsnota’s en de uitvoeringsregels voor de waarderingssubsidies geen sprake. Hierdoor is er weinig flexibiliteit in de uitvoering. 4.4 Huidige subsidieverordening De Algemene subsidieverordening is het wettelijke voorschrift dat noodzakelijk is om als gemeente subsidies te kunnen verstrekken. Onder andere worden hier de verschillende vormen van subsidie benoemd, komen termijnen aan de orde en andere voorschriften waar aanvragers mee van doen hebben. De structuur van de Algemene subsidieverordening gemeente Boxmeer (2001) is niet geheel in overeenstemming met de Algemene wet bestuursrecht. Dit zorgt voor een onduidelijk beeld van de procedure subsidieverstrekking. Verder komen de termijnen niet overeen met het daadwerkelijke proces van subsidieverstrekking in de gemeente Boxmeer. Daarnaast vertoont de verordening inhoudelijke gebreken. De gemeente wordt regelmatig geconfronteerd met incidentele verzoeken voor subsidies, zoals een bijdrage aan een boek, een eenmalig sportevenement of een manifestatie. Tot nu toe wordt de bijdrage die de gemeente dan levert vaak onterecht als een projectsubsidie betiteld. Verder brengt de huidige procedure bij het beoordelen van 18
budgetsubsidies een langer periode van onzekerheid met zich mee voor de aanvragers, door het ontbreken van de mogelijkheid om een voorlopige beschikking af te geven met daarin samenhangend met het budgetrecht van de raad - een begrotingsvoorbehoud. 4.5 Bevoegdheidsverdeling De scheiding tussen de bevoegdheden van de raad en het college is op dit moment niet geheel duidelijk. Met de invoering van het dualisme in de gemeentelijke politiek werd een heldere scheiding tussen bevoegdheden van raad en college beoogd. De bevoegdheid van de raad ligt in het opstellen van gemeentelijke kaders, waarin de hoofdlijnen van het beleid worden bepaald. De bevoegdheid van het college is het zorgdragen voor een correcte uitvoering binnen die gestelde kaders. In het huidige subsidiebeleid komt de kaderstellende rol van de raad onvoldoende uit de verf. Een knelpunt dat deze scheiding van bevoegdheden verder bemoeilijkt is dat de Algemene subsidieverordening en de uitvoeringsregels voor de waarderingssubsidies als een geheel worden gezien, terwijl het twee van elkaar losstaande documenten zijn. De subsidieverordening is het wettelijke voorschrift dat noodzakelijk is om als gemeente subsidies te kunnen verstrekken. De uitvoeringsregels zijn rekenregels die de hoogte van een waarderingssubsidie bepalen. Dat deze twee documenten als een geheel worden beschouwd heeft een negatieve impact op de mogelijkheden voor de raad om haar kaderstellende functie waar te maken. Verder zorgt het ervoor dat het college geen ruimte of mogelijkheden heeft om het subsidiebeleid goed vorm te geven of om nieuwe initiatieven te steunen en werkt het verlammend in de uitvoering. 4.6 Effecten van subsidieverstrekking Een totaal overzicht van de effecten van de verstrekte subsidies ontbreekt op dit moment. De controle op de uitvoering van de afgesproken activiteiten is niet optimaal. Daarom kan tevens het totale effect van subsidiering door de gemeente moeilijk achterhaald worden.
19
5.
Oplossingen
Om de bestaande knelpunten op te lossen en het Boxmeerse subsidiebeleid beter bruikbaar, doorzichtiger en efficiënter te maken, is een aantal vernieuwingen gewenst. In dit hoofdstuk wordt de structuur van het nieuwe subsidiebeleid in beeld gebracht. 5.1 Structuur subsidiebeleid In onderstaand schema is de structuur van het nieuwe subsidiebeleid weergegeven. De kaders waarbinnen de raad en het college volgens het nieuwe subsidiebeleid werken zijn in figuur 6 duidelijk zichtbaar.
Figuur 7. Schematische weergave van de structuur van het subsidiebeleid. Kaderstellende rol Raad
Beleidsnota
Subsidieverordening
Doelstellingen
Beleidsregels
Nota subsidiebeleid
Uitvoerende rol college
Uitvoeringsregels
Uitvoeringsnota
Toets raad In dit schema wordt aangegeven bij welke aspecten van het subsidiebeleid de raad een kaderstellende rol heeft, namelijk bij het vaststellen van de subsidieverordening, de beleidsnota’s en de uitwerking van de doelstellingen die in het vervolg als beleidsregels zijn uitgewerkt. Natuurlijk heeft de raad ook nog het budgetrecht en stelt zij de begroting vast. Het college draagt zorg voor de uitvoering van het door de raad vastgestelde subsidiebeleid. Het instrument van het college voor deze uitvoerende taak zijn de uitvoeringsregels, de budgetovereenkomsten, raamovereenkomsten en instandhoudingovereenkomsten. Achteraf kan de gemeenteraad de uitvoering van het subsidiebeleid door het college toetsen met alle haar ter beschikking staande controle-instrumenten. De scheiding van de taken tussen de raad 20
en het college dienen nader gespecificeerd te worden, dit zal er toe leiden dat er meer flexibiliteit in het subsidiebeleid ontstaat. Op deze manier kan er sneller gereageerd worden op maatschappelijke veranderingen en vernieuwende initiatieven. In figuur 6 zijn de al bestaande documenten en de nog op te stellen documenten weergegeven in een schema. Dit overzicht dient de leidraad te worden voor het toekomstige subsidiebeleid. Hierdoor worden de rollen van de raad en het college duidelijk en wint het subsidiebeleid aan flexibiliteit. 5.2 Vaststellen beleidsregels Het subsidiebeleid is een van de middelen om het gemeentelijk beleid te realiseren en van die mogelijkheid wordt nu niet optimaal gebruik gemaakt. Beleidsregels kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het optimaliseren van het middel subsidiebeleid. Zoals al eerder aangeduid zijn de beleidsregels een concretisering van de nota’s die tussen de nota’s en de uitvoeringsregels instaan. Dit omdat ze toepasbaar zijn op alle vormen van subsidie. De beleidsregels komen direct voort uit de beleidsnota's van de diverse beleidsterreinen en geven aan welke doelen beoogd worden. Wanneer er aanpassingen plaatsvinden in het beleid, zullen ook de beleidsregels worden aangepast. Wanneer er voor een beleidsterrein nog geen beleidsnota is geformuleerd, wordt de huidige praktijk als leidraad gehanteerd. Op korte termijn worden de beleidsregels geformuleerd op basis van de bestaande beleidsnota’s. Op langere termijn zullen de toekomstige beleidsregels aan de hand van de nieuwe beleidsnota’s opgesteld worden. Leidraad hierbij is ook de door de raad uitgesproken wens dat verenigingen er niet op achteruit mogen gaan. Zolang er geen nieuwe beleidsnota op het gebied van sport is, zullen de sportverenigingen huurcompensatie blijven ontvangen. Daarbij zal er bij het opstellen van de beleidsnota’s veel overleg en interactie plaatsvinden met de subsidieaanvragers . Dit zal gefaseerd plaatsvinden in de komende jaren. 5.3 Effecten van toegekende subsidies In de toekomst zal de nieuwe uitvoeringsnota een compleet overzicht bieden van de verstrekte subsidies. Hierin wordt per subsidieterrein weergegeven uit welk beleid de subsidie is voortgekomen, wat de grondslag is, de historie van subsidies op dit terrein en de subsidiebedragen die voor het komende jaar begroot worden. De uitvoeringsnota zal iedere vier jaar worden vastgesteld door het college. Het college heeft de verplichting tot het publiceren van een verslag van de doeltreffendheid en de effecten van subsidie in de praktijk, dit verslag zal in de uitvoeringsnota komen te staan De raad wordt ieder jaar op de hoogte gehouden van de verstrekte budgetsubsidies, dit door middel van de jaarverslagen van de instellingen. Deze jaarverslagen zullen ook deel uitmaken van de uitvoeringsnota. Met behulp van deze uitvoeringsnota is het makkelijker om het overzicht te bewaren van alle verstrekte subsidies en de effecten en te bekijken hoe subsidies bijdragen aan de doelen die de gemeente zichzelf heeft gesteld.
21
5.4 Nieuwe vorm van subsidie In paragraaf 4.4 werd de conclusie getrokken dat er voor sommige subsidieaanvragen geen passende subsidievorm is. Door een nieuwe vorm van subsidie te introduceren, namelijk de incidentele subsidie, kan de gemeente meer dienstverlenend zijn tegenover haar burgers en meer open staan voor vernieuwende initiatieven. De hoogte van een projectsubsidie is afhankelijk van de exploitatie, bij een incidentele subsidie is hier geen sprake van. Deze vorm van subsidie zou dus een uitkomst bieden voor de toekomst. Kenmerken voor deze vorm van subsidie zijn dat het gaat om eenmalige, relatief kleine bedragen en dat er minimale voorwaarden aan verbonden zijn. Het is de bedoeling dat er per jaar een budget voor deze vorm van subsidie geraamd wordt in de begroting. Er zit een maximum aan het bedrag dat per subsidieaanvraag kan worden uitgekeerd. De verdeling van het ter beschikking gestelde budget voor deze vorm van subsidie en het maximum dat hier aan verbonden is dient door middel van nadere regels van het college vastgesteld te worden. Mogelijkheden voor het vaststellen van een verdeling zijn: 1) ‘wie het eerst komt, wie het eerst maalt: bij het toepassen van dit criterium wordt een aanvraag pas als ingekomen beschouwt als deze volledig is; 2) tendersysteem: de aanvragen moeten ook nu voor een bepaald tijdstip worden ingediend. Hierna kan op grond van kwalitatieve criteria een rangorde worden bepaald, deze criteria kunnen dan worden opgenomen in nadere regels. Voorbeelden van kwalitatieve criteria zijn: a. Vernieuwend karakter; b. Slaagkans; c. Financiële onderbouwing 3) pondsgewijze verdeling: het beschikbare budget naar evenredigheid verdelen over alle aanvragen welke tijdig zijn ingediend. De drie genoemde verdelingsmogelijkheden kunnen ook gecombineerd worden. Het schema waarin de verschillende subsidievormen worden weergegeven komt er dan als volgt uit te zien. Met het invoeren van een incidentele subsidie wordt dus een hiaat in het huidige subsidiebeleid gedicht.
Tabel 1. Schematische weergave van de soorten subsidies in de nieuwe situatie
Minimale eisen en directe vaststelling Met eisen en afrekening Overeenkomst
Eenmalig Incidentele subsidie
Structureel Waarderingssubsidie
Projectsubsidie
Budgetsubsidie
Instandhoudingssubsidie
Instandhoudingssubsidie
22
5.5 Subsidieverordening Enkele voorstellen met betrekking tot de nieuw in te voeren subsidieverordening zijn om de structuur in overeenstemming te brengen met de structuur van de Awb. Dit houdt in dat de verschillende rechtsmomenten die de Awb onderscheidt verwerkt zullen worden in de voorgestelde subsidieverordening. De hoofdstukindeling luidt dan als volgt: 1. Algemeen; 2. Subsidieverlening; 3. Subsidievaststelling; 4. Uitbetaling van subsidie; 5. Per boekjaar verstrekte subsidie; 6. Overige bepalingen; 7. Slotbepalingen. Verder worden de te hanteren termijnen aangepast, zoals beschreven in deze nota, waardoor deze nu aansluiten op de praktijksituatie. Tevens wordt de verordening op een aantal punten uitgebreid, zoals de invulling van de weigeringsgronden, de nader op te leggen verplichtingen en de invoering van specifieke eisen met betrekking tot de per boekjaar verstrekte subsidie. Ook is de mogelijkheid tot begrotingsvoorbehoud opgenomen in de subsidieverordening. Dit zal voor de verenigingen leiden tot snellere duidelijkheid, al is het wel onder voorbehoud. De subsidieverordening is een apart stuk, waar bovenstaande zaken gedetailleerd beschreven worden. 5.6 Verbetering werkprocessen Iedere subsidievorm heeft zijn eigen werkproces. Er zijn veel overeenkomsten, maar om het helder te krijgen staan hieronder de werkprocessen per subsidievorm beschreven. 5.6.1 Budgetsubsidies Aan de verlening van budgetsubsidies liggen meerjarige afspraken over producten en taken ten grondslag. Budgetsubsidies worden zowel aan professionele instellingen als aan vrijwilligersorganisaties verleend. De subsidieaanvragen gaan meestal per kalenderjaar. De aanvraag wordt ingediend vóór 1 april voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag van toepassing is. De aanvraag is voorzien van een activiteitenplan en begroting. Binnen vier maanden krijgt de aanvrager een beschikking van het college over de subsidieverlening. Hierin wordt wel een begrotingsvoorbehoud gemaakt. De raad stelt immers in oktober/november de begroting pas vast en kan dan alsnog subsidiebedragen wijzigen. Door het maken van een begrotingsvoorbehoud kunnen organisaties eerder een beschikking krijgen over de subsidieverlening. De organisaties hebben daardoor meer tijd om bijvoorbeeld hun eigen bedrijfsvoering aan te passen en om afspraken te maken. Vaststelling van de subsidie gebeurt achteraf, na toetsing van kengetallen en een rapportage van de activiteiten. Voor 1 april na afloop van het kalenderjaar dient de organisatie een aanvraag voor subsidievaststelling in met een jaarverslag en een financieel verslag. Binnen zes maanden neemt het college hierover een besluit. 5.6.2 Instandhoudingssubsidie Het wettelijk kader voor een instandhoudingssubsidie ligt voor de geprivatiseerde organisaties in de onderliggende overeenkomst of in de notariële akte. Deze overeenkomsten zijn voor een
23
langdurige periode, variërend van 10 tot 30 jaar, aangegaan. De gemeenteraad heeft daar zijn goedkeuring over uitgesproken. 5.6.3 Waarderingssubsidies Een waarderingssubsidie wordt aangevraagd met een speciaal aanvraagformulier in het jaar waarop de subsidie van toepassing is. Deze aanvraagformulieren moeten via het internet beschikbaar worden voor de burger. De uiterste datum voor het indienen van de aanvraag is 1 april. Aanvraagformulieren die te laat binnen komen worden niet in behandeling genomen. Het aanvraagformulier is volledig ingevuld, voorzien van een overzicht van de bestuurssamenstelling, een kort verslag van de activiteiten en eventuele overige bijlagen en is ondertekend door twee bestuursleden. Het college beslist binnen vier maanden op de aanvraag. De waarderingssubsidie wordt direct vastgesteld en uitbetaald. De vraag om een activiteitenverslag bij de aanvraag waarderingssubsidie in te dienen is nieuw. Bijna alle verenigingen/stichtingen maken al een jaarverslag voor hun leden. Deze vraag betekent dus geen extra belasting voor de vrijwilligersorganisatie en het geeft de gemeente meer zicht op wat er in de gemeente allemaal gebeurt. 5.6.4 Projectsubsidies Organisaties met volledige rechtspersoonlijkheid kunnen een aanvraag doen voor een projectsubsidie. De aanvraag kan worden gedaan door middel van een brief met beschrijving van het project (aard en omvang), de doelstellingen en een begroting. De subsidieaanvraag wordt ingediend vóór 1 april in het jaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidie van toepassing is of aanvangt. De raad beslist over de verlening van projectsubsidies. Zij neemt hierover een apart besluit, waarna de subsidie wordt opgenomen in de gemeentebegroting. Een projectsubsidie wordt verleend voor een periode van maximaal vier jaar. Na afloop van het project wordt verantwoording afgelegd door het overleggen van een activiteitenverslag en een financieel verslag. Hierna wordt de subsidie vastgesteld. Indien een projectsubsidie meerdere jaren omvat, dan kan worden vastgelegd dat de organisatie jaarlijks verslag doet van de activiteiten 5.6.5 Incidentele subsidie Organisaties met volledige rechtsbevoegdheid kunnen door middel van een brief een incidentele subsidie aanvragen. De aanvraag bevat een omschrijving van het doel, de aard en omvang van activiteiten en een begroting. De subsidie wordt minimaal drie maanden voordat het evenement of de activiteit plaatsvindt aangevraagd. De aanvraag kan gedurende het gehele jaar worden ingediend. Het college beslist binnen acht weken op de aanvraag. De subsidie kan worden verleend als de aanvraag past binnen de (hoofd)doelen van het gemeentebeleid, als deze financieel nodig is en als het gemeentelijk budget toereikend is. Uitvoeringsregels voor projectsubsidies moeten nog geformuleerd worden. Jaarlijks begroot de gemeente een bedrag voor evenementensubsidies. Dit jaarlijkse bedrag wordt over twee periodes verdeeld, zodat er twee keer per jaar de helft van het totale budget voor incidentele subsidies worden gebruikt voor het honoreren van éénmalige verzoeken. Als er van een periode geld over is, dan kan dat in de volgende periode alsnog worden gebruikt. Per aanvraag wordt maximaal € 3.500, - toegekend. Als de subsidie wordt verleend, dan wordt het bedrag direct vastgesteld en uitbetaald.
24
5.7
Schematische weergave voorstellen
Kort samengevat zijn in de nieuwe situatie de kenmerken van de verschillende subsidies als volgt: Soort subsidie Voor alle subsidies
Kenmerken Termijnen ▪ Alle subsidies moeten passen binnen de hoofddoelen die door de raad worden vastgesteld
Waarderingssubsidie
▪ ▪ ▪ ▪
Budgetsubsidie
▪ ▪ ▪ ▪
Instandhoudingssubsidie
▪ ▪ ▪ ▪
Project-subsidie
▪ ▪ ▪ ▪
Incidentele subsidie
▪ ▪ ▪
Jaarlijks Geen relatie met exploitatie of prestaties Op basis van uitvoeringsregels Directe vaststelling na afloop betreffende jaar Structureel Afspraken over eisen en te bereiken doelstellingen, evt. in een raamovereenkomst Met jaarlijkse verantwoording achteraf Afspraken voor maximaal 4 jaar
Vooral structureel, kan ook eenmalig Voor instandhouding accommodaties (mits basisvoorziening) Verschillend traject voor geprivatiseerde en niet-geprivatiseerde organisaties Gerelateerd aan de exploitatie en het beheer Eenmalig Afspraken over eisen en te bereiken doelstellingen, meetbaar en met helder start- en eindpunt Met verantwoording achteraf Subsidie alleen tijdens looptijd project, maximaal 4 jaar. Eenmalig Geen relatie met exploitatie of prestaties Directe vaststelling
25
▪ Indienen vóór 1 april na het betreffende jaar met het aanvraagformulier ▪ Inclusief gevraagde bijlagen en activiteitenverslag ▪ Beschikking binnen 4 maanden ▪ Indienen vóór 1 april van het voorafgaande jaar ▪ Beschikking tot subsidieverlening met begrotingsvoorbehoud binnen 4 maanden (eenjarig) of 6 maanden (meerjarig) ▪ Na vaststellen begroting subsidieverlening ▪ Na betreffend subsidiejaar voor 1 april verzoek om vaststelling ▪ Beschikking vaststelling binnen 4 maanden. ▪ Conform notariële akte, of betaling in 1 of meer termijnen
▪ Vaststelling na einde project. ▪ Indienen voor 1 april van het voorafgaande jaar
▪ Inclusief begroting ▪ Beschikking binnen 3 maanden
6.
Samenvatting
Zoals hiervoor is aangegeven worden er een aantal veranderingen in het subsidiebeleid voorgesteld. Het huidige subsidiebeleid blijft echter het uitgangspunt, daarin worden aanpassingen gemaakt. Het belangrijkste punt van verandering in het nieuwe subsidiebeleid van de gemeente Boxmeer is dat er een duidelijke scheiding komt tussen de bevoegdheden van de raad en het college. Een ander belangrijk punt is dat het subsidiebeleid beter verankerd wordt in de diverse beleidsterreinen door middel van beleidsregels die direct voortkomen uit de beleidsnota’s. Deze beleidsregels vormen dan ook een belangrijk onderdeel in het nieuwe subsidiebeleid. Er komen vijf documenten die het nieuwe subsidiebeleid vormen: De subsidienota: hierin is de structuur van het subsidiebeleid vastgelegd. Deze wordt eens in de vier jaar opnieuw vastgesteld. De subsidieverordening: dit is het wettelijk voorschrift dat de grondslag bevat op basis waarvan de gemeente de subsidie kan verstrekken. De beleidsnota’s: in de beleidsnota’s van de diverse beleidsterreinen ligt de inhoudelijke grondslag van de doelen die nagestreefd worden met subsidiering. Voor beleidsterreinen waarvoor nu nog geen beleidsnota’s zijn geformuleerd zullen de beleidsnota’s in de komende jaren worden opgesteld. Deze moeten dan door de raad goedgekeurd worden. De beleidsregels: deze beleidsregels komen direct voort uit de beleidsnota's van de diverse beleidsterreinen en geven aan welke doelen beoogd worden. Wanneer er aanpassingen plaatsvinden in het beleid, zullen ook de beleidsregels worden aangepast. De uitvoeringsnota: waarin een overzicht wordt geboden van alle subsidies die de gemeente heeft verstrekt. Ook staat hierin een evaluatie van het effect van de verstrekte subsidies, deze wordt één maal per twee jaar opgesteld door het college van B&W. Met deze veranderingen zal het subsidiebeleid inzichtelijker en bruikbaarder worden. Het geeft de raad alle mogelijkheden om de kaders vast te stellen. Op deze manier wordt het college, dat zorgdraagt voor de uitvoering, door de raad gestuurd.
26
Bijlage 1 Schematische weergave van het tijdspad van budget- project- en waarderingssubsidie Tabel 2. Budget en projectsubsidie voor een jaar jaar jan feb mrt april mei juni juli aug sept -1 Indienen Beschikking aanvraag subsidieverlening met begrotingsvoorbehoud 0 Het betreffende subsidiejaar, uitvoering van de activiteiten +1 Aanvraag Beoordeling en vaststelling beschikking subsidie subsidievaststelling Tabel 3. Budget en projectsubsidie voor meerdere jaren jaar jan feb mrt april mei juni juli aug sept -1 Indienen Beschikking subsidieverlening met aanvraag begrotingsvoorbehoud 0 Het betreffende subsidiejaar, uitvoering van de activiteiten +1 Aanvraag Beoordeling en vaststelling beschikking subsidie subsidievaststelling +2 Aanvraag Beoordeling en vaststelling beschikking subsidie subsidievaststelling +3 Aanvraag Beoordeling en vaststelling beschikking subsidie subsidievaststelling +4 Aanvraag Beoordeling en vaststelling beschikking subsidie subsidievaststelling Tabel 4. Waarderingssubsidie jaar jan feb mrt april mei juni 0 Uitvoeren activiteiten +1 Indienen aanvraag subsidievaststelling
27
juli
aug
okt nov Begroting raad
dec
okt nov Begroting raad
dec
sept
okt
nov
dec
Relatie beleidnota’s en het subsidiebeleid Inhoud (beleidsnota) kunst & cultuur
Inhoud (beleidsnota) sport
Inhoud (beleidsnota) jeugd & onderwijs
Inhoud (beleidsnota) natuur & milieu
beleidsregels
beleidsregels
beleidsregels
beleidsregels
Subsidienota Subsidieverordening _________________________________ Beleidsregels
Budgetsubidie. Instandhoudingssubsidie. Waarderingssubsidie. Projectsubsidie . Incidentele subsidie
Inhoud (beleidsnota) recreatie & toerisme
Inhoud (beleidsnota) samenlevingsopbouw
Inhoud (beleidsnota) zorg
Inhoud (beleidsnota) economie
beleidsregels
beleidsregels
beleidsregels
beleidsregels
= inhoud
= instrument