De koningssteden van Marokko Het begon al met een hectische avond voorafgaande aan het vertrek en het werd een korte nacht. Om half zeven ’s morgens stonden we al bij de bus, daarna de trein in en een uur daarna hadden we de koffers afgegeten en genoten we van een ontbijtje bij Mc Donalds. We moesten naar G 12. Nu hebben we al heel wat gereisd maar daar waren we nog nooit terecht gekomen. We moesten in een bus stappen en vanaf het platform de trap op het vliegtuig in. Je waaide uit je hemd. Bij de gate hadden ze blijkbaar allerlei problemen of het waren beginnelingen maar het vliegtuig vertrok met meer dan een half uur vertraging. Het was maar voor twee derde gevuld dus we hadden drie stoelen met zijn tweeën. Na bijna drie en een half uur vlogen we het luchtruim van Marokko binnen en landden in Casablanca. Het was daar 25 graden en een uur vroeger. Na een praatje van onze gids reed de bus naar het hotel, Transatlantique. Edith Piaf heeft daar nog gelogeerd. Buiten ziet het er deels nogal armoedig uit maar binnen kwam de koloniale stijl mooi tot zijn recht. Een echte oude lift stond tot onze beschikking en bij de ingang werden we verwelkomd door prachtige bronzen beelden.
Heeft Casablanca hier zijn naam aan te danken?
Bij binnenkomst word je zo verwelkomd
De lift
Dit deel van het hotel ziet er armoedig uit
Echt oosterse kruip door/sluip door gangetjes
Op de kamer aangekomen we erachter dat de koffer van Lucia door het luchthaven personeel vakkundig gesloopt was maar gelukkig is hij nog wel te gebruiken voor deze vakantie. Mijn koffer ging niet open; hadden ze geprobeerd in te breken in de koffer????? Ineens zagen we dat het niet onze koffer was. In ons reisgezelschap is nog iemand aanwezig met precies dezelfde koffer. Die andere mensen waren er ook al achter dat er iets niet klopte dus in no time hadden we onze eigen koffer terug.
We waren al gewaarschuwd geen paspoort mee te nemen en niet met een tas te lopen. Je liep dan kans die kwijt te raken aan een of andere crimineel. Het donkerde al enigszins toen we de stad in liepen. Bij een van de cafés zat een stel uit de bus. Wij sloten aan om koffie te drinken. Toen ik rondkeek, zag ik dat onze vrouwen de enige twee vrouwen waren. Later bij he rondlopen zagen we hetzelfde beeld, alleen mannen. Tegenover me was in de muur een waterspuwer ingebouwd; jammer dat hij het niet deed. Na een poos rondgedwaald te hebben in het centrum van Casablanca, keerden we terug naar het hotel om te dineren. Casablanca is een drukke stad en het lijkt erop dat in het verkeer het recht van de sterkste heerst maar de auto’s stoppen overal netjes voor de voetgangers. Het is er erg modern maar er zijn wel heel veel verwaarloosde gebouwen. Jammer want in goede staat zouden ze er prachtig uit zien.
Een van de vele schoenpoetsers doet zijn werk in Casablanca bij nacht
Waterspuwer
Fontein met mooie gestileerde dolfijnen
Morgen is het weer vroeg dag, maar eerst de airco repareren en dan warm laten blazen want je bevriest in de kamer. Vandaag om 7 uur op, dat viel mee. Lucia ging douchen maar het water bleef in het bad staan. Ik zei dat ze aan die knop moest draaien maar die hield ze even later los in haar hand en het bad bleef nog steeds vol. Uiteindelijk heb ik de stop maar met de hand eruit getrokken en toen liep het water wel weg. Toen was ik aan de beurt. De douchekop kwam halverwege mijn rug en ik had dus meteen mijn ochtendgymnastiek al gehad. Na het ontbijt vertrok de bus om ons naar een grote moskee in Casablanca te brengen. Deze is deels in zee gebouwd. Er wordt gezegd wegens plaatsgebrek maar de initiator, de inmiddels overleden koning Hassan II, was gegrepen door een vers uit de Koran: De troon van God staat op de zee. Misschien is het een uit het ander voortgekomen. Er hebben 2.500 arbeiders aan gewerkt en 10.000 ambachtslieden en kunstenaars. Het gebouw is ontworpen door een Franse architect en de bouw duurde 1986 tot 1993. Er is veel marmer gebruikt dat uit Agadir gehaald werd maar ook hout, brons, koper en onyx. Onder de moskee zijn toiletgebouwen en badhuizen. De vierkante minaret is 200 meter hoog en straalt ’s avonds groen laserlicht uit opdat de gelovigen weten naar welke kant ze moeten bidden. Dat licht is op 24 km afstand nog te zien. Het licht is groen en dat heeft wel een reden. Er gaan verschillende verhalen over. Groen is voor de islam de kleur van de palmbomen, de kleur van de vrede. Verder wordt gezegd dat het de
kleur van de hemel is maar ook dat als je in de woestijn loopt en je ziet groen dan weet je waar de hemel is.
De moskee zoals je hem bij aankomst ziet
Overal zie je deze zuiltjes
De toiletten onder de moskee
Hier zie je de mensen wassen na het toiletbezoek
Een gebedsoptocht bij de moskee
Hier de kop van de optocht
Het is wel typisch 20e eeuwse architectuur. Binnen worden sculpturen en ornamenten veelvuldig herhaald. De koning komt hier twee keer per jaar naar toe om te bidden; op de zesde dag van de ramadan en op de geboortedag van Mohamed. Dit laatste schijnt volgende week dinsdag , 15 januari, het geval te zijn. Vandaag komt hij ook maar om te bidden voor regen. Naar deze boog kijk je richting Mekka
Dit houten plafond kan openschuiven bij mooi weer
Gescheiden bidden op het plein, vrouwen links
Mannen rechts
Aan de overkant zagen we de beroemde boulevard La Corniche al. We reden door de “ville nouvelle” nog in koloniale stijl door de Fransen gebouwd. Onderweg zagen we nog een auto van een autorijschool met twee sturen. Casablanca was oorspronkelijk een Berberstad die in de 10e eeuw nog niet was geïslamiseerd; dat gebeurde in de 11e eeuw. In de 14e eeuw werd de Berberstad door de Portugezen verwoest. Pas in de 17e eeuw werd het pas weer echt herbouwd. Tegen de 20e eeuw begonnen de Fransen “la ville nouvelle” te bouwen naast de oude medina. Medina betekent eigenlijk stad, maar hier wordt vaak de oude stad mee bedoeld. Rond 1920 kwam art deco in zwang, maar hier zie je toch wel veel Arabische/Marokkaanse invloeden in de art deco. Waar ze het hier echte art deco vinden, zie ik vaak maar flarden daarvan terug. De rechtbank heeft nog de meeste karakteristieken van art deco.
De rechtbank
De naam Casablanca is eigenlijk pas ontstaan in de tijd dat de handel met de Spanjaarden op gang kwam. Tijdens de Franse overheersing is de hoofdstad Fes verplaatst naar Rabat. De Fransen wilden daar een haven bouwen. Dat lukte echter niet en toen werd een geslaagde poging gedaan in Casablanca dat nog steeds een bloeiende handelsstad is met drie en een half miljoen inwoners. Op de foto met toeristen
Niet lang daarna bezochten we een katholieke kerk, gebouwd in de jaren 20 van de vorige eeuw. Aan de buitenkant is het niet bijzonder en de akoestiek binnen houdt ook niet over. Het is alleen een recht middenschip, niet in de karakteristiek kruisvorm van de plattegrond van een katholieke kerk. Heel mooi is wel het glas in cement werk. Ze hebben als het ware schilderijen gemaakt van brokken glas in cement die spelen met het licht van buiten en dat op karakteristiek wijze binnen de kerk tot uiting komt.
Toen we bij de boulevard La Corniche kwamen, zag je nog de verwoestingen die de storm van twee dagen geleden had aangericht met golven van wel 13 meter hoog. De mensen komen hier na werktijd hun ontspanning zoeken. Ook is het de plek waar jonge mensen op zoek gaan naar een rijke partner.
La Corniche
De parasol ligt nog om na de storm
In Rabat reden we langs een enorm grote begraafplaats. Volgens de islam mogen de doden niet gecremeerd worden, dus worden ze allemaal begraven.
De enorme begraafplaats
Even later waren we bij een kasteel dat gebouwd is door een bepaalde stam die heel lang geheerst heeft. Kenmerkend voor die dynastie zijn de hoefijzervormige poort- en vensterbogen. Daarboven zie je Sint Jacobsschelpen die het Christendom symboliseren. Deze zijn aangebracht omdat ze zoveel mogelijk invloeden uit hun immens grote rijk terug wilden laten komen in hun architectuur. Het kasteel is later ook nog een piratennest en een legerkazerne geweest.
Niet iedereen woont in een mooi huis
De hoefijzervormige poort
Links- en rechtsboven de sint Jacobsschelpen
De oude kanonnen
Een oud waterrad
Vervolgens dwaalden we door de wit-blauwe medina van Rabat met de kleine smalle straatjes die verrassende wendingen namen. Het was geweldig. Het wit-blauw is ontstaan doordat de mensen die daar kwamen wonen hun bouwwijze en kleuren meenamen van het Middellandse Zee gebied waar ze vandaan kwamen.
De straatjes lopen alle kanten op
Wit en blauw
Het komt overal terug
Na de medina reden we door de ville nouvelle met de typisch Franse bouwstijl: winkelgalerijen beneden en daarboven de woningen. We reden naar het koninklijk paleis van Mohamed VI. Het stamt uit de 18e eeuw en is gesticht door de oppas van de koning. Het is overgegaan van koning op koning. Een aantal van daken van de gebouwen is in piramide vorm gebouwd . Er is een verscheidenheid aan wachters aanwezig. De verschillen zijn heel ingewikkeld maar die in het rode uniform en de blauwe pet zijn de paleiswachten. De belangrijkheid van de politiefunctionarissen schijn je te kunnen aflezen aan de grootte van hun snor. Een verkeersagent doet alleen verkeer en geen voetgangers; daar heb je ook aparte agenten voor. Het koninklijk paleis
In hetzelfde gebied bevinden zich ook de werkplekken en woningen van de functionarissen. Wil je niet voor de koning werken dan verdwijn je daar; je mag er dan niet meer wonen.
De niet afgemaakte moskee
Na het paleis bezochten we de niet afgebouwde moskee en de necropool (familiebegraafplaats) die in 10 jaar bebouwd werd ( 1961-1971). In het midden van de 12e eeuw wilde Jacob de overwinnar de grootste moskee bouwen. Aan de bouw werd begonnen en ook de minaret stond er al voor een deel, toen hij stierf. Er is nooit verder aan gebouwd.
Naast dit gebied heeft indertijd Hassan II de bouw van een necropool geïnitieerd omdat die er nog niet was. In het mausoleum ligt o.a. Mohamed V. Het geheel is gebouwd van geïmporteerd Italiaans marmer, ook de sarcofaag. Om de sarcofaag is ook Aziatisch onyx gebruikt. Het plafond is gemaakt van acaciahout ingelegd met bladgoud. Als je buiten staat en je kijkt naar beneden is het net of het mausoleum op het water is gebouwd. Het is echter Aziatisch onyx dat zo geslepen en gepoetst is dat het erg spiegelt. ’s Avonds is dat niet te zien.
In het midden de sarcofaag met Mohamed V
Het acacia houten plafond ingelegd met bladgoud
Toen naar het hotel waar we gezellig gedineerd hebben. Morgen weer om half zeven op. We zijn op weg naar Fès, de spirituele en culturele hoofdstad van het land. We rijden langs Sale waar vroeger de mensen betaald werden met zout. Het woord voor zout is sale. Hier komt dus het woord salaris vandaan. Het was ook de stad waar de Salenese zeerovers huisden maar wat nu een slaapstad is. In deze stad die ook nog in handen is geweest van de Romeinen was de piraterij gelegaliseerd. Er waren zelfs nog Nederlanders bij betrokken: Jan Jansen in dienst bij Barbarossa, ook een Nederlander. Langs de weg zoeven we de vele kurkeiken voorbij en spotten we ook nog wat mimosa. Wij passeren een groep johannesbomen. De Arabische naam van deze boom is caroub en dat lijkt op karaat. Het vruchtje daarvan schijnt precies 0,2 gram te zijn. Omdat het makkelijk vergelijken was met goud gebruikten ze het vruchtje als maatstaf. Vandaar de naam karaat bij de waardebepaling van goud.
Maar eerst op naar Meknès, eens de hoofdstad en een van de koningssteden. We rijden door de donderdagpoort genoemd naar de dag waarop de verse producten in de stad werden aangevoerd. In de muren zie je gaten. Omdat de muren van leem waren, moesten ze heel vaak gerestaureerd worden. Voor dat werk werden de gaten gebruikt. Natuurlijk waren ze ook een toevluchtsoord voor vele vogels. De Donderdagpoort
Meknès is één van de oudste steden, in de 9e eeuw gesticht door de Berbers. Zij kwamen daar vanwege de aanwezigheid van vruchtbare grond en water. Tijdens de rit zien we de sinaasappelbomen langs de weg staan, vol met vruchten en gingen door een poort in de muur die wel 6 meter dik was. De 6m dikke toegangspoort
Dit alles is afkomstig uit de 17e eeuw. Koning Moulay Ismail heerste toen. Hij heeft veel gedaan om erkenning te krijgen wat voor hem moeilijk was omdat hij een donker gekleurde man was. Die werden in die tijd veel gebruikt als slaven. Hij was geen Berber maar een Alouïet en dat maakte het nog gecompliceerder. Om de Berbers voor zich te winnen trouwde hij met alle stammen en het gevolg was dat hij 500 vrouwen had en later 1200 kinderen. Hij stelde de Zwarte Garde aan, 3000 donkere professionele soldaten die voor de veiligheid zorgden. Verder liet hij wel drie muren optrekken.
De verhoudingen in de graanschuur zijn goed te zien
Stallen
Hij had ook graanschuren laten bouwen waarin voor 20 jaar graan kon worden opgeslagen. Naast de graanschuren lagen de paardenstallen. Deze stallen herbergden drie soorten paarden: de vurige Arabische volbloed maar fragiel, de rustige en sterke Berber volbloed en een kruising tussen die twee met de voordelen van beide rassen.
Verder waren er ook lange aquaducten aangelegd voor de watervoorziening waarvan er één geheim was; daar kon niet gemakkelijk mee geknoeid worden. Het water werd aangevoerd vanuit het Atlasgebergte. Buitengaats lag de Spaanse Armada op de loer en dus zocht de koning ook nog bondgenootschappen met Engeland, Frankrijk en de Republiek Nederland. Michiel de Ruyter is hier nog geweest voor besprekingen. De koning vroeg zelfs nog de dochter van Lodewijk XIV ten huwelijk maar Lodewijk zag dit niet zo zitten voor zijn dochter als vrouw 501. Hij loste dit netjes op door te zeggen dat hij toestemming gaf als Moulay Ismail zich tot het christendom bekeerde.
De Franse Zonnekoning gaf Moulay Ismail nog twee mooie grote staande klokken cadeau die nu nog in het mausoleum staan en als twee schildwachten aan weerszijden van de kist van de koning staan opgesteld.
De twee staande klokken. Eén vrouw is hier ook begraven
Tijdens zijn regering is het een heel veilige tijd geweest maar toen hij stierf, had hij 500 troonopvolgers en was het lang onrustig. Om die onrust te voorkomen is tegenwoordig vastgelegd dat er maar één kind troonopvolger kan zijn. Meknès werd verwoest door de grote aardbeving van Portugal in 1755. Een flinke tsunami zorgde voor de finishing touch. Er waren honderdduizenden doden. We gingen op weg naar de moskee en het mausoleum waar Moulay Ismail is bijgezet.
Langs de Overwinningspoort die de toegangspoort was tot het paleis, liepen we over het grote marktplein van het historische centrum. De Overwinningspoort
Het grote marktplein waar straatartiesten optraden
Daar traden vroeger de straatartiesten op. Vanaf het plein liepen we door de straatjes van de markt en eindigden in het restaurant waar die dag geluncht zou worden. Het was een prachtige wandeling.
De ingang van het mausoleum
De zonnewijzer op de binnenplaats loopt een half uur achter
Een impressie van de markt.
Dadels, vijgen en andere etenswaren
Kleine oven
Een van de grotere winkels
Kruiden
Matrassen stikken
Heel veel lekkernijen uitgestald
Nougat hakken
Hier is iets uitgeperst
Geschriften en mozaïeken
Prachtige kleding en mooie stoffen
Het begin van de souk op het plein
De kleding heeft geen bijzonder betekenis. Je ziet vaak mensen zomaar op straat zitten. Het is geen bedelaar.
´s Middags bezochten we de ruïnes van de oude Romeinse stad Volubilis waar je uitkeek op het eerste Arabische dorp ooit daar gebouwd. Uit de verte leek het net een slapende dromedaris. In dit atrium kon je zo met de zon meedraaien
De oude Romeinse stad Volubilis
Prachtige mozaïeken
Het dorp lijkt zo net op een slapende dromedaris
Goed bewaard
Ik kon hem weer zien!
Rare jongens, die Romeinen
De bus vertrekt op tijd en rijdt eerst langs het koninklijk paleis dat vanaf de 14e eeuw onafgebroken in gebruik is geweest door alle dynastieën. De wachter op de achtergrond wilde niet gefotografeerd worden.
We gaan vandaag naar Fès el-Bali, met zijn oppervlakte van 3 km2 de grootste medina ter wereld. Het is wereld erfgoed, maar overal zie je stutten om te zorgen dat de boel niet instort, zo vervallen is het al.
Fès el-Bali
Op heel veel plekken zie soortgelijke stutten
Het oude Fès werd al in 808 gebouwd. We zien daar ook de sierpoort, de Bab Boujloud, in 1913 gebouwd naar Moors voorbeeld. Aan de buitenkant is hij blauw en aan de binnenkant groen. Blauw is de kleur van de hoop en er wordt een welkom mee uitgedrukt en groen is de kleur van de vrede en bij het vertrek betekent het een afscheidsgroet.
Zo kom je binnen met de blauwe kleur
Zo ga je er weer uit met de groene kleur
De medina bestaat uit zo’n 9250 smalle straatjes waar je makkelijk kunt verdwalen en waar men met beladen karren loopt die net tussen de vervallen huizen passen. Ook zie je daar zwaar beladen ezels en
paarden zich een weg banen door de nauwe doorgangen en die je bij het passeren tegen de muur aan drukken.
Hij kan er net door
Maar hier mocht ik niet komen
Er wordt gezegd dat de medina meer dan 50 nijverheidsgroepen herbergt. Als je hier door de souk loopt, is het een drukte van belang. Het stikt er werkelijk van de winkeltjes. Je vraagt je af waar ze van moeten bestaan. Kippen lopen achter in de winkeltjes rond en worden geslacht en geplukt waar je bij staat. Veel mensen willen niet gefotografeerd worden, sommigen ook niet voor geld.
Hier nog 2 naast elkaar
Hier alleen
Zelfs karavanen lopen door de souk
Met een flinke pas klimmen en dalen we door de smalle straatjes met veelsoortige en veelkleurige winkeltjes. We belanden bij een deel waar koperslagers aan het werk zijn en na een aantal steile trappen te hebben beklommen kwamen we bij de leerlooierij (waar ze ons natuurlijk ook lederwaren probeerden te verkopen, niet duur overigens). Deze leerlooierij bestaat al sinds de 9e eeuw en is een van de oudste bedrijven op dit gebied. Hij was eerst nog op een andere plek gehuisvest maar vanwege de stank en andere ongezonde dingen werd de boel verplaatst naar een plek die minder overlast veroorzaakte. Alle wordt met de hand gedaan, ook het verven van het leer.
Kippen worden op verzoek geslacht
Slagerij. De kamelenkop is de ”gaper”
De leerlooierij
Alles gebeurt met de hand
Het verven
We bezochten nog een oude ambachtelijke bakkerij met een bakoven voor 500 broden. De over is hout gestookt. De bakkerij was een van de 5 elementen van de medina. Elke medina herbergt 5 elementen: 1. Moskee 2. Koranschool 3. Hammam 4. Bron 5. Bakkerij De bakkerij was een centrale plaats omdat iedereen daar kwam om zijn brood te laten bakken of om brood te kopen. De bakker wist alles van iedereen omdat iedereen daar zijn of haar hart kwam luchten. De hammam was ook een centrale plaats. Iedereen gaat baden. Als de mannen klaar zijn, gaan ze weg naar het café. De vrouwen blijven om onder elkaar bij te kletsen en/of te roddelen. Vrouwen mogen wel in het café, dat is niet verboden maar het is gewoon traditie om dat niet te doen. Voordat we bij de bakker waren, bezochten we nog de Karaouïne universiteit, Al Qaraouiyine. Deze is in de 9e eeuw gesticht door een vrouw. De moskee/universiteit schijnt 44 ingangen te hebben maar bovenal is het al bijzonder voor die tijd dat een vrouw de oprichter is en dat het de eerste universiteit van Marokko is.
De Al Qaraouiyine universiteit
De beroemde mozaïek fontein in het centrum
Vlakbij de universiteit is nog een moskee met aan het pleintje ervoor een van de mooiste fonteinen waar men het reinigingsritueel uitvoerde voor het betreden van de moskee. Het is jammer dat de fontein van Nejjarini het niet deed want dan waren de prachtige tegelmozaïeken veel beter tot hun recht gekomen. Na door vele straatjes in de souk gedwaald te hebben liepen we door een straat met allemaal “bruidsmeubelen”. Na de ceremonie wordt de bruid hier doorheen gedragen.
Deze meubelen worden ter plekke gemaakt
Het mausoleum van koning Moulay Idris III in restauratie
Op gegeven moment liepen we door een steegje waar zich een onooglijke poort bevond. Het bleek dat dit het mausoleum was van koning Moulay Idris III. Hij was een van de mede oprichters van Fès die het verder heeft uitgebouwd Ergens in de oude medina staat de Madrassa Bouanania moskee. Vroeger was dit een hogeschool, geschonken door koning Abou Inan van de Almeriden dynastie, dezelfde dynastie waar ik eerder over sprak die boven de hoefijzervormige poort St. Jacobsschelpen liet aanbrengen. Het schijnt wel een beetje een vreemd figuur geweest te zijn met aparte ideeën. Waar de school nu staat was een plek waar vuilnis verbrand werd. Hij liet die plek schoonmaken en liet een architect een ontwerp maken. Die zei op gegeven moment dat het niet haalbaar was omdat het te duur was waarop de koning zei: “Schoonheid kent geen prijs”. De koning is later door zijn bodyguard vermoord. De school werd gebouwd van 1350-1356. Het is een prachtig gebouw met hout, marmer en stucwerk. Dat stucwerk werd op een aparte manier uitgevoerd. Men gebruikte daarvoor marmerstof, gips en eiwit. Zolang de emulsie bewerkt werd, werd het natgehouden. Zodra het droog was, werd het keihard en niet meer te bewerken. De Madrassa Bouanania moskee
Als je daar mocht komen, moest je 12 jaar studeren en je had daar da een kamer. Beneden at en studeerde je en in een van de hoeken waren houten treden die naar het bed onder het plafond leidden. Ook de docenten waren daar gehuisvest, maar dan iets comfortabeler. Een van de docenten was Al Kawarizmi, een wiskundige. Wiskunde was in die tijd alleen iets voor zeer slimme mensen terwijl wiskunde toch heel erg in het alledaagse leven vervlochten is.
Stratenmakers gebruiken gewoon de stelling van Pythagoras. Het vierkant dat je vormt van de schuine zijde van een rechthoekige driehoek bevat net zoveel stenen als van de vierkanten aan de rechthoekzijden samen. Maar goed, dit terzijde.
Al Kawarizmi wilde de wiskunde vereenvoudigen zodat het voor iedereen begrijpelijk zou worden. Hij verzamelde de knapste wiskundigen uit alle windstreken en door andere getallen te gebruiken, 1 t.e.m. 9 uit India en daar de Arabische nul aan toe te voegen, werd wiskunde begrijpelijk gemaakt. Zo ontstond de algebra. De vertaling van algebra is samenvatting, hoe toepasselijk. En vergelijk de term ook nog eens met de naam Al Kawarizmi! Daarna mochten de liefhebbers nog even langs de koperslager en de pottenbakkerij en keramiek werkplaats. Bij de koperslagerij liet men het verschil in geluid tussen messing en brons horen. Nu weet ik waarom klokken van brons zijn gemaakt. De pottenbakker drijft de draaischijf nog met zijn voeten aan en ook de draaitafel voor het beschilderen van het aardewerk is handwerk. De ovens waren indrukwekkend groot.
De schijf wordt met de voet bediend
De enorme oven
Beschilderen op een door de hand aangedreven schijf
Het was wel heel bijzonder om te zien dat de stukjes tegel voor de prachtige mozaïeken met een grote hamer heel efficiënt uit de tegels gemaakt werden. Veelvormige stukjes , kleiner dan mijn pinknagel, pasten perfect in elkaar.
Op de tegel tekenen en met een grote hamer precies op maat slaan
Brons bewerking
Een koperen ketel wordt in vorm geslagen
Materiaal wordt uitgemeten
Rollen koper en messing op voorraad
Hieronder zie je een weefgetouw. Met de voeten slaat hij de draden aan en als hij aan het touw trekt, gaat de schietspoel naar de andere kant.vAls hij aan het andere touw trekt, gat de schietspoel weer terug.
Een allegaartje van koperwerk
Weefgetouw
Schietspoel
Het was weer een enerverende dag. Morgen weer om 6 uur op. Het is alweer maandag, de vakantie schiet al op. Vandaag vertrekken we naar Beni Mellal. De eerste stop was in Michlifen, een skioord op 1653 meter door de Fransen nog geïnitieerd. Vroeger liepen daar leeuwen rond maar die vind je nu alleen nog maar in de dierentuin. Een standbeeld in het plantsoen getuigt nog van de leeuwenperiode. Wel leven er in het wild nog o.a. zes soorten antilopen, hyena’s, makaken en lynxen.
Het was een imposante rit naar de volgende stop in Azrou en daarna naar Beni Mellal. Ruige onherbergzame streken wisselden zich af met olijfboomgaarden, sinaasappelbomen, kersenboomgaarden en vele andere soorten.
Verder zag je overal langs de weg kleine schaapskuddes, groepen met geiten in de wilde natuur soms begeleid door herders met honden. Verder in de dorpen en gehuchten pakezels, pakpaarden, muilezels en paardenkarren. We maakten nog een korte stop bij een stuwmeer met een prachtig uitzicht over het landschap. Twee ooievaars hadden zich genesteld op het dak van een minaret. Marokkaanse minaretten zijn vierkant in tegenstelling tot de ronde Arabische. Een klein stukje verder trok ineens een veld vol met ooievaars aan ons oog voorbij en daarnaast een stuk land besprenkeld met ibissen. Het zag er uit alsof het zo uit een reisfolder getrokken was.
Stuwmeer voor drinkwater en elektriciteit in het Atlasgebergte
Mensen steken de rivier over op stenen, er is geen brug
Als je hier ronddwaalt, kun je toch wel voorstellen dat 28% van de bevolking onder de 10 jaar nog analfabeet is hoewel er overal wel scholen zijn. De chauffeur bracht ons naar het hotel waar we een prachtige grote kamer kregen, een die je behoorlijk kon verwarmen deze keer. Want in dit jaargetijde en op deze hoogte is het hier niet echt warm.
Het prachtig gelegen hotel
Met een brrrrr zwembad
Er gaat hier een verhaal rond over een pelgrim die ooit door het Atlasgebergte trok. Hij kwam aan in een dorp en vroeg of er wat te eten was. Dat hadden ze niet. Toen zei hij dat hij een soepsteen had en als ze dan een ketel water wilden op zetten en iedereen er een groente in zou doen, hij de soepsteen in de ketel zou gooien en dan kon er soep gekookt worden. De een kwam met een wortel, de ander met wat prei, enz. Hij gooide de soepsteen erbij en iedereen genoot van de verse groentesoep. Toen was de ketel leeg. Toen hij weer verder trok, zei hij dat hij als dank de soepsteen achterliet zodat ze de volgende keer weer op dezelfde manier soep konden maken. Vóór het volgende dorp pakte hij een steen op en de geschiedenis herhaalde zich. De moraal is dat als je samenwerkt, je heel wat kunt bereiken en allemaal wat hebt. De volgende dag reden we door het Atlasgebergte. Het Rifgebergte is jonger dan het Atlasgebergte. Het Atlasgebergte dankt zijn naam aan de Griekse mythologie. Atlas moest de wereld op zijn schouders torsen.
Even een stop onderweg
Iedereen gaat even in de zon zitten
Miljoenen jaren geleden bestond de Tethys Oceaan. Deze was genoemd naar de Griekse godin van de zee, Tethys. Zij was de moeder van Achilles. Zij kon de sterfelijkheid van haar kinderen niet verdragen en zij dompelde Achilles onder in de Styx, de onderwereld rivier. Daarbij hield zij de pees in zijn hiel vast met twee vingers waardoor hij onsterfelijk werd. Zij was echter vergeten dat de achillespees niet blootgesteld was aan het water en dat was dan ook zijn achilleshiel. Hij werd in de oorlog om Troje in zijn achilleshiel getroffen en stierf. Uit de Koran lezen, hoort erbij
Het ondiepe westelijke deel van de Tethys Oceaan was de Tethys-zee. Deze was maar één tot anderhalve meter diep. Door de drift van de continenten verdween de oceaan en dus ook de zee en rimpelde de aardkorst waardoor o.a. het Atlasgebergte gevormd werd. Marokko bestond toen niet eens; een deel daarvan bevond zich bij de evenaar. Omdat het Atlasgebergte de bodem van deze ondiepe zee is geweest, zijn er nog steeds heel veel afzettingen en fossielen te vinden hoog in de bergen. Het gebergte bestaat uit kalkzandsteen dat langzaam erodeert. Uiteindelijk zal het gehele gebergte zich weer op zeeniveau bevinden. Op dezelfde wijze zijn de Appalachen in de VS een voortzetting van het Atlasgebergte. In de Atlas vind je douars. Dat zijn kleine gehuchten, kleiner dan een dorp, die je bijna niet ziet omdat ze met plaatselijk materiaal zijn gebouwd en dus dezelfde kleur hebben als de omgeving. Ergens tussen de douars ligt een school. Kinderen moeten soms wel 10 km door de bergen lopen om naar school te gaan. Elke douar heeft een eigen naam en een vertegenwoordiger bij de regering. Er is ook een soort “dorpshoofd”. Douar in de kleur van de omgeving
In het verleden vertrouwden Marokkanen alleen op hun eigen voedsel. Toen de Engelsen thee brachten, voerden ze dit aan hun ezel. De ezel begon er steeds beter en gezonder uit te zien dus moest het wel goed zijn en gingen ze thee gebruiken. Ezels worden al eeuwenlang gebruikt als lastdier om handelswaar naar de markt te brengen. De man ging met zijn ezel op weg. Op een gegeven moment bond hij zijn ezel ergens aan een boom aan de kant van de weg en wachtte rustig op de bus die hem naar de weekmarkt bracht. Als hij terug kwam van de weekmarkt stond zijn ezel trouw op hem te wachten. Als hij naar de weekmarkt geweest was, moest hij een cadeautje voor zijn vrouw meenemen. Als hij dit een keer vergat, kreeg hij geen couscous. Vergat hij het een tweede keer dan kreeg hij geen tajine en als hij het de derde keer vergat, kreeg hij geen kinderen. Tajine is de naam van de pot waarin voedsel bereid wordt. Alles wat je daarin kookt, heet tajine.
Ezels vervoeren al eeuwenlang mensen
En allerlei andere dingen
Het werd een prachtige rit door het gebergte. Ruige stukken met in de verte de besneeuwde toppen wisselden zich af met vlaktes waar landbouw bedreven werd.
De wolken hangen nog laag boven de stad
De besneeuwde topen houden een oogje in het zeil
We kwamen op gegeven moment bij de eerste stuwdam van Marokko die nog is ontworpen door Franse ingenieurs. De stuwdam was bedoeld voor irrigatie, elektriciteit en drinkwater.
Stuwdam
Niet lang daarna bereikten we de waterval van Ouzaoud. Onderweg naar de waterval stond ik een foto te nemen met mijn armen op de leuning. Ineens sprong er iets op mijn armen. Ik schrok me wild want ik wist niet wat er gebeurde. Het bleek een aap te zijn die wegvluchtte voor een hond. Later hebben we nog wat met ze “gespeeld”.
Het moet schoon blijven bij de waterval
Een aap op het hoofd van Lucia
Tajine, een Marokkaans gerecht
Lucia bij de waterval
Hier wordt de tajine bereid
Met een handboor gaten boren in de bewerkte stenen
Voordat we naar ons hotel in Marrakech reden, stopten we nog bij de beroemde tuinen van Majorelle. Jacques Majorelles, een Fransman, begon in 1924 met het inrichten van zijn tuinen en opende ze voor het publiek in 1947. Het zijn de meest mysterieuze tuinen van de 20e eeuw. Het is een uiting van een zeldzame individuele expressie en een mystiek kracht. Dat uit zich ook door het overdadige gebruik van blauw voor monumenten, gebouwen, bloempotten, etc. Daartussen zijn op opvallende wijze ook gele bloempotten gedrapeerd wat er nog iets extra mystieks aan geeft. Je vindt er een overweldigende overvloed aan plantaardige soorten en vormen die de vijf continenten moeten vertegenwoordigen. Later hebben Yves Saint Laurent en Pierre Bergé de tuinen overgenomen en gerestaureerd en aan de naar hun genoemde stichting geschonken om de tuinen voor het nageslacht te bewaren. Het is een wereld erfgoed.
Prachtige cactussen met op de achtergrond het blauw gele gebouw
De indeling is geweldig goed gekozen
Deze cactus is prachtig in het landschap geïntegreerd
De gele bloempotten geven iets mystieks aan het geheel
Gisteravond zijn we buiten het hotel gaan eten met Betty en Niek, een stel van het reisgezelschap. We stapten een restaurantje binnen en bestelden pizza en spaghetti met een drankje erbij voor nog geen €4,p.p. Dat was een meevaller en het smaakte prima. Daarna namen we een taxi naar het beroemde Djemaa-el-Fna plein, midden in de medina en volgens de reisgids het kloppende hart van de stad. En inderdaad, het lijkt wel of iedereen op dit plein rondloopt. Het is een enorm groot plein waar ’s avonds allerlei straatartiesten optreden, muziek, acrobatie, spelletjes, toneel, dansen, noem maar op. We liepen langs een lange rij paardenkoetsjes naar het plein. Het was een drukte van jewelste om alle artiesten heen. Even daar voorbij waren allerlei kraampjes met kruiden, voedsel, drinken. Ze proberen je allerlei mogelijke wijzen hun tent in te praten. Omdat ik een zin Arabisch kon uitbraken (Ma fiche fenous, mijn geld is op. Of het goed gespeld is, weet ik niet zeker), mocht ik gratis eten. De rest moest natuurlijk wel betalen. Maar ja, we hadden geen honger meer dus dat was geen optie. Een groot glas vers geperste jus d’orange was te koop voor nog geen €0,40. Na een poosje rondgeslenterd te hebben en de aankoop van lampjes en nootjes namen we na wat onderhandelen een taxi terug.
Een stalletje op het plein
Borden voor een habbekrats
De Berber markt
Veelkleurige lampen
Leren schoenen en sloffen
Kraampjes met snoep tussen de winkels
Vijgen, dadels, noten, etc.
Een van de koetsjes heeft zijn vracht afgeleverd en gaat terug naar de rij
Op deze schijven staan nummers. Je gooit met een muntje en als hij er op blijft liggen heb je iets gewonnen Een groot glas vers geperste jus d´orange
De rubber ring moet om de fles en dan moet je de fles kunnen optillen. Als dat lukt, mag je hem houden.
De volgende ochtend was het weer vroeg uit de veren en de bus bracht ons naar de medina van Marrakech. De besneeuwde toppen van het Atlasgebergte keken vanuit de verte op de achtergrond mee. Allereerst reden we naar de Koutoubia minaret, het symbool van Marrakech en gemaakt uit zandsteen. De drie ballen op de top waren vroeger van goud maar zijn nu van brons. De galg is bedoeld om de witte vlag op vrijdag. Dat betekent dat er een dienst wordt gehouden. Via de Bab Agazou, de poort van het schaap zonder hoornen liepen we de kasbah binnen. Deze poort is nog gebruikt in de film van “De mummie”.
De poort van `De Mummie` Koutoubia minaret
We betraden de Saadische graven waar drie mausoleums zijn te vinden. Het mausoleum van de koning is het mooiste van de drie. Daarnaast is het mausoleum van de kinderen en een stukje verderop vind je het mausoleum van de vrouwen. Overal om de mausoleums zie je de graven van het personeel. Het mausoleum
Daarna slenterden we onder aanvoering van een Arabische gids door het labyrint van Marrakech. Met de foto’s neem ik jullie mee op deze tocht door het labyrint.
We dronken koffie in een Marokkaans koffiehuis met uitzicht op een aantal ooievaars die af en aan vlogen.
Ooievaars op het nest
.
Toen de koffieronde voorbij was, begaven we ons naar het Bahiapaleis met zijn Arabo Moresk (Moresk = Moors) architectuur. Kenmerkend voor deze architectuur is dat het paleis niet mooi van buiten is maar schitterend van binnen.
Verschillende manieren van decoreren komen naar voren. Op de cederhouten plafonds zijn prachtige bloemschilderingen aangebracht. De kracht van de herhaling versterkt de schoonheid van deze kunstuiting.
Je ziet ook geometrische decoraties waarin eenheid in meerderheid naar voren komt, herhaling alom. Het symboliseert dat God één is en dat God overal is. Je ziet rond in het midden dat zich daaromheen herhaalt.
De cirkels worden om de middencirkel heen herhaald
Gipsrand met geschrift, de z.g. kufi kalligrafie
Deze cursieve kalligrafie gaat alleen om de schoonheid. Verder zie je de kufi kalligrafie. Deze kalligrafie is zowel kunst als geschrift. In de gipsrand zie je dat duidelijk naar voren komen met rechte lijnen en rechte hoeken in een goed zichtbaar ritme. De Arabische taal is een taal zonder uitzonderingen in tegenstelling tot vele andere talen die uitzonderingen op regels kennen. Tenslotte zagen we nog de geometrische decoratie waarin ook op briljante wijze tot uiting is gebracht dat God één is en overal. Je ziet in het midden één gekleurde tegel, daaromheen een vierkant van een andere kleur. Dat gaat zo oneindig door. Schitterend!
De vormen tezamen kennen wij in het woord arabesk. Vervolgens liepen we door allerlei gangen en over trappetjes het woongedeelte in, de harem. Harem betekent niets anders dan privé woongedeelte waar alleen het gezin komt en wat intimi. Het is een prachtige ruimte met een Italiaans marmeren fontein in het midden en een schitterend plafond van cederhout, versierd met bloemen. Je kunt je de woonkamer voorstellen met prachtige tapijten, zitkussens en ander meubilair. Om de woonkamer heen zijn de slaapkamers en de werkkamer van de koning gesitueerd. Het paleis ligt al weer achter ons en we zijn op weg naar de kruideniers, gelegen in de Joodse wijk. Daar krijgen we een verhandeling over allemaal kruiden die je ook kunt kopen. Na afloop liepen we door de souk naar de bus die ons naar het hotel bracht om te lunchen.
De lampen zijn zilver gespoten met een spuitbus
Niet alleen gemotoriseerd verkeer
Een kleurrijke kruidenverzameling
Hier worden de randen van het glas geslepen
Na de lunch reden we de besneeuwde toppen van de Atlas tegemoet om in de bergen thee te gaan drinken bij een authentieke Berber familie. Het woord Berber is nog afkomstig van de Romeinen. Voor hen waren het barbaren. Van dat woord is Berber afgeleid.
De ingang van het Berber huis
Dit kind is niet overbeschermd
We dwaalden wat in het huis rond dat drie gezinnen huisvestte, opa en oma en hun twee zoons met hun vrouwen en kinderen. Er werd op authentieke wijze muntthee bereid en uitgeschonken. Daarbij konden we samen het brood breken en indopen in olijfolie en/of honing. Een klein jongetje van nog geen twee jaar oud kwam ons nog vermaken en gaf mij de “high five”. Zelfs hier bij de Berbers in Marokko!
Vers gebakken brood, olijfolie en honing
Een van de ruimtes in huis
Thee zetten
Een prachtige rit door de bergen volgde en om een uur of half zeven werden we afgezet bij het beroemde Djemaa-el-Fna plein. Na wat rondgekeken te hebben en na het nuttigen van een glas vers geperste jus d’orange namen we een taxi naar het hotel waar we een traditionele tajine schotel als diner voorgeschoteld kregen.
De bergrit
Prachtige terrassen aan de oever van de rivier
De besneeuwde toppen gluren tussen de bergen door
Een wankel bruggetje
Sommige mensen van de Kras familie waren echter ‘s middags al naar het plein gegaan. Zij zaten op een terras met uitzicht over het gehele plein en zagen artiesten optreden die er ’s avonds niet waren. Ook waren er minder eettentjes die echter in no time opgezet waren.
Een overzicht van het plein overdag
Een slangenbezweerder met een cobra
De volgende ochtend stapte Lucia onder de douche en deed de kraan aan. De douchekop spatte er af en de gehele badkamer stond meteen vol water. Op de bodem van de badkuip verzamelde zich vies , bruin roestig water boven een laagje zand. Maar goed dat ze het niet heeft gedronken al was dan wel meteen haar ijzerprobleem opgelost. De vakantie zit er zo goed als op. We zitten alweer in het vliegtuig en over een paar uur zijn we thuis in het koude Nederland. Dat zal tegenvallen want het was gisteren overdag 26° en ‘s avonds om 19.00 uur was het nog 18°. Het was een fantastische en kleurrijke week onder leiding van onze encyclopedische gids Yussef.