Broekzaksyllabus
Dit deel moet hier niet blijven zitten. Haal het er uit en gebruik het!
1.
INLEIDING
Na deze bladzijde begint de ‘broekzaksyllabus’. Dat is eigenlijk een samenvatting van heel deze syllabus, maar dan om in je broekzak te steken. Het spreekt voor zich dat je niet op elk moment van de dag in deze syllabus kan snuisteren. Zoek maar eens iets op wanneer je 20 losgeslagen kinderen rond je hebt op het plein/kamp/activiteit. Vandaar dus dit kleine formaat. Je kan het gewoon uit de syllabus halen, dubbel vouwen en dan heb je een mooi boekje. Als je helemaal zeker wil zijn, niet je het best ook even vast. Dat klein formaat boekje kan je dan gebruiken. Want daar dient het voor. Alles wat hierboven staat, staat er om na te lezen en je geheugen op te frissen. Alles wat er na komt, is er om te gebruiken. Wat vind je terug? 1. De hele inhoud van de syllabus, zeer beknopt samengevat. Maar dan echt samengevat, zoals je dat in de grijze kaders op het eind van elk hoofdstuk kon terugvinden. 2. Schrijfpagina’s Hier kan je de dingen opschrijven die je naar volgende weken, jaren, … wil meenemen. Op die manier kan je opbouwen en raak je zeker niets kwijt. a. Leuke spelen. b. Toffe inkledingen / thema’s / … c. TOPmomenten! d. Moeilijke momentjes en wat je er uit leerde. e. Contactgegevens van je medemoni’s. f. Vragen die ik aan iemand moet stellen. g. … Veel plezier er mee!
Tips uit de cursus
Hier vind je nog eens kort samengevat wat er op cursus aan bod kwam.
Spel en Spelen •
Overloop bij het bedenken en uitvoeren van spelen steeds DE MAAFTE! Dit zal je helpen om je spel zo goed mogelijk voor te bereiden zodat er tijdens het spelen zo min mogelijk fout kan lopen: D E M A A F T E
•
•
• •
•
Duidelijke speluitleg Eén spelleider Materiaal Aangepast aan de leeftijd Animatie Fair‐play Terreinafbakening Eind‐ en beginsignaal
Zorg voor voldoende spelbagage: ga spelen opzoeken in boekjes of op internet. Zorg dat je dode momentjes kan opvullen door makkelijk van het ene spel naar het andere over te schakelen. Zorg dat je enkele spelen als parate kennis in je hoofd hebt zitten. Ga de uitdaging aan om zelf spelen te bedenken of te herwerken! Er zijn voldoende methodieken die je hierbij kunnen helpen. o De roos o Analyse van spelelementen o Aangereikte spelelementen o Vertrekken van een bestaand concept o … Denk breed en durf ingaan op impulsen van buitenaf, van de kinderen, het terrein, de tijd, materialen, spelregels… Gebruik die impulsen om je spel beter te maken. Redeneer out of the box! Draag zorg voor een degelijke spelopbouw: o Preventief denken o Spelvoorbereiding o Start o Verloop o Slot o Overgangen Zorg voor een rode draad in je dag‐ of weekprogramma, heb voldoende oog voor afwisseling in de activiteiten en zorg voor vloeiende overgangen tussen de spelen enerzijds en tussen de locaties anderzijds.
Leefwerelden Kleuters: -
Zijn actief en experimenteren voortdurend. Ze zijn volop op zoek: naar hoe hun lichaam werkt, hoe de wereld werkt, … en stellen veel vragen. Hebben veel aandacht en zorg nodig. Hebben veel duidelijkheid en regels nodig, hierdoor leren ze wat goed en fout gedrag is. ‘dat mag niet want de moni zegt dat’ Hebben veel fantasie en gaan snel op impulsen in.
Lagere school kinderen -
Leren hun lichaam steeds beter gebruiken. Zijn actief, soms snel moe maar recupereren snel. Hebben de drang om zichzelf te bewijzen, houden van uitdagingen. Hebben nood aan eigen hobby’s, eigen bezittingen, … Vriendschappen worden belangrijk. Kliekjes ontstaan. Jongens en meisjes groeien uit elkaar en houden van andere dingen. Hebben regels en afspraken nodig. ‘Dat mag niet want dat is valsspelen.’
Tieners -
-
Hun lichaam is volop in de groei en ze zijn zich hier heel bewust van (zeker meisjes). Groeien uit tot een echte persoonlijkheid en vragen hier ruimte en respect voor. Vrienden worden nog belangrijker: o boezemvrienden ontstaan. o Het belang van spelen neemt af ten voordele van samen zijn met vrienden. o Kliekjes nemen nog meer toe. Verliefdheden en koppeltjes zijn normaal. Vragen om argumenten en hechten veel belang aan universele waarden om gedrag aan te toetsen (vb. respect, goed willen doen, …). Groeien uit tot volwassene: behandel ze dan ook als jongvolwassene. Inspraak geven en mee laten beslissen kan, maar jij bent nog steeds de begeleider.
Expressie en Animatie Expressie: • •
Is belangrijke wanneer je voor de groep staat, je speluitleg doet, toneelspeelt, animeert, … We delen op in 4 soorten expressie, maar je gebruikt ze vaak samen: o Verbale expressie: met je stem. o Non verbale expressie: met je lichaam en gelaat. o Manuele expressie: creatieve vrijheid, uitdrukken via materiaal niet per sé om een eindresultaat te behalen (= eerder knutselen). o Muzikale expressie: zang, dans en zelf muziek/ritmes maken.
Animatie: • •
•
is belangrijk om je spel een extra dimensie te geven, om je spel van schwung te voorzien en om je kinderen blijvend te motiveren en enthousiasmeren Belangrijk hierbij: o Een origineel en toegankelijk thema waarin je je gehele spel kan verwerken. o Een vloeiende rode draad. o Oog hebben voor detail (verwerk je materiaal, de ruimte ook in je gekozen thema). o Een volledig uitgewerkt personage (geschiedenis, hobby’s, stem, verkleedkledij, schmink…). o Een volledige uitgewerkte verhaallijn (toneel) o Een bijpassend decor o Heel veel inlevingsvermogen van in het begin tot op het eind We delen op in vier soorten animatie: o Trekkende animatie: de spelleider die motiveert en enthousiasmeert, groepsgericht. o Storende animatie: dit maakt het spel plezant ambetant, een storende, vertragende factor in het spelverloop o Stille animatie: aanmoedigen, tips geven, ondersteunen, individueel gericht o Geen animatie: liever geen optie!
Ik als animator Naar de kinderen toe: •
•
Begeleidershouding: o Toffe peer: speels en humoristisch o Harde noot: heft in handen, duidelijk en consequent o Zoete aardappel: zorgzaam en lieflijk De drie vullen elkaar aan, afhankelijk van de context waar je in zit. Belonen en straffen: Belonen = belangrijker dan straffen. Handig hulpmiddel: pa wist het ‐ Preventie ‐ Aangepast aan leefwereld en gedrag ‐ Waarschuwen ‐ Intentie? ‐ Snel na gedrag ‐ Time out wanneer dat nodig is ‐ Haalbaar en consequent ‐ Even stilstaan ‐ Terug goedmaken
Naar andere animatoren toe: Kritiek = goed. Probeer er voor open te staan en af en toe water bij de wijn te doen. Samenwerken vraagt om toegevingen en een open houding. Open communicatie is belangrijk. Naar pleinleiding toe Afspraken zijn er om een reden. Probeer je er aan te houden en vraag om uitleg wanneer dat nodig is. Kritiek kan je uiten op een beleefde, constructieve manier. Jouw mening telt ook!
Verantwoordelijkheid Preventie Voorkomen is beter dan genezen! Stel jezelf vragen bij het maken van een activiteit; sta stil bij: ‐ Leeftijdsgroep ‐ Lokalen / terrein ‐ Materialen ‐ Programma ‐ … Door op voorhand na te denken, kan je heel wat risico’s uitschakelen. Eerste hulp bij ongevallen Indien er dan toch een ongeval gebeurt, volg dan deze stappen: 1. Veiligheid: van jezelf, slachtoffer, anderen (kinderen en monitoren) 2. Controle bewustzijn en ademhaling: a. Bij bewustzijn: blijven controleren, geruststellen en praten b. Niet bij bewustzijn: ademhaling controleren, luchtweg openen en opvolgen 3. Hulp vragen: verantwoordelijken verwittigen en eventueel hulpdiensten 4. Eerste hulp verlenen: in afwachting van hulpdiensten Kleine kwaaltjes De kans is groter dat je kleinere zaken moet behandelen; Hierboven staan heel wat verzorgingen opgesomd. Waarschuw steeds de hoofdmoni of verantwoordelijke. De kans is groot dat zij verstand hebben van EHBO. De EHBO koffer Het is belangrijk dat deze steeds voldoende aangevuld is. Zo kan er goed gereageerd worden op mogelijke ongevallen.
Waarden Sta even bij jezelf stil waar jij in gelooft en wat jij belangrijk vindt. Moni ben je niet omdat je er een riant loon aan overhoudt of omdat het moet. Nee, moni ben je omdat je het wil en omdat je denkt dat het goed is, maar waarom is het dan net goed? En waarom wil je dat zo graag? Welke waarden vind jij belangrijk voor een animator? Wat moet een animator zijn? van waaruit moet het komen en wat moet een animator uitstralen? Wat vinden ze in jouw werking belangrijk? Welke waarden staan daar voorop? Als moni ben je een beetje een opvoeder voor de kinderen: ze kijken naar je op en leren veel van de dingen die je zegt en doet. Denk dus ook eens na over wat je aan hen wil doorgeven en hoe je dat doet.
Schrijfpagina’s
Vanaf hier moet je het zelf doen. Dit deel van de broekzaksyllabus dient om dingen te onthouden. Neem doorheen de zomer de tijd om wat dingen bij te houden. Zo moet je volgende keer niet van nul vertrekken, maar onthoud je de sterke zaken.
Leuke spelen De leukste spelletjes die ik de voorbije weken speelde:
• • • • • • •
Waarom sloegen ze aan? De minst leuke spelletjes:
• • • • Wat liep er mis?
Toffe inkledingen Schrijf hier de tofste inkledingen of thema’s die je uitwerkte: Waarom waren ze zo leuk?
Topmomenten Welke momenten wil je zeker niet vergeten?
Moeilijke momentjes Wat was je moeilijkste moment tijdens de zomer? Heb je er iets uit geleerd?
Contactgegevens van je vrienden Hier kan je hun GSM nummers opschrijven, zodat je nadien berichtjes kan sturen.
Vragen waar ik mee blijf zitten Welke vragen schieten er nog over na je zomer? Weet je ook aan wie je ze moet stellen?