HANDLEIDING PRAKTIJKVERSLAG HOOFDFASE HBO-RECHTEN - PKVII Inleiding Een belangrijk onderdeel van de opleiding HBO-Rechten is het praktijkverslag (PKV II). Dit verslag is een beschrijving van jouw juridische werkervaring en levert bij een voldoende een stagevrijstelling op. PKV II wordt in het derde studiejaar ingeleverd en afronding is een voorwaarde om te mogen starten met de AOD (afstudeeropdracht). Tweede studiejaar Iedere tweedejaarsstudent dient een afspraak voor een (telefonisch) intakegesprek te maken met de praktijkcoördinator Marian Ooijman (026-3691279 of
[email protected]). Op basis van dit intakegesprek zal je weten of je op basis van jouw werkervaring direct een PKV II kan schrijven en inleveren of dat er een plan gemaakt moeten worden om te zorgen dat je voldoende juridische werkervaring krijgt. In dit plan zou bijvoorbeeld het volgende kunnen worden opgenomen: - de student houdt een portfolio bij waarin de bewijsstukken worden opgenomen die bewijzen dat de student incidenteel juridische werkzaamheden op HBO niveau heeft verricht. Hierbij kan gedacht worden aan incidentele opdrachten bij de werkgever, vrijwilligerswerk, privé gevoerde juridische procedures; - de praktijkcoördinator zal overleggen met de student en zijn/haar werkgever hoe de huidige functie meer juridische werkzaamheden kan gaan omvatten. Dit zal een mogelijkheid zijn voor studenten die al in een juridische omgeving werkzaam zijn. Bewijsstukken kunnen worden opgenomen in het portfolio; - de praktijkcoördinator kan de student ondersteunen bij het vinden van een andere, meer juridische baan; Inleveren Aan het einde van het derde studiejaar zal de praktijkcoördinator het portfolio beoordelen. Indien de bewijsstukken aantonen dat je voldoende juridische praktijkervaring hebt, kan PKV II digitaal ingeleverd worden bij procescoördinator Yvonne Kolkman (
[email protected]). Belangrijk bij het inleveren: > lever bij je PKV II verslag een volledig ingevuld exemplaar in van het aanvraagformulier vrijstelling/competentiebeoordeling (te vinden op Insite of website HBO-Rechten e-learning) > zorg ervoor dat het PKV II uit één bestand bestaat (bijv. Word of PDF) > verwerk in de bestandsnaam van PKV II je naam en studentnummer Je beschikt over voldoende praktijkervaring als je gedurende minimaal 42 dagen juridische werkzaamheden op HBO-niveau hebt verricht. Neem bij twijfel contact op met de praktijkcoördinator. Indien blijkt dat de bewijsstukken onvoldoende praktijkervaring aantonen, zal je – na een gesprek met de praktijkcoördinator – in het vierde studiejaar alsnog in de gelegenheid worden gesteld om bewijsstukken van praktijkervaring te verzamelen. De volgende onderdelen moeten worden opgenomen in PKVII - CV; - Beschrijving van de organisatie waar je de juridische werkzaamheden hebt verricht; - Een zo gedetailleerd mogelijke beschrijving van de werkzaamheden, waarbij je vooral aandacht moet besteden aan het juridische gehalte; - Een tijdverantwoording, zodat duidelijk is dat je deze werkzaamheden gedurende minimaal 42 dagen (42 x 8 uur) hebt verricht, inclusief een akkoord van de werkgever (naam, handtekening en functie); - Formulier opdrachtgever/werkgever advies over door de student beheerste HBO-Rechten competenties (zie bijlage I*) met datum, handtekening, naam en functie van de opdrachtgever; - Voorbeelden, al dan niet geanonimiseerd, van de juridische producten die je hebt opgeleverd.
*Bijlage I is op Insite, Scholar en www.han.nl/elearning/hborechten als Word document beschikbaar.
BIJLAGE I FORMULIER OPDRACHTGEVER/WERKGEVER ADVIES OVER DOOR DE STUDENT BEHEERSTE HBO-RECHTEN COMPETENTIES Student: Studentnummer: Periode waarin de werkzaamheden zijn verricht: Opdrachtgever/werkgever: Datum: Toelichting Om een stagevrijstelling te behalen dient de student via het Praktijkverslag (PKV II) aan te tonen dat hij beschikt over de HBO-Rechten competenties op niveau 2. PKV II is een verslag waarin de student een beschrijving geeft van zijn relevante juridische werkervaring. Wij verzoeken u om de opleiding door middel van dit formulier te adviseren over het niveau waarop de student de HBO-Rechten competenties beheerst, door per stelling op een schaal van 10 aan te geven in welke mate de student daaraan volgens u heeft voldaan. Ruimte voor nadere motivering vindt u onderaan. Voor meer duidelijkheid over het te behalen niveau wordt verwezen naar de toelichting op de HBO-Rechten competenties en op niveau 2 van de opleiding HBO-Rechten, die als bijlagen bij dit formulier zijn gevoegd. Haalt de student bij een bepaalde stelling het vereiste opleidingsniveau niet, dan plaatst u een vinkje bij het rode deel van de schaal (1-5) die u onder de stelling aantreft. Haalt de student het vereiste opleidingsniveau wel, dan plaatst u een vinkje bij het groene deel van de schaal (6-10). Overigens is dit formulier voorzien van invulvelden, waardoor u het desgewenst digitaal kunt invullen. Beroepsproducten 1.
De beroepsproducten die de student bij het PKV II heeft gevoegd om aan te tonen dat de student niveau 2 van de opleiding HBO-Rechten beheerst, zijn (grotendeels) door hemzelf vervaardigd ja, ik vul dit formulier dus verder in nee, ik vul dit formulier niet verder in en neem contact op met de praktijkcoördinator
Stellingen betreffende de HBO-Rechten competenties 2.
De student is in staat om een enigszins gecompliceerd juridische probleem in kaart te brengen bij een praktijksituatie (competentie: juridisch analyseren)
1
3.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
De student is in staat om een rechtsvraag te formuleren naar aanleiding van een door hem in kaart gebracht, enigszins gecompliceerd juridisch probleem (competentie: juridisch analyseren) 1
4.
2
3
4
5
6
7
8
9
10
De student is in staat om relevante informatie te verzamelen uit diverse rechtsbronnen (competenties: juridisch analyseren & onderzoek)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
5. De student is in staat om een rechtsvraag te beantwoorden die hij heeft geformuleerd naar aanleiding van een door hem in kaart gebracht, enigszins gecompliceerd juridisch probleem (competenties: juridisch analyseren & onderzoek)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
6. De student is in staat om juridische theoretische kennis toe te passen in verschillende praktijksituaties (competentie: beslissen) 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
7. De student is in staat om advies te geven over de juridische en/of praktische oplossing(en) voor een door hem in kaart gebracht, enigszins gecompliceerd juridisch probleem (competentie: adviseren)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
8
9
10
8
9
10
8. De student is mondeling taalvaardig (competentie: communicatie)
1
2
3
4
5
6
7
9. De student is schriftelijk taalvaardig (competentie: communicatie)
1
2
3
4
5
6
7
10. De student is in staat om het belang te behartigen van een of meer personen en/of organisaties (competentie: vertegenwoordiging) 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11. De student is in staat om nieuwe juridische dossiers aan te leggen en/of bestaande juridische dossiers te beheren (competentie: dossiermanagement)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
12. De student is in staat om de relevante termijnen met betrekking tot een dossier te bewaken (competentie: dossiermanagement) 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
8
9
10
Stellingen betreffende inter- en intrapersoonlijke vaardigheden 13. De student heeft een representatief voorkomen
1
2
3
4
5
6
7
14. De student heeft gevoel voor de verhoudingen binnen de organisatie, in die zin dat hij op een juiste wijze communiceert met personen binnen de verschillende geledingen van de organisatie
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
15. De student heeft gevoel voor de omgang met personen waarmee de organisatie te maken heeft (cliënten, burgers etc.)
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
16. De student brengt zijn eigen standpunt naar voren, weet zijn standpunt uit te leggen en anderen van zijn standpunt te overtuigen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
17. De student is in staat om te luisteren naar de standpunten van anderen
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
18. De student is stressbestendig bij kritische praktijksituaties
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
5
6
7
8
9
10
19. De student stelt realistische doelen
1
2
3
4
20. De student houdt zich stipt en juist aan afspraken
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
4
5
6
7
8
9
10
6
7
8
9
10
21. De student neemt initiatief
1
2
3
22. De student heeft weinig sturing nodig
1
2
3
4
5
23. De student is in staat om aan de slag te gaan met ontvangen feedback
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
24. De student beschikt over het vermogen om zich aan te passen aan praktijksituaties, waarin dit vereist is
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
25. De student geeft zijn grenzen (werkdruk versus belastbaarheid) aan 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
6
7
8
9
10
6
7
8
9
10
26. Het werktempo van de student is voldoende
1
2
3
4
5
27. De student reflecteert op zijn eigen gedrag
1
2
3
4
5
Toelichting op het advies: Handtekening opdrachtgever/werkgever (inclusief datum, naam en functie): …………………………………………………..
BIJLAGE II Niveau 2 van de opleiding HBO-Rechten
§ 1. Algemeen De opleiding HBO-Rechten van de HAN kent drie niveaus. De student dient de werkzaamheden tijdens de stage te verrichten op niveau 2. Om dit niveau enigszins nader te concretiseren treft u hieronder achtereenvolgens aan: een vereenvoudigde schematische weergave van de niveaus, een nadere toelichting op de niveaus en, ten slotte, een aantal voorbeeldcasus met bijbehorende vragen en antwoorden op niveau 2. § 2. Vereenvoudigde schematische weergave van de niveaus Niveau 1
Niveau 2
Niveau 3
Simpele casus Eenvoudige, oppervlakkige oplossingen
Meer complexe casus Moeilijkere, globale oplossing
Complexe casus Oplossing met nuancering, dwarsverbanden en samenhang tussen diverse onderwerpen. Diepgaand en gedetailleerd
Veel begeleiding en Meer zelfsturing van de student Zelfstandig sturing van de docent
§ 3. Nadere toelichting op de niveaus Niveau 1 Tijdens de propedeuse van de opleiding leert de student de rechtsgebieden Burgerlijk recht, Staats- en bestuursrecht en Straf(proces)recht kennen binnen inleidende onderwijseenheden. De student verkrijgt kennis en inzicht, waardoor hij in staat is een (deel van een) rechtsgebied in grote lijnen te beschrijven. De student maakt opdrachten over eenvoudige juridische casus en verkrijgt regelmatig ondersteuning en bijsturing van de docent. De student leert welke bronnen hij kan gebruiken bij het zoeken naar informatie voor de opdrachten. Niveau 2 In het tweede leerjaar, aan het begin van het derde leerjaar en tijdens enkele minoren (bijvoorbeeld de minor ‘Jeugd en gezin’) komt de student steeds meer in aanraking met de wat meer omvangrijke en gecompliceerde juridische problemen uit de beroepspraktijk die opgelost moeten worden. De zelfstandigheid van de student moet groeien en dat vindt onder meer plaats tijdens de stage en tijdens het maken van de opdrachten. Voorbeelden van die opdrachten zijn de opdrachten in de onderwijseenheid Juridisch argumenteren en in de onderwijseenheid Procedeercollege.
Niveau 3 In enkele minoren zoals ‘Overheid en recht’, ‘Criminologie’, ‘Secretaris strafrecht’, ‘Consument en recht’, de ‘Doorstroomminor OU’ en tijdens de afstudeeropdracht functioneert de student op niveau 3. De eerder opgedane kennis en vaardigheden worden in praktijk gebracht en de student is in staat zelfstandig de juiste keuzes te maken. Er is minder begeleiding bij het volgen van de minoren en de student moet zelfstandig onder andere de onderzoeksopdrachten kunnen afronden en/of de aangeboden stof zich eigen maken. § 4. Voorbeeldencasus op het niveau van de stage (niveau 2) Vermogensrecht Op een zaterdagnacht bevindt Peter zich in Café La Liberté te Amsterdam. De sfeer zit er goed in en Peter drinkt er behoorlijk op los. Op enig moment besluit Peter om het café te verlaten. Bij de garderobe van het café vindt een woordenwisseling plaats tussen Peter en een andere cafébezoeker, waarbij de nodige scheldwoorden worden gebruikt. Rodney, die in dienst is van het café als portier, hoort Peter opgewonden tegen de andere cafébezoeker zeggen: "Moet je klappen!". Daarop grijpt Rodney direct in. Hij pakt Peter bij zijn arm met de bedoeling om hem buiten de deur te zetten. Peter laat dat niet op zich zitten. Hij begint tegen Rodney te schelden en draait zich met een woeste blik om naar Rodney. Daarop geeft Rodney Peter een flinke klap in het gezicht, pakt hij Peter bij zijn hoofd vast en geeft hem opzettelijk ‘een knietje’ tegen zijn gezicht. Peter loopt als gevolg van dit excessieve ingrijpen van Rodney letsel op aan zijn gezicht en aan zijn gebit. Enkele maanden later wordt Rodney door de strafrechter veroordeeld wegens mishandeling van Peter. Peter spreekt vervolgens zowel Rodney als de besloten vennootschap Café La Liberté B.V. aan op grond van onrechtmatige daad. Peter eist vergoeding van de door hem gemaakte medische kosten van € 4.000 (deze werden niet gedekt door zijn verzekering) en smartengeld van € 2.000 (Peter durfde wekenlang niet meer een café binnen te stappen). Vraag 1 Is Rodney aansprakelijk jegens Peter?
Vraag 2 Is Café La Liberté aansprakelijk jegens Peter? Vraag 3 Stel dat Café La Liberté en Rodney aansprakelijk zijn jegens Peter, en Café La Liberté de schade van Peter heeft vergoed. Kan Café la Liberté Rodney erop aanspreken, dat hij de betreffende schade voor zijn rekening neemt? Bestuursrecht Het gemeentebestuur neemt onder meer de volgende beslissingen: 1) 2) 3)
aanvulling van de gemeentelijke marktverordening met een paragraaf over een veemarkt; verlening van een marktvergunning aan de veehandelaar Woltjer Kooier; en toestemming voor Kooier om met zijn vee op gemeentelijke eigendom (de brink) te gaan staan.
Vraag 1 Kwalificeer iedere beslissing en geef aan of ze vatbaar zijn voor beroep bij de bestuursrechter [NB: bij de beantwoording van deze vraag hoeft u niet alle vereisten van artikel 1:3, eerste lid, Awb te doorlopen.] Vervolg casus De interesse voor de veemarkt is ongekend groot en het aantal aanvragen voor een marktvergunning dreigt al snel de beschikbare ruimte op de brink te overtreffen. In de nota ‘Veemarkt Runerwold’ legt het college daarom criteria vast waarlangs de aanvragen zullen worden beoordeeld. Eén van die criteria is de eis dat de aanvrager een ingezetene van de gemeente Runerwold is. Veehandelaar Jelle Leistra is weliswaar geboren en getogen in Runerwold maar is thans woonachtig in het nabijgelegen Runerveen. Hij wil graag een marktvergunning. Vraag 2 Heeft de nota ‘Veemarkt Runerwold’ tot gevolg dat Leistra geen marktvergunning zal kunnen bemachtigen?
Vervolg casus Als de veemarkt is afgelopen, ziet de brink er besmeurd uit! Niet alleen de bezoekers hebben dan het een en ander achtergelaten maar ook de koeien. De gemeente Runerwold wil niet opdraaien voor deze troep. Het college ziet twee mogelijkheden om dit probleem aan te pakken: 1. 2.
het kan een opruimplicht als voorschrift bij de marktvergunning opnemen, het zou een opruimplicht ook als een voorwaarde aan de toestemming tot gebruik van de brink als gemeentelijke eigendom kunnen stellen.
Vraag 3 a. Welke doctrine/leerstuk is hier aan de orde? b. Tot welke uitkomst leidt de toepassing van die doctrine in casu? Strafrecht Tim (21) heeft sinds kort een relatie met Lotte (19). Lotte was de vriendin van zijn beste vriend Maikel, maar de verliefdheid tussen Tim en Lotte was ontembaar en dus hebben de twee tortelduifjes toegegeven aan hun gevoelens voor elkaar. Uiteraard wordt dit door Maikel niet in dank afgenomen. Hij is woest op Tim (en natuurlijk ook op Lotte). Hoe kun je zoiets je beste vriend aandoen? Sinds Maikel achter de relatie is gekomen, heeft hij Tim meerdere malen gedreigd (zowel verbaal als via de e-mail) hem iets aan te doen. En op zijn Facebookpagina heeft Maikel laten weten dat hij Tim niet moet tegen komen (‘Dan kan hij de komende weken alleen maar door een rietje eten’). Tim gaat Maikel dan ook liever uit de weg. Hij weet namelijk dat Maikel agressief kan zijn. Zo is Maikel al een aantal keer betrokken geweest bij vechtpartijen en heeft hij een paar nachten op het politiebureau moeten doorbrengen. Op een dag krijgt Tim via Facebook een uitnodiging voor een evenement (het jaarlijkse feest bij Hockeyvereniging ’t Stickie). Bijna het hele dorp is uitgenodigd en Tim kan op Facebook zien wie zich al hebben aangemeld voor dit evenement. Hij ziet dat Maikel aanwezig zal zijn. Tim twijfelt of hij wel moet gaan. Maar omdat hij het feest echt niet wil missen, besluit hij toch het feest te bezoeken. Voor de zekerheid neemt Tim wel een vlindermes mee, voor het geval Maikel lastig gaat doen. Wanneer Tim op de bewuste avond het clubhuis inloopt, ziet hij meteen Maikel midden op de dansvloer die hem vuil aankijkt. Tim trekt zich hier niets van aan en loopt naar zijn vriendin Lotte en geeft haar een kus. De avond vordert en de sfeer is gespannen. Als het nummer Don’t stop (Wiggle Wiggle) wordt gedraaid, kan Tim zich niet inhouden en begint samen met Lotte ‘sensueel’ te dansen/schuren op de dansvloer. Maikel ziet dit gebeuren en staat op ontploffen. Hij vliegt Tim aan, duwt hem op de grond en grijpt hem bij de keel. Hij drukt met kracht de keel van Tim dicht. Tim kan nog net met zijn hand zijn broekzak bereiken en weet het mes te pakken.
Hiermee steekt hij Maikel in zijn schouder. Maikel zakt schreeuwend en bloedend in elkaar. In het ziekenhuis wordt een flinke vleeswond geconstateerd. Tim wordt aangehouden. De officier van justitie besluit hem te vervolgen voor poging tot zware mishandeling (art. 45 jo. 302 lid 1 Sr.). Een beroep op noodweer is volgens de officier niet haalbaar omdat Tim wist dat Maikel agressief was, maar toch besloot met een vlindermes naar het feest te gaan. Dit terwijl hij wist dat Maikel daar aanwezig zou zijn. Vervolgens heeft hij uitdagend met zijn vriendin (de ex van Maikel) gedanst. Hierdoor heeft hij de aanval van Maikel zelf uitgelokt. Vraag 1 Heeft de officier van justitie gelijk? Kan Tim zich met succes beroepen op noodweer (art. 41 lid 1 Sr.)? Vervolg casus Stel, Maikel wordt met zijn verwondingen naar de operatiekamer gebracht. Vanwege een personeelstekort als gevolg van bezuinigingen is er slechts 1 dienstdoende chirurg aanwezig die avond. De chirurg, de heer Willems, is op dat moment bezig met een ander spoedgeval. Wanneer hij hoort dat ook Maikel dringend hulp nodig heeft, rondt hij snel de operatie af en rent hij naar de O.K. waar Maikel zich bevindt. In alle haast vergeet hij zijn handen te desinfecteren met handenalcohol (soort van desinfecterende gel) voordat hij met Maikel aan de slag gaat. Maikel wordt met succes geholpen aan zijn vleeswond. Wanneer hij de volgende ochtend wakker wordt in het ziekenhuis blijkt zijn wond gigantisch ontstoken te zijn en wordt hij direct opgenomen op de Intensive Care. Ondanks de meest zware antibiotica overlijdt Maikel een week na zijn operatie aan een bacteriële infectie veroorzaakt door de vieze handen van de heer Willems. Daar bleek een nog haar van zijn vorige patient op te zitten, die tot een infectie bij Maikel heeft geleid. De heer Willems wordt vervolgd wegens dood door schuld (art. 307 Sr.). Volgens de officier van justitie heeft hij in strijd gehandeld met de richtlijnen van de Inspectie voor de Gezondheidszorg die voorschrijven dat handen te allen tijde gedesinfecteerd dienen te zijn. De raadsman voert tijdens de terechtzitting het verweer dat zijn cliënt dient te worden vrijgesproken. Vanwege de grote haast en het personeelstekort is zijn cliënt vergeten zijn handen te desinfecteren. Dit mag hem niet kwalijk worden genomen. Dood door schuld kan hierdoor niet worden bewezen. Vraag 2 Beoordeel de kans van slagen van dit verweer. Kan dood door schuld bewezen worden?
BIJLAGE III Competenties van de opleiding HBO-Rechten van de HAN 1.
Juridisch analyseren: Formuleren en oplossen van rechtsvragen op basis van analyse van juridisch relevante feiten en juridische bronnen Toelichting Voordat een hbo-jurist een beroepsproduct maakt, formuleert hij de juridisch relevante vragen bij een casuspositie. Hij gaat daarbij methodisch en gestructureerd te werk, omdat hij beschikt over onderzoeksvaardigheden. Voor het op systematische wijze oplossen van deze vragen verzamelt en selecteert hij de van toepassing zijnde juridische bronnen zoals wetgeving en jurisprudentie. Juridisch analyseren omvat het proces van verzamelen, selecteren, kwalificeren en analyseren van feiten en juridische bronnen. Een jurist doorloopt het volledige proces om te komen tot goed een beroepsproduct. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. parketsecretaris bij het openbaar ministerie en verzamelt en selecteert het door onderzoek verkregen feitenmateriaal ter voorbereiding van het opstellen van een tenlastelegging; b. juridisch medewerker op een advocatenkantoor en maakt een juridische analyse van de situatie die de cliënt aandraagt, waarin de nieuwste jurisprudentie verwerkt wordt; c. juridisch medewerker bij de gemeente en controleert of het dossier compleet is om namens het gemeentebestuur te besluiten op een vergunningaanvraag; d. juridisch medewerker bij de gemeente en onderzoekt het verzoek van een journalist om openbaarmaking van declaratiegegevens van wethouders; e. juridisch medewerker bij een rechtsbijstandverzekeraar en controleert de gegevens van een bepaald schadegeval op de juridische relevantie; f. juridisch medewerker bij een bank en beoordeelt of de verkoop van een bepaald financieel product in overeenstemming geschiedt met de eisen die worden gesteld in de Wet op het financieel toezicht en eventueel andere toepasselijke wetten; g. bedrijfsjurist bij een multinational en inventariseert en onderzoekt gegevens en feiten alvorens een contract op te stellen.
2.
Adviseren Geven van advies op basis van een juridische analyse Toelichting Een hbo-jurist geeft mondelinge en schriftelijke adviezen. Deze adviezen worden gegeven na een juridische kwalificatie en analyse. Hiermee wordt bedoeld dat de hbo-jurist alle juridische en feitelijke gegevens verzamelt, de standpunten van partijen weegt en de van toepassing zijnde rechtsbronnen gebruikt. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. gerechtssecretaris bij de rechtbank en bereidt een zaak (inhoudelijk) voor, waarbij gecontroleerd wordt of aan de formele juridische vereisten is voldaan en/of werkt ter zitting als griffier en na afloop wordt de uitspraak vastgelegd in een schriftelijk vonnis; b. secretaris van een commissie bezwaar en beroep bij een provincie en schrijft een conceptadvies naar aanleiding van een ingediend bezwaarschrift;
c. d.
e. f. g.
juridisch medewerker op een gerechtsdeurwaarderskantoor en geeft een crediteur schriftelijk advies; octrooigemachtigde op een octrooibureau en schrijft een klant een adviesbrief over hoe zijn uitvinding zoveel mogelijk bescherming kan genieten, waarbij de nieuwste jurisprudentie wordt verwerkt; juridisch medewerker bij een belangenorganisatie van eigenaren van een eigen huis en adviseert de leden over koopaktes en hypotheekvoorwaarden; bedrijfsjurist bij een regionaal aannemersbedrijf en adviseert de afdeling inkoop op basis van regelgeving met betrekking tot de aanbesteding van een groot bouwproject; zelfstandige in een eigen juridisch adviesbureau en geeft samen met compagnons juridisch advies aan cliënten op basis van gesprekken, nadat een risicoanalyse van de juridische situatie is opgesteld, waarbij niet alleen juridische, maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten worden betrokken.
3. Vertegenwoordigen: Behartigen van juridische belangen van anderen door rechtsbijstand te verlenen, te onderhandelen en te bemiddelen Toelichting Een hbo-jurist treedt als belangenbehartiger op voor personen en organisaties. Het behartigen van deze belangen kan bestaan uit procesvertegenwoordiging, onderhandelen, bemiddelen en conflictbeheersing. De belangenbehartiging kan mondeling of schriftelijke gebeuren en daarbij maakt de jurist eventueel gebruik van technieken uit ‘mediation’. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. ‘professional support lawyer’ bij een advocatenkantoor en treedt als procesgemachtigde op voor een cliënt bij de kantonrechter of de bestuursrechter; b. juridisch medewerker bij de provincie en handelt een geschil tussen een bedrijf en de provincie zonder tussenkomst van een rechter af; c. juridisch medewerker op een gerechtsdeurwaarderskantoor en stelt (proces)stukken op zoals een ingebrekestelling, aanmaning of dagvaarding en procedeert; d. juridisch medewerker bij een rechtsbijstandverzekeraar en treedt op namens een verzekerde door een ingebrekestelling te versturen naar een verkoper; e. juridisch medewerker bij een stafafdeling van een winkelketen en is namens dit bedrijf in gesprek met overheidsinstellingen over het verkrijgen van vergunningen; f. bedrijfsjurist in een ‘due diligenceteam’ en behartigt de belangen van een ‘fastfoodconcern’ bij het gezamenlijk voorbereiden van de onderhandelingen tot een overname; g. juridisch medewerker van een groot ziekenhuis en bemiddelt in een arbeidsconflict tussen een medewerker en een leidinggevende, waarbij niet alleen juridische maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten worden betrokken.
4.
Beslissen: Vaststellen van de rechtsverhouding van een of enkele personen binnen juridische kaders met meeweging van juridische argumenten en maatschappelijke factoren Toelichting Een hbo-jurist werkt aan de totstandkoming van besluiten namens cliënten of namens de organisatie voor wie hij werkt. Bij dit beroepshandelen betrekt de hbo-jurist naast juridische argumenten ook de belangen van de personen of de instelling voor wie hij werkt en waar nodig ook maatschappelijke factoren en belangen van anderen. Bij het vastleggen van de rechtsverhouding gaat het bijvoorbeeld om besluiten in de publiekrechtelijke sfeer (vergunningen) en om besluiten in de privaatrechtelijke sfeer (contracten). Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. juridisch medewerker bij een financiële instelling en stelt contracten op. b. juridisch medewerker op een verzekeringskantoor en beslist over de toe- of afwijzing van een claim van een verzekerde; c. juridisch medewerker bij een zorgverzekeraar en neemt een beslissing op een bezwaarschrift van een verzekerde, waarin vervolgens in een besluit gemotiveerd wordt, waarom een bepaalde geneeskundige behandeling in een kliniek voor plastische chirurgie niet door de zorgverzekeraar wordt vergoed, waarbij niet alleen juridische, maar ook ethische, maatschappelijke en sociale aspecten worden betrokken; d. bedrijfsjurist bij een scheepvaartonderneming en is bevoegd om het contract te tekenen over de brandstofleveranties voor de komende twee jaar; e. bedrijfsjuridisch medewerker voor een startende onderneming en gaat voor hen na welke vergunningen zijn vereist, waarbij hij algemene voorwaarden en ook de arbeids- en samenwerkingsovereenkomsten opstelt; f. lid van de geschillencommissie in de reisbranche en neemt samen met de overige commissieleden een beslissing over een geschil tussen een reisorganisatie en een aantal particulieren die bij deze organisatie een reis hebben geboekt. 5. Reguleren: Opstellen en wijzigen van regelgeving Toelichting Een hbo-jurist stelt generieke regelingen op. Ook het wijzigen van bestaande regelingen behoort tot deze competentie. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. juridisch medewerker op een notariskantoor en stelt de statuten op voor een studievereniging; b. juridisch medewerker bij de gemeente en is betrokken bij het opstellen van gemeentelijke verordeningen; c. juridisch beleidsmedewerker bij de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente en is betrokken bij het opstellen van beleidsregels inzake permanente bewoning van recreatiewoningen; d. juridisch medewerker bij een onderwijsinstelling en levert een bijdrage aan het opstellen van huishoudelijke reglementen en onderwijs- en examenregelingen; e. juridisch adviseur bij een opleidingsinstituut en legt de procedure tot het voeren van
f.
g.
functionerings- en beoordelingsgesprekken vast in overeenstemming met de Wet op de beroepen in het onderwijs; juridisch medewerker bij een vakbond en is betrokken bij de onderhandelingen over een nieuwe CAO, waarbij na de onderhandelingen een nieuwe tekst opgesteld wordt met de cao-partners; juridisch adviseur bij een internationaal opererende telecom organisatie en stelt reglementen en algemene voorwaarden op of past de bestaande documenten aan.
6. Dossier managen: Aanleggen en beheren van juridische dossiers, bewaken van de doorloop en de samenhang, afsluiten en overdragen ervan Toelichting Een hbo-jurist draagt zorg voor het aanleggen, beheren, ontsluiten en overdragen van juridische dossiers. Ook de bewaking van termijn maakt onderdeel van deze competentie uit. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. gerechtssecretaris bij de rechtbank en controleert de processtukken op formele en materiële aspecten, waarbij ook aanvullende en relevante informatie voor het dossier verzameld wordt; b. griffiemedewerker en bewaakt de termijnen waarbinnen beslist moet worden; c. juridisch medewerker bij de belastingdienst en ziet erop toe dat ten behoeve van een goede communicatie de juridische dossiers zodanig zijn ingericht, dat de behandeling ervan op elk moment door een collega kan worden overgenomen; d. ambtenaar bij een gemeentelijke bestuursdienst en maakt een ‘flowchart’ teneinde ervoor te zorgen, dat ingekomen zaken bij alle betrokken afdelingen op het juiste moment passeren; e. juridisch medewerker bij een ingenieursbureau en draagt zorg voor de completering van de dossiers teneinde een spoedige start van de bouwprojecten te bewerkstellingen; f. contractmanager bij een groothandelsonderneming en is verantwoordelijk voor de juridische uitvoering en het beheer van contracten; g. projectmedewerker bij een financiële instelling en draagt na een overname zorg voor een uniform dossiermanagement van alle contracten. 7. Onderzoek: Het doen van juridisch onderzoek ten behoeve van het oplossen van een juridisch probleem vanuit de rechtspraktijk Toelichting Een hbo-jurist doorloopt diverse onderzoeksfasen, waarbij het juridisch onderzoek uitmondt in het opleveren van een beroepsproduct geschikt voor de organisatie. Concreet zal hij onder meer de verschillende juridische bronnen verzamelen, analyseren en relevante informatie bewerken om zijn argumentatie te kunnen opbouwen ter beantwoording van de onderzoeksvraag. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. bedrijfsjurist bij een onderneming en is verantwoordelijk voor het opstellen van nieuwe contracten; b. gerechtssecretaris en doet dossier- en jurisprudentieonderzoek in een betreffende zaak en schrijft een concept uitspraak voor de rechter;
c. d. e. f.
juridisch medewerker bij een juridisch adviesbureau en adviseert met behulp van meerdere interpretatiemethoden of redeneervormen een cliënt over een juridisch probleem; juridisch medewerker bij een vakbeweging brengt een advies uit aan het bestuur over de gevolgen van de aanpassingen van het pensioenstelsel voor jonge werknemers; juridisch medewerker bij een bureau jeugdzorg en stelt een rapport op over degedragsproblemen van jongeren in een bepaalde woonwijk; juridisch beleidsmedewerker bij de afdeling ruimtelijke ordening van de gemeente en maakt een handhavingprotocol op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor het onderdeel bouwen.
8. Communicatie: Lezen, interpreteren en samenvatten van juridische teksten, (strategisch) mondeling en schriftelijk betogen en beschouwen van een juridisch/sociaal maatschappelijk/ethisch onderwerp/vraagstuk Toelichting Een hbo-jurist kan tekst en presentatie aanpassen aan de beoogde lezer/toehoorder en aan de situatie, waarbij hij zich bewust is van de gelaagdheid (inhoud, beroep/appel, relatie, expressie) van de boodschap die hij brengt. De tekst of presentatie bevat een duidelijke opbouw en rode draad, is goed onderbouwd en afgestemd op actuele situaties en ontwikkelingen. Voorbeelden De hbo-jurist werkt als: a. beleidsmedewerker kwaliteitszorg bij de provincie en stelt een uniform model op voor de beantwoording van alle soorten uitgaande brieven; b. projectmedewerker bij een gemeente om het digitale dienstenloket in te richten, zodat alle procedures bij ‘online’ producten en diensten toegankelijk en juridisch correct zijn beschreven; c. juridisch medewerker bij de gemeente en schrijft een notitie met voorstellen tot het versnellen van de doorlooptijd en verbetering van de efficiency en klantvriendelijkheid ten aanzien van de behandeling van bezwaarschriften; d. office manager op een notariskantoor en adviseert over de cliëntfolders, zodat deze aansluiten bij de laatste regelgeving en de doelgroep; e. juridisch medewerker bij een bank en ‘vertaalt’ een nieuwe regeling op het terrein van toezicht van financiële instellingen ten behoeve van de implementatie naar producten en diensten; f. juridisch medewerker bij een rechtsbijstandverzekeraar en dient een beroepschrift in bij de rechtbank tegen een genomen besluit van het gemeentebestuur; g. secretaris bij een bezwaarschriftencommissie en stelt notities op voor de door de commissie te nemen adviezen; h. juridisch medewerker bij de politie en creëert draagvlak voor de in te voeren maatregelen met betrekking tot geluidsoverlast van jongeren in een bepaalde woonwijk.