Handleiding bij ‘Project Bouwkunde’
Project Bouwkunde
1
Inhoudstafel Inhoudstafel ......................................................................................................... 2 1 Inleiding ............................................................................................................ 3 2 Projectdoelstellingen ........................................................................................... 4 2.1 MAC 2 ......................................................................................................... 4 2.1.1 Omschrijving .......................................................................................... 4 2.1.2 Gedragsindicatoren ................................................................................. 5 2.2 MAWC 3....................................................................................................... 5 2.2.1 Omschrijving .......................................................................................... 5 2.2.2 Gedragsindicatoren ................................................................................. 5 2.3 MDC 1 ......................................................................................................... 5 2.3.1 Omschrijving .......................................................................................... 6 2.3.2 Gedragsindicatoren ................................................................................. 6 3 Werkvorm.......................................................................................................... 7 3.1 Projectaanpak .............................................................................................. 7 3.1.1 Milestone 1: plan van aanpak ................................................................... 7 3.1.2 Milestone 2: tussentijdse rapportering ....................................................... 8 3.1.3 Milestone 3: consulting-gesprek en finale rapportering ................................ 9 3.1.4 Milestone 4: Peer assessment ................................................................... 9 3.2 Begeleiding .................................................................................................. 9 3.3 Projectgroep............................................................................................... 10 4 Leeromgeving .................................................................................................. 11 5 Gebruik van het digitale leerplatform ‘Toledo+’..................................................... 11 6 Beoordeling...................................................................................................... 12 6.1 MAC2 (Probleemoplossend vermogen) ........................................................... 12 6.1.1 Deliverables ......................................................................................... 12 6.1.2 Peer assessment ................................................................................... 12 6.1.3 Consulting-gesprek ............................................................................... 13 6.2 MAWC3 (Samenwerken in multidisciplinair team)............................................ 13 6.3 MDC1 (Projecten beheren) ........................................................................... 13 6.4 Scoresysteem van de verschillende toetsvormen............................................. 14
Project Bouwkunde
2
1 Inleiding Welkom als laatstejaarsstudent ‘Master in de Industriële Wetenschappen, Bouwkunde’ (KHBO) of ‘Master in de Ingenieurswetenschappen, Bouwkunde’ (KUL) bij het ‘Project Bouwkunde’. Het ‘Project Bouwkunde’ is een samenwerking van KULeuven met KHBO. Dit is de tweede editie van het ‘Project Bouwkunde’ waarbij laatstejaarsstudenten burgerlijk en industrieel ingenieur samenwerken aan eenzelfde project. Projectwerk is een vaste waarde in het academisch onderwijs. Het is een handige werkvorm waarbij studenten zelfsturend teamwerk leren toepassen in de praktijk en probleemoplossend leren werken. Het is dus een buitengewoon actief proces dat voor het grootste deel bestaat uit 'zelf doen'. Tot voor kort kwamen jullie elkaar pas tegen op de werkvloer. Met dit project komen jullie elkaar vroeger tegen. Het project creëert een gelegenheid om een authentieke werksituatie te simuleren. Dat betekent vastzitten, nieuwe ideeën genereren, de dingen eens van een andere kant zien, informatie opzoeken,… Al deze leeractiviteiten zijn de beste voorbereiding voor de latere professionele loopbaan. Het project biedt ook de kans om jullie het verschil te laten aanvoelen tussen beide ingenieursopleidingen. Het is eveneens het eerste pilootproject van een onderwijsvernieuwingsproject van de Associatie KULeuven. Voor je ligt de Handleiding bij het Project Bouwkunde waarin je informatie vindt over de onderwijsvorm die het docententeam ‘Project Bouwkunde’ ontwikkelde, i.e. de wijze waarop je het project moet aanpakken, de manier waarop getoetst wordt, wie je kunt aanspreken als er problemen zijn, enz. De praktische regelingen vind je terug op Toledo. Mocht je bepaalde informatie in deze handleiding missen, geef dit dan door aan de betrokken docenten. Ook nieuwe ideeën zijn steeds welkom. In het project bouwkunde zal van jou verwacht worden dat je: • een realistisch en relevant beroepsprobleem kan analyseren en planmatig oplossen; • een projectopdracht efficiënt kan uitvoeren en beheren; • kan samenwerken in een heterogene projectgroep (ir. en ing.); • verschillende kennisdomeinen (grondmechanica en funderingstechnieken, hydraulica, water- en kustwaterbouwkunde, probabilistische ontwerp, milieu en duurzame ontwikkeling, uitvoeringstechnieken,…) kan integreren; • de resultaten van het projectmatig werken zowel mondeling als schriftelijk kan toelichten aan specialisten en aan leken. Veel succes en plezier met je projectactiviteiten! docententeam ‘Project Bouwkunde’ (Jaak Monbaliu, Anik Janssens, Lore Dewulf, Björn Van de Walle)
Project Bouwkunde
3
2 Projectdoelstellingen In het project bouwkunde zal je de competenties die je reeds eerder hebt verworven, breder en dieper ontwikkelen evenals nieuwe competenties verwerven. Tijdens het uitvoeren van een multidisciplinaire projectopdracht komen de volgende competenties aan bod: • MAC 2: • MAWC 3: • MDC 1:
Probleemoplossend vermogen. Vermogen tot multidisciplinair samenwerken. Projecten beheren.
Hierna worden deze bovenvermelde competenties toegelicht. Naast een omstandige omschrijving vind je bij elke competentie een aantal gedragsindicatoren. Dit zijn de criteria die bij de beoordeling van de competenties zullen gehanteerd worden. 2.1 MAC 2 Om kunnen gaan met complexe problemen en beschikken over het vermogen tot oordeelsvorming in een onzekere context: probleemoplossend vermogen. 2.1.1 Omschrijving “Ik kan een complex probleem methodisch benaderen.” “Ik kies op een gefundeerde wijze de meest geschikte oplossing ook al zijn niet alle randvoorwaarden/variabelen volledig gekend of onder controle.”, m.a.w. de student kan een oordeel vormen: o Betrekt haalbaarheid in overwegingen; o Benoemt bij keuzen alternatieven en de consequenties daarvan; o Benoemt bij een beslissing zowel voor- als nadelen; o Houdt rekening met alle relevante aspecten of kenmerken van het probleem; o Betrekt mogelijk neveneffecten in overwegingen; o Motiveert eigen oordeel of beslissing; o Herleidt zijn oordeel tot bekende feiten, beschikbare informatie en geldige argumenten, “Ik ben klantgericht”, m.a.w. de student: o Kijkt de klant aan; o Geeft een helder beeld van wat men mag verwachten; o Toont duidelijk begrip voor de wensen en belangen van de klant; o Reageert in taal en lichaamshouding persoonlijk en betrokken; o Levert maatwerk voor de klant, met diens belang als uitgangspunt; o Aanvaardt verantwoordelijkheid voor gemaakte fouten; o Vraagt of aan de verwachtingen, wensen of behoeften is voldaan, opent mogelijkheid tot correctie of bijstelling, “Ik getuig van vasthoudendheid”, m.a.w. de student: o Maakt een goede eerste indruk en handhaaft deze indruk; o Herhaalt standpunten en voorstellen, eventueel in andere woorden om het doel te bereiken; o Blijft streven naar eenzelfde doelstelling volgens eenzelfde gedragslijn ondanks tegenwerpingen en weerstand; o Is niet makkelijk van een standpunt af te brengen; o Gaat door bij weerstanden en kritiek waar anderen het op zouden geven
Project Bouwkunde
4
“Ik heb de nodige overtuigingskracht”, m.a.w. de student: o Legt helder uit waarom iets is gedaan of gedaan moet worden; o Uit zich enthousiast over de zaak; o Toetst of een boodschap is overgekomen; o Krijgt het gehoor tot een positieve reactie op een moeilijk voorstel; o Streeft naar win-win oplossingen; o Komt met goede argumenten op het goede moment; o Gaat verstandig om met argumenten, let op reacties, brengt niet teveel argumenten; o Geeft aan waarvan alle partijen gezamenlijk voordeel zouden kunnen hebben; o Laat merken dat de essentie van tegenwerpingen wordt opgepakt; o Kan het eigen overtuigende gedrag en de reacties daarop van anderen overzien en zich o.a. op tijd inhouden. 2.1.2 Gedragsindicatoren De student (1) benadert het probleem methodisch. (2) kan een oordeel vormen, een gefundeerde keuze maken, rekening houdend met alle voor- en nadelen, consequenties en mogelijke neveneffecten. (3) is klantgericht. (4) is kritiekbestendig. (5) bezit voldoende overtuigingskracht. (6) beschikt over doorzettingsvermogen om de problemen op te lossen. 2.2 MAWC 3 Het samen kunnen werken in een multidisciplinaire omgeving: beschikken over het vermogen tot multidisciplinair samenwerken. 2.2.1 Omschrijving “Ik werk vlot samen met de medewerkers van mijn projectgroep.” “Ik leg vlot contact.” 2.2.2 Gedragsindicatoren De student (1) getuigt van initiatief en verantwoordelijkheidszin. (2) is stipt en werkt gedisciplineerd. (3) is flexibel en past zich aan aan gewijzigde omstandigheden. (4) bezit een empatisch vermogen naar anderen toe. (5) gaat conflicten niet uit de weg en lost ze op. 2.3 MDC 1 Projecten beheren. Hieronder wordt begrepen: • technische projecten initiëren, opstellen, opvolgen en opleveren, • oplossingen adviseren voor bouwkundige problemen steunende op de verworven technische kennis, • kwalitatieve bouwkundige projecten realiseren rekening houdend met de vereisten van een economische, veilige en milieubewuste uitbating,
Project Bouwkunde
5
• bouwkundige systemen ontwerpen en optimaliseren steunende op de verworven technische kennis. 2.3.1 Omschrijving • • • • • •
“Ik gebruik een methodologie bij het ontwerpen/ontwikkelen/advies van een product, proces of ontwerp.” “Ik streef naar een kwaliteitsvol product/proces/ontwerp.” “Ik maak de nodige berekeningen voor het dimensioneren.” “Ik draag zorg voor de veiligheidsaspecten.” “Ik houd rekening met het milieu (materiaalkeuze, minimale belasting van het milieu, …).” “Ik bereken de kostprijs van mijn ontwerp.”
2.3.2 Gedragsindicatoren De student (1) gebruikt een ontwerpmethodologie bij het ontwerp/ontwikkelen/advies van een product of proces. (2) dimensioneert de onderdelen. (3) streeft naar een kwaliteitsvol product/proces (4) houdt rekening met economische factoren. (5) past de veiligheidsreglementering toe. (6) houdt rekening met het milieu.
Project Bouwkunde
6
3 Werkvorm 3.1 Projectaanpak Bij de uitwerking van het project maak je gebruik van een systematische manier van probleemoplossend werken. Er worden in het ‘Project Bouwkunde’ vier milestones (zie bijlagen) vastgelegd. 3.1.1 Milestone 1: plan van aanpak Na een eerste oriëntatie op het onderwerp wordt van jullie verwacht dat jullie de projectomschrijving volledig en grondig begrijpen. Binnen de projectgroep gaan jullie na over welke begrippen in de projectomschrijving jullie nog nooit iets gehoord hebben of die jullie wel herkennen, maar waarvan jullie de betekenis niet kennen. Deze oriëntatie moet resulteren in een alfabetische lijst van afkortingen/symbolen en een lexicon waarin deze begrippen beknopt worden uitgelegd. De projectgroep staat voor een open opdracht. Jullie zijn gewoon om een gesloten opdracht uit te voeren waarbij duidelijke vragen gesteld en/of opdrachten gevraagd worden. Nu moeten jullie zélf bepalen wat die opdracht nu precies is. Jullie moeten zelf een aantal vragen destilleren uit de projectomschrijving. Op deze manier komen jullie tot een concrete, centrale probleemstelling. Het is belangrijk de context van de projectopdracht volledig en grondig te kennen. Informatie opzoeken (i.c. gedrukte en elektronische bronnen raadplegen) is in dit onderdeel cruciaal. Het is noodzakelijk planmatig en gericht literatuur door te nemen. Ervaring toont aan dat deze stap de meest zwakke schakel vormt in het projectwerk. Maak dat de informatiemap waarin je de literatuur bijhoudt duidelijk gestructureerd is zodat iedereen er zijn/haar weg in terugvindt: zorg voor een duidelijk documentatie management en voorkom een zondvloed aan documenten. Jullie maken een plan van aanpak op. Dit plan geeft, naast een motivatie van de aanpak, aan hoe de opdracht zal uitgevoerd worden. Een goed plan van aanpak helpt de processen te bewaken, afwijkingen tijdig te signaleren zodat de coaches (indien nodig) sturende maatregelen kan treffen. Jullie hebben de volledige vrijheid over het plan van aanpak. Jullie beslissen, binnen de projectgroep, zelf over hoe je tot het gewenste resultaat zal komen. Hiertoe kan de volledige opdracht opgesplitst worden in een aantal kleinere deelopdrachten die telkens door subprojectgroepen opgelost worden. Om het project tot een goed einde te kunnen brengen, moet elk groepslid zich achter de vooropgestelde taakverdeling kunnen scharen en zich toeleggen op het deel waar hij/zij verantwoordelijk voor is. Vaak is het niet mogelijk om een juiste schatting van de benodigde tijd te maken. Toch is het goed een globale planning op te stellen die tijdens het project regelmatig bijgestuurd kan worden. Een voorlopige planning is beter dan helemaal geen planning! Gedurende het ganse proces is het belangrijk dat je goede afspraken maakt over tijd, kwaliteit, organisatie en informatie. Deze afspraken worden onderhouden en indien nodig veranderd. Het is aan te raden dat de taakverdeling, planning en afspraken tijdens een vergadering in overleg tot stand komen en in het verslag van de vergadering worden opgenomen (zie ook punt 3.1.2).
Project Bouwkunde
7
Het plan van aanpak bevat de volgende rubrieken: • doelstelling van de opdracht/activiteit, (dit zijn niet de competentiegerichte doelstellingen van het opleidingsonderdeel, maar de doelstellingen van het bouwkundig project dat jullie gaan uitwerken!) • wat is de hoofdopdracht ? • wat zijn de deelopdrachten ? • werkwijze/aanpak (wie doet wat wanneer?) • motivatie voor de aanpak • alfabetische lijst van afkortingen/symbolen • lexicon Één van de groepsleden neemt de rol van projectmanager op zich en stuurt de ganse groep. Hij is verantwoordelijk voor de opvolging van het plan van aanpak. De projectmanager neemt tevens de verantwoordelijkheid op zich om op Toledo (ev. via een blog) de vordering van de activiteiten en de geproduceerde documenten gestructureerd bij te houden. 3.1.2 Milestone 2: tussentijdse rapportering Alle activiteiten, opgenomen in het plan van aanpak, worden vervolgens uitgevoerd. Over deze (uitvoerings)fase valt eigenlijk weinig te zeggen. Meestal heeft de projectgroep een vaste agenda. In deze fase worden berekeningen en ontwerptekeningen gemaakt, worden resultaten verwerkt en geïnterpreteerd en worden conclusies getrokken. Alle activiteiten krijgen een verslag: een berekening wordt in een rekennota neergeschreven, het verslag van een vergadering,… Deze verslagen worden in Toledo+ opgenomen onder de map ‘Werkmap’. De activiteitenverslagen bevatten de volgende rubrieken: • samenvatting van de activiteit • resultaten (met verwerking), • evaluatie over resultaten: • vergelijking met theoretische waarden uit literatuur, • vergelijking met vroegere onderzoeken, • verklaring voor afwijkingen, • mogelijke verbeteringen, alternatieve benaderingen, • besluit. De verslagen van de vergaderingen bevatten de volgende rubrieken: • aanwezigheden • agenda • beslissingen + eventuele motivatie • besluit Op regelmatige tijdstippen geeft ieder lid van de projectgroep aan wat de resultaten van zijn acties zijn. Hierbij wordt steeds een link gelegd met het plan van aanpak. Het kan dus gebeuren dat het plan van aanpak moet aangepast worden. Op het einde van de tussentweedaagse zullen jullie gevraagd worden om een stand van zaken te geven d.m.v. een korte presentatie en twee rapporten: • een tussentijds activity report (wie heeft wat wanneer gedaan?) • een tussentijds management report (wordt het werkplan gevolgd? moet er bijgestuurd worden? zo ja, waar? hoe zorg je ervoor dat je de finale deadline zult halen?,…).
Project Bouwkunde
8
3.1.3 Milestone 3: consulting-gesprek en finale rapportering Bij deze milestone moet het ontwerp verdedigd worden voor de externe opdrachtgevers tijdens het ‘consulting gesprek’. Er wordt ook gevraagd om een ‘executive summary’ te schrijven. Dit is een (korte) samenvatting (max. 10 bladzijden) van het finaal technisch rapport waarin de belangrijkste resultaten vermeld staan. Deze samenvatting is bedoeld als leidraad bij het consulting gesprek met de juryleden. Hier wordt eveneens een finaal management report ingediend. Het finaal technisch rapport moet minimaal volgende items bevatten: • alfabetische lijst van afkortingen/symbolen • lexicon • powerpoint voorstelling van het ontwerp • dimensionering (rekennota) van het ontwerp • plantekeningen van het ontwerp (.dwg) • planning en uitvoering • werfinrichting en beschrijving machinepark • meetstaat • kostprijscalculatie 3.1.4 Milestone 4: Peer assessment Tijdens een on line peer assessment, die meetelt bij de eindbeoordeling, gaan jullie de competenties ‘multidisciplinair samenwerken’ (MAWC3) en ‘probleemoplossend vermogen’ (MAC2) van de andere leden van jullie projectgroep beoordelen. De in te vullen scoreformulieren zijn in bijlage terug te vinden. 3.2 Begeleiding Tijdens de ‘kick-off’-meeting in Leuven zal het projectwerk voorgesteld worden door externe opdrachtgevers. Deze opdrachtgevers zijn tevens dezelfde mensen die jullie op het einde van de rit zullen beoordelen tijdens het consulting gesprek. Naast de opdrachtgever(s) zijn er ook een aantal experts die jullie, op aanvraag, zullen bijstaan. Er zijn twee projectcoaches die, bij inhoudelijke moeilijkheden, de groepen kunnen bijstaan: Jaak Monbaliu (KUL) en Björn Van de Walle (KHBO). Daarnaast nemen Anik Janssens en Lore Dewulf het onderwijskundig aspect van het projectwerk voor hun rekening. Indien nodig, kunnen jullie beroep doen op de bibliothecaris van IW&T. Contact Coach
Jaak Monbaliu
jaak.monbaliu.bwk.kuleuven.be
Onderwijskundige ondersteuning Onderwijskundige ondersteuning Coach
Anik Janssens
[email protected]
Lore Dewulf
[email protected]
Björn Van de Walle
[email protected]
Bibliotheek KHBO
Patrick Vandegehuchte
[email protected]
Project Bouwkunde
9
3.3 Projectgroep De opdracht werk je in een projectgroep uit. Elke projectgroep bestaat uit 9 à 10 studenten. De indeling van de projectgroepen zal willekeurig gebeuren om de beroepssituatie zo trouw mogelijk na te bootsen: in het werkveld kun je namelijk ook niet kiezen met wie je samenwerkt of met wie je moet samenwerken. De groepsverdeling komt op Toledo. Eén iemand van de projectgroep coördineert alle werkzaamheden binnen de groep. Bij het begin van het projectwerk spreken de studenten onderling af wie de projectmanager is. In bijlage vinden jullie een document met richtlijnen voor de projectmanager. Niet de coaches, maar elke projectgroep draagt de verantwoordelijkheid voor de voortgang van de groep en kan bijgevolg ook zijn beslissingen verantwoorden. De coach daarentegen is verantwoordelijk voor het begeleiden en ondersteunen van het zelfstandige leerproces van de projectgroepen. De projectgroep lost best zelf de volgende problemen op: • te laat komen van een groepslid; • (moedwillige) afwezigheid van iemand van de groep; • een student heeft een taak niet af; • een planning wordt niet gehaald; • een medestudent houdt zich niet aan de procedure. Indien de projectgroep er niet in slaagt de problemen zelf op te lossen, doet hij tijdig een beroep op de projectcoach om de problemen niet te laten escaleren.
Project Bouwkunde
10
4 Leeromgeving In dit projectwerk worden twee vormen van leren gecombineerd, nl. traditioneel contactonderwijs (F2F of face-to-face) en elektronisch leren (e-leren). Het ‘Project Bouwkunde’ omvat drie F2F momenten: • kickoff-meeting op maandag 9 en dinsdag 10 maart 2009 • tussentweedaagse op dinsdag 31 maart en woensdag 1 april 2009 • finale op maandag 27 t.e.m. woensdag 29 april 2009 Deze dagen zullen deels ingevuld worden met F2F-vergaderingen. Bij dergelijke vergaderingen is het belangrijk dat jullie steeds in onderling overleg een voorzitter en een notulist aanduiden (een beurtrolsysteem is mogelijk) De overige tijd (tussen de F2F momenten door) is voorbehouden voor e-leren, zodat jullie tijd- en plaatsonafhankelijk kunnen werken. Om deze vorm van leren te optimaliseren, maken jullie gebruik van Toledo. Jullie kunnen ook andere digitale hulpmiddelen hanteren, zoals • MSN en/of skype (communicatie); • een blog (om alle activiteiten van de groep bij te houden); • video-conferencing (kan aangevraagd worden als jullie een vergadering willen beleggen terwijl iedereen op de eigen campus blijft). Het is mogelijk dat een F2F vergadering(en) noodzakelijk blijkt tijdens de periode van eleren. Het tijdstip en de plaats van deze vergadering(en) bepalen jullie onderling in de projectgroep. 5 Gebruik van het digitale leerplatform ‘Toledo+’ Bij het project bouwkunde ga je regelmatig gebruik maken van het digitale leerplatform Toledo dat voor dit projectwerk uitgebreid werd met Toledo+. Toledo+ laat je toe om alle studiemateriaal over het projectwerk bij te houden. Er staat heel veel informatie (praktische informatie, literatuur, contactgegevens,…) in de Toledo-course ‘[MI2BO-4] ONTWERP BOUWKUNDE 2 (G-IWT_01511-0809)’. Elke projectgroep beschikt over een eigen groepspagina die alleen voor de groepsleden en de projectcoach/consulent(en) (tevens cursusleiders) toegankelijk is. Tijdens het werken aan het project zul je een aantal interne documenten en een aantal ‘deliverables’ produceren. De interne (werk)documenten plaats je onder de map ‘Werkmap’. De finale documenten, de ‘deliverables’ plaats je onder de map ‘Deliverables’. De projectgroep houdt deze documenten bij op Toledo+. De projectmanager is verantwoordelijk voor het documentbeheer op Toledo+. Daartoe wordt de map ‘Deliverables’ zodanig ingesteld zodat alleen hij/zij informatie kan toevoegen en/of verwijderen. Deze informatie wordt door alle leden verzameld en aan de projectmanager overgemaakt. De projectmanager post deze informatie in een formaat (.doc, .xls, .dwg) dat voor iedereen toegankelijk en bruikbaar is. Er kunnen in de loop van het projectwerk wel verschillende versies van deze documenten gepost worden. Zorg voor een goed versiebeheer ! In Toledo+ zijn verschillende versies van eenzelfde document mogelijk. Voor meer info kan je steeds bij jouw projectcoach terecht. Elke groep heeft op Toledo+ maximaal 125 Mb ter beschikking ! Gebruik deze (beperkte) ruimte zorgvuldig. De projectcoaches kunnen op ieder ogenblik de groepspagina van jouw projectgroep inkijken waardoor zij in staat zullen zijn alle werkzaamheden gedurende het ganse verloop van jouw projectwerk op te volgen.
Project Bouwkunde
11
6 Beoordeling Er is een permanente evaluatie. De projectcoaches engageren zich om bij alle projectgroepen hetzelfde evaluatiesysteem toe te passen. In het project bouwkunde worden de drie competenties die bij de doelstellingen omschreven worden, beoordeeld, i.e.: • Probleemoplossend vermogen (MAC 2) • Vermogen tot multidisciplinair samenwerken (MAWC 3) • Projecten beheren (MDC 1) Jouw eindbeoordeling wordt volledig bepaald door de beoordelingen van deze competenties. Bovenvermelde competenties worden aan de hand van een aantal toetsvormen geëvalueerd. Deze toetsvormen worden in tabel 3 vermeld en hierna toegelicht. Tabel 3: Overzicht verschillende toetsvormen Toetsvormen MAC2 MAWC3 MDC1 Deliverables x x Peer assessment x x (bijlage) Consulting gesprek x
6.1 MAC2 (Probleemoplossend vermogen) Bij deze competentie worden vier deliverables, de peer assessment en het consulting gesprek als toetsvormen gebruikt om volgende gedragsindicatoren te beoordelen: De student (1) benadert het probleem methodisch. (2) kan een oordeel vormen, een gefundeerde keuze maken, rekening houdend met alle voor- en nadelen, consequenties en mogelijke neveneffecten. (3) is klantgericht. (4) is kritiekbestendig. (5) bezit voldoende overtuigingskracht. (6) beschikt over doorzettingsvermogen om de problemen op te lossen. 6.1.1 Deliverables Volgende deliverabels worden gebruikt bij de evaluatie van gedragsindicator (1): plan van aanpak, tussentijds activity report, tussentijds management report en finaal management report. Het plan van aanpak wordt door de projectcoaches (eventueel na overleg met de opdrachtgevers/consulenten) beoordeeld op basis van de volgende stellingen: • de projectgroep formuleert de doelstelling van de opdracht helder en bondig; • de projectgroep deelt de opdracht op in duidelijk afgelijnde deelopdrachten; • de projectgroep beschrijft de werkwijze correct; • de projectgroep beschrijft de motivatie voor de aanpak op een goed geargumenteerde wijze. 6.1.2 Peer assessment De beoordeling van gedragsindicator (6) gebeurt door de medestudenten (peer assessment) a.d.h.v. de zesde vraag van het scoreformulier in bijlage (= de student heeft doorzettingsvermogen en laat zich niet snel ontmoedigen). Uit alle scores van de medestudenten wordt per student een gemiddelde score berekend. Project Bouwkunde
12
6.1.3 Consulting-gesprek De evaluatie van gedragsindicatoren (2) t.e.m. (5) gebeurt tijdens het consultinggesprek tussen de opdrachtgever(s) en de studenten. De observator meet deze gedragsindicatoren tijdens dit gesprek. Dit consulting-gesprek bestaat uit een presentatie van het ontwerp en een verdediging van het ontwerp. 6.2 MAWC3 (Samenwerken in multidisciplinair team) De beoordeling van deze competentie gebeurt door de studenten zelf via peer assessment a.d.h.v. de vragen van het scoreformulier in bijlage. De studenten doen, per groepslid, een uitspraak over volgende gedragsindicatoren: De student (1) getuigt van initiatief en verantwoordelijkheidszin. (2) is stipt en werkt gedisciplineerd. (3) is flexibel en past zich aan aan gewijzigde omstandigheden. (4) bezit een empathisch vermogen naar anderen toe. (5) gaat conflicten niet uit de weg en lost ze op. (6) geeft blijk van een gezond doorzettingsvermogen. (7) neemt deel aan een interne tweerichtingscommunicatie Van elke gedragsindicator wordt een gemiddelde score berekend. Uit de 5 gemiddelde scores wordt een gemiddelde globale score afgeleid. 6.3 MDC1 (Projecten beheren) Bij deze competentie worden de deliverables finaal technisch verslag, finaal management report en executive summary als toetsvormen gebruikt om volgende gedragsindicatoren te beoordelen: De student (1) gebruikt een ontwerpmethodologie bij het ontwerp/ontwikkelen/advies van een product of proces. (2) dimensioneert de onderdelen. (3) streeft naar een kwaliteitsvol product/proces (4) houdt rekening met economische factoren. (5) past de veiligheidsreglementering toe. (6) houdt rekening met het milieu. Door de projectcoaches (eventueel na overleg met de opdrachtgevers/consulenten) worden de deliverables beoordeeld op basis van de volgende stellingen: • de projectgroep maakt een beknopte powerpoint voorstelling van haar ontwerp • de projectgroep levert een realistisch en uitvoerbaar ontwerp af • de projectgroep levert de nodige plantekeningen aan • de projectgroep levert een meetstaat af • de projectgroep maakt een realistische schatting van de kostprijs • de projectgroep stelt een realistische planning op en heeft oog voor de praktische uitvoering. • de projectgroep houdt rekening met de kwaliteits-, veiligheids- en milieuaspecten
Project Bouwkunde
13
6.4 Scoresysteem van de verschillende toetsvormen Bij de quotering worden de volgende waardeschalen gebruikt: • 4 = uitstekend (9-10) • 3 = goed (7-8) • 2 = matig (5-6) • 1 = onvoldoende (0-4) Er worden groepsscores behaald bij: • MAC2 (methodische benadering en gemotiveerde keuze) • MDC1 (projecten beheren) Er worden individuele scores behaald bij: • MAWC3 (multidisciplinaire samenwerken) De projectcoaches beoordelen volgende competenties: • MAC2 (methodische benadering en gemotiveerde keuze) • MDC1 (projecten beheren) De studenten beoordelen de volgende competenties: • MAC2 (doorzettingsvermogen) • MAWC3 (multidisciplinair samenwerken) De totale eindscore is de som van de gemiddelde beoordelingen van de projectcoaches en de gemiddelde scores afkomstig van de studenten. In tabel 3 werden de verschillende toetsvormen samengevat. De verschillende competenties worden als volgt gewogen in het eindresultaat: • MAC2 (methodische benadering, gemotiveerde keuze, doorzettingsvermogen): 40% • MAWC3 (multidisciplinair samenwerken): 30% • MDC1 (projecten beheren): 30%
Project Bouwkunde
14
Bijlage: Scoreformulier Peer assessment (MAWC3)
Naam van:
de beoordelaar: ..................................................................
het te beoordelen groepslid: ..................................................
Markeer bij iedere gedragsindicator het cijfer van de omschrijving dat het beste past bij wat het te beoordelen groepslid doet. 1 Initiatief en verantwoordelijkheidszin De te beoordelen student 1. wacht af tot anderen actie ondernemen en doet zelf niets. 2. neemt enkel initiatief als iemand hem dat vraagt / oplegt. 3. neemt bij een taakverdeling spontaan taken op zich. 4. neemt spontaan ook taken op zich die niet direct bij het omschreven takenpakket horen. 2 Stiptheid en discipline De te beoordelen student 1. werkt een taak niet af. 2. werkt een taak een beetje te laat af. 3. werkt een taak tijdig af. 4. werkt een taak ruim voor tijd af. 3 Flexibiliteit De te beoordelen student 1. past zich niet aan gewijzigde omstandigheden aan. 2. past zich met veel moeite aan gewijzigde omstandigheden aan. 3. past zich aan gewijzigde omstandigheden aan. 4. zoekt constructief naar oplossingen als de omstandigheden wijzigen. 4 Empathisch vermogen De te beoordelen student 1. stelt zich niet open voor de anderen en houdt koppig aan het eigen idee vast. 2. stelt zich open voor de anderen, maar heeft tijd nodig om hun ideeën te aanvaarden. 3. stelt zich open voor de anderen. 4. luistert actief naar de anderen. 5 Conflicthantering De te beoordelen student 1. is niet bereid om een conflict op te lossen (want hij is zeker van zijn eigen gelijk). 2. laat een conflict overgaan zonder iets te doen. 3. wil inspanningen doen om een conflict bij te leggen. 4. bemiddelt bij een conflict. 6 Doorzettingsvermogen De te beoordelen student 1. raakt bij ernstige storing of fout in paniek en geeft onmiddellijk op. 2. laat zich bij ernstige storing of fout ontmoedigen en heeft het moeilijk met doorbijten. 3. blijft bij ernstige storing of fout normaal functioneren en geeft niet op. 4. ziet een ernstige storing of fout als een uitdaging en kans voor goede acties.
Project Bouwkunde
15
7 Interne communicatie De te beoordelen student 1. legt uit zichzelf geen contact met de anderen en geeft geen informatie door. 2. legt moeilijk contact met de anderen en geeft alleen op vraag informatie door. 3. legt gemakkelijk contact met de anderen en geeft spontaan alle relevante informatie door. 4. brengt anderen met elkaar in contact en bouwt een tweerichtingscommunicatie uit.
Project Bouwkunde
16
vakantieperiode
Bijlage: Tijdslijn
kick-off-meeting (Leuven) tussentweedaagse (Leuven) finale (Oostende) Milestone 3
Milestone 1
9
13 16
Milestone 2
20 23
maart
27 30
3
april
6
10 13
Milestone 4
17 20
24 27
1
4
8 11
mei
22 25
29 1
juni
Start ‘Project Bouwkunde’
Project Bouwkunde
15 18
Indienen thesis KHBO
17
5 8
12
Bijlage: Deliverableslijst (incl. milestones) Milestone 1: 10/03/2009 (16h00) Plan van aanpak: taakverdeling (per groep) met milestones en deliverables Milestone 2: 01/04/2009 (16h00) • Ppt-presentatie van reeds geleverd werk en toekomstperspectief (max. 10’) • tussentijds activity report • tussentijds management report Milestone 3: 29/04/2009 (08h00) • finaal technisch rapport • management report • executive summary (max. 10 bladzijden – pdf) Milestone 4: 29/04/2009 (17h00) • peer assessment (online) • evaluatie project (online) Alle finale documenten (in .pdf-formaat, tenzij anders vermeld) komen op Toledo+ in de map ‘Deliverables’ terecht. Alle andere werkdocumenten komen in de map ‘Werkmap’ terecht.
Project Bouwkunde
18