Handleiding bij dataset XDS

Handleiding bij dataset XDS

RADIOLOGIE, REGIO, IHE, XDS Datum

ID Nummer

23 september 2011

11003

Auteurs MedicalPHIT E.novation Rogan-Delft Forcare Nictiz Nictiz

– – – – – –

Jan van Kuyk Robert Jan Besselink Pim Philipse Walco van Loon Albert-Jan Spruyt Henk Hutink

Er is grote behoefte aan transmurale digitale beelduitwisseling. Dit blijkt uit de vele regionale initiatieven om digitale beelduitwisseling op te starten. Digitale beelduitwisseling is nodig voor intercollegiaal consult, second opinions en bij verwijzing van een patiënt naar een andere instelling. Digitale beelduitwisseling verbetert de medische processen van de specialisten, kan ingezet worden om kostenverlagingen te realiseren en de patiënt hoeft minder dubbele onderzoeken te ondergaan. Om digitale beelduitwisseling in Nederland te realiseren is een landelijke dataset nodig. Deze dataset is gebaseerd op IHE-profielen, Dicom en LOINC. Technische kennis evenals kennis van deze standaarden is gewenst om de dataset goed te kunnen begrijpen.

©Nictiz

Samenvatting Naast de uitwisseling van digitale tekstberichten is er behoefte aan digitale beelden verslag uitwisseling binnen en buiten ziekenhuismuren. Digitale beeld,- en verslaguitwisseling verbetert de medische processen van specialisten, kan ingezet worden om kostenverlaging te realiseren en de patiënt heeft minder (dubbele) onderzoeken nodig. Doordat de patiëntveiligheid toeneemt en de kosten afnemen, neemt de behoefte aan digitale beeld,- en verslaguitwisseling de komende jaren toe. Door veel samenwerking in de regio, vindt juist hier veel digitale beelduitwisseling plaats. Regionale samenwerkingsverbanden en ziekenhuizen zien het nut van een regionale oplossing en investeren hierin. Om te voorkomen dat elke regio een eigen standaard ontwikkelt waardoor de interoperabiliteit belemmerd wordt, is deze landelijke standaard ontwikkeld.

Dit artikel is een toelichting op de metadata van XDS (Cross Enterprise Document Sharing). In de toelichting wordt per dataveld de doelstelling en het gebruik toegelicht. Bij een aantal velden zijn keuzes gemaakt om de internationale standaard te conformeren aan Nederlandse wetgeving en best practices. Daar waar keuzes gemaakt zijn, is de argumentatie eveneens opgenomen. Omdat radiologie, cardiologie en radiotherapie de eerste medische domeinen zijn die gebruik maken van het IHE – XDS-profiel heeft deze dataset een focus op deze domeinen om de gebruikers van de juiste informatie te voorzien. Zijdelings is gekeken naar andere medische domeinen die in de toekomst waarschijnlijk ook gebruik zullen maken van IHE-XDS profielen, zoals laboratoria. Zodra nieuwe domeinen in Nederland geïmplementeerd worden, moet de dataset uitgebreid worden.

Samenwerking Naast de uitwisseling van digitale tekstberichten is er behoefte aan digitale beeld,- en verslaguitwisseling binnen en buiten ziekenhuismuren. Digitale beelden verslaguitwisseling verbetert de medische processen van specialisten, kan ingezet worden om kostenverlaging te realiseren en de patiënt heeft minder (dubbele) onderzoeken nodig. Doordat de patiëntveiligheid toeneemt en de kosten afnemen, neemt de behoefte aan digitale beeld,- en verslaguitwisseling de komende jaren toe. De standaard voor het versturen van digitale beelden en verslagen is verankerd in het IHE – XDS (Cross Enterprise Document Sharing). In nauw overleg met IHE (Integrating Healthcare Enterprise) Nederland, leveranciers en gebruikers is deze dataset ontwikkeld. Hiermee kunnen digitale beelden en verslagen worden voorzien van de juiste ‘meta’-informatie zodat deze standaard binnen Nederland in meerdere medische domeinen gebruikt kan worden. IHE is een internationaal samenwerkingsverband tussen gebruikers en leveranciers van ICT in de zorgsector. IHE promoot het

2

23-09-2011 | Dataset IHE - XDS | ID nummer: 11003

gecoördineerd gebruik van gevestigde standaarden zoals DICOM en HL7 om specifieke klinische behoeften voor optimale patiëntenzorg in te vullen. Systemen ontwikkeld op basis van IHE communiceren beter met elkaar, zijn eenvoudiger te implementeren en maken het zorgverleners mogelijk om informatie effectiever te gebruiken. Het XDS-profiel maakt het mogelijk om alle type documenten tussen instellingen te versturen. In nauw overleg met IHE en ICT-leveranciers is deze dataset voor de XDS-metadata en bijbehorende handleiding tot stand gekomen. Deze dataset is met een groep experts tot stand gekomen. Daarna is de dataset breed bij ICT-leveranciers en regio’s getoetst.

Randvoorwaarden Bij het gebruik van deze dataset moet met een aantal zaken rekening gehouden worden: Deze dataset wordt aankomende jaren doorontwikkeld voor andere medische domeinen, bijvoorbeeld het domein van laboratoria die beelden verslaguitwisseling zullen implementeren. De dataset heeft nog geen BPPC (Basic Patient Privacy Consent) policies opgenomen. Het IHE-XDS vindt zijn oorsprong in de Verenigde Staten. Een paar velden zijn voor de Verenigde Staten logisch, maar worden voor de Nederlandse setting niet gebruikt.

Omschrijving van de kolommen Bij het opstellen van een dataset is het noodzakelijk om de veldwaarden (elementen en attributen) te definiëren. In de dataset voor de XDS-metadata zijn de volgende velddefinities gehanteerd. De betekenissen van de definities staan hieronder nader toegelicht.

Velden

Toelichting

Rubrieken Element Datatype Eenheid

De naam van de rubriek De naam van het element. Geeft datatype van het veld aan. Dit betreft de eenheid waarin de waarde gemeten wordt. Geeft de frequentie aan hoe vaak een veld herhaald mag worden Geeft de verplichting aan. Geeft aan of er een afhankelijkheid is met een ander element Verwijzing naar andere standaarden Voorbeeld van het element SNOMED CT code Geeft een toelichting/aanvulling op sommige elementen

Cardinaliteit Conformance Condities

Bron Voorbeeld SNOMED CT Functionele Opmerking

Kopregel 0..1

0..*

1..1 1..*

Het element of attribuut hoeft niet voor te komen, maar mag maximaal één keer voorkomen Het element of attribuut hoeft niet voor te komen, maar mag meerdere keren tot een onbeperkt aantal keer voorkomen. Het element of attribuut moet één keer voorkomen (en niet vaker). Het element of attribuut moet minimaal één keer voorkomen en mag meerdere keren tot een onbeperkt aantal keer voorkomen.

template beschreven. Vervolgens worden verschillende aspecten van de elementen en attributen gespecificeerd. Dit wordt gedaan in een aantal additionele kolommen. In deze dataset is de structuur en hiërarchie bepaald door de internationale IHE – XDS standaard.

Datatype In deze kolom wordt een type meegegeven van de waarde van het element of attribuut. De volgende mogelijkheden zijn van toepassing: De attribuutwaarde is een keuze uit verschillende waarden die zijn gedefinieerd in een valueset. Het type is dan de naam van een valueset. Het type is een datatype. Gebruikte datatypes zijn in het template gedefinieerd onder tabblad ‘datatypes’: Voorbeelden van datatypes die gebruikt kunnen worden zijn: String (betreft een reeks karakters, vrije tekst) Boolean (betreft een ja of nee waarde) Numeriek (getal) Datum (een datum zonder een tijd) DatumTijd (een datum met een tijd) Tijd (een tijdstip) Eigen datatype.

Eenheid In deze kolom wordt de eenheid van een gemeten waarde gespecificeerd.

Cardinaliteit Met een cardinaliteit wordt aangegeven hoe vaak een element of attribuut met een waarde gevuld kan worden. Deze kolom is verplicht. Hieronder worden de verschillende mogelijkheden beschreven:

Rubrieken en elementen Een dataset is opgebouwd uit attributen en elementen. Een element is opgebouwd uit één of meerdere elementen en/of één of meerdere attributen. Aan attributen kan een waarde worden toegekend, die geregistreerd en/of uitgewisseld kan worden. Deze geneste structuur van elementen en attributen wordt in de meest linker kolommen van de

3


Conformance Indien sprake is van uitwisseling van de gegevens in de vorm van berichten geldt dat de conformance gespecificeerd wordt of een veld verplicht, optioneel of conditioneel is voor de verzender. De ontvanger is verplicht ieder van de elementen te kunnen ontvangen. De volgende waarden zijn mogelijk:

Voorbeeld Conformance V

O

C

Betekenis Verplicht: Het element of attribuut bevat een waarde. Verplicht verwerken door het ontvangend systeem in geval van uitwisseling. Optioneel: Het element of attribuut kan aanwezig zijn en mag een waarde bevatten. Verplicht verwerken door het ontvangend systeem in geval van uitwisseling. Conditioneel: Het element o fattribuut moet alleen verplicht een waarde bevatten indien aan de conditie wordt voldaan. Verplicht verwerken het ontvangend systeem in geval van uitwisseling.

Condities Indien van toepassing wordt in deze kolom wordt de betreffende conditie die geldt voor een element of attribuut genoemd. Een voorbeeld van een conditie is: Het veld ‘home community’ is een optioneel veld. Echter op het moment dat men transacties initieert met andere ‘affinity domains’, dan is ‘home community id’. een verplicht veld. De kolom ‘conditie’ geeft aan onder welke condities een zorgverlener het betreffende element of attribuut zal vastleggen of uitwisselen.

Codestelsel Indien beschikbaar wordt in deze kolom een code opgenomen, zoals die voor dit element of attribuut bekend is binnen een bestaand codestelsel. Een code mag slechts worden ingevuld indien sprake is van een exacte match tussen de betekenis van het element of attribuut en het betreffende concept uit het codestelsel: SNOMED CT LOINC Dicom IHE content profielen CIBG

4


Hierbij vul je een voorbeeld in. Om de leesbaarheid te vergroten is het advies om altijd een voorbeeld in te vullen.

Functionele opmerkingen Algemene toelichting of verduidelijking voor gebruikers of ICT-leveranciers om de data te verduidelijken.

Inhoudelijke toelichting Leeswijzer: in de dataset komt een aantal velden meerdere keren voor. Bijvoorbeeld het veld ‘suffix’. Indien een veld meerdere keren voorkomt, wordt dit veld ook meerdere keren toegelicht. Dit wordt gedaan om de velden overeen te laten komen met de hiërarchie in de dataset. De velden staan in dezelfde volgorde als in de dataset met de naam ’standaard voor metadata XDS-profiel v1.0’. Elk element uit de dataset wordt hieronder nader toegelicht. De grijze koppen in onderstaande paragraaf komen overeen met de elementen uit de dataset. Author Dit veld heeft als doel om de auteur te definiëren die het document geautoriseerd heeft. Dit kan een persoon of een machine zijn. In Nederland is het gebruikelijk om hier een persoon in te vullen. Author institution Dit veld heeft als doel om de organisatie te definiëren waartoe de persoon of de machine behoort. Organization name

Het veld ‘organization name‘ is een verplicht veld en heeft als doel om de naam van de organisatie mee te geven die het beeld of verslag verstuurt. De omschrijving van de organisatie moet voldoen aan de omschrijving die behoort bij het veld ‘organisation id’. Indien het CIBG-geregistreerde organisaties zijn betreft dit de naamgeving van het URA-register. Indien de organisatie niet geregistreerd is bij het CIBG is het toegestaan om een eigen omschrijving mee te sturen. Assigning authority De velden ‘organization name’ en ‘organization identifier’ zijn normaliter landelijk benoemd of geregistreerd. In het veld ‘assigning authority’ wordt de organisatie geïdentificeerd die de landelijke uitgifte van organisatienamen en nummers uitgeeft. In dit geval geeft het CIBG de URA’s uit.

5


Namespace id Volgens het ‘XDS ITI technical framework’ mag de ‘namespace’ niet gebruikt worden. Dit is dus een leeg veld. Universal id In dit veld wordt de Object IDentifier (OID) van het CIBG geplaatst, inclusief de aanduiding dat het URAcodes betreft. Het CIBG is namelijk de uitgevende organisatie van de URA-codes en de OID’s die ziekenhuizen en andere zorginstellingen gebruiken. Indien de instelling geen URA-code heeft, niets invullen. Universal id type Volgens het ‘XDS ITI technical framework’ moet hier het woord ‘ISO’ gebruikt worden. Organization identifier In dit veld wordt de extensie ingevuld die behoort bij de ‘root id’ uit het veld ‘universal id type’. Op basis van de OID-root en de extensie is de versturende organisatie uniek geïdentificeerd. Als de organisatie geen URA-nummer heeft, niets invullen. Author person Dit veld heeft als doel om de auteur te definiëren die het document geautoriseerd heeft. Volgens de IHE – XDS-standaard is dit veld ‘verplicht indien bekend’. Voor Nederland is dit veld verplicht gesteld. Identifier In dit veld is de voorkeur om het UZI-nummer van de zorgverlener te gebruiken als identificatiemiddel inclusief de bijbehorende OID van de verzendende organisatie. Indien de zorgverlener geen UZI-nummer heeft, dan geniet de voorkeur om het BIG-nummer te gebruiken. Indien de zendende partij een patiënt is moet hier het burgerservicenummer ingevuld worden. Last name In dit veld wordt de achternaam van de zorgverlener geplaatst. De notatie van de achternaam komt overeen met de naam zoals bij het UZI-nummer geregistreerd.

Indien er geen UZI-nummer is wordt de naam gebruikt zoals bekend bij de zendende organisatie. Indien de patiënt de rol van ‘author person’ heeft moet de geslachtsnaam (achternaam bij de geboorte) gebruikt worden. First name Dit veld is optioneel. Indien de voornaam beschikbaar is kan deze meegegeven worden. Second name and further given names In dit veld kunnen andere voornamen meegegeven worden. In Nederland is dit niet gebruikelijk. Suffix Een suffix is een achtervoegsel van de naam. Een voorbeeld is de afkorting jr. waarbij verwezen wordt naar de hiërarchie in de familie. Een suffix kan ook de aanduiding van een opleiding zijn, bijvoorbeeld MBA. In Nederland is het niet gebruikelijk om een suffix te communiceren. Prefix Een prefix is een voorvoegsel van de naam. Een voorbeeld hiervan is ‘dr’ in de situatie van Dokter. In Nederland is het niet gebruikelijk om een prefix te communiceren.

Authorrole Dit veld is bedoeld om de verantwoordelijke persoon aan te duiden die bij het beeld en/of het verslag horen. In het domein radiologie in Nederland is dit geen gebruikelijke functie/rol. Het is wel een verplicht veld volgens de XDS-standaard. Hier is gekozen om bij de rollen van HL7v2 aan te sluiten. Authorspeciality Volgens het IHE – XDS-profiel is dit een vrij tekstveld, weliswaar verplicht van aard. Om de vrije tekst zinvol te gebruiken is hier gekozen om het datatype te veranderen om rolcodes gestandaardiseerd uit te wisselen. In dit veld is gekozen om de rolcodes uit de BIG-registers over te nemen. Zo is bijvoorbeeld de code 01.023 de code voor een longarts. De keuze voor UZI en BIG is gemaakt omdat dit een wettelijke basis vormt. Het is hier verstandig om het veld ‘Authorspeciality’ in lijn te laten zijn met de keuze van de ‘assigning authority’ van de ‘author person id’. Identifier In dit veld wordt de omschrijving van de UZI-rolcode benoemd. Bijvoorbeeld ‘Longarts’. Text In dit veld wordt de UZI-rolomschrijving benoemd. Bijvoorbeeld ’01.023’.

Assigning authority De velden ‘identifier’, ‘last name’, ‘first name’ en ‘second and further given names’ zijn normaliter landelijk benoemd of geregistreerd. In het veld ‘assigning authority’ wordt de organisatie geïdentificeerd die de landelijke uitgifte van organisatienamen en nummers beheert. In dit geval kunnen dit het UZI- register, het BIG-register of de SBV-Z zijn.

Namespace id Volgens het ‘XDS ITI technical framework’ mag de ‘namespace’ niet gebruikt worden. Universal id In dit veld wordt de OID van het UZI-register, CIBGregister of de SBV-Z geplaatst, inclusief de aanduiding dat het UZI-CIBG- of SBV-Z-nummers betreft. Dit zijn de uitgevende organisaties van de nummers.

6


Coding system OID In dit veld wordt het coding system behorend bij de ‘identifier’ en de ‘text’ , ook wel het OID, benoemd. Availability status Dit veld kan slechts met twee waarden gevuld worden. De code ‘approved’ is bedoeld om het beeld of verslag aan te melden bij de registry. De code ‘deprecated’ is bedoeld om het beeld of verslag af te melden bij de registry. Class code Dit veld heeft als doel om het beeld of verslag te classificeren en geeft het soort document aan. In het veld ‘type code’ kunnen de documenten specifieker gedefinieerd worden. Bijvoorbeeld in de situatie bij mammografie:

Class code: radiology report Type code: view screening Relevante rapporten en brieven zijn geselecteerd uit het LOINC-codestelsel. Zodra andere medische domeinen beelden en verslagen gaan uitwisselen, moeten er voor hun domeinen ‘classcodes’ en ‘typecodes’ toegevoegd worden. Deze kunnen aangevraagd worden bij [email protected] o.v.v. ‘aanpassing dataset metadata XDS’. Het is niet de bedoeling om willekeurige codes uit LOINC op te zoeken en te versturen. Dit om vervuiling te voorkomen in de communicatie tussen zenders en ontvangers.

óf om de anatomie van het lichaam te communiceren. In dit veld kan elk codestelsel gebruikt worden zolang het een internationaal bekende OID heeft. In Nederland worden SNOMED CT-codes voor de anatomie gebruikt. Voor de modaliteiten is een valueset opgesteld die verwijst naar de Dicomstandaarden. Omdat dit veld meerdere doelen nastreeft is dit een herhalend veld. Eventcodelist display name Dit veld is bedoeld om de beschrijving(en) mee te sturen behorend bij de code(s) uit de eventcode list.

Class code display name Dit veld is bedoeld om de beschrijving(en) mee te sturen behorend bij de code(s) uit de ‘classcode list’.

Format code Dit veld verwijst naar de IHE-contentprofielen die bij XDS horen. Daarnaast is een toevoeging gedaan om de KOS-documenten te kunnen versturen.

Comments Dit is een optioneel veld. Dit veld is vrij te gebruiken door de verzendende organisatie.

Format code display name Dit veld is bedoeld om de beschrijving(en) mee te sturen behorend bij de ‘format code(s)’.

Confidentiality code Dit veld is bedoeld om de vertrouwelijkheid van de gegevens te classificeren. Hier is gekozen om aan te sluiten bij internationale standaarden, namelijk een subset uit het domein van HL7v3. Het betreft hier de waarden: normal, restricted en very restricted.

Hash Dit veld is een controleveld. De richtlijn is om hier de internationale standaard SHA-1 (Secure Hash Algorithm) te gebruiken als controlemechanisme.

Confidentiality code display name Dit veld is bedoeld om de beschrijving(en) mee te sturen behorend bij de ‘confidentiality code(s)’. Creation time Dit veld moet gebruikt worden om de datum en tijd van de creatie van het beeld en verslag weer te geven. Ook wel de ontstaanstijd van het object genoemd. Entry UUId Dit veld wordt eenduidig overgenomen uit het Dicom veld ‘Universal Unique Identifier’. Dit nummer zorgt ervoor dat elk Dicom-object wereldwijd uniek is. Eventcode list Dit veld heeft meerdere doelen. Het kan gebruikt worden om de gebruikte modaliteit te communiceren

7


Healthcare facility type Dit veld heeft als doel om de verzendende organisatie te classificeren naar het type organisatie. Healthcare facility type display name Dit veld is bedoeld om de beschrijving(en) mee te sturen behorend bij de healthcare facility types. Home community identity Dit veld is bedoeld om het affinity domein waarover de zorgverlener communiceert te voorzien van een wereldwijde unieke code. Deze codes worden per land uitgegeven door het ministerie of een instantie die nauw gelieerd is aan het ministerie. In overleg met IHE Nederland is gekozen om de uitgifte van deze nummers door Nictiz te laten beheren. Aanvraag van een ‘home community id’ kan bij Nictiz via [email protected]. Dit veld is optioneel, maar verdient toch enige aandacht. Zolang de berichtuitwisseling

binnen het domein plaatsvindt, is dit veld niet verplicht. Op het moment dat de berichtuitwisseling tussen ‘affinity domains’ plaatsvindt is dit veld wel verplicht.

Echter, sinds vele jaren is het gebruikelijk om het OID te gebruiken van het CIBG. Dit om consistentie te bewerkstelligen met alle andere communicatiedragers.

Language code Dit veld geeft de taalcode aan die gebruikt wordt in de documenten. Voor Nederlandse documenten is gekozen voor de taalcode nl-NL.

Universal id type Volgens het ‘XDS ITI technical framework’ moet hier het woord ‘ISO’ gebruikt worden.

Legal authenticator Indien organisaties een persoon hebben toegewezen die de documenten mag publiceren, dan kan de naam van deze persoon in het veld ‘legal authenticator’ toegevoegd worden. In de Nederlandse context is deze functie niet van toepassing. De ‘author institution’ is toereikend om zinvolle informatie te communiceren over de zendende organisatie. Mimetype Dit veld is bedoeld om het soort document aan te duiden. Dit veld verwijst naar vrije tekst, beelden of PDF-documenten. Om wildgroei te voorkomen is een bruikbare lijst opgesteld waaruit gekozen kan worden. Voorstellen voor aanvullende mimetypes kunnen bij Nictiz aangevraagd worden. Patient id Dit veld is bedoeld om de patiëntidentiteit mee te geven in het bericht. Volgens de Wet BSN is het verplicht om hier het burgerservicenummer te vullen.

Practice setting code Dit is een verplicht veld. Volgens het supplement van van xds-i.b mag dit veld alleen de waarde ‘radiology code’ hebben. Omdat de scope van het medisch domein van radiologie per ziekenhuis verschilt is de verwachting dat deze verplichte code aangepast wordt. Vooruitlopend op de aanpassing van de standaard is voor Nederland een keuzelijst ontwikkeld. Practice setting code display name Dit veld is bedoeld om de beschrijving mee te sturen die behoort bij de code uit de ‘practice setting code’. Repository unique id Dit veld heeft als doel om de repositories uniek te identificeren. Dit moet door de lokale beheerders van het ‘affinity domain’ worden uitgedeeld aan de beheerders van een repository. De beheerders van het Affinity Domain moeten op hun beurt de web service endpoints van de repositories krijgen, zodat ze deze aan de beheerders van de ‘consumers’ in het ‘affinity domain’ door kunnen spelen.

Assigning authority Het veld ‘patient id’ is landelijk geregistreerd. In het veld ‘assigning authority’ wordt de organisatie geïdentificeerd die de landelijke uitgifte van burgerservicenummers uitgeeft. In dit geval de SBV-Z.

Namespace id Volgens het ‘XDS ITI technical framework’ mag de namespace niet gebruikt worden. Universal id In dit veld wordt de OID van de uitgevende instantie van BSN-nummers geplaatst. Formeel gezien zou dit het nummer van het agentschap BPR moeten zijn.

8


Service start time Het doel van dit veld is om de study date van het onderzoek (beeld) en het verslag te communiceren. Service stop time Dit veld gebruiken indien er een eindwaarde is die bij het ‘BPPC’ profiel hoort. Anders dit veld niet gebruiken.

Size In dit veld wordt de grootte van het bestand in bytes ingevuld.

Source patiend id Dit veld is bedoeld om de lokale patiëntidentiteit mee te geven in het bericht. Dit veld bestaat uit de opsomming van meerdere subvelden. Door de koppeling van de velden ‘source patient id’ en het eerdere veld ‘patient id’ waarbij het BSN-nummer verplicht is, is de patiënt goed te traceren. Patient id Dit is een tweede veld om de identificatie van de patiënt te registeren. Dit veld is bedoeld om het lokale patiëntnummer in te vullen. Dit nummer wordt bij het ziekenhuis, de zorginstelling of de preventieve organisatie gebruikt om de patiënt intern te identificeren.

verplicht indien bekend. Patient id Dit veld is de opsomming van de velden ‘patient id’, ‘assigning authority’, ‘namespace id’, ‘universal id’ en ‘universal id typ’. Patient id Let op; het veld ‘patient id’ wordt twee keer gevraagd in de standaard. Dit is geen kopieerfout maar een onlogisch dubbele veldbenaming in de XDS-standaard. Dit veld is bedoeld om de patiëntidentiteit mee te geven in het bericht. Volgens de Wet BSN is het verplicht om hier het burgerservicenummer te vullen. Assigning authority

Assigning authority In de vorige paragraaf is het veld ‘patient id’ besproken. In dit veld is een lokaal nummer noodzakelijk. Het hiervoor liggende veld ‘patient id’ is een lokaal nummer noodzakelijk. Omdat lokale nummers tussen ziekenhuizen overeen kunnen komen is het noodzakelijk om het lokale nummer te koppelen aan de unieke code van het zendende ziekenhuis. In het veld ‘assigning authority’ wordt de organisatie geïdentificeerd die de landelijke uitgifte van ziekenhuis identificaties beheert, in dit geval het CIBG met URA-nummers.

Namespace id Volgens het ‘XDS ITI technical framework’ mag de namespace niet gebruikt worden. Universal id In dit veld wordt de OID van de uitgevende instantie van URA-nummers en de identificatie dat het lokale patiëntnummers zijn. Universal id type Volgens het ‘XDS ITI technical framework’ moet hier het woord ‘ISO’ gebruikt worden. Source patient info Indien het hiervoor genoemde veld ‘source patient id’ niet beschikbaar is of indien er geen lokaal patiëntnummer wordt gebruikt, dan zijn de velden ‘patient id’, ‘family name’, ‘gender’ en ‘date of birth’

9


Het veld ‘patient id’, is landelijk geregistreerd. In het veld ‘assigning authority’ wordt de organisatie geïdentificeerd die de landelijke uitgifte van burgerservicenummers uitgeeft. In dit geval de SBV-Z.

Namespace id Volgens het ‘XDS ITI technical framework’ mag de namespace niet gebruikt worden. Universal id In dit veld wordt de OID van de uitgevende instantie van de BSN-nummers geplaatst. Formeel gezien zou dit het nummer van het agentschap BPR moeten zijn. Echter, sinds vele jaren is het gebruikelijk om het OID te gebruiken van het CIBG. Dit om consistentie te bewerkstelligen met alle andere communicatiedragers. Universal id type Volgens het ‘XDS ITI technical framework’ moet hier het woord ‘ISO’ gebruikt worden. Family name Vul hier de geslachtsnaam in zoals bekend bij de gemeentelijke basisadministratie. Last name In dit veld wordt de achternaam van de zorgverlener geplaatst. De notatie van de achternaam komt overeen met de naam zoals deze bij het UZI-nummer

is geregistreerd. Indien er geen UZI-nummer is wordt de naam gebruikt zoals deze bekend is bij de zendende organisatie. Indien de patiënt de rol van ‘author person’ heeft dan moet de geslachtsnaam (achternaam bij de geboorte) gebruikt worden. First name Dit veld is optioneel. Indien de voornaam beschikbaar is dan deze meegegeven worden. Second name and further given names In dit veld kunnen andere voornamen meegegeven worden. In Nederland is dit niet gebruikelijk. Suffix Een suffix is een achtervoegsel van de naam. Een voorbeeld is de afkorting jr. waarbij verwezen wordt naar de hiërarchie in de familie. Een suffix kan ook de aanduiding van een opleiding zijn, bijvoorbeeld MBA. In Nederland is het niet gebruikelijk om een suffix te communiceren. Prefix Een prefix is een voorvoegsel van de naam. Een voorbeeld hiervan is ‘dr’ in de situatie van Doctor. In Nederland is het niet gebruikelijk om een prefix te communiceren. Gender Geslacht van de persoon. Let op dit zijn de Engelse codes. Date of birth Vul hier de geboortedatum van de patiënt in. Title Dit veld is bedoeld om de titel van het document weer te geven wanneer deze een heel specifiek karakter hebben en tegelijkertijd niet in het veld ‘class’ kan worden ingevuld. Zolang deze situatie zich niet voordoet is het advies dit veld niet te gebruiken. Type code Dit veld heeft als doel om het beeld of verslag

10


specifieker te classificeren dan het eerder genoemde veld ‘class’. Relevante rapporten en brieven zijn geselecteerd uit LOINC-codestelsel. Indien er extra codes toegevoegd moeten worden voor andere domeinen, kunnen deze aangevraagd worden bij Nictiz. Het is niet de bedoeling dat hier willekeurige codes uit LOINC worden meegestuurd. Dit om vervuiling te voorkomen in de communicatie tussen zenders en ontvangers. Type code display name Dit veld is bedoeld om de beschrijving mee te sturen die behoort bij de code uit ‘type code’. Unique id Dit ID is een OID. Het wordt door de Document Source aan een document toegekend op het moment dat het gemaakt wordt (CDA, KOS) of gesubmit wordt (PDF en andere documenten). Dit nummer overnemen bij het ‘unique ID’. URI Dit veld is een restant uit XDS.a. Het houdt de schaalbaarheid van een domein tegen doordat het een expliciete URI van een document in een repository bevat. Als dat repository van plaats verandert zou je in de database van de repository alle URL's van de documenten uit dat repository aan moeten passen. Daarom introduceert XDS.b de ‘repositoryUniqueId’ waardoor een Consumer eerst in een interne tabel moet kijken wat het huidige adres van die repository is. Advies is om het gebruik van de URI af te raden of te verbieden. Voor wijzigingen of aanvullingen voor deze dataset kunt u contact opnemen met [email protected] o.v.v. Dataset Metadata XDS.

Nictiz is het landelijke expertisecentrum dat ontwikkeling van ICT in de zorg faciliteert. Met en voor de zorgsector voorziet Nictiz in mogelijkheden en randvoorwaarden voor elektronische informatie-uitwisseling voor en rondom de patiënt. Wij doen dit ter bevordering van de kwaliteit en doelmatigheid in de gezondheidszorg. Nictiz Postbus 19121 2500 CC Den Haag Oude Middenweg 55 2491 AC Den Haag T 070 - 317 34 50 [email protected] www.nictiz.nl

11


Handleiding bij dataset XDS

Recommend Documents