Handhaving Uitvoeringsplan Nieuw-West 2015 Afdeling Handhaving Mw. R. de By
December 2014
Inhoud
Gemeente Amsterdam Nieuw-West Handhaving
Versie 1.0
Handhaving Uitvoeringsplan Nieuw-West 2015
Inleiding 1.1 Handhavingsorganisatie 1.2 Gebiedsanalyse 1.3 Leeswijzer
3 4 5 6
Hoofdstuk 2 2.1 Hangjongeren/ groepsoverlast/ overlast op straat 2.2 Overlast en veiligheid evenementen 2.3 Afvalproblematiek 2.4 Parkeeroverlast 2.5 Overlast rond horeca 2.6 Prostitutie/ escort/ massagesalons 2.7 Vuurwerk (afsteken), kort rond 31 december 2.8 Overlast scooters 2.9 Taxiproblematiek 2.10 Illegale hotels/ illegale pensions 2.11 Brandveiligheid gebouwen 2.12 Veiligheid constructies/ funderingen 2.13 Asbest 2.14 Gevaarlijke stoffen/ externe veiligheid 2.15 Uitkeringsfraude 2.16 Veiligheid Kinderopvang 2.17 Treiteraanpak Lokale prioriteit 1 Lokale prioriteit 2 Lokale prioriteit 3
7
Hoofdstuk 3
33
Hoofdstuk 4
35
8 10 11 13 15 16 18 20 21 22 23 25 27 28 28 28 29 30 31 32
Inleiding
2
Voor u ligt het Handhaving Uitvoeringsplan 2015 (HUP) van stadsdeel NieuwWest. Met dit plan geeft stadsdeel Nieuw-West uitvoering aan het Stedelijk Handhavingsprogramma 2015 van de gemeente Amsterdam. Beleid voeren op het gebied van handhaving is nodig omdat de gemeente niet alle taken volledig kan uitvoeren. De capaciteit en middelen waarover de gemeente beschikt zijn beperkt. Dat betekent dat er keuzes gemaakt moeten worden. De gemeente kiest voor een programmatische benadering: de zeventien geselecteerde handhavingsprioriteiten worden met voorrang aangepakt. Daarmee verdwijnt reactieve handhaving niet uit beeld, integendeel. Signalen, handhavingsverzoeken, meldingen en klachten van derden en ook acute situaties blijven aanknopingspunten voor handhavingsactiviteiten. Met de programmatische aanpak zal de handhavingstaak zich ontwikkelen van reactief naar proactief, van incidentgestuurd naar planmatig. Mocht zich in 2015 problematiek voordoen die niet onder de handhavingsprioriteiten valt, dan kan een bestuurlijke afweging nodig zijn om de nieuwe problematiek met voorrang aan te pakken in plaats van een geselecteerde prioriteit. Dit is afhankelijk van de omvang van de problematiek. In het Stedelijk handhavingsprogramma 2015 staan de prioriteiten en ambities op het gebied van handhaving. Het stedelijk handhavingsprogramma is een belangrijk bestuurlijk sturingsinstrument bij gemeentebreed bestuurlijk toezicht en handhaving. Het programma is opgesteld door de centrale stad en stadsdelen. Door te kiezen voor een gezamenlijke handhavingsaanpak kan de gemeente effectiever handelen. Daarmee willen we bijdragen aan de leefbaarheid en veiligheid van Amsterdam. In dit Handhavingsuitvoeringsplan staat hoe stadsdeel Nieuw-West toezichtsen handhavingscapaciteit inzet op de zeventien stedelijke prioriteiten. Daarnaast staan we ook stil bij de lokale prioriteiten en beschrijven we welke capaciteit we daarop inzetten. Het stedelijk handhavingsprogramma en het HUP dienen in samenhang te worden gelezen. En zoals het stedelijk handhavingsprogramma uitgangspunt is voor het handhavingsuitvoeringsplan, zo is het handhavingsuitvoeringsplan uitgangspunt voor de planning of het jaarplan van de verschillende handhavingsafdelingen. Binnen Amsterdam streven we naar meer uniformiteit. Daaruit vloeit de wens voort om ook alle handhavingsuitvoeringsplannen van de stadsdelen en rve’s te uniformeren. Eind 2014 is daar dit format voor opgesteld. De stedelijke handhavingsprioriteiten voor 2015 zijn:
3
Hangjongeren/groepsoverlast/overlast op straat Overlast rond en veiligheid van evenementen Afval Parkeeroverlast Overlast rond horeca Prostitutie, escort, massagesalons Vuurwerk (afsteken), kort rond de 31e Scooters Taxi Illegale hotels/illegale pensions Brandveiligheid gebouwen: gebruik, nieuw- en verbouw Constructies/fundering Asbest Gevaarlijke stoffen/externe veiligheid (m.n. milieucategorie Omgevingsdienst) 15. Uitkeringsfraude 16. Veiligheid kinderopvang 17. Treiteraanpak 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14.
De lokale handhavingsprioriteiten voor 2015 zijn: 18. Project Osdorperweg 19. Ma Braunpad II 20. Westpoort
Prioritering houdt niet in dat we geen aandacht meer schenken aan andere problematiek. We blijven reageren op klachten en handhavingsverzoeken. Bovendien blijven we optreden tegen evidente overtredingen en excessen. Onze geloofwaardigheid van de handhaving is namelijk in het geding als onze handhavers aan voor burgers herkenbare overtredingen voorbij lopen. 1.1 Handhavingsorganisatie Medewerkers van stadsdeel Nieuw-West die zich in grote lijnen bezig houden met toezicht en handhaving zijn actief op de volgende werkvelden: Openbare ruimte: worden de regels over het gebruik van de openbare ruimte die gericht zijn op bijvoorbeeld leefbaarheid, toegankelijkheid en veiligheid voldoende nageleefd? Bouwen: vinden bouwactiviteiten plaats volgens de voorschriften gericht op onder meer veiligheid en behoud van stadsschoon en wordt bestaande bebouwing voldoende onderhouden?
4
Gebruik van gebouwen: worden gebouwen gebruikt conform bestemming en (vergunning)voorschriften, die dienen ter voorkoming van onder andere gevaar en overlast? Woonfraude.
Binnen Nieuw-West is de afdeling handhaving verantwoordelijk voor vrijwel alle toezicht en handhaving in het stadsdeel. De afdeling bestaat uit een afdelingsmanager met daaronder een team openbare ruimte en een team inspectie alsmede de handhavingscoördinatoren. De twee teams hebben allebei een teamleider. Daarnaast worden de teams ondersteund door een proces-unit, een office en een cluster juristen. Er is nog een aantal organisaties dat namens of in opdracht van stadsdeel Nieuw-West taken uitvoert op het gebied van Toezicht en Handhaving. Dat zijn: Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied, voor het uitvoeren van de complexe milieucontroles; Waternet voor het uitvoeren van controles op het water; Bureau Handhaving Kinderopvang; Marktbureau. Voor de inhoud van de opdracht verwijzen we naar de bijbehorende contracten en dienstverleningsovereenkomsten. De organisaties die taken uitvoeren op het gebied van Toezicht en Handhaving en waarmee op stedelijk niveau overeenkomsten zijn gesloten, staan in het Stedelijk Handhavingsprogramma genoemd. Samenwerking Het is een stadsbrede wens om de onderlinge samenwerking tussen rve’s en stadsdelen te intensiveren, om zo meer slagkracht te ontwikkelen om problemen op te lossen. Het bestuur heeft afgesproken om twintig procent van de handhavingscapaciteit in de stad flexibel en informatiegestuurd in te zetten. Deze flexibele aanpak moet leiden tot zichtbare interventies voor bewoners, bezoekers en ondernemers. In 2015 zet de gemeente in op de volgende prioriteiten met twintig procent flexibele handhavingscapaciteit: Taxiproblematiek Overlast rond horeca Overlast scooters Hangjongeren/groepsoverlast/overlast op straat Illegale hotels/illegale pensions Prostitutie/escort/massagesalons Overlast/veiligheid evenementen
5
Aanpak vuurwerkoverlast
Interne samenwerking In 2015 heeft de afdeling handhaving de ambitie om verder te groeien naar een afdeling met meer volume. Om dit volume te realiseren gaat de afdeling Handhaving onder andere werken met verschillende leer- werk en/of ervaringstrajecten die vanuit het Werkpunt van het stadsdeel worden geïnitieerd en/of worden aangeboden. Dit alles binnen de door de wet gestelde eisen ten aanzien van bevoegdheden en veiligheid. Op dit moment geven wij studerende handhavers toezicht en veiligheid (HTV-ers) gelegenheid om (stage) werkervaring op te doen. Met tussenkomst van een begeleider werken deze studenten HTV nauw samen met de handhavers openbare ruimte van het stadsdeel. Dit geldt ook voor de BBL beveiligingsopleiding die vanuit het werkpunt opereert. Hier is ook sprake van afzonderlijke (wettelijke) begeleiding maar werkzaamheden in de openbare ruimte vinden plaats in samenwerking met en onder regie van de afdeling handhaving (informatie gestuurd). Voor alle trajecten die samen met de afdeling Handhaving plaatsvinden gelden bepaalde (instap) wettelijke eisen. Naast een Verklaring Omtrent Gedrag moet er sprake zijn van een bepaald opleidingsniveau (mbo3), kledingvoorschriften (uniform van opleiding etc.) en moet de Nederlandse taal in woord en geschrift beheerst worden. Deze eisen maken dat niet alle aangeboden trajecten direct bij de afdeling Handhaving inpasbaar zijn. Dit laat onverlet dat de afdeling Handhaving in samenwerking met de afdeling Veiligheid en met het werkpunt continue op zoek is naar mogelijkheden die hier van toepassing kunnen zijn. Pionieren met lef is hier aan de orde. De afdeling Handhaving wil door deze interne samenwerking op straat, voor de bewoners en ondernemers, zichtbare resultaten behalen. 1.2 Gebiedsanalyse Stadsdeel Nieuw-West wordt gekenmerkt door een zeer omvangrijke maatschappelijke opgave. Naast de aanpak van nog 10.000 kwalitatief ondermaatse woningen (de onafgemaakte stedelijke vernieuwingsopgave) is sprake van omvangrijke armoede en daarmee samenhangende sociale problematiek in grote delen van het stadsdeel. Zo kent het stadsdeel veel spookjongeren, hoge jeugdwerkloosheid, taalachterstanden en de keerzijde van diversiteit, te weten discriminatie. Tegelijkertijd heeft het stadsdeel veel ontwikkelperspectieven, zoals de ligging tussen grote werkgebieden (de luchthaven, de haven, het centrum), een riante hoeveelheid groen met mogelijkheden voor sport en recreatie op stedelijk niveau, de rijkdom van 160 nationaliteiten en de aanwezigheid van een grote
6
groep jongeren op zoek naar hun toekomst. De vier gebieden van Nieuw-West maken deel uit van de Westelijke Tuinsteden van Amsterdam. 1 Per handhavingsthema wordt in de aanpak zoveel mogelijk rekening gehouden met deze kenmerken en waar nodig worden keuzes gemaakt voor de inzet op specifieke probleemlocaties. De buurtscans leveren zowel input voor de risicoanalyse waarop de stedelijke (en lokale) handhavingsprioriteiten zijn gebaseerd als input voor het vaststellen van de handhavingsuitvoeringsplannen van de handhavende organisatie waar en in welke mate de gesignaleerde problemen zich voordoen. In bijlage 1 zijn per gebied beschreven: - Korte karakterisering van het gebied inclusief kern van de analyse en de gebiedsagenda. - Opvallende cijfers: waar wijkt het gebied af ten opzichte van andere gebieden binnen het stadsdeel cq. het Amsterdams gemiddelde? 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 lichten we elk handhavingsthema toe en geven we aan wat wij in 2015 ten aanzien van dit thema gaan doen. In hoofdstuk 3 geven we in een overzicht een samenvatting van de capaciteitsinzet. In hoofdstuk 4 staat een financiële paragraaf. Tenslotte zijn in de bijlage alle 17 uitgewerkte prioriteiten in het Logisch Kader (LK) opgenomen. Daarin zijn per prioriteit doel, resultaten en welke activiteiten we gaan uitvoeren gespecificeerd.
2. Uitwerking per thema We streven binnen Amsterdam naar meer uniformiteit. Daaruit vloeit de wens voort om ook alle handhavingsuitvoeringsplannen van de stadsdelen te uniformeren. Eind 2014 is daar een format voor opgesteld. Bij ieder handhavingsthema staan de volgende punten uitgewerkt: Toelichting2 Analyse en resultaten3 1 Afkomstig uit Begroting 2015 gemeente Amsterdam (hoofdstuk 7 Focuskaarten stadsdelen Paragraaf gebiedsgericht werken). 2 Bij een stedelijke prioriteit staat hier o.a. het hoofddoel (zoals ook in het Logisch Kaderschema in de bijlage opgenomen) en aan welke maatschappelijke effecten je wilt bijdragen toegelicht. 3 Onder Analyse en Resultaten kijken we terug naar de voorgaande periode(s)
7
Aanpak4 Output (hieronder vermelden we o.a. concrete activiteiten die we ten aanzien van het thema gaan uitvoeren in 2015) 5
In de volgende paragrafen lichten we elk thema nader toe en geven we aan wat we in 2015 gaan doen. Voor de hele uitwerking van de stedelijke prioriteiten, verwijzen we naar de uitwerking in een Logisch Kader (LK) (opgenomen in bijlage 2). Om te beoordelen of we slagen in onze ambities, zijn voor elke stedelijke prioriteit een of meerdere indicatoren geformuleerd.
2.1 Hangjongeren/ groepsoverlast/ overlast op straat 2.1.1 Toelichting Binnen dit thema richten we ons vanuit toezicht en handhaving op de aanpak van overlast van hinderlijke, overlastgevende en criminele6 groepen. Ons doel daarbij is minder en/of afgeschaalde (zie voetnoot 6) (jeugd)groepen die overlast veroorzaken. Onder overlast wordt verstaan: intimiderend gedrag, geluidsoverlast, troep maken en alcohol en drugs gebruiken op openbare plekken. Bij de aanpak zijn naast toezicht en handhaving nog diverse andere partijen betrokken, zoals de Politie en straatcoaches. 2.1.2 Analyse en resultaten Deze prioriteit is het lastigst meetbaar. Overlast op straat door jongeren behelst namelijk meerdere elementen die terug te voeren zijn op andere prioriteiten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan zwerfafval veroorzaakt door jongeren. De uren hiervan zijn opgenomen in de uren voor afval. Om dubbelingen te voorkomen worden de uren dus niet ook geschreven op overlast jongeren. In 2014 hebben de handhavers openbare ruimte in totaal 355 uur specifiek besteed aan overlast van hangjongeren. Ten opzichte van het geraamde aantal uur van 1944 is dit een gerealiseerd percentage van 16%. Zoals hierboven reeds beschreven is dit zowel te verklaren door het schrijven van de uren op
4 en 5 Onder Aanpak en Output kijken we vooruit naar 2015 5 6 De jeugdgroepen zijn getypeerd aan de hand van de ernst van de problematiek: hinderlijk, overlastgevend of crimineel.
8
andere prioriteiten als door een grotere inzet op bepaalde prioriteiten, zoals bijvoorbeeld handhaving op fout parkeren. 2.1.3 Aanpak Handhavers openbare ruimte hebben in principe niet veel bevoegdheden om op te treden tegen overlast van groepen en hangjongeren. Uiteraard kunnen zij jongeren aanspreken op hun overlastgevende gedrag en verbaliseren als er een overtreding op grond van de APV of wet Mulder wordt begaan, maar optreden zoals de politie dat kan, kunnen de handhavers openbare ruimte niet. Samenwerken met de politie én andere ketenpartners (veiligheidscoördinatoren, netwerkcoördinatoren, wijkcoördinatoren, straatcoaches en de toezichthouders) is voor het tegen gaan van overlast op straat dus essentieel. De handhavers openbare ruimte zullen uiteraard ondersteuning bieden bij het signaleren van overlastgevende groepen op straat. Deze informatie is waardevol voor zowel de veiligheidscoördinatoren als netwerkcoördinatoren. Daarnaast blijkt dat de overlast van jeugd met name tot uiting komt in de parken in de warmere maanden van het jaar en in de pauzetijden rond de scholen. De handhavers openbare ruimte zullen dan ook extra alert zijn op dergelijke overlast in de zomer met name in het Kasterleepark en de Oeverlanden en surveilleren bij scholen tijdens de pauzes. In 2015 zullen de handhavers openbare ruimte in het kader van her- en bijscholing een cursus volgen waarin ze leren om te gaan met deze specifieke (jeugdige) doelgroep. Dit kan ertoe bijdragen dat de handhavers op een bepaalde manier met de jongeren het gesprek zullen aangaan om zo meer te bereiken dan wanneer alleen maar ‘streng’ zal worden opgetreden. 2.1.4 Output De handhaving openbare ruimte werkt actief samen met partners om overlast in de openbare ruimte tegen te gaan. Jongeren worden aangesproken als zij overlastgevend gedrag vertonen in de openbare ruimte. Jongeren worden geverbaliseerd bij het veroorzaken van zwerfvuil. Informatie over overlast gevende groepen wordt uitgewisseld. Handhavers openbare ruimte zullen 1000 uur aan deze prioriteit besteden.
2.2 Overlast en veiligheid van evenementen
9
2.2.1 Toelichting Op evenementengebied is er in Amsterdam veel te doen. Maar ook hier vereist de compactheid van de stad een afweging tussen activiteiten en verantwoordelijkheid van verschillende (organiserende) partijen. We willen dat evenementen veilig verlopen en dat de overlast die met deze evenementen gepaard gaat voor burgers en bedrijven ‘aanvaardbaar’ is. We richten ons vanuit toezicht en handhaving in 2015 op onvergunde en vergunde evenementen in de openbare ruimte en in gebouwen met een andere bestemming en dragen daarmee onder andere bij aan een goede balans tussen evenementen en woon- en werkgenot. 2.2.2 Analyse en resultaten De evenementen zijn in 2014 separaat geëvalueerd. Zie hiervoor de notitie ‘evenementen in Nieuw-West’. Bovendien zijn een aantal aanscherpingen gedaan voor 2015 ten opzichte van 2014. 2.2.3 Aanpak Op de grote evenementen werken de teams Inspectie en Handhaving openbare ruimte samen. Er worden geluidsmetingen verricht zowel op klacht als uit eigen beweging en de voorwaarden bij de vergunning worden gecontroleerd. Zowel voorafgaand aan het evenement als tijdens het evenement. In 2015 zal bij alle grote evenementen, dus boven de 2000 bezoekers, een veiligheidsschouw gehouden worden. Dit betekent wel dat alles een dag van tevoren gereed dient te zijn in verband met het inplannen van de schouw en tevens dat vergunningen dus op tijd zullen moeten worden verleend, zodat handhaving hierop kan worden ingepland. Bij deze schouw zal het een samenwerking betreffen tussen de verschillende teams van de afdeling handhaving. Op dit moment zijn er voor 2015 27 vergunningaanvragen ontvangen voor grote evenementen. Deze aanvragen moesten vóór 1 december 2014 ingediend te zijn. Dit is dus nog naast alle aanvragen en meldingen die volgen voor de kleine evenementen, welke acht weken van tevoren dienen te worden aangevraagd. 2.2.4 Output Het aantal evenementen zal in 2015 toenemen. Vanuit het team inspectie zal naar verwachting in 2015 950 uur ingezet worden op de controle op evenementen. Vanuit openbare ruimte zal ongeveer 800 uur ingezet worden. Het streven is dat: Alle evenementen veilig verlopen;
10
Alle evenementen zijn vergund of gemeld; De organisatoren zich houden aan de vergunning; Alle 'mogelijk overlastgevende' evenementen bekend zijn bij burgers, bedrijven en relevante dienstverlenende organisaties en diensten; Organisatoren van illegale evenementen en degene die zich niet aan de vergunning houden worden bestraft; Evenementen zijn beter in tijd en locatie gespreid; Stadsdeel overstijgende samenwerking en regie (procesresultaat).
2.3 Afvalproblematiek 2.3.1 Toelichting Afval op straat is voor veel bewoners en ondernemers een doorn in het oog. In de hele stad zorgt verkeerd aangeboden afval (wat betreft tijd, plaats en wijze) voor vervuiling, (stank)overlast en blokkering van de openbare ruimte. Het gaat hierbij om diverse soorten afval, zoals grof-, huishoudelijk-, zwerf- en bedrijfsafval. We streven naar een schone woon-, werk- en recreatieve omgeving. Het fysieke schoonmaken en -houden van de openbare ruimte is geen taak van toezicht en handhaving. Toezicht en handhaving speelt echter wel een belangrijke ondersteunende rol. Die rol betreft het opsporen van personen en bedrijven die de regels met betrekking tot inzameling niet naleven. Door in te zetten op dit thema willen we bijdragen aan onder meer een leefbaar(der) Amsterdam, een grotere bewustwording en verantwoordelijkheidsbesef van aanbieders van afval (burgers en ondernemers) en beter naleefgedrag. 2.3.2 Analyse en resultaten Tot en met 30 november 2014 hebben de handhavers openbare ruimte 10718 uur ingezet op de prioriteit afval. Dit is 90% van het aantal geraamde uren voor 2014. Eind 2014 zullen we dus goed op koers zijn voor de doelstelling van 13000 uur. 2.3.3 Aanpak De handhavers openbare ruimte besteden een groot deel van hun tijd aan het tegengaan van vervuiling en verloedering van het stadsdeel. Het betreft verschillende werkzaamheden zoals controle op de Afvalstoffenverordening (zowel bewoners als bedrijven), het tegengaan van zwerfvuil (o.a. overlast jongeren – snoeproutes en de warenmarkten), het verwijderen van wrakken en het tegengaan van dumpingen in natuurgebieden. Bij de werkzaamheden wordt zoveel mogelijk samengewerkt met andere partners om zo zichtbaar mogelijk te zijn in de wijk.
11
Klachten over vervuiling komen veelvuldig binnen via het systeem Meldingen Openbare Ruimte Amsterdam (MORA). Handhavers waren in 2013 en 2014 een groot deel van de tijd op pad om deze meldingen af te handelen. Ook in 2015 zullen de handhavers veel tijd besteden aan de MORA-meldingen. Daarnaast willen we in 2015 in alle natuurgebieden controleren op het illegaal dumpen van afval en tevens in de recreatiegebieden op het achterlaten van afval. Voorwaarde is wel dat op bepaalde plekken in het stadsdeel, zoals bijvoorbeeld bij de Oeverlanden en de Sloterplas meer afvalvoorzieningen dienen te komen om het geproduceerde afval te kunnen afvoeren. Handhaving kan natuurlijk niets als men het afval keurig naar de bak brengt, maar deze vol is. 2.3.4 Output De handhaving openbare ruimte draagt actief bij aan een schoner stadsdeel Nieuw-West; Er wordt actief gecontroleerd op overtredingen van de afvalstoffenverordening door bewoners en bedrijven; Naast de dagelijkse aandacht op het voorkomen van het veroorzaken van zwerfvuil door jongeren is er drie maal per jaar speciale aandacht voor de handhaving op de snoeproutes (net na de schoolvakanties). In 2015 wordt een aanzienlijke inzet gepleegd door handhaving openbare ruimte op het tegengaan van vervuiling en verloedering van het stadsdeel. Zonder daar actief op te sturen zal dat naar verwachting rond de 13.000 uur zijn. De inzet vindt plaats vanuit de gebiedsteams, de flexibele inzet en inzet op de markt. Het betreft inzet op de onderstaande stedelijke prioriteiten:
Afval Overlast in de openbare ruimte (veroorzaken zwerfvuil door jongeren – snoeproutes) Overlast evenementen (zwerfvuil, opruimplicht)
2.4 Parkeeroverlast
2.4.1 Toelichting De openbare ruimte van Amsterdam wordt intensief gebruikt, waardoor de kwaliteit er van onder druk komt te staan. Een belangrijke oorzaak is het grote aantal geparkeerde voertuigen op straat. Binnen deze prioriteit richten we ons in 2015 op geparkeerde voertuigen met en zonder kentekenplaat, zoals auto’s, touringcars, motoren, brommers, snorfietsen, vrachtwagens, aanhangers. Fiscaal parkeren en klemmen, fietsparkeren en alles achter slagbomen vallen buiten deze prioriteit. We willen de fysieke parkeeroverlast verminderen en we
12
willen dat specifieke doelgroepen (bv. invaliden) kunnen parkeren op voor hen bestemde plekken. Door hier op in te zetten dragen we onder andere bij aan een betere bereikbaarheid, leefbaarheid, verkeersveiligheid en kwaliteit van de openbare ruimte in Amsterdam. 2.4.2 Analyse en resultaten Vanwege de uitbreiding van de blauwe zones in 2014 hebben de handhavers in totaal 6968 processen-verbaal geschreven op fout parkeren (van 1 januari tot 31 oktober 2014). Dit kan uitgesplitst worden naar: 6606 verbalen voor Mulder feiten geschreven door handhavers van stadsdeel Nieuw-West én; 362 bestuurlijke strafbeschikkingen. Voor de controles op fout parkeren was voor heel 2014 7800 uur geraamd. Tot en met november is inmiddels al 11238 uur ingezet op deze prioriteit. Dit betekent 144%. Uiteraard komt dit door de uitbreiding van de blauwe zones in 2014, maar ook door het controleren op fout parkeren bij scholen. Het zijn in totaal 33 scholen waar we controles uitvoeren. Dit gebeurt om de beurt en zowel in burger als in uniform. 2.4.3 Aanpak De handhavers openbare ruimte besteden een groot deel van hun tijd aan de handhaving op foutparkeren. Dit wordt ook wel handhaving van de wet Mulder genoemd. Er wordt gecontroleerd en geverbaliseerd op alle parkeerovertredingen zoals parkeren op de stoep, parkeren op een laad- en loshaven of invalidenparkeerplaats, parkeren op hoeken van straten, in een parkeerverbodzone of te dicht bij een zebra. Ook de controles van de blauwe zones vallen onder de handhaving op foutparkeren. De vraag naar handhaving op foutparkeren is het laatste jaren flink toegenomen. Aan de randen van gebieden waar een parkeerregime geldt, is de parkeerdruk hoog. Mensen die niet voor het parkeren van hun auto willen of kunnen betalen, parkeren hun auto hier. Er ontstaat daardoor een overloopgebied waarin de parkeerdruk zo hoog is, dat er veelvuldig in overtreding wordt geparkeerd, zoals op de stoep of op hoeken van straten. Hierdoor heeft het verkeer te weinig overzicht op de weg en ontstaan onveilige verkeerssituatie. Bewoners van de overloopgebieden klagen hierover en over het feit dat zij hun auto niet meer kwijt kunnen. Ook aan de randen van blauwe zones ontstaan overloopgebieden met een roep om extra handhaving. De blauwe zones zijn erg handhavingintensief. Zonder handhaving werken de blauwe zones niet omdat automobilisten er dan veel langer blijven staan dan is
13
toegestaan. De zones dienen dus regelmatig en op afwisselende tijden te worden gecontroleerd door de handhaving. Dit betekent dat er veel handhaving op foutparkeren benodigd is. Zowel in de blauwe zones als in de overloopgebieden die daardoor ontstaan. Ook de verkeersveiligheid bij scholen alsmede het parkeren op laad- en losplekken heeft in 2015 de aandacht van de handhaving openbare ruimte. Foutparkeren bij scholen wordt tegengegaan door daar vrijwel dagelijks tijdens de haal- en brengtijden te controleren, ouders aan te spreken op hun gedrag en te verbaliseren. Ook geven handhavers daar waar er behoefte aan is voorlichting op scholen en aan oudercommissies en worden er vier maal per jaar speciale acties gehouden. 2.4.4 Output In 2015 wordt er naar verwachting ca. 7.800 uur aan handhaving openbare ruimte ingezet op het thema foutparkeren. Dat betreft het equivalent van 6 fte. De inzet op het tegengaan van parkeeroverlast vindt plaats vanuit de gebiedsteams en de flexibele inzet. Het betreft inzet op de onderstaande stedelijke prioriteiten:
Parkeeroverlast (Parkeer)overlast bij evenementen (Parkeer)overlast rondom horeca (Parkeer)overlast taxi Scooterproblematiek
2.5 Overlast rond horeca 2.5.1 Toelichting Met alle cafés, discotheken, theaters en andere uitgaansgelegenheden is Amsterdam dé uitgaansstad van Nederland. Tegelijkertijd is Amsterdam een stad waar wonen, werken en recreëren in een compacte omgeving plaatsvindt. We willen dat de overlast in en bij horecagelegenheden en de overlast gerelateerd aan horeca afneemt. Daarbij onderscheiden we overlast die voortkomt uit overtredingen waar een exploitant op basis van wet- en regelgeving op kan worden aangesproken en overlast die voortvloeit uit overtredingen van horecabezoekers. We willen met behulp van toezicht en handhaving bijdragen aan een stad waar het prettig wonen, werken, recreëren
14
en uitgaan is. Daarnaast willen we dat horecaondernemers hun bedrijf veilig, eerlijk en transparant exploiteren, zonder daarbij overlast te veroorzaken. 2.5.2 Analyse en resultaten In 2014 heeft het team inspectie in totaal 135 controles uitgevoerd in het kader van de uitvoering van de Drank- en Horeca wet. In totaal zijn twee horecalokaliteiten gesloten. 2.5.3 Aanpak Om de overlast voor omwonenden te beperken, richten we ons op horecagelegenheden zelf en dan met name overtredingen op grond van de APV (openingstijden, terrassen), Drank - en Horecawet (voorkomen drankmisbruik) en Wet milieubeheer (geluidsoverlast). Naast de horecagelegenheden zelf zullen we ons in 2015 richten op overlast veroorzaakt door bezoekers Denk hierbij aan overlast in de openbare ruimte, zoals wildplassen. 2.5.4 Output Doelstelling is afname van de overlast in, bij en gerelateerd aan horeca. De daarvoor gehanteerde indicatoren zijn:
het aantal klachten over horecaoverlast; het aantal overtredingen door horecaondernemers na algemene of gerichte controle; het aantal horecagelegenheden waarover geklaagd wordt; het aantal boetes door de handhaving openbare ruimte voor overtredingen van de APV door horecabezoekers tijdens uitgaansuren.
Vanuit het team inspectie zal 2600 uur worden ingezet op overlast rond horeca. Het team richt zich met name op de horecagelegenheden zelf en minder op de bezoekers.
2.6 Prostitutie, escort, massagesalons 2.6.1 Toelichting In de prostitutiesector is sprake van misstanden, uitbuiting en mensenhandel. Om dit tegen te gaan heeft de gemeente Amsterdam een werkwijze ontwikkeld binnen het vijfjarig programma Aanpak dwang en uitbuiting in de prostitutie. Het programma heeft een aantal doelen, gericht op de aanpak van misstanden. Bij een deel van het realiseren van deze doelen speelt toezicht en handhaving een belangrijke rol. We onderscheiden drie verschillende verschijningsvormen van prostitutie:
15
legale locatie gebonden prostitutie, zoals raamprostitutie en clubs illegale locatie gebonden bedrijfsmatige prostitutie op niet daartoe aangewezen locaties, zoals prostitutie in massagesalons of in woningen en legale en illegale escort oftewel mobiele prostitutie We richten ons in 2015 op bestuurlijke handhaving ten aanzien van afname van illegale activiteiten en missstanden in alle drie de hierboven genoemde verschijningsvormen van prostitutie. We hopen daarmee bij te dragen aan onder andere het tegen gaan van mensenhandel, zelfbeschikking van prostituees en minder gezondheidsrisico’s voor klanten en prostituees.
2.6.2 Analyse en resultaten In Nieuw-West zijn 2 vergunde massagesalons gevestigd. In 2014 (van 1 januari tot 30 november) hebben wij 62 meldingen ontvangen vanuit zoeklicht. Het betreft hier niet alleen prostitutie, escort en massagesalons, maar tevens illegale bewoning. Alle 62 meldingen zijn gecontroleerd door de inspecteurs van Inspectie. In 34 gevallen was er sprake van prostitutie. In 28 gevallen ging het onrechtmatig gebruiken van woning. Alle 62 zaken zijn opgelost door middel van bestuursrechtelijke handhaving. 2.6.3 Aanpak Dit thema is belegd bij het team Inspectie en wordt één avond in de week gecontroleerd door twee inspecteurs. Met name zoeklicht is een bron van adressen waar mogelijk illegale prostitutie vandaan komt. Naar aanleiding van deze meldingen gaan de inspecteurs op pad. In 2015 verwachten we circa 25 adressen te controleren op illegale thuisprostitutie. Het gaat daarbij om het bedrijfsmatig uitoefenen van het beroep. De inspecteurs zullen bijvoorbeeld nagaan of er advertenties geplaatst worden ten behoeve van de dienstverlening. Indien dit het geval is, is er (meestal) sprake van een bedrijfsmatige uitoefening van het beroep. Op grond van het bestemmingsplan zal dan handhavend worden opgetreden. Het ‘team mensenhandel’ van de politie is tevens aangehaakt bij deze prioriteit. Alvorens de inspecteurs op pad gaan, vindt altijd afstemming plaats met leden van dit team. Indien er een onderzoek loopt naar mogelijke mensenhandel zullen de inspecteurs niet interveniëren en het onderzoek van de politie afwachten. Indien er geen onderzoek plaatsvindt, kunnen de inspecteurs direct aan de slag. Een en ander dus altijd in afstemming met de politie.
16
2.6.4 Output Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke effecten:
het tegengaan van mensenhandel; gezondheidsrisico's voor klanten en prostituees nemen af; oneerlijke concurrentie, door onder meer massagesalons, ten aanzien van legale aanbieders vermindert; publiek neemt vooral legale diensten af; zelfbeschikking van prostituees neemt toe; vangnet ten behoeve van gedwongen prostituees wordt beter toegankelijk. Om vast te kunnen stellen of de misstanden in de prostitutie afnemen en de illegale prostitutie ingedamd wordt, hanteren we de volgende indicatoren; aantal rapportages en handhavingsancties naar aanleiding van bestuurlijk toezicht; lopende opsporingsonderzoeken; aantal voorgeleidingen; aantal veroordelingen; aantal opgevangen slachtoffers van mensenhandel. Het team inspectie verwacht in 2015 500 uur in te zetten aan de controle van deze prioriteit.
2.7 Vuurwerk (afsteken), kort rond 31 december 2.7.1 Toelichting De vuurwerktraditie tijdens oud en nieuw is diep geworteld in Nederland. Daarom is er geen totaalverbod gekomen op het kopen en afsteken van vuurwerk door particulieren. Een grote groep mensen ervaart echter veel overlast door vuurwerk. Deze overlast wordt vooral veroorzaakt door (extreem) harde knallen, te vroeg afgestoken vuurwerk en onveilige situaties op straat. Daarnaast hebben huisdieren vuurwerkstress, ontstaan ongezonde kruitdampen en ligt achtergelaten vuurwerkafval op straat. Ten slotte zie je vandalisme en vernieling vaak hand in hand gaan met vuurwerk. Overlast als gevolg van zwaar (illegaal) vuurwerk in Amsterdam is toegenomen, blijkt uit eerdere evaluaties van politie en stadsdelen. Om de overlast te verminderen, heeft de rijksoverheid besloten dat vuurwerk vanaf 2014 alleen nog op oudejaarsavond vanaf 18.00 uur mag worden afgestoken en niet meer vanaf ’s ochtends 10.00 uur. Belangrijk is om vanuit de gemeente het signaal af te geven dat we overlast van het te vroeg afsteken
17
van vuurwerk niet tolereren. Daarom zullen we rond de jaarwisseling intensiever handhaven op het afsteken van vuurwerk buiten de toegestane tijden. 2.7.2 Analyse en resultaten In 2013 is, ondanks dat het geen prioriteit was, toch intensiever gehandhaafd op het op illegale tijden afsteken van vuurwerk. Dit was in samenwerking met de politie. In Nieuw-West zijn in de week voorafgaand aan Oud&Nieuw en op oudjaarsdag geen verbalen geschreven op het illegaal afsteken van vuurwerk. In totaal zijn er 19 kinderen op straat aangetroffen die vroegtijdig vuurwerk afstaken. Van deze 19 kinderen waren er: 17 in de leeftijd tussen de 8 en 11 jaar 1 kind van 5 jaar 1 kind van 14 jaar Het kind van 14 jaar is aangemeld bij stichting HALT. De kinderen die niet voor HALT in aanmerking kwamen, heeft handhaving meegenomen naar hun huis en in bijna alle gevallen hebben we de ouders gesproken. Wij hebben bij de minderjarige kinderen de ouders de strafmaat laten bepalen, aangezien kinderen geen verbaal kunnen krijgen. Op moment van schrijven van dit HUP is het nog geen Oud&Nieuw geweest in 2014, vandaar dat de cijfers van 2013 genoemd staan. 2.7.3 Aanpak In de week voorafgaand aan Oud&Nieuw zullen de handhavers openbare ruimte extra controleren op het illegaal afsteken van vuurwerk. Vanaf het legale tijdstip, namelijk 18.00 uur op 31 december is het afsteken van vuurwerk toegestaan. Vanaf dat moment zullen de handhavers geen rol meer hebben, aangezien zij niet de bevoegdheden hebben om tegen zogenaamd ‘illegaal’ vuurwerk (bommen) op te treden. Deze bepaalde bevoegdheid is belegd bij de politie. Vanaf 18.00 uur is de controle op het afsteken van vuurwerk dan ook een openbare orde kwestie. Uiteraard kunnen de handhavers openbare ruimte, indien gewenst, wel extra ogen en oren zijn op oudjaarsdag. 2.7.4 Output In totaal zullen de handhavers openbare ruimte zo’n 100 uur gaan besteden aan deze prioriteit.
18
2.8 Overlast scooters 2.8.1 Toelichting Een groeiende groep verkeersdeelnemers in Amsterdam zijn scooterrijders (snor- en bromfietsen). De opkomst van de scooter in de stad brengt de nodige problemen met zich mee, zoals verslechtering van de verkeersveiligheid en hinder en overlast voor fietsers en voetgangers. Amsterdam wil de overlast door scooters (te hard en asociaal rijden) intensiever gaan aanpakken. We willen hierbij samen optrekken met onze handhavingspartners, zoals de Politie We richten ons daarbij in 2015 op snorfietsen (blauwkenteken) en bromfietsen (geel kenteken), waarbij de focus vanuit toezicht en handhaving o.a. ligt op scooters in parken, voetgangersgebieden en op fietspaden, op parkeren (zie ook 2.2 parkeeroverlast) en op het aan laten staan van motoren op ponten. Ons doel is dat brom- en snorfietsers zich aan de verkeersregels houden en geen overlast veroorzaken. 2.8.2 Analyse en resultaten Bij de actieweken in 2014 is in totaal aan fietsen en scooteren op de stoep 226,75 uur ingezet door de handhaving openbare ruimte. Er zijn 196 processen-verbaal geschreven op dit thema. De ‘hotspots’ voor dit thema waren de winkelpleinen/ gebieden van het stadsdeel. 2.8.3 Aanpak In 2015 zet de afdeling handhaving op deze prioriteit in in de volgende perioden: Veiligheidsweek 2015; Flex acties in het kader van de 20% flexibele inzet, 2x per jaar; Verder zal handhaving openbare ruimte uiteraard dit thema meenemen in hun reguliere werkzaamheden op het moment dat het ‘op heterdaad’ geconstateerd wordt. De overlast van de scooters is met name een grote bron van ergernis op de winkelpleinen. Zo zal handhaving openbare ruimte structureel uren inzetten voor controles op het Osdorpplein, Dijkgraafplein, Lambertus Zijlplein, Sierplein en Plein ’40-’45. Naast eigen aanpak van handhaving zal het stadsdeel de ‘scooterproblematiek’ tevens onder de aandacht van de politie brengen door agendering in de subdriehoek om bijvoorbeeld de rollerbank vaker in te zetten.
19
2.8.4 Output Het hoofddoel van deze prioriteit is: Brom- en snorfietsers houden zich aan de verkeersregels en veroorzaken geen overlast. De volgende indicatoren zijn hier van belang: geen brom- en snorfietsen op het voetpad; geen draaiende motoren in parken; tevreden burgers over doelgroep, minder klachten van inwoners/bezoekers; minder bekeuringen en afname handhavingsuren; afname ongevallen; minder stank- en geluidsoverlast; minder vervuiling van het straatbeeld; geen bromfietsers op het fietspad. Ten behoeve van deze prioriteit zal +/- 500 uur door handhaving openbare ruimte ingezet worden.
2.9 Taxiproblematiek
2.9.1 Toelichting De gemeente Amsterdam streeft naar een gezonde taxibranche waar passagiers kunnen rekenen op een veilige en betrouwbare (meest efficiënte wijze van A naar B rijden) rit en professionele taxichauffeurs een fatsoenlijk inkomen kunnen verdienen. Het is alleen voor taxichauffeurs die zijn aangesloten bij een ‘Toegelaten Taxi Organisatie’ (TTO) toegestaan om op de opstapmarkt (standplaatsen en opstapklanten op straat) te rijden. We richten ons vanuit toezicht en handhaving daarbij op chauffeurs van taxi’s die zijn aangesloten bij een TTO en op chauffeurs die dat niet zijn. We willen de overlast die veroorzaakt wordt door het gedrag van chauffeurs, zowel het gedrag ten opzichte van de klant als ten aanzien van de openbare orde en veiligheid, aanpakken. We willen daarmee bijdragen aan het verbeteren van de kwaliteit van de opstapmarkt voor taxi’s in Amsterdam. De taken die voortvloeien uit dit thema zijn vooral belegd bij de RVE Handhaving en toezicht. De rol van het stadsdeel is beperkt. Naast dat we een signaleringsfunctie hebben naar de RVE Handhaving en Toezicht, nemen we – op plekken en momenten dat dat zin heeft – in ons reguliere toezicht gedrag van chauffeurs op en rond standplaatsen mee. 2.9.2 Analyse en resultaten Op dit moment hebben we in stadsdeel Nieuw-West zes taxistandplaatsen, te weten: Tussen Meer: 5 plaatsen; Louwesweg: 7 plaatsen;
20
Gustav Mahlerlaan: 7 plaatsen; Koningin Wilhelminaplein: 2 plaatsen; Willem Frogerplein: 2 plaatsen; Slotermeerplein: 2 plaatsen.
Alle standplaatsen zijn in de actie weken in 2014 bezocht. We hebben als stadsdeel Nieuw-West vrij weinig taxistandplaatsen (zeker in vergelijking met de rest van de stad) en hebben in 2014 dan ook alleen inzet gepleegd tijdens de stedelijke flexacties. 2.9.3 Aanpak De handhavers openbare ruimte zullen in 2015 actief een bijdrage leveren aan deze prioriteit tijdens de flexactie’s vanuit de stad. Daarnaast zullen zij tijdens hun reguliere werkzaamheden de taxistandplaatsen langsgaan om te kijken of alles volgens de regels verloopt. Indien zij overtredingen constateren, zullen zij uiteraard handhavend optreden. Over het algemeen gaat het met de taxistandplaatsen in het stadsdeel goed. Dit betekent dat er weinig tot geen overtredingen worden geconstateerd. 2.9.4 Output In 2015 zullen de handhavers openbare ruimte ongeveer 200 uur inzetten op deze stedelijke prioriteit. Naar verwachting zullen niet veel processen-verbaal geschreven worden.
2.10 Illegale hotels/illegale pensions 2.10.1 Toelichting We richten ons in 2015 wat betreft het aanpakken van woonfraude binnen de gemeente Amsterdam op de aanpak van illegale hotels en pensions in woningen en huisjesmelkers. We willen dat het aantal woningen dat illegaal en/of onveilig gebruikt wordt als hotel of pension afneemt. Daarmee willen we onder andere eraan bijdragen dat toeristen met een veilig gevoel een overnachting kunnen boeken en, dat het aantal woningen waarin weer wordt gewoond toeneemt. 2.10.2 Analyse en resultaten In 2014 hebben we 134 adressen bezocht waar een vermoeden is van onrechtmatig gebruik van de woningen: - Bij 26 adressen is de overtreding beëindigd.
21
- Bij 49 adressen zijn er geen strijdigheden geconstateerd. - Bij 59 adressen loopt nog een onderzoek. Oorzaken hiervan zijn onder andere dat er niemand is aangetroffen of wegens onderzoek door andere instanties. 2.10.3 Aanpak Team Inspectie zal meedoen aan alle geplande flexacties, zoals bijvoorbeeld Tatra en Safari. De gevraagde inzet zal geleverd worden door zowel inspecteurs als juristen. 2.10.4 Output Team inspectie zal in samenwerking met Dienst Wonen Zorg en Samenleven (DWZS) de controles gaan uitvoeren naar illegale hotels/ illegale pensions. Naar verwachting zal op +/- 200 adressen een controle plaatsvinden. Dit betekent dat twee inspecteurs twee uur per adres bezig zullen zijn. De verwachte aantal in te zetten uren in 2015 is dus +/- 750 uur. Naast de uren inzet van de inspecteurs betekent het natuurlijk ook een juridische claim op de capaciteit wanneer er daadwerkelijk een overtreding geconstateerd wordt.
2.11 Brandveiligheid gebouwen 2.11.1 Toelichting We willen de brandveiligheid van bestaande bouwwerken verhogen, daarbij is het belangrijk dat gebouwen en inrichtingen overeenkomstig de regelgeving en de vergunningvoorschriften brandveilig gebruikt worden. We richten ons in 2015 op de naleving van bestaande bouwwerken die in de hoogste risicocategorieën (1 en 2) vallen. Dit zijn gebouwen waar het risico op slachtoffers bij brand groter is dan gemiddeld. Risicogebouwen zijn in ieder geval de gebouwen waarin minder zelfredzame personen verblijven en gebouwen met verblijf voor meer dan 50 mensen. Door hier op in te zetten willen we bijdragen aan o.a. minder doden en gewonden als gevolg van een brand en het verminderen van schade aan gebouwen en milieu. 2.11.2 Analyse en resultaten In 2014 hebben de inspecteurs brandveilig gebruik bouwwerken 521 controles uitgevoerd. Deze controles zijn verdeeld naar categorie instelling: Cat 1: 232 Cat 2: 155 Cat 3: 63 Cat 4: 71
22
2.11.3 Aanpak Het aantal vrije kavels in het stadsdeel neemt in 2015 toe. Dit betekent dat er meer controle nodig is, aangezien de regels voor de kavels minder stringent worden, zal toezicht achteraf nodig zijn. Voor de nieuwbouw geldt dat we deze 100% gaan controleren in 2015. De brandveiligheid zal worden gecontroleerd in de hoogste risicocategoriën (1 en 2), en met name de parkeergarages zullen 100% controle krijgen. 2.11.4 Output Voor wat betreft de brandveiligheid zal het team inspectie 3540 uur inzetten op de controle daarvan. Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke effecten: het verminderen van doden en gewonden als gevolg van brand; het verminderen van schade aan gebouwen en milieu; veilig wonen, werken of verblijven in gebouwen in Amsterdam; behoud van een leefbare stad (schoon, heel en veilig). Beoogde resultaten zijn dat alle vergunninghouders van risicocategorie 1 en 2 aan de wettelijke voorschriften van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en de Woningwet voldoen (honderd procent naleving), dat de bewustwording van brandveiligheid van gebruikers van risicogebouwen is toegenomen, dat de brandveiligheidseisen in deze bouwwerken beter worden nageleefd en dat er minder bouwwerken met een hoog brandrisico zijn. In stadsdeel Nieuw-West zijn ca. 681 panden die vallen onder het Bouwbesluit, onderdeel brandveilig gebruik, dat toeziet op het brandveilig gebruik van gebouwen. Naarmate het risico in het gebouw groter is, neemt ook de minimale controlefrequentie in een jaar toe. Zo zijn gebouwen met minder zelfredzame personen het meest risicovol. Denk aan bijvoorbeeld ziekenhuizen en verpleeghuizen. In 2015 worden er ongeveer 700 controles op het gebied van brandveiligheid uitgevoerd. Dit aantal is inclusief eventueel benodigde hercontroles.
23
2.12 Veiligheid constructies/funderingen 2.12.1 Toelichting Doel van deze prioriteit is te zorgen dat bouwwerken door middel van risicogericht toezicht wat betreft constructieve veiligheid en brandveiligheid conform vergunning opgeleverd worden, waarbij de vergunning adequaat aan regelgeving getoetst is. Natuurlijk moeten (ver)bouwers en opdrachtgevers zich aan meer wet- en regelgeving houden, maar de stedelijke focus ligt in 2015 in eerste instantie dus bij deze twee essentiële elementen, die onder de noemer Veiligheid (een belangrijk thema uit de wet- en regelgeving ten aanzien van nieuwbouw en verbouw) vallen. Daarmee willen we bijdragen aan onder meer een kwalitatief goede en veilige leefomgeving en het veilig bouwen en verbouwen in Amsterdam. 2.12.2 Analyse en resultaten In 2014 hebben de inspecteurs 1419 controles uitgevoerd. Dit betrof zowel de reguliere controles als de controles op constructies/ funderingen. 2.12.3 Aanpak De veiligheid van de constructies/ funderingen staat bij het stadsdeel hoog in het vaandel. 100% zal worden gecontroleerd in 2015. In het stadsdeel zijn weinig tot geen funderingsherstelwerkzaamheden noodzakelijk aangezien het allemaal gebouwd is na de tweede wereldoorlog. Dit betekent dat de vergunning op alle aspecten gecontroleerd zal worden, indien het gaat om de nieuwbouw in ons stadsdeel. Indien op een zodanige manier gebouwd wordt dat tevens bij verbouw de constructie wordt aangepast, zullen de bouwinspecteurs ook daar 100% controle op uitvoeren. 2.12.4 Output Naar verwachting zullen we in 2015 meer vergunningen ter controle krijgen. Dit houdt in dat er 1300 uur inspectie op zal worden ingezet. Handhaving levert een bijdrage aan het bereiken van de volgende maatschappelijke effecten:
kwalitatief goede en veilige leefomgeving; in Amsterdam staan veilige bouwwerken; er wordt veilig gebouwd en verbouwd; het kwaliteitsniveau van aannemers/uitvoerders stijgt. Doelstelling van deze prioriteit is dat bouwwerken op het gebied van constructieve veiligheid en brandveiligheid conform de vergunningvoorwaarden
24
worden opgeleverd. Om dat vast te kunnen stellen, hanteren we de volgende indicatoren:
aantal incidenten waarbij sprake was van constructieve schade; aantal klachten/meldingen bij stedelijke noodwacht; aantal handhavingverzoeken n.a.v. vergunningplichtige bouw- en/of verbouw; toetsing en verslaglegging van alle vergunningen volgens BOM-systematiek en bijbehorende protocollen. Naar verwachting worden in 2015 ca. 2000 inspecties uitgevoerd bij: Circa 400 in uitvoering zijnde omgevingsvergunning bouw. Circa 50-60 in uitvoering zijnde omgevingsvergunningen bouw grote projecten.
2.13 Asbest 2.13.1 Toelichting Hoewel het gebruik van asbest in 1993 is verboden, is in het verleden toegepaste asbest nog op veel plaatsen aanwezig. Blootstelling kan o.a. plaatsvinden bij het slopen van gebouwen en woningen, bij bodemsanering en bij reparatie van objecten die met asbest zijn geïsoleerd. We willen dat professionele partijen die betrokken zijn bij (ver)bouw, sloop, installatiewerkzaamheden e.d., denk aan aannemers, asbestinventarisatiebedrijven en vastgoedbezitters, hun verantwoordelijkheid nemen. Dit betekent dat ze de regels kennen en naleven, waardoor overlast en/of gevaar wordt voorkomen. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan een gezonde en veilige omgeving om te wonen, te werken en te ondernemen. 2.13.2 Analyse en resultaten In 2014 hebben we 665 sloop- en asbestmeldingen ontvangen. Bij deze meldingen gaat de inspecteur steekproefsgewijs op controle. In 2014 zijn we 74 keer op controle geweest bij verschillende meldingen. Daarnaast hadden we in 2014 natuurlijk de controles bij de Louweshoek. Ook in 2015 zullen we hier dagelijks controles blijven uitvoeren. 2.13.3 Aanpak In stadsdeel Nieuw-West zijn veel panden eigendom van woningbouwcorporaties en uit een bouwperiode waarin veelvuldig asbest werd toegepast. Al enkele jaren zijn de corporaties bezig dit asbest stelselmatig te verwijderen, bijvoorbeeld op het moment dat een woning leeg komt te staan. Voorafgaand aan de stedelijke vernieuwing vindt vrijwel altijd sloop plaats van
25
bestaande woningvoorraad, waarbij ook asbest voorafgaand aan de sloop moet worden verwijderd. In het asbestverwijderingproces is veel gecertificeerd, waardoor de overheid vooral een controlerende taak heeft op het (administratieve) proces rondom een sanering of sloop. Gelet op het gevaar dat asbest vormt voor de volksgezondheid is toezicht noodzakelijk. 2.13.4 Output In 2015 zullen naar verwachting 600 meldingen van asbestsaneringen op juiste uitvoering worden gecontroleerd. Naast dit programmatisch toezicht vindt ook toezicht op ad hoc basis plaats bij calamiteiten (bijvoorbeeld brand) of als gevolg van maatschappelijke onrust bij het vermoeden van asbest. Om vast te kunnen stellen of genoemde partijen hun verantwoordelijkheid nemen, hanteren we de volgende indicatoren: aantal startmeldingen en sloopmeldingen; aantal geconstateerde overtredingen (eerste twee jaar stijging, na 2015 minder overtredingen); aantal (potentiële) recidivisten. Team inspectie zal naar verwachting 1400 uur inzetten op de controle van asbest.
2.14 Gevaarlijke stoffen/externe veiligheid (m.n. milieucategorie Omgevingsdienst) 2.14.1 Toelichting Externe veiligheid heeft betrekking op situaties waar een ongeval kan plaatsvinden met gevaarlijke stoffen waardoor mensen - die verder niets met de risicodragende activiteit te maken hebben - om het leven zouden kunnen komen. Hiervoor wordt meestal uitgegaan van het begrip risico, als combinatie van kans en effect. Voor inrichtingen is het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) de belangrijkste wetgeving. Hierin zijn grenswaarden en richtwaarden opgenomen voor het risico dat een enkel persoon overlijdt en het risico dat een groep personen overlijdt. Daarnaast is er wetgeving voor de opslag van vuurwerk en munitie. Ook voor transport van gevaarlijke stoffen is er aparte wetgeving. In de uitwerking van deze prioriteit zijn we uitgegaan van opslag van gevaarlijke stoffen, vervoer over water van gevaarlijke stoffen, vuurwerk,
26
afgemeerde schepen met gevaarlijke stoffen, alles binnen de gemeente grenzen van Amsterdam. Het stadsdeel voert bij deze prioriteit wel reguliere controles uit waarbij wij letten op de opslag van gevaarlijke stoffen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan opslag van vuurwerk en chemicaliën. Indien dit geconstateerd wordt, zal de omgevingsdienst worden ingeseind om handhavend op te treden.
2.15 Uitkeringsfraude Stadsdelen hebben behalve een signalerende functie geen rol ten aanzien van toezicht en handhaving bijstandsfraude. Zie voor meer informatie het stedelijk handhavingsprogramma.
2.16 Veiligheid kinderopvang In 2015 richten we ons op veilig en gezonde kinderopvang en voldoende pedagogisch klimaat. Deze taken zijn, afgezien van toezicht en handhaving op brandveiligheid, (ver)bouw e.d. niet belegd bij de stadsdelen. De handhaving op dit thema wordt uitgevoerd door Bureau Handhaving Kinderopvang namens de stadsdelen. Toezicht wordt uitgevoerd door de GGD. Zie het jaarplan Bureau Handhaving Kinderopvang en de evaluaties 2013 en 2014.
2.17 Treiteraanpak 2.17.1 Toelichting Iedereen moet zich veilig voelen in zijn eigen woonomgeving. Helaas is dat niet bij alle Amsterdammers het geval. Het komt voor dat mensen in hun woonomgeving structureel worden gepest, geïntimideerd, aangevallen en/of worden gediscrimineerd. Dit gebeurt op zo’n geniepige manier dat daders bijna nooit op heterdaad zijn te betrappen. Bewoners zijn bang, hebben het gevoel er alleen voor te staan en zien geen uitweg meer. Dit kan zelfs zo ver gaan dat mensen geen andere uitweg zien dan maar te verhuizen naar een andere buurt. De gemeente is daarom in januari 2013 gestart met een nieuwe aanpak om intimidatie in de woonomgeving tegen te gaan, de zogenaamde treiteraanpak. Binnen de treiteraanpak wordt onder treiteren verstaan het herhaaldelijk terugkerend wangedrag van personen of groepen tegen specifieke personen of
27
huishoudens. Het treiteren speelt zich af in de directe woonomgeving van het slachtoffer waardoor hij zich niet aan het wangedrag kan onttrekken. Het wangedrag bestaat uit een combinatie van overlast en strafbare feiten, vaak vernieling en bedreiging, soms geweldpleging, veroorzaakt en gepleegd door buren of (vaak) overlastgevende jongeren in of uit de buurt. De incidenten vinden plaats rond de woning van het slachtoffer, zijn gericht op het slachtoffer en zijn in die zin bewust gekozen. Het stelselmatig treiteren, ofwel het intimideren, kan een discriminerend karakter hebben. Iets wat met een normale klacht begint, kan (in een uitzonderlijk geval) een treiterzaak worden. In dat geval zijn daar zeker inspecties van het team inspectie aan vooraf gegaan. Dit komt echter zo sporadisch voor dat dit daarom, voor wat betreft de inzet, onder de noemer ‘onvoorzien’ wordt meegenomen.
Lokale prioriteit 1: Ma Braunpad II
Toelichting Op de woonwagenlocatie Ma Braunpad II is in 2013 een nulmeting gedaan om vast te kunnen stellen welke bouwwerken reeds aanwezig waren op dat moment. Om ervoor te zorgen dat de illegale situatie niet verder toeneemt (onder andere door het te dicht op elkaar plaatsen van bouwwerken) hebben de inspecteurs van het team inspectie in 2014 gecontroleerd of de nulsituatie behouden is. Dit zal in ieder geval voortduren totdat het bestemmingsplan is vastgesteld. Analyse en resultaten De inspecteurs van het team inspectie zijn zeven keer op de woonwagenlocatie geweest. In 2014 hebben we 40 uur hierop ingezet. De nulsituatie is behouden gebleven. Aanpak In 2015 zullen we steekproefsgewijs controles uitvoeren op het Ma Braunpad, maar wel intensiever dan in 2014. Output De rol voor het team Inspectie in 2015 zal zich met name richten op de naleving en handhaving van het Bouwverbod. Zodra zicht is op vaststelling van het bestemmingsplan worden de te behouden bebouwing(smogelijkheden) exact ingemeten ten behoeve van opname in het bestemmingsplan. Een extern bureau zal deze werkzaamheden uitvoeren. Tot dat moment zal door intensieve en additionele inzet van extern in te huren handhavingscapaciteit worden toegezien op behoud van de huidige situatie. Op het geëigende moment
28
binnen de P&C-cyclus zal bestuurlijk worden gerapporteerd over de voortgang van dit project en de eventuele noodzaak voor een nadere financiële prioriteit. Team inspectie zal 100 uur inzetten ten behoeve van de controles op het Ma Braunpad II.
Lokale prioriteit 2: Project Osdorperweg Toelichting In het kader van het nieuwe bestemmingsplan Osdorperweg e.o. is in 2009 / 2010 een nulmeting uitgevoerd in het gebied Osdorperweg, waarbij een 80-tal overtredingen zijn gesignaleerd. Tot medio 2015 worden deze 80 zaken gefaseerd nader getoetst worden op legalisatiemogelijkheden en waar nodig gehandhaafd. Analyse en resultaten In 2014 zijn alle zaken opgepakt, dat wil zeggen dat er op alle adressen een inspecteur is langsgeweest om de nulmeting te checken op juistheid en/of veranderingen. De juridische opvolging van de constateringen loopt nog steeds. Aan de hand van het ‘voorbeeld’dossier van de heer Meekel zullen de juristen in 2015 een aantal zaken op dezelfde manier oppakken. Dit betekent out of box zoeken naar gepaste en juridisch correcte oplossingen. Aanpak Om tot een goede afronding van het project te komen, is het met name van belang dat de juridische opvolging in 2015 wordt afgerond. Inmiddels zijn de resterende zaken verdeeld en zijn we begonnen met de aanpak ervan. Output De inspecteurs zullen in 2015 zo’n 200 uur kwijt zijn aan het project Osdorperweg. Dit heeft vooral te maken met het doen van hercontroles en controles op het moment dat er aanschrijvingen verlopen. Voor de juristen zal er ongeveer 1000 uur ingezet gaan worden voor dit project. Het doel is dat alle zaken in 2015 worden afgerond.
Lokale prioriteit 3: Westpoort
29
Toelichting In het voorjaar van 2014 is een gevelscan uitgevoerd om een beeld te krijgen van het aantal panden dat programmatisch moet worden geïnspecteerd op basis van het inrichtingenbesluit (milieu) en/of brandveilig gebruik in het gehele Westpoort gebied. Aanleiding voor deze gevelscan is dat een eerdere overdracht van het toezicht op milieu-inrichtingen in 2010 vanuit de toenmalige DMB een overdracht van formatieve capaciteit opleverde gebaseerd op 900 inrichtingen. Na een gevelscan in 2012 bleek het werkelijke aantal echter ca. 1500 te bedragen. Per 1 januari 2015 zal het Westpoort gebied onder onze verantwoordelijkheid vallen. Aanpak In 2015 zullen wij het gebied gaan verkennen en bezien wat nodig is om in dit gebied op eenzelfde adequate manier te handhaven als in de rest van stadsdeel Nieuw-West. Op dit moment zijn de geraamde uren gebaseerd op de huidige formatie. Dit is niet voldoende voor de handhaving van het stadsdeel inclusief Westpoort. Dit HUP ziet op de op dit moment toegezegde middelen ten behoeve van Westpoort. Output In kaart brengen van het gebied.
3. Samenvatting inzet capaciteit per thema/prioriteit Voor 2015 wordt net als vorig jaar 20% van de toezicht- en handhavingcapaciteit van de stadsdelen en diensten gemeentebreed flexibel ingezet. We begroten met het oog hierop bij elke afdeling 80% van de capaciteit over de verschillende thema’s en prioriteiten. Het overzicht hieronder betreft alleen de uitvoerende capaciteit gedekt door de reguliere salarisbegroting. Voor overig en incidenteel gefinancierde capaciteit, zie hoofdstuk 4. Samengevat ziet de inzet van fte’s er voor 2015 als volgt uit:
30
Uitvoerende capaciteitsinzet
Thema/prioriteit
Bouwtoezich t
Gebruikstoezic ht
Hangjongeren/groeps overlast/overlast op straat
HOR
Juridische handhavi ng
1000
Overlast rond en veiligheid van evenementen
950
1500
totaal
1000
100
2550
Afval
1300 0
Parkeeroverlast
9000
700
9700
800
200
3600
200
700
Overlast rond horeca
2600
Prostitutie, escort, massagesalons
500
13000
Vuurwerk (afsteken), kort rond de 31e
500
500
Scooters
960
960
Taxi
200
200
Illegale hotels/illegale pensions
750
500
1250
3300
700
4240
Brandveiligheid gebouwen: gebruik, nieuw- en verbouw
240
Constructies/fundering
1300
300
1600
Asbest
1400
300
1700
Gevaarlijke stoffen/externe veiligheid
-
-
-
-
31
Uitkeringsfraude
-
-
-
-
Veiligheid kinderopvang
-
-
-
-
Treiteraanpak
-
-
-
-
Ma Braunpad II
100
60
160
Project Osdorperweg
200
1000
1200
Westpoort
pm
pm
3000
pm
3000
Onvoorzien
200
500
4200
2408
7308
2660
8540
1092
12292
11260
4270 0
7560
64960
T.b.v. inzet op flexprioriteiten 20% Totaal
3440
4. Financiële paragraaf Structurele middelen Vaste uitvoerende formatie, gedekt door reguliere (salaris)begroting 2015: Totale vaste formatie team Bouw- en Gebruikstoezicht
10,5
Totale vaste formatie team Handhaving Openbare Ruimte
35
Totale vaste formatie Juridische handhaving
3,9
Totaal
49,4
Het grootste deel van de vaste formatie wordt gedekt uit de algemene middelen. Voor een aantal taken is specifieke financiering beschikbaar:
32
Het uitvoeren van zogenaamde Muldertaken (handhaven op foutparkeren, een taak van de afdeling HOR) wordt gedekt uit het Parkeerfonds voor een bedrag van € 470.000,-. Incidentele middelen In 2015 zijn er incidentele middelen beschikbaar voor:
Bouwtoezicht: egalisatie-reserve Prioriteit veiligheid.
33