Handelingen van de raad der gemeente Emmen jaar ______ 2004
bijlagenr. _____________ 12
categorie/agendanr. ___________________ A 3
Onderwerp ____________________________________________________________ Openbare vergadering van de raad der gemeente Emmen, gehouden op donderdag 18 december 2003 te 14.00 uur in het raadhuis te Emmen
Voorzitter: Plaatsvervangend voorzitter: Secretaris:
de heer C. Bijl, burgemeester de heer H.A.A. Lange de heer J.A. Hekman, griffier.
Aanwezig bij de aanvang 32 leden, te weten de heren B.R. Arends, G. Boels, J.D. Dokter, J. Dijkgraaf, H.J. Eising, F. Ensink, A. Haak, W.W.W. Halm, J.C.F.M. van Hees, L.D.S. Hoekstra, A. van Hoffen, G.J. Horstman, en H. Huttinga, mevrouw T. Houwing-Haisma, de heren H.A.A. Lange, G.J. Mans, A. Meijering, L.T. Pekelsma en T.D. Reitsma, mevrouw S. RougoorMahalbasic, de heren H.C. Scheltens, A.W.J. Schoo en G.J. Stoffers, mevrouw M.H. Thalens-Kolker, de heer J.H. Thole, de dames G. van der Veen-Weggemans en M.G. van Vliet, de heer R. Vos, mevrouw F.I. van Wieren-Bolt, de heren J.H. de Wildt en J.H. Wittendorp, alsmede mevrouw J. Zinnemers-Warmolts. Later ter vergadering 4 leden, te weten de heren H. Leutscher, A.G. Menzen, R.R. Ripassa en B.D. Wilms. Afwezig 3 leden, te weten mevrouw P.A. de Graaff en de heren J.H. van Rossem en A.J. Sleeking. Tevens aanwezig zijn de wethouders H. Brummel, T. Eerenstein, G. Evenhuis, J. Holman, J. Hoogland-Foppen, H.G. Jumelet en J. Kuper, alsmede de heer A.J. Mewe, gemeentesecretaris.
A1.
Opening en vaststelling agenda.
maar weer dat de gemeente Emmen steeds meer mogelijk maakt! Van Radio Emmen is het verzoek gekomen het voeren van het woord niet te doen zonder de microfoon en vooral ook te spreken in de richting van de microfoon, opdat het gesprokene thuis verstaanbaar over komt. Even dreigde er een hausse in de verkoop van stereo-installaties omdat werd gedacht dat er iets mis wat met de radio, maar het schijnt dat de raad aan de ontvangst thuis kan bijdragen door zo duidelijk mogelijk in de microfoon te spreken.
De voorzitter opent de vergadering en heet alle aanwezigen alsmede de luisteraars naar Radio/TV Emmen van harte welkom. Hij stelt vast dat vandaag een rijk gevulde agenda dient te worden behandeld. Er is in voorzien dat omstreeks 17.30 uur wordt gepauzeerd en vanavond verder wordt gegaan. Voorts vermeldt hij dat mevrouw De Graaff en de heren Van Rossem en Sleeking verhinderd zijn, dat de heren Leutscher, Menzen, Ripassa en Wilms later ter vergadering zullen komen en dat de heer Huttinga gedurende de vergadering enige tijd afwezig zal zijn. Men zal zich misschien afvragen waarom er bij de raadsleden een vlaggetje staat. Het college is deze week op bezoek geweest bij een bedrijf dat iets aardigs had bedacht: een vlaggetje met de naam van elk raadslid erop. Het college heeft vervolgens bedacht in deze vergadering voor enig vlagvertoon te moeten zorgen! De vlaggetjes worden de raadsleden bij dezen aangeboden. Het is de tijd van geschenken, en dit geschenk valt nog nét binnen de integriteitsregels, zo heeft het college vastgesteld. Als raadsleden ergens optreden en ervoor willen uitkomen dat zij raadslid van de gemeente Emmen zijn, kunnen zij dit vlaggetje neerzetten! Zo ziet men
De heer Huttinga adviseert sommige raadsleden niet in de microfoon te krúípen, want deze gaat dan zo 'knallen'. De voorzitter deed het verzoek zo duidelijk mogelijk te spreken; bij de één is dat wat dichterbij, bij de andere wat verder af. Hij stelt vervolgens de vraag aan de orde of de raad kan instemmen met de opgestelde agenda. Naar hij heeft begrepen zijn er fracties die moties willen aankondigen en het lijkt hem goed even te inventariseren welke dat zijn. De heer Arends vermeldt dat zijn fractie mede namens de CDA-fractie een motie zal indienen over de eindejaarsuitkering. 1
De heer Ensink deelt mede dat de CDA-fractie een motie zal indienen over de instandhouding van de Johan Willem Friso Kapel in Assen.
kijken, met name omdat uit de inleiding de gedachte zou kunnen voortkomen dat de insteek is de armoedeval te verkleinen door het schrappen in allerlei uitkeringsarrangementen. Zoals hiervóór al gezegd, is dat níét de insteek. Een ander onderdeel van de Wet werk en bijstand (WBB) betreft de activering. In de notitie staat een participatiekolom, waarvan de strekking is dat geprobeerd gaat worden mensen die nu aan de kant staan te laten meedoen in de vorm van werkervaringsbanen, participatiebanen en uiteindelijk reguliere banen. Toen spreker vanmiddag in de auto naar het gemeentehuis reed, hoorde hij op de radio dat het aantal vacatures in dit land sinds vijf/zes jaar nog nooit zo laag is geweest als thans. Het aantal openstaande vacatures bedraagt 90.000. Hij wil hiermee aangeven dat het dus heel lastig zal zijn mensen die qua aanbodkant een wat lastige positie op de arbeidsmarkt hebben succesvol te bemiddelen naar een reguliere arbeidsplaats. Immers, zij moeten concurreren met mensen wier kwalificaties over het algemeen wat beter zijn. Dat moet goed in ogenschouw worden genomen. Vandaar dat de PvdA-fractie zegt: prima dat worden gekozen voor activering en voor 'niemand aan de kant', maar realisme is geboden, want het zal niet lukken iedereen mee te laten doen! Het is dus plezierig dat mensen voor wie dit niet lukt qua inkomen worden ondersteund. In de commissie heeft spreker gezegd dat het niet moet komen tot 'rondpompen' van mensen. Dit is niet diskwalificerend bedoeld; de bedoeling is alleen aan te geven dat hiernaar goed moet worden gekeken. Het moet niet zo zijn dat mensen van traject naar traject worden gestuurd en uiteindelijk in de bijstand terechtkomen. Dat leidt tot een situatie waarin mensen gaan zeggen: het zál allemaal wel! De PvdAfractie is er voorstandster van dat eind volgend jaar wordt geëvalueerd hoe het is gegaan, welke mensen zich nieuw hebben aangediend, welke trajecten zijn gebruikt en wat er aan uitstroom is gerealiseerd. Daar zal de raad kritisch in moeten en durven zijn. De fractie wil een amendement indienen, betrekking hebbend op de dienstverbanden voor onbepaalde tijd. Zoals bekend, kent de gemeente op dit moment zo'n 700 gesubsidieerde banen, waarvan een deel is ingevuld door een dienstverband voor onbepaalde tijd. De notitie zegt dat het maximale subsidiebedrag wat het werkdeel betreft € 14.000,- zal zijn. Als dat onverkort wordt ingevoerd, betekent dit dat bijvoorbeeld de Stichting Veiligheidszorg met 31 mensen met een ID-baan voor onbepaalde tijd in de knel komt wanneer zij geen vervangende inkomsten realiseert. Als deze stichting in de knel komt, komen ook mensen in de knel die daar werkzaam zijn. Dat wil de PvdA-fractie niet. Waarmee zij kan instemmen, is een situatie waarbij de gemeente met partijen in overleg gaat om te zien op welke wijze extra inkomsten kunnen worden gegenereerd. Als dat ertoe kan leiden dat de bestaande subsidie kan worden 'afgebouwd', is dat goed, want dan kan weer geld worden ingezet voor nieuwe trajecten, maar de fractie wenst niet dat er mensen in de knel komen. Spreker herinnert eraan dat iedereen in de raad telkenmale heeft gezegd dat het gaat om functies die van waarde zijn, functies die maatschappelijk belangrijk zijn, en dat men daarvoor wil stáán. Welnu, als men wil staan voor de mensen die werkzaam zijn bij de Stichting Veiligheidszorg of bij de Stichting Buurtsupport, betekent dit dat zorgvuldigheid is geboden bij de wijze waarop de gemeente voor een deel
De heer Van Hoffen wil bij agendapunt B6, nieuwbouw theater/CQ, een amendement indienen, maar heeft van de griffier begrepen dat het meer een motie betreft. De voorzitter constateert dat dit niet vreemd is aan de orde van de dag, aangezien dit onderwerp op de agenda staat. De heer Meijering zal wellicht een amendement indienen betreffende de Wet werk en bijstand. De voorzitter zegt dat ook dit onderwerp op de agenda staat. De heer Dijkgraaf zal een motie namens de GroenLinksfractie indienen over de uitgeprocedeerde asielzoekers en samen met de D66-fractie een motie over de sluiting van het NS- loket en –wachtlokaal. De voorzitter stelt vast dat amendement(en) en moties in de loop van deze dag zullen worden behandeld, voor zover deze passen bij punten op de agenda, anders op een daarvoor ander geëigend moment. De heer Ensink stelt voor het vragenhalfuur direct af te handelen. De voorzitter zou dat niet willen doen. Vanmiddag neemt de burgemeester van buurgemeente Coevorden, de heer Jansema, afscheid en het is wenselijk dat daarbij iemand van college aanwezig is; de heer Evenhuis zal het college vertegenwoordigen. In verband daarmee wil het college eerst het agendapunt over de Wet werk en bijstand behandeld zien, daarna pas de rest van de agenda. Voorts vermeldt spreker dat bij de behandeling van agendapunt B6 de vergadering zal worden voorgezeten door de vicevoorzitter. Met inachtneming van de gemaakte opmerkingen wordt de agenda vastgesteld. Met voorrang wordt, zoals aangekondigd, thans eerst aan de orde gesteld: B3.
'Werk boven inkomen', uitgangsnotitie Wet werk en bijstand. e [Bijlage nr. nr. 171, 2 gewijzigd exemplaar]
De heer Vos stelt vast dat de uitgangsnotitie ruim aan de orde is geweest in een aantal commissievergaderingen. Alles wat daarin is gezegd, zal hij niet overdoen. Hij wil in het kort aanstippen wat de PvdA-fractie in dezen vindt. Allereerst de vermelding dat de fractie blij is met het feit dat de raad er bij de begrotingsbehandeling in november voor heeft gekozen de armoedeval niet tegen te gaan door middel van het schrappen van aanvullende uitkeringsarrangementen. Dank daarvoor! Het verdient aanbeveling even goed naar het raadsstuk te 2
als bank functioneert voor deze stichtingen. Daarop is het amendement gericht. Hopelijk zal de raad daaraan steun verlenen. Spreker is graag bereid in tweede termijn eventueel levende vragen hierover te beantwoorden.
ten als lokale overheid wensen om te gaan met mensen die om wat voor reden dan ook een beroep moeten doen op de bijstand. De fractie is zeer te preken over de wijze waarop Emmen als pilotgemeente, net als Den Bosch, Helmond en Groningen, een eigen invulling wil geven aan de nieuwe wet. Met name de in hoofdstuk 4 van de uitgangspuntennotitie aangegeven verplichte werkstages heeft de nadrukkelijke instemming van de fractie. De Wet werk en bijstand komt in de plaats van een aantal wetten, waaronder de ABW, de WIW en het Besluit in- en doorstroombanen. De nieuwe wet staat geheel in het teken van het activeren van bijstandsgerechtigden en nietuitkeringsgerechtigden, waarbij als adagium geldt: werk gaat boven inkomen. In deze wet wordt een belangrijke taak toegekend aan de gemeenten. Het uitgangspunt blijft dat mensen zelf verantwoordelijk zijn voor het doen van al datgene wat mogelijk en nodig is om in eigen onderhoud te voorzien. Eerst wanneer mensen daartoe niet in staat zijn, kunnen zij een beroep doen op de overheid voor steun. De gedachtelijn is mede gebaseerd op de aloude opvatting in de christen-democratie. In dit verband wil spreker even refereren aan de betekenis van het vroegere kamerlid en de vroegere partijleider Herman Schaepman. In het CDA wordt dit jaar enige aandacht geschonken aan het feit dat deze honderd jaar geleden overleed. Reeds in diens hoedanigheid als secretaris van het aartsbisdom Utrecht werd de heer Schaepman indringend geconfronteerd met wat men toen 'de sociale kwestie' noemde. Het inzicht van Herman Schaepman dat sociale hervormingen onvermijdelijk en noodzakelijk waren met het oog op integratie en participatie van hen die aan de onderkant van de samenleving zaten, ontleende deze vooral aan diens bemoeienissen met de eerste katholieke werknemersvereniging in het aartsbisdom. Uiteraard waren de opvattingen van Herman Schaepman geïnspireerd door wat in de bijbel wordt verwoord, bijvoorbeeld in het boek Leviticus in het Oude Testament, maar ook door de pauselijke encycliek Rerum Novarum, hetgeen betekent: van de nieuwe dingen. Er is dus niets nieuws onder de zon waar het gaat om de discussie over eigen verantwoordelijkheid en gezamenlijke verantwoordelijkheid. Namens de CDA-fractie is in de commissievergadering van 10 december jongstleden reeds aangegeven dat zij ingenomen is met het onderhavige voorstel. Opnieuw wil de fractie het college en de verantwoordelijke wethouder een compliment maken voor de wijze waarop tot op heden ten aanzien van deze nieuwe wet is gehandeld. Met name de werkconferentie in oktober jongstleden, waar zowel de raadsleden als uiteraard de vertegenwoordigers van de betrokken overlegpartners/het maatschappelijk middenveld kennis konden maken met de inhoud van deze wet, heeft ertoe geleid dat reeds in een vroeg stadium een breed draagvlak kon worden gecreëerd voor de Emmense aanpak betreffende deze nieuwe wet. De fractie wil herhalen van mening te zijn dat er een aanvullend minimabeleid moet worden geformuleerd. Dat past haars inziens ook bij het karakter van de wet. Dit zal, zoals is opgenomen in punt 3 van het ontwerpbesluit, worden uitgewerkt in een beleidsnotitie. In dit verband wil de fractie, net als in de commissie, opmerken van mening te zijn dat ook deelname aan sport nadrukkelijk moet worden betrokken bij
Het door de PvdA-fractie ingediende amendement luidt als volgt: De PvdA-fractie stelt de raad voor het voorstel op pagina 12 van de uitgangspuntennotitie als volgt vast te stellen: • in overleg met betrokken werkgevers worden afspraken gemaakt die handhaving van het huidige aantal ID'ers en WIW'ers met een dienstverband voor onbepaalde tijd op het huidige aantal van 370 in financiële zin mogelijk maken; • de inzet blijft maximaal gericht op de uitstroom van ID'ers en WIW'ers naar een reguliere baan; • alle ID'ers en WIW'ers met een dienstverband voor bepaalde en onbepaalde tijd die in 2004 en 2005 uitstromen worden vervangen door klanten/werknemers met een werkervaringsbaan 'nieuwe stijl'; • ID'ers en WIW'ers die niet uitstromen naar regulier werk wordt een passend traject aangeboden; • over twee jaar de nu genomen besluiten evalueren teneinde dan te kunnen besluiten over de voortgang en eventuele bijstelling van beleid. • De PvdA-fractie stelt de raad voor het gestelde beginnend op pagina 22 onderaan en doorlopend op pagina 23 als volgt vast te stellen: Voor de duur van twee jaar wordt het werkdeel belast met de kosten die na overleg met werkgevers voortvloeien uit het handhaven van de 370 lD'ers en WIW'ers met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Het resterende budget kan worden aangewend voor het uitvoeren van het beleid zoals vastgelegd in deze notitie. Per nieuw te creëren werkervaringsbaan zal de subsidie beperkt blijven tot een maximum van € 14.000,- per jaar. Onderstaand de financiële uitwerking: kosten huidige ID/WIW banen: aantal: 705 kosten per ID/WIW handhaven 370 ID/WIW kost maximaal budget werkdeel: af: kosten 370 ID/WIW = maximaal resteert reïntegratiebudget resteert aanvullend beschikbaar 2004 totaal nog beschikbaar in 2004
13 705 18440 6,82 13,1 6,82 6,28 3,1 3,18 1,58 4,76
De heer Ensink merkt op dat deze nieuwe wet in een drietal commissievergaderingen is bediscussieerd en van commentaar voorzien. Reeds bij de behandeling van de Kadernota in augustus jongstleden heeft de CDA-fractie aangegeven dat deze nieuwe wet mogelijkheden biedt om op lokaal niveau een eigen invulling te geven aan de wijze waarop de gemeen3
het begrip 'deelname aan sociale en culturele activiteiten'. In de wet is opgenomen dat gemeenten de bevoegdheid hebben individuele ontheffingen te verlenen waar het gaat om de sollicitatieplicht. De CDA-fractie vindt dat het college met name ten aanzien van de categorie 'bijstandsgerechtigden met jonge kinderen' in dezen een ruimhartig beleid dient te voeren. In de komende jaren dienen in het kader van deze wet nog een aantal organisatieverordeningen te worden vastgesteld. De CDA-fractie heeft er vertrouwen in dat deze verordeningen op een goede wijze met alle betrokkenen zullen worden gecommuniceerd. De fractie gaat akkoord met dit raadsvoorstel.
werk, vooral als het tijdelijk van aard is. Immers, eenmaal kort in het arbeidsproces geweest, gaat de vijfjaarstermijn opnieuw in. Dat is een negatieve prikkel. Dit mogelijk onbedoelde neveneffect kan zorgen voor een inconsistentie in de uitvoering van het gewenste beleid. Tot slot dringt de fractie van de ChristenUnie er bij het college nogmaals op aan op creatieve wijze de grenzen en de marges in de Wet werk en bijstand op te zoeken om de negatieven effecten ervan zo veel mogelijk in te dammen en de meekomende budgettering aan te kunnen, zonder dat het sociale gezicht van Emmen eronder zal lijden. De heer Scheltens stelt vast dat op 1 januari 2004 de nieuwe Wet werk en bijstand van kracht wordt. Zowel voor de gemeente als voor de afdeling SZWH, die met de uitvoering belast is, betekent dit een grote verandering. In de afgelopen maanden is intensief gediscussieerd, waarbij zo veel mogelijk partijen zijn betrokken. De wijze waarop de afdeling sociale zaken hieraan invulling heeft gegeven, is een compliment waard. Bij de invoering van de WBB kiest de gemeente voor de volgende lijn. De komende jaren gebruikt de gemeente haar werkprocessen en instrumenten zodanig dat met ingang van 2006 alle klanten die nieuw instromen direct geplaatst worden, hetzij in werkstages, hetzij in werkervaringsplaatsen. Door deze wet loopt de gemeente ook wel risico. Als zij te kort komt, moet zij allereerst voor € 3,3 miljoen op haar begroting zoeken naar een oplossing. In het ontwerpbesluit wordt in punt 3 opgemerkt dat er in het eerste kwartaal van 2004 een beleidsnotitie komt waarin met name zal worden ingegaan op de mogelijkheden, de voor- en nadelen, de kosten en de dekkingsmogelijkheden. Dit zal dus een belangrijke notitie zijn, maar zoals het voorstel er nu ligt, kan de VVD-fractie daarmee akkoord gaan.
(Tijdens het voorgaande betoog is de heer Leutscher ter vergadering gekomen). De heer Huttinga vermeldt dat de fractie van de ChristenUnie waardering heeft voor de wijze waarop de uitgangspuntennotitie Wet werk en bijstand tot stand is gekomen. Op interactieve wijze is een zorgvuldig vervaardigde notitie opgeleverd. Allen die daaraan een bijdrage hebben geleverd dankt de fractie daarvoor. Het college heeft tijdens het proces zaken opgepakt die binnen de raad alsook in de samenleving breed gedragen naar voren zijn gebracht. Deze zaken hebben een plaats gekregen in de notitie en komen nog terug in aanvullende notities. Gezien het verleden, zal het college begrijpen dat vooral de hernieuwde uitwerking van een sociaal en rechtvaardig minimabeleid de belangstelling van de ChristenUnie-fractie heeft, alsook de schuldhulpverlening. Schuldhulp is een 'must'. Recent nog stond in de krant hoevelen op een glijbaan van almaar toenemende schulden terecht zijn gekomen en daardoor in een uitzichtloze situatie zijn geraakt. Dat is een groot maatschappelijk kwaad. Naast de bekende oorzaken van winkelpassen en andere te gemakkelijk verkrijgbare kredietvormen is de zogenaamde euroflatie mede oorzaak van de almaar toenemende groep mensen met financiële problemen. Zelfs mensen met een heel behoorlijk betaalde baan moeten momenteel op hun tellen passen, zo hoorde spreker. De standpunten van alle fracties zijn door de lange weg die gegaan werd en uiteindelijk tot deze belangrijke notitie heeft geleid breeduit en diverse malen aan de orde geweest. Sprekers fracties kiest er daarom voor nu nog slechts enkele zaken naar voren te brengen om daarop extra aandacht te vestigen. Het uitgangspunt 'werk boven inkomen' heeft de steun van de fractie, zeker als activiteiten per doelgroep in de notitie zijn uitgewerkt. Het principe mag echter niet leiden tot een opjaagbeleid. Met name voor alleenstaande ouders die kiezen voor zorgtaken in het gezin wil de ChristenUnie-fractie aandacht blijven vragen. Voor deze groep mag het gemeentelijke beleid geen beklemming gaan vormen. Wat de fractie betreft houdt dit niet op wanneer de kinderen vijf jaar geworden zijn. Uiteindelijk zal de samenleving er wél bij varen als ook hier maatwerk wordt geleverd. Wat het college daarover bijvoorbeeld onder het kopje 'scholing' zegt, moet dan ook ruimhartig worden toegepast. Verder wil de fractie nog even stilstaan bij de langdurigheidstoeslag. In de commissie is al gezegd dat zij de termijn van vijf jaar op zich lang vindt, echter: aan de andere kant kan de toeslag een remmende factor zijn voor het aanvaarden van
De heer Meijering merkt op dat de nieuwe Wet werk en bijstand (WBB) al veelvuldig is vertaald in: Wet water en brood. Namens de fractie van Onafhankelijk Nieuw Emmen wil hij waardering uitspreken voor de wijze waarop dit raadsvoorstel tot stand is gekomen: een miniconferentie als richtinggevend instrument, vervolgens een C-discussie in twee termijnen en ten slotte de behandeling van dit B-stuk. Alle belanghebbende organisaties, cliëntenparticipatiegroepen, cliëntenraad, raadsleden en medewerkers van de afdeling zijn in de gelegenheid gesteld een visie op de wet naar voren te brengen. Spreker verzoekt het college de waardering van zijn fractie over te brengen aan de medewerkers van de afdeling. De ONE-fractie heeft inhoudelijk weinig toe te voegen aan het voorgelegde stuk. Wel nog enige kanttekeningen. Op pagina 4 van bijlage I wordt ingegaan op de nietuitkeringsgerechtigden, ook wel 'Nuggers' genoemd. Uitgangspunt van de WBB is dat werk boven inkomen gaat. Afgaande op de tekst op de genoemde pagina is dit kennelijk niet van toepassing op de gemeente. 'Nuggers' in traject nemen en een succesvolle bemiddeling leveren de gemeente geen geld op. Zou 'werk boven inkomen' niet anders uitgelegd moeten worden? Als de gemeente niet de verantwoordelijkheid voor de 'Nuggers' zou krijgen, zou dan het budget vanuit de rijksoverheid voor reïntegratie niet lager zijn geweest? 4
hoog heeft gehouden. De raad wordt nu gevraagd in te stemmen met een uitgangspuntennotitie en een aantal nog verder uit te werken zaken, zoals uitbreiding van het verstrekkingenpakket bijzondere bijstand. Er moeten nog vele zaken worden ingevuld, waaronder verordeningen waarin het beleid wordt vastgelegd. De GroenLinks-fractie ziet 2004 dan ook als een overgangsjaar. Zij blijft een dubbel gevoel houden over de invoering van deze wet. Die zal er haars inziens toe leiden dat velen er niet op vooruit zullen gaan omdat er in plaats van collectieve voorzieningen op individueel gebied zogenaamd maatwerk zal moeten worden geleverd. Overigens vindt de fractie dat de insteek van het college, de sociale kant van Emmen zo veel mogelijk behouden, een goede. Dit valt te prijzen. De fractie blijft ervan uitgaan dat de gemeente Emmen de grenzen van de wet zal opzoeken en daaraan uitwerking zal geven in komende voorstellen. Op dit moment kan de GroenLinks-fractie niet anders dan de voorstellen en de conceptverordeningen die nog komen afwachten. Zij zal die te zijner tijd zeer kritisch op hun merites beoordelen. Voor haar blijven principes als 'solidariteit' en 'sociaal' vooropstaan in denken en handelen. Wat haar betreft moeten die worden uitgewerkt in het nog tot stand te brengen minimabeleid.
De heer Vos krijgt uit de notitie niet de indruk dat 'Nuggers' buitenspel staan. De heer Meijering heeft dat ook niet gezegd. Hij heeft alleen gememoreerd dat ze geen geld opleveren. De heer Vos zegt dat dit een feitelijkheid is. De heer Meijering constateert dat 'werk boven inkomen' voor de gemeente dus niet op gaat. Door de invoering van de WBB zijn het categoriaal verstrekken van bijstand en aanvullende minimaregelingen niet meer mogelijk voor bijstandsgerechtigden jonger dan 65 jaar. De vrijlatingsfaciliteiten die onder de ABW van toepassing waren zijn niet meer aan de orde. De gemeente heeft wel de mogelijkheid een langdurigheidstoeslag te verstrekken of een premie toe te kennen. De ervaring leert dat minimaregelingen en vrijlatingen negatief kunnen werken op het aanvaarden van werk. Deze regelingen passen dan ook niet in de WBB. Voor de langdurige minima en degenen die geen perspectief meer hebben op het verkrijgen van arbeid kan de langdurigheidstoeslag worden ingezet. Spreker is het ermee eens dat een periode van vijf jaar wel erg lang is en een belemmering kan zijn om tijdelijk werk te aanvaarden. De ONE-fractie is van mening dat binnen de totale cliëntenpopulatie van de sociale dienst een aantal mensen in een uitzonderingspositie verkeert en extra aandacht behoeft. Spreker heeft het dan over mensen met een lichamelijke of functionele beperking en chronisch zieken. Als deze mensen een bijstandsuitkering ontvangen en ondanks hun beperkingen in deeltijd toch gaan werken of werk aanvaarden, vindt de fractie dat dit gewaardeerd moet worden. Fysiek zijn deze mensen niet (meer) in staat een baan te aanvaarden waaruit een inkomen hoger dan de bijstandsnorm kan worden verworven. De fractie is dan ook van mening dat deze doelgroep in aanmerking moet komen voor een jaarlijkse premie. Deze zou gefaseerd kunnen worden opgebouwd, bijvoorbeeld in drie jaren, tot de maximale premiemogelijkheid die de wet biedt. Juist deze mensen verdienen deze premie omdat zij met een positieve instelling gaan werken, maar qua inkomen nooit boven de bijstandsnorm uit zullen komen. De fractie wacht de beantwoording van het college af. Indien daaruit blijkt dat niet tegemoet wordt gekomen aan de gedane suggestie betreffende een premie aan de genoemde doelgroep, zal spreker in tweede instantie met een amendement komen. Verder ziet de fractie met belangstelling de aangekondigde beleidsnotities en verordeningen tegemoet. Zij wenst het college en de medewerkers van de betrokken afdeling veel sterkte bij de in- en uitvoering van de Wet werk en bijstand. De wet biedt de kans er als politiek op lokaal niveau inhoud aan te geven. Dus geen Wet water en brood!
Mevrouw Van Vliet zegt dat de D66-fractie de notitie innovatief en realistisch vindt. De doelstelling is ambitieus. Over een of twee jaar worden in beginsel alle nieuwe instromers direct geplaatst in banen, werkstages, werkervaringsplaatsen of participatiebanen. De fractie deelt de mening dat zo vroeg mogelijk in actie moet worden gekomen ten aanzien van groepen die in de bijstand terechtkomen. De haalbaarheid van deze doelstelling is afhankelijk van de aanpak, maar ook van de economische ontwikkeling en daarmee de (on) mogelijkheden van het bedrijfsleven. De verantwoordelijkheid voor werk boven inkomen wordt hoofdzakelijk bij de mensen zelf neergelegd, waar die ook hoort. Mensen zijn zelf verantwoordelijk voor hun inkomen en leven. Mensen hun eigen verantwoordelijkheid geven is een positief streven. Je neemt de burger dan serieus. Daarnaast kan de gemeente een actief stimuleringsbeleid voeren, zoals in de uitgangspuntennotitie beschreven. Voor het Emmense beleid is een breed scala aan instrumenten in de uitgangspuntennotitie opgenomen, met aandacht voor eigen, specifieke situaties, op maat gesneden. Activiteiten voor de verschillende doelgroepen om te komen tot reïntegratie zijn een realistisch uitgangspunt. Men moet evenwel onderkennen dat er altijd mensen zullen zijn die om een of andere reden niet bemiddelbaar zijn en in de bijstand komen of daarin zullen blijven. De D66-fractie acht het van belang dat er ook aandacht is voor deze groep. Door sociale activering van en zorg voor deze groep kun je mensen uit hun isolement halen. Het kan een eerste stap zijn naar het actief deelnemen aan de maatschappij. De fractie vraagt voor hen om speciale aandacht, eventueel met hulp en begeleiding van het welzijnswerk. Prioriteit geven aan bepaalde doelgroepen, zoals jongeren en mensen met een kleine achterstand op de arbeidsmarkt, is een goed streven. Daar moet ook de eerste aandacht naartoe gaan. Ten aanzien van deze groep is het hoogste en het vlugste rendement te halen.
De heer Dijkgraaf stelt vast dat over deze door de rijksoverheid opgedrongen asociale wet al veelvuldig is gesproken. Hij zal dan ook proberen niet in herhaling te vervallen, want dat voegt niets aan de discussie toe. GroenLinks is en blijft van mening dat deze wet een bezuiniging is < dat zal waarschijnlijk niemand ontkennen > en een bom legt onder de solidariteitsprincipes die Nederland altijd 5
De fractie vraagt tevens aandacht te geven aan mensen die verder van de arbeidsmarkt staan, zoals de bijstandsmoeders. De ene bijstandsmoeder zal meer gemotiveerd zijn om te gaan werken dan de andere. De meesten willen wel werken, maar missen goede scholing of werkervaring. Van groot belang voor deze groep zijn kinderopvang en scholingsmogelijkheden. De fractie pleit er voor mensen niet te veel te stigmatiseren en in hokjes te plaatsen en ook te kijken naar de individuele mogelijkheden. Er zijn zorgpunten; die betreffen vooral het financiële gedeelte. Zowel de gemeente als de mensen die bijstand ontvangen kunnen er eventueel op achteruitgaan. Het rijksbeleid heeft consequenties. Of de budgetten van het rijk toereikend zullen zijn, zeker in deze economische recessie, zal de toekomst uitwijzen. Bedrijven reorganiseren en werknemers worden ontslagen. Er komt steeds minder werk, ook al doordat de techniek steeds meer de plaats in neemt van mensen. Gisteren stond in NRC Handelsblad dat de werkloosheid de laatste maand was opgelopen tot 5,7%, tegen 4,2% verleden jaar. Voor het jaar 2004 verwacht men dat de werkloosheid zal stijgen tot 7%. De fractie heeft dan ook forse twijfels en verwacht dat de gemeente en ook de betrokkenen het kind van de rekening zullen zijn. De D66-fractie kan instemmen met de uitgangspuntennotitie, zij het dat nog een aantal onderwerpen moet worden uitgewerkt, zoals de extra inkomensondersteuning van € 500.000,- in het eerste kwartaal van 2004. De fractie gaat ervan uit dat het huidige minimabeleid wordt voortgezet, dat de echte minima er niet op achter zullen gaan en zo nodig extra inkomensondersteuning zullen krijgen. Het is verder van groot belang dat er aandacht is voor schuldhulpverlening. In NRC Handelsblad van 17 november stond dat er landelijk sprake was van 31% meer vraag naar schuldhulpverlening. Ook jongeren hebben meer schulden. In Emmen schijnt de vraag naar schuldhulpverlening eveneens op te lopen. Integrale samenwerking met het maatschappelijk werk en jeugdhulpverlening is een 'must'. Er moet niet alleen aandacht zijn voor saneren van schulden, maar ook worden geanalyseerd waar de schulden vandaan komen en welke gedragsveranderingen er moeten plaatsvinden om schulden in de toekomst te voorkomen. Zoals gezegd, kan de D66-fractie instemmen met deze uitgangspuntennotitie inzake de Wet werk en bijstand.
bijzondere bijstand met de kosten voor deelname aan sociaalculturele activiteiten, de kosten in verband met schoolgaande kinderen en een uitbreiding van de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering. De BGE-fractie ziet die notitie met belangstelling tegemoet. Het valt op dat het klantenbestand van de gemeente Emmen hoofdzakelijk bestaat uit mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. Het gaat om ongeveer 2.200 mensen, zijnde driekwart van de klanten, van wie dan nog de helft ouder is dan 45 jaar. Het zal moeilijk worden deze mensen te plaatsen. Overigens ziet het stuk zoals dat is voorgelegd er volgens de fractie goed uit. Op het amendement van de PvdA-fractie zal de fractie in tweede termijn ingaan. De heer Schoo is van mening dat de Wet werk en bijstand eigenlijk drie jaar te laat is gekomen. De wethouder heeft in de commissie gezegd dat deze wet op zich een goede is, maar die gaat wel gepaard met bezuinigingen. Het werkt dus dubbel: zowel de wet als bezuinigingen worden ingevoerd. Toen het enige jaren geleden economisch veel beter ging, had de wet wellicht gemakkelijker kunnen worden ingevoerd. Dat is moeilijker wanneer er sprake is van een recessie, door een aantal mensen 'zwaar' genoemd, maar spreker noemt die liever 'klein' en hoopt dat er in 2004 een kentering komt; de signalen zijn ernaar. Hij wil dus maar positief blijven. Hij hoopt dat de aangekondigde verordeningen dezelfde aandacht zullen krijgen als deze notitie. De DOP-fractie vond het verheugend dat er voor de miniconferentie op 8 oktober grote belangstelling was en dat de diverse organisaties daar hun inbreng hebben kunnen leveren. Ook anderen konden daar hun woordje goed kwijt. De fractie is heel blij met de werkwijze en vindt dat die moet worden gecontinueerd als de verordeningen aan de orde zijn. In het tweede gewijzigde exemplaar van het voorstel staat op de eerste pagina: "Daartoe kiest de gemeente er voor de beperkte ruimte voor eigen beleid onder de WBB zo efficiënt mogelijk in te vullen." De DOP-fractie stelt hierbij dat de ruimte binnen de wettelijke kaders beperkt is en dat zij graag zal zien dat de grenzen zo veel mogelijk worden opgezocht. In punt 4 van het ontwerpbesluit wordt gesproken over de positionering en de taken van de schuldhulpverlening. Het gemak waarmee de jeugd tegenwoordig geld kan krijgen verbaast spreker bijzonder. Hijzelf heeft twee zoons, een van 22 en een van 23, en een dochter van 8. Hij schrikt van de bedragen die jonge mensen van de bank krijgen, zonder dat daar garanties tegenover staan. Daar wordt het ei al gelegd, waarna de schulden zich verder opbouwen. Hij pleit er dan ook voor daaraan met de schuldhulpverlening aandacht te besteden, want het leidt tot veel problemen. Ook de opmerking van de heer Huttinga over mensen die wel goed verdienen, maar die door euroflatie toch in de problemen komen verdient aandacht, maar vooral de schulden van de jeugd wekken grote verbazing. De Wet werk en bijstand is een goede basis. Wel ziet spreker 2004 als een overgangsjaar. Hij hoopt dat alle fracties zullen blijven staan voor de invulling, want de échte beslissingen zullen nog moeten worden genomen. Hopelijk zullen zij allen dan de rug recht houden en zal geld vrij worden gemaakt bij de begrotingsbehandeling. Dat zal vast nog een groot probleem geven.
De heer Stoffers constateert dat over de Wet werk en bijstand al veel is gesproken, zoals in de werkconferentie en in drie commissievergaderingen. Dat de onderkant van de samenleving deze aandacht krijgt is volledig terecht. Ook de mensen aan die onderkant verdienen een goed bestaan, en daarvoor moet de gemeente zich inzetten. In 2006 wil het college alle klanten die instromen direct plaatsen. Dit is een goed streven, maar het is volgens de fractie van Burgerbelangen Gemeente Emmen niet haalbaar. Klanten met een kleine afstand tot de arbeidsmarkt kunnen zo spoedig mogelijk worden bemiddeld, maar wat gebeurt er met de moeilijk plaatsbare mensen? Het college geeft aan in het eerste kwartaal van 2004 te zullen komen met een beleidsnotitie over de voor- en nadelen en de kosten van en dekkingsmogelijkheden voor onder andere een stadspas, uitbreiding van het verstrekkingenbeleid 6
De heer Vos zal zijn stinkende best doen!
Op het amendement van de PvdA-fractie zal spreker in tweede termijn ingaan. Hij moet dit nog even doornemen, maar het komt in eerste aanleg sympathiek op hem over. Verder wil hij is volledig aansluiten bij de opmerkingen van de heer Meijering over de gehandicapten en de chronisch zieken.
Wethouder Evenhuis gaat vervolgens in op de 90.000 vacatures. Het betreft hier een dynamisch begrip, wat wil zeggen dat dit aantal geen vast gegeven is. Op dit moment is dit zo, maar hij vindt dat daar een perspectief bij geplaatst moet worden. Men kan er heel positief over zijn, men kan er ook zeer over somberen. Het laatste ligt niet in zijn aard. De wet geldt niet voor slechts een jaar, maar ook voor de komende jaren, wat inhoudt dat ook anders met de budgetten en met de wet jan worden omgegaan. Doorstromen en instromen zijn dynamische werkwoorden. Het amendement van de PvdA-fractie is sympathiek en spreker kan daar geheel mee uit de voeten, alleen gaat het hem niet ver genoeg. Eigenlijk is het overbodig, want wat erin wordt gevraagd wordt reeds gedaan, evenals heel intensief overleg met werkgevers. Spreker vindt de termijn van twee jaar te lang en wil na één jaar evalueren. Dat past ook bij het overgangsjaar 2004. In dat jaar zullen besluiten moeten worden genomen over de financiering voor het jaar daarop. Hij zou het daaraan willen koppelen, wat het college verplicht voortdurend te monitoren, om uiteindelijk met de raad te evalueren en te komen tot verdere besluitvorming in november/december.
Wethouder Evenhuis constateert dat is gesproken over de Wet water en brood. Het is maar wat men ervan maakt! Ten principale vindt hij dit een goede wet; het hangt er alleen van af welke middelen erbij worden gelegd. De wet maakt een groot aantal zaken op individuele basis mogelijk, zij het dat dit wel bewerkelijk is, maar het bedienen van klanten op hun eigen niveau kán met deze wet. Hem dunkt dat dit een goede aanpak is. De wet is niet asociaal. Een wet wordt pas asociaal als er niet of minder mee wordt gewerkt. Het probleem zit in het budget dat erbij is gelegd. Wat dit betreft is de raad helder: dit is te klein. Raads- en collegebreed is in eerste aanleg gezegd hiermee niet akkoord te gaan en een aantal zaken niet door te korten. Daaraan is in november nog iets toegevoegd, wat vervolgens raadsbreed is geaccepteerd. Met dat sociale kader wordt gewerkt. De raad bepaalt zelf hoe sociaal de toepassing van deze wet is; dat heeft spreker ook bedoeld te zeggen in de commissie. Wat vanuit de raad is bijgedragen is zeer aanzienlijk en daarmee kan de gemeente goed uit de voeten. De raad mag zichzelf prijzen voor de kaders die zijn aangegeven. Er zal het komende jaar goed mee zijn door te komen en er zal invulling kunnen worden gegeven aan een goed sociaal beleid van de gemeente Emmen. Alles is nog niet af. Er moet nog een aantal documenten worden gemaakt: een vier- à vijftal. Bovendien is het participatiefonds nog niet af. Wat dit fonds betreft: spreker denkt dat de PvdA-fractie ten aanzien daarvan een goed punt heeft. In de commissie heeft spreker aan de woordvoerder van genoemde fractie gevraagd hieraan enige sturing te geven met een werkgroep uit de raad. Hij neemt aan dat die inmiddels is geformeerd. Als men niet oppast wordt deze pot leeggegraaid, en dat moet worden voorkomen; er zal enige structuur aan moeten worden gegeven. In de raad is iets over vrijwilligers en cultuur gezegd, en zo zijn nog meer voorbeelden te noemen. Spreker doet de suggestie dat de fractie die het voorstel heeft ingediend met andere fracties over het bedrag van € 900.000,- in januari afspraken gaat maken over de manier waarop daarmee in het kader van participatie zal worden omgegaan en daartoe een voorstel gaat formuleren. Voordien moet op dit fonds geen beroep worden gedaan.
De heer Vos lijkt het goed even te verduidelijken waarom het amendement is geformuleerd zoals het is gedaan. De PvdA-fractie wil voorkomen dat er een situatie ontstaat waarin bijvoorbeeld bij de Stichting Veiligheidszorg, met 31 ID-werknemers, het komende jaar de kraan langzaam maar zeker wordt dichtgedraaid, onder het motto: u zoekt maar vervangende inkomsten! Dan zou de druk uiteindelijk komen te liggen op de werknemers. De fractie is er voor dat in goed overleg met de betrokken werkgevers wordt bekeken op welke wijze andere inkomsten te genereren zijn, maar het kan wat haar betreft niet zo zijn dat, als dit niet lukt want het zal best lastig zijn een extra inkomstenbron te genereren, dit leidt tot uitstroom van mensen omdat de centen op zijn. Wethouder Evenhuis lijkt het goed aan te geven dat er vanaf april opbouwende gesprekken met de betrokken werkgevers plaatsvinden. De Stichting Veiligheid houdt de komende twee jaar alle ID/WIW-banen in stand. Bovendien maakt zij op 1 januari aanstaande 15 banen regulier. Het gegarandeerde budget heeft zij voor twee jaar volledig ingevuld, waartoe het bestuur op 2 december heeft besloten. In april is gevraagd een beleidsstuk te maken, hetgeen heel constructief is gebeurd. Dit heeft uiteindelijk geleid tot wat zojuist is aangegeven. Vanmorgen is er een persconferentie over gehouden, dus wat nu is vermeld zal morgen in de krant zijn te lezen. Dit is een voorbeeld van hoe dit gaat. De verwachting is dat er binnenkort bij de Stichting Buurtsupport ook 15 banen regulier worden gemaakt. Verder wordt met de directeur gesproken over het maken van een goede volgorde om ook garanties te krijgen voor het volgend jaar. In de begroting is € 1 miljoen gereserveerd voor WIW en ID. Het financiële overzicht is nog niet uitgekristalliseerd, maar er zijn reeds convenanten getekend en voor zover dat nog niet is gebeurd komen ze er aan. Voor de overgangsperiode zal er een tekort zijn dat via de voorzieningen van € 1 miljoen en het bedrag van
De heer Vos wijst erop dat het laatste niet zal opgaan. Er komt straks een motie waarin een beroep zal worden gedaan op het fonds. Wethouder Evenhuis zegt dat de raad daarover dan maar moet beslissen. Hij stelt zich voor de effecten van de uitvoering van de wet het volgend jaar op individueel niveau na te gaan. Het zou dan best zo kunnen zijn dat de participatie op maat geregeld wordt, gekoppeld aan de wet. Hoe dan ook, hij heeft zijn suggestie gedaan, en hij zou het zeer waarderen als een 'commissie-Vos' hiermee iets gaat doen. 7
€ 575.000,- dat bij amendement door de VVD-fractie is voorgesteld zal worden gedekt. Dat mag allemaal worden geëvalueerd, waarbij men dan wellicht zal kunnen constateren dat er, zoals het er nu voor staat, tussen 34 en 70 banen regulier worden gemaakt, waarvoor dan extra middelen zullen worden verkregen vanuit het rijk en vanuit een bepaalde invalshoek, hoewel het laatste nog niet formeel is, en dat, naar spreker heeft vernomen, de mogelijkheid van reguliere banen wordt uitgebreid. Al met al meent hij dat eigenlijk veel meer wordt gedaan dan wat in het amendement staat. Hij is er voor dat dit alles na een jaar wordt geëvalueerd.
uitpakt is thans niet bekend. Het college stelt derhalve voor in het voorjaar de effecten van hetgeen nu wordt besloten te verwerken. Er zijn ook kosten opgenomen voor de invoering van de wet, een bedrag van € 35 miljoen. Het effect daarvan kan spreker op dit moment evenmin overzien. Hij vindt het niet verantwoord in dezen nu welke beleidskeuze dan ook te maken, maar zegt toe dat in een en ander zo snel mogelijk inzicht zal worden gegeven. Wat hij vindt van de door de heer Dijkgraaf gebruikte term 'asociale wet' zal uit het voorgaande al wel duidelijk zijn geworden. De heer Dijkgraaf mag ervan vinden wat deze wil, maar spreker is van mening dat de invulling een bepaalde mate van sociaal beleid weerspiegelt.
De heer Vos vindt een evaluatie na één jaar prima. Het is goed een tussenbalans op te maken om te zien hoe het is gegaan. Waar het hem evenwel om gaat, zijn de mensen met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Het kan niet zo zijn dat zij als gevolg van financieringsproblematiek op straat komen te staan.
De heer Dijkgraaf heeft er de notitie nog even op nageslagen en kan niet anders concluderen dan dat zelfs daarin staat dat de gemeente grote financiële risico's loopt en dat de invoering van de WBB gepaard gaat met bezuinigingen. Derhalve is de wet wat hem betreft een asociale wet.
Wethouder Evenhuis onderkent het probleem, maar kan eraan toevoegen dat er een vangnet is.
Wethouder Evenhuis had het over de uitvoering. De heer Dijkgraaf sprak over een collectieve benadering, terwijl spreker het heeft over een meer individuele benadering op maat. De categoriale bijstand mag niet meer. Inmiddels heeft hij begrepen dat de voor te stellen eindejaarsuitkering 2003 wordt gepland voor 2004. Volgens hem kan dit technisch niet, maar dat is een ander probleem. Voor het vinden van een oplossing heeft hij evenwel reeds een handreiking gedaan. Wat de innovatieve benadering betreft: spreker is het er op zich mee eens dat de dienst in samenwerking met het gemeentebestuur een goede weg bewandelt. Hij komt in nogal wat gremia in den lande en heeft gezien dat lang niet overal gebeurt wat híér gebeurt. Er komen dan ook vaak uitnodigingen om iets te doen of iets uit te leggen, ofwel er worden documenten opgevraagd. Dat geeft aan dat de gemeente Emmen op dit terrein goede ontwikkelingen kent die politiekbestuurlijk volstrekt worden gedekt. Spreker wil vervolgens nog iets zeggen over de schuldhulp. De aanvragen daarvoor groeien; hij denkt dat het bijna tot wachtlijsten komt. Het ging in totaliteit om een aantal dat, uit het hoofd gezegd, van zo'n 550 tot 590 is gegroeid. Die groei is groter dan werd gedacht, wat natuurlijk met de conjunctuur te maken heeft, maar het baart wel zorgen en dit moet dan ook de aandacht hebben. Het is niet slechts de vraag hoe er met schulden wordt omgegaan, want er zit vaak ook een sociale problematiek achter. Te dien aanzien moet er eveneens wat gebeuren, en in de komende drie/vier maanden zal worden bezien hoe hiermee kan worden omgegaan. Hij denkt dat deze problematiek hier nog breed op tafel zal komen. De heer Stoffers heeft zorg uitgesproken met betrekking tot moeilijk plaatsbare mensen. Die zorg heeft het college natuurlijk ook, vandaar dat er trajecten op worden gezet. Naarmate de problematiek zwaarder is, is het traject langer. Voor deze groep zijn de langere trajecten ook bedoeld omdat de afstand tot de arbeidsmarkt groter is dan voor de kansrijken. Met het oog op scholing, deskundigheid, ritme en andere problematiek zal er soms wel een jaar nodig zijn om moeilijk plaatsbaren klaar te maken voor activiteiten, participatie en dergelijke. Daar zijn de organisaties als Veiligheidszorg en
De heer Vos tekent aan: vandaar het amendement! De voorzitter wil nu een punt zetten achter deze discussie, anders wordt het te veel een tweegesprek. Wethouder Evenhuis zegt toe dat de complimenten van de verschillende fracties zullen worden overgebracht aan de dienst. Het is goed in het kader van het interactieve proces op een bepaald moment gezamenlijk tot invulling te komen. Omdat mensen langzaam maar zeker goed geïnformeerd zijn en weten waar zij het over hebben, zal tot een eindconclusie kunnen worden gekomen. Het is ook van belang een breed draagvlak te organiseren voor alle activiteiten die worden ontplooid. De langdurigheidstoeslag zit in de wet en die wordt uitgevoerd. Niet alles kan de gemeente zelf regelen. Wel wil zij de wet zo ruim mogelijk uitvoeren. Wat kan, zal worden gedaan, maar het is de raad die daarvoor zelf de kaders aan geeft. Het college probeert in dit opzicht creatief te zijn en te komen tot oplossingen op maat. Het is juist dat er een risico voor de gemeente is, zoals de heer Scheltens heeft opgemerkt. Als de aantallen onverhoopt gigantisch uit de hand lopen, kan het best zo zijn dat de gemeente bij moet lappen. Daaraan valt op dit moment niets te doen. Wat wél kan worden gedaan, is mensen zo veel mogelijk in banen te brengen om dagritme op te doen, opdat zij klaar zijn voor instromen wanneer het met de conjunctuur weer beter gaat. De heer Meijering sprak over de 'Wet water en brood'. Het hangt er maar van af welke invulling aan de wet wordt gegeven, of er ook boter en beleg op het brood zit. Verder heeft de heer Meijering het een en ander gezegd over de 'Nuggers', gehandicapten en chronisch zieken. Spreker begrijpt dat verhaal, maar kan de omvang van de problematiek op dit moment niet inschatten. Hij weet dat er in het voorjaar een extra bedrag van € 110 miljoen van het rijk komt dat is gekoppeld aan deze problematiek, maar hoe het 8
Buurtsupport zeer dienstbaar in. Zij zorgen er voor dat de invulling van de participatie op een goede wijze geschiedt. Er zit altijd een traject op naar iets anders. De constatering van de heer Schoo dat de wet drie jaar te laat komt, laat spreker aan hem. De heer Schoo stelde ook dat er sprake is van een kleine recessie, en dus is het maar te hopen dat het risico voor de gemeente niet al te groot wordt. Duidelijk moge zijn dat het college op een goede en efficiënte wijze met deze wet wil omgaan en ruimte binnen de wet wil zoeken om dingen te organiseren, maar ook dat het niet over de randen van de wet zal gaan. Als het enigszins zou kunnen met minder regels, en dat zit er in, zou dat prima zijn < de gemeente zit voor een ander ministerie in een regelluw pilotproject >, want als dat het geval is wordt er in Emmen meer mogelijk gemaakt met deze wet.
de wet kan treden, maar het moge ook duidelijk zijn dat GroenLinks in elk geval niet blij is met deze wet. Het amendement van de PvdA-fractie komt sympathiek over en krijgt de steun van de fractie. De heer Meijering dankt de wethouder voor de beantwoording in eerste termijn en voor de toezegging dat zo snel mogelijk, maar uiterlijk in het voorjaar van 2004, zal worden teruggekomen op een mogelijke premie voor gehandicapten en chronisch zieken, dit mede in verband met de € 110 miljoen die beschikbaar is gesteld voor de gehele doelgroep, dus niet alleen bijstandsgerechtigden. Gezien de gedane toezegging, heeft het geen zin een amendement in te dienen. De term 'Wet water en brood' is geen uitvinding van hem, en hij staat daar ook in het geheel niet achter. Het is wat hem betreft een wet die kansen biedt.
De voorzitter vraagt met betrekking tot het amendement van de PvdA-fractie in hoeverre het helder is waar precies de tekst van het ontwerpraadsvoorstel zou moeten worden gewijzigd. Is het de bedoeling van het amendement dat de tekst wordt gewijzigd vanaf het woord 'Voorstel' op de onderste regel van pagina 22?
De heer Scheltens zegt de wethouder dank voor diens beantwoording. Wat de wethouder heeft gezegd over het fonds maatschappelijke participatie spreekt de VVD-fractie zeer aan. Daaraan wil zij graag vasthouden. Aan het ingediende amendement heeft de fractie geen behoefte. De wethouder heeft gezegd dat iedereen z'n uiterste best zal doen, en er mag dan van worden uitgegaan dat dit ook gebeurt. De fractie twijfelt daar niet aan.
De heer Van Hees heeft ook nog wel vragen over het amendement. Uit de cijfers komt hij wel, maar hij vindt die haaks op de notitie staan. Wellicht leest hij het verkeerd en kan de heer Vos duidelijkheid verschaffen.
De heer Ensink wil nog enige opmerkingen maken over de schuldhulpverlening; hij heeft dit in eerste termijn verzuimd en wil dat bij dezen rechtzetten. De CDA-fractie heeft in de afgelopen tijd nogal wat contact gehad met het bureau schuldhulpverlening over de omvang van de problematiek. Het fractielid mevrouw Van der Veen heeft er een tijd stage gelopen en is geconfronteerd met de omvang daarvan. De moraal is: voorkómen is beter dan genezen! Het is van belang jongeren ermee bekend te maken dat er een beperktheid zit aan het uitgeven van geld en dat weerstand moet worden geboden aan allerlei aanbiedingen. Wat dit betreft wil spreker even refereren aan de woorden van de heer Schoo, die het over diens kinderen had die op dit punt ook een gevoeligheid aan de dag zouden kunnen leggen. Hijzelf en zijn vrouw hebben vier kinderen en hen opgevoed in de beste calvinistische tradities. Tot op heden kan hij constateren dat dit redelijk goed is gelukt. Hij heeft echter ook een andere ervaring. Samen met zijn broer heeft hij een akkerbouwbedrijf waar regelmatig stagiaires komen werken. Dat is uitermate verhelderend en leerzaam! Het komt hem voor dat met name het fenomeen 'mobiele telefonie' een ernstige aanslag doet op het budget van de jeugd. Je staat er versteld van wat er afgetelefoneerd wordt. Hijzelf praat regelmatig met de buren, van mens tot mens, maar hij ziet jongeren achter elkaar druk telefoneren, wat volgens hem handenvol geld kost. Om in dit opzicht problemen te voorkomen, moet met name op scholen heel veel voorlichting worden gegeven om deze problemen het hoofd te bieden. Net als de heer Schoo is spreker enigszins optimistisch over de economie. Men moet oppassen voor doemdenken. Ook bij de oosterburen is een behoorlijk pakket aan hervormingsmaatregelen afgekondigd, ter stimulering van de economie. Voor zover hij altijd heeft begrepen, heeft de Duitse economie een belangrijke betekenis voor de stimulering van de Nederland-
De voorzitter stelt zich voor in de tweede termijn de heer Vos als laatste het woord te geven, omdat deze dan kan ingaan op alle reacties van de andere fracties. De heer Schoo dankt de wethouder voor het antwoord. Hij meent dat het gestelde in het amendement door de heer Vos ook in de commissie besproken is en dat diens inbreng er toen op neer kwam de 370 ID'ers voor twee jaar zekerheid te geven en het resterende bedrag te gebruiken voor de andere ID/WIW'ers en nieuwe instromers. Als dit zo is en de cijfers kloppen en het restant inderdaad nog € 4,76 miljoen voor 2004 bedraagt, dan kan de DOP-fractie een heel eind met het amendement meegaan. De fractie is voor dit raadsvoorstel, ervan uitgaande dat het niet zover hoeft te komen dat in Emmen een gaarkeuken of iets dergelijks moet worden ingesteld. Mevrouw Van Vliet zegt dat de D66-fractie nog een vraag heeft, met name over het reïntegratiebudget van € 3,1 miljoen. Op pagina 23 wordt vermeld: "Aldus resteert een budget voor reïntegratie van € 3,1 miljoen. Daaruit moeten de volgende lopende verplichtingen gefinancierd worden: doorlopende en nieuwe trajecten (€ 1,5 miljoen), Drenthe College (€ 1,2 miljoen) en ESF (€ 0,5 miljoen). Van het totale budget 2003 (€ 2,8 miljoen) kan maximaal 50% meegenomen worden naar 2004." De fractie wil graag weten hoe de heer Vos komt aan een reïntegratiebudget van € 3,1 miljoen. De heer Dijkgraaf heeft in het voorgaande al iets gezegd over het asociale en eveneens opgemerkt dat wat hem betreft het insteek van het college is de sociale kant van Emmen te benadrukken. Het is duidelijk dat de gemeente niet buiten 9
se.; ze zijn behoorlijk met elkaar verbonden. Hij blijft dus vertrouwen houden. De CDA-fractie is overtuigd van de inzet en de argumenten van de wethouder. Met name diens toezegging dat al na een jaar zal worden geëvalueerd, brengt de fractie tot de beslissing geen steun te verlenen aan het amendement van de PvdA-fractie.
het reïntegratiebudget. Het bedrag van € 3,1 miljoen staat in het stuk en leidt onder de streep tot een eenmalig budget van € 1,5 miljoen. Het is een plaatje voor 2004. Het zou mooi zijn als uitstroom uit ID/WIW-banen wordt gerealiseerd, want dat leidt ertoe dat ze kunnen worden ingevuld als nieuwe werkervaringsplaatsen. Beseft moet evenwel worden dat de subsidie die daarmee gemoeid is aanmerkelijk lager is. Als een werkgever een verplichting aan gaat met een werknemer, dan kan het niet zo zijn dat daarin eenzijdig wijziging wordt gebracht. Gaat de subsidie naar € 14.000,-, dan gaan er problemen ontstaan als mensen niet uitstromen. Dat wil de fractie met dit amendement voorkomen, niet meer en niet minder.
De heer Scheltens wil van de heer Ensink graag horen hoe deze denkt over het participatiefonds. De heer Ensink zegt dat zijn fractie daar vóór is, zoals bij de begrotingsbehandeling is aangegeven. Zij vindt het fonds maatschappelijke participatie een prima instelling.
Wethouder Evenhuis begrijpt het verhaal van de heer Vos, maar vindt dat deze dan een amendement moet indienen dat strookt met de zojuist uitgesproken tekst. Het is juist van belang dat de werkzaamheden nú worden gedaan. Zijn beroep op de raad is: mensen, wees wakker, want in november/december 2004 moet worden besloten wat er het jaar daarop moet worden gedaan. Dit amendement is hem eigenlijk veel te zwak.
De heer Schoo wil even op de woorden van de heer Ensink reageren, om te voorkomen dat er iets blijft hangen wat niet goed is. Hij heeft zijn kinderen natuurlijk ook opgevoed, maar heeft met het voorbeeld willen aangeven hoe de jeugd er in tuint. Als je niet tegen de verlokkingen van bijvoorbeeld de mobiele telefonie bestand bent, kom je bij de schuldhulpverlening terecht. Dát heeft hij bedoeld. De heer Vos vindt het plezierig dat de wethouder op zich geen moeite met het amendement heeft en dit zelfs wel zou willen overnemen.
De heer Vos is van mening dat de uitgesproken tekst 1 op 1 strookt met het amendement. Als de wethouder zegt dat de termijn moet worden beperkt tot een jaar, heeft deze een punt en wil spreker daarin best meegaan, maar hij wil niet dat de problematiek ontstaat waarover hij in eerste termijn heeft gesproken. Hij vindt dat niet goed jegens mensen.
Wethouder Evenhuis heeft gezegd dat het overbodig is. De heer Vos denkt dat het niet overbodig is. Hij zal proberen het uit te leggen. De heer Schoo heeft begrepen dat de bedoeling van het amendement is gedurende een termijn van twee jaar wat extra zekerheid te bieden aan oud-ID/WIW'ers met een dienstverband voor onbepaalde tijd. Daar zit de crux. Welnu, een dienstverband voor onbepaalde tijd kan men niet eenzijdig verbreken. Op andere manieren kan dat wél worden verbroken. Eén daarvan zou kunnen zijn dat een stichting minder middelen krijgt waardoor zij ontslag moet aanvragen voor in dienst zijnde mensen. De opzet van het amendement is te voorkomen dat straks de ID'ers van de Stichting Veiligheidszorg en de Stichting Buurtsupport bij de gemeente op de stoep staan omdat zij moeten vrezen voor hun baan vanwege het feit dat de geldkraan langzaam maar zeker wordt dichtgedraaid. Spreker gelooft best dat de wethouder diens stinkende best doet en in overleg gaat met die partijen waar de dienstverbanden voor onbepaalde tijd gelden en wil bezien of er vervangende middelen beschikbaar kunnen komen, maar laat men wél wezen: een groot deel van de financiering vloeit voort uit subsidie van de gemeente! Wanneer het lukt de uitstroom naar reguliere arbeid gestalte te geven, zullen mensen daar 'ja' tegen zeggen. Spreker hoopt daarop, hij weet dat de wethouder diens best doet, maar hij is wel realist. Toen hij vanmorgen de krant open sloeg, zag hij dat er weer allerlei faillissementen werden vermeld. Met andere woorden: hoe goed men ook z'n best doet, het zal in deze conjunctuur niet meevallen. Daarop richt zich het amendement. Wat hem betreft is dit dus niet overbodig. Als de meerderheid van de raad vindt dat dit wél het geval is, zal het niet worden gesteund; dat is het mooie van de democratie. Vervolgens een reactie op de vraag van de D66-fractie over
Wethouder Evenhuis herhaalt ermee aan het werk te zijn. Hij heeft het voorbeeld van de Stichting Veiligheidszorg gegeven en gewezen op een vangnet voor het totaal. De heer Vos merkt op dat, als de wethouder zegt dat het amendement eigenlijk nog te zwak is, er geen enkele reden om het niet over te nemen. Wethouder Evenhuis heeft ook gezegd dat het overbodig is. De heer Vos vindt 'overbodig' iets anders dan 'overnemen'. Wethouder Evenhuis beschouwt dit als hetzelfde. De heer Vos vraagt zich dat af. Als het amendement wordt overgenomen, wordt het stuk gewijzigd. Wethouder Evenhuis stelt dat met de teksten die er nu liggen de werkzaamheden kunnen worden gedaan die de heer Vos heeft genoemd. Derhalve is het amendement tekstueel overbodig. Hij begrijpt dat een groot deel van de raad daarvan overtuigd is. Misschien moet maar worden besproken hoe hiermee verder wordt omgegaan. De heer Vos merkt op dat dit zo meteen wel uit de stemming zal blijken. Wethouder Evenhuis is daarnaar benieuwd. De heer Vos mag natuurlijk zelf weten wat deze met het amendement doet, maar hijzelf zou het beter vinden als gewoon wordt 10
gezegd: wethouder, ik heb vertrouwen in de manier waarop u met de materie bezig bent! De heer Vos kan wel 100% zekerheid willen hebben, maar krijgt die niet, ook niet met het amendement. Met de financiering van de genoemde stichtingen is hij op een goede wijze bezig en er zijn zelfs middelen voor uitgetrokken. Hij weet precies welke de knelpunten binnen de stichtingen zijn en wat er moet gebeuren om het volgend jaar 'dicht te fietsen'. Daarover worden afspraken gemaakt. Over het jaar daarna kan nu nog niets worden gezegd; daarvoor zal eerst de begroting voor dat jaar moeten worden behandeld. Daarom zegt hij: bespreek een en ander in november/december, want dan is er meer duidelijkheid. Misschien helpt daarbij ook het participatiefonds.
wil zij aangeven vertrouwen te hebben in de wethouder. Uiteraard zal de fractie de wethouder zeer kritisch blijven volgen. Wethouder Evenhuis herinnert eraan dat de termijn één jaar wordt, in plaats van twee jaar. Volgens hem moet de heer Vos hiermee uit de voeten kunnen. Het kritisch volgen kan op zeer korte termijn, ook in een onderling gesprek. Ingetrokken zijnde maakt het amendement geen onderwerp van beraadslaging meer uit. Met inachtneming van het gestelde over de evaluatietermijn (één jaar) wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming conform het onder B3 vermelde voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
De vice-voorzitter meent dat de wethouder en de heer Vos met een verschillend vertrekpunt kiezen voor hetzelfde doel, namelijk dat de gesubsidieerde arbeid in stand blijft en dat het college, waar zich problemen voordoen, zoekt naar oplossingen.
(Wethouder Evenhuis verlaat de vergadering om het college te vertegenwoordigen bij het afscheid van burgemeester Jansema van Coevorden).
Wethouder Evenhuis is van mening dat in de afgelopen negen maanden méér is gedaan dan hier wordt gesuggereerd.
De voorzitter heeft eerdere begrepen dat de heer Ensink graag zou zien dat het vragenhalfuur naar voren wordt gehaald. Aannemende dat dit verzoek nog steeds geldt, stelt spreker thans eerst aan de orde:
Mevrouw Van Vliet wil nog graag een reactie op hetgeen zij in tweede termijn heeft gesteld. Er wordt gesproken over een reïntegratie van € 3,1 miljoen, maar als zij de aangehaalde passage op pagina 23 goed leest, is er slechts een budget van € 2,8 miljoen in verband met lopende verplichtingen. In de desbetreffende passage wordt ook nog gezegd dat maximaal 50% kan worden meegenomen naar 2004. Zij begrijpt dus niet waarom in het amendement een reïntegratiebudget van € 3,1 miljoen wordt vermeld.
A2.
Vragenhalfuur.
Saneringsplan BVO Emmen De voorzitter vermeldt dat het presidium vandaag de agenda's voor de eerstvolgende commissievergaderingen heeft vastgesteld en dat dit onderwerp voor de commissie bestuur en middelen is geagendeerd.
De heer Vos kan alleen maar zeggen dat in het stuk staat dat er inmiddels verplichtingen zijn aangegaan ter grootte van een bedrag van € 3,1 miljoen. Hij heeft slechts uitgerekend wat het zou kosten als ID/WIW'ers met een dienstverband voor onbepaalde tijd niet doorstromen, namelijk in het vervelendste geval € 6,8 miljoen. Als dit onverhoopt zou gebeuren, zou er een bepaald budget overblijven waarmee men aan de slag moet. Hij begrijpt dat zijn fractie even overleg wil plegen en verzoekt derhalve om een schorsing.
De heer Van Hees neemt aan dat de stukken die betrekking hebben op dit onderwerp, het niet nakomen van de verplichtingen door de BVO ten aanzien van de door de gemeente verstrekte lening en het verstrekken van informatie over de borgstelling, aan de commissieleden zullen worden toegezonden. Wethouder Kuper heeft geen bezwaar tegen het toezenden van de desbetreffende correspondentie.
De voorzitter voldoet aan dit verzoek en schorst de vergadering.
De voorzitter zegt dat datgene wat er aan informatie beschikbaar is voor zover mogelijk zal worden verstrekt. De vraag is nog even welke informatie openbaar is en welke niet. Het is ook zo dat in de commissie bestuur en middelen eerst in openbaarheid over dit agendapunt zal worden gesproken en daarna nog in beslotenheid.
Schorsing. (Bij de hervatting heeft de heer Huttinga de vergadering tijdelijk verlaten).
De heer Van Hees geeft aan dat het hem niet gaat om het saneringsplan < hij wacht wel af wat er te zijner tijd komt >, maar om hetgeen het college tot nu toe gedaan heeft met betrekking tot het niet nakomen van verplichtingen.
(De heren Menzen, Ripassa en Wilms zijn inmiddels ter vergadering gekomen). De voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Vos, die om de schorsing heeft verzocht.
Wethouder Kuper lijkt dit geen probleem. De heer Vos deelt mede dat de PvdA-fractie na rijp beraad heeft besloten het amendement terug te trekken. Daarmee
De heer Halm heeft toch vragen over de geheimhouding. Hij 11
heeft met de wethouder en met de heren Stuulen en Weggemans gesproken en allen hebben open kaart gespeeld. Zij hebben niets te verbergen, dus waarom nog geheimhouding?
houden met de start van het loket zorg en welzijn per die datum. Is het waar dat belanghebbenden/vrijwilligers pas op 20 november 2003 zijn geïnformeerd over de beëindiging van hun werkzaamheden? Wie neemt de taken met ingang van 1 januari 2004 over? Is er overleg geweest met de vrijwilligers over een mogelijke voortzetting van hun taken bij het loket zorg en welzijn?
De voorzitter lijkt het dan handig de BVO te verzoeken de stukken ter beschikking te stellen van de raadsleden. Aldus wordt besloten. Opheffen van de Gezondheidswijzer Opheffen van het Steunpunt Mantelzorg
De heer Boels zegt dat de CDA-fractie zich hierover in haar vergadering van dinsdag jongstleden eveneens heeft beraden. Zij vindt dat met de vrijwilligers zeer slordig wordt omgegaan. Op 20 november is hun aangezegd dat per 1 januari wordt gestopt, en de fractie betreurt dit zeer. Zij vindt dat de gemeente uiterst zorgvuldig moet zijn met vrijwilligers en heet er dan ook moeite mee dat zij zomaar aan de kant worden geschoven. De fractie steunt de vragen die zijn gesteld en hoopt dat er een plausibel antwoord op komt.
De heer Van Hoffen merkt op dat er in de vergadering van 2 december van de commissie samenleving is ingesproken namens de Gezondheidswijzer en het Steunpunt Mantelzorg. Uit de inspraakreactie enkele citaten. "Op 2 december jongstleden heeft een medewerker van de gemeente ons gemeld tijdens een plenair overleg, dat onze werkzaamheden per 1 januari 2004 worden beëindigd." "Als vrijwilligers wisten we dat de gemeente plannen heeft om één loket in te richten voor zorg en welzijn. We wisten niet beter dan dat de Gezondheidswijzer onderdeel zou worden van het nieuwe loket en dat we onze taak konden blijven uitoefenen. Ook onze coördinator had geen andere informatie, want een paar weken geleden heeft zij nog twee nieuwe vrijwilligers aangenomen. Dat gebeurt niet als bekend is dat binnen enkele weken de werkzaamheden worden beëindigd." "Wij voelen ons als vrijwilligers bijzonder slecht bejegend door de gemeente. Zonder dat er een gedegen inhoudelijk toekomstplan is, wordt het kind met het badwater weggegooid." "Wij zijn als vrijwilligers gekwetst door de wijze van informatievoorziening. Tot voor kort wisten we niet beter dan dat we alleen in een andere vorm, een ander loket, ons werk konden blijven verrichten. En dan ineens wordt bekend gemaakt dat het op heel korte termijn allemaal voorbij is. Dit getuigt niet van een zorgvuldige voorbereidingsprocedure en het rekening houden met vrijwilligers." Spreker stelt de volgende vragen. • Hoe is het mogelijk dat vrijwel zonder overleg vooraf, in elk geval zonder goede communicatie, binnen zeer korte tijd 20 vrijwilligers aan de kant worden gezet? Met betaalde krachten kun je dat juridisch niet doen, met vrijwilligers moreel niet. • Dat het loket zorg en welzijn er zou komen, was bekend. De invulling is in elk geval slecht gecommuniceerd. Waarom niet op tijd overlegd over eventuele deelname van deze mensen aan het loket zorg en welzijn? • Wil het college met deze vrijwilligers alsnog een gesprek aangaan en hen betrekken bij het zorgloket?
Wethouder Brummel deelt de uitgesproken zorg. Inmiddels is er een brief naar de raad onderweg waarin de voortgang ten aanzien van het Steunpunt Mantelzorg en de Gezondheidswijzer uiteen wordt gezet. Nu in het kort het volgende. In 2002 is in het college het besluit genomen het Steunpunt Mantelzorg en de Gezondheidswijzer op te nemen in het op te zetten loket zorg en welzijn. Dat zou aanvankelijk al gebeuren met ingang van 1 januari 2003. Dit lukte niet in verband met de interne processen die hiermee gemoeid zijn. Mede op basis van de waardering voor het werk van de vrijwilligers is het college bereid geweest de financiering eerst nog tot 1 juli 2003 te verlengen en vervolgens tot 1 januari 2004. Dat had niet gehoeven, gezien het overleg dat er is geweest en het voorbereidingstraject richting het loket zorg en welzijn. Nogmaals wil spreker waardering tot uitdrukking brengen voor de vrijwilligers; hij heeft dat ook gedaan in een telefoongesprek met een van de vrijwilligers. In december 2002 is al gemeld dat het Steunpunt Mantelzorg en de Gezondheidswijzer zouden worden opgenomen in het loket zorg en welzijn, door professionals. De betrokken instellingen waren hiervan op de hoogte; zij hebben voortdurend bij het overleg gezeten. De gemeente mocht dus verwachten dat deze instellingen hun verantwoordelijkheid zouden nemen en hun medewerkers daarover zouden inlichten. Dat is niet gebeurd. Spreker heeft er de grootste moeite mee dat nu op een bepaalde wijze over de gemeente wordt gesproken. Er is voortdurend communicatie geweest, en hij is zelf eens op een bijeenkomst aanwezig geweest waar allerlei partijen aan tafel zaten, waaronder de betrokken instellingen, ter voorbereiding van het loket. Daar is nogmaals uitgesproken dat het loket door professionals wordt ingevuld. Wederom: de instellingen hadden de vrijwilligers daarover moeten informeren. In de contacten met de instellingen is gebleken dat zij ook vinden dat dit had gemoeten. Vervolgens de dienstverlening zelf. Er wordt gesproken over opheffing van het Steunpunt Mantelzorg en de Gezondheidswijzer, maar deze worden níét opgeheven; de dienstverlening blijft, maar in het loket met professionals. De cliënt blijft niet verstoken van informatie. Spreker is ook geschrokken van de reacties en wil nog even terugkomen op het telefoongesprek dat hij met een vrijwilli-
De heer Meijering vermeldt dat de ONE-fractie in de vergadering van de commissie samenleving van 2 december jongstleden onaangenaam werd verrast door de inspraakreactie van mevrouw Roffel, vrijwilligster bij de Gezondheidswijzer en het Steunpunt Mantelzorg. Mevrouw Roffel gaf aan dat op 20 november door een medewerker van de gemeente mededeling werd gedaan van het feit dat de vrijwilligerswerkzaamheden bij de Gezondheidswijzer en het Steunpunt Mantelzorg per 1 januari 2004 worden beëindigd. Dit zou verband 12
ger had. Daarin is afgesproken dat hij in januari zal proberen een afspraak te maken om met de vrijwilligers nog eens om met elkaar over een en ander nog van gedachten te wisselen. Dat wil niet zeggen dat het ingenomen standpunt zal worden gewijzigd. In overleg met de projectleider van het loket zorg en welzijn en de afdeling communicatie is een traject ingezet om de burgers van de gemeente Emmen te informeren over de op handen zijnde overgang van het Steunpunt Mantelzorg en de Gezondheidswijzer naar het loket zorg en welzijn en over de realisering van dit loket. Ook zal worden gekeken naar de mogelijkheid vrijwilligers te blijven inzetten op themaavonden die worden georganiseerd. Dergelijke avonden worden goed bezocht en het lijkt wenselijk ze te continueren. Met verschillende partijen zal worden gekeken naar de mogelijkheid deze thema-avonden aan de burgers van de gemeente Emmen te blijven aanbieden. Door gemeente en instellingen wordt er gezamenlijk aan gewerkt om op gepaste wijze afscheid te nemen van de vrijwilligers, want spreker is het ermee eens dat men zuinig moet zijn op vrijwilligers. De wijze waarop nu is geopereerd verdient niet de schoonheidsprijs.
bij een andere instelling werken, wordt het wel een heel rare situatie. De heer Van Hoffen merkt op dat het loket zorg en welzijn een samenwerking is van gemeente en zorginstellingen. Er zijn dus verbanden, wat betekent dat ook over de communicatie goede afspraken dienen te worden gemaakt. De wethouder schiet zo snel in de verdediging! Nu is de communicatie misgegaan. De wethouder heeft gezegd dat de verantwoordelijkheid daarvoor bij de instellingen ligt, maar feit is dat de vrijwilligers te laat in kennis zijn gesteld van de wijze waarop het loket zorg en welzijn invulling wordt gegeven. De wethouder heeft aangegeven dat er nog een bijeenkomst komt om behoorlijk afscheid van de vrijwilligers te nemen. Gezien datgene wat zij hebben gedaan, kán dat ook niet anders. Een vraag is nog of er nog afspraken worden gemaakt over betrokkenheid van de vrijwilligers bij themabijeenkomsten etc. Mevrouw Van der Veen-Weggemans vraagt of in de informatie die over dit onderwerp is toegestuurd, zal worden aangegeven wie de projectleider straks is, opdat de raad eventuele vragen aan deze functionaris kan stellen. Een andere vraag is of de projectleider nog gesprekken met de vrijwilligers heeft gevoerd.
De heer Meijering begrijpt uit het antwoord van de wethouder dat het aan bepaalde organisaties ligt dat de vrijwilligers niet tijdig op de hoogte zijn gebracht en uiteindelijk zijn geïnformeerd door een medewerker van de gemeente. Daardoor ontstaat er natuurlijk verwarring en komt het probleem híér op het bordje te liggen. Het ware beter geweest als de betrokken instellingen de vrijwilligers hadden geïnformeerd.
Wethouder Brummel zegt dat de nieuwe projectleider net is aangesteld. Er kunnen evenwel vragen worden gesteld. Als men zich bij de afdeling meldt, zal men geworden wie het is met wie kan worden gecommuniceerd. En richting de heer Van Hoffen: hij zit niet in de verdediging, want hééft niet te verdedigen. Hij deelt slechts feiten mee. In het telefoongesprek dat plaatsvond met de mijnheer van de vrijwilligersorganisatie heeft spreker gezegd bereid te zijn met de vrijwilligers om de tafel te gaan zitten, waarop betrokkene antwoordde: u zegt dat nu wel tegen mij, maar dat weten de andere vrijwilligers niet! Hij heeft toen aangeboden met hen in januari een bijeenkomst te organiseren om het verhaal vanuit de optiek van de gemeente te vertellen en ervan uit te gaan dat tegelijkertijd vanuit de instellingen hetzelfde gebeurt. Nogmaals: de waardering voor vrijwilligers is groot, en dat blíjft ook zo. Ook spreker is van mening dat met hen zorgvuldig moet worden omgegaan. Verder nog de opmerking dat op de bijeenkomsten die over de voortgang zijn gehouden alle instellingen aanwezig waren.
Wethouder Brummel zegt dat de gemeente mocht uitgaan van de veronderstelling dat het gebeurd was en dat de mededeling van de kant van de gemeente niet als een verrassing kwam. Het heeft het college verrast dat het wél als een verrassing kwam. Het traject loopt al heel lang en had zelfs al met ingang van 1 januari 2002 moeten worden geïmplementeerd, dus toen hadden de instellingen al moeten melden wat de situatie zou worden als het loket zou zijn ingesteld. Het is vervelend dat het uiteindelijk de gemeente is die de vrijwilligers daarvan als eerste in kennis stelde op 20 november. Spreker kan zich de verontwaardiging van de vrijwilligers heel goed voorstellen. De heer Van Hoffen stelt vast dat door het antwoord van de wethouder wel het een en ander duidelijk is geworden, alhoewel het natuurlijk niet aan gaat zwartepieten uit te delen.
Vuilverbrandingsoven Lichtvervuiling glastuinbouw Banden met Calquillla
Wethouder Brummel zegt dat het daarmee helemaal niets te maken heeft. Het gaat om de wijze van communicatie. De heer Van Hoffen moet begrijpen dat er op een of andere bijeenkomst in elk geval geen communicatieafspraken zijn gemaakt.
De heer Dijkgraaf gaat allereerst in op de geplande grootste vuilverbrandingsoven van Europa, vlak over de grens, waarover in de krant van alles was te lezen en veel onrust is ontstaan. De vraag is of de gemeente Emmen iets met deze plannen te maken heeft en, zo ja, op welke manier. Zo neen, wil de gemeente dan bezien of zo'n vuilverbrandingsoven al dan niet kan worden tegengehouden. Vervolgens de lichtvervuiling door de glastuinbouw. 's Avonds is er een enorme hoeveelheid licht te zien en hij heeft eens
Wethouder Brummel wijst erop dat de vrijwilligers werden vertegenwoordigd door de betrokken organisatie. Hij mocht aannemen dat de mensen, vrijwilligers dan wel professionals, van hun organisatie te horen zouden krijgen wat er aan de hand is. Als de gemeente ook mensen moet informeren die 13
nagekeken wat er te dien aanzien wettelijk is geregeld. Onder andere wordt gesteld dat assimilatiebelichting zonder bovenscherm niet is toegestaan van 1 september tot 1 mei tussen 20.00 en 24.00 uur. Als spreker er echter om een uur of tien langs rijdt, moet hij constateren dat er enorm veel licht is. De vraag is dan ook hoe het staat met de handhaving. Vindt die eens in de zoveel tijd plaats, of wordt er echt gehandhaafd? Een achterliggende vraag is of er in het verleden aan de glastuinbouwers wellicht is toegezegd dat de handhaving wordt beperkt tot een keer of wat. Gezien de ontwikkelingen in Irak en hetgeen daaruit voor het hele Midden-Oosten kan voortvloeien, is de vraag of er, vanwege het feit dat er nu mogelijkheden zijn om positieve signalen af te geven, richting zustergemeente Qualqilya pogingen zullen worden gedaan om het proces op kleine schaal enigszins in positieve zin te beïnvloeden.
wordt gevlogen en dat, wanneer overschrijding plaatsvindt, betrokkenen worden aangeschreven en zo nodig dwangsommen worden opgelegd; er is er zelfs al een verbeurdverklaard. Al met al zijn er goede afspraken over gemaakt en zit de gemeente er bovenop. Geïnterrumpeerd wordt: kerstverlichting mag toch wel, hè! De heer Dijkgraaf zegt dat wat hem betreft de kerstverlichting in tuinen en bomen ook mag worden verboden! Hij volstaat met een hoop gezelligheid en licht thuis. De wethouder heeft aangegeven dat er qua handhaving van alles gebeurt, maar spreker moet toch constateren dat er nog steeds lichtvervuiling is. Hem dunkt dat het simpel moet zijn te dien aanzien meer stappen te nemen dan een, twee, of drie keer per jaar. Hij is blij dat in januari zal kunnen worden gesproken over Qualqilya. De ontwikkelingen ten aanzien van de vuilverbrandingsoven zal spreker, net als de wethouder, in de gaten houden.
Wethouder Holman kan allereerst zeggen dat de gemeente Emmen niet te maken heeft met de vuilverbrandingsoven. Ook het college heeft via de krant moeten vernemen dat hiervoor plannen worden ontwikkeld. Spreker dunkt dat het niet aan deze gemeente is daartegen iets te ondernemen. Wel zal de gemeente de zaak goed in de gaten houden. Zij is inmiddels benaderd door de natuurvereniging Het Stroomdal in Schoonebeek met de vraag of het zinvol zou zijn als gemeente Emmen iets te doen, waarbij de heer Bos van deze vereniging heeft aangegeven dat niet mag worden verwacht dat een gemeente in dezen iets onderneemt, maar dat wel kan worden bekeken wat voor gevolgen zoiets kan hebben voor de nabije omgeving, i.c. Schoonebeek, dat immers bij de gemeente Emmen hoort. Het college zal dus wel alert op de ontwikkeling zijn. Tijdens de begrotingsbehandeling is aangegeven dat het college ernaar streeft in januari in de vorm van een Cdiscussie te spreken over de grensoverschrijdende contacten; naar het er nu naar uit ziet gebeurt dat ook. Het stuk is inmiddels door het college behandeld en kan dus in januari op de agenda worden gezet. Daarin wordt ook iets gezegd over Qualqilya. Het lijkt spreker goed dat de raad zich erover uitspreekt hoe die contacten in de toekomst vorm moeten worden gegeven. In het stuk staan te dien aanzien suggesties, bijvoorbeeld via de WOE of in samenwerking met anderen. Hij is benieuwd hoe de raad daar tegenaan kijkt. In januari zou tevens kunnen worden bezien of er aanleiding is de contacten wat aan te halen, wat in de laatste jaren verschrikkelijk moeilijk was. Ten slotte de lichtvervuiling door de glastuinbouw. Daar gelden inderdaad wettelijke bepalingen voor: in de door de heer Dijkgraaf genoemde maanden geldt tussen 20.00 en 24.00 uur een verduisteringplicht, zowel van de zijkant als van de bovenkant. De meeste kassen blijken aan de zijkant wel goed te zijn afgedicht, maar voor zover kon worden geconstateerd, is dat aan de bovenkant bij niemand het geval. Dat zou dan betekenen dat het licht vanaf 20.00 uur gewoon uit moet. Inmiddels zijn al acht tuinders aangeschreven dat zij moeten overgaan tot óf afdichting óf het uitdoen van de lichten. Het is niet zo dat er een keer per jaar wordt gecontroleerd, want er wordt soms wel drie keer per jaar gevlogen, op diverse momenten. Deze kent spreker, maar zal hij hier niet noemen, want bekend is wat er dan gebeurt. Er mag evenwel van worden uitgegaan dat er diverse keren
De heer Wilms zou graag zien dat wordt gesproken over lichtemissie, in plaats van over lichtvervuiling, want dit is niet zo'n goede term. Wethouder Holman trekt een vergelijking met gewasbestrijdingsmiddelen en –beschermingsmiddelen. Het is maar hoe men het bekijkt! Hij is van mening dat men zich hierover maar niet zo druk moet maken. Overigens is het opvallend dat de tuinders schijnbaar heel goed te weten wanneer er gevlogen wordt. Er wordt gevlogen vanaf Eelde, waar men om 22.00 uur weer binnen moet zijn. Men weet dus precies dat er vanaf die tijd geen vliegtuig meer is. Thans wordt bekeken of vliegen van Schiphol mogelijk is. Het kost weliswaar meer brandstof, maar qua handhaving is het veel beter. Spreker dunkt dat de tuinders maar eens een keer moeten worden verrast. De heer Ensink merkt op dat er tegenwoordig satellieten zijn! Bijvoorbeeld zijn subsidieaanvragen voor de landbouw worden per satelliet gecontroleerd. Dan moet de controle op het in de tuinbouw gebruikte licht toch ook mogelijk zijn! Wethouder Holman vindt dit een goede suggestie. Hij zal die meenemen in het lokale handhavingsoverleg. De heer Van Hees zegt dat de heer Holman maar eens bij hem thuis in de slaapkamer moet komen kijken! Wethouder Holman vraagt of dat al vanavond kan. De heer Van Hees wil er zonder gekheid op wijzen dat de bepalingen waarop de heer Dijkgraaf heeft gewezen met voeten worden getreden. Het is elke avond raak, dat kunnen hij en andere inwoners van Schoonebeek gewoon signaleren. Misschien is dit in plaats van met een vliegtuig nog wel simpelere met gebruikmaking van een auto aan te pakken. Wethouder Holman merkt op dat zowel het een als het ander wordt gedaan. 14
Rechtmatigheidsverklaring accountant
zegd. Op 27 november 2003 ontving de fractie een uitnodiging voor de opening van de woningen op De Ark op 17 december 2003. • In de vergadering van de commissie wonen en ruimte op 1 december 2003 deelde de wethouder plotseling mede € 3,3 miljoen nodig te hebben voor de herstructurering. Spreker wil benadrukken dat het absoluut niet de bedoeling van de PvdA-fractie is het college en/of de wethouders in een moeilijk parket te brengen. De fractie wil slechts helderheid, een voorwaarde voor vertrouwen; vertrouwen is nodig om de herinrichting met alle betrokkenen in goed banen te leiden. Bovendien meent de fractie dat de raad deze helderheid mag vragen om diens controlerende rol goed te kunnen uitoefenen. Zoals eerder werd medegedeeld, hebben de vragen betrekking op een aantal onderwerpen. •
Mevrouw Rougoor-Mahalbasic zegt dat de PvdA-fractie graag wil weten wat de status is van het voorstel over de rechtmatigheidsverklaring door een onafhankelijk accountant. Er zijn geen duidelijke afspraken en nu dreigt de termijn overschreden te worden. Wethouder Kuper antwoordt dat over 2004 de rechtmatigheidscontrole voor het eerst zal worden opgedragen aan de externe accountant, maar dat tevens is bekeken hoe dit over 2003 zou kunnen. Het gaat er bij deze controle in feite om dat van elke besteding wordt vastgesteld of deze verricht is overeenkomstig de doelstelling. Dat kan heel ver gaan en kan ook vergaande consequenties hebben voor de transacties die in gemeenteland worden gedaan. Bij het NIVRA, de organisatie van de externe registeraccountants, bestaat nog geen 100% duidelijkheid over de invulling van de rechtsmatigheidscontrole. Er vindt nog overleg plaats in de vakgroep zelf en er is nog overleg met Binnenlandse Zaken om te bekijken hoe hieraan het beste invulling kan worden gegeven. Er is één gemeente, Haarlem, die over 2003 al zo'n controle laat uitvoeren, maar hier en bij andere gemeenten is er waarschijnlijk geen mogelijkheid om die ook over 2003 te laten doen. Het betreft een vrij weerbarstige materie, vandaar dat spreker in de vergadering van de commissie bestuur en middelen in januari of februari de externe accountant een toelichting wil laten geven. Als dan blijkt dat het toch nodig wordt gevonden tot een tussenoplossing te komen voor 2003, kan daarover met de externe accountant worden gesproken. Spreker stelt voor het zo te doen.
De voorzitter is van mening dat de raad na de introductie eerst moet vaststellen of er reden is voor het houden van een interpellatie. Vragen kunnen worden gesteld in het vragenhalfuur of op basis van artikel 38. Er kan ook een interpellatie worden aangevraagd en alhoewel die in het Reglement van orde niet precies is omschreven, moet er toch het idee zijn: er is iets bijzonders aan de hand waardoor niet anderszins vragen kunnen worden gesteld. Spreker legt de raad de vraag voor of deze instemt met een interpellatie over het aangekondigde onderwerp. Mevrouw Houwing-Haisma memoreert dat de te stellen vragen zijn toegezonden. Aannemende dat die niet zijn gewijzigd, lijkt het haar dat die schriftelijk kunnen worden beantwoord.
Mevrouw Rougoor-Mahalbasic stemt hiermee in en wacht verder af.
De heer Pekelsma sluit zich hierbij namens de CDA-fractie aan.
Het vragenhalfuur wordt hierna gesloten. A1a.
Interpellatie woonwagencentrum De Ark.
De heer Schoo heeft de betekenis van 'interpellatie' eens opgezocht in de Van Dale, die tegenwoordig op het RIS staat, een heel goede zaak! Welnu, in de Van Dale staat: "vragen om inlichtingen in een vertegenwoordigende vergadering aan een of meer leden van het bestuur gericht". Er staan in de vragen verrassende dingen die hij niet wist, dus vindt hij deze interpellatie een goede zaak. Hij zou de vragen nu graag mondeling beantwoord willen zien. Waarop nu niet kan worden geantwoord, kan schriftelijk worden afgehandeld.
De heer De Wildt brengt naar voren dat de herinrichting en de reconstructie van woonwagencentrum De Ark een zeer complex proces is. Sinds 1997 leveren het college en de ambtelijke diensten, met hulp van externe deskundigen, veel inzet om dit proces van de grond te krijgen en in beweging te houden. Het is ook een proces met veel verschillende, vaak tegengestelde belangen. Al met al voldoende redenen om uiterst zorgvuldig met alle betrokkenen om te gaan. Nadat het plan van aanpak, dat op 20 mei 2003 door het college is vastgesteld, als ingekomen stuk op de juniagenda van de commissie wonen en ruimte was vermeld, heeft de fractie van de PvdA verzocht om bespreking. Reeds toen hadden haar signalen bereikt die op gespannen voet stonden met de genoemde zorgvuldigheid. De fractie heeft hierop een zeer voorlopig eigen onderzoek ingesteld. Dit leverde zo veel vraagtekens op dat tot verdere stappen werd besloten. Een aantal onverwachte gebeurtenissen in november en december acht de fractie zo dringend dat zij voldoende redenen meent te hebben voor deze interpellatie, en wel de volgende. • Nadat de klankbordgroep woonwagenbewoners haar ongenoegen had geuit, werd zonder enig overleg de beroepsmatige ondersteuning per 1 januari 2004 opge-
De heer Dijkgraaf geeft aan dat wat hem betreft over het aangekondigde onderwerp een interpellatie mag worden gehouden. De heer Van Hees sluit zich aan bij de opmerking van mevrouw Houwing. De voorzitter wijst erop dat mevrouw Houwing zei dat het wat haar fractie betreft schriftelijk kan. Dat wil echter niet zeggen dat zij tegen het houden van een interpellatie is. Mevrouw Houwing-Haisma wil, als het zo expliciet wordt gesteld, zeggen dat haar fractie tegen is. 15
•
De heer Meijering zegt dat de behandeling wat hem betreft schriftelijk mag. Daarna kan het onderwerp eventueel op de agenda worden gezet. Tot gisteren, toen hij het interpellatieverzoek ontving, wist hij hier totaal niets van.
Is voor deze woningen een normale bouwvergunning afgegeven? Zo niet, welke eisen heeft bouw- en woningtoezicht aan de woningen gesteld, en voldoen de woningen hier ook aan? • Ervan uitgaande dat Wooncom mogelijk het beheer gaat uitvoeren: is hierover overleg geweest en voorlopig overeenstemming bereikt? 3. De zorgen/complicaties over een mogelijke belangenverstrengeling, dan wel betrokkenheid van het bureau Integra met de bouwer van de eerder deels mislukte bouwobjecten op woonwagencentra in Dordrecht en Apeldoorn. Nadat bureau Integra op 1 oktober 1998 op contractbasis werd ingezet bij de dienst STOW en vervolgens tot 2001 een medewerker van Integra in gemeentedienst was genomen, is bureau Integra nu weer belast met de projectleiding betreffende beheer en reconstructie. Over de positie en de taken van de medewerkers van bureau Integra bestaan veel onduidelijkheden. Dit is niet bevorderlijk voor vertrouwen en zorgvuldigheid. Hierover de volgende vragen. • Is de wethouder op de hoogte van de betrokkenheid van bureau Integra bij de reconstructieprojecten in Dordrecht en Apeldoorn en van de huidige stand van zaken aldaar? • Zijn er referenties ingewonnen voordat bureau Integra in 2001 wederom werd ingeschakeld? • Kan de wethouder de raad inzage geven in contracten met en werkopdrachten aan Integra vanaf 2001? 4. De financiën die vanuit een budgettair-neutrale situatie lijkt uit te komen op een (nog niet gedekt) tekort van mogelijk € 3,3 miljoen.
De heer Van Hoffen stelt vast dat een interpellatie een instrument is om vragen te stellen over een actuele situatie. Kunnen de vragen niet worden beantwoord en moet dat derhalve schriftelijk gebeuren, dan zij dat zo, maar hij vindt wel dat er recht is op het houden van een interpellatie. De voorzitter wijst erop dat in het Reglement van orde staat dat de raad vaststelt of er een interpellatie kan worden gehouden. Hij constateert dat de meningen verdeeld liggen en wil de PvdA-fractie i.c. de heer De Wildt derhalve het voordeel van de twijfel geven. Wel stelt hij voor de vragen op een puntige wijze te stellen. De heer De Wildt denkt dat het bijna niet mogelijk is dit nog puntiger te doen dan op schrift is gesteld, maar zal proberen de inleiding wat kort te houden. Over een viertal onderwerpen wil hij vragen stellen. 1. De wijze waarop de bewonersparticipatie, die in deze gemeente heel hoog in het vaandel is gezet, tot nu toe is ingevuld. Het gaat met name om de opzegging van het contract met Foundation Transfer, het klankbord van de woonwagenbewoners, en de verdere plannen. De PvdA-fractie kreeg het dringende bericht van de klankbordgroep dat zij zich, ondanks een lijst van toezeggingen, totaal niet serieus genomen voelt. Zij meent dat hierdoor de geloofwaardigheid van de groep op het centrum ernstig is aangetast. Overigens heeft de groep hierover in een brief van 19 april 2003 al geklaagd. In een brief van 3 november 2003 aan Foundation Transfer werd de ondersteuning aan de SEVgroep per 1 januari opgezegd. In dezelfde brief werd zonder overleg en zonder opgaaf van redenen de ondersteuning aan de klankbordgroep eveneens per 1 januari 2004 opgezegd. De PvdA-fractie vindt dit een ernstige situatie, en ziet hierin een reden om gebruik te maken van het recht van interpellatie. Over het voorgaande drie vragen. • Kan de wethouder zeggen om welke redenen het contract met de klankbordgroep tussentijds is opgezegd? • De klankbordgroep die volgens het communicatieplan functioneert als erkende overlegpartner heeft zich voorlopig op non-actief gesteld. Is de wethouder voornemens de communicatie met de groep te herstellen en welke ondersteuning haar na 1 januari zal worden geboden? • Op welke termijn en welk antwoord mag de klankbordgroep tegemoet zien op haar brief van 19 november 2003? Het tweede onderwerp is: 2. De eisen waaraan de (voorbeeld-)woningen, die gisteren feestelijk en officieel zijn geopend, hebben moeten voldoen. Hierover de volgende vragen. • De in het plan van aanpak toegezegde stedenbouwkundige visie is nog niet bekend. Wanneer kan de raad deze, liefst op zeer korte termijn, zeker nu met de uitvoering is begonnen, tegemoet zien?
Wethouder Brummel wil even een correctie aanbrengen. Het gaat niet om een ongedekt tekort van € 3,3 miljoen, maar om een tekort van € 2,2 miljoen, want € 1,1 miljoen is gedekt. De heer De Wildt heeft gesproken over een 'mogelijk' tekort van € 3,3 miljoen. Nog niet duidelijk is in hoeverre het bedrag van € 1,1 miljoen, dat wel gereserveerd is, reeds is uitgegeven. In de commissie wonen en ruimte van 1 december 2003 deelde de wethouder mede geschrokken te zijn van een verschil i.c. een mogelijk tekort tussen € 1,1 miljoen aan beschikbare middelen en € 3,3 miljoen kosten. In het plan van aanpak van 14 april 2003 (pagina 10) is er reeds op gewezen dat een sluitende exploitatie niet mogelijk is. Hierover de volgende vragen. • Had de wethouder, gegeven de eerste aanwijzingen voor een financieel tekort, niet reeds in juni 2003 actief agendering aan het presidium voor moeten leggen? • Indien de wethouder pas later op de hoogte werd gesteld, wanneer was dit dan voor het eerst? • Is het niet bevreemdend dat de ambtelijke dienst vanaf juni 2003 naar buiten brengt dat de raad met het plan van aanpak heeft ingestemd, daarmee suggererend dat dit ook geld voor het mogelijke financiële tekort? Spreker is er erkentelijk voor dat de voorzitter heeft toegestaan deze vragen te stellen. De voorzitter heeft dit interpellatieverzoek er doorheen 'gemanipuleerd'. Hij dacht dat de stemverhouding 18 tegen 16
18 was, maar inmiddels is hem duidelijk geworden dat de meerderheid tegen was. Bij nader inzien denkt hij dat een aantal vragen meer in de sfeer van artikel 38 hadden thuisgehoord.
sten van de zijde van de klankbordgroep zijn afgezegd.
Wethouder Brummel deelt de zorg van de heer De Wildt over de zorgvuldigheid, want dit wordt een proces dat niet geringe voetangels en klemmen met zich zal brengen, zo schat spreker in. Dan is zorgvuldigheid een eerste vereiste. Het stelt hem een beetje teleur dat nu al voorzichtig de conclusie wordt getrokken, als ware die zorgvuldigheid niet betracht. Hij hoopt in zijn antwoord een ander beeld te kunnen schetsen. Vooraf nog een tweede opmerking. Er zijn een paar vragen gesteld waarover heel gemakkelijk contact had kunnen worden opgenomen met de betrokken wethouder; dan had de heer De Wildt daar meteen antwoord op gekregen. Spreker kan zich voorstellen dat deze een andere weg heeft gekozen, maar wil erop wijzen dat zijn deur open staat en dat de telefoon kan worden gebruikt.
Wethouder Brummel antwoordt dat er voordien een aantal vergaderingen is geweest. Hijzelf is er bij één geweest waarin de klankbordgroep klachten heeft geuit die hiervóór ook door de heer De Wildt zijn aangegeven, neerkomend op: wij worden niet serieus genomen, we krijgen op het woonwagenkamp te maken met informatie die we als klankbordgroep niet kennen en dergelijke. Hij heeft toen gezegd dat wat hem betreft alle informatie, inclusief de nieuwsbrieven die op De Ark worden verspreid, via de klankbordgroep loopt en dat het niet zo kan zijn dat, als er informatie van de zijde van de gemeente wordt gegeven, deze niet via de klankbordgroep loopt. Hij heeft erbij gezegd: als u via een omweg andere informatie bereikt, moet u die beschouwen als niet komende van de gemeente! Hij verkeerde in de veronderstelling dat het zo zou gaan. Uiteraard is hij niet in alle vergaderingen van de klankbordgroep aanwezig. Deze groep opereert zelfstandig en dient alle benodigde informatie te hebben. Zij dient evenwel ook vergaderingen te houden, en hij heeft moeten constateren dat dit in veel gevallen niet is gebeurd.
De heer De Wildt informeert of het de wethouder bekend is hoeveel vergaderingen er vóór juni in 2003 zijn geweest.
De heer De Wildt heeft een aantal weken geleden intern inzage gevraagd in de contracten en de werkopdrachten die in 2001 aan Integra zijn verstrekt. Tot nu toe heeft hij die inzage niet gekregen, zodat hij ervan is uitgegaan dat hij een andere weg moest kiezen. Dan is een interpellatie een van de mogelijkheden die je als raadslid hebt.
De heer De Wildt vraagt of de wethouder weet waarom vergaderingen niet zijn gehouden. Wethouder Brummel zal dit vragen aan degene die verantwoordelijk is voor het bijeenroepen van een vergadering. Hij heeft dat op dit moment niet volledig in beeld. Het is nu wat kort dag geweest, want hij heeft de vragen eerst dinsdagmorgen gekregen en die dag is het college op werkbezoek geweest, zodat alleen woensdag beschikbaar was om met de vragen aan de slag te gaan. Derhalve heeft nog niet alle benodigde communicatie plaatsgehad. Hij wil alle motieven nog nadrukkelijk tegen het licht houden, wat mede te maken heeft met het beëindigen van het contract met Foundation Transfer. Hoe dan ook, over het niet houden van vergaderingen zal hij zich nog laten informeren.
Wethouder Brummel wil een raadslid die mogelijkheid ook niet onthouden. Hij heeft alleen een aanvulling willen geven op de mogelijke communicatiekanalen die er zijn. Dit laat onverlet dat de heer De Wildt deze weg kon kiezen; spreker respecteert dat. Vervolgens gaat hij in op de drie vragen onder 1. De opdracht aan Foundation Transfer was: "bewonersondersteuning ten behoeve van de herinrichting van De Ark" en ondersteuning projectontwikkeling SEV-project". In het voorjaar van 2003 is overleg gevoerd tussen de gemeente Emmen en Foundation Transfer, waarin is geconstateerd dat de communicatie tussen gemeente, Foundation Transfer en de klankbordgroep slecht liep en dat de omvang van de klankbordgroep inmiddels was teruggelopen tot drie deelnemers, zodat de representativiteit van de klankbordgroep in twijfel kon worden getrokken. De gemeente wil graag met een klankbordgroep te maken hebben die kan worden gezien als een vertegenwoordiging van de betrokken bewoners. Om deze punten te verbeteren is aan Foundation Transfer de opdracht gegeven de communicatie te verbeteren en een breder draagvlak te creëren. Hierover zijn destijds ook heel concrete afspraken gemaakt. Geconstateerd moet echter worden dat er sedertdien nauwelijks verbetering is opgetreden in de communicatie en dat ook een groter draagvlak in de vorm van een groter aantal deelnemers in de klankbordgroep niet of nauwelijks is gerealiseerd. Om die reden zet het college vraagtekens bij het functioneren. Er is ook een projectgroep, bestaande uit mensen uit de ambtelijke organisatie, en het was de bedoeling dat er binnen 14 dagen een klankbordgroep zou zijn waaraan de informatie meteen zou kunnen worden doorgesluisd. Vastgesteld moet worden dat in juni, in september en laatstelijk in november de bijeenkom-
De heer De Wildt informeert of hij hieruit mag concluderen dat de wethouder niet op de hoogte is van de contractopzegging in een brief die is ondertekend namens B&W. Wethouder Brummel is hiervan wél op de hoogte gesteld, maar op een moment waarop hij behoefte had aan meer informatie. Overigens loopt het uitnodigen van externen lang niet altijd via het college, want ook op basis van mandaterings- en delegatiebesluiten kan externe hulp worden ingeroepen. Het beëindigen van het contract kan dus op dat niveau. Hij is daarover geïnformeerd, op welk moment hij vraagtekens heeft gezet. Op zijn vragen heeft hij nog niet voldoende antwoord; daarnaar gaat hij verder nog kijken. Overigens: er zijn twee andere argumenten om het contract te beëindigen. Dat is dat de ondersteuning van de SEV-groep niet meer nodig is omdat het traject is doorlopen; het college heeft daar indertijd een besluit over genomen. Daarmee viel één poot onder de opdracht vandaan. Voorts is van de ondersteuning van de projectontwikkeling nu al te zeggen dat het college zich erop beraadt over het op een andere wijze dan 17
tot nu het geval is geweest met het in te zetten implementatietraject. De klankbordgroep heeft een heel belangrijke functie gehad in de aanloop naar de implementatie, c.q. het plan van aanpak, want daarvoor was heel veel informatie nodig. Bij de voorbereiding van de implementatie moet het in die fase, zo is gebleken, veel meer om straatgesprekken en 1 op 1-gesprekken gaan. Het college beraadt zich erover hoe daarmee in de vrij nabije toekomst zal worden omgegaan. Naar aanleiding van de brief die de projectgroep heeft geschreven, heeft spreker besloten in januari opnieuw met de klankbordgroep te spreken om de draad weer op te pakken. Gisteren heeft hij tegen leden van de klankbordgroep nadrukkelijk gezegd het zeer op prijs te zullen stellen als de groep hem wil ontvangen, ondanks het feit dat zij zich op non-actief heeft gesteld. Uit de geluiden die tot hem kwamen put hij de goede hoop dat er in het nieuwe jaar een nieuwe start kan worden gemaakt.
mer is dan in een woonwagen. Gisteren kon één van de woningen worden bekeken, de andere helaas niet in verband met zieken, maar in die ene woning was te zien dat nadrukkelijk aan wensen tegemoet is gekomen waardoor iemand kan worden opgevangen door een familielid. Daarbij heeft de WVG een rol gespeeld. De heer Van Hoffen herhaalt zijn vraag, namelijk of geheel is gebouwd vanuit de WVG-middelen. Wethouder Brummel antwoordt ontkennend. Wat vanuit de WVG is gerealiseerd, heeft te maken met een handicap. Op persoonlijke zaken wil hij nu niet ingaan. Als de heer Van Hoffen er meer over wil weten, moet deze maar even bij spreker langs komen, want het is niet gepast nu op de ins en outs in te gaan. Pas als uit het financiële plaatje blijkt dat het stedenbouwkundig concept haalbaar is, kan het plan worden vastgesteld en aan de raad worden voorgelegd. Meerdere leveranciers is gevraagd een aanbieding te doen voor de woningen. De afdeling bouw- en woningtoezicht heeft de aanbiedingen beoordeeld en de kwaliteit van de woningen is diverse malen door verschillende instanties beoordeeld, met als uitkomst dat zij voldoen aan de kwaliteitseisen en zouden kunnen worden overgedragen aan woningcorporaties. Er is al geruime tijd overleg met de corporaties: Wooncom, Inter Pares en Woonservice. Aan hen is gezegd dat de gemeente graag zal zien dat zij bekijken hoe deze woningen straks kunnen worden overgedragen. Zij zullen daartoe met een voorstel komen; de gemeente is in afwachting daarvan. Over de vraag over bouw- en woningtoezicht en de bouwvergunning wil spreker graag het woord laten aan wethouder Hoogland.
De heer De Wildt reageert hierop positief. Hij was er gisteren ook bij en is heel blij dat de wethouder de draad wil oppakken. Hij denkt dat de leden van de klankbordgroep daarvoor ook zeer erkentelijk zijn. Hij durft ervan uit te gaan dat zij in januari heel graag het gesprek met de wethouder aangaan. Hierbij nog één opmerking. De wethouder zal bij die gelegenheid tevens kunnen constateren dat de klankbordgroep uit méér dan drie mensen bestaat. Wethouder Brummel zegt dat het er op dit moment vijf zijn, aannemende dat de namen die in de brief staan betrekking hebben op leden van de klankbordgroep, want in die hoedanigheid hebben zij zich schriftelijk tot hem gewend. De tweede groep vragen betreft de woningen die op 17 december 2003, dus gisteren, zijn geopend. Vooraf de opmerking dat er geen misverstand moet ontstaan over het volgende. De feitelijke herstructurering is nog niet begonnen. Spreker wijst hierop met nadruk, want als hij het straks over de financiën heeft, is dit een belangrijk element. De geplaatste woningen zijn gebruikt als voorbereiding op de herstructurering, om betrouwbare gegevens te krijgen over de financiële haalbaarheid, de haalbaarheid in het algemeen en de wenselijkheid van dergelijke woningen. Deze waren mede mogelijk doordat de WVG erbij was betrokken, waardoor er ook mensen met een handicap in konden worden ondergebracht. De opzet was eens te bekijken hoe zo'n proces loopt en hoe erop wordt gereageerd in deze samenleving. Er ligt nu wel een stedenbouwkundig concept, maar dit moet nog worden geoptimaliseerd om de tekorten zoals die uit de eerste berekeningen zijn voortgekomen tot het minimum te beperken.
Wethouder Hoogland-Foppen vermeldt dat voor deze woningen een normale bouwvergunning is afgegeven. Omdat de vraag wordt gesteld in de 'zo niet'-sfeer wil zij er wat dieper op ingaan. Er is volgens de afgegeven bouwvergunning gebouwd. Het huis dat aangemerkt wordt als woonwagen en volgens de Woningwet als een voor bewoning bestemd gebouw op een standplaats dat in zijn geheel dan wel in delen kan worden verplaatst. Die toetsing heeft plaatsgevonden en vastgesteld is dat de woning aan deze bepaling ruimschoots voldoet. Als deze zou worden 'opgepakt' en in een woonwijk zou worden neergezet, zou die bij een toetsing aan het Bouwbesluit niet voldoen. Er is nog één punt waarnaar wordt gekeken, en wel de beglazing. Daarover is nog niet echt helderheid. De regelgeving te dien aanzien is onvoldoende eenduidig. Medio januari zal samen met de brandweer worden gekeken of de beglazing voldoet. Is dat niet het geval, dan zal daarop alsnog actie moeten worden gezet.
De heer Van Hoffen vraagt hoe het mogelijk is hierbij de WVG te betrekken. Ging het om een deel, of zijn alle WVGmiddelen hierin gestoken? Er doen allerlei geruchten de rondte, reden waarom hij enige verduidelijking wenst.
De heer De Wildt heeft de wethouder gisteren bij de opening horen zeggen dat de gisteren geopende woningen incidentele bouwsituaties betreft en dus niet behoren bij de reconstructie van het hele centrum. Hij wil de wethouder erop wijzen dat de bewoners van het woonwagencentrum deze woningen als voorbeeld zien. Uit de uitnodiging die de
Wethouder Brummel zegt dat de betrokken mensen in een woonwagen zaten en te maken hebben met een gehandicapt familielid voor wie men aanpassingen wilde. Er is mee ingestemd dat die aanpassingen vooraf veel beter kunnen worden gerealiseerd en het wonen in een woning ook veel aangena18
raadsleden hebben gekregen zou dit eveneens kunnen worden opgemaakt. Hij pleit er voor ook in dezen heel zorgvuldig te zijn.
financieel plaatje. Nu zijn de berekeningen getoetst door de afdeling dienstondersteuning van de dienst stadsontwikkeling. Zodra de eerste financiële gegevens beschikbaar waren, is hij ingelicht. Dat viel nét samen met een discussie in de commissie. Hij had er toen behoefte aan de kosten die met de herstructurering gemoeid zouden zijn alvast te melden. Hij heeft op dat moment gezegd te weten dat er € 1,1 miljoen was en dat op € 3,3 miljoen zou worden uitgekomen. Direct heeft hij aan de betrokken afdeling gemeld dit wel een erg grote overschrijding te vinden. Hem is toen voorgehouden dat het ging om een 'worst case'-scenario. Hij heeft vervolgens gevraagd om een 'best case'-scenario. Daaraan wordt op dit moment gewerkt. Wat daaruit komt, zal nog moeten blijken, maar als de implementatie begint zal er een financieel plaatje moeten zijn dat aan de raad kan worden voorgelegd. Spreker zal de raad zo gauw mogelijk informeren. Het college heeft in maart 2003 het plan van aanpak goedgekeurd. Het plan is vervolgens ter inzage aangeboden aan de commissie wonen en ruimte. In september jongstleden is het plan teruggekomen, zonder dat het in de commissie behandeld is. De ambtelijke organisatie heeft in de werkgroep herstructurering De Ark over dit plan gecommuniceerd. Dat de informatie soms met enige ruis rond zingt, is iets waarover spreker daarstraks al iets heeft gezegd, maar de informatie die moet worden gecommuniceerd loopt vanuit de projectgroep naar de klankbordgroep en via andere kanalen vervolgens naar de bewoners van De Ark. Spreker hoopt hiermee voldoende antwoord te hebben gegeven op de gestelde vragen.
Wethouder Brummel zegt dát het ook voorbeeldwoningen zijn. Mensen die vinden dat dit een heel mooie woning is, kunnen daar straks eveneens gebruik van maken. Er wordt met drie types gewerkt. In Schoonebeek staat een heel ander type en dat wordt eveneens gepresenteerd op De Ark. De andere twee kunnen eveneens als voorbeeld dienen. Daaruit moet niet de conclusie worden getrokken dat alle woningen hetzelfde worden, want dat is een verkeerde conclusie. Nogmaals: het gaat om voorbeeldwoningen. De voorzitter stelt voor dat de wethouder nu door gaat met diens beantwoording, mede gelet op de tijd. Wethouder Brummel vervolgt zijn betoog met de vragen over onderdeel 3, de mogelijke belangenverstrengeling betreffend. Van 1999 tot augustus 2000 is het bureau Integra door de gemeente Dordrecht ingeschakeld voor bewonersondersteuning. Dit scheen ook de leverancier van de woningen te worden, doch daarmee is gestopt in verband met mogelijke belangenverstrengeling. In Apeldoorn is Integra door de afdeling bouwtoezicht ingehuurd om de bouwkundige situatie van woonwagens in kaart te brengen. Die opdracht liep af in augustus 2002. In het onderzoek zijn de nieuwe woningen op het betrokken terrein bekeken en omdat de kwaliteit niet voldoende werd bevonden, zijn de activiteiten van Integra gestopt. Wat de referenties betreft: die zijn onder andere ingewonnen bij de gemeente Groningen en de gemeente Nijmegen. In 1998 is Integra kort betrokken geweest bij woonwagenzaken in de gemeente Emmen. In 2001 is met dit bureau een nieuw contract overeengekomen, waarbij de volgende opdracht is vastgelegd. 1. Het beheer van woonwagenstandplaatsen en ligplaatsen voor woonschepen. 2. Projectcoördinatie betreffende de herstructurering. Het contract en de werkopdrachten liggen ter inzage bij het hoofd van de afdeling wonen. Daar kan de heer De Wildt zich vervoegen als deze die wil inzien. Per jaar vindt er evaluatie plaats, en de eerstvolgende zal in juni aanstaande zijn. Er wordt dus niet automatisch doorgegaan; op basis van een jaarlijkse evaluatie wordt bekeken of het contract al dan niet wordt verlengd. Het onderdeel 4 heeft betrekking op de financiën, waarover spreker zich heeft geïnformeerd. De financiële berekeningen konden pas in 2003 plaatsvinden op basis van reële gegevens uit de pilot aan de Van der Meulenweg. Daarvóór waren geen betrouwbare gegeven beschikbaar, maar wel duidelijk was dat met de beschikbare financiën waarschijnlijk niet zou worden uitgekomen. In de begroting 2003 is een PM-post opgevoerd, zowel voor het woonwagenkamp De Ark als voor de woonschepenhaven, om erop te attenderen dat er wat dit betreft nog iets te verwachten valt, zonder de orde van grootte te kennen. Op de momenten waarop deze materie in commissie of raad aan de orde kwam, heeft spreker gezegd hieromtrent nog wel bij de raad te zullen terugkomen, waarmee hij bedoelde: met een
De voorzitter deelt mede dat de heer De Wildt nog kort iets mag zeggen. Als er daarna nog iets over blijft, moet dat naar de commissie worden verwezen. Anders zou te veel tijd in de raad worden besteed aan zaken die ook in de commissie aan de orde kunnen komen. De heer De Wildt heeft gisteren tezamen met de wethouder geconstateerd dat het plan van aanpak een wat vreemde weg heeft gevolgd. Hem dunkt dat de raad het zich mag aantrekken afgelopen zomer niet voldoende attent te zijn geweest om dit onderwerp op de goede agenda te krijgen. De interpellatie wordt hierna gesloten. A3.
Notulen van de openbare raadsvergadering van 20 november 2003. [Bijlage nr. 163]
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming worden de onder A3 vermelde notulen overeenkomstig het ontwerp vastgesteld.
19
A4.
Belastingverordeningen 2004. [Bijlage nr. 164]
A5.
Verzoek om planschadevergoeding van de heer en mevrouw Gerdes te Emmen. [Bijlage nr. 153]
A6.
Verzoek om planschadevergoeding van de heer D. Buiter te Klazienaveen.
[Bijlage nr. 165] A7.
A8.
onder nr. A14 vermelde voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
Advies commissie rechtsbescherming inzake het bezwaarschrift tegen het voorbereidingsbesluit tot herziening van het bestemmingsplan voor Fluitekruid – Venkel te Klazienaveen. [Bijlage nr. 166] Herinrichting van de Wekingeslag. [Bijlage nr. 167, gewijzigd exemplaar]
Voorbereiding bestemmingsplannen december 2003. [Bijlage nr. 168]
De heer Dijkgraaf wenst de aantekening tegen dit voorstel te zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het onder nr. A9 vermelde voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met de aantekening dat het lid van de GroenLinks-fractie geacht wil worden tegen te hebben gestemd. A10.
Aflossing schuld aan EMCO-groep. [Bijlage nr. 174]
A11.
Vaststelling Inspraakverordening gemeente Emmen. [Bijlage nr. 169, gewijzigd exemplaar]
A12.
Plan van aanpak programmalijn 8 Integrale veiligheid. [Bijlage nr. 170]
A13.
Jaarprogramma 2004 Huisvestingsvoorzieningen onderwijs. [Bijlage nr. 172]
B1a.
Motie van de fracties van PvdA en CDA inzake 'De Tip'.
De raad van de gemeente Emmen, in vergadering bijeen d.d. 18 december 2003, overwegende • dat reeds een groot aantal jaren een groep jonge woonwagenbewoonsters bezig is met initiatieven om in de nabijheid van De Ark een aparte, experimentele vorm van huisvesting te realiseren; • Stichting Experimenten Volkshuisvesting dit initiatief mede heeft ondersteund door toekenning van subsidie van onderzoek naar haalbaarheid en kosten van planvoorbereiding; • een daarop ingestelde werkgroep, bestaande uit initiatiefneemsters, de gemeente Emmen, Wooncom en Alcides, erin is geslaagd een woningtype te vinden dat enerzijds de degelijkheid in zich heeft van de bekende permanente woning zoals in de 'gewone' volkshuisvesting en anderzijds enige affiniteit vertoont met de traditionele behuizing op woonwagencentra; • de werkgroep voor realisatie van dit woningtype opteert voor locatie 'De Tip', gelegen direct ten westen van De Ark aan de Sluisvierweg te Emmen; • dat deze locatie door het college van B en W is afgewezen en daardoor een impasse is ontstaan in realisatie van dit voornemen die al meer dan een jaar voortduurt;
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform de onder de nrs. A10 tot en met A13 vermelde voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. A14.
Zie A11/169.
De heer De Wildt deelt mede dat de motie de naam 'De Tip' heeft gekregen omdat hierover zo in de wandelgangen wordt gesproken. 'De Tip' is een uniek experiment. Een tiental jonge vrouwen, oorspronkelijk afkomstig uit de woonwagenleefwereld is reeds jaren bezig met het realiseren van een woonplek op of nabij De Ark. Dit is de zogenaamde SEV-groep. De PvdAfractie vindt dat de mogelijke haalbaarheid niet in alle facetten is onderzocht. Bovendien zijn er verwachtingen gewekt. Over deze materie is in de commissie uitgebreid besproken. De fracties van PvdA en CDA hebben besloten hun daar geuite mening te handhaven en in de raad een motie in te dienen. Zij vinden dat onvoldoende recht is gedaan aan dit experiment. Juist een experiment heeft het nodig dat alle partijen zich maximaal inzetten. De motie luidt als volgt:
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt conform de onder de nrs. A4 tot en met A8 vermelde voorstellen van burgemeester en wethouders besloten. A9.
B1.
Masterplan Emmen-centrum 2020: visiefase. [Bijlage nr. 173]
De heer Van Hees zegt dat dit agendapunt méér verdiende dan plaatsing op de A-agenda, maar dat de commissie hiertoe heeft besloten. De D66-fractie wil bij dezen complimenten richting de wethouder en de organisatie uiten. Dit proces is een voorbeeld voor andere interactieve processen. Zij hoopt dan ook dat dit een vervolg zal krijgen. In dit plan wordt een goede visie gegeven voor andere interactieve, democratische processen, en dat verdient wat zijn fractie betreft een dikke pluim.
verzoekt het college van burgemeester en wethouders om; 1. voor 1 april 2004 een volledig uitgewerkt voorontwerp bestemmingsplan ter instemming aan de raad voor te leggen op basis waarvan de tot nu toe door de werkgroep voorbereide woonwijk ter plaatse van 'De Tip' kan worden gerealiseerd;
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het 20
2.
3.
in contact te treden met Wooncom over haar rol van projectontwikkelaar/toekomstig beheerder; voor het overige al datgene te doen of te laten wat ertoe kan leiden dat zo spoedig mogelijk de eerste woning feitelijk kan worden betrokken,
B7.
Benoeming nieuwe leden raadscommissies. [Bijlage nr. 175]
Met algemene stemmen worden benoemd: In de commissie samenleving: mevrouw M.G. van Vliet (in plaats van de heer J.C.F.M. van Hees); In de commissie economie en werk: de heer F. Ensink (in de plaats van de heer H. Kroezen).
en gaat over tot de orde van de dag. Wethouder Hoogland-Foppen zegt dat dit onderwerp in de commissie van begin december aan de orde is geweest. Blijkbaar wordt de motie voldoende ondersteund, zodat het college hiermee aan de slag zal gaan. Zij neemt aan dat het binnenkort kan melden op welke wijze dit zal gebeuren. Er zal natuurlijk een exploitatieopzet moeten worden gemaakt, want dat is een van de voorwaarden voor de vaststelling van een bestemmingsplan. De raad hoort dus nog van het college.
B8.
Mededelingen en ingekomen stukken. [Bijlage nr. 176
1.
Brief d.d. 1 december 2003 van de heer H. Euving te Emmen inzake masterplan Emmen-centrum.
2.
Jaarrekening 2002, begroting 2004 en eerste begrotingswijziging 2004 van het recreatieschap Drente.
Zonder hoofdelijke stemming worden de onder 1 en 2 vermelde stukken voor kennisgeving aangenomen.
Wethouder Brummel zal de argumenten die hij in de commissie heeft genoemd niet herhalen. Nog wel een opmerking over de haalbaarheid. Hij wil nadrukkelijk vermelden dat het college hiermee zeer zorgvuldig bezig is geweest en alle mogelijkheden heeft onderzocht om in de onmiddellijke nabijheid van De Ark iets dergelijk te realiseren. Dat is niet gelukt. Wel ziet het op een andere plaats in Emmen een mogelijkheid, alwaar deze wens meteen waar zou kunnen worden gemaakt, namelijk aan het Lijsterveld. Hij maakt bezwaar tegen het feit dat in de commissie een beetje de stelling werd betrokken dat de haalbaarheid niet voldoende zou zijn onderzocht. Als de jongedames in hun strijd om dit realiseren, waarvoor hij overigens veel respect heeft, akkoord zouden gaan met de locatie Lijsterveld, zou wat zij wensen haalbaar zijn. Alle andere partijen die erbij betrokken zijn, vinden dat dit kan. Dus vanuit verschillende motieven, enerzijds vanuit ruimtelijkeordeningsproblematiek en anderzijds het feit dat de dames de aangegeven locatie niet accepteren, moet worden geconstateerd dat het gewenste niet haalbaar is.
De heer Schoo wil van dit agendapunt gebruik maken om aan de raad en het college te vragen de heren Sleeking en Van Rossem een schrijven en een fruitmand of iets dergelijks te doen toekomen, om er blijk van te geven dat zij in deze vergadering aan hen hebben gedacht. De voorzitter neem aan dat deze suggestie warme ondersteuning ondervindt. Het presidium zal hiervoor zorgdragen. De voorzitter stelt vast dat er nog enige moties liggen die vallen buiten de orde van de vergadering, waaronder de motie tot behoud van de Johan Willem Friso Kapel. Deze motie luidt: De raad van de gemeente Emmen, in vergadering bijeen op donderdag 18 december 2003, kennisgenomen hebbende van het voornemen de Johan Willem Friso Kapel in Assen op te heffen en samen te voegen met de Koninklijke Militaire Kapel te Den Haag, waarbij de nieuw te vormen militaire kapel niet langer zal worden gestationeerd in Assen;
Mevrouw Houwing-Haisma heeft in de commissie al aangegeven prijs te stellen op de haalbaarheid. De VVD-fractie is er echter niet van overtuigd dat het goed is deze motie in te dienen en daar dus tegen zal stemmen.
B2.
Zie A12/170.
B4.
Zie A13/172.
overwegende: 1. dat het functioneren van de Johan Willem Friso Kapel van grote betekenis is voor de ondersteuning van de amateurharmonie- en fanfaremuziek in het gehele Noorden van het land; 2. dat er een jarenlange (meer dan honderd jaar) traditie bestaat tussen het Noorden en de Johan Willem Friso Kapel; 3. dat deze ondersteuning ook concreet gestalte krijgt bij de thans in de gemeente Emmen actieve muziekverenigingen; 4. dat zes leden van de Johan Willem Friso Kapel thans een bijdrage leveren aan het muziekonderwijs bij CQ te Emmen/Coevorden;
B5.
Zie A14/173.
besluit:
De heer Dijkgraaf deelt mede de motie van harte wél zal steunen. De heer Halm zegt dat dit ook voor de BGE-fractie geldt. Zonder hoofdelijke stemming wordt de motie aangenomen, met de aantekening dat de leden van de fracties van VVD geacht willen worden tegen te hebben gestemd.
21
1.
2.
3.
bij de regering en de Tweede Kamer zijn verontrusting uit te spreken over dit voor het gehele Noorden negatieve beleidsvoornemen en hen op te roepen de standplaats van de Johan Willem Friso Kapel ongewijzigd te laten; het college van burgemeester en wethouders te verzoeken deze motie te sturen aan de regering en de Tweede Kamer; het college van burgemeester en wethouders te verzoeken deze motie in afschrift ter ondersteuning te sturen naar alle Drentse Gemeenten, de Vereniging van Drentse Gemeenten en naar gedeputeerde staten van Drenthe.
wordt voor de gemeenten dus ruimer. Zonder hoofdelijke stemming wordt de motie met algemene stemmen aangenomen. De voorzitter moet intussen begrijpen dat de motie over de sluiting van het NS- en wachtlokaal en de motie over eden eindejaarsuitkering aan de minima niet zijn verspreid. Derhalve stelt hij voor, mede gelet op de tijd, deze moties vanavond te behandelen. Intussen zal voor de verspreiding worden gezorgd. Hij deelt mede dat er vanaf 17.30 uur eten zal worden geserveerd in het bedrijfsrestaurant en dat inmiddels ook een vertegenwoordiging van de jongerenraad is gearriveerd. Verder verzoekt hij de fractievoorzitters om 18.15 uur in de burgemeesterskamer bijeen te komen om te spreken over de procedurele aspecten van de voortgang van het Structuurplan. Spreker schorst de vergadering hierna tot 19.30 uur.
De heer Ensink zegt dat het Noorden niet zo veel instellingen kent met een regionaal karakter. De CDA-fractie is er buitengewoon verontrust over dat genoemd orkest, dat een duidelijk regionale binding heeft en een ondersteuning vormt voor de amateurmuziek, dreigt te verdwijnen. De fractie vindt dat in elk geval de Drentse gemeenten zich gezamenlijk krachtig moeten verweren tegen dit voorgenomen besluit. Inmiddels is hierover in provinciale staten van Drenthe reeds een besluit genomen, en hopelijk zal de raad van Emmen dat eveneens doen.
Schorsing. De vice-voorzitter heropent de vergadering en deelt mede dat nu eerst agendapunt B6 zal worden behandeld, waarna de nog op tafel liggende moties aan de orde zullen worden gesteld.
De heer Dijkgraaf geeft de volgende stemverklaring. Hoewel een brede stroom binnen GroenLinks niets moet hebben van militaire kapellen, diensten en wat dies meer zij en hijzelf nog een van de weinigen is die met een gebroken geweertje rond loopt, zal hij deze motie wel steunen vanwege de achterliggende gedachte dat er voor de rest in Westen Noord-Nederland op dit niveau eigenlijk niets is en dat de uitwerking naar de amateurkunst van heel groot belang is.
B6.
Nieuwbouw Stadstheater. [Bijlage nr. 144]
De vice-voorzitter vermeldt dat van de jongerenraad tijdens de pauze de vraag kwam of de behandeling van dit agendapunt lang zou gaan duren. Hij heeft daarop geantwoord: "Ik denk het niet, want het meeste is al gezegd in commissies, maar sommigen zijn zo knap dat ze toch nog iets nieuws weten te brengen!"
De voorzitter vindt dit een interessant opening vanuit het pacifisme. Wethouder Jumelet beschouwt dit eveneens als een interessante ontwikkeling. Het belang van de Johan Willem Friso Kapel is volgens hem wel duidelijk, voor Assen maar net zo goed voor geheel Drenthe. Het college zal dan ook uitvoering geven aan de motie.
Mevrouw Zinnemers-Warmolts constateert dat er in de raad al een paar jaar wordt gesproken over een stadstheater in Emmen, sinds enige tijd zelfs over een Cultureel Kwartier, waarbij CQ gelukkig is toegevoegd aan de plannen voor een laagdrempelige, multiculturele voorziening voor een breed publiek. De PvdA-fractie heeft in diens bijdrage steeds aangegeven een brede voorziening te willen, bij voorkeur in het stadshart van Emmen. De locatie Vreding ligt nu nog niet in het stadshart, maar als alle ontwikkelingen doorgaan zoals gemeld in het masterplan Emmen-centrum zal dit op termijn wel zo kunnen zijn. Het is een ontwikkeling waar de fractie positief tegenover staat. In besluitvormingsprocessen als deze blijkt dat er steeds kleine stappen worden gezet in de richting van de definitieve besluitvorming. Daarbij zijn herhalingen niet te vermijden. Een- en andermaal is aangegeven wat belangrijke criteria voor de PvdA-fractie zijn: een stadstheater en een centrum voor de kunsten onder één dak of zo dicht bij elkaar dat ze elkaar positief kunnen beïnvloeden. De fractie kent hieraan een grote meerwaarde toe. Eveneens is steeds aangegeven dat een totale afweging en de definitieve besluitvorming pas dan kunnen plaatsvinden als alle gegevens, met name de financiële, op tafel liggen. Op basis van het voorliggende stuk is de fractie niet in staat
Zonder hoofdelijke stemming wordt de motie met algemene stemmen aangenomen. De voorzitter vermeldt dat er voorts nog twee moties zijn aangekondigd, op de eerste plaats de motie van de fractie van GroenLinks betreffende de uitzetting van uitgeprocedeerde asielzoekers. De heer Dijkgraaf is van mening dat de gemeente Emmen hieraan niet zou moeten meedoen. De fractie van GroenLinks verzoekt het college in deze motie à la de provincie Groningen stappen te nemen om dit standpunt Drenthebreed te laten overnemen. De heer Van Hoffen kan hieraan toevoegen dat, zoals hij vandaag in de krant heeft gelezen, gemeenten de vrijheid hebben onderdak voor asielzoekers te regelen zolang zij niet weg kunnen. De rem die minister Verdonk erop heeft gezet 22
verder te gaan dan het nemen van een principebesluit. Het college vraagt de raad ook een principebesluit te nemen. Gezien de vele onduidelijkheden en vaagheden die nog steeds bestaan, kan nu niet verder worden gegaan. Eén van de punten waarover bijvoorbeeld duidelijkheid moet komen, is de exploitatieopzet voor het stadstheater als de vlakkevloerzaal in een later stadium wordt gerealiseerd. Welke consequenties heeft het nog niet bouwen van genoemde zaal? Spreekster wil er nog eens op wijzen dat een vlakkevloerzaal ook zou kunnen worden gebruikt voor popconcerten en dat overleg tussen theater en CQ zou kunnen leiden tot oplossingen voor wensen in de samenleving met betrekking tot poppodia en oefenruimten voor popgroepen. Wellicht zijn er private partijen die hierbij betrokken willen worden. Misschien ligt daar ook een mogelijkheid de popmuziek een prominentere plaats in Zuidoost-Drenthe te geven. Wat de PPS-constructie betreft: afgewacht moet worden wat de uitkomsten van de onderhandelingen zullen zijn. Hierover is op dit moment nog geen duidelijkheid. De voorwaarden die private partijen ongetwijfeld zullen stellen, zal de fractie te zijner tijd onder de loep nemen. Wellicht is het een suggestie voor de investering in het parkeerdeel en de exploitatie tevens nadrukkelijk te kijken naar de mogelijkheid van een PPS-constructie. Mogelijkerwijs biedt een dergelijke constructie extra mogelijkheden voor het culturele deel. De meerderheid van de PvdA-fractie < drie leden zullen tegenstemmen omdat zij opteren voor vernieuwbouw op de locatie Boermarkeweg > kan zich in het voorstel vinden, ervan uitgaande dat het amendement wordt aangenomen dat straks door de VVD-fractie mede namens de PvdA-fractie wordt ingediend. Dit amendement heeft betrekking op de financiële onderbouwing.
Vele locaties zijn in de afgelopen tijd, ook in samenspraak met de burger, in beeld geweest. De nu genoemde locatie werd concreet nadat duidelijk was geworden dat door een herconcentratie van de gemeentelijke huisvesting de locatie politiebureau niet meer nodig is voor de huisvesting van de ambtelijke diensten. Uiteindelijk toch een verrassende keus, gezien in het licht van hetgeen tot dan steeds in beeld in geweest. Kan deze locatie werkelijk aanspraak maken op subsidies, gelet op de voorwaarden die gesteld worden? Wordt voldaan aan een versterking van het centrum? Het is immers een van de doelstellingen de verlevendiging van het centrum zowel overdag als 's avonds te bevorderen. Bij de voorgestelde locatie Vreding is er een moeizame verbinding met het centrum, want de Hondsrugweg blijft een belemmerende factor. Vandaar dat in diverse commissievergaderingen steeds aandacht is gevraagd voor een betere overgang naar het centrum, met name naar de Markt. De CDA-fractie verzoekt het college bij een eventuele nadere uitwerking nadrukkelijk aandacht te besteden aan de relatie met het centrum, teneinde ook de daarvoor beschikbaar zijnde subsidiegelden veilig te stellen. Voorts wil de fractie aandacht vragen voor een goede en snelle aan- en afvoer van verkeer. Omwonenden hebben hiervoor eveneens aandacht gevraagd. Zij moeten overigens zo snel mogelijk bij de te ontwikkelen plannen worden betrokken en goed geïnformeerd worden over de voortgang. Een goede verkeersafwikkeling is voor de verkeersstromen op de Hondsrugweg van wezenlijk belang. Hoe denkt de wethouder van verkeer de grote toename van verkeersbewegingen te regelen? Per dag zal het immers gaan om een toename van wel 400 extra verkeersbewegingen naar en van de toch al zeer drukke Hondsrugweg. Het verheugt de CDA-fractie te kunnen constateren dat CQ in principe is gekoppeld aan de realisering van een nieuw theater. CQ vervult een uitstekende functie in de samenleving; per week geven ongeveer 4.000 cursisten er blijk van deel te willen hebben aan een of andere vorm van culturele activiteit. De fractie heeft geconstateerd dat thans niet meer wordt voldaan aan de eisen die door Arbodienst en brandweer worden gesteld. Er zou in elk geval een stevige verbouwing moeten plaatsvinden om aan de voorwaarden te voldoen en de cursisten op een optimale wijze lessen en uitvoeringen te laten volgen. Ook de omgevingsfactoren zijn van belang, waarmee de fractie doelt op de parkeerproblematiek en de geluidsoverlast die door sommige mensen als hinderlijk wordt ervaren. Kortom, er zijn redenen die het wenselijk maken CQ een plaats te geven bij het theater. In het voorliggende voorstel wordt de realisering van het geheel gefaseerd voorgesteld. Maar wat zijn daarvan de financiële consequenties? Waar wordt gesproken over realisering van stadstheater en nieuwbouw voor CQ in 2007 en het eruit halen van een aantal onderdelen, rijst de vraag of de financiële consequenties hiervan in beeld kunnen worden gebracht. En kan het college zeggen op welke termijn hetgeen aanvankelijk niet wordt gerealiseerd wél zou kunnen plaatsvinden? Is bij dit uitstel nog het genoemde totaalbedrag nodig, of betekent deze aanpassing dat kan worden volstaan met een lager bedrag? De CDA-fractie kan zich vinden in het voorstel over te gaan tot een stichting en tot een publiek-private samenwerking.
[Tijdens het voorgaande betoog is de heer Huttinga weer ter vergadering gekomen]. De heer Pekelsma deelt mede dat de CDA-fractie hecht aan de formulering 'in principe in te stemmen' met de bouw van een nieuw stadstheater en nieuwbouw voor CQ. Zij gaat er vanuit dat de Arbodienst met het eventuele principebesluit de definitief akkoord gaat met het verlenen van uitstel van maatregelen tot minimaal 1 januari 2007 en eventueel wat later, om te voorkomen dat de Muzeval voortijdig zou moeten worden gesloten. Dat moet dan uiteraard ook voor CQ gelden. Het nu gedane voorstel is in financiële zin niet volledig. De totale kosten van een theater plus CQ en de locatiegebonden kosten bedragen vele miljoenen euro's. Op dit moment is niet duidelijk welke de financiële lasten voor de gemeente Emmen in de komende jaren zullen zijn. De CDA-fractie is van mening dat, voordat tot een finale besluitvorming kan worden overgegaan, duidelijk moet worden wat de bijdrage van de publiek-private partijen zal zijn. De komende jaren staan de gemeentelijke financiën behoorlijk onder druk. Er zal dus zorgvuldig moeten worden gekeken naar de keuzes die moeten worden gemaakt; deze zullen ook naar de burgers op een goede wijze moeten worden gecommuniceerd. Over de keuze voor een multifunctioneel theater heeft de fractie zich steeds in positieve zin uitgesproken, mits dit binnen de financiële kaders passend kan worden gemaakt. 23
Hierop moet stevig worden ingezet. De fractie is zeer benieuwd naar de onderhandelingen die momenteel worden gevoerd om tot een zo gunstig mogelijk financieel plaatje te komen. Meerdere partijen moeten worden geïnteresseerd, om op lange termijn verzekerd te zijn van vaste inkomsten. Bij andere gemeenten waar onlangs nieuwe theaters zijn gerealiseerd zal vast wel informatie kunnen worden verkregen over de wijze waarop zij met sponsoring zijn omgegaan. Het is naar de mening van de fractie verstandig de programmering af te stemmen op die van omliggende theaters. Verder dient te worden gekeken naar het rentepercentage voor een lening. Een renteverhoging van 1% betekent al een uitzet van € 200.000,- aan structurele lasten. De CDA-fractie zou het ook verstandig vinden als in de toekomst middelen voor onderhoud worden gereserveerd. Zij wil graag horen wat daarop de visie van het college is, want hikt stevig aan tegen de financiële consequenties van het voorgelegde voorstel. Vóór de definitieve besluitvorming wil zij een helder financieel beeld hebben. Wat haar betreft moet er een limiet worden gesteld aan de te investeren bedragen. Als blijkt dat de versterking van het centrum bij de keuze voor de locatie Vreding als matig wordt ervaren en daarnaast de financiële consequenties te zwaar worden, wil zij als tweede optie de locatie De Giraf in beeld gebracht zien. Hiervoor nog een aantal argumenten. • Er is op deze locatie voldoende parkeergelegenheid voorhanden. • Ook de aan- en afvoer zijn op uitstekende wijze te regelen. • Er is in De Giraf een vlakke vloer aanwezig, alwaar het stadspodium een plaats zou kunnen krijgen en voor de jeugd concerten kunnen worden gegeven. • Er zijn in De Giraf voldoende vergaderruimten aanwezig. • Er is aldaar een goede horecagelegenheid, alsmede een ruime hotelaccommodatie. • Rondom De Giraf is voldoende ruimte aanwezig om een volwaardige theaterzaal te realiseren. • Ook zijn er mogelijkheden om geheel of gedeeltelijk nieuwbouw voor CQ te realiseren. Mogelijk kan worden bezien of de partij waarmee nu wordt onderhandeld geïnteresseerd is in de ontwikkeling van een theater bij De Giraf. Hoe dan ook, de CDA-fractie wil deze mogelijkheid niet ongenoemd laten. Overigens blijft voor haar de locatie Vreding de eerste keus, mits, nogmaals, de financiele kaders duidelijk zijn en de consequenties in de komende jaren voor de gemeente Emmen op een aanvaardbaar niveau blijven. Een theater en een centrum voor de kunsten moeten het cultureel bewustzijn in de maatschappij bevorderen en voor alle lagen van de bevolking toegankelijk zijn, zowel voor de oudere als voor de jongere generatie.
nen. Echter, een principebesluit is ook een besluit. Het is de VVD-fractie bij het voorgelegde voorstel niet duidelijk of de raad nog een keuze heeft als hij 'ja' zegt tegen dit voorstel. Met andere woorden: zwemt de raad niet in een fuik, kan hij nog terug? Wanneer is het moment van 'go or no go', oftewel: wanneer wordt definitief gezegd in het spreekster beter liggende Fries: 'd gied oan'? Degenen die weleens naar de Elfstedentocht hebben gekeken, weten ongetwijfeld wat dit betekent! Misschien is het voor sommigen duidelijker als zij zegt dat de fractie uit gaat van het 'best case'-scenario. In de afgelopen periode heeft de VVD-fractie zich breed laten informeren over de wijze waarop diverse theaters in het land worden geëxploiteerd. Mede naar aanleiding van deze informatie is de fractie tot het inzicht gekomen dat een PPSconstructie voor een nieuw theater in Emmen zeer wenselijk is. Zij is dan ook ingenomen met de omstandigheid dat de Rabobank zich bereid heeft verklaard hierin te participeren. In de afgelopen jaren is de fractie tot het inzicht gekomen dat een nieuw stadstheater de voorkeur verdient boven een renovatie van de Muzeval. Het is met name het totaalconcept voor Emmen-centrum dat haar over de streep heeft getrokken. In het voorafgaande interactieve proces was de aandacht vooral gericht op het bouwen van een nieuw theater, waarbij de locatiekeuze heeft gedomineerd. Uiteindelijk is de keuze gevallen op de locatie Vreding, en de VVD-fractie kan daarmee instemmen. De fractie is niet gelukkig met het voorstel zoals dat nu voor ligt. Er zijn te veel onduidelijkheden en te veel open einden. Samen met de fracties van PvdA en CDA zal zij dan ook een amendement indienen. De VVD-fractie kan instemmen met de bouw van een nieuw theater en een nieuw onderkomen voor CQ. Dat echter al op voorhand wordt gekozen voor een fasering, waarbij de vlakkevloerzaal en eventueel andere delen uit het programma van eisen op de lange baan worden geschoven zonder dat duidelijk is wat daarvan de consequenties zijn, lijkt haar op dit moment een brug te ver. Wat betekent dit bijvoorbeeld voor de exploitatie van het theater, voor de PPS-constructie, voor subsidieaanvragen? Er is nog niet eens een programma van eisen vastgesteld, dus hoe kan daarin nu al worden gestreept? De consequenties van het voorgestelde besluit zijn zeer onduidelijk. Bovendien is de hele exploitatiebegroting nog niet rond. Het college spreekt over een onderhoudsfonds, maar hoe moet dat worden gevuld? Zoals gezegd, zijn er nog veel open einden. Natuurlijk heeft de VVD-fractie oog voor de problematiek van CQ; daarover is spreekster in de commissie duidelijk geweest. Maar het budget dat ter beschikking staat < gezien de financiële positie van de gemeente absoluut het maximum > is ontoereikend. Twee voor de prijs van een betekent in dit geval het moeten maken van keuzes die mogelijk ten koste gaan van de kwaliteit, terwijl vooral de kwaliteitsimpuls voor het centrum van Emmen zo belangrijk is. De fractie wil voorkomen dat er straks weliswaar een nieuw theater plus een nieuw onderkomen voor CQ is, maar dat het twee uitgeklede gebouwen zijn die geen enkele uitstraling hebben. Dan kunnen nog beter de oude gebouwen worden opgeknapt. Een verantwoorde keuze kan op dit moment niet worden gemaakt. Daarom een amendement, zoals gezegd van niet alleen de VVD-fractie maar ook van de fracties van CDA en PvdA. Dit luidt als volgt:
Mevrouw Houwing-Haisma stelt vast dat het college de raad vraagt een principebesluit te nemen over de bouw van een nieuw stadstheater en een nieuw onderkomen voor CQ. Het hele project loopt al geruime tijd en, zoals wel vaker het geval is, komt er op het laatst dan toch nog druk op de ketel. De Arbo-wetgeving en het aflopen van de Kompas-subsidies maken dat de gemeente niet meer onbeperkt de tijd heeft. Het is de bedoeling dat met het vanavond te nemen besluit het college verder kan gaan met het uitwerken van de plan24
De gemeenteraad van Emmen, in vergadering bijeen op 18 december 2003,
absoluut noodzakelijk. De VVD-fractie zegt 'ja' tegen de bouw van een nieuw theater en een nieuw onderkomen voor CQ en tegen de gekozen locatie, maar hoe een en ander, waaronder de fasering, er uit komt te zien, zal afhankelijk zijn van het programma van eisen, de PPS-constructie en de exploitatiebegroting.
gehoord de beraadslaging inzake het voorstel van burgemeester en wethouder van 11 december 2002, nr. 144, aangaande nieuwbouw van een stadstheater en voor CQ;
De heer Mans brengt naar voren dat er de laatste tijd regelmatig is gesproken over een nieuw stadstheater. Eerst kwam er een onderzoek naar een locatie voor zowel CQ als een theater. De fractie van Burgerbelangen Gemeente Emmen vond dit telkens erg voorbarig omdat nog steeds niet is bepaald of er iets nieuws moet komen en of dit verantwoord is. De bouw van een nieuw stadstheater moet volgens de BGEfractie goed overwogen worden. Er is immers veel gemeenschapsgeld mee gemoeid. De fractie is verheugd over het gewijzigde voorstel, waarin nu ook voor nieuwbouw voor CQ wordt gekozen. In de commissie is al aangegeven dat dit laatste voor de fractie belangrijker is dan een nieuw theater. Er is alleen niet genoeg financiële ruimte om beide te verwezenlijken, daarom moeten er keuzes worden gemaakt, maar dat wil of kan het college niet. De BGE-fractie wil wél keuzes maken. Haar afwegingen zijn de volgende. Is er vraag naar een groter theater? Het college gaat uit van een toename van 110 naar 145 voorstellingen. Dit is een aanname, maar is die reëel? Zou door een toename van het aantal voorstellingen ook het exploitatietekort verminderen? Volgens sprekers fractie is dit niet het geval, integendeel: er zal sprake zijn van een verhoging van de exploitatiekosten. De derde afweging is de belangrijkste, en die betreft de financiële haalbaarheid van het hele project. De uitgaven voor een nieuw theater kunnen niet los worden gezien van de uitgaven die eruit voortvloeien, zoals de verbouw van het gemeentehuis. De burgemeester gaf in de commissie al aan dat een samenvloeiing nodig is voor het in de wacht slepen van de benodigde subsidies. In dit geval gaat het dan om Kompas-gelden die door een clustering zouden kunnen worden binnengehaald. De afweging in de fractie heeft geleid tot een paar conclusies. Het college heeft de financiële begroting dicht moeten spijkeren met geld uit de VAR. Financieel is er zelfs geen ruimte meer voor de eindejaarsuitkering aan de minima. En dit laatste mag toch wel worden verwacht van een 100.000plusgemeente. Gelukkig is er op het laatste moment nog een motie gekomen, die straks in stemming komt. Ook vindt de BGE-fractie dat er op deze wijze geen ruimte blijft voor financiële tegenvallers en nieuw beleid. Te denken is hierbij aan de Sportnota, waarbij het om voorzieningen voor veel burgers gaat. Ook de EMCO belooft niet veel goeds; die kan nog miljoenen gaan kosten. Vervolgens enige opmerkingen over de gekozen locatie. Het politiebureau is indertijd aangekocht voor de uitbreiding van het gemeentehuis. Nu het college kiest voor nieuwbouw op de plek van het politiebureau is er niet voldoende ruimte en moet de C-vleugel van het gemeentehuis worden afgebroken. Dit verplicht tot extra nieuwbouw. Met andere woorden: door in te stemmen met de locatie Vreding wordt tegelijk gekozen voor nieuwbouw bij het gemeentehuis. Hierdoor lopen de totale kosten van deze operatie op tot zo'n € 70
geconstateerd hebbend dat: • de financiële onderbouwing van de voorstellen niet voldoende is om verantwoord een definitief besluit te nemen; • de wijze en het tijdstip waarop de bouw voor CQ wordt gerealiseerd nog een punt van aandacht is; van mening zijnde dat het wenselijk is in het besluitvormingsproces een tussenstap te maken; besluit: in principe in te stemmen met de bouw van een nieuw stadstheater en nieuwbouw CQ, uitgaande van de volgende kaders: a. de planuitwerking vindt plaats vanuit een totaalvisie over een cultureel kwartier, waarin adequate huisvesting voor de theaterfunctie en CQ is opgenomen; b. de realisatie wordt gefaseerd, waarbij vóór 1 maart 2004 duidelijk moet zijn op welke wijze de fasering zal plaatsvinden, waarbij een drietal modellen in beeld is: I de bouw van eerst een compleet nieuw theater en in een later stadium een onderkomen voor CQ; II de bouw van een nieuw theater en een nieuw onderkomen voor CQ, waarbij het programma van eisen dient te worden aangepast; III de bouw van een nieuw theater en een nieuw onderkomen voor CQ waarin de vlakkevloerzaal gezamenlijk wordt geëxploiteerd; de punten 2 tot en met 7 ongewijzigd te laten. toe te voegen de nieuwe punten 8 en 9: 8. Het college te verzoeken voor de bij punt 1 genoemde varianten uitgewerkte investerings- en exploitatiebegrotingen op te stellen, alsmede een van toepassing zijnd programma van eisen. 9. Aan de hand van het onder 8 bedoelde dient de raad in maart 2004 een keus te maken uit een van de drie varianten, voor zover de financiële grondslag daarvoor verantwoord is, en gaat over tot de orde van de dag. Spreeksters fractie kan zich voorstellen dat het college op dit moment ook liever meer duidelijkheid zou willen hebben. Echter, de bouw van een nieuw theater is een ambitieus project dat vele risico's kent. Als daar nu definitief 'ja' tegen wordt gezegd, zal er alles aan moeten worden gedaan om dit tot een goed einde te brengen, waarbij het college de steun van de raad verdient. Een grote mate van zorgvuldigheid is 25
à € 80 miljoen. Bij dergelijke grote investeringen wil de BGEfractie zeker de bevolking betrekken. Binnen de fractie is ook de verbouwing van de huidige Muzeval, met medeneming van de nieuwbouw CQ, besproken. Volgens de fractie is dit de juiste oplossing. De kosten zouden dan volgens de berekeningen van het college ongeveer € 14 miljoen bedragen. Het overgrote deel van dit bedrag wordt ingezet voor de nieuwbouw van het theater. Van deze reservering van gelden worden naar de mening van de BGE-fractie andere verenigingen de dupe. Een theater mag niet financieel afhankelijk zijn van subsidies.
en van augustus 2003 als uitgangspunt meegenomen. Alles stond dus figuurlijk op één spoor, met als doel te komen tot nieuwbouw voor een stadstheater-plus voor structureel € 1 miljoen extra. Het college had met diens voorstel van 10 november 2003 CQ op een zijspoor gemanoeuvreerd, wat in strijd was met de door de raad gegeven inhoudelijke en financiële kaders. Dit is gebeurd nadat bleek dat de financiële vertaling van het programma van eisen voor CQ en theater niet paste binnen de € 1 miljoen structureel, die inmiddels in de meerjarenraming € 1,1 miljoen bedraagt. In plaats van het programma van eisen voor beide instellingen naar beneden bij te stellen, gaf het college voorkeur aan het op de lange baan schuiven van nieuwbouw voor CQ. Dat was kortzichtig en stelen uit portemonnee van de gemeente, wanneer wordt bedacht dat bij tijdig bouwen onder één dak flinke voordelen zijn te behalen. Die voordelen zijn niet alleen financieel, maar ook inhoudelijk van aard. De inhoudelijke voordelen wil spreker nu niet allemaal noemen; ze staan op pagina 10 van de notitie 'Stadstheater-plus' van augustus 2003 onder het kopje 'Synergie stadstheater/CQ in gebruik en huisvesting'. Bij gezamenlijk gebruik van één gebouw worden de voordelen maximaal benut. Dat is een structurele multifunctionaliteit die de raad breed voor stond. Synergie betekent volgens het woordenboek: samenwerking tot een gemeenschappelijk doel. Dat betekent dat beide partners bereid zijn tot een zo innige samenwerking dat het beoogde doel voor beide, in dit geval nieuwbouw, bereikt wordt. Dan gaat het dus niet meer om de meest gewenste vorm en inhoud voor elke partner afzonderlijk, dus de maximale variant, maar om de meeste haalbare. Bij bouwen in één bouwvolume zijn de volgende financiële voordelen te behalen, genoemd in het huisvestingsscenario voor CQ. Het gaat dan om € 600.000,-, niet uit te geven voor noodzakelijke aanpassingen in verband met arbo-eisen op de huidige locatie < zoals gezegd: weggegooid geld >, € 620,000,- door verkoop van het huidige gebouw van CQ, € 170.000,- aan onderhoudsreserve, € 600.000,- besparing betreffende installaties, gebruik gezamenlijke ruimten, architectuurkosten, bouwplaatskosten en de PM-post betreffende minderkosten aan onderhoud, energie en huur dislocaties van CQ. Bovendien: wanneer de structurele multifunctionaliteit nog meer wordt uitgenut, kan dit bij één bouwvolume ten aanzien van de totale vloeroppervlakte de nodige besparingen opleveren. Op grond van de genoemde bedragen kan in elk geval € 1,5 miljoen extra worden geïnvesteerd wanneer in één bouwvolume wordt gebouwd. Daarnaast zal het programma van eisen voor theater en CQ naar beneden moeten worden bijgesteld om de nodige besparingen te bereiken. Wanneer dit scenario wordt gezet naast het nieuwe voorstel van het college, moet worden geconstateerd dat in het model van het college geen sprake is van een aanpassing van de programma's van eisen. Op pagina 5 van het preadvies wordt geschreven: "[-] dat op termijn de volledige kwaliteit, vertaald in de voorliggende globale programma's van eisen voor stadstheater en CQ, wordt gerealiseerd." Het niet bijstellen van de programma's van eisen, maar het handhaven daarvan op het oude, hoge ambitieniveau, betekent in het nieuwe voorstel van het college dat dit op termijn extra structureel geld kost. Dat zegt het college zelf op pagina 7 van het preadvies, namelijk dat het genoemde structurele bedrag van € 1,1 mil-
Gezien de situatie waarin Emmen verkeert, moet wel gebruik worden gemaakt van subsidies voor de parkeergarage en de infrastructuur, zodat nieuwbouw altijd duurder is. Het tot nu toe onbekende totale kostenplaatje < en volgens de fractie gaat dit al aardig in de richting van € 80 miljoen > is, gezien de huidige financiële positie van de gemeente Emmen, veel te hoog gegrepen. De fractie vindt het onverantwoord door dit té ambitieuze beleid de burgers van Emmen op te zadelen met een hogere OZB, iets wat bij de huidige plannen onontkoombaar is. Zoals reeds aangeduid, blijft er geen geld over voor onderhoud van sportaccommodaties. Hierbij doelt de BGE-fractie dan vooral op de nu al te grote achterstand in onderhoud van gebouwen die onder de verantwoordelijkheid van de gemeente vallen. In één adem kan hierbij tevens het onderhoud van wegen worden genoemd. Als de raad met dit voorstel akkoord gaat, betekent dit dat er jaarlijks meer dan € 2 miljoen moet worden opgehoest. Dat is meer dan het dubbele van wat nu in de begroting is gereserveerd. Het zal duidelijk zijn: de BGE-fractie vindt het niet verantwoord in een tijd waarin de broekriem stevig moet worden aangehaald te kiezen voor het eenzijdige beleid dat het college voorstelt. De fractie kiest voor een eerlijker verdeling van gelden. Om een voorbeeld te noemen: het college kijkt uit naar een Mercedes terwijl het maar geld heeft voor een Volkswagen! Het zal duidelijk zijn dat de BGE-fractie tegen het voorstel is. Zij blijft zich inzetten voor nieuwbouw voor CQ, met verbouw van de huidige Muzeval. De heer Van Hoffen merkt op dat boven de bijdrage van de ChristenUnie-fractie is gezet: 'Nieuwbouw theater/CQ'. Dat houdt in dat de fractie zowel het opkalefateren van de huidige Muzeval als het uitbreiding en renoveren van de huisvesting van CQ op de huidige locatie weggegooid geld vindt. In de commissie is namens de fractie de term 'kapitaalvernietiging' gebruikt. De wethouder was het daar hartgrondig mee eens en gebruikte nog een veel mooiere uitdrukking, namelijk 'het is goed geld naar kwaad geld gooien'. Dat was ook de insteek van vele fracties, haast raadsbreed in de vergadering van 19 december 2003 bij de behandeling van het voorstel met als titel 'Ontwikkeling deelgebied stadstheater-plus'. Heel breed werd toen gekozen voor een brede invulling. Daarnaast is door de raad bij de begrotingsbehandeling 2003 hiervoor ook het financieel kader gesteld: € 1 miljoen structureel. Dat waren voor het college de randvoorwaarden die bij de verdere planvorming richtinggevend moesten zijn. Dat werd dan ook in de discussienotities 'Stadstheater-plus' van mei 2003 26
joen als gemeentelijk dekkingsdeel niet toereikend zal zijn voor de realisatie van de eerste fase in 2007. Bovendien blijft, ondanks de fasering, de totale investering op hetzelfde niveau, zoals het college vermeld op pagina 6 van het preadvies, namelijk € 23,5 miljoen plus € 8,6 miljoen voor de gebouwen. Al met al voldoende redenen voor de ChristenUnie-fractie het amendement dat zij verleden week, voordat het nieuwe voorstel van het college er was, naar de diverse fracties heeft gestuurd nu toch in te dienen. Dit amendement grendelt het totale investeringsbedrag af op € 25 miljoen voor één bouwvolume voor theater en CQ. Dat is conform het financiële kader dat de raad vooraf heeft gesteld. De tering zal naar de nering moeten worden gezet. Het amendement < de griffier gaf aan dat het een motie is, maar spreker zelf vindt het nog steeds een amendement > luidt als volgt:
6.
7.
8.
meest haalbare voor beide instellingen te verwezenlijken; dat de ambities van het programma van eisen 2003 voor het te realiseren theater en het onderkomen voor CQ ter discussie kunnen staan in relatie met de totale financiering van theater en CQ in één gebouw; dat ook de extra verhoging van de gemeentelijke bijdrage aan de programma-exploitatie van € 130.000,- structureel ook ter discussie kan komen te staan; dat het in één keer onder één dak bouwen van theater en onderkomen voor CQ met een relatief kleine verhoging van het investeringsbedrag een hoog rendement kan opleveren;
besluit: 1. het college van B&W te verzoeken binnen het taakstellend budget van netto € 25 miljoen, exclusief BTW en exclusief locatiegebonden kosten, in samenspraak met betrokkenen, te komen tot het realiseren één gebouw, waarin theater en CQ zijn gehuisvest; 2. voor 1 april 2004 een principevoorstel n de raad voor te leggen dat voldoet aan het onder punt 1 genoemde financiële kader,
De raad van de gemeente Emmen, in vergadering bijeen op 18 december 2003, gehoord de beraadslagingen over raadsvoorstel B1, bijlage nr. 144; constaterende: 1. dat in bovengenoemd raadsvoorstel wordt voorgesteld te besluiten een nieuw theater te bouwen voor een netto-bouwinvestering van € 23,5 miljoen, exclusief. BTW, prijspeil september 2003, exclusief locatiegebonden kosten; 2. dat voor het Centrum voor de Kunsten CQ, vanwege ruimtegebrek, arbo-eisen, en omgevingsfactoren, ook op korte termijn geïnvesteerd moet worden in een nieuw gebouw; volgens voorgelegde berekeningen voor netto € 8,1 miljoen, of renovatie c.q. uitbreiding op de huidige locatie voor netto € 4,1 miljoen;
en gaat over tot de orde van de dag. NB: de extra investering van € 1,5 miljoen te dekken door: • besparingen betreffende installaties, gebruik gezamenlijke ruimten, architectkosten, bouwplaatskosten: € 600.000,• € 620.000,- verkoop huidig gebouw CQ • € 170.000,- onderhoudsreserve CQ • € 606.000,- niet uit te geven voor noodzakelijke aanpassingen wegens arbo-eisen huidig gebouw CQ • PM betreffende kapitalisering minderkosten onderhoud, energie en huur dislocaties CQ.
overwegende: 1. dat renovatie c.q. uitbreiding van CQ op de huidige locatie, afgezien van bezwarende omgevingsfactoren, op termijn kapitaalsvernietiging zal blijken te zijn; 2. dat synergie (samenwerking tot een gemeenschappelijk doel) van theater en CQ, in het model 'samen onder één dak', forse besparingen kan opleveren; 3. dat het onder één dak brengen van theater en CQ een elkaar versterkend vermogen ontwikkelt. (onder andere het elke week door 3.500 CQ-klanten bezoeken van het CQ/theatergebouw, verlaagt de drempel naar het theater); 4. dat de multifunctionaliteit van theater en CQ niet incidenteel maar structureel z'n beslag moet krijgen in het gebruiken van elkaars lokaliteiten in één gebouw en dat daardoor de totale vloeroppervlakte kan verminderen; 5. dat ten aanzien van punt 3 van beide partners inschikkelijkheid verwacht mag worden ten aanzien van het medegebruik van voorzieningen, om daardoor de meerwaarde maximaal te bereiken en het niet gaat om het meest gewenste, maar om het
De vice-voorzitter deelt mede dat nog zal worden nagegaan of dit voorstel een motie of een amendement is Mevrouw Van Vliet vermeldt dat de D66-fractie hoopt dat er na jaren discussie over renoveren van de Muzeval en nieuwbouw voor stadstheater en CQ vanavond eindelijk duidelijkheid komt, dat politieke partijen duidelijk zijn over hetgeen zij willen met het theater en CQ over waar zij in de komende jaren naartoe willen. Is het in deze tijd van economische recessie verantwoord een stadstheater en een onderkomen voor CQ te bouwen? Durft het gemeentebestuur het financiële risico aan? Is Emmen financieel sterk genoeg om dit project te dragen? Is het verantwoord hierin miljoenen te investeren? Zijn er reserves voor het geval er financiële tegenvallers komen? Kan men niet met de bus naar Hoogeveen of Stadskanaal? Allemaal vragen die de afgelopen jaren meermaals zowel in- als extern naar voren zijn gebracht. Na de discussie over renovatie of nieuwbouw stadstheater-plus en nadat de gedachte aan een multifuncti27
oneel gebouw was losgelaten, heeft de D66-fractie steeds sterk gepleit voor een goede invulling van het Cultureel Kwartier. Emmen wil een dynamische, enerverende stad worden. Daarbij past een stadstheater, met daaraan gekoppeld CQ. Een Cultureel Kwartier met daarin een nieuw stadstheater/CQ en uitbreidingsmogelijkheden voor verdere culturele ontwikkelingen. Een gemiste kans is dat de nota Kunst en Cultuur en dit onderwerp niet integraal kunnen worden behandeld. Dat had eigenlijk wel gemoeten. De fractie vreest voor een toekomstig ad hoc-beleid, gegeven het feit dat er niets wordt gezegd over de verdere invulling van het Cultureel Kwartier. Wat gebeurt er ten aanzien van een poppodium? Hoe wordt omgegaan met het bruggebouw? Een stadstheater past in een onderdeel van het Masterplan van de gemeente Emmen en kan het centrum een levendige en dynamische uitstraling geven. Dit heeft weer een positieve invloed op de economische ontwikkeling in het centrum. De locatie Vreding versterkt de centrumfunctie.
zal het college inzichtelijk moeten maken. De heer Vos begrijpt dat de D66-fractie vindt dat een en ander moet blijven binnen het bedrag van € 1,1 miljoen, waarvan € 1 miljoen is gereserveerd en € 100.000,- vrijvalt aan kapitaallasten. Is genoemde fractie van mening dat het inderdaad binnen € 1,1 miljoen moet gebeuren? Mevrouw Van Vliet antwoordt bevestigend. Het is ook de reden waarom de fractie vraagt om een financiële onderbouwing. Zij kan zich derhalve waarschijnlijk wel aansluiten bij het VVD-amendement. Een grote zorg betreft de vraag: hoe om te gaan met de omwonenden aan de Vreding? In hoeverre worden zij betrokken bij de hele infrastructuur? Men verwacht verkeersoverlast. De D66-fractie vraagt dringend de directe omgeving vroegtijdig te betrekken bij de verdere planvorming, opdat er hopelijk meer draagvlak wordt gecreëerd. In principe gaat de fractie akkoord met een gefaseerde realisering van een Cultureel Kwartier, zoals beschreven in het raadsvoorstel. Zij verwacht in maart 2004 een plan van aanpak voor de ontwerpfase af, met een financiële onderbouwing, voor verdere besluitvorming.
Zoals al eerder gezegd, heeft de D66-fractie altijd, ondanks de financiële vraagtekens, positief gestaan tegenover het bouwen van een stadstheater of een multifunctioneel gebouw. Het is voor de fractie van groot belang dat de huisvesting van CQ daarbij wordt meegenomen, vanwege de hoge educatieve waarde voor de jeugd en andere burgers van de stad. In de verleden week gehouden commissievergadering heeft de fractie een totaalplan voorgesteld voor een Cultureel Kwartier dat voldoet aan de mogelijkheid van gefaseerde bouw. Een kwalitatief hoogwaardig stadstheater kan in de eerste fase minder ruimtelijk worden opgezet, dus met minder franje, opdat er financiële ruimte komt voor bouw ten behoeve van CQ. In de tweede fase kan aandacht worden geschonken aan de extra's, waardoor er een theater-plus ontstaat. Spreeksters fractie was blij verrast dat het college dit voorstel heeft overgenomen. Culturele uitingen hoeven wat de fractie betreft niet per se in één gebouw. Kiest men voor twee afzonderlijke gebouwen, dan zouden deze door middel van bijvoorbeeld een galerie met elkaar verbonden kunnen worden. Belangrijker zijn samenwerking en afstemming. Dan komt de synergie vanzelf. Verder is het voor de D66-fractie de verzelfstandiging van de theaterorganisatie een voorwaarde, ondergebracht in een stichting. Een directe gemeentelijke invloed is haars inziens niet nodig. Het vastleggen van een kader in het prestatiecontract is ook meer van deze tijd. Voor de fractie is een PPS-constructie eveneens een voorwaarde. De onderhandelingen met de Rabobank, gekoppeld aan een PPS-constructie, zijn positief, maar vooralsnog ondoorzichtig. Zij verwacht daar in de zeer nabije toekomst duidelijkheid over. Als de gemeente door gaat met de Rabobank kan dit als katalysator werken ten opzichte van andere bedrijven. Samenwerken met private partijen past in de tijdgeest. Vreemd en teleurstellend is dat er geen goede financiele onderbouwing is voor de medewerking van de Rabobank. Hoe zal worden omgegaan met de eventuele tegenvaller dat de onderhandelingen niet het gewenste resultaat hebben? Hoe kijkt de bank tegen een gefaseerde aanpak aan? Een belangrijk uitgangspunt voor de D66-fractie is: wat er ook gedaan wordt, het moet duurzaam passen binnen de geplande uitzet van lasten van ongeveer € 1,1 miljoen. Dat
De heer Dijkgraaf stelt dat GroenLinks cultuur hoog in het vaandel heeft staan, zowel kunst met een grote –K– als kunst met een kleine –k–, waarmee hij met name doelt op de amateurkunst. De GroenLinks-fractie is erover verheugd te mogen constateren dat in dit laatste voorstel de mogelijkheid zit het stadstheater en CQ in één gebouw te plaatsen. Zij heeft eerder aangegeven dat de renovatie van de Muzeval en het gebouw van CQ geen optie is, en zij blijft daarbij. Vanavond wordt van de raad een principebesluit gevraagd, dit onder dwang van de arboproblemen in de Muzeval. De consequenties, bijvoorbeeld de financiële, zijn eigenlijk niet te overzien. Wát als de raad 'ja' zegt tegen dit voorstel? Is er een weg terug als zou blijken dat de prognoses niet uitkomen? Of komt de raad bij instemming met dit voorstel in een fuik terecht waaruit niet meer te ontsnappen valt? Of zoals ze in Wijster altijd zeggen: ie mut ait vedan! Wat zijn de ideeën van het college hieromtrent? En hoe gaat het na het nemen van dit besluit? Hoe worden de raad en de omgeving betrokken bij de definitieve planvorming en bijbehorende financiën? Graag een reactie. De fractie van GroenLinks is altijd voorstandster geweest van een stadstheater-plus. Een grote gemeente als Emmen heeft ambities, en daar is niets mis mee. Echter, ambities moeten geen illusies worden, want daarmee is niemand gediend. De fractie is ook tegen prestigeobjecten, die altijd veel te duur blijken te zijn. Als op enig moment blijkt dat dit project, zeker het theatergedeelte, een prestigeobject aan het worden is en ten koste gaat van bijvoorbeeld de sociale kant van Emmen, dan zal de GroenLinks-fractie duidelijk kiezen voor die sociale kant. Tijdens de rit naar onsterfelijke roem kan blijken dat je groot moet zijn door klein te blijven. Ook dan moet men een keuze durven te maken, misschien wel een keuze die niet is voorzien. De amendementen moet spreker nog even goed bestuderen, zodat hij daarop in tweede termijn zal ingaan. Hij wacht nu 28
eerst de reactie van het college in eerste termijn af.
Voorgesteld wordt te kiezen voor de locatie Vreding, de plaats waar momenteel het politiebureau is gevestigd. De fractie van Onafhankelijk Nieuw Emmen heeft van begin af aan gesteld te zijn voor nieuwbouw, in plaats van renovatie van de Muzeval, tenminste: als dit financieel haalbaar is. Daarnaast heeft zij gesteld dat nieuwbouw een meerwaarde moet hebben voor de gemeente en dat moet worden uitgegaan van multifunctionaliteit. Deels is het college daaraan tegemoetgekomen door het Centrum voor de Kunsten CQ in de directe omgeving van het theater te situeren. Hoewel het multifunctioneel karakter miniem is, is de fractie hier blij mee. Enige tijd geleden heeft de fractie met verbazing kennisgenomen van het voorstel van het college het theater op de plaats van het huidige politiebureau aan de Vreding te bouwen. Plotseling waren de locaties Traverse-west en Klokkenslag uit beeld. Voor de ONE-fractie zijn deze locaties echter nog níét uit beeld. Zij vraagt zich af wat de 'impact' van de bouw van een theater en een onderkomen voor CQ aan de Vreding zal hebben. De Hondsrugweg is de drukste verkeersader in het stadsgebied van Emmen. Door bouw van de genoemde accommodaties zou de verkeersintensiteit op de Hondsrugweg gigantisch toenemen, ook de stroom van voetgangers en fietsers. Het Centrum voor de Kunsten CQ ontvangt wekelijks zo'n 4.000 cursisten en andere personen. Er worden circa 100 schoolvoorstellingen gegeven, alsmede 75 andere voorstellingen en speelavonden. Het zwaartepunt daarvan ligt vooral tijdens de middag en de avond. Een theater met 800 zitplaatsen en op termijn een vlakkevloerzaal met 250 tot 300 plaatsen zullen eveneens een aanzienlijke bijdrage leveren aan de verkeersintensiteit op de Hondsrugweg, al dan niet met groene zone. Er komt nog bij dat het ambtelijk apparaat op deze locatie zal toenemen nadat de verbouwing van het gemeentehuis is gerealiseerd. De fractie van ONE vraagt zich af of het college zich wel van bewust is van de gevolgen als er gebouwd gaat worden op de Vreding. Daarop heeft zij geen voldoende of overtuigende antwoord gekregen. De schetsen die door het college zijn verstrekt bekijkend, bekruipt de fractie de indruk dat het theater en CQ er even tussen geplaatst worden. Zij vindt de locatie erg bekrompen; deze geeft weinig mogelijkheden tot een eventueel latere uitbreiding. De gemeente zet zich op deze locatie dus helemaal klem. De ONE-fractie staat op het standpunt dat de locatie Klokkenslag in het verdere traject moet worden betrokken, met als alternatief wellicht de locatie-Giraf. Zij vindt dat op deze locaties de aan- en afvoer van bezoekers beter kunnen worden geregeld dan op de locatie-Vreding. Ook is zij van mening dat de locaties Klokkenslag/Giraf weleens goedkoper kunnen uitvallen. Het is in elk geval de moeite waard hiernaar onderzoek te doen. De locatie-Klokkenslag heeft ook als voordeel dat zij aan alle kanten bereikbaar is en aan alle kanten parkeerfaciliteiten heeft. Bovendien acht de fractie de Klokkenslag beter en veiliger bereikbaar voor kinderen die op de fiets naar het Centrum voor de Kunsten CQ gaat. Mocht uiteindelijk worden gekozen voor de Klokkenslag, waar volgens de informatie van wethouder Hoogland woningbouw is geprojecteerd, dan zou het gebied dat vrij komt aan de Vreding als alternatieve locatie voor woningbouw kunnen worden bestemd. Ook de locatie-Giraf vindt de fractie een aanvaardbaar alternatief. Met de daar aanwezige
De heer Schoo memoreert dat de DOP-fractie al vanaf het begin is vóór de verbouw van de Muzeval en eventuele nieuwbouw voor CQ op de huidige plek. Haar heeft nog niemand duidelijk kunnen maken dat er tussen de Boermarkeweg en de Hondsrugweg geen centrum is. Het gaat puur om beleving. Daar komt bij dat de Muzeval op de huidige plek goed en tegen lagere kosten dan bij nieuwbouw kan worden verbouwd, dat daar de parkeerproblemen veel geringer zullen zijn dan bij de Vreding en dat de overlast voor de omgeving minimaal is. Nog niemand heeft spreker ervan kunnen overtuigen dat het verbouwen van de Muzeval geen optie is. Het is maar wat men wil! Kortom, de DOP-fractie is tegen een nieuw stadstheater omdat dit financieel gezien daarvoor nu het verkeerde moment is. Er is jarenlang over gediscussieerd, er is naartoe gewerkt en nu ligt het ontwerpraadsbesluit voor. Door diverse fracties is terecht opgemerkt dat de financiële kant nog niet geheel inzichtelijk is en dat er nog afspraken moeten worden gemaakt met de Rabobank. Overigens kan een PPS-constructie ook breder zijn. De vraag aan het college is of er inmiddels al meer gegadigden zijn. Spreker heeft daar nog niets over gehoord, dus hij vreest met grote vreze. Voorts zij vastgesteld dat de raad in de toekomst besluiten zal moeten nemen die de sociale onderkant van de Emmense samenleving zullen raken. Mede gelet op de financiële haalbaarheid van die besluiten, moet de raad op diens tellen passen en past het op dit moment niet een nieuw stadstheater te realiseren. Er komt bij dat dit een gemiste kans is voor alle theaters in de provincie Drenthe. Aan het begin van de discussie, inmiddels zo'n drie à vier jaar geleden, heeft spreker in een radio-interview al eens aangegeven dat het verstandig zou zijn als de theaters in Assen, Stadskanaal < een stukje Groningen >, Meppel, Hoogeveen en Emmen de koppen eens bij elkaar zouden steken om het theaterland te verdelen. Men hoeft tenslotte niet overal een statussymbool te hebben; er kan het een en ander op elkaar worden afgestemd. In Hoogeveen staat een heel mooi theater, en in Assen zal een stadstheater worden gebouwd. Daar wil men natuurlijk niet onderdoen voor Emmen, en dus zal daar iets in dezelfde omvang worden gebouwd. Het is een gemiste kans als dat de directies van stadstheaters niet de koppen bij elkaar steken. Op een of andere manier wil dat in Drenthe niet lukken. Spreker wil nog even wijzen op de grootte van de theaters en de omvang van producties en stellen dat in Plaza in Groningen Joop van den Ende ook niet komt. Deze stelt: een of twee keer zit het theater vol en de derde keer is het leeg! De exploitatie van een stadstheater in Emmen zal dus niet rond zijn te krijgen. Dat zo zijnde, vindt de DOP-fractie de investering te groot. Kort en goed: de fractie is tegen dit voorstel en de amendementen die zijn ingediend. Zij blijft bij haar standpunt dat de verbouwing van de Muzeval de beste optie is voor deze gemeente. De heer Meijering stelt vast dat het college aan de raad vraagt in principe in te stemmen met de bouw van een nieuw theater en een nieuw onderkomen voor CQ. De nieuwbouw moet in 2007 gerealiseerd zijn, exclusief de vlakkevloerzaal. 29
accommodaties zou een voordelig financieel scenario mogelijk zijn. De bereikbaarheid is van alle kanten goed en er is voldoende parkeerruimte. De ONE-fractie is het ermee eens dat moet worden gewerkt met een PPS-constructie. Over de financiële haalbaarheid is al voldoende gezegd; de reactie daarop wacht spreker af. Eveneens is hij benieuwd naar het antwoord op de vraag of, als dit principebesluit wordt genomen, er nog een weg terug is.
ook jammer dat een plaatje ontbreekt. Wethouder Kuper kan zich plaatjes herinneren waarin voor de combinatie stadstheater/CQ jaarlasten werden genoemd van circa € 1,7 miljoen. De heer Van Hoffen wijst erop dat in het verleden door de raad afspraken zijn gemaakt, inhoudelijk en financieel. Daaraan zal moeten worden voldaan.
Wethouder Kuper heeft vanavond een paar verrassende opmerkingen gehoord, maar is gelukkig met de hoofdlijn die in de bijdragen van de fracties te ontdekken is. Vooropgesteld zij dat hij als wethouder van financiën de financiële zorgen die daarin doorklinken deelt. Tenslotte gaat het in dezen niet om niks. Vandaar ook dat het college spreekt over fasering. In eerdere rapportages en in de commissie is duidelijk gemaakt dat het opknappen van zowel de Muzeval als het Centrum voor de Kunsten zou neerkomen op goed geld naar kwaad geld gooien. Het is duidelijk dat de tijd tegen zit. Sommigen spreken over een dipje, anderen over een zware recessie, maar in elk geval is het juist dat het economisch wat minder gaat. Het gekozen moment kan altijd een verkeerd moment zijn. Na diverse locatiestudies is het college van mening dat de locatie-Klokkenslag een gepasseerd station is. Een mogelijke locatie is diverse keren aan de orde geweest en op een gegeven moment moet men een keuze durven maken. Men kan het nooit iedereen naar de zin maken, en dat zal ook in dit geval niet lukken. Het is wel verheugend dat een groot deel van de raad staat achter de keus voor de locatie de Vreding en het combineren van een theater en het Centrum voor de Kunsten. Terecht is gevraagd om een betere financiële onderbouwing. Reeds gezegd is dat het college die in de komende maanden, plus de planuitwerking en wat dies meer zij, nader wil uitwerken en aan de raad wil voorleggen. Zwemt de raad in een fuik als dit principebesluit wordt genomen? Het is van belang dat de raad vanavond een richtinggevend besluit neemt. Als dat wordt gedaan, moet er zich wel iets heel bijzonders voordoen wil het college tegen de raad zeggen dat de plannen op geen stukken na kunnen en dat een noodscenario uit de kast moet worden gehaald. Daarbij zou dan kunnen worden gedacht aan het opknappen van de Muzeval, maar het college zet op dit moment in op het samenvoegen van CQ en theater op de locatie de Vreding. Het is aan het college te dien aanzien in de komende tijd een financieel verhaal te presenteren. Spreker wil overigens geen illusies wekken. Als het programma van eisen voor beide gebouwen zodanig naar beneden moet worden bijgesteld om de jaarlasten tot € 1,1 miljoen te beperken, denkt hij dat er een probleem is en dat dan moet worden overgeschakeld op een noodscenario. Als men zowel een nieuw theater als een nieuw onderkomen voor CQ wil realiseren, moet men ervan uitgaan dat de structurele last wat hoger zal zijn dan € 1,1 miljoen.
Wethouder Kuper zegt dat het college zo dicht mogelijk bij de gestelde kaders wil blijven, reden waarom ook wordt voorgesteld te kiezen voor een fasering en wordt aangegeven dat in de komende tijd zal worden bezien wat de mogelijkheden zijn voor een zodanig programma van eisen dat kan worden gezegd: dit is een goed basispakket om mee te beginnen! De bedoeling is dat daarna diverse financiële plaatjes worden gemaakt. In dat licht begrijpt hij ook de drie alternatieven in het amendement van de fracties van PvdA, CDA en VVD. Spreker wil alleen tevoren zeggen dat, als wordt gekozen voor een combinatie van stadstheater en CQ, de jaarlasten daarvan hoger zullen uitkomen dan € 1,1 miljoen. Hoevéél hoger zal liggen aan de manier waarop vorm wordt gegeven aan de fasering, aan het programma van eisen waarmee wordt begonnen en dergelijke. Wat het zal worden is nu nog niet te zeggen < daar is nog enige tijd voor nodig >, maar vermoedelijk zullen hij en de heer Van Hoffen hierover het niet eens worden. De heer Van Hoffen beklemtoont dat het gaat om een door de raad in december 2002 ingenomen standpunt. Wethouder Kuper verwijst naar pagina 7 van het preadvies, waar wordt gesteld dat naar de verwachting van het college het genoemde structurele bedrag vanaf 2006 van € 1,1 miljoen niet toereikend zal zijn voor de realisatie van de eerste fase. Anders gezegd: het college verwacht hoger uit te komen. Hoevéél hangt, zoals gezegd, van allerlei zaken af. De heer Van Hoffen merkt op dat in de desbetreffende passage wordt gezegd dat de eerste fase al meer kost dan € 1,1 miljoen structureel. Daarmee wordt dan nog niets gezegd over het optuigen van het geheel. Wethouder Kuper tekent hierbij aan dat bij het bezien van het programma van eisen natuurlijk zal worden geprobeerd zo dicht mogelijk in de buurt van € 1,1 miljoen te komen. Niettemin verwacht het college wat hoger uit te komen. De vice-voorzitter zegt dat van de zijde van het college is aangegeven dat het bedrag van € 1,1 miljoen niet toereikend zal zijn om alles van de grond te tillen, maar dat naar verwachting in maart financieel inzicht zal kunnen worden gegeven en dat dan vrij concreet zal worden gemaakt wat de structurele lasten op jaarbasis worden. Dat kan door het college vanavond niet worden gezegd; daar is onderzoek voor nodig, waar diverse fracties ook om gevraagd hebben.
De heer Vos zou het mooi hebben gevonden als het college meteen een plaatje had gepresenteerd waarin was aangegeven dat, als alles gaat zoals het nu voor ogen staat, globaal op een bepaald bedrag wordt uitgekomen. Als hij de rapporten doorleest en gaat optellen, schrikt hij, en hij vindt het dan
Wethouder Kuper wil er nu meteen op wijzen dat in het amendement van de fracties van VVD, PvdA en CDA nogal wat aan onderzoek naar de drie alternatieven wordt ge30
vraagd. Maart zal wellicht aan de krappe kant zijn om alles boven tafel te krijgen. Als het geheel tot op de laatste cent moet worden uitgerekend, moet een complete schets worden gemaakt en met m³-prijzen worden gewerkt voor de verschillende alternatieven.
nodig heeft voor een goede aanvraag van Kompas-subsidie. Wethouder Evenhuis heeft bedoeld te zeggen dat de datum flexibel is, echter niet tot het uiterste, want dan zou de gemeente met de termijnen in nood komen.
Mevrouw Houwing-Haisma zegt dat de indieners van het amendement bewust hebben gekozen voor 1 maart omdat steeds is gemeld dat op die datum meer duidelijkheid zou kunnen worden gegeven. De wethouder zegt nu meer tijd nodig te hebben, en spreekster kan zich daar iets bij voorstellen, maar gesteld is ook dat voor subsidies termijnen gelden. Als bijvoorbeeld per 1 april met meer informatie wordt gekomen, ontstaat er dan geen tijdnood?
De heer Pekelsma merkt op dat de CDA-fractie nadrukkelijk heeft aangegeven dat zij er niet zo veel moeite mee heeft als het een maand later wordt als het de zorgvuldigheid ten goede komt. De vice-voorzitter begrijpt dat de in het amendement van de fracties van VVD, PvdA en CDA genoemde datum van 1 maart wordt gehandhaafd, maar dat het niet op bezwaren sluit als het een maand later wordt en dan die informatie kan worden geleverd op basis waarvan de raad een keuze kan maken.
Wethouder Kuper realiseert zich dat risico, maar wil anderzijds een zorgvuldig plaatje neerleggen. Het college gaat ervan uit dat er nog voldoende tijd zal zijn voor het aanvragen van subsidies.
Mevrouw Zinnemers-Warmolts laat weten het hiermee helemaal eens te zijn.
Mevrouw Houwing-Haisma informeert of in dit opzicht besluitvorming na 1 maart geen probleem vormt.
Wethouder Kuper vervolgt zijn betoog met de opmerking dat de onderhandelingen over de PPS-constructie de komende weken even stil zullen liggen in verband met de feestdagen en in januari weer worden opgepakt. Op de vraag of er inmiddels andere gegadigden zijn gevonden luidt het antwoord 'nee'. In relatie tot de locatie-Vreding is gesproken over verkeersdrukte, parkeren etc. Over deze locatiekeuze kan wellicht wethouder Hoogland het beste iets zeggen.
Wethouder Kuper heeft van de projectleider gehoord dat het geen probleem is als later met definitieve voorstellen wordt gekomen. Mevrouw Houwing-Haisma acht dit dan duidelijk. Niettemin is toch de toon gezet: er moet snel worden besloten zodat we verder kunnen en bijvoorbeeld de Kompas-subsidie veilig kunnen worden gesteld! De wethouder zegt nu dat er nog wel wat extra tijd is, maar ook de raad zal tijd nodig hebben om een besluit te nemen.
Wethouder Hoogland-Foppen wil eerst even reageren op de opmerking van wethouder Kuper dat het onderzoeken van alternatieven tijd kost. Haar dunkt dat het goed is erbij te zeggen dat het ook geld kost. Het uitwerken van drie modellen kost natuurlijk het een en ander. Wat de locatiekeuze betreft: de locatie-Vreding is ongeveer een half jaar geleden in beeld gekomen. Het is een groeiproces geweest, waarbij onder andere is gekeken naar de omgeving van De Giraf qua bereikbaarheid, geschiktheid en dergelijke, maar daarvoor is niet gekozen. Twee andere locaties zijn een jaar geleden ter tafel gekomen, namelijk Traverse-west en de Klokkenslag. Daarmee is verder gegaan. Daarna is nog een aantal malen gesproken over de locatiekeuze. Op verzoek van de raad is deze vervolgens meegenomen in het Visiedocument Masterplan. Tijdens het werken aan dit document is door iedereen die in Emmen en met name in het centrum geïnteresseerd is, gezegd: probeer een locatie te zoeken die wat dichter bij de Markt ligt, ondanks de daaraan verbonden bezwaren, waarbij met name is gewezen op de Hondsrugweg. Uiteindelijk is de locatie-Vreding eruit gekomen. Het is niet zo dat pas daarna is gezegd dat die locatie niet meer nodig is voor de uitbreiding van de huisvesting van de organisatie; de volgorde was andersom. Vaststellende dat er in de organisatie een aantal zaken aan het veranderen is, heeft het college vastgesteld dat voor de uitbereiding de locatieVreding niet nodig is en is deze locatie in beeld gekomen als locatie voor het theater en CQ. De commissie heeft enige plattegronden kunnen aanschouwen. Deze waren een 'eerste oefening' om te zien of dit gebied geschikt zou zijn. Dat moet nog nader worden uitgewerkt. Als vanavond het principebe-
Wethouder Kuper beaamt dat. Anderzijds wil hij erop wijzen dat er tijd nodig zal zijn om drie alternatieven uit te werken. Het college zal uiteraard z'n uiterste best doen om de gestelde termijn te halen, maar het is ook belangrijk de raad een concreet beeld te geven ten aanzien van de drie alternatieven. Wethouder Evenhuis wil er van zijn kant op wijzen dat er veel gegevens nodig zijn over wat wordt gewenst. Daarna wordt bekeken onder welke criteria de subsidieaanvragen, bijvoorbeeld de Kompas-subsidie, vallen. Bij de provincie zitten mensen die een traject als dit nauwkeurig begeleiden. Op het moment waarop de benodigde gegevens er zijn, maken die de aanvrage nauwkeuriger. Als de raad uiteindelijk besluit, kan de aanvraag weg. Omdat in 2006 de Kompasregeling af loopt, wordt de tijd natuurlijk krapper. Er kan een heleboel tijd worden genomen om zorgvuldig te zijn, maar duidelijk moet wel zijn dat ook de subsidieaanvraag opgebouwd moet worden met argumenten om deze gehonoreerd te krijgen. De datum van 1 maart is daar minder relevant voor; of het 1 april of 1 mei wordt maakt op zich niet zo veel uit, doch het traject moet wel helemaal worden doorlopen, met wat precies wordt gewenst hoort de gemeente nauwkeurig te zijn. Mevrouw Houwing-Haisma constateert dat de informatie waar in het amendement om wordt gevraagd ook het college 31
sluit wordt genomen, zal het plan verder handen en voeten worden gegeven. Naar hetgeen spreekster heeft gehoord, is er een meerderheid in de raad voor de locatie-Vreding, wat overeenstemt met het voorstel van het college. Het lijkt haar dan ook goed daarop verder te koersen.
Wethouder Kuper zegt dat het een kwestie is van samenloop van omstandigheden. De heer Mans meent dat de vraag is: is het de verkeerde of de juist keuze?
Wethouder Kuper gaat nog in op de vraag hoe het college denkt over de reservering voor onderhoud. Eerder is al gesteld dat het college, hoewel het tot nu toe geen beleid is, er op zich best voorstander van is dat meteen als er een nieuw gebouw wordt gebouwd, onder meer de bouw van een nieuw kantoor voor de ambtelijke organisatie, rekening wordt gehouden met toekomstig onderhoud. Wat hem betreft wordt dat staand beleid, doch er is door het college nog geen definitief standpunt over ingenomen. Een vorige keer is reeds in beeld gebracht wat het betekent als tevoren voor onderhoud wordt gereserveerd. Daarmee is te voorkomen dat op termijn de situatie ontstaat als zich nu bij de Muzeval voor doet. Voor het onderhoud daarvan is nooit gereserveerd, zodat daarvoor op een zeker moment incidentele middelen moesten worden aangewend. Door bij dit soort investeringen vooraf te reserveren voor onderhoud heeft men meteen ook de duurzaamheid van een accommodatie te pakken. Spreker hecht daar zelf veel waarde aan.
Wethouder Kuper merkt op dat de keus voor de uitbreiding van het gemeentehuis bekend is en dat de keus voor de locatie voor een theater en het Centrum voor de Kunsten vanavond wordt gemaakt.
Mevrouw Zinnemers-Warmolts meent dat, in geval er een stichting komt, deze dan voorzien zal moeten worden van een extra bedrag voor onderhoud.
Wethouder Eerenstein reageert op de vraag over de aanen afvoer naar het nieuwe theater. Hem dunkt die afhangt van de wijze waarop de gebouwen op de nu voorgestelde plek worden gesitueerd. Vervolgens zal moeten worden bekeken hoe hiermee kan worden omgegaan in de driehoek Hondsrugweg/Westenesscherstraat/Vreding. Geconstateerd kan worden dat de plek nu goed bereikbaar is en dat dit ook in de toekomst zo zal moeten zijn, dus dat zal moeten worden gezorgd voor een goede aan- en afvoer. Dat hangt samen met de verdere planontwikkeling.
De heer Mans wijst erop dat over de verbouwing van het gemeentehuis nog moet worden gediscussieerd. Wethouder Kuper wil het hierbij op dit moment laten. Wethouder Hoogland-Foppen wil nog reageren op de vraag hoe het college denkt om te gaan met de omwonenden. Intern is afgesproken dat, als vanavond het onderhavige voorstel wordt aangenomen, in het nieuwe jaar heel snel de omwonenden en de erkende overlegpartners zullen worden uitgenodigd om hen te informeren over het genomen besluit en af te spreken hoe zij zullen worden betrokken bij de voortgang ten aanzien van dit onderwerp.
Wethouder Kuper zegt dat dit er van af hangt. Bij een publiek-private samenwerking in een stichtingsvorm moet nog worden bepaald waar de investering in het pand het beste kan worden ondergebracht: op de gemeentelijke balans of in de stichting zelf. Daarover kan hij op dit moment nog geen mededeling doen; dat zal uit vervolgonderzoek moeten blijken. Reservering voor onderhoud is evenwel zeker niet uit zijn hoofd verdwenen. Spreker wil nog even reageren op een opmerking van de kant van de BGE-fractie, want hij heeft toch een zwak voor 'die jongens'.
De vice-voorzitter meent dat alle informatie in de eerste termijn voldoende is uitgewisseld. Hij begrijpt dat de in het amendement van de fracties van VVD, PvdA en CDA genoemde datum enigszins kan opschuiven, maar dat de kern overeind blijft en dat het college daarmee kan leven. Wat als amendement door de ChristenUnie-fractie is ingediend, is enigermate aangepast, opdat het inderdaad een amendement wordt. Bij een motie gaat het om een gevoelen van de raad met het verzoek aan het college daaraan uitvoering te geven, bij een amendement gaat het om een wijziging van een voorgesteld besluit. Voorgesteld wordt het besluit in als volgt te wijzingen: besluit: aan het raadsvoorstel onder 1 de volgende kaders toe te voegen:
De vice-voorzitter wijst erop dat de leden van de BGEfractie volwaardige raadsleden zijn! Wethouder Kuper denkt dat de vice-voorzitter zal begrijpen hoe de opmerking is bedoeld! De heer Mans heeft een ondeugend opmerkinkje gemaakt, namelijk dat de C-vleugel even gauw wordt gesloopt om ruimte te maken voor een theater en CQ. Dit is pertinent onjuist. Op een gegeven moment is vastgesteld dat de Cvleugel tegen de vlakte moet vanwege de slechte kwaliteit. Vervolgens kan dan worden bekeken aan welke zijde deze het beste kan worden herbouwd. De gekozen kant heeft de voorkeur, omdat het betekent dat personeel in de naastgelegen bouw dan gewoon kan blijven zitten. Op geen enkele manier heeft spreker geprobeerd daar ruimte te creëren voor theater en CQ.
• •
een taakstellend budget van netto € 25 miljoen, exclusief BTW en exclusief locatiegebonden kosten; samenspraak met de betrokkenen.
Als het besluit in deze zin kan worden geredigeerd, is het tevens het verst strekkende amendement, dat straks als eerste in stemming zal worden gebracht. Kan de ChristenUnie-fractie zich in de aanpassing vinden?
De heer Mans vindt het wel frappant dat een en ander op hetzelfde tijdstip komt. 32
één keer worden gedaan. Het gaat om de kwaliteit van de besluitvorming en vooral om draagvlak. Er is de VVD-fractie veel aan gelegen dat er een breed draagvlak in de raad komt, zodat even de tijd moet worden genomen om alle vragen die nu nog leven goed op een rij te krijgen. Natuurlijk zal dit wat geld kosten, anderzijds ligt er binnen dit huis een grote uitdaging om hieraan een goede invulling te geven. Er mag van worden uitgegaan dat veel van de gevraagde informatie ook nodig is voor de aanvraag van de Kompas-subsidie en andere subsidies. Het hoeft allemaal niet zo extreem duur te worden. De kosten echter moeten worden gemaakt, want als men later wordt geconfronteerd met forse tegenvallers waardoor de raad om nieuw onderzoek gaat vragen, schuift alles alleen maar verder op in de tijd. Spreekster herinnert zich dat, toen ongeveer een jaar geleden over de locaties werd gesproken, is gezegd dat nog niet eens bekend was wat voor soort theater werd gewenst. Met het amendement wordt dus eigenlijk gevraagd waar al eerder om is gevraagd. Als in mei definitieve besluitvorming aan de orde is, kan worden bezien wat van het amendement van de ChristenUniefractie kan worden gebruikt, voor zover het college dit dan niet al heeft opgepikt.
De heer Van Hoffen antwoordt bevestigend. De heer Van Hees verzoekt om een schorsing. De vice-voorzitter voldoet aan dit verzoek en schorst de vergadering. Schorsing. De vice-voorzitter heropent de vergadering en stelt de raad in de gelegenheid in tweede termijn het woord te voeren over agendapunt B6. Mevrouw Zinnemers-Warmolts heeft niet zo veel meer toe te voegen aan hetgeen in eerste termijn is gezegd. Vanavond wordt de raad gevraagd om een principebesluit, het definitieve besluit volgt in het aanstaande voorjaar, als er met name over de financiën meer bekend is. Een goede theatervoorziening en een goed Centrum voor de Kunsten waarmee de gemeente lange tijd vooruit kan, is een ambitie die het nastreven waard is. Gezien de vele onduidelijkheden die er nog over de financiën zijn, is het voor de PvdA-fractie te prematuur een totaalbedrag voor de investering vast te leggen, zoals in het amendement van de ChristenUnie-fractie wordt voorgesteld.
De heer Halm merkt op dat in het amendement van de fracties van VVD, PvdA en CDA onder punt 9 staat: "voor zover de financiële grondslag daarvoor verantwoord is". Welk bedrag vindt de VVD-fractie verantwoord?
De heer Van Hoffen denkt dat de afgrendeling al verleden jaar heeft plaatsgevonden. Toen heeft de raad een financieel kader gesteld, en het gaat niet aan dat nu niet te doen.
Mevrouw Houwing-Haisma zegt dat bij het collegevoorstel de punten de punten 2 tot en met 7 ongewijzigd blijven. In dat verband is het een en ander gezegd over het financiële kader, en vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat moet worden gewerkt binnen het bedrag van € 1,1 miljoen. Als het college onverhoeds met andere voorstellen komt en daarvoor een goede financiële dekking presenteert of er meer geld beschikbaar komt via de PPS-constructie dan wel extra subsidie, kan dit bedrag misschien wat worden opgerekt, maar dat is op dit moment niet bekend. Wel is de fractie van mening dat het uit te geven bedrag verantwoord moet zijn.
De vice-voorzitter merkt op dat fracties vrij zijn hun opmerkingen te maken op basis van voortschrijdend inzicht. Mevrouw Zinnemers-Warmolts herinnert aan een vraag die zij in eerste termijn heeft gesteld, en wel over het parkeren. De vraag was of het misschien een suggestie kan zijn voor de investering en de exploitatie van het parkeerdeel nadrukkelijk te kijken naar de mogelijkheid van een PPSconstructie, om op die manier geld vrij te spelen voor het culturele deel. Kan daarop nog een antwoord worden gegeven?
De heer Van Hoffen begrijpt niet dat mevrouw Houwing het heeft over een bedrag van € 1,1 miljoen, gelet op hetgeen bij amendement wordt gesteld.
De heer Pekelsma heeft eigenlijk ook niets meer toe te voegen aan de eerste termijn en wil het college bedanken voor diens beantwoording. Het is goed dat meerdere collegeleden zich met dit onderwerp bezighouden. De CDA-fractie wacht de verdere voorstellen met belangstelling af om in april/mei een definitief besluit te kunnen nemen, want duidelijk moge zijn dat het vanavond gaat om een principebesluit.
De heer Halm constateert dat de wethouder al heeft aangegeven dat de kosten niet beperkt kunnen blijven tot € 1,1 miljoen. Voor de BGE-fractie hangt de vlag dus al halfstok. Mevrouw Houwing-Haisma gaat uit van de Friese vlag < Friezen zijn optimisten > en houdt die graag in top.
Mevrouw Houwing-Haisma zegt dat na de beantwoording van de kant van het college wat de VVD-fractie betreft het amendement zoals dat samen met de fractie van PvdA en CDA is ingediend wordt gehandhaafd. Zojuist is door wethouder Hoogland gezegd dat het onderzoeken van drie modellen geld kost, en de fractie is zich daarvan terdege bewust. Het is anderzijds wel zo dat, als één model zou worden uitgewerkt, gekoppeld aan een budget, het risico wordt gelopen dat de raad zegt, als het hele verhaal tegen valt, vraagt wat een ander model zou gaan kosten. Het kan dan beter in
De heer Mans heeft nog een vraag aan de wethouder. Volgens de schetsen moet de C-vleugel worden afgebroken, maar kan het theater gebouwd worden zonder die afbraak? De heer Van Hoffen vindt dat de raad nu duidelijk moet zijn over het kader, ook in de investeringssfeer. In het door ChristenUnie-fractie ingediende amendement houdt zij de raad aan diens eerdere uitspraken. Enkele citaten uit de notulen van de raadsvergadering van 19 december 2002. "het Centrum voor de Kunsten zodanig aan het theater koppelen dat 33
dit een programmatische versterking kan worden", de heer Sleeking van de PvdA-fractie. "Een nieuw theater in Emmen: het liefst een brede voorziening, een laagdrempelige plek voor een nieuw Centrum voor de Kunsten", mevrouw Houwing van de VVD-fractie. "In het verdere onderzoek zullen de mogelijkheden van participatie door derden, bijvoorbeeld de muziekschool, moeten worden meegenomen", de heer Pekelsma van de CDA-fractie. "In het kader van de brede functie, die volgens spreker raadsbreed wordt toegedicht aan het te ontwikkelen theater, dient eveneens te worden gedacht aan een PPS-constructie", de heer Huttinga van de ChristenUnie-fractie. Uit deze vier citaten blijkt wat het inhoudelijk kader is. Het financiële kader, € 1 miljoen, is eerder vastgesteld, namelijk bij de begrotingsbehandeling in november. De opdracht aan het college was daarop de plannen te ontwikkelen. Dat is dus niet gelukt. In het eerste voorstel stond CQ op een zijspoor, nu ligt er een voorstel om een fasering in te voeren. De ChristenUnie-fractie is duidelijk en zegt: € 25 miljoen! Wat CQ aan investeringsmogelijkheden in kan voegen is meegenomen, maar het bedrag van € 25 miljoen is het financiële kader dat sprekers fractie in het amendement stelt, en daaraan houdt zij vast.
wen is geweest en dat tevoren niet duidelijk was wat de kosten van de diverse onderdelen zouden zijn. Dat is van invloed geweest op de uiteindelijke kwaliteit. De heer Arends is dat met de heer Huttinga eens en citeert maar even uit zijn geheugen. De vice-voorzitter stelt vast dat er duidelijk selectief wordt geciteerd. Mevrouw Van Vliet heeft wat moeite met deze discussie. De D66-fractie had gehoopt dat er een duidelijke keuze zou worden gemaakt en was ook blij dat het college het voorstel van de fractie terzake gefaseerde bouw had overgenomen. Reeds in de commissie is gevraagd om een financiële onderbouwing, maar helaas zit die er niet bij. Op zich is het dan ook logisch dat daaromtrent een amendement komt, maar als dat zou worden aangenomen, zou dit weer uitstel betekenen, terwijl de fractie ervan is uitgegaan dat vandaag een principebesluit wordt genomen en er met het oog op subsidiegelden per 1 maart duidelijkheid zou komen. De D66-fractie kan het amendement van de fracties van VVD, PvdA en CDA niet steunen omdat onder I wordt uitgegaan van een compleet nieuw theater en eerst in een later stadium een nieuw onderkomen voor CQ.
Mevrouw Houwing-Haisma vindt dat, als de heer Van Hoffen citeert, niet een losse flodder uit een heel verhaal moet halen, maar het citaat in de context daarvan moet plaatsen.
Mevrouw Houwing-Haisma wijst erop dat in het amendement drie modellen worden genoemd. De indieners willen graag dat de mogelijkheden daarvan worden bezien. Ten aanzien van het model waarin het gaat om een fasering is bedoeld te zeggen: ga kijken wat er mogelijk is met betrekking tot een vlakkevloerzaal! Omdat ook CQ vraagt om een theaterruimte, zou die zaal eventueel gezamenlijk kunnen worden geëxploiteerd. Hoe dan ook, de indieners van het amendement willen van de drie verschillende mogelijkheden weten wat een en ander gaat kosten qua investering en qua exploitatiekosten, om daarna weloverwogen en bewust een keuze te maken. Spreekster is het met mevrouw Van Vliet eens dat het plezierig zou zijn geweest als alle informatie nu al beschikbaar was geweest, maar dat ís niet zo. Als nu wordt besloten, is niet goed duidelijk wat wordt besloten. Van het college heeft spreekster begrepen dat er nog wat extra tijd is, en haar dunkt dat die moet worden gebruikt om te kunnen komen tot een zorgvuldige besluitvorming. De VVD-fractie pint zich dus niet vast op één model, zij wil de uitwerking van de verschillende modellen naast elkaar zien. Dat gaat ook een heel eind in de richting van wat mevrouw Van Vliet zegt.
De heer Van Hoffen merkt op dat dat te lang duurt! Mevrouw Houwing-Haisma zegt dat dan wél een ander beeld wordt opgeroepen. De heer Van Hoffen schetst nu een beeld dat niet juist is. Op 19 december 2002 was de VVDfractie nog helemaal niet zover om te kunnen zeggen dat het theater in het centrum moest komen. De fractie twijfelde toen nog heel erg over de optie 'opknappen van de Muzeval'. In die context zijn opmerkingen gemaakt. De sfeer in de fractie was op dat moment: liever koekjes worden niet gebakken, we moeten bekijken wat de mogelijkheden zijn! De heer Van Hoffen geeft er nu een draai aan waarin de VVDfractie zich niet herkent. De heer Arends herinnert zich dat eerder een besluit is genomen over een investering van op dat moment ongeveer € 10 miljoen voor de aanleg van de Traverse. De kwalitatieve doelstellingen die daarvoor waren gesteld, zijn niet gehaald. Dat is veroorzaakt door het feit dat het bedrag was afgegrendeld op € 10 miljoen. Met andere woorden: als men het bedrag leidend laat zijn, krijgt men een bepaalde kwaliteit. De vraag moet zijn of met een x-bedrag de gewenste kwaliteit wordt verkregen en of men daar het geld voor over heeft. Het dan een kwestie van kiezen: dat bedrag kaderstellend beschikbaar stellen of concluderen dat de kwaliteit het bedrag wel waard is maar dat de polsstok niet zo lang is! Op een zeker moment moet een afweging worden gemaakt ten aanzien van enerzijds de financiële middelen en anderzijds de kwaliteitseisen die worden gesteld.
Mevrouw Van Vliet zegt dat voor de D66-fractie het eerste model niet hoeft te worden onderzocht. De heer Van Hees wijst erop dat model I voor de D66-fractie geen optie is, maar dat dit geen blokkade voor steun aan het amendement hoeft te zijn. De fractie wenst eveneens een financiële onderbouwing, al is het jammer dat die er nu nog niet is. Het is eigenlijk knullig dat wordt gevraagd om een principebesluit terwijl dat er geen of weinig onderbouwing is. Dat is een slechte zaak.
De heer Huttinga vindt dat de heer Arends geen vergelijking moet trekken met de Traverse, ten aanzien waarvan de Rekenkamer heeft geconcludeerd dat het werkendeweg bou-
Mevrouw Houwing-Haisma maakt uit de woorden van de heer Van Hees op dat de D66-fractie het amendement toch 34
zal steunen.
uitmaakt van de locatiegebonden kosten.
De heer Van Hees zegt dat er sprake was van een klein misverstand. De fractie gaat wel akkoord met het amendement, maar haar keuze zal straks waarschijnlijk niet model I zijn.
De heer Meijering heeft ook gedoeld op hetgeen wethouder Eerenstein heeft gezegd over de aan- en afvoer van verkeer, namelijk dat daarvoor iets geregeld zal moeten worden. Waaruit worden die kosten gefinancierd?
Mevrouw Houwing-Haisma zegt dat de discussie over de modellen wel zal worden gevoerd als de uitwerking er is.
Wethouder Kuper antwoordt dat in de locatiegebonden kosten de infrastructuur zit. Hij veronderstelt dat daarvan ook dit soort zaken deel uitmaakt.
De heer Dijkgraaf constateert dat na een aantal discussies nu toch op een vrij knullige manier een besluit moet worden genomen. Als een maand eerder was besloten waar nu in het amendement van de fracties van VVD, PvdA en CDA om wordt gevraagd, was er geen vuiltje aan de lucht geweest. Volgens hem had dit ook gemakkelijk gekund. Het is bijzonder jammer dat dit eerst nu aan de orde komt. Hij zal het amendement wel steunen, maar vindt de manier waarop het nu gaat, zoals gezegd, knullig.
Wethouder Eerenstein zegt dat de parkeerkelder in de totale planvorming wordt meegenomen. Zijn er rigoureuze aanpassingen nodig voor de aan- en afvoer, dan zal daar waarschijnlijk een apart besluit over moeten worden genomen. De heer Meijering begrijpt: plus de daaraan verbonden kosten.
De heer Schoo moet zijn visie enigszins bijstellen. In de commissie heeft hij gezegd dat het theater in 2007 € 50 miljoen gaat kosten. Nu hij de discussie heeft aanhoord, komt hij tot de conclusie dat het zeker € 60 miljoen wordt. Vervolgens een aanvulling op zijn bijdrage in eerste termijn. Gisteravond heeft hij een telefoontje gekregen van de heer Van Rossem, die hem heeft verzocht te melden dat de fractie van Leefbaar Emmen het standpunt van de DOP-fractie deelt. Ten slotte verzoekt spreker het voorstel onder B6 hoofdelijk in stemming te brengen.
De vice-voorzitter merkt op: uiteraard! Het kan allemaal duurder worden. Wethouder Kuper meent hiervóór de nog gestelde vragen te hebben beantwoord. Mevrouw Zinnemers-Warmolts herinnert aan haar vraag over het parkeren. Wethouder Kuper wil best toezeggen dat zal worden bekeken of de parkeergelegenheid kan worden gerealiseerd in een PPS-constructie.
De heer Meijering dankt het college voor de beantwoording. Op één vraag in de eerste termijn heeft hij echter onvoldoende antwoord gekregen, en wel de vraag betreffende de verkeerssituatie rondom de Vreding. De wethouder heeft aangegeven dat daarvoor nog een plan voor moet worden gemaakt. Dat roept de vraag op wat een verkeersregeling gaat kosten en waaruit die wordt gefinancierd. Of worden deze kosten bij de planontwikkeling meegenomen zodat daarover in april kan worden besloten? Wat het amendement van de fractie van VVD, PvdA en CDA betreft: van begin af aan heeft de ONE-fractie gezegd het belangrijk te vinden dat CQ in de nieuwe huisvesting wordt ondergebracht. Optie I is voor de fractie dan ook niet in beeld. Derhalve zal spreker dit amendement niet steunen. Het amendement van de ChristenUnie-fractie gaat uit van een kaderstellend bedrag van € 25 miljoen, plus BTW en de locatiegebonden kosten. Als dit wordt aangenomen, kan het college daarop koersen. Zou blijken dat het niet lukt binnen dit bedrag, dan zou het college moeten terugkomen bij de raad met de vraag wat deze wil.
Het (aangepaste) amendement van de ChristenUnie-fractie wordt vervolgens bij handopsteken in stemming gebracht en verworpen (de leden van de fracties van ChristenUnie en ONE stemmen voor). Hierna wordt het amendement van de fracties van VVD, PvdA en CDA bij handopsteken in stemming gebracht en aangenomen (de leden van de fracties DOP, BGE, ONE en ChristenUnie, alsmede vier leden van de PvdA-fractie stemmen tegen). De heer Vos meent dat het van belang is te vermelden dat de drie modellen zullen worden onderzocht, voor zover de financiële grondslag daarvoor … De vice-voorzitter merkt op dat het amendement nu niet meer wordt gewijzigd. Daarover is nu gestemd. Conclusies moeten maar in maart worden getrokken, want de bedoeling is dan een keuze te maken.
Wethouder Kuper zal eerst een antwoord geven aan de héren van de BGE-fractie. Het antwoord is: ja!
Vervolgens wordt het geamendeerde voorstel B6 van burgemeester en wethouders ter besluitvorming voorgelegd.
De vice-voorzitter weet de vraag niet meer, maar denkt dat het glashelder is!
De heer Van Hees denkt dat de vice-voorzitter een inschattingsfout maakt. Het aangenomen amendement omvat reeds het voorstel, want daarin is voorgesteld de punten 2 tot en met 7 over te nemen, plus de toegevoegde punten 8 en 9.
Wethouder Kuper neemt aan dat de BGE-fractie begrijpt waarop het antwoord slaat. Verder is te zeggen dat de parkeerproblematiek onderdeel
De vice-voorzitter zegt dat de heer Van Hees gelijk heeft en 35
dit ook zal krijgen als de stemming is gehouden. Er is echter gevraagd om hoofdelijke stemming.
en gaat over tot de orde van de dag.
De heer Van Hees concludeert dat de besluitvorming dan eigenlijk nog een keer plaatsvindt.
De heer Ensink vermeldt dat de CDA-fractie op zich sympathie heeft voor de strekking van deze motie. Niettemin bevat zij zaken waartegen de fractie grote bezwaren heeft. Dit geldt met name voor het gestelde bij het derde gedachtestreepje, luidende "dat de rijksoverheid het eerder ingezette inhumane beleid steeds harder uitvoert". Daar is de fractie het mordicus mee oneens. Deze passage zou eruit moeten, wil zij met deze motie kunnen instemmen. Verder zou zij een punt willen zetten achter de passage "verzoekt het college geen medewerking te verlenen aan uitzettingen", en de rest willen schrappen.
De vice-voorzitter zegt dat dit in feite zo is, alleen gebeurt het nu met hoofdelijke stemming. Hij neemt aan dat de heer Van Hees daarmee wel kan leven. De heer Mans deelt mede dat de BGE-fractie tegen zal stemmen. Zij wenst een verbouwing van de Muzeval met toevoeging van een onderkomen voor CQ, voor € 14 miljoen. Hierna wordt tot hoofdelijke stemming overgegaan, waarbij de eerste stem volgens het lot mag worden uitgebracht door nr. 15 op de presentielijst, zijnde de heer De Wildt, en wordt het geamendeerde voorstel B6 van B&W met 24 tegen 12 stemmen aangenomen.
De heer Arends sluit zich voor een groot deel aan bij de woorden van de heer Ensink. Met de woorden 'inhumane' en 'steeds harder' wordt de motie erg zwaar aangezet. Tevens zou de PvdA-fractie in het verzoek aan het college eveneens een punt willen zetten achter 'uitzettingen' en de rest willen schrappen. Het gestelde bij het derde gedachtestreepje zou spreker willen vervangen door de tekst: dat de rijksoverheid het eerder ingezette beleid zonder mededogen uitvoert.
Voor stemmen de leden: de heren De Wildt, Reitsma en Eising, de dames Thalens-Kolker, Rougoor-Mahalbasic en Zinnemers-Warmolts, de heer Pekelsma, mevrouw Van Wieren-Bolt, de heren Horstman, Arends en Thole, mevrouw Van Vliet, de heren Leutscher, Menzen, Ripassa, Wilms en Wittendorp, mevrouw Van der Veen-Weggemans, de heren Dijkgraaf en Ensink, mevrouw Houwing-Haisma, de heren Van Hees, Scheltens en Boels
De heer Schoo kan het met de strekking van de motie wel eens zijn, maar vindt dat deze op bepaalde punten te ver gaat. De rijksoverheid heeft voor een en ander zorg te dragen en dit moet niet bij de gemeente worden neergelegd. Hij kan deze motie dan ook niet steunen.
Tegen stemmen de leden: de heren Mans, Hoekstra, Vos, Stoffers, Haak, Lange, Huttinga, Halm, Meijering, Dokter, Schoo en Van Hoffen.
De heer Van Hees vindt het jammer dat de GroenLinksfractie de toonzetting vrij fors aanzet. Zoals de heer Dijkgraaf en waarschijnlijk ook anderen weten, is er bij de landelijke overheid een kentering gaande in het denken. Men kijke maar naar de coalitiepartijen, met name naar D66. De D66fractie in Emmen staat volledig achter wat zij heeft gezegd, maar vindt de in de motie gebruikte terminologieën te ver gaan. Het zou jammer zijn het daarop te laten afketsen, dus wellicht wil de heer Dijkgraaf de motie aanpassen in de geest als door de heren Ensink en Arends is voorgesteld. Het zou jammer zijn als de volgende maand opnieuw een motie moet worden ingediend omdat de tekst van de eerste niet goed was.
Vervolgens worden de eerder in de vergadering ingediende en nog overgebleven moties aan de orde gesteld. Motie van de GroenLinks-fractie betreffende uitzetting uitgeprocedeerde asielzoekers Deze motie luidt als volgt: De raad van Emmen, bijeen op 18 december 2003, overwegende dat: • er voor uitgeprocedeerde asielzoekers in Emmen binnenkort geen opvang meer is; • het hierbij gaat om mensen die niet aanmerking komen voor het generaal pardon van voormalig minister Nawijn; • dat de rijksoverheid het eerder ingezette inhumane beleid steeds harder uitvoert;
De heer Leutscher vermeldt dat de VVD-fractie het stringente landelijk beleid steunt. Daarnaast vindt zij dat er op lokaal niveau geen gemeentelijke taak ligt. Zij zal dus tegen de motie stemmen. De heer Van Hoffen zegt dat het beter ware geweest als over de motie tevoren zou zijn gecommuniceerd met de diverse fracties. Dan was er misschien een andere tekst uit gekomen. Met de tekst zoals die nu luidt heeft ook de fractie van de ChristenUnie enige moeite. Spreker stelt zich voor dat de indiener zich hierover nog eens beraadt en op een ander moment een gewijzigde tekst voor legt.
verzoekt het college: • geen medewerking te verlenen aan uitzettingen en zorg te dragen voor het levensonderhoud van betrokken mensen; • het Groningse voorbeeld te volgen en directe stappen te nemen om het bovenstaande Drenthebreed over te laten nemen,
De heer Meijering kan zich hierbij aansluiten. Wat de woorden van de heer Van Hees betreft: spreker heeft begrepen dat vandaag door een meerderheid in de Tweede Kamer een motie is aangenomen met betrekking tot het 36
uitzettingsbeleid. Hij geeft de heer Dijkgraaf in overweging de motie aan te houden totdat er meer duidelijkheid is over de inhoud van de Tweede Kamermotie, om daarop dan te anticiperen.
motie uit de voeten kan. Wethouder Eerenstein zegt: absoluut niet! Al eerder is gereageerd op een nogal onduidelijk voornemen van de NS. Op 7 november heeft een gesprek met de NS plaatsgehad over deze materie. Toen is afgesproken dat de NS de gemeente op de hoogte zouden houden van de verdere ontwikkelingen. Voorts is het gestelde bij het eerste aandachtstreepje absoluut niet aan de orde. Hiernaar is nadrukkelijk gevraagd, waarop is gezegd dat er geen sprake is van sluiting van het loket per 1 januari 2004. Wél is aan de orde het gestelde bij het tweede aandachtstreepje. Ook daarover is in overleg getreden met de NS. Van die zijde heeft men zich bereid verklaard contact met de gemeente Emmen op te nemen alvorens verdere stappen worden genomen. In de motie wordt het college verzocht concrete stappen te nemen om ervoor te zorgen dat de NS de bedoelde situatie (sluiting van het wachtlokaal na 17.00 uur en op zondag de gehele dag, per onmiddellijke ingang terug draait. Wat dit betreft zij erop gewezen dat de gemeente niet in de positie verkeert dat zij de NS de wet voor kan schrijven. Het gaat om een autonome beslissing van de NS die in overleg met landelijke consumentenorganisaties is genomen. In geval er een enorme toename zou plaatsvinden van reizigers op de lijn Emmen-Zwolle < hopelijk gebeurt dat, want dan is er ook richting de rijksoverheid een instrument in handen waar het gaat om een betere aansluiting op de Hanzelijn > zou de NS kunnen worden gevraagd nog eens te kijken naar de ontwikkeling van het station in Emmen. De NS zijn er wel toe bereid in overleg met de gemeente te kijken naar de sociale veiligheid op het Stationsplein. Daarover zijn NS en gemeente nog steeds in gesprek. Conclusie: met deze motie kan spreker niets.
De vice-voorzitter denkt dat het verstandig is, de mening van de andere fracties gehoord hebbend, op dit moment de motie in te trekken, overleg te plegen met de fracties en in de eerstvolgende vergadering terug te komen met een motie waaraan waarschijnlijk wél steun wordt gegeven. Er is wel steun voor de strekking, maar dan anders geformuleerd. De heer Dijkgraaf verklaart zich hiertoe bereid. De heer Hoekstra wil nog een suggestie aan de heer Dijkgraaf doen. Bij het tweede gedachtestreepje wordt 'voormalig minister Nawijn' genoemd, maar er zit inmiddels een andere minister. Die is verantwoordelijk voor het beleid, oudminister Nawijn niet meer, dus ook dit gedeelte zou spreker geschrapt willen zien. De vice-voorzitter zegt dat deze en andere suggesties kunnen worden doorgegeven aan de heer Dijkgraaf. Ingetrokken zijnde maakt deze motie geen onderwerp van beraadslaging meer uit. Motie van de fracties van GroenLinks en D66 betreffende sluiting NS-loket en –wachtlokaal Deze motie luidt als volgt: De gemeenteraad van Emmen, in vergadering bijeen op 18 december 2003, overwegende dat: • het een zeer slechte zaak is dat de NS besloten hebben per 1 januari 2004 het NS-loket te sluiten; • het een slechte zaak is dat inmiddels het wachtlokaal 's avonds na 17.00 uur en op zondag de gehele dag al gesloten is en hierdoor met name in de winter en 's avonds onprettige situaties ontstaan; • hierdoor de kwaliteit van het reizen per openbaar vervoer nog minder wordt;
De vice-voorzitter informeert of de indieners, gehoord de reactie van de wethouder, de motie handhaven of intrekken. De heer Van Hees denkt dat de wethouder de in de motie geuite zorgen wel zal delen. Het gaat de indieners om het uitoefenen van invloed, want zij zijn er zich wel degelijk van bewust dat de gemeente niet zelf kan beslissen; als dat wél zo zou zijn geweest, zou deze situatie niet zijn ontstaan. De bedoeling van de motie is dat de situatie goed in de gaten gehouden wordt worden, dat druk uitgeoefend blijft worden als de NS straks met voorstellen komt die niet stroken met wat de gemeente voor staat en dat de raad wordt geïnformeerd over de dan te nemen actie om eventuele negatieve effecten te tackelen.
verzoekt het college concrete stappen te nemen naar de NS om te zorgen dat de NS de hierboven beschreven situatie per onmiddellijke ingang terugdraaien en dat de NS-service (kaartverkoop, informatievoorzieningen) op een klantvriendelijke wijze wordt verbeterd,
De vice-voorzitter begrijpt dat, aldus geformuleerd, de motie wat de D66-fractie betreft kan worden ingetrokken. Hoe denkt de GroenLinks-fractie daarover?
en gaat over tot de orde van de dag. De heer Leutscher meent zich te herinneren dat de wethouder van verkeer al eerder heeft aangegeven in contact te zullen treden met de NS over de loketfunctie. Spreker weet niet hoe het daarmee staat. Verder is de motie nogal strikt geformuleerd, gezien het feit dat er in dezen geen gemeentelijke taak ligt.
De heer Dijkgraaf wil zich wel bij de woorden van de heer Van Hees aansluiten. De motie is evenwel ook bedoeld om aan te geven dat het niet genoeg is een keer een gesprek met de NS te hebben en van de NS te horen wanneer zij bereid zijn het een en ander aan de gemeente mede te delen. Er moet voor worden gezorgd dat er druk op de ketel blijft om te proberen de NS zover te brengen dat zij deze slechte maat-
De vice-voorzitter informeert of de wethouder met deze 37
regelen terugdraaien.
Daarin voorziet deze motie. Juridisch is het mogelijk, maar het is technisch niet meer mogelijk de uitkering nog dit jaar te verstrekken, zodat het januari zal worden. Indien de motie wordt overgenomen, is het verzoek de verstrekking wel vóór 1 januari te publiceren; dat schijnt een vereiste te zijn. In de motie wordt een uitkering van € 100,- netto voorgesteld. In voorgaande jaren was het € 135,-, dus wellicht zal men zich afvragen waarom nu € 100,- wordt voorgesteld. Dat heeft te maken met het feit dat het rijk helaas heeft gemeend over elke euro die hieraan wordt uitgegeven 61% belasting te moeten heffen. Dat zou dan betekenen dat dit erg veel geld gaat kosten. Daarnaast willen de indieners, die voorstellen de uitkering ten laste van het fonds maatschappelijke participatie te brengen, dit fonds niet geheel opsouperen.
De vice-voorzitter meent dat de ideeën nu ruimschoots bij de wethouder bekend zijn. Aan het onmogelijke is niemand gehouden, ook de wethouder niet, maar duidelijk moge zijn dat de wethouder bereid is de intentie van de motie uit te dragen. Wethouder Eerenstein zegt dat hij het laatste al deed. Verder kan hij nog zeggen dat de toon in de brief een andere is dan een gesprek. Daarin is zorg uitgesproken, daarmee zullen de NS geconfronteerd blijven worden en er zal druk op de ketel worden gehouden. Wat dit oplevert heeft hij niet in handen, want dat is uiteindelijk aan de NS en aan de provincie, die straks kan beslissen of zij de bedoelde lijn in exploitatie neemt of niet. Van de komende ontwikkelingen te dien aanzien zal de raad ongetwijfeld op de hoogte worden gebracht.
De heer Leutscher verzoekt, gezien de strekking van de motie, de visie van de VVD-fractie aangaande het minimabeleid en de begrotingsbehandeling, een schorsing te gelasten.
Ingetrokken zijnde maakt deze motie geen onderwerp van beraadslaging meer uit.
De heer Huttinga wil, alvorens de vergadering wordt geschorst, toch een vraag stellen aan de heer Vos stellen.
Motie van de fracties van de fracties van PvdA en CDA betreffende een eindejaarsuitkering
Spreker zou graag willen weten of de indieners van de motie hebben doorgerekend wat die voor effect heeft op het fonds maatschappelijke participatie. De heer Vos heeft gezegd dat van elke euro 61% door de belastingdienst wordt weggenomen, welnu: als € 100,- wordt gebruteerd, wordt uitgekomen in de richting van € 300,-, of klopt dat niet? Spreker wil graag duidelijkheid over het totale bedrag. Het fonds kan daarmee misschien wel helemaal op zijn. De fractie van de ChristenUnie wil dat graag weten alvorens een besluit te nemen.
De motie luidt als volgt: De raad der gemeente Emmen, in vergadering bijeen op donderdag 18, C onstaterende: dat het langdurig moeten rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau mensen in Nederland brengt in omstandigheden van relatieve armoede;
De heer Meijering vindt dit op zich een sympathieke motie. Wel heeft ook hij de vraag hoe deze financieel uitpakt voor het fonds maatschappelijke participatie. Verder wordt voorgesteld ook in 2003 een eindejaarsuitkering in het kader van het minimabeleid ter beschikking te stellen ter grootte van € 100,- netto, maar aan wie? Dat staat er niet bij, dus jan en alleman zou € 100,- kunnen krijgen. Dat kan per persoon en per gezin zijn. Wat de bedoeling is moet wel duidelijk zijn.
van mening zijnde: • dat het leven in relatieve armoede met kracht bestreden dient te worden door mensen perspectief en kansen te bieden; • dat perspectief en kansen niet in alle gevallen aanwezig zijn en/of in alle gevallen gegrepen kunnen worden; • dat het derhalve met kracht voorkomen moet worden dat dit leidt tot omstandigheden van relatieve armoede in het rijke Nederland; • dat de gemeente in dat verband mede haar verantwoordelijkheid dient te nemen om deze relatieve armoede onder haar inwoners te bestrijden;
De heer Stoffers vraagt om hoeveel personen het ongeveer zal gaan. De heer Schoo denkt dat, als de motie wordt aangenomen, het mogelijk moet zijn het geld nog dit jaar uit te keren. Dat moet toch kunnen tussen kerst en oud en nieuw!
besluit derhalve: • ook in 2003 een eindejaarsuitkering ter beschikking te stellen in het kader van het minimabeleid ter grootte van € 100,- netto; • de uitkering te financieren uit het fonds maatschappelijke participatie,
De heer Van Hees denkt dat de heer Meijering wel een punt heeft. Duidelijk moet worden waar het bij een eindejaarsuitkering van € 100,- precies om gaat. De vice-voorzitter geeft allereerst het woord aan de heer Vos om te antwoorden op de gestelde vragen en zal daarna het woord geven aan de wethouder om te reageren.
en gaat over tot de orde van de dag. De heer Vos vermeldt dat de indienende fracties hebben gemerkt dat er in de raad steun is voor het ook dit jaar weer verstrekken van een eindejaarsuitkering aan de minima.
De heer Vos moet het doen met de gegevens van de afdeling. Het zal gaan om 3.250 personen/gezinnen; soms een 38
eenoudergezin, soms een gezin, soms een alleenstaande. Dit betekent dat de uiteindelijke kosten, afgerond, € 525.000,zullen zijn. In de voorgaande jaren was het volgens hem iets meer, maar 3.250 maal € 161,- komt neer op € 525.000,ten laste van het fonds maatschappelijke participatie.
fonds maatschappelijke participatie. Tijdens de begrotingsbehandeling is een flamboyant betoog gehouden over het strategisch en maatschappelijk belang van het fonds maatschappelijke participatie. Er is nog keihard onderhandeld om het bedrag van negen ton vrijgesteld te krijgen, maar nu wordt met één vingerbeweging daar circa vijfeneenhalve ton uitgehaald voor een eenmalige actie, schijnbaar om de achterban tevreden te stellen. De fractie heeft ook nog een vraag aan de wethouders van sociale zaken en financiën. Hoe kijken zij aan tegen deze motie? Spreker kan nu al aangeven dat voor één van de leden van de fractie deze kwestie zo zwaar weegt dat dit zich in de komende dagen zal beraden over het al dan niet doorgaan als raadslid. Voorts moge duidelijk zijn dat de fractie tegen de motie zal stemmen.
Wethouder Evenhuis heeft ongeveer dezelfde getallen. Wie precies tot de groep behoort, zal moeten worden bekeken. Wat de technische uitvoering aangaat: aan de gevallen die bij de gemeente bekend zijn kan de uitkering vóór 31 december worden verstrekt. Het deel dat niet bij de gemeente bekend is, zal moeten worden uitgezocht. Van belang is dat degenen die eveneens voor de uitkering in aanmerking komen kunnen terugvallen op het besluit van 18 december 2003, gesteld dat dit wordt genomen. Ook fiscaal valt deze uitgave dan onder 2003 als het besluit goed gepubliceerd is. Dat is de informatie die spreker op dit moment heeft. De vice-voorzitter schorst hierna de vergadering, overeenkomstig het verzoek van de heer Leutscher.
Wethouder Evenhuis heeft hierover uiteraard geen inhoudelijke mening. Over de technische uitvoerbaarheid heeft hij al iets gezegd. Verder is hij van mening dat dit typisch een onderwerp is waarvoor het kader door de raad dient te worden aangegeven. Als een kader gesteld is, is de uitvoering aan het college. Hij heeft wel een opvatting over de wijze waarop met het participatiefonds zou moeten worden omgegaan, maar het is aan de raad hierover een oordeel te vellen.
Schorsing. De vice-voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Leutscher, die om de schorsing heeft gevraagd. De heer Leutscher deelt mede dat hij een schorsing heeft aangevraagd om de fractie in de gelegenheid te stellen zich te beraden. Zij heeft in elk geval twee inhoudelijke opmerkingen. Tijdens de begrotingsbehandeling in november heeft de raad een buitengewoon helder standpunt ingenomen met aanvaarding van amendement nr. 19. Daarin is het verhogen van het budget voor de WIW/ID-banen opgenomen met ruim vijf ton. De daaronder liggende argumentatie was te vinden in het VVD-amendement nr. 13. Daarin werd gesteld: "geconstateerd hebbende • dat de gemeenteraad tot nu toe jaarlijks budgettaire ruimte gaf voor de zogenaamde eindejaarsuitkering, • het incidentele gelden betreft; • de ruimte voor de gemeente om eigen inkomensbeleid te voeren van rijkswege wordt beperkt; • de gemeente vanaf 2005 niet meer mag overgaan tot categoriale uitkeringen; • dat door het laatste de armoedeval wordt verminderd en de rechtsgelijkheid wordt bevorderd;
Wethouder Kuper meent dat het in de begrotingsbesprekingen ten aanzien van het bedrag van € 900.000,- voor maatschappelijke participatie is gegaan zoals door de heer Leutscher is aangegeven. Als de raad meent de motie te moeten ondersteunen en de eindejaarsuitkering wordt gefinancierd uit het fonds maatschappelijke participatie, kan hij als wethouder van financiën alleen vaststellen dat dit niet leidt tot uitzet van lasten, maar inhoudelijk heeft de VVDfractie wel een punt. Wethouder Evenhuis wil nog een opmerking maken die niet direct met zijn portefeuille te maken heeft. Hij zou het erg vervelend vinden als iemand hieraan zo zwaar trekt dat wordt overwogen de raad te verlaten. Dat zou hij, na een democratische besluitvorming, betreuren. De heer Huttinga vindt dit een bijzonder sympathieke motie, maar gezien de dekking heeft de fractie van de ChristenUnie grote moeite met het nemen van een positief besluit. Er wordt zo'n enorm beroep op het fonds maatschappelijke participatie gedaan dat de strekking van het eerder aangenomen amendement vrijwel geheel teniet wordt gedaan. Er blijft bij wijze van spreken slechts een habbekrats over om er iets mee te doen. De fractie van de ChristenUnie stelt voor om, aangezien de uitkering feitelijk toch pas in 2004 kan plaatsvinden, deze te financieren uit de VAR. Deze reserve zal het volgend jaar uiteindelijk weer positief zijn. Trouwens, ook nu wordt met een negatieve VAR gewerkt, dus waarom zou dit niet de oplossing kunnen zijn?
van mening zijnde dat: • de gemeente dient te investeren in de ontwikkeling van structurele werkgelegenheid; • de gemeente daardoor investeert in de toekomst van mensen; • de gemeente dient te investeren in veiligheid en leefbaarheid." Op basis hiervan is gezegd: het bedrag van vijf ton zou moeten worden toegevoegd aan het budget voor WIW/ID-banen. De fractie is buitengewoon verrast dat nu, terwijl enkele weken geleden een bepaald besluit is genomen en in tweede termijn is aangegeven dat de teksten van de amendementen deel uitmaakten van amendement nr. 19, wordt geput uit het
De heer Meijering heeft eveneens grote moeite met een financiering uit het fonds maatschappelijke participatie. Uit39
eindelijk is besloten hiervoor negen ton beschikbaar te stellen voor 2004, terwijl de motie beoogt daar nu voor 2003 ongeveer vijfeneenhalve ton uit te halen. Ook hem dunkt dat de dekking op een andere wijze moet worden ingevuld.
• •
De heer Vos vraagt of de heer Meijering kan aangeven op wélke wijze.
vorige jaren golden; de uitkering te stellen op € 100,- netto; de uitkering te financieren uit het fonds maatschappelijke participatie en het college te machtigen zodanige wijzigingen in de begroting door te voeren om dit te bereiken,
en gaat over tot de orde van de dag. De heer Meijering wijst erop dat híj de motie niet heeft ingediend. Voorts is hij benieuwd wie er precies voor de eindejaarsuitkering in aanmerking komt.
De heer Leutscher wenst straks nog een schorsing om over de nieuwe motie te kunnen overleggen. Wat de heer Arends zojuist heeft gezegd, naar spreker meent mede namens de heer Ensink, wekt verbazing. Natuurlijk heeft er vooroverleg plaatsgevonden, maar dat is altijd aan het begin van een traject. Uiteindelijk wordt er politiek bedreven in de politieke arena, dus híér, in deze zaal. Tijdens de begrotingsbehandeling is gesproken over het financieel beleid voor 2004 en in meerjarenperspectief en zijn de plannen te dien aanzien wereldkundig gemaakt. Amendement nr. 19 is uiteindelijk raadsbreed aangenomen, ten aanzien waarvan in de tweede termijn duidelijk is verwoord dat de andere amendementen daarvan deel uitmaakten. Behalve wat hij in eerste termijn heeft aangegeven, is vastgesteld dat de gemeenteraad tot nu toe jaarlijks budgettaire ruimte gaf voor de zogenaamde eindejaarsuitkering. De VVDfractie heeft voorgesteld geen geld te besteden aan een eindejaarsuitkering, maar toe te voegen aan het WIW/IDfonds. Dat is in financiële en inhoudelijke termen gebeurd, gezien het feit dat de teksten van de andere amendementen tot onderdeel van amendement nr. 19 zijn verklaard. In volle breedte heeft de raad daartoe besloten. Spreker dunkt dat men goed naar elkaar moet kijken waar het gaat om de kwaliteit van besluitvorming. Waar door de raad strategische keuzes zijn gemaakt ten aanzien van de WIW/ID-banen en het fonds maatschappelijke participatie, vallen de leden van de VVD-fractie van hun stoel wanneer er een aantal weken later een ander voorstel komt. Het verbaast hen buitengewoon dat wordt gesteld dat het eigenlijk niet op die manier is neergezet, want wat dit betreft kan eenvoudig worden verwezen naar hetgeen is uitgesproken tijdens de begrotingsbehandeling. Wat de VVD-fractie betreft is alles klip en klaar; er is geen woord Frans bij. Desondanks is de fractie bereid te bekijken of de nieuwe motie mogelijkheden biedt. Daarvoor is een schorsing nodig, mede gezien de beladenheid van deze zaak in de VVD-fractie.
De heer Ensink kondigt aan dat met een gewijzigde motie zal worden gekomen. De heer Arends verzoekt om een schorsing. De vice-voorzitter schorst de vergadering overeenkomstig dit verzoek. Schorsing. De vice-voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Arends, die om de schorsing heeft verzocht. De heer Arends deelt mede dat tijdens de schorsing is gewerkt aan een gewijzigde motie, die inmiddels bij de vicevoorzitter is ingeleverd. Vervolgens nog een reactie op hetgeen de heer Leutscher namens de VVD-fractie heeft gezegd. Deze heeft verwezen naar amendement nr. 19 dat in de begrotingsvergadering door de raad is aangenomen. Sec schetst de heer Leutscher geen onjuist beeld, maar aan aanvaarding van genoemd amendement zijn gesprekken tussen fracties voorafgegaan, waarin zowel door de CDA- als de PvdA-fractie uitdrukkelijk aan de fractievoorzitter van de VVD is aangegeven dat het voorstel inzake een eindejaarsuitkering weliswaar sympathiek was, doch dat de fractie zich de vrijheid voorbehield hetzij zelf met een voorstel voor een eindejaarsuitkering te komen, hetzij een voorstel van een andere fractie te ondersteunen. Dit voorbehoud is weliswaar niet in de raadsvergadering zelf gemaakt, maar wel in het geheel van de onderhandelingen die toen hebben plaatsgevonden. Het leek spreker goed dat nog even te benadrukken.
De heer Ensink wil gezegd hebben dat zijn fractie tijdens de begrotingsbehandeling beslist niet de indruk heeft gewekt dat een eindejaarsuitkering volstrekt uit beeld was.
De nieuw ingediende motie van de fracties van PvdA en CDA luidt als volgt: De raad der gemeente Emmen, in vergadering bijeen op donderdag 18 december 2003,
De heer Arends is van mening dat het beeld dat de heer Leutscher oproept een heel formalistisch beeld is van de werkelijkheid. Als partijen met elkaar in overleg treden om te bezien of er een compromis kan worden gevonden voor alle voorstellen die tijdens de begrotingsbehandeling zijn ingediend, wordt daarin ook het een en ander gezegd. Soms is een compromis wat broos, in welk geval er verstandig aan wordt gedaan het debat in de politieke arena niet meer op het scherpst van de snede te voeren. Ook dat moet de heer Leutscher goed in ogenschouw nemen. In elk geval heeft spreker er op dat tijdstip geen behoefte aan gehad het ge-
constaterende dat: het langdurig moeten rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau mensen in Nederland brengt in omstandigheden van relatieve armoede; besluit derhalve: • evenals het vorig jaar over te gaan tot een eindejaarsuitkering conform de voorwaarden zoals die in 40
De vice-voorzitter schorst de vergadering overeenkomstig het eerder door de heer Leutscher gedane verzoek.
vonden compromis op scherp te zetten in een heel inhoudelijk debat. Blijkbaar had dit achteraf bezien gemoeten. Hij zal dat voor een volgende keer onthouden. Hoe dan ook, er is gezocht naar consensus en die is gevonden. Hij is daar zelf bij geweest en weet precies wat hij op dat moment gezegd heeft. Daaraan heeft hij verder niets toe te voegen.
Schorsing. De vice-voorzitter heropent de vergadering en geeft het woord aan de heer Leutscher.
De heer Schoo is niet bij dat overleg geweest, maar wil in herinnering roepen dat hij in september in commissieverband aan de wethouder sociale zaken heeft gevraagd of er weer een eindejaarsuitkering zou komen. De wethouder heeft daarop geantwoord dat de raad daartoe een voorstel zou moeten doen. Spreker moet toegeven dat hij tijdens de begrotingsbehandeling eigenlijk een beetje heeft zitten slapen, want dacht dat in amendement nr. 19 de eindejaarsuitkering was opgenomen. Meteen nadat hij 's avonds thuis kwam, kwam hij erachter dat dit níét zo was. Hij is er zielsgelukkig mee dat deze motie vanavond voor ligt.
De heer Leutscher verzoekt het woord te geven aan de heer Arends. De heer Arends deelt mede dat, gehoord de discussie in tweede termijn en de suggestie die wethouder Evenhuis heeft gedaan, tijdens de schorsing is gepoogd op andere wijze consensus te vinden. Dat is gelukt, hetgeen heeft geleid tot een andere motie. Deze luidt als volgt: De raad der gemeente Emmen, in vergadering bijeen op donderdag 18 december 2003, constaterende dat: het langdurig moeten rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau mensen in Nederland brengt in omstandigheden van relatieve armoede;
De heer Huttinga voelt zich wat overdonderd door de creatieve vondst in het laatste onderdeel van de motie. Hij wil die graag toegelicht zien, want heeft de indruk dat het ondervangen van de financiële gevolgen wordt neergelegd bij het college.
besluit derhalve: • het college te verzoeken in het eerste kwartaal van 2004 met een pakket aan maatregelen te komen waarbij specifiek beleid op individueel niveau mogelijk wordt gemaakt voor ook de doelgroep die in het verleden in aanmerking kwam voor de zogenaamde eindejaarsuitkering; • dekking hiervoor te vinden binnen de middelen voor bijzondere bijstand; • uit de raad een commissie samen te stellen die met voorstellen komt ter aanwending van de middelen in het fonds maatschappelijke participatie en hierover uiterlijk 1 mei 2004 aan de raad te rapporteren,
De heer Arends zegt dat dit níét zo is. Er moet alleen naar een balanspost worden gezocht om de afdekking in 2004 te laten plaatsvinden. De heer Huttinga informeert of de indienende fracties daarnaar op zoek gaan, of dat zij de bal bij het college neerleggen. De heer Arends denkt dat een balanspost een technische kwestie is en dat die door het college zou kunnen worden opgelost. Wethouder Evenhuis stelt dat hier iets merkwaardigs gebeurt. Hij wil daarover graag iets zeggen. Dat is niet direct een politieke opvatting, maar een opvatting die wat technisch van aard is. Voorgesteld wordt een bedrag van € 545.000,- voor 2004 in 2003 uit te geven. Hoewel wordt gevonden dat het rijk de gemeente in het kader van de ABW te veel kort, wordt het rijk via de fiscus wel twee ton teruggegeven. Volgens spreker kan dit bedrag worden bespaard door het in te passen in de Wet werk en bijstand (WBB). Deze wet biedt vanaf 2004 de mogelijkheid op individuele basis steun te verlenen in geval van een minimuminkomen. Wat nu wordt voorgesteld is een generieke, categoriale maatregel, ruimer dan binnen de Bijstandswet mogelijk is. In de bijstand zitten straks mensen die een bijstandsuitkering hebben, plus een traject van € 10.000,-, en mensen die alléén een bijstandsuitkering hebben. Te overwegen valt te besluiten alleen de laatsten een eindejaarsuitkering toe te kennen. Het aardige van de WBB is dat individueel maatwerk kan worden geleverd, zoals spreker vanmiddag heeft uitgelegd. In elk geval is het merkwaardig dat voor een maatregel in 2003 dekking wordt gezocht in 2004.
en gaat over tot de orde van de dag. De motie is ondertekend namens de CDA-fractie, de VVDfractie en de PvdA-fractie. De vice-voorzitter stelt vast dat de intentie van deze motie aansluit bij hetgeen wethouder Evenhuis heeft ingebracht, namelijk om ervoor te zorgen dat geen geld naar rijks' schatkist vloeit, maar naar die personen met een minimuminkomen die er recht op hebben, en hierop begin volgend jaar terug te komen. De heer Schoo merkt op dat dit volgens hem feitelijk inhoudt dat de mensen die voor een uitkering in aanmerking komen vóór 31 december geen eindejaarsuitkering krijgen. De vice-voorzitter beaamt dit. De heer Schoo heeft gepleit voor een eindejaarsuitkering vóór 31 december. Nu wordt er een ander voorstel ingediend dat belastingtechnisch gezien duidelijk is, maar wanneer 41
De vice-voorzitter geeft vervolgens het woord aan de burgemeester.
krijgen de betrokkenen nu feitelijk het geld? Wethouder Evenhuis geeft aan dat een en ander geschiedt in het kader van de nieuwe wet die per 1 januari in gaat. Hij heeft bij de directeur van de betrokken dienst even geverifieerd of hetgeen spreker hiervóór heeft gezegd wel of geen onzin was, waarop ontkennend is geantwoord. Dat betekent dat de gepresenteerde gedachte kan worden uitgewerkt. Tijdstippen kan hij niet exact aangeven, maar de bedoeling is dat op individuele basis wordt uitgekeerd aan de genoemde doelgroep. Hij denkt hierbij aan hetgeen in de eerder gevoerde discussie is gezegd: zoek de grenzen van de wet op! Dat zal worden gedaan volgens de intentie van de motie. De te formeren werkgroep < spreker noemt dit gemakshalve maar 'de commissie-Vos' > kan een en ander met ingang van januari invullen. De heer Vos heeft de wethouder laten weten dit te zullen organiseren. Spreker wil tezamen met de directeur van de sociale dienst op zich nemen de zaak zo snel mogelijk, hopelijk ruim vóór 1 mei, te regelen. Dat kan in elk geval niet vóór 31 december, en de te verstrekken uitkering heet dan ook geen eindejaarsuitkering.
De burgemeester heeft vandaag een brief gekregen waarin een raadslid aan geeft per 1 januari aanstaande afscheid te nemen van de raad. Dat raadslid is de heer Lange, die met ingang van de nieuwe raadsperiode wederom lid van de gemeenteraad van Emmen en ook meteen voorzitter van het presidium en vice-voorzitter van de raad werd. De heer Lange had meteen met een stapel boekwerken over dualisering aangeschaft en gelezen en wilde diens ideeën daarover ook meteen in de praktijk brengen. Het was een van de eerste bijzondere ervaringen met het nieuwe raadslid de heer Lange. Deze heeft geprobeerd op diens eigen wijze in het presidium en de raad invulling aan het dualisme te geven. De heer Lange begint nu boos naar spreker te kijken, want had aangegeven dat ter gelegenheid van diens afscheid niet te veel mocht worden gezegd. Toch wil hij van deze gelegenheid gebruik maken om uit te spreken dat er begrip is voor het besluit te stoppen als raadslid, zij het met spijt, immers: het betreft de vice-voorzitter van de raad en de voorzitter van het presidium. Met het vertrek van de heer Lange verdwijnt een stukje opgebouwde 'know how'. Men zegt weleens dat niemand onmisbaar is, maar het is altijd mooi meegenomen als kan worden gewerkt met een team dat is ingewerkt. Maar goed, het is zoals het is. De heer Lange had een bijzondere start in de raad, want werd als enige aanvankelijk niet geïnstalleerd < het was geen moedwillige vergissing! > en was daardoor al meteen goed in beeld. Deze is dat daarna ook aardig gebleven! Spreker is van mening dat de heer Lange als vice-voorzitter niet slechts een loze functie vervulde. Deze zat daadwerkelijk voor; daarover waren goede werkafspraken gemaakt. Er is een redelijk aantal besluiten genomen onder diens voorzitterschap, zoals vanavond het besluit over het stadstheater. Daarnaast herinnert spreker zich een besluit dat in de raad zeven uur gevergd heeft; dat betrof een ánder 'theater', namelijk de BVO Emmen. De heer Lange heeft aangetoond het voorzitterschap goed aan te kunnen en is dank verschuldigd voor de periode waarin deze zich heeft ingezet voor de gemeenschap van Emmen. Spreker laat deze dank gepaard gaan met een bloemetje en het bekende klokje, zonder datum, maar daarvoor wordt nog gezorgd. (Applaus)
De heer Arends merkt op dat in de motie nadrukkelijk wordt gevraagd de uitkering mogelijk te maken in het eerste kwartaal van 2004. De heer Schoo vindt dit op zich wel goed, maar vraagt zich toch wat af. Verleden jaar is de Zalmsnip gekort met € 25,en is het overblijvende bedrag overgeheveld naar het minimabeleid. Het geld voor een uitkering zou er nu dus moeten zijn. Wethouder Evenhuis zou bij wijze van grap willen zeggen: twee ton maar niet naar Zalm! De heer Schoo blijft het tijdstip van uitkering toch rijkelijk laat vinden. Wethouder Evenhuis heeft een suggestie gedaan om de raad te helpen aan een goed voorstel. Het is evenwel de raad die bepaalt. De vice-voorzitter denkt dat er inmiddels voldoende over is gezegd en stelt de vraag of de raad er zich in kan vinden dat het college deze zaak met een werkgroep gaat oppakken.
(De burgemeester overhandigt de geschenken aan de heer Lange).
De heer Dijkgraaf wil, ondanks de goede intenties van de nu voorliggende motie, constateren dat de bedoelde groep mensen voorlopig in de kou staat doordat wat verleden jaar is gedaan nu niet wordt gedaan. Hij hoopt dat er in elk geval voor wordt gezorgd dat de mensen om wie het gaat het geld het volgend jaar heel snel zullen krijgen.
De heer Huttinga spreekt namens het presidium. Hij heeft de heer Lange ervaren als een bijzonder gepassioneerde raadscollega. Deze was bijzonder gedreven < de burgemeester heeft de stapel boeken over dualisme al gememoreerd >, zowel in het presidium als in commissieverband. Dat zal zeker worden gemist. Ook vanavond is weer gebleken dat de heer Lange visionair is: in diens voorzittersrol bleek dat deze soms al aanvoelde wat iemand ging zeggen of dacht. De heer Lange interpreteerde op grond van wat mensen eerder hadden gezegd en legde als het ware de woorden in de mond. Dat gebeurde ook in het presidium. De heer Lange betoonde zich vooruitstrevend, letterlijk, want presteerde het als het ware al drie agendapunten verder te zijn dan de rest
De heer Schoo kan niet tegen deze motie zijn omdat hij de intentie onderschrijft. Het stelt hem echter zeer teleur dat de uitkering niet dit jaar kan worden gerealiseerd. Hierna wordt, met inachtneming van de gegeven stemverklaringen, conform de laatste motie besloten.
42
van het presidium; het ging soms heel hard. Humor is een van diens allermooiste eigenschappen; daarvan heeft de raad vandaag weer mogen genieten in diens rol van voorzitter. Ook dat zal de raad missen. Spreker vond de heer Lange ook een uitstekend voorzitter, zoals vanavond weer is gebleken. Deze praat zaken gemakkelijk aan elkaar en kan op moeilijke momenten even een scherts plaatsen. Fantastisch! Tot slot: de heer Lange was een bijzonder fijne en plezierige raadscollega. De raad zal hem missen. Spreker wenst hem in de toekomst heel veel geluk en plezier, samen met diens vrouw, en hoopt hem hier nog regelmatig te zullen ontmoeten. Bij al het visionaire en gepassioneerde hoort een cadeau dat er een beetje een spiegel van is. Het is een boek dat gaat over iemand die ook visionair was en zelfs toverkunsten kon doen. Spreker heeft de heer Lange nooit toverkunsten zien doen, maar denkt dat deze het boek vast mooi vindt. Het is een prachtig gebonden exemplaar. (Applaus)
(De heer Huttinga overhandigt het boek aan de heer Lange). De voorzitter dankt de heer Huttinga voor diens goed gekozen woorden en heeft begrepen dat de heer Lange inmiddels diens laatste woorden in de raad heeft gesproken. Spreker wenst eenieder goede feestdagen, een goed uiteinde en een goed begin. Na de mededeling dat er in de bedrijfskantine nog een drankje wordt geserveerd, sluit hij de vergadering (23.53 uur). Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 26 februari 2004.
Voorzitter,
Griffier,
43
Agenda Categorie nummer
Agenda nummer
Bijlage nummer
A
1
-
Opening en vaststelling agenda.
A
2
-
Vragenhalfuur.
A
1a
-
Interpellatie woonwagencentrum De Ark.
A
3
163
Notulen van de openbare raadsvergadering van 20 november 2003.
A
4
164
Belastingverordeningen 2004.
A
5
153
Verzoek om planschadevergoeding van de heer en mevrouw Gerdes te Emmen.
A
6
165
Verzoek om planschadevergoeding van de heer D. Buiter te Klazienaveen.
A
7
166
Advies commissie rechtsbescherming inzake het bezwaarschrift tegen het voorbereidingsbesluit tot herziening van het bestemmingsplan voor Fluitekruid – Venkel te Klazienaveen.
A
8
167
Herinrichting van de Wekingeslag.
A
9
168
Voorbereiding bestemmingsplannen december 2003.
A
10
174
Aflossing schuld aan EMCO-groep.
A
11
169
Vaststelling Inspraakverordening gemeente Emmen.
A
12
170
Plan van aanpak programmalijn 8 Integrale veiligheid.
A
13
172
Jaarprogramma 2004 Huisvestingsvoorzieningen onderwijs.
A
14
173
Masterplan Emmen-centrum 2020: visiefase.
B
1a
-
Motie van de fracties van PvdA en CDA inzake 'De Tip'.
B
2
170
Zie A12.
B
3
171
'Werk boven inkomen', uitgangsnotitie Wet werk en bijstand
B
4
172
Zie A13.
B
5
173
Zie A14.
B
6
144
Nieuwbouw Stadstheater.
B
7
175
Benoeming nieuwe leden raadscommissies.
B
8
176
Mededelingen en ingekomen stukken. Motie van de fractie van GroenLinks over uitgeprocedeerde asielzoekers. Motie van de fracties van GroenLinks en D66 over NS-loket en -Wachtlokaal. Motie(s) van de fracties van PvdA en CDA over een eindejaarsuitkering.
44