Domein Business, Finance en Law
Handboek Toetscommissies Datum: september 2014
Versie: 3.0 definitief
1
Versie 2.1
2.2
2.3 3.0
Ingrid Pancras en Sonja Hoogendoorn Ingrid Pancras
Maja Wisman
Datum 9 februari 2011
Status DEF
Actie Vastgestelde versie
Juni 2014
Actualiser ing
Juli 2014 24 september 2014
Definitief Definitief
Herziene versie op basis van ontwikkelingen en nieuw beleid. Voor feedback voorgelegd aan Maja Wisman en Els Sangers. Na bespreking op MT MFR MTV Vastgesteld met wijzigingen MT BFL
2
Inhoudsopgave 1
Inleiding.................................................................................................................................... 4
2
Positie toetscommissies binnen het domein ........................................................................... 4
3
2.1
Relatie met de examencommissie ................................................................................... 4
2.2
Relatie met de opleidingen .............................................................................................. 5
Samenstelling toetscommissie ................................................................................................ 6 3.1
Facilitering ........................................................................................................................ 6
4
Taakstelling .............................................................................................................................. 7
5
Werkwijze ................................................................................................................................ 7 5.1
Jaarplan en jaarverslag .................................................................................................... 7
5.2
De steekproef ................................................................................................................... 8
5.3
Beoordelen van toetsen ................................................................................................... 8
5.3.1
Vierogenprincipe ....................................................................................................... 8
5.3.2
Toetsbeoordeling door toetscommissie.................................................................... 9
5.4
Vergadering en besluitvorming ...................................................................................... 10
5.5
Archivering ..................................................................................................................... 10
5.6
Professionalisering ......................................................................................................... 10
Bijlage 1: proces ter borging van de kwaliteit van toetsen .......................................................... 12 Minimale processtappen ........................................................................................................... 12 Voorbeeld gedetailleerde uitwerking......................................................................................... 14 Bijlage 2: Voorbeeld checklist ‘vierogenformulier’ ........................................................................ 16
3
1 Inleiding Opleidingen dienen bij accreditaties onder meer aan te tonen dat de tussentijdse en afsluitende toetsen valide, betrouwbaar en voor studenten inzichtelijk zijn. Bij wet is de borging van de kwaliteit van toetsen belegd bij examencommissies, binnen Inholland is besloten dat deze borging is ondergebracht bij toetscommissies. Toetscommissies maken onderdeel uit van een breed stelsel aan middelen om de kwaliteit van toetsing te borgen. Het vaststellen van het toetsplan op basis van de beoogde eindkwalificaties en toetscriteria, het opstellen van toetsmatrijzen en beoordelingsvoorschriften en het professionaliseren van toetsontwikkelaars, zijn andere middelen die opleidingen hiertoe inzetten. Dit document bevat een beschrijving van de toetscommissies binnen het domein Business, Finance & Law (BFL). In studiejaar 2010-2011 hebben de toetscommissies binnen het domein een nieuwe (of door-)start gemaakt, op basis van een procedure voor de borging van de kwaliteit van toetsing die in een Inholland-brede ‘versnellingskamer’ is vastgesteld. Deze procedure is verwerkt in een document Toetscommissies dat vanaf februari 2011 leidend is geweest voor de inrichting en werkwijze van toetscommissies binnen het domein BFL. Inmiddels zijn er diverse interne en externe ontwikkelingen en beleidswijzigingen geweest, en is het domein na een reorganisatie opnieuw ingericht. Hierdoor is een update van het document nodig. In dit document wordt eerst de positie van de toetscommissies binnen het domein beschreven en de samenstelling en facilitering van een commissie. Daarna volgt een overzicht van de taakstelling, welke in de paragraaf ‘werkwijze’ nader wordt uitgewerkt.
2 Positie toetscommissies binnen het domein 2.1 Relatie met de examencommissie De examencommissie heeft onder andere als taak het borgen van de kwaliteit van de toetsing (artikel 7.12 lid 1 WHW). De examencommissie heeft deze taak gedelegeerd naar de toetscommissie, de toetscommissie verricht haar werkzaamheden dan ook voor de examencommissie en rapporteert haar bevindingen aan de examencommissie. De examencommissie heeft ten opzichte van de toetscommissie (onder meer) de volgende verantwoordelijkheden:
het installeren van leden van de toetscommissie; het bewaken van de kwaliteit van de toetscommissie: toezien op de werkzaamheden en op de omstandigheden waarbinnen de toetscommissie haar taken uitvoert; het vaststellen van het jaarplan van de toetscommissie, met daarin beschreven de werkwijze, aanpak, steekproef en checklists die de toetscommissie hanteert; het vaststellen van het jaarverslag van de toetscommissie; het nemen van besluiten omtrent toetsing, op basis van bevindingen en adviezen van de toetscommissie. 4
In geval van bijzonderheden (zoals klachten, problemen, twijfel aan de kwaliteit van een toets) kan de examencommissie de toetscommissie verzoeken om een onderzoek te verrichten, leidend tot een advies aan de examencommissie. Binnen het domein Business, Finance & Law zijn de toetscommissies organisatorisch rechtstreeks verbonden aan de examencommissies en verantwoordelijk voor de borging van de toetskwaliteit in één of meer opleidingen. In onderstaande tabel staat een overzicht van de toetscommissies binnen het domein op 1 september 2014: Domein
Examencommissie
Toetscommissie
Finance
Toetscommissie Finance
Opleidingen AC, BE FSM
Toetscommissie BS BS BFL Business & Management
Law
Toetscommissie transitie Management
HRM, BKMER, L&E
Toetscommissie transitie Marketing
CE, SBRM
Toetscommissie Recht
Hbo Recht, SJD, IV, BOM
2.2 Relatie met de opleidingen De opleidingsteams, onder leiding van Managers O&O met een CROHO-verantwoordelijkheid, zijn verantwoordelijk voor de ontwikkeling en het uitvoeren van onderwijs. Toetsen maken daar integraal onderdeel van uit. Docenten in de teams dragen er zorg voor dat de toetsen tijdig, volledig en van voldoende kwaliteit worden aangeleverd. De wijze waarop dit binnen de teams is belegd, kan variëren. De manager O&O wijst daarvoor de teamleider aan die (actief) aanstuurt en toezicht houdt op het tijdig leveren van toetsen binnen de betreffende opleiding(en). De teamleiders op locatie dragen daarbij zorg voor de facilitering van onderwijs- en toetsontwikkelaars in de ruime zin van het woord. Bij toewijzing van taken dient er op gelet te worden dat docenten worden ingezet voor rollen waarvoor zij voldoende zijn toegerust. Indien nodig worden docenten in staat gesteld zich (verder) te professionaliseren op het gebied van toetsing, zoals wordt besproken binnen de PCM-cyclus. Het behalen van een BKE-certificaat (Basiskwalificatie Examinering) door iedere examinator maakt daar in de komende jaren deel van uit. 5
De teamleider op locatie is tevens verantwoordelijk voor de facilitering van de toetscommissie: het toekennen van uren en uitroosteren voor de werkzaamheden en overleg. Ook voor toetscommissieleden is professionalisering van belang, waarvoor facilitering nodig is. In de komende jaren zal dit voor toetscommissieleden naast een BKE ook een SKE-certificering betreffen (Senior Kwalificatie Examinering).
3 Samenstelling toetscommissie In een toetscommissie participeren docenten van de betreffende opleidingen. De samenstelling van een toetscommissie vormt een goede afspiegeling van de verschillende opleidingen en locaties. Een onderwijskundige is (adviserend) lid van een toetscommissie. Ook kan een toetscommissie er voor kiezen om een extern lid (vreemde ogen) aan te stellen. De leden van een toetscommissie zijn deskundig op het gebied van toetsbeleid, toetsconstructie en toetsanalyse, of willen zich op deze gebieden actief bekwamen. De toetscommissie kan worden gezien als expertgroep op het gebied van toetskwaliteit, met de hiervoor benoemde borgende rol. Om te voorkomen dat opgedane kennis binnen de toetscommissie verwatert, wordt geadviseerd om de leden van de toetscommissie dakpansgewijs te vervangen. Na implementatie van de trainingen SKE en BKE zal van een lid van de toetscommissie verlangd worden dat hij een van deze trainingen met goed gevolg heeft behaald. Minimaal 1 lid van de toetscommissie heeft de training gevolgd op SKE-niveau. Voor het vermijden van subjectiviteit en ten behoeve van spreiding van taken, is het wenselijk dat de leden van de toetscommissie niet tevens deel uitmaken van de opleidingscommissie of curriculumcommissie; een ‘linking pin’ constructie met de examencommissie is wel bevorderlijk voor de directe communicatie met de examencommissie. Uiteraard zal een toets commissielid niet zelf de eigen toetsen beoordelen.
3.1 Facilitering De leden van de toetscommissie worden per jaar gefaciliteerd met klokuren voor het beoordelen van toetsen, bijwonen van overleg, uitvoeren van andere werkzaamheden en organiseren en/of bijwonen van scholing ter verdere professionalisering. De hoeveelheid klokuren is bepaald in het taakbeleid van het domein en afhankelijk van het gewogen aantal studenten van de betreffende opleidingen. Per toetscommissie moet worden bepaald met hoeveel uur zij op basis van het taakbeleid wordt gefaciliteerd, uit hoeveel leden de toetscommissie zal bestaan en hoe deze uren worden verdeeld over de leden. Hierbij wordt er voor de continuïteit en kwaliteit van de toetscommissie naar gestreefd dat ieder lid ten minste 80 uur per jaar voor de toetscommissie werkzaam kan zijn.
6
4 Taakstelling De toetscommissie heeft de volgende hoofdtaken: 1. toetsen beoordelen aan de hand van (door de examencommissie vastgestelde) werkwijzen en checklists; 2. feedback geven aan de toetsontwikkelaar ter verbetering van de toetskwaliteit; 3. tijdig de examencommissie informeren indien een beoordeelde toets van onvoldoende kwaliteit is.
Ondersteunend aan deze hoofdtaken, voert de toetscommissie de volgende reguliere taken uit: 4. werkwijzen en checklists opstellen voor het beoordelen van toetsen (ter vaststelling door de examencommissie); 5. jaarlijks een jaarplan opstellen, waarin de doelstellingen en werkwijze worden vastgelegd; 6. jaarlijks een jaarverslag opstellen, waarin de uitvoering van het jaarplan en de bevindingen worden gerapporteerd aan de examencommissie; 7. archiveren van alle schriftelijke rapportages, toetsbeoordelingen en overige correspondentie conform de afspraken hierover binnen het domein.
Daarnaast kunnen de volgende taken voorkomen, zowel structureel als incidenteel: 8. aanspreekpunt zijn voor toetsontwikkelaars voor toetstechnische zaken; 9. scholing organiseren ten behoeve van toetscommissieleden en/of toetsontwikkelaars; 10. de kwaliteit van toetsen en toetsvragen analyseren op basis van de toetsresultaten, zowel in opdracht van de examencommissie als regulier (bij MC-toetsen die digitaal worden verwerkt); 11. de examencommissie adviseren bij problemen bij- of klachten over toetsen (gevraagd en ongevraagd); 12. voorstellen doen voor beleid waarmee de kwaliteit van toetsing wordt geborgd en/of verbeterd.
5 Werkwijze 5.1 Jaarplan en jaarverslag De toetscommissie werkt cyclisch, conform de onderwijscyclus, en begint ieder studiejaar met een jaarplan en sluit af met een jaarverslag. De gegevens in het jaarverslag vormen na evaluatie het startpunt voor het jaarplan voor het volgende jaar. Beide verslagen worden ter vaststelling voorgelegd aan de examencommissie.
7
In het jaarplan beschrijft de toetscommissie de samenstelling van de toetscommissie, doelstellingen en ambities, werkwijze, communicatie en professionalisering. In het jaarplan wordt ook aangegeven op welke wijze de steekproef wordt gekozen van toetsen die de toetscommissie gaat beoordelen. In het jaarplan wordt ook vastgesteld welke taken de toetscommissie gedurende het studiejaar (structureel) verricht naast de hoofdtaken. In het jaarverslag rapporteert de toetscommissie aan de examencommissie over de uitvoering van het jaarplan. Daarbij worden ook de bevindingen op het gebied van toetskwaliteit weergegeven. Indien er sprake is geweest van (de eerder genoemde) incidentele taken die niet in het jaarplan waren opgenomen, worden deze eveneens beschreven.
5.2 De steekproef De toetscommissie bepaalt voor aanvang van het studiejaar welke toetsen zij zal gaan beoordelen. Deze vastgestelde steekproef is alleen bekend aan de leden van de toetscommissie. Dit betreffen zowel schriftelijke toetsen, mondelinge toetsen als andere wijzetoetsen, zowel de eerste kans als herkansing(en). Het kiezen van de steekproef gebeurt bij voorkeur op een ‘beleidsrijke’ wijze: in overleg met betrokkenen wordt bepaald hoe de tijd die de toetscommissieleden beschikbaar hebben voor het beoordelen van toetsen op een zo effectief mogelijke wijze wordt benut. De examencommissie stelt uiteindelijk de steekproef vast (in het jaarplan). De volgende richtlijnen kunnen hierbij van dienst zijn: 1. Slecht functionerende toetsen (op basis van klachten) worden met voorrang beoordeeld, in opdracht van de examencommissie; 2. Specifieke toetsen die door de examencommissie of Manager O&O worden aangedragen (op basis van de struikelvakkenmonitor, te lage of te hoge toetsrendementscijfers of evaluatiescores) worden (in overleg) met voorrang beoordeeld; 3. Toetsen die deel uitmaken van de kwalitatieve eis voor het bindend studieadvies worden met voorrang beoordeeld; 4. De toetsen die worden beoordeeld zijn een goede afspiegeling van de mix aan toetsvormen, of er wordt expliciet een keuze gemaakt om aandacht te besteden aan een specifieke toetsvorm; 5. De toetsen die worden beoordeeld zijn evenwichtig verdeeld over het curriculum, of er wordt expliciet een keuze gemaakt om aandacht te besteden aan een specifiek onderdeel van het curriculum; 6. De toetsen die worden beoordeeld zijn evenwichtig verdeeld over de betreffende opleidingen.
5.3 Beoordelen van toetsen 5.3.1 Vierogenprincipe In alle gevallen wordt voor toetsen (of nieuwe versies van toetsen) uitgegaan van het vierogenprincipe: iedere toets wordt vooraf beoordeeld op vorm en inhoud door iemand anders dan de toetsontwikkelaar. Dit vindt plaats aan de hand van een checklist (vierogenformulier) 8
welke door de examencommissie is vastgesteld. De toetscommissie ziet toe op de uitvoering van het vierogenprincipe. Een toets wordt bij voorkeur beoordeeld door een docent met kennis op het gebied van de inhoud van de toets. Deze geeft feedback aan de toetsontwikkelaar op de kwaliteitsaspecten van het vierogenformulier. De toetsontwikkelaar zorgt er voor dat de toets waar nodig wordt bijgesteld en dat het ingevulde formulier wordt geregistreerd op de in het domein vastgestelde wijze. Indien de toetsontwikkelaar en toetsbeoordelaar het niet eens zijn over de kwaliteit van de toets, wordt dit aangegeven bij de toetscommissie. Indien een toets is ontwikkeld door meer dan één ontwikkelaar, kunnen de ontwikkelaars gezamenlijk het vierogenformulier invullen, om zo samen te borgen dat aan de kwaliteitsaspecten die in het formulier zijn opgenomen is voldaan. 5.3.2 Toetsbeoordeling door toetscommissie De toetscommissie beoordeelt de toetsen in de steekproef op toetstechnische aspecten, aan de hand van checklists welke door de examencommissie zijn vastgesteld. De toetscommissie beoordeelt de toetsen ofwel vóór afname, zodat feedback kan worden verwerkt in de definitieve toets, ofwel na afname, waarbij de toetsafname, resultaten en cijferinvoer mee worden genomen in de toetsbeoordeling. Ook een combinatie is mogelijk. De werkwijze wordt aangegeven in het jaarplan. De toetscommissie zorgt bij aanvang van het studiejaar voor een heldere planning, waarin duidelijk staat wanneer de toetsen moeten worden aangeleverd en wanneer feedback kan worden verwacht. Er wordt naar gestreefd dat schriftelijke toetsen bij aanvang van de onderwijsperiode (in concept) gereed zijn. Dit geldt ook voor de opdrachten en bijbehorende beoordelingsformulieren van overige toetsen (andere wijze, mondeling). Zo mogelijk wordt bij de beoordeling van de toetsen tegelijkertijd de herkansingsmogelijkheid beoordeeld, om zorg te dragen dat deze twee toetsen gelijkwaardig zijn. De beoordeling van de toetsen richt zich op de kwaliteit van het toetsinstrument (validiteit, betrouwbaarheid en inzichtelijkheid/transparantie). De beoordeling van toetsen volgt het alignmentprincipe. Indien de toetscommissie twijfels heeft over de inhoudelijke kwaliteit van de toets, kan desgewenst een inhoudsdeskundige worden geconsulteerd. De examencommissie wordt hierover geïnformeerd. Voor het beoordelen van schriftelijke toetsen dient de toetscommissie een toetsmatrijs of specificatietabel te ontvangen (waarin een relatie tussen de toetsdoelen, niveau en toetsvragen wordt gelegd), de toets, het antwoordmodel met beoordelingsvoorschrift en (voorstel voor) cesuur. Voor mondelinge toetsen en toetsen op andere wijze betreft dit een overzicht van de toetsdoelen, de beschrijving van de opdracht en het beoordelingsformulier (met beoordelingscriteria, voorschrift en voorgestelde cesuur). De toetscommissie geeft feedback over de beoordeelde toets of toetsopdracht aan de ontwikkelaar, zodat deze in staat is de toets bij te stellen waar nodig. Wanneer de toets vóór 9
afname wordt beoordeeld, kan de toetscommissie aangeven dat de bijgestelde toets nogmaals door de toetscommissie moet worden beoordeeld voordat deze mag worden afgenomen. Indien de toetscommissie van mening is dat de kwaliteit van een toets onverantwoord laag is en voldoende bijstelling niet mogelijk, informeert zij direct de examencommissie hierover. De toetscommissie kan (voor afname en na afname) de examencommissie adviseren om een toets af te keuren c.q. ongeldig te verklaren op basis van de toetskwaliteit. De toetscommissie legt de toetsbeoordeling schriftelijk vast in de checklist, eventueel in samenhang met feedback in de toets zelf. Ook het aantal beoordeelde, goedgekeurde en afgekeurde toetsen wordt vastgelegd en gerapporteerd aan de examencommissie.
5.4 Vergadering en besluitvorming Een toetscommissie vergadert ten minste eenmaal in iedere onderwijsperiode. Op basis van behoefte en de afgesproken werkwijze kan dit vaker zijn, al dan niet op afstand (via skype / Lync). De reguliere vergaderdata worden bij voorkeur aan het begin van het studiejaar in het jaarplan vastgelegd. Het is aan te bevelen dat de toetscommissie ook regulier overleg pleegt met de examencommissie en met andere betrokkenen bij het toetsproces (manager O&O, opleidingsteam, curriculumcommissie). Tussentijds kan een toetscommissie op verzoek van de examencommissie bij elkaar komen in geval van bijzonderheden. Van de vergaderingen wordt een verslag gemaakt, ten minste bestaande uit een besluitenlijst. Besluiten kunnen ook buiten de vergadering worden genomen mits alle leden met het betreffende voorstel voor besluitvorming instemmen. Besluiten buiten vergadering genomen, worden eveneens schriftelijk vastgelegd.
5.5 Archivering De toetscommissie draagt zorgt voor archivering van onder meer de vergaderverslagen, toetsbeoordelingen, jaarplannen en jaarverslagen en de overige correspondentie. Archivering geschiedt conform de afspraken hierover binnen het domein.
5.6 Professionalisering De toetscommissie streeft voortdurende professionalisering na, conform het scholingsplan van het domein. De wijze van professionalisering van de leden van de toetscommissie wordt vastgelegd in het jaarplan; deze kan variëren van basale scholing op het gebied van toetsconstructie en toetsbeoordeling, tot verdiepende masterclasses en certificering (BKE/SKE). Het inwerken van nieuwe toetscommissieleden en het continu afstemmen om tot een gedragen kwaliteitsnorm te komen, zal een permanente rol spelen. Jaarlijks inventariseert de toetscommissie de noodzaak en behoefte aan scholing onder de toetscommissieleden en eventueel adviseert de toetscommissie over de scholingsbehoefte van toetsontwikkelaars. Deze behoefte kan betrekking hebben op toetsvormen, toetsconstructie, toetskwaliteit, werkzaamheden toetscommissie, digitaal toetsen, etc.. Op basis hiervan doet de commissie in het jaarplan een voorstel voor professionalisering in het komende studiejaar. 10
11
Bijlage 1: proces ter borging van de kwaliteit van toetsen Onderstaande procesbeschrijvingen zijn het resultaat van de ‘versnellingskamer toetscommissies’ van Inholland, welke op 8 december 2010 heeft plaatsgevonden.
Minimale processtappen Processtap
Actor
Opbrengst
Vaststellen criteria
Examencie (evt op voorstel
Door excie vastgestelde
toetskwaliteit
van toetscie)
criteria
Opstellen jaarplan te
Toetscie
Door excie vastgesteld
PLAN 1.
2.
beoordelen toetsen
jaarplan toetsbeoordeling
DO 3.
Beoordelen concepttoets
Collega (4-ogen principe)
Feedback met suggesties ter
en/of
verbetering
Oordeel van een toetscie/toetsend orgaan 4. Vaststellen toets
Excie
Vastgestelde toets
5. Archiveren toets
OSC
Digitaal archief van toetsen incl. herkansingen en beoordelingsnorm
In het geval van klachten over toets: 6.
A. Student dient klacht in bij
Student
Ingevuld klachtenformulier
Excie verzoekt toetscie
Advies aan excie
excie nav examenzitting B. Onderzoeken klacht
wanneer nodig om advies in betreffende klacht C. Beslissen over klacht
Excie
Beslissing
D. Aanpassen van de toets voor
Examinator o.b.v. uitspraak
Aangepaste beoordelingsnorm
alle studenten
examencie
CHECK 7.
Opstellen jaarrapportage
Toetscie
Jaarrapportage
8.
Bespreken jaarrapportage
Excie
Advies verbetermaatregelen
OM/CM
Herziene of nieuwe
ACT 9.
Opdracht verbetermaatregelen (zoals herzien toets)
ontwikkelopdracht
12
13
Voorbeeld gedetailleerde uitwerking
Processtap
Actor
Opbrengst
Examencie (evt. op basis
Door excie vastgestelde
van voorstel toetscie)
criteria
Toetscie
Door excie vastgesteld
PLAN 1.
2.
Vaststellen criteria toetskwaliteit
Opstellen jaarplan te beoordelen toetsen
jaarplan toetsbeoordeling 3.
Verstrekken opdracht tot
OM/CM
Opdracht
toetsontwikkeling aan docentontwikkelaar
DO 4.
Ontwikkelen concepttoets
Toetsontwikkelaar
Concepttoets
5.
A. Beoordelen concepttoets
Collega (4-ogen principe)
Feedback met suggesties ter verbetering
B. Als de toets in het jaarplan voorkomt,
Toetscie
Feedbackformulier
6.
beoordelen concepttoets door toetscie Aanpassen toets nav feedback
Toetsontwikkelaar
Definitieve toets
7.
Vaststellen toets
Excie
Vastgestelde toets
8.
Archiveren toets
OSC
Digitaal archief van toetsen incl. herkansingen en beoordelingsnorm
9.
Reproduceren toets
10. Afnemen toets
OSC
Hard copies
Examinator
Ingevulde toets
Student
Ingevuld klachtenformulier
Excie verzoekt toetscie
Advies aan excie
Eventueel bij klachten: stap 11 11. A. Student dient klacht in bij excie nav examenzitting B. Onderzoeken klacht
wanneer nodig om advies in betreffende klacht
C. Beslissen over klacht
Excie
Beslissing
D. Problemen/wijzigingen bij beoordeling
Examinator o.b.v.
Aangepaste beoordelingsnorm
toets: aanpassen van cesuur, verwijderen
uitspraak examencie
van slechte toetsvraag, aanpassen scoring van een vraag 12. Beoordelen toets
Examinator
Cijfer
13. Invoeren cijfer in Peoplesoft
OSC
Bericht student over cijfer
14
CHECK 14. Analyse toetsresultaten (kwalitatief en/of
Examinator
Toetsanalyse rapport
OM/CM (ism
Rapportage
kwantitatief) 15. Analyseren onderwijseenheidevaluaties
kwaliteitszorg) Eventueel op basis van evaluatieresultaat: 16. Opdracht verstrekken tot verrichten
Excie
Opdracht aan toetscie
17. Uitvoeren specifiek onderzoek
Toetscie
Advies aan excie
18. Opstellen jaarrapportage regulier en
Toetscie
Jaarrapportage
Excie
Advies verbetermaatregelen
OM/CM
Herziene of nieuwe
specifiek onderzoek naar toetsen
specifiek onderzoek 19. Bespreken jaarrapportage
ACT 20. Opdracht tot uitvoeren verbetermaatregelen (zoals herzien toets)
ontwikkelopdracht
15
Bijlage 2: Voorbeeld checklist ‘vierogenformulier’ Checklist toetsscreening vier-ogen
1. Cluster:
Opleiding:
2. Toets:
3. Datum toets:
4. Periode:
5. Toetsontwikkelaar:
6. Gecheckt door:
7. Datum beoordeling:
8. Handtekening beoordelaar:
Beoordelingsaspecten A
Ja/nee
9. Zijn alle materialen aanwezig? a. Voorblad met instructie voor student
Ja / Nee
b. Toetsvragen/toetsopdracht
Ja / Nee
c. Antwoordmodel / antwoordsleutel
Ja / Nee
d. Beoordelingsvoorschrift / scorevoorschrift
Ja / Nee Ja / Nee
e. Cesuur (voorstel) f.
Ja / Nee
Toetsmatrijs
Ja / Nee
g. Bijlagen (indien aanwezig) 10. Is de lay-out van de toets overzichtelijk? a. Paginanummering
Ja / Nee
b. Vraagnummering
Ja / Nee
c. Verwijzingen naar afbeeldingen zijn duidelijk
Ja / Nee
d. Verwijzing naar bijlagen duidelijk 16
Ja / Nee
Opmerking
(indien aanwezig)
B
e. Leesbaarheid van de toets
Ja / Nee
11. Zijn de vragen en opdrachten inhoudelijk correct en representatief voor de aangeboden leerstof?
Ja / Nee
12. Zijn de vragen authentiek en relevant voor de Ja / Nee beroepspraktijk? 13. Zijn de gebruikte voorbeelden en of casuïstiek Ja / Nee voldoende actueel? 14. Is het aantal toegekende punten aan de vragen evenwichtig verdeeld?
Ja / Nee
15. Voldoet het tentamen volgens u aan de toetsmatrijs?
Ja / Nee
C
16. Is de toets te maken binnen de beschikbare tijd?
Ja / Nee
D
17. Zijn de vragen en opdrachten eenduidig geformuleerd en op één manier te interpreteren?
Ja / Nee
18. Zijn de vragen en opdrachten zo gesteld dat alleen studenten die de stof beheersen ze goed beantwoorden?
Ja / Nee
19. Zijn de vragen en opdrachten qua moeilijkheid afgestemd op het niveau van de studiefase?
Ja / Nee
20. Is in een antwoordmodel of beoordelingsvoorschrift helder en eenduidig aangegeven waar punten aan worden toegekend en op welke wijze het cijfer wordt
Ja / Nee
17
vastgesteld? Algemene opmerkingen
21. Beoordelingsaspecten toets:
A:
Transparantie
B:
Inhoudvaliditeit
C:
Constructvaliditeit
D:
Betrouwbaarheid
18