Afstudeeropdracht hbo Bedrijfskunde
Groene Raad
Cursist: dhr. P.C.P. Hendriks (Patrick) Cursistnummer: 180362 Datum: 30 november 2010 (publicatieversie) NCOI Opleidingsgroep Hbo Bedrijfskunde
Docent NCOI: dhr. J. P. van Kooten
Voorwoord Met plezier presenteer ik mijn afstudeeropdracht Groene Raad als afsluiting van mijn hbo-opleiding Bedrijfskunde. Deze opleiding volgde ik in de periode december 2006 tot en met februari 2010 bij NCOI. In dit document staat de Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker (NMP) centraal. Voor deze vereniging voerde ik een strategische analyse uit en deed ik een kwalitatief onderzoek. Ik interviewde verschillende (bestuurs)leden van de NMP, politici en andere belanghebbenden. De verkregen informatie gebruikte ik vervolgens om een verband te leggen tussen de doelstellingen van de NMP en de belangen van de lokale politiek in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Het resultaat en de aanbevelingen van dit onderzoek, helpen de NMP haar strategie te herijken en eventueel bij te stellen, zodat ze haar beoogde doelen kan behalen. Hierbij bedank ik Nico van der Helm, voorzitter van de NMP voor zijn steun bij dit onderzoek en voor de plezierige samenwerking. Ook bedank ik de geïnterviewden voor de tijd die ze vrijmaakten en voor de gesprekken die ze met me voerden. Ik heb deze gesprekken als zeer plezierig en leerzaam ervaren. Tenslotte bedank ik mijn vrouw - Pascale Warners - voor alle hulp tijdens mijn studie de afgelopen drie jaar en vooral voor het meelezen en corrigeren van de verschillende verslagen en scripties. Ik wens u veel leesplezier en inspiratie toe! Patrick Hendriks
[email protected] Pijnacker, september 2010
Foto op voorblad: Informatiebord van de NMP ter hoogte van de Polderweg met uitzicht op (een dijk van) de Bergboezem. Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 2 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Samenvatting Groene Raad is de titel van een onderzoek dat het eerste halfjaar van 2010 is uitgevoerd voor de Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker (NMP). Deze vereniging bestaat uit vrijwilligers en heeft ongeveer 400 leden. In 2003 voerde de NMP een strategische analyse uit. Deze resulteerde in een missie met bijbehorende strategische doelen. Hoewel het speelveld inmiddels aanzienlijk veranderd is, worden deze uitgangspunten vandaag de dag nog steeds gehanteerd. In de gemeente Pijnacker-Nootdorp zijn opengebieden opgeofferd voor aanleg van huizen, bedrijventerreinen en wegen. Voor de nabije toekomst liggen nog meer plannen in het verschiet. De gemeenteraadsverkiezingen van 3 maart 2010 resulteerden vanaf mei 2010 in een nieuwe gemeenteraad binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Deze nieuwe raad bepaalt - samen met het college van burgemeester en wethouders - de komende jaren het gemeentelijk beleid. Dit beleid, in de vorm van (uitvoerings)plannen op het gebied van nieuwbouw, natuur en recreatie, is direct van invloed op de doelen van de NMP. Het bestuur van de NMP heeft zich tot doel gesteld om invloed uit te oefenen op deze voorgenomen beleidsplannen. In deze afstudeeropdracht staat de volgende probleemstelling centraal: Hoe kan de NMP de (nieuwe) lokale politieke partijen dusdanig beïnvloeden dat de vereniging haar doelstellingen kan behalen? De antwoorden op deze vraag en bijbehorende deelvragen moeten leiden tot de volgende onderzoeksresultaten: Advies op welke manier de NMP haar doelen richting de lokale politiek kan behalen; Vergroten van de bekendheid van de NMP onder de inwoners van Pijnacker; Advies om het ledenaantal te verhogen. Om de vragen te beantwoorden en onderzoeksresultaten te kunnen behalen, is een strategische analyse uitgevoerd. Hiermee kon worden getoetst of de strategie van de NMP van destijds nog de juiste is. Een model van geïntegreerde verandering helpt bij het uitvoeren van een omgevings- en organisatiediagnose en bij het opstellen van een SWOT-analyse. De verkregen informatie wordt in een confrontatiematrix ‘gewogen’ met als resultaat een zestal strategische vragen. Naast de strategische analyse is een kwalitatief onderzoek uitgevoerd waarbij twaalf mensen zijn geïnterviewd, variërend van bestuursleden, leden en stakeholders van de NMP. De verkregen informatie wordt gebruikt om de probleemstelling en de deelvragen te beantwoorden en de onderzoeksresultaten te behalen. Bovengenoemde aanpak levert - in volgorde van belangrijkheid - de volgende zes aandachtsgebieden op: 1. Tijd vrijmaken om te netwerken en lobbyen en instanties benaderen die (voornemens zijn) natuurgebieden te initiëren en realiseren. 2. Verbeteren van de vaardigheden van de bestuursleden op het gebied van netwerken en lobbyen. 3. Opzetten van acties om leden te werven. 4. Kennis en ervaring van de bestuursleden inzetten bij het ontwikkelen en inrichten van nieuwe natuurgebieden. 5. Mogelijkheden uitzoeken waarmee de NMP zich beter kan profileren binnen het werkgebied. 6. Prioriteiten stellen bij het uitoefenen van bestuurstaken.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 3 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Het eerste aandachtsgebied raakt een kernprobleem en geeft antwoord op de vraag uit de probleemstelling. Een van deze instanties die invloed hebben bij de aanleg van natuurgebieden is de gemeente(politiek). Een suggestie om de contacten te verbeteren en de invloed te verhogen, is: ‘meer lobbyen onder de gemeenteraadsleden’. Naast lobbyen werd geadviseerd om raadsleden te benaderen per e-mail of om gemeenteraadsvergaderingen en de commissievergaderingen ‘Ruimte en Wijken’ bij te wonen. Een andere mogelijkheid is om vaker informatieve bijeenkomsten te organiseren voor leden van de NMP, gemeenteraadsleden, ambtenaren en ondernemers. Het intensiveren van contacten met ondernemers in het werkgebied kan ertoe leiden dat deze willen bijdragen aan de financiering van bepaalde projecten van de NMP. Het verbeteren van de vaardigheden op het gebied van netwerken en lobbyen, raakt een tweede kernprobleem en heeft direct relatie met de vraag uit probleemstelling. Het onderzoek levert verschillende aanbevelingen op, zoals een cursus netwerken voor bestuursleden. Een andere optie is om tijdens de bestuursvergadering een spreker uit te nodigen die de fijne kneepjes van het netwerken en lobbyen kent en deze kan overdragen. De bestuursleden kunnen ook via netwerksites zoals LinkedIn of Facebook een ‘virtueel’ netwerk opbouwen. En de NMP kan als vereniging lid worden van een van de netwerkorganisaties binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Om de continuïteit van de NMP niet in gevaar te laten komen, is het van belang dat het aantal leden een representatieve afspiegeling is van het aantal inwoners in de gemeente Pijnacker- Nootdorp. Per 1 januari 2010 heeft deze gemeente bijna 48.000 inwoners. Sinds 2003 heeft de NMP een vrij constant ledenaantal van ongeveer 400. Als het ledenaantal van de NMP gelijke tred had gehouden met de groei van het aantal inwoners binnen de gemeente dan zou het nu ongeveer 530 bedragen (toename met 33%). Aanbevelingen om het aantal leden te vergroten zijn: Een flyer (of folder) maken waaruit de meerwaarde van de NMP blijkt en wat de positieve effecten zijn van een groene (woon)omgeving; Flyers (of folders) rondbezorgen en uitdelen, zoals ‘word nu lid van de NMP’-flyers in nieuwbouwwijken en op markten, braderieën, evenementen en huis aan huis. Hierbij mogen de Nootdorpse wijken niet vergeten worden; Adverteren in de weekkrant Telstar; Ledenwerfactie opzetten in het ledenblad ‘de Verderkijker’ en op de website van de NMP; Aanmeldkaartjes voor het lidmaatschap van de NMP verstrekken aan bibliotheken, locaties van de gemeente en andere openbare gebouwen in het werkgebied. Om meer jongere leden te werven, kunnen ook flyers uitgedeeld worden op scholen: bijvoorbeeld na een biologieles of als de NMP een les of excursie heeft gehouden op de desbetreffende school. De kennis, inzet en betrokkenheid van het bestuur van de NMP is prima. Het is belangrijk dat het bestuur dit vasthoudt en verder uitbouwt. Dat kan bijvoorbeeld door de vacant staande functie van secretaris in te vullen met een persoon die wat betreft kennis en ervaring complementair is aan de overige bestuursleden. De NMP profileert zich op verschillende manieren. In het onderzoek komen mogelijkheden naar voren waarmee dat nog beter kan. Zo is voorgesteld om een vaste wekelijkse rubriek te krijgen in de weekkrant Telstar.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 4 -
cursist: P.C.P. Hendriks
In het onderzoek wordt verder uitvoerig aandacht besteed aan interactieve internetsites, ook wel ‘web 2.0’ genaamd. Aanbevolen wordt om de website van de NMP te veranderen in een interactief platform waarop bestuur en leden van de NMP de content van de site bepalen. Mogelijkheden hierbij zijn: het plaatsen van tekst, foto’s en filmpjes op de site of het introduceren van een forum waarop betrokkenen met elkaar in contact kunnen treden en actuele zaken kunnen bespreken. Andere initiatieven die het bestuur naast het herprofileren van de eigen website kan nemen, is het opzetten van een interactieve omgeving op internet via Hyves of op Twitter. Andere suggesties die in het onderzoek werden genoemd zijn: het verkrijgen van een vaste plek (‘clubhuis’) in het werkgebied en het (opnieuw) plaatsen van de informatiebordjes in de wijken. Bij het uitoefenen van de bestuurstaken is het raadzaam om een overzicht te maken van de neventaken per bestuurslid, aangevuld met diens aandachtsgebied. Een andere aanbeveling is om een actielijst op te stellen met een bijbehorende realistische planning. Hierin staat wanneer welke werkzaamheden, taken en projecten gepland staan, wat de doorlooptijd is en wie de eigenaar is. Tenslotte levert het onderzoek de aanbeveling op om het ledenbestand te filteren op leeftijd. De leden die de pensioensgerechtigde leeftijd hebben bereikt, kunnen schriftelijk benaderd worden met het verzoek of ze werkzaamheden voor de vereniging willen uitvoeren. Met de aanbevelingen uit het onderzoek wordt antwoord gegeven op de probleemstelling en de deelvragen. Daarbij zijn de onderzoeksresultaten behaald. Alle aanbevelingen uit het onderzoek zijn in een actielijst weergegeven. Deze actielijst is als bijlage bij dit document toegevoegd en daarmee voor het bestuur wellicht een handig hulpmiddel om de acties uit te voeren.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 5 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Inhoudsopgave Voorwoord........................................................................................................................................................... 2 Samenvatting ....................................................................................................................................................... 3 Inhoudsopgave .................................................................................................................................................... 6 1
2
Inleiding ....................................................................................................................................................... 8 1.1
Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker ................................................................. 9
1.2
Probleemstelling, deelvragen en onderzoeksresultaten ..................................................................... 9
1.3
Uitgangspunten, belang, opzet en afbakening van het plan ............................................................. 11
Interne en externe analyse........................................................................................................................ 14 2.1
Huidige strategisch profiel van de NMP ............................................................................................ 14
2.2
Externe analyse ................................................................................................................................. 16
2.2.1
Algemene omgeving: macro, meso, micro .................................................................................... 16
2.2.2
Algemene omgeving: DEPEST ........................................................................................................ 16
2.2.3
Directe omgeving: markt, concurrentie, belanghebbenden ......................................................... 21
2.3
3
4
5
Interne analyse .................................................................................................................................. 23
2.3.1
Organisatie(structuur) ................................................................................................................... 23
2.3.2
Marketing ...................................................................................................................................... 24
2.3.3
Financiële situatie .......................................................................................................................... 25
SWOT-analyse en confrontatiematrix ....................................................................................................... 26 3.1
SWOT-analyse.................................................................................................................................... 26
3.2
Confrontatiematrix ............................................................................................................................ 27
De strategische opties: wat levert het op..?.............................................................................................. 29 4.1
Beantwoorden probleemstelling ....................................................................................................... 31
4.2
Beantwoorden deelvragen ................................................................................................................ 33
4.3
Aanbeveling strategische vragen....................................................................................................... 35
4.4
Prioriteren aanbevelingen op de strategische aandachtsgebieden .................................................. 39
Conclusie.................................................................................................................................................... 40 5.1
De strategie ....................................................................................................................................... 40
5.2
Resultaatdoelstellingen ..................................................................................................................... 41
5.3
Organisatiestructuur en cultuur ........................................................................................................ 41
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 6 -
cursist: P.C.P. Hendriks
5.4 6
Mensen en middelen ......................................................................................................................... 42
Nabeschouwing en zelfreflectie ................................................................................................................ 43
Literatuurlijst ..................................................................................................................................................... 44 Overzicht bijlagen .............................................................................................................................................. 45 Bijlage 1: Geschiedenis en achtergrond 'Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker’.............. 46 Bijlage 2: Kaart van Pijnacker-Nootdorp met (de plannen voor) natuur, ruimtelijke ordening en milieu........ 48 Bijlage 3: Overzicht geïnterviewden kwalitatief onderzoek NMP ..................................................................... 50 Bijlage 4: De effecten van een groene woonomgeving ..................................................................................... 51 Bijlage 5: De winst- en verliesrekening en balans 2009 van de NMP................................................................ 53 Bijlage 6: Uitwerkingen kwalitatief onderzoek.................................................................................................. 54 Petra Graafland, fractievoorzitter van GroenLinks Pijnacker-Nootdorp en lid NMP .................................... 54 Michel Barendse, ecoloog gemeente Pijnacker-Nootdorp en lid NMP ........................................................ 56 Arthur Venselaar, voorzitter Ondernemersvereniging Pijnacker-Nootdorp (OVPN) .................................... 58 Henk Nieuwenhuijsen, lid NMP ..................................................................................................................... 59 Kees van der Helm, directeur VanderHelm Bedrijven en bestuurslid VNO NCW West/Zuid-Holland.......... 61 Nico van der Helm, voorzitter NMP .............................................................................................................. 62 Gerard de Hoog, bestuurslid (en tijdelijk secretaris) NMP............................................................................ 65 Caroline Elfferich, lid NMP............................................................................................................................. 67 Harry Wever en Peter Hennevanger, gemeenteraadslid en fractievoorzitter D66 Pijnacker-Nootdorp ...... 69 Edo Haitsma, gemeenteraadslid VVD Pijnacker-Nootdorp ........................................................................... 71 Bob van der Deijl, fractievoorzitter CDA Pijnacker-Nootdorp....................................................................... 73 Bijlage 7: Prioriteren van de aanbevelingen uit de strategische aandachtsgebieden ...................................... 75 Bijlage 8: Lijst met actiepunten uit de onderzoeksaanbevelingen.................................................................... 77
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 7 -
cursist: P.C.P. Hendriks
1
Inleiding
In juni 2006 solliciteerde ik bij Rabobank Delflanden voor de functie van teamleider Inloop. In het aannamegesprek werd mij de vraag gesteld of ik bereid was om bij indiensttreding een hbo-opleiding te gaan volgen. Omdat ik dit een mooie kans vond om mijzelf verder te ontwikkelen, stemde ik ermee in. Met als resultaat dat ik in december 2006 startte met de hbo-opleiding Bedrijfskunde, met specialisatievak Bedrijfspsychologie. In september 2008 fuseerde Rabobank Delflanden met de Rabobanken Nootdorp-Pijnacker en 3B-Hoek. Zo ontstond Rabobank Zuid-Holland Midden. Een lokale bank met een werkgebied tussen het Westland, Den Haag en Rotterdam. De gemeente Delft is de grootste stad in het gebied. Binnen het werkgebied bedient de bank klanten uit de directoraten Particulieren en Bedrijven. Economische aanjagers zijn de TU-Delft en het glastuinbouwgebied in de regio Pijnacker-Nootdorp-Lansingerland, ook wel ‘Oostland’ genaamd. Eind 2009 had Rabobank Zuid-Holland Midden een balanstotaal van meer dan 3,2 miljard euro. Sinds de fusie had ik de functie van teamleider Service en Verkoop Telefonie, onderdeel van het directoraat Particulieren. In deze functie stuurde ik ongeveer twintig vaste medewerkers aan (15 FTE) en zes uitzendkrachten (4 FTE). Eind oktober 2009 vertelde mijn leidinggevende dat ik per 1 november 2009 een andere functie kreeg. Ik werd in plaats van teamleider, projectleider. In deze rol kreeg ik de opdracht om de werkprocessen binnen het Klantcontactcentrum te beoordelen en waar nodig aan te passen. Ook zou ik het productportfolio van deze afdeling uitbreiden. De functieaanpassing was niet op mijn verzoek. Daarom tekende ik formeel bezwaar aan tegen deze verandering. In de daaropvolgende reactie van de bank, bleek dat de functie van projectleider van tijdelijke aard was. Van de bank ontving ik een beëindigingovereenkomst, met als gevolg dat ik per 1 juli 2010 niet meer voor deze bank werk. Mijn oude werkgever ging ermee akkoord dat ik mijn hbo-opleiding, op kosten van de zaak, mocht afronden. Voor mijn afstudeeropdracht besloot ik wel een onderwerp te kiezen dat geen relatie heeft met mijn (oud)werkgever de Rabobank. De NCOI ging hier gelukkig mee akkoord. Nadat verschillende scenario’s de revue hadden gepasseerd, besloot ik om mijn scriptie over de Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker (NMP) te doen. Ruim vijf jaar geleden werd ik geattendeerd op deze vereniging toen na de oplevering van onze nieuwbouwwoning een flyer van de NMP in de bus lag. Ik werd lid omdat de NMP zich inzet voor de natuur en het milieu. Als natuurliefhebber vind ik dit belangrijk. Daarnaast kwam de NMP sympathiek op mij over en vond ik het belangrijk om - als nieuwe inwoner van Pijnacker - een vrijwilligersorganisatie binnen mijn gemeente te steunen. De keuze van de NMP voor mijn afstudeeropdracht was voor mij aanleiding om in februari 2010 Nico van der Helm, voorzitter van de NMP, te benaderen. Na ruggespraak met het verenigingsbestuur ging voorzitter Van der Helm ermee akkoord dat ik een onderzoek zou uitvoeren voor de NMP. In dit hoofdstuk vertel ik u meer over de vereniging NMP en geef ik uitleg over de inhoud van het onderzoek.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 8 -
cursist: P.C.P. Hendriks
1.1 Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker De ‘Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker’ (NMP) bestaat uit vrijwilligers en telt al geruime tijd ongeveer vierhonderd leden. De NMP richt zich op de natuur, het landschapbehoud en het milieu in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Het bestuur van de NMP bestaat uit zes personen. Zij overleggen gemiddeld eens per zes weken met elkaar. Daarnaast heeft het bestuur frequent contact met vertegenwoordigers van de gemeente PijnackerNootdorp over het gemeentelijk beleid in relatie tot de natuur, het landschap en het milieu. Ook praktische zaken als groenbeheer komen aan de orde. Individuele bestuursleden en andere actieve leden vertegenwoordigen de vereniging in verschillende overlegorganen op gemeentelijk- en provinciaalniveau. Omdat NMP een vrijwilligersorganisatie is, is de tijd die de bestuursleden aan de vereniging kunnen besteden vaak beperkt. De NMP geeft een verenigingsblad uit onder de naam 'De Verderkijker', dat vier maal per jaar verschijnt. Met dit blad worden de leden op de hoogte gehouden van de activiteiten van de vereniging. Ook staan hierin activiteiten vermeld zoals excursies, lezingen en tentoonstellingen. De vaste rubriek 'Pijnacker bespied' biedt aan wisselende schrijvers ruimte voor observaties en bespiegelingen over de natuur en het landschap in de directe omgeving. In de rubriek 'Waarnemingen' tenslotte wordt melding gemaakt van bijzondere vogelwaarnemingen in de omgeving. Het blad ‘De Verderkijker’ wordt behalve onder alle leden ook verspreid onder organisaties zoals de bibliotheek en de kantoren van de gemeente. De NMP publiceert ook regelmatig in de weekkrant ‘Telstar’ en neemt deel aan milieumarkten en discussiebijeenkomsten. Verder zet de vereniging regelmatig educatieve activiteiten op zoals lezingen, excursies of een cursus ‘natuurlijk tuinieren’. Meer informatie over de totstandkoming en de geschiedenis van de NMP is te lezen in bijlage 1. 1.2 Probleemstelling, deelvragen en onderzoeksresultaten Binnen de gemeente starten de komende jaren nog enkele nieuwbouwprojecten voor zowel woningen als bedrijven. Ook zijn er initiatieven op het gebied van duurzaam ondernemen, zoals het gebruik van aardwarmte en het terugdringen van de CO2-uitstoot binnen het gemeentelijk apparaat. Veel plannen zijn bedacht en goedgekeurd door de gemeentepolitiek van voor maart 2010. Andere ideeën en initiatieven zijn vandaag de dag nog in behandeling binnen de gemeenteraad. Na de verkiezingen van 3 maart 2010 kreeg deze raad een nieuwe samenstelling. Hierdoor en door de afgenomen economische vooruitzichten en slechte financiële situatie van de gemeente Pijnacker-Nootdorp is het speelveld veranderd. De NMP wil geïnformeerd worden over grootschalige (nieuwbouw)projecten en plannen die impact hebben op de natuur, het landschap en milieu. Door de belangrijke koerswijziging van de NMP in 2003 legt de vereniging meer de nadruk op de dialoog met de gemeente en minder op het gebruik van juridische procedures. Een voorbeeld hiervan is het convenant dat met de gemeente is overeengekomen bij de aanleg van de nieuwbouwwijk Keijzershof.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 9 -
cursist: P.C.P. Hendriks
De gemeente Pijnacker-Nootdorp is ‘groeigemeente’. Een kaart van de gemeente met achtergrondinformatie over de gemeente en de plannen op het gebied van natuur, ruimtelijke ordening en milieu staat in bijlage 2. In de komende gemeenteraadsperiode staat de ‘nieuwe’ lokale politiek voor een aantal belangrijke besluiten op het gebied van natuur en milieu. Omdat de bestuursleden van de NMP slechts beperkt tijd hebben om alle gemeentelijke initiatieven te volgen, is het noodzakelijk dat de beschikbare tijd efficiënt wordt benut. Op basis van deze constatering benaderde ik NMP-voorzitter Nico van der Helm met het voorstel om voor de NMP een onderzoek uit te voeren waarbij de volgende probleemstelling centraal staat: Hoe kan de NMP de (nieuwe) lokale politieke partijen dusdanig beïnvloeden dat de vereniging haar doelstellingen kan behalen? In het onderzoek legde ik een verband tussen de doelstelling van de NMP en standpunten van de verschillende politieke partijen in de nieuwe gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp. In figuur 1 staat de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen weergegeven.
Figuur 1: uitslag gemeenteraadsverkiezingen 2010 (Bron: Telstar-online)
De VVD kwam als grootste partij uit de gemeenteraadsverkiezingen. Daarmee werd deze de trekker bij de coalitieonderhandelingen die enige weken duurden. Uiteindelijk kwam er eind mei 2010 een ‘brede’ coalitie tot stand, bestaande uit de politieke partijen: VVD, CDA, D66, PvdA en GroenLinks. Alle partijen leveren een wethouder. De gemeenteraad heeft daarmee 29 raadsleden. Het college bestaat uit vijf wethouders met de heer Buddeberg als burgemeester. Bij mijn onderzoek formuleerde ik de onderstaande deelvragen:
Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vinden de leden van de NMP de komende vier jaar belangrijk?
Welke prioriteiten stellen de leden daarbij (welke projecten moeten als eerste worden uitgevoerd)?
Wordt de NMP door de lokale politiek als een serieuze partner gezien?
Hoe kan de NMP zich profileren richting de gemeentepolitiek en de lokale media?
Welke aanpak is nodig om meer jonge leden te werven?
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 10 -
cursist: P.C.P. Hendriks
De antwoorden op de probleemstelling en bovengenoemde deelvragen moeten leiden tot de volgende onderzoeksresultaten:
Advies op welke manier de NMP haar doelen richting de lokale politiek kan behalen;
Vergroten van de bekendheid van de NMP onder de inwoners van Pijnacker;
Advies om het ledenaantal te verhogen.
In de volgende paragraaf staan de aanpak van het onderzoek en de randvoorwaarden van de afstudeeropdracht beschreven. 1.3 Uitgangspunten, belang, opzet en afbakening van het plan In dit onderzoek kom ik tot objectieve antwoorden op de probleemstelling en de deelvragen. Met behulp van de uiteindelijke onderzoeksresultaten kan het bestuur van de NMP heroverwegen of de huidige aanpak en tijdbesteding de juiste zijn. Daarnaast krijgt het bestuur een beeld van hoe de directe omgeving de inzet en het functioneren van de NMP ervaart. Ik heb gekozen voor ‘kwalitatief onderzoek’, op basis van een halfgestructureerd interview1. Daarvoor interviewde ik twaalf mensen; twee bestuursleden, twee leden van de NMP, twee stakeholders2, zes raadsleden (van vier verschillende politieke partijen). Een van de geïnterviewden, Petra Graafland van GroenLinks, is zowel gemeenteraadslid als lid van de NMP. Een andere geïnterviewde, Michel Barendse, is lid van de NMP en ecoloog van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. De gesprekken met de geïnterviewden duurden gemiddeld een uur per geïnterviewde. Het volledige overzicht van de geïnterviewden is bijgesloten in bijlage 3. De verkregen informatie uit de interviews en uit verschillende literatuur gebruik ik voor het onderzoek. Vervolgens werk ik de informatie op basis van een geïntegreerd model voor geplande verandering uit. In figuur 2 op de volgende bladzijde is dit model weergegeven.
1
Bij dit type interview is er een standaard vragenlijst of lijst met onderwerpen (topiclijst). Er is ruimte voor de eigen inbreng van de geïnterviewde. De onderzoeker stelt zich flexibel op en speelt in op de situatie. (Verhoeven, 2004: 126). 2 Een stakeholder is een externe belanghebbende.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 11 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Figuur 2: geïntegreerd model voor geplande verandering als basis voor het onderzoek NMP
Het onderzoek start met de huidige strategie van de NMP en de bijbehorende organisatiedoelen als uitgangspunt. Deze informatie, aangevuld met theoretische kennis, gebruik ik om een ‘omgevingsdiagnose’, ofwel externe analyse uit te voeren. Naast de externe analyse voer ik ook een ‘organisatiediagnose’, ofwel interne analyse uit. De externe en interne analyses omschrijf ik volgens onderstaande principes: Externe analyse Algemene omgeving o Macro, meso, micro o DEPEST Directe omgeving o Markt, concurrentie, belanghebbenden Interne analyse Organisatie(structuur) Marketing Financiële situatie
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 12 -
cursist: P.C.P. Hendriks
De uitwerking van de externe en interne analyse geeft een beeld van de huidige situatie van de NMP. Vervolgens zet ik de verkregen informatie op systematische wijze uiteen in een Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats (SWOT)-analyse3. De verzamelde informatie van de SWOT-analyse gebruik ik als input om de confrontatiematrix4 op te stellen. Met deze confrontatiematrix breng ik de nieuwe strategische aandachtsgebieden voor de NMP in kaart. Daarnaast beantwoord ik probleemstelling en de deelvragen. Ook ken ik prioriteit toe aan de strategische aandachtgebieden. Voor ieder aandachtsgebied geef ik vervolgens een aanbeveling. Deze aanbevelingen laten zien of en hoe de NMP moet veranderen om de nieuwe strategie uit te kunnen voeren. Tenslotte schrijf ik de conclusie aan de hand van de aanbeveling uit het onderzoek. Opvolging en eventuele uitvoering van het advies is aan het bestuur van de NMP en valt buiten de verantwoording van dit onderzoek. De indeling van deze afstudeeropdracht is als volgt: Na de inleiding in hoofdstuk 1, doe ik in hoofdstuk 2 de interne en externe analyse voor de NMP. Het resultaat van het kwalitatief onderzoek verwerk ik in hoofdstuk 3 in een SWOT-analyse met bijbehorende confrontatiematrix. In hoofdstuk 4 beantwoord ik de probleemstelling en deelvragen, weeg ik de strategische opties en doe ik aanbevelingen. Hoofdstuk 5 beslaat de conclusie. In hoofdstuk 6 tenslotte, blik ik terug op mijn hbo-opleiding en reflecteer ik op mijn handelen. Als bijlage bij het onderzoek ga ik in op de invloed die een groene woonomgeving heeft op de mensen in stedelijk gebied. Hiermee leg ik de verbinding met het specialisatievak ‘bedrijfspsychologie’ dat centraal stond in het tweede jaar van mijn opleiding.
3
Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats, ofwel SWOT betekent in het Nederlands: Sterkte, Zwakte, Kansen en Bedreigingen. 4 In de confrontatiematrix worden alle belangrijke sterkten en zwaktes tegen alle kansen en bedreigingen afgezet.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 13 -
cursist: P.C.P. Hendriks
2
Interne en externe analyse
Voordat de SWOT-analyse kan worden opgesteld, is het van belang dat er een gedegen interne en externe analyse wordt uitgevoerd. Centaal daarbij staat het huidige strategisch beleid van de NMP aangevuld met informatie uit literatuur. In zekere zin is er sprake van een ‘outside-in-benadering’5 bij het uitwerken van de analyses. Deze benadering gaat ervan uit dat een succesvolle organisatie zich voortdurend aanpast aan de kansen en mogelijkheden die de markt haar biedt. Daarbij wordt als eerste het huidige strategisch beleid van de vereniging vastgesteld. Daarna wordt gekeken naar ‘de product- marktcombinatie’ voor de NMP. In het geval van een vereniging ligt dat iets anders dan bij een commercieel bedrijf. Gesteld wordt dat bij de NMP het product ‘natuur en milieu’ is, en dat de markt het speelveld is waarbinnen de NMP opereert. Dit speelveld bestaat uit omgevingsfactoren als (plannen van) de gemeentelijke politiek, de stakeholders en uiteraard de leden van de NMP. Tenslotte wordt bij de ’outside-in-benadering’ gekeken naar de inrichting van de organisatie. 2.1 Huidige strategisch profiel van de NMP In 2003 werkten het bestuur en een aantal leden van de NMP een visiedocument uit. In dit document maakten zij keuzes voor de onderwerpen waar de NMP zich wil voor wil inzetten. Ook beschreven zij hierin aan welke onderwerpen zij geen prioriteit meer wilden geven. Ze stelden de externe focus bij en werkten ideeën uit over hoe de vereniging effectiever, actiever en aantrekkelijker kan worden. In verschillende werkgroepen werd de visie uitgewerkt tot meer concrete plannen, bijvoorbeeld voor gebiedsbescherming en communicatie. Met het opstellen van het visiedocument is de strategie6 van de NMP herijkt en is de missie 7 vastgesteld. Deze is als volgt: Missie NMP: “We zijn een vereniging die de natuur op lokaal niveau een stem wil geven en daarom behartigen wij de belangen van de natuur en natuurliefhebbers in en rondom Pijnacker-Nootdorp. We streven ernaar om bij te dragen aan het behoud van bij deze regio behorende natuurwaarden. Hieronder verstaan wij de hier van oudsher voorkomende flora en fauna, het cultuurlandschap, bestaande geologische (bodem)structuren en natuurlijke processen die zich daar afspelen. Tevens willen we een bijdrage leveren aan het versterken van bestaande natuurwaarden door natuurontwikkeling.”
5
De outside-in-benadering houdt in dat een organisatie van buitenaf wordt beïnvloed bij de vaststelling van het strategisch beleid, de product-marktcombinatie en de inrichting van de structuur, cultuur en processen van de organisatie. De outside-in-benadering stelt de markt, de concurrentie en de klant als middelpunt van het strategieproces. (Klein en Rorink, 2009: 12). 6 Een strategie is een plan waarin een organisatie formuleert wat op de middellange termijn (meestal drie tot vijf jaar) de functie is van de organisatie. Welke invloed de organisatie uitoefent op de samenleving en via welke weg en met welke middelen de organisatie de geformuleerde doelen wil behalen. 7 De missie is de functie die een organisatie in de samenleving vervult. (Douma:2007:17).
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 14 -
cursist: P.C.P. Hendriks
In het visiedocument zijn de volgende strategische doelen benoemd: Realisatie van de Groenblauwe Slinger8 zodanig dat ze kan functioneren als ecologische verbindingszone tussen het Groene Hart en Midden Delfland; Behoud van bedreigde natuurwaarden in en rond Pijnacker-Nootdorp; Natuurontwikkeling in bepaalde gebiedsdelen ter vergroting van de biodiversiteit in en rond PijnackerNootdorp. Om dat te bereiken zijn daarbij de volgende randvoorwaarden van kracht: Het overheidsbeleid wordt kritisch gevolgd; NMP overlegt met gemeente en andere lokale partijen; Er wordt gebruikgemaakt van het recht om in te spreken en eventueel juridische procedures te voeren; NMP maakt de inwoners van Pijnacker-Nootdorp bewust van ontwikkelingen op gebied van natuur en milieu. Ze doet dat door publiciteit en educatie; Er wordt samengewerkt met andere partijen; Er worden eigen gebiedsgerichte beleidsplannen gemaakt en uitgevoerd; Er worden gebiedsinventarisaties gehouden en gebieden gemonitord; Er wordt landschapsonderhoud gepleegd. De NMP richt zich vooral op natuur en landschapbehoud. Het onderwerp ‘milieu’ wordt meegenomen als het van invloed is op natuur- en landschapsbehoud (het ‘groene’ milieu). Het ‘grijze’ milieu (afval, vervuiling door industrie en dergelijke) wordt grotendeels overgelaten aan andere organisaties die in de gemeente Pijnacker-Nootdorp actief werken aan dit thema. ‘Duurzaamheid’ in de brede zin van het woord, heeft wel nadrukkelijk de aandacht van de NMP. Vanuit de gekozen strategie zijn de volgende twee doelstellingen geformuleerd zoals de NMP die naar buiten toe publiceert: Doelstellingen NMP: Behoud en verbeteren van landschappelijke en natuurlijke waarden en van het leefmilieu, in het bijzonder in en rondom de gemeente Pijnacker-Nootdorp; Het opwekken, vergroten en stimuleren van de belangstelling voor en de kennis van de natuur. De NMP tracht deze doelstellingen te bereiken door beïnvloeding van de publieke opinie via woord, geschrift en acties. Ook overlegt NMP met overheden en andere instanties en werkt ze ermee samen. Daarnaast maakt ze gebruik te maken van inspraak-, beroeps- en bezwaarprocedures en doet ze daadwerkelijk aan natuurbeheer. Met het huidige strategische beleid als uitgangspunt, kan geanalyseerd worden of de door de NMP geformuleerde doelen op een efficiënte manier kunnen worden behaald en of de strategische keuzes van 8
De Groenblauwe Slinger, tegenwoordig ook ‘de Groenzoom’ genoemd, is de verbindingszone tussen Midden-Delfland en het Groene Hart van een nog te ontwikkelen glastuinbouw, waterberging en natuur- en recreatiegebied tussen de gemeenten Pijnacker-Nootdorp en Lansingerland. De aanleg van dit gebied maakt deelt uit van de Nota Ruimte 2007 en wordt (mede) gefinancierd uit het Fonds Economische Structuurversterking.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 15 -
cursist: P.C.P. Hendriks
destijds nog de juiste zijn. Vanuit de ‘outside-in-benadering’ wordt hiermee naar de ‘productmarktcombinatie’ gekeken. In de volgende paragrafen staan achtereenvolgens de externe en daarna de interne analyse. 2.2 Externe analyse De externe analyse is een belangrijke eerste stap in het proces van strategische planning. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen de directe omgeving (ook wel taakomgeving) en de algemene omgeving van een onderneming. Tot de directe omgeving horen de marktomgeving en de belanghebbenden van de onderneming. In de algemene omgeving van de onderneming staat het ‘speelveld’ op verschillende niveaus centraal. Daarnaast worden de demografische, economische, politieke, ecologische, sociale en technologische factoren onderscheiden. Ontwikkelingen in de algemene omgeving kunnen een onderneming soms rechtstreeks raken in de bedrijfsvoering. De externe analyse resulteert in een beschrijving van de kansen en bedreigingen voor de organisatie op de korte- en middellange termijn. In de uitwerking van de externe analyse wordt eerst de algemene omgeving beschreven en wordt daarna de directe omgeving uitgewerkt. 2.2.1
Algemene omgeving: macro, meso, micro
Voor de NMP is op macro-, meso- en microniveau het volgende van toepassing: Macro9: De natuur en het milieu als onderdelen in het leef- en werkklimaat in Nederland. Meso10: Natuur- en milieuverenigingen als organisaties voor het behartigen van de natuur en het milieu (in Nederland). Micro11: Een natuur- en milieuvereniging die zich inzet om de natuur, het landschapsbehoud en het milieu te behartigen in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Primair voor de leden van de vereniging, secundair voor andere belanghebbenden in dit werkgebied. 2.2.2
Algemene omgeving: DEPEST
De macro-omgeving is voor een onderneming niet beïnvloedbaar en al helemaal niet beheersbaar. Het is wel zaak om goed in te spelen op trends en maatschappelijke ontwikkelingen. Daarom is het belangrijk de gebeurtenissen in de macro-omgeving goed in de gaten te houden. Vanuit de ‘DEPEST’ worden deze omgevingsfactoren beschreven. Waarbij ‘DEPEST’ als woord is samengesteld uit de eerste letters van:
9
Macro-economie houdt zich bezig met het bestuderen van economische systemen als geheel, van bijvoorbeeld een land. Men beschouwt dan de consumptie van alle gezinnen in een land samen waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen afzonderlijke producten of diensten. 10 Meso-economie gaat over bedrijfstakken en economische sectoren. De meso-omgeving is niet beheersbaar, maar wel beïnvloedbaar. 11 Micro-economie bestudeert het economisch gedrag van afzonderlijke gezinnen en bedrijven.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 16 -
cursist: P.C.P. Hendriks
demografische, economische, politieke, ecologische, sociaal culturele en technologische factoren. Hieronder staan deze afzonderlijk beschreven. Demografische factoren: Een kenmerk van de Westerse economie is dat de bevolking ‘vergrijst’. Ouderen gaan minder werken, of gaan met pensioen. Vaak krijgen ze meer tijd en financiële middelen. Deze bevolkingsgroep gaat zijn tijd ook anders besteden. Zo zit men steeds minder achter de geraniums. Onderzoek heeft bijvoorbeeld uitgewezen dat 22% van de Nederlandse vijftigplussers tot minimaal een sociaal netwerk behoort. (Lanting: 2010, 42). Op deze demografische trend kan de NMP inspelen door voor deze doelgroep activiteiten te organiseren. Of door deze leden op basis van geboortedatum te benaderen om zich als actief lid voor de vereniging in te zetten. De omvang van de bevolking blijft in de Westerse economie vrij constant. Het opleidingsniveau in deze economie verandert ook niet noemenswaardig. Daarbij blijft de verhouding mannen/vrouwen hetzelfde. Economische factoren: De wereldwijde economische ontwikkeling is op dit moment stabiel, tot licht negatief. De meest recente cijfers van het CBS (juni 2010) die zijn weergegeven in tabel 1 hieronder, laten een kleine stijging zien in economische groei ten opzichte van het laatste kwartaal van 2009. CBS-basisgegevens Nederland Aantal inwoners Economische groei Werkloze beroepsbevolking Consumentenvertrouwen Inflatie Slachtofferschap criminaliteit Gezond of zeer gezond
Cijfer (aantal, percentage of kengetal) 16 592 206 0,6% 5,6% -18 1,0% 25,4% 81,4%
Periode maart 2010 1e kwartaal 2010 maart - mei 2010 juni 2010 mei 2010 2008 2009
Tabel 1: CBS-cijfers voorjaar 2010
De trend in het consumentenvertrouwen is negatief. Het ligt vandaag de dag op het niveau van december 2005. De consument spaart wel meer. Het spaartegoed groeide in het eerste kwartaal 2010 met gemiddeld 800 miljoen euro per maand tot een totaal van 291,3 miljard euro. De lage consumptie is opmerkelijk omdat met de koopkracht nog weinig aan de hand is. De lonen stijgen, maar wel minder dan in voorgaande jaren. De inflatie en spaarrente zijn laag. Toch geeft de consument zijn geld niet uit. De werkloosheid nam de afgelopen maanden af en lag in april 2010 op 5,6% van de beroepsbevolking. Voor de NMP als vereniging spelen economische factoren een kleinere rol dan voor een commercieel bedrijf. De NMP merkt er pas wat van als het besteedbaar inkomen per gezin (lees: lid) dusdanig afneemt dat men het lidmaatschap van de NMP beëindigt. De jaarcontributie voor het lidmaatschap van de NMP is tijdens de Algemene LedenVergadering (ALV) van 6 maart 2010 vastgesteld op zeven euro. Tijdens de ALV bleek dat het gemiddelde lid al twaalf euro per jaar aan contributie betaalt. Daaruit blijkt dat de leden bereid zijn een hogere contributie per jaar te betalen.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 17 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Politieke factoren: Politieke factoren zijn, de wijze waarop en de mate waarin een overheid ingrijpt in de economie. Voorbeelden hiervan zijn fiscaal beleid, arbeidsrecht, milieurecht, handelsbeperkingen, tarieven en politieke stabiliteit. Ook duurzaamheid, milieu en natuur vallen hieronder. Politieke factoren kunnen ook diensten zijn die de overheid wil verlenen. De overheid heeft grote invloed op de gezondheid, het onderwijs en de infrastructuur van een land. In deze tijd van Al Gore, Kyoto, uitgeputte gas- en oliereserves, uit de pan rijzende benzineprijzen en het olielek van BP in de Golf van Mexico, is het ook in het belang van de overheid om de ontwikkeling van duurzame energie te stimuleren. De politiek heeft van klimaat en milieu belangrijke onderwerpen gemaakt. Duurzame ontwikkeling voorziet in de behoeften van de huidige en komende generaties. Vaak gaat duurzaamheid gepaard met technologische ontwikkeling. Om bedrijven bij deze ontwikkeling door de eerste moeilijke fase heen te helpen, is het belangrijk dat de overheid deze onzekerheden voor ondernemers zo goed mogelijk helpt te verkleinen. Dit kan bijvoorbeeld door extra geld beschikbaar te stellen voor alternatieve energieopwekking zoals: het gebruik van aardwarmte12, biomassavergassing, zonne-energie of het aanleggen van windmolenvelden. Maar bijvoorbeeld ook door de wet- en regelgeving voor dit soort projecten te vergemakkelijken. De mate waarin overheden moeten ingrijpen in de markt en andere onderdelen van de samenleving om het milieu te beschermen, is onderwerp van veel discussies. Liberale partijen willen dat de overheid de markt zoveel mogelijk met rust laat, terwijl groene partijen zoveel mogelijk willen doen om het milieu te beschermen. Behalve overheden houden ook maatschappelijke organisaties zoals de NMP zich bezig met de bescherming van het milieu en de voorlichting daarover. Zoals uit de probleemstelling van dit onderzoek blijkt, staan de politieke factoren centraal. In de hoofdstukken 3 en 4 wordt verder ingegaan op de politieke factoren die direct van invloed zijn op het functioneren van de NMP. Ecologische factoren: Tot ecologische factoren worden zaken zoals natuurlijke hulpbronnen, milieuvervuiling, recycling en de uitstoot van schadelijke gassen gerekend. Menselijk handelen leidt tot milieuverontreiniging. Omdat het milieu een collectief goed is, is het een taak van de overheid om dit te beschermen. Voor het milieubeleid maakt ze gebruik van verschillende instrumenten, zoals milieueducatie, voorschriften, belastingen en subsidies. Het milieu bestaat uit het ecologische milieu en de sociale omgeving. In de betekenis van ecologische leefomgeving of 'leefmilieu', is het milieu onderdeel van onze fysieke omgeving. Het is de levende en niet levende natuur waarin het menselijk leven en het menselijk bestaan mogelijk is en plaatsvindt. Binnen de wetenschap zijn er verschillende specialismen die de relatie tussen mens en milieu onderzoeken, waaronder milieuwetenschappen, milieueconomie, en milieufilosofie.
12
Aardwarmte of geothermie is energie die kan ontstaan door het temperatuurverschil tussen de aardoppervlakte en diep in de aarde gelegen warmtereservoirs. Deze aardwarmte kan ingezet worden voor de winning van energie.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 18 -
cursist: P.C.P. Hendriks
De zorg voor het milieu is de laatste jaren veel belangrijker geworden. Hierdoor worden de milieuvoorschriften scherper en zullen er beperkingen opgelegd worden aan productieprocessen. Maar de strenge eisen leveren ook kansen op voor het bedrijfsleven. Op het gebied van de milieutechnologie en bijvoorbeeld het bestrijden van geluidshinder betekenen strengere voorschriften meer afzetmogelijkheden. De overheid en industrie hebben te maken met de zorg voor het landschap. Het opofferen van natuur voor economische noodzaak wordt zelden geaccepteerd. Hier moet de overheid zo zorgvuldig mogelijk mee omgaan. Wanneer het bedrijf goed zorgbiedt voor de natuur kan dit positief uitpakken. Veel mensen geven namelijk om het milieu en kopen eerder producten van een bedrijf die rekening houdt met de natuur en het milieu. Jolanda Maas deed in 2009 een promotieonderzoek onder de naam ‘Vitamine G’. Ze onderzocht de algemene relatie tussen groen en gezondheid, in samenwerking met Alterra13, voor het NIVEL14. De doestellingen van dit onderzoek waren: Inzicht krijgen in de sterkte van de relatie tussen een groene omgeving en gezondheid, welzijn en sociale veiligheid; Achterhalen welke mechanismen ten grondslag liggen aan die relatie. Enkele citaten uit het onderzoek: “Mensen die meer tijd doorbrengen in een groene woonomgeving herstellen sneller van stress. Ziekte of het overlijden van een naaste hebben bijvoorbeeld bij mensen die ‘groen’ wonen minder effect op hun gezondheid. Maar ook ‘bewegen’ en ‘sociale contacten’ zijn niet helemaal weg te cijferen als verklaring voor de heilzame werking van groen. Zo tuinieren mensen uit een groene woonomgeving vaker en langer, en fietsen zij meer minuten naar hun werk. Verder voelen zij zich minder eenzaam en ervaren ze minder vaak een tekort aan sociale contacten.” Daarbij werd gekeken naar zowel platteland als stad, naar oud en jong, èn naar hoge en lage opleidingsniveaus. “In alle gevallen blijkt de hoeveelheid groen in de woonomgeving een positieve relatie te vertonen met de ervaren gezondheid van mensen. Dus ook mensen met een lager opleidingsniveau voelen zich gezonder in een groenere buurt.” “Groen is méér dan een luxe product”, stelt Maas, “het werkt gezondheidsbevorderend. Bovendien voelen mensen in een groene woonomgeving zich veiliger. Er zou dan ook meer aandacht moeten komen voor groen in de leefomgeving bij het inrichten van wijken en steden. Daarbij kan de Nederlandse gezondheidszorg groen actiever inzetten voor de gezondheid van patiënten. Waarom zou een huisarts patiënten niet vaker aanraden een wandelingetje te maken in het bos? Verder zou ieder verpleeg- of ziekenhuis eigenlijk een binnentuin moeten hebben waar patiënten even tot rust kunnen komen.” Een samenvatting van het Vitamine G-onderzoek is te lezen in bijlage 4. Voor de NMP zijn de ecologische factoren in de maatschappij van belang bij het opstellen van de strategische doelen. Deze factoren komen ook terug in de communicatie naar de achterban en de beïnvloeding van de publieke opinie en het uitvoeren van de taken.
13
Alterra: kennisinstituut voor de groene leefomgeving. Alterra maakt deel uit van Wageningen University & Research centre. 14 NIVEL: Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 19 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Sociaal culturele factoren: Sociaal-culturele factoren zijn bijvoorbeeld de leefgewoonten, opvattingen en normen en waarden binnen een maatschappij. In de Nederlandse samenleving doen zich tal van sociaal-culturele veranderingen voor die ook effecten hebben op regionaal gebied. Het Sociaal en Cultureel planbureau noemt als belangrijke beeldbepalende ontwikkelingen de 'vijf I's' (Schnabel, 2000: website Raad voor het Landelijk Gebied). De ‘I’s’ staan voor: Individualisering: de combinatie van toegenomen persoonlijke vrijheid in het leven en toenemende afhankelijkheid van overheidsregels (zoals het optrekken van de AOW-leeftijd en steeds langer wordende verzorgingsketens). De economische en sociale consequenties zijn groot. Zo telt het gemiddelde huishouden nu nog maar 2,2 personen. Dat is een halvering ten opzichte van een halve eeuw geleden. Het gevolg is een grotere behoefte aan individuele voorzieningen (zoals een huis). Informalisering: democratisering van de samenleving betekent overgang van een door stabiele organisaties bepaalde maatschappij naar een veel flexibelere netwerksamenleving. Hierin is steeds minder plaats voor een elite die als model en gids functioneert. Informatisering: ontwikkeling in de richting van virtueel contact zoals bijvoorbeeld bij sociale netwerken15 als Hyves, Facebook en LinkedIn. Internationalisering: in de economie, de bevolking, de cultuur, de politiek. Overal is te zien hoe nationale grenzen vervagen. ‘Global players’ bepalen het beeld van de nationale- en internationale economie. Internationalisering is ook zichtbaar in de vorm van grote stromen migranten. Er ontwikkelt zich een internationale identiteit die versterking van de nationale identiteit niet in de weg blijkt te staan. Intensivering: meer dan ooit staat het leven in het teken van het verlangen het leven ook ten volle te kunnen beleven. Het leven is een project geworden; een opdracht om eruit te halen wat erin zit, vooral door de ontplooiing van de eigen wensen, gevoelens en mogelijkheden. De leefgewoonten, opvattingen en normen en waarden binnen een maatschappij zijn voor de NMP van cruciaal belang. De vereniging verleent het bestaansrecht aan deze waarden. Door lid te worden van de vereniging tonen mensen aan belang te hechten aan natuur- en milieubescherming. Technologische factoren: Technologische omgevingsfactoren zijn vernieuwingen op het gebied van producten, productiemethoden of productiesystemen. Ze kunnen een belangrijke invloed hebben op verdere ontwikkelingen op de markt, zonder dat een bedrijf daar direct invloed op kan uitoefenen of precies kan voorspellen in welke richting de ontwikkeling gaat. Tot de technologische factoren behoort ook de infrastructuur van een land of regio. De aanwezigheid van snelle vervoersmogelijkheden en goede communicatievormen (zoals telefoon, e-mail, internet en dergelijke) bepalen de ontwikkeling van bedrijven. Er is een direct verband tussen verstedelijking en technologische vooruitgang. Technologie ontwikkelt zich het snelst waar relatief veel mensen dicht op elkaar wonen. Technologie is een gevolg van behoefte, maar ook van het aanwezig zijn van mensen die in die behoefte kunnen voorzien. Sterke technologische ontwikkeling is een kenmerk van een volk dat een samenleving is geworden.
15
Onder ‘Technologische factoren’ wordt hier verder op in gegaan.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 20 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Technologie maakt het leven vaak makkelijker en aangenamer. Uiteindelijk kan technologie het zelfs mogelijk maken voor leden van een samenleving om de centrale woonkern te verlaten en toch onderdeel van de maatschappij te blijven. Paradoxaal genoeg kan technologie ertoe leiden dat de samenleving - de mensen die samen gingen wonen ter onderlinge verdediging en ondersteuning - niet meer samenleeft. Voorbeeld hiervan is de toename van sociale netwerken op internet zoals: Hyves, Facebook en LinkedIn. Deze internetsites zijn gebaseerd op de Web 2.0-techniek. In het boek Connect (Lanting, 2010: 30-31) wordt over Web 2.0 geschreven; “de Web 2.0techniek maakt het mogelijk een nieuw type website te ontwikkelen, namelijk interactieve- en open platformen. De volgende kenmerken vormen het hart van Web 2.0-internetsites: Openheid: alle content is voor iedereen toegankelijk en aanpasbaar. Gebruikers hebben invloed op de gebruikte sites, toepassingen en software. Het ‘eigendom’ hoort deels toe aan het online sociale netwerk. Dynamische content: de inhoud van de websites verandert en wordt mede bepaald door de gebruikers. Van onderaf: in plaats dat een beperkte groep individuen de content van de website bepaalt, wordt deze juist van ‘onderaf’ ingevuld. Cocreatie: het samen en in openheid creëren van nieuwe content of verrijking van bestaande content. De netwerkfactor: hoe meer mensen participeren, hoe waardevoller de interactie en de door cocreatie verzamelde content worden. Holistisch: verschillende toepassingen worden met elkaar gecombineerd of samengevoegd. De ervaring van de gebruiker vormt het uitgangspunt. Waardeperceptie: niet alleen het bevredigen van de eigen behoefte staat centraal. Er is ruimte om content te creëren en te delen met anderen.” De technologische ontwikkeling is verweven met economische ontwikkelingen en ontwikkelingen in de maatschappelijke structuur en cultuur. Op de korte termijn zijn er enkele trends die het waarschijnlijk maken dat er bepaalde ontwikkelingen op zullen volgen. Door doorontwikkeling van communicatie en computerapparatuur worden apparaten steeds kleiner en makkelijker in gebruik. Te denken valt aan het elektronisch boek en de nieuwe versies van de mobiele telefoons van Apple en Google. Vanuit milieuoogpunt neemt de vraag naar de technologische ontwikkeling van duurzame energieopwekking toe. Daarbij valt te denken aan een verdere ontwikkeling van zonne-energie en elektrische aangedreven vervoersmiddelen. Maar ook de ontwikkeling van materialen waarmee wegen worden aangelegd om geluidshinder in te perken. De technologische ontwikkelingen op het gebied van duurzaamheid en communicatie zijn voor de NMP interessant. Vernieuwingen op dit gebied hebben direct raakvlakken met het strategisch beleid. De komst van sociale netwerken gebaseerd op de Web 2.0-kenmerken, is hier een goed voorbeeld van. 2.2.3
Directe omgeving: markt, concurrentie, belanghebbenden
De analyse van de marktomgeving richt zich vooral op het meso-niveau van de bedrijfstak. Het onderzoek moet duidelijkheid verschaffen over belangrijke ontwikkelingen in de markt en over de voorwaarden om succesvol in die markt te opereren. De directe omgeving wordt ook wel aangeduid als taakomgeving van de
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 21 -
cursist: P.C.P. Hendriks
onderneming. Bij commerciële ondernemingen wordt vaak een marktanalyse uitgevoerd op basis van het ‘vijfkrachtenmodel’16 van M.E. Porter17. Dit vijfkrachtenmodel is opgebouwd uit de onderdelen (krachten): Interne concurrentie binnen de bedrijfstak Potentiele concurrentie door: o aanbieders van substituten o nieuwe toetreders tot de bedrijfstak Onderhandelingskracht van de leveranciers Macht van de afnemers Een volledige analyse op basis van het model van Porter gaat voor de NMP als vereniging wat ver. Zo is bijvoorbeeld de onderhandelingskracht van leveranciers nagenoeg niet van toepassing voor deze vereniging. Toch kan de NMP binnen de bedrijfstak van natuur- en milieuverenigingen wel concurrentie ervaren van andere organisaties die zich bezighouden met het behartigen van de natuur en/of het milieu. In tabel 2 staat een overzicht van deze ‘interne concurrenten’ die actief zijn in de omgeving van de gemeente PijnackerNootdorp. Naam organisatie Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging (KNNV) afdeling Delfland Vogelwacht Delft en omstreken Initiatiefgroep Natuurbeheer Delft Instituut Voor Natuurbeschermingseducatie (IVN) afdeling Delft Stichting Werkgroep Groenbeheer Nootdorp - Leidschendam Zuid-Hollands Landschap Natuurmonumenten
Plaats Delft Delft Delft Delft Nootdorp Rotterdam Landelijk
Tabel 2: overzicht van natuur- en milieuorganisaties in de omgeving Pijnacker-Nootdorp
De macht van de afnemers is eveneens een kracht uit het model van Porter. Voor de NMP zijn de afnemers de leden van de vereniging en in mindere mate de inwoners van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Neem bijvoorbeeld een artikel over de natuur dat door de NMP wordt geplaatst in de weekkrant Telstar. Dit artikel is door alle lezers van de Telstar te lezen. Ook de website van de NMP is voor alle internetgebruikers zichtbaar. Het verenigingsblad ‘de Verderkijker’ wordt verspreid onder de leden en is ook te vinden op de gemeentekantoren en in de bibliotheken in de gemeente. De belanghebbenden vallen onder de omgevingsfactoren. Het zijn bijvoorbeeld de gemeente PijnackerNootdorp maar ook de Provincie Zuid-Holland en het Waterschap. Deze partijen zijn in zekere zin van elkaar afhankelijk. Bij een aanpassing van een bestemmingsplan heeft de NMP de mogelijkheid om bezwaar aan te tekenen of een juridische procedure op te starten. Genoemde partijen hebben er meestal belang bij om dat te voorkomen door tijdig met elkaar in gesprek te gaan.
16
Porter's vijfkrachtenmodel geeft een nuttige voorstelling van mogelijke concurrentiekrachten waar een bedrijf voor kan komen te staan. Naast de rivaliteit tussen bestaande concurrenten onderscheidt Porter de dreiging van nieuwe toetreders, macht van leveranciers, macht van afnemers, en dreiging van substituten. 17 Porter, M.E. (1980): Competitive Strategy: Techniques for Analysing Industries and Competitors. New York, The Free Press.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 22 -
cursist: P.C.P. Hendriks
2.3 Interne analyse De interne analyse richt zich op de organisatie zelf. Er wordt als het ware een interne diagnose van de organisatie opgesteld. De uitkomsten van de interne analyse zijn bij veranderingen bepalend voor het vaststellen van de kloof tussen de bestaande (ook wel de IST-situatie18) en gewenste situatie (ook wel SOLLsituatie). Dit verschil vormt het uitgangspunt voor de veranderstrategie. Bij commerciële ondernemingen wordt voor het opstellen van de interne diagnose vaak gebruikgemaakt van organisatiediagnosemodellen zoals: de BCG-matrix 19, het 7S-model20 en het model van de generieke concurrentiestrategieën21. De interne analyse voor een onderneming belicht doorgaans de volgende drie onderdelen: Organisatie(structuur) Marketing Financiële situatie Met de interne analyse worden de sterktes en zwaktes van de organisatie in beeld gebracht. In deze paragraaf worden de drie genoemde onderdelen in relatie tot de NMP uitgewerkt. 2.3.1
Organisatie(structuur)
De NMP is een non-profit organisatie in de juridische vorm van een vereniging met ongeveer vierhonderd leden en een zeskoppig bestuur: bestaande uit een voorzitter, secretaris22, penningmeester en vier bestuursleden. Het bestuur van de NMP bestaat uit vrijwilligers. De NMP heeft geen winstoogmerk. De exploitatie dient op zijn minst kostendekkend te zijn, ofwel budgettair neutraal. De huidige strategie van de NMP is beschreven in paragraaf 2.1. De cultuur van de NMP is open en informeel. Huizinga en Tack schrijven in het boek ‘Architectuur voor verenigingen’(Huizing en Tack: 2009, 10) dat er vier basisactiviteiten in de organisatie van een vereniging te onderscheiden zijn: Uitvoering: inclusief het leidinggeven eraan. Het gaat hierbij om concrete handelingen die voornamelijk van administratieve of secretariële aard zijn. Zoals het opmaken van het ledenblad. Beleidsvoering: het samenspel van doelen en middelen dat het kader verschaft waarbinnen de uitvoering plaatsvindt. Beleid geeft richting en samenhang aan de diverse concrete handelingen en heeft betrekking op afzonderlijke dossiers.
18
IST-situatie is de uitgangssituatie om de gewenste situatie, de SOLL-situatie te bereiken. De BCG-matrix is ontwikkeld door de Boston Consulting Group en geeft een beeld van de marktgroei/het groeipotentieel ten opzichte van het relatieve marktaandeel van een onderneming. 20 Het 7S-model is een systeem - ontworpen door voormalige McKinsey-medewerkers - om de kwaliteit te meten van de prestaties die een onderneming levert. De zeven 'S'-factoren zijn verdeeld in drie 'harde' (strategy, structure en systems) en vier 'zachte' (style, shared value, skills en staff). 21 Het model van generieke concurrentiestrategieën is ontwikkeld door M.E. Porter en gaat ervan uit dat succes alleen behaald wordt door bedrijven die zich op een unieke wijze weten te onderscheiden van hun concurrenten. Dit kan door een uniek aanbod op de markt te brengen of door een unieke benadering van de markt. Uit de praktijk blijken drie bronnen van concurrentievoordeel te bestaan: kostenleiderschap, differentiatie en focus. 22 De functie van secretaris staat vacant (juli 2010). Deze functie wordt tijdelijk door een bestuurslid erbij gedaan. Als het bestuur compleet is, bestaat het uit zeven personen. 19
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 23 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Strategieontwikkeling en toezicht: strategieontwikkeling legt de hoofdlijnen en prioriteiten van het verenigingsbeleid vast vanuit een meerjarig perspectief. Een vastgestelde strategie vormt vervolgens de basis voor proactief toezicht dat het niveau van incidentenpolitiek en detailbemoeienis weet te ontstijgen. Goedkeuring: de gecontroleerde activiteiten van leden zoals die gestalte krijgen via de ALV. Hierbij kan men denken aan de goedkeuring van het te voeren strategisch beleid en de daarop gebaseerde begroting en de goedkeuring van het gevoerde beleid, inclusief het financieel jaarverslag. Verder valt het benoemen, schorsen en ontslaan van (leden van) het bestuur hieronder. Het is van belang deze basisactiviteiten goed te onderscheiden omdat de verdeling van deze activiteiten over de verenigingsorganen wijzigt onder invloed van de toenemende professionalisering. Als de dynamiek van de verandering goed wordt begrepen en niet als bedreigend wordt gezien, is het mogelijk zodanige aanpassingen aan te brengen, dat de vereniging haar balans hervindt en krachtiger dan voorheen gaat opereren. De beschreven opzet van basisactiviteiten kan voor een relatief kleine vereniging als de NMP interessant zijn. Een dergelijke basisstructuur houdt de organisatie binnen de vereniging overzichtelijk. Daarmee kan de vereniging gemakkelijk inspelen op de dynamiek van verandering. 2.3.2
Marketing
De marketing van een organisatie wordt dikwijls beschreven met behulp van de zogenaamde ‘marketingmix’23 gebaseerd op vier ‘P-‘s. Deze zijn: Product, Plaats, Promotie en Prijs. Soms wordt de marketingmix uitgebreid met andere P’s zoals: Personeel en Proces. De oorspronkelijke vier P’s zijn vooral van belang in de marketing van consumentengoederen, zoals supermarktproducten of duurzame goederen, als witgoed of auto's. De marketingmix is een duidelijk en vaak toegepast instrument en wordt daarom ook gebruikt om de marketingpositionering van de NMP te beschrijven. Product(mix): deze bestaat uit fysieke producten of diensten. De NMP levert geen fysiek product met bepaalde kenmerken, functies en afmetingen. Ook levert ze geen product met een bepaalde verpakking en garantieregeling. Wel levert ze een dienst aan haar leden. Deze is beschreven in paragraaf 2.1. In termen van de marketingmix geldt dat het product - in het geval van de NMP ‘de dienst ‘ - voor de korte termijn vaststaat. Wijzigingen van deze dienst kosten tijd omdat de leden hun akkoord op eventuele wijzigingen moeten geven via de ALV. Plaats: de plaats waarin de NMP opereert is de gemeente Pijnacker-Nootdorp, met daarbij de nadruk op het ‘Pijnackerse-deel’ van de gemeente. De NMP heeft geen verenigingsgebouw. Bijeenkomsten of vergaderingen vinden telkens op een andere locatie plaats. Voor de ALV wordt regelmatig gebruikgemaakt van de boerderij van Natuurmonumenten in natuurgebied Ackersdijk in Pijnacker. Promotie: onder promotie valt de communicatie van de vereniging die gericht is op het stimuleren van de werving van nieuwe leden en het creëren van naamsbekendheid. Enkele specifieke activiteiten voor de NMP die onder de promotie vallen zijn: het uitbrengen van folders en flyers, het publiceren van artikelen in de lokale media, deelnemen aan evenementen en beurzen en het onderhouden en bijhouden van de website. 23
Marketingmix: is de combinatie van instrumenten die een organisatie kan gebruiken voor het invullen van haar marketingstrategie. Het gebruik van elk van deze instrumenten en hun onderlinge wisselwerking is onder andere afhankelijk van de doelstellingen, de markt, de doelgroep en de concurrentie.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 24 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Prijs: hierbij kan gedacht worden aan de prijs die de leden betalen voor het jaarlijkse lidmaatschap van de NMP. Het bestuur van de NMP bepaalt, na overleg met de leden, de hoogte van de jaarlijkse contributie. Het weegt de prijs van dit lidmaatschap af tegen de kosten die door de vereniging gemaakt worden om de beoogde doelen te realiseren en aan haar verplichtingen te kunnen voldoen.
2.3.3
Financiële situatie
De ‘output’ van de NMP is moeilijk in geld uit te drukken. Uit het financieel jaarverslag van 2009, dat gepubliceerd is in verenigingsblad ‘de Verderkijker’ van januari 2010, blijkt dat de NMP een financieel gezonde vereniging is. OVERIGE TEKST VOOR PUBLICATIE VERWIJDERD. De externe en interne analyse geven een beeld van de omgevingsfactoren voor de NMP en de NMP als organisatie op zich. In het volgende hoofdstuk worden de SWOT-analyse en bijbehorende confrontatiematrix uitgewerkt met behulp van de resultaten uit het kwalitatief onderzoek.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 25 -
cursist: P.C.P. Hendriks
3
SWOT-analyse en confrontatiematrix
Het kwalitatief onderzoek vond plaats tussen eind maart en begin juli 2010. De resultaten hiervan vormden het uitgangspunt voor de SWOT-analyse. Voor het onderzoek werden in totaal twaalf mensen geïnterviewd. Zij beantwoordden ieder dezelfde vragen, zodat de antwoorden goed met elkaar vergeleken konden worden. Als een geïnterviewde een vraag niet kon beantwoorden, werd deze vraag weggelaten in het interviewverslag. Bij het opstellen van de SWOT-analyse werd alleen de input gebruikt van geïnterviewden die bekend zijn met de NMP. In totaal waren dat zes van de twaalf geïnterviewden. De vragenlijst en de uitwerking van alle gesprekken is bijgesloten in bijlage 6. Voor het opstellen van de SWOT-tabel zijn - op elkaar lijkende - antwoorden samengevoegd tot maximaal drie aandachtspunten per kwadrant (sterkten, zwakten, kansen, bedreigingen). In tabel 3 is het resultaat van de SWOT-analyse weergegeven. 3.1 SWOT-analyse SWOT Intern
Positief Sterkten Het feit dat de NMP er is Betrokken en deskundige bestuursleden Initiatieven van de NMP op het gebied van duurzaamheid
Extern
Kansen Deelname aan het ontwikkelen van natuurgebieden zoals de Zuidpolder en de Groenzoom Meer in de publiciteit treden/profileren in de wijken Voorlichting geven aan leden/inwoners
Negatief Zwakten Het bestuur ontbreekt het aan vaardigheden om te netwerken en lobbyen. Daardoor heeft het te weinig kennis van wat er speelt Te weinig capaciteit om het werk uit te voeren (te weinig actieve leden) Onvoldoende zichtbaar en aanwezig in het werkgebied (geen ‘verenigingsgebouw’) Bedreigingen Invloed van buitenaf (bijvoorbeeld: ondernemers en andere natuurbeheerders) De druk op de open gebieden door verregaande verstedelijking Teruglopend aantal leden en de vergrijzing van de leden
Tabel 3: SWOT-analyse Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
De meeste geïnterviewden vonden het een ‘sterkte’ dat de NMP als vereniging bestaat en dat de bestuursleden op vrijwillige basis en met veel enthousiasme tijd steken in het uitvoeren van de bestuurstaak. Twee geïnterviewden noemden de initiatieven op het gebied van duurzaamheid als een sterkte. Ook de opmerking bij ‘zwakten’ dat er weinig capaciteit binnen de vereniging is om al het werk uit te voeren, werd door twee mensen genoemd. Aanvullend werd opgemerkt dat er weinig actieve leden zijn die zich inzetten voor de vereniging. De inrichting van natuurgebied ‘Zuidpolder’ kwam meerdere keren als kans naar voren, net als de opmerking dat de NMP vaker in de publiciteit kan treden. De afname van de open (groen)gebieden door stedelijke ontwikkeling, de invloed van buitenaf van bijvoorbeeld ondernemers en andere natuurbeheerders en de afname en vergrijzing van de leden kwamen een aantal keer als bedreiging naar voren. Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 26 -
cursist: P.C.P. Hendriks
De SWOT-analyse vormt het uitgangspunt voor de confrontatiematrix, waarin ‘de sterkten en zwaktes’ tegen ‘de kansen en bedreigingen’ worden afgezet. Hiermee worden de nieuwe strategische aandachtgebieden in beeld gebracht. De ingevulde confrontatiematrix is in tabel 4 opgenomen. 3.2 Confrontatiematrix Confrontatie matrix
Sterkten
Legenda
Kansen
Bedreigingen
+ = positief ++= zeer positief - = negatief -- = zeer negatief +* en -*= vereist aandacht ++* en --* vereist onmiddellijk aandacht
Deelname aan de ontwikkeling van natuurgebieden zoals de Zuidpolder en de Groenzoom
Meer in de publiciteit treden / profileren in de wijken
Voorlichting geven aan leden / inwoners
Het feit dat de NMP er is
+
+
+
Betrokken en deskundige bestuursleden
++
Initiatieven van de NMP op het gebied van duurzaamheid
Zwakten
Het bestuur ontbreekt het aan vaardigheden om te netwerken en lobbyen en heeft daarmee te weinig kennis van wat er speelt Te weinig capaciteit om het werk uit te voeren (te weinig actieve leden) Onvoldoende zichtbaar en aanwezig in het werkgebied (geen ‘verenigingsgebouw’)
Invloed van buitenaf
De druk op de open gebieden
Teruglopend aantal leden en vergrijzing van de leden
+* +*
+*
-
--
+
--*
--*
-*
-*
--*
--
Tabel 4: Confrontatiematrix Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker
In de confrontatiematrix zijn in ieder kwadrant de verschillende aandachtsgebieden gewaardeerd. De belangrijkste kwesties die raakvlak met elkaar hebben, zijn met de tekens ‘++’ en ’ --‘ aangegeven. Ook de belangrijkste verbanden tussen ‘sterkten en bedreigingen’ en ‘zwakten en kansen’ zijn met ‘++*’ en ‘--*’ weergegeven in de matrix. Deze aandachtsgebieden eisen onmiddellijke aandacht. Minder belangrijke kwesties worden lager gewaardeerd met een ‘+’, ‘- ‘, ‘+*’ of ‘-*’. Met behulp van deze waarderingen zijn de (belangrijkste) strategische aandachtgebieden in kaart gebracht. In de praktijk komt het erop neer dat de confrontatiematrix vier mogelijke strategieën oplevert: offensief, defensief, ‘schoon schip maken’ of overleven. Deze vier strategieën komen voort uit de volgende combinaties: Kans + Sterkte: wanneer er sprake is van zowel een kans als een sterkte, hoort daar het offensief als strategische keuze bij. Met een sterkte op een kans inspelen is mogelijk door te groeien of door de sterkte verder uit te buiten.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 27 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bedreiging + Sterkte: de bijbehorende strategie is hier het defensief. De sterkten worden benadrukt. Met een sterkte een bedreiging de baas blijven, kan door te verdedigen of door te concurreren met een sterkte. Kans + Zwakte: hier is de te volgen strategie ‘schoon schip maken’. Met een zwakte inspelen op een kans kan door de zwakte te verbeteren of door deze om te buigen in een sterkte. Bedreiging + Zwakte: hier is ‘overleven’ of ‘omdraaien’ het scenario. Er is mogelijk een situatie van crisis waarin een ommekeer bewerkstelligd moet worden om eruit te komen. Met een zwakte op een bedreiging inspelen kan door terug te trekken of te vermijden.
Deze vier strategieën verhelderen de belangrijkste en meest zwaarwegende kwesties - die de waardering ‘++’ , ’ --‘, ‘++*’ of ‘--*’ kregen - met de volgende vier vragen: Hoe benutten we sterkte x om in te spelen op kans y? = confrontatie Sterkte versus Kans. Hoe benutten we sterkte x om bedreiging y af te weren? = confrontatie Sterkte versus Bedreiging. Hoe buigen we zwakte x om, om in te spelen op kans y? = confrontatie Zwakte versus Kans. Hoe buigen we zwakte x om, om bedreiging y af te weren? = confrontatie Zwakte versus Bedreiging. Door het beantwoorden van deze vier vragen wordt inzichtelijk voor welke uitdagingen een onderneming staat en wat het kernprobleem is. De antwoorden vormen de basis voor de nieuw te volgen strategie. Om dit voor de NMP in beeld te brengen, zijn voor de zes meest zwaarwegende kwesties uit de confrontatiematrix in tabel 4, de volgende strategievragen geformuleerd: 1. Hoe benutten we de sterkte betrokken en deskundige bestuursleden om in te spelen op de kans deelname aan het ontwikkelen van natuurgebieden zoals de Zuidpolder en de Groenzoom? = offensief. 2. Hoe buigen we de zwakte het bestuur ontbreekt het aan vaardigheden om te netwerken en lobbyen en daarmee heeft het te weinig kennis van wat er speelt om, om in te spelen op de kans deelname aan het ontwikkelen van natuurgebieden zoals de Zuidpolder en de Groenzoom? = ‘schoon schip maken’. 3. Hoe buigen we de zwakte het bestuur ontbreekt het aan vaardigheden om te netwerken en lobbyen en daarmee heeft het te weinig kennis van wat er speelt om, om de bedreiging de druk op de open gebieden af te weren? = overleven. 4. Hoe buigen we de zwakte te weinig capaciteit om het werk uit te voeren (te weinig actieve leden) om, om in te spelen op de kans deelname aan het ontwikkelen van natuurgebieden zoals de Zuidpolder en de Groenzoom? = ‘schoon schip maken’. 5. Hoe buigen we de zwakte onvoldoende zichtbaar en aanwezig in het werkgebied (geen ‘verenigingsgebouw’) om, om in te spelen op de kans meer in de publiciteit treden/profileren in de wijken? = ‘schoon schip maken’. 6. Hoe buigen we de zwakte onvoldoende zichtbaar en aanwezig in het werkgebied (geen ‘verenigingsgebouw’) om, om de bedreiging teruglopend aantal leden en vergrijzing van de leden af te wenden? = overleven. Een strategievraag valt onder de strategie ‘offensief’. Drie vragen vallen onder ‘schoon schip maken’ en twee onder ‘overleven’. De strategie ‘defensief’ is niet zwaarwegend gebleken. In hoofdstuk 4 worden de zes strategische vragen verder beantwoord en uitgewerkt naar nieuwe strategische opties. Daarbij worden ook de vraag uit de probleemstelling en de geformuleerde deelvragen beantwoord.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 28 -
cursist: P.C.P. Hendriks
4
De strategische opties: wat levert het op..?
De antwoorden op de zes strategische vragen uit het vorige hoofdstuk, geven inzicht in de strategische opties. 1. Hoe benutten we de sterkte betrokken en deskundige bestuursleden om in te spelen op de kans deelname aan het ontwikkelen van natuurgebieden zoals de Zuidpolder en de Groenzoom? In deze vraag ligt de kracht van (het bestuur van) de NMP verscholen. Binnen het bestuur is voldoende knowhow op het gebied van duurzaamheid, groen en milieu. De bestuursleden verwierven deze kennis tijdens in het verleden gevolgde opleidingen of bij het werk dat zij uitoefenen naast hun inspanningen voor de NMP. Door deze kennis en ervaring in te zetten kunnen zij goed adviseren over de plannen voor de natuurgebieden Zuidpolder en Groenzoom (voorheen de Groenblauwe Slinger). Het verleden wees uit dat het bestuur met zijn vakkundigheid resultaten boekte bij het ontwikkelen van de Groenblauwe Slinger. In bijlage 1 is dit terug te lezen. Het is zaak om deze sterkte vast te houden en daarmee de deelname aan het ontwikkelen van nieuwe natuurgebieden - met de Zuidpolder in het bijzonder - te waarborgen. 2. Hoe buigen we de zwakte het bestuur ontbreekt het aan vaardigheden om te netwerken en lobbyen en daarmee heeft het te weinig kennis van wat er speelt om, om in te spelen op de kans deelname aan het ontwikkelen van natuurgebieden zoals de Zuidpolder en de Groenzoom? In deze vraag wordt het verband gelegd met de natuurgebieden die al in ontwikkeling zijn. De realisatie van die nieuwe natuurgebieden wordt daarmee als kans aangeduid. De kern van deze vraag zit in het feit dat de NMP van zich moet laten horen en zich moet laten zien bij de instanties die de inrichting en realisatie van de natuurgebieden onder handen hebben. Pas dan kan de NMP invloed uitoefenen en wensen bespreekbaar maken. 3. Hoe buigen we de zwakte het bestuur ontbreekt het aan vaardigheden om te netwerken en lobbyen en daarmee heeft het te weinig kennis van wat er speelt om, om de bedreiging de druk op de open gebieden af te weren? In deze vraag komt een (kern)probleem naar voren. Daarom is het noodzakelijk om deze zwakte direct aan te pakken. De druk op de open gebieden binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp neemt door de plannen van verregaande verstedelijking alsmaar toe. De lokale politiek speelt hierbij een belangrijke rol. Dit kernprobleem heeft daarom direct een relatie met de vraag uit de probleemstelling: Hoe kan de NMP de (nieuwe) lokale politieke partijen dusdanig beïnvloeden dat de vereniging haar doelstellingen kan behalen? Het blijkt dat de bestuursleden van de NMP onvoldoende vaardigheden hebben om te netwerken en lobbyen. Of het ontbreekt het bestuur aan tijd, of de urgentie wordt er niet van ingezien. De kans is daarbij aanwezig dat men te laat in kennis wordt gesteld van de plannen die de open gebieden aantasten. Om dit te voorkomen, zal het bestuur de vaardigheden op het gebied van netwerken en lobbyen moeten verbeteren. Het is belangrijk er meer tijd voor vrij te maken. Pas dan kan worden voorkomen dat voorgenomen gebiedswijzigingen te laat worden gesignaleerd.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 29 -
cursist: P.C.P. Hendriks
4. Hoe buigen we de zwakte te weinig capaciteit om het werk uit te voeren (te weinig actieve leden) om, om in te spelen op de kans deelname aan het ontwikkelen van natuurgebieden zoals de Zuidpolder en de Groenzoom? Bij een vrijwilligersorganisatie zoals de NMP is het de vraag of de (bestuurs)leden voldoende tijd hebben om de taken uit te voeren. Het kwalitatief onderzoek wijst uit dat de inzet van de actieve leden beperkt is. Ook de bestuursleden hebben slechts beperkte tijd beschikbaar om zich in te zetten voor de NMP. Dat terwijl het van cruciaal belang is dat de NMP een gesprekspartner is bij het ontwikkelen en inrichten van nieuwe natuurgebieden zoals de Zuidpolder. In het geval van deze strategische vraag is het noodzakelijk om ‘schoon schip’ te maken door de zwakte om te buigen in een sterkte. Hierbij kan worden gedacht aan het stellen van prioriteiten binnen het bestuur of aan het benaderen en inzetten van meer actieve vrijwilligers. 5. Hoe buigen we de zwakte onvoldoende zichtbaar en aanwezig in het werkgebied (geen ‘verenigingsgebouw’) om, om in te spelen op de kans meer in de publiciteit treden/profileren in de wijken? Door het benutten van de kans om meer in de publiciteit te treden en de NMP te profileren in het werkgebied, wordt de zwakte dat de NMP onvoldoende zichtbaar en aanwezig is in het werkgebied teniet gedaan. Feit blijft daarbij wel dat de NMP geen vaste (openbare) ruimte in het werkgebied heeft. Zo is er bijvoorbeeld geen ‘clubhuis’ waar ze zich kan laten zien. Naast een vaste stek zijn er echter meer mogelijkheden om de vereniging te profileren. Het is van belang om die mogelijkheden verder te onderzoeken. 6. Hoe buigen we de zwakte onvoldoende zichtbaar en aanwezig in het werkgebied (geen ‘verenigingsgebouw’) om, om de bedreiging teruglopend aantal leden en vergrijzing van de leden af te wenden? Hier wordt een ander (kern)probleem geraakt. Voor de continuïteit van een vereniging is het noodzakelijk dat deze een behoorlijk ledenbestand heeft. Het aantal leden van de NMP is met ongeveer vierhonderd al jaren stabiel. Het probleem is echter dat het ledenaantal niet meegroeit met de stijging van het aantal inwoners in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Dat is geen goede ontwikkeling. Bovendien kwam tijdens het interview met voorzitter Nico van der Helm naar voren dat een relatief groot aantal leden een bovengemiddelde leeftijd heeft. Exacte aantallen hiervan zijn niet beschikbaar. De NMP kan zichzelf niet profileren in een vast verenigingsgebouw of ‘clubhuis’. De vereniging is nu alleen ‘zichtbaar’ met het verenigingsblad, de website, (een paar) informatiebordjes in de wijken en met publicaties in de weekkrant Telstar. Daarnaast neemt de NMP soms deel aan evenementen en organiseert ze met regelmaat een bijeenkomst, cursus of excursie. Om te overleven is het van belang dat de NMP zichtbaarder wordt onder de inwoners van de gemeente Pijnacker- Nootdorp en dat het ledenaantal weer groeit en verjongt. Verderop in dit hoofdstuk komt aan de orde hoe en met welke middelen de verschillende strategische opties kunnen worden gerealiseerd. Samengevat liggen de nodige strategische aanpassingen op de volgende gebieden: Kennis en ervaring van de bestuursleden inzetten bij het ontwikkelen en inrichten van nieuwe natuurgebieden; Verbeteren van de vaardigheden van de bestuursleden op het gebied van netwerken en lobbyen;
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 30 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Tijd vrijmaken om te netwerken en lobbyen en instanties benaderen die (voornemens zijn) natuurgebieden te initiëren en realiseren; Prioriteiten stellen bij het uitoefenen van bestuurstaak; Mogelijkheden uitzoeken waarmee de NMP zich beter kan profileren binnen het werkgebied; Opzetten van acties om leden te werven.
Nu de (nieuwe) strategische aandachtsgebieden in beeld zijn gebracht, is het interessant om de bijbehorende aanpak te beschrijven waarmee deze strategiewijziging kan worden uitgevoerd. Om een complete aanbeveling te doen, worden de adviezen en tips uit de interviews benut. In de volgende paragraaf staan de antwoorden die de geïnterviewden gaven op de vraag uit de probleemstelling en de bijbehorende deelvragen. 4.1 Beantwoorden probleemstelling De probleemstelling in dit onderzoek is: Hoe kan de NMP de (nieuwe) lokale politieke partijen dusdanig beïnvloeden dat de vereniging haar doelstellingen kan behalen? Deze probleemstelling werd tijdens het kwalitatief onderzoek voorgelegd aan de geïnterviewden. De antwoorden luidden als volgt: ‘Meer lobbyen onder de gemeenteraadsleden’, was een antwoord dat meerdere keren werd gegeven. De heren Wever en Hennevanger van D66 gaan hier uitgebreider op in. Zij zeggen dat de NMP de raadsleden actief kan benaderen. Bijvoorbeeld per e-mail of door het bijwonen van de commissievergaderingen ‘Ruimte en Wijken’, waarin onder andere het milieubeleid wordt behandeld. De NMP kan dan gebruikmaken van de mogelijkheid tot inspraak. Beide heren stellen wel dat er de komende jaren weinig middelen beschikbaar zijn om nieuwe ideeën/voorstellen uit te voeren. Input geven en meedenken kan echter altijd. Edo Haitsma van de VVD vindt het in eerste instantie van belang dat de NMP een heldere visie heeft over wat ze de komende jaren wil bereiken. Stap twee is het toetsen van de ideeën onder de leden en bijvoorbeeld de bewonersverenigingen binnen de gemeente. Is er consensus over de gekozen weg, dan is het tijd om de politiek te benaderen. Dat kan op verschillende manieren. Onder andere door in contact te treden met de fracties van de politieke partijen. Zo kan de NMP de fracties inlichten over haar ideeën. Een andere manier de politiek te benaderen is - volgens Haitsma - het bijwonen van de raadsvergaderingen en het vragen om inspraak over een onderwerp dat de NMP raakt. Nadat de inspraak heeft plaatsgevonden, is het zaak voor elkaar te krijgen dat het bewuste onderwerp een volgend overleg wordt geagendeerd. In de tussentijd kunnen de gemeenteraadsleden zich verdiepen in de materie en kan de NMP de gewonnen tijd gebruiken om de raadsleden - buiten de vergadering om - te overtuigen van haar standpunt. Tenslotte doet Edo Haitsma de suggestie om (formele) contacten te leggen binnen het ambtenarenapparaat van de gemeente.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 31 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bob van der Deijl van het CDA vindt dat de NMP al goed bekend is binnen de politiek. De contacten zijn op zich prima. Zo is er regelmatig overleg tussen de politiek en de NMP. Daarbij valt het Van der Deijl op dat de NMP de laatste tijd niet veel gebruikmaakt van het recht om in te spreken tijdens vergaderingen. NMP-lid Nieuwenhuijsen zegt het volgende; “Maak allereerst kennis met de nieuwe raad. Probeer ‘vrienden’ te worden. Ga met de nieuwe gemeenteraadsleden praten en luister goed. Tracht zo resultaat te behalen. Lukt dat niet dan kan altijd nog gekozen worden voor het juridische traject.” NMP-lid Elfferich adviseert om tijd te steken in het deelnemen aan commissievergaderingen bij de gemeente. “Hiermee laat je jezelf zien. Eventueel kan de NMP via Michel Barendse - de ecoloog van de gemeente - lobbyen richting de gemeenteraadsleden en ambtenaren.” Ondernemer Kees van der Helm benadert de probleemvraag vanaf een andere kant. Hij vindt dat het voor de NMP moeilijk is om de politiek te beïnvloeden. De politiek reageert vaak traag. De NMP kan veel beter lobbyen bij het bedrijfsleven en hiermee samenwerken. Het streven daarbij is om een ‘win-winsituatie’ te behalen met de milieuwensen enerzijds en de bedrijfsbelangen anderzijds. NMP-bestuurslid Gerard de Hoog is van mening dat er eerst (kennismakings)gesprekken gepland moeten worden met de nieuwe wethouders. Bijvoorbeeld in natuurgebied de Ackerdijkse Plassen. Het college kan dan direct een van de mooiste natuurgebieden van de gemeente zien. Daarbij vindt De Hoog het van belang om de gemeenteraadsbijeenkomsten bij te wonen en na afloop of in de pauze de raadsleden aan te spreken. Nico van der Helm, voorzitter van de NMP, vindt het van belang dat de huidige contacten met de raadsleden worden gecontinueerd. Verder moet er in een vaste frequentie een gesprek met wethouder Van der Jagt (Natuur en Milieu) plaatsvinden. Daarnaast zal de NMP deelnemen aan het Milieuplatform24 waarbij de wethouder ook aanwezig is. Tenslotte is het belangrijk dat er gelobbyd wordt bij de politieke partijen in de periode dat zij nadenken over de inrichting of aanleg van nieuwe natuurgebieden. Het streven is daarbij om vroegtijdig met hen te overleggen. Michel Barendse, ecoloog van de gemeente geeft als tip om positief en constructief te blijven bij het leggen van de contacten. “Een cynische houding is uit den boze en leidt ertoe dat je niet meer als gesprekspartner wordt uitgenodigd. Het is niet prettig om met verzuurde en gefrustreerde mensen te overleggen. Zie onafwendbare bedreigingen als kansen om wat voor ecologie te doen, vecht gerust voor je eigen belangen maar zie het als een schaakpartij en behandel de tegenstander met respect en met een glimlach.” Arthur Venselaar, voorzitter van de Ondernemersvereniging Pijnacker-Nootdorp (OVPN) was bij afname van het interview (nog) niet bekend met de NMP. Hij kon deze vraag daarom niet beantwoorden. De volledige individuele antwoorden op de probleemstelling zijn terug te lezen in bijlage 6.
24
Het Milieuplatform adviseert het gemeentebestuur over nieuw en bestaand milieubeleid en actuele ontwikkelingen. De leden van het platform vertegenwoordigen een lokale belangengroepering, zoals bewonersverenigingen, ondernemersverenigingen en natuur- en milieuorganisaties. Vier à vijf keer per jaar vergadert het Milieuplatform met de verantwoordelijke wethouder. De vergaderingen zijn openbaar. (Bron: website gemeente Pijnacker-Nootdorp).
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 32 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Naast de probleemstelling zijn ook de verschillende deelvragen aan de geïnterviewden voorgelegd. De reacties hierop komen in de volgende paragraaf aan de orde. 4.2 Beantwoorden deelvragen Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vinden de leden van de NMP de komende vier jaar belangrijk? Een (duurzame) inrichting van Ruyven/Zuidpolder en inrichting van de compensatiegebieden in de Zuidpolder De realisatie van de Groenzoom Het Balijbos Het krekengebied ter hoogte van de sportvelden De Bergboezem bij Oude Leede Aanleg van de 380kV-verbinding door de Groenzoom Aanleg van de nieuwe rondwegen rondom de stedelijke gebieden Groen in de wijken, het snoeien in de wijken Groene verbindingen tussen de verschillende stedelijke gebieden Duurzaam bouwen De geïnterviewde stakeholders beantwoordden deze vraag ook. Deze belanghebbenden zijn allen geen lid van de NMP. Zij benoemden de volgende aandachtsgebieden voor natuur en milieu: Afronden en beheren van de lopende groenprojecten (Groenzoom) Inrichting van de Zuidpolder, onder andere met ‘natuurlijke ondernemen’ Inrichting van bedrijventerrein Boezem-2 en Heron Inrichting van de Oude Polder Duurzame glastuinbouw Beheer van het Dobbeplasgebied Groen in de wijken Energieneutrale gemeente Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) voor de bedrijventerreinen (onder andere ‘groene bedrijventerreinen’) Welke prioriteiten stellen de leden; welke projecten moeten als eerste worden uitgevoerd? Afronden van de (compensatie)gebieden in de Zuidpolder ter compensatie van de aanleg van de nieuwbouwwijk Keijzershof Inrichting van gebied Ruyven en de Zuidpolder tot natuur- en recreatiegebied Aanleg van de Groenzoom en de verbinding tussen de gebieden Inrichting van de Oude Polder (duurzaam glas) Groen in de wijken en het snoeien ervan Wordt de NMP door de lokale politiek als een serieuze partner gezien? Het merendeel van de ondervraagden beantwoordde deze vraag met ‘ja’. Daarbij zat geen noemenswaardig verschil tussen de antwoorden van de leden en die van de stakeholders. Opgemerkt werd dat de NMP vaker
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 33 -
cursist: P.C.P. Hendriks
mag inspreken bij raadsvergaderingen. Wel werd daarbij de kanttekening gemaakt dat de NMP zich niet voor ieder ‘wissewasje’ tot de politiek moet wenden. De geïnterviewden Wever en Hennevanger van D66 beantwoordden deze vraag als enigen met ‘nee’. Zij vinden dat de NMP vaker moet lobbyen en zich moet beperken tot slechts een paar onderwerpen. Zij spraken de verwachting uit dat als de NMP zich meer toelegt op natuureducatie, de kans groot is dat de lokale politiek meer oog krijgt voor de initiatieven van de NMP. Hoe kan de NMP zich profileren richting de gemeentepolitiek en de lokale media? Nagenoeg alle geïnterviewde vinden dat de NMP zich meer in het werkgebied mag laten zien. De geïnterviewden deden de volgende suggesties: Verspreiden van flyers (bij pas opgeleverde nieuwbouwwoningen) Organiseren en begeleiden van excursies of fietstochten naar de natuurgebieden in de gemeente, zoals de Ackerdijkse Plassen Deelnemen aan evenementen, zoals de Bieslanddagen Organiseren van activiteiten zoals de cursus ‘natuurlijk tuinieren’ die in 2009 met succes is gegeven Artikelen over de (activiteiten van de) vereniging sturen naar de weekkrant Telstar Berichten laten plaatsen op Telstar-TV (teletekst) Redactie van weekkrant Telstar benaderen met het verzoek een vaste rubriek in dit blad te krijgen Vaker gebruikmaken van de website bij communicatie naar leden en inwoners van Pijnacker-Nootdorp Website vernieuwen en interactiever maken Aanbrengen van bordjes in de wijken met daarop informatie over de natuur in dit deel van de gemeente Het Nootdorpse deel van de gemeente betrekken bij het werkgebied van de NMP Welke aanpak is benodigd om meer jonge leden te werven? Deze vraag vinden de meeste geïnterviewden moeilijk te beantwoorden. In het algemeen stellen de geïnterviewden dat jongeren hun vrije tijd vaak op een andere manier doorbrengen. Bijvoorbeeld door te sporten of door te computeren en televisie te kijken. Daarnaast heeft de NMP (te) weinig capaciteit (in de vorm van vrijwilligers) om meer jonge leden te werven. Michel Barendse doet de suggestie om de jongeren op scholen uitleg te geven over de flora en fauna in de natuur, zoals insecten, spinnen en amfibieën. Ook stelt hij voor om eventueel met de kinderen op pad te gaan en bijvoorbeeld samen in sloten te vissen. Petra Graafland van GroenLinks heeft de suggestie om, eventueel samen met de scholen, rondleidingen te organiseren voor jongeren naar en in de natuurgebieden binnen de gemeente. Harry Wever van D66 komt met de tip om samen te werken met Sandra van de Bos. Zij is eigenaar van een kinderdagverblijf in Delfgauw dat veel aandacht besteedt aan de natuur. Nico van der Helm, tenslotte, laat in het interview weten dat het werven van jonge leden op dit moment geen hoge prioriteit is. De NMP steekt liever meer energie in het bereiken van de doelgroep van 40 - 50 jaar. De volledige antwoorden op de deelvragen zijn eveneens terug te lezen in bijlage 6.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 34 -
cursist: P.C.P. Hendriks
4.3 Aanbeveling strategische vragen In deze paragraaf volgen de aanbevelingen die voortvloeien uit het kwalitatief onderzoek. Deze zijn onderverdeeld per aandachtsgebied uit de zes strategievragen: Kennis en ervaring van de bestuursleden inzetten bij het ontwikkelen en inrichten van nieuwe natuurgebieden; Hierin zit de kracht van de NMP. Verschillende geïnterviewden bevestigden dit. Vooral Michel Barendse en Petra Graafland benadrukten in het interview de kennis van het bestuur. Andere geïnterviewden gaven complimenten voor de inzet en betrokkenheid van de bestuursleden. Belangrijk is dat het bestuur deze ‘krachten’ vasthoudt en verder uitnut. Bijvoorbeeld bij het zoeken naar de juiste persoon voor de vacant staande functie van secretaris. Het zou mooi zijn als de nieuwe secretaris wat betreft kennis en ervaring complementair is aan de overige bestuursleden. Verbeteren van de vaardigheden van de bestuursleden op het gebied van netwerken en lobbyen; Voor het verbeteren van deze vaardigheden zijn er meerdere mogelijkheden. Zo kan het bestuur een cursus netwerken volgen. Een andere optie is om tijdens de bestuursvergadering een spreker uit te nodigen die de fijne kneepjes van het netwerken en lobbyen kent en die deze kennis kan overdragen. De bestuursleden kunnen er ook voor kiezen om een persoonlijk profiel aan te maken op netwerksites zoals LinkedIn of Facebook. Met behulp van deze sites kunnen zij vervolgens een ‘virtueel’ netwerk opbouwen. De NMP kan als vereniging ook lid worden van een van de netwerkorganisaties binnen de gemeente PijnackerNootdorp. Voorbeelden hiervan zijn: ‘Pijnacker Network’ dat 128 deelnemers heeft en actief is op de eerdergenoemde netwerksite LinkedIn; ‘OndernemingsVereniging Pijnacker Nootdorp (OVPN)’ waarvan inmiddels 133 ondernemingen lid zijn. Deelname aan dergelijke netwerkorganisaties verbetert niet direct de netwerkvaardigheden van het bestuur. Wel kan het helpen om de contacten uit te breiden. Dat is dan weer in lijn met de suggestie van Kees van der Helm. Hij adviseert de NMP om meer te lobbyen bij het bedrijfsleven in plaats van bij de gemeentepolitiek. “Het bedrijfsleven reageert sneller”, aldus Van der Helm. Het doel daarbij moet zijn om een ’win-winsituatie’ te creëren tussen de belangen van de bedrijven enerzijds en de doelen van de NMP anderzijds. Deelname aan netwerkbijeenkomsten kan in dit opzicht een positieve uitwerking hebben. Bijkomend voordeel is ook dat de bestuursleden er zelf van leren als ze anderen zien netwerken. Bovendien organiseren netwerkorganisaties regelmatig bijeenkomsten waarbij professionals komen vertellen over hun vakgebied. Dat kan voor het bestuur van de NMP leerzaam zijn.
Tijd vrijmaken om te netwerken en lobbyen en instanties benaderen die (voornemens zijn) natuurgebieden te initiëren en realiseren; De aanbeveling om dit aandachtsgebied aan te pakken, raakt een kernprobleem. Vanuit het kwalitatief onderzoek zijn meerdere interessante suggesties gedaan om deze zwakte om te buigen in een sterkte. Een van deze instanties die invloed hebben bij de aanleg van natuurgebieden is de gemeente(politiek). Een suggestie om de contacten te verbeteren en de invloed te verhogen, is: ‘meer lobbyen onder de gemeenteraadsleden’. Deze suggestie heeft direct te maken met de hiervoor beschreven aanbeveling. Naast lobbyen werd geadviseerd om raadsleden te benaderen per e-mail of om gemeenteraadsvergaderingen en de commissievergaderingen ‘Ruimte en Wijken’ bij te wonen. In de pauzes Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 35 -
cursist: P.C.P. Hendriks
of na afloop van deze vergaderingen kan de NMP dan in contact treden met de aanwezigen. Daarnaast heeft de NMP de mogelijkheid om ‘in te spreken’ tijdens raadsvergaderingen. Het doel hiervan is om het aangekaarte onderwerp op de agenda te krijgen van de eerstvolgende gemeenteraadsvergadering. Een andere mogelijkheid is om vaker informatieve bijeenkomsten te organiseren voor leden van de NMP, gemeenteraadsleden, ambtenaren en ondernemers. Voorbeelden hiervan zijn de filmpresentatie ‘An Inconvenient Truth’ van Al Gore in het voorjaar 2007 of de bijeenkomst met het thema ‘duurzaam bouwen’ die in november 2009 samen met de gemeente is georganiseerd. Tijdens dit soort bijeenkomsten kan de NMP zich profileren en nieuwe contacten leggen met de aanwezigen. Daarmee bereikt ze naast de leden, gemeenteambtenaren en -raadsleden ook andere ‘instanties’ zoals ondernemers die affiniteit hebben met het besproken thema op de bijeenkomst. Op deze manier wordt de suggestie van Kees van der Helm om meer contact te leggen met bedrijven in het werkgebied, ook ter harte genomen. Het intensiveren van contacten met ondernemers in het werkgebied kan ertoe leiden dat deze willen bijdragen aan de financiering van bepaalde projecten van de NMP. Ondernemers die ‘duurzaam ondernemen’ een warm hart toedragen, zien hier waarschijnlijk mogelijkheden. Zo snijdt het mes aan twee kanten; de NMP heeft extra geld beschikbaar om investeringen te doen waarmee de doelen behaald kunnen worden. De ondernemers kunnen zich met hun bijdrage aan een groenere leefomgeving profileren in het werkgebied. Gezien de urgentie van dit punt is het aan te bevelen om een planning te maken welk bestuurslid naar welke bijeenkomst gaat. Daarbij kan er bijvoorbeeld voor gekozen worden om minimaal een keer per maand bij een (openbaar) gemeentelijk overleg aanwezig te zijn en om minimaal twee keer per jaar zelf een bijeenkomst te organiseren. Prioriteiten stellen bij het uitoefenen van de bestuurstaak; Bij het uitoefenen van de bestuurstaak is het raadzaam om een overzicht te maken van de neventaken van elk bestuurslid. Voor de voorzitter, penningmeester en secretaris is een aantal taken duidelijk. Deze bestuurders kunnen, samen met de ‘gewone’ bestuursleden, ieder een aandachtsgebied krijgen toegewezen. Een voorbeeld; taken bestuurslid A: Groen in de wijken Aanbestedingen aanleg nieuwe groengebieden Deelname aan de maandelijkse commissievergadering ‘Ruimte en Wijken’ Dagelijks actualiseren van de website Bij het indelen van de taakgebieden wordt uiteraard gekeken naar voorkeur en ‘specialiteit’ van het desbetreffende bestuurslid. Daarnaast is het raadzaam de verenigingsstructuur aan te houden van ‘Huizing en Tack’ zoals is beschreven in paragraaf 2.3.1. Hiermee wordt helder wie wat doet binnen het bestuur en wat de kaders daarbij zijn. Een andere aanbeveling is om een actielijst op te stellen met een bijbehorende realistische planning en eigenaar per actiepunt. Hierin staat wanneer welke werkzaamheden, taken en projecten gepland staan, wat de doorlooptijd is en in welke periode ze spelen. Hiermee worden verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 36 -
cursist: P.C.P. Hendriks
de organisatie gelegd en maakt het de bestuursleden zelf verantwoordelijk voor- en betrokken bij het resultaat (empowerment25). Dit bevordert ondernemerschap binnen de gemeenschappelijke kaders. De laatste aanbeveling voor dit onderwerp is het filteren van het ledenbestand op leeftijd. De leden die de pensioensgerechtigde leeftijd hebben bereikt kunnen schriftelijk benaderd worden met het verzoek of ze werkzaamheden voor de vereniging willen uitvoeren (zie paragraaf 2.2.2). Daarbij kan gedacht worden aan taken als het rondbrengen van het ledenblad, het uitdelen van flyers of deelnemen in een project of in de kascommissie. Mogelijkheden uitzoeken waarmee de NMP zich beter kan profileren binnen het werkgebied; De NMP profileert zich op verschillende manieren. In het onderzoek komen mogelijkheden naar voren waarmee dat nog beter kan. De publicaties van de NMP in de weekkrant Telstar werden tijdens het onderzoek meerdere keren genoemd. De geïnterviewden ervaren ze als positief. Datzelfde geldt voor het plaatsen van berichten op Telstar-TV. Weekblad Telstar verschijnt op woensdag in een oplage van 19.500 stuks en wordt uitgegeven door de gelijknamige uitgeverij uit Pijnacker. Naast de wekelijkse krant heeft de uitgeverij ook een website ‘www.telstar-online.nl’, met nieuws, informatie, een marktplaats, lokale vacaturebank en veel reclame. Daarnaast verzorgt Telstar Uitgeverij ook een TV-krant op het kabelnetwerk in Pijnacker. De NMP publiceert nu om de week artikelen voor de Telstar. Helaas wijst de praktijk uit dat de redactie zich niet altijd aan de afspraak houdt om deze te plaatsen. Daarom wordt aanbevolen om met de redactie van Telstar hernieuwde afspraken te maken over de publicaties van de NMP. De NMP levert kopij in de vorm van nieuwsberichten en een natuur- en activiteitenagenda. De reactie van Telstar vult de rubriek aan met ingezonden natuurfoto’s van lezers. Op een later tijdstip kan in overleg met de uitgeverij besproken worden om de rubriek ook op Telstar-online te publiceren. De NMP heeft zelf ook een website: ‘www.nmpijnacker.nl’. Op deze site staat informatie over de vereniging zoals nieuwsberichten, informatie over natuur en milieu, waarnemingen, links en contactinformatie. Helaas wordt de site sporadisch geactualiseerd. Gedurende de periode dat dit onderzoek plaatsvond, gebeurde dit slechts twee keer: op 14 februari en op 25 juni 2010. De kracht van een goede website is dat hij actueel is. Op dit punt valt er dus nog wat te verbeteren. Ondanks de duidelijke opzet van de website, is deze niet meer van deze tijd. Zo is het niet mogelijk om als lezer zelf informatie op de site te plaatsen. Zoals in paragraaf 2.2.2 onder technologische factoren valt te lezen, is dankzij Web 2.0 veel meer mogelijk met een website. Daarom wordt aanbevolen om de website van de NMP te veranderen in een interactief platform waarop bestuur en leden van de NMP de content van de site bepalen. Mogelijkheden hierbij zijn: het plaatsen van tekst, foto’s en filmpjes op de site of het introduceren van een forum waarop betrokkenen met elkaar in contact kunnen treden en actuele zaken kunnen bespreken. Andere initiatieven die het bestuur kan nemen, naast herprofileren van de eigen website, is het opzetten van een interactieve omgeving op internet via Hyves of op Twitter26. Ook kan gedacht worden aan het versturen van een periodieke nieuwsbrief aan leden en betrokkenen. 25
Empowerment is het geheel van maatregelen om werknemers te stimuleren zelf verantwoordelijkheid te dragen. Twitter (www.twitter.com). De activiteit bij het gebruiken van Twitter heet twitteren (ook wel: ‘tweeten'), dat ‘kwetteren’ betekent. Twitteren komt neer op in real-time communiceren via een weblog op een pc of smartphone. Iedere twitteraar kan op elk moment van de dag in maximaal 140 tekens vertellen waar hij/zij mee bezig is, wat hij/zij van plan is of wat hem/haar bezighoudt. Dit creëert een virtuele aanwezigheid. 26
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 37 -
cursist: P.C.P. Hendriks
De NMP heeft nog andere mogelijkheden om zich beter te profileren in het werkgebied. Zo noemden de geïnterviewden het huis-aan-huis rondbrengen van flyers. De praktijk wijst uit dat flyeren in nieuwbouwwijken nieuwe lidmaatschappen oplevert. Frequent flyeren is daarom aan te bevelen. Geadviseerd wordt om bij het opstellen van de flyer duidelijk te communiceren waarom het werk van de NMP belangrijk is en wat de positieve gevolgen zijn van een groene (woon)omgeving. Daarbij kan worden verwezen naar in het verleden behaalde resultaten van de NMP, naar de lobby van vandaag de dag en naar het Vitamine G-onderzoek dat beschreven is bij de ecologische factoren in paragraaf 2.2.2 en in bijlage 4. Het is sterk aan te bevelen om ook in het Nootdorpse wijken flyers rond te brengen. Hier heeft de NMP, volgens voorzitter Van der Helm, relatief weinig leden. De NMP heeft geen eigen verenigingsgebouw of ‘clubhuis’ in het werkgebied. Het opzetten hiervan vergt een financiële investering. Het bestuur kan bepalen of dit haalbaar is. Een andere optie om een vaste plek in het werkgebied te krijgen, is om vanuit het eerder besproken lobbycircuit ruimte te creëren in een wijkcentrum of bibliotheek in de gemeente. In een dergelijk gebouw kan de NMP een bord hangen met informatie over de vereniging. Daarbij is het wellicht mogelijk om op zo’n locatie bijeenkomsten, in de vorm van lezingen, filmvoorstellingen en cursussen te geven voor leden en andere geïnteresseerden. Want ook daar is behoefte aan, zoals blijkt uit het onderzoek. Tenslotte kan de NMP het plaatsen van de informatiebordjes in de wijken weer nieuw leven inblazen. In het verleden stonden deze bordjes op verschillende plaatsen in de gemeente. Door de aanleg van nieuwbouwwijken en nieuwe wegen zijn deze bordjes weggehaald en opgeslagen. Doordat sommige nieuwbouwwijken (nagenoeg) gereed zijn en de wegen ook zijn aangelegd, wordt aanbevolen om weer informatiebordjes te plaatsen. Ook op deze manier kan de NMP zich profileren. Bovendien bevordert het de naamsbekendheid. Opzetten van ledenwerfacties; Om de continuïteit van de NMP als vereniging niet in gevaar te laten komen, is het van belang dat het aantal leden een representatieve afspiegeling is van het aantal inwoners in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Per 1 januari 2010 heeft deze gemeente bijna 48.000 inwoners27. Sinds 2003 heeft de NMP een vrij constant ledenaantal van ongeveer 400. Als het ledenaantal van de NMP gelijke tred had gehouden met de groei van het aantal inwoners binnen de gemeente (van 36.000 inwoners in 2003 naar 48.000 inwoners in 2010) dan zou het aantal leden nu ongeveer 530 bedragen (toename met 33%). De hiervoor beschreven aanbevelingen helpen de NMP zich beter te profileren in het werkgebied. Gezien de urgentie van het probleem is het zaak om echte, gestructureerde ledenwerfacties op te zetten. Hierbij kan gedacht worden aan: Rondbezorgen en uitdelen van ‘word nu lid van de NMP’-flyers in nieuwbouwwijken en op markten, braderieën, evenementen en huis aan huis. Ook in de Nootdorpse wijken Adverteren in de weekkrant Telstar Ledenwerfactie opzetten in het ledenblad ‘de Verderkijker’ en op de website van de NMP… Maak de buurman lid van de NMP…
27
Bron: gemeentegids Pijnacker-Nootdorp 2010/2011.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 38 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Aanmeldkaartjes voor het lidmaatschap van de NMP verstrekken aan bibliotheken, locaties van de gemeente en andere openbare gebouwen in het werkgebied Om meer jongere leden te werven, kunnen flyers uitgedeeld worden op scholen: bijvoorbeeld na een biologieles of als de NMP een les of excursie heeft gehouden op de desbetreffende school. Toename van het aantal leden toont het bestaansrecht aan, laat een betere afspiegeling zien van de groeigemeente Pijnacker-Nootdorp en genereert meer inkomsten. Een andere suggestie om meer inkomsten te generen bij een gelijk aantal leden is contributieverhoging. De contributie per 1 januari 2010 bedraagt € 7,- per jaar. Tijdens de ALV van 6 maart 2010 bleek dat een gemiddeld lid vrijwillig € 12,contributie betaalt per jaar. Dat toont aan dat de leden bereid zijn om meer contributie te betalen. Een verhoging van de jaarlijkse contributie naar bijvoorbeeld € 12,- geeft gegarandeerd hogere inkomsten. En wellicht blijken de leden ook dan bereid om meer te betalen. 4.4 Prioriteren aanbevelingen op de strategische aandachtsgebieden Voordat met de gedane aanbevelingen in het volgende hoofdstuk de conclusie kan worden opgemaakt, is het noodzakelijk om de prioriteit van de aanbevelingen te bepalen. Op basis van die prioriteit kan het bestuur een uitvoeringsplan opstellen. Er is een methode beschikbaar voor het prioriteren van de aanbevelingen op de strategische aandachtsgebieden. Deze methode is met de uitwerking ervan opgenomen in bijlage 7 en levert voor het bestuur van de NMP onderstaande volgorde in prioriteit op: 1. Tijd vrijmaken om te netwerken en lobbyen en instanties benaderen die (voornemens zijn) natuurgebieden te initiëren en realiseren. 2. Verbeteren van de vaardigheden van de bestuursleden op het gebied van netwerken en lobbyen. 3. Opzetten van acties om leden te werven. 4. Kennis en ervaring van de bestuursleden inzetten bij het ontwikkelen en inrichten van nieuwe natuurgebieden. 5. Mogelijkheden uitzoeken waarmee de NMP zich beter kan profileren binnen het werkgebied. 6. Prioriteiten stellen bij het uitoefenen van bestuurstaak. Voor de volledigheid zijn de genoemde actiepunten in dit hoofdstuk opgenomen in een tabel. Deze tabel is bijgesloten in bijlage 8 en kan door het bestuur van de NMP worden gebruikt als uitvoeringsplan voor het afhandelen van de acties uit de aanbevelingen. Met het opstellen van de prioriteit van de aandachtsgebieden kan de conclusie van het onderzoek worden opgemaakt. Deze staat beschreven in het volgende hoofdstuk, hoofdstuk 5.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 39 -
cursist: P.C.P. Hendriks
5
Conclusie
Op basis van de situatiebeschrijving, analyses en de resultaten uit het kwalitatief onderzoek kan de conclusie worden opgemaakt. Dit hoofdstuk geeft ondermeer antwoord op de centrale vraag uit de probleemstelling. Per thema worden vervolgens de aanbevelingen met voorkeursoplossingen beschreven en toegelicht. 5.1 De strategie De missie van de NMP luidt als volgt: “We zijn een vereniging die de natuur op lokaal niveau een stem wil geven en daarom behartigen wij de belangen van de natuur en natuurliefhebbers in en rondom Pijnacker-Nootdorp. We streven ernaar om bij te dragen aan het behoud van bij deze regio behorende natuurwaarden. Hieronder verstaan wij de hier van oudsher voorkomende flora en fauna, het cultuurlandschap, bestaande geologische (bodem)structuren en natuurlijke processen die zich daar afspelen. Tevens willen we een bijdrage leveren aan het versterken van bestaande natuurwaarden door natuurontwikkeling.” Deze missie is in lijn met de aanbevelingen uit dit onderzoek. Datzelfde geldt voor de - van de missie afgeleide - externe doelstellingen: Behoud en verbeteren van landschappelijke en natuurlijke waarden en van het leefmilieu, in het bijzonder in en rondom de gemeente Pijnacker-Nootdorp; Het opwekken, vergroten en stimuleren van de belangstelling voor en de kennis van de natuur. Het onderzoeksresultaat toont dat op de volgende manieren aan; Voor het opwekken, vergroten en stimuleren van de belangstelling voor en de kennis van de natuur publiceert de NMP regelmatig een artikel in de weekkrant Telstar, organiseert ze cursussen en heeft ze een eigen website met nieuws en achtergrondinformatie. Daarnaast leveren de bestuursleden met hun inzet, kennis en vaardigheden een bijdrage aan het behoud en verbeteren van landschappelijke en natuurlijke waarden in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Ook bij natuurontwikkeling komt deze expertise van het bestuur goed van pas. Omdat de lokale politiek bij dit laatste een belangrijke rol speelt, is er een directe relatie met de vraag uit de probleemstelling: Hoe kan de NMP de (nieuwe) lokale politieke partijen dusdanig beïnvloeden dat de vereniging haar doelstellingen kan behalen? Het onderzoek wijst uit dat de bestuursleden van de NMP onvoldoende vaardigheden hebben om te netwerken en te lobbyen. Of het ontbreekt de bestuursleden aan tijd, of ze zien de urgentie er niet van in. De kans is daarbij aanwezig dat ze te laat in kennis worden gesteld van de plannen die de open gebieden aantasten, met alle gevolgen van dien. Daarom is het van groot belang dat de bestuursleden de vaardigheden op het gebied van netwerken en lobbyen verbeteren. Pas dan zijn ze in staat om adequaat te netwerken bij de gemeentepolitiek én het bedrijfsleven. Dit vergroot de kans om tijdig op de hoogte te zijn van de plannen van de gemeente. In het onderzoek worden meerdere aanbevelingen gegeven om de netwerkvaardigheden van het bestuur te verbeteren. Daarmee heeft de NMP een sleutel in handen om de lokale politiek dusdanig te beïnvloeden dat ze haar doelstellingen kan behalen. Bijkomend voordeel is dat netwerken ertoe kan bijdragen dat het bedrijfsleven geïnteresseerd raakt in natuurprojecten en dat het deze mede wil financieren.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 40 -
cursist: P.C.P. Hendriks
5.2 Resultaatdoelstellingen De onderzoeksresultaten laten zien dat de strategische doelen die zijn geformuleerd in 2003, nog valide zijn maar wel kunnen worden geactualiseerd aan de hand van de aanbevelingen uit het onderzoek. Rekening houdend met de prioriteit van deze aanbevelingen zijn de geactualiseerde strategische doelen voor de NMP in de periode 2010-2012: Realisatie van de Groenzoom en deelname aan het ontwikkelen en inrichten van Ruyven/Zuidpolder. Deze gebieden moeten kunnen functioneren als ecologische verbindingszone tussen Midden Delfland en het Groene Hart; Verbeteren van de vaardigheden van het bestuur op het gebied van netwerken/lobbyen door scholing voor 1-12-2010; Minimaal een keer per maand een (openbaar) gemeentelijk overleg bijwonen; Behoud van bedreigde natuurwaarden in en rond Pijnacker-Nootdorp door netwerken/lobbyen; Vergroten van het ledenbestand naar 550 leden per 31-12-2011; Opzetten en publiceren van een vaste rubriek in de weekkrant Telstar per 1-1-2011; Lanceren van nieuwe interactieve website per 1-7-2011; Minimaal twee keer per jaar een bijeenkomst (excursie, cursus, filmvertoning) organiseren. De aanbevelingen uit het onderzoek ondersteunen de randvoorwaarden die in 2003 zijn geformuleerd: Het overheidsbeleid wordt kritisch gevolgd; NMP overlegt met gemeente en andere lokale partijen; Er wordt gebruikgemaakt van het recht om in te spreken en eventueel juridische procedures te voeren; NMP maakt de inwoners van Pijnacker-Nootdorp via publiciteit en educatie bewust van ontwikkelingen op het gebied van natuur en milieu; Er wordt samengewerkt met andere partijen; Er worden eigen gebiedsgerichte beleidsplannen gemaakt en uitgevoerd; Er worden gebiedsinventarisaties gehouden en gebieden gemonitord; Er wordt landschapsonderhoud gepleegd. Wel levert het onderzoeksresultaat aanvullende tips en adviezen op die ondersteunend zijn bij de geactualiseerde strategische doelen en bij sommige randvoorwaarden. Deze tips en adviezen worden in de volgende paragrafen beschreven. 5.3 Organisatiestructuur en cultuur In de interne analyse in hoofdstuk 2 paragraaf 2.3.1 wordt de verenigingsstructuur van ‘Huizing en Tack’ beschreven. Deze organisatiestructuur is eenvoudig van opzet en bestaat uit vier organisatieonderdelen. Door de verenigingstructuur op deze manier in te richten, wordt de taakverdeling binnen het bestuur helder en kan het bestuur snel inspelen op de dynamiek van verandering. Een andere aanbeveling is om een actielijst op te stellen met een bijbehorende realistische planning en een eigenaar per actiepunt. Hierin staat wanneer welke werkzaamheden, taken en projecten gepland staan en wat de beoogde doorlooptijd is. Het maakt de bestuursleden zelf verantwoordelijk voor het resultaat (empowerment). Dit bevordert ondernemerschap binnen de gemeenschappelijke organisatieonderdelen.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 41 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Het onderzoek toont aan dat de NMP een open en informele cultuur heeft. Daarom wordt geadviseerd om de cultuur van de vereniging niet te wijzigen maar te koesteren. 5.4 Mensen en middelen Aanbevolen wordt om per bestuurslid een overzicht te maken van de (neven)taken en aandachtsgebieden, rekening houdend met zijn of haar voorkeur en specialisme. Daarbij wordt geadviseerd om de vacant staande functie van secretaris in te vullen door een persoon die wat betreft kennis en ervaring complementair is aan de overige bestuursleden. Het is - zoals eerder opgemerkt - noodzakelijk om de netwerkvaardigheden van de bestuursleden te verbeteren door scholing. Om het aantal vrijwilligers te vergroten, wordt aangeraden om leden met de pensioensgerechtigde leeftijd actief te benaderen met het verzoek of ze werkzaamheden voor de vereniging willen verrichten. Geadviseerd wordt om een nieuwe (interactieve) website te ontwikkelen op basis van de Web 2.0technologie. Voorwaarde is dat de website continu wordt geactualiseerd. Andere initiatieven die het bestuur kan nemen, naast herprofileren van de eigen website, is het opzetten van een interactieve omgeving via sociale netwerksites als Hyves, Facebook of Twitter. Een ander - minder modern - maar wel bewezen succesvol middel, is het uitdelen van flyers en folders op markten en het huis-aan-huis rondbrengen ervan. De praktijk wijst uit dat ‘flyeren’ in nieuwbouwwijken nieuwe lidmaatschappen oplevert. Daarbij mogen de Nootdorpse wijken niet vergeten worden. Bij deze en andere externe communicatie wordt aanbevolen om te wijzen op de gunstige effecten die de natuur op de gezondheid van mensen in stedelijk gebied heeft. Dit benadrukt het bestaansrecht van de NMP. Een ander veel genoemd middel is het tweewekelijkse artikel van de NMP in de Telstar. Om deze manier van communiceren verder uit te bouwen, is aanbevolen om met de redactie van Telstar hernieuwde afspraken te maken over de publicaties van de NMP. Het doel hiervan is om een vaste wekelijkse rubriek te krijgen in deze wekelijkse krant. Tenslotte kan de NMP het plaatsen van de informatiebordjes in de wijken weer nieuw leven inblazen. Ook dit middel kan worden ingezet ter ondersteuning van de te behalen doelstellingen. Met de aanbevelingen uit het onderzoek is meteen antwoord gegeven op de drie onderzoeksresultaten: Advies op welke manier de NMP haar doelen richting de lokale politiek kan behalen; Vergroten van de bekendheid van de NMP onder de inwoners van Pijnacker; Advies om het ledenaantal te verhogen. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat de onderzoeksresultaten pas daadwerkelijk zijn behaald als de beschreven strategische doelen voor 2010-2012 met een positief resultaat zijn uitgevoerd. Met de conclusie is het onderzoek voor de NMP afgerond. In het volgende en tevens laatste hoofdstuk staan de nabeschouwing en zelfreflectie centraal.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 42 -
cursist: P.C.P. Hendriks
6
Nabeschouwing en zelfreflectie
VOOR PUBLICATIE VERWIJDERD.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 43 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Literatuurlijst Bij het voorbereiden en tijdens het opstellen van dit onderzoek is de volgende literatuur geraadpleegd: Douma, S. (2007, vijfde druk). Ondernemingsstrategie. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv.. ISBN 978-90-01-57702-5. Huizenga, F., en Tack, P. (2009, derde druk). Architectuur van Verenigingen. Beekbergen: VM Uitgevers BV.. ISBN 978-90-808943-5-8. Kleijn, H., en Rorink, F. (2009, tweede editie). Verandermanagement. Amsterdam: Pearson Education. ISBN 978-90-430-1551-6. Lanting, M. (2010, derde druk). Connect. Amsterdam: Business Contact. ISBN 978-90-470-0306-9. Verhoeven, N. (2007, tweede druk). Wat is onderzoek? Amsterdam: Boom onderwijs. ISBN 978-90-473-0001-4. Daarnaast zijn de volgende websites gebruikt: Alterra. Verschillende artikelen voor schrijven bijlage 4. Verkregen 23 - 26 augustus 2010, www.alterra.wur.nl CBS. Basisgegevens Nederland (voorjaar 2010). Verkregen 8 - 10 juni 2010, www.cbs.nl Gemeente Pijnacker-Nootdorp. Diverse (achtergrond) informatie, onder andere voor bijlage 2. Verkregen periode maart - augustus 2010, www.pijnacker-nootdorp.nl Groenzoom. Informatie over het gebied ‘Groenzoom’. Verkregen 2 september 2010, www.degroenzoom.nl NIVEL. Verschillende artikelen voor schrijven bijlage 4. Verkregen 23 - 6 augustus 2010, www.nivel.nl/projecten/vitamineg en/of www.vitamineg.nl NMP. Diverse (achtergrond)informatie. Verkregen periode maart - juli 2010, www.nmpijnacker.nl Raad voor Landelijk Gebied. Advies ‘Voor buren, burgers en buitenlui’. Verkregen 8 - 10 juni 2010, www.rlg.nl/adviezen/028/028_1_2_1.html Telstar uitgeverij. Achtergrondinformatie bij advies op bladzijde 37. Verkregen 3 september 2010, www.telstar-online.nl
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 44 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Overzicht bijlagen Bijlage 1: Geschiedenis en achtergrond 'Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker’ Bijlage 2: Kaart van Pijnacker- Nootdorp met (de plannen voor) natuur, ruimtelijke ordening en milieu Bijlage 3: Overzicht geïnterviewde kwalitatief onderzoek Bijlage 4: De effecten van een groene woonomgeving Bijlage 5: De winst- en verliesrekening en de balans NMP van 2009 Bijlage 6: Uitwerkingen kwalitatief onderzoek, achtereenvolgens de interviews met:
Petra Graafland
Michel Barendse
Arthur Venselaar
Henk Niewenhuijsen
Kees van der Helm
Nico van der Helm
Gerard de Hoog
Caroline Elfferich
Harry Wever en Peter Hennevanger
Edo Haitsma
Bob van der Deijl
Bijlage 7: Prioriteren van de aanbevelingen uit de strategische aandachtsgebieden Bijlage 8: Lijst met actiepunten uit de aanbevelingen
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 45 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bijlage 1: Geschiedenis en achtergrond 'Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker’ In 1961 werd de 'Natuur- en Vogelbeschermingswacht Pijnacker' opgericht. Tot ver in de jaren zeventig had de vereniging twee hoofdactiviteiten. Ten eerste was dat de zorg voor vogels. Zo werden vogels in perioden van barre kou gevoederd om ze de winter door te helpen. Ook werden broedterreinen beschermd en nestkasten geplaatst. Tussen 1966 en 1979 bestond er een vogelopvangcentrum waar zieke of anderszins behoeftige vogels werden verzorgd. In 1980 werd de naam veranderd in 'Vereniging voor Natuur- en Vogelbescherming Pijnacker', omdat de echte vogelwachtactiviteiten - zoals het bewaken van broedterreinen - wat in het slop waren geraakt. De tweede hoofdactiviteit die de vereniging van oudsher had, is ‘kennisoverdracht’. Dit gebeurde op verschillende manieren. Al in de beginjaren werd het blad 'De jonge wulp' uitgegeven, bestemd voor de jeugdleden. Een vliegende wulp was namelijk in het begin het logo. Enkele jaren later verscheen het blad 'De wulp' voor volwassenen. Daarbij werden er lezingen, filmvoorstellingen, puzzeltochten en excursies georganiseerd, deels speciaal voor de jeugd. Van 1965 tot 1975 was de vereniging aangesloten bij het Instituut voor Natuurbeschermingseducatie. Daarna zijn de werkzaamheden van de vereniging wat verschoven. De vroegere hoofdactiviteit 'zorg voor de vogels' werd verbreed tot zorg voor de natuur. Vroeger hadden de vogels voornamelijk te duchten van de kou - wat reden was voor het bijvoeren in de winter - en van katten. Daardoor belandde menige vogel in het opvangcentrum. Tegenwoordig zijn de bedreigingen voor de natuur vooral afkomstig van het Rijk, de Provincie en de gemeente. Daarom volgt de vereniging nu allerlei - voor de natuur nadelige - planologische ontwikkelingen. De zorg voor het milieu werd een nieuwe taak van de vereniging. Zo maakte ze bezwaar tegen de plantsoenendienst die onkruid bestreed met de gifspuit. Helaas met weinig resultaat. Ook hield de vereniging zich intensief bezig met de stankoverlast die een bedrijf in de gemeente veroorzaakte. Er kwam een enquête onder de omwonenden en een procedure bij de Raad van State. Uiteindelijk bereikte de vereniging hiermee dat er strengere voorschriften in de milieuvergunning werden opgenomen om de stank te beperken. Dit nieuwe aandachtsgebied - het milieu - was aanleiding om in 1990 de naam opnieuw te wijzigen, deze keer in 'Vereniging voor Natuur- en Milieubescherming Pijnacker' (NMP). Vanaf 1990 richtten de activiteiten van de vereniging zich voor een groot deel op het planologische vlak. Het Rijk had besloten dat er in Nederland een stelsel van natuurgebieden moest komen met goede verbindingen daartussen: de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Belangrijke schakel in dit natuurnetwerk was de verbindingszone tussen Midden-Delfland (ten zuiden van Delft) en het Groene Hart (met uitlopers bij Zoetermeer en Leidschendam). Deze verbindingszone moest aan de zuid- en oostkant van de bebouwde kom van Pijnacker gaan lopen. Vanwege de vorm van dit natuurlijke en waterrijke gebied werd hieraan de naam ‘de Groenblauwe Slinger’ gegeven. Probleem hierbij was dat de verschillende overheden inmiddels grootse plannen hadden gemaakt voor woningbouw in de regio. Ook Pijnacker wilde grote hoeveelheden huizen bouwen, vooral aan de zuid- en oostkant van de huidige bebouwing. En daarmee kwamen de plannen in conflict met de Groenblauwe Slinger. Als de gemeente Pijnacker haar zin kreeg, zou ze bijna aan de gemeente Lansingerland vastgroeien. Voor een goed functionerende ecologische verbindingszone zou dan geen plaats meer zijn, omdat in hetzelfde gebied ook nog eens de nieuwe provinciale weg N470 tussen Delft en Zoetermeer gepland was. In het smalste stukje van de Groenblauwe Slinger zou zelfs nog een aftakking
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 46 -
cursist: P.C.P. Hendriks
van de N470 naar Rotterdam moeten komen. Al in een vroeg stadium vroeg de NMP aandacht voor het probleem. Het bleef echter niet bij tegenstribbelen: ze stelde alternatieve woningbouwlocaties voor, onderbouwd met een lijvig rapport. Eind 1994 bood ze deze ‘groene structuurvisie‘ aan aan het gemeentebestuur. Het college van destijds had echter weinig belangstelling voor de argumenten. Ze had alleen oog voor huizen en asfalt en veegde de alternatieven veel te gemakkelijk van tafel. Daarom stond er geen andere mogelijkheid open dan het volgen van juridische procedures. De rechter oordeelde in verschillende zaken dat de gemeente in strijd met de wet had gehandeld. Na deze nederlagen zag de gemeente in dat het misschien beter was de geschillen aan de onderhandelingstafel op te lossen dan in de rechtszaal. Er kwam weer overleg tot stand. Toen echter opnieuw duidelijk werd dat enige aanpassing van de bouwplannen voor de gemeente onbespreekbaar was, had verder praten niet veel zin. Toen bleek dat de gemeente zich diverse malen niet aan gemaakte afspraken hield, ging de NMP weer verder op het juridische pad. Dat was althans de bedoeling. Hier deed zich echter een dramatische ontwikkeling voor; wie bij de Raad van State wil procederen, moet daarvoor tijdig een bepaald bedrag aan griffierecht betalen. Wie dat te laat doet, staat buitenspel. Omdat de betaling van de NMP te laat binnen was, werd het beroepschrift tegen het streekplan van de Provincie Zuid-Holland niet in behandeling genomen. Daardoor werd dit streekplan, dat mede voorzag in de bouwlocatie Pijnacker-Zuid en het tracé van de provincialenweg N470, onherroepelijk. Procedures tegen deze projecten waren daardoor niet meer mogelijk. In 1998 boekte de NMP wel succes. Ze won de Landschapsprijs van de provincie Zuid-Holland. Een citaat uit het juryrapport: "De vereniging vecht al jaren op grensverleggende wijze voor behoud van de laatste stukjes landschap en natuur in de wijdere omgeving van Pijnacker en verdient daarvoor lof. (...) De jury is van oordeel dat de rol van de vereniging in de Pijnackerse leefomgeving samengevat kan worden in drie kernwoorden: vasthoudendheid, betrokkenheid en deskundigheid." Het geldbedrag van tienduizend gulden dat aan de prijs verbonden was, werd voor een deel besteed aan een intensieve ledenwerfcampagne. Dat resulteerde in een behoorlijke groei van het aantal leden tot bijna 400 bij een inwoneraantal van ongeveer 20.000 inwoners. Het grootste deel van de Landschapsprijs werd echter besteed aan een fietsroute door de omgeving van Pijnacker en het plaatsen van informatiepanelen langs deze route. In Pijnacker-Nootdorp was inmiddels een nieuw gemeentebestuur aangetreden dat meer bereid bleek om rekening te houden met de belangen van de natuur en het landschap. Zo kwam er weer een toenadering tot stand tussen de vroegere 'kemphanen'. Na voorzichtig aftasten ontstonden er plannen voor een convenant tussen de gemeente en de NMP. Het doel was om elkaar niet langer te bestrijden maar samen te werken. Na lang praten werd het convenant in het voorjaar van 2003 ondertekend. Het resultaat daarvan was dat de nieuwe bouwlocaties en wegen niet meer tegengehouden konden worden. Afgesproken werd dat het verlies aan natuur voor een deel gecompenseerd werd en dat bij de inrichting van de nieuwe wijk Keijzershof een deel van de bestaande natuur ter plaatse wordt behouden. De NMP streeft ernaar om ook bij de concrete ontwikkeling van de Groenblauwe Slinger samen te werken met de gemeente. Het doel hiervan is om zoveel mogelijk ruimte te behouden voor de natuur en het oorspronkelijke landschap in Pijnacker-Nootdorp.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 47 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bijlage 2: Kaart van Pijnacker-Nootdorp met (de plannen voor) natuur, ruimtelijke ordening en milieu28
Recreatiegebied Dobbeplas Balijbos
Bieslandsebos
Krekengebied
Oude polder (plan)
Zuidpolder (plan)
Groenzoom (in aanleg)
Recreatiegebied Ruyven (plan) Ackerdijkse Plassen
(geplande) Groengebieden
Figuur 3: Kaart van de gemeente Pijnacker-Nootdorp (Bron: website gemeente Pijnacker-Nootdorp)
28
Deze bijlage is een samenvatting van informatie uit de gemeentegids Pijnacker-Nootdorp 2010/2011.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 48 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Pijnacker-Nootdorp ontstond op 1 januari 2002 na de samenvoeging van de voormalige zelfstandige gemeenten Pijnacker, Nootdorp en Delfgauw. Tussen de grote steden Den Haag, Zoetermeer, Rotterdam en Delft kenmerkt Pijnacker-Nootdorp zich door haar eigen identiteit en veelzijdigheid. Ondanks haar groei heeft de gemeente het dorpse karakter behouden. Het landschap is gevarieerd met diversen typen bebouwing en uiteenlopende economische activiteiten. Die zelfde veelzijdigheid zie je terug bij de bevolking. Vanuit allerlei streken hebben mensen zich in deze gemeente gevestigd, met ieder een eigen overweging om hier te wonen. De gemeente typeert de inwoners van Pijnacker-Nootdorp in de gemeentegids als modern, ruimdenkend, vernieuwingsgezind en actief. Aan de andere kant hecht de bevolking aan traditionele normen en waarden. In de gemeente zijn veel sportverenigingen en er is een rijk verenigingsleven. De gemeente Pijnacker-Nootdorp heeft ruim 48.000 inwoners en omvat de kernen Pijnacker, Nootdorp en Delfgauw. De komende jaren groeit ze verder naar 55.000 inwoners. De totale oppervlakte van de gemeente bedraagt ongeveer 3861 hectare. Met de bouw van de wijken Klapwijk, Emerald, Tolhek en in de toekomst Keijzershof wordt de groeigemeente Pijnacker verder ontwikkeld. Maar het landelijke karakter blijft behouden. In het centrum is en wordt hard gewerkt aan de totstandkoming van het nieuwe winkelcentrum. Daarnaast worden de komende jaren de bedrijventerreinen Heron en de Boezem-2 ontwikkeld en aangelegd. De kernen van Pijnacker-Nootdorp liggen allebei dichtbij groen en ruimte. Liefhebbers van wandelen, fietsen en paardrijden kunnen hun hart ophalen in het Balijbos, het Bieslandsebos en het Oude Leedegebied. Waterliefhebbers kunnen terecht bij de Dobbeplas. Bijna het gehele buitengebied van de gemeente, met uitzondering van het gebied met glastuinbouw, maakt onderdeel uit van de Groenblauwe Slinger. De Groenblauwe Slinger is het waterrijke, groene gebied dat de verbinding gaat vormen tussen MiddenDelfland en het Groene Hart, ter hoogte van Zoetermeer. De totale oppervlakte van de Groenblauwe Slinger is 20.000 hectare. Het deel van dit nieuwe natuurgebied dat binnen de gemeente Pijnacker-Nootdorp valt, is 2200 hectare groot. Dit deel van de Groenblauwe Slinger heet de Groenzoom. Het is een gebied met natuur, landbouw, waterberging, recreatievoorzieningen als wandel- fiets- en ruiterpaden, een recreatieplas en speelplaatsen. Van het Balij- en het Bieslandsebos, samen 600 hectare groot, is inmiddels al driekwart aangelegd. Ten westen van Pijnacker ligt de Zuidpolder van Delfgauw. Een open polder waar in het midden een natuurgebied van 100 hectare wordt aangelegd. Het naastgelegen recreatiegebied Ruyven wordt uitgebreid en verder ontwikkeld met nieuwe fiets- en wandelpaden. Ten zuidwesten van Pijnacker ligt natuurgebied de Ackerdijkse Plassen. Met een oppervlakte van 135 hectare is het een belangrijk vogelgebied dat in beheer is van Natuurmonumenten. Het gebied is niet vrij toegankelijk en bestaat uit rietland, bosjes, plassen en grasland. Pijnacker-Nootdorp wil klimaatbestendig en duurzaam zijn. Ze profileert zich als een gemeente met oog voor economische en ecologische aspecten. Naast een CO2-reductie van 30% in 2020 heeft de gemeente nog een groot aantal concrete acties in petto op het gebied van duurzaamheid en klimaatbestendigheid. Deze moeten voor 2014 zijn uitgevoerd. De komende twee jaar worden energiescans aangeboden bij het middenen kleinbedrijf (MKB), ondernemers geïnformeerd over aardgasauto’s en plannen ontwikkeld voor een duurzaam bedrijventerrein Heron. Ook wordt er een aanbesteding opgezet voor inkoop van duurzame energie.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 49 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bijlage 3: Overzicht geïnterviewden kwalitatief onderzoek NMP Datum afspraak 23 maart 11.00 uur 29 maart 11.00 uur 6 april 11.00 uur 9 april 20.00 uur 13 april 10.00 uur 13 april 20.30 uur 23 april 20.30 uur 28 april 20.00 uur 1 juni 19.00 uur 16 juni 10.00 uur 18 juni 10.00 uur 9 juli 15.30 uur
Naam
Organisatie
Functie
Relatie met NMP
Petra Graafland
GroenLinks
lid NMP en fractievoorzitter GL
lid en politiek
Michel Barendse
Gemeente PN
lid NMP en ecoloog gemeente
lid en stakeholder
Arthur Venselaar
Milieu Express
directeur Milieu Express en voorzitter OVPN
stakeholder
lid NMP
lid
Henk Niewenhuijsen Kees van der Helm
VanderHelm Bedrijven
directeur VanderHelm bedrijven en bestuurslid VNO NCW West
stakeholder
Nico van der Helm
NMP
Voorzitter
bestuur
Gerard de Hoog
NMP
Bestuurslid
bestuur
(actief) lid NMP
lid
Caroline Elfferich Harry Wever en Peter Hennevanger
D66
gemeenteraadslid
politiek
Edo Haitsma
VVD
gemeenteraadslid
politiek
Bob van der Deijl
CDA
fractievoorzitter CDA en gemeenteraadslid
politiek
Mevr. F. van der Jagt, N. van der Helm en G. de Hoog
college Pijnacker
wethouder namens GroenLinks
politiek
Het gesprek van 9 juli betrof het bijwonen van een kennismakingsgesprek tussen het bestuur van de NMP en mevrouw van der Jagt, (nieuwe) wethouder in de gemeente Pijnacker-Nootdorp.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 50 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bijlage 4: De effecten van een groene woonomgeving Mensen met een groene woonomgeving voelen zich gezonder. Dat niet alleen: ze zijn ook gezonder. Ze bezoeken minder vaak de huisarts voor bijvoorbeeld depressie, diabetes en duizeligheid. Vooral mensen met een lagere sociaaleconomische status, kinderen en ouderen hebben profijt van meer groen in de woonomgeving, volgens NIVEL29-onderzoeker Jolanda Maas die op 20 februari 2009 aan de Universiteit Utrecht promoveerde op onderzoek naar ‘Vitamine G30’. We denken niet alleen dat een groene woonomgeving gezond is, het ís ook zo, blijkt uit het promotieonderzoek van Jolanda Maas. Dit komt doordat mensen die meer tijd doorbrengen in een groene woonomgeving sneller herstellen van stress. Ziekte of het overlijden van een naaste hebben bijvoorbeeld bij mensen die ‘groen’ wonen minder effect op hun gezondheid. Maar ook ‘bewegen’ en ‘sociale contacten’ zijn niet helemaal weg te cijferen als verklaring voor de heilzame werking van groen. Zo tuinieren mensen uit een groene woonomgeving vaker en langer, en fietsen zij meer minuten naar hun werk. Verder voelen zij zich minder eenzaam en ervaren ze minder vaak een tekort aan sociale contacten. De afgelopen vijftien jaar is de bebouwing met twintig procent toegenomen. Dat gaat ten koste van het groen. ’Iedereen zou de mogelijkheid moeten hebben om in de natuur te kunnen bijkomen van de dagelijkse drukte. Maar mensen moeten steeds verder reizen om bij een groene plek te komen.’ De onderzoekers wilden weten of deze ontwikkeling gevolgen heeft voor de gezondheid. Maas keek vooral naar de algemene relatie tussen groen en gezondheid. Daarvoor gebruikte ze landelijke gegevens van 280.000 mensen die een korte vragenlijst invulden, over onder andere hoe gezond zij zich voelen. De antwoorden koppelde ze aan een bestand met gegevens over de hoeveelheid groen in hun woonomgeving.”Hoe meer agrarisch groen, grote stadsparken of natuurlijk groen in de vorm van bos of heide mensen in hun woonomgeving hebben, des te gezonder voelen zij zich. Daarbij is niet aangetoond, dat ze ook daadwerkelijk gezonder zijn.” Een vraag die Maas vaak hoort, is of het door haar gevonden verband niet ontstaat omdat het de rijkere mensen zijn die in een groene omgeving gaan wonen. Die zouden zich sowieso al gezonder voelen. “Dat soort oorzaken sloten we uit door allerlei kenmerken die gerelateerd zijn aan de economische status van de mensen mee te nemen in het onderzoek. We keken naar zowel platteland als stad, naar oud en jong, èn naar hoge en lage opleidingsniveaus. In alle gevallen blijkt de hoeveelheid groen in de woonomgeving een positieve relatie te vertonen met de ervaren gezondheid van mensen. Dus ook mensen met een lager opleidingsniveau voelen zich gezonder in een groenere buurt.” Groen als geneesmiddel “Groen is méér dan een luxe product”, stelt Maas, “het werkt gezondheidsbevorderend. Bovendien voelen mensen in een groene woonomgeving zich veiliger. Er zou dan ook meer aandacht moeten komen voor groen in de leefomgeving bij het inrichten van wijken en steden. Daarbij kan de Nederlandse gezondheidszorg groen actiever inzetten voor de gezondheid van patiënten. Waarom zou een huisarts
29
NIVEL: Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg Vitamine G: doelstellingen van dit onderzoek is: inzicht krijgen in de sterkte van de relatie tussen een groene omgeving en gezondheid, welzijn en sociale veiligheid. achterhalen welke mechanismen ten grondslag liggen aan die relatie.
30
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 51 -
cursist: P.C.P. Hendriks
patiënten niet vaker aanraden een wandelingetje te maken in het bos? Verder zou ieder verpleeg- of ziekenhuis eigenlijk een binnentuin moeten hebben waar patiënten even tot rust kunnen komen.” Hoe is het onderzocht? Het promotieonderzoek van Jolanda Maas maakt deel uit van het Vitamine G-onderzoeksprogramma dat met subsidie van NWO wordt uitgevoerd door het NIVEL en Alterra31. Om de hoeveelheid groen in de directe leefomgeving te berekenen, zijn de resultaten van de Tweede Nationale Studie van Ziekten en Verrichtingen in de Huisartsenpraktijk (NS2) gecombineerd met gegevens van het Landelijk Grondgebruikbestand Nederland (LGN4). Het Journal of Epidemiology and Community Health publiceerde haar resultaten. Minder stess Nu Maas heeft aangetoond dat er een relatie tussen gezondheid en een groene omgeving is, richt ze zich nu op de mechanismen die het verband kunnen verklaren. “Er zijn verschillende ideeën over de mogelijke verklaring. Zo is aangetoond dat alleen het kijken naar groen al kan leiden tot herstel van aandachtsvermoeidheid en tot stressvermindering. Ook is jaren terug al experimenteel aangetoond dat patiënten die uitkijken op een groene omgeving sneller herstellen van een operatie dan patiënten die uitkijken op een muur.” Met epidemiologisch onderzoek gaat Maas nu naar het vraagstuk kijken. Oftewel, voelen mensen zich gezonder met meer groen in hun omgeving omdat groen kan leiden tot stressvermindering? Ook beweging kan een rol spelen. Alterra liet in oktober al zien dat het aantal kinderen met overgewicht in wijken met groen vijftien procent lager ligt dan in wijken zonder groen. “Ik wil nu onderzoeken of dit verklaard kan worden doordat mensen met meer groen in hun woonomgeving meer bewegen.” Een derde mechanisme dat Maas onder de loep neemt, is de mogelijke toename van sociale contacten.”Bankjes in parken nodigen uit tot gesprekjes. Dit soort sociale contacten kunnen de gezondheid bevorderen.” Hoeveel groen er in de omgeving moet zijn voor een positief gezondheidseffect, is wetenschappelijk nog niet precies te zeggen. “Het liefst zou ik een kostenplaatje maken van bijvoorbeeld de afname van het aantal mensen met gezondheidsproblemen zoals burnout en overgewicht door een bepaalde toename van het groen. Ik kan nu alleen nog maar zeggen dat de relatie er is.” Maar dat betekent wel dat natuur niet zomaar een onbezonnen invulling van ruimte zou moeten zijn. “Het is meer dan een luxeproduct. We kunnen er niet meer omheen: natuur is gezond. Gemeenten zouden daar meer rekening mee moeten houden bij het inrichten van het grondgebied.” Deze bijlage is een samenvatting van artikelen op de websites van: NIVEL en Alterra, te benaderen via www.vitamineg.nl Een uitgebreide samenvatting is te lezen op: http://www.nivel.nl/pdf/samenvatting%20Vitamine%20G%20project%202.pdf
31
Alterra: kennisinstituut voor de groene leefomgeving. Alterra maakt deel uit van Wageningen University & Research centre.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 52 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bijlage 5: De winst- en verliesrekening en balans 2009 van de NMP VOOR PUBLICATIE VERWIJDERD.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 53 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bijlage 6: Uitwerkingen kwalitatief onderzoek Petra Graafland, fractievoorzitter van GroenLinks Pijnacker-Nootdorp en lid NMP 23-03-10, 11.00 uur Petra Graafland is fractievoorzitter voor GroenLinks in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. In haar portefeuille heeft ze onder andere de onderwerpen: natuur en het sociaal en cultureel beleid van de gemeente. Ze is lid van de NMP. Op 6 maart 2010 bezocht ze voor het eerst de algemene ledenvergadering. Met de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen vanuit de interne en externe analyse, kan een SWOT worden opgesteld. De volgende punten kwamen aan de orde tijdens het interview: 1. Interne analyse: sterkten (+)? Dat de NMP er is. De organisatie (het bestuur) is goed geïnformeerd. Positieve profilering van de vereniging. zwakten (-)? GroenLinks wil graag actief samenwerken met de NMP. De NMP is hier terughoudend in. Zij willen graag hun onafhankelijkheid waarborgen. 2. Externe analyse: kansen (+)? Het ledenblad. Het onderhouden van de natuurgebieden. Profileren in de lokale politiek. Profileren in de wijken. ‘Vaste plek in de gemeente creëren’, bijvoorbeeld in een educatiecentrum (het opzetten van een educatiecentrum voor de gemeente is een wens van GroenLinks). bedreigingen (-)? Het behouden van een goed en professioneel bestuur. (Afname) van het ledenbestand. De moeizame samenwerking met de beheerders van de eendenkooi in de Zuidpolder. 3. Hoe en op welke punten kan de NMP de nieuwe gemeenteraad en belangrijkste oppositiepartijen dusdanig beïnvloeden dat ze haar doelstellingen kan behalen? Door actief de gemeenteraadsleden te benaderen en contacten op te bouwen. Meer lobbyen. 4. Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vindt u belangrijk? Alle groengebieden. De verbinding met de Zuidpolder zo groen en duurzaam mogelijk inrichten. Zorgdragen voor groen in de wijken (de inwoners hierbij betrekken).
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 54 -
cursist: P.C.P. Hendriks
5. Welke prioriteiten stelt u daarbij? De Oude- en Zuidpolder. De herinrichting van Pijnacker-Noord en het Balijbos. 6. Wordt de NMP binnen de lokale politiek als serieuze partner gezien? Ja, naar mijn mening wordt de NMP serieus genomen. 7. Hoe kan de NMP meer invloed uitoefenen op de lokale politieke agenda? Zie ook vraag 3. Meer contact leggen in de raad. Meer lobbyen en meer nabellen van gemeenteraadsleden. 8. Hoe kan de NMP zich beter profileren onder de inwoners? Met behulp van het ledenblad ‘de Verderkijker’. Het aanbrengen van bordjes in de wijken waarop een omschrijving staat van een ‘groen-thema’. Een vaste plek in een informatiecentrum binnen de gemeente. Eventueel een vaste rubriek in Telstar. En het aanbrengen van vogelkastjes in de gemeente. 9. Welke aanpak is benodigd om meer (jonge) leden te werven? Activiteiten voor jongeren organiseren eventueel via een jeugdcentrum. Bijvoorbeeld een rondleiding door de gemeente waarmee de kinderen bewust worden gemaakt van de natuur en het milieu. Eventueel voorlichting geven op scholen.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 55 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Michel Barendse, ecoloog gemeente Pijnacker-Nootdorp en lid NMP 29-03-10, 11.00 uur Michel Barendse is oud-voorzitter van de NMP. Sinds april 2009 werkt hij als ecoloog bij de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Daarnaast is hij docent ecologie op de hogeschool INHOLLAND. Met de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen vanuit de interne en externe analyse, kan een SWOT worden opgesteld. De volgende punten kwamen aan de orde tijdens het interview: 1. Interne analyse: sterkten (+)? De NMP zet zich in voor een breed gebied : groen (natuur) en grijs (milieu). De organisatie staat en is professioneel. Succes behaald met het aanvechten van bestemmingsplannen. Gesprekspartner in het milieuplatform van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Serieuze gesprekspartner. zwakten (-)? Er is binnen de gemeente voor de NMP veel werk te doen op het gebied van natuur en milieu. Niet alles kan door de NMP serieus worden opgepakt. Stimuleren van leden voor actieve deelname in en rondom de vereniging. 2. Externe analyse: kansen (+)? Minder reactief zijn en juist in de publiciteit treden. Wees positief over de directe omgeving. Het geven van tips op het gebied van natuur en milieu aan de inwoners van de gemeente. bedreigingen (-)? Bij het sluiten van compromissen de band met de achterban niet vergeten. De invloed van buitenaf: zoals bijvoorbeeld de houding van de ondernemers bij de aanleg van de N470. 3. Hoe en op welke punten kan de NMP de nieuwe gemeenteraad en belangrijkste oppositiepartijen dusdanig beïnvloeden dat ze haar doelstellingen kan behalen? Doelstelling Biodiversiteit: belang van ecologische verbindingszones aangeven (die ook als leefgebieden kunnen functioneren indien van voldoende formaat). Probeer positief en constructief te blijven, een cynische houding is uit den boze en leidt ertoe dat je niet meer als gesprekspartner wordt uitgenodigd. Het is niet prettig om met verzuurde en gefrustreerde mensen te overleggen. Zie onafwendbare bedreigingen als kansen om wat voor ecologie te doen, vecht gerust voor je eigen belangen maar zie het als een schaakpartij en behandel de tegenstander met respect en met een glimlach.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 56 -
cursist: P.C.P. Hendriks
4. Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vindt u belangrijk? De Zuidpolder: meer aandacht voor de weidevogels. Maak de percelen (compensatiegebieden) hiervoor geschikt. Overleg met de boeren over hun rol voor het beheer van dit gebied. De verbinding van de Groenzone. De Oude Polder. De ‘rode gebieden’: dit zijn de verbindingen tussen de groengebieden en de stedelijke gebieden. 5. Welke prioriteiten stelt u daarbij? De inrichting van de ‘Heron’-lokatie omdat dit op korte termijn gaat spelen. Daarnaast nog alle nieuw aan te leggen gebieden (Zuidpolder en de Oude Polder). Ga tevens het gesprek aan met de bewoners van de kern van Oude Leede, sommige bewoners van deze kern zijn tegen de herinrichtingvoorstellen van de gemeente. De NMP kan wellicht wat voor hen betekenen. 6. Wordt de NMP binnen de lokale politiek als serieuze partner gezien? Ja (zie ook de opmerking bij de SWOT-analyse). 7. Hoe kan de NMP meer invloed uitoefenen op de lokale politieke agenda? Volg de lokale ontwikkelingen (Heron, Tuindershof, bestemmingsplan glas, Ruyven/Zuidpolder) en kom in een zo vroeg mogelijk stadium met ideeën. Dan is de kans op uitvoering groter dan wanneer achteraf moet worden gereageerd. Maar volg ook ontwikkelingen elders en kom met vernieuwende ideeën. 8. Hoe kan de NMP zich beter profileren onder de inwoners? Met name door ook de focus te leggen op het Nootdorpse deel van de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Probeer samen te werken met de Vogelwacht. Blijf advies geven aan de leden /inwoners en blijf activiteiten organiseren. Zo waren de bijeenkomsten voor natuurvriendelijk tuinieren in 2009 zeer succesvol. 9. Welke aanpak is benodigd om meer (jonge) leden te werven? Heel moeilijk, je lijkt kinderen soms niet meer naar buiten te krijgen. Het heeft de aandacht van de vereniging, maar de menskracht ontbreekt. Begin met beestjes (insecten, spinnen, amfibieën, enzovoort…) daar hebben de meeste kinderen nog wel interesse in. Met kinderen op pad gaan, in sloten vissen enzovoort. Eventueel samenwerken met KNNV en IVN. Tenslotte heeft Michel nog enkele suggesties: probeer de communicatie in het algemeen en in het bijzonder naar de leden te verbeteren. Geef richting aan de doelen die de NMP nastreeft en blijf positief in het uitoefenen van het (vrijwilligers)werk.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 57 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Arthur Venselaar, voorzitter Ondernemersvereniging Pijnacker-Nootdorp (OVPN) 06-04-10, 11.00 uur Arthur Venselaar is ruim een jaar voorzitter van de OVPN. Bij de OVPN zijn 133 bedrijven aangesloten. Venselaar is niet bekend met de NMP. Het vijftig minuten durende gesprek bleef daardoor beperkt tot een deel van de (standaard)vragen. Venselaar vertelt dat de OVPN de nieuwe coalitie van de gemeente afwacht. Als deze bekend is, starten de besprekingen met de raad. Echt voorkeur voor een coalitie heeft hij niet. De combinatie VVD, CDA en D66 zou mooi zijn. De OVPN was de laatste maanden vrij intern gericht vanwege een bestuurswisseling. Tijdens het ondernemersdebat van 15 februari 2010 zijn de doelen van de OVNP gepresenteerd. De OVPN stelt zich een gemeente tot doel die ondernemersvriendelijk, duurzaam, bereikbaar, veilig, educatief en transparant is. In het gesprek met Venselaar ligt de nadruk op duurzaamheid. Hij geeft prioriteit aan de aanleg van bedrijfsterreinen. Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) en ‘parkmanagement’ zijn belangrijke aandachtgebieden voor de OVPN. Bij ‘parkmanagement’ moet worden gedacht aan de basisvoorzieningen bij het tot stand komen van een bedrijventerrein, zoals de inrichting ervan, de aanleg van het groen, de bewegwijzering en de veiligheid op en van het terrein. Binnen de gemeente is de aanleg van een aantal bedrijventerreinen actueel. De Boezem-2 wordt binnenkort opgestart en ook voor het Heron-terrein bij de A12 in Nootdorp is overeenstemming met de provincie bereikt om er een bedrijfsterrein te ontwikkelen. Daarnaast zijn er bestaande terreinen zoals Oost-Ambacht in Nootdorp en Ruyven in Delfgauw. Ook voor deze gebieden is het KVO belangrijk. De OVPN organiseert regelmatig bijeenkomsten waarin ondernemers en gemeenteraadsleden elkaar ontmoeten. Venselaar stipt een bijeenkomst aan waarin de aanbestedingsprocedure binnen de gemeente centraal staat. Hij vindt dat op dat gebied een en ander kan worden verbeterd voor met name de lokale ondernemers /aannemers. Venselaar is voorstander van verdere ontwikkeling van duurzaamheid in de tuinbouw. Het winnen van aardwarmte vindt hij een goed initiatief. Daarbij streeft hij ernaar dat de restwarmte die vrijkomt en niet nodig is voor de tuinbouw zelf, gebruikt wordt om (nieuwbouw)woningen te verwarmen.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 58 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Henk Nieuwenhuijsen, lid NMP 09-04-10, 20.00 uur Henk Nieuwenhuijsen is ongeveer 15 jaar lid van de NMP. In zijn jeugd was Henk lid van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN). In de tijd dat hij nog in Vlaardingen woonde, hielp hij onder andere met het knotten van wilgen voor Landschapsbeheer Midden Delfland. Met de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen vanuit de interne en externe analyse, kan een SWOT worden opgesteld. De volgende punten kwamen aan de orde tijdens het interview: 1. Interne analyse: sterkten (+)? Het volgen van procedures (bijvoorbeeld de bezwaren rondom de aanleg van de VINEXnieuwbouwlocaties). Het gegeven dat er een vereniging is die de natuur en het milieu een warm hart toedraagt. zwakten (-)? Moeilijk te beantwoorden als je zelf niet actief deelneemt in het bestuur van de vereniging… Middelen kunnen beter besteed worden aan natuur- en milieu zelf, dan aan bijvoorbeeld een uitkijktoren of informatiebordjes in de wijken. De gemeente zou het toezicht en beheer van ‘de zwaluwwand’ in Rietlanden voor haar rekening moeten nemen. 2. Externe analyse: kansen (+)? Focus je als vereniging op de plekken waar niet gebouwd mag worden. Pas daarbij op dat je gebieden niet te snel toegankelijk maakt voor recreatieve doeleinden, zodat de mensen niet te dicht bij de natuur kunnen komen. Probeer zichtbaarder te zijn voor de inwoners /omgeving. Ook voor de inwoners van Nootdorp. Maak bijvoorbeeld meer reclame. Of ga flyeren: stop aanmeldingsbriefjes in de bus bij (nieuwbouw)woningen. bedreigingen (-)? De NMP bestaat uit vrijwilligers. Daarvan is een vrij kleine kern actief. Als deze mensen stoppen, valt de vereniging uit elkaar. 3. Hoe en op welke punten kan de NMP de nieuwe gemeenteraad en belangrijkste oppositiepartijen dusdanig beïnvloeden dat ze haar doelstellingen kan behalen? Door allereerst kennis te maken met de nieuwe raad. Probeer ‘vrienden’ te worden. Praat met de nieuwe gemeenteraadsleden en luister goed. Tracht zo resultaat te behalen. Lukt dat niet dan kan altijd nog gekozen worden voor het juridische traject. 4. Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vindt u belangrijk? De Zuidpolder (de polder ter hoogte van Oude Leede) zou een ‘groene oase’ moeten blijven. Daarnaast vind ik het Balijbos van waarde en het krekengebied achter het sportpark.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 59 -
cursist: P.C.P. Hendriks
5. Welke prioriteiten stelt u daarbij? Dat is afhankelijk van de plannen van de gemeente en projectontwikkelaars. Bepaal met behulp van deze planning je prioriteiten. 6. Wordt de NMP binnen de lokale politiek als serieuze partner gezien? Bij een groot aantal politici wel, ook al blijven het opportunisten. De NMP moet proberen zoveel mogelijk uit dat partnerschap te halen. 7. Hoe kan de NMP meer invloed uitoefenen op de lokale politieke agenda? Zie antwoord bij vraag 3. 8. Hoe kan de NMP zich beter profileren onder de inwoners? Door het organiseren van activiteiten voor de inwoners van Pijnacker (en Nootdorp). Maak gebruik van de mogelijkheid om via Telstar-TV bijvoorbeeld ruimte te krijgen op de teletekstpagina’s van dit kanaal. Ook kan de website gebruikt worden. Doel is het werven van nieuwe leden en het enthousiasmeren van bestaande leden voor actieve deelname aan de vereniging. 9. Welke aanpak is benodigd om meer (jonge) leden te werven? Jonge leden krijgen zal moeilijk zijn. Vaak hebben zij andere behoeften in die fase van hun leven. Ik adviseer om bij de NJN / KNNV regio Delft na te vragen hoe zij hiermee omgaan.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 60 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Kees van der Helm, directeur VanderHelm Bedrijven en bestuurslid VNO NCW West/Zuid-Holland 13-04-10, 10.00 uur Kees van der Helm is directeur van VanderHelm Bedrijven, een onderneming in grond- en milieutechniek gevestigd in de gemeente Lansingerland. Bij Van der Helm werken ongeveer negentig mensen. Van der Helm is tevens bestuurslid bij VNO NCW West. Daarnaast richtte hij team Oostland op met het doel om op 3 juni 2010 de beroemde Alpe d’Huez te beklimmen en zo geld op te halen voor KWF Kankerbestrijding. Kees van de Helm is als boerenzoon, geboren en getogen aan de Brasserskade in Delft. Hij woont en leeft zijn hele leven al in de regio Pijnacker-Nootdorp. Van der Helm draagt de natuur een warm hart toe. In het ongeveer dertig minuten durende gesprek stelt Van der Helm dat het voor de NMP moeilijk is om de politiek te beïnvloeden. De politiek reageert vaak traag. Hij vindt dat de NMP veel beter kan lobbyen bij het bedrijfsleven en hiermee kan samenwerken. Het streven daarbij is om een 'win-winsituatie' te behalen; de milieuwensen enerzijds en de bedrijfsbelangen anderzijds. De aandacht van de NMP moet volgens Van der Helm uit gaan naar de Zuidpolder. Dit gebied kan nog verder ontwikkeld worden tot een mooi natuurgebied, waarin natuur en recreatie samen gaan. Daarnaast vindt Van der Helm het belangrijk dat bij het ontwikkelen van (nieuwe) bedrijfsterreinen rekening wordt gehouden met groen. Het gebied de Balij heeft minder aandacht nodig. Dat is volgens Van der Helm ‘in control’. Volgens Van der Helm wordt de NMP door de politiek als serieuze partner gezien. Hij vindt wel dat de NMP zich beter zou moeten profileren. Hij stelt dat ze hiervoor een communicatieplan moeten maken. Daarbij zullen ze ervoor moeten waken dat ze zichzelf niet te veel als ‘geitenwollensokken’-vereniging profileren.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 61 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Nico van der Helm, voorzitter NMP 13-04-10, 20.30 uur Nico van der Helm is sinds zes jaar voorzitter van de NMP. Hij doet dit vrijwilligerswerk naast zijn baan als controller bij TNO. Nico woont in Pijnacker. Hij is gemiddeld vier uur per week actief voor de NMP. Met de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen vanuit de interne en externe analyse, kan een SWOT worden opgesteld. De volgende punten kwamen aan de orde tijdens het interview: 1. Interne analyse: sterkten (+)? Deskundigheid wat betreft de omgeving. Zowel op het gebied van grijs (milieu) als groen (natuur). o Bestuurslid Richard Smokers heeft kennis van het milieu. Vanuit zijn werk bij TNO heeft hij veel verstand van elektrische auto’s. Bestuurslid Gerard de Hoog is naast tuinder ook natuurliefhebber. Inzet en gedrevenheid van bestuur en actieve leden. Het volgen van procedures (bijvoorbeeld de bezwaren rondom de aanleg van de VINEXnieuwbouwlocaties). Het gegeven dat er een vereniging is die de natuur en het milieu een warm hart toedraagt. Constant een relatief hoog ledenaantal. Vanaf 2003 rond de vierhonderd leden. zwakten (-)? Netwerken / lobbyen. Deze vaardigheden ontbreken bij de bestuursleden. Beperkt aantal actieve leden die zich inzetten voor de vereniging. De beperkte tijd waardoor keuzes gemaakt moeten worden om onderwerpen ‘beet te pakken’. Geen ‘verenigingsgebouw’, voor bijvoorbeeld herkenbaarheid in het werkgebied. 2. Externe analyse: kansen (+)? Deze liggen in de schaarse gebieden die er nu nog zijn zoals: de Zuidpolder en (verbinding) Groenblauwe slinger (Groenzoom). De compensatiegebieden in de Zuidpolder. Het besef dat er nog groen is binnen de gemeente. De groene verbindingen binnen de bebouwde gebieden. bedreigingen (-)? De druk op de open ruimte. Door ‘Duurzaam glas’ ontstaan er grotere tuinbouwcomplexen. Aanleg van meer wegen en bedrijventerreinen. Vergrijzing van ledenbestand.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 62 -
cursist: P.C.P. Hendriks
3. Hoe en op welke punten kan de NMP de nieuwe gemeenteraad en belangrijkste oppositiepartijen dusdanig beïnvloeden dat ze haar doelstellingen kan behalen? Huidige contacten met de raadsleden continueren. In gesprek gaan met de wethouder die natuur en milieu in zijn/haar portefeuille heeft. Met de oude wethouder is er eens per halfjaar een gesprek. Nico hoopt dat de nieuwe wethouder de geplande afspraak met de NMP laat staan. Ook de deelname aan het milieuplatform, waarbij onder meer de wethouder aanwezig is, is belangrijk voor de NMP om zich te profileren. Daarnaast zal er in de periode dat er wordt nagedacht over inrichting of aanleg van nieuwe natuurgebieden, gelobbyd moeten worden bij de politieke partijen. 4. Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vindt u belangrijk? Groenblauwe Slinger (Groenzoom) en de Zuidpolder. Biesland- en Balijbos (in beheer bij Staatsbosbeheer). Aanleg van de 380kV-verbinding. Duurzaam glas. Aanleg van de Noordelijke en Oostelijke rondweg. 5. Welke prioriteiten stelt u daarbij? De aandacht van de NMP zal eerst moeten gaan naar de compensatiegebieden in de Zuidpolder. Deze zijn vanuit een convenant met de gemeente aangelegd ter compensatie van de aanleg van de N470 en de bouw van de woonwijk Keijzershof. Ze bestaan uit een relatief droog en een relatief nat gebied. Helaas is het natte gebied bij de aanleg te diep aangelegd waardoor veel weidevogels het niet aantrekkelijk vinden. Nu is er overleg met Groen Service Zuid-Holland (GZH) om dit te herstellen. Afgelopen winter is de NMP met GZH in het gebied gaan kijken. Tot op heden zijn de gewenste aanpassingen nog niet uitgevoerd. Een andere prioriteit is het behouden van bedreigde natuurwaarden. Daarbij is het ‘grijze milieu’ iets minder relevant (zoals milieuvergunningen). Dit soort zaken lopen via het milieuplatform. Verder vind ik de ontwikkelingen rondom ‘Duurzaam glas’ belangrijk. Welke gebieden komen hiervoor nou echt in aanmerking en wanneer start de realisatie? Tot slot is het belangrijk aandacht te besteden aan de communicatie richting de leden (en inwoners) over de natuur in hun woonomgeving. Het zou mooi zijn als de NMP een begrip wordt in de gemeente: ´Voor natuur moet je bij de NMP zijn’. 6. Wordt de NMP binnen de lokale politiek als serieuze partner gezien? Ja, door de laatste wethouder, Leo Suijker, wel. 7. Hoe kan de NMP meer invloed uitoefenen op de lokale politieke agenda? Door beter te lobbyen onder de gemeenteraadsleden.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 63 -
cursist: P.C.P. Hendriks
8. Hoe kan de NMP zich beter profileren onder de inwoners? De NMP heeft helaas geen ‘clubhuis’ waardoor het soms moeilijk is om herkenbaar te zijn voor de omgeving. Daarom moet de herkenbaarheid op een andere manier bewerkstelligd worden, bijvoorbeeld met borden in de wijken waarop (groene) informatie staat over de woonomgeving. Met regelmaat organiseren we informatiebijeenkomsten over natuur en milieu. Een voorbeeld is de recente paneldiscussie over duurzaam bouwen. Deze bijeenkomsten helpen ook om ons te profileren. Verder willen we de website vernieuwen. Zo zou het leuk zijn als inwoners er foto’s op kunnen plaatsen met natuurbeelden uit hun omgeving. Tenslotte kunnen we ons profileren met een vaste rubriek in de weekkrant Telstar. Het plaatsen van journalistieke stukken heeft daarbij de voorkeur. 9. Welke aanpak is benodigd om meer (jonge) leden te werven? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden. Het geven van presentaties op basisscholen loopt goed. De leeftijd van 12-18 is moeilijker te bereiken. De NMP steekt liever meer energie in het bereiken van de doelgroep van 40 tot 50 jaar. Deze leeftijdscategorie heeft meer affiniteit met de woonomgeving. Stel dat dertig leden /mensen zich een avond per week kunnen inzetten voor de NMP, dan zou dat een welkome aanvulling zijn. De ervaring leert dat het resultaat oplevert als we kaartjes in de bus stoppen in opgeleverde (nieuwbouw)woningen. Daarbij heeft het voor de NMP niet de eerste prioriteit om meer leden te werven.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 64 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Gerard de Hoog, bestuurslid (en tijdelijk secretaris) NMP 23-04-10, 20.30 uur Gerard de Hoog is bestuurslid en (tijdelijk) secretaris van de NMP. Hij woont in Pijnacker en heeft daar zijn tuinbouwbedrijf ter hoogte van de nieuw aan te leggen wijk ‘Tuindersdorp’. Op latere leeftijd is De Hoog zich gaan toeleggen op het fotograferen van de natuur, met een voorkeur voor vogels. Binnen de vereniging doet hij naast het secretariswerk voornamelijk het werk buiten, zoals het organiseren van de wekelijkse werkzaamheden in Ackerdijk. Met de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen vanuit de interne en externe analyse, kan een SWOT worden opgesteld. De volgende punten kwamen aan de orde tijdens het interview: 1. Interne analyse: sterkten (+)? Betrokken bestuursleden. Contacten met de ambtenaren in het gemeentelijk apparaat. Deelname aan de groep Duurzaamheid (initiatief vanuit de NMP). Vaste vrijwilligers die op zaterdag helpen met onderhoud en andere klussen. zwakten (-)? Er is onvoldoende kennis aanwezig over wat er allemaal binnen de gemeente speelt. Geen goede inventarisatie van de flora en fauna binnen het werkgebied. Te weinig actieve leden /vrijwilligers. 2. Externe analyse: kansen (+)? De Zuidpolder natuurlijker inrichten (combinatie van polder, water en bosschages). Verbinding met de Groenblauwe Slinger (Groenzoom). Duurzaam inrichten van de nieuwe wijken en bestaande wijken die gerenoveerd gaan worden (Pijnacker-Noord). bedreigingen (-)? De open gebieden verdwijnen. Er komt een vaart door de wijk Keijzershof (deze voert vanuit deze woonwijk afvalwater af. De vaart gaat dwars door de Zuidpolder met als risico vuil water in de schone polder). Trage opvolging van afspraken met de gemeente. Manier van snoeien door de gemeente in de wijken. De druk van de glastuinbouw op de groene gebieden.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 65 -
cursist: P.C.P. Hendriks
3. Hoe en op welke punten kan de NMP de nieuwe gemeenteraad en belangrijkste oppositiepartijen dusdanig beïnvloeden dat ze haar doelstellingen kan behalen? Nadat de coalitievorming in de gemeente rond is, een gesprek plannen met de wethouders. Dit gesprek bijvoorbeeld in natuurgebied de Ackerdijkse plassen laten plaatsvinden, zodat de nieuwe wethouders direct een van de mooiste natuurgebieden van de gemeente kunnen zien. Door het bijwonen van de gemeenteraadsbijeenkomsten en na afloop of in de pauze de raadsleden aan te spreken. Meer lobbyen onder raadsleden en ambtenaren. 4. Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vindt u belangrijk? Zuidpolder. Groenblauwe Slinger (Groenzoom). Bergboezem Delfgauw. Duurzaam bouwen. Snoeien van het groen in de wijken. 5. Welke prioriteiten stelt u daarbij? De volgorde is aangegeven in het antwoord (rijtje) van vraag vier. 6. Wordt de NMP binnen de lokale politiek als serieuze partner gezien? Ja, de NMP wordt als serieuze partner gezien. Wel is het zo dat je niet voor ieder wissewasje moet aankloppen bij de politiek. Anders is de kans aanwezig dat je gezien wordt als ‘zeurderig’. 7. Hoe kan de NMP meer invloed uitoefenen op de lokale politieke agenda? Door beter te lobbyen onder de gemeenteraadsleden. 8. Hoe kan de NMP zich beter profileren onder de inwoners? Door je meer te laten zien in het werkgebied. Voorbeelden om dit mogelijk te maken zijn: door het uitdelen van flyers en het organiseren en begeleiden van excursies in de natuurgebieden van de gemeente. 9. Welke aanpak is benodigd om meer (jonge) leden te werven? Dat is moeilijk. Enerzijds omdat de jongeren vaak op een andere manier hun tijd besteden. Bijvoorbeeld met sporten of computeren. Anderzijds heeft de NMP te weinig capaciteit (vrijwilligers) om nieuwe leden te werven. Gerard meldde in het gesprek dat de NMP geen sponsors heeft.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 66 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Caroline Elfferich, lid NMP 28-04-10, 20.00 uur Caroline Elfferich studeerde Biologie in Leiden. Haar hobby is veldbiologie. Het ‘krekengebied’ tussen Delft en Pijnacker vindt ze één van de mooiste stukjes natuur in Pijnacker. Eind jaren tachtig was Elfferich bestuurslid van de NMP. Nu is ze als lid actief voor de vereniging. Zo schrijft ze regelmatig artikelen over de natuur voor weekblad Telstar. Aan het eind van die artikelen wordt verwezen naar de website van NMP. Ook brengt ze het verenigingsblad ‘de Verderkijker’ rond in enkele wijken in Pijnacker. Met de sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen vanuit de interne en externe analyse, kan een SWOT worden opgesteld. De volgende punten kwamen aan de orde tijdens het interview: 1. Interne analyse: sterkten (+)? Ondernemen van acties op landschappelijk gebied, zowel grijs als groen. Initiatieven op het gebied van duurzaamheid. De inzet van het bestuur. zwakten (-)? Slechte zichtbaarheid van de NMP in het werkgebied voor (niet)leden. Weinig activiteiten voor leden, zoals cursussen en excursies. 2. Externe analyse: kansen (+)? Geen. bedreigingen (-)? Teruglopend aantal actieve leden. 3. Hoe en op welke punten kan de NMP de nieuwe gemeenteraad en belangrijkste oppositiepartijen dusdanig beïnvloeden dat ze haar doelstellingen kan behalen? Door tijd te steken in het deelnemen aan commissievergaderingen bij de gemeente. Hiermee laat je jezelf zien. Eventueel via Michel Barendse (de ecoloog van de gemeente) lobbyen richting de gemeenteraadsleden en ambtenaren. 4. Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vindt u belangrijk? Ik vind het belangrijk dat er een vereniging als NMP bestaat om natuur en milieu onder de aandacht te brengen van gemeente en burgers. Ik hoop dat er zoveel mogelijk natuur en groen behouden kan blijven in de gemeente. Daarbij vind ik zorgvuldig beheer van groen ook belangrijk. Aandachtsgebieden die in het gesprek werden genoemd, zijn: De compensatiegebieden die zijn aangelegd in de Zuidpolder. Bergboezem Oude Leede. De aanleg van de (Noordelijke) rondweg in de gemeente.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 67 -
cursist: P.C.P. Hendriks
5. Welke prioriteiten stelt u daarbij? Geen. 6. Wordt de NMP binnen de lokale politiek als serieuze partner gezien? Ja, de NMP wordt als serieuze partner gezien. Zeker nadat er een convenant met de gemeente is getekend voor de aanleg van de compensatiegebieden in de Zuidpolder. 7. Hoe kan de NMP meer invloed uitoefenen op de lokale politieke agenda? Door beter te lobbyen onder de gemeenteraadsleden. 8. Hoe kan de NMP zich beter profileren onder de inwoners? Door artikelen over de vereniging, de activiteiten en de natuur te publiceren in de weekkrant Telstar. 9. Welke aanpak is benodigd om meer (jonge) leden te werven? Dat vind ik moeilijk te beantwoorden omdat jongeren vaak met hele andere dingen bezig zijn. Het werven van nieuwe leden zie ik niet als prioriteit.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 68 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Harry Wever en Peter Hennevanger, gemeenteraadslid en fractievoorzitter D66 Pijnacker-Nootdorp 01-06-10, 19.00 uur Harry Wever is gemeenteraadslid voor D66. Hij woont ruim 10 jaar in Delfgauw en werkt als beleidsmedewerker bij het ministerie van VROM/WWI (Wonen, Wijken en Integratie). Hij heeft veel ervaring met kwaliteitsverbetering in de bouw en ruimtelijke ordening. Wever zet zich onder andere in voor duurzaam bouwen, verkeersveiligheid en het behoud van het dorpse karakter van Pijnacker-Nootdorp. Peter Hennevanger is fractievoorzitter van D66 in de gemeenteraad van Pijnacker-Nootdorp. Hij heeft zitting in de commissie bestuur en financiën en de rekeningencommissie. Verder onderhoudt hij contacten met de fractievoorzitters van de andere partijen in het Presidium. Meer specifiek ligt zijn kennis bij financiën, bestuur, sport en onderwijs. Peter is geboren en getogen in Pijnacker en was in het verleden Jeugdvoorzitter in het bestuur van voetbalvereniging Oliveo. Hij is verder actief bij de Carnavalsvereniging en is onder meer speaker bij de jaarlijkse 12-inch-race en de Run Bike Run. Hij woont in Pijnacker en werkt als docent bedrijfseconomie bij de Hogeschool Leiden. D66 nam in maart 2010 deel aan de gemeenteraadsverkiezingen in Pijnacker-Nootdorp. Daarvoor was de partij niet vertegenwoordigd in de gemeenteraad. Tijdens de laatste gemeenteraadsverkiezingen kreeg deze partij vier zetels. Sindsdien neemt ze deel aan de coalitie. Namens D66 zit wethouder Jaap van Staalduine in het college. Van Staalduine is kernwethouder voor Delfgauw/Overgauw/Oude Leede. Tot zijn portefeuille behoren ruimtelijke ordening, groen, water en recreatie, ouderenbeleid en projecten als de gebiedsvisie Delfgauw, Ruyven/Zuidpolder en Balijbos en Dobbeplas. Het gesprek met de heren Wever en Hennevanger vond plaats in de fractiekamer van D66 in het gemeentekantoor in Nootdorp. Beide heren kennen de NMP. Ze zijn echter geen lid. 1. Hoe en op welke punten kan de NMP de nieuwe gemeenteraad en belangrijkste oppositiepartijen beïnvloeden om haar doelstellingen te behalen? Door de raadsleden actief te benaderen; bijvoorbeeld per e-mail of door het bijwonen van de commissievergaderingen ‘Ruimte en Wijken’ waarin onder andere milieubeleid wordt behandeld. De NMP kan dan gebruikmaken van de mogelijkheid tot inspraak. Ook kan er door de NMP input worden gegeven op de Bestuurlijke Agenda. Deze input geeft ruimte tot discussie. Beide heren stellen wel dat er de komende jaren weinig middelen beschikbaar zijn om nieuwe ideeën/voorstellen om te zetten in uitvoering. Maar input geven en meedenken kan altijd. 2. Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vindt u belangrijk? D66 vindt de volgende aandachtspunten belangrijk: Inrichting van Ruyven/Zuidpolder. Groenzoom. Dobbeplas. Balijbos. Oude Polder: dit gebied wordt de komende jaren waarschijnlijk (deels) ingericht voor duurzame glastuinbouw. Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 69 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Groen in de wijk.
Naast bovengenoemde gebieden, streeft D66 ernaar dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp op termijn een ‘energieneutrale’ gemeente wordt. 3. Welke prioriteiten stelt u daarbij? Het inrichten van het gebied Ruyven/Zuidpolder heeft de grootste prioriteit. Naast besparing op energie (met als doel een energieneutrale gemeente). 4. Wordt de NMP binnen de lokale politiek als serieuze partner gezien? Nee, niet echt. De NMP kan zich het beste beperken tot een aantal belangrijke punten. Neem onderwerpen die haalbaar zijn mee richting de raad. Probeer daarbij positief kritisch te zijn. Houd er wel rekening mee dat de financiële situatie binnen de gemeente geen tot weinig ruimte biedt voor nieuwe initiatieven. Wel is het zinvol als de NMP lobbyt, ideeën aandraagt over wat voor soort natuur er in een plangebied ontwikkeld zou kunnen worden en welk beheer daarbij past. Wellicht dat de politiek meer oog krijgt voor de initiatieven van de NMP als deze vereniging zich meer toelegt op natuureducatie. 5. Hoe kan de NMP meer invloed uitoefenen op de lokale politieke agenda? Door beter te lobbyen onder de gemeenteraadsleden. Zie ook het antwoord bij vraag een. 6. Hoe kan de NMP zich beter profileren onder de inwoners? Door informatie te verstrekken over het bestaan en de bezigheden van de NMP in de weekkrant Telstar. Denk bijvoorbeeld aan een vaste rubriek na de informatie die vanuit de gemeente wordt gepubliceerd. Verder kan de NMP excursies organiseren voor (niet) leden naar bijvoorbeeld de eendenkooi in de Zuidpolder of de Plas van Ruyven. Ook kan de vereniging meedoen aan evenementen als de Bieslanddagen [red: de NMP staat al enkele jaren met een stand op dit evenement]. Wellicht kan de NMP ook wandelexcursies organiseren in en naar de Ackerdijkse Plassen. 7. Welke aanpak is benodigd om meer (jonge) leden te werven? [Red. Deze vraag is niet expliciet gesteld.] Tips van Harry Wever: Neem contact op met Sandra van de Bos. Zij runt een kinderdagverblijf in Delfgauw en waarschijnlijk binnenkort ook in Pijnacker. De kinderen in haar kinderdagverblijf neemt ze vaak mee ‘het groen in’ met als doel de ze op jonge leeftijd kennis te laten maken met de natuur. Organiseer fietstochten in het gebied zodat potentiële leden kennis kunnen maken met de NMP. Tot slot merkt de heer Wever op dat D66 eigenlijk voor behoud en ontwikkeling is van alle plannen tot nu toe: D66 is nu eenmaal een groene partij. Het is vooral de vraag welk ambitieniveau je nastreeft, hoeveel het beheer mag kosten en of er bijvoorbeeld ook medegebruik met recreatie mogelijk is. D66 is voor natuur met een gecombineerde functie.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 70 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Edo Haitsma, gemeenteraadslid VVD Pijnacker-Nootdorp 16-06-10, 11.00 uur Edo Haitsma is na de gemeenteraadsverkiezingen 2010 als gemeenteraadslid voor de VVD actief. Haitsma heeft milieu & duurzaamheid, ondernemers en cultuur in zijn portefeuille. Daarnaast is hij contactpersoon voor Pijnacker. De VVD is met zeven zetels de grootste partij in de gemeenteraad. Na de verkiezingen van 3 maart is er een coalitie samengesteld tussen: VVD, CDA, D66, PvdA en GroenLinks. Peter van Haagen zit namens de VVD als wethouder in het college. Van Haagen heeft de aandachtgebieden: Financiën en Grondzaken, Economie, Integrale Veiligheid en Wonen in zijn portefeuille. Het gesprek met de heer Haitsma vindt plaats bij mij thuis. Edo Haitsma is niet bekend met de NMP. 1. Hoe en op welke punten kan de NMP de nieuwe gemeenteraad en belangrijkste oppositiepartijen dusdanig beïnvloeden dat ze haar doelstellingen kan behalen? Allereerst stelt Haitsma dat de NMP een heldere visie moet hebben op wat ze de komende jaren wil bereiken. Daarbij is het van belang dat ze zich flexibel opstelt om de ideeën die ze heeft, gerealiseerd te krijgen. Stap twee is het toetsen van de ideeën onder de leden en bijvoorbeeld bij bewonersverenigingen binnen de gemeente. Is er consensus over de gekozen weg, dan is het tijd om de politiek te benaderen. Dat kan op verschillende manieren. Onder andere door in contact te treden met de fracties van de politieke partijen. Zo kan de NMP de fracties inlichten over haar ideeën. Een andere manier is om de raadsvergaderingen bij te wonen en inspraak te vragen over bijvoorbeeld een onderwerp dat de NMP raakt. Nadat de inspraak heeft plaatsgevonden, is het zaak voor elkaar te krijgen dat het bewuste onderwerp een volgend overleg wordt geagendeerd. In de tussentijd kunnen de gemeenteraadsleden zich verdiepen in de materie en kan de NMP de gewonnen tijd gebruiken om de raadsleden, buiten de vergadering om, te overtuigen van haar standpunt. Het is aan te raden om (formele) contacten te leggen binnen het ambtenarenapparaat van de gemeente. 2. Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vindt u belangrijk? Binnen de gemeente moet er zorgvuldig worden omgegaan met de beschikbare financiële middelen. Daarom benoem ik namens de VVD alleen de al lopende (groen)projecten als aandachtsgebieden: Inrichting van Ruyven/Zuidpolder Inrichting van de bedrijventerreinen Boezem-2 en Heron Uitgangspunt hierbij is de Bestuurlijke Agenda die door de nieuwe coalitie is overeengekomen. De VVD stelt dat duurzaamheid mogelijk moet zijn, maar niet noodzakelijk is. Als voorstander van het liberale gedachtegoed, vindt de VVD dat de inwoners (en NMP) in de gemeente ook zelf kunnen zorgen voor een groene omgeving. Voorbeelden hiervan zijn: kleine initiatieven in de wijken, door bijvoorbeeld samen met de buurt een parkje te onderhouden of als NMP knotwilgen te helpen snoeien.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 71 -
cursist: P.C.P. Hendriks
3. Wordt de NMP binnen de lokale politiek als serieuze partner gezien? Deze vraag is moeilijk te beantwoorden omdat ik pas korte tijd deel uitmaak van de gemeenteraad. Ik zie wel het nut in van een belangenorganisatie als de NMP. Het grootste voordeel hiervan is dat ze kan meedenken en de raad kan adviseren. Hierbij kan met een positief kritische houding meer draagvlak worden gecreëerd. 4. Hoe kan de NMP zich beter profileren onder de inwoners? Door als adviseur op te treden voor de gemeente en kleine initiatieven op het gebied van groen in de wijken te ondersteunen.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 72 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bob van der Deijl, fractievoorzitter CDA Pijnacker-Nootdorp 18-06-10, 10.00 uur Bob van der Deijl is fractievoorzitter van het CDA in de gemeente Pijnacker-Nootdorp. Namens het CDA is hij lid van de commissie Ruimte en Wijken. Het CDA verwierf de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen vijf zetels binnen de gemeenteraad. Daarmee is het de op een na grootste partij in de raad. Het CDA heeft een wethouder in het college; José van Egmond. Zij heeft onder andere glastuinbouw, duurzaamheid, onderwijs en mobiliteit in haar portefeuille. Daarnaast is zij kernwethouder van Pijnacker voor het gebied ten zuiden van de Oost- en Westlaan. Het gesprek met de heer Van der Deijl vond plaats in een spreekkamer van zijn bedrijf ’Deli Food Trading’ op bedrijventerrein de Boezem in Pijnacker. Van der Deijl kent de NMP. Om belangenverstrengeling tegen te gaan is Van der Deijl geen lid van de vereniging. 1. Hoe en op welke punten kan de NMP de nieuwe gemeenteraad en belangrijkste oppositiepartijen dusdanig beïnvloeden dat ze haar doelstellingen kan behalen? De NMP is al goed bekend binnen de politiek. Ze brengt haar doelstelling ‘het behoud en verbeteren van landschappelijke en natuurlijke waarden en van het leefmilieu in en rondom de gemeente Pijnacker’ al onder de aandacht. De contacten zijn op zich goed. Zo is er regelmatig overleg tussen de politiek en de NMP. Daarbij valt het op dat de NMP de laatste tijd niet veel gebruikmaakt van het recht om in te spreken tijdens vergaderingen. Bij de NMP-doelstelling ‘het opwekken, vergroten en stimuleren van de belangstelling voor en de kennis van de natuur’, vind ik dat de NMP de gemeentepolitiek niet echt nodig heeft. Dat kan de NMP vanuit haar eigen organisatie oppakken richting bijvoorbeeld de leden of scholen. 2. Welke aandachtsgebieden voor natuur en milieu vindt u belangrijk? Vooropgesteld vind ik dat de gemeente Pijnacker-Nootdorp al een groene gemeente is. Daarbij is het standpunt van het CDA dat zoveel mogelijk groengebieden onaangetast moeten blijven. Ook is het van belang dat er groen in de wijken blijft. De wijk Klapwijk is een mooi voorbeeld; vrij ruim van opzet met veel groen in de vorm van parkjes en plantsoenen. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid vind ik dat binnen de glastuinbouw op een efficiënte manier gebruikgemaakt moet worden van de beperkte ruimte die er nu is. Een voorbeeld: ‘dubbel grond gebruik’. Op deze manier kan er op gestapelde wijze meer en efficiënter geteeld worden onder glas. De volgende aandachtsgebieden vindt het CDA belangrijk: De inrichting van Ruyven/Zuidpolder Het zou eigenlijk mogelijk moeten zijn om tijdens een fietstochtje of wandeling in de polder bij ‘de boer op de hoek’ een kop koffie te drinken of eieren te kopen. Helaas is dat nu door regelgeving vaak niet mogelijk. Het bestemmingsplan Ruyven/Zuidpolder (met de inrichting van dat gebied) staat geagendeerd op de komende commissievergaderingen ‘Ruimte en Wijken’.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 73 -
cursist: P.C.P. Hendriks
De Oude Polder Dit gebied maakt deel uit van de regeling ‘Fonds Economische Structuurversterking’ (FES). Dit houdt in dat het de komende jaren wordt ingericht voor duurzame glastuinbouw, groen en recreatie. De financiële middelen die door de centrale overheden beschikbaar zijn gesteld, moeten voor 2013 zijn benut. 3. Wordt de NMP binnen de lokale politiek als serieuze partner gezien? Ja, wel zou de NMP frequenter een beroep kunnen doen op de gemeenteraad. 4. Hoe kan de NMP zich beter profileren onder de inwoners? Door zichtbaarder te zijn in de gemeente, bijvoorbeeld met bordjes met informatie over het gebied. Op scholen kan de NMP projecten opstarten om de natuur en het milieu kenbaar te maken onder de leerlingen. Tenslotte zou de NMP regelmatig fietstochten en/of excursies kunnen organiseren. [Red. Na het gesprek merkt Bob van der Deijl op dat hij toch maar eens lid moet worden van de NMP]
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 74 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bijlage 7: Prioriteren van de aanbevelingen uit de strategische aandachtsgebieden Er is een methode beschikbaar om de prioriteit van de aanbevelingen te bepalen per strategisch aandachtsgebied. Het prioriteren gaat met behulp van vijf vragen: 1. Lossen de aanbevelingen op het strategisch aandachtsgebied het kernprobleem op? De weging in de SWOT-analyse bepaalt of er sprake is van een kernprobleem. 2. Maken de aanbevelingen op het strategisch aandachtsgebied gebruik van de geformuleerde kansen en sterkten en houdt de optie rekening met de zwakten en bedreigingen? Voor het waarderen van deze vraag wordt de ingevulde SWOT-analyse geraadpleegd. 3. Is de aanbeveling op het strategische aandachtsgebied financieel haalbaar? Deze vraag toetst de financiële haalbaarheid. Dat is in het geval bij een vereniging moeilijker te beoordelen dan bij een commerciële onderneming met een winstoogmerk. Bij het waarderen van deze vraag is daarom gekeken naar de inzet in uren. In de praktijk worden die uren bij vrijwilligerswerk niet gekapitaliseerd. Betreft de strategische optie een financiering dan is er wel rekening gehouden met eventuele investeringskosten. 4. Zijn de aanbevelingen op het strategisch aandachtsgebied uitvoerbaar? Bij deze vraag is het noodzakelijk om te toetsen of de optie ‘SMART’ is. ‘SMART’ staat voor: Specific: de optie moet concreet zijn Measurable: de optie moet meetbaar zijn Achievable: de optie moet haalbaar zijn Realistic: de optie moet realistisch zijn Time Bound: de optie moet tijdgebonden zijn. 5. Zijn de aanbevelingen op het strategisch aandachtsgebied aanvaardbaar voor de leden van de vereniging? Bij het waarderen van deze vraag is gekeken naar de antwoorden van de leden op de vragen uit het kwalitatief onderzoek. Met de toelichting op de vijftal vragen kunnen de aanbevelingen op de strategische aandachtsgebieden worden gewogen. Het resultaat staat in tabel 5.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 75 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Prioriteren van de aanbeveling op de aandachtsgebieden door beantwoorden van de vragen -> + = belangrijk 0 = neutraal - = minder belangrijk
Kennis en ervaring van de bestuursleden inzetten bij het ontwikkelen en inrichten van nieuwe natuurgebieden. Verbeteren van de vaardigheden van de bestuursleden op het gebied van netwerken en lobbyen. Tijd vrijmaken om te netwerken en lobbyen en instanties benaderen die (voornemens zijn) natuurgebieden te initiëren en realiseren. Prioriteiten stellen bij het uitoefenen van bestuurstaak. Mogelijkheden uitzoeken waarmee de NMP zich beter kan profileren binnen het werkgebied. Opzetten van acties om leden te werven.
Oplossen van het kernprobleem
Kansen / sterkten
Zwakte / bedreigingen
Financieel haalbaar
Uitvoerbaar (SMART)
Akkoord leden
Score (# +)
-
+
-
-
+
+
3
+
-
+
0
+
+
4
+
-
+
+
+
+
5
-
-
+
0
0
+
2
-
-
+
+
0
+
3
+
-
+
+
+
0
4
Tabel 5: prioriteren van de aanbevelingen uit de strategische aandachtsgebieden
Hoe hoger het aantal plussen, hoe belangrijker het aandachtsgebied. De volgorde van belangrijk naar minder belangrijk: 1. Tijd vrijmaken om te netwerken en lobbyen en instanties benaderen die (voornemens zijn) natuurgebieden te initiëren en realiseren (5 plussen). 2. Verbeteren van de vaardigheden van de bestuursleden op het gebied van netwerken en lobbyen (4 plussen). 3. Opzetten van acties om leden te werven (4 plussen). 4. Kennis en ervaring van de bestuursleden inzetten bij het ontwikkelen en inrichten van nieuwe natuurgebieden (3 plussen). 5. Mogelijkheden uitzoeken waarmee de NMP zich beter kan profileren binnen het werkgebied (3 plussen). 6. Prioriteiten stellen bij het uitoefenen van bestuurstaak (2 plussen). Op basis van deze uitwerking is in hoofdstuk 4, paragraaf 4.4. aan het bestuur van de NMP geadviseerd om de strategische aandachtsgebieden met de bijbehorende aanbevelingen in deze volgorde te agenderen voor uitvoering.
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 76 -
cursist: P.C.P. Hendriks
Bijlage 8: Lijst met actiepunten uit de onderzoeksaanbevelingen Door wie?
Type
Omschrijving actie
bestuurstaak
Actielijst agenderen en bespreken in bestuursvergadering NMP Acties verdelen en plandata bepalen Bestuurstaken en aandachtsgebieden per bestuurslid inzichtelijk maken met tijdbesteding Verenigingsstructuur mbv. aanbevelingen Huizinga en Tack herijken Jaarplanning opstellen met bijeenkomsten, cursussen, excursies e.d. Type bijeenkomsten verdelen onder bestuursleden per aandachtsgebied Doelen NMP actualiseren naar aanleiding van aanbevelingen onderzoek Advertentie plaatsen op website en in Telstar voor vacature secretaris bestuur NMP
bestuurstaak bestuurstaak bestuurstaak marketing bestuurstaak bestuurstaak bestuurstaak lobbyen lobbyen lobbyen lobbyen lobbyen marketing marketing marketing marketing marketing marketing marketing marketing marketing marketing marketing marketing ledenactie ledenactie ledenactie ledenactie ledenactie marketing marketing marketing marketing bestuurstaak marketing marketing marketing
Gereed per (datum)
Werkelijke gereed (datum)
Offerte opvragen voor cursus netwerken voor bestuursleden NMP Uitnodigen van spreker met thema 'netwerken' voor NMP-bestuursvergadering E-mailadressen gemeenteraadsleden verzamelen Halfjaarplanning opstellen voor bijwonen openbare raadsvergaderingen (Bestuursleden) NMP aanmelden bij netwerkvereniging(en) Pijnacker-Nootdorp Vergunning aanvragen voor plaatsen NMP-informatieborden Status informatieborden controleren op juistheid en leesbaarheid Plaatsen van de NMP-informatieborden Besluit nemen over tarief jaarcontributie lidmaatschap NMP Afspraken maken met de redactie van Telstar voor een rubriek in weekkrant Telstar Wie doet wat bij het samenstellen van de wekelijkse rubriek in Telstar Besluit nemen over uitgave van nieuwsbrief NMP voor leden en belanghebbenden Wie doet wat bij het samenstellen van de nieuwsbrief NMP Keuze maken voor een nieuwe flyer of folder over de werkzaamheden van de NMP Tekst schrijven voor flyer of folder over de werkzaamheden van de NMP Foto's maken en selecteren voor flyer of folder NMP Schema maken wanneer en waar de flyers of folders worden verspreid Ledenwerfactie opzetten voor Verderkijker en website NMP Planning opstellen met bijbehorende doelstellingen voor ledenwerfactie Aanmeldkaartjes voor lidmaatschap NMP maken Aanmeldkaartjes voor lidmaatschap NMP verspreiden bij openbare gebouwen/scholen Advertentie voor ledenwerving in Telstar en op website NMP plaatsen Afspraak maken met ontwikkelaars website NMP Besluit nemen over offerte nieuw te bouwen website NMP Besluiten om een NMP pagina op Hyves of Facebook te maken Besluiten om een NMP Twitter-account aan te maken Hyves-, Facebook- en/of Twitter-redacteur benoemen Mogelijkheden bespreken voor vaste locatie van de vereniging 'clubhuis' Tekst opstellen voor het aanschrijven van (pensioengerechtigde) leden Ledenbestand filteren en pensioengerechtigde leden aanschrijven/e-mailen
Hbo Bedrijfskunde afstudeeropdracht Groene Raad
bladzijde - 77 -
cursist: P.C.P. Hendriks