Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
VERSLAG AFSTUDEEROPDRACHT HBO TRAJECT Autocad System Manager “X-FIND”
Naam: Jeroen Engelbarts Studie begeleider: ir. R. Boeklagen Opleiding: TEC CadCollege Datum: Februari 2006
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Voorwoord Mijn naam is Jeroen Engelbarts. Ik ben 32 jaar, getrouwd en woon in Ulft. Ik heb ruim 6 jaar ervaring met leidingregistratie in verschillende systemen zoals Smallworld (Illias, Trillias, Atlas, NWB en WMS), Microstation (Alligator en Lis), Infocad, Digicad, Autocad. Deze ervaring heb ik opgedaan bij diverse Nutsbedrijven in het hele land waaronder ONS in Leidschendam, Essent in Breda, Nuon Infra in Arnhem en WML in Maastricht. Sinds 2003 ben ik werkzaam bij Nuon Warmte. Mijn functie is medewerker leidingregistratie.
Mijn hobby’s zijn modelbouw (auto’s en vliegtuigen), het houden van vogels (grote parkieten) en computers. Ik ben de opleiding HBO-traject ACE gaan volgen om mijn kennis verder te ontwikkelen en verbreden. Autocad heb ik altijd al een mooi programma gevonden om mee te werken. Ik vind het een uitdaging om de grenzen van Autocad op te zoeken en daar waar mogelijk tools te ontwikkelen, die het registreren van leidingnetten verbeteren.
De opleiding heeft mij geleerd om een probleem te analyseren en op een structurele manier tot een oplossing te brengen. Tevens heb ik mij kunnen verdiepen in het programmeren van Autocad applicaties.
Voor de hulp en steun, die ik heb gehad bij het volgen van de opleiding, het opstellen van mijn verslag en de tips voor het programmeren van de tool, wil ik de volgende personen bedanken: • Marcella Engelbarts • Kees Smies • Jaap Engelgeer • Rob ten Boden • Ronald Boeklagen
30/1/2006
Pagina 2
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Inhoudsopgave Voorwoord ..................................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave .............................................................................................................................. 3 1 Samenvatting .............................................................................................................................. 4 1.1 Beschrijving huidige situatie .................................................................................................. 4 1.2 Kenmerken van de drie verschillende soorten tekeningen ..................................................... 4 1.3 Probleemstelling en oplossing ............................................................................................... 5 2 Nuon Warmte.............................................................................................................................. 6 2.1 De historie van Stadswarmte................................................................................................. 6 2.2 Nederland was er vroeg bij.................................................................................................... 6 2.3 Wat houdt warmtedistributie bij Nuon Warmte in ................................................................... 6 2.4 Organigram van Nuon Warmte.............................................................................................. 7 3 Distributie.................................................................................................................................... 9 3.1 Het transportnet .................................................................................................................. 10 3.2 Het wijknet .......................................................................................................................... 10 3.3 Lekdetectieschema’s........................................................................................................... 12 3.4 Telecom netten ................................................................................................................... 12 4 Leidingregistratie....................................................................................................................... 13 4.1 Beschrijving huidige situatie ................................................................................................ 13 4.2 Raadplegen van het LR systeem......................................................................................... 18 4.3 Uitgangspunt voor netuitbreidingen en netberekening ......................................................... 19 5 Leidingregistratie tool ................................................................................................................ 20 6 Probleemstelling........................................................................................................................ 23 6.1 Oude methode / huidige methode ....................................................................................... 23 6.2 Mogelijke oplossingen / nieuwe methode ............................................................................ 24 7 Keuze van een nieuwe methode................................................................................................ 25 7.1 Een database met straatnamen........................................................................................... 25 7.2 Straatnamen in de leidingnettekeningen.............................................................................. 25 7.3 Txt-straatnamen bestand. ................................................................................................... 26 8 Opbouw programma.................................................................................................................. 27 9 Beschrijving programma............................................................................................................ 31 10 Conclusie ................................................................................................................................ 32 Afkortingen c.q. begripsomschrijving ............................................................................................ 35 Bijlage 1: “programma”................................................................................................................... 1 1.1 Beschrijving codering (zoek tekst). ........................................................................................ 1 1.2 Beschrijving codering (bepaal GBKN-blad) ........................................................................... 2 Bijlage 2: “Stroomschema”............................................................................................................. 4 Bijlage 3: “Klic melding”.................................................................................................................. 5
30/1/2006
Pagina 3
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
1 Samenvatting Het is wettelijk verplicht om alle leidingen, ondergronds of bovengronds, te registreren. Dit register wordt ook gebruikt: • Voor het informeren van derden onder andere via een zogenaamde KLIC melding. • Voor het informeren van eigen personeel ten behoeve van netwerkzaamheden. • Voor financiële doeleinden voor intern gebruik. • Als uitgangspunt voor netuitbreidingen en netberekeningen.
1.1 Beschrijving huidige situatie De registratie van het leidingnet is gebaseerd op het Rijksdriehoeksnet (RD - coördinatenstelsel). De topografische ondergrond is ook gebaseerd op het RD - coördinatenstelsel in het formaat van de GBKN (Grootschalige Basiskaart Nederland). Aan de leidingnettekening is de topografische ondergrond gekoppeld via Xref (External reference files). Txt-straatnaam is ook gebaseerd op het RD – coördinatenstelsel en is gekoppeld aan de leidingnettekening.
1.2 Kenmerken van de drie verschillende soorten tekeningen 1. Leidingnettekening Dit zijn bestanden waarin de verschillende leidingnetten elk apart getekend worden. In deze bestanden worden ook de xdata aan de leidingen gekoppeld. 1. Topografische ondergrond Dit zijn de GBKN-bladen met de topografie van een gebied in het RD- coördinatenstelsel. 2. Txt-straatnaam Dit is het bestand met daarin alle straatnamen van de gemeenten, waar Nuon Warmte leidingen heeft liggen of van plan is te leggen. Schematisch is het verband tussen de verschillende bestanden in figuur 1 weergegeven. • De leidingnettekening (zwart) is de tekening waarin getekend wordt • De topografische ondergrond (blauw) is gekoppeld via Xref aan de leidingnettekening • De Txt-straatnaam (rood) is gekoppeld via Xref aan de leidingnettekening
30/1/2006
Pagina 4
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Topografische ondergrond
Txt-straatnaam
Leidingnettekening
xref
xref
werktekening
Figuur 1 (Schematische situatie)
1.3 Probleemstelling en oplossing Probleemstelling In Autocad is het niet mogelijk om in het bestand van de leidingnettekening, zoals in figuur 1 afgebeeld, te zoeken naar een straatnaam in Txt-straatnaam. Wens: Zoeken vanuit het bestand leidingnettekening naar een straatnaam in de Txt-straatnaam op Xref-niveau. Oplossing: Er zijn drie principes: • De straatnamen worden in de leidingnettekening vermeld of zijn te benaderen vanuit de leidingnettekening. Straatnamen in de werktekening is onwerkbaar; er ontstaan dan tekeningen van ongeveer 48 Mb en dit is niet wenselijk. Het is ook lastig om de bestanden van transport- en distributienet aan elkaar te koppelen. Het is dan een bestand van 96 Mb. Een los straatnaambestand is al gauw 51 Mb groot. • Een tool programmeren waarmee het mogelijk is om vanuit de werktekening in Txtstraatnaam te zoeken naar een straatnaam op Xref-niveau. De Txt-straatnaam is makkelijk te beheren, omdat hier alleen straatnamen in staan en verder geen andere tekst. • Het creëren van een database, die gekoppeld wordt aan de leidingnettekening. Hiervoor is niet gekozen omdat het bestand Txt-straatnaam reeds aanwezig is en een database eerst gemaakt en daarna beheerd moet worden. Txt-straatnaam wordt geupdated, zodra het Kadaster een nieuwe GBKN-blad levert.
30/1/2006
Pagina 5
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
2 Nuon Warmte 2.1 De historie van Stadswarmte “Stadswarmte is zo oud als de weg naar Rome. De Romeinen pasten het principe van stadswarmte al toe in grotere woningen en badhuizen. Het bewijs daarvoor treffen we onder andere aan bij De Meern, vlakbij Utrecht. Zo´n tweeduizend jaar geleden heeft daar een Romeins Badhuis gestaan dat volgens de basisprincipes van het huidige stadswarmte werkte.”(Bron: Nuon website)
2.2 Nederland was er vroeg bij “In Nederland werd in 1923 het eerste stadswarmteproject in Utrecht gerealiseerd. De radiatoren van het Algemeen Ziekenhuis werden verwarmd met behulp van restwarmte afkomstig van de Utrechtse elektriciteitscentrale. In Amerika en Duitsland was deze warmtevoorziening al pakweg 10 jaar eerder een feit. In relatief korte tijd veroverde stadswarmte marktaandeel en werden complete steden als Kopenhagen en Wenen ervan voorzien. Nederland bleef achter, omdat het op een grote gasbel zat. Het gebruik daarvan was dus relatief goedkoop en daarmee voor de hand liggend. Maar tijden veranderen. Het besef, dat fossiele brandstoffen eindig zijn en dat wij allen baat hebben bij een duurzame energievoorziening is gegroeid. Goed nieuws voor stadswarmte, dat een van de meest milieuvriendelijke vormen van verwarmen is.”(Bron: Nuon website)
2.3 Wat houdt warmtedistributie bij Nuon Warmte in De warmte, die wordt gedistribueerd, is de restwarmte, die overblijft bij industriële processen zoals: • Industrieën (Raffinaderij, Hoogovens) • Biomassacentrales • Vuilverbrandingovens • Elektrische centrales Nuon Warmte koopt deze warmte in en verkoopt deze aan huishoudens of utilitaire gebruikers. Nuon Warmte distribueert deze warmte vanaf de warmtebron via een stelsel van leidingen met als medium water naar de gebruiker.
30/1/2006
Pagina 6
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
2.4 Organigram van Nuon Warmte De organisatie van Nuon Warmte is opgebouwd uit een aantal stafafdelingen en 3 lijnafdelingen. Deze 3 lijnafdelingen verzorgen alle processen, zoals die bij de distributie van warmte voorkomen. Leidingregistratie is een onderdeel van de afdeling Exploitatie, die in het organigram rood omrand is. Directeur Dirk Jansen HRM
Finance, Administration & Control Pim van de Wouw
Louise Silooy Productmanagement & Communicatie Carla van Stralen
Strategie & Public Affairs
Customer Support
Techniek & Innovatie (Tecno) Hans Korsman
Jan Berkhout
Businessmanagement & Ontwikkeling Roelof Potters
Nieuwbouw & Projecten
Exploitatie
Caryl Jonis
Maarten Steinebach
Inkoop
Aanleg
Beheer Aanleg
Verkoop
leidingen
Onderhoud leidingen
van warmte
Bedrijfsvoering Klantencontacten
30/1/2006
Pagina 7
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
De afdeling Exploitatie is opgebouwd uit 4 delen. Leidingregistratie behoort bij het deel Netten en Installatie zoals in onderstaand organigram is aangegeven. Organigram van Exploitatie Manager Exploitatie 1 fte Maarten Steinebach Management Assistent 0,5 fte vacature Manager Klanten 1 fte Annieck Vennegoor
Manager Netten & Installaties 1 fte Bob Jansen
Cost Controller 1 fte Omer Turkoglu
Manager Productie & Procesaut 1 fte Harm Postema
Kwaliteitsmanager klantprocessen 1 fte Irene Ravier
Beheerder Installaties 6 fte Gerrit Daalmeijer, John van Dreumel, Reinier Rouw, Charlie Ruijter, Dini Thibaudier, vacature
Beheerder Procesautomatisering 2 fte Bennie Jansen, Fred Ranzijn
Kwaliteitsmanager klantadministratie 1 fte Jos Pronk
Beheerder Leidingen 5 fte Jan Koorn, Adam Poelstra, Theo Veulings, Jasper de Wit vacature
Beheerder Productie 3 fte Bert Bijker, Henk Bulder, Herman Geurts
Medewerker klantadministratie 3 fte Jittie Middendorp vacature
Beheerder Leidingregistratie 1 fte Jaap Engelgeer
Technisch Specialist Productie 1 fte Andre Verbrugge
Beheerder Meterpark 1 fte Anton Rasing
Medewerker leidingregistratie 1 fte Jeroen Engelbarts
Contractbeheerder 1 fte Marianna Kleinpenning
Beheerder VXS 1 fte Rien Janssen
Technisch Specialist Netten 1 fte Jan Everaars
Medewerker VXS 2 fte Piet Polman vacature
Technisch Specialist Leidingen 1 fte Jan Kuik
Manager Storingen en Onderhoud 1 fte Ben Jonkman
Almere Coördinator S&O 1fte Hanneke Brugman, Jan van Steeg Monteur 7 fte vacature Amsterdam Coördinator S&O 1 fte Jozef Bhageloe Monteur 6 fte
Duiven Coördinator S&O 1 fte Herman Brunnekreeft Monteur 4 fte vacature
Technisch Specialist Installaties 1 fte Fred de Ruijter Leiden
Coördinator S&O 1 fte Rachel Middelkoop, Dikkie v. Rossum Monteur 4 fte 4 fte
30/1/2006
Pagina 8
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
3 Distributie Gewoonlijk staan de industrieën waarvan de warmte wordt betrokken niet dicht bij de woonwijken. Het transportnet brengt de warmte naar de woonbuurten, waar de warmte in het warmteoverdrachtstation via een warmtewisselaar wordt overgedragen aan het wijknet. Distributie van warmte vindt dus plaats via twee soorten van netten. • Transportnet van de warmtebron naar het warmteoverdrachtstation. • Wijknet van het warmteoverdrachtstation naar de gebruiker in de wijk. In figuur 2 (distributienet) is dit weergegeven.
wijknet
Figuur 2 (Distributienet)
Toelichting bij figuur 2 Het water wordt in de warmtebron door restwarmte opgewarmd. Via het transportnet gaat het warme water met een maximale temperatuur van 120°C naar het warmteoverdrachtstation. In het warmteoverdrachtstation wordt de warmte via een warmtewisselaar overgedragen op het wijknet, waarbij de maximum temperatuur terug gebracht wordt tot 90°C. Op dit wijknet is de verwarming van de woning direct aangesloten. Nadat het warme water de radiatoren is gepasseerd, is het afgekoeld tot 50°C en wordt dan via het wijknet, warmteoverdrachtstation en transportnet teruggevoerd naar de warmtebron om weer opgewarmd te worden.
30/1/2006
Pagina 9
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
3.1 Het transportnet Het transportnet bestaat altijd uit een aanvoer- en een retourleiding. Een leiding is opgebouwd uit een stalen buis met daaromheen pur, waarin lekdetectiedraden zijn verwerkt en een buitenmantel van polyethyleen (HDPE). De pur rondom de stalen buis is voor de isolatie (zie figuur 3). De leksignaleringdraden in de pur zijn voor het detecteren van lekkages, meestal van buitenaf door beschadigingen in de HDPE mantel. De maximale watertemperatuur bedraagt 120° en de ontwerp druk bedraagt 16 of 25 bar. Bij de aanleg van het transportnet wordt standaard een telecomkabel mee gelegd (ook wel datakabel genoemd) voor het monitoren van de warmteoverdrachtstations. De diameter van de leiding wordt bepaald door het te transporteren vermogen. Hierbij geldt, dat (bij het transporteren van een bepaald vermogen) hoe groter het temperatuursverschil tussen aanvoer en retour des te kleiner de diameter.
Figuur 3 (warmteleiding met lekdetectie)
3.2 Het wijknet In het wijknet kan ook warm tapwater worden meegeleverd. In het warmteoverdrachtstation is dan een extra warmtewisselaar geplaatst, die het koude drinkwater opwarmt tot warm tapwater. Er loopt dan een derde leiding vanaf het warmteoverdrachtstation naar de woning. Dit systeem wordt Centraal Tapwater (CTW) genoemd. Er bestaat ook een systeem met een Individueel Tap Water (ITW). Hierbij vindt het opwarmen van het koude drinkwater in elke woning individueel plaats in een kleine warmtewisselaar. Het wijknet bestaat uit 2 (Individueel Tap Water figuur 5) of 3 (Centraal Tap Water figuur 4) leidingen. Het verwarmingsdeel van het wijknet heeft een aanvoertemperatuur van maximaal 90°C en is berekend op drukniveau PN-6. Het tapwaterdeel wordt uitgevoerd met twee leidingen in één buitenmantel, waarbij de ene leiding de aanvoer is en de andere de circulatie 30/1/2006
Pagina 10
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
leiding. De watertemperatuur bedraagt minimaal 60°C (ter voorkoming legionellabacterie) en de druk is maximaal 10 bar. Bij een grote concentratie woningen wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van het CTW systeem. Het voordeel van CTW is: • het distributienet hoeft in de zomer niet op temperatuur te blijven om het tapwater op te warmen. • maar één warmtewisselaar nodig voor het opwarmen van het tapwater • de productie van warm water kan beter worden geregeld.
Figuur 4 (CTW net)
ITW wil zeggen dat het tapwater bij de gebruikers in de meterkast wordt opgewarmd via een warmtewisselaar. Het nadeel van dit systeem is, dat in de zomer het distributienet op temperatuur moet blijven voor het opwarmen van het tapwater. Het voordeel is dat slechts 2 leidingen worden aangelegd.
Figuur 5 (ITW net) 30/1/2006
Pagina 11
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
3.3 Lekdetectieschema’s Lekdetectieschema’s geven het verloop van de lekdetectiedraden in de leidingen weer. Uit het schema blijkt hoe de verschillende draden met elkaar zijn verbonden en waar zich de uiteinden van de lekdetectiedraden bevinden. Op de uiteinden wordt namelijk meetapparatuur aangesloten. Hiermee kan worden bepaald of er water in het leidingsysteem is binnengedrongen en waar zich dat water dan bevindt. Water in het systeem betekent namelijk het “versnotten”van het pur en het doorroesten van de stalen leiding. Water in het systeem is bijna altijd een gevolg van een lekkage van buitenaf. De HDPE-mantel is dan beschadigd of de verbindingen beginnen te lekken.
De meting berust op het principe van weerstand meten. Waar de lekkage is zal deze weerstand lager zijn. Uit de meting volgt ook de afstand tussen meetpunt en natte plek. Dan is bekend waar de lekkage ongeveer zit.
3.4 Telecom netten De telecom kabels, die bij de transportleiding worden mee gelegd, zijn voor het communiceren met de warmteoverdrachtstations. Op de computer kan men de prestaties van ieder warmteoverdrachtstation in de gaten houden en zo nodig instellingen wijzigen b.v. pompsnelheid, aanvoer temperatuur enz. De verschillende kabelverbindingen vormen samen een netwerk.
30/1/2006
Pagina 12
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
4 Leidingregistratie Het is wettelijk verplicht om alle leidingen, ondergronds of bovengronds aangelegd, te registreren. Dit register dient voor het informeren van derden (via de zogenaamde KLIC meldingen) en voor de eigen bedrijfsvoering.
De bestanden worden door Nuon Warmte ook gebruikt voor: • Het informeren van eigen personeel ten behoeve van netwerkzaamheden. • Financiële doeleinden. • Uitgangspunt voor netuitbreidingen en netberekening Vroeger werden de revisietekeningen analoog op calques gemaakt. Deze werden in kasten opgeborgen. Met de introductie en ontwikkeling van de automatisering is die manier van leidingregistratie te duur en zijn de uitwisselingsmogelijkheden te beperkt.
4.1 Beschrijving huidige situatie De revisiebestanden kunnen worden opgezet als bestanden gebaseerd op Autocad of als een database gelijk in Smallworld. Omdat alle tekeningen (met name de werktekeningen t.b.v. de aanleg van leidingen) al in Autocad worden gemaakt, heeft Nuon Warmte ervoor gekozen om de revisie ook op basis van Autocad op te zetten. Nuon Warmte heeft gekozen voor een structuur met afzonderlijk leidingnettekeningen en topografische tekeningen. Voor het beheren van het leidingnet wordt gebruik gemaakt van xdata. Het bestand van de Topografische ondergrond is te groot om er praktisch mee te kunnen werken. Daarom worden de straatnamen uit de Topografische ondergrond gekopieerd en opgeslagen in het bestand Txt-straatnaam.
Twee jaar geleden is er bij Nuon Warmte een applicatie gemaakt onder Autocad om het warmtenet te registreren en beheren. Na een conversie van analoog naar digitaal worden nu alle gebieden van Nuon Warmte in deze applicatie beheerd.
In de applicatie worden de volgende tekeningbestanden gebruikt: • het warmtetransportnet (WT-net) • het warmtewijknet (WW-net) • de topografisch ondergrond (topo) • het Txt-straatnaam bestand (Txt-straatnaam).
30/1/2006
Pagina 13
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Er wordt gewerkt in het WT-net of het WW-net. De topo en/of Txt-straatnaam bestanden hangen er met xref achter. Er is voor dit systeem gekozen om de tekeningen zo klein mogelijk te kunnen houden. De performance van de computer gaat hierdoor niet achteruit. Een gemiddelde leidingnet tekening heeft de grootte van 14 Mb.
De gebruiker van de applicatie kan de topografie heel eenvoudig vervangen als daar wijzigingen in zijn opgetreden. Bij nieuwbouwwijken laat de topografische ondergrond van het Kadaster ½ -2 jaar op zich wachten. In de tussentijd wordt als topografie gebruik gemaakt van de ontwerptekeningen. Gegevens, die niet direct zichtbaar hoeven te zijn, worden via xdata aan het warmtenet gekoppeld. Deze informatie is voor het eigen personeel van Nuon Warmte (beheerders en financiële medewerkers) van groot belang en kan op aanvraag worden uitgedraaid. Ook werkvoorbereiders kunnen de bestanden van de warmtenetten via Autocad bekijken, maar zij kunnen geen wijzigingen aanbrengen. Dit is om te voorkomen dat de xdata worden gewist. Er is een centraalpunt binnen Nuon Warmte waar de leidingregistratie wordt beheerd, wijzigingen worden doorgevoerd en gegevens worden toegevoegd. Voor de leidingbeheerders (die geen Autocad gebruiken i.v.m. het ontbreken van voldoende Autocad kennis) wordt een DWF bestand gemaakt dat ze via de DWF-viewer kunnen raadplegen. DWF is een tool die sinds Autocad 2006 gratis op http://www.autodesk.nl/ te downloaden is. Dat gaat als volgt in zijn werk. De leidingbeheerder selecteert eerst het gebied waarover hij informatie wenst te hebben. In figuur 6 (DWF overzicht) is zo’n gebied weergegeven zie volgende pagina.
30/1/2006
Pagina 14
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Figuur 6 (DWF overzicht)
Dit is de overzicht tekening van het complete net Duiven Westervoort. De leidingbeheerder bekijkt deze tekening via de DWF viewer. Door op een GBKN-blad nummer te klikken krijgt hij de geselecteerde beheerkaart te zien. In figuur 7 is zo’n beheerkaart weergegeven.
30/1/2006
Pagina 15
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Figuur 7 (GBKN blad beheerkaart)
30/1/2006
Pagina 16
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
De op deze manier weer te geven bestanden hebben een grootte van maar tien procent van de werkelijke tekeningen. De omvang van het totale tekeningenbestand is dan dermate klein geworden, dat dit op een laptop gezet kan worden. De beheerder kan op zijn laptop dan altijd en overal de ligging van de leidingen raadplegen.
Er zijn ook afsluiteroverzichten in DWF-formaat beschikbaar. Op dit moment wordt gewerkt aan een tool om lekdetectieschema’s te registreren. Deze zullen ook in DWF-formaat beschikbaar gesteld worden. De beheerder heeft dan de complete informatie ter beschikking. Bij calamiteiten kan hij dan kijken waar de leidingen en afsluiters zich bevinden.
De registratie van het leidingnet is gebaseerd op het Rijksdriehoeksnet (RD-coördinatenstelsel). De topografische ondergrond met straatnamen zijn ook gebaseerd op het RD-coördinatenstelsel. De topografische ondergrond is gekoppeld aan het geregistreerde leidingnet (Xref).
Om de kwaliteit van de Leidingregistratie (LR-systeem) te borgen is deze onder gebracht bij een apart leidingregistratie-team (LR-team) dat de informatie muteert en beheert. Daarbij worden de volgende procedures gevolgd: • De revisiegegevens worden door de aannemer, volgens het door NUON Warmte voorgeschreven formaat, aangeleverd bij de werkvoorbereider die het project heeft voorbereid en de werktekeningen heeft gemaakt. • De werkvoorbereider controleert en vult de revisiegegevens aan en levert die in bij het LRteam dat vervolgens de gegevens muteert in de leidingnettekeningen. De leidingnettekening wordt met de xdata aangevuld. Toegevoegd wordt o.a.: • aannemer • jaar van aanleg • IFRS codering t.b.v.financiële verslaggeving Hierdoor ontstaat een bestand dat voor meerdere doeleinden kan worden gebruikt: • KLIC • onderhoudsplanning • financiële rapportage
30/1/2006
Pagina 17
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
4.2 Raadplegen van het LR systeem KLIC melding Informatie verstrekking aan derden gebeurt via zogenaamde KLIC meldingen. KLIC (Kabels en Leidingen InformatieCentrum) is een landelijke stichting van de deelnemende kabel en leidingbeheerders. KLIC vervult een rol in de informatievoorziening ter voorkoming van schades door grondwerkzaamheden. Graafwerkzaamheden, zowel door particulieren en door aannemers als ook door, gemeenten enzovoort, worden via een KLIC-meldingformulier bij KLIC gemeld (zie bijlage 3). Deze verwerken de meldingen en bepalen de graaflocatie met minimaal 4 coördinaatpunten. KLIC stuurt een e-mail waarin alle gegevens van de aanvrager en de betreffende graaflocatie in coördinaten is opgenomen naar de aangesloten bedrijven met belangen in het gebied. De binnengekomen KLIC-meldingen bij Nuon Warmte werden tot voor drie maanden geleden nog handmatig door vier archivarissen verwerkt. Dit werk nam ongeveer 2 uur per dag per archivaris in beslag. Een éénvoudig rekensommetje (4x2=8 uur per dag) laat zien dat dit een fulltime job voor één persoon is. Het LR systeem heeft nu ook een KLIC-module, die de gegevens van de aanvrager en de coördinaten uit de KLIC mail leest en aan de hand daarvan de graaflocatie bepaalt en zoekt. De graaflocatie wordt vergeleken met de nettekeningen om na te gaan of in het opgegeven gebied leidingen van Nuon Warmte liggen. Als dit het geval is, zal de applicatie een begeleidende brief, overzicht en tekeningen in PDF formaat genereren en binnen 5 minuten, nadat de mail gelezen is, naar de aanvrager terug mailen. Als de aanvrager geen mailadres heeft opgegeven, worden de PDF bestanden geplot en met de post verzonden. In de maand december 2005 zijn er 1650 KLIC-meldingen door Nuon Warmte automatisch verwerkt.
Nu worden alleen de oriëntatiemeldingen nog handmatig verwerkt, dit zijn meldingen die buiten de KLIC-procedure omgaan en niet automatisch kunnen worden gelezen, na handmatige locatie bepaling van de melding wordt voor de verdere afhandeling (brief, tekeningen) wel gebruik gemaakt van de KLIC-module . Dit kost ± 2 uur per week. Het informeren van eigen personeel ten behoeve van netwerkzaamheden De beheerder kan via een totaal overzicht in DWF formaat (met GBKN-blad nummers) door op een kaartnummer te klikken de gewenste informatie in de vorm van de beheerkaart met de straten erop en alle informatie over de leidingen bekijken (Grootschalig BasisKaart Nederland= GBKN-blad). 30/1/2006
Pagina 18
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Financiële doeleinden Voor de financiële verantwoording is het noodzakelijk te weten hoeveel meter leiding er wordt beheerd en in een bepaalde periode is aangelegd. Vanuit LR systeem worden rapporten van de xdata, waarin de noodzakelijke gegevens staan vermeld, verstrekt.
Hierbij gaat het om: • De lengtes per diameter • Jaar van aanleg • Status in gebruik of buiten gebruik • IFRS code. Deze rapporten komen rechtstreeks uit Autocad via een CSV bestand. Dit bestand is direct te importeren in Excel.
4.3 Uitgangspunt voor netuitbreidingen en netberekening De netuitbreidingen worden door de werkvoorbereiders ontworpen op basis van nieuwbouwplannen, gemeentelijke gegevens en de bestaande netsituatie. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de leidingnettekeningen van het bestaande warmtenet.
De werkvoorbereider gaat buiten kijken of langs het tracé, dat hij in gedachten heeft, geen obstakels staan (denk hierbij aan bomen, bushokjes en dergelijke). Als hij dit allemaal bekeken heeft, maakt hij op kantoor een tekening met daarop het tracé, dat zijn voorkeur heeft. Dit tracé moet dan door de gemeente goedgekeurd worden. Wanneer het tracé goedgekeurd is, maakt de werkvoorbereider een werktekening, waarna het werk kan worden uitgevoerd.
De technische specialisten van Nuon Warmte doen de netberekeningen en bepalen dan of er aan een bepaald net nog afnemers toegevoegd kunnen worden. Ze kunnen dan ook kijken of het net nog aan de eisen voldoet (hoeveelheid water van bepaalde temperatuur bij de afnemers ).
30/1/2006
Pagina 19
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
5 Leidingregistratie tool De leidingregistratie vindt plaats in Autocad met de leidingregistratie tool. Deze tool is twee jaar geleden ontwikkeld om de informatie met betrekking tot de leiding zo volledig mogelijk op de leidingnettekeningen te registreren. Deze tool voldoet aan de eisen, zoals die door Nuon Warmte gesteld worden aan de registratie van leidingen.
Voordat er in de leidingnettekening geregistreerd kan worden, moet de editor gevuld worden met de gewenste xdata. Als de editor is gevuld, kunnen de leidingen worden geregistreerd.
Bij het registreren van leidingen is in het algemeen een gemiddelde tekensnelheid van 150 meter leiding per uur te bereiken. Dit wordt met verschillende programma’s gehaald. Door gebruik te maken van onze leidingregitratie tool is een tekensnelheid tot wel 2500 meter te registreren leiding per uur mogelijk. Deze snelheid kan worden bereikt, omdat in de tool gebruikt wordt gemaakt van de gevulde editor en er daardoor meerdere leidingen tegelijk kunnen worden geregistreerd terwijl de tekening gelijktijdig met xdata wordt gevuld. De editor is opgedeeld in de volgende aspecten: • net • hoofdleiding • telemetrie kabel • draw pijp • tapwaterleiding In figuur 8, Setting editor, op de volgende bladzijde wordt uiteengezet hoe de editor wordt gevuld met de gewenste xdata.
30/1/2006
Pagina 20
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Figuur 8 laat een aantal optische deelblokken met hun eigen titel zien. De deelblokken worden hieronder uitgelegd. Net • typenet (wijknet/transportnet) • eigenaar (Nuon Warmte of derden) • aannemer • jaar aanleg • bron (gegevens analoog of digitaal ingemeten). Hoofdleiding • leidingsoort • diameter • hartafstand tussen de leidingen • pijplengte • type pijpmateriaal • fabrikant pijp • type mof
Telemetrie kabel Hier wordt de kabelcode ingevuld. De code geeft aan welke soort telemetrie kabel er gelegd is. Draw pijp Hiermee wordt de xdata geactiveerd en de tekeneditor geopend. Tapwater Hier worden de tapwaterleiding gegevens verwerkt.
Figuur 8 (Settings editor)
30/1/2006
Pagina 21
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Met deze gegevens kan later worden nagegaan bijvoorbeeld hoeveel meter van een bepaalde leiding in een bepaald jaar gelegd is of welke diameter een bepaalde leiding heeft.
In de tekeneditor kan versneld een diameter gekozen worden (figuur 9). Er hoeft dan niet teruggeklikt te worden naar het vorige scherm (figuur 8). Tevens wordt in de tekeneditor de onderlinge ligging van de leidingen vastgelegd (figuur 10)
Hier worden de volgende gegevens ingevoerd: de diameter de leidingclassificatie eventueel een telecomkabel (als deze is gelegd).
Met de knop select pijp wordt de xdata van een bestaande pijp overgenomen. Figuur 9 (teken editor 1)
Bij deze editor wordt geregistreerd hoe de aanvoer, retour en eventuele tapwaterleiding t.o.v. elkaar zijn gesitueerd.
Figuur 10 (teken editor 2) Het is van belang om dit te registreren omdat aan de buitenzijde niet is te herkennen welke leiding de aanvoer, de retour of de tapwaterleiding is. De volgorde van de leidingen wordt met de klok mee bepaald. Bijvoorbeeld T.A.R. dit is Tapwater, Aanvoer en Retour. 30/1/2006
Pagina 22
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
6 Probleemstelling Nuon Warmte heeft gekozen voor een structuur van gescheiden leidingnettekeningen en topografische tekeningen. Hierdoor treedt een probleem op bij het zoeken van een straatnaam in de topografische tekeningen. Het is in Autocad standaard niet mogelijk om in xref bestanden te zoeken naar tekst.
De revisie (as built tekening), die wordt aangeleverd door de aannemer, is meestal op straatnaam georiënteerd. Op het moment dat er een revisie tekening binnen komt, is het makkelijk als er een tool is om op een diepere laag (topografische tekening) te zoeken naar straatnamen om de locatie te bepalen. Deze tool zou op het xref-niveau moeten kunnen zoeken en de dan gevonden waarden met coördinaten weergeven in de editor.
6.1 Oude methode / huidige methode Alle revisies worden nu centraal op één plek geregistreerd. Een medewerker kent uiteraard niet alle straatnamen in alle gebieden waar leidingen liggen. Hij gaat dan als volgt te werk om een revisie tekening (straatnaam georiënteerd) te registreren: • het Txt-straatnaambestand wordt geopend en de straatnaam in de find functie opgezocht • de GBKN-blad wordt eraan gekoppeld (het nummer wordt genoteerd op de opdrachtbon) • de nettekening wordt geopend en de juiste GBKN-blad wordt er aan gekoppeld • de straatnaam wordt weer visueel opgezocht in het scherm • de revisie wordt verwerkt Deze zoek handelingen nemen bij een ervaren medewerker 6 à 7 minuten in beslag. Bij 10 zoekactie kost dat al 60 à 70 minuten alleen voor het vinden van de locatie. De afstudeeropdracht is het maken van een tool die het mogelijk maakt om sneller een locatie te zoeken.
30/1/2006
Pagina 23
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
6.2 Mogelijke oplossingen / nieuwe methode De mogelijke oplossingen zijn: a- Een tool programmeren waarmee het mogelijk is om vanuit de werktekening in Txtstraatnaam te zoeken naar een straatnaam op xref-niveau. b- Het creëren van een database die gekoppeld wordt aan de werktekening. Hiervoor is niet gekozen omdat het bestand Txt-straatnaam reeds aanwezig is en een database eerst gemaakt moet worden en daarna beheerd moet worden. c- Het vermelden van straatnamen in de leidingnettekening
In het volgende hoofdstuk worden deze punten toegelicht.
30/1/2006
Pagina 24
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
7 Keuze van een nieuwe methode
Voor het in het vorige hoofdstuk geschetste probleem (het kunnen vinden van straatnamen die met een xref aan de tekening gekoppeld zijn) heb ik een aantal mogelijke oplossingen genoemd.
De onderstaande mogelijkheden heb ik uitvoerig bekeken om daaruit de beste keus te maken. • Database met straatnamen en eventueel postcodes • Straatnamen in de leidingnettekeningen • Txt-straatnamen bestand.
7.1 Een database met straatnamen Een database met straatnamen en eventueel postcode heeft een nadeel dat deze altijd moet worden gemuteerd en beheerd. Het risico dat bij wisseling van Autocad of officepakket zich een probleem kan voordoen is reëel aanwezig. Het koppelen van een database aan het leidingnetregistratiesysteem is momenteel niet te realiseren in verband met het overstappen van Autocad 2002 naar Autocad 2006. Op dit moment worden alle applicaties rondom Autocad getest en aangepast voor Autocad 2006. Het is niet uitgesloten dat in de toekomst wel gebruik wordt gemaakt van een database met straatnamen en eventueel postcodes.
7.2 Straatnamen in de leidingnettekeningen Het vermelden van straatnamen in de leidingnettekening of een mogelijkheid om ze te benaderen vanuit de leidingnettekening zou een alternatief kunnen zijn. Maar het vermelden van straatnamen in de leidingnettekening is echter onwerkbaar. De tekeningen worden dan ongeveer 48 Mb groot. Als deze dan ook nog aan elkaar worden gekoppeld ontstaat een bestand van 96 Mb (Transport aan Wijknet). Een los straatnaambestand omvat al snel 51 Mb.Opschonen van een dergelijk samengesteld bestand is een zeer tijdrovende taak.
30/1/2006
Pagina 25
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
7.3 Txt-straatnamen bestand. In de oude KLIC-routine werd al gebruik gemaakt van dit straatnamenbestand. Het zijn alle straatnamen uit de topografie en deze staan in een tekening. De grootte van dit bestand is ongeveer 25Mb. De eerste twee mogelijkheden zijn minder geschikt om in de huidige situatie te gebruiken. De database mogelijkheid sluit niet aan bij het huidige gebruik van Autocad en de straatnaam vermelding op de tekening leidt tot te grote bestanden. Er is daarom gekozen voor de derde mogelijkheid namelijk het Txt-straatnamen bestand.
Aan de gebruikers is gevraagd of zij aan wilden geven wat de nieuwe tool moet kunnen. De wensen van de gebruikers waren: • alle gevonden straten in een lijst zichtbaar • een mogelijkheid om de zoekresultaten tijdelijk te bewaren • GBKN-blad nummer vermelden • de tool mocht niet langzaam zijn (bij 15 sec wordt een gebruiker ongeduldig en moet je dus binnen 15 sec een resultaat tonen) .
30/1/2006
Pagina 26
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
8 Opbouw programma Aan de hand van een stroomschema (zie bijlage 2) met daarbij de wensen van de gebruikers als uitgangspunt ben ik begonnen met het programmeren van de tool. Ik ben begonnen om uit te zoeken hoe ik een eenvoudig blok (zoals tekenhoofd) kon benaderen via lisp in de command regel. Daarna heb ik sommige waardes, zoals naam tekenaar/formaat tekening/datum, eruit gehaald en ben ik met VBA in de Xref-blokken naar een ingang om waardes te kunnen benaderen gaan zoeken. Nadat ik de benodigde waardes (straatnamen) kon benaderen moesten er coördinaatpunten bij gezocht worden om de locatie te bepalen. De straatnaam en de coördinaten heb ik in een listbox gezet, waardoor de gebruiker alle zoekresultaten te zien krijgt. Een volgende stap in mijn tool is het koppelen van leidingnetten aan de leidingnettekeningen met ook nog de mogelijkheid om de topografische ondergrond hieraan te koppelen. Door gebruik te maken van deze twee bestaande lisproutines is mijn tool gebruiksvriendelijker geworden. Nu kan er na de zoekopdracht (straatnamen) de juiste topografische ondergrond en de overige leidingnetten worden gekoppeld aan de leidingnettekening.
Figuur 11 (X-Find hoofdscherm)
30/1/2006
Pagina 27
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
• “Zoek” - activeert het zoekcommando • “Nieuwe zoekopdracht” - alle informatie wordt gewist en een nieuwe zoekopdracht kan worden gegeven • “Topo koppelen” - GBKN-blad in het gebied wordt gekoppeld • “Topo ontkoppelen” - GBKN-blad wordt ontkoppeld • “Warmte net koppelen”- warmtenetten in dit gebied worden gekoppeld • “Warmte net ontkoppelen” - de warmtenetten in dit gebied worden ontkoppeld • “Verbergen” - verbergt de tool, de laatste zoekopdracht blijft bewaard • “Info” - hiermee kan informatie worden opgevraagd • ”Sluiten” - Hiermee sluit je de tool en wordt het geheugen gewist.
In de listbox komen alle gevonden straatnamen te staan. Om te voorkomen dat het zoeken te lang gaat duren moet er iets ingegeven worden in het tekstvak. Wanneer dit niet gedaan wordt, wordt de zoekknop geblokkeerd. Boven in de caption van het form (figuur 12 caption hoofd form) wordt de status van de tool weergegeven. Wanneer hij aan het zoeken is, komt “Zoek” te staan en wanneer hij iets gevonden heeft, komt er “Gevonden”in te staan.
Figuur 12 (caption hoofd form) Ik heb hiervoor gekozen, omdat dit een makkelijke en effectieve manier is om de gebruiker op de hoogte te houden van de voortgang. Bij geen zoekresultaat komt er ook een msgbox tevoorschijn. Zo wordt de gebruiker er snel op geattendeerd, dat zijn zoekopdracht geen resultaat heeft opgeleverd.
Boven in de caption van de form staat nu weer “X-Find”. De straatnamen, die gevonden worden, worden weergegeven in de listbox . Dit kunnen meerdere straten met dezelfde naam zijn, omdat er op meerdere plaatsen in de GBKN-bladen dezelfde straatnaam voorkomt. Als er één maal op de straatnaam geklikt wordt, verschijnt onder de listbox het GBKN-blad nummer (zie figuur 13).
30/1/2006
Pagina 28
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Figuur 13 (X-Find zoekresultaat) Als er twee maal op de straatnaam geklikt wordt (dubbelklikken) springt het scherm naar de betreffende locatie. Via de knop “Topo koppelen”kan de juiste GBKN-blad worden gekoppeld en door terug in het tekenvenster te gaan kunnen ook de kaarten eromheen geactiveerd worden. Met de knop “Warmte Net koppelen” worden de warmtenetten zoals wijknet, transportnet, telecomnet, lekdetectienet eraan gekoppeld. De knop info geeft een informatiescherm weer over de tool. Zie figuur 14.
30/1/2006
Pagina 29
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Figuur 14 (informatiescherm) Door op de knop ”info”te drukken wordt dit scherm getoond. Hier wordt de eigenaar van de tool getoond, naam van de tool en het versie nummer. Verder nog mijn naam, telefoonnummers en mailadres, zodat ze bij vragen of opmerkingen mij kunnen bellen of mailen.
30/1/2006
Pagina 30
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
9 Beschrijving programma De tool, “X-Find” genoemd, is bedoeld om op een snelle en makkelijke manier de juiste straat te vinden en de erbij behorende situatie tekening op te vragen. Deze tool zal veel gebruikt worden door de mensen, die revisies verwerken en tekenaars, die in bestaande gebieden netaanpassingen moeten voorbereiden en uitvoeren. De tool “X-Find”is zo opgebouwd, dat je kunt zoeken en de tool ook tijdelijk kunt verbergen om later verder te gaan met zoeken zonder dat je weer opnieuw moet beginnen, zoals in de Autocad “find”tool. Dit is vooral makkelijk, als je op meerdere plekken moet zijn om bijvoorbeeld afsluiternummers aan te passen. Verder kun je de topo aanzetten via de tool en kunnen de warmte netten die in dat gebied liggen eraan gekoppeld worden. De topo wordt uit de topo directory gehaald en de nettentekeningen uit de LR directory. Hier is voor gekozen om er zeker van te zijn dat je de laatste en dus meest recente tekening hebt. De tool geeft alle zoekresultaten weer en ook het aantal gevonden namen. De tool is beveiligd tegen zoekopdrachten zonder vergelijkingstekst (b.v. “straat”). Zo voorkom je, dat hij heel lang aan het zoeken is. In de bijlage “programma” heb ik een gedeelte van de code gezet. In dit gedeelte wordt gezocht in alle xref bestanden naar M-text en text (straatnaam). Er wordt ook een stukje code beschreven hoe het erbij behorende GBKN-blad wordt gevonden.
30/1/2006
Pagina 31
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
10 Conclusie Ik heb gekozen voor deze manier, omdat dit een snelle tool is. Het is makkelijker om de Txtstraatnaam bestanden te updaten. In een nieuwe topo kunnen de straatnamen uit het Txtstraatnaam bestand worden gefilterd en in de nieuwe topo worden geplakt. In de toekomst wordt misschien nog naar een database overgestapt. Deze database zal eerst gemaakt, gevuld en getest moeten worden. Als er wordt overgestapt op een database zou ik er persoonlijk voor kiezen om dan alle gegevens (xdata, straatnamen en coördinaten) op te nemen in de database. De X-Find tool is snel en makkelijk aan het warmtemenu toe te voegen. Sinds medio 2006 wordt de tool gebruikt door de tekenaars. Hieronder staan enkele reacties vermeld. Sander de Boom Tekenaar te Duiven “Goedemorgen Jeroen,
Om te beginnen wil ik meedelen dat ik erg enthousiast ben over de tool. Het is een gebruiksvriendelijke, duidelijke tool. De pluspunten zijn vooral dat je geen volledige straatnaam hoeft in te vullen. Drie karakters is vaak al voldoende. Ook de knop "verbergen" is erg praktisch. Er kan gewoon verder getekend worden terwijl je zoekopdracht bewaard blijft. De X-refs die aan de tekening gekoppeld zijn hoeven niet zichtbaar te zijn. Met de status "unloaded" kan de tool ook prima z'n werk doen. Al met al denk ik dat er veel tijd met deze tool bespaard kan worden. Indien nodig ben ik uiteraard bereid om e.e.a. nader toe te lichten. Met vriendelijke groeten, Sander de Boom“
30/1/2006
Pagina 32
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Gijs Bergsma Technisch Specialist te Almere “Jeroen,
Ik heb jou tool getest. Erg handig en een goede toevoeging aan de bestaande AutoCAD functionaliteit. Het werkt ook erg praktisch. ik denk dat de tool niet alleen voor nieuwbouw activiteiten erg nuttig is, maar ook voor mensen van exploitatie. Het zoeken in onderliggende Xrefs is zo wel erg makkelijk. Persoonlijk denk ik zelfs dat je de tool nog verder kunt uitbreiden om er nog meer rendement uit te halen, bijvoorbeeld door: -
Het koppelen van een topo mogelijk te maken d.m.v een crossing
-
Het koppelen van warmtenetten misschien uit te breiden met de optie,
prim/sec/alles. Het warmtenet van Almere primair is nogal groot, wat het systeem erg kan vertragen als zowel het primaire net wordt ingelezen als het secundaire net. In de nieuwbouw is het niet altijd noodzakelijk beide netten te koppelen. -
De tekening en het zoekvenster beide actief te houden. Daarmee bedoel ik dat
het handig zou zijn als je met een actief zoekvenster ook nog gewoon in de tekening kan kijken (zoomen). -
in de zoekfunctie de mogelijkheid te bieden om straatnamen te zoeken die lijken
op de ingevoerde straatnaam als de ingevoerde naam niet wordt gevonden. -
de tool uit te breiden door niet alleen de straatnaam te kunnen zoeken, maar
ook WOSnaam, revisietekening, gebiedsaanduiding, WM-nummer etc.. Ik zie hier wel brood in! Goed werk!”
30/1/2006
Pagina 33
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Jaap Engelgeer Beheerder Leidingregistratie te Arnhem Van:
[email protected] Datum: 01/30/06 13:44:52 Aan:
[email protected] Onderwerp: commentaar “Hallo Jeroen,
Om te beginnen wil ik je complimenteren, hoe je onze wens "het snel vinden van straatnamen zonder diverse bestanden te openen en te sluiten" hebt weten te vertalen in een snel- en goedwerkende Tool. De knop "verbergen" is een echte aanwinst, omdat dezelfde straatnaam meerdere keren in het straatnamenbestand kan voorkomen, is het bijzonder handig om een situatie te kunnen bekijken zonder de Tool af te sluiten, voorheen moest dezelfde zoekfunctie vaak weer worden opgestart. In het venster zijn een aantal knoppen opgenomen die commando's vervangen, dit is zeker voor nieuwe gebruikers een aanwinst. De knoppen zijn in logische volgorde geplaatst, afgestemd op de wijze van gebruik. Het aangeven van het GBKN bladnummer bij een gevonden of geselecteerde (uit de lijst) straatnaam kan vaak een verdere "zoektocht" overbodig maken, afhankelijk naar welke informatie je als gebruiker naar op zoek bent. Door deze Tool zijn de KLIC-txt-bestanden die wij onderhouden overbodig geworden, dit scheelt in bestansbeheer en opslag. Na de uitrol van AutoCad 2006 (maart 2006) binnen Nuon Warmte waarin wij een "TopoTool" willen opnemen in het Warmtemenu mag een button met deze Tool niet ontbreken. Ik ben er van overtuigd dat de door jouw opgedane ervaring met het ontwikkelen van deze Tool er aan toe zal bijdragen dat de Tools die wij in de toekomst nog willen ontwikkelen, om het werken met AutoCad en de Add-ons voor onze gebruikers te uniformeren en te versnellen op jouw bijdrage mag rekenen.”
Met vriendelijke groet, Jaap Engelgeer Beheerder Leiding Registratie Exploitatie Nuon Warmte pac: PB4540 tel.: 06-21 59 59 90 (85990) e-mail:
[email protected]
30/1/2006
Pagina 34
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Afkortingen c.q. begripsomschrijving CTW
= Centraal Tap Water
GBKN
= Grootschalige Basiskaart Nederland
ITW
= Individueel Tap Water
KLIC
= Kabel Leiding Informatie Centrum
Leidingnettekening
= Autocad tekening met warmtenet
PUR
= Polyurethaan Schuim
RD
= Rijksdriehoeks net (wordt in de tekst genoemd RD – Coördinatenstelsel)
WT
= Warmte Transportnet
WW
= Warmte Wijknet
Xdata
= Extended dada (Autocad commando om informatie aan blokken of lijnen te koppelen)
Xref
= External reference files (Autocad commando om tekeningen achter elkaar te koppelen)
HDPE
= High Density Polyethylene
WOS
= Warmteoverdrachtstation
LR
= Leiding registratie
IFRS
=International Financial Reporting Standards
VBA
= Visual Basic for Applications
CSV
= Comma Separated Value file format
30/1/2006
Pagina 35
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Bijlage 1: “programma” For Each tekst In blok If tekst.ObjectName = "AcDbText" Or tekst.ObjectName = "AcDbMText" Then invoegpunt = tekst.InsertionPoint X = invoegpunt(0) Y = invoegpunt(1) Straatnaam = UCase(tekst.TextString) If j > ec Then If InStr(1, Straatnaam, zoekString) > 0 Then lblTussenstand.Caption = tekst.TextString Me.lblx.Visible = True lblxcoordinaat.Visible = True lblxcoordinaat.Caption = X Me.lblY.Visible = True lblycoordinaat.Visible = True lblycoordinaat.Caption = Y cmbGoto.Locked = False cmbnew.Locked = False 'cmbGoto.Visible = True cmbzoek.Caption = "zoek volgende" FrmZoek.Caption = "Gevonden" Me.lblCntBlk.Caption = i Me.lblCntEnt.Caption = j Exit Sub 'VBA.MsgBox (tekst.TextString & " " & X & " " & Y) End If End If
Figuur 15 (code tekst zoeken)
1.1 Beschrijving codering (zoek tekst). In dit stukje codering wordt op zoek gegaan naar het block met ObjectName AcDb text en ObjectName AcDbM text. Zo worden beide text soorten opgevangen in de zoekactie en wordt via het InsertionPoint de coördinaten eruit gehaald. Deze coördinaten worden opgeslagen in de waarde “X” en “Y”; deze worden later in het programma gebruikt om naar toe te kunnen springen en het GBKN-blad te bepalen. Door gebruik te maken van Ucase verklein je de kans, dat de tekst niet gevonden wordt en maakt het niet uit hoe de gebruiker het typt. 30/1/2006
Pagina 1
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
If Me.lstresultaatx.ListIndex <> -1 Then X = Me.lstresultaatx.Value X = Fix(X / 100000) xx = Fix(X / 10) * 10: dx = X - xx If dx < 5 Then dx = 0 Else dx = 5 X = xx + dx Y = Me.lstresultaaty.Value Y = Fix(Y / 10000) yy = Fix(Y / 100) * 100: dy = Y - yy Select Case dy Case 0 To 24 dy = 0 Case 25 To 49 dy = 25 Case 50 To 74 dy = 50 Case 75 To 99 dy = 75 Case Else dy = 0: MsgBox "Kan eigenlijk niet" End Select Y = yy + dy Me.gbkn.Visible = True Me.lblgbkn.Caption = CStr(X) & "-" & CStr(Y) End If
Figuur 16 (code GBKN-blad bepalen)
1.2 Beschrijving codering (bepaal GBKN-blad) . Eerst is het makkelijk om te weten dat de coördinaten in hectometers staan. En de GBKN gebieden 0,5 bij 0,25 kilometer zijn dus 5 en 2,5 hectometer.
Als de listboxen “ResultaatX” gevuld is met coördinaten kan een GBKN-blad bepaald worden. Dit doe ik met behulp van het insertion point van de geselecteerde straatnaam bijvoorbeeld X=196940419 en Y=439743254. Nu moet hier een goed GBKN-blad uit komen waar dit punt in valt. Eerst pak ik de X deze wordt gedeeld door 100000 dan houd ik 1969,40419 over. Dan bepaal ik xx door X te delen door 10 en houd dan 196,9 over. Het getal achter de komma is dan 9 en die wordt dx, dan kijk ik of dx kleiner is dan 5 zo ja dan wordt dx 0 anders wordt dx 5 dan zet je X en dx achter elkaar en je krijgt dan het eerste getal van het GBKN-blad namelijk 1965.
30/1/2006
Pagina 2
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Nu ga ik Y bepalen. Door 439743254 te delen door 10000 ik houdt dan 43974,3254 over alles achter de komma vergeet ik Y is dan 43974. Nu ga ik yy bepalen door 43974 te delen door 100 dit is 439,74 nu maak ik de getallen achter de komma dy is 74. Nu kijk ik of dy tussen de 0-24 ligt of 25-49 of 50-99 in dit geval tussen de 50-74 en 75-99 in dit geval ligt 74 tussen de 50-74 en wordt dy dus 50. Vervolgens zet ik Y en dy achter elkaar en dan krijg je 43950. Als je nu de X-dx pak en de Y-dy dan krijg je het goeie GBKN-blad 1965-43950 en daarop ligt de straat.
30/1/2006
Pagina 3
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Bijlage 2: “Stroomschema”
Start
X-Y coördinaten worden later gebruikt voor de locatie en het bepalen van het GBKN blad
Straatnaam
Listbox resultaten
X-Y coördinaten
De lus loopt door tot alle blokken doorzocht zijn Ga naar locatie
Topo koppelen
Topo koppelen
Andere netten koppelen
Andere netten koppelen
Stoppen 30/1/2006
Pagina 4
Afstudeeropdracht “X-Find”
Jeroen Engelbarts
Bijlage 3: “Klic melding”
30/1/2006
Pagina 5