FOCUS | Driemaandelijks tijdschrift | AZ Sint-Lucas, Groenebriel 1, 9000 Gent | www.azstlucas.be
april – mei –
s Goudzaadje estraling tb a ta s ro p ij b inderen Allergie bij k m Handcentru regio uniek in de
juni 2010
51
51 Editoriaal
Samenwerking
Inhoud
Focus steekt in een nieuw kleedje en bevat ook enkele nieuwe rubrieken. Zo is er de nieuwe rubriek ‘Vragen uit de huisartsenpraktijk’. In elk nummer willen we een tweetal vragen behandelen die huisartsen geregeld stellen aan ziekenhuisartsen. Een andere nieuwe rubriek is ‘In de kijker’, waarin we telkens een specialisme voorstellen met de subspecialismen van de artsen. Ook deze rubriek komt er op uitdrukkelijke vraag van huisartsen.
Korte berichten en agenda
Samenwerking is trouwens meer en meer nodig. Niet alleen tussen artsen onderling, maar ook ‘extramuros’ zoals dat heet. Een mooi voorbeeld hiervan is de samenwerking van AZ Sint-Lucas met acht woonzorgcentra op het gebied van zorginfectiebeleid. AZ Sint-Lucas wil met dit project zijn expertise en ervaring in ziekenhuishygiëne delen met de sector van de ouderenzorg. Vooral de patiënt heeft hierbij te winnen. Want veel infecties vinden net plaats bij tranfers van oudere patiënten of bewoners van het ziekenhuis naar het rusthuis of vice versa. Grensoverschrijdende problematiek moeten we ook grensoverschrijdend aanpakken. Ook de huisartsen worden trouwens nauw bij dit project betrokken. En zo hoort het ook. Dr. Dirk Maes Medisch directeur
Colofon
Wat uiteraard onveranderd blijft is de aandacht voor recente ontwikkelingen in AZ Sint-Lucas. Met de nadruk op die ontwikkelingen die ook voor de huisarts en de patiënt van direct belang zijn. Neem bijvoorbeeld de opkomst van de orale antitumorale therapie. Op zich een goede zaak, natuurlijk. Patiënten hoeven minder naar het ziekenhuis te komen en de orale therapie blijkt minder bijwerkingen te hebben. Maar er zijn ook knelpunten. Op het vlak van therapietrouw, de informatie, de interactie met andere geneesmiddelen,… Het is van het grootste belang dat we deze knelpunten onder ogen zien en samen met de huisarts, de patiënt en alle andere betrokkenen aan oplossingen werken. U leest er meer over in het artikel op pagina 8 en 9.
3-4
Vragen uit de huisartsenpraktijk
5
Prostaatbestraling nauwkeuriger met goudzaadjes
6-7
Orale antitumorale therapie in opmars
8-9
Nieuw: consultaties allergologie voor kinderen
10
Aanpak overgewicht bij kinderen
11
In de kijker: urologie
12
Vlotte organisatie troef van handcentrum
13
Medische beeldvorming up-to-date
14-15
Ziekenhuis helpt rusthuizen met infectiebeleid
16-17
Infrastructuur: nieuwe stadstoegang op komst
18-19
Focus is het driemaandelijks tijdschrift van vzw AZ Sint-Lucas & Volkskliniek. vzw AZ Sint-Lucas & Volkskliniek: campus Sint-Lucas | Groenebriel 1, 9000 Gent campus Volkskliniek | Tichelrei 1, 9000 Gent Tel. 09-224 61 11 |
[email protected] Redactie: Filip Decruynaere | Groenebriel 1, 9000 Gent Tel. 09-224 61 23
[email protected] Medewerker: Nike Annys Verantwoordelijke uitgever: dr. Dirk Maes | Groenebriel 1, 9000 Gent Foto’s: F. Erkens, G. Barbieux Vormgeving: dotplus
0
Dr. Sarah De Schryver: “Koemelkeiwitallergie komt het vaakst voor bij kinderen.”
AZ Sint-Lucas
Voedselallergie bij kinderen “Een allergie is een reactie van het lichaam op een substantie van buitenaf die op zich niet schadelijk is”, aldus dr. Sarah De Schryver. “Het klinisch beeld bij allergie is zeer uiteenlopend: van neusloop bij een pollenallergie tot een levensbedreigende reactie bij een allergie voor pinda. De laatste 20 jaar is er een sterke stijging van het aantal allergieën. We weten dat zo’n 15 % van de bevolking te kampen heeft met een allergie. Mijn bijzondere interesse gaat uit naar de voedselallergieën. Het is niet zeker of ook voedselallergie in de laatste decennia is toegenomen, maar het is wel duidelijk dat het aantal kinderen met complexe voedselallergie, dus allergie voor verschillende voedingsstoffen, stijgt. Voedselallergie komt vooral voor bij zuigelingen en peuters. Koemelkeiwitallergie komt het meeste voor: bij 2 tot 4% van de kinderen. Bij kinderen met eczema loopt dit aantal zelfs op tot 40%. Aan de leeftijd van 2 jaar zal ongeveer 70% tolerantie ontwikkeld hebben. Op de tweede plaats vinden we de ei-, soja-, tarwe- en aardappelallergie. Deze verdwijnt over het algemeen in de loop der kinderjaren. Een derde groep is de vis- en pinda-allergie die vaak levenslang blijft bestaan en die mogelijk levensbedreigende reacties kan veroorzaken.” Lees meer op pagina 10-11
-
Nieuwe materniteit straat 2 in gebruik Onlangs werd straat 2 terug in gebruik genomen na een grondige renovatie. De kraamafdeling oogt nu heel wat frisser. De kamers kregen een ferme opknapbeurt en wat extra snufjes: nieuwe meubels, kinderbedjes die in hoogte verstelbaar zijn, een groter babybadje en een volwaardige ijskast zodat de kersverse ouders hun traktaties koel kunnen houden. Sommige kamers zijn voorzien van een uitklapbaar bed voor inslapende partners. In de zithoek kan het bezoek even plaatsnemen als de mama wordt verzorgd of borstvoeding geeft. En in de nieuwe polyvalente ruimte vinden binnenkort alle infosessies voor zwangeren plaats.
Infoavond voor patiënten
Mijn borst na borstkanker Patiënten met borstkanker hebben vele vragen. Individuele begeleiding door de artsen en de borstverpleegkundigen is uitermate belangrijk. Maar ook de infoavonden voor patiënten en hun partner beantwoorden aan een grote behoefte. Woensdag 21 april vindt opnieuw een infoavond plaats met als thema ‘mijn borst na borstkanker’. Bij borstkanker is niet alleen de medisch-oncologische behandeling van tel, ook hoe een patiënt achteraf tegen haar lichaam aankijkt is heel belangrijk. Maanden en zelfs jaren na de behandeling blijft dit soms een heikel punt. Het psychologisch aspect van het zelfbeeld is niet te onderschatten. Gelukkig is de borstsparende aanpak de jongste decennia de standaard geworden. In meer dan 80% kan de borst gespaard worden. Maar dan nog blijven er lichamelijke veranderingen. Er wordt immers een stuk weefsel weggenomen. Ook de bestraling kan voor lichamelijke veranderingen zorgen. Soms voelt de
borst lichtjes harder aan, hoewel de meeste vrouwen daar weinig hinder van ondervinden. Slechts in 5 tot 10% van de gevallen hebben vrouwen last van een gevoelige of harde borst. Zelfs met de nieuwste technieken is borstamputatie soms onvermijdelijk. De lichamelijke veranderingen zijn dan uiteraard veel ingrijpender. Steeds verfijndere reconstructieve mogelijkheden kunnen soelaas bieden. Sprekers zijn dr. Wim Duthoy, dr. Olivier Van Kerschaver en prof. Koenraad Van Landuyt.
Praktisch Mijn borst na borstkanker woensdag 21 april van 19 tot 21 uur campus Sint-Lucas (zaal Sint-Jozef, straat 31) Informatie en inschrijvingen:
[email protected] 09-224 63 00. Voor de huisartsen: bij Focus zit een affiche over deze patiëntenavond. Deze avond is bestemd voor alle borstkankerpatiënten, ook zij die vroeger of elders werden behandeld. Wij zouden het erg op prijs stellen als u deze affiche kon uithangen in uw wachtzaal. Dank vooraf.
Agenda Woensdag 21 april Infoavond voor patiënten Mijn borst na borstkanker Plaats: AZ Sint-Lucas Tel. 09-224 63 00
Martin Heylen over zijn tocht door Siberië
Vrijdag 7 mei Ontmoeting artsen – huisartsen Spreker: Martin Heylen over zijn tocht door Siberië Plaats: Het Pand Tel. 09-224 50 05 Dinsdag 22 juni Medische avond over melanoom Plaats: AZ Sint-Lucas Tel. 09-224 61 27
Op vrijdagavond 7 mei 2010 nodigt AZ Sint-Lucas artsen en huisartsen uit voor een ontmoetingsavond in Het Pand. Na beurskenner Paul D’Hoore, viel de keuze deze keer op journalist Martin Heylen. Hij vertelt
0
over zijn barre en avontuurlijke tocht naar Siberië. Na de voordracht volgt een verzorgd walking dinner. Huisartsen en artsen worden voor deze avond persoonlijk uitgenodigd.
Artsen en huisartsen ontvangen een persoonlijke uitnodiging voor de medische avonden en de ontmoetingsavond.
AZ Sint-Lucas
Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen Augmentin en Zinnat?
Wat is het nut van een urinecultuur ?
| Dr. Dirk Ommeslag, pneumoloog, infectioloog |
| Dr. Luc Merckx, uroloog |
Augmentin heeft een duidelijk breder spectrum naar anaërobe kant toe. Bij potentieel anaërobe infecties (aspiratiepneumonie, cholangitis, diverticulitis, bijtwondes) is dit een manifest voordeel. Keerzijde van deze medaille is de hogere kans op diarree en Candida-infecties. De Retard tabletten van Augmentin hebben een superieur PK/PD profiel.
Er kunnen zich drie situaties voordoen:
Wanneer wat voorschrijven?
Een symptomatische patiënt
– Anaërobe infecties of moeilijk penetreerbare locaties: Augmentin Retard heeft de voorkeur. – Niet-anaerobe infecties en/of patiënten die zeer gemakkelijk antibioticageassocieerde diarree vertonen en/of uitgebreide Candida: Zinnat (in voldoende dosis: 3 * 500 mg) heeft de voorkeur.
Indien er symptomen zijn suggestief voor een urineweginfectie, koorts of incontinentie is een cultuur zinvol vooraleer de eerste pil van een antibioticum wordt voorgeschreven om een identificatie van de kiem en een antibiogram te bekomen. Bij recidiverende urineweginfecties of persisterende infecties is een cultuur zelfs onontbeerlijk.
Een asymptomatische patiënt Een routine cultuur heeft enkel nut in heel specifieke situaties zoals tijdens een zwangerschap, screening op ziekenhuisinfecties of bij het verwijderen van een verblijfssonde.
Wat is de beste dosis van Augmentin? Augmentin Retard is superieur qua PK/PD. De tabletten mogen gebroken worden op het lijntje maar nooit geplet. Bij patiënten die ook deze halve tabletten niet kunnen doorslikken, kan gebruik gemaakt worden van de 500 mg, eventueel in zakjes, aan 3 tot 4 * 500 mg per dag. Eventueel kan ook de 875 worden gebruikt, maar altijd aan 3 * 875 per dag. Voor 2 * 875 mg is GEEN plaats.
Een patiënt met een verblijfssonde of suprapubische sonde Routine culturen zijn zinloos. Na een week zijn virtueel 100 % van deze patiënten gesurinfecteerd. Een positieve cultuur gaat dan snel verleiden tot het voorschrijven van een antibioticum. En dit leidt op zijn beurt tot resistente kiemen op het ogenblik van een symptomatische urineweginfectie.
Wat is de beste dosis voor Zinnat? Heel eenvoudig: 3 * 500 mg. Voor de andere doses (2 * 500, 3 * 250) is GEEN plaats, uitzonderlijke omstandigheden (bv. extreme cachexie) niet te na gesproken.
Vragen uit de
huisartsenpraktijk
Arts en fysicus bekijken samen welke correcties uitgevoerd moeten worden vooraleer de patiënt bestraald wordt.
Drie goudzaadjes maken het verschil
Nauwkeurigere bestraling prostaat vermindert bijwerkingen Hoe preciezer radiotherapie uitgevoerd kan worden, hoe hoger de kans op genezing zonder bijwerkingen. AZ Sint-Lucas werkt daarom al geruime tijd met intensiteitsgemoduleerde radiotherapie (IMRT). Sinds eind 2009 werd deze techniek bij prostaatbestraling nog aangevuld met het implanteren van goudzaadjes in de prostaat. Een techniek waarvoor AZ Sint-Lucas een sterke expertise in huis heeft, dankzij de ruime ervaring met brachytherapie.
0
AZ Sint-Lucas
Oncoloog en radiotherapeut dr. Wim Duthoy: “We werken in het oncologisch centrum voortdurend aan de kwaliteit van bestraling. In december 2008 startten we met IMRT – Intensity Modulated Radiation Therapy. Die techniek gebruiken we vooral bij hoofd- en halstumoren, prostaatkanker en bekkenbestralingen. Bij IMRT worden meer stralingsbundels gebruikt (tussen de vijf en de negen verschillende richtingen) en elke bundel wordt nog eens opgesplitst in verschillende kleine segmenten met een aangepaste intensiteit. Het laat toe om de tumor conformeler te bestralen en tegelijk de dosis op de omgevende gezonde weefsels te verlagen ten opzichte van de klassieke bestralingstechnieken. Bij de bestraling van prostaattumoren is het belangrijk om de dosis ter hoogte van de endeldarm en de blaas te beperken. Zo kunnen we bijwerkingen op de lange termijn beter voorkomen. Bijwerkingen als rectaal bloedverlies, valse stoelgangsdrang, diarree of verminderde blaascapaciteit. Maar voor de prostaat zelf willen we natuurlijk wel een hogere bestralingsdosis, gezien dit leidt tot betere genezingsresultaten.”
Een gouden zaak “Sinds enkele maanden kunnen we de voordelen van deze IMRT techniek nog meer benutten dankzij het gebruik van goudmarkers”, vertelt dr. Duthoy. “Meestal gaan we voor een correcte positionering van de patiënt af op digitale opnames van de beenderige structuren. Deze digitale opnames worden door het
“Dankzij de ruime expertise met brachytherapie beheerst AZ Sint-Lucas deze nieuwe techniek als geen ander centrum.”
bestralingstoestel (de lineaire versneller) gemaakt net voor de patiënt bestraald wordt en dienen om een correcte positie te garanderen. We weten echter dat de prostaat een bewegend orgaan is, onder meer onder invloed van de vullingsgraad van de endeldarm en de blaas. De positie van de prostaat tegenover de beenderige structuur verandert dus. Om met die positioneringsonnauwkeurigheid rekening te houden, wordt doorgaans een marge van één centimeter rond de prostaat gehanteerd. Dankzij deze marge zijn we zeker dat de prostaat altijd de voorgeschreven dosis krijgt, maar het nadeel van deze marge is natuurlijk dat de omgevende gezonde weefsels een hogere dosis krijgen. Dankzij het implanteren van drie goudzaadjes in de prostaat is die onnauwkeurigheid in de dagelijkse positie van de prostaat veel kleiner, en kunnen we dan ook de marge rond de prostaat reduceren tot 5mm. Het inbrengen van de drie goudzaadjes gebeurt onder een korte algemene of zelfs lokale verdoving en duurt slechts een kwartier. Vóór elke bestraling wordt vervolgens een digitale opname gemaakt, waarop de goudzaadjes duidelijk zichtbaar zijn (zie figuur). Op die manier weten we perfect waar de prostaat zich
op dat moment bevindt. Voor een exacte positionering berekent de software de nodige verschuivingen en wordt de behandelingstafel waarop de patiënt ligt computergestuurd bijgesteld zonder dat we de behandelingsruimte moeten binnengaan, wat voor de patiënt een grote tijdswinst betekent.” “De techniek van het inbrengen van de goudzaadjes is identiek aan die bij brachytherapie”, legt dr. Duthoy uit. “De urologen van AZ Sint-Lucas hebben op dat gebied een unieke expertise opgebouwd in de regio. Bij brachytherapie worden radio-actieve zaadjes in de prostaat geïmplanteerd onder geleide van echografie. Van die expertise kunnen we nu ook gebruik maken om goudzaadjes heel gericht en veilig in te planten.” Voorlopig betaalt het RIZIV het implanteren van de goudzaadjes niet terug. Sommige hospitalisatieverzekeringen doen het wel al. Het gaat om een eenmalige kost van honderd euro ten laste van de patiënt.
In figuur A is een digitaal gereconstrueerde RX-foto te zien, die de ideale bestralingspositie van de patiënt toont. Hierop worden dan het beenderige bekken (rode lijnen) en de geïmplanteerde goudzaadjes (drie groene lijnen) ingetekend. In figuur B en C worden digitale opnames getoond, zoals ze op het bestralingstoestel genomen worden vóór de patiënt bestraald wordt. Eens de digitale opname genomen is, worden de ingetekende structuren software-matig overgezet op de opname. Zo kan dan de nodige correctie van de positie van de patiënt berekend worden. In figuur B wordt de correctie uitgevoerd op basis van de beenderige bekkenstructuren (rode lijnen). De positie van de goudzaadjes (en dus van de prostaat!) vertoont nu duidelijk een afwijking. Figuur C toont hoe nauwkeurig op de goudzaadjes kan gepositioneerd worden.
0
AZ Sint-Lucas
AZ Sint-Lucas biedt patiënt begeleiding
Orale antitumorale therapie
in opmars
Jaarlijks worden in het oncologisch centrum AZ Sint-Lucas ca. 1700 nieuwe primaire tumoren ontdekt. De kans op genezing is de jongste jaren aanzienlijk toegenomen. Kanker evolueert van een levensbedreigende aandoening naar een chronische ziekte: mensen overlijden met kanker, minder en minder aan kanker. Een recente evolutie is de opkomst van orale chemotherapeutische geneesmiddelen. Meer dan één vierde van de 400 chemotherapeutica die nu in ontwikkeling zijn, komen onder de vorm van een orale behandeling. De voordelen van orale chemotherapie zijn legio. Orale inname is gemakkelijk en de behandeling kan thuis gebeuren in plaats van in het ziekenhuis. Bovendien worden orale chemotherapeutica doorgaans beter verdragen dan intraveneuze chemotherapeutica; er zijn minder bijwerkingen. Dit kan de kwaliteit van leven voor de patiënt bevorderen. Hoewel de orale middelen vaak duurder zijn dan de intraveneuze, kan het totale kostenplaatje toch goedkoper uitvallen als je de ‘uitgespaarde’ kosten van ziekenhuisopname, verpleging en materiaal in rekening brengt. Er zijn ook pharmacokinetische voordelen. Dagelijkse orale toediening zorgt voor een langdurige blootstelling aan het geneesmiddel, in tegenstelling tot intermittente intraveneuze toediening, wat tot een betere doeltreffendheid kan leiden.
Knelpunten Toch zijn er ook een aantal knelpunten, vooral op het vlak van therapietrouw en
0
Orale chemotherapie biedt heel wat voordelen voor de patiënt. Toch zijn er ook nadelen. Met het ROTS-project wil AZ Sint-Lucas deze nadelen opvangen. De basis hiervoor zijn een goede communicatie, een correcte responsabilisering, een begeleiding op maat en een continue front office voor patiënt, familie, huisarts, specialist en andere zorgverstrekkers.
informatievoorziening. Deze klasse medicijnen heeft immers een nauwe therapeutisch-toxische marge. Dat betekent dat kleine fouten bij de inname, interacties met andere geneesmiddelen of beïnvloedende factoren door comorbiditeit ernstige toxiciteit kunnen veroorzaken.
Zowat 60% van de kankerpatiënten is ouder dan 65 jaar. Velen hebben dan ook een aantal comorbiditeiten. Gevolg is dat ze naast hun oncologische behandeling vaak ook andere geneesmiddelen nemen, met het inherente risico op geneesmiddeleninteracties.
Gezien de patiënt de medicatie thuis inneemt, is er geen controle op de therapietrouw. Men zou verwachten dat door de ernst van hun ziekte patiënten met kanker zeer therapietrouw zijn. In een recente Belgische studie met imatinib (Glivec®) werd echter aangetoond dat slechts 14,2% van de ruim 200 patiënten volledig trouw was aan de voorgeschre-
Een bijkomend knelpunt vormen de soms onduidelijk afgebakende bevoegdheden en verantwoordelijkheden van specialist en huisarts, ziekenhuisapotheker en officina-apotheker, ziekenhuisverpleegkundige en thuisverpleegkundige, de patiënt en zijn familie. Het is soms onduidelijk wie verantwoordelijkheid heeft en wie het eerste aanspreekpunt
“De bijwerkingen van deze geneesmiddelen moeten zeer nauw opgevolgd worden. Uitgebreide informatie en voorlichting aan de patiënt zijn uitermate belangrijk.” ven therapie. Eén derde van de patiënten werd beschouwd als niet-adherent aan zijn behandeling. Bovendien is er een verhoogde kans op toedieningsfouten, ook al door de soms complexe schema’s. Verder zijn er specifieke bijwerkingen, zoals huidreacties en diarree, maar ook vochtretentie, bloedingen, schildklierproblemen en risico op verlenging van het QT-interval. De bijwerkingen van deze geneesmiddelen moeten zeer nauw opgevolgd worden. Uitgebreide informatie en voorlichting aan de patiënt zijn uitermate belangrijk.
is wanneer er zich problemen voordoen bij de behandeling. Zo ontstaan gemakkelijk communicatieproblemen tussen de verschillende zorgverstrekkers. Orale chemotherapeutica bieden dus duidelijke voordelen voor de patiënt en de kankerbehandeling, maar er zijn ook belangrijke problemen bij de toediening, de therapietrouw en de zorg aan de kankerpatient op orale chemotherapie.
ROTS in de branding Met het ROTS-project wil AZ Sint-Lucas de farmaceutische zorg aan deze patiënten verbeteren en de patiëntveilig-
Apotheker Tine Hendrickx (r.) en verpleegkundig specialist Katrien Eeckhaut (l.) bieden met het ROTS-project informatie en begeleiding aan patiënten voor orale chemotherapie. heid bevorderen. Dat gebeurt op drie terreinen: 1. correcte informatie aan de patiënt, zijn familie en de huisarts over de werking, de inname en de mogelijke bijwerkingen; 2. het opstellen van een farmaceutisch plan voor de individuele patiënt; 3. het aanstellen van een verantwoordelijke spilfiguur. ROTS staat voor Raadpleging Orale antitumorale-Therapie Sint-Lucas. Ziekenhuisapotheker Tine Hendrickx en verpleegkundig specialist oncologie/ hematologie Katrien Eeckhaut werken hiervoor nauw samen met de behandelende artsen (oncoloog, hematoloog, longarts, gastro-enteroloog) en met de centrale ziekenhuisapotheek. Patiënten die hun eerste orale behandeling ophalen, komen daarvoor langs op de ROTS-Raadpleging. Tijdens deze raadpleging krijgt de patiënt voorlichting over de aard en het belang van de medicijnen. Het doel is de patiënt en zijn familie zelf verantwoordelijk te maken voor een correcte inname, naar analogie met soortgelijke programma’s voor HIV-patiënten. Vervolgens wordt voor de individuele patiënt en zijn familie een farmaceutisch zorgplan opgesteld. In dat zorgplan staat informatie over het correcte gebruik van de medicatie, over het tijdstip van inname, wat te doen als er een dosis niet ingenomen werd, hoe te anticiperen op bepaalde bijwerkingen, wat te doen als er bijwerkingen optreden, etc. Er wordt aandacht besteed aan mogelijke interacties met thuismedicatie. De patiënt krijgt de informatie over het geneesmiddel mee op papier, in een voor de patiënt begrijpbare taal. Hij krijgt ook een dagboekje waarin hij zijn dosis en zijn bijwerkingen kan noteren. Aangezien de meeste medicatiefouten gebeuren bij de start van de behandeling neemt een ROTS-medewerker de eerste week van behandeling zelf telefonisch contact met de patiënt om te informeren naar therapietrouw en inname. Bij iedere volgende raadpleging bij de oncoloog en nieuwe afgifte van medicijnen wordt geïnformeerd naar specifieke bijwerkingen, intercurrente medicatie en manier van inname.
Voor meer informatie kunt u terecht op
[email protected] of via telefoon op 09-224 54 98.
Ook de huisarts zal geïnformeerd worden over het gebruik van het specifieke geneesmiddel in combinatie met de thuismedicatie. De ROTS-Raadpleging zal tevens fungeren als een single front office voor elke (huis)arts of apotheker van de patiënt, maar ook voor de familie, het verplegend personeel in een rusthuis, de thuisverpleegkundige en zo meer. Deze personen kunnen dagelijks bij de ROTS-Raadpleging terecht met vragen over bijwerkingen, interacties en medi-
catie-inname (bvb. wat te doen bij een missed dose). Het ROTS-project streeft ernaar dat elke arts contact neemt alvorens een nieuw geneesmiddel intercurrent te starten of te stoppen. Zo kunnen problemen met interacties voorkomen worden. In de eerste fase van het project werd een beperkte selectie gemaakt van enkele antitumorale geneesmiddelen. Het aantal geneesmiddelen zal stap voor stap uitgebreid worden, waardoor we aan steeds meer mensen deze zorg kunnen aanbieden.
0
Dr. Sarah De Schryver houdt elke woensdagnamiddag consultaties allergologie.
Nieuw: consultaties allergologie Dr. Sarah De Schryver houdt elke woensdagnamiddag (of andere weekdagen op afspraak) speciale consultaties allergologie. Zij heeft een bijzondere interesse voor de voedselallergieën, maar ook voor de behandeling van andere allergische klachten (hooikoorts, omgevingsallergieën,…) kunnen kinderen tot 15 jaar bij haar terecht. Secretariaat: 09-224 64 30
Als kinderen
overgevoelig reageren op voeding
Het aantal kinderen met allergieën is de jongste decennia erg toegenomen. Bij zuigelingen en peuters is voedselallergie de belangrijkste oorzaak van allergische verschijnselen. Dr. Sarah De Schryver specialiseert zich in allergologie en helpt kinderen van hun allergische klachten af. “De manier waarop het kind reageert op een allergie kan erg verschillend zijn”, vertelt dr. De Schryver. “De IgE-gemedieerde vorm of voedselallergie van het type I is het best gekend. Maar ook type IV reacties, op basis van cellulaire mechanismen, spelen een belangrijke rol. Eenzelfde voedingsproduct kan zowel een type I als een type IV reactie veroorzaken. Ook de symptomen van voedselallergie kunnen zeer uiteenlopend zijn en vaak treedt een combinatie van verschijnselen op. Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen de reacties die onmiddellijk optreden en meestal IgE-gemedieerd zijn, en de late reacties die bijvoorbeeld 1 à 2 dagen na inname optreden en meestal niet IgE-gemedieerd zijn. Dermatologische
“Een verkeerde diagnose kan leiden tot onnodig diëten. En als de allergie niet herkend wordt, zal het kind blijvend last ondervinden. Een belangrijke stap in de diagnosestelling is de anamnese. We proberen na te gaan welke reacties optreden en hoe snel ze optreden na de inname. Treedt de reactie op bij inname van een rauw of een gekookt product? Alleen of in combinatie met andere voedingsmiddelen? Een eerste test die we dan gaan doen is de huidpriktest met commercieel voedselextract. Deze test kan al uitgevoerd worden bij baby’s vanaf vier maanden. Bij jonge kinderen wordt de test op de rug gezet, bij oudere kinderen gebeurt de test op de arm. De huidpriktest heeft een grote negatieve voorspellende waarde
worden met verse voedingsmiddelen. Een tweede test is de bloedtest, waarbij het specifiek IgE wordt bepaald. Dat is een belangrijke parameter om te bepalen of er al tolerantie optreedt. De gouden standaard in de diagnose blijft de provocatietest, waarbij de allergenen worden toegediend in stijgende dosissen met intervallen van 15 minuten. De reacties die het eerst optreden en vaak ook het gevaarlijkst zijn, zijn meestal IgE-gemedieerde reacties. Provocatietesten worden enkel uitgevoerd in gespecialiseerde centra.”
“De eerste stap in de behandeling is uiteraard het weglaten van de boosdoener uit het dieet van het kind. Bij kinderen met gastro-intestinale klachten door een koemelkeiwitallergie, is sojamelk geen goed alternatief. Een hydrolysaat van koemelk is wel een waardige vervanger. “Bij kinderen met gastro-intestinale Andere voedingsstoffen met een sterke klachten door een koemelkeiwitallergie, allergeniciteit zoals ei, vis, noten en is sojamelk geen goed alternatief.” pinda, worden ook best vermeden. Ei en vis mogen op het menu vanaf 18 maanden, met pinda’s en noten wacht men verschijnselen zijn het meest frequent, voor IgE-gemedieerde voedselallergieën best tot de leeftijd van drie jaar. gevolgd door de gastro-intestinale en en een iets minder goede positieve prerespiratoire symptomen.” dictieve waarde. Als de voedselallergie Koemelkeiwitallergie vergt heel wat niet bevestigd wordt door de huidtest aanpassingen voor het gezin. Maar een Correcte diagnose met commerciële extracten, maar er toch belangrijke boodschap is toch dat de “Een correcte diagnosestelling is van een sterk vermoeden is dat de allergie meeste kinderen met voedselallergie groot belang”, weet dr. De Schryver. bestaat, dan kan een huidtest gedaan deze allergie ontgroeien.”
10
AZ Sint-Lucas
Multidisciplinaire aanpak van overgewicht bij kinderen
Vermageren kan ook
leuk zijn
“In België is ongeveer 11% van de kinderen en jongeren onder de 18 jaar te zwaar”, weet dokter Verbist. “Bij veel ouders heerst het misverstand dat het overgewicht er met de jaren uitgroeit. Het tegendeel is waar: als het probleem niet wordt aangepakt op kinderleeftijd, is er een grote kans dat het overgewicht ook op volwassen leeftijd blijft bestaan. Daarom is het belangrijk om zo vroeg mogelijk in te grijpen. De belangrijkste oorzaak van overgewicht is een te hoge energieopname in vergelijking met het energieverbruik. De rol van de opvoeding mogen we hierin niet onderschatten. Kinderen leren de eetgewoonten aan van hun ouders. Als er veel vet- en suikerrijke producten op het menu staan, zal de weegschaal al snel de hoogte inschieten. En als die kinderen dan ook nog te weinig bewegen en dus meer energie opnemen dan verbruiken, dan is het hek helemaal van de dam. Het kind met overgewicht op een gezonde manier terug fit maken is dus een uitdaging voor het hele gezin.”
De gecombineerde aanpak “Een gezond gewicht krijg je niet zomaar door minder te eten”, vertelt dr. Deman. “De sleutel tot succes is gezonder eten, meer bewegen én je goed in je vel voelen. Daarom is de behandeling die wij aanbieden multidisciplinair. De rol van de kinderarts is vooral coördi-
Steeds meer kinderen kampen met overgewicht of obesitas. Bij overgewicht komt heel wat meer kijken dan de extra kilo’s. Een gecombineerde aanpak biedt de beste resultaten. Dr. Sofie Deman en dr. Astrid Verbist, kinderartsen, coördineren het obesitasprogramma voor kinderen in AZ Sint-Lucas. nerend. Wij gaan na of er een achterliggend medisch probleem is en volgen het kind zo nodig op tijdens de behandeling. Kinderen kunnen ook via de huisarts rechtstreeks in contact gebracht worden met één van de teamleden: de diëtist, kinesiste of psychologe. De behandeling bestaat uit drie luiken. De kinesiste begeleidt het kind met een intensief bewegingsprogramma dat loopt over 18 tot 36 weken. Op een speelse manier wordt het kind bewust gemaakt van het eigen lichaam. De sessies worden telkens per twee gegeven, zodat de kinderen elkaar kunnen motiveren en ervaringen kunnen uitwisselen. Aan de hand van leuke thuisopdrachtjes blijft het kind getriggerd om te blijven bewegen. De diëtist stelt samen met de ouders een evenwichtig dieet op en brengt hen kennis bij over gezonde eetgewoonten. Er worden tien sessies voorzien bij de diëtist. De psychologe helpt de kinderen aan de hand van gedragstherapeutische technieken om meer zelfvertrouwen en -waardering op te bouwen. Ze motiveert hen om te blijven diëten en leert hen omgaan met gevoelens. Net zoals de bewegingstherapie gaan de tien sessies bij de psychologe bij voorkeur door per twee. Ook voor de ouders zijn er individuele of groepsessies mogelijk. Voor elk kind wordt natuurlijk een individueel behandelingsplan opgesteld dat door het team maandelijks wordt besproken en zo nodig bijgestuurd.”
Terugbetaling ziekenfondsen De meeste mutualiteiten voorzien een gedeeltelijke tussenkomst voor de behandeling van overgewicht.
“Het kind met overgewicht op een gezonde manier terug fit maken is een uitdaging voor het hele gezin.”
Kinderartsen Sofie Deman en Astrid Verbist coördineren het multidisciplinair obesitas programma voor kinderen.
Contact Kinderarts Dr Sofie Deman: 09-224 54 13 Dr Astrid Verbist: 09-224 64 32 Kinesist Els Vercruysse: 09-236 45 60
Diëtiek Davy Vansteenkiste: 09-224 51 08
Psycholoog Marie Holvoet: 0478-87 28 47
11
In de kijker
V.l.n.r.: dr. Klockaerts, dr. Merckx, dr. De Graeve, dr. Ringoir
Secretariaat Urologie: 09-224 66 50
Urologie, andrologie en steenkliniek De algemene urologie wordt door alle artsen van het team opgevangen, met name: – steenpathologie – endo-urologie – problemen van de goedaardige prostaatvergroting Verder hebben de artsen gekozen voor subspecialisatie, maar de persoonlijke artsenkeuze van de patiënt blijft gewaarborgd. Er is dagelijks intern overleg op de stafvergadering om interne doorverwijzingen te stroomlijnen en richtlijnen te actualiseren. Dr. Nico De Graeve – Oncologie Dr. Katrien Klockaerts – Functionele urologie – Fertiliteitsproblemen Dr. Luc Merckx – Oncologie – Andrologie Dr. Yves Ringoir – Dagchirurgie
12
Subspecialisatie oncologie is de oppuntstelling en behandeling van alle kwaadaardige problemen van nier, blaas, prostaat en teelbal. Dit vormt een onderdeel van een multidisciplinaire aanpak samen met de collegae radiotherapie, oncologie en ondersteunende diensten zoals de oncologische begeleidingsverpleegkundigen. De behandelingen volgen de huidige nationale en internationale richtlijnen en worden wekelijks getoetst op het multidisciplinair oncologisch consult. Subspecialisatie andrologie omvat de oppuntstelling en behandeling van alle seksuele mannelijke problemen zoals erectiele dysfunctie, ejaculatiestoornissen en afwijkend libido. Een ander luik is de behandeling van mannelijke vruchtbaarheidsproblemen als onderdeel van het fertiliteitscentrum van ons ziekenhuis. Functionele urologie is de subdiscipline die zich toelegt op de werking van de urologische organen. Als het normaal functioneren van het urologische stelsel verstoord is, geeft dit een waaier van klachten: incontinentie (aandrangs- of
stressincontinentie), bedplassen, frequent plassen, moeilijk of niet kunnen plassen, pijn,… De oorzaak van deze klachten wordt opgespoord door specifieke diagnostische testen. Indien nodig kan er een behandeling volgen onder vorm van kinesitherapie, medicatie of een operatie om de urologische functie te herstellen. Urogenitale prolaps behoort ook tot deze subdiscipline. Vaak gaat deze problematiek gepaard met andere bekkenbodemproblemen zoals gynaecologische klachten of stoelgangsproblematiek. Op regelmatige basis is er een multidisciplinair bekkenbodemoverleg samen met een gynaecoloog, chirurg, gastro-enteroloog en radioloog. Dagchirurgie behelst alle ingrepen waarna de patiënt dezelfde dag naar huis kan terugkeren. Veelal gaat het hier om jongeren met liesbreuk, spatader, zakbreuk, kinderen voor circumcisie en dergelijke, doch ook volwassenen met pathologie waarvoor kortdurende heelkunde noodzakelijk is. Dankzij de snelle turn-over in het dagziekenhuis kunnen wekelijks een aanzienlijk aantal patiënten heelkundig geholpen worden.
AZ Sint-Lucas
Patiënten stellen persoonlijke aanpak op prijs
Vlotte organisatie troef van handcentrum
Sinds 15 januari draait het nieuwe handcentrum op campus Volkskliniek op volle toeren. In het handcentrum worden elke vrijdagnamiddag kleine chirurgische ingrepen in dagkliniek uitgevoerd. De organisatie is zo afgestemd dat de patiënt in een minimum van tijd en in uiterst comfortabele omstandigheden geholpen wordt.
De voordelen van een dagkliniek komen pas echt tot hun recht als de organisatie van het zorgpad perfect is afgestemd. In het handcentrum is dat het geval. Elke vrijdagnamiddag helpen afwisselend dr. Renata De Kesel en dr. Philippe Verniers tien tot twaalf patiënten. Dr. Verniers: “De ingrepen in het hand centrum gebeuren onder plaatselijke verdoving met polsblock. Er komt nagenoeg geen bloed aan te pas bij deze ingrepen. Voorafgaande bloed- en hartonderzoeken zijn niet nodig. Dat betekent dat de patiënten snel geholpen worden en ook snel terug naar huis kunnen na de operatie. De wachttijden zijn tot quasi nul herleid. De dag voor de ingreep wordt de patiënt opgebeld met het exacte uur waarop hij verwacht wordt.” Dr. De Kesel: “Sleutelwoorden voor deze vlotte organisatie zijn communicatie en afstemming. Elke patiënt wordt vooraf door de arts geïnformeerd over wat er
gaat gebeuren. De dag zelf neemt een verpleegkundige deze informatie nog eens door met de patiënt. Na de ingreep krijgt de patiënt koffie of frisdrank en iets zoetigs om te eten. Dat is niet alleen een kwestie van goede service, het is ook medisch verantwoord: deze patiënten hebben nog niet gegeten en door wat suiker voelen ze zich meteen een stuk beter. Voor de patiënt met zijn
informatie te herhalen voor de verdere verzorging. Je voelt dat de patiënten dat erg appreciëren.” Dr. Verniers: “Belangrijk is dat het hele team van het handcentrum vooraf perfect op de hoogte is van welke patiënten er komen. Elke patiënt wordt ‘verwacht’. Het team staat klaar en weet wat er te doen valt. De patiënten stellen die per-
“De wachttijden zijn tot quasi nul herleid. De dag voor de ingreep wordt de patiënt opgebeld met het exacte uur waarop hij verwacht wordt.” begeleider terug naar huis gaat, wordt hij nog gezien door de verpleegkundige. Ook de anesthesist is in de buurt en als er twijfel zou zijn, kan de chirurg erbij komen. De dag na de ingreep wordt elke patIënt op zaterdagochtend opgebeld door een verpleegkundige om te horen of alles goed gaat en om nog eens de
soonlijke aanpak erg op prijs. Ook de timing op vrijdagnamiddag komt veel patiënten goed uit. En bovendien komt deze geoliede organisatie ook de artsen en de verpleegkundigen ten goede.” Dr. De Kesel: “Courante ingrepen in het handcentrum zijn springvinger, carpal tunnel, cystes, splinters, nageldeformiteit, de ziekte van De Quervain en andere peesontstekingen,…Het gaat dus over een beperkt aantal handingrepen. Dupuytren doen we bijvoorbeeld in principe niet in het handcentrum. Veel hangt af van de anesthesie. Een polsblock wordt nu courant toegepast en is uitstekend voor de ingrepen in het handcentrum.” De werking van het handcentrum is uniek voor de regio. Voor meer informatie over het handcentrum: tel. 09 224 65 90.
Dr. Philippe Verniers en dr. Renata De Kesel: “Belangrijk is dat het hele team van het handcentrum vooraf perfect op de hoogte is van welke patiënten er komen. Elke patiënt wordt ‘verwacht’. Het team staat klaar en weet wat er te doen valt.”
13
Het onthaal van de patiënten is beter georganiseerd. De patiëntenstromen ambulant / gehospitaliseerd zijn fysiek van elkaar gescheiden.
De beelden van de 3 Tesla MR hebben een hogere resolutie en meer scherpte. Kleinere letsels worden daardoor beter zichtbaar.
Twee nieuwe röntgenzalen zijn volledig uitgerust met digitale radiografie.
Dienst medische beeldvorming krijgt grondige update
Patiënt
in beeld
De 64 slice CT-scan maakt 64 dwarsdoor sneden per rotatie, waardoor de onderzoeken van een ongeziene kwaliteit zijn en in een minimum van tijd worden verricht.
Op de dienst medische beeldvorming is een grondige reorganisatie aan de gang. De workflow is geïnformatiseerd, de patiëntenstromen verlopen gescheiden en de hele infrastructuur is een stuk patiëntvriendelijker. Ook een aantal toestellen is vervangen. Met onder meer digitale radiografie (DR), digitale mammografie, een 3 Tesla MR en een 64 slice CT beschikt AZ Sint-Lucas over alle troeven om zijn patiënten optimaal te screenen. Een stand van zaken. 14
AZ Sint-Lucas
Enkele jaren geleden werd een totaalplan voor een nieuwe dienst medische beeldvorming uitgetekend, waar in fasen naartoe gewerkt zou worden. Vandaag is al een hele weg afgelegd. Als eerste stap werd het radiologie informatiesysteem (RIS) in gebruik genomen. Deze software laat toe om de workflow helemaal gedigitaliseerd te laten verlopen. Alle informatie is in real time digitaal beschikbaar. Zodra een patiënt zich inschrijft in het ziekenhuis, worden zijn gegevens ook in het RIS opgenomen. Het secretariaat MBV koppelt in het RIS een of meerdere onderzoekscodes aan deze gegevens, waardoor de werklijst van de betrokken onderzoekszalen (in het RIS en op toestelniveau) wordt gegenereerd. Het volledige dossier inclusief de aanvraag is digitaal beschikbaar gedurende de ganse workflow. De beeldvorming wordt na uitvoering automatisch naar het PACS gestuurd en het verslag wordt via online spraakherkenning door de radioloog opgesteld. De communicatie die vroeger op papier gebeurde, verloopt nu dus helemaal geautomatiseerd. De voordelen zijn enorm. In augustus 2008 zijn dan de eigenlijke infrastructuurwerken begonnen met de inrichting van twee nieuwe röntgenzalen met digitale radiografie (DR). Hier worden de klassieke foto’s gemaakt, bijvoorbeeld van buik, borstkas of skelet. Eén van de toestellen is op een U-arm geïnstalleerd en kan dus quasi helemaal rond de patiënt draaien.
3 Tesla MR Na de röntgenzalen werd de interventionele angiografiezaal vernieuwd. Tegelijk werd een 3 Tesla MR geïnstalleerd. De veldsterkte van dit apparaat is dubbel
“De virtuele coloscopie met de 64 slice CT maakt beelden van de binnenkant van de dikke darm, is uiterst kwalitatief en maakt het mogelijk om vroegtijdig poliepen en kankers op te sporen.” zo sterk als bij de gewone 1,5 Tesla scanners. De beelden van de 3 Tesla MR hebben een hogere resolutie en meer scherpte. Kleinere letsels worden daardoor beter zichtbaar. Dat is belangrijk bij de beeldvorming van hersenen, bij kleinere gewrichten als pols en enkel of bij een grondige mammo-MR. Een ander MR-toestel kreeg een upgrade, waardoor AZ Sint-Lucas vandaag over twee heel performante MR-toestellen beschikt. Een al wat ouder toestel werd uit gebruik genomen.
64 slice CT-scan Ook de CT-scanners zijn geoptimaliseerd. Eén toestel werd vervangen door het neusje van de zalm, de 64 slice CTscan. Deze maakt 64 dwarsdoorsneden per rotatie, waardoor de onderzoeken van een ongeziene kwaliteit zijn en in een minimum van tijd worden verricht. De kortere onderzoeksduur en de scherpere beelden maken het mogelijk bewegende organen gedetailleerder in beeld te brengen. De hoge rotatiesnelheid van de scanner is bij uitstek geschikt voor het onderzoek van het hart en de kransslagaders. Maar ook met het snel en gedetailleerd in kaart brengen van de perfusie in de hersenen bij een spoedpatiënt met een trombose kan de 64 slice CT mensenlevens redden en restletsels vermijden. Ook de virtuele coloscopie, die beelden maakt van de binnenkant (het lumen) van de dikke darm, is uiterst kwalitatief
Meer en meer subspecialisatie in MBV De 3 Tesla MR, de 64 slice CT-scan, de digitale mammografie… het zijn allemaal toestellen die een hoge graad van specialisatie vergen. Hoe scherper de beelden, hoe beter de diagnose – op voorwaarde natuurlijk dat de arts correct interpreteert. En dat kan alleen als de arts zich ook verder specialiseert. Reken daarbij de verregaande digitalisering van het hele proces, inclusief de ‘post-processing’ en u begrijpt dat ook radiologen in de vooruitstrevende centra meer en meer subspecialiseren. Tegelijk neemt ook de multidisciplinaire samenwerking toe. Radiologen maken deel uit van diverse multidisciplinaire overleggen, onder meer in de oncologie, de neurochirurgie, de urologie, de pneumologie, de gastro-enterologie en het vasculair en cardiologisch overleg.
en maakt het mogelijk om vroegtijdig poliepen en kankers op te sporen. De stralingsdosis van het toestel past zich automatisch aan in functie van de lichaamsbouw van de patiënt en het onderzochte gebied. Andere voordelen van het toestel zijn de kleinere hoeveelheden contraststof die intraveneus moeten worden gegeven (onder meer van belang bij een verminderde nierfunctie) en de kortere onderzoekstijden. In maart 2010 werd ten slotte ook een nieuw digitaal mammografietoestel (DRmammo) in gebruik genomen. Ook in de mammografie is nu komaf gemaakt met de ‘cassettes’.
Patiëntvriendelijk Medisch-technisch staat de dienst medische beeldvorming van AZ SintLucas met de gedane investeringen in toestellen en infrastructuur aan de absolute top. Maar ook op het gebied van organisatie is een en ander bijgestuurd. Het onthaal van de patiënten is beter georganiseerd. De patiëntenstromen ambulant / gehospitaliseerd zijn fysiek van elkaar gescheiden. Bovendien krijgt elk MBV-specialisme zijn eigen, duidelijk herkenbare wachtplaats. Voor patiënten in bed zijn er twee aangepaste wachtzalen. En dankzij de digitale werklijst kan een efficiëntere workflow gerealiseerd worden, wat leidt tot minder wachttijden. Ook de artsen en de medewerkers zijn beter af in de nieuwe werkomgeving. Tegen begin 2011 wordt de nieuwe dienst medische beeldvorming helemaal afgewerkt. Dankzij een goede voorbereiding ondervindt de werking van de dienst niet al te veel hinder tijdens de infrastructuurwerken. En zeker nu de resultaten goed zichtbaar worden nemen medewerkers, artsen en patiënten de eventuele kleine hinder er graag bij.
15
AZ Sint-Lucas
Ziekenhuis helpt rusthuizen met
infectiebeleid
De meeste ziekenhuizen hebben al heel wat ervaring in ziekenhuishygiëne. Woonzorgcentra hebben hier nog een inhaalbeweging te doen. Daarom heeft de overheid aan de ziekenhuizen gevraagd om een samenwerking uit te bouwen met maximaal acht woonzorgcentra. AZ Sint-Lucas is als enige ziekenhuis in Vlaanderen geselecteerd voor dit project. Dr. Annemie Van den Abeele: “Het gaat om infecties met een collectieve impact: MRSA of andere nosocomiale kiemen, schurft, griep, clostridium difficile,… Deze infecties vereisen bijzondere aandacht omdat ze vaak verspreid worden bij transfers van patiënten of bewoners tussen ziekenhuizen en woonzorgcentra. We hebben nood aan een coherent en aangepast beleid. De situatie in een woonzorgcentrum is niet gelijk aan die in een ziekenhuis. Maar onze aanpak moet wel op elkaar afgestemd zijn. Deze aanpak willen we baseren op de bestaande ‘evidence’, zowel in het ziekenhuis als in de woonzorgcentra. We willen dus de krachten bundelen, over de grenzen van onze instellingen heen, om te komen tot de beste afspraken in het belang van patiënten en bewoners. Uiteindelijk wil de overheid gevalideerde maatregelen, heldere procedures, afspraken over personeel en middelen. Het huidige project heeft als doel de haalbaarheid hiervan te onderzoeken. Het is positief dat de overheid hier vooraf aan denkt. Het is immers geen goed idee om de regels en de procedures van een ziekenhuis simpelweg te kopiëren naar een rusthuis. Een rusthuis heeft
16
AZ Sint-Lucas heeft de voorbije jaren een grote expertise opgebouwd op het gebied van ziekenhuishygiëne en de beheersing van infecties. Op vraag van de overheid start het ziekenhuis nu een project om deze expertise over te dragen aan acht woonzorgcentra. Dr. Annemie Van den Abeele geeft toelichting.
zijn eigen kenmerken en moet dan ook eigen accenten kunnen leggen. In een ziekenhuis is het gangbaar om een patiënt met MRSA te isoleren. Het is maar de vraag of dat ook aangewezen is in een woonzorgcentrum. We mogen niet aan overshooting doen. De procedures die we opleggen mogen de bewoners en de woonzorgcentra niet al te zeer belasten. Anders komt er in de praktijk toch niets van terecht.”
Betrokkenheid van de huisartsen AZ Sint-Lucas werkt voor dit project samen met acht woonzorgcentra uit de regio. “Wij hebben bewust gekozen
antibioticaformularium. Deze formularia moeten haalbaar zijn voor de huis artsen. In de woonzorgcentra krijgt ook de arbeidsgeneesheer een belangrijke rol. Ook het personeel moet immers voortdurend gesensibiliseerd worden om zich te laten vaccineren.” De praktische structuur die de overheid voorstelt is een doorslag van de structuur in een ziekenhuis. Dr. Van den Abeele: “Er is een team zorginfectiebeleid dat de alledaagse werking regelt en toezicht houdt. Dat team bestaat uit de CRA en de verpleegkundige zorginfectiebeleid. Daarnaast is er een comité zorginfectiebeleid dat ondersteunend
“Veel rusthuizen hebben al duidelijke procedures. We gaan het warm water niet opnieuw uitvinden. Maar we kunnen wel leren van elkaar.” voor een heel diverse groep van woonzorgcentra”, vertelt dr. Van den Abeele. “Er zitten grote en kleinere centra bij, elk met zijn eigen historiek en ideologische achtergrond, zijn eigen praktische organisatie. Die diversiteit weerspiegelt de realiteit.” “In de woonzorgcentra speelt de CRA, de ‘coördinerend en raadgevend arts’, een belangrijke rol. Maar ook de huisartsenkringen en de LOK’s worden betrokken. De inbreng van de huisartsen is bijvoorbeeld belangrijk als we het hebben over het geneesmiddelenformularium en het
werkt. In dat comité zitten naast de CRA en de verpleegkundige onder meer een vertegenwoordiger van de huisartsen, iemand van het team ziekenhuishygiëne van het coördinerende ziekenhuis en de arbeidsgeneesheer. Doel van het project is ook om te onderzoeken of een dergelijke structuur werkt in een woonzorgcentrum.”
Warm water “De woonzorgcentra vertrekken natuurlijk niet van nul. Veel rusthuizen hebben al duidelijke procedures. We gaan het warm water niet opnieuw
Infecties worden vaak verspreid bij transfers van patiënten en bewoners tussen ziekenhuizen en woonzorgcentra.
uitvinden. Maar we kunnen wel leren van elkaar. Tussen ziekenhuizen gebeurt dat al geruime tijd: we wisselen geregeld procedures en deskundigheid uit. Waar we zeker rekening moeten mee houden is dat woonzorgcentra niet altijd over voldoende middelen beschikken om van infectiepreventie een prioriteit te maken. Veel woonzorgcentra kunnen hiervoor geen verpleegkundige fulltime vrijstellen. We moeten vanuit die realiteit vertrekken. Vandaar ook dat we zo snel mogelijk input willen vragen van de huisartsen en de LOK’s: wat zijn de knelpunten, wat werkt goed en wat minder goed, wat denken zij van onze voorstellen,…? Hoe meer input, hoe gerichter we kunnen werken.” “Er is heel veel interesse voor dit onderwerp”, aldus nog dr. Annemie Van den Abeele. “Het belang ervan mag dan ook niet onderschat worden. In Vlaanderen alleen hebben dertien ziekenhuizen samen met woonzorgcentra een dossier ingediend. Waarom precies AZ Sint-Lucas geselecteerd is? Ik denk dat we een sterk dossier hadden met een goede en haalbare planning en een concreet voorstel voor samenwerking met alle betrokkenen. Als deze samenwerking en deze structuur een succes blijken, zullen in de toekomst andere ziekenhuizen en woonzorgcentra dit stramien moeten overnemen van de overheid. In elk geval is het de bedoeling om in het najaar 2011, als dit proefproject ten einde loopt, een overheidssymposium te organiseren om de concrete resultaten voor te stellen.”
Samenwerkende partners De acht woonzorgcentra-partners van AZ Sint-Lucas in dit project zijn: • • • • • • • •
WZC Domino, Gent WZC Sint-Jozef, Gent Home Claire, Gent WZC Sint-Coleta, Gent WZC Avondvrede, Gent WZC Veilige Have, Aalter WZC Brembloem, Evergem Residentie Hof ter Linden, Evergem
Meer informatie bij dr. Annemie Van den Abeele, 09-224 64 68
17
Blok X, het gebouw aan het Sint-Vincentiusplein, wordt binnenkort gesloopt. Tegen eind dit jaar is de nieuwe stadstoegang een feit.
Zo zal het plein voor de nieuwe stadstoegang er ongeveer uitzien. (Dit is een tussentijds ontwerp.)
Op de plaats van het oude onthaal wordt vanaf 2011 gebouwd aan een nieuwblok met een personeelsrestaurant en vier verpleegafdelingen.
18
AZ Sint-Lucas
Vleugels X, Y, Z binnenkort tegen de grond
Nieuwe stadstoegang
Sint-Vincentiusplein op komst Ook in 2010 wordt de infrastructuur van AZ Sint-Lucas verder verbeterd. De ene werf oogt al spectaculairder dan de andere, maar alle zijn ze erop gericht om de zorg aan de patiënten zo veilig, zo comfortabel en zo vlot mogelijk te laten verlopen. Het meest indrukwekkend wordt dit jaar ongetwijfeld de sloop van de blokken X, Y en Z.
Op dit ogenblik wordt de consultatieruimte van de dienst huidziekten in straat 18 verbouwd. De dienst verhuisde hiervoor eind januari tijdelijk naar straat 75. De werken zullen duren tot begin april. Ook de consultaties cardiologie in straat 18 en 19 worden uitgebreid en verbouwd. Aan het einde van de rit – in het voorjaar 2011 – komen alle consultaties cardiologie hier samen; de consultaties in straat 91 verdwijnen dus. De werken beginnen na de zomer. Het onthaal en het secretariaat van de dienst cardiologie worden ruimer en meer open. Hiervoor wordt een deel van de huidige ‘Kassa’ ingenomen. Ook in straat 19, waar de dienst nucleaire geneeskunde huist, komen nieuwe lokalen voor de consultaties cardiologie. Ondertussen wordt ook op de materniteit naarstig voortgewerkt. Straat 2 werd onlangs in gebruik genomen en tegen eind mei moet ook straat 4 klaar zijn. Tegen de zomer zal ook de nieuwe koeling voor de materniteit in orde zijn. Sinds het najaar 2009 zitten trouwens alle consultaties van de gynaecologen samen in straat 1. De PAAZ – Psychiatrische Afdeling in een Algemeen Ziekenhuis – krijgt tegen eind dit jaar nieuwe kine- en ergoruimtes op straat 12 en straat 14.
Ook voor de dienst medische beeldvorming staat heel wat op het programma dit jaar. Begin maart was alweer een fase af, met nieuwe ruimtes voor digitale mammografie en echografie voor ambulante patiënten. Op dit ogenblik wordt gewerkt aan een nieuwe mammoen echoruimte voor gehospitaliseerde patiënten. Ook de wachtzalen en de CT-ruimtes worden vernieuwd. Tegen eind dit jaar zou de dienst medische beeldvorming helemaal piekfijn in het nieuw moeten zitten.
Meteen na de afbraak van dat gebouw wordt een plein aangelegd van het SintVincentiusplein tot aan de nieuwe toegang tot het ziekenhuis, die rechtstreeks uitkomt op het onthaal. Tegen eind dit jaar moet dit gerealiseerd zijn.
Nieuwe stadstoegang
Zowel voor de artsen en de medewerkers als voor de omwonenden zullen deze werken een grote impact hebben. Het nieuwe toegangsplein betekent een serieuze verbetering voor de buurt van het ziekenhuis. Eindelijk kan ook de nieuwe stadstoegang in gebruik genomen worden.
Het meest spectaculaire wat dit jaar te gebeuren staat is ongetwijfeld de sloop van de blokken X, Y, Z. Concreet gaat het over de blokken met op het gelijkvloers het oude onthaal en de aangrenzende straten waar vroeger de consultaties gastro-enterologie, plastische heelkunde, de borstkliniek en urologie zaten. Ook het gebouw dat de voorgevel aan het Sint-Vincentiusplein uitmaakt, gaat tegen de grond.
Begin volgend jaar gaat dan Blok Z, het oude onthaal, tegen de vlakte. Op die plek wordt een nieuw gebouw gezet – ‘nieuwbouw Z’ – dat plaats zal bieden aan een personeelsrestaurant op het gelijkvloers en vier verpleegafdelingen op de verdiepingen. De bouwwerken voor deze nieuwe blok Z starten in de lente van 2011 en zullen allicht twee jaar duren.
Tegen juni moeten de blokken X,Y, Z volledig leeg staan. Dan worden eerst alle installaties losgekoppeld, waarna het sloopwerk kan beginnen. Dat sloopwerk gebeurt met de nodige zorg, want sinds kort moet alle materiaal gesorteerd worden. In een eerste fase worden de blokken X en Y afgebroken. Blok X is het gebouw aan het Sint-Vincentiusplein.
In campus Volkskliniek wordt de plaatsing en oplevering van de zonnewering dit jaar afgewerkt. Er gebeuren ook aanpassingen in de keuken. Enkele vrijgekomen ruimtes – vier RVT-afdelingen, een deel van de vroegere medische beeldvorming en de vroegere apotheek – krijgen een nieuwe bestemming.
19
AZ Sint-Lucas
Deze staafjes, entnaalden of entösen in vaktaal, dienen om microbiologische stalen te enten op een voedingsbodem.
V.U. dr. Dirk Maes, Groenebriel 1, 9000 Gent
ExtraLarge