God: Iets of Iemand? door Leonie Terlouw
Ze lachte terwijl ze het zei, maar toch was ze heel serieus. Ze vond het eigenlijk te mooi om waar te zijn, dat hele christendom. Net alsof je nog 6 bent, en papa en mama je verteld hebben dat niet Sinterklaas, maar zíj degene zijn die de cadeautjes in je schoen doen, maar tegen beter weten in, blijf je erin geloven. Niet omdat de bewijzen nou zo overtuigend zijn, integendeel, maar omdat het mooi en prachtig klinkt, en omdat je het graag wílt geloven. Niet uit koppigheid, maar gewoon omdat het zo magisch en sprookjesachtig is. Natuurlijk is het te mooi om waar te zijn dat er een lieve oude man bestaat die elk jaar uit Spanje komt, en zo rijk is en zó gek op al die kinderen in Holland, dat hij je elk jaar weer bovenverwachting verwent. Het verhaal is te perfect, te sprookjesachtig en het klopt gewoon niet. Ze geloofde wel dat er meer was, een kracht, een God misschien. Maar een God die in de hemel woonde en zó gek is op alle mensen op de aarde dat hij zijn Zoon gaf, het grootste cadeau, om jou en mij te redden, dat bestaat simpelweg niet, het is te mooi. Het past perfect in dat lege gat in onze ziel. Een mooie oplossing. Omdat een totale zinloosheid van dit leven ons beangstigt en we niet willen dat het ophoudt bij de dood, hebben we voor onszelf een perfect verhaal gevonden om die leegte te vullen. Een warm ontroerend verhaal. Maar het is te perfect. Ze vond dat ik 6 jaar was, en maar bleef volhouden dat Sinterklaas echt gek op mij was en mij persoonlijk een plezier wilde doen, en als ik ’s avonds mama een cadeautje in mijn schoen hoorde doen, dan deed ik mijn oren dicht. Ik leefde in mijn eigen illusie van een persoonlijke God. En als je eenmaal dat plaatje, je eigen wonderbos gecreëerd hebt, is alles wat krom is recht te praten, vond ze. Als er een God is die alles gemaakt heeft en die God heeft zijn Zoon gestuurd, dan is hij almachtig. Het wereldbestuur ligt in zijn handen. Glippen tsunami’s en aardbevingen hem door de vingers? Heeft hij het niet door? Kijkt hij even de andere kant op? Doet het hem niks als hij ziet wat voor een ontzettende puinhoop hier is? Want hij ziet dat toch wel? Hij hoort het huilen toch? Het geschreeuw van kinderen die mishandeld worden? En ja, als je eenmaal gelooft dan is alles te verklaren met ‘ik begrijp het ook niet, maar ik weet wel dat God alles in zijn hand heeft, en ik vertrouw erop dat Hij weet wat Hij doet.’ Alsof je zelf niet kan nadenken. Veel te simpel. En ze had een punt. Hoewel, is het zo simpel?
1
‘Iets’ is misschien wel veiliger Geloven in Iets is misschien wel makkelijker. Als er iets ergs gebeurt, hoef je niet te piekeren hoe dat past in een plaatje van een liefdevolle God. Als er een kracht is, een onpersoonlijke God, is het makkelijker om geen verwijten naar zijn hoofd te slingeren. Dingen gebeuren omdat ze gebeuren. Leegte en zinloosheid, maar je voelt je in ieder geval niet verraden en verlaten door je Vader. Bovendien is Iets vrijblijvend. Een relatie met een persoonlijke God, betekent verplichtingen. Als je gelooft in Iets tussen hemel en aarde, dan moet je niks, zijn er geen verwachtingen en geen teleurstellingen. En er is nog geen totale zinloosheid. Want na dit leven zal er nog wel iets zijn. Een onpersoonlijke kracht, is veilig. Geloven in Iemand die door de knieën gaat Maar mijn God wil meer zijn dan een kracht. Toen Mozes hem vroeg naar zijn naam, had hij kunnen antwoorden met ‘ik ben de machtige’, of ‘ik ben de heilige’ of ‘ik ben de allerhoogste’. Maar God kiest voor zijn naam niet de dingen die hij kan. Hoewel hij machtig en heilig en de allerhoogste is, zegt hij tegen Mozes ‘ik ben die er zijn zal.’ De grote persoonlijke kracht zakt als het ware door zijn knieën en belooft ons dat hij altijd heel dicht bij ons zal zijn. Hij wil niet op afstand blijven, hij wil heel dicht bij komen. Dat is wie hij in wezen is. God had een engel naar de aarde kunnen sturen. God had afstand kunnen houden. Maar dat is juist niet wat hij wilde. Als hij zijn Zoon stuurt noemt hij hem Immanuel. God met ons. God heel dicht bij. God niet als een afstandelijke kracht, die de dingen maar zo zijn beloop laat. De haren op mijn hoofd zijn geteld. Ik sta in zijn handpalm gegrift. Hij kent mijn naam. God met ons. God daalt af naar ons niveau. Want dat is wat God wil. Hij wil dichtbij komen. Dat zie je de hele geschiedenis door. De beweging van God, die heel dicht naar ons toekomt. En hij zegt niet dat het allemaal koek en ei zal zijn de rest van ons leven. Hij belooft niet dat we nooit meer pijn of tegenslag zullen kennen als we hem kennen. Maar wat hij doet, is ons beloven dat hij heel dichtbij ons zal zijn. Dat hij, de God van hemel en aarde, weet wat hij doet, dat hij alles in zijn hand heeft. Geen garanties op altijd ‘blij zijn’. Je kunt wel teleurgesteld raken Voelt dat altijd zo? Alsof hij dichtbij is? Soms wel. Soms lijkt hij dichterbij dan mijn eigen huid. Dan is het alsof ik hem bijna aan kan raken. Alsof zijn aanwezigheid zich nestelt in mij. En soms lijkt hij verder weg dan de maan. Dat is het frustrerende. Maar dat is ook wat het tot een relatie maakt. Het is het risico dat je loopt als je een relatie aangaat met een persoonlijke God. Dat het ook kan voelen alsof God je laat vallen als een baksteen. Dat is denk ik het grootste nadeel van een persoonlijke God. Teleurgesteld kunnen raken.
2
Zonder liefde geen leven Het kenmerkende van de God van de Bijbel, is dat hij zich openbaart als een persoonlijke God. God is in wezen een persoon. Geen kracht. Júist niet. In Gen 1:26 staat: God zei: ‘Laten wij mensen maken die ons evenbeeld zijn, die op ons lijken. zij moeten heerschappij voeren over de vissen van de zee en de vogels van de hemel, over het vee, over de hele aarde en over alles wat daarop rondkruipt.’ De manier waarop wij geschapen zijn, zegt dus alles over God. Hoe zijn wij geschapen? Hoe heeft hij ons gemaakt? God heeft de mens zorgvuldig gemaakt. Ja. God heeft de mens met eigen verantwoordelijkheid gemaakt. Inderdaad. Hij heeft ons met een eigen wil gemaakt, creatief gemaakt, divers gemaakt. Absoluut. Maar het meest diepe is misschien nog wel dat we in staat zijn, relaties aan te gaan. We hebben relaties nodig. We moeten liefde ontvangen en liefde geven. Een luguber experiment laat zien tot hoe diep dat gaat. In dat experiment werden baby’s wel verzorgd, ze werden verschoond en kregen goed te eten. Maar niemand gaf ze liefde. Niemand knuffelde ze, aaide ze, praatte tegen ze. Uiteindelijk stierven alle baby’s. Geldt dat niet voor ons allemaal? Wij hebben liefde nodig. We zoeken gemeenschap. We genieten van vriendschappen, van familie en van relaties. Omdat ze ons diep vanbinnen raken en vullen. We zouden gek worden van eenzaamheid, en misschien inderdaad wel sterven, als we nooit het gevoel van gemeenschap zouden ervaren. Wij hebben liefde nódig. Lijken we daarin op God? Nee. God heeft onze liefde namelijk niet nodig. God is een drie-enig God. Als hij dat niet was, als hij in zijn eentje God was, dan had hij zich eenzaam kunnen voelen en mensen willen maken om zich te vermaken. Hij zou geen robots maken, want daar zou ij zo weer op uitgekeken zijn. Daarom maakte hij mensen, omdat hij hun liefde nodig had. Maar omdat God drie-enig is, is dat is niet het geval. Denk je eens in dat een drie-enig God in het universum is zonder andere levende wezens. Vader, Zoon en Geest leven met elkaar, ze zijn alle drie gelijk, maar niet hetzelfde, ze zijn niet identiek. Het zijn verschillende personen, maar ze zijn één God, en leven in perfecte harmonie met elkaar samen. Door de zondeval hebben wij nog steeds het verlangen relaties aan te gaan, maar wij kennen alleen maar gebroken relaties. We weten dat een relatie bestaat uit geven en nemen, initiatief nemen en initiatief beantwoorden, leiden en volgen. Maar de relatie tussen de Vader de Zoon en de Geest is niet zo. Onze relaties zijn vaak nog op ons zelfgericht, ze zijn nooit helemaal gericht op de ander. De relatie tussen de Vader de Zoon en de Heilige Geest is wel zo. Elk persoon is er niet voor zichzelf, maar voor de ander. Het is een absoluut gevende relatie. Ze raken nooit uitgekeken op elkaar. En daarom hebben ze ook geen mensen nódig om hen te aanbidden of liefde te geven.
3
Als we dit koppelen aan de openbaring die God aan ons heeft gegeven in de woorden ‘’God is liefde’’, dan kunnen we ons misschien een klein beetje voorstellen hoe innig en diep hun relatie is. En wat nou als die God er voor gekozen heeft, om een hele nieuwe dimensie te creëren met mensen die kunnen delen in die heerlijke relatie? Alsof God overloopt van liefde, en zo geniet van die prachtige relatie onderling, dat hij daarvan anderen mee wil laten genieten. Hij maakt mensen en staat hen toe te Hem te leren kennen en een relatie met Hem aan te gaan. We mogen ‘delen in de liefde’ van de drie-enige God. Als wij met volle teugen genieten van het ontvangen van liefde en het geven van liefde, dan lijken we het meest op God. Het nieuwe testament laat ons duidelijk zien waarvoor wij bedoeld zijn. 2 Petrus 1:4 Hiermee zijn ons kostbare, rijke beloften gedaan, opdat u zou ontkomen aan het verderf dat de wereld beheerst als gevolg van de begeerte, en opdat u deel zou krijgen aan de goddelijke natuur. We zijn gemaakt om deel te hebben aan die liefde van God. We zijn geen God, en kunnen dat nooit worden. Maar we kunnen deelnemen aan de gemeenschap. Dat is hoe God ons gemaakt heeft, en dat is wat er gebroken was na de zondeval, en dat is wat weer recht gezet is in Christus. We mogen delen in Gods liefde en met hem in harmonie leven. Voor altijd. Liefde dwingt niet Een onpersoonlijke God, kan je niet teleurstellen. Dus als je wilt, kun je hem op afstand houden. Van hem wegrennen. God zal je niet dwingen om te delen in zijn liefde. Want liefde zou geen liefde zijn als hij je zou dwingen. Hij houdt genoeg van je om je keuze te respecteren. Zelfs als dat betekent dat hij de eeuwigheid zonder zijn geliefde moet doorbrengen. Als je simpelweg niet gelooft in een persoonlijke God, dan houdt je hem op afstand. Maar de keus is aan jou. God doet er alles aan om dichtbij te komen. Hij maakt zichzelf kleiner voor ons. Omdat wij niet groter kunnen worden. Toen hij Abraham op zijn schouder tikte en zei: ‘ik heb plannen voor jou’, maakt hij zichzelf kleiner. Toen hij worstelde met Jacob, toen hij een droom in Jozefs hoofd stopte, toen hij sprak vanuit een brandende braamstruik, toen hij een glimp van zijn achterkant aan Mozes liet zien, toen hij in een zachte bries aan Elia verscheen, maakt hij zichzelf kleiner. Hij stond zichzelf toe om in een tabernakel en een tempel iets van zijn glorie en aanwezigheid aan mensen te tonen. God zocht altijd naar manieren om zichzelf kleiner te maken, zodat wij iets zouden begrijpen van wie hij is, en uiteindelijk verlaagde Hij zich tot een kribbe. Het is de grootste menselijke behoefte om lief te hebben, en geliefd te zijn. En in die kribbe, ligt te vervulling van die liefde, in Christus. En God gaat op zijn hurken zitten, en kijkt ons aan. En die ogen, die zijn alles. Dingen worden er anders door, niet zichtbaar anders. Maar anders. Alle tegenwerpingen, vragen, scepsis worden beantwoord met liefde. 4
Daar draait het uiteindelijk allemaal om. Niet om de regels, de franje, de hypocrisie. Het gaat om die oneindige liefde. Een avontuur Dat is wie de persoonlijke God voor jou wil zijn. Hij wil door zijn knieën zakken, en zoekt allerlei manieren om jou te bereiken. Maar zolang je niet in zijn ogen kijkt, en de liefde door je heen voelt stromen, en weet door wie je gemaakt bent en waarvoor je gemaakt bent, zal een persoonlijke God voor jou niet meer zijn dan een beetje troost waar de mens zo behoefte aan heeft, maar zichzelf zo mee voor de gek houdt. Een fijne rust in je hoofd. Een doel in je leven. Het lege gat heb je zorgvuldig dichtgestopt. Een pleister op de wond. Een enorme poppenkast. Maar als je in zijn ogen kijkt. Is dat moment alles waard, en verandert het alles. Dan draait het niet meer om de bewijzen of de argumenten of de eindeloze vragen. Die zijn er, en die mogen er zijn. Maar het draait er niet om. Het draait om de bruid en de bruidegom die elkaar aankijken en niet op elkaar uitgekeken raken. En meer nog draait het om de bruidegom, omdat hij zichzelf kleiner heeft gemaakt, om haar liefde te winnen. Hoe hij elke keer op allerlei manieren haar hart wilde raken. Hij gaat op zijn hurken zitten. Terwijl zij hem keer op keer bedroog, gaf hij in zijn liefde alles om haar terug te krijgen. Hij gaf zichzelf, voor haar. Het is een avontuur dat begint, die niet gemakkelijk of eenvoudig zal zijn. Maar het is het waard. Hij is het waard.
5