Ghij doolt dikwijls in ’t spellen van uw Neederduitsch1 Deel 1 Ik moet dien krokodil rakelings mitraljeeren... gauw... Het is algemeen bekend en dikwijls beschreven dat van de meeste Kuifje-albums nogal wat plaatjes zijn hertekend en herschikt. Het artikel van Philippe Mouvet bijvoorbeeld toont aan welke arbeidsintensieve weg Hergé bewandelde om van de oorspronkelijke zwart-witverhalen naar de kleurenalbums te komen.2 Maar naast de tekentechnische aanpassingen (vaak ook om politieke redenen) en strokenherschikkingen van de eerste verhalen is er op een gegeven moment ook gestart met vertalingen in het Nederlands (inclusief Kwik en Flupke). Allereerst ten behoeve van de Belgische dagbladen Het Laatste Nieuws en Het Algemeen Nieuws, later voor de albums. Wie waren er verantwoordelijk voor die vertalingen? door Hans Noppen Inleiding ‘Om de satire tot in het detail te smaken doet men er best aan ’t album in het Frans te lezen: bij de vertaling gaat steeds heel wat verloren.’ De – nog steeds geldende – opmerking van Jan Smet in CISO Stripgids van 1976 slaat de spijker op z’n kop.3 Zeker de eerste vertalers c.q. bewerkers sloegen de plank nogal eens mis. Het heeft inmiddels geleid tot vele verbeteringen, bewerkingen, en hervertalingen van de Kuifje-verhalen en de streken van Kwik (of is het Quick?) en Flupke, door verschillende personen. Bij het op zoek gaan naar die vertalers en bewerkers van de dus oorspronkelijk in het Frans geschreven Kuifje-avonturen raadpleegt men natuurlijk eerst de diverse catalogi zoals die van Matla4 en Ottens.5 Een tweede stap is het napluizen van de vele boeken die over Hergé en zijn werk zijn verschenen, met name die van Philippe Goddin6, en van Van Opstal7 (om er een paar te noemen). Dan volgt het speuren naar relevante artikelen, zoals die van de hand van Philippe Mouvet8, Ernst Pommerel9, Har Brok10 en René van de Weijer.11 Ten slotte rest het internet (‘www’) als potentiële bron.12 Het geeft in ieder geval een goede start, maar er blijven veel vraagtekens over. Zoals Pommerel in 1977 in Striprofiel13 verzuchtte: ‘...van de meeste albums is de vertaler domweg niet bekend.’ Toch meen ik een groot deel van de waarheid boven tafel te hebben gekregen. Niet op de laatste plaats door de medewerking van Studios Hergé die inzage gaf in de relevante correspondentie tussen Hergé en Charles Lesne van uitgeverij Casterman, voor de periode van 11 februari 1942 tot 7 november 1950. Maar voor ik met u aan tafel ga, neem ik eerst een stukje spellinggeschiedenis door. Het maakt de aanleiding tot en de ontwikkeling in de diverse vertalingen en bewerkingen duidelijker. Woordenboek der Nederlandse Taal (de spelling van De Vries en Te Winkel) In 1851 werd op het Taal- en Letterkundige Congres in Brussel, waarbij zowel Nederland als Vlaanderen vertegenwoordigd waren, besloten tot een groots opgezet project: het samenstellen van het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT).14 In dit woordenboek zou de Nederlandse woordenschat van de voorbije eeuwen beschreven moeten worden. De taalgeleerden M. de Vries en L.A. te Winkel namen dit karwei op zich. In België werd deze zogenoemde spelling-De Vries en Te Winkel al op 21 november 1851 per Koninklijk Besluit ingevoerd voor overheid en onderwijs. In Nederland verliep de acceptatie langzamer; pas in december 1882 besloot de regering om de spelling vanaf 1 januari 1883 in haar stukken te gebruiken.
1
M. de Vries 1820-1892
L.A. te Winkel 1809-1868
Spelling-Marchant De spelling-De Vries en Te Winkel leidde op dat moment tot een grote uniformiteit van de spelling in Nederland en België. Maar niet iedereen was gelukkig met deze spelling. Een van de bekendste tegenstanders was R.A. Kollewijn die in 1891 in het artikel Onze lastige spelling een voorstel tot vereenvoudiging publiceerde. Hierin hamerde hij op het belang van de uitspraak die volgens hem het belangrijkste richtsnoer bij de spelling zou moeten zijn. ‘Mensch’ en ‘Nederlandsch’ moesten ‘mens’ en ‘Nederlands’ worden, ‘Russisch’ moest volgens hem als ‘Russies’ geschreven worden en ‘moeilijk’ als ‘moeilik’. In 1916 ging een Nederlandse commissie aan de slag om te kijken of er een compromis tussen de spelling-De Vries en Te Winkel en de spelling-Kollewijn gevonden kon worden. Dit leidde langzaam tot aanpassingen: op 1 september 1934 voerde de minister van Onderwijs, Marchant, de meeste voorstellen van Kollewijn in het onderwijs in Nederland in. Hierdoor begonnen Nederland en België weer uit de pas te lopen.
R.A. Kollewijn 1857-1942
H.P. Marchant 1869-1956
Nederland en België (Vlaanderen) weer op één lijn Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak, stond de spelling-Marchant nog steeds ter discussie, en was bijvoorbeeld de kwestie van de naamvals-n nog steeds niet geregeld. Nog tijdens de Tweede Wereldoorlog besloten de regeringen van Nederland en België om de spellingeenheid te herstellen door te bekijken hoe men op basis van de ‘oude’ spelling-De Vries en Te Winkel tot overeenstemming kon komen. Dit leidde tot versimpelingen van de spelling-Marchant in Vlaanderen in 1946, en in Nederland in het jaar daarop (1 mei 1947). Precies op die scheiding tussen twee spellingen kwamen de eerste Nederlandstalige Kuifje-albums op de markt! Dit had tot gevolg dat de eerste zes albums in de ‘oude’spelling-De Vries en Te Winkel verschenen (afb.1, 2), kort daarop gevolgd door de albums (en herdrukken) in de ‘nieuwe’ spellingMarchant.
2
Afb.1 Het gebroken oor (22C2), 1946 (‘oude’ spelling)
Afb.2 De geheimzinnige ster (7C3), 1947 (‘oude’ spelling)
Aanpassingen in de spelling15 Nog geen tien jaar later, in 1954, verscheen in opdracht van de Nederlandse en Belgische regering een nieuwe Woordenlijst van de Nederlandse taal - het eerste ‘Groene Boekje’ (afb.3) -, met onder andere f en t voor ph en th. De vertalers/bewerkers van de Kuifje-albums gingen hier dapper in mee (afb.4,5,6,7).
Afb.3 Eerste ‘Groene Boekje’, 1954 (1B3)
Afb.6 De Blauwe Lotus, 1946 (1C1)
Afb.4 De 7 kristallen bollen, 1949 (1B3)
Afb.5 De 7 kristallen bollen, 1954
Afb.7 De Blauwe Lotus, 1955 (1C1)
Merkwaardig is dat in de De scepter (direct in de ‘nieuwe’ spelling-Marchant uitgebracht) van 1947 (61A3) ‘telefoon’ al met een ‘f' staat geschreven!? En wat te denken van De Eenhoorn; in 1946 (‘oude’ spelling) nog ‘telephoon’ en al in 1950 (‘nieuwe’ spelling) ‘telefoon’ (afb.8,9)?
3
Afb.8 Het geheim van de Eenhoorn, 1946 (8D3)
Afb.9 Het geheim van de Eenhoorn, 1950/52/54 (8D3)
Het nieuwe ‘Groene Boekje’ In 1994 nam het Comité van Ministers van de in 1980 opgerichte Nederlandse Taalunie, na jarenlange discussies en verschillende spellingcommissies, een nieuw spellingbesluit aan. Dit leidde tot het nieuwe Groene Boekje. Het meest opvallende verschil was misschien wel de afschaffing van de dubbelspelling. Op een paar uitzonderingen na werd de voorkeursspelling tot officiële spelling verklaard. Aktie werd actie, ook in Vlaanderen. Een ander opvallend verschil met het Groene Boekje van 1954 waren de regels met betrekking tot het schrijven van de tussen-n: pannekoek werd pannenkoek; bessesap werd bessensap (en bessenjam bleef bessenjam). De voorgestelde wijzigingen werden in Nederland op 1 augustus, in Vlaanderen op 1 september 1996 van kracht. In 1994 is afgesproken om de woordenlijst van het Groene Boekje elke tien jaar te herzien, waarbij de regels blijven. De eerste revisie van het Groene Boekje is verschenen op 15 oktober 2005 (afb.10). In deze revisie is slechts één uitzonderingsregel geschrapt (de zogenoemde Paardebloemregel): paardebloem en vliegezwam worden paardenbloem en vliegenzwam, zodat de spelling van deze woorden beter aansluit bij bijvoorbeeld paardenstaart en vliegenmepper.
4
Afb.10 Reclamefolder voor het Groene Boekje, 2005
Afb.11 Het Witte Boekje, 2006
Het ‘Witte Boekje’ Het Groene Boekje werd de laatste decennia erg bekritiseerd om de waslijst aan moeilijke regels, zoals die van de tussenletter '-n'. Veel mensen zijn van mening dat de regels te vaag zijn of te snel veranderen, waardoor vooral in het onderwijs problemen ontstaan. Leerlingen én leraren klagen over het gebrek aan simpele regels en over de vele uitzonderingen. Een aantal kranten en tijdschriften riep het Platform de Witte Spelling in het leven, dat zich samen met het Genootschap Onze Taal sterk heeft gemaakt voor een alternatieve spelling: de witte spelling, die volgens het platform beter aansluit bij het taalgevoel van de taalgebruiker. Dit resulteerde in de uitgave van het ‘Witte Boekje’ in augustus 2006 (afb.11). De quasi-Nederlandse Kuifje-vertalingen van vóór 1946 Genoeg spellingperikelen nu. Zoals ik al opmerkte, precies op de scheiding tussen de spelling-De Vries en Te Winkel en de spelling-Marchant (1946-1947) kwamen de eerste Nederlandstalige Kuifjealbums op de markt (afb.12).
Afb.12 Weekblad Kuifje nummer 3, 1947
5
Maar daar waren al de nodige schermutselingen aan voorafgegaan. In de onvolprezen boeken van Philippe Goddin wordt hiervan soms terloops maar ook expliciet een aardig kijkje achter de schermen gegeven. In deel 4 van de reeks Chronologie d’une oeuvre merkt hij bijvoorbeeld op dat na het begin van de Portugese, eerste (!) vertalingen een Nederlandse uitgever erover denkt verhalen in het Indisch (‘en langue indienne’) uit te brengen (1940).16 Het maakte niet veel indruk. ‘Spreekt hij geen Nederlands meer?’ werd er schamper opgemerkt. Meende men toen dat er Indiaas werd bedoeld? Die uitgever had waarschijnlijk Nederlandsch-Indië op het oog, toen nog een kolonie van Nederland met een zeer groot, potentieel lezerspubliek. (Het zou trouwens nog tot 1975 duren alvorens de eerste Indonesische Kuifjes werden gedrukt.)17 Niet veel later stelt Pressa Catholica voor, bij monde van één van haar directeuren, M. Hofman, om een Vlaamse tegenhanger van Le Petit Vingtième uit te brengen: De Bengel. Hij denkt daarin te beginnen met de vertaling van Tintin en Amérique en stelt voor zijn collega Reyntjens hierin te betrekken ‘die popelt om aan de slag te gaan.’ In februari 1940 verschijnt het proef- en propagandanummer van zestien bladzijden.18 Tintin blijft Tintin, Milou (Bobbie) heet Miloe, Dupond en Dupont (Jansen en Janssen) heten Peters en Peeters! De redacteur belooft iedere maand drie bladzijden van het verhaal Tintin en Miloe in Amerika te publiceren. Maar op 15 mei 1940 capituleert Nederland voor de Duitsers en Brussel wordt op 17 mei bezet; het nul-nummer van De Bengel zal nooit een vervolg krijgen.
Afb.13 Nul-nummer De Bengel, februari 1940
Het ‘Nederlands’ wint terrein Rond die tijd komt Het Laatste Nieuws (HLN) in beeld. De krant komt met Hergé overeen iedere donderdag een (bewerkte) publicatie van Tintin in Kongo te doen verschijnen (voor BEF 600 per maand). Op 26 september 1940 is het zo ver: Tintin blijft Tintin maar Milou wordt Bobbie! Het allereerste ‘Nederlandstalige’ Kuifje-avontuur verschijnt in HLN van 26 september 1940 tot 16 oktober 1941: Tintin in Kongo (afb.14). Eind oktober 1940 verschijnen ook de Nederlandse Kwik en Flupke ten tonele, in de rubriek Het Kinderblad (afb.15) van een andere krant: Het Algemeen Nieuws (Kwik en de paling).
6
Afb.15 Rubriek Het Kinderblad in Het Algemeen Nieuws
Het Nederlands lijkt terrein te gaan winnen. Er wordt zelfs geopperd om Tintin in Kongo in albumvorm uit te brengen, wat echter door papierschaarste niet haalbaar blijkt.19 Van 23 oktober 1941 tot 16 december 1942 loopt vervolgens in HLN het vrijwel volledig hertekende verhaal Tintin in Amerika (afb.16,17).
Afb.14 Kongo, HLN, 5 december 1940
Afb.16 Amerika, HLN, 25 juni 1942
Afb.17 Amerika, HLN, 15 januari 1942
Van deze twee verhalen is Mark F. Belloy, redactiesecretaris van HLN, de vertaler geweest.20 In een korte briefwisseling (afb.18) met Hergé in oktober-november 1971, naar aanleiding van het 25-jarig jubileum van weekblad Kuifje, geeft hij aan dat hij ‘met plezier honderden Tintin/Kuifje-teksten heeft vertaald’.21
Afb.18 Fragment uit brief van Belloy aan Georges Remi, 25 oct 1971
Beide verhalen (Kongo en Amerika) zijn nooit in deze vorm in albumvorm verschenen en zullen, zoals Philippe Mouvet opmerkte in zijn artikel, de enige twee echte, originele Vlaamse Kuifjeverhalen blijven.22 Daarom zijn deze versies uit Het Laatste Nieuws zo speciaal. Het zijn tussenversies tussen de eerste Le Petit Vingtième zwart-witversies en de kleurenversies van na de oorlog. Het was namelijk aanvankelijk de bedoeling om de lay-out van de Franstalige, ongekleurde albums te behouden om daar Nederlandtalige (aangepaste, ‘gemoderniseerde’) zwart-witalbums van te maken, maar gaandeweg, ergens tijdens het Amerikaverhaal, heeft Casterman Hergé er van overtuigd om kleurenalbums met vier-strokenplaten te gaan maken omwille van de papierschaarste toen. Later verschijnen in HLN dan nog Het gespleten oor (met de aankondiging: BESTE BROERS EN ZUSSEN, Hieronder vangen de nieuwe avonturen aan van TINTIN en zijn trouwe fox BOBBIE), De geheimzinnige ster en De erfenis van Haddock (dit laatste verhaal werd afgebroken op 2 september 7
1944; bij de bevrijding van België). Maar dit zijn dan al aangepaste versies voor de latere kleurenalbums in de welbekende lay-out met vier stroken. Beter Nederlands Begin 1942 wordt François van der Drift – genaamd Rosica - (medewerker van het tijdschrift Les Ecrits; later pseudoniem: Paul Davay) door Hergé ingeschakeld om voor de albums in nieuwe stijl (vier stroken per bladzijde) de teksten in het Nederlands te vertalen23. Charles Lesne (verantwoordelijke voor de Kuifje-albums bij uitgeverij Casterman24) wenst namelijk goede vertalingen in het Nederlands, ....omdat een Vlaamse tekst in Nederland niet goed zou worden ontvangen25. Het is duidelijk dat hij doelde op de inderdaad wenkbrauwenfronsende en tenenkrommende teksten uit HLN van de hand van Belloy (afb.19).
Afb.19 Tintin in Amerika, Het Laatste Nieuws, 4 november 1942
Medio 1942 (maar dat kan ook later zijn geweest) is Van der Drift al gereed met De geheimzinnige ster. Er was even een discussie of het album De geheimzinnige ster of De geheimzinnige meteoor (‘aerolithe’) zou moeten heten.26 Maar opnieuw wordt door papierschaarste alleen gekozen voor uitgave van Franstalige albums.27 Er zijn meer uitgevers die brood zien in Kuifje. Begin 1943 laat de Antwerpse N.V. Standaard Boekhandel aan Hergé weten: [..] daar wij willen overwegen een uitgave te brengen in de Vlaamsche taal van Uwe TINTIN-boeken, zouden wij het ten zeerste op prijs stellen indien U ons wilde mededeelen of U ons hiervoor de vertaal-en reproductierechten kunt verleenen en tegen welke voorwaarden [..].28 Hergé antwoordt dat dit in strijd zou zijn met gemaakte afspraken met Casterman29. Inmiddels loopt Het gespleten oor in Het Laatste Nieuws (23 december 1942 – 23 februari 1944) en Casterman denkt ondertussen ook aan een vertaling van dit verhaal, zoals door Van der Drift is gemaakt voor De geheimzinnige ster. Dit verhaal start trouwens op 1 september 1943 in HLN. Twee verhalen tegelijkertijd dus, vertaald door Mark F. Belloy. Hij is ook de bedenker van de naam ‘Kuifje’.30 In een briefwisseling met Hergé geeft hij dit aan. Hergé meldt zelf op 16 november 1943 aan Casterman dat hij zijn beletteraar opdracht heeft gegeven de naam ‘Tintin’ in de teksten door ‘Kuifje’ te vervangen.31 Meer dan twee vertalers! Er zijn dus vrijwel tegelijkertijd twee vertalers aan het werk geweest: François van der Drift voor de in de ogen van Lesne ‘betere’ Nederlandse vertalingen die vervolgens een poosje op de plank zijn blijven liggen (tot 1946, maar daarover later) en Mark F. Belloy die de minder geapprecieerde ‘Vlaamse’ vertalingen verzorgde voor Het Laatste Nieuws.
8
Afb.20 Amerika; LPV 1931-1932 Afb.21 Vertaling Belloy, 1941-1942 1943
Afb.22 Vertaling Van der Drift, 1942-
Waarom ‘meer dan twee vertalers’? Zoals gezegd, verscheen in de wekelijkse bijlage van een andere Vlaamse krant, Het kinderblad van Het Algemeen Nieuws op 24 october 1940 de eerste Kwik en Flupke. Volgens Van Opstal zou het M. van den Broek, redacteur van de Rubriek voor de vrouw en van Het Kinderblad, kunnen zijn geweest die deze (‘meest Vlaamse’) vertalingen voor zijn rekening nam.32 Papierschaarste houdt de boel op In november 1943 is de De geheimzinnige ster zo goed als afgerond. Het is de bedoeling dat er in december 20.000 albums worden gedrukt: 10.000 in het Frans en 10.000 in het Vlaams. Maar om nu de verkoop in Nederland te starten, ziet men in deze oorlogstijd niet zo zitten.33 Voor wat de Vlaamse markt betreft, meldt Hergé aan Charles Lesne dat hij erop moet letten dat er geen albums op de Vlaamse markt kunnen worden gebracht voordat het betreffende verhaal in Het Laatste Nieuws is afgelopen. Hij geeft vervolgens een opsomming van wat al (in het Nederlands) is verschenen in het HLN, wat er niet zal verschijnen, wat er op dat moment loopt en wat nog gaat verschijnen; met referentie naar de Franse albumtitels.34 Casterman antwoordt dat dit allemaal erg jammer is want de drukkerij zou graag in één keer de kleurendruk verzorgen van zowel een Franse als een Vlaamse titel.35
Afb.23 Overzicht door Hergé over te publiceren albums
Op 20 december 1943 ontvangt Hergé een telefoontje van zijn vertaler die hem zegt dat de vertaling van Het Oor gereed is en dat hij verdergaat met De Krab. Hergé meldt dat aan Charles Lesne en voegt 9
aan zijn brief een lijstje toe met een voorstel voor de Vlaamse tekst die op het achterplat van de albums moet komen.36
Afb.24 Lijst van titels op Vlaamse albums te vermelden (20 december 1943)
Omdat Het Oor binnen twee maanden zal zijn afgelopen in HLN, is iedereen het erover eens: men zal deze titel als eerste album in de Vlaamse vertaling laten verschijnen. Op het achterplat zal echter geen melding worden gemaakt van de Kwik en Flupkes. Charles Lesne besluit in zijn brief met een kerstwens en: ‘een gelukkig nieuwjaar, veel geluk, veel Kuifje-albums, veel sigaretten, en al die goede zaken waaraan men momenteel, helaas, alleen nog maar herinneringen heeft’.37 Dat het met dat eerste album iets anders zal gaan lopen, hoop ik in de volgende aflevering te vertellen. Met dank aan Rob van Eijck, Hans Matla, Philippe Mouvet, Peter Ottens, en Marcel Wilmet. 1
Ghij doolt dikwijls in ‘t spellen van uw Neederduitsch. Let op het mijne; en volght het. Dit vermaan ik op dat ghij ook beneirstight uwe moederlijke taal wel te schrijven. Uw t’uwaarts zeer toegenejghde Vaader P.C. Hóóft T’Amsterdam, den 27en in Wijnmaandt, 1646 (ed. H.W. Tricht, 1979, deel III, blzz. 771-772 2 Brabant Strip Magazine, 2006, nummer 5, blzz.4-21 3 CISO-Stripgids 10, juli 1976, blz.42 (boekbespreking van Kuifje en de Picaro's) 4 Matla, Hans J., 1998, Stripkatalogus, De negende dimensie, blz.348-355 5 Ottens, Peter, 2005, Kuifje in zicht 6 Goddin, Philippe, 2003/2004 Hergé, Chronologie d’une oeuvre, delen 4 en 5, en 2008, Hergé, Levenslijnen, 7 Opstal, Huib van, 1994, Essay RG, het fenomeen Hergé 8 Brabant Strip Magazine, 2006, nummer 5, blzz.4-21 9 CISO-Stripgids 8, december 1975, blzz.26-27 en Sapperloot 7 Het laatste bericht’ 10 Brok, Har, 1979, Kuifje, van leerlingjournalist tot wereldberoemd reporter 11 Weijer, René van de, Duizend Bommen! 16, april 2004, blzz.3-6 ‘Hoe Kuifje Nederland veroverde’ 12 World Wide Web 13 Striprofiel, 1977, nummer 1, 4e jaargang, blzz.20-21 14 Zie ook: www.dbnl.org/tekst/neij002univ01_01/neij002univ01_01_0011.htm 15 http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_de_Nederlandse_spelling 16 Goddin, Philippe, Hergé, Chronologie d’une œuvre, deel 4, blz.50 17 www.intertintin.com 18 Goddin, Philippe, Hergé, Chronologie d’une œuvre, deel 4, blz.52 19 idem, blz.165 20 idem, blz.403 21 Duizend Bommen!, nummer 16, blzz.34-35, ‘Uit de archieven van Hergé’ 22 Brabant Strip Magazine, jaargang 2006, nummer 5, blzz.4-21 23 Goddin, Philippe, Hergé, Chronologie d’une œuvre, deel 4, blzz.213 24 Lesne, werkte bij Le Vingtième Siècle; later bij Casterman. Zie Duizend Bommen! nr.19 blzz.30-35 en nr.20 blzz.32-36 25 Goddin, Philippe, Hergé, Chronologie d’une œuvre, deel 4, blz.379 26 Brief van Hergé aan Charles Lesne, 15 maart 1942
10
27
Goddin, Philippe, Hergé, Chronologie d’une œuvre, deel 4, blzz.273, 300 Brief van N.V.Standaard Boekhandel aan ‘den Weled.Heer Georges REMI’, 29 maart 1943 29 Brief van Hergé aan N.V.Standaard Boekhandel, 5 april 1943 30 Zie ook: www.kuifje.nl (Informatie liefhebbers: Tintin wordt Kuifje, door Roger Klaassen) 31 Brief van Hergé aan Charles Lesne, 16 november 1943 32 Opstal, Huib van, 1994, Essay RG, het fenomeen Hergé, blz.82 33 Brief van Charles Lesne aan Hergé, 23 november 1943 34 Brief van Hergé aan Charles Lesne, 14 december 1943 35 Brief van Casterman aan Hergé, 17 decmber 1943 36 Brief van Casterman aan Hergé, 20 decmber 1943 37 Brief van Casterman aan Hergé, 24 december 1943 28
11