Witte Donderdag, 2 april 2015 Martinikerk Ds. Jan Willem Nieboer Gelezen: Exodus 12: 1-14 en Mattheüs 26: 14-30 Gezongen: Lied 221, Psalm 81: 1, 5 –10 en 14, Lied 556: 1-4, Lied 647 en Lied 538: 1, 3 en 4 Bij de overweging, een deel uit de Matteüs passie: (J.S. Bach. In een hertaling van Jan Rot) Aria: Sopraan II: Zie de mens in deze mens Ach, een kind zo blij geboren, groeide op leek uitverkoren. Dromend van de nieuwe orde, is hijzelf de slang geworden. Zie de mens, je medemens Verteller: Elke dag verder zakte de groepsmoraal: waar was hun Jezus mee bezig? Ze vroegen hem weer: Koor: Waar, waar en voor wie en ja, wanneer zal dat koninkrijk nou komen? Verteller: Helaas... Jezus: het paleis van de Vader stáát al in ieders hart! Wie aanklopt doet hij open. Na mij komt de geest. en de geest zal je hart verlichten met wachtwoord liefde. Verteller: in de tijd van Mozes was aan het bloed van een lam te danken dat Gods eigen volk de vrijheid vond. Deze avond lag het lam voor de wereld stil aan tafel. Dit werd geen vrolijk Pasen... Jezus: Luister, ik moet iets kwijt: één van jullie twaalf zal mij verraden. Verteller: Hadden ze hem goed verstaan? het was niet waar! De een na de ander maakte een smekend gebaar: Gevolg (Koor I): Heer, ik niet!
Koraal (Koor I en Koor II): Eén bok en zoveel schapen, kom, laat ons stenen rapen en raak hem waar je kan. Tenzij hij rechterhand is, stil Jezus' afgezant is en wij, publiek, de twaalfde man. Verteller: Een naam noemde Jezus niet. Jezus: Juist hij die nog het hardst voor de zaak wou lopen, die zal mij verkopen. De mensenzoon zal de hemel zien, en verdient een eeuwig leven. Beklaag van ons tweeën de man die de Mensenzoon verraden zal! Zijn hoop is verloren. En toch doen we alleen waarvoor we zijn geboren. Verteller: Petrus porde Johannes. Had hij die blik gezien? Petrus: Is het Judas...? Verteller: Hoor, Jezus zei: Jezus: Toe, ga maar... Verteller: En terwijl zij aten, brak Jezus een brood, bood hen elk een deel, en sprak, als nieuw ritueel: Jezus: Neem en eet, dit brood is mijn vlees. Verteller: En hij nam een kelk met rode wijn als tweede metafoor: Jezus: Drink nu allen hiervan. Dit is mijn bloed het Nieuwe Testament. Eenmaal vergoten, staat Gods koninkrijk voor iedereen open. Ik ga nu heen, maar als je mij niet langer ziet, houdt dit ritueel mij heel dicht bij je. Weet dat ik leef, tot de dag van ons weerzien, blijf jij in mij en ik in jou. JUDAS, LADY GAGA, JAN ROT EN MATTEUS Judas heeft altijd tot de verbeelding gesproken. Hij is de grote boef van het evangelie.
De man in het zwart. De tegenspeler en verrader van de man in het wit: Jezus. Zo’n kwaaie genius wordt vaak aangedikt, om Jezus nog witter uit te laten komen. De evangelist Johannes begint daar al mee. Na de zalving van Jezus. In alle andere evangeliën zijn het er meerderen die zich ergeren aan de verkwisting van de kostbare olie. Bij Johannes is het ineens alleen Judas. En dan komt er bij hem ook nog zo’n venijnig zinnetje tussen neus en lippen bij: Hij was een dief, hij beheerde de kas en stal eruit1 In latere legenden wordt er meer en meer met drek gesmeten. Er is zelfs een verhaal uit de middeleeuwen waarin Judas in dienst van Pilatus is en als een soort spion infiltreert in de beweging rond Jezus2. Judas wordt een soort demon. Die demonisering werd ronduit gevaarlijk toen Judas voor bekrompen christenen symbool stond voor de joden die Jezus niet als Messias wilden ervaren, maar hem vermoord zouden hebben. Dat is een gangbare denkwijze geweest. Het is een van de wortels van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van ons christendom. Lady Gaga, zingt een liedje over Judas, waarin ze koketteert met zijn demonische kant die ze woest aantrekkelijk vindt. In het filmpje erbij rijden de 12 discipelen en Jezus op stoere, ronkende Harley Davidsons en is Judas de enige zonder helm; blijkbaar een doodszonde in Amerika. Lady Gaga stelt Jezus en Judas tegenover elkaar; als twee zielen die worstelen in haar binnenste: Jezus is my virtue and Judas is the demon I cling to. Jezus is mijn deugd en Judas de demon die mij onweerstaanbaar aantrekt3 Dat zingt ze terwijl ze getergd en verleidelijk in de camera kijkt. Ik heb niks met die demonische kant van Judas. Judas wordt pas interessant als hij menselijk wordt. In de hertaling van de Matteuspassion door Jan Rot gebeurt dat. We hebben het net gehoord. Zie de mens in deze mens Ach, een kind zo blij geboren, groeide op leek uitverkoren. Dromend van de nieuwe orde, is hijzelf de slang geworden. Zie de mens, je medemens. Prachtig verwoord.
1
Johannes 12: 6 Te vinden in de legende aurea, samengesteld door de dominicaan Jacopo da Varazze, beter bekend als Jacobus de Voragine (1228-1298), aartsbisschop van Genua (Zie wikipedia) 3 Zie voor de clip: https://www.youtube.com/watch?v=wagn8Wrmzuc 2
Blijkbaar kun je, verblind door passie en idealen, achteraf ontdekken dat je een verkeerde afslag hebt genomen met onomkeerbare en verschrikkelijke gevolgen. Hier komt Judas dichterbij. Het klinkt heel modern. Er is oog voor de menselijke kant van Judas zijn verhaal. Maar er zit een addertje onder het gras. In twee stukjes: Het volk doet een oproep om Judas te grazen te nemen. Tenzij: Tenzij hij rechterhand is, stil Jezus' afgezant is en wij, publiek, de twaalfde man. En Jezus die een eindje verderop zingt: Beklaag van ons tweeën de man die de Mensenzoon verraden zal! Zijn hoop is verloren. En toch doen we alleen waarvoor we zijn geboren. Alsof Judas er helemaal niks aan kan doen, omdat hij stiekem Jezus’ afgezant is en doet ‘waarvoor hij geboren is’. Onbewust de zwarte pietenrol op zich nemen: Jezus verraden en zo Gods plan ten uitvoer brengen dat Jezus geofferd wordt. Dat is wel een heel duistere zienswijze. Nu naar de Judas uit de Bijbel. Uit Matteüs. Opvallend is dat die heel veel open laat over de figuur van Judas. We lazen vanavond het moment dat hij afhaakt. De zalving met nardusolie is voor hem de spreekwoordelijke druppel. Omdat hij het verkwisting vond? Dat is te simpel. Onder praktische bezwaren zitten vaak diepere motieven. Ik denk dat er iets bij Judas brak toen Jezus met die zalving zijn dood accepteerde. “Armen heb je altijd bij je mij niet” Voor Judas voelde dat als ‘het hoofd in de schoot leggen’. Wie weet dat hij als laatste noodsprong Jezus verried in de hoop dat Jezus’ gevangenneming de vonk in het kruitvat zou zijn. Dat daardoor zijn aanhang in opstand zou komen en een greep naar de macht zou doen. Het zou goed kunnen. Want later lezen we dat Judas berouw krijgt. Op het moment dat Jezus ter dood veroordeeld was. Dat had hij blijkbaar nooit verwacht. Dat is het moment dat hij er voor kiest om zichzelf van het leven te beroven. De angel zit er bij Judas dus daarin, dat hij Jezus en God niet kan en wil verbinden met lijden en dood. Jezus en God horen bij overwinning, radicale omkering, wonderbaarlijke bevrijding. Is dat niet herkenbaar?
Eigenlijk draait het beeld dat je van Judas krijgt allemaal om één klemtoon. Je kunt heel onopvallend een beetje met de klemtoon te schuiven. We lezen het liefst dat Jezus tegen zijn leerlingen zegt: Eén van jullie zal mij uitleveren. Door zo de klemtoon te leggen wordt die ene de uitzondering de anderen gaan vrij uit. Judas staat apart. Hij is de pineut; de demon of de pion in gods macabere spel met Jezus. Hoe zwarter we Judas maken, hoe witter de rest van de leerlingen en wijzelf er vanaf komen. Dat zegt meer over ons, dan over het evangelie. Ik denk dat de klemtoon anders moet liggen. Jezus zegt niet: Eén van jullie zal mij uitleveren. Maar. Eén van júllie zal mij uitleveren. Voel je het verschil? Eén klemtoon: een wereld van verschil. Het gevaar komt van binnenuit. Niks plan, niks demon. Het is een van óns die Jezus uitlevert. Van degenen van wie je het ‘t minst verwacht. Alle twaalf leerlingen schrikken als Jezus dat zegt. Allemaal zeggen ze: Ik toch niet Heer? Met andere woorden, ze beseffen dat zij het zouden kunnen zijn. Judas was één van hén. Om het in ronduit Nederlands te zeggen: De kogel kwam niet van links, niet van rechts, niet van ongelovige vijanden. De kogel kwam uit de kerk. Je kunt het zo naar jezelf vertalen: In elk gelovig mens zitten meerdere stemmen. Zeg maar een stuk of twaalf. En wees gewaarschuwd. Een van die stemmen is Judas. In ieder van ons zit de aandrang om God te verraden. Hoe dan? Door – zoals Judas - te willen dat God sterk en machtig is. Wij verraden God als we van Hem verlangen dat Hij boven het lijden staat. Dat hij verdriet en moeilijkheden van ons af moet nemen. We verraden God als we het lijden van Jezus niet serieus nemen. We verraden God als we vrolijk Pasen vieren, over opstanding zingen en van God spreken als de overwinnaar van de dood, zonder dat we oog hebben voor hen die nog altijd lijden, zoals Jezus leed. God is ook en vooral te vinden bij de mensen die er aan onderdoor dreigen te gaan. God moet je eerst zoeken bij de verliezers, voor je zijn overwinning mag vieren. De enige weg naar Pasen is de weg langs Goede Vrijdag.
Het vraagt moed om zo te geloven. Jezus heeft ons deze moed voorgeleefd. Vanavond eten en drinken we ons die moed in met brood en wijn. Ik ga nu heen, maar als je mij niet langer ziet, houdt dit ritueel mij heel dicht bij je. Weet dat ik leef, tot de dag van ons weerzien, blijf jij in mij en ik in jou.