Gezamenlijk jaarverslag handhavingssamenwerking 2007 Noord-Brabant
omgevingsanalyse
meerjaren beleidsvisie
handhavingsprioriteiten
uitvoeringsprogramma
evaluatie
Provinciebreed jaarverslag 2007, conceptversie 31 juli 2008
Lijst met afkortingen AID BOA BOK IPO LMIP LOM A/B PHO A/B RHO A/B OM Seph TCO UVO VNG WABO Kleursporen
: Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij : Buitengewoon opsporingsambtenaar : Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant 2007-2012 : Interprovinciaal Overleg : Landelijk Meld- en Informatiepunt : Landelijk Overleg Milieuhandhaving, ambtelijk en bestuurlijk : Provinciaal handhavingsoverleg, ambtelijk en bestuurlijk : Regionaal handhavingsoverleg, ambtelijk en bestuurlijk : Openbaar Ministerie : Servicepunt Handhaving : Transportcontrole overleg : Uitvoeringsoverleg : Vereniging van Nederlandse Gemeenten : Wet algemene bepalingen omgevingsrecht : grijs = inrichtinggebonden activiteiten en bodem blauw = water Groen = flora en fauna, natuur Rood = ruimtelijke ordening, landschap
Provinciebreed jaarverslag 2007
2
Voorwoord De samenleving stelt steeds hogere eisen als het gaat om kwaliteit en professionaliteit van handhaving vanwege de toenemende complexiteit van wetgeving. Onnodige last van toezicht wil niemand. Vermindering van de toezichtslast is dan ook een andere wens uit de samenleving. Voor het ontplooien van een activiteit zijn nu nog teveel vergunningen en ontheffingen van de verschillende overheden nodig. Er is behoefte aan een meer klantgerichte en integrale benadering. Alle zojuist genoemde tendensen vragen om steeds meer en een steeds betere samenwerking tussen overheden. De Brabantse handhavingspartners hebben in 2007 dan ook allen de nieuwe Bestuursovereenkomst handhaving omgevingsrecht Noord-Brabant 2007-2012 ondertekend. In de afgelopen jaren hebben deze organisaties zich gericht op de kwaliteit van hun eigen organisatie in het kader van de professionalisering van de milieuhandhaving. In de ontwikkeling naar integraal toezicht, mede dankzij de komst van de Wabo, gaat de kwaliteitsverbetering van de handhaving van het omgevingsrecht verder. Daarnaast wordt het steeds belangrijker om te investeren in het netwerk waar iedere organisatie deel van uitmaakt. De partners hebben met de ondertekening de bestaande samenwerking voor handhaving milieurecht vergroot naar het omgevingsrecht. Deze ontwikkeling heeft er ook toe geleid dat met name vanuit de gemeenten gevraagd is om de Brabantse handhavingstrategie te verbreden naar het omgevingsrecht. Samen met de SEPH’s ondernemen we een heleboel, zo valt te lezen in dit jaarverslag. In de bijeenkomsten wordt geregeld opgeroepen tot pragmatisme en te kiezen voor enkele activiteiten om die dan ook goed te doen. Ik hoop dat dit verslag de input levert om de animo voor en de kwaliteit van de Brabantse handhavingsamenwerking verder te vergroten. Samen is een afkorting van Samen Afspraken Maken En Nakomen! mw. Hanja Maij-Weggen Voorzitter van het Bestuurlijk Provinciaal Handhavingsoverleg
Provinciebreed jaarverslag 2007, conceptversie 31 juli 2008
Inhoud 1
INLEIDING .............................................................................................................................................................2
2
ALGEMENE RESULTATEN VAN DE HANDHAVINGSSAMENWERKING...................................................3 2.1 INLEIDING ..........................................................................................................................................................3 2.2 ONDERTEKENING NIEUWE BESTUURSOVEREENKOMST ..........................................................................................3 2.3 CONFERENTIE 29 JUNI 2007.................................................................................................................................3 2.4 VERKENNING......................................................................................................................................................3 2.5 ACTUALISERING HANDHAVINGSTRATEGIE ZÓ HANDHAVEN WE IN BRABANT .........................................................4 2.6 NOTITIES NIEUWE IMPULSEN HANDHAVINGSAMENWERKING NOORD-BRABANT ....................................................5 2.6.1 Inleiding.....................................................................................................................................................5 2.6.2 Resultaten t.a.v. nieuwe impulsen................................................................................................................6 2.7 OVERIGE ALGEMENE RESULTATEN VAN DE HANDHAVINGSAMENWERKING ............................................................8 2.8 AFWIJKINGEN VAN DE BOK EN ANDERE KNELPUNTEN .........................................................................................9
3
RESULTATEN T.A.V. HET GEZAMENLIJK HANDHAVINGSPROGRAMMA NOORD-BRABANT 2007 10
4
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN .............................................................................................................. 12 4.1 4.2 4.3
INLEIDING ........................................................................................................................................................ 12 CONCLUSIES ..................................................................................................................................................... 12 AANBEVELINGEN .............................................................................................................................................. 13
BIJLAGE 1
OVEREENGEKOMEN AFSPRAKEN T.A.V. JAARRAPPORTAGES .......................................... 14
BIJLAGE 2
ORGANISATIE VAN DE HANDHAVINGSAMENWERKING...................................................... 15
BIJLAGE 3
GEZAMENLIJK HANDHAVINGSUITVOERINGSPROGRAMMA 2007.......................................1
BIJLAGE 4
FINANCIËLE VERANTWOORDING 2007 SERVICEPUNTEN HANDHAVING ........................ 16
Provinciebreed jaarverslag 2007, conceptversie 31 juli 2008
1
INLEIDING
Voor u ligt het gezamenlijke jaarverslag 2007 van de samenwerkende handhavingspartners in NoordBrabant. Dit jaarverslag beschrijft de resultaten van de handhavingsamenwerking in 2007 die onder de vlag van het provinciaal handhavingsoverleg en de bestuursovereenkomst zijn uitgevoerd. Belangrijk onderdeel hiervan zijn de regionale en provinciebrede gezamenlijke handhavingsprojecten uit het gezamenlijk handhavingsprogramma voor 2007. Uit al deze activiteiten wordt een aantal conclusies getrokken en worden aanbevelingen gedaan voor de verdere toekomst. Het doel van dit jaarverslag is om inzicht te geven in: de algemene resultaten van de organisatie- en overlegstructuur die we voor de handhavingsamenwerking kennen in Noord-Brabant; de realisatie van de verbeterpunten zoals beschreven in de notities Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant (deel 1 en 2); de resultaten van de handhavingsactiviteiten zoals die in het Gezamenlijk Handhavingsprogramma Noord-Brabant 2007 zijn opgenomen; de financiële verantwoording van de door de Seph’s bestede middelen voor de handhavingsamenwerking; de verbeterpunten die naar aanleiding van deze evaluatie naar voren komen. De drie handhavingsregio’s moeten jaarlijks inhoudelijke en financiële verantwoording afleggen. Daartoe dient dit Gezamenlijk jaarverslag handhavingsamenwerking 2007. Dit verslag wordt in de drie regio’s en het provinciaal Handhavingsoverleg besproken en vastgesteld. Zo wordt invulling gegeven aan de afspraken die zijn vastgelegd in de Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant 2007-2012 (artikel 13) en in de Overeenkomst servicepunten handhaving 2007 (artikel 7). Zie bijlage 1.
2 Provinciebreed jaarverslag 2007
2
ALGEMENE RESULTATEN VAN DE HANDHAVINGSSAMENWERKING
2.1 Inleiding In het gezamenlijke handhavingsprogramma zijn gezamenlijke projecten opgenomen. De resultaten van deze projecten worden in het volgende hoofdstuk belicht. Behalve deze projecten worden binnen het netwerk en de ondersteunende overlegstructuur ook andere acties uitgevoerd. In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in wat we gemakshalve noemen de algemene resultaten van de samenwerking. Voor een overzicht van de organisatiestructuur die is opgezet voor de Brabantse handhavingsamenwerking wordt verwezen naar bijlage 2.
2.2 Ondertekening nieuwe bestuursovereenkomst Belangrijk resultaat van 2007 is de totstandkoming van de nieuwe Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant 2007-2012. Deze is op 29 juni 2007 door alle betrokken partners ondertekend. De strafrechtelijke partners hebben tegelijkertijd een Intentieovereenkomst handhavingsamenwerking ondertekend. Een resultaat waar we samen trots op mogen zijn. De ondertekening is niet zonder slag of stoot gegaan. Een aantal betrokken partners staat kritisch ten opzichte van de Brabantse handhavingsamenwerking. De discussies die zijn gevoerd om te komen tot verbetering zijn opgenomen in de notities Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant (deel 1 en 2). Zij maken onderdeel uit van de bestuursovereenkomst. Verderop wordt terug gekomen op de realisatie van de nieuwe impulsen voor de handhavingsamenwerking. Met de ondertekening van de nieuwe bestuursovereenkomst zijn we er in 2007 in geslaagd om, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de WABO, de samenwerking te verbreden van het milieurecht naar het veel uitgebreidere omgevingsrecht.
2.3 Conferentie 29 juni 2007 Voor de ondertekening van de overeenkomst is een conferentie georganiseerd met als onderwerp integrale handhaving. Met de ondertekening van de overeenkomst is de handhavingsamenwerking zoals gezegd verbreed naar het hele omgevingsrecht. Het symposium was daarom bedoeld om managers én bestuurders van handhavingspartijen handvatten te geven voor de voorbereiding op een integrale manier van handhaven en de organisatie daarvan.
2.4 Verkenning Tijdens het symposium heeft een bestuurlijk gesprek plaatsgevonden met een vertegenwoordiging van de partners, over de ontwikkelingen in de handhaving. De gevoerde discussie heeft geleid tot een intentieovereenkomst. Het doel hiervan is te komen tot de uitvoering van drie verkenningen: 1) naar de mogelijkheden om de regeldruk te verminderen; 2) om de toezichtslast terug te dringen 3) naar een uitvoeringsstructuur die het beste aansluit bij de ontwikkeling van integrale handhaving. Afgesproken is dat de VROM Inspectie Zuid en de provincie Noord-Brabant het initiatief nemen tot het uitvoeren van deze verkenningen. Deze verkenningen worden in samenspraak met de Brabantse betrokken partijen uitgevoerd. De eerste aanzet tot deze verkenningen is gedaan in 2007.
3 Provinciebreed jaarverslag 2007
2.5 Actualisering handhavingstrategie Zó handhaven we in Brabant Met het ondertekenen van de BOK in het afgelopen jaar hebben de 80 handhavingsinstanties afgesproken om de gezamenlijke handhavingstrategie Zó handhaven we in Brabant toe te passen. Zo komen we tot een uniforme wijze van handhaven en bevorderen we de rechtsgelijkheid. Dit komt de geloofwaardigheid van de overheid ten goede. De strategie is in 2007 aangepast naar aanleiding van de evaluatie 2006/2007. Daaruit is naar voren gekomen dat de behoefte bestond om de sanctiestrategie te verbreden naar het gehele omgevingsrecht. Dit betekent een verbreding naar het rode kleurspoor, oftewel de regelgeving voor bouwen en ruimtelijke ordening. Door de ondertekening is de verbreding een officieel feit geworden. Ter ondersteuning van de strategie is in 2007 een brochure uitgebracht waarin de Brabantse handhavingstrategie op bondige wijze wordt toegelicht en handhavers uit de praktijk vertellen hoe ze met de strategie werken. Deze brochure is breed verspreid onder de partners om te bevorderen dat elke partner de handhavingstrategie implementeert in het toezichtproces. De uitwerking van het besluit om de verbreding van de strategie te ondersteunen met een handreiking is nog niet volledig gerealiseerd. Een van de ambities uit de impulsennotities is een handreiking te maken waarin een uitwerking wordt gegeven van de verschillende categorieën overtredingen voor de fysieke leefomgeving. Tevens moet een handreiking worden gegeven over hoe om te gaan met lange begunstigingstermijnen. Tot slot dient de handreiking een beschrijving te geven van alternatieve en/of experimentele handhavingsinstrumenten. Toch zijn al diverse stappen in de goede richting gezet. Vanuit de werkgroep Kwaliteit en in samenwerking met verschillende partners zijn voorbeelden van handhavingszaken verwerkt tot voorbeelddocumenten. Ter illustratie van de onderwerpen zijn ook foto’s in de documenten verwerkt. Het geeft handhavers van diverse kleursporen een beeld van afhandeling van gelijksoortige zaken. Alle voorbeelddocumenten zijn op de website van de Seph’s geplaatst. Daarnaast is de Bestuurlijke handreiking sanctiemiddelen van Zuidoost Brabant verspreid over de provincie. In de handreiking zijn ook diverse sanctiemiddelen en voorbeelden opgenomen m.b.t. het rode kleurspoor. Dit alles moet een dynamisch actueel document blijven. Tijdens de evaluatie is de koppeling met het strafrecht aan de orde gesteld. Voor de strafrechtelijke afhandeling van overtredingen wordt in Brabant onderscheid gemaakt in overtredingen die opgenomen zijn in artikel 1A van de Wet op de economische delicten (WED) en overige overtredingen. Voor de eerste categorie is het Functioneel Parket (FP) van het Openbaar Ministerie (OM) te Den Bosch verantwoordelijk. De overige overtredingen worden afgehandeld door de regionale parketten van de arrondissementen ’s-Hertogenbosch en Breda. Met betrekking tot de samenwerking met de RMT’s zijn in 2007 veel vragen gerezen. Langzaam verschoof de inzet van de politie naar grote(re) zaken. Hierdoor zijn in ieder geval in de regio Zuidoost gemelde categorie I overtredingen blijven liggen dan wel pas heel laat opgepakt. In de regio Zuidoost heeft de samenwerking met het RMT ook binnen het Regionaal College geleid tot plannen om strafrechtelijke samenwerking in 2008 anders in te vullen. In het najaar van 2007 is geprobeerd om met het OM en FP afspraken te maken over de praktische uitwerking van de verbreding, met name voor de overtredingen die niet onder de WED vallen. Hier zit een knelpunt dat landelijk is onderkend. Daarom heeft het OM verwezen naar de landelijke uitwerking hiervan. Concrete afspraken zijn dan ook niet gemaakt in 2007. Al met al betekent dit dat de afspraken m.b.t. de Brabantse handhavingstrategie nog niet volledig in de praktijk tot hun recht zijn gekomen en de aanvullende voorwaarden daarvoor nog onvoldoende gerealiseerd zijn. Desondanks kunnen de bestuurlijke partners het stappenplan uit deze strategie tijdens het toezicht volgen.
4 Provinciebreed jaarverslag 2007
2.6 Notities Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant De BOK is vlak voor de zomervakantie 2007 ondertekend. Voor de uitwerking van de impulsen was in 2007 daarna nog slechts een paar maanden beschikbaar. Dit betekent dat in 2007 nog niet alle impulsen hun beslag hebben kunnen krijgen. Alvorens we ingaan op de realisatie in 2007, geven we eerst een samenvatting van de nieuwe impulsen. 2.6.1 Inleiding Deel I (d.d. 17 oktober 2006) heeft als ondertitel meegekregen Toewijding aan de handhaving. In de aanloop naar de nieuwe bestuursovereenkomst is erkend dat de praktijk van alledag niet gevangen kan worden in een tekst van een overeenkomst. De nieuwe impulsen moeten dan ook veeleer in de praktijk tot stand worden gebracht en zo tot verbetering van de samenwerking leiden. De realisatie van de voorstellen die in de notitie(s) zijn opgenomen, vergen toewijding, toewijding aan de handhaving en aan de samenwerking daarbij. Deel I was vooral bedoeld als inspiratiebron voor de regionale discussie. Na deze discussies zouden de resultaten worden verwerkt en zou voor de structuur van de handhavingsamenwerking een voorstel worden gedaan. Deel II is op 2 maart 2007 verschenen. De ideeën die in deel I waren gebundeld zijn in deel II verder uitgewerkt. Deel II bevat een concreet pakket voorstellen waardoor de handhaving in Brabant effectiever en efficiënter wordt. In hoofdlijnen hebben de voorstellen betrekking op twee zaken. Ten eerste is dat de verbreding van de Brabantse handhavingstrategie van het milieurecht naar het gehele omgevingsrecht. De resultaten met betrekking tot de Brabantse handhavingstrategie komen hierna apart aan bod. De tweede hoofdlijn van de voorstellen betreft het opzetten van een veel flexibelere en vraaggestuurde handhavingsamenwerking. Dit betekent dat een beperkt deel wordt ingezet op de vaste overlegstructuur en landelijk vastgestelde prioritaire thema’s. Deze voorstellen kwamen voort uit de conclusie dat de handhavingsamenwerking onvoldoende presteert als het gaat om de uitvoering van het gezamenlijke handhavingsprogramma. De vrijblijvendheid waarmee dit programma tot 2007 was omgeven is hier debet aan. Impuls: Programmering Om te komen tot een gedragen gezamenlijk programma is voorgesteld om een inhoudelijke discussie te voeren op het gebied van programmering en uitvoeren van projecten in elke regio. Daarbij werd onderscheid gemaakt in een vast deel (voor onderwerpen waar we elkaar echt nodig hebben) en een flexibel deel (waarbij samenwerking nuttig kan zijn maar niet noodzakelijk is). Een aanvullend voorstel is om deze discussie voorlopig jaarlijks te voeren. Om op termijn de frequentie te verlagen wanneer de partners vertrouwd zijn met elkaars prioriteiten. Verder is aangegeven dat we sterker moeten inzetten op het beïnvloeden van de landelijke prioriteiten. Reden hiervoor is dat de landelijke prioriteiten onvoldoende worden herkend. Daarom is besloten tot het instellen van een samenwerkingsknooppunt. Impuls: Aanpassing overlegstructuur Een ander voorstel om de vrijblijvendheid om te zetten in meer toewijding aan de samenwerking was de aanpassing van de overlegstructuur. Het idee was om, naast de bestuurders, de beleidsambtenaren en de uitvoerders, de handhavingsmanagers meer te betrekken bij de samenwerking. Zij zijn immers ervoor verantwoordelijk dat gemaakte afspraken worden vertaald in de eigen programma’s, dat er capaciteit wordt vrijgemaakt, zowel als het gaat om ontwikkelkracht als om de uitvoering van handhavingsacties in het kader van de samenwerking. De nieuwe overlegstructuur zou er als volgt uit moeten zien, waarbij wordt opgemerkt dat regionaal de frequentie naar eigen inzicht is ingevuld.: Één jaarlijks bestuurlijk regionaal overleg handhaving (B-RHO) Één jaarlijks voorbereidend managementoverleg 5 Provinciebreed jaarverslag 2007
Het voorbereidende ambtelijk overleg (A-RHO) Uitvoeringsoverleggen (UVO).
Impuls: Andere samenwerkingsvormen Het netwerk heeft op dit vlak vooral behoefte aan gelegenheid om instrumentarium met elkaar uit te wisselen. Men wil graag kennis en ervaringen rond bepaalde handhavingsthema’s of nieuwe ontwikkelingen met elkaar uitwisselen. Dit vraagt een vraaggestuurde en flexibele inzet van de SEPH’s. In 2007 gold deze behoefte vooral voor het onderwerp integratie van de kleursporen. Impuls: Nieuwe rol SEPH In de impulsnotities is geconcludeerd dat de rol van het SEPH gaat verschuiven. Er komt een sterker accent te liggen op kennismakelen. Verder is, naast het faciliteren van de regionale overleggen, een belangrijke taak het in beeld brengen van de vraaggestuurde ondersteuningsbehoefte. De SEPH’s zullen een belangrijke motor zijn voor de voorgestelde impulsen. 2.6.2 Resultaten t.a.v. nieuwe impulsen Impuls: Programmering Bij het opstellen van het Gezamenlijk handhavingsprogramma Noord-Brabant 2008 is zoveel mogelijk geprobeerd de boodschap van de notities Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking te verwerken. Zo is op een andere wijze invulling gegeven aan de diverse overlegvormen en is ruimte opgenomen om de vraaggestuurde ondersteuningsbehoefte in beeld te brengen en te leveren. Er zijn ook activiteiten opgenomen om de samenwerking te verbreden naar de andere kleursporen. In het voorjaar van 2007 is de discussie over het programma in alle drie de regio’s gevoerd in het ARHO en het B-RHO. De uitkomst hiervan is dat, naast de landelijk afgesproken thema’s voor de handhavingsamenwerking, per regio nog een aanvullend programma is vastgesteld. Zo zal in de regio Brabant Zuidoost het project Buitengebied in 2008 worden uitgevoerd. Verder heeft deze regio voor 2008 drie bijzondere projecten vastgesteld. Deze worden niet met SEPH-budget gefinancierd maar wel met medewerking van het SEPH Brabant ZO uitgevoerd. In de regio Midden- en West Brabant is gekozen voor het organiseren van diverse regionale themabijeenkomsten om de behoefte van de partners om het netwerk te benutten voor het uitwisselen van kennis en ervaringen in te vullen. De regio Brabant Noord heeft vier aanvullende projecten omarmd, waaronder het project Branchegerichte aanpak en Administratieve controles. Sinds 2007 neemt een van de SEPH-ers deel aan het landelijke netwerk van Samenwerkingsknooppunten. Dit overleg geeft invulling aan de doorwerking van de landelijk gemaakte afspraken. Er heeft eind 2007 een wisseling plaatsgevonden. Patrick Swinkels (SEPH Brabant Noord) heeft de SKP-taak van Dick van Dop overgenomen. Impuls: Aanpassing overlegstructuur De drie regio’s laten een verschillende uitwerking zien van de voorstellen voor de nieuwe vaste overlegstructuur. Voor de regio Brabant Noord heeft het geresulteerd in een Bestuurlijke contactgroep naast de jaarlijkse bijeenkomst van het B-RHO. Verder is gekozen voor een M-RHO dat regelmatig bij elkaar komt en werkgroepen instelt voor de uitwerking van bepaalde thema’s. Het A-RHO is in deze regio komen te vervallen. In de regio’s Zuidoost Brabant en midden- & West Brabant is voor 2008 gekozen voor het in stand houden van de bestaande overlegstructuur, aangevuld met themabijeenkomsten voor de managers. In het Gezamenlijk handhavingsprogramma Noord-Brabant 2008 zijn de nieuwe vaste overlegvormen terug te lezen. In het jaarverslag 2008 en met de evaluatie van de BOK, inclusief de impulsennotities, in 2009 zullen de resultaten hiervan binnen de verschillende regio’s duidelijk gaan worden. 6 Provinciebreed jaarverslag 2007
Als het gaat om het meer betrekken van de managers zijn in 2007 de volgende activiteiten uitgevoerd. De managers zijn in 2007 benaderd door middel van de provinciebrede conferentie Integrale handhaving van 29 juni. Vanuit de diverse SEPH-regio’s zijn bezoeken gebracht aan de managers uit de regio om problemen, vraagstukken en andere informatie boven water te krijgen en zo een volledig beeld te krijgen van de vraaggestuurde ondersteuningsbehoefte. Impuls: Andere samenwerkingsvormen Aan de behoefte van de partners om met elkaar kennis en ervaringen uit te wisselen, werd in 2007 voldaan door diverse overlegvormen te organiseren zoals themabijeenkomsten en cursussen. We noemen: Besluit bodemkwaliteit Op 1 januari 2008 is het Besluit bodemkwaliteit gedeeltelijk van kracht geworden (het resterende deel treed per 1juli 2008 in werking). Dit besluit regelt het toepassen van grond en bouwstoffen op en in het oppervlaktewater en de bodem. In juni 2007 hebben de gezamenlijke servicepunten hiervoor een tweedaagse cursus georganiseerd voor handhavers. Er hebben 62 personen (Noord:20, ZO: 22, M&W:20) deelgenomen aan deze cursus. Asbest DTA –C In juni 2007 hebben 40 personen (Noord:15, ZO:18, M&W:7) deelgenomen aan een cursus asbest DTA-C. De cursus is georganiseerd door de gezamenlijke servicepunten. Door de cursus beschikken de deelnemers over voldoende kennis en vaardigheid om het gemeentelijk toezicht bij asbestsloop gerelateerde werkzaamheden op een adequaat niveau te kunnen uitvoeren. Asbest in grond en puin In oktober 2007 hebben de Servicepunten een cursus asbest in grond en puin georganiseerd. Er hebben 16 personen (Noord:1, ZO:1, M&W:10, politie RMT Noord: 3, VROM Inspectie:1) aan deze cursus deelgenomen. Door de cursus beschikken de deelnemers over voldoende kennis en vaardigheid om praktische problemen met asbest in grond en puin aan te kunnen pakken. Uitvoeringsmethode asbest In juni 2007 is de ‘landelijk uitvoeringsmethode asbestverwijderingsbesluit 2005’ gepubliceerd. In november 2007 zijn door de gezamenlijke servicepunten informatiebijeenkomsten hierover georganiseerd. Aan deze informatiebijeenkomsten hebben 79 personen (Noord:28, ZO:34, M&W:17) deelgenomen. Cursus Activiteitenbesluit (Barim) BARIM was een trainings- en coachingstraject om de invoering van het Activiteitenbesluit goed te laten verlopen. Het is een initiatief van het Platform milieuhandhaving grote gemeenten (PMGG) in samenwerking met InfoMil. Het ministerie van VROM financiert de activiteiten. De Servicepunt handhaving hebben Barim ondersteund bij de organisatie van trainingen. Vanuit Noord-Brabant hebben 348 personen (Noord: 131, ZO:180, M&W:180) deelgenomen. Agrarisch IPPC-bedrijven In het Ambtelijk Provinciaal Handhavingsoverleg van 14 september is besloten tot het instellen van een projectgroep die het handhavingstraject voor deze bedrijven voorbereid. Doelstelling is een Brabantbrede, uniforme aanpak van deze bedrijven. Vooruitlopend op een te ontwikkelen handreiking is toezichthouders de mogelijkheid geboden eind november 2007 en in januari 2008 een 2-daagse cursus emissiearme staltechnieken te volgen. Aan deze cursus hebben provinciebreed 34 personen deelgenomen. Brandpreventiefunctionaris In samenwerking met de regionale brandweer is in Zuidoost Brabant twee maal de cursus brandpreventiefunctionaris georganiseerd. De cursus is bedoeld om integrale controles op een hoger niveau te brengen. Toezichthouders / handhavers die geslaagd zijn voor de opleiding worden in staat geacht een goede controle op het gebied van brandveiligheid c.q. veilig gebruik van bouwwerken uit te voeren. Aan de twee cursussen hebben 33 personen deelgenomen. Studiedag LOG, luchtwasser en duurzaamheid Luchtwassers worden bij agrarische bedrijven gebruikt om emissies van stof, geur en ammoniak te verminderen. Het toezicht op het goed functioneren van luchtwassers blijkt lastig te zijn. De 7 Provinciebreed jaarverslag 2007
Servicepunten handhaving hebben samen met de provincie op 8 november een studiedag georganiseerd. Tijdens deze studiedag hebben 13 toezichthouders en een aantal andere geïnteresseerde uitleg gekregen over de werking van luchtwassers, de achtergrond van Landbouwontwikkelingsgebieden en een bezoeken gebracht aan twee luchtwassers. In 2008 worden voor de overige 45 belangstellenden vergelijkbare studiedagen georganiseerd. B5-overleg In dit overleg ontmoeten de handhavingscoördinatoren van de 5 grote gemeenten elkaar om nieuwe ontwikkelingen en knelpunten te bespreken. In 2007 zijn deze gemeenten 2 keer bij elkaar gekomen. Onderwerpen die aan bod zijn gekomen, zijn ervaringen met integrale handhaving en de implementatie van het Activiteitenbesluit.
Impuls: Nieuwe rol SEPH Om een meer flexibel inzetbaar SEPH te krijgen is het programma van 2008 niet meer volledig ingevuld. Er is ruimte gehouden om gedurende het jaar op nieuwe vragen in te kunnen spelen. In het gezamenlijke programma zijn een aantal mogelijke thema’s genoemd ( integrale handhaving, invoering WABO, Besluit bodemkwaliteit, Activiteitenbesluit, Gebruiksbesluit, aanlegvergunningen).
2.7
Overige algemene resultaten van de handhavingsamenwerking
Uitwisseling operationele informatie Binnen het handhavingsnetwerk wordt op diverse manieren informatie uit het veld gewisseld. Belangrijkste overlegvorm daarvoor zijn de uitvoeringsoverleggen die periodiek worden gehouden. Uit dit overleg kunnen probleembedrijven of aandachtsbedrijven boven komen waarvoor een gezamenlijke aanpak wenselijk is. In 2007 zijn op deze manier 6 probleembedrijven geïdentificeerd. Zie verder bijlage 3. Daarnaast kennen we het Transportcontroleoverleg (TCO; zie bijlage 3) waarin eveneens aandachtsvestigingen worden benoemd. Deze informatie wordt vervolgens met de partners gedeeld via het UVO. Provinciale werkgroepen In 2007 is besloten om de PHO-werkgroep Bouwstoffen en de PHO-werkgroep Ketenbeheer samen te voegen. De reden was dat vrijwel dezelfde personen deelnamen aan beide overleggen. Andere belangrijke reden was het feit dat de ketenonderwerpen voor het merendeel bouwstoffen zijn (grond, asbest, overig bouw- en sloopafval). Voor de activiteiten van deze werkgroep in 2007 wordt verwezen naar bijlage 3. Website In november 2007 is de vernieuwde website van de Servicepunten handhaving (www.sephbrabant.nl) gelanceerd. De Servicepunten hebben geen afzonderlijke site meer. In plaats hiervan is er nu 1 site waarop alle informatie te vinden is. Onder het tabblad "Regio info" is de informatie van de diverse structurele overleggen te vinden. Er is veel tijd besteed aan het verwijderen en actualiseren van documenten en het plaatsen van de nieuwe documenten. Samenwerking invoering activiteitenbesluit Het activiteitenbesluit is op 1 januari 2008 van kracht geworden en heeft grote consequenties voor met name de gemeenten. De meeste partners gaven aan bij de invoering van dit besluit te willen samenwerken. Aangezien er al zoveel wordt ontwikkeld en afgestemd rondom dit thema is besloten de servicepunten in te zetten als kennismakelaar. Dit betekent dat de servicepunten actief op zoek zijn gegaan naar kennis en informatie en deze met de partners gedeeld heeft. Elke partner kon vervolgens zelf een afweging maken wat te doen met deze kennis en informatie.
8 Provinciebreed jaarverslag 2007
In de regio Brabant Noord is er in december 2007 een overleg geweest tussen Waterschap Aa en Maas, Waterschap de Dommel en een aantal gemeenten. De Brabantse Delta was hierbij aanwezig als toehoorder. Daarin zijn werkafspraken gemaakt over de samenwerking in het kader van het activiteitenbesluit. Dit is nodig omdat naast de gemeente of provincie tegelijkertijd ook het waterschap bevoegd gezag kan zijn op grond van het activiteitenbesluit. De werkafspraken zijn verspreid onder alle partners. 2.8
Afwijkingen van de BOK en andere knelpunten
Begroting 2008 In 2007 is een gezamenlijk handhavingsprogramma voor 2008 opgesteld. Dit heeft ieders goedkeuring gekregen behoudens de begroting van de SEPH-regio Midden en West Brabant. Er zijn vragen gesteld over de financiering van het SEPH en de verdeling van de bijdragen van de bovenregionale partners. De discussie die hieromtrent is ontstaan tussen het Dagelijks bestuur van de SEPH regio M&W Brabant en de provincie wordt in 2008 afgerond en moet leiden tot een eenduidig vastgesteld model voor de SEPH-begroting conform de intentie van de BOK. Meerjarenvisie In artikel 5 van de BOK1 is vastgelegd dat partijen een gemeenschappelijke meerjarenvisie voor de samenwerking opstellen. Deze wordt gebaseerd op de risicoanalyses van de afzonderlijke partijen en de door partijen op regionaal niveau vastgestelde prioriteiten. Deze visie moet aangeven hoe de samenwerking op het gebied van de handhaving van het omgevingsrecht zich op provinciale en regionale schaal de komende jaren zal ontwikkelen. De overwegingen die in de aanhef van de Bestuursovereenkomst zijn opgenomen en de in artikel 2 van de bestuursovereenkomst opgenomen doelstelling2 vormen samen de basis voor de meerjarenvisie. De concrete uitwerking hiervan in gezamenlijke prioriteiten en afspraken met betrekking tot de samenwerking op deze terreinen wordt in het gezamenlijke handhavingsprogramma vastgelegd. Door de jaarlijkse vaststelling hiervan wordt gevolg gegeven aan artikel 5 van de BOK. Ook in 2007 is volgens dit stramien gewerkt. De intenties van de overeenkomst worden op die manier gevolgd. Er is daarom geen afzonderlijke meerjarenvisie voor 5 jaar vastgesteld. Ook voor de komende jaren is dit niet onze bedoeling. In het gezamenlijke programma moet de visie tot uitdrukking komen.
1
Artikel 5 van de Bestuursovereenkomst. Handhaving omgevingsrecht Noord-Brabant 2007-2012 Meerjarenvisie 5.1 Partijen stellen in onderlinge afstemming een gemeenschappelijke meerjarenvisie voor samenwerking op. De gemeenschappelijke meerjarenvisie wordt gebaseerd op de risicoanalyses (vooralsnog opgesteld voor het blauwe en grijze spoor) van de afzonderlijke partijen en de door partijen op regionaal niveau gestelde prioriteiten. 5.2 In de meerjarenvisie wordt aangegeven hoe de samenwerking op het gebied van handhaving van het omgevingsrecht zich op provinciale en regionale schaal de komende jaren zal ontwikkelen. 5.3 De meerjarenvisie voor samenwerking behelst minimaal vijf jaar en wordt zonodig jaarlijks geactualiseerd. Ze maakt onderdeel uit van de jaarlijkse programmering van samenwerking, zoals beschreven in artikel 7 van deze bestuursovereenkomst. 2
Artikel 2 van de Bestuursovereenkomst. Handhaving omgevingsrecht Noord-Brabant 2007-2012 Doel Doel van de bestuursovereenkomst is het realiseren en in stand houden van een gewenste milieu-, water- en omgevingskwaliteit door het bevorderen en vasthouden van structureel, systematisch en samen handhaven door de verschillende partijen bij de uitvoering van hand havingstaken, bij of krachtens ‘grijze’, ‘groene’, ‘blauwe’ en ‘rode’ wet- en regelgeving, gericht op: – het realiseren en in stand houden van een adequate werkwijze door een efficiënte en effectieve inzet van menskracht en middelen; – het maken van gezamenlijke afspraken over de uitoefening van de handhaving ter voorkoming van rechtsongelijkheid, en; – het bevorderen van een goede samenwerking tussen de verschillende partijen bij de uitvoering van de eigen taak in zaken waarbij ook andere instanties bevoegd zijn, zoals strafrechtelijk versus bestuursrechtelijk optreden, bovenlokale en gebiedsgerichte activiteiten als9 mede ketenbeheer.
Provinciebreed jaarverslag 2007
3
RESULTATEN T.A.V. HET GEZAMENLIJK HANDHAVINGSPROGRAMMA NOORD-BRABANT 2007
Voor uitvoering van de afgestemde en gezamenlijke handhaving is het Gezamenlijke handhavingsuitvoeringsprogramma 2007 opgesteld. In dit programma zijn de provinciebrede en regionale activiteiten vastgelegd. In bijlage 3 is een tabel opgenomen met daarin de verantwoording van de verschillende activiteiten. Tevens worden de activiteiten van de PHO-werkgroepen toegelicht. In dit hoofdstuk willen we een paar activiteiten uit het gezamenlijke programma extra noemen. Handhavingsestafette 2007(provinciebreed) In 2007 heeft de jaarlijkse handhavingsestafette weer plaatsgevonden. Doel was samen op pad gaan en daarbij in de praktijk daadwerkelijk integraal te handhaven (resultaatgerichte samenwerking). Naast 42 gemeenten hebben ook de volgende partners bijgedragen aan deze actie: * VROM-Inspectie-Zuid * Douane * Inspectie Verkeer en Waterstaat * Brandweer * Algemene Inspectie Dienst * Regionale Milieudiensten * Rijkswaterstaat * Provincie Noord-Brabant * Brabantse Waterschappen * Staatsbosbeheer * Openbaar Ministerie * Natuurmonumenten * Regionale politie * Brabants Landschap * KLPD * Diverse jachtopzieners * Koninklijke Marechaussee Een aantal opvallende constateringen waren: - Slopen in strijd met de vergunning; - 6 processen verbaal voor het lozen van vet op de riolering, in een aantal gevallen veroorzaakt door het niet goed functioneren van de vetvangput; - drie maal illegale sloop van asbesthoudend materiaal; - hennepplantage ontmanteld; - illegale opslag vuurwerk; - illegale bewoning van recreatiehuisjes; - opslag van gevaarlijke stoffen niet volgens de wet; - bouwactiviteiten zonder bouwvergunning. Overigens is bij een aantal controles geen enkele overtreding geconstateerd. Zo zijn bijvoorbeeld tijdens een nachtelijke controle op het groene kleurspoor tegen de verwachting in geen constateringen gedaan. Tijdens de controle van 7 sportvissers is geconstateerd dat zij allen in het bezit waren van de juiste papieren. Ook bij de controle van een ontgronding zijn geen onvolkomenheden geconstateerd. Tijdens deze controle bleek dat de hoeveelheid opgezogen grond de vergunde waarden niet overschreed. Zie ook bijlage 3. Ketentoezichtsproject Asbest en BSA (provinciebreed) In dit project zijn twee landelijke thema’s gebundeld. Dit project was een vervolg op het project in 2006. Er is ten eerste gewerkt aan het verbeteren van de uitvoeringspraktijk rondom toezicht en handhaving m.b.t. asbest. De bijeenkomsten en cursussen die hiervoor zijn aangeboden zijn goed bezocht. Ten tweede is een informatiemakelaar actief geweest om operationele informatie uit het veld over bedrijven in de asbest keten te bundelen. Deze bundeling heeft geleid tot de identificatie van een aantal aandachtsbedrijven, en het besef dat het niet eenvoudig is om te komen tot een selectie op basis van objectieve informatie. Informatie-uitwisseling door heel praktisch een emailadres hiervoor open te stellen, heeft niet geleid tot een substantiële stroom van informatie over constateringen. De 10 Provinciebreed jaarverslag 2007
informatiemakelaar heeft ook zelf partners benaderd en gevraagd om informatie over bedrijven die mondeling als mogelijk aandachtsbedrijf werden genoemd. De onderbouwing vanuit toezichtsrapporten en handhavingsdossiers wordt vervolgens meestal niet gegeven. Hierdoor is het lastig om een degelijk gefundeerde lijst van aandachtsbedrijven op te leveren. Verder heeft het projectteam de indruk dat, ondanks de aandacht die er is geweest voor kennisoverdracht t.a.v. asbest, de aandacht in het veld rondom de asbestketen nauwelijks is toegenomen. Mocht dat wel zijn gebeurd, dan is het projectteam daar niet van op de hoogte gesteld. Vanuit het OM kwam het signaal dat de asbestzaken die werden voorgebracht voor de strafrechter nog steeds voortkomen uit incidenten, niet uit een gestructureerde aanpak. Het blijkt lastig om de sense of urgency als het gaat om de asbestproblematiek goed over te brengen bij bestuurders en management van met name gemeenten. Dit is eind 2007 ook landelijk geconcludeerd. Risicovolle bedrijven (SEPH Midden en West-Brabant) Dit project dat in 2006 is gestart, is in 2007 afgerond door het uitvoeren van controles bij bedrijven met risico’s voor de externe veiligheid aan de hand van de eerder ontwikkelde handreiking. Provinciebreed bezien heeft slechts een beperkt aantal gemeenten interesse getoond voor het project. 7 van de 10 bij de voorbereiding betrokken gemeenten hebben daadwerkelijk uitvoering gegeven aan het project. De aanpak binnen deze groep van deelnemers is succesvol geweest. De geplande controles zijn vrijwel allemaal uitgevoerd. Alle gemeenten hebben de overzichten toegezonden, waarbij 134 van de geplande 135 controles zijn uitgevoerd (99%). De gemeenten, die het project hebben uitgevoerd, hebben inzicht verkregen in het naleefgedrag van de RIS-bedrijven binnen hun gemeente. Voor het grijze spoor valt op, dat bijna de helft van de bedrijven met betrekking tot het gecontroleerde onderwerp niet voldoet aan de voorschriften en dat dit voor ongeveer een kwart van de gevallen heeft geleid tot een hercontrole. Hieruit wordt geconcludeerd, dat veel overtredingen ofwel vrijwel meteen ongedaan zijn gemaakt ofwel na toezending van de opgevraagde stukken alsnog in orde zijn bevonden. Dit verklaart ook het zeer beperkte aantal bedrijven, dat bestuurlijk is aangeschreven. Met andere woorden: geconstateerde overtredingen zijn relatief snel ongedaan gemaakt. Administratieve controles (SEPH Brabant Zuidoost) In dit project is gewerkt met controles door bedrijven zelf. Door de deelnemende gemeenten (11 van de 21) zijn controlelijsten gemaakt die bedrijven zelf konden invullen. Vervolgens zijn steekproefsgewijs controles uitgevoerd bij een beperkt aantal bedrijven. Uit de evaluatie van dit project blijkt onder andere dat deze wijze van controleren door het bedrijfsleven goed wordt ontvangen. Als belangrijk pluspunt wordt genoemd het feit dat de verantwoordelijkheid op deze manier meer bij de ondernemer wordt gelegd. Ook is geconcludeerd dat de aanpak efficiënter is bij een groot aantal bedrijven uit dezelfde branche. De steekproefsgewijze controles hebben niet geleid tot bestuursrechtelijk handhaven. Dit geeft hoop voor het effect op het naleefgedrag van deze manier van toezicht. In 2008 wordt deze aanpak binnen de regio Noord mogelijk verder ontwikkeld binnen het project Branchegerichte aanpak.
11 Provinciebreed jaarverslag 2007
4
CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
4.1 Inleiding Op basis van de gegevens van de handhavingspartners in Brabant worden in dit hoofdstuk op hoofdlijnen conclusies getrokken. Deze conclusies hebben betrekking op de programmering en de wijze van samenwerking. Op basis van deze conclusies worden aanbevelingen gedaan.
4.2 Conclusies In de resultaatbeschrijvingen in bijlage 3 zijn op projectniveau conclusies geformuleerd. Samen met meer algemene tendensen leiden deze tot de volgende hoofdconclusies: 2007 is het jaar van de nieuwe bestuursovereenkomst geweest. Veel energie is in de totstandkoming hiervan gestoken. Dit betreft met name het betrekken van alle partners bij de overeenkomst. Het resultaat hiervan is dat in juni alle 80 Brabantse handhavingspartners zijn toegetreden tot de Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht 2007 – 2012.
Na consultatie van alle Brabantse handhavingspartners is een geactualiseerde handhavingstrategie vastgesteld. Verder is de handhavingstrategie Zò handhaven we in Brabant verbreed naar het omgevingsrecht.
De verbreding van de handhavingstrategie Zó handhaven wij Brabant is in de praktijk nog niet goed mogelijk voor het onderdeel strafrechtelijke aanpak. Bij de bestuurlijke partners moet de implementatie nog verder vorm krijgen.
Binnen de samenwerking wordt een groot aantal activiteiten ontplooid die uiteenlopend van aard zijn. Zo worden diverse bijeenkomsten en opleidingen georganiseerd om kennisoverdracht te bewerkstelligen, wordt voor aandachtsbedrijven een gezamenlijke aanpak ontwikkeld en worden gezamenlijke handhavingsprojecten opgezet op diverse terreinen.
Alle in LOM-verband vastgestelde landelijke thema’s voor de handhavingsamenwerking worden in Brabant opgepakt. Via het LOM wordt Brabant geregeld benaderd om medewerking te krijgen. Dit is een signaal dat de basis van de Brabantse samenwerkingsstructuur werkt.
De eerste stappen om de voorgestelde nieuwe impulsen in te voeren, zijn gezet. Zo is in de drie regio’s een aanpassing van de overlegstructuur ingevoerd. Dit lijkt verschillende uitvoeringspraktijken qua overlegstructuur in de drie regio’s op te gaan leveren. Dit wordt (nog) niet als een knelpunt ervaren. In 2009 zal een tussentijdse evaluatie van de bestuursovereenkomst plaatsvinden waarbij dit onderwerp wodt meegenomen.
De partners lijken bijeenkomsten waarin kennis en informatie wordt uitgewisseld het meest te waarderen. Deze bijeenkomsten worden doorgaans zeer goed (in grote getalen) bezocht.
De Seph’s en de provinciale regisseurs, of beter gezegd provinciale coördinatoren handhavingsamenwerking, faciliteren de activiteiten niet alleen procedureel en organisatorisch maar ook veelal inhoudelijk.
Het aantal partners dat deelneemt aan gezamenlijke projecten en daadwerkelijk in het veld daar uitvoering aan geeft, was ook in 2007 over het algemeen klein.
De deelname aan de provinciebrede overleggen door de partners (A-PHO en B-PHO) is na de ondertekening van de Bestuursovereenkomst afgenomen. 12
Provinciebreed jaarverslag 2007
Het voorgaande leidt tot de volgende slotconclusie: De samenwerkende partners hebben vooral behoefte aan bijeenkomsten waarin kennisoverdracht plaatsvindt over ontwikkelingen zoals nieuwe wetgeving en nieuwe instrumenten om effectiever en efficiënter te kunnen handhaven. Het gezamenlijk ontwikkelen van dergelijke nieuwe instrumenten vergt veel ontwikkelkracht van de partners. Deze is, ondanks de goede wil van velen, in de praktijk nauwelijks voor handen waardoor gezamenlijke voornemens niet goed of traag van de grond komen. Een goede voorbereiding maakt de kans van slagen van gezamenlijke projecten groter maar is nu nog te zeer afhankelijk van de inzet van de SEPH’s. Het gebrek aan capaciteit is ook de oorzaak van de geringe deelname van partners aan concrete uitvoeringsprojecten. Uitzondering hierop is de handhavingsestafette. De beperkte inzet die van de partners wordt gevraagd voor deze gezamenlijke actie is wellicht de succesfactor voor dit project als het gaat om de grote deelname in aantal partners. Het handhavingsnetwerk wordt vooral benut, en gewaardeerd, om met elkaar van gedachten te wisselen over nieuwe ontwikkelingen en knelpunten om zodoende de eigen organisatie op een hoger niveau te brengen. Het streven om in gezamenlijkheid probleemthema’s aan te pakken komt minder uit de verf. Daarmee komt een van de doelstellingen van de Bestuursovereenkomst handhavingsamenwerking Noord-brabant 2007 – 2012, namelijk het bevorderen van een goede samenwerking tussen de verschillende partijen bij de uitvoering van de eigen taak in zaken waarbij ook andere instanties bevoegd zijn, zoals strafrechtelijk versus bestuursrechtelijk optreden, bovenlokale en gebiedsgerichte activiteiten alsmede ketenbeheer, mogelijk nog onvoldoende tot zijn recht.
4.3 Aanbevelingen De zojuist geformuleerde conclusies geven aanleiding tot de volgende aanbevelingen.
Om gezamenlijk te komen tot nieuwe instrumenten en aanpak van probleemthema’s is het nodig dat partners meer denkkracht c.q. ontwikkelkracht inbengen.
De ambities van de samenwerkende partners moeten worden vertaald in een beperkt aantal acties.
De samenwerking blijven steunen met themabijeenkomsten en andere manieren om kennis uit te wisselen en het netwerk voor elkaar te ontsluiten.
Het enthousiasme dat uit deze bijeenkomsten komt, gezamenlijk proberen vast te houden en in te zetten voor de samenwerking. De SEPH’s kunnen deelnemers vragen naar hun wil om mee te werken aan een samenwerkingsproject. Vervolgens kunnen zij de betreffende managers benaderen om het enthousiasme en commitment om te zetten in capaciteit voor de samenwerking.
13 Provinciebreed jaarverslag 2007
Bijlage 1 Overeengekomen afspraken t.a.v. jaarrapportages In deze bijlage zijn de artikelen uit de betreffende overeenkomsten opgenomen die mede ten grondslag liggen aan dit jaarverslag.
Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht Provincie Noord-Brabant 2007-2012 Artikel 13. Jaarrapportage 13.1 Het Seph stelt jaarlijks, op een vóór 1 juli vast te stellen datum, een rapportage op met betrekking tot haar bijdrage aan de handhavingsamenwerking. In de rapportage worden per samenwerkingsregio de volgende thema’s behandeld: – realisatie van de programmapunten (in termen van producten, tijd en middelen); – relatie tussen geplande en gerealiseerde inzet; – mate waarin de (handhavings)doelen gerealiseerd zijn; – motivering waarom inzet en resultaten al dan niet gerealiseerd zijn; – evaluatie van de planning; – evaluatie van de werkwijze; – conclusies en aanbevelingen. Verder wordt in de rapportage de realisatie van de verbeterpunten als beschreven in de notitie Nieuwe impulsen handhavingsamenwerking Noord-Brabant beschouwd. 13.2 Op basis van de rapportages van de partijen stellen de regionale servicepunten handhaving een jaarrapportage op over de uitvoering van de handhavingsamenwerking. Een samenvatting van de eigen handhavingtaakuitvoering van de afzonderlijke partijen vormt een bijlage bij de jaarrapportage. 13.3 De jaarrapportage wordt door elk B-RHO en vervolgens in het B-PHO vastgesteld. Het B-PHO zendt de vastgestelde verslagen naar besturen van alle partijen. Overeenkomst servicepunten handhaving 2007 Artikel 7. Verantwoording a. De milieudienst rapporteert jaarlijks vóór 15 mei aan Gedeputeerde Staten over het voorgaande kalenderjaar betreffende de in het kader van deze overeenkomst verrichte werkzaamheden; b. De rapportage wordt opgesteld conform een door Gedeputeerde Staten opgesteld model; c. De rapportage bevat het volgende: de werkzaamheden van het servicepunt, getoetst aan het werkprogramma en het regionale handhavingsprogramma; een verantwoording van de uitgaven ten behoeve van de exploitatie van het servicepunt en het werkprogramma; d. De inhoudelijke en financiële verantwoordingen behoeven de goedkeuring van het Bestuurlijk regionaal handhavingsoverleg; e. De financiële verantwoording dient te worden geborgd door een accountantsverklaring.
14 Provinciebreed jaarverslag 2007
Bijlage 2 Organisatie van de handhavingsamenwerking Inleiding De basis van de handhavingsamenwerking wordt gevormd door ambtelijke en bestuurlijke overlegstructuren op diverse niveaus. De samenwerking wordt per handhavingsregio door een Servicepunt handhaving (Seph) ondersteund. De volgende partijen werken op basis van de Bestuursovereenkomst Handhaving omgevingsrecht samen: Noord-Brabantse gemeenten (vanaf 1 juli 2007 inclusief de gemeenten Etten-Leur en Moerdijk), waterschappen Brabantse Delta, De Dommel, Aa en Maas en Rivierenland, VROM-Inspectie Zuid, Algemene Inspectie Dienst Zuid, Rijkswaterstaat Noord-Brabant, Politieregio’s Brabant Noord, Brabant Zuidoost en Midden- en West-Brabant; Korps Landelijke Politie Diensten, Functioneel parket - Zuid, Koninklijke Marechaussee, Provincie Noord-Brabant. Servicepunten Handhaving De taakuitvoering en (financiële) verantwoording van de Seph’s is in de Overeenkomst servicepunten handhaving 2007 bij de drie Brabantse milieudiensten neergelegd. De taakopdracht voor het Seph wordt door de provincie (Gedeputeerde Staten) aan de directeur van de milieudienst gegeven. Dit gebeurt op basis van het gezamenlijke handhavingsprogramma dat door het Bestuurlijk Provinciaal Handhavingsoverleg (B-PHO) wordt vastgesteld. Taak provincie De gezamenlijke handhavingpartners stellen -per Seph-regio jaarlijks een regionaal werkplan op voor het daarop volgende jaar. Gedeputeerde Staten verlenen de betreffende regionale milieudienst de opdracht -namens de samenwerkende handhavingspartners- het werkplan door het Seph uit te laten voeren. De provincie heeft verder tot taak het organiseren van het Provinciaal Handhavingsoverleg (PHO). Dit bestaat uit een ambtelijk en bestuurlijk overleg en een tweetal werkgroepen (werkgroep Kwaliteit, werkgroep Handhaving Bouwstoffenbesluit en Ketenbeheer). Op landelijk niveau vindt tussen de provinciale coördinatoren afstemming plaats binnen de (IPO) Regiegroep handhaving. Ook vindt er afstemming plaats met het Landelijk Overleg Milieuhandhaving.
15 Provinciebreed jaarverslag 2007
B - PHO
Werkgroep Kwaliteit
Werkgroep Bouwstoffen en ketenbeheer A - PHO
Overleg Woonwagenzaken Regio M&W
Regio NRD Voorzittersoverleg
UVO Breda – Bergen op Zoom
B - RHO
B - RHO
A - RHO
M - RHO
UVO Tilburg – Oosterhout
UVO Aa & Dommel
Provinciebreed jaarverslag 2007, conceptversie 31 juli 2008
UVO Leijgraaf / Maasland
Regio ZO Bestuurlijke contactgroep (DB)
B - RHO
Regionaal Overleg Eindhoven Bouwconstructeurs
A - RHO
UVO Land v. Cuijk
UVO Rood
UVO De Peel
UVO De Kempen
Bijlage 3 Gezamenlijk handhavingsuitvoeringsprogramma 2007 Inleiding Voor uitvoering van de afgestemde en gezamenlijke handhaving is het Gezamenlijke handhavingsuitvoeringsprogramma 2007 opgesteld. In dit programma staan de provinciebrede en regionale activiteiten. In de onderstaande tabel vindt u de verantwoording van de verschillende activiteiten. Tevens worden de activiteiten van de ingestelde PHO werkgroepen toegelicht.
Realisatie provinciebrede handhavingsprojecten Project G.1.1 Integrale handhaving
Omschrijving en realisatie Van 2005 tot en met 2007 hebben de gezamenlijke Servicepunten handhaving Noord-Brabant een begeleidingstraject integrale handhaving uitgevoerd. Voor dit traject is subsidie ontvangen van de provincie Noord-Brabant. Doel van dit traject was om de samenwerkingspartners Bestuurlijk verantw.: Bra- te ondersteunen bij de ombouw van sectorale naar integrale handhaving. De ondersteuning bant Noord: burgemeester was in eerste instantie onderverdeeld in het ontwikkelen van een cursusprogramma en een ondersteuningsunit. Tussentijdse ontwikkelingen (komst Wabo) en voortschrijdend inzicht Maas hebben er toe geleid dat de ondersteuning uiteindelijk deels in een afwijkende vorm is verBrabant Zuidoost: burgeleend. Naast het ontwikkelde cursusprogramma en de inzet van een ondersteuningsunit is een meester Daandels Midden- en West-Brabant: brabantbreed symposium integrale handhaving georganiseerd en is een Wabo-quickscan ontwikkeld. wethouder W. Willems Projectleider: Brabant Noord: Dhr. Swinkels Brabant Zuidoost: Dhr. Emmerik Midden- en West-Brabant: Dhr. Heijboer Beoogde producten: Kennisbundeling op de website www.seph.nl. Cursus i.s.m. de Bestuursacademie Zuid-Nederland
Organiseren symposium integrale handhaving Op 29 juni 2007 is door de gezamenlijke servicepunten handhaving een symposium integrale handhaving georganiseerd. Er is voor gekozen de organisatie van het symposium te koppelen aan ondertekening van de nieuwe bestuursovereenkomst. Het symposium bestond uit een plenair deel, een informatiemarkt en een aantal workshops. Het symposium was bedoeld voor afdelingsmanagers. Later is dit, in verband met onvoldoende belangstelling, uitgebreid naar coördinatoren en beleidsmedewerkers. Uiteindelijk hebben 75 medewerkers van verschillende instanties aan het symposium deelgenomen. De bestuurders die aanwezig waren voor ondertekening van de bestuursovereenkomst hebben via de informatiemarkt kennis gemaakt met integrale handhaving. Uitbouw website De voor integrale handhaving bestemde website is niet verder ontwikkeld omdat eind 2007 een nieuwe gezamenlijke website van de servicepunten is gelanceerd. Daarbij is eveneens een verbreding gerealiseerd naar andere kleursporen. Wabo-quickscan / Opstellen plan van aanpak integrale handhaving Bij diverse gemeenten in de regio Noord zijn quickscans uitgevoerd. Binnen andere regio’s is hiervan geen gebruik gemaakt. Er is door gemeenten geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid een plan van aanpak op te laten stellen.
Het TCO-Noord-Brabant is in 2007 vier maal in vergadering bijeen geweest. Tijdens het overleg werden tussen de verschillende handhavingpartners nadere afspraken gemaakt over de uitvoering van gezamenlijke transportcontroles maar ook werden partijen in kennis gesteld over andere transportcontroles in kleiner verband. Die controles worden op vooraf geplande tijdstippen gehouden in Noord-Brabant, waarbij soms aansluiting wordt gezocht bij landelijk Bestuurlijk verantw.: Dhr. J. Robberse, VROM vastgestelde controles. In specifiek georganiseerde netwerkbijeenkomsten wordt de organisatie en werkwijze van de controles besproken, waarbij de insteek van de werkwijze steeds Inspectie Zuid meer ketengericht plaatsvindt. Voorts wordt, via zogenaamde aandachtsvestigingen, de nodige informatie uitgewisseld tussen het TCO en de uitvoeringsoverleggen (UVO’s) in NoordProjectleider: Brabant. Dhr. C. Huijbregts VROM Het overleg levert tevens Brabant breed de input in kennisoverdracht met betrekking tot de Inspectie Zuid EVOA en zorgt ook voor ondersteuning van de EVOA-vraagbaken. G.1.2 Transport controle overleg (TCO)
Beoogde producten: Afgestemde planning Provinciebreed jaarverslag 2007, conceptversie 31 juli 2008
Project gezamenlijke transportcontroles in 2007 voor heel Brabant, vastgesteld informatieuitwisselingdocument. Diverse a-selectieve en selectieve transportcontroles.
Omschrijving en realisatie
G.1.3 Project 24-uurs Handhavingsactie 2007
In 2007 is voor de vijfde keer de handhavingsestafette gehouden. De hoofddoelstelling van de handhavingsestafette is dat handhavingsinstanties samen op pad gaan en dat er in de praktijk daadwerkelijk integraal wordt gehandhaafd, waarbij de handhaving met name is gericht op het bereiken van de nodige resultaten (met andere woorden de estafette moet ook echt iets opleveren). In 2007 is gekozen voor de volgende drie rode draden te weten: buitengebied; asbest en bouw- en sloopafval; integrale handhaving (vooruitlopend op de invoering van de WABO)
Bestuurlijk verantw.: Brabant Noord: Burgemeester Maas Brabant Zuidoost: Burgemeester Daandels Midden- en West-Brabant: De handhavingsactie is voorbereid en begeleid door een provinciebreed projectteam. Er is tevens overleg gevoerd met landelijke vertegenwoordigers. Tijdens de estafette zijn in totaal Dhr. Dörr 502 constateringen gedaan over vijf kleursporen, waarbij in 15 gevallen een proces-verbaal is opgemaakt. In 214 gevallen is navolgend op de constatering een bestuurlijke aanschrijving Projectleider: gedaan. Verder werden 177 zaken nader onderzocht en veelal alsnog afgehandeld. Dhr. A. Heijboer, Seph Midden- en West Geconstateerd is dat het aantal deelnemers aan de estafette de laatste jaren in geringe mate afneemt (met name in de regio Midden- en West-Brabant). Het projectteam heeft daarom de Beoogde producten: aanbeveling gedaan om na te gaan of de huidige opzet van de handhavingsestafette nog vol Provinciebreed draaidoet aan de verwachtingen van handhavingpartners. Ook op landelijk niveau zijn reeds voorboek stellen voor een gewijzigde opzet van de handhavingsestafette ontwikkeld. Evaluatieverslag. G.1.4 Probleembedrijven Bestuurlijk verantw.: Officier van Justitie functioneel Parket Projectleider: Dhr. Van Noorloos, Functioneel Parket Beoogde producten: Gezamenlijk aanpak probleembedrijven Handhavingstrate gieën
Bron: Evaluatieverslag 24-uurs handhavingsactie 2007 ( april 2008). In de regio’s wordt voor elk als aandachts- of probleembedrijf aangemerkt bedrijf, waar meerdere partners bij betrokken zijn, in het uitvoeringsoverleg (UVO) bepaald welke aanpak het meest gewenst is. Dit kan onder meer betekenen: • het instellen van een handhavingsteam; • het instellen van een afzonderlijk door het Seph georganiseerd overleg, waarin de aanpak van het bedrijf wordt besproken en afgestemd;voor deze bedrijven wordt een afzonderlijke projectleider aangesteld; • het bedrijf op de agenda van het UVO plaatsen. Regio M&W Onder leiding van het Seph hebben over een 4-tal probleembedrijven periodieke overleggen plaatsgevonden. De ervaring is dat door de brede afstemming en een gecoördineerde aanpak deze bedrijven beter zijn te bewegen tot normconform gedrag. Regio Noord In de 4 uitvoeringsoverleggen zijn 25 bedrijven als aandachtsbedrijf besproken. Er zijn geen bedrijven geweest waarvoor een afzonderlijk overleg met de betreffende partners is georganiseerd. Regio Zuidoost Er zijn in 2007 7 probleembedrijven aangeboden. Bij deze bedrijven is een handhavingsteam ingesteld en zijn een gezamenlijk overleg en een gezamenlijke controle georganiseerd.
2 Provinciebreed jaarverslag 2007
Project G.1.5 Asbest en Bouw- en sloopafval
Omschrijving en realisatie Met dit project wordt invulling gegeven aan de in LOM-verband vastgestelde handhavingsthema’s asbest en bouw- en sloopafval. Het project is een vervolg op het project van 2006. Er is ten eerste gewerkt aan het verbeteren van de uitvoeringspraktijk rondom toezicht en handhaving m.b.t. asbest. De bijeenkomsten en cursussen die hiervoor zijn aangeboden zijn goed bezocht. Ten tweede is een informatiemakelaar actief geweest om operationele Bestuurlijk verantw.: informatie uit het veld over bedrijven in de asbest keten te bundelen. Deze bundeling heeft Dhr. Mr. J. van Maasakkers, burgemeester geleid tot de identificatie van een aantal aandachtsbedrijven, en het besef dat het niet eenvoudig is om te komen tot een selectie op basis van objectieve informatie. InformatieGemert-Bakel uitwisseling door heel praktisch een emailadres hiervoor open te stellen, heeft niet geleid tot een substantiële stroom van informatie over constateringen. De informatiemakelaar heeft ook Projectleider: zelf partners benaderd en gevraagd om informatie over bedrijven die mondeling als mogelijk Seph Brabant Zuidoost aandachtsbedrijf werden genoemd. De onderbouwing vanuit toezichtsrapporten en handhavingsdossiers wordt vervolgens meestal niet gegeven. Hierdoor is het lastig om een Beoogde producten: degelijk gefundeerde lijst van aandachtsbedrijven op te leveren. Het projectteam heeft tijdens Adequate handhaving een Algemene Ledenvergadering van de branchevereniging van asbestverwijderaars het Een samenvatting van Brabantse project toegelicht. Er is daarbij ook gezocht naar draagvlak om gezamenlijk met de gebundelde het bedrijfsleven iets te doen aan strafbare gedragingen tijdens asbestverwijdering. Dit inspectiegegevens. draagvlak is tijdens die Algemene Ledenvergadering ook toegezegd. Checklisten en toetsingsprotocollen Verder is in de regio Brabant Zuidoost een handhavingsteam ingesteld dat door de partners in Gerichte deze regio kon worden ingeschakeld. Hiervan is nauwelijks gebruik gemaakt. handhavingsacties op Verder heeft het projectteam de indruk dat, ondanks de aandacht die er is geweest voor basis van kennisoverdracht t.a.v. asbest, de aandacht in het veld rondom de asbestketen nauwelijks is geanalyseerde toegenomen. Mocht dat wel zijn gebeurd, dan is het projectteam daar niet van op de hoogte informatie. gesteld. Vanuit het OM kwam het signaal dat de asbestzaken die werden voorgebracht voor de strafrechter nog steeds voortkomen uit incidenten, niet uit een gestructureerde aanpak. Het blijkt lastig om de sense of urgency als het gaat om de asbestproblematiek goed over te brengen bij bestuurders en management van met name gemeenten. Dit is eind 2007 ook landelijk geconcludeerd. Het goed opzetten van een structuur om operationele informatie uit te wisselen en te analyseren t.b.v. het toezicht vergt veel aandacht. Partners moeten bereid zijn informatie te delen en moeten weten dat de informatie (goed) gebruikt wordt.
3 Provinciebreed jaarverslag 2007
Project G.1.6 Handhaving Vuurwerkbesluit Bestuurlijk verantw.: Gedeputeerde Mw. C. Steffens Regio Midden- en West Brabant: Dhr. H. Geppaart (RMT politie) Projectleider: Provinciaal coördinator Vuurwerkbesluit, L. van Egmond Regio Midden- en WestBrabant: Dhr. T. Meijers Beoogde producten: Regionale handhavingsprojecten Handhavingscoordinatie afspraken vuurwerkbesluit (ook met Arbeidsinspectie, Inspectie Verkeer en Waterstaat en de Douane). Afspraken over het Lmip Vuurwerk
Omschrijving en realisatie In zijn algemeenheid kan worden geconcludeerd dat het (huidige) Vuurwerkbesluit provinciebreed is geïmplementeerd. Ook in 2007 zijn uitvoerende vuurwerktaken verder terug ‘in de lijn’ gebracht. In navolging van de coördinatie van het toezicht op provinciale vuurwerkopslagen is de coördinatie van het toezicht op vuurwerkontbrandingen neergelegd bij de senior grijze wetgeving bij de provincie. De ingevolge het Vuurwerkbesluit aan de provincie opgedragen taak van coördinerend bevoegd gezag richt zich in hoofdzaak nog op het actueel houden van overzichtslijsten betreffende: a) alle binnen het grondgebied van Noord-Brabant gevestigde vuurwerkopslaginrichtingen; b) vuurwerkcontactpersonen bij alle handhavingspartners gedifferentieerd naar de taakvelden vuurwerkopslagen en vuurwerkontbrandingen. Deze contactpersonen participeren in de Brabantse Uitvoeringsorganisatie Vuurwerkbesluit en het Virtueel Kantoor Vuurwerk (VKV) en worden via VKV voorzien van actuele en naar taakveld gedifferentieerde informatie. Met het VKV worden ook Brabantse knelpunten geïdentificeerd en oplossingsrichting aangedragen. VKV fungeert ook als naslagwerk. Via het VKV worden Brabantse knelpunten en oplossingsrichtingen kenbaar gemaakt aan de andere provincies en landelijke organisaties zoals Landelijk Meld- en Informatiepunt (LMIP(VROM), Vliegende Brigade Vuurwerkbesluit (VBV), de Arbeidsinspectie (AI) Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). Tenslotte is VKV hét communicatieplatform van de IPOWerkgroep Vuurwerkcoördinatoren.
Tendensen: -De inzet van de Arbeidsinspectie op het taakveld vuurwerk(ontbrandingen) is afgenomen. -Ook bij vuurwerk meer risicogericht gaan handhaven > dat betekent in de praktijk dat er minder budget beschikbaar zal zijn voor toezicht vuurwerkopslagen en vuurwerkontbrandingen. -Eerdergenoemd FLITS-systeem bij VROM heeft helaas nog niet de beoogde performance. Brabant zit namens IPO in het gebruikersoverleg FLITS. Zodra de performance van FLITS toereikend is zullen provinciebrede voorlichtingssessies worden georganiseerd gericht op het aansluiten van alle betrokken toezichthouders opdat zij hun informatie in kunnen brengen in FLITS >Ketendossier Vuurwerk. Onder regie van het Landelijk Overleg Milieuhandhaving (LOM) is in 2005 de InterventieG.1.7. Dierlijke vetten strategie Dierlijke vetten opgesteld. Gedurende het project zijn per tourbuurt in verschillende provincies controles uitgevoerd. Deze controles zijn gezamenlijk door de VWA, VROMBestuurlijk verantw.: inspectie, het bevoegd gezag WM en de belastingdienst uitgevoerd. De controles waren erop AID gericht inzicht te krijgen in (dierlijk)vetstromen. In Brabant is eind oktober 2006 door deze gezamenlijke partners een vetverwerkend bedrijf gecontroleerd. De nadruk bij de controle lag Projectleider: Midden- en West-Brabant: op de administratie en de acceptatieprocedure. De VWA heeft n.a.v. de controle een aantal lijncontroles bij toeleveranciers c.q. afnemers uitgevoerd. De markt voor dierlijke vetten SEPH heeft zich inmiddels dusdanig ontwikkeld dat er alternatieve afzetkanalen zijn (denk aan inzet als biomassa in de energiesector). Het risico op foutieve inzet als diervoeder is daarmee Beoogde producten: De kernproducten die door ingeperkt. In 2007 is binnen de provincie Noord-Brabant dan ook geen verdere uitvoering het landelijke projectteam gegeven aan dit project. moeten worden opgeleverd is sterk afhankelijk van onderzoeksfase/uitvoerings fase. Dit kan zijn van een strafrechterlijk onderzoek, een voorstel voor een HUM, of een bestuurlijke rapportage. Een en ander kan gecombineerd worden.
4 Provinciebreed jaarverslag 2007
Project G.1.8. Handhaving grondstromen bodemsanering
Omschrijving en realisatie Begin 2007 is gestart met het LOM pilot ketenproject bodemsanering en grondstromen. Geconstateerd is dat het huidige toezicht ontoereikend is om risicovolle praktijken voldoende te beperken en dat het toezicht nog te veel gericht is op individuele schakels in de keten. Doel van het project is onder meer het leveren van een bijdrage en het toetsen van de landelijke interventiestrategie om het naleefgedrag te bevorderen in de hele keten rondom Bestuurlijk verantw: Midden- en West-Brabant: bodemsanering en grondverzet. De pilot is gericht op het aanpakken van de structurele overtreders (de zogenaamde free riDhr. H. Bakker ders). Onderdeel van de pilot is het objectiveerbaar benoemen van deze free riders. Als eerste (Drimmelen) aanzet hiertoe is op 30 augustus 2007 door het LOM (in samenwerking met de Brabantse Seph’s) een themabijeenkomst georganiseerd ten behoeve van handhavers op het gebied van Projectleider: bodemsanering en grondstromen. Na het uitvoeren van een risicoanalyse is een interventieProvincie team geformeerd. Het interventieteam is in december 2007 gestart. Deelnemers van de provincie, VI Zuid en het OM maken als vaste kern deel uit van dit team, ad hoc wordt het team Beoogde producten: nog aangevuld met externe experts (o.a. forensisch accountant) al naar gelang de behoefte. Ketentoezicht bij Het onderzoek van twee intermediairs is in 2007 gestart, resultaten van deze onderzoeken tenminste 3 komen in de loop van 2008 beschikbaar. Vooralsnog zijn de geluiden over deze manier van bodemsaneringen werken heel positief te noemen en wordt er verder nagedacht over een doorstart van dit team.
5 Provinciebreed jaarverslag 2007
Realisatie handhavingsprojecten 2007 Regio Brabant Noord Hieronder zijn de resultaten van de uitgevoerde projecten in de Regio Brabant Noord weergegeven. Project N.1.1 Landinrichting SintOedenrode Bestuurlijk verantw.: Wethouder G. Wouters, Gemeente Schijndel Projectleider: Seph Beoogde producten: De beoogde producten zijn omschreven in het projectplan. Globaal zijn dit: Best-practices voor de organisatie van de integrale handhaving in het buitengebied; Standaardbrieven en – aanschrijvingen; CD-rom met toegankelijk kaartmateriaal t.b.v. het veldtoezicht. Uitvoeringsoverleg om samenwerking te bevorderen.
Omschrijving en realisatie In 2001 is de Landinrichting Sint-Oedenrode in uitvoering gegaan. Om hierbij de handhaving op te zetten zijn tussen de betrokken instanties afspraken gemaakt. Daarnaast is door het SEPH, met subsidie van de provincie, een project georganiseerd waarbij door twee handhavers veldtoezicht wordt uitgeoefend. Constateringen zijn m.b.v. vastgestelde constateringformulieren aan de bevoegde instanties doorgezonden. De individuele instanties dragen meestal zelf zorg voor de strafrechtelijke en/of bestuursrechtelijke afhandeling van constateringen. In een aantal gevallen, met name heterdaad gevallen en incidenten met onomkeerbare milieuschade, is door de twee handhavers strafrechtelijk opgetreden. Door deze mensen zijn de volgende aantallen mogelijke overtredingen geconstateerd: 2002 ca. 250 2003 ca. 100 2004 ca. 43 2005 ca. 67 2006 ca. 40 2007 ca. 45 De sterke teruggang in overtredingen wordt grotendeels toegeschreven aan de verbeterde handhaving (constant en actief toezicht). Bovengenoemde overtredingen zijn vastgelegd middels constateringformulieren. In 2006 en 2007 zijn veel (mogelijke) overtredingen direct doorgegeven aan de betreffende handhavinginstantie. Dit heeft bijgedragen aan een hogere efficiency en een grotere slagvaardigheid. Hiervan is beperkt overzicht bijgehouden. Verder zijn er door de toezichthouders veel zaken die betrekking hadden op afval (dumpingen), illegaal bouwen etc gemeld aan de gemeenten.
6 Provinciebreed jaarverslag 2007
Project Omschrijving en realisatie N.1.2b Project Rondweg Het project is medio 2006 gestart. Er is een draaiboek opgesteld waarbij gebruik gemaakt is van de ervaringen van eerdere projecten. Omdat het project geheel is gelegen op het grondgebied ’s-Hertogenbosch van de gemeente ’s-Hertogenbosch heeft die de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de handhaving op zich genomen. Het project loopt goed en de handhavers Bestuurlijk verantw.: weten elkaar te vinden. Gemeente ‘sHertogenbosch Projectleider: Gemeente ’sHertogenbosch Beoogde producten: Praktijkgerichte opzet voor de handhaving van het Bouwstoffenbesluit en andere relevante regelgeving bij grote infrastructurele projecten; Afstemming tussen betrokken instanties; Netwerk van betrokken instanties en ambtenaren; Informatieuitwisseling op uitvoerend niveau. N.1.4 Risicovolle bedrijven Bestuurlijk verantw.: Pm
Dit project is gezamenlijk met de regio M&W Brabant uitgevoerd. De regio M&W Brabant heeft de projectleiding verzorgd. Daarom wordt hier volstaan met een verwijzing naar de verantwoording van de projecten uitgevoerd in de regio Midden- en West-Brabant. Zie project MWB 1.4.
Projectleider: Seph MW Beoogde producten: Het resultaat van het project is een handreiking die naast een toelichtende tekst onder andere een checklist bevat, een evaluatieformulier en een handhavingparagraaf bevat. Op basis van de ingevulde evaluatieformulieren wordt een evaluatieverslag opgemaakt.
7 Provinciebreed jaarverslag 2007
Realisatie handhavingsprojecten 2007 Regio Brabant Zuidoost Hieronder zijn de resultaten van de uitgevoerde projecten zoals deze zijn opgenomen in het gezamenlijke handhavingsprogramma 2007 voor de Regio Brabant Zuidoost weergegeven. Project ZO 1.1 A2-A67
Omschrijving en realisatie Het project is gericht op handhavingszaken rond het toepassen van bouwstoffen en andere milieugerelateerde activiteiten rond de verbreding van de A2-A67. Ten behoeve van de informatievoorziening is een overlegsysteem georganiseerd waarbij alle betrokken partners Bestuurlijk verantw.: (gemeenten, provincie, RWS, waterschap, VROM inspectie) inclusief de hoofdaannemer van Pm het project betrokken zijn. Naast dit overleg is ook een overleg opgestart alleen voor de handhavers van de betrokken bevoegde gezagen. Naar aanleiding van ervaringen bij andere Projectleider: grootschalige infrastructurele projecten is getracht bij de deelnemende gemeenten een coörPm dinator te vinden voor tenminste alle meldingen in het kader van het Bouwstoffenbesluit. Binnen het project vindt grootschalig uitwisseling van informatie plaats en beoordeling van Beoogde producten: Toezichtsplan voor de meldingen ingevolge het Bouwstoffenbesluit. Ook zijn diverse onderwerpen besproken ter praktijkgerichte opzet voorkoming van overtredingen. Het project zal ook in het komende jaar worden voortgezet, het Seph initieert, ondersteund en faciliteert de overleggen. Zowel het overleg met bevoegde voor de handhaving gezagen als het overleg inclusief de hoofdaannemer vindt 4 x per jaar plaats. van het Bouwstoffenbesluit en andere relevante regelgeving bij grote infrastructurele projecten. Afstemming tussen betrokken instanties; Netwerk van betrokken instanties en ambtenaren; Informatieuitwisseling op bestuurlijk en uitvoerend niveau.
8 Provinciebreed jaarverslag 2007
Administratieve controles In de tweede helft van 2007 is binnen de regio Brabant Zuidoost een pilot uitgevoerd op het gebied van zelfcontroles door bedrijven. Ter voorbereiding op de controles is door het Servicepunt Handhaving in overleg met handhavingspartners een draaiboek opgesteld. Ten behoeBestuurlijk verantw.: ve van de (zelf) controles zijn tevens conceptbrieven en controlelijsten ter beschikking gePm steld. Voorafgaand aan het project hebben elf gemeenten zich aangemeld voor deelname. Projectleider: Het project had als hoofddoelen: tijdsdruk op het gebied van controles reduceren met 30% en Pm meer verantwoordelijkheid neerleggen bij de ondernemers. Om die reden is een systematiek opgezet dat geselecteerde bedrijven eerst zelf een vragenlijst rond controleonderwerpen beBeoogde producten: antwoorden. Aan de hand van de ingevulde en geretourneerde lijsten worden steekproefsge Projectdraaiboek; wijs een aantal controles uitgevoerd. Gezamenlijk op te Resultaten: stellen en te 50% van de gemeenten geven aan dat de controlesystematiek, zeker bij een groter actualiseren overzicht aantal bedrijven, tijdwinst oplevert zonder dat dit ten koste gaat van kwaliteit. van inzamelaars; Eén gemeente heeft aangegeven te verwachten dat de systematiek bij een andere Evaluatieverslag. branche (welke is niet aangegeven) en bij de kleinste typen van bedrijven zeker tijdwinst oplevert. Eén gemeente geeft aan dat de tijdwinst voor bedrijf er wel is; voor gemeente niet. 70 % van de gemeenten geeft aan dat de wijze van controleren ook bij het bedrijfsleven goed is ontvangen en dat het geleid heeft tot kennisverhoging. Eén gemeente geeft aan dat een fysiek bezoek toch meer kennisoverdracht met zich meebrengt. 70 % van de gemeenten heeft aangegeven de systematiek mogelijk meer te gaan toepassen. Uitgangspunt daarbij is voor sommigen dat verantwoordelijkheid bij de ondernemer wordt gelegd. Eén gemeente zal het systeem voorlopig niet toepassen, vanwege de komst van het Activiteitenbesluit waarbij directe communicatie van belang wordt geacht. Eén gemeente geeft aan dat het jammer is dat de ondernemers niet rechtstreeks is gevraagd om een reactie op de wijze van controleren. Het aantal tekortkomingen, ook na steekproefsgewijze controles, is beperkt. Nergens heeft het geleid tot bestuursrechtelijk handhaven. Eenmaal is strafrechtelijk opgetreden. Kortom, de beoogde doelstelling wordt grotendeels behaald. Ook het neerleggen van meer verantwoordelijkheid bij de ondernemer wordt als zeer positief en voor herhaling vatbaar aangemerkt. In 2007 is het overleg niet tot stand gekomen. Wel zijn voorbereidingen getroffen voor een ZO1.3 Ekkersrijt gezamenlijke start in 2008. Bestuurlijk verantw.: Pm ZO1.2 Administratieve controles
Projectleider: SEPH Brabant Zuidoosst Beoogde producten: Toezichtsplan voor de praktijkgerichte opzet voor de handhaving van het Bouwstoffenbesluit en andere relevante regelgeving bij grote infrastructurele projecten; Afstemming tussen betrokken instanties; Netwerk van betrokken instanties en ambtenaren; informatieuitwisseling op bestuurlijk en uitvoerend niveau. 9 Provinciebreed jaarverslag 2007
Behalve deze projecten heeft het SEPH Brabant Zuidoost ook bijgedragen aan handhavingsprojecten die binnen deze regio zijn afgesproken voor 2007. We gebruiken dit jaarverslag graag om u ook van deze resultaten op de hoogte te stellen. Vrijplaatsen Op basis van het Convenant “De aanpak van de handhaving van overheidsregelingen bij vrijplaatsen” heeft in 2007 een inventarisatie plaatsgevonden naar het aantal en de locaties van coffeeshops en growshops. De gegevens die hieromtrent zijn verzameld, zijn overgedragen aan de Belastingdienst. Daarna zijn op basis van deze gegevens maar ook op basis van informatie uit andere bronnen controleactiviteiten uitgevoerd o.a. in de gemeente Best. Naast de aanpak van dit onderdeel heeft het Seph in opdracht van het B-RHO een inventarisatie uitgevoerd naar vrijplaatsen op woonwagencentra. Daarbij is bestuurders niet alleen gevraagd of zij een vrijplaats binnen de gemeente hadden maar ook of er draagvlak was om de handhaving van een dergelijke vrijplaats integraal op te pakken. De inventarisatie leverde 5 vrijplaatsen op. Daarnaast heeft het geleid tot een overleg rond woonwagenzaken, niet (per definitie) zijnde vrijplaatsen. Aan dit overleg hebben 10 gemeenten, de Belastingdienst en het Seph deelgenomen. Het overleg werd op het gebied van toezicht breed ingestoken. Op verzoek van de deelnemers wordt dit overleg in 2008 voortgezet. In het kader van het project en het Convenant hebben er informatief bilaterale gesprekken plaatsgevonden tussen drie gemeenten en de Belastingdienst en/of het Seph. In twee gemeenten heeft dit geleid tot een plan van aanpak en (gedeeltelijke) uitvoering van dat plan (gemeenten Best en Waalre). Vanuit het project kon verdergaande individuele aanpak van vrijplaatsen in 2007 niet centraal worden georganiseerd omdat het vanwege de tijd en agendaproblemen niet mogelijk leek een breed projectteam op te richten. Wel zijn daartoe eerste plannen gemaakt voor 2008. Verder hebben er enkele afstemmingsmomenten plaatsgevonden tussen Seph, Belastingdienst, VROM en het Regionale Platform Fraudebestrijding. In 2007 is ook een bestuurlijke werkgroep Vrijplaatsen opgericht door het Regionaal College. Het Seph is vanuit het regionale project ondersteunend lid van de bestuurlijke werkgroep. Huisvesting arbeidsmigranten Binnen de regio Brabant Zuidoost is regionaal beleid vastgesteld hoe om te gaan met de huisvestingsproblematiek. Daarnaast is er een regulier ambtelijk overleg waarbij ook het bedrijfsleven is betrokken. In 2007 is in opdracht van het SRE een onderzoek uitgevoerd hoe regionaal het beleid werd uitgevoerd. Op het gebied van handhaving is regionaal afgesproken dat de initiatieven van gemeentelijke partners ertoe moet leiden om centraal zaken op te pakken. Een dergelijk verzoek is bij het Seph nooit ingediend, maar op lokaal niveau zijn wel stappen ondernomen. Daarnaast is het Seph informatief betrokken geweest bij een samenwerkingsproject van enkele gemeenten (A2-gemeenten).
10 Provinciebreed jaarverslag 2007
Realisatie handhavingsprojecten 2007 Regio Midden- en West-Brabant Hieronder zijn de resultaten van de uitgevoerde projecten in de regio Midden- en West-Brabant weergegeven. Project MWB 1.1 Afvalwaterlozingen bij WM-inrichtingen Bestuurlijk verantw.: Midden- en West-Brabant: dhr. P. Beltman Projectleider: Dhr. P. Beltman, Waterschap Aa en Maas
Omschrijving en realisatie Afvalwaterlozingen op de riolering vallen onder het regime van de Wm; voor een aantal categorieën van lozingen is ook de Wvo van toepassing. Een goede samenwerking tussen gemeente en het waterschap is van belang. Doel van het project is Verbetering van de samenwerking tussen de bevoegde gezagen m.b.t. handhaving van lozingen op de riolering. In 2007 hebben drie gemeenten (Zundert, Steenbergen en Woensdrecht) deelgenomen aan dit project. De gezamenlijke controles bij in totaal 13 bedrijven in deze drie gemeenten heeft het volgende resultaat opgeleverd: - 11 maal schriftelijke waarschuwing - 2 maal flankerend beleid - 1 maal bestuursrechtelijke handhaving
De overtredingen hadden vooral betrekking op het onderhoud van de vetafscheiders en op de aanwezigheid en de toegankelijkheid van de controleput. Het project zal in 2008 –in verband met de komst van de WABO- in een gewijzigde vorm door het waterschap Brabantse Delta worden voortgezet. Het waterschap zal medio 2008 hierover contact opnemen met de betreffende gemeenten. Met ingang van 1 januari 2005 zijn ongezuiverde lozingen van huishoudelijk afvalwater in MWB 1.2 de bodem of op oppervlaktewater verboden op basis van de landelijke wet- en regelgeving Handhaving lozingen Alle gemeenten hebben voldaan aan de saneringsverplichting in het kader van de gemeenteafvalwater buitengebied lijke zorgplicht. Van de in totaal ruim 5200 huishoudens zijn er inmiddels ca. 2500 aangesloten op de (druk)riolering of is de lozing gestopt. Van de overige 2700 huishoudens zijn er Projectleider: ca. 900 huishoudens door gemeenten gesaneerd. Ongeveer 1800 huishoudens zijn door parR. Bloemsma ticulieren wel of niet gesaneerd of zijn ontheven van de plicht. De afdeling handhaving van het waterschap Brabantse Delta is begin 2006 jaar gestart met Bestuurlijk de controles van de huishoudens. Met nagenoeg alle gemeenten heeft afstemming plaatsgeverantwoordelijke: vonden over de wijze van aanpak. A. Moons, Gedeputeerde Het waterschap Brabantse Delta heeft in 2006 eerst een proef uitgevoerd met de uitvoering SEPH MWB; dhr. J. Vos van dit project in de gemeente Woensdrecht. Vervolgens is een planning opgesteld voor het (Waterschap Brabantse uitvoeren van dit project in alle Seph gemeenten. Vrijwel alle gemeenten hebben ingestemd Delta) met deze planning. Volgens dit planningsschema wordt het project eind 2008 afgerond. Tevens zal dan een evaluatie worden opgesteld. Beoogde producten: Tot nu toe zijn er 559 controles uitgevoerd. Ca. 15 % van de huishoudens voldeed niet na de Projectbeschrijving; eerste controle. Volgens planning moeten er nog ca. 350 controles worden uitgevoerd. Het Handhavingsdocument betreft controles die nog moeten worden uitgevoerd in de gemeente Moerdijk en de gemeenmet checklist + te Steenbergen. Bij de overige van de in totaal 1800 huishoudens wordt er geloosd in de bostandaard dem, in de gierkelder of op de riolering. Daarnaast is er een gedeelte van 244 huishoudens brieven/processen(oppervlaktewaterlozer) in de gemeente Roosendaal bezocht door de RMD. verbaal voor en door Voor de huishoudelijke lozingen in de Overdiepse Polder te Waalwijk en de lozingen ter gezamenlijke plaatse van het A4-tracé en het ACID te Steenbergen is ontheffing voor de sanering verhandhavingsinstanties; leend. Het betreft hier 50 lozingen. Ook op een aantal andere plaatsen zijn dusdanige ont Gebiedsgerichte wikkelingen, zodat saneren in verband met het op korte termijn stoppen van de lozing niet uitvoeringsprojecten meer zinnig is. Ook hier worden de lozers ontheven van de saneringsplicht. met inzet uren voor Naar verwachting zullen alle huishoudens voor het einde van 2008 zijn bezocht en zullen toezicht en opsporing; een eerste aanschrijving hebben ontvangen. De hercontroles worden zoveel mogelijk direct na het verstrijken van de hersteltermijn uitgevoerd. Beoogde producten: Evaluatieverslag; Samenwerkingsvormen .
11 Provinciebreed jaarverslag 2007
Project MWB 1.3 Netwerkbijeenkomsten handhaving Bouwstoffen en grondstromen Projectleider: R. Welling (RMD) Bestuurlijk verantw.: E. Dörr (regio voorzitter)
Omschrijving en realisatie In 2007 heeft het Seph Midden- en West-Brabant regionale netwerkbijeenkomsten bouwstoffen/grondstromen georganiseerd. De deelnemers bestaan uit handhavers Bouwstoffen/grondstromen van de gemeenten en de waterschappen. In 2007 heeft het Seph twee netwerkbijeenkomsten georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten is vooral aandacht besteed aan de gewijzigde regelgeving op het gebied van het Bouwstoffenbesluit, jurisprudentie en zogenaamde aandachtsvestigingen (bedrijven die mogelijk verdachte activiteiten uitvoeren). Ook komen problemen op het gebied van de handhaving ruimschoots aan bod. Tijdens iedere bijeenkomst presenteert één van de deelnemers een casus vanuit de eigen handhavingspraktijk. Op deze wijze kan dan geleerd worden van elkaars kennis en ervaringen.
Beoogde producten: Netwerkbijeenkomsten In de loop van 2008 wordt het Bouwstoffenbesluit vervangen door het Besluit bodemkwaliteit. De in 2008 te houden netwerkbijeenkomsten zullen dan vooral in het teken staan van het overdragen van kennis en ervaring met betrekking tot dit nieuwe besluit. MWB 1.4 Risicovolle bedrijven Projectleider: Dhr. M. Langenhuijsen Bestuurlijk verantw.: Dhr. W. Willems (Breda) Beoogde producten: Een uiteindelijke projectresultaat is: 1. een handreiking (incl. checklisten) om het toezicht bij risicovolle bedrijven eenduidig uit te voeren en om informatie te verzamelen die vanuit het oogpunt van integraliteit zinvol zijn. 2. een rapportage waarin resultaten van de uitgevoerde controles zijn verwerkt.
Het betreft hier een project in het kader van de Programmafinanciering externe veiligheid. Aan het project hebben de navolgende gemeenten deelgenomen: Breda, Bergen op Zoom, Heusden, Roosendaal, Tilburg, Waalwijk en Werkendam. Daarnaast zijn bij de voorbereiding betrokken: RMD, SRE, Seph MWB, Brandweer ZO Brabant Het project richtte zich op het aanbieden aan gemeenten van eenduidige informatie (handreiking) en controleaandachtspunten (checklisten) om de controles bij risicovolle bedrijven mede vorm te geven. Daarnaast hebben de deelnemende gemeenten tijdens de controles bij de risicovolle bedrijven gebruik gemaakt van de aangeboden checklisten. De resultaten van de afzonderlijke controles zijn vervolgens per deelnemende gemeente in een evaluatieformulier verwerkt ten behoeve van een evaluatieverslag. Met een kernteam is de opzet/inhoud van de op te stellen handreiking bepaald en zijn afspraken gemaakt over wie welke delen van de handreiking/checklisten zal opstellen. Door de kernteamleden is conform afspraak gewerkt aan de totstandkoming van de diverse onderdelen uit de op te stellen handreiking/checklisten. Eind december 2006 is de handreiking gereed gekomen en onder de deelnemende gemeenten digitaal verspreid. De eerste helft van 2007 zijn door de deelnemende partijen de controles bij de risicovolle bedrijven uitgevoerd met behulp van de handreiking. In de uitvoering van het project is de doorlooptijd afgeweken van de tijdplanning in het projectplan. Dit heeft te maken met de planning van de controles in de gemeentelijke programma’s en de beschikbare personele inzet voor de evaluatie van de verkregen gegevens en het opstellen van het eindrapport. Medio oktober 2007 waren de laatste evaluatieformulieren ontvangen en is een aanvang gemaakt met de eindrapportage. Het eindrapport is half november 2007 aan de deelnemende partijen per email toegestuurd.
12 Provinciebreed jaarverslag 2007
VROM vindt het belangrijk dat er niet meer regels zijn dan noodzakelijk en dat regels helder en goed uitvoerbaar zijn. Vanuit die optiek zijn alle VROM-regelingen doorgelicht en wordt gewerkt aan het schrappen, samenvoegen en vereenvoudigen van regelingen. In dit kader zijn de volgende ontwikkelingen relevant, te weten: - de wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) Projectleider: W. van Broekhoven (RMD) - de modernisering van de 8.40 AMvB’s (Activiteitenbesluit). Deze ontwikkelingen kunnen grote invloed hebben op de werkwijze bij gemeenten. Bestuurlijk In 2007 is het regiobureau Breda gestart met het organiseren van projectleiders bijeenkomverantwoordelijke: sten WABO. Deze bijeenkomsten zijn in eerste instantie vooral georganiseerd vanuit de inDhr. J. Vos (waterschap steek van vergunningverlening, RO en BWT. De bedoeling is dat in 2008 –in samenwerking Brabantse Delta) met het Seph- de aandacht wordt verbreed naar het aspect handhaving. MWB 1.5 Modernisering VROMregels
Beoogde producten: bijeenkomsten waar voornoemden ontwikkelingen worden besproken; zonodig een reactie vanuit de regio op voornoemde ontwikkelingen.
Voor wat betreft het Activiteitenbesluit heeft het Seph in 2007 meegewerkt (bundelen aanmeldingen, promotie etc.) aan de door Barim georganiseerde cursussen ten behoeve van handhavers.
13 Provinciebreed jaarverslag 2007
Resultaten van de PHO werkgroepen in 2007 Hieronder zijn de resultaten van de van de PHO werkgroepen in 2007 weergegeven. Werkgroep Realisatie Handhaving Bouwstoffen De werkgroep is in 2007 zes keer bij elkaar gekomen. In alle overleggen zijn de toezichtsituaties van de grote infrastructurele projecten in Brabant besproken. Dit betreft A2, Den Bosch, A2, Eindhoven, A4, Halsteren, knooppunt A50 /A 58 knooppunt Ekkersrijt en de Bestuurlijk verantw.: evaluatie van de A50/A59 knooppunt Paalgraven. Door het bespreken van deze praktijksituaties komen ook handhavingsknelpunten bij het toezicht naar voren. In 2007 is er met name aandacht geweest voor de toepassing van AVI Voorzitter: en de eisen die hieraan worden gesteld. Beoogde producten: Op basis van de evaluatie Paalgraven en het niet van de grond komen van een toezichtarVoor 2007 zullen de volgende activiteiten door de rangement rond het knooppunt Ekkersrijt is eind 2007 de discussie gestart over hoe het toezicht rond deze complexe regelgeving en uitvoering naast de piek in toezichtsbehoefte kan werkgroep worden opgeworden vormgegeven. Het bestuurlijk provinciaal handhavingsoverleg heeft in haar vergapakt: dering van 3 juni de opdracht gegeven hiervoor een Verkenning uit te voeren. inventarisatie van knelpunten en het Verder is in de werkgroep de invoering omtrent het Besluit bodemkwaliteit besproken. Er is ontwikkelen van opgereageerd op concept teksten van het besluit. Verder fungeert de werkgroep als klanklossingen; bordgroep voor een landelijk op te stellen HUM Bodemkwaliteit en de cursussen die door ondersteunen netwerkvorming en ken- de Bodemacademie worden ontwikkeld. nisverzameling; Met het Platform bodembeheer Noord-Brabant wordt afstemming gehouden door voor el ontwikkelingen omkaar agendalid te zijn. Verder is er werkgroeplid tevens lid van het Platform. trent het (concept) Besluit Bodemkwaliteit In september is het ketenproject bodemsanering in Brabant van start gegaan. In dit project (2007) volgen; worden de zogenaamde freeriders aangepakt. Hiervoor is een interventiestrategie ontwik regelingen omtrent de keld. certificering van onderzoek, analyse en Verder is in september het voorstel gedaan om de werkgroepen Handhaving bouwstoffen advisering volgen; en Ketenbeheer samen te voegen. De werkgroepleden hebben dit voorstel ondersteund en coördinatie bij groot- het is in december bestuurlijk geaccordeerd. schalige civiele projecten; ondersteuning bij de handhaving van projecten waar de grondstromen worden gevolgd; evaluatie van de projecten grondstromen.
14 Provinciebreed jaarverslag 2007
Werkgroep Kwaliteit Bestuurlijk verantw.: E. Dörr (M&W Brab.) Projectleider: Dhr. K. Smulders, Functioneel Parket Voorzitter werkgroep kwaliteit Beoogde producten: evaluatierapport over de Brabantse de handhavingsstrategie; begeleiding vaststelling van de (vernieuwde) Brabantse de handhavingsstrategie; afspraken over de monitoring van naleefgedrag en uniformering van monitoringsgegevens; initiatieven voor organisatie en uitvoering van handhaving binnen de omgevingsvergunning, activiteiten AmvB en de Integrale waterwet. Ketenbeheer Bestuurlijk verantwoordelijke: (VROM Inspectie Zuid) Voorzitter: Mw. M. Reijers, Provincie Dhr. C. Bovenkerk (VROM Inspectie Zuid)
Realisatie De werkgroep Kwaliteit is in 2007 vier keer bij elkaar gekomen. De eerste helft van 2007 is de aandacht uitgegaan naar de evaluatie van de Brabantse handhavingstrategie. Hierbij is zowel het werken van de strategie beoordeeld als de mogelijkheid om de strategie te verbreden naar het gehele omgevingsrecht. Met de ondertekening van de Bestuursovereenkomst is door de partners ingestemd met de actualisering van de handhavingstrategie Zò handhaven we in Brabant. Parallel aan deze evaluatie is er Handreiking voor de strategie ontwikkeld. Dit is een interactief en dynamisch document. In de Handreiking wordt naast een nadere toelichting op de strategie diverse casussen aangereikt met een toelichting hoe in betreffende casus de handhavingstrategie is toegepast. Verder is de Handreiking een voorzet voor bestuurlijke sanctiemiddelen opgenomen. De Handreiking is alleen digitaal beschikbaar via de website www.sephbrabant.nl/handhavingstrategie. Verder is er een kleurrijke brochure voor de Brabantse handhavers gemaakt. Naast dat op een toegankelijke wijze de strategie is beschreven staan in deze brochure interviews met handhavers. Het betreft handhavers van alle niveaus en kleursporen. Van toezichthouder bouw- en woningtoezicht tot burgemeester en vertegenwoordiger Openbaar Ministerie. Daarnaast zijn in de werkgroep de ontwikkelingen omtrent het Activiteitenbesluit, het Besluit landbouw en de Waterwet besproken. Met betrekking tot het Activiteitenbesluit zijn in afstemming door de Seph’s diverse activiteiten georganiseerd. Verder zijn knelpunten naar het Bestuurlijk overleg doorgeleid. Begin 2007 is hieromtrent een bestuurlijke brief naar de Minister VROM gezonden. Tot slot zijn in de werkgroep de ontwikkelingen omtrent monitoring op provinciaal en landelijk niveau gevolgd.
Deze werkgroep had als doel om landelijk of elders ontwikkelde strategieën voor ketenhandhaving in Brabant te implementeren. Dit deed zij door het initiatief te nemen om voor de interventiestrategieën Dierlijke vetten, Bouw- en sloopafval, asbest en bodemsanering projectgroepen te formeren. Deze werkgroep is in 2007 opgegaan in de werkgroep bouwstoffen omdat veel ketenhandhavingsprojecten betrekking hebben op de problematiek die ook in de werkgroep bouwstoffen aan de orde komt. Ook waren grotendeels dezelfde personen in beide werkgroepen actief. Voor een weergave van de resultaten van ketenhandhaving wordt verwezen naar de individuele projecten op dit gebied die elders in deze bijlage zijn opgenomen.
Beoogde producten: In 2007 worden de volgende producten door de werkgroep verzorgd: ketentoezichtsproject asbest en BSA voor gemeenten, provincie en VROM-inspectie. ondersteuning netwerkvorming, kennisverzameling, vraagbaak voor netwerkpartners;
15 Provinciebreed jaarverslag 2007
Bijlage 4 Financiële verantwoording 2007 Servicepunten Handhaving De basis voor de financiering van de Servicepunten Handhaving in 2007, is vastgelegd in artikel 14 van de in 2005 afgesloten bestuursovereenkomst. Conform artikel 13 van zowel de nieuwe als de oude bestuursovereenkomst moeten de individuele regionale financiële jaarverslagen goedgekeurd zijn door de desbetreffende Bestuurlijke Regionale handhavingsoverleggen. Beschikbaar voor 2007 (na correctie indexering): Seph Brabant Noord Organisatiekosten Extra inkomsten TOTAAL
Seph Midden- Totaal Provincie en WestBrabant 183.033 245.695 593.701 164.488 15.168 234.218 347.521 260.863 827.919
Seph Brabant Zuidoost
164.973 54.562 219.535
Gerealiseerd in 2007: Seph Brabant Noord Facilitering handhavingprocessen Communicatie en informatieuitwisseling Kenniscentrum
Monitoring Onvoorzien TOTAAL
Seph Brabant Zuidoost
Totaal Provincie
157.163
165.858
228.281
551.302
36.875
9.095
13.166
59.136
5.841
73.594
13.470
92.905
0 1.284 201.163
38.399 566 287.512
0 3.186 258.103
38.399 5.036 746.778
16 Provinciebreed jaarverslag 2007
Seph Middenen WestBrabant
Resultaat 2007
Totaal beschikbaar Totaal gerealiseerd RESTANT
Seph Brabant Seph Brabant Seph Midden- en Totaal Noord Zuidoost West-Brabant Provincie 219.535 347.521 260.863 827.919 201.163 287.512 258.103 746.778 18.372 60.009 2.760 81.141
17 Provinciebreed jaarverslag 2007