1 Genetica als hulpwetenschap bij het historisch onderzoek naar de oorsprong van de Kempische bevolking. Inleiding. In de oude geschiedenisboeken lezen we dat na de inval van Clovis en zijn Merovingers in de 5de eeuw na Christus, de autochtone Gallo-Romeinse bevolking uit onze streken op de vlucht is geslagen richting Zuiden. 1 De huidige inwoners van Vlaanderen zouden bijgevolg van Germaanse oorsprong zijn. Eveneens was de Kempen in die periode zogezegd een desolate plaats, met slechts hier en daar en Frankische nederzetting. Deze premissen zouden vervolgens kunnen leiden tot de conclusie dat er geen nazaten meer zouden bestaan van de echte oude Belgen (of Kelten/Galliërs). Anderzijds, na de post Gallo-Romeinse periode zijn in de Kempen stilaan de ontginningen/settlements begonnen door pioniers. Waar precies nu weer deze pioniers vandaan kwamen kon men moeilijk of niet achterhalen.2 Er bestaan dus heel wat onduidelijkheden en vraagtekens voor wat betreft de herkomst van de huidige bevolking in Vlaanderen, of meer specifiek voor de Kempen. Stellen dat we allen van de Germanen afkomstig zijn, zou al te simplistisch zijn. De waarheid zal waarschijnlijk veel kleurrijker en boeiender zijn dan wat men tot nu toe heeft aangenomen. De huidige wetenschap, meer bepaald de DNA-analyses, laten toe om meer inzicht te krijgen in deze materie. Genografie en antrogenealogie. Genografie is een recente wetenschappelijke discipline in volle ontwikkeling, die onderzoek uitvoert naar de afstammingsgeschiedenis van de mens. Genografie maakt hierbij gebruik van het stukje geschiedenis dat zich in elke mens bevindt onder de vorm van DNA, dit in tegenstelling tot de klassieke benaderingen die gebaseerd zijn op taalrelaties, archeologische vondsten of oude geschriften. Antrogenealogie, een samentrekking van de woorden genealogie en antropologie, is de wetenschap van genealogie door middel van genetica met als doel zijn voorouders terug te vinden tot veel vroegere periodes dan opgelegd door de limieten van historische geschriften. Met andere woorden: door de studie van genetisch materiaal via moleculaire biologie kan men inzicht krijgen in de verre oorsprong van zijn voorouders of kan men ongekende familieleden opsporen door vergelijking van ieders Y-chromosomaal DNA of mitochondriaal DNA dat we van onze vaders en moeders geërfd hebben.3 Laten we eerst verduidelijken wat DNA nu precies is. DNA uit de celkern kan beschouwd worden als een complexe code die opgebouwd is uit 4 verschillende moleculaire bouwstenen. Deze complexe code is de drager van al onze genetische informatie die van generatie op generatie overgedragen wordt en komt in al onze lichaamscellen voor, behalve in de rode bloedcellen. Elk van ons heeft 23 chromosoomparen aanwezig in de kern van elke cel, en voor elk paar hebben we bij de bevruchting een chromosoom van de vader en een chromosoom van de moeder gekregen. 1
J.C.H. Blom; E. Lambrechts, Geschiedenis van de Nederlanden, HB uitgevers, 2001. K.A.H.W.Leenders, Van Turnhoutervoorde tot Strienemonde, Walburg Pers, 1996. 3 L.L.Cavalli-Sforza, Genes, Peoples and Languages, University of California Press, 2000. 2
Ó Benedikt Sas, 2008.
2
Wie was onze stamvader? Het 23ste paar zijn de geslachtschromosomen die bij een man bestaan uit één materneel X-chromosoom en één paterneel Y-chromosoom. Een vrouw heeft twee Xchromosomen waarvan er dus één afkomstig is van de vader en één van de moeder. Het Y-chromosoom wordt overgedragen van vader op zoon en het kan niet recombineren omdat elke mannelijke cel er slechts één heeft en er dus geen paren kunnen gevormd worden die onderling stukken DNA uitwisselen. Wetenschappers hebben ontdekt dat een klein stukje van dit DNA nagenoeg niet wijzigt bij het overdragen van vader op zoon of met andere woorden “niet muteert”. De geteste plaatsen op dit stukje DNA worden merkers genoemd en één wijziging/mutatie in een bepaalde merker gebeurt slechts om de ongeveer 50 generaties. Met deze genetische handtekening kunnen we dus nagaan of verschillende mannen tot eenzelfde “vaderlijke lijn” behoren. Anderzijds kan men aan de hand van het verschil in aantal mutaties van gelijkaardige, doch verschillende Y-chromosomaal DNA profiel, ruwweg schatten hoeveel generaties men moet teruggaan om een gemeenschappelijke voorvader te vinden. Aangezien vrouwen geen Y-chromosoom hebben, is het natuurlijk onmogelijk om dergelijke DNA analyse op vrouwen uit te voeren. Wel kan een vrouw meer informatie te weten komen over het verre verleden langs haar vaderskant, door haar broer of vader te laten testen. Op deze wijze kan men zeer ver terugkeren in de tijd en als het ware een bloedlijn opstellen van de zeer verre voorvaderen of “clanvaders” van een bepaalde clan of haplogroep. Dit is de facto de fylogenetische stamboom, weergegeven in Figuur 1. Om dubbelzinnig de haplogroep vast te stellen analyseert men bijkomend de zeer specifieke SNP (single nucleotide polymorphism) wat een bepaalde DNA sequentie is waarbij een variatie in slechts 1 nucleotide in het genoom het verschil bepaald tussen 2 leden van een bepaalde soort. Deze stamboom geeft weer hoe onze oudste voorvader, afkomstig uit Afrika, die we symbolisch als Adam kunnen beschouwen, voor een rijk nageslacht van de verschillende rassen of bevolkingsgroepen zorgde. Voor meer uitleg hieromtrent kan men bijvoorbeeld terecht op de de website van de Universiteit van Arizona.4 In Europa komen vooral de Y-DNA haplogroepen R1b, R1a, I1, I2b, J2 en N3 voor.5 R1b wordt beschouwd als de groep die rechtstreeks afstamt van de Cro-Magnon of met andere woorden van de oudste Homo Sapiens die zich in Europa heeft gevestigd. Meer dan 90% van de bevolking in sommige delen van West-Frankrijk, Noord-Spanje of Ierland behoren tot deze haplogroep. Deze haplogroep staat dan ook in nauw verband met de Kelten. Haplogroep R1a is gerelateerd aan de Arische en Kurgische cultuur, en aan de verspreiding van de Indo-Europese talen. Het is de dominerende haplogroep in Centraal en Oost-Europa, met vooral een sterke kern in Oekraïne, Polen en Tjechië. Ook in Scandinavië komt deze haplogroep frequent voor, vooral in Noorwegen. Haplogroep I vertegenwoordigt ongeveer 10 tot 45% van de Europese bevolking en kan verder onderverdeeld worden in een paar belangrijke subgroepen. Subgroep I1 4 5
ycc.biosci.arizona.edu/nomenclature_system/fig1.html www.eupedia.com/europe/origins_haplogroups_europe.shtml
Ó Benedikt Sas, 2008.
3 komt vooral voor in Scandinavië en Noord-Duitsland. Het wordt eveneens teruggevonden op plaatsen waar vroeger de oude Germaanse stammen en/of de vikings zijn binnengevallen. Subgroep I2b kan ook in verband worden gebracht met de Germanen, doch het komt wel veel minder voor en de kern ligt hoofdzakelijk in Nedersaksen. Andere plaatsen waar deze subgroep wordt teruggevonden zijn het noorden van Zweden, Denemarken, het oosten van England, de Benelux en het noorden van Frankrijk. De subgroep I2a is typerend voor de bevolking uit de Balkan, voornamelijk voor Bosnië en Croatië. De haplogroep J is typerend voor de bevolking uit Zuid-Oost Europa, meer bepaald voor centraal en Zuid-Italië, Griekenland en Roemenië. Het wordt ook vaak teruggevonden in Frankrijk, Turkije en het Midden-Oosten. Deze haplogroep kan in verband worden gebracht met de oude Grieken, de Romeinen alsook de Pheniciërs. Tenslotte vermelden we nog haplogroep N die nagenoeg enkel voorkomt in Finland, Rusland en Siberië. De andere Y-DNA haplogroepen zoals E3b, G, K, Q, C, P, A of L zijn eerder zeldzaam in Europa en komen slechts sporadisch voor.
Figuur 1: fylogenetische stamboom of stamboom van onze zeer verre voorvaderen.
Ó Benedikt Sas, 2008.
4 Wie was onze stammoeder? Naast celkern DNA (vide supra) erven we ook mitochondriaal DNA (mtDNA) dat in overvloed aanwezig is in iedere cel buiten de celkern. Dit DNA erven we enkel van de moeder en niet van de vader. Studie van mitochondriaal DNA leert ons iets over moederskant van onze voorouders en men kan als het ware zo terugkeren naar de oermoeder die we symbolisch kunnen beschouwen als Eva, of meer bepaald naar haar “7 dochters” of mt-DNA haplogroepen. Mutaties in mitochondriaal DNA gebeuren veel minder frequent dan bij Y-chromosomaal DNA. Over een tijdsspanne van duizenden jaren nemen deze mutaties toe zodat de ene vrouwelijke lijn een merkbaar verschillende sequentie krijgt tegenover een andere. Soortgelijk als voor het Y-chromosomaal DNA, kan men een stamboom van de clanmoeders of haplogroepen opstellen. De stambomen van de Y-chromosomale en mt-DNA haplogroepen alsook de evolutie en de distributie van deze haplogroepen, kunnen interactief, online worden geraadpleegd op de website van National Geographic.6 De DNA testen in praktijk. Men kan deze Y-DNA en mtDNA testen op diverse plaatsen laten uitvoeren. De eerste die deze techniek beschikbaar maakte voor het brede publiek was Prof. Dr. Sykes van de Universiteit van Oxford en die hiervoor een spin-off bedrijfje heeft opgericht genaamd Oxford Ancestries.7 Nadien bood ook Family Tree DNA uit Amerika deze testen aan.8 Niet alleen zijn ze veel goedkoper, maar men kan bovendien opteren om meer merkers te laten analyseren. Enige tijd geleden is National Geographic begonnen met het in kaart brengen van de DNA-profielen van verschillende bevolkingsgroepen uit gans de wereld. Men kan ook hier de DNAanalyses laten uitvoeren (nota: deze worden momenteel uitbesteed aan FamilyTreeDNA) en men neemt dan tevens automatisch deel aan het wereldwijde “Genographic Project” van Dr. Spencer Wells. Ook in België zijn er verschillende universiteiten en instituten die dergelijke analyses aanbieden. Voor diep voorouderlijk onderzoek zijn een beperkt aantal merkers (bijvoorbeeld 12) voldoende. Voor een meer diepgaand onderzoek dat subtielere verschillen kan blootleggen, zijn natuurlijk meerdere merkers noodzakelijk. Deze kostprijs kan voor velen zeer hoog lijken, maar men moet weten dat dit zeer complexe en dure analyses zijn die gebruik maken van zeer dure wetenschappelijke toestellen. De staalname is zeer eenvoudig en volledig pijnloos; men krijgt per post in de bestelde kit een aseptisch klein borsteltje waarmee men verschillende malen over de binnenkant van de kaak moet wrijven en vervolgens dient men dit borsteltje terug te sturen in bijgesloten aseptische tube of doosje. Een paar maanden later ontvangt men de analyseresultaten.
6
www.nationalgeographic.com/genographic/index.html www.oxfordancestors.com 8 www.familytreedna.com 7
Ó Benedikt Sas, 2008.
5 Enkele gevariëerde voorbeelden van families uit de Kempen. In de Antwerpse Kempen komen verschillende personen voor met de familienaam “Sas”. Andere vaak voorkomende schrijfwijzen of namen zijn tSas, Zas, Sass, Sasse, Sassen of Chas. In Latijnse geschriften vindt men ook Tshaesen. De kern van voorkomen nu ligt vooral in het voormalige land van Turnhout.9 De betekenis van de naam Sas heeft niets met een sluis te maken, zoals gekend uit de scheepvaart. Het was een oud-Nederlandse naam die aan personen werd gegeven afkomstig uit Saksen of beter “het land der Zassen”. Via doorgedreven onderzoek van archiefstukken, heeft men kunnen achterhalen dat de familie reeds in de Kempen leefde in de 13de eeuw na Christus. Om nog verder terug te gaan in de tijd, zouden we ons kunnen baseren op de genetica. Het DNA onderzoek kan ons eventueel in staat stellen om na te gaan of de familie daadwerkelijk afkomstig is uit Saksen conform de waarschijnlijke betekenis van de familienaam. Tevens zouden we kunnen nagaan van welke oerclan of haplogroep de Sassen zouden afstammen. Verschillende mannelijke familieleden hebben hun Y-chromosomaal DNA laten onderzoeken via Oxford Ancestries. Destijds werden enkel 12 merkers geanalyseerd. Nadien werd deze analyse nogmaals overgedaan bij Familie Tree DNA en werden er 37 merkers bepaald. Elk merker wordt gekenmerkt door een specifieke plaats, door een code (DYS#) en door een bepaalde waarde (allelen). Samen maken deze merkers dus deel uit van een unieke genetische handtekening van een specifiek persoon. Aldus werden de volgende typerende waarden voor de 37 merkers bekomen zoals weergegeven in Tabel 1. Men kan nu dit profiel gaan vergelijken met het profiel van anderen en nagaan of men directe familie is als de profielen identiek zijn of indien verschillend, schatten op basis van het aantal mutaties, hoeveel generaties geleden men een gemeenschappelijke voorouder had. Plaats 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
DYS# 393 390 19* 391 385a 385b 426 388 439 389-I 392 389-II
Allelen 11 22 14 10 13 18 11 12 13 12 14 29
Plaats 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
DYS# 458 459a 459b 455 454 447 437 448 449 464a 464b 464c
Allelen 15 9 9 11 12 23 15 19 29 14 14 16
Plaats DYS# 25 464d 26 460 27 GATAH4 28 YCAIIa 29 YCAIIb 30 456 31 607 32 576 33 570 34 CDYa 35 CDYb 36 442 *ook soms DYS# 394 genoemd 37 438 Tabel 1: Het typerend 37 merker Y-DNA profiel Sas.
Allelen 16 10 11 19 19 16 14 17 13 34 35 12 11
Men kan verschillende DNA-databanken raadplegen en wereldwijd uitzoeken of er zich ergens aanverwanten bevinden (bv uitgeweken familieleden naar Amerika).10,11,12 9
B.Sas, De Vlaamse Stam, 42, 2006, 169-178. www.ysearch.org
10
Ó Benedikt Sas, 2008.
6 Eén van de oudste databanken bevindt zich in het Instituut voor Gerechtelijke Geneeskunde van de Universiteit van Berlijn. 13 Deze oudere databank bevat gegevens van duizenden DNA profielen van personen (anoniem) over gans Europa, Azië, etc. Vroeger werden slechts enkele merkers geanalyseerd, meer bepaald DYS19, DYS389I, DYS389II, DYS390, DYS391, DYS392, DYS393 en in sommige gevallen nog DYS385, DYS438 en DYS439. In Tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de teruggevonden soortgelijke profielen met betrekking tot het profiel van de familie Sas. Profiel
DYS19
Fam. SAS
14 Chemnitz 14 Leipzig 14 München 14 Tirol 14 Berlijn 14 Londen 14
DYS389I
DYS389II
DYS390
DYS391
DYS392
DYS393
DYS385
DYS438
DYS439
12 12 12 12 12 12 12
29 29 29 27 27 26 29
22 22 22 22 22 22 22
10 10 10 10 10 10 10
14 14 14 14 14 14 14
11 11 11 11 11 11 11
13,18 13,18 13,18 13,17 13,17 13,18 13,16
11 NB NB NB NB NB 10
13 NB NB NB NB NB 11
NB: niet bepaald
Tabel 2: soortgelijke profielen uit de databank Universiteit van Berlijn. We kunnen duidelijk zien dat er een overeenstemming is met 2 personen afkomstig uit Chemnitz en Leipzig, 2 steden uit Saksen. Hoewel slechts 8 merkers beschikbaar waren voor vergelijking, bestaat er toch een grote zekerheid dat de Sassen uit de Kempen daar toch wel aanverwanten hebben rondlopen en dat dus één of meer vroegere voorvaderen afkomstig waren van Saksen. Er zijn 2 mutaties verschil met toch ook personen uit München, Tirol en Berlijn. We kunnen stellen dat mogelijks deze personen verwant zijn met Sas, doch dat de gemeenschappelijke voorvader veel verder in de tijd moet worden gezocht. Een dubbele mutatiesprong voor een bepaalde merker, komt vaak voor en daarom wordt een verschil van 2 in allelen slechts als 1 mutatie beschouwd. Een sprong van 3 komt echter niet voor en wordt beschouwd als zijnde 2 mutaties (één dubbele en één enkel). Ook vinden we, mits 3 mutaties verschil, een overeenstemming met een persoon uit Londen. Interessant is het misschien om te melden dat de Angelen en Saksen in de 5de eeuw na Christus zijn binnengevallen in Engeland. Het was uitermate merkwaardig om vast te stellen, dat naast het terugvinden van soortgelijke profielen in Saksen of Engeland, ook verwante profielen werden teruggevonden in Pakistan, India en Sri Lanka. Ook het zoeken in andere databanken leverde veel soortgelijke profielen op afkomstig uit de streek van de Punjab en India. De bijkomende SNP analyse (vide supra) van het DNA van de familie Sas toonde onweerlegbaar aan dat de oerclan of haplogroep, deze was van de M20+ mutatie of ook wel haplogroep L genaamd. Ongeveer 50% van de Indiërs die in het zuiden wonen, maken deel uit van deze haplogroep. Deze M20 merker komt echter zeer zelden voor buiten India! Hoe personen van deze oerclan in het vroegere Saksen terecht kwamen, is een boeiend onderwerp voor verdere studie, zeker als men weet dat de Saksische stam oorspronkelijk geen Germaanse stam was. Aangenomen wordt dat ze aan het begin van de eerste eeuw na Christus met boten aan wal gekomen zijn in het gebied Hadeln, gelegen tussen de monding van de Elbe en de Weser, en
11
www.ybase.org www.smgf.org 13 www.YHRD.org 12
Ó Benedikt Sas, 2008.
7 hebben daar slag gevoerd met de lokale bevolking, de Thüringer.14 Verdere doorgedreven studie kan dus verduidelijking brengen omtrent de oorsprong van de Saksische stam. Een recente hypothese stelt dat de Saksen soldaat-handelaars waren onder de Ptolomeeën, die zich na de val van het het rijk door de Romeinen, gevestigd hebben op een belangrijk kruispunt van handelsroutes.15 Nu naar een ander voorbeeld. De personen met de familienaam Jansen, zijn uitermate talrijk in de Kempen. Deze familienaam betekent “zoon van Jan”. Niet alleen zouden hier DNA-analyses hier kunnen inzicht brengen in de verre herkomst van deze families, maar ook naar verwantschappen tussen de verschillende families met dezelfde naam “Jansen” en alle andere mogelijke naamsvormen. De familie van Dr. H. Jansen die zijn herkomst tot voor 1700 in verband kan brengen met de streek rond Rijkevorsel, heeft eveneens dergelijke DNA-analyses laten uitvoeren. De resultaten zijn weergegeven in tabel 3. Plaats 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
DYS# 393 390 19* 391 385a 385b 426 388 439 389-I 392 389-II
Allelen 13 23 14 10 11 15 12 12 12 13 13 29
Plaats 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24
DYS# 458 459a 459b 455 454 447 437 448 449 464a 464b 464c
Allelen 17 9 10 11 11 25 15 19 29 15 15 17
Plaats DYS# 25 464d 26 460 27 GATAH4 28 YCAIIa 29 YCAIIb 30 456 31 607 32 576 33 570 34 CDYa 35 CDYb 36 442 *ook soms DYS# 394 genoemd 37 438 Tabel 3: Het typerend 37 merker Y-DNA profiel Jansen.
Allelen 18 11 11 19 23 16 15 17 17 36 37 12 12
Verdere analytische bepalingen toonden aan dat deze familie tot de haplogroep R1b behoort en nog meer specifiek tot de subgroep R1b1b2 waarvan we nu nog sterke concenstraties terugvinden in Ierland, Wales en delen van Schotland of met andere woorden “Keltenland”. Rijkevorsel lag vroeger redelijk geïsoleerd door zijn moerassen. Vandaar ook dat het mogelijk zou zijn dat hier toch een deel van de oorspronkelijke bevolking zich heeft weten te handhaven. Het zou dus kunnen dat de familie van Dr. Jansen nog afstamt van de Kelten of Galliërs, met ander woorden de echte Oude Belgen.
14
W. Lammers, Entstehung und Verfassung des Sachsenstammes, Wege der Forschung, Wissenschaftliche Buchgesellschaft Darmstad, 1967. 15 B. Sas, Taxandria, LXXIX, 2007, 171-189.
Ó Benedikt Sas, 2008.
8 Als laatste voorbeeld willen het DNA profiel bespreken van de familie van R.Vermeulen uit Vorselaar. Het DNA profiel is weergegeven in tabel 4. Plaats 1 2 3 4
DYS# 393 390 19* 391
Allelen 15 23 15 10
Plaats 5 6 7 8
DYS# 385a 385b 426 388
Allelen 12 15 11 13
Plaats 9 10 11 12
DYS# 439 389-I 392 389-II
Allelen 11 13 12 31
*ook soms DYS# 394 genoemd
Tabel 4: Het typerend 12 merker Y-DNA profiel Vermeulen. De analyses toonden aan dat deze familie als verre voorvaderen de haplogroep I heeft. Deze haplogroep is zeer typerend voor de Scandinavische volkeren. We mogen niet vergeten dat rond 900 na Christus de vikings in onze streken op bezoek zijn geweest en waarschijnlijk ook enige nazaten met vikingbloed hebben verwekt. De meer verfijnde SNP analyse toonde echter aan dat de familie Vermeulen tot de subgroep I2b behoorde waarvan het zwaartepunt van voorkomen vooral ligt in Nedersaksen. Sporadisch ook in het noorden van Duitsland of Denemarken. De kans is dus klein dat de familie van de vikings zou afstammen en in dit geval dan meer bepaald van de Denen in plaats van de Noren. Met een veel hogere waarschijnlijkheid kunnen we stellen dat deze familie zijn oorsprong vindt bij de Germanen uit de streek rond Nedersaksen die zich talrijk na de post Gallo-Romeinse periode en tijdens de middeleeuwen in onze streken hebben gevestigd. Deze paar voorbeelden geven een gevarieerd palet weer over de herkomst van de Kempische bevolking. Een uitvoeriger en grondig onderzoek is echter noodzakelijk om dit verder op een wetenschappelijke manier en in detail uit te werken. Deze studie zal ons echter een diepgaand inzicht verschaffen in de herkomst, de dynamiek en de oude geschiedenis van onze bevolking. Om een zo groot mogelijke bevolkingsgroep te bereiken zou het aangewezen zijn dat verschillende organisaties zoals verenigingen voor familiekunde of heemkundige kringen, hun krachten en middelen bundelen. Ook de steun van de overheidsinstanties zoals Cultureel Erfgoed Vlaanderen zou via financiële steun een enorme positieve bijdrage kunnen leveren, wetende dat dergelijke DNA analyses algemeen gezien niet goedkoop zijn en een groot aantal analyses noodzakelijk zijn om statistisch significante resultaten te bekomen aangaande het verre verleden en herkomst van de bevolking in de Kempen. Een eerste stap is gezet door VVF- Kempen en er lopen hierover momenteel gesprekken met de Gouw en Heemkunde Vlaanderen. Dankwoord. Met oprechte dank aan Dr. Herwig Jansen en Dhr. Roger Vermeulen (voorzitter van de heemkundige kring uit Vorselaar) voor het beschikbaar maken van de familiale DNA gegevens. Eveneens met dank aan de Heemkundige Kring Norbert de Vrijter uit Lille en de VVF-Kempen voor de verschillende initiatieven rond genografie en antrogenealogie toen dergelijke disciplines zich nog in een pril stadium van ontwikkeling bevonden.
Ó Benedikt Sas, 2008.