Gelezen:
Genesis 1 en 2 enkele verzen Marcus 16: 1 – 8
11-04-2004 Pasen is opstaan Gemeente, Het woord, het werkwoord dat bij Pasen hoort is: opstaan. Daarbij horen de afgeleide zelfstandige naamwoorden: opstanding en opstandig. In de afgelopen weken zijn wij bezig geweest met verhalen en begrippen die bij Pasen horen. In allerlei projecten die in veel kerken vooral in kinderkringen gevolgd worden, staan mooie platen die bij kinderen en volwassen mensen een verscheidenheid aan gedachtes kunnen oproepen. De platen van zo’n project zijn meestal paars van kleur; paars is in de kerken de kleur van inkeer en nadenken over. De laatste plaat is vaak goudkleurig of voorzien van veel wit. Wit, de kleur van het nieuwe begin. Maar ook groen en geel komen op deze platen voor. Kleuren die te maken hebben met jong leven, met voorjaar. Al deze kleuren zien we ook op de liturgie van vandaag. De platen van zo’n veertig dagen project hebben vaak een thema. Thema’s als: kiezen, op een voetstuk staan, geven en ontvangen, overleveren en uit handen geven. Ook het thema toejuichen komt in zo’n project, dat ook vaak op scholen gebruikt wordt, aan de orde: wie juichen kinderen of volwassenen toe, wie niet en waarom wel of niet? De laatste plaat toont ons een open deur, een poort die uitnodigt om naar binnen te gaan. Als je een deur door gaat, kan dat een aanzet zijn om opnieuw te beginnen. Je bent opgestaan en stapt de deur binnen en dan zie je wel wat er gebeurt. 1
Pasen: opstaan, opnieuw beginnen, geef kleur aan je leven. Mensen kunnen een zeker paasgevoel hebben na een verhuizing. De omgeving is helemaal nieuw, de kleur van de kamers is veranderd en je kijkt wellicht ook anders, vernieuwd tegen dingen aan, dingen die je allang had, maar die je vergeten was. Pasen, opstaan voor een nieuw begin van leven. Er zijn talloze theologen, priesters en predikanten die geprobeerd hebben hun gedachtes over dat wonderlijke Paasgebeuren, over dat Opstaan op papier te zetten. Een van die predikanten is ds. Niek Schuman. Jaren geleden, bij de bevestiging van een collega in Woubrugge, heb ik hem eens meegemaakt en er ging een enorme levensdrang van deze wat oudere collega uit. Hij heeft talloze verhalen en liturgische aanwijzingen gegeven. Aanwijzingen om van een dienst een feest te maken. Van zijn hand is het nu volgende Paasverhaal. Bij zijn verhaal staat: “ Een voordracht op Pasen, voor kinderen en andere mensen”. Opstaan, roept je moeder of je vader of de wekker, elke dag opnieuw. Want elke avond ga je weer liggen en elke morgen moet je weer opstaan. Naar school, naar een volgende school, naar je werk of naar nergens. Maar opstaan moet je, vroeg of laat. Heel je leven is een grote beweging van steeds maar weer gaan liggen en steeds maar weer opstaan. Plat en omhoog, ziek en weer beter, het leven is vallen en opstaan. Totdat je, net als alle mensen, voor de allerlaatste keer gaat liggen. Soms gaat dat langzaam, als je oud bent, dan lig je neer om nooit meer op te staan. Nooit meer???? Sommigen zeggen van wel. Ze zeggen dat je dan toch ligt te wachten op een stem die roept: Opstaan, 2
jij! Een vriendelijke, vreemde stem, die je alleen maar hoort als je zo ligt. Ze zeggen dat je dan weer op gaat staan en dingen ziet die je nog nooit zag. Dan ben je waar je nog nooit was. Die mensen zeggen er nog bij, dat zij het niet zelf verzonnen hebben, alleen omdat zij het zo graag willen. En dan vertellen zij een oud verhaal over een mens die was gaan liggen, die een stem hoorde en toen opstond. Omdat hij wist van wie die stem was. Die stem had hij tijdens zijn leven al gehoord. Het was een stem die zei, dat mensen geboren zijn voor vrede en liefde en niet voor oorlog, haat en narigheid. Hij vertelde van wat hij gehoord had, maar hij moest al gauw zijn mond houden. Dat deed hij niet, natuurlijk niet. Tenslotte hebben ze hem dood gemaakt. Zijn vrienden legden hem neer, voorgoed. Toen hoorde hij weer die stem: Opstaan! En hij stond op en ging naar zijn vrienden toe. Zij herkenden hem eerst niet, naderhand wel, toen en later en weer later, steeds opnieuw, nu nóg. Daarom oefenen zij zich vast in opstaan en zij leggen zich niet bij alles neer. Zij zeggen nee als een ander iemand slaat; zij staan op als blanke mensen zeggen dat zij meer waard zijn dan zwarte. Zij protesteren als mensen met veel geld niet samen delen met arme mensen. Zij leggen zich er gewoon niet bij neer als de een machtiger wil zijn dan de ander. Zij zeggen nee tegen kruisraketten en tegen eten uit plastic, nee tegen kistkalveren en legbatterijen, tegen stinkende lucht of gif in de grond en ….tegen teveel om allemaal op te noemen. Lastige mensen vinden andere mensen en je moet niet altijd zo opstandig zijn, zeggen die dan. Maar zelf zeggen zij: wij kunnen niet anders en dat komt door dat oude verhaal van de man die zich er niet bij neerlegde. Hij is opgestaan, zeggen zij, echt opgestaan. En waarom wij dan niet? 3
Tot zover het verhaal van ds. Niek Schuman…………… Dit is een, laat ik zeggen, vrije vertaling, een persoonlijke visie op het Paasverhaal, het Opstandingverhaal. Een weergave van hoe deze mens het Paasgebeuren ziet, ervaart en interpreteert. Hij wijst ons erop, dat wij het bijzondere niet meer zien. Het leven van alledag is tot een sleur geworden, heeft alle kleur verloren. Dat het leven méer is dan de alledaagse sleur moet ons soms op een bijzondere manier, via een verhaal, via een verhuizing, via een verandering duidelijk gemaakt worden. Misschien spreekt éen zin uit het "echte" Paasverhaal, het verhaal zoals wij het uit de bijbel hoorden, ons in het bijzonder aan. De engel, die in dat Paasverhaal voorkomt, vraagt aan Maria van Magdala en de andere Maria:“wat zoeken jullie de levende, de beweeglijke, bij de doden, bij degenen die liggen? Hij is hier niet, Hij is opgestaan. Hij is alweer op weg, Hij was niet te houden”. Opstaan hoort bij actieve mensen en het Paasverhaal is dan ook een verhaal van, voor en over actieve mensen. Die mensen hebben geen boodschap aan het lege graf, daar kunnen zij in feite niets mee. Wellicht vroegen de vrouwen na hun verwondering over het lege graf zich ook af: wat is hier nog te zien? En al snel voelden zij, (dat had dus niets met hun verstand te maken) dat zij weer aan het werk moesten en Jezus is hen daarin voorgegaan. Op de eerste dag van de week ging Hij aan het werk. Het Paasevangelie is dus echt een blijde boodschap, een boodschap voor doeners en werkers. Het Paasverhaal was er ook voor de Emmaüsgangers, voor mensen die ondanks hun verdriet op weg gingen, opstonden uit hun verslagenheid, maar de weg nog niet helder zagen. Als zij tijdens hun wandeling daar in de buurt van de stad Jeruzalem een mede-weggebruiker tegenkomen 4
en Hem aan tafel uitnodigen, een zeer joods gebruik, een teken van oosterse gastvrijheid, dan opent Hij hen de ogen en zegt hun op weg te gaan naar de vrienden, die nog verdrietig zijn en bij de pakken neer zitten, verstard en onbeweeglijk zijn. Voor hen is de wereld, het leven, grauw en kleurloos. Maar zij en ook wij, moeten het verleden, dat wat er gebeurd is, niet in stand houden door het letterlijke of figuurlijke lege graf te cultiveren. Wij doen er beter aan het verleden in stand te houden door de woorden van Jezus te bewaren en van geslacht op geslacht, van vader op zoon en van moeder op dochter, door te geven en te proberen vanuit die woorden te leven. Op Pasen passeert de Heer ons rakelings. En als wij Hem langs voelen komen, moeten wij opstaan, van onze plaats komen en proberen Hem te volgen. Dan komen we in beweging en doen wat onze hand vindt om te doen. Dan nemen wij het werk weer op, dat wij in verslagenheid en moedeloos lieten liggen. De overwinning op welke vorm van dood dan ook, is de grootste overwinning die mensen kunnen ervaren. Dat wilde Jezus zijn vrienden en ons laten zien, daar wilde Hij hen en ons deelgenoot van maken. Het is niet altijd gemakkelijk om op te staan, maar wij moeten proberen een keer meer op te staan dan te vallen, dan blijven wij in beweging, gaande, dan blijven wij mensen van de weg, zoals christenen heel vroeger al genoemd werden. Natuurlijk zullen er altijd vragen blijven bij de wonderlijk boodschap van Pasen; vragen die vooral met ons verstand te maken hebben. Maar ondanks onze vraagtekens bij die blijde boodschap van Pasen mogen wij proberen het verhaal met ons hart te geloven en met dat verhaal op weg te gaan. Al wandelende, struikelende misschien wel, met vallen én opstaan komen wij Hem tegen.
5
Dan wordt ons misschien wat kleurloos geworden bestaan weer kleurig. Amen.
6