Geneesmiddelen in het verkeer
© 2013, Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik (IVM) www.medicijngebruik.nl
Tekst en realisatie mw. E. Dik, apotheker IVM
Vormgeving Dickhoff Design Het IVM heeft de grootst mogelijke zorg besteed aan het totstandkomen van deze brochure. Aan de inhoud hiervan kunnen geen rechten worden ontleend. Het IVM is niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade die het gevolg is van het gebruik van de informatie die door middel van deze brochure is verkregen.
Inhoudsopgave 4
Inleiding
5
Drie categorieën
7
Adviezen zorgverlener
9
Juridische aspecten
11
Contra-indicatie Verkeersdeelname
13
LESA Geneesmiddelen en verkeersveiligheid
13
FTO-module Geneesmiddelen en verkeersveiligheid
14
Training apothekersassistenten
14
Training bedrijfsartsen
14
Patiënteninformatie
3
Inleiding Ongeveer tien procent van de verkeersdeel-
Als huisarts, specialist, bedrijfsarts of apotheker
nemers gebruikt geneesmiddelen die de
heeft u de verantwoordelijkheid de patiënt
rijvaardigheid beïnvloeden. Hoewel zij in het
goed te informeren over de invloed van genees-
algemeen goed op de hoogte zijn van de risico’s
middelen op de rijvaardigheid. In de praktijk
van geneesmiddelen in het verkeer, past meer
kunt u hierbij tegen onduidelijkheden aanlopen.
dan de helft van deze mensen het rijgedrag niet
Tot hoever reikt deze verantwoordelijkheid? Is er
aan. Per jaar vallen er volgens een recente schat-
wel voldoende informatie beschikbaar? Zijn er
ting tussen de 33 en 66 verkeersdoden en meer
alternatieven mogelijk qua middelen of tijdstip
dan 1.000 gewonden door rijden onder
van toediening? Welk schriftelijk voorlichtings-
invloed van geneesmiddelen.
materiaal is beschikbaar? Hebben beroepschauffeurs specifieke adviezen nodig?
Het Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Fryslân start in samenwerking met het Instituut voor
Deze brochure biedt actuele informatie over
Verantwoord Medicijngebruik een campagne
rijgevaarlijke geneesmiddelen. Tevens worden
voor publiek en beroepsbeoefenaren om veilig
juridische kaders geschetst en komt een aantal
gebruik van geneesmiddelen in het verkeer te
ondersteunende materialen voor beroeps-
bevorderen. De campagne is gericht op alle deel-
groepen aan bod, zoals een nieuwe LESA en
nemers aan het gemotoriseerde verkeer.
een FTO-module.
Kijk voor uitgebreide informatie op www.rijveiligmetmedicijnen.nl 4
Drie categorieën In de apotheek worden rijgevaarlijke genees-
Categorie I
middelen voorzien van een gele sticker en/of waarschuwingstekst. Deze geneesmiddelen
Weinig negatieve invloed op de rijvaardigheid.
kunnen echter onderling sterk verschillen in hun
Dit is vergelijkbaar met een bloedalcohol-
invloed op de rijvaardigheid. De rijgevaarlijke
concentratie van < 0,5 g/l (< 0,5 ‰).
geneesmiddelen zijn daarom ingedeeld in drie categorieën. Tevens kunnen factoren als starten
Categorie II
of stoppen van een geneesmiddel, aanpassen van de dosering en moment van inname van
Licht tot matig negatieve invloed op de
invloed zijn op de rijvaardigheid. Deze factoren
rijvaardigheid. Dit is vergelijkbaar met een
zijn verwerkt in adviezen van de nieuwe Contra-
bloedalcoholconcentratie van 0,5 tot
indicatie Verkeersdeelname van de KNMP; zie
0,8 g/l (0,5 – 0,8 ‰).
hoofdstuk Contra-indicatie Verkeersdeelname. Categorie III De drie categorieën zijn gebaseerd op het (acute) effect bij het starten van een genees-
Ernstige of potentieel gevaarlijke invloed op
middel. Dit effect wordt bepaald in een
de rijvaardigheid. Dit is vergelijkbaar met een
standaard-rijtest, waarin wordt gemeten wat
bloedalcoholconcentratie van > 0,8 g/l (> 0,8 ‰).
het slingergedrag is van een automobilist na inname van het geneesmiddel. Hierbij is uit-
Ter vergelijking: de limiet voor deelname aan
gegaan van een normale, therapeutische
het verkeer is voor alcohol 0,5 ‰ (0,2 ‰ voor
dosering voor volwassenen bij de hoofdindicatie.
de beginnende bestuurder).
5
Algemene adviezen bij de categorieën
Categorie III
Kies als dit mogelijk is een geneesmiddel uit
Geneesmiddelen uit categorie III hebben een
categorie I of een geneesmiddel dat niet van
ernstige of potentieel gevaarlijke invloed op
invloed is op het reactievermogen. Dit geldt
de rijvaardigheid. Informeer de patiënt over de
zeker wanneer de patiënt regelmatig zijn auto
mogelijke bijwerkingen met een negatieve in-
(motor, scooter of brommer) gebruikt.
vloed op de rijvaardigheid. Ontraad de patiënt nadrukkelijk om auto te rijden. Overweeg bij
Categorie I
een geneesmiddel uit categorie III bij voorkeur
Geneesmiddelen uit categorie I hebben weinig
een rijveiliger alternatief voor te schrijven.
invloed op de rijvaardigheid. Vertel de patiënt dat de eerste dagen bijwerkingen met een nega-
Kijk voor specifieke adviezen per geneesmiddel
tieve invloed op de rijvaardigheid mogelijk zijn.
op www.rijveiligmetmedicijnen.nl
Adviseer de patiënt om in dat geval geen auto te besturen zolang deze bijwerkingen optreden. Categorie II Geneesmiddelen uit categorie II hebben een licht tot matig negatieve invloed op de rijvaardigheid. Informeer de patiënt over de mogelijke bijwerkingen met een negatieve invloed op de rijvaardigheid. Ontraad de patiënt de eerste paar dagen van de behandeling te gaan autorijden. Schrijf indien mogelijk een rijveiliger alternatief voor.
6
Adviezen zorgverlener Het is van belang zowel mondelinge als schrif-
Alternatieven
telijke informatie te geven over de invloed
Indien een geneesmiddel problemen oplevert met
van een geneesmiddel op de rijvaardigheid,
de rijvaardigheid, zijn de volgende alternatieven
rekening houdend met een aantal algemene
mogelijk:
adviezen:
• Een ander geneesmiddel voorschrijven uit dezelfde
• Ontraden van gelijktijdig gebruik van geneesmiddelen en alcohol, vanwege
of een andere groep dat minder of geen invloed heeft op de rijvaardigheid.
een versterking van de beïnvloeding van het reactievermogen.
• De patiënt adviseren de eerste periode niet te rijden. Bij clomipramine bijvoorbeeld wordt de
• Bij het bespreken van de alternatieven met de patiënt nagaan wat hij van de alternatie-
patiënt de eerste week ontraden auto te gaan rijden.
ven vindt en of hij in staat denkt te zijn het behandelplan op te volgen.
• Aanpassen van de dosering. Bij amitriptyline verandert bijvoorbeeld het advies bij een dosering
• De patiënt adviseren om de eerste gebruiks-
hoger dan 75 mg per dag.
periode alert te zijn op mogelijke bijwerkingen zoals sufheid, duizeligheid of slaperigheid en dan vooral niet te rijden. • De patiënt adviseren niet langer dan een
• Aanpassen van het tijdstip van inname naar bijvoorbeeld ‘voor de nacht’. • Vermijden van een combinatie met andere genees-
uur achtereen te rijden, een passagier mee
middelen die invloed hebben op de rijvaardigheid.
te vragen om extra op te letten op signalen
De combinatie heeft een grotere invloed op de rij-
van ongewoon rijgedrag.
vaardigheid dan de geneesmiddelen afzonderlijk. • Overwegen van een niet-medicamenteus alternatief. Dit geldt met name bij benzodiazepinen.
7
Beroepschauffeurs Beroepschauffeurs nemen langer deel aan het verkeer, zijn soms verantwoordelijk voor passagiers en lopen vaak extra risico’s doordat ze grotere voertuigen besturen. Het is daarom van belang bij voorschrijven en afgifte van rijgevaarlijke geneesmiddelen extra aandacht te besteden aan de risico’s van deelname aan het verkeer. De huisarts kan daarbij de patiënt adviseren contact op te nemen met de bedrijfsarts voor adviezen en afspraken over het werk. Bronnen Voor de mondelinge informatie kan de Contraindicatie Verkeersdeelname uit het HIS en AIS als basis dienen. De LESA Geneesmiddelen en verkeersveiligheid geeft adviezen over welke informatie wanneer gegeven kan worden. Als schriftelijke informatie kan de huisarts de NHGPatiëntenbrief Geneesmiddelen en verkeersveiligheid meegeven en de apotheker de KNMP-folder Verkeersdeelname. Voor meer informatie over deze producten zie de gelijknamige hoofdstukken.
8
Juridische aspecten Met welke juridische aspecten heeft u als arts of
alternatieven. Onder de bijwerkingen valt ook
apotheker te maken? Voor geneesmiddelen en
de invloed van een geneesmiddel op de rijvaar-
rijvaardigheid zijn van belang de Wet op de
digheid. Arts en apotheker blijven in gebreke
Geneeskundige Behandelingsovereenkomst
wanneer ze deze informatie niet geven. Heeft
(WGBO), de Wegenverkeerswet en de Regeling
de patiënt de informatie over de invloed van zijn
Eisen Rijgeschiktheid.
geneesmiddel op de rijvaardigheid ontvangen, dan is deze zelf verantwoordelijk voor de beslis-
WGBO
sing al dan niet brommer, motor of auto te rij-
De arts en de apotheker vallen onder de WGBO.
den. De huisarts of apotheker is dus niet
Zij hebben daarmee de plicht om de patiënt in te
aansprakelijk voor de beslissing die een patiënt
lichten over mogelijke bijwerkingen van de voor-
neemt op basis van de gegeven adviezen.
geschreven geneesmiddelen en over mogelijke de eergeleg in lid 1 n e d door n n a e v id r zich le itvoeren e u n t e n e rl h e ij v 2. B t te wete de hulp ijze dien ting laat rw e ch jk li li rp e e d v nt re ndige de patië neesku hetgeen k of de e G : t e n s d a nderzoe v m nko e ) an het o aanzien e 5 Wet op v r n l g e e en van n te o v li t d e o t ch lings el 7, Afd e rd en he akelijk a it a z d T a d , n o 7 e a o d k n h e a. hij Be oek, Bo ling die ngen; ijk wetb rvan behande verrichti (Burgerl n co’s daa re e o v te 8 it 4 en en risi u 4 lg l e o e d v jk e li g e Artike n id te atiënt; t op du verwach ng e patiën van de p voorgeb. de te ehandeli ver het er licht d ondheid o z n e e in oek of b g rl e rz e jk v e li d d e lp g r n u n o ft o li h o ri e v n h e d a D sc v n 1. beha oden vraagd g estelde re meth k, n desge men; betrekkin de voorg c. ande wijze, e nderzoe n o e t rking ko k e e e h o m t ten met n n rz h a e e ic a d z tr n it e in m ro d o ru te ie n n d en het d va e voo nome ikkeling t betreft stoestan van en d de ontw voor wa de staat zondheid de id e ng. . e ie g li d h d en over e e d t d d n n n o n ë a z e iens ge een pati f de beh ndeling d t o a t k h ch e to e li t o b r ik e e rz e d ft bere verlen het ond De hulp niet hee rein van patiënt. ren nog ttingsa ja v e lf l b a a n ij van tw verheid.n ast bij z leeftijd wetten.o e in als p ia z v ij n w e e g le nig Te raadp op zoda en. g o rm e v
9
Wegenverkeerswet
Regeling Eisen Rijgeschiktheid
Personen mogen conform de Wegenverkeerswet
Bij bepaalde aandoeningen wordt de rijgeschikt-
geen voertuigen besturen wanneer zij zodanig
heid beïnvloed door de aandoening zelf, zoals
onder invloed zijn van een geneesmiddel dat
bijvoorbeeld bij epilepsie. Het CBR beoordeelt de
dit de rijvaardigheid vermindert. Voor alcohol
lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het
geldt een limiet van de toegestane bloedalcohol-
besturen van motorrijtuigen (rijgeschiktheid)
concentratie van 0,5‰ (voor de beginnende
aan de hand van bij ministeriële regeling vastge-
bestuurder 0,2‰). Voor geneesmiddelen bestaat
stelde eisen. Deze eisen staan genoemd in de
er geen vergelijkbare limiet.
Regeling Eisen Rijgeschiktheid, te raadplegen op www.cbr.nl
wet erkeers Wegenv
besturtuig te een voe n e d ijl hij o r verb ren, terw een iede en bestu o f, waard o te st 1. Het is r van een stuurde e d b e ls lo a v f in t het ren o danige eten, da onder zo moet w s rt ij e e et het rw rk e ve delijk inatie m eet of re in comb w t kan ij ie h n id n n e a a h v d jvaardig ri rvan - al a e a d d in f ik gebru esturen dere sto oorlijk b n een an h a e v b t ik to ru geb t hij niet eren, da t. vermind en geach et word staat mo l verheid.n wetten.o ia v n e leg Te raadp
Artikel 8
10
Contra-indicatie Verkeersdeelname In de Contra-indicatie Verkeersdeelname van
Het advies geeft informatie over:
de KNMP* wordt per geneesmiddel een advies
• de mate waarin het geneesmiddel de
gegeven over verkeersdeelname, waarbij
rijvaardigheid beïnvloedt: licht, matig
rekening wordt gehouden met factoren als
of ernstig, inclusief een vergelijking met
starten en stoppen van een geneesmiddel, aanpassen van de dosering en het moment van inname. Per geneesmiddel worden, indien
alcoholpromillages; • of deelnemen aan gemotoriseerd verkeer wordt ontraden en voor hoe lang;
mogelijk, alternatieven gegeven voor het geval
• rijveilige alternatieven (indien van toepassing);
een geneesmiddel problemen oplevert met de
• de belangrijkste bijwerkingen die een nega-
rijvaardigheid. De Contra-indicatie is gericht op huisartsen en apothekers.
tieve invloed hebben op de rijvaardigheid. Onder elk advies volgt achtergrondinformatie, met aandacht voor de juridische aspecten. De adviesteksten zijn opgenomen in de huisartsen- en apotheekinformatiesystemen (HIS en AIS) en verschijnen afhankelijk van de instelling van de softwareleverancier al dan niet actief op het scherm bij aanschrijven of afleveren van een geneesmiddel dat de rijvaardigheid beïnvloedt. Apothekers kunnen op kennisbank.knmp.nl de achtergronden van de adviezen nalezen in de statusrapporten van de Contra-indicatie Verkeersdeelname. *De Contra-indicatie Geneesmiddelen en Verkeersdeelname is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, literatuuronderzoek door het Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid en een geneesmiddelenlijst van de International Council on Alcohol, Drugs & Traffic Safety (ICADTS)
11
Oxazepam Cat. III Adviezen per geneesmiddel De Contra-indicatie Verkeersdeelname omvat onder meer de geneesmiddelgroepen: • benzodiazepinen • antidepressiva • antihistaminica • amfetamines • anti-epileptica • antipsychotica • parkinsonmiddelen • opioïden • hoofdpijnmiddelen • maagdarmmiddelen Bovengenoemde geneesmiddelen hebben een negatieve invloed op het reactievermogen en daarmee op de rijvaardigheid. Effecten die hiertoe kunnen leiden zijn duizeligheid, sedatie, verminderd coördinatievermogen en verminderde oplettendheid.
Op de website www.rijveiligmetmedicijnen.nl staat een lijst van de geneesmiddelen met de categorie waarin ze vallen en een kort advies gebaseerd op de Contra-indicatie Verkeersdeelname.
12
tentieel ft een ernstige of po Dit geneesmiddel hee orie III). de rijvaardigheid (categ gevaarlijke invloed op tie van t een alcoholconcentra Dit is vergelijkbaar me le). > 0.8 g/l (> 0.8 promil dit geneest autorijden hangt bij Het advies wel of nie mige gevallen de aandoening. In som middel tevens af van : zie de idsverklaring nodig zijn kan een rijgeschikthe e. ati dic de contra-in juridische aspecten in Advies r. ijk een alternatief voo • Schrijf indien mogel • Alternatieven zijn: t.I). ron 20 mg per dag (ca angststoornissen: buspi m, epa tizolam, lormetaz slaapstoornissen: bro . em temazepam, zolpid ef mogelijk is: Indien geen alternati : ontraad de en met 50 mg per dag • Bij een dosering tot r na inname. jden tot en met 16 uu patiënt te gaan autori uur na 16 meestal rijveilig vanaf Het geneesmiddel is ud ho en, r de bijwerkingen aan inname. Als na 16 uu erkingen orijden zolang de bijw ontraad de patiënt aut aanhouden. identeel ger dan 50 mg: bij inc • Bij een dosering ho n tot en iënt te gaan autorijde gebruik ontraad de pat k ontraad de e. Bij dagelijks gebrui met 24 uur na innam jden. patiënt te gaan autori
LESA Geneesmiddelen en verkeersveiligheid Wanneer geeft u nu welke informatie aan
middel. En daarbij zowel mondelinge als
de patiënt? En hoe stemt u als huisarts en
schriftelijke informatie te geven. Daarnaast
apotheker deze informatie op elkaar af? Dit
geeft de LESA adviezen voor het afstemmen
wordt beschreven in de nieuwe landelijke
van de patiëntenvoorlichting. Aanbevolen
Eerstelijns Samenwerkingsafspraak (LESA)
wordt hierover tijdens het farmacotherapie-
Geneesmiddelen en verkeersveiligheid, opge-
overleg (FTO) werkafspraken te maken.
steld door NHG en KNMP. De LESA adviseert
De LESA is te downloaden van www.nhg.org
huisartsen en apothekers de patiënt bij eerste en bij tweede voorschrift en uitgifte te informeren over de risico’s van een rijgevaarlijk genees-
FTO-module Geneesmiddelen en verkeersveiligheid Op basis van de LESA heeft het IVM een FTO-
Aandachtspunten hierbij zijn onder meer:
module ontwikkeld. Deze biedt de voor-
• Welk voorlichtingsmateriaal wordt door wie
bereiders van het FTO een kant-en-klaar programma. Aan de hand van ondermeer
aan de patiënt gegeven? • Bespreekt de apotheker bij een herhaalrecept
casuïstiek en een kennistoets wordt aandacht
met de patiënt de invloed die het genees-
besteed aan de invulling van de taakverdeling
middel op de rijvaardigheid kan hebben, of
tussen huisarts en apotheker.
doet alleen de huisarts dit? • Wanneer neemt de apotheker contact op met de huisarts over een mogelijk rijveilig alternatief? U kunt deze FTO-module gratis bestellen via www.webshop-medicijngebruik.nl.
13
Training apothekersassistenten
Patiënteninformatie
De apothekersassistent speelt een belangrijke
NHG-Patiëntenbrief Geneesmiddelen
rol bij het geven van adviezen aan de balie over
en Verkeersveiligheid
geneesmiddelen en verkeersdeelname.
Er is een nieuwe NHG-Patiëntenbrief ontwikkeld
De training Geneesmiddelen in het verkeer
over verkeersdeelname. Deze kan worden mee-
geeft apothekersassistenten handvatten om
gegeven door de huisarts. De patiëntenbrief is
deze adviezen in praktijk te brengen.
te downloaden vanaf www.nhg.org
Voor meer informatie en aanmelding, Patiënteninformatiefolder Verkeersdeelname
zie www.medicijngebruik.nl
De KNMP heeft de folder over verkeersdeelname geheel herzien. Deze kan worden meegegeven
Training bedrijfsartsen
door de apotheek.
De training ‘Geneesmiddelen, werk en rijvaardig-
Bijsluiter
heid’ voor bedrijfsartsen is vernieuwd en aange-
Realiseert u zich dat de adviezen in de bijsluiter
past aan de laatste inzichten. U kunt zich voor
soms minder specifiek zijn dan die in de Contra-
deze training opgeven bij de NSPOH, zie
indicatie Verkeersdeelname in uw HIS en AIS.
www.nspoh.nl
Kijk ook op de website www.rijveiligmetmedicijnen.nl Deze website bevat achtergrondinformatie over alle beschikbare materialen en een overzicht van de meest voorgeschreven geneesmiddelgroepen die de rijvaardigheid beïnvloeden met een verkort advies uit de Contra-indicatie Verkeersdeelname van KNMP/WINAp.
14
15