Inhoudsopgave G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken. . 2 Principe. . 2 Elementen van duurzame keuze. . 11 Uitvoering - Ontwerp. . 15 Implemantie - Uitvoering. . 30 Implementatie - Gebruik. . 30 Implemantatie - Einde of levend. . Dit deel is nog niet beschikbaar op dit ogenblik. . 30 Referenties. . 31
Inhoudsopgave
Page 1 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken Een luchtdichte bouwmantel ontwerpen
Principes Uitdagingen Het debiet verse lucht dat via lekken en kieren in de bouwmantel het gebouw binnenkomt, is oncontroleerbaar (wat de hoeveelheid, de temperatuur, de richting en de duur betreft) en varieert sterk naargelang de weersomstandigheden. Een slechte luchtdichtheid heeft tal van onaangename gevolgen: toename van het energieverbruik, onaangename luchtstromen (thermisch ongemak), condensatie aan de binnenzijde van de wanden, een slecht werkend ventilatiesysteem, slechte akoestische kwaliteit van de bouwmantel (akoestisch ongemak)… Luchtinfiltratie moet dus zoveel mogelijk worden beperkt, ongeacht welk systeem voor hygiënische ventilatie wordt gebruikt. Deze beperking van de infiltraties moet worden onderzocht vanaf het voorontwerp van het gebouw en de details ervan: dit heeft een doorslaggevende impact op het eindresultaat. Anders dan wat vaak wordt gedacht, is luchtdichtheid een aspect dat niet pas tijdens de bouwwerkzaamheden moet worden aangepakt.
Afbeelding 1: Blowerdoor G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 2 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Bron: MATRiciel De "blowerdoor" dichtheidstests dienen ter controle en niet als vertrekpunt voor het ontwerp. In deze aanbeveling zijn meerdere aandachtspunten opgenomen voor het ontwerp. Bovendien kan een goede luchtdichtheid alleen worden bereikt wanneer alle personen die bij de bouw betrokken zijn, zich bewust zijn van deze uitdaging. Als een van deze personen niet op de juiste wijze betrokken is, kan dit het doel in gevaar brengen. De regelgeving inzake de energieprestaties van gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest houdt rekening met het lekdebiet v50 via de warmteverliesoppervlakte van de bouwmantel (At). De afbeelding hieronder toont de impact van deze waarde op het E-prestatieniveau, een weergave van het specifieke primaire gebruik onder normale omstandigheden (weer, bezetting, werking…). We stellen vast dat als het lekdebiet verdubbelt van 3 m³/u.m² naar 6 m³/u.m², het primaire verbruik met 4 tot 5% toeneemt.
Afbeelding 2: Lekdebiet via de buitenmantel van het gebouw Bron: Construire avec l'énergie, naturellement, Région Wallonne Bij wijze van voorbeeld volgt hier een schatting van de meerkosten. In de winter verdwijnt warme lucht via lekken in een slecht afgedicht gebouw. De koude komt binnen. Een voorbeeld: een gebouw van 60m x 10m x 12m, d.w.z. 7.200m³, met een reëel ventilatiedebiet (niet-mechanisch, alleen niet-gecontroleerde infiltratie/lekkage naar buiten) van 0,5 hernieuwingen/u, wat overeenkomt met 2 m³.u/m². Deze ventilatie door gebrekkige afdichting van het gebouw zal een winterverbruik opleveren van: • • • •
(0,5 x 7200) [m³/u] x 5800 [u] x 0,34 [Wh/m³.K] x (15° - 6°) /1000 = 64 000 [kWh/jaar] Waarbij 5800 = aantal uren stookseizoen En 0,34 Wh/m³.K = thermisch vermogen van de lucht En 15° = gemiddelde binnentemperatuur, rekening houdend met nachtelijke afkoeling en een gratis warmteproductie van 3° • En 6° = gemiddelde winterbuitentemperatuur in het centrum van België # Dit komt neer op een equivalent van +/- € 2.850/jaar indien de warmte wordt geleverd door stookolie voor € 0,6/liter incl. btw (Bron: www.energieplus-lesite.be, Evaluer l'étanchéité à l'air) De luchtdichtheid hangt vooral af van de kwaliteit van de materialen en van de uitvoering ervan, terwijl de dampdichtheid uitsluitend afhankelijk is van de aard van de materialen zelf. De doordringbaarheid door waterdamp is een keuzecriterium voor de materialen die de verschillende wanden van de bouwmantel uitmaken (zie met name de fiche G_MAT10 - Duurzame keuze van bekledingsmaterialen voor binnenmuren en plafonds).
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 3 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Stappenplan De te volgen stappen voor een goede luchtdichtheid 1. Bepaal het af te dichten volume: Bepaal de grens tussen het beschermde volume en de buitenwereld, maar ook de positie van de afdichtingsbarrière binnen de wand. Let hierbij op het ontwerp van het gebouw. Hoe complexer de vormgeving van het gebouw, hoe meer risico op problemen bij de afdichting. 2. Ontwerp van de luchtdichtheid: Omvat de locatie van de technische installaties. De locatie van de technische installaties heeft een impact op het aantal doorboringen van de afdichtingsbarrière. Tot slot de keuze van de aard van de luchtdichte afwerking. Bepaal welke details risico lopen en stel oplossingen voor (een detailbestek realiseren). 3. Zie toe op de goede uitvoering: Communicatie en planning: realisatie en coördinatie van de werken. Controle en toezicht de uitvoering: controleer de aard en de toepassing van de materialen, inspecteer de ventilatiekokers alvorens de technische kokers te sluiten… Realiseer een tussentijdse test voor een gedeelte van het gebouw. Meting van het eindresultaat
Indicatoren Bij de meting van de luchtdichtheid van een gebouw wordt gebruik gemaakt van twee indicatoren: • n50, de waarde die in het referentieel. • Infiltratie-, druk- en blowerdoortest: deze techniek wordt in overeenstemming met de norm NBN EN 13829 toegepast om de luchtdichtheid van een gebouw of een gedeelte van het gebouw te meten tijdens en na de bouw. Het gebouw wordt met een ventilator onder druk gezet en het drukverlies wordt gemeten. • Prestatieklassen voor de luchtdichtheid van de kozijnen: De norm NBN EN 1026 bepaalt de prestatieklassen voor de luchtdichtheid van het buitenschrijnwerk (prestatieklassen voor de luchtdichtheid van 1 tot 6).
Overzicht van de voorzieningen Deze aanbeveling vertaalt zich praktisch naar zeventien maatregelen. Onder deze maatregelen worden de verschillende concrete oplossingen verstaan die kunnen worden toegepast om de doelstellingen te behalen. MAATREGELEN
AANDACHTSPUNTEN
LUCHTDICHTHEID VAN DE DEUREN
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 4 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Guillotineplinten
Keuze van de gevel voor de voordeur
Borstelvoegen Type drempel Seuil suisse Automatisch sluitsysteem Toegangssluis
Afbeelding 4: Luchtdichtheid van de toegangsdeur [047_Stuckens] Bron: Yvan Glavie
Positie van de plint ten opzichte van de drempel Voorkeur voor glazen deuren Schuifdeuren vermijden Indien nodig ruimte voorzien voor een toegangssluis Elektrische voorzien
aansluitingen
Afbeelding 5: Seuil suisse Bron: Righini – ter illustratie LUCHTDICHTHEID VAN DE KOZIJNEN Dubbele dichtheidsbarrière
Type opening Moet continu zijn Aantal aanslagen Afbeelding 6: Luchtdichtheid van de kozijnen [068_Loi 42]
Aanwezigheid en locatie van voegen
Bron: Yvan Glavie
Verzorgdheid van de voeg tussen kozijn en ruit Elke barrière op hetzelfde niveau
Dubbele kozijnen
Behoud originele kozijnen mogelijk
Renovatie afdichting
Reparatie van de afdichting tussen de aanslag en het kozijn
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 5 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Reparatie van de beschadigde delen van de kozijnen LUCHTDICHTHEID VAN DE VLOER-MUURVOEG Voegstrook
Zorg ervoor dat de vloer droog is Zorg ervoor dat de vloer vrij is van stof en vet Ononderbroken lijmstrook langs de voeg
Afbeelding Muurvoetstuk
7:
Bron: WTCB LUCHTDICHTHEID VAN DE VLOER-KOZIJNVOEG Inspuiting isolatiemateriaal
van
Pas op voor infiltratie tussen het kozijn en de pleisterplaat
Afbeelding 8: Kleefband [068_Loi 42]
Siliconenvoeg
Maakt een eerste afdichtingsbarrière mogelijk, maar moet worden aangevuld met andere middelen.
Bron: Yvan Glavie
Kleefband
Voor de volledige periferie van de verbinding tussen kozijn en ruwbouw Respecteer de continuïteit in de hoeken Controleer de uniformiteit van de periferie op het plaatsingsvlak Het volledige schrijnwerk volgen
LUCHTDICHTHEID VAN DE WANDEN Dampwerend dampremmend membraan
of
Bij voorkeur langs de warme zijde van het isolatiemateriaal Afdekking van de banen is belangrijk; gelijmd en bij voorkeur op een harde ondergrond Dek de bevestigingselementen af met een luchtdichte kleefband Aanbevolen om latwerk aan te brengen op de afdichtingslaag alvorens de binnenbekleding aan te brengen Juiste behandeling van de verbindingselementen
Regenwerend membraan
Buitenzijde van de wand Afdekking van de banen Afdekking van de bevestigingspunten met kleefband
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 6 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Afdichting van de boorgaten Stukadoorswerk
Het snijvlak van de wanden zorgvuldig afdichten alvorens de deurlijsten te plaatsen Ook voor al het metselwerk
Gevoegde gipsplaten
Aandacht besteden aan de voegen Type lijm (niet te hard)
Filmvormende verf
De door de verf gevormde film verzekert de luchtdichtheid.
Slecht luchtdoorlatend isolatiemateriaal (synthetisch materiaal, schuimglas)
De meeste luchtdoorlatende isolatiematerialen zijn hard
Houtplaten spaanders of cementvezels)
De fabrikant moet de luchtdichtheid kunnen garanderen
(OSB, hout-
Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de voegen tussen de platen
Bijzondere aandacht besteden aan de voegen (vaak kleefband) Keuze van de kleefband, rekening houdend met de ondergrond Type lijm (niet te hard)
LUCHTDICHTHEID VAN DE VOEG TUSSEN MUUR EN DAK EN HET GEBINTE Kleefband
Afbeelding 9: Kleefband [051_HUBERTI] Bron: Yvan Glavie LUCHTDICHTHEID VAN DE LIFTSCHACHTEN, TRAPPENHUIZEN EN TECHNISCHE KOKERS Gemotoriseerde klep
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Gemotoriseerde klep die normaal gesloten is en indien nodig kan worden geopend (rookafvoer enz.
Page 7 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
BlueKit
De installatie van een VECH/ BlueKit systeem maakt het mogelijk de verplichte opening te regelen en zo het energieverlies drastisch te verminderen. De permanente openingen aan het uiteinde van de koker, voor de ventilatie en rookverwijdering van de koker, zorgen voor tocht en veroorzaken dus een «schouweffect» dat verantwoordelijk is voor een groot deel van het energieverlies in een gebouw. Het register over de opening zal worden geopend: Afbeelding - bij detectie van een brand in de koker, de 10: machinekamer, de instelling, BlueKit Bron: - in functie van de gebruiksfrequentie van de lift (= www.bluekit.behygiënische ventilatie), - als er personen in de cabine geblokkeerd zitten als gevolg van een panne aan de lift, - bij een defect aan de energiebron voor de installatie, - bij een abnormale stijging van de temperatuur in de koker, machinekamer, - op manuele wijze via een drukknop ter hoogte van het evacuatieniveau. (Overeenkomstig het KB 6.1.2 / 6.1.3 van 21.09.2012) VECH systeem : Systeem Ventilatie-WarmewinngsAfkoelings en Verluchtingsinstallatie voor liftkokers
LUCHTDICHTHEID VAN DE TECHNISCHE LEIDINGEN Luchtdichtheidsaccessoires
Luchtdichte blokken Luchtdichte kabelleidingen Membranen en slabben voor kabels of ter aandraaiing Afbeelding 11: Luchtdichte blokken Bron: WTCB
GORDIJNGEVELS Luchtdichtheid verbindingen
van
de
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
De dichtheid van de gordijnmuur wordt vanaf het ontwerp verzekerd De dichtheid wordt goed gecontroleerd dankzij LWW-tests (zie hieronder) Page 8 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Luchtdichtheidsgebreken vooral bij de aansluitingen op de ruwbouw MEETMETHODE Infiltratietest
De verwarmingssystemen met aanzuiging van binnenlucht en de mechanische ventilatiesystemen en airconditioningsystemen moeten worden uitgeschakeld Schoorstenen van open haarden moeten van as worden ontdaan De luchtopeningen van de mechanische ventilatiesystemen of de airconditioning moeten worden geblokkeerd
Afbeelding 12: BlowerdoortestDe andere ventilatieopeningen (bijvoorbeeld natuurlijke Bron: ventilatieopeningen) moeten worden gesloten écorCe Alle verbindingsdeuren (behalve die van de kasten en bvba toiletten, die mogen gesloten blijven) binnen het gedeelte van het gebouw waar de "test" plaatsvindt, moeten worden geopend Tabel 1: Overzicht van de maatregelen
* Reglementaire basis en goede praktijk: Nieuwbouw Nieuwbouw: de reglementen, de certificeringen en de ervaring ter plaatse leveren meerdere streefwaarden op. Voor een gebouw van minder dan 4 000m³: 3 m³/u.m³ (of u-1) wanneer het gebouw via een mechanisch dubbelstroomsysteem wordt geventileerd; 1 m³/u.m³ wanneer het gebouw via warmteterugwinningsinstallatie wordt geventileerd.
een
mechanisch
dubbelstroomsysteem
met
Voor een gebouw van meer dan 4 000m³: v50 =3 tot 5m³/u.m2 wanneer het gebouw via een mechanisch dubbelstroomsysteem met warmteterugwinningsinstallatie wordt geventileerd. De standaardwaarde voor de EPB-berekeningsmethode is v50=12m³/u/m²; dit komt overeen met V50/At. Geen van de normen beveelt een specifiek afdichtingsniveau aan wanneer het gebouw via een enkelstroomsysteem wordt geventileerd. Het lijkt redelijk om in zo'n geval te streven naar een lekkagedebiet van maximaal 3 vol/u; voorbij die waarde wordt de energiewinst als gevolg van een betere afdichting steeds lager.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 9 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Afbeelding 3: Warmtestroom in functie van de luchtdichtheid voor een appartement Bron: RELOSO-methode, "Limiter les besoins de chaleur", MATRIciel pour la Société Wallonne du Logement, 2009.
Renovatie Het is moeilijk om standaardwaarden vast te leggen, want er zijn tal van verschillende situaties en bouwconfiguraties mogelijk. Het hangt ook af van het renovatieniveau. Grondige renovatie: er is meermaals gebleken dat het mogelijk is - wanneer bijvoorbeeld alleen de structuur behouden blijft – om prestatieniveaus te bereiken die in de buurt komen van die voor nieuwe gebouwen. Lichte renovatie: wees voorzichtig met de streefdoelstellingen. Bestaande verbindingselementen (bijv. verankering van de vloerbalken in het metselwerk) kunnen relatief veel luchtlekkage veroorzaken. Uiteindelijk is de te bepalen doelstelling het resultaat van een compromis waarbij meerdere criteria worden meegewogen: De financiële impact van de beheersing van de luchtdichtheid; De energiebesparingsimpact van een betere luchtdichtheid; De positieve impact van een goede luchtdichtheid op een reeks kwaliteitsparameters (comfort, beheersing van de luchtkwaliteit, akoestiek…). De goede praktijk wil dat wanneer de werken in verschillende fasen worden gerealiseerd, de luchtdichtheid in elke fase wordt bekeken. Zo kan een eindresultaat worden behaald ten minste conform is aan de normen (het luchtdichtheidsniveau hangt samen met het type ventilatiesysteem). Vervanging van de kozijnen is een typisch voorbeeld. Het is heel eenvoudig om de vereiste afdichtingen te voorzien op het moment dat de nieuwe kozijnen worden geplaatst. Ook bij renovatie is de standaardwaarde voor de EPB-berekeningsmethode v50=12m³/u/m²; dit komt overeen met V50/At. Ter vergelijking: het gemiddelde voor woningen is n50 # 7,8 vol/u. G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 10 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
** Aanbevolen minimum: Voor nieuwbouw is een luchtverversingsniveau n50 van minstens 0,6u-1 tot 1u-1 aanbevolen. Voor ramen die kunnen worden geopend is luchtdichtheidsklasse 4 vereist, voor buitendeuren is dit klasse 3.
*** Optimaal: Door betere afdichting kunnen betere prestaties worden behaald. De "passiefhuisstandaard" bijvoorbeeld vereist een luchtdichtheidsniveau n50 van minder dan 0,6 m³/um³.
Elementen van duurzame keuze De elementen voor een duurzame keuze vormen argumenten aan de hand waarvan de gebruiker van de handleiding de beste oplossing voor elke specifieke situatie kan kiezen en uitwerken. Dit gedeelte van de aanbeveling gaat in op de voor- en nadelen en de eventuele remmende en stimulerende factoren voor de voorzieningen.
Technisch aspect Keuze van het bouwsysteem Het toegepaste bouwsysteem is doorslaggevend voor de luchtdichtheid. Bij nieuwbouw kan de ontwerper het bouwsysteem zelf kiezen. Die keuze heeft een impact op het afdichtingssysteem voor de wanden. • Bij een massieve constructie kan de luchtdichtheid worden gerealiseerd via stukadoorswerk, gietbeton of metselwerk met een pleisterlaag als afwerking. Let er wel op dat de transversale openingen goed afgedicht moeten worden. • Bij een constructie met een houten geraamte wordt de luchtdichte barrière bijvoorbeeld gerealiseerd met OSB-platen of dampremmende membranen. • Indien het gebouw gordijngevels heeft, kan via eenmock-up een LWW-test worden uitgevoerd voordat die gevels worden geplaatst. Dit biedt meet garantie inzake het haalbare luchtdichtheidsresultaat.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 11 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Afbeelding 13: Plaatsing van de gordijngevel en luchtdichtheidstest van de mock-up [ 040 Aeropolis ] Bron: Cenergie • Bij renovatie hangt de keuze van het type afdichting sterk af van de bestaande situatie en de omvang van de renovatiewerken.
Keuze van de locatie van de techniek Bij het ontwerp heeft de locatie van de technische installaties een aanzienlijke impact op de haalbaarheid van een goede luchtdichtheid. Dit betreft: de plaatsing van de technische installaties binnen of buiten het luchtdichte volume het aantal doorboringen van de afdichtingsbarrière (elektriciteit enz.)
Milieuaspecten Luchtdichtheid, materiaalkeuze Bij een houten geraamte wordt de luchtdichtheid meestal gerealiseerd via een dampwerend of dampremmend membraan. Bladen van aluminium, polyethyleen of versterkt papier zijn veelgebruikte dampwerende membranen. Bij een massief bouwsysteem gaat de voorkeur uit naar een pleistersoort met een lage milieu-impact. (Zie aanbeveling G_MAT10 - Duurzame bekledingsmaterialen voor binnenmuren en plafonds ) G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 12 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Meer informatie over deze luchtdichte barrières en over andere luchtwerende elementen zijn te vinden in het gedeelte "Maatregelen" hieronder.
Economische aspecten Kosten van de afdichting Voor een goede luchtdichtheid dient allereerst te worden gezorgd voor een goede toepassing van de bouwmaterialen en met name van het dampremmend of dampwerend membraan, evenals de plafonds van de oppervlakten die traditioneel geen plafonds hebben (muren achter een technische holle muur enz). Het streven naar goede luchtdichtheid vraagt dus geen zware extra investering. De onderneming is meestal verantwoordelijk voor het resultaat van de uitvoering van de details teneinde het door de bouwheer beoogde doel te behalen. Er moet dus een budget worden voorzien om eventuele correcties uit te voeren indien de luchtdichtheidstest niet het gewenste resultaat oplevert. Om deze meerkost te beperken, is het dus van groot belang dat de architecten alle details uitwerken. Zo blijven de risico's voor de aannemer beperkt. Idealiter werken alle betrokkenen bij het project zo nauw mogelijk samen. Lees voor meer informatie de aanbeveling G _MAN00 – Beheersprocedure van het project, de werf en het gebouw .
Kosten van de blowerdoortest We wijzen er ook op dat de kosten van de test zelf relatief laag zijn en verwaarloosbaar zijn in het kader van een groot bouwproject. De kosten van bijvoorbeeld een thermografische analyse alleen bedragen zo'n 310 tot 1 200 euro en de kosten van een complete test (thermografie + infiltrometrie) voor een eengezinswoning zijn zo'n 1 700 tot 2 500 euro, afhankelijk van de vervoerskosten, de duur van het voorbereidende werk op de site en het formaat van het gebouw. Dat betekent ongeveer 0,5% van de kosten voor de bouw van een woning. De bouwproductendatabase van het WTCB, raadpleegbaar op de website www.wtcb.be, toont onder de titel 'druktest' een lijst ondernemingen en onderzoekscentra die dichtheidstests voor gebouwen realiseren. Het Passiefhuisplatform biedt eveneens een lijst met ondernemingen aan.
Socio-cultureel aspecten Goede hygiënische ventilatie nodig In België hebben we niet de gewoonte onze gebouwen te ventileren. In een land als Frankrijk daarentegen bestaat wel degelijk een ventilatiecultuur. Dit gebeurt van oudsher met openingen of roosters in de vensters of via mechanische ventilatie. Bij onze gebouwen, waar luchtdichte wanden steeds algemener worden, is een gecontroleerde vorm van hygiënische ventilatie van goede kwaliteit noodzakelijk. Een luchtdicht gebouw zonder luchtverversing door gecontroleerde ventilatie kan een gevaar opleveren voor het comfort en zelfs de gezondheid van de gebruikers. Er moet dus steeds worden toegezien op een goede luchtkwaliteit. Zie in dit verband de EPB-vereisten in de norm NBN D50-001 voor individuele woningen en de norm NBN 13779 voor andere gebouwen. (Zie aanbeveling G_ENE02 - Een energieefficiënt ventilatiesysteem ontwerpen )
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 13 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Impact van de luchtdichtheid op het comfort en het energieverbruik De dimensionering van de verwarmingsinstallatie is gebaseerd op het warmteverlies door transmissie (via de muren, de vensters, het dak...) en het warmteverlies door ventilatie. Indien de luchtdichtheid van het gebouw zeer slecht is, is het warmteverlies door ventilatie groter dan dat waarmee rekening wordt gehouden bij de berekeningen van de dimensionering van de verwarmingsketel (de norm NBN 62-003 voorziet een luchtvernieuwingssnelheid van 1 keer per uur). De verwarmingsketel zal dan te klein zijn voor de reële behoeften, waardoor bij zeer koud weer het gevaar bestaat dat het vereiste comfort niet wordt geleverd.
Verbetering van het akoestisch comfort Een goede luchtdichtheid komt het akoestisch comfort van de gebruikers in het algemeen ten goede. Het is daarom extra interessant om een goede luchtdichtheid te voorzien in luidruchtige omgevingen (langs grote verkeerswegen, spoorlijnen, in industriezones…) en tussen eenheden met verschillend gebruik. Dit geldt vooral voor geluid dat via de lucht wordt overgedragen. Elke opening in een wand (en dus elk punt waar de lekdichtheid wordt verbroken) laat geluid via de lucht binnen. Bij het "geluidsdicht" maken van gebouwen moet echter wel aandacht worden besteed aan het lawaai dat door de technische installaties wordt geproduceerd (ventilatie, verwarming enz.), want die geluiden worden dan eerder opgemerkt en zijn dus en potentiële bron van ongemak voor de gebruikers.
Arbitrage Ventilatie en luchtdichtheid De toename van het energieverbruik als gevolg van de ventilatie (mechanisch en infiltratie/lekkage naar buiten) is des te groter als het gebouw sterk geïsoleerd is. Want doordat het warmteverlies door transmissie afneemt, krijgt het warmteverlies door ventilatie een groter aandeel in het globale verbruik van het gebouw. Versterkte isolatie van gebouwen moet dus gelijk opgaan met verbeterde luchtdichtheid. Verbetering van de luchtdichtheid van het gebouw zonder ventilatie kan ook leiden tot problemen met de luchtkwaliteit, condensatie op de wanden die het beschermde volume afbakenen, schimmelgroei... Ventilatie installeren in een zeer slecht afgedicht gebouw is daarentegen ook geen oplossing. In het artikel "Ventilatie van en infiltratie in gebouwen: de situatie in België" (1986) stelt het WTCB dat een mechanisch ventilatiesysteem alleen correct kan werken voor en luchtverversingsgraad bij 50 Pa (n50) van minder dan 5/u-1. Een gebouw niet luchtdicht maken en ook niet ventileren is evenmin een oplossing, want het debiet frisse lucht is volledig onbeheersbaar: • de verdeling van de luchtstroom in het gebouw verandert afhankelijk van de windrichting, terwijl de behoefte aan verse lucht theoretisch constant is. • Bij veel wind bestaat een groot risico op tocht en is het energieverlies onbeheersbaar. Andersom kan bij rustig weer de hoeveelheid frisse lucht onvoldoende zijn om een goede luchtkwaliteit binnenshuis te verzekeren. • De totale oppervlakte lekopeningen van een gebouw is meestal onvoldoende om de door de norm vereiste debieten te bereiken. • De leklocaties in een gebouw zijn vaak slecht verdeeld, waardoor de vertrekken ongelijk geventileerd worden. G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 14 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
• Bovendien komt geluid uit de omgeving gemakkelijk het gebouw binnen.
Verwarming en luchtdichtheid De dimensionering van de verwarmingsinstallatie vindt plaats op basis van het warmteverlies door transmissie (via de muren, de ramen, het dak...) en het warmteverlies door ventilatie. Het is dus van groot belang om het verlies door infiltratie en ventilatie van het gebouw te beperken.
Comfort en luchtdichtheid • Rationeel energiegebruik betekent dat het comfort van de bewoners wordt verzekerd terwijl het energieverbruik laag wordt gehouden. De toevoer van lucht van buiten moet worden beperkt tot het noodzakelijke volume (niet meer, niet minder) om de kwaliteit van de lucht binnen het gebouw op peil te houden. Door een einde te maken aan de oncontroleerbare infiltratie van lucht (dus door de luchtdichtheid te verbeteren) en voor georganiseerde ventilatie te zorgen (d.w.z. intentionele ventilatie via roosters, ventilatoren enz.), kan precies de benodigde hoeveelheid frisse lucht worden geleverd voor de gebruikers van het gebouw. Het energieverbruik wordt zo beperkt gehouden.
Ontwerp Methodologie Stappen
Beschrijving
1. Het gebouwde volume bepalen
De grens tussen het luchtdichte volume en de buitenwereld bepalen, maar ook de positie van de luchtdichte barrière binnen de wand
2. Keuze en locatie van de technische installaties
Keuze en locatie van de technische installaties: vertrekken met permanente ventilatie (trappenhuis, technische kokers, garage, ketelhuis…) dienen buiten het beschermde volume worden gehouden of er moeten aangepaste oplossingen voor worden gevonden en de plaatsing van de leidingen en toestellen binnen de muren moeten worden bepaald (elektrische kabels, waterleidingsbuizen…)
3. Keuze van de aard van de luchtdichte afwerking
Welk materiaal wordt gebruikt voor de luchtdichte barrière?
4. Identificatie van de risicodetails
Identificatie van alle delicate punten van het project, waarbij speciale aandacht moet gaan naar de realisatie (ontwerp en aanbrenging) van de luchtdichte barrière
5. Communicatie, coördinatie en planning
Realisatie en coördinatie van de werken. Controle van en toezicht op de uitvoering: controleer de aard en de toepassing van de materialen, inspecteer de ventilatiekokers
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 15 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
alvorens de technische kokers te sluiten, realiseer een tussentijdse test voor een gedeelte van het gebouw… 6. Meting van het tussentijds en eindresultaat
Luchtdichtheidstest(s)
Tabel 3: Ontwerpmethode voor een goede luchtdichtheid 1 – 2 : Bepaling van het luchtdichte volume, keuze en locatie van de technische installaties
Ook zonder precies te weten welke aansluitingen zich waar bevinden, moet de architect in staat zijn om de lokalen aan te duiden die deel zullen uitmaken van het luchtdichte volume en de technische lokalen, de technische kokers, sluizen, liftschachten enz. een goede plaats kunnen geven. Deze stap aan het begin van het project is van groot belang om te vermijden dat de luchtdichte barrière en de bijbehorende details later nodeloos ingewikkeld worden.
Afbeelding 14: Voorbeeld van de definitie van de luchtdichte barrière Bron: MATRIciel Normaal volgt de luchtdichte barrière de isolatie die het beschermde volume omgeeft. Het dient immers nergens toe om een wand te isoleren als die wand niet luchtdicht is. Goede luchtdichtheid is bij renovatie moeilijker te realiseren dan bij nieuwbouw. Bij renovatie is het niet altijd mogelijk een continue luchtdichte barrière te verkrijgen, met name bij lichte renovatie (isolatie aan de binnenzijde, bestaande vloer enz.) Er moet worden nagegaan of de aansluiting tussen de verschillende constructie-elementen of tussen de wand en de doorboring perfect is uitgevoerd indien die laatste de laag of lagen van de gevel raakt die de luchtdichtheid verzekert. Als deze aansluiting open ruimten bevat, moeten die worden dichtgestopt. Bij grote gebouwen moet erop worden gewezen dat volgens de EPB-regelgeving • de luchtdichtheidstest mag, maar niet moet worden uitgevoerd voor alleen de EPB-eenheid. Het minimaal te testen volume is de EPB-eenheid, maar de test kan betrekking hebben op het volledige beschermde volume van het EPB-gebouw of op een geheel aan EPB-eenheden; • Het is echter niet toegestaan om de testnotie voor een testappartement of -kantoor toe te passen op alle andere appartementen of kantoren: het feit dat de test al dan niet geslaagd is voor één EPB-eenheid, G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 16 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
betekent niet dat dat voor alle andere eenheden automatisch hetzelfde geldt. Er is dus slechts één test met één rapport geldig. • Bovendien wijzen we erop dat in gevallen waarbij de test per eenheid wordt gerealiseerd (bijvoorbeeld per individueel appartement binnen een collectieve woning), het ontwerp van de luchtdichte barrières en de testresultaten worden aangepast: # Het lekdebiet dat voor een EPB-eenheid wordt gemeten, is meestal hoger dan dat voor het beschermde volume in zijn geheel. De toegangsdeur, de liftschacht enz. zijn daarentegen minder problematisch, want de luchtstromen daar hebben een beperkte impact. Ze hebben enkel invloed op de luchtdichtheid in de EPB-eenheid "gemeenschappelijke gedeelten". # De luchtdichtheid tussen EPB-eenheden moet ook perfect zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor de overloopdeur van elk appartement binnen een collectieve woning. Elke deur wordt daar als buitendeur behandeld. Gebeurt dit niet, dan kan theoretisch een correcte infiltratietest worden gerealiseerd door de "ventilatiedeur" in de buurt van de overloopdeur te plaatsen, aangezien die deur een aanzienlijk luchtverlies oplevert. Luchtdichte barrière en schoorsteeneffect?
Om goed te begrijpen hoe de luchtlekken in sluizen, trappenhuizen, liftschachten enz. worden aangepakt, is het belangrijk om te begrijpen hoe het schoorsteeneffect werkt. Vanaf een of twee verdiepingen kan dit fenomeen zich voordoen en het kan een significante impact hebben op de luchtlekken. Het schoorsteeneffect kan niet worden weggenomen. De gevolgen kunnen echter wel worden verzacht door een wijziging van het ontwerp van de muren en de binnenwanden. Wanneer de door de wanden binnen het gebouw veroorzaakte weerstand tegen luchtstroming toeneemt, neemt het drukverschil via de vloeren en muren van de verticale schachten toe en neemt het drukverschil via de buitenmuren af. Het schoorsteeneffect moet dus worden beperkt door de wanden langs de trappenhuizen, liftschachten, kokers en alle andere "schoorstenen" binnen hoge gebouwen luchtdicht te maken.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 17 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Afbeelding 15: De weg die de luchtstroom als gevolg van het schoorsteeneffect aflegt Bron: MATRIciel Op de gelijkvloerse verdieping zijn er vaak meer openingen die luchtlekkage bevorderen dan op de hogere verdiepingen. Het gaat daarbij meestal op toegangsdeuren en/of deuren die uitkomen op ondergrondse parkings. Het neutrale drukvak is daarom meestal lager dan op de afbeelding hierboven en het drukverschil tussen binnen en buiten is bovenin het gebouw nog hoger.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 18 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Het is ook van groot belang om het dichtheidsverlies in de lagere gedeelten van de gebouwen te beperken. Een toegangssluis maakt het dankzij de dubbele deuren mogelijk deze grote luchtverplaatsingen tegen te gaan. Luiken en hete gassen De luchtdichtheid loopt het meeste risico bij toegangsluiken tot niet-verwarmde zolders of afvoeropeningen voor rook en hete gassen. Deze openingen moeten bijzonder zorgvuldig worden behandeld: ze moeten als horizontale vensters worden beschouwd (kleefband tussen kozijn en gebouw, meerdere luchtdichte aanslagen…). Trappenhuis en liftschacht Lokalen die met het oog op de brandbeveiliging (zie verderop: Normen) of de luchtkwaliteit permanent geventileerd moeten worden (liftschachten, technische kokers, garage, ketelhuis…) en die dus nadelig zijn voor de luchtdichtheid, moeten worden uitgesloten van het beschermde volume (verwarmd en geïsoleerd) of moeten van aangepaste oplossingen worden voorzien. Idealiter bevinden het trappenhuis en de liftschacht zich buiten het luchtdichte volume. Zo kan het schoorsteeneffect op elke verdieping worden beperkt: het drukverschil tussen binnen en buiten neemt af, waardoor het luchtdichtheidsverlies via de buitenmuren vermindert. 3 : Keuze van de aard van de luchtdichte afwerking
De keuze van de aard van de luchtdichte afwerking hangt af van het bouwsysteem: Bij een houten geraamte wordt bijvoorbeeld gebruik gemaakt van OSB-platen, membranen, film…
Afbeelding 16: Houten geraamte en OSB – Schuin dak en membraan Bron: WTCB Voor een massieve constructie: stukadoorswerk, gietbeton, bepaalde soorten metselwerk… We wijzen erop dat de luchtdichtheid (of de barrière) in de meeste gevallen gevormd wordt door de dampbarrière. Er bestaan 2 soorten dampbarrière: Het dampwerend membraan: blokkeert de doorgang van waterdamp Het dampremmend membraan: Beperkt de doorgang van waterdamp Er bestaan op dit moment zogenoemde "dynamische" dampremmende membranen: afhankelijk van de omstandigheden (vochtigheidsgraad) laten ze meer of minder waterdamp door. De luchtdichtheid hangt vooral af van de kwaliteit van de materialen en van de uitvoering ervan, terwijl de dampdichtheid µ uitsluitend afhankelijk is van de aard van de materialen zelf. De doordringbaarheid G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 19 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
door waterdamp is een keuzecriterium voor de materialen die de verschillende wanden van de bouwmantel uitmaken. Meer informatie over de gebruikte materialen en de juiste plaatsing van de barrières is te vinden in: • De aanbevelingen inzake de materiaalkeuze (G_MAT) • G_ENE03 - Transmissieverliezen beperken • Het hoofdstuk over de voorzieningen hieronder. 4 : Identificatie van de risicodetails
In het ontwerpstadium moet een detailbestek worden gerealiseerd om te bepalen welke zones binnen de bouwmantel en de netwerken risico lopen. Hierin zal worden vermeld welke maatregelen zijn getroffen om de doorlatendheid van de verbindingselementen tussen als kwetsbaar beschouwde componenten te beperken. In onderstaande paragrafen worden de meest voorkomende dichtheidsgebreken vermeld, vergezeld van adviezen. Nieuwbouw en renovatie – Luchtdichtheid deur
De buitendeuren leveren meestal geen hoge prestaties op, want het kozijn omvat geen onderdwarsbalk. De luchtdichtheid ter hoogte van de drempel is dus niet gegarandeerd. Overdekte garages moeten nooit deel uitmaken van het luchtdichte volume (zie verder). Het is dus belangrijk om de binnendeuren die op parkeerplaatsen uitkomen te beschouwen als buitendeuren. Nieuwbouw en renovatie – Luchtdichtheid kozijnen
Anders dan bij de andere elementen kan de intrinsieke performance van het buitenschrijnwerk in het laboratorium worden bepaald. Daardoor kan voor specifieke kozijnen worden gekozen. De norm NBN EN 1026 bepaalt de prestatieklassen voor de luchtdichtheid van het buitenschrijnwerk (prestatieklassen voor de luchtdichtheid van 1 tot 6). Het buitenschrijnwerk kan de luchtdichtheid van een gebouw sterk beïnvloeden. Een analyse van ruim 5600 gebouwen door het WTCB toont aan dat lekkage via het buitenschrijnwerk een aanzienlijk deel van de n50 kan vertegenwoordigen. Wanneer we bijvoorbeeld streven naar een huis met hoge luchtdichtheidsprestaties (n50 = 1), zijn kozijnen van klasse 4 bij de helft van de woningen verantwoordelijk voor meer dan 15 % van de lekkage; bij een op zes woningen is dit meer dan 20 %, zonder rekening te houden met de lekkage via de aansluiting op de ruwbouw. Kiezen we daarentegen voor kozijnen met betere prestaties – klasse 6 bijvoorbeeld – dan is de lekkage via de vensters gemiddeld slechts 3 % van het totaal, wat toelaatbaar is voor het behalen van een luchtverversingsgraad die overeenkomt met een n50 van à 1. (WTCB, Prestatieklassen voor de luchtdichtheid van buitenschrijnwerk)
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 20 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Renovatie – Luchtdichtheid kozijnen
Het behoud van oude kozijnen kan infiltratie veroorzaken. Die kan het gevolg zijn van een slechte afstelling van het bouwbeslag, onvoldoende afdichting tussen het kader en de ruit, infiltratieverlies op het niveau van de assemblage… Als de bestaande kozijnen moeten worden behouden om esthetische of monumentale redenen, bestaan er twee methoden: Renovatie van de kozijnen en vernieuwing van de afdichtingsvoegen Plaatsing van dubbele kozijnen aan de binnenzijde. De tweede benadering is toegepast voor de renovatie van het geklasseerde OCMW-gebouw in de Vanpestraat. De gevel is aan de binnenzijde verdubbeld om de warmtebruggen te beperken en verlies van de luchtdichtheid door doorbreking van de dichtheidsbarrière van de structuur tegen te gaan. Zie voor meer informatie over het OCMW-project in de Vanpestraat het document Voorbeeldgebouwen 2007 [014_Vanpe]. Nieuwe luchtdichtheidsbarrière Bestaand luchtdoorlatend kozijn Nieuw luchtdicht kozijn
Afbeelding 17: Dubbel kozijn [014_Vanpe] Bron: A2M Architecten Nieuwbouw en renovatie – Voeg muur-kozijn
Wanneer gestreefd wordt naar een goede luchtdichtheid (bijvoorbeeld een n50 van minder dan 1 h-1 voor woningen), kan het dichtheidsverlies bij de verbinding tussen kozijn en muur aanzienlijk zijn.
Afbeelding 18: Efficiënte afdichting van de verbinding tussen muur en kozijn Bron: www.energieplus-lesite.be
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 21 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Nieuwbouw en renovatie – Luchtdichtheid wanden
De regel is eenvoudig: alle kieren in de wanden die het beschermde volume afbakenen, moeten worden gedicht en alle poreuze materialen moeten worden voorzien van een pleisterlaag of een luchtdicht membraan. Een voorbeeld ter illustratie van dit verlies: Een kier van 1 mm breed en 1m long in het luchtdichtheidssysteem binnenshuis die blootstaat aan een windkracht van 30km/u levert bijna 5 maal zoveel warmteverlies op dan de volledige geïsoleerde oppervlakte (14 cm isolatiemateriaal). Binnentemperatuur: +20 # Buitentemperatuur: -10 # Drukverschil: 20 Pa (= windkracht 2 à 3 Beaufort) (Metingen: Duits instituut voor bouwfysica te Stuttgart, bron: DBZ 12/98, pagina 1639 e.v.)
Afbeelding 19: Luchtdichtheid van de wanden Bron: Pro clima / metingen gerealiseerd door het Duits instituut voor bouwfysica te Stuttgart – DBZ 12/98, pagina 1639 e.v. Dit warmteverlies heeft een niet te onderschatten impact op het E-niveau: afhankelijk van de situatie kunnen 5 tot 15 punten worden verdiend (het reglementaire E-niveau is 70 voor een individuele woning en 75 voor kantoorgebouwen, dienstgebouwen en onderwijspanden). Bovendien heeft dit lekkagepunt de volgende nadelige gevolgen: er ontstaat onaangename tocht; de kwaliteit van de akoestische isolatie van de bouwmantel neemt erdoor af (een aspect dat een steeds grotere rol speelt in de stedelijke omgeving); de bescherming tegen vervuiling van buitenaf gaat verloren; G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 22 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
er kan condensatie aan de binnenzijde van de wanden optreden, waardoor vochtproblemen, schimmelvorming en/of roest kan ontstaan; de goede werking en de efficiëntie van de mechanische ventilatiesystemen wordt gehinderd. • De luchtwerende membranen variëren naargelang het type ondergrond. De volgende typen worden het meest gebruikt: # gemetselde muren: pleister- of stukadoorswerk; # panelen met houten geraamte: dampwerende of dampremmende membranen; Nieuwbouw en renovatie – Voegen tussen muur en dak en gebinte
Voor de luchtdichtheid van schuine daken moeten meerdere aandachtspunten in acht worden genomen.
Afbeelding 20: Overzicht van de verbindingen die extra aandacht vereisen bij de realisatie van een schuin dak Bron: www.energieplus-lesite.be 1. Verbinding van het luchtdicht membraan met het voetstuk van het dak. 2. Verbinding tussen het dak en de topgevel. 3. Verbinding tussen het luchtdicht membraan en de pannen. 4. Perforatie van het membraan voor de installatie van spots. 5. Aansluiting van het luchtdicht membraan op de nokbalk. 6. Perforatie van het luchtdicht membraan door leidingen voor de zonnepanelen. 7. Perforatie van het luchtdicht membraan door afvoerkanalen voor rook of ventilatielucht. 8. Perforatie van het luchtdicht membraan door een dakbalk of een ander houten element. 9. Aansluiting van het luchtdicht membraan op de periferie van een dakraam. 10. Aansluiting van het luchtdicht membraan op de periferie van een (zolder)luik. Nieuwbouw – Veel voorkomende doorboringen: balken en/of vloerribben
De oneffen samenstelling van ruw hout maakt het onmogelijk om een perfecte luchtdichtheid te verzekeren. Meer specifiek gezegd vormt een houten element dat door de luchtdichte barrière heen steekt een meer of minder grote bron van dichtheidsverlies (afhankelijk van het houttype en de doorsnee van het element). Doorboring van de luchtdichte barrière door houten elementen moet dus worden vermeden; dit kan door de draagbalken in de juiste richting te plaatsen. Is dit niet mogelijk, dan kan het verlies aanzienlijk worden beperkt door dichte houtsoorten, dicht spaanplaat of gelamineerd hout te gebruiken.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 23 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Afbeelding 21: Voorbeeld van de aansluiting van de structuur en de luchtdichte barrière binnen een houten constructie Bron: MATRIciel De doorboring van de luchtdichte barrière door vloerribben komt veel voor bij traditionele gemetselde constructies. De luchtdichte barrière bestaat in zulke gevallen meestal uit stukadoorswerk. Bij barsten in dat stucwerk of bij zichtbare balken kan het luchtdichtheidsverlies via de balken aanzienlijk zijn; deze lucht- en dus vochtverplaatsing is in vochtige vertrekken (badkamer, keuken…) eenvoudig te zien doordat de balken bij het punt waar ze door de barrière heen steken beginnen te rotten. Afdichtingsstrips, lijm, elastische kit, cordonlijm enz. moeten met zorg worden aangebracht, in overeenstemming met de voorschriften van de fabrikant. Ook is het stucwerk bij de vloer van traditionele gebouwen vaak niet continue. Het reikt zelden tot aan de vloerribben. Dit is een veel voorkomende oorzaak van dichtheidsverlies. De impact kan aanzienlijk zijn. In het voorbeeldgebouw aan de Stuckensstraat [047_Stuckens] is ook tussen de vloerribben nieuw stucwerk aangebracht. We wijzen erop dat perfect glad pleisterwerk niet nodig is. Voor nog meer luchtdichtheid:
Afbeelding 22: De juiste realisatie van stukadoorswerk tussen de vloerribben Bron: Leefmilieu Brussel - BIM Zie voor meer informatie over het project in de Stuckensstraat het document Voorbeeldgebouwen 2008 [047_Stuckens]. Renovatie – Veel voorkomende doorboringen: kasten van rolluiken Buitenluiken worden veel gebruikt. Ze kunnen als zonwering en/of tegen indringing dienen. Het is in alle gevallen belangrijk om: de kast van het rolluik volledig aan de buitenzijde en buiten de luchtdichte barrière te plaatsen; het rolsysteem niet met een ketting of koord te bedienen. Die twee technieken zijn namelijk moeilijk luchtdicht te maken, aangezien de luchtdichte barrière dan blootstaat aan beweging. Bediening via een kruk of elektrische aandrijving is dus te prefereren. In het voorbeeldgebouw aan de Rubensstraat [043_Rubens] zijn de kasten van de rolluiken verwijderd en is de vide onder het bovenkozijn opgevuld en luchtdicht gemaakt via stukadoorswerk.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 24 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Afbeelding 23: Vervanging van de kast van het rolluik door metselwerk Bron: Leefmilieu Brussel - BIM Nieuwbouw en renovatie – Veel voorkomende doorboringen: deurbellen, brievenbussen en lampen
Net als bij de kasten van rolluiken moet de brievenbus buiten de luchtdichte barrière worden gehouden! Ook de bevestiging ervan mag de luchtdichte barrière niet beschadigen. Bij deurbellen en lampen levert de doorboring voor het elektriciteitssnoer weinig problemen op, want het volstaat om het boorgat correct af te dichten met kit of een voorgevormde mof. Indien een opening tussen binnen en buiten onvermijdelijk is (bijvoorbeeld een ingebouwde brievenbus bij renovatie), moet de afsluiting aan de binnenzijde als venster worden behandeld en dus worden voorzien van voegen met meerdere aanslagen enz.
Afbeelding 24: Afdichting van de brievenbus Bron: MATRIciel Bijzondere technieken – Verwarming en koeling
Elektrische systemen niet meegerekend bestaan er twee veel voorkomende warmteproductiesystemen: generatoren met een open verbrandingskamer en exemplaren met een gesloten verbrandingskamer. Meer informatie over deze types warmteproductietoestellen is te vinden in de aanbeveling G_ENE08 – De optimale productie- en opslagwijze voor verwarming en sanitair warm water kiezen. Voor een juiste werking van het eerste type (open verbrandingskamer) moet de luchtdichte barrière worden doorboord: allereerst om voldoende luchttoevoer te genereren voor de verbranding en een tweede doorboring om ventilatie mogelijk te maken en zo ongewenst hoge temperaturen in het vertrek als gevolg van het thermisch verlies van de ketel en de bijbehorende uitrusting te vermijden. Bij een atmosferische ketel met overloopbeveiligingsklep is een derde doorboring nodig om de omgevingslucht af te voeren. Generatoren met open verbrandingskamer moeten dus alleen worden gebruikt als ze buiten het beschermde volume kunnen worden geplaatst. Generatoren met een gesloten verbrandingskamer die de lucht voor de verbranding rechtstreeks van buiten aanzuigen zonder dat niet-afsluitbare openingen nodig zijn, kunnen binnen het beschermde volume worden geplaatst. Intensieve ventilatie kan nodig zijn. (Zie voorzieningen hieronder) G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 25 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Bijzondere technieken – Hygiënische ventilatie
Hoewel de aan- en afvoeropeningen voor het mechanische ventilatienetwerk tijdens druktests kunnen worden afgesloten (ook met methode A voor de EPB), moet de luchtdichtheid van het ventilatiesysteem zo goed mogelijk worden verzorgd. Concreet betekent dit dat moet worden gebruik gemaakt van • luchtdichte, ineensluitende standaardverbindingen. Voor de ventilatie bijvoorbeeld is het belangrijk om gebruik te maken van kokers die eenvoudig luchtdicht kunnen worden gemaakt. • Zorg er bij voorkeur voor dat de volledige distributie in verwarmde vertrekken plaatsvindt: indien de ventilatiegroep zich buiten het luchtdichte volume bevindt, verdient het de voorkeur om de doorboringen van de luchtdichte barrière zo veel mogelijk te beperken en de vertakkingen van de leidingen binnen het luchtdichte volume te situeren.
Afbeelding 25: Vertakking van de leidingen van een ventilatiegroep Bron: MATRIciel Bijzondere technieken – Dampkappen in de keuken
Nu woningen steeds luchtdichter worden, kan het gebruik van een dampkap in meer of mindere mate tot verstoring van het ventilatiesysteem leiden: • Er komen grote hoeveelheden lucht in de woonvertrekken binnen op een moment dat hier geen behoefte aan bestaat (met energieverlies tot gevolg); • Omkering van het debiet in de badkamers of toiletten (impact op de luchtkwaliteit); • Aanzienlijke onderdruk in de gehele woning (waardoor meer lucht binnenkomt via kieren, deuren dichtslaan enz.); • Slechte werking van de afvoer van de dampkap. Bijzondere technieken – Elektriciteit
Bij de verschillende luchtdichtheidstests die in de voorbeeldgebouwen in het Brussels gewest zijn gerealiseerd, is opgemerkt dat de aanleg van elektriciteitsnetwerken tal van problemen kan opleveren. Door de volgende twee principes te volgen, kunnen twee oorzaken voor luchtdichtheidsverlies worden vermeden: • De laagspanningsverdeelkast (LSVK) moet binnen het luchtdichte volume worden geplaatst. Het aantal kabels bij de uitgang van de LSVK is veel groter dan bij de ingang ervan. Door de LSVK binnen het luchtdichte volume te plaatsen, kan men het aantal doorboringen van de luchtdichte barrière terugbrengen tot slechts één: een kabel voor de stroomvoorziening vanuit het netwerk. • Indien de blokken door de luchtdichte barrière heen steken, moeten ze luchtdicht zijn. Concreet moet erop worden toegezien dat de lucht niet door het ongestucte metselwerk achter het blok en door de buizen heen gaat wanneer de stroomkabels naar buiten toe zijn doorgetrokken.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 26 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
5 : Communicatie, coördinatie en planning
De kwaliteit van de luchtdichtheid van een constructie is in sterke mate afhankelijk van de toepassing van de materialen. De opvolging van de werf en de communicatie met de werklieden is dus essentieel. We willen vooral het feit benadrukken dat de luchtdichtheid een energieparameter is die alleen kan worden behaald wanneer alle betrokkenen zich bewust zijn van het belang ervan. We stellen vast dat wanneer alle betrokkenen vanaf de planningsfase rekening hebben gehouden met de luchtdichtheid, de blowerdoortest vaak reeds de eerste keer succesvol is (eventueel met een heel kleine correctie). Als echter een van de betrokkenen deze parameter verwaarloost, zal de door de bouwheer gestelde eis wellicht nooit worden behaald of alleen met grote meerkosten (demontage van wanden, vervanging van kozijnen…). Een goede samenwerking tussen de verschillende betrokkenen betekent het volgende: • Bevordering van de communicatie tussen de aannemer en de architect en tussen de werklieden • Goed begrip en voldoende uitleg, zodat geen vergissingen worden gemaakt • Melden van fouten De realisatie van de test in aanwezigheid van de werklieden is een goede manier om hen te helpen fouten vast te stellen en die niet te herhalen. • Vragen om toelichting • Controleren van de werkzaamheden Meer informatie over de coördinatie van de werken is te vinden in aanbeveling G_MAN00 – Beheersprocedure van het project, de werf en het gebouw. 6 : Meting van het tussentijdse en eindresultaat
De luchtdichtheid van een gebouw kan worden nagegaan via een infiltrometrietest. De test kan om meerdere reden plaatsvinden: • Opsporen van luchtlekkage; • Realisatie van een tussentijdse test tijdens de bouwwerken (na voltooiing van de ruwbouw, om wijzigingen mogelijk te maken zonder de afwerking te beschadigen) • Meting in het kader van de EPB-regelgeving; • Meting met het oog op de aanvraag van een passiefhuiscertificaat. De referentiedocumenten, de voorbereiding van het gebouw en de weergave van de resultaten verschillen naargelang de reden voor de realisatie van de infiltrometrietest. Deze test wordt meer in detail besproken in het gedeelte "Voorzieningen" hieronder. Een veel gebruikte techniek voor tertiaire gebouwen is analyse via tracergas. Daarmee kan het ventilatiedebiet onder de weersomstandigheden van het moment van meting (wind, temperatuur) worden bepaald. (Zie "Voorzieningen" hieronder)
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 27 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Gebruiksnormen en -literatuur Luchtdichtheid, Europese normen, passiefhuiscertificering en EPB
Aanbevelingen inzake de luchtdichtheid zijn te vinden in: • De Europese norm EN 13 779 (Ventilatie voor niet-residentiële gebouwen – Specificaties inzake de prestaties voor ventilatie- en klimaatregelingssystemen). Daarin wordt de volgende maximale luchtverversingsgraad bij Pa (n50) aanbevolen: # 1 u-1 voor hoge gebouwen (> Begane grond + 3 verdiepingen); # 2 u-1 voor lage gebouwen. • De norm NBN D 50-001 (Ventilatievoorzieningen in woongebouwen). Daarin wordt de volgende luchtverversingsgraad bij Pa (n50) aanbevolen: # n50 < 3 m³/u.m³ (of u-1) wanneer het gebouw via een mechanisch dubbelstroomsysteem wordt geventileerd; # n50 < 1 m³/u.m³ wanneer het gebouw via een mechanisch dubbelstroomsysteem met warmteterugwinningsinstallatie wordt geventileerd. Om een druktest geldigheid te verlenen binnen de context van de EPB-regelgeving en de passiefhuiscertificering, moet de meting van de luchtdichtheid beantwoorden aan de eisen van de volgende documenten: • De norm NBN EN 13829, die een beschrijving van de test geeft; • Het document getiteld "Specificaties" dat voor de 3 gewesten geldig is (raadpleegbaar op de site www.epbd.be) en waarin staat aan welke voorwaarden moet worden voldaan voor een test die aan de regelgeving beantwoordt. EPB-regelgeving
Passiefhuiscertificering
Verplicht
Vrijwillig
V50 [m³/u.m²]
n50 [vol/u]
Geen vereiste
n50<0,6 vol/u
Indien de waarde beneden 12m³/u.m² ligt, wordt het E-niveau met 10 tot 15 punten verbeterd EPB-software
PHPP-software
Tabel 4: Vergelijking van de EPB-regelgeving met de passiefhuiscertificering in 2012 De ventilatie beperken
Voor zowel voor het trappenhuis als voor de liftschacht is ventilatie verplicht op basis van meerdere reglementen: • Trappenhuis: er moet minimaal ventilatie via de afvoeropeningen voor rook en hete gassen worden voorzien. Dit maakt het mogelijk om in het geval van brand de rook uit het trappenhuis af te voeren. In normale omstandigheden is deze ventilatie dus nul (zie in dit verband de norm NBN S21-208/3). Gezien G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 28 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
het feit dat deze ventilatie alleen tijdens brand hoeft te werken, levert de ventilatie van het trappenhuis dus geen grote problemen op, mits de afvoeropening goed luchtdicht is afgesloten. • Liftschacht: ventilatie verplicht volgens het koninklijk besluit van 04/04/2003 § 6.1.2, gewijzigd op 21/09/2012. Hier zijn meerdere redenen voor: gezondheid, dissipatie van de warmeluchtopening bovenin, brand… Er zijn twee oplossingen mogelijk om luchtdichtheidsverlies door deze ventilatie te vermijden: # Ventilatie naar een aangrenzend vertrek: # De wetgeving laat ventilatie naar een ander volume in het gebouw toe, op voorwaarde dat de ventilatieroosters van het BW-type zijn en het volume waarnaar de lucht in de schacht wordt afgevoerd, voldoende wordt geventileerd (overeen te komen met de erkende instantie die de oplevering van de installaties verzorgt). # Een oplossing voor de rookafvoer kan in overeenstemming met de wetgeving en in akkoord met de gekozen erkende instantie worden gerealiseerd. Daarvoor is ook goedkeuring nodig van de brandweervertegenwoordiger die het project volgt. Er dient bijzondere aandacht te worden besteed aan het beheer van vocht en stof afkomstig uit deze technische koker. # Automatische ventilatiekleppen: Aangezien de opening gecontroleerd wordt en het grootste deel van de tijd gesloten is, is het gerechtvaardigd de klep tijdens de blowerdoortest gesloten te houden om de luchtdichtheid van het gebouw te beoordelen.
Afbeelding 26: Infiltrometrietest met rookverwekker aan de voet van het trappenhuis Bron: MATRIciel Technische kokers: Er moet ook aandacht worden besteed aan de kokers in hoge gebouwen. Ze werken als schachten waarin zich eenvoudig een schoorsteeneffect kan voordoen. We wijzen erop dat deze kokers in de meeste gevallen bovenin moeten worden geventileerd (koninklijk besluit van 19/12/1997 §5.1.5). De toegangselementen moeten dus zeer goed worden afgedicht. Om te vermijden dat deze kokers moeten worden geventileerd en toch aan het koninklijk besluit van 19/12/1997 te voldoen, kan de koker worden onderverdeeld met horizontale schermen met de volgende eigenschappen: • Ze moeten van onbrandbaar materiaal zijn gemaakt; • Ze moeten de volledige ruimte tussen de leidingen in beslag nemen; • Ze moeten BW (brandwerendheidsfactor) 1/2u tot BW 1u hebben, afhankelijk van de hoogte van het gebouw. Concreet moet de doorgang van alle leidingen door de betonplaat goed worden afgesloten.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 29 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Afbeelding 27: Ontwerp van de schachten Bron: MATRIciel
Luchtdichtheidsprestaties en van vensters en glazen deuren De lucht- en waterdichtheidsprestaties van vensters en glasdeuren worden gedefinieerd in de norm EN 12207. Hiermee kan het buitenschrijnwerk worden geklasseerd op basis van de luchtdichtheidsprestaties. Een doorgaand luchtdebiet met een druk van 100 Pa per lengte-eenheid van de voegen of per oppervlakteeenheid levert een klassering van het venster van 0 tot 4 op. Zie voor meer informatie over de op basis van de norm door het WTCB gerealiseerde tests de website van het WTCB.
Afbeelding 28: Indeling van het door het WTCB geteste schrijnwerk van 300 gebouwen naar prestatieklasse en voorstel voor onderverdeling van klasse 4 Bron: WTCB
Uitvoering Gebruik Einde van de levensduur Dit deel is nog niet beschikbaar op dit ogenblik
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 30 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Referenties Bibliografie • Informatiebronnen inzake de luchtdichtheid van wanden: # BODEM, M (2010), International workshop on ‘Large scale implementation plans for building airtightness assessment: a must for 2020', Brussel. # CETE LYON + ADEME +AIR.h.(2008), Réussir l'étanchéité à l'air de l'enveloppe et des réseaux ; Elaboration et application d'une démarche qualité, MORGAN, C. (2006), Design and Detailing for Airtightness, SEDA Design Guides for Scotland. # WTCB (2007), Meting van de luchtdichtheid van gebouwen volgens de norm NBN EN 13829: enkele toelichtingen, WTCB-Dossiers, nr. 1 cahier nr. 6. # DOBBELS, F. (4-2005), Voor hellende daken met een betere luchtdichtheid, WTCB-Contact nr. 8. # Energie+, versie 7, Architecture et Climat, Université catholique de Louvain (België) 2012, gerealiseerd met steun van Wallonië - DGO4 - Département de l'Énergie et du Bâtiment Durable. Te raadplegen via: http://www.energieplus-lesite.be # FIRKET, L. (1-2004), Dichtheid van buitendeuren,WTCB-Contact nr. 1 # L'étanchéité des portes extérieures, le courrier du bois 151, recommandation technique # SIDLER, O., JC. SCHERRER (2009), L'étanchéité à l'air des bâtiments : une approche obligatoire pour des bâtiments performants, Enertech, Félines. # SIMON, F., JM. Hauglustaine (2003), L'isolation thermique de la façade à structure bois – Guide pratique pour architecte, Ministère de la Région Wallonne, Namen. # SOLAGRO, (2011), Étanchéité à l'air ; Solutions techniques et éléments de choix. • Informatiebronnen over de keuze van dampwerende membranen: # WTCB (1992), Toiture en tuiles plates. Conception et mise en œuvre, TV 192. # Energie+, versie 7, Architecture et Climat, Université catholique de Louvain (België) 2012, gerealiseerd met steun van Wallonië - DGO4 - Département de l'Énergie et du Bâtiment Durable. Te raadplegen via: http://www.energieplus-lesite.be # SIMON, F., JM. Hauglustaine (1999), L'isolation thermique de la toiture inclinée – Guide pratique pour architecte, Ministère de la Région Wallonne, Namen. • Informatiebronnen inzake luchtverplaatsingen binnen gebouwen: # Air Infiltration and Ventilation Center: www.aivc.org # CBD-104-F.(1972), Effet de cheminée dans les bâtiments, Conseil national de recherches Canada.
Websites • • • • •
www.epbd.be www.passiefhuisplatform.be www.leefmilieubrussel.be/voorbeeldgebouwen www.wtcb.be www.energieplus-lesite.be
Overige Aanbevelingen • Voici une liste de recommandations dont les thématiques croisent celles de l'étanchéité à l'air : # G_ENE02 – Concevoir un système de ventilation énergétiquement efficace» G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 31 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
# # # # #
G_WEL02 - Assurer le confort thermique G_WEL01 - Assurer le confort acoustique G_MAT10 - Choix durable des revêtements de murs intérieurs et plafonds G_MAT11 - Choix durable des revêtements de sols intérieurs Recommandation Bâtiment exemplaire: “ Fiche1.1 : L'étanchéité à l'air: points d'attention récurrents en phase de conception pour assurer l'étanchéité à l'air des bâtiments (points particuliers pour les grands bâtiments et les bâtiments à rénover)”, MATRIciel pour l'IBGE, juin 2010. # Recommandation Bâtiment exemplaire : « Fiche 1.2. : L'étanchéité à l'air : qui fait quoi ? », MATRIciel pour l'IBGE, juin 2010.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 32 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014
Une initiative de Bruxelles Environnement – IBGE Division Energie, Service Technique Bâtiment Durable (Gulledelle 100 – 1200 Bruxelles) Développement et suivi du projet : Virginie Lambert, Caroline Henrotay, Thierry Vandergoten, Nathalie Perrault pour Bruxelles Environnement Ismaël Daoud pour le Cabinet de la ministre Bruxelloise de l’Environnement, de l’Energie et de la Rénovation urbaine Rédaction et développement du contenu : Consortium Ceraa – Matriciel – Cenergie Développement de l’outil web : Defimedia E.R. : Fr. Fontaine
Merci à tous les référents thématiques de Bruxelles Environnement pour leurs contributions et le travail de relecture.
G_ENE04 Infiltratieverliezen beperken
Page 33 sur 33 PDF opgemaakt op 22/04/2014