Gemeenteraadsverkiezingen Meest gestelde vragen en antwoorden februari 2013 De voorbereidingen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 zijn begonnen! Een uitdagend proces voor u als afdelingsbestuurder. Vooral de kandidaatstellingsprocedure die u op een correcte wijze wilt uitvoeren, roept nogal wat vragen op. Met veel van deze vragen zult u bij uw medebestuurders en/ of omliggende afdelingen wel terecht kunnen. Voor hetgeen onbeantwoord blijft, kunt u de onderstaande onderstaande lijst met vragen en antwoorden raadplegen. Deze lijst zal niet volledig zijn, maar is een goede samenvatting van veel voorkomende vragen en antwoorden. Daarnaast treft u het ‘Reglement ‘Reglement voor de voorbereiding van de kandidaatstelling voor de verkiezing van van de leden van de gemeenteraad’’ (hierna: het “Kandidaatstellingsreglement”) onderaan de vragen en antwoordenlijst aan. Hierin kunt u de volledige regelingen vinden die ten grondslag liggen aan de reglementaire (procedurele) vragen die hieronder aan bod komen. ko De volgende vragen komen aan bod: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17.
Hoe lang mag de kandidatenlijst zijn? Mag iemand die niet in de gemeente woont op de kandidatenlijst staan? Wie bepaalt hoe de kandidatenlijst eruit komt te zien? Hoe worden kandidaten gevonden om op de groslijst te zetten? Als de groslijst is samengesteld, waaruit blijkt dan wie geschikt is voor de functie van raadslid? Bestaat er een mogelijkheid van ontheffing van de eis minimaal één jaar lid te zijn? Wanneer moet er een vertrouwenscommissie worden ingesteld, en wie mogen daarin zitten? Hoe dient de stemming over de lijst in de algemene vergadering te verlopen? Kan er ook bij volmacht gestemd worden? Wat is de profielschets die aan het begin in van het kandidaatstellingsproces wordt vastgesteld? Wat zijn competenties en wat is een competentieprofiel? Op welke wijze kan nu concreet de geschiktheid van de kandidaten op de groslijst beoordeeld worden? Hoe kan de geschiktheid van zittende raadsleden beoordeeld worden? Wanneer zouden eigenlijk functioneringsgesprekken gevoerd moeten worden met de raadsleden? Hoe kan een lijstcombinatie aangegaan worden? (ook wel lijstverbinding genaamd) Waar zijn de officiële modellen te vinden voor het indienen van alle kandidaatstellingsdocumenten? Waar kan ik nu nog meer informatie vinden?
1.
Hoe lang mag de kandidatenlijst zijn?
De kandidatenlijst mag maximaal 50 namen bevatten, tenzij het CDA bij de vorige verkiezingen meer dan 15 zetels heeft behaald. Indien het CDA bij de vorige gemeenteraadsverkiezingen meer dan 15 zetels heeft behaald, dan mag men maximaal 80 kandidaten op de kandidatenlijst zetten. Het relevante wetsartikel H6 lid 2 van de Kieswet luidt als volgt: “Op dezelfde lijst mogen de namen van ten hoogste vijftig kandidaten worden geplaatst. Op dezelfde lijst van een politieke groepering wier aanduiding was geplaatst boven een kandidatenlijst waaraan bij de laatstgehouden verkiezing van de leden van het desbetreffende vertegenwoordigend orgaan meer dan vijftien zetels zijn toegekend, mag een aantal namen worden geplaatst dat ten hoogste tachtig bedraagt. Het bepaalde in de vorige volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van samenvoeging van aanduidingen van twee of meer groeperingen.”
Voor meer informatie kunt u terecht op: http://www.kiesraad.nl/artikel/gr-gemeenteraad 2.
Mag iemand die niet in de gemeente woont op de kandidatenlijst staan? Uit de Kieswet volgt dat het mogelijk is dat iemand op de kandidatenlijst wordt geplaatst voor de gemeenteraadsverkiezingen in een gemeente waarin hij of zijn iet woonachtig is. Voorwaarde is dan dat de betreffende kandidaat verklaart dat hij of zij bij benoeming in de gemeenteraad in de gemeente gaat wonen waar hij of zij verkozen is. Het relevante wetsartikel H7 lid 3 van de Kieswet luidt als volgt: “Indien voor de verkiezing van de leden van provinciale staten of de gemeenteraad op een lijst de naam voorkomt van een kandidaat die geen ingezetene is van de provincie, onderscheidenlijk de gemeente, dient bij de lijst te worden overgelegd een door die kandidaat ondertekende verklaring, waaruit blijkt, dat hij voornemens is zich bij benoeming te vestigen in de provincie, onderscheidenlijk gemeente.”
De bovengenoemde verklaring kunt u invullen op een speciaal formulier dat beschikbaar is bij uw gemeente. Voor meer informatie kunt u terecht op: http://www.kiesraad.nl/artikel/gr-gemeenteraad 3.
Wie bepaalt hoe de kandidatenlijst eruit komt te zien? De leden van de gemeentelijke afdeling bepalen zelf hoe de CDA kandidatenlijst in hun gemeente er uit komt te zien. De samenstelling en volgorde van de namen op de kandidatenlijst, vindt plaats door middel van een stemming hierover tijdens een Algemene Ledenvergadering. Het afdelingsbestuur heeft de taak om van een groslijst (de lijst met namen van personen die: (i) door leden zijn voorgedragen; (ii) hebben gesolliciteerd; (iii) zitting hebben in de gemeenteraad; en (iv) wethouder zijn, en instemmen met plaatsing op deze lijst) tot de advieslijst te komen. De advieslijst is de lijst met geschikt bevonden kandidaten die in beginsel door het afdelingsbestuur wordt opgesteld en in een bepaalde volgorde zijn gezet. Wanneer de
advieslijst door het bestuur is vastgesteld wordt deze vervolgens aan de leden gezonden om hierover tijdens de algemene ledenvergadering te stemmen en daarmee de definitieve kandidatenlijst vast te stellen. Op deze gang van zaken zijn twee uitzonderingen: (i) Het bestuur kan er voor kiezen om een vertrouwenscommissie in te stellen die het bestuur zal adviseren, maar het bestuur kan ook al haar bevoegdheden in het kader van de kandidaatstellingsprocedure (vaststellen advieslijst, kandidaatstelling lijsttrekker, leiden van de ledenvergadering waarin waar in de stemming plaatsvindt) volledig overdragen aan de commissie. Dat gebeurt in de meeste gevallen ook, omdat de vertrouwenscommissie gevormd kan worden door mensen die capabel zijn om te oordelen over de geschiktheid van kandidaten. Niet iedereen kan dat zomaar, en in ieder geval is een goede voorbereiding hierop al zeer belangrijk. (ii) Wanneer meer dan de helft van de bestuursleden bloed- of aanverwanten in de tweede graad zijn van, of een gezags- of afhankelijkheidsrelatie hebben met personen op de groslijst, dan moet een vertrouwenscommissie verplicht worden ingesteld. Het bestuur legt dan een voorstel tot installatie en bemensing van de vertrouwenscommissie voor aan de algemene ledenvergadering. In dit geval zal de vertrouwenscommissie alle taken van het bestuur in het kader van de kandidaatstellingsprocedure overnemen. Zie in dit kader ook vraag 7 van deze lijst en artikel 7 e.v. van het Kandidaatstellingsreglement. Zie artikel 7.1 en 7.3 over de samenstelling van de vertrouwenscommissie. En in het binnenkort beschikbare Handboek Gemeenteraadsverkiezingen 2014. Voor eventuele nadere vragen kunt u met de medewerker Juridische Zaken van het CDA-bureau contact opnemen (telefoon: 0703424828; e-mail:
[email protected]). 4.
Hoe worden kandidaten gevonden om op de groslijst te zetten? Werving van kandidaten Om tot een aantrekkelijke kandidatenlijst te komen, is het goed om uit zoveel mogelijk geschikte kandidaten te kunnen kiezen. Ook als er zich voldoende kandidaten voor het raadslidmaatschap melden of namen worden genoemd, is het goed om tot dan toe minder bekende mensen en kandidaten uit andere doelgroepen de kans te geven in beeld te komen. Werving van nieuwe kandidaten kan op allerlei manieren. Zo kan bijvoorbeeld een advertentie geplaatst worden, waarin naar gemeenteraadsleden voor het CDA gevraagd wordt. Verder kunnen er gesprekken met leden van uw afdeling gevoerd worden waarvan gedacht wordt dat ze geschikt zijn én over te halen zijn. Daarnaast kan er overleg met andere afdelingen plaatsvinden. Met de nodige creativiteit kunnen heel veel wervingsactiviteiten bedacht worden. Heeft u tips of meer advies nodig? Bel met de Afdelingendesk: 070 - 34 24 885 Lokale Helden Het scouten van (nieuwe) kandidaten voor een raadsperiode, kan ook goed buiten uw ledenlijst gebeuren. U bent dan op zoek naar niet-leden, die in hun doen en laten eigenlijk (al) een CDA’er zijn. Dit zijn medebewoners van uw gemeente die op een bepaalde manier opvallen. Ze zijn te herkennen door hun actieve en positieve betrokkenheid en
maatschappelijke bijdrage aan de buurt, wijk of de stad. Een lokale held is zichtbaar en benaderbaar. Er kan het beste ruim van tevoren begonnen worden met het nadenken over de werving en op welke manieren dat aangepakt zou moeten worden. Dan moet gedacht worden aan minimaal één jaar. Door zo’n ruime termijn aan te houden, kan de potentiële kandidaat wennen aan het idee dat hij of zij straks wellicht zitting gaat nemen in de raad en is er voldoende tijd om de kennis en vaardigheden van deze persoon bij te schaven. Ook wordt zo de nodige stress voorkomen. Meer info: Handboek Werving en Selectie 2013 (op te vragen via de
[email protected] ). 5.
Als de groslijst is samengesteld, waaruit blijkt dan wie geschikt is voor de functie van raadslid?
Op de groslijst staan alle namen van mensen die raadslid willen worden. Maar niet alle personen zijn hiervoor geschikt. Bovendien moeten de geschikte personen ook nog eens in een team passen. Er moet immers een fractie ontstaan die als een goed team functioneert. Het is dus erg belangrijk dat ontdekt wordt wie van de kandidaten geschikt is voor deze functie. Als het goed is, is er voordat het kandidaatstellingsproces begonnen is, een profielschets vastgesteld waarin beschreven staat aan welke kenmerken de toekomstige raadsleden en fractie moeten voldoen. De geschiktheid van de kandidaten kan dus bepaald worden door hen te vergelijken met deze profielschets. Meer info: Handreiking Competentieprofiel gemeenteraadslid 2014-2018 (op te vragen via de
[email protected] ).
6.
Bestaat er een mogelijkheid van ontheffing van de eis minimaal één jaar lid te zijn?
Ingevolge artikel 7 van de CDA statuten en artikel 4 lid 1 van het Kandidaatstellingsreglement dient een kandidaat op de dag van kandidaatstelling één jaar als CDA-lid geregistreerd te staan bij het CDA-bureau, tenzij o.b.v. bijzondere omstandigheden ontheffing wordt verleend. Hierbij kunt u denken aan een ‘lokale held’ die u net lid heeft gemaakt. Een ontheffingsgrond kan tevens zijn dat zonder die ontheffing geen geschikte kandidaten onder vrouwen, jongeren of minderheden gevonden kunnen worden of dat anders een noodzakelijke deskundigheid ontbreekt. Met het oog op de opmerkingen uit de rapporten Frissen (2010) en Rombouts (2012) over partijvernieuwing, moeten we stellen dat een ontheffing met de laatst genoemde achtergronden, geen excuus mag zijn om niet actief op zoek te gaan naar geschikte kandidaten. Een verzoek tot ontheffing kan door het afdelingsbestuur worden gericht aan de secretaris van de desbetreffende provinciale afdeling, welk verzoek de instemming van de algemene vergadering moet hebben (stuur bij voorkeur de notulen van de algemene vergadering mee) en van een degelijke motivatie moet zijn voorzien. Het ontheffingsverzoek kan worden
gedaan nadat de algemene vergadering heeft ingestemd met de kandidatuur (incl. verzoek tot ontheffing). 7.
Wanneer moet er een vertrouwenscommissie worden ingesteld, en wie mogen daarin zitten? (Zie ook vraag 3 van deze lijst)
Het proces van de kandidaatstelling, het werven en selecteren, kan onderleiding van een speciaal opgerichte vertrouwenscommissie (of: kandidatencommissie) worden gedaan, of door het afdelingsbestuur. Bestuursleden die zelf kandidaat zijn, dan wel tot in de tweede graad bloed- of aanverwant zijn van een kandidaat, of daarmee een gezags- of afhankelijkheidsrelatie hebben, moeten zich met betrekking tot de kandidaatstellingsprocedure verschonen. Dat houdt in dat het betrokken bestuurslid niet deelneemt aan beraadslaging en besluitvorming binnen het bestuur of in ander verband over onder meer de opstelling van de advieslijst. Voor het overige kan hij of zij aan alle bestuursactiviteiten blijven deelnemen. Als er twijfel bestaat of een bestuurslid zich moet verschonen, dan beslist het bestuur. Indien blijkt dat meer dan de helft van de bestuursleden zich moet verschonen, is het bestuur van de afdeling onbevoegd om leiding te blijven geven aan het kandidaatstellingsproces. Op grond van art. 7.6 van het Kandidaatstellingsreglement is dan de instelling van een vertrouwenscommissie verplicht. Het bestuur moet in zo’n geval meteen een voorstel voorleggen aan de algemene vergadering voor het instellen van een vertrouwenscommissie en de bemensing daarvan. Pas nadat de kandidaten hebben bewilligd in een kandidatuur zal duidelijk zijn of het bestuur verplicht is een vertrouwenscommissie in te stellen; dit is dus een moment dat in de lopende kandidaatstellingsprocedure valt. Daarom schept het reglement de mogelijkheid om, ook zonder dat het bestuur onbevoegd is (vooraf dus), de leiding van de kandidaatstellingsprocedure op te dragen aan een commissie. Een dergelijk besluit moet dan vóórdat de procedure aanvangt (uiterlijk 1 september 2013) worden genomen. De commissieleden mogen uiteraard net zo min als bestuursleden bloed- of aanverwant tot in de tweede graad zijn van, dan wel een gezags- of afhankelijkheidsrelatie hebben met eventuele sollicitanten en voorgedragen kandidaten. Tevens moeten de commissieleden van tevoren verklaren niet zelf kandidaat te willen zijn. De meerderheid van de commissie moet bestaan uit niet-bestuursleden. Mocht, lopende de kandidaatstellingsprocedure, blijken dat een commissielid toch bloed- of aanverwant tot in de tweede graad is, dan wel een gezagsof afhankelijkheidsrelatie heeft met een kandidaat, dan zal het desbetreffende commissielid zich ten aanzien van die kandidaat uiteraard dienen te verschonen. De omvang van de vertrouwenscommissie wordt niet reglementair voorgeschreven, maar het is wenselijk uit te gaan van minimaal vijf leden (mede met het oog op een eventuele verschoning van een lid). Deze commissie neemt de leiding van het kandidaatstellingsproces van het bestuur over, nadat de groslijst is opgesteld en de kandidaten hebben bewilligd in een kandidatuur. Dat betekent concreet dat de commissie verantwoordelijk is voor de volgende zaken: •
het vaststellen van de voordracht voor de verkiezing van de lijsttrekker;
• • •
de opstelling van de advieslijst en verzending daarvan aan de leden; de leiding van de algemene vergadering waarin de lijsttrekker wordt verkozen en de kandidatenlijst wordt vastgesteld; de beoordeling van de wenselijkheid om op grond van bijzondere omstandigheden voor te stellen alsnog een wijziging aan te brengen in de reeds vastgestelde kandidatenlijst, alsmede voor de leiding van de algemene vergadering die daarover vervolgens beslist (zie art. 7.7 van het Kandidaatstellingsreglement).
Diverse CDA-afdelingen prevaleren het instellen van een vertrouwenscommissie boven het door het bestuur verrichten van bovengenoemde taken. Overigens: om de vertrouwenscommissie te ondersteunen bij het inrichten en uitvoeren van haar werkzaamheden, is de handreiking “Werving en selectie” samengesteld. Deze is in het voorjaar van 2013 naar alle afdelingen verstuurd. Exemplaren van deze handreiking kunnen worden besteld via de Afdelingendesk:
[email protected]. Via dit mailadres kunnen exemplaren ook digitaal worden aangevraagd. Om de leden van de vertrouwenscommissie (of afdelingsbestuurders) voorts vertrouwd te maken met de techniek van gespreksvoering, heeft het Steenkampinstituut de training “Werving- en selectiegesprekken”. Voor de precieze data en locaties kunt u terecht op de website van het Steenkampinstituut: www.cda.nl/si. 8.
Hoe dient de stemming over de lijst in de algemene vergadering te verlopen?
De vaststelling van de lijst geschiedt door de algemene vergadering. In de vergadering wordt een onderzoekscommissie ingesteld om de uitslag van de stemmingen vast te stellen en evt. lotingen te verrichten. De uitslagen worden door de commissie opgenomen in een procesverbaal. Er zijn drie verschillende stemsystemen: het plaats-voor-plaatssysteem, het puntensysteem en het gemengde systeem. A. Plaats-voor-plaats-systeem 1. Valt de keuze op dit systeem, dan wordt over alle plaatsen op de kandidatenlijst (afgezien van de lijsttrekker) schriftelijk gestemd, en wel plaats voor plaats, zodat eerst nummer twee op de kandidatenlijst wordt aangewezen, vervolgens nummer drie, enzovoort. 2. De secretaris zorgt voor voldoende door hem of haar met bijvoorbeeld een paraaf gewaarmerkte stembiljetten. De stembiljetten dienen voor de verschillende stemmingen te onderscheiden zijn (bijvoorbeeld door ze te nummeren en/of door het gebruik van verschillende kleuren). Dit om te vermijden dat stembiljetten voor een andere stemming “extra” worden gebruikt. 3. De secretaris zorgt er tevens voor dat alleen stemgerechtigde leden steeds een stembiljet uitgereikt kunnen krijgen. Dat kan bijvoorbeeld door hen aan het begin een kaart te geven, op vertoon waarvan zij steeds een stembiljet
ontvangen, of door verschillende te onderscheiden stembiljetten in één keer te verstrekken. 4. De vergadering benoemt, op voorstel van het bestuur, een stemcommissie, die de uitslagen van alle stemmingen zal opnemen in een proces-verbaal. 5. De voorzitter memoreert de kandidaat die voor de betreffende plaats (te beginnen bij plaats 2) door het bestuur wordt geadviseerd. 6. De voorzitter geeft gelegenheid tot discussie. Daarbij kunnen leden ook andere kandidaten aanbevelen voor de betreffende plaats, mits zij op de groslijst staan. 7. Als er geen discussie is geweest, of in de discussie geen andere kandidaten zijn aanbevolen, vraagt de voorzitter of iemand stemming wenst. 8. Wanneer niemand stemming wenst, verklaart de voorzitter de door het bestuur respectievelijk de vertrouwenscommissie geadviseerde kandidaat bij acclamatie verkozen. 9. Wanneer één of meer leden wel stemming verlangen of als er andere kandidaten zijn aanbevolen, wordt er schriftelijk gestemd. Er worden gewaarmerkte stembiljetten uitgereikt aan alle aanwezige stemgerechtigde leden, die daarop de naam vermelden van de kandidaat aan wie zij voor de desbetreffende plaats de voorkeur geven. De leden hoeven zich niet te beperken tot de door het bestuur of de vertrouwenscommissie geadviseerde of de in de discussie aanbevolen kandidaten: er kan worden gestemd op alle op de gros- en advieslijst opgenomen kandidaten. 10. Is er sprake van meerdere kandidaten voor een bepaalde plaats, dan zijn de eerste twee stemmingen vrij. Is een derde stemming nodig, omdat niemand de meerderheid van de uitgebrachte stemmen heeft behaald, dan kan slechts gekozen worden tussen de twee personen die bij de tweede vrije stemming de meeste stemmen hebben behaald. Is onduidelijk wie dat zijn, omdat op de tweede plaats meerdere personen zijn geëindigd met een gelijk aantal stemmen, dan wordt tussen hen een tussenstemming gehouden (waarbij weer een meerderheid behaald moet worden, eventueel vindt daarvoor dus ook herstemming plaats). Staken bij deze tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen, dan beslist het lot. Voor de bepaling van het aantal uitgebrachte stemmen worden blanco en ongeldig uitgebrachte stemmen buiten beschouwing gelaten. 11. Indien een tegenkandidaat wordt verkozen, dan verschuift de kandidaat die op de advieslijst op de desbetreffende plaats stond naar de volgende plaats. De hele advieslijst schuift dus als het ware een plaats op. Vandaar dat het belangrijk is dat de voorzitter per plaats memoreert welke kandidaat het bestuur adviseert (zie punt 2): dit voorkomt verwarring. Wanneer mocht blijken dat een door het bestuur geadviseerde kandidaat het enige malen niet haalt in de stemming, dan kan het wenselijk zijn dat het bestuur zijn advies heroverweegt. Daartoe
zal het de vergadering dan moeten schorsen. Overigens: uit het bovenstaande blijkt wel dat eerst de uitslag van de stemming voor een bepaalde plaats moet worden vastgesteld vóórdat over de volgende plaats discussie en stemming kan plaatsvinden.
B. Puntensysteem 1.
Valt de keuze op het puntensysteem, dan heeft de schriftelijke stemming betrekking op het totale aantal namen, afgezien van de lijsttrekker, dat de kandidatenlijst zal bevatten.
2.
De vergadering benoemt, op voorstel van het bestuur, een stemcommissie, die de uitslagen van alle stemmingen zal opnemen in een proces-verbaal.
3.
Ieder aanwezig lid vermeldt op het aan hem of haar ter vergadering uitgereikte gewaarmerkte stembiljet de namen van de kandidaten, in de volgorde die het desbetreffende lid wenselijk acht. Een stembiljet dat niet het aantal vastgestelde namen bevat, is ongeldig. Ook stembiljetten die de namen bevatten van niet op de gros- of advieslijst voorkomende personen, zijn ongeldig.
4.
Aan een kandidaat wiens naam op een stembiljet op de eerste plaats is gezet, worden zoveel punten toegekend als er (buiten de lijsttrekker) plaatsen beschikbaar zijn. Voor de derde plaats op de kandidatenlijst geldt één punt minder, enzovoort. Als meerdere kandidaten een gelijk aantal punten behalen, beslist het lot.
5.
Voor de bepaling van het aantal uitgebrachte stemmen worden blanco en ongeldig uitgebrachte stemmen buiten beschouwing gelaten.
C. Gemengd systeem 1.
Valt de keuze op het gemengde systeem, dan wordt over het aantal plaatsen, afgezien van de lijsttrekker, dat gelijk is aan het aantal zittende CDAgemeenteraadsleden, vermeerderd met vijf, schriftelijk gestemd, en wel plaats voor plaats, zodat eerst nummer twee op de kandidatenlijst wordt aangewezen, vervolgens nummer drie, enzovoort. Op deze stemmingen zijn de punten 2 tot en met 11 van paragraaf A (‘Plaats-voor-plaats-systeem’) van overeenkomstige toepassing.
2.
Voor de overige plaatsen wordt een schriftelijke stemming gehouden die betrekking heeft op het totale aantal namen dat de kandidatenlijst, buiten de lijsttrekker, zal bevatten na aftrek van de onder 1. bedoelde plaatsen. Op deze stemming zijn de punten 2 tot en met 5 van paragraaf B (‘Puntensysteem’) van overeenkomstige toepassing. Voor de slotstemming dient het stembiljet duidelijk aan te geven voor hoeveel plaatsen de stemming wordt gehouden (door bijvoorbeeld de plaatsnummers op de definitieve lijst erop te vermelden).
NB: Op alle stemmingen is het bepaalde in art. 10.2 van het Kandidaatstellingsreglement van toepassing: “Leden die niet langer dan acht weken als lid zijn ingeschreven dan wel niet aan hun financiële verplichtingen hebben voldaan, kunnen niet aan deze stemming deelnemen”. Leden die ter plekke hun contributie aan de penningmeester voldoen, mogen alsnog meestemmen, als ze al wel langer dan 8 weken lid zijn. 9.
Kan er ook bij volmacht gestemd worden?
Nee, onder voorbehoud van art. 106 statuten is stemming bij volmacht niet toegestaan. Dit houdt in tijdens de algemene vergadering slechts gestemd kan worden door de aanwezige CDA-leden, die langer dan 8 weken lid zijn en die aan de financiële verplichtingen t.o.v. de partij hebben voldaan. Leden die niet aan financiële verplichtingen t.o.v. de partij hebben voldaan, maar die ter plekke hun contributie aan de penningmeester voldoen mogen wel stemmen. 10.
Wat is de profielschets die aan het begin van het kandidaatstellingsproces wordt vastgesteld?
De profielschets is een overzicht van alle kenmerken waaraan de toekomstige raadsleden en fractie als geheel volgens de afdeling moeten voldoen. Deze kenmerken kunnen nogal uiteen lopen. Elke afdeling kan ook haar eigen kenmerken wensen, omdat iedere raadssituatie een unieke is. Over het algemeen zijn de kenmerken in de profielschets onder te verdelen in eisen en competenties. Voorbeelden van eisen zijn de leeftijd en de sekse van de kandidaat en of hij of zij voldoende tijd beschikbaar stelt voor het eventuele raadslidmaatschap. Drie voorbeelden van competenties zijn samenwerken, politieke sensitiviteit en visie. Belangrijk is dat de profielschets altijd door de afdeling vastgesteld moet worden. Meer info: Handboek Gemeenteraadsverkiezingen 2014 én Handreiking Compentieprofiel gemeenteraadslid 2014-2018. (op te vragen via de
[email protected] ). 11.
Wat zijn competenties en wat is een competentieprofiel?
De afdeling HRM van het CDA-bureau heeft een competentieprofiel ontwikkeld behorend bij de functie van gemeenteraadslid. Een competentieprofiel is een verzameling van competenties. Het is dus niet hetzelfde als de profielschets die de afdeling in het kandidaatstellingsproces vaststelt, maar is een onderdeel daarvan. Maar wat zijn eigenlijk competenties? Competenties zijn vermogens die een raadslid nodig heeft om zijn of haar functie naar behoren uit te voeren. Met andere woorden: als het raadslid over deze vermogens beschikt, is hij of zij geschikt voor die functie. Het is niet voor niets dat het begrip competentie is afgeleid van het begripcompetent, dat ‘geschikt’ of ‘bekwaam’ betekent. De vraag is nu natuurlijk hoe je kunt zien of iemand over een competentie beschikt. Het antwoord hierop is te vinden in het gedrag dat die persoon vertoont. Een competentie wordt beschreven aan de hand van waarneembare gedragingen. Als deze gedragingen bij
iemand te zien zijn, kan de conclusie worden getrokken dat diegene over die competentie beschikt. Voorbeeld van de competentie samenwerken:
Competentie
Samenwerken
Omschrijving van de competentie
Het vermogen om in het functioneren bij te dragen aan het bereiken van gezamenlijke resultaten. Iemand die over deze competentie beschikt, is in staat tot het volgende:
Gedrag
-
-
Geeft ruimte aan en luistert naar de meningen en argumenten van collega’s Levert opbouwende kritiek aan collega’s Committeert zich aan gezamenlijk gemaakte afspraken Stelt zich in zijn/haar standpunten onafhankelijk op, maar doet zonodig concessies aan eigen opvattingen om tot een gezamenlijk resultaat te komen Werkt met betrokkenen samen, met inachtneming van ieders positie Ondersteunt zijn/haar collega’s op een manier die gevraagd wordt
Meer info: Handreiking Compentieprofiel gemeenteraadslid 2014-2018. (op te vragen via de
[email protected] ). 12.
Op welke wijze kan nu concreet de geschiktheid van de kandidaten op de groslijst beoordeeld worden?
Kandidaten zijn geschikt voor de functie van raadslid als zij voldoen aan de kenmerken die in de profielschets worden gesteld. De belangrijkste kenmerken zijn vaak de competenties waarvan de afdeling vindt dat het toekomstige raadslid er over zou moeten beschikken. Aan het gedrag van een raadslid in zijn of haar functie is te zien of deze persoon over de gewenste competenties beschikt. Maar veel kandidaten op de groslijst zijn nog nooit raadslid geweest. Hoe kan dan ontdekt worden of zij over de gewenste competenties beschikken? In veel onderzoeken is aangetoond dat gedrag uit het verleden een goede voorspeller is van toekomstig gedrag. Door te kijken naar het gedrag van de kandidaten in hun vroegere functies kunnen dan toch conclusies worden getrokken over het wel of niet beschikken over competenties. Het gedrag aan de hand waarvan een competentie wordt beschreven, moet dan wel algemeen geformuleerd zijn en niet binnen de context van de functie van raadslid. Het volgende gedragsvoorbeeld binnen de competentie ‘samenwerken’ verduidelijkt dit laatste: Gedragsomschrijving binnen de functie van raadslid:
Levert opbouwende kritiek aan fractieleden
Algemene gedragsomschrijving:
Levert opbouwende kritiek aan collega’s Een kandidaat die nog nooit raadslid is geweest, kan niet gevraagd worden naar de opbouwende kritiek die hij of zij aan fractieleden heeft gegeven, maar wel naar de opbouwende kritiek die aan collega’s is gegeven. Door naar het algemeen geformuleerde gedrag te vragen, kan duidelijk worden of de kandidaat over een bepaalde competentie beschikt in een vroegere functie. Hoe kan dus de geschiktheid van kandidaten bepaald worden? Door eerst naar het gedrag van kandidaten in vroegere functies en situaties te vragen, kan dat daarna vergeleken worden met het gedrag binnen een competentie, dat nodig is in de functie van raadslid. Zodoende wordt duidelijk of diegene over deze competentie beschikt. Is dat het geval dan is deze kandidaat geschikt als raadslid. Deze procedure vergt de nodige voorbereiding. Daarom is het aan te raden om de handreiking “Werving en selectie” te raadplegen. De bijbehorende training op dit gebied kan tevens via het regionale scholingswerk gevolgd worden. Zie hiervoor ook de website van het Steenkampinistituut: www.cda.nl/si 13.
Hoe kan de geschiktheid van zittende raadsleden beoordeeld worden?
In principe zullen de zittende raadsleden wel geschikt zijn, maar soms kan het voorkomen dat daar twijfels over bestaan. Deze twijfels kunnen zijn ontstaan door wat er tijdens functionerings-gesprekken en beoordelingsgesprekken is besproken. Als er sprake is van deze twijfel is er genoeg reden om de geschiktheid van deze raadsleden opnieuw te bekijken. Het is echter raadzaam om alle zittende raadsleden die door willen gaan met hun functie op hun geschiktheid te beoordelen. Met de zittende raadsleden kan eenzelfde selectiegesprek gevoerd worden als met de andere kandidaten. Meer info: Handboek Werving (op te vragen via de
[email protected] ). 14.
en
Selectie
2013
Wanneer zouden eigenlijk functioneringsgesprekken gevoerd moeten worden met de raadsleden?
In de praktijk van het bedrijfsleven én ook de politiek blijkt dat functioneringsgesprekken vaak pas gevoerd worden als er problemen zijn in het functioneren. Doordat dan over problemen wordt gesproken, komen ook vaak de bijbehorende oorzaken naar boven en ontstaat vanzelf een beoordeling van de medewerker. Het functioneringsgesprek is echter geen beoordelingsgesprek. Het functioneringsgesprek in de gemeentelijke CDAafdeling dat met het raadslid, de fractievoorzitter of de wethouder gevoerd kan worden is juist bedoeld om op vertrouwelijke wijze met elkaar over het huidige en toekomstige functioneren van het raadslid te spreken. Zodoende kan het functioneren waar nodig verbeterd worden en kan het raadslid zich verder ontwikkelen, zodat dit de resultaten van de gehele fractie ten goede komt. In het functioneringsgesprek zou dus geen beoordeling ter sprake moeten
komen. Het zou daarom ook niet vlak voor de kandidaatstellingsprocedure gevoerd moeten worden, omdat het dan aandoet als een verkapt beoordelingsgesprek. Functioneringsgesprekken kunnen het beste jaarlijks gevoerd worden en in het jaar voor de verkiezingen gevolgd worden door een beoordelings- of selectiegesprek. Speciaal voor het voeren van functioneringsgesprekken is de handreiking “Functioneringsgesprekken” ontwikkeld. Via het regionale scholingswerk kan tevens de bijbehorende training op dit gebied gevolgd worden. Zie hiervoor ook de website van het Steenkampinistituut: www.cda.nl/si
15.
Hoe kan een lijstcombinatie wel lijstverbinding genaamd)
aangegaan
worden?
(ook
Het is mogelijk een lijstencombinatie met andere partijen aan te gaan. De ChristenUnie/SGP en het CDA bijvoorbeeld kunnen in een bepaalde gemeente elk met een eigen lijst uitkomen, maar als zij een lijstencombinatie aangaan, worden de stemmen van de lijsten bij elkaar opgeteld. Dit kan voordeel hebben bij de restzetelverdeling. In gemeenten met negentien of meer raadszetels worden de zetels verdeeld volgens het systeem van de grootste gemiddelden, dat grotere lijsten (en lijstcombinaties) bevoordeelt. Hoe groter de lijst of lijstcombinatie, hoe groter de kans op een of meer restzetels. In gemeenten met minder dan negentien raadszetels geschiedt verdeling van de restzetels volgens het systeem van de grootste overschotten. In dat geval is de kans op een extra restzetel veel kleiner; de lijstencombinatie kan in plaats van twee restzetels voor de afzonderlijke lijsten zelfs resulteren in slechts een restzetel voor de gecombineerde lijst en dus een zetel kosten. Binnen een lijstencombinatie worden de restzetels verdeeld volgens het systeem van de grootste overschotten. Daardoor bestaat er de kans dat een restzetel van de lijstencombinatie terechtkomt bij de kleinere partner, terwijl dezelfde restzetel zonder verbinding waarschijnlijk op grond van het systeem met de grootste gemiddelden bij de grootste partner terecht was gekomen. Uit het bovenstaande blijkt in elk geval dat goed berekend moet worden of er werkelijk kans op een extra zetel is, alvorens tot een lijstencombinatie wordt overgegaan. Als men kiest voor een lijstencombinatie, dan geschiedt de verdeling van de zetels over de deelnemende lijsten als volgt. Het totaal aantal stemmen uitgebracht op de lijsten van de combinatie wordt gedeeld door het aantal zetels dat aan de combinatie is toegevallen. Het resultaat van die deling heet de combinatiekiesdeler. Deze combinatiekiesdeler wordt vervolgens gedeeld op het aantal stemmen dat is uitgebracht op de afzonderlijke lijsten die aan de combinatie deelnemen. Voor iedere deelnemende lijst wordt derhalve eerst het volle aantal zetels berekend. De restzetels worden achtereenvolgens toegewezen aan de lijsten van de combinatie waarvan de stemcijfers bij deling door de combinatiekiesdeler de grootste overschotten hebben. Hierbij worden lijsten die geen overschot hebben, geacht lijsten te zijn met het kleinste overschot. Indien overschotten gelijk zijn, beslist zo nodig het lot. NB: zie voor een uitgebreid rekenoverzicht: http://www.vng.nl/onderwerpenindex/bestuur/verkiezingen-referendum/vraag-enantwoord/ lijstencombinatiefusie-partijen
Een lijstencombinatie wordt op het stembiljet aangegeven. Zij kan dus ook electorale en politieke consequenties hebben, die goed overwogen moeten worden. Om deze reden schrijft art. 17.3 van het Kandidaatstellingsreglement voor dat een besluit tot het aangaan van een lijstencombinatie genomen moet worden door de algemene vergadering of door het bestuur, daartoe door de ledenvergadering gemachtigd. Dit laatste kan wenselijk zijn omdat onderhandelingen met andere partijen nog niet zijn afgerond, of voorbarige publiciteit vermeden moet worden. De feitelijke lijstcombinatie vindt plaats op de dag van de kandidaatstelling, en wel door het indienen van de gemeenschappelijke verklaring. Deze verklaring moet worden ingericht volgens een door de minister voorgeschreven model. Een formulier daartoe is bij de gemeente te verkrijgen. In 2010 was hiervoor een speciaal computerprogramma voor. Op het moment van schrijven is deze mogelijkheid voor 2014 onzeker. Houd daarom de site: http://www.kiesraad.nl/artikel/gr-gemeenteraad goed in de gaten. De gemachtigde en zijn plaatsvervanger moeten op de lijst worden vermeld. Het ligt voor de hand om de indiener van de lijst ook meteen gemachtigde te laten zijn. De gemachtigde hoeft evenwel niet in persoon bij het centraal stembureau te verschijnen. Bij inlevering van de kandidatenlijst krijgt de indiener van het stembureau een ontvangstbewijs. De algemene vergadering moet akkoord gaan met een voorstel tot lijstcombinatie. Mocht u overwegen om tot een lijstencombinatie over te gaan, dan kunt u desgewenst contact opnemen met de medewerker Juridische Zaken van het CDA-bureau (telefoon: 0703424828; e-mail:
[email protected]).
16.
Waar zijn de officiële modellen te vinden voor het indienen van alle kandidaatstellingsdocumenten?
Wat betreft de interne partijprocedure: de modelformulieren waar gebruik van gemaakt kan worden, kunnen via AfdelingenNet (www.cda.nl/afdelingennet ) gedownload worden. U vindt de verklaring onder de knop ‘Verkiezingen’. Wat betreft de wettelijke kandidaatstelling: formeel moet de gemeente de afdeling voorzien van alle noodzakelijke documenten. Via de website:http://www.kiesraad.nl/artikel/grgemeenteraad wordt u in de loop van 2013 bijgepraat. Let op: ruim voor de dag van de kandidaatstelling moet al een afspraak met de gemeente voor een voorinlevering gemaakt worden. Dat scheelt veel stress vooraf, maar ook achteraf hoeft de ingewikkelde procedure van het herstel van verzuimen niet te worden doorlopen. 17.
Waar kan ik nu nog meer informatie vinden?
Voor meer en andere informatie kunt u terecht op AfdelingenNet. Bovendien kunt u via
[email protected] uw vraag stellen. De volgende documenten zijn speciaal voor de gemeenteraadsverkiezingen van 2014
geschreven of herzien: * Het Handboek Gemeenteraadsverkiezingen 2014 (wordt in maart 2013 verwacht, is vertraagd omdat de datum van de gemeenteraadsverkiezingen en daarmee samenhangende dag van de kandidaatstelling nog niet bekend is) Via de AfdelingenDesk kunt u te zijner tijd een gratis exemplaar opvragen. * De handreiking Competentieprofiel CDA-gemeenteraadslid 2014-2018 (eind januari 2013 verzonden naar alle afdelingen) Via de AfdelingenDesk kunt u een gratis exemplaar opvragen. * De brochure Werving en selectie van gemeenteraadsleden 2013 (eind januari 2013 verzonden naar alle afdelingen) De brochure kan worden bijbesteld door EUR 5,50 per exemplaar over te maken op postbankrekening 137.000, ten name van Centrale Verrekenkas CDA, onder vermelding van het aantal exemplaren en verzendadres. Na betaling worden de brochures opgestuurd. Digitaal is de brochure gratis op te vragen bij:
[email protected] De brochure Functioneringsgesprekken (is al eerder verstuurd aan afdelingsbestuurders) De brochure kan worden besteld door EUR 4,95 per exemplaar over te maken op postbankrekening 137.000, ten name van Centrale Verrekenkas CDA, onder vermelding van het aantal exemplaren en verzendadres. Na betaling worden de brochures opgestuurd. Digitaal is de brochure gratis op te vragen bij:
[email protected] *Handreiking Lokaal Program 2014-2018 (eind januari 2013 verzonden naar alle afdelingen) Digitaal is de brochure gratis op te vragen bij:
[email protected] en te downloaden van www.cda.nl/afdelingennet
* Campagne catalogus met de katernen: (allen beschikbaar in mei 2013) - Minimaal zichtbaar in de campagne Wat je sowieso kan doen om zichtbaar te zijn. - Onderzoek en strategie De campagneboom - Vrijwilligersmanagement Hoe motiveer en mobiliseer je vrijwilligers - Publiciteit Hoe gaan je om met pers en hoe maakt je een goed persbericht? - Online Welke online mogelijkheden zijn er en hoe zet je social media in?
- Gespreksvoering Hoe voer je een goed gesprek met de kiezer maar ook: hoe bereid je je voor een presentatie op bijvoorbeeld een verkiezingsavond of Tv?
Reglement voor de voorbereiding van de kandidaatstelling voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad ARTIKEL 1 - Toepassingsbereik Artikel 1.1
Dit reglement is van toepassing op de voorbereiding van de kandidaatstelling voor de periodieke verkiezing van de leden van de gemeenteraad. Artikel 1.2
Het onderhavige reglement is zoveel als mogelijk van overeenkomstige toepassing op de voorbereiding van de kandidaatstelling voor de periodieke verkiezing van de leden van een deelgemeenteraad.
ARTIKEL 2 - Begripsbepalingen Artikel 2.1
Bestuur: het algemeen bestuur van de gemeentelijke afdeling dan wel het dagelijks bestuur van de gemeentelijke afdeling voorzover dit de desbetreffende bevoegdheid van het algemeen bestuur afdeling gedelegeerd heeft gekregen. Artikel 2.2
Algemene vergadering, algemeen bestuur, dagelijks bestuur: het respectieve bestuursorgaan van een gemeentelijke afdeling als bedoeld in de statuten en/of het huishoudelijk reglement en/of het reglement gemeentelijke afdeling. Artikel 2.3
Verkiezing: de verkiezing van de leden van de gemeenteraad. Artikel 2.4
Dag van de kandidaatstelling: de dag waarop ingevolge de Kieswet uiterlijk de kandidatenlijst(en) voor de desbetreffende verkiezing dien(t)(en) te worden ingeleverd bij de daarvoor ingevolge de Kieswet bevoegde instantie(s). Artikel 2.5
Kieskring: het gebied waarover de kieskring zich uitstrekt, als bedoeld en nader omschreven in de Kieswet, dat gelegen is binnen de grenzen van de desbetreffende gemeente. Artikel 2.6
Groslijst: de in artikel 6, vierde lid bedoelde lijst. Artikel 2.7
Advieslijst: een genummerde lijst van personen die het bestuur adviseert te kandideren op de lijst(en) waarmee aan de verkiezing wordt deelgenomen.
Artikel 2.8
Toetsingscommissie: de in artikel 51 van de statuten bedoelde commissie. Artikel 2.9
Fractievoorzitter: de voorzitter van de CDA-fractie in de desbetreffende gemeenteraad. Artikel 2.10
Leden: leden woonachtig in de desbetreffende gemeente. Artikel 2.11
Statuten en reglementen: statuten, huishoudelijk reglement en reglement gemeentelijke afdeling van de partij. Artikel 2.12
Provinciale afdeling: de desbetreffende provinciale afdeling. Artikel 2.13
Gemeentelijke afdeling: de desbetreffende gemeentelijke afdeling. Artikel 2.14
Kandidatenlijst: de lijst met kandidaten die door de partij wordt ingediend. Artikel 2.15
Nevenfunctie: een functie als bedoeld in de statuten en/of het huishoudelijk reglement. Artikel 2.16
CDA-bureau: het bureau als bedoeld in de statuten.
ARTIKEL 3 – Indiening van de lijsten Artikel 3.1
De leiding van de werkzaamheden betreffende de verkiezing berust bij het bestuur.
Artikel 3.2
Het bestuur stelt tijdig bij elke verkiezing een schema van werkzaamheden vast, met vermelding van de data waarop en de termijnen waarbinnen de voorgeschreven handelingen moeten worden verricht. Artikel 3.3
De partij neemt, behoudens bijzondere omstandigheden, zulks ter beoordeling van het partijbestuur en nadat het bestuur van de betrokken provinciale afdeling is gehoord, deel aan de verkiezing door indiening van een kandidatenlijst, zo enigszins mogelijk bevattende het wettelijk toegestane maximumaantal namen. De kandidatenlijst wordt ingediend bij de gemeente. Artikel 3.4
Er wordt met één lijsttrekker aan de verkiezing deelgenomen, tenzij de algemene vergadering ten minste acht weken vóór de dag van de kandidaatstelling, op voorstel van het bestuur bepaalt dat met meer lijsttrekkers aan deze verkiezing wordt deelgenomen.
ARTIKEL 4 - Kandidaten Artikel 4.1
Kandidaten voor het CDA kunnen zijn zij die voldoen aan de eisen van de wet en op de dag van de kandidaatstelling ten minste één jaar lid zijn van het CDA, behoudens ontheffing vanwege het dagelijks bestuur van de partij. Voor de bepaling van de ingangsdatum van het lidmaatschap is de datum van de registratie door het CDA-bureau beslissend. Artikel 4.2
Vanaf het moment dat de kandidaten schriftelijk aan het bestuur hebben meegedeeld dat zij een eventuele kandidaatstelling zullen aanvaarden, onthouden zij zich onverminderd hun reglementaire rechten en verplichtingen van activiteiten die rechtstreeks of zijdelings verband houden met de voorbereiding van de kandidaatstelling voor de verkiezing. Artikel 4.3
Elke kandidaat dient schriftelijk te verklaren dat hij: a. instemt met het Program van Uitgangspunten en het gemeentelijk verkiezingsprogram; b. bereid is zitting te nemen in de gemeenteraad en de gehele zittingsperiode als lid van de gemeenteraad aan zal blijven, tenzij het bestuur ontheffing verleent; c. gekozen tot lid van de gemeenteraad, in fractieverband samenwerkt en uiterlijk met ingang van de datum van benoeming tot gemeenteraadslid het lidmaatschap aanvaardt van de Bestuurdersvereniging, alsmede regelmatig contact onderhoudt met,
voorlichting geeft aan en verslag doet en verantwoording aflegt over het gevoerde beleid aan de verschillende geledingen van de partij; d. zijn zetel in de gemeenteraad ter beschikking stelt zodra hij uit de fractie treedt en evenzo bij beëindiging van het lidmaatschap van de partij; e. de door de algemene vergadering vastgestelde procedures volledig in acht zal nemen en zal naleven en dat hij de onder de verantwoordelijkheid van het bestuur vastgestelde verklaringen en machtigingen op een door het bestuur nader vast te stellen tijdstip vóór de dag van de kandidaatstelling voor de gemeenteraad ondertekent en deze gedurende de gehele zittingsperiode niet zal herroepen, tenzij het bestuur ontheffing verleent; f. ten aanzien van het hebben en/of aanvaarden van één of meer nevenfuncties, al dan niet g.
gehonoreerd, zich tevoren onderwerpt aan het oordeel daarover van het bestuur; kennis heeft genomen van de door het partijbestuur vastgestelde landelijke
bijdrageregeling met betrekking tot vrijwillige bijdragen van gemeenteraadsleden aan de gemeentelijke afdeling; h.
zich niet kandidaat stelt voor een andere lijst.
ARTIKEL 5 – Recht van gravamen Artikel 5.1
Kandidaten hebben het recht van gravamen met betrekking tot hun instemming met het Program van Uitgangspunten en het gemeentelijk verkiezingsprogram. Artikel 5.2
Bezwaren tegen de in het eerste lid bedoelde programs moeten door de personen aan wie een kandidatuur voor het lidmaatschap van de gemeenteraad is aangeboden, ten minste drie weken vóór de in artikel 10, derde lid bedoelde algemene vergadering schriftelijk aan het bestuur worden kenbaar gemaakt. Het bestuur beslist vervolgens ten minste één week vóór de desbetreffende algemene vergadering of de bezwaren al dan niet een belemmering vormen om de betrokkene op de in te dienen kandidatenlijst(en) te plaatsen.
ARTIKEL 6 – Groslijst Artikel 6.1
Elk lid heeft het recht vóór elke kandidaatstelling voor de verkiezing schriftelijk bij het bestuur de namen van ten hoogste vijf personen voor te dragen als kandidaten voor het lidmaatschap van de gemeenteraad. Artikel 6.2
In verband hiermee richt het bestuur ten minste twintig weken vóór de dag van kandidaatstelling tot alle leden het schriftelijk verzoek aan het bestuur vertrouwelijk opgave te doen van de namen van ten hoogste vijf personen die zij voor het lidmaatschap van de gemeenteraad in aanmerking wensen te brengen.
Voor het doen van de hier bedoelde opgave hebben de leden ten minste vier weken na verzending van het verzoek de gelegenheid. Artikel 6.3
Met inachtneming van de termijnen genoemd in het tweede lid, stelt het bestuur voorts iedere persoon die voldoet aan de statutaire vereisten, in de gelegenheid te solliciteren naar een kandidatuur voor het lidmaatschap van de gemeenteraad. Artikel 6.4
Het bestuur stelt een groslijst samen van de kandidaten voor het lidmaatschap van de gemeenteraad met een korte toelichting omtrent iedere daarop voorkomende persoon. Deze groslijst bevat, met inachtneming van het bepaalde in artikel 9A: a. de namen van de personen die door de leden zijn voorgedragen; b. de namen van de personen die hebben gesolliciteerd; c. de namen van de zittende leden van de gemeenteraad; d.
de namen van de zittende wethouders.
Artikel 6.5
Het bestuur bericht terstond na opstelling van de groslijst schriftelijk aan ieder van de daarop vermelde personen, dat zij voor een kandidatuur voor het lidmaatschap van de gemeenteraad in aanmerking zijn gebracht en verzoekt hen daarbij zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen drie weken na dagtekening schriftelijk te verklaren dat zij in geval van benoeming bereid zijn zitting te nemen in de gemeenteraad en de gehele zittingsperiode als lid van de gemeenteraad aan te blijven, tenzij het bestuur ontheffing verleent. Nadat deze schriftelijke verklaring is ontvangen door het bestuur kunnen de namen met een korte toelichting op de advieslijst worden geplaatst. Ingeval binnen de genoemde termijn geen bericht wordt ontvangen, wordt de desbetreffende persoon geacht zich niet beschikbaar te stellen voor een kandidatuur. Artikel 6.6
Tegelijkertijd wijst het bestuur de kandidaten erop dat zij al hun nevenfuncties zo spoedig mogelijk doch in ieder geval binnen drie weken na dagtekening van het in het vijfde lid bedoelde bericht ter beoordeling dienen voor te leggen aan het bestuur. In geval van twijfel over de toelaatbaarheid van nevenfuncties vraagt het bestuur advies aan de Toetsingscommissie.
ARTIKEL 7 – Vertrouwenscommissie Artikel 7.1
Ten behoeve van de in artikel 6, eerste en derde lid bedoelde mogelijkheid van voordracht en sollicitatie kan door het bestuur ten minste twintig weken vóór de dag van de kandidaatstelling een vertrouwenscommissie worden geïnstalleerd. De meerderheid van de commissie zal moeten bestaan uit niet-bestuursleden.
Artikel 7.2
De fractievoorzitter is adviseur van de eventuele vertrouwenscommissie. Artikel 7.3
De leden van de vertrouwenscommissie mogen geen bloed- of aanverwanten tot in de tweede graad zijn of een gezags- of afhankelijkheidsrelatie hebben met eventuele sollicitanten en voorgedragen kandidaten en zij moeten tevoren verklaren zelf niet beschikbaar te zijn voor een eventuele kandidatuur. Artikel 7.4
De vertrouwenscommissie heeft ten minste tot taak te oordelen over de geschiktheid van zowel de personen die zijn voorgedragen als de personen die hebben gesolliciteerd. Aan de commissie kan ook de kandidaatstelling van de lijsttrekker en de opstelling van de advieslijst alsmede de leiding van de algemene vergadering waarin de stemming plaatsvindt opgedragen worden. Artikel 7.5
Ten behoeve van de vertrouwenscommissie zal het bestuur tevoren criteria vaststellen waaraan de kandidaten moeten voldoen. Artikel 7.6
De in het eerste lid bedoelde vertrouwenscommissie wordt in ieder geval geïnstalleerd indien meer dan de helft van de bestuursleden geen lid mag zijn van de vertrouwenscommissie op grond van het bepaalde in het derde lid. Zodra dat het geval is, legt het bestuur terstond een voorstel aan de algemene vergadering voor. Artikel 7.7
De taken en bevoegdheden van het bestuur, als omschreven in de artikelen 9, 10, 11 en 14, worden in het in het zesde lid bedoelde geval uitgeoefend door de vertrouwenscommissie.
ARTIKEL 8 - Verschoning bestuursleden Artikel 8
Leden van het bestuur die zich beschikbaar stellen voor een kandidatuur nemen niet deel aan beraadslagingen en besluitvorming over de opstelling van de advieslijst, maar blijven overigens volwaardig lid van het bestuur. Leden van het bestuur die bloed- of aanverwant tot in de tweede graad zijn van of een gezags- of afhankelijkheidsrelatie hebben met een beschikbare kandidaat dienen terzake zich te verschonen. Bij twijfel of een bestuurslid zich dient te verschonen beslist het bestuur.
ARTIKEL 9 - Advieslijst Artikel 9.1
De fractievoorzitter alsmede de lijsttrekker, indien die reeds is verkozen, worden bij de samenstelling van de advieslijst geraadpleegd. Artikel 9.2
Het bestuur vergadert uiterlijk ten minste twintig weken vóór de dag van de kandidaatstelling over de vraag welke personen voor een kandidatuur voor het lidmaatschap van de gemeenteraad in aanmerking komen, dit mede in verband met de gewenste samenstelling van de fractie en de onderscheiden deskundigheden in de fractie. De namen worden met een korte toelichting op een concept-advieslijst geplaatst, die wordt opgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 9A. Artikel 9.3
Het bestuur dan wel de commissie als bedoeld in artikel 7 vergadert uiterlijk ten minste acht weken voor de dag van de kandidaatstelling ter vaststelling van een advieslijst zo enigszins mogelijk bevattende het wettelijk toegestane maximumaantal namen, in de volgorde die wenselijk wordt geacht. De advieslijst wordt opgesteld met inachtneming van het bepaalde in artikel 9A. Op deze advieslijst kunnen namen worden geplaatst van personen die niet op de groslijst voorkomen. Indien op deze advieslijst de naam van een zitting hebbend gemeenteraadslid of wethouder ontbreekt, wordt de reden daarvan meegedeeld aan alle leden.
ARTIKEL 9A - Drietermijnenregel Artikel 9A.1 Niet op de groslijst en/of de advieslijst worden geplaatst de namen van personen die, onmiddellijk voorafgaand aan het opstellen ervan, gedurende twaalf jaren of meer achtereen zitting hebben gehad in het orgaan waarvoor de kandidaatstelling aan de orde is. Artikel
9A blijft echter buiten toepassing bij kandidaatstelling voor verkiezingen die het gevolg zijn van een gemeentelijke herindeling. Artikel 9A vindt wel toepassing wanneer in een gemeente in het verleden een gemeentelijke herindeling aan de orde is geweest. In dat laatste geval worden, voor de toepassing van artikel 9A, de termijnen gedurende welke een persoon zitting heeft gehad in de gemeenteraad van een van de bij de herindeling betrokken gemeenten, opgeteld bij de termijnen gedurende welke deze persoon zitting heeft gehad in de gemeenteraad van de nieuwe gemeente. Artikel 9A.2
In afwijking van het vorige lid kan het bestuur de naam van een persoon als bedoeld in het vorige lid toch op de groslijst en/of de advieslijst plaatsen indien het van oordeel is dat daar dringende redenen voor zijn. Het bestuur legt in dat geval, ten minste zes weken vóórdat het de groslijst dan wel de advieslijst opstelt, deze redenen voor aan het bestuur van de betreffende provinciale afdeling, met het verzoek om ter zake een advies uit te brengen. Het bestuur van de betreffende
provinciale afdeling kan de Toetsingscommissie om advies vragen, en brengt binnen vier weken schriftelijk advies uit. Artikel 9A.3
Voor een besluit van het bestuur om de naam van een persoon als bedoeld in het eerste lid toch op de groslijst en/of de advieslijst te plaatsen, is een meerderheid vereist van ten minste tweederde van de geldig uitgebrachte stemmen. Het bestuur stelt voor dit besluit een uitgebreide motivering op. Deze motivering en het advies van het bestuur van de betreffende provinciale afdeling worden schriftelijk ter kennis gebracht aan de leden, tezamen met de in artikel 10, eerste lid bedoelde zending.
ARTIKEL 10 - Stemming Artikel 10.1
Direct na vaststelling van de advieslijst wordt deze en de groslijst, voorzien van een korte toelichting met voor de kandidaatstelling relevante gegevens van elke kandidaat, aan de leden toegezonden. Artikel 10.2
Leden die niet langer dan acht weken als lid zijn ingeschreven dan wel niet aan hun financiële verplichtingen hebben voldaan, kunnen niet aan deze stemming deelnemen. Artikel 10.3
De algemene vergadering vergadert ten minste zes weken vóór de dag van kandidaatstelling, ter bespreking van de advieslijst. In dezelfde algemene vergadering stemt elk stemgerechtigd lid over de door hem gewenste volgorde van de kandidatenlijst.
ARTIKEL 11 - Uitslag van de stemming Artikel 11.1
De algemene vergadering benoemt een onderzoekscommissie, die is belast met de vaststelling van de uitslag van de stemming. Artikel 11.2
De in het eerste lid bedoelde onderzoekscommissie neemt de uitslag van de verschillende stemmingen op in een proces-verbaal. Artikel 11.3
De uitslag van de stemming is beslissend voor de samenstelling van de kandidatenlijst en de volgorde waarin de kandidaten op de in te dienen kandidatenlijst(en) zullen voorkomen, onverminderd het bepaalde in artikel 3, vierde lid en in artikel 14.
Artikel 11.4
Alleen op grond van zeer bijzondere omstandigheden kan het bestuur, dan wel de commissie als bedoeld in artikel 7, binnen vier dagen na de algemene vergadering waarin de stemming plaatsvond, bij de algemene vergadering voorstellen indienen tot wijziging van de krachtens dit reglement tot stand gekomen kandidatenlijst, mits geen naam op de kandidatenlijst wordt geplaatst die niet op de groslijst en/of op de advieslijst voorkomt. De algemene vergadering komt binnen twaalf dagen na de bovenbedoelde algemene vergadering bijeen om over dit voorstel te beslissen. Voor de aanvaarding van een dergelijk wijzigingsvoorstel is in de algemene vergadering een meerderheid van tweederde van de uitgebrachte stemmen vereist. Voor de bepaling van het aantal uitgebrachte stemmen worden blanco en ongeldig uitgebrachte stemmen buiten beschouwing gelaten. Artikel 11.5
Valt één van de kandidaten uit, dan vindt aanvulling van de lijst slechts door opschuiving plaats, tenzij een eventueel voorstel tot afwijking, ingevolge het vierde lid, door de algemene vergadering wordt aanvaard.
ARTIKEL 12 - Geldigheid van lijsten Artikel 12
Een kandidatenlijst voor de verkiezingen is geldig indien deze door de algemene vergadering is bekrachtigd, behoudens het bepaalde in artikel 11, vijfde lid.
ARTIKEL 13 - Openbaarmaking Artikel 13.1
De kandidatenlijst wordt openbaar gemaakt en ten minste vier weken vóór de dag van de kandidaatstelling voor de verkiezing aan de leden toegezonden. Artikel 13.2
Na de openbaarmaking, zoals bedoeld in het eerste lid, kunnen de leden tot twee weken vóór de dag van de kandidaatstelling bezwaren inbrengen tegen de gepubliceerde kandidatenlijst op grond van vermeende onregelmatigheid. In dat geval beslist het bestuur van de desbetreffende provinciale afdeling.
ARTIKEL 14 - Lijsttrekker Artikel 14.1
Het bestuur dan wel de commissie als bedoeld in artikel 7, stelt een voordracht vast voor de verkiezing van de lijsttrekker. De lijsttrekker wordt gekozen door de algemene vergadering, en wel uiterlijk in de vergadering als bedoeld in artikel 10, derde lid.
Artikel 14.2
Vijf of meer leden kunnen tezamen een tegenkandidaat voordragen. Een voordracht van één of meer tegenkandidaten moet ten minste 72 uur vóór de aanvang van de vergadering waarin de lijsttrekker wordt verkozen, schriftelijk zijn ingediend bij het bestuur dan wel de commissie als bedoeld in artikel 7, ondertekend door de desbetreffende leden. Artikel 14.3 De stemming over de keuze van de lijsttrekker vindt plaats overeenkomstig de desbetreffende bepalingen van het standaardreglement, behoudens in geval dat slechts één kandidaat
voor het lijsttrekkerschap is gesteld. In dat geval wordt de lijsttrekker bij acclamatie verkozen. Artikel 14.4
Op de in te dienen CDA-kandidatenlijst voor de verkiezing van de leden van de gemeenteraad neemt de verkozen lijsttrekker de eerste plaats in. Artikel 14.5
Indien op grond van artikel 3, vierde lid besloten is met twee of meer lijsttrekkers aan de verkiezing deel te nemen, is het bepaalde in het eerste tot en met derde lid van dit artikel van overeenkomstige toepassing. De plaatsing van deze lijsttrekkers op de in te dienen kandidatenlijsten wordt, op voorstel van het bestuur, door de algemene vergadering bepaald. Artikel 14.6
De algemene vergadering benoemt een commissie die is belast met de vaststelling van de uitslag van de stemming. Stembiljetten die een naam vermelden van een persoon die niet door het bestuur of vijf of meer leden kandidaat is gesteld, zijn ongeldig. Artikel 14.7
Aan de stemming kunnen alleen deelnemen leden, die langer dan acht weken als lid zijn ingeschreven en die aan hun financiële verplichtingen hebben voldaan.
ARTIKEL 15 – Voorkeursacties Artikel 15.1
Nadat de kandidatenlijst definitief is vastgesteld, zijn eventuele voorkeursacties, ten gunste van één of meer kandidaten slechts toegestaan indien zij plaatsvinden conform de richtlijnen, die door het bestuur zijn vastgesteld en die niet strijdig mogen zijn met de richtlijnen van het partijbestuur in dezen. Artikel 15.2
Verbanden die buiten de in het eerste lid bedoelde richtlijnen treden kunnen op grond hiervan vervallen worden verklaard van alle rechten ex artikel 21 van de statuten. Leden die buiten de in het eerste lid bedoelde richtlijnen treden kunnen op grond hiervan geroyeerd worden.
ARTIKEL 16 - Verklaring van bewilliging Artikel 16
Het bestuur draagt er zorg voor dat de krachtens de Kieswet vereiste verklaring van bewilliging, alsmede de in de Kieswet bedoelde verklaring van kandidaten die geen ingezetene zijn, alsmede de in de statuten bedoelde bereidverklaring van de desbetreffende kandidaten, ten minste twee weken vóór de dag van kandidaatstelling ondertekend ter beschikking zijn, teneinde de gewenste regelingen te kunnen treffen.
ARTIKEL 17 - Inlevering en verbinding van de lijsten Artikel 17.1
Het bestuur draagt zorg voor een juiste regeling voor de ondertekening en inlevering van de formulieren voor de kandidaatstelling bij de desbetreffende gemeente. Artikel 17.2
Het bestuur benoemt een algemeen gemachtigde en diens plaatsvervanger, die zorgt voor de indiening van de kandidatenlijst, de registratie van de naam van de politieke groepering CDA ter plaatsing boven de kandidatenlijst(en) en, indien daartoe besloten is, voor de verbinding van de ingediende kandidatenlijst(en) met die van andere partijen, overeenkomstig de bepalingen van de Kieswet. Artikel 17.3
De algemene vergadering dan wel het bestuur, daartoe gemachtigd door de algemene vergadering, is bevoegd te besluiten tot verbinding van de lijst met die van een of meer andere aan de verkiezing deelnemende partijen tot een lijstencombinatie.
ARTIKEL 17A - Samenvoeging van lijsten Artikel 17A
De kandidatenlijst kan niet worden samengevoegd met die van een of meer andere partijen tot een gezamenlijke lijst, behoudens in uitzonderlijke gevallen door het partijbestuur te verlenen ontheffing. Tot het eventueel aanvragen van een dergelijke ontheffing wordt ten minste twintig weken vóór de dag van de kandidaatstelling door de algemene vergadering beslist. Het bestuur zendt terstond na deze vergadering een eventueel verzoek tot ontheffing aan het partijbestuur toe. Indien
het partijbestuur de ontheffing verleent, verleent het tevens de bevoegdheid tot samenvoeging van de naam ‘’CDA’’ met die van de andere partij dan wel partijen.
ARTIKEL 18 - Onvoorziene omstandigheden Artikel 18.1
Indien door onvoorziene omstandigheden de normale uitvoering van dit reglement en/of van de besluiten van de algemene vergadering wordt verhinderd, neemt het bestuur de vereiste beslissingen. Artikel 18.2
Bij verkiezingen als gevolg van een gemeentelijke herindeling zijn de bepalingen van dit reglement zoveel mogelijk van overeenkomstig toepassing. De procedure en de vastgestelde en nog vast te stellen data en termijnen worden in dat geval door het bestuur bepaald. Artikel 18.3
Bij verkiezingen als gevolg van een gemeentelijke herindeling worden met betrekking tot de voorbereiding van de kandidaatstelling de aanwezige gemeentelijke afdelingen binnen het heringedeelde gebied geacht één afdeling te vormen, terwijl de besturen van die gemeentelijke afdelingen met betrekking tot de voorbereiding van de kandidaatstelling worden geacht het voorlopig bestuur te vormen van de binnen het heringedeelde gebied op te richten gemeentelijke afdeling.
ARTIKEL 19 - Slotbepaling Artikel 19
In gevallen waarin dit reglement niet voorziet beslist het bestuur.
***