Gemeenten en de aanpak van kindermishandeling vanaf 2015
Dit Kaartenboek is gemaakt en uitgebracht door
De ArgumentenFabriek www.argumentenfabriek.nl November 2014 Inhoud Daniël Coenen Ingrid Doude van Troostwijk Maaike de Vries Vormgeving Willem van den Goorbergh In opdracht van Bernard van Leer Foundation
Drukwerk Drukkerij SSP & Cliteur
2
GEMEENTEN EN DE AANPAK VAN KINDERMISHANDELING VANAF 2015
Inhoud Voorwoord5 De aanpak van kindermishandeling vanaf 2015
6
Veranderingen in de aanpak van kindermishandeling vanaf 1 januari 2015
8
Knelpunten bij de aanpak van kindermishandeling10
In dit boek gebruikte afkortingen
AMK Advies en Meldpunt Kindermishandeling SHG Steunpunt Huiselijk Geweld Veilig Thuis (AMHK) Veilig Thuis Advies- en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling
3
Voorwoord Per 1 januari 2015 valt jeugdzorg onder de verant woordelijkheid van gemeenten. De preventie van kindermishandeling en de zorg voor mishandelde kinderen zijn belangrijke onderdelen van deze grote taak. We weten dat in Nederland jaarlijks meer dan 118.000 kinderen slachtoffer van mishandeling zijn; de effectiviteit van het gemeentelijk beleid en de juiste zorgverlening door professionals hebben een enorme impact op het leven en de toekomst van deze kinderen. De Bernard van Leer Foundation heeft met het oog op deze verandering dit boekje samengesteld. Gesteund door een twintigtal experts uit verschillende disciplines (zoals jeugdzorg, politie en gemeente) zetten we in dit boekje drie zaken duidelijk op een rij: 1. Wie doet wat vanaf 2015: een weergave van de aanpak van kindermishandeling als cyclisch proces (signaleren, bespreken, onderzoeken, beslissen en handelen) in plaats van de veel gehanteerde ketenaanpak (van preventie tot nazorg); 2. De drie grootste veranderingen voor gemeenten per 1 januari 2015; 3. De knelpunten rond de aanpak van kindermishandeling.
De knelpunten beschrijven we op basis van vijf categorieën: knelpunten op het vlak van kennis en kunde, organisatie, politiek, communicatie en interventies. Niet alle knelpunten zijn overigens van toepassing op de situatie in iedere gemeente. De knelpuntenkaart maakt echter wél duidelijk hoe complex de aanpak van kindermishandeling is. Wij hopen van harte dat dit boekje gemeenten helpt om hun taak als regisseur op dit belangrijke thema op de juiste manier in te vullen. Tot slot willen we iedereen die aan deze uitgave heeft meegewerkt heel hartelijk bedanken voor hun bijdrage, inzet en steun. Namens de Bernard van Leer Foundation, Jeanet van de Korput Programme Officer Nederland
5
De aanpak van kinderm
Gemeenten en de aanpak van k
V
Gemeente, scholen en werkgevers geven mensen voorlichting over het voorkomen van kindermishandeling. Ouders krijgen informatie over het opvoeden en opgroeien van hun kind. Kinderen krijgen informatie over wat kindermishandeling is en wat ze kunnen doen als het gebeurt. Volwassenen met ernstige problemen, zoals een verslaving of een psychiatrische aandoening, krijgen informatie om te voorkomen dat zij (hun) kinderen mishandelen. Beroepskrachten, zoals docenten en artsen, krijgen informatie hoe zij kindermishandeling kunnen signaleren.
oo
en m rko
Handelen Veilig Thuis zorgt ervoor dat gezinnen contact opnemen met hulp en ondersteuning die bij hun past. Veilig Thuis helpt bij het zoeken naar oplossingen dichtbij het gezin, zoals hulp van familie of vrienden. Een consultatiebureau en/of een Centrum voor Jeugd en Gezin bieden in alle gemeenten opvoed- en opgroeiondersteuning. Alle gemeenten bieden een algemeen aanbod met jeugdinterventies. Specialistische geestelijke hulp bij kindermishandeling wordt op twee plaatsen in Nederland aangeboden. Veilig Thuis kan eventueel, op basis van kort onderzoek, direct ingrijpen bij een acuut geval, zoals door de burgemeester of politie in te schakelen.
Beslissen
Veilig Thuis - Advies- en Meldpunt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling Veilig thuis kan ouders adviseren vrijwillige hulp te zoeken. Veilig Thuis vraagt de Raad voor de Kinderbescherming opnieuw onderzoek te doen als ouders geen vrijwillige hulp zoeken. Veilig Thuis kan op basis van het onderzoek ook beslissen om aangifte te doen van kindermishandeling. Rechter De kinderrechter kan beslissen om de ouders advies te geven over verdere vrijwillige hulp. De kinderrechter kan ouders verplichten hulp van Bureau Jeugdzorg te accepteren. Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kind totdat de rechter beslist dat de verantwoordelijkheid elders ligt.
6
GEMEENTEN EN DE AANPAK VAN KINDERMISHANDELING VANAF 2015
Wi doet wa aanpa kindermish vanaf 2
mishandeling vanaf 2015
kindermishandeling vanaf 2015 Veilig Thuis (AMHK) is het officiële advies- en meldpunt voor alle (vermoedelijke) gevallen van kindermishandeling. Iedereen kan Veilig Thuis (anoniem) bellen met vragen over, of bij (vermoedens van) kindermishandeling. Beroepskrachten (zoals artsen, leerkrachten en politie) zijn verplicht de Meldcode Huiselijk geweld en kindermishandeling te gebruiken.
Signaleren
Tijdens het telefoongesprek probeert Veilig Thuis een beeld te krijgen van de mogelijke kindermishandeling. Veilig Thuis beslist op basis van het telefoongesprek of ze verder onderzoek doen of dat een advies volstaat. Veilig Thuis kan de beller adviseren wat te doen bij (vermoedens van) kindermishandeling. Veilig Thuis betrekt in het advies de rol van de directe omgeving van het kind zoals ouders, leerkracht en familie.
Bespreken
ie at in de ak van handeling 2015?
Veilig Thuis Advies- en Meldpunt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling Veilig Thuis stelt een onderzoek in als het (vermoeden van) kindermishandeling ernstig genoeg lijkt, dit heet een melding. In het onderzoek verzamelt Veilig Thuis informatie bij de ouders en het kind en bij beroepskrachten in de omgeving van het gezin. Veilig Thuis mag onderzoek doen zonder toestemming van de ouders. De Raad voor de Kinderbescherming kan verder onderzoek doen als Veilig Thuis aangeeft dat dit nodig is.
Onderzoeken
re M o n i to
n
De Raad voor de Kinderbescherming en de rechter De Raad stelt op verzoek van Veilig Thuis een onderzoek in. De Raad geeft op basis van het onderzoek advies aan de kinderrechter over de noodzaak van een beschermingsmaatregel. De burgemeester kan bij kindermishandeling ouders tijdelijk verbieden thuis te komen zodat de Raad voor Kinderbescherming tijd heeft onderzoek te starten en hulpverlening kan inschakelen. De kinderrechter neemt op basis van het advies van de Raad een beslissing.
Alle partijen houden voortdurend in de gaten of zij (nog) signalen van kindermishandeling waarnemen. Alle partijen houden bij wat de resultaten van hun werk zijn
Toelichting Deze Informatiekaart laat zien welke partij wat doet in de aanpak van kindermishandeling. Deze kaart is tot stand gekomen op basis van literatuuronderzoek, interviews en denksessies met deskundigen. Wij danken allen voor hun denkwerk. 7
Veranderingen in de aanpakVeranderin van kinder
Verantwoordelijkheden
Wat verandert er vanaf 1 januari 2015 voor gemeenten in de aanpak van kindermishandeling?
Meldpunt
Meldcode
8
GEMEENTEN EN DE AANPAK VAN KINDERMISHANDELING VANAF 2015
Toelic “Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipisicing elit, sed do enim ad minim veniam, quis nostrud exercitation ullamco laboris reprehenderit in voluptate velit esse cillum dolore eu fugiat nulla pa qui officia deserunt moll
mishandeling vanaf 1 januari 2015 ngenkaart
Vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor jeugdhulp, inclusief de aanpak van kindermishandeling Gemeenten zijn bestuurlijk verantwoordelijk voor het organiseren en inrichten van jeugdhulp; kindermishandeling valt hieronder. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de beslissing of een kind recht heeft op zorg. Gemeenten moeten zorgen voor een toereikend aanbod van jeugdhulp, door hulp in te kopen bij jeugdzorginstellingen. Gemeenten moeten elke vier jaar hun jeugdhulpbeleid vastleggen in een beleidsplan. Gemeenten moeten (niet-justitiële) aanbieders van jeugdhulp in hun regio certificeren.
Vanaf 2015 is er een Veilig Thuis Advies- en Meldpunt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling (AMHK) Het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) vormen samen een Veilig Thuis Advies- en Meldpunt voor Huiselijk geweld en Kindermishandeling (‘Veilig Thuis’). Gemeenten zijn tot en met 2014 alleen nog verantwoordelijk voor het SHG, vanaf 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk voor het opzetten en functioneren van een volledig Veilig Thuis. Het huidige (2014) Bureau Jeugdzorg, een door de gemeente gecertificeerde jeugdzorginstelling, de gemeente of een combinatie hiervan vormt het dagelijks bestuur van Veilig Thuis. Veilig Thuis valt onder de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de andere veranderingen vallen onder de nieuwe Jeugdwet.
Vanaf 2015 zien gemeenten toe op de naleving van de verplichte Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en hebben zij zelf een meldcode De meldcode bevat een stappenplan voor wat beroepskrachten moeten doen bij signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling. De meldcode geldt voor de gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie. De wet verplicht organisaties – dus ook gemeenten en hun ambtenaren – om een meldcode vast te stellen en om het gebruik daarvan te bevorderen. Gemeenten zien toe op de naleving van de meldcode door alle organisaties die in hun regio actief zijn. Landelijke inspecties houden ook toezicht op de naleving van de meldcode, en kunnen ingrijpen als de gemeente dit niet doet.
Toelichting Gemeenten zijn vanaf 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de aanpak van kindermishandeling. Deze kaart geeft de drie grootste veranderingen voor gemeenten weer. Deze kaart is tot stand gekomen door middel van literatuuronderzoek en twee denksessies met chting deskundigen. eiusmod tempor incididunt ut labore et dolore magna aliqua. Ut voor hun denkwerk. Wij danken allen nisi ut aliquip ex ea commodo consequat. Duis aute irure dolor in ariatur. Excepteur sint occaecat cupidatat non proident, sunt in culpa 9 lit anim id est laborum.”
Knelpuntenkaart Knelpunten bij de aanpakki Het beschikbare interventieaanbod is niet afdoende Veel interventies richten zich op individuen en symptomen; niet op onderliggende problemen in het hele gezin. De effectiviteit van veel interventies is niet of beperkt aantoonbaar. Professionals stemmen de interventies voor een kind en/of gezin onvoldoende op elkaar af.
Protocollen kunnen snel en adequaat interveniëren in de weg staan Kinderen tot twaalf jaar mogen alleen onder voorwaarden zonder hun ouders praten met professionals. Professionals kunnen alleen (vrijwillige) zorg bieden als er een concrete hulpvraag is uit een gezin. Professionals mogen bij vermoedens van kindermishandeling niet direct lichamelijk onderzoek doen. Het is bij wet niet toegestaan dat professionals toegang hebben tot alle relevante informatie over een gezin.
Interventies
Het ontbreekt professionals aan goede informatie om te kunnen signaleren en interveniëren Sommige vormen van mishandeling, zoals geestelijke, zijn niet lichamelijk zichtbaar en lastig te signaleren. Informatie over de sociale omgeving (zoals grootouders) van het kind is niet altijd volledig in AMK-onderzoek. De observaties van professionals zijn soms gekleurd wanneer ouders al bekend zijn bij instanties.
Ouders en kinderen praten niet snel over opvoedingsproblemen of mishandeling Ouders kunnen opvoedingsondersteuning ervaren als een inbreuk op hun privacy. Gezinnen kennen een vertrouwenspersoon soms van andere instanties waardoor zij hem niet vertrouwen.
Preventie- en opvoedprogramma’s bereiken niet alle ouders en kinderen
Wat knelpunt aanpak va mishand
Preventieprogramma’s gaan voorbij aan ouders die instanties niet bezoeken, zoals het consultatiebureau. Preventiemateriaal - vaak schriftelijk - is onvoldoende gericht op risicogroepen zoals laaggeletterden.
Professionals communiceren onduidelijk naar ouders over hun onderzoek Het is voor ouders niet altijd duidelijk hoe het onderzoeksrapport over hun kind tot stand is gekomen.
Communicatie Politieke voorkeuren en mores werken door in de aanpak van kindermishandeling De overheid stelt zich uit principe terughoudend op bij het ingrijpen in de opvoeding van kinderen. Gemeenten kiezen voor aanpak en niet voor preventie omdat de resultaten hiervan zichtbaar en meetbaar zijn. Gemeenten richten zich vooral op de bestuurlijke inrichting van zorg, nog niet op daadwerkelijk betere zorg. Beleid rond kindermishandeling verandert regelmatig door kortetermijndenken en politieke voorkeuren.
10
GEMEENTEN EN DE AANPAK VAN KINDERMISHANDELING VANAF 2015
Politiek
indermishandeling van kindermishandeling Professionals hebben onvoldoende kennis en ervaring om adequaat te handelen bij (mogelijke) kindermishandeling Specifieke kennis en kunde over kindermishandeling ontbreekt in de opleidingen van professionals. Professionals zijn niet altijd op de hoogte van de interventiemogelijkheden en protocollen bij kindermishandeling. Zorginstellingen en professionals weten vaak niet hoe effectief hun interventies zijn. In het uiterste geval legt de instelling de verantwoordelijkheid voor de aanpak van kindermishandeling bij het gezin zelf.
Professionals vinden het lastig om op te treden bij kindermishandeling
Kennis & kunde
Professionals voelen zich soms onvoldoende bekwaam en ervaren om met kinderen te praten over kindermishandeling. Professionals voelen zich soms onvoldoende veilig om ouders aan te spreken op kindermishandeling. Professionals ervaren spanning tussen het wekken van vertrouwen bij ouders en interveniëren in een gezin. Professionals vermijden gezinnen met weinig perspectief omdat zij voor hen weinig kunnen betekenen.
Mensen hebben verschillende beelden over kindermishandeling en het melden hiervan Kinderen weten zelf niet goed wat kindermishandeling is, en geven geen signaal als er iets mis is. Burgers, professionals en docenten hebben wisselende ideeën over wat kindermishandeling is. Mensen denken dat een AMK alleen een meldpunt is, terwijl het vooral een adviesfunctie heeft.
zijn ten bij de an kinderdeling?
Mensen durven vermoedens van kindermishandeling niet altijd uit te spreken Mensen durven geen contact op te nemen met het AMK omdat ze onzeker zijn over wat ze zien. Mensen durven geen melding te maken omdat ze bang zijn om zelf betrokken te worden.
Gemeenten weten nog weinig over de doelgroep en de resultaten van de aanpak van kindermishandeling Gemeenten weten nog onvoldoende hoe vaak en in welke gezinnen kindermishandeling voorkomt. De aanpak van kindermishandeling wordt onvoldoende systematisch gemonitord en geëvalueerd.
De bekostiging en werkwijze van zorginstellingen leiden ertoe dat zij onvoldoende (effectief) samenwerken Zorginstellingen richten zich op hun eigen expertise, taken en belangen en werken hierdoor weinig samen. Zorginstellingen krijgen geld per behandeling waardoor zij vooral zelf veel behandelingen willen uitvoeren. Zorginstellingen houden weinig bij welke resultaten zij boeken, omdat bekostiging niet afhangt van resultaten. Zorginstellingen en gemeenten maken weinig afspraken over wie de regie heeft tijdens een behandeltraject.
Organisatie
Sommige gemeenten zijn (nog) niet voorbereid op het samengaan van het AMK en SHG tot Veilig Thuis Bij de integratie van AMK’s en SHG’s ontbreekt het vaak nog aan werkprocessen en één werkwijze en filosofie.
Toelichting Deze kaart geeft knelpunten weer rond de aanpak van kindermishandeling. De herkenbaarheid van de knelpunten kan afhangen van de specifieke (regionale) praktijk van gezinnen en professionals. Waar ‘ouders’ staat kan ook ‘verzorger(s)’ gelezen worden. Onder ‘professionals’ verstaan we mensen die beroepsmatig te maken hebben met de aanpak van kindermishandeling, zoals leerkrachten, huisartsen en mensen die werkzaam zijn bij een AMK, gemeente of Centrum voor Jeugd en Gezin. Deze kaart is tot stand gekomen door middel van literatuuronderzoek en twee denksessies met (ervarings)deskundigen. Wij danken allen voor hun denkwerk. 11
De ArgumentenFabriek