GEMEENTE STABROEK ONTWERP - RUP nr. 5 Fort van Stabroek Verordenend deel Stedenbouwkundige voorschriften
COLOFON Opdracht: RUP ‘Fort van Stabroek’ Opdrachtgever: Gemeentebestuur Stabroek Dorpstraat 99 B-2940 Stabroek
Opdrachthouder: SORESMA nv Britselei 23 2000 Antwerpen Tel 03/221.55.00 Fax 03/221.55.03 www.soresma.be Identificatienummer: 124539040kja/mdu Datum: April 2008 Augustus 2008 December 2008 September 2009
status / revisie: voorontwerp – plenaire voorontwerp – struct overleg ontwerpnota einddocument
Vrijgave: Contract Manager Jan Parys, ruimtelijk planner Projectmedewerkers: Projectleider Marten Dugernier, ruimtelijk planner Projectmedewerkers Koen Janssens, ruimtelijk planner Wim Smeets, stedenbouwkundige
© Soresma 2009 Zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever mag geen enkel onderdeel of uittreksel uit deze tekst worden weergegeven of in een elektronische databank worden gevoegd, noch gefotokopieerd of op een andere manier vermenigvuldigd.
Inhoud
0
Algemene Bepalingen
3
0.1
Voorschriften
3
0.2
Schaal en maatvoering
3
0.3
Gebruik van de gronden
3
0.4
Gebruik van materialen
3
0.5
Toegankelijkheid
3
0.6
Afvoer van afvalwaters
4
0.7
Voorafgaandelijk archeologisch onderzoek
4
0.8
Bestemmingszones
4
0.9 Toegestane afwijkingen van stedenbouwkundige voorschriften
de
algemene
en
specifieke 4
0.10 Begrippen
5
1
Artikel 1 Zone voor Fort met deelzone voor vleermuishabitat
7
1.1
Bestemming
7
1.2
Inrichting
8
1.3
Beheer
10
1.4
ARTIKEL 1bis deelzone voor vleermuishabitat
11
2
Artikel 2 Natuurgebied met cultuurhistorische waarde
13
2.1
Bestemming
13
2.2
Inrichting
13
2.3
Beheer
15
2.4
ARTIKEL 2bis Fietsroute
16
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 1 september 2009
3
Artikel 3 Zone voor ontsluiting en parking
18
3.1
Bestemming
18
3.2
Inrichting
18
4 Artikel 4 Zone voor agrarisch gebied met historisch en ecologisch belang 20 4.1
Bestemming
20
4.2
Inrichting van het gebied
20
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 2 september 2009
0
Algemene Bepalingen
artikel 0 : algemene bepalingen
0.1
Voorschriften Het ruimtelijk uitvoeringsplan legt de bestemming, inrichting en/of beheer vast van het gebied waarop het plan van toepassing is. De stedenbouwkundige voorschriften inzake de bestemming, de inrichting en/of het beheer en het grafische plan zijn gelijkwaardig en hebben dezelfde verordenende kracht.
0.2
Schaal en maatvoering De schaal en de daaruit afgeleide maten van het plan zijn indicatief. Het grafisch plan is opgemaakt op basis van de kadastrale ondergrond. De werkelijke afmetingen zullen, daar waar noodzakelijk, door een opmeting ter plaatse worden vastgesteld.
0.3
Gebruik van de gronden Het is verboden de gronden in te richten of te gebruiken op een wijze die strijdig is met de bestemming. Bestaande regelmatig vergunde gebouwen en constructies kunnen in hun hoedanigheid behouden blijven ook al stemmen deze niet overeen met de bestemmings- en/of inrichtingsvoorschriften.
0.4
Gebruik van materialen Voor de (te) verharde(n) delen van het terrein zal functie en materiaalgebruik duidelijk omschreven worden; De materiaalkeuze voor het openbaar domein alsook de zones die niet tot het openbaar domein behoren wordt enerzijds bepaald door de overstromingsgevoeligheid en infiltratiecapaciteit van de ondergrond (al dan niet gebruik van waterdoorlatende materialen), en anderzijds door het comfort dat deze materiaalkeuze garandeert voor het doelpubliek op vlak van toegankelijkheid;
0.5
Toegankelijkheid De openbare en niet-openbare wegen die voor het publiek toegankelijk zijn, worden integraal toegankelijk (her)aangelegd of (her)ingericht, ook voor wat betreft de nietvergunningsplichtige ingrepen. Halteplaatsen voor gemeenschappelijk vervoer dienen te worden ingericht zodat zij toegankelijk zijn voor personen met een verminderde mobiliteit. Alle gebouwen of delen van gebouwen, domeinen en infrastructuren die toegankelijk zijn voor het publiek, of waar personeel tewerk gesteld wordt, moeten toegankelijk zijn voor personen met een verminderde mobiliteit.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 3 september 2009
Indien gebouwen of delen van gebouwen waar personeel tewerk gesteld wordt niet in aanmerking komen om personeel met een beperking te activeren, kunnen zij voor die gedeelten een afwijking van deze verplichting vragen, zo deze verplichting niet tevens bij wet of besluit verplicht zijn.
0.6
Afvoer van afvalwaters De aanleg van een installatie voor het behandelen van afvalwaters met voldoende capaciteit, ofwel de aansluiting van de afvoer van afvalwater op de riolering is verplicht. Het lozen van afvalwater in het oppervlaktewater is niet toegestaan, noch via de vestinggracht, noch via de Antitankgracht.
0.7
Voorafgaandelijk archeologisch onderzoek Voorafgaand aan vergravingswerken of reliëfwijzigingen in het kader van inrichtingswerken in uitvoering van dit ruimtelijk uitvoeringsplan - zoals het aanleggen van grachten of retentiezones voor hemelwater - wordt met het oog op het identificeren van de potentieel waardevolle zones, een archeologisch detectieonderzoek uitgevoerd voor die zones waarvan de bodem gewijzigd wordt. Dit detectieonderzoek wordt verricht aan de hand van proefsleuven en boringen, die op statistisch relevante wijze verspreid worden over de hele zone, waarbij 10% van de oppervlakte effectief verkend wordt. De uitvoering en termijn van dit detectie onderzoek wordt in onderling overleg tussen de bevoegde archeoloog en de bouwheer/ontwikkelaar gepland in de periode tussen de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning en de start der werken. Indien het vooronderzoek geen archeologische sporen oplevert, worden de percelen onmiddellijk vrijgegeven. Bij aanwezigheid van archeologische sporen worden op de zones die als archeologisch waardevol worden weerhouden, bijkomende archeologische opgravingen uitgevoerd.
0.8
Bestemmingszones Binnen het grafisch plan komen volgende bestemmingen voor: o Zone voor fort met deelzone voor vleermuizenhabitat o Zone voor natuurgebied met cultuurhistorische waarde o Fietsverbinding o Zone voor ontsluiting en parking o Zone voor agrarisch gebied met historisch en ecologisch belang
0.9
Toegestane afwijkingen van de algemene specifieke stedenbouwkundige voorschriften
en
Enkel voor de perceelsafmetingen, de afmetingen en de plaatsing van de gebouwen en constructies en de gebruikte materialen kunnen afwijkingen van voorliggende algemene en specifieke stedenbouwkundige voorschriften worden toegestaan. Afwijkingen inzake bestemming zijn niet toegestaan. De afwijking mag evenmin leiden tot tot een toename van de maximaal toegestane bouwoppervlakte en de maximaal toegestane bouwhoogte. De afwijking mag bovendien niet strijdig zijn met de goede ruimtelijke ordening.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 4 september 2009
0.10
Begrippen Ten behoeve van de leesbaarheid is volgende verklarende begrippenlijst opgenomen: Bebouwingspercentage: (terreinbezetting) de verhouding van het grondoppervlak van één of meer bouwwerken op één terrein of kavel ten aanzien van de oppervlakte van het globale terrein of de kavel. Bestemming: het ruimtegebruik, gedetailleerd tot op het niveau van een kavel of een kaveldeel, dat met behulp van voor het ruimtegebruik bindende voorschriften, aan een bepaald stuk grond wordt toebedeeld. Bijgebouw: het bouwwerk of gebouw dat aansluit bij het hoofdgebouw of er los van staat, maar niet bedoeld is om de bestemming voorzien in de bestemmingszone te herbergen, tenzij de berging van goederen, gebruiksmiddelen, voertuigen, enzomeer, die inherent verbonden zijn aan de bestemming voorzien in de bestemmingszone. Het bijgebouw kan niet los van het hoofdgebouw bestaan. Bouwdiepte: de diepte in meter tussen de uiterste voorgevel, samenvallend of evenwijdig met de rooilijn en de uiterste achtergevel, aan de buitenkant gemeten, inclusief balkons en/of terrassen. Bouwhoogte: De totale hoogte van een bouwwerk inclusief bovenzijde nok. Bouwlaag: een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke hoogte of bij benadering op gelijke hoogte liggende vloeren is begrensd, met uitsluiting van onderbouw en zolder (ook al is deze bewoonbaar). Bouwstrook: het deel van een kavel dat effectief bebouwd kan worden. Bruto-vloeroppervlakte: de totale beloopbare oppervlakte (inclusief buitenmuren) van het gebouw, inclusief kelderoppervlakte, zolderoppervlakte en oppervlakte van de bijgebouwen in geval de kelder en/of de zolder minimum 2,1m hoog zijn. Gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijke met wanden omsloten ruimte vormt. Gedetacheerde revers-caponnière: term uit de vestingbouw, gebruikt voor een voorgelegen gebouw met schietgaten, ter verdediging van de flanken van een achterliggende vesting; afgezonderd (gedetacheerd) gelegen van de vesting zelf. Hoofdfront: front dat naar de vijand is gericht. Hoofdgebouw: het gebouw dat door zijn constructie of afmetingen als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken, met inbegrip van de verdiepingen. Kavel: een kadastraal bekend aaneengesloten stuk grond toebehorend aan één eigenaar of een groep eigenaars. Keelfront: front aan de achterzijde (‘bevriende zijde’) van de vesting. Kroonlijst: het snijvlak tussen een rechtopstaande gevel en een hellend dakvlak. Nevenbestemming: een bestemming die slechts in ondergeschikte mate toelaatbaar is naast de eerstgenoemde bestemming die als hoofdbestemming wordt beschouwd en daardoor steeds minder dan de helft van de hoofdbestemming bedraagt. Nok: het hoogste gedeelte van een hellend dak van een gebouw.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 5 september 2009
Peil: Het niveau gemeten t.o.v. het zeeniveau. Indien het terrein hellend is wordt het gemiddelde niveau beschouwd. Bij straten wordt in de as van de weg gemeten. Rooilijn: de grens tussen het openbaar domein en de aanpalende eigendommen. Streekeigen en standplaatsgebonden soorten: inheemse soorten, die gebonden zijn aan een bepaald bodemtype en een bepaalde fytogeografische regio (in casu het ecodistrict van de Scheldepolders). Traditore batterij: een batterij (eenheid artilleriewapens) die in de rug of de flank van de vijand vuurt, wanneer deze zou zijn doorgebroken Woongelegenheid: een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van één huishouden. Zadeldak: een dak gevormd door twee hellende vlakken die in een nok samenkomen. Zone: het op het plan omlijnd en met een kleur of grafisch teken aangeduid gebiedsdeel dat voor een bepaald, door de voorschriften vastgesteld, gebruik bestemd is. Zonegrens: grens tussen twee bestemmingszones. In de volgende tekst worden nog een aantal begrippen gehanteerd die niet gedefinieerd worden, voornamelijk omdat ze in het vergunningenbeleid regelmatig gehanteerde begrippen zijn.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 6 september 2009
1
Artikel 1 Zone voor Fort met deelzone voor vleermuishabitat
artikel 1 : Zone voor Fort met deelzone voor vleermuishabitat
1.1
Bestemming Een functieverweving vanuit erfgoed, natuur en recreatieve activiteiten is van toepassing in de zone voor Fort. Deze functies vormen de eigenheid van, het Fort van Stabroek en worden bestendigd in de toekomst. Dit betekent dat de functies erfgoed, natuur en recreatieve activiteiten evenwichtig en in samenhang met elkaar als nevengeschikte functies worden uitgebouwd. Geen van de weergegeven functies kan uitgroeien tot hoofdfunctie, wat inhoudt dat de weergegeven functies zowel naar oppervlakte als naar impact op de omgeving, een evenredig aandeel in de oppervlakte innemen. Deze zone is bestemd voor het behoud en het herstel van de historische en esthetische erfgoedwaarden van het Fort van Stabroek in het algemeen, en de militaire vestingbouw in het bijzonder. Het Fort vervult tevens een belangrijke natuurfunctie als habitat voor planten en dieren in het algemeen, en voor vleermuizen in het bijzonder. Het Fort met de omliggende vestinggracht vormt ruimtelijk één geheel met de Antitankgracht, waarmee het rechtstreeks in verbinding staat. Daarnaast kunnen in de zone recreatieve activiteiten worden uitgeoefend voor zover de dynamiek ervan geen afbreuk doet aan de landschapsecologische waarden en de rust in het gebied, noch aan de militair-historische waarde van het Fort en de Antitankgracht. Deze zonering omvat zowel de bebouwde als de onbebouwde ruimte begrepen tussen de waterpartijen van de Antitankgracht en de vestinggracht. Tot de bebouwde ruimte behoren zowel de bovengrondse als de ondergrondse betonconstructies, bestaande uit een traditore batterij met keelfront, hoofd- en zijfronten en een gedetacheerde reverscaponnière. Volgende voorzieningen en activiteiten zijn toegestaan voor zover zij de erfgoedwaarde van het Fort ongeschonden laten of verhogen: . o Buitenruimte - Voorzieningen en activiteiten in functie van het uitbouwen van het Fort als onthaalpoort tot de Antitankgracht, en gericht op informatie en educatie inzake de cultuurhistorische en landschapsecologische kwaliteiten van het Fort en de Antitankgracht; - Avontuurlijke spelactiviteiten zoals paintball, lasergame, GPS-tochten en hindernissenparcours, gericht op groepen en individuele bezoekers, voor zover deze geen afbreuk doen aan de landschapsecologische kwaliteiten en de rust van het gebied, noch aan de militair-historische waarde van het Fort en de Antitankgracht, en voor zover hiervoor geen nieuwe permanente constructies, infrastructuren of gebouwen worden opgericht; o -
Binnenruimte (gebouwen) Voorzieningen en activiteiten in functie van het uitbouwen van het Fort als onthaalpoort tot de Antitankgracht, en gericht op informatie en educatie inzake de cultuurhistorische en landschapsecologische kwaliteiten van het Fort en de Antitankgracht;
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 7 september 2009
-
Socio-culturele en educatieve activiteiten en voorzieningen zoals het organiseren en aanbieden van een socio-cultureel aanbod voor groepen en personen gericht op informatie, educatie, artistieke en maatschappelijke werking en teambuilding; Ondersteunende faciliteiten bij de activiteiten die plaatsvinden in en rond het Fort zoals 1 kantine en voorzieningen voor catering en sanitair. De kantine heeft een maximale nuttige vloeroppervlakte van 75m². Aanvullend kan 25m² voorzien worden voor catering. Een hotelfunctie is niet toegestaan.
-
Volgende voorzieningen en activiteiten zijn niet toegestaan: o Verblijfsrecreatie; o Luidruchtige voorzieningen en activiteiten zoals kleiduifschieten, openluchtfestivalsof fuiven, waterski, jetski, telegeleide bootjes of vliegtuigjes…, en alle andere activiteiten die een significante impact uitoefenen op de rust en de stilte van de omgeving; o Activiteiten die een significante impact uitoefenen op de vegetatie en/of de bodem van het binnenfort, zoals mountainbike, quad, amfibievoertuigen…; o Het omvormen van het fort tot horecazaak, congrescentrum, fuifruimte of feestzalencomplex; o Het uitbaten van sportterreinen voor of het beoefenen van individuele sporten en groepssporten zoals voetbal, tennis, golf, volleybal, paardrijden, muurklimmen… o Het uitbaten of beoefenen van indoor sporten (squash, bowling, badminton…), fitness, wellness, danscentrum… Als nevenbestemming is de oprichting van 1 eenvoudige conciërgewoning geïntegreerd in het gebouw mogelijk, voor zover dit verband houdt met de goede werking en de veiligheid van het gebouw en de voorzieningen.
1.2
Inrichting Het ruimtelijk beleid voor het Fort is vooreerst gericht op haar onthaalfunctie bij de Antitankgracht, en het bieden van informatie en educatie bij de cultuurhistorische en landschapsecologische kwaliteiten van de militaire vesting en het omliggende landschap. Werken en handelingen die gericht zijn op het behoud, de ontwikkeling of het beheer van het Fort als habitat voor vleermuizen of andere specifieke planten of dieren die gebonden zijn aan het Fort, zijn toegelaten. Werken en handelingen die nodig of nuttig zijn om de bestaande recreatieve en socioculturele voorzieningen te behouden zijn toegelaten indien zij in overeenstemming zijn met de draagkracht van het gebied.
1.2.1
Gebouwen en constructies Het Fort wordt omwille van zijn belangrijke historische waarde instandgehouden en gerenoveerd. Dit betekent dat enkel werken en handelingen zijn toegelaten die verenigbaar zijn met de cultuurhistorische identiteit van het gebouw. Bij instandhoudings- en renovatiewerken worden zowel het volume als de bouwmaterialen van het bestaande gebouw gerespecteerd. Daarbij ondersteunt het ruimtelijk beleid het behoud en het herstel van de erfgoedwaarden in hun onderlinge samenhang. Elke stedenbouwkundige vergunning wordt getoetst aan de volgende aspecten: • • • •
hoe het voorgenomen project past in een integrale toekomstvisie voor het Fort; hoe het voorgenomen project zich ruimtelijk en functioneel verhoudt tot de bestaande en de historische situatie van het Fort; wat de impact is van het voorgenomen project op de cultuurhistorische en de landschapsecologische waarden van het Fort en de Antitankgracht; wat de impact is van het voorgenomen project op de habitat voor vleermuizen;
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 8 september 2009
Instandhoudings- en renovatiewerkzaamheden zijn toegestaan voor zover de erfgoedwaarde van het Fort ongeschonden blijft of verhoogt. Het beperkt verbouwen van delen van het Fort is enkel toegelaten in functie van het garanderen van de toegankelijkheid en de veiligheid van het Fort. De integratie van een conciërgewoning wordt toegestaan indien geïntegreerd in het gebouw, de woning heeft daarbij een maximale vloeroppervlakte van 125m², en wordt bij voorkeur ingericht nabij de hoofdtoegang van het Fort. Het oprichten van nieuwe gebouwen, infrastructuren of constructies in functie van recreatief medegebruik is niet toegestaan, met uitzondering van nutsleidingen. Bij instandhoudings- en renovatiewerkzaamheden en verbouwingen dienen steeds volgende voorschriften te worden nageleefd: o Verbouwingen en renovatiewerkzaamheden worden steeds uitgevoerd in een kwaliteitsvolle en geïntegreerde architectuur, zowel in relatie tot de verschillende onderdelen van het Fort als tot het omliggende landschap; o De voor-, zij- en achtergevelbouwlijnen dienen steeds samen te vallen met de huidige gevellijnen; o De kroonlijsthoogte en de dakvorm van het gebouw dienen steeds gerespecteerd te worden; o Er moet gebruik gemaakt worden van duurzame en esthetisch verantwoorde materialen in harmonie met het bestaande gebouw. Daartoe worden deze materialen getoetst op basis van de cultuurhistorische relevantie van de gehanteerde materialen en constructies en de relatie tot de erfgoedwaarde van het Fort en de Antitankgracht. Het betreft een afweging op het vlak van vorm, kleur en materiaalgebruik.
1.2.2
Aanleg van het terrein De onbebouwde buitenruimte rond en bovenop de gebouwen van het Fort is bestemd voor het behoud en de renovatie van het terrein als militaire vesting enerzijds, en voor het beoefenen van recreatieve activiteiten in openlucht – verbonden aan de uitbating van het Fort - anderzijds. Bijzondere aandacht gaat daarbij uit naar het behoud en het herstel van het historische reliëf van het terrein, de habitatwaarde van de groenzone voor vleermuizen en het daarmee gerelateerde behoud van punt- en lijnvormige vegetaties en kleine landschapselementen. Alle straatmeubilair zoals infoborden, panelen, zitbanken, vuilbakken en bewegwijzering worden in aansluiting met de paden of toegangen tot het gebouw geplaatst; de vormgeving past in een uniforme visie omtrent straatmeubilair die zowel in relatie staat tot het gebouw als tot het omliggende landschap. Publiciteitsborden zijn niet toegestaan. Voor buitenverlichting van de gebouwen gelden volgende specifieke voorschriften: -
enkel accentverlichting en sensorgestuurde verlichting is toegestaan (bij voorkeur met natriumlampen), waarbij lichtpollutie dient te worden uitgesloten door een sterk afgekaderde uitstraling;
-
armaturen worden zodanig gekozen dat ze door hun techniek en vormgeving zowel onderling als met het overige straatmeubilair een zogenaamde meubilairfamilie vormen;
-
verlichting beperkt zich tot de nuttige toegangen voor het publiek, en mag geenszins gericht worden naar in- of uitvliegopeningen voor vleermuizen;
-
het verlichten van de vestinggracht is niet toegestaan.
Alle werken, handelingen en voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de waterbeheersing of voor het verwerken van de afvalwaters zijn toegestaan, voor zover ze conform de principes voor het behoud, herstel of ontwikkeling van het natuurlijk milieu
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 9 september 2009
worden uitgevoerd en passen binnen het integraal waterbeheer. Het aanleggen van bijkomende verhardingen is niet toegestaan.
1.3
Beheer Tijdens de uitvoering van werken in de betrokken zone dient bijzondere aandacht uit te gaan naar de bescherming van de habitat voor vleermuizen.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 10 september 2009
1.4
ARTIKEL 1bis deelzone voor vleermuishabitat artikel 1bis : deelzone voor vleermuishabitat (overdruk)
1.4.1
Bestemming Binnen artikel 1 worden een aantal specifieke zones afgebakend als ‘deelzone voor vleermuishabitat’. De zone voor vleermuishabitat fungeert als rustzone voor vleermuizen en is bestemd voor het behoud en de ontwikkeling van de vleermuizenhabitat als winter- en zomerverblijfplaats. Binnen deze zones kunnen voorwaarden worden gecreëerd om de habitat voor vleermuizen te behouden, te ontwikkelen en te optimaliseren, op voorwaarde dat hiermee geen onherstelbare schade wordt toegebracht aan het historische fortgebouw. Indien er tegenstrijdigheden ontstaan tussen het algemene voorschrift en de hieronder weergegeven bijzondere bijkomende inrichting- en beheersvoorschriften hebben de bijzondere bijkomende voorschriften voorrang op de algemene voorschriften. Deze zones worden gesitueerd op onderstaande grondplannen (niveau maaiveld en niveau eerste verdieping) van het Fort.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 11 september 2009
1.4.2
Inrichting In de rustzones zijn – benevens de werken en handelingen die nodig of nuttig zijn om de duurzame leefbaarheid van de gebouwen en constructies te garanderen – enkel die werken en handelingen toegelaten die gericht zijn op het behoud, de ontwikkeling of het beheer van het Fort als habitat voor vleermuizen, zoals: o het garanderen van de bereikbaarheid van de betrokken zones voor vleermuizen (o.a. via in- en uitvliegopeningen); o het creëren van een natuurlijk habitat voor het verblijf van vleermuizen als winteren/of zomerverblijfplaats (o.a. afbakenen van rustzones, openen van holtes, inrichten van kraamkamers); o het beperken van de vrije toegankelijkheid van de betrokken zones voor personen; o werken en handelingen in functie van natuurwetenschappelijk onderzoek en beheer van de vleermuishabitat; Volgende zaken zijn er verboden: o het inrichten van socio-culturele, recreatieve en horeca-voorzieningen zoals bedoeld onder artikel 1.1; o het bemoeilijken of verhinderen van de functie als zomer- en winterverblijfplaats door het slopen, afdichten of verstoren van zowel de gebouwen als de watergangen, ventilatieschachten en geschutskoepels; o het verstoren van de rustzones door het aanbrengen van verlichtings-, verwarmings- of ontvochtigingsinstallaties en -elementen;
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 12 september 2009
2
Artikel 2 Natuurgebied met cultuurhistorische waarde
artikel 2 : Natuurgebied met cultuurhistorische waarde
2.1
Bestemming De zone voor natuurgebied met cultuurhistorische waarde is een gebied met grote ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische kwaliteiten. Het is bestemd voor het behoud, de bescherming, het herstel en de ontwikkeling van het natuurlijk milieu en het cultuurhistorisch waardevolle landschap. De zonering bestaat uit de vestinggracht rond het Fort met het omliggende schootsveld, en is ruimtelijk verbonden met de Antitankgracht. Het gebied vervult een ecologische, landschappelijke en cultuurhistorische functie. Het moet in zijn staat worden bewaard of zodanig worden ingericht dat het een natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische functie kan blijven vervullen en dit in een wederzijdse relatie tot het Fort. De zone is tevens bestemd voor laagdynamisch recreatief medegebruik; de aanleg van kleinschalige en landschappelijk inpasbare infrastructuur (wandelpaden, hengelplaatsen,…) is mogelijk, voor zover hiermee geen afbreuk wordt gedaan aan de rust en de stilte in het gebied. Het aantal hengelplaatsen dient beperkt te blijven tot het huidige aantal.
2.2
Inrichting Binnen het natuurgebied met cultuurhistorische waarde wordt gestreefd naar het behoud en het herstel van de vestinggracht en het historisch schootsveld in de vorm van vochtige graslanden en hooilanden met een bijzonder microreliëf. Bomenrijen en kleine landschapselementen zorgen er voor structurerende lijnvormige verbindingselementen. Verbindende elementen zijn binnen de zone belangrijke beeldbepalende landschappelijke dragers. In deze zone zijn alle werken en handelingen toegelaten die noodzakelijk zijn voor het behoud, de bescherming en de ontwikkeling van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied, waarbij alle werken geïntegreerd worden in hun omgeving. Daarnaast zijn volgende werken en handelingen toegelaten mits ze verzoenbaar zijn met de landschapsecologische en cultuurhistorische kwaliteiten van het gebied: • Werken en voorzieningen gericht op natuureducatie en natuurbeleving zoals het plaatsen van beperkte voorzieningen in functie van informatie en educatie (panelen, bebording), ontmoeting en zitmogelijkheden; • Werken en handelingen in functie van het verbeteren van de toegankelijkheid van het gebied, waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke verhardingsmaterialen zoals volgende of soortgelijke materialen: grind, boskiezel, dolomiet, hout, kasseien; • Het plaatsen van een open fietsenstalling met een capaciteit van minstens 30 plaatsen en dit in aansluiting met de toegangsbrug naar het Fort, voor zover de plaatsing ervan geen afbreuk doet aan de landschappelijke waarde van het gebied;
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 13 september 2009
• • • • •
•
•
•
•
•
Het plaatsen van verlichting, voor zover deze noodzakelijk is voor de veiligheid van de bezoekers en beperkt tot de toegangszones tot het Fort; Werken en handelingen in functie van natuurwetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijk archeologisch of cultuurhistorisch onderzoek; Het plaatsen van ondergrondse nutsleidingen en voorzieningen; Het opdelen van percelen in functie van hobby land- en tuinbouw is niet toegestaan; Het plaatsen van 1 schuilhok voor vee, indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan : de aanvrager betreft een landbouwer in hoofdberoep of een openbare instantie; het schuilhok dient om het vee beschutting te geven tegen de weersomstandigheden en is een eenvoudige constructie die niet verhard is, minstens aan één zijde volledig en altijd open en opgericht met houten wanden; op te richten met een max. oppervlakte van 25m² voor een aaneengesloten graasweide van één tot drie ha en een max. oppervlakte van 50m² voor graasweiden met een grotere oppervlakte; Het plaatsen van een draadafsluitingen met palen, met een max. hoogte van 2,00m, eventueel gecombineerd met levende hagen, in functie van het afschermen van niet toegankelijke delen, de aanvraag dient op dit punt gemotiveerd te zijn; Het aanbrengen van beperkte oeverinfrastructuur langs de vestinggracht in functie van het optimaliseren van de bestaande hengelplaatsen en dit tot max. 25 hengelplaatsen, voor zover deze worden opgericht in natuurlijke materialen en in harmonie met het omliggende landschap; Werken, handelingen en voorzieningen die noodzakelijk zijn voor de waterbeheersing, het natuurbehoud of de renovatie van het historisch sluizensysteem van de Antitankgracht; voor zover deze werken kaderen binnen de principes van het integraal waterbeheer; Het overbruggen van de vestinggracht en/of de Antitankgracht voor zover dit kadert in het herstel van historische overbruggingen, in een sobere en kwaliteitsvolle architectuur die refereert naar de historische architectuur en verschijningsvorm van de overbrugging; Het betreden van de vestinggracht en/of de Antitankgracht voor zover dit kadert in noodzakelijke onderhoudswerken zoals slib- en kruidruiming;
Alle infrastructuur en constructies die worden opgericht in het kader van onthaal, toegankelijkheid of (agrarisch) beheer van het gebied, dienen te voldoen aan volgende voorwaarden: alle straatmeubilair zoals infoborden en panelen (max. 2m² per paneel), zitbanken, verlichting, vuilbakken en bewegwijzering wordt in aansluiting met de paden of toegangen geplaatst; de vormgeving past in een uniforme visie omtrent straatmeubilair die in relatie staat tot het omliggende waardevolle landschap en natuurgebied. Publiciteitsborden zijn niet toegestaan. Afsluitingen zijn enkel toegestaan in functie van de veiligheid van de bezoekers, in natuurlijke materialen en met een max. hoogte van 1m. Voor verlichting gelden volgende specifieke voorschriften: - verlichting wordt beperkt toegestaan en richt zich tot de nuttige toegangen voor het publiek, en mag geenszins gericht worden naar in- of uitvliegopeningen voor vleermuizen; verlichtingsmasten worden niet toegestaan; -
enkel accentverlichting en sensorgestuurde verlichting is toegestaan, waarbij lichtpollutie dient te worden uitgesloten door een sterk afgekaderde uitstraling;
-
armaturen worden zodanig gekozen dat ze door hun techniek en vormgeving zowel onderling als met het overige straatmeubilair een zogenaamde meubilairfamilie vormen; het verlichten van de vestinggracht is niet toegestaan.
-
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 14 september 2009
Volgende werken en handelingen zijn niet toegelaten omdat zij niet verzoenbaar zijn met de bestemming, de waardevolle kenmerken, het karakter en het gebruik van het gebied: o het oprichten van nieuwe gebouwen; o het plaatsen van vissershutten; o het gewoonlijk plaatsen van verplaatsbare inrichtingen; o de aanleg van parkeervoorzieningen; o het dempen van stilstaande waters, poelen en grachten; o het permanent verlagen van het natuurlijk waterpeil; o het stockeren van om het even welke producten of materialen en het storten of stapelen van afval (-stoffen) of grondstoffen; o het aanplanten van niet streekeigen en niet standplaatsgebonden vegetatie; o reliëfwijzigingen, voor zover deze niet kaderen in de toelaatbare werken zoals bedoeld in artikel 2.2; o het recreatief uitbaten van de vestinggracht en/of de Antitankgracht met gemotoriseerde en/of luidruchtige vaartuigen (vb. motorboot, jetski …) is uitdrukkelijk verboden; o Het inrichten van bijkomende hengelplaatsen.
2.3
Beheer Het beheer heeft als doel het behoud en verhogen van de natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, en is gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de vestinggracht en het historische schootsveld rond het Fort van Stabroek, alsook op de bijhorende punt- en lijnvormige kleine landschapselementen. Het beheer gebeurt door de eigenaar dan wel de betrokken openbare instanties in onderling overleg en afstemming met de beheerder(s) van de aanpalende percelen.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 15 september 2009
2.4
ARTIKEL 2bis Fietsroute artikel 2bis : fietsroute (indicatieve weergave)
2.4.1
Bestemming De zonering betreft een fietsverbinding langs de Antitankgracht en de toegangsdreef tot het Fort en wordt op het grafisch plan indicatief weergegeven. De zone vervult een ontsluitingsfunctie voor langzaam verkeer (wandelen, fietsen, paardrijden). Mechanisch verkeer is niet toegestaan met uitzondering van landbouwbestemmingsverkeer voor wat betreft de verbinding langs de Antitankgracht en landbouwverkeer, levering, onderhoudsdiensten en hulpdiensten voor wat betreft de toegangsdreef. De zone vervult daarnaast eveneens een verblijfs- en ontmoetingsfunctie. Indien er tegenstrijdigheden ontstaan tussen het algemene voorschrift en de hieronder weergegeven bijzondere bijkomende inrichting- en beheersvoorschriften hebben de bijzondere bijkomende voorschriften voorrang op de algemene voorschriften.
2.4.2
Inrichting De fietsverbinding heeft een maximale breedte van 5m, waarvan maximaal 3.5m en minimaal 2.5m wordt verhard en ingericht als wandel- of fietspad. De verbinding wordt uitgevoerd in rijsporen om zowel fietsers, voetgangers als landbouwmachines een comfortabele doorgang te verlenen. Lokaal zijn verhardingen toegelaten over de volledige breedte in functie van het voorzien van manoevreerruimte voor machines voor landbouw en/of onderhoud. Alle straatmeubilair zoals infoborden, panelen, zitbanken, verlichting, vuilbakken, fietsenstalling en bewegwijzering worden in aansluiting met de fietsverbinding geplaatst; de vormgeving past in een uniforme visie omtrent straatmeubilair die landschappelijk geïntegreerd wordt. Publiciteitsborden zijn niet toegestaan. Voor verlichting gelden volgende specifieke voorschriften: -
lichtpollutie dient te worden uitgesloten door een sterk afgekaderde uitstraling;
-
armaturen worden zodanig gekozen dat ze door hun techniek en vormgeving zowel onderling als met het overige straatmeubilair een zogenaamde meubilairfamilie vormen;
-
het verlichten van de vestinggracht is niet toegestaan.
Fietsenstalling in open lucht kan worden gerealiseerd mits voldaan wordt aan volgende voorwaarden: in aansluiting met de toegangsdreef naar het Fort; voor zover deze geen afbreuk doet aan de esthetische kwaliteiten van de toegangsdreef, het open polderlandschap, de Antitankgracht en het Fort; in duurzame en esthetische materialen en in een geïntegreerde architectuur; Dienstverkeer van en naar het Fort kan uitsluitend gebeuren via de toegangdreef tussen de Abtsdreef en de hoofdingang van het Fort. Binnen de fietsverbinding kunnen ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, distributie, telefoon en riolering aangelegd worden.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 16 september 2009
Materiaalgebruik De keuze voor het verharden van de weg is vrij, waarbij comfortabele verhardingsmaterialen voor voetgangers en fietsers de voorkeur genieten. De verharding moet voorzien zijn op het gewicht van landbouwmachines met hun lading.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 17 september 2009
3
Artikel 3 Zone voor ontsluiting en parking
artikel 3 : zone voor ontsluiting en parking
3.1
Bestemming De zone voor ontsluiting en parking en is bestemd voor de aanleg van de noodzakelijke toegang en parkeerruimte bij het Fort van Stabroek. Complementair aan het parkeren kan onthaalinfrastructuur worden aangelegd in functie van het onthaal van de bezoekers. De zone voor ontsluiting en parking bevindt zich buiten het Fort en het natuurgebied met cultuurhistorische waarde. Omwille van de ligging in een waardevol landschappelijk geheel wordt de landschappelijke integratie van de parking benadrukt. De parking vervult tevens een functie voor de opvang en berging van oppervlaktewater in het kader van het integraal waterbeheer in de zone.
3.2
Inrichting Het ruimtelijk beleid voor het Fort is gericht op haar onthaalfunctie bij de Antitankgracht en het bieden van informatie en educatie bij de cultuurhistorische en landschapsecologische kwaliteiten van de militaire vesting en het omliggende landschap. Bij de uitbouw en inrichting van de parking wordt hiermee rekening gehouden. De parking ontsluit naar de Abtsdreef via een nieuw te realiseren ontsluitingsweg, los van de bestaande toegangsdreef tot het Fort, die wordt gevrijwaard voor niet-mechanisch verkeer en occasioneel verkeer (landbouwbestemmingsverkeer, leveringen, hulpdiensten,…) De ontsluiting wordt daarbij ingepast rekening houdend met de landschaps-, cultuurhistorische en natuurwaarden. Omwille van de omvang van de parking wordt er een onderscheid gemaakt tussen permanent ingerichte plaatsen en een overloopparking. De permanent ingerichte parking bevat maximum 2/3 van de totale parkeercapaciteit, het overige deel van de parking wordt ingericht als overloopparking. De parking wordt gedimensioneerd op de activiteiten die plaatsvinden in het fort maar biedt daarnaast ook ruimte in het kader van de functie als onthaalpoort. De benodigde capaciteit dient dan ook gemotiveerd te worden bij de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning. De overloopparking is bestemd voor sporadisch gebruik bij piekmomenten, en dient zich door een aangepaste inrichting en/of beheer te onderscheiden van de permanente parking, zodanig dat gebruikers steeds gestimuleerd worden om de permanente parking te gebruiken zolang deze niet volzet is. Binnen de zone kan onthaalinfrastructuur worden opgericht in de vorm van straatmeubilair zoals infoborden, panelen, zitbanken, verlichting, vuilbakken en bewegwijzering. Deze infrastructuur dient te voldoen aan volgende voorwaarden: alle infrastructuur wordt maximaal in aansluiting met de paden of toegangen geplaatst; de vormgeving past in een uniforme visie omtrent straatmeubilair die in relatie staat tot het omliggende waardevolle landschap en natuurgebied.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 18 september 2009
Er kan maximaal 1 onverlicht publiciteitsbord met max. grootte van 2m² worden opgericht; Afsluiting van de parking is enkel toegestaan in natuurlijke materialen en met een max. hoogte van 1m.
Specifiek voor verlichting gelden volgende voorschriften: - armaturen worden zodanig gekozen dat ze door hun techniek en vormgeving zowel onderling als met het overige straatmeubilair een zogenaamde meubilairfamilie vormen; - uitsluiting van lichtpollutie door een sterk afgekaderde uitstraling. Binnen de zone kunnen ondergrondse nutsleidingen zoals elektriciteit, gas, water, distributie, telefoon en riolering aangelegd worden. Materiaalgebruik Voor de parkeerstroken die onderdeel vormen van de permanente parking wordt een verharding van kwaliteitsvolle waterdoorlatende materialen voorop gesteld. Het gebruik van waterdoorlatende materialen is verplicht, tenzij kan aangetoond worden dat het gebruik hiervan omwille van milieutechnische redenen of een ongeschikte bodemgesteldheid niet mogelijk is. Voor de overloopparking wordt gebruik gemaakt van halfverharding (grind, rolgrind, split,…) of gewapend gazon teneinde maximale infiltratie van hemelwater na te streven. Aanplantingen Door een aangepaste keuze van aanplantingen wordt de inrichting van de parking landschappelijk geïntegreerd. De parking dient een kleinschalig karakter te hebben door een combinatie van groenelementen, hagen of houtkanten. De onverharde delen worden aangelegd en beheerd als groene zone, zoals grasvelden en eventueel houtkanten. Er kunnen uitsluitend streekeigen en standplaatsgebonden soorten worden gebruikt. Reliëfwijzigingen Reliëfwijzigingen kunnen worden toegestaan, indien te verantwoorden vanuit waterbeheersingswerken om te voldoen aan de opvang of retentie van het oppervlaktewater. Waterbeheersing Niet-functionele verharde oppervlakten moeten vermeden worden. Binnen de zone voor ontsluiting en parking kan een retentiezone voor de tijdelijke opvang en buffering van overtollig hemelwater worden aangelegd. Slechts een beperkte hoeveelheid mag worden afgevoerd: Het maximaal toegelaten lozingsdebiet bedraagt 5l/sec per hectare aangesloten verharde oppervlakte voor een bui met terugkeerperiode van 2 jaar. Een noodoverlaat mag aldus slechts om de 2 jaar in werking treden. Een bufferingsvolume van minimum 350m³ per hectare aangesloten verharde oppervlakte moet voorzien worden. De aansluiting van een parking of weg als verharde oppervlakte moet via een olieafscheider gebeuren.
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 19 september 2009
4
Artikel 4 Zone voor agrarisch gebied met historisch en ecologisch belang
artikel 4 : zone voor agrarisch gebied met historisch en ecologisch belang
4.1
Bestemming Het gebied is bestemd voor de grondgebonden landbouw. Het agrarisch gebied met historisch en ecologisch belang wordt gekenmerkt door zijn gaaf en onbebouwd karakter, zijn historisch permanent landgebruik, zijn landschappelijke relatie tot het Fort van Stabroek als bouwvrije zone en schootsveld, en de aanwezigheid van archeologische relicten in de ondergrond. De zone dient behouden te blijven omwille van zijn agrarische, historische, wetenschappelijke en landschapsecologische kwaliteiten. Alle handelingen en werkzaamheden die overeenstemmen met de agrarische bestemming kunnen worden uitgevoerd voor zover ze in overeenstemming zijn met de doelstellingen van het agrarisch gebied met historisch en ecologisch belang. Nieuwe constructies en gebouwen kunnen hier niet worden opgetrokken, uitgezonderd het oprichten van schuilhokken voor vee.
4.2
Inrichting van het gebied Toelaatbare werken mits stedenbouwkundige vergunning • Het aanleggen van ondergrondse nutsleidingen en daarmee verband houdende installaties. Bij de vergunningsaanvraag dient te worden aangetoond dat de reliëfwijziging geen significante effecten zal uitoefenen op de archeologische relicten en potenties in de ondergrond; • Oprichten van schuilhokken voor vee indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: -
op te richten in bestaande graasweiden die ruimtelijk geïsoleerd zijn van een landbouwbedrijf en dienen om het vee beschutting te geven tegen de weersomstandigheden;
-
op te richten als een eenvoudige constructie, die uit één oppervlakte bestaat en niet verhard is, minstens aan één zijde volledig en altijd open is, en opgericht wordt met houten wanden en pannen of donkerkleurige golfplaten als dakbedekking;
-
op te richten met een max. oppervlakte van 25m² voor een aaneengesloten graasweide van één tot drie ha en een max. oppervlakte van 50m² voor graasweiden met een grotere oppervlakte enkel te vergunnen aan een persoon die landbouwer in hoofdberoep is;
-
wanneer een graasweide als dusdanig niet meer wordt gebruikt dient het schuilhok voor vee onmiddellijk te worden verwijderd;
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 20 september 2009
• Het plaatsen van draadafsluitingen voor het afbakenen van graasweiden indien deze bestaan uit metaaldraad bevestigd aan houten weidepalen met een maximumhoogte van 1.50meter boven het maaiveld. • Reliëfwijziging (afgraving, egaliseren) in functie van archeologisch onderzoek; • Het geheel of gedeeltelijk kappen of rooien van kleine landschapselementen zoals struwelen, houtachtige beplantingen, oude heggen of hagen, houtkanten, houtwallen, alleenstaande bomen en bomenrijen; • Het aanplanten van alleenstaande bomen, houtkanten en bomenrijen. • Het uitvoeren van archeologische opgravingen in het kader van wetenschappelijk onderzoek, informatie en educatie. • Het plaatsen van informatieborden in functie van informatie en educatie. De borden hebben een maximale grootte van 2m² en worden opgericht in relatie tot de landschappelijke omgeving. • Het aanleggen van onverharde of halfverharde wandelpaden met een maximale breedte van 2m;
Volgende werken en handelingen zijn verboden • Het oprichten van nieuwe gebouwen en constructies, met uitzondering van schuilhokken voor vee; • Het plaatsen van verplaatsbare inrichtingen; • Het aanleggen van bovengrondse nutsleidingen en bijhorende installaties; • Het aanbrengen van publiciteit; • Het plaatsen van kunststofdraad, metalen vangrails, e.d. voor het afsluiten van graasweiden; • Het aanbrengen van verharding in of rond schuilhokken voor vee; • Het stockeren van om het even welke producten of materialen; • Het aanplanten van niet streekeigen bomen of struiken; • Het verwijderen van kleine landschapselementen zoals houtkanten en bomenrijen; • Het wijzigen van het landgebruik van weiland naar akkerland. • Alle reliëfwijzigingen behoudens deze in functie van archeologisch onderzoek
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 21 september 2009
Opgemaakt in functie van de definitieve aanvaarding en goedgekeurd door de Gemeenteraad van Stabroek in zitting van
houdende de
definitieve aanvaarding van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Fort te Stabroek.
Op last: de secretaris
de burgemeester
Luc Joppen
Alida De Bie
124539040/mdu stedenbouwkundige voorschriften RUP Fort – gemeente Stabroek
pagina 22 september 2009