GEMEENTE LEEUWARDERADEEL RUIMTELIJKE ONDERBOUWING KOFFIE- EN THEESCHENKERIJ TE STIENS
1987.60/141011ont
INHOUDSOPGAVE
1. 1. 2. 3. 4.
INLEIDING Aanleiding Ligging van het gebied Geldend bestemmingsplan Beleid hogere overheden
2 2 2 2
2. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 8.
ONDERZOEK Algemeen Inventarisatie Milieuaspecten Externe veiligheid Archeologie Flora en fauna Waterhuishouding Verkeer en parkeren Economische uitvoerbaarheid
3 3 4 4 5 6 6 7 7
3. BESCHRIJVING 1. Algemeen 2. Juridische aspecten
8 8
1
1. INLEIDING
1
Aanleiding
De eigenaar van het perceel Wurgedyk 27 te Stiens heeft het voornemen ter plaatse, als activiteit bij de bestaande woning, een koffie- en theeschenkerij te exploiteren. Daartoe worden in de tuin diverse zitjes gerealiseerd. Daarnaast worden als ondergeschikte en verwante activiteiten beoogt: een kleine balie voor de verkoop van streekproducten, het aanbieden van picknickmanden en boodschappenservice, het verhuren van fietsen en kano’s, het bieden van praamtochten en andere kleinschalige recreatieve activiteiten. Volgens het hier geldende bestemmingsplan Buitengebied Leeuwarderadeel is deze functie niet toegestaan. De voorliggende ruimtelijke onderbouwing dient om de gevraagde ontwikkeling mogelijk te maken.
2. Ligging van het gebied
De ruimtelijke onderbouwing richt zich op een tweeledige functieverandering van het gehele perceel. De onderstaande luchtfoto geeft met een rode omlijning de globale ligging van het perceel, dat op de hoek van de Dokkumer Ee en de Finkumervaart, direct naast het bruggetje van Bartlehiem, is gelegen, weer.
Globale ligging plangebied
Bron: Google earth
3. Geldend bestemmingsplan
Het plangebied is gelegen binnen het bestemmingsplan Buitengebied Leeuwarderadeel, laatstelijk herzien op 8 oktober 2009. Het perceel heeft in dat bestemmingsplan de bestemming “Landelijk Gebied”.
4. Beleid hogere overheden
Vanuit de rijks- en provinciale overheid zijn geen bijzondere beleidsaspecten van toepassing in relatie tot de interne verbouwing van de woning ten behoeve van de koffie- en theeschenkerij binnen de bestaande bouwmassa.
2
2. ONDERZOEK
1. Algemeen
In het licht van het voornemen de functie koffie- en theeschenkerij toe te voegen aan de bestaande woning is een aantal zogenoemde omgevingsaspecten bezien op eventuele consequenties daarvan. Achtereenvolgens worden de inventarisatie, de milieuaspecten, de externe veiligheid, de archeologie, flora en fauna, de waterhuishouding, verkeer en parkeren en de economische uitvoerbaarheid behandeld.
2. Inventarisatie
Het perceel, dat op de hoek van de Dokkumer Ee en de Finkumervaart, direct naast het “wereldberoemde” bruggetje van Bartlehiem. Op het perceel is een woning met een aantal bijgebouwen aanwezig.
Luchtfoto bestaande situatie
Bron: Google earth
Het bruggetje van Bartlehiem, met links, net zichtbaar, de locatie. Bron: Google 3. Milieuaspecten
Bodemonderzoek Het initiatief betreft een functieverandering waarbij de bestaande (woon-) situatie deels wijzigt. Gezien de aard en de omvang van deze functieverandering lijkt een bodemonderzoek in dit kader overbodig.
3
Geluidhinder Het initiatief betreft een functieverandering waarbij de bestaande (woon-) situatie deels wijzigt. In het kader van de Wet geluidhinder behoeft voor deze bestaande woning of de nieuwe functie geen nader onderzoek naar de geluidhinder vanwege het wegverkeer te worden verricht. Er is geen sprake van een extra verkeersstroom naar de locatie. Het perceel is namelijk voor bezoekers niet per auto bereikbaar. Het initiatief richt zich op de bestaande stroom bezoekers die vooral bestaat uit voorbijgaande fietsers en voetgangers. Daarnaast zal de koffie en thee schenkerij beperkte openingstijden kennen, waardoor de rust voor de omwonenden gehandhaafd blijft. De inrichting en capaciteit van het perceel zal zich richten op kleinschaligheid, waarbij het initiatief beperkt blijft voor kleine groepen. Overige milieuhinder Het initiatief betreft een functieverandering waarbij de bestaande (woon-) situatie deels wijzigt. De voorgenomen koffie- en theeschenkerij zal geen gevolgen hebben voor de milieusituatie. Eventuele extra belastingen zullen worden gecompenseerd door een IBA installatie, volgens de normen van de actuele wet- en regelgeving. Luchtkwaliteit Vanaf 15 november 2007 is de wetgeving op het gebied van luchtkwaliteit gewijzigd en is sindsdien opgenomen in hoofdstuk 5 van de Wet Milieubeheer (luchtkwaliteitseisen). Deze wijziging wordt ook wel kortweg de Wet Luchtkwaliteit 2007 genoemd. In artikel 5.16 van de gewijzigde Wet milieubeheer is vastgelegd onder welke voorwaarden bestuursorganen de bevoegdheden uit lid 2 mogen uitoefenen. Als aan één van de volgende voorwaarden is voldaan vormen de luchtkwaliteitseisen geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid: • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde; • een project leidt - al dan niet per saldo - niet tot een verslechtering van een grenswaarde; • een project draagt “niet in betekenende mate” bij aan een verslechtering van de luchtkwaliteit, wat inhoudt dat door het project de luchtkwaliteit met minder dan 1% verslechtert; • een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), of binnen een regionaal programma van maatregelen. De functiewijziging heeft geen gevolgen voor de luchtkwaliteit. Een nader onderzoek naar de gevolgen voor de luchtkwaliteit is daarom niet noodzakelijk.
4. Externe veiligheid
Met behulp van de Risicokaart Fryslận is bepaald of zich in de nabijheid van de locatie risico-objecten bevinden met mogelijke effecten in relatie tot de beoogde functie en de uitbreiding daarvan. Volgens de gegevens van de kaart zijn er geen risicoobjecten in de directe nabijheid van het in deze ruimtelijke onderbouwing betrokken perceel. Een uittreksel van de risicokaart is hierna opgenomen.
4
Risicokaart plangebied
5. Archeologie
Bron: risicokaart Fryslận
Ruimtelijke plannen en projecten die archeologische gegevenheden in de bodem kunnen aantasten moeten zo veel mogelijk rekening houden met bekende en te verwachten archeologische waarden. Door middel van het verdrag van Malta wordt het cultureel erfgoed dat zich in de bodem bevindt beschermd. Het verdrag is in 1992 tijdens de Conventie van Valletta ondertekend door twintig Europese staten, waaronder Nederland, en werd in 1998 met een goedkeuringswet bekrachtigd. Het verdrag is op 1 september 2007 in de Nederlandse wetgeving (de Monumentenwet) geïmplementeerd. In feite wordt vanaf eind jaren 90 van de vorige eeuw al in de geest van het verdrag van Malta gewerkt. Op de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE I, Advieskaart steentijd-bronstijd) is het perceel opgenomen binnen het gebied waarvoor geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Volgens de Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE II, Advieskaart ijzertijd-middeleeuwen) kunnen zich in deze gebieden archeologische resten bevinden uit de periode ijzertijd middeleeuwen. De provincie beveelt aan om bij ingrepen van meer dan 500m² een karterend archeologisch onderzoek uit te laten voeren. Dit archeologisch onderzoek moet bestaan uit minimaal zes boringen per hectare, met een minimum van zes boringen per plan, waarbij duidelijk wordt of er vindplaatsen in het plangebied aanwezig zijn. De resultaten van het karterend onderzoek kunnen ook uitwijzen dat de voorgenomen ingreep niet bezwaarlijk is, of met welke randvoorwaarden in het plan rekening dient te worden gehouden. Gezien het feit dat het voorgenomen initiatief ruimschoots onder de 500m² blijft, is een archeologisch onderzoek hier niet noodzakelijk.
5
Uittreksel Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE I, Advieskaart Steentijd-Bronstijd)
Uittreksel Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE II Advieskaart Ijzertijd-Middeleeuwen) 6. Flora en fauna
Sinds 1 april 2002 is de Flora- en Faunawet van kracht. Door middel van deze wet worden een groot aantal plant- en diersoorten beschermd. Als er plannen zijn om bepaalde ruimtelijke ontwikkelingen uit te voeren zal er gekeken moeten worden of deze plannen, of onderdelen hiervan, nadelige effecten kunnen hebben op aanwezige of mogelijk aanwezige beschermde flora en fauna. Het kleinschalige initiatief betreft een functiewijziging waarbij gebruik gemaakt wordt van de bestaande elementen op het erf. Daarnaast wordt er nauwelijks afgeweken van de lijnen van de bestaande bebouwing. Er zijn hierdoor geen ingrijpende veranderingen in de natuur te verwachten, die gevolgen voor flora en fauna hebben.
7. Waterhuishouding
Het uitvoeren van een watertoets en opnemen van een waterparagraaf in ruimtelije ke plannen is ingegeven vanuit het “Waterbeleid voor de 21 eeuw” (WB21) en het daaruit voorvloeiende Nationaal Bestuursakkoord Water, getekend op 23 Juli 2003.
6
De watertoets is wettelijke verankerd in het Besluit ruimtelijke ordening en verplicht tot het opnemen van ‘een beschrijving van de wijze waarop rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding”. Het initiatief betreft een functiewijziging waarbij slechts een geringe toename van het bestaande verhard oppervlak nodig is. Voor eventueel aan te leggen terrassen zal gebruik gemaakt worden van waterdoorlatende verharding. Te denken valt aan antiworteldoek met losse kiezelstenen. Hierdoor zal er geen afsluiting van het bodemoppervlak plaatsvinden en zijn er geen gevolgen voor de waterhuishouding. Als het gaat om een bedrijf, zal er een IBA klasse 2 (afhankelijk van het lozingspunt) geplaatst moeten worden volgens het BARIM. Aan de hand van een melding zullen we beoordelen wat er noodzakelijk is. Bij lozing op de Ee kan het met een IBA 2 zonder maatwerkvoorschriften. Bij lozing op de Finkumerfeart, dan kan met maatwerkvoorschriften een IBA 2 worden voorgeschreven, anders moet er een IBA 3 komen. Het bedrijf moet dan via een melding een verzoek tot het stellen van maatwerkvoorschriften bij ons indienen 8. Verkeer en parkeren
Het perceel ligt aan een fietspad langs de Dokkumer Ee. Alleen de bewoners van het perceel kunnen het perceel per auto bereiken. Het initiatief zal geen extra verkeersaantrekkende werking hebben. Vooral aanwezige voorbijgangers zullen mogelijk gebruik maken van het klein-schalige initiatief. Aangezien de meeste bezoekers naar verwachting per boot of fiets zullen komen en op eigen erf voorzien wordt in een stallingsmogelijkheid voor fietsen, zijn geen problemen te verwachten.
9. Economische uitvoerbaarheid
De activiteiten worden uitgevoerd door belanghebbende. Er behoeven aan de bestaande gemeentelijke infrastructuur geen aanpassingen verricht te worden.
7
3. BESCHRIJVING
1. Algemeen
Deze ruimtelijke onderbouwing beoogt het mogelijk maken van kleinschalige recreatie op het perceel aan de Wurgedyk 27 te Stiens, met daarbij een kleine koffie- en theeschenkerij bij de bestaande woning. Daartoe worden in de tuin diverse zitjes gerealiseerd. Daarnaast worden als ondergeschikte en verwante activiteiten beoogt: een kleine balie voor de verkoop van streekproducten, het aanbieden van picknickmanden en boodschappenservice, het verhuren van fietsen en kano’s, het bieden van praamtochten en andere kleinschalige recreatieve activiteiten. De totale impact van het initiatief is gering. De locatie ligt in de uiterste noordoosthoek van de gemeente en grenst met het water aan respectievelijk de gemeenten Ferweradiel en Tytsjerksteradiel. De ligging nabij het “wereldberoemde” bruggetje, aan een fietspad en aan het water betreft in principe planologisch/ruimtelijk bezien een goede locatie voor een koffieen theeschenkerij. De kleinschalige opzet levert tevens een bijdrage aan de toeristische mogelijkheden in het gebied. De specifieke ligging draagt daaraan sterk bij. Voor dit initiatief zal vooralsnog gebruik worden gemaakt van de bestaande bebouwing. Daarnaast zal de tuin zoveel mogelijk in zijn huidige, natuurlijke hoedanigheid gebruikt worden om het karakter van kleinschaligheid te behouden. Bezoekers kunnen zowel per boot, als per voet of fiets de locatie bezoeken. Boten kunnen direct aanleggen aan een bestaande aanlegsteiger in de Finkumervaart bij het perceel, fietsers kunnen hun fiets op het perceel stallen. Volgens het hier geldende bestemmingsplan Buitengebied Leeuwarderadeel is deze functie niet toegestaan. De voorliggende ruimtelijke onderbouwing dient om de gevraagde ontwikkeling mogelijk te maken. Er bestaan hiertegen geen ruimtelijke bezwaren. B&w heeft op 24 mei 2011 besloten in het nieuw op te stellen bestemmingsplan een zone rondom de noordelijk elfstedenvaarroute mee te nemen waarbinnen recreatieve initiatieven kunnen worden ontwikkeld. Uit het gevoerde onderzoek zijn geen belemmeringen aangetroffen ten aanzien van de voorgestelde functie. Een globale weergave van het perceel, de daarop voorkomende bebouwing en de relevante functies zijn op het kaartje op de volgende bladzijde weergegeven.
2. Juridische aspecten
Het bestemmingsplan Buitengebied Leeuwarderadeel maakt het niet mogelijk de voorgestelde functie op grond van de voorschriften van dat plan te realiseren.
Deze ruimtelijke onderbouwing dient ter afweging voor het verlenen van een omgevingsvergunning ex artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 van de Wabo, waarmee het beoogde project in afwijking van het bestemmingsplan mogelijk wordt gemaakt. De aanvraag is aangemerkt als een aanvraag om “planologisch strijdig gebruik” als bedoeld in artikel 2.1, 1e lid onder c van de Wabo. Het project is in overeenstemming met de relevante beleidsuitgangspunten op zowel provinciaal als op gemeentelijk niveau. De ontwikkeling veroorzaakt geen conflicten met sectorale regelgeving. Bovendien is de ontwikkeling functioneel goed inpasbaar. Het verlenen van een omgevingsvergunning voor het project is niet in strijd met een goede ruimtelijke ordening. 8