Katholieke Hogeschool Kempen Departement Gezondheidszorg Turnhout Bachelor in de Vroedkunde
Vaders buiten spel? Voorlichting en begeleiding voor (aanstaande) vaders
CAMPUS Turnhout
Geluk Marieke en Moti Priscilla
Promotor: Diana Uytterhoeven
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
Marieke Geluk en Priscilla Moti
1
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
2
Voorwoord Beste lezer, Voor u ligt ons afstudeerproject met de titel: Vaders buiten spel? Wij hebben dit afstudeerproject gemaakt voor het behalen van ons diploma Bachelor in de Vroedkunde aan de Katholieke Hogeschool Kempen, departement Turnhout. Door middel van een literatuurstudie en een schriftelijke vragenlijst wilden wij inzicht krijgen in de informatie en begeleiding waar (aanstaande) vaders behoefte aan hebben gedurende de zwangerschap. We zijn gaan onderzoeken waar behoefte aan is en hoe we daarin als verloskundige de vaders tot steun kunnen zijn. Met als uiteindelijk doel dit als verloskundige effectief in de praktijk toe te passen. De afgelopen maanden hebben wij hard gewerkt om ons afstudeerproject tot een goed product te maken. Onze dank gaat dan ook uit naar onze promotor mevrouw D. Uytterhoeven. Zij heeft ons de afgelopen maanden begeleid, advies en feedback gegeven. Tevens heeft zij ons gemotiveerd en gestimuleerd om een goed eindresultaat te verkrijgen. Verder gaat onze dank uit naar meneer J. Adriaenssens die ons in de zomerperiode heeft bijgestaan. Woorden van dank gaan ook uit naar verloskundige meneer D. Borman, die ons in de beginfase op weg heeft geholpen als ervaringsdeskundige op het gebied van het begeleiden van vaders. Daarnaast gaat onze hartelijke dank uit naar alle verloskundige praktijken die de vragenlijsten wilden verspreiden en natuurlijk naar alle vaders die de vragenlijsten hebben willen invullen. Tot slot willen we onze familieleden en alle anderen die ons hebben gesteund tijdens het maken van ons afstudeerproject bedanken. In het bijzonder: Ritesh Bajnath en Sil Stranders
Veel leesplezier toegewenst!
Met vriendelijke groet, Marieke Geluk en Priscilla Moti
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
3
Samenvatting De huidige maatschappij verwacht van vaders dat ze steeds meer betrokken zijn bij de zwangerschap. Hoe is dit voor de vader? Hoe ervaart hij dit? Aan welke informatie is er behoefte en in welke mate? Is er behoefte aan meer begeleiding en hoe kunnen wij als verloskundigen in deze behoefte voorzien? Gebrek aan informatie en begeleiding kan mannen onzeker maken over hun rol binnen deze verandering in hun leven. Hier ligt mogelijk een taak voor de verloskundige. Met behulp van een literatuurstudie zijn de ervaringen en behoeften besproken van aanstaande vaders met betrekking tot begeleiding en informatie gedurende de zwangerschap. Door middel van de verkregen resultaten vanuit de vragenlijsten die wij in de verloskundige praktijken hebben verspreid hebben wij inzicht gekregen in de behoeften van de aanstaande vader. Met als doel om dit als verloskundige effectief in de praktijk toe te kunnen passen. Een belangrijk onderscheid bij de beantwoording van de vragen blijkt tussen vaders van eerste kinderen en vaders die al eerder een zwangerschap hebben meegemaakt. Concluderend kunnen we zeggen dat we met name in de eerste helft van de zwangerschap een grote behoefte signaleren aan informatie en begeleiding bij aanstaande vaders. Naast de voorbereiding met cursussen, boeken en internet blijken familie, vrienden en de verloskundige een onmisbare informatiebron. Met name de verloskundige lijkt de aangewezen persoon om waar nodig extra zorg te bieden die gericht is op de vader.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
4
Inhoudstafel Voorwoord Samenvatting Inhoudstafel 1 Inleiding .......................................................................................................................... 6
2 Probleemstelling, vraagstelling en doelstelling ........................................................... 7 2.1 Probleemstelling ......................................................................................................................7 2.2 Vraagstelling (onderzoeksvraag)...........................................................................................7 2.2.1 Deelvragen ........................................................................................................................7 2.3 Doelstelling ...............................................................................................................................7
3 Literatuurstudie .............................................................................................................. 8 3.1 Zoekstrategie ............................................................................................................................8 3.2 Relevante informatie voor de aanstaande vader ................................................................8 3.2.1 Zwangerschapsvoorlichting en vaders ..........................................................................8 3.2.2 Een aantal voor een man merkbare lichamelijke veranderingen bij zijn zwangere vrouw....................................................................................................................... 10 3.2.3 Psychologische veranderingen bij de zwangere vrouw ........................................... 12 3.2.4 Psychologische veranderingen bij de vader ten aanzien van de zwangerschap en hoe gaat hij hiermee om? ................................................................................................. 12 3.2.5 Seksualiteit en zwangerschap ..................................................................................... 16 3.3 Begeleiding voor aanstaande vaders ................................................................................ 17 3.3.1 Ervaring met betrekking tot informatie en begeleiding in de zwangerschap en tijdens de bevalling .................................................................................................................. 17 3.3.2 Het baringsproces en de rol van de vader................................................................. 19 3.3.3 Taak van de verloskundige .......................................................................................... 19
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
5
4 Methodologie ................................................................................................................ 22 4.1 Motivatie tot keuzes .............................................................................................................. 22 4.1.1 Opstellen van de vragenlijst ......................................................................................... 22 4.2 Resultaten .............................................................................................................................. 23 4.2.1 Behoefte aan begeleiding ............................................................................................ 23 4.2.2 Behoefte aan informatie ............................................................................................... 26 4.2.3 Extra informatie en begeleiding ................................................................................... 30 4.2.4 Informatie en begeleiding door de verloskundige..................................................... 31 4.2.5 Verband met de literatuur ............................................................................................. 32
5 Discussie ...................................................................................................................... 34 5.1 Literatuurstudie ..................................................................................................................... 34 5.2 Vragenlijst .............................................................................................................................. 34
6 Conclusie ...................................................................................................................... 36
7 Aanbevelingen ............................................................................................................. 37
8 Nawoord ....................................................................................................................... 38
9 Literatuurlijst ................................................................................................................ 39
10 Bijlagen ....................................................................................................................... 42 Bijlage 1 ........................................................................................................................................ 43 Bijlage 2 ........................................................................................................................................ 46 Bijlage 3 ........................................................................................................................................ 51 Bijlage 4 ........................................................................................................................................ 54
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
6
1 Inleiding In het verleden is veel onderzoek verricht naar de opvang en begeleiding van (aanstaande) moeders tijdens de zwangerschap en bevalling. Vaders waren meer op de achtergrond aanwezig tijdens de zwangerschap. Tot op heden is vrij weinig onderzoek verricht naar hun positie. Hebben zij extra begeleiding nodig? Op welke vlakken? In welke mate? En wie is de aangewezen persoon? Verloskundige D. Borman gaf aan hier ook tegenaan te lopen. Het zou verklaard kunnen worden, doordat het in de jaren 80 actueel was dat vaders meer en meer betrokken werden bij de zwangerschap en bevalling. In de jaren 60 en 70 heeft dit meer en meer zijn intrede gedaan. Aan de hand van de gebruikte artikelen, probleemstelling, vraagstelling en doelstelling hebben we een schriftelijke vragenlijst opgesteld. We hebben 100 vragenlijsten verspreid over 6 provincies in Nederland. De 39 teruggekregen vragenlijsten hebben we uitgewerkt. De uitkomsten hiervan hebben we naast de literatuurstudie gelegd om tot een resultaat en conclusie te komen. De conclusie hebben we gebruikt om voor onszelf een ‘nieuwe’ visie te vormen met betrekking tot de toekomst als verloskundige.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
7
2 Probleemstelling, vraagstelling en doelstelling 2.1 Probleemstelling De huidige maatschappij verwacht van vaders dat ze steeds meer betrokken zijn gedurende een zwangerschap. Gebrek aan informatie en begeleiding kan mannen onzeker maken over hun rol binnen deze verandering in hun leven. Hier ligt mogelijk een taak voor de verloskundige.
2.2 Vraagstelling (onderzoeksvraag) Aan hoeveel en welke informatie en begeleiding hebben vaders behoefte gedurende de zwangerschap en in hoeverre kan de verloskundige hierin voorzien?
2.2.1 Deelvragen -
Hoe groot is de behoefte aan begeleiding voor vaders? Aan welke informatie is er behoefte? Is er extra informatie of begeleiding nodig voor een vader buiten de regulier aangeboden informatie? In welke vorm moet deze informatie of begeleiding worden aangeboden?
2.3 Doelstelling Inzicht krijgen in informatie en begeleiding die vaders willen gedurende de zwangerschap. Met als doel om dit als verloskundige effectief in de praktijk toe te passen.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
8
3 Literatuurstudie 3.1 Zoekstrategie Om over de juiste gegevens te kunnen beschikken voor de literatuurstudie hebben wij verschillende zoekmethoden toegepast. Als eerste zijn wij op zoek gegaan naar artikels. Door middel van de volgende zoektermen zijn wij tot onze bevindingen gekomen: fathers, pregnancy, preparation, childbirth, experiences, transition, fatherhood, birth, deliveryroom, midwife en adjustment. De artikels hebben wij kunnen vinden in verschillende databanken zoals PubMed en via Librilink. Daarnaast hebben wij artikels gevonden komende van de VLOV, het Vlaams tijdschrift voor Verloskundigen en ook via het Nederlandse Tijdschrift voor Verloskundigen. Hieruit hebben we de meest bruikbare geselecteerd. In de artikels stonden zeer regelmatig referenties naar andere artikels. Ook deze artikels hebben wij uiteraard bestudeerd (sneeuwbalmethode) en de bruikbare verwerkt.
3.2 Relevante informatie voor de aanstaande vader Pas sinds de jaren zestig en zeventig vervullen mannen een duidelijke rol in de verloskamer. Veel literatuur is te vinden rond de jaren tachtig, omdat het toen actueel was (Van Kelst, 2007). Voor onze studie richten wij ons evenwel op de huidige situatie.
3.2.1 Zwangerschapsvoorlichting en vaders Zwangerschapsvoorlichting is iets wat al vele jaren wordt gegeven. De afgelopen jaren worden er steeds meer cursussen gegeven, waarvan vele voor de vrouw en de man samen. Omdat de man steeds meer betrokken is bij de zwangerschap zijn er cursussen opgestart voor aanstaande vaders. “Zwanger, Bevallen een Kind” (ZBK) is een project waarin een bestaand cursusaanbod voor zwangeren is geëvalueerd. Daarnaast is ZBK een cursus voor aanstaande ouders. Het is een van de weinige prenatale cursussen waar ook specifieke aandacht is voor de aanstaande vader. Reguliere zwangerschapscursussen zijn veelal nog steeds op de vrouw gericht (De Hoog, 2011, p. 37). De cursus ZBK met het ‘vaderelement’, draait pas sinds 2010. Er wordt ingegaan op de transitiefase die de man doormaakt van man naar vader. Er wordt stilgestaan bij: Wat voor vader wil je zijn? en bij: Wat betekent een kind voor je relatie, werk, familie en vrienden (De Hoog, 2011, p. 38)? Als voorlichter is het belangrijk dat aanstaande vaders bij dit soort vragen stilstaan en hierover met andere mannen van gedachte wisselen. Mannen blijken het prettig te vinden om dit soort zaken met elkaar te delen zonder dat er vrouwen bij aanwezig zijn. Wel is het daarnaast ook heel belangrijk dat mannen hierover in gesprek gaan met hun partner en hun verwachtingen over het vaderschap delen. “Een man kan ook een belangrijke rol spelen in de opvoeding, ook al tijdens de zwangerschap. Dit proberen we Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
9
aanstaande vaders mee te geven in de cursus” (De Hoog, 2011, p. 38). De ervaringen na deelname aan de cursus zijn positief. Natuurlijk zijn er ook wel eens mannen die in het begin enigszins plichtmatig meekomen. Juist die mannen blijven wel terugkomen, terwijl in reguliere zwangerschapscursussen de meeste mannen na een of twee keer wegblijven. Het verschil met deze cursus is dat mannen aangeven zich ook echt aankomend vader te voelen. Wat veel aankomende vaders niet weten is dat ze als vader al tijdens de zwangerschap een band kunnen opbouwen met hun kind door bijvoorbeeld contact te maken via het voelen van bewegingen in de buik of ertegen te praten (De Hoog, 2011, p. 39). Elke vader ervaart dit op zijn eigen manier. Voor professionals is het belangrijk om meer bewust te zijn van hun eigen referentiekader: hoe denk ik zelf over de rol van de man in de opvoeding? En wat maakt een aanstaande vader eigenlijk allemaal door? Het is nieuw om op deze manier te denken. Heel lang heeft het om de vrouw gedraaid. Er moet dus een bewustwording op gang worden gebracht waarbij professionals zich realiseren dat mannen ook een rol hebben in de opvoeding en dat je hierop kunt inspelen met je ondersteuningsaanbod (De Hoog, 2011, p. 39). De cursus “Aanpakken voor Aanstaande Vaders” is alleen voor vaders en wordt ook gegeven door een man, tot nu toe door met name verloskundige Borman zelf (zie bijlage 3). Deze cursus bestaat vanaf 2009 en verspreidt zich steeds meer door heel Nederland. ”Aanpakken voor aanstaande vaders” geeft informatie, praktische tips en veel uitleg over de periode die het leven van de man zal veranderen door de komst van zijn kindje. De informatie is speciaal gericht op mannen. Hierbij staat de rol van de aanstaande vader centraal, met als doel om hem te ondersteunen in zijn rol als coach en partner van zijn vrouw. Een goed team vormen met zijn vrouw om samen deze belangrijke periode op een prettige manier door te komen is het einddoel van deze cursus. Verder zijn er een aantal internet sites te noemen: www.vaderschap.org / www.ikvader.nl / www.babybites.nl / www.vadercursus.nl / www.zwangerbevalleneenkind.nl / www.ikvader.nl / www.babybytes.nl en www.superpapa.be Deze laatste organisatie (‘Superpapa’) geeft Vansina (2007, p. 7) aan, is in België de enige organisatie die zich uitsluitend richt op (aanstaande) vaders. Daarnaast zijn er ook een aantal boeken te noemen: Mee zwanger: Vaders zwangerschap Info-, doe- en dagboek (Vansina, 2007) / Maar je krijgt er wel heel veel voor terug (Ragas, 2011) / Ik word vader! Alles wat jonge vaders moeten weten over zwangerschap en geboorte (Mallmann,1992/1997) / Help ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt (Kluun, 2004) en / Vader worden! Wat je allemaal kunt verwachten (Hill, 1993/2004). Veel boeken benaderen vaders op een wat ‘kinderlijke’ manier. Of bijvoorbeeld de omschrijving op de achterkant van het boek Vader worden! geeft aan: “De komst van een baby is een hele gebeurtenis. Maar of dit een reden is om de (vermoedelijke) vader te behandelen alsof hij met het hele gebeuren niets te maken heeft? Alsof hij geen behoefte aan begrip en voorbereiding heeft? Nee toch?” (Hill, 1993/2004). Het komt er op deze manier op neer dat eigenlijk de man meteen op de achterkant van het boek al niet volledig als ‘individu’ of zelfs niet als vader wordt Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
10
aangesproken. Wat in dit geval jammer en ook niet nodig is, omdat het verdere boek wel gericht is op de vader. Mallmann (1992/1997) geeft verschillende hoofdstukken gestructureerd weer. Hij beschrijft als een van de weinigen ook de meer medische kanten en bijvoorbeeld de keizersnede. Maar je krijgt er wel heel veel voor terug (Ragas, 2011) en Help ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt (Kluun, 2004) zijn meer zoals Ragas (zie bijlage 4) het noemt: “geschreven met een zelfrelativerende toon”. De stijl moet je als vader dan net aanspreken. Alhoewel deze ook gelezen mogen worden door vrouwen, aldus Ragas. Kortom, de afgelopen jaren is er veel veranderd. Er zijn meer cursussen opgestart en cursussen die specifiek zijn gericht op de aanstaande vader.
3.2.2 Een aantal voor een man merkbare lichamelijke veranderingen bij zijn zwangere vrouw Tijdens de zwangerschap zijn er tal zaken die in het vrouwelijk lichaam veranderen. De voor de man meest merkbare veranderingen zijn: Uitblijven van menstruatie Wanneer er een zwangerschap is opgetreden zal de menstruatie uitblijven. Dit is vaak één van de eerste teken van het optreden van een zwangerschap (Nijhuis, 2005, p.168). Baarmoeder De baarmoeder neemt tijdens de zwangerschap in omvang en grootte toe. Hierdoor zal ook uitwendig de buik in omvang toenemen welke voor de man merkbaar is (Heineman, Evers, Massuger & Steegers, 2007, p. 254). Baarmoedermond Tijdens de zwangerschap kan de baarmoedermond, ten gevolge van een betere doorbloeding, wat gevoeliger zijn bij penetratie en soms zorgen voor licht bloedverlies (Heineman et al., 2007, p. 256). Hormonaal Hormonaal verandert er veel. Vanuit de hypothalamus en hypofyse komen vele hormonen vrij. Dit zijn onder andere; hCG (Humaan Chorion Gonadotrofine), Progesteron, Oestrogeen, CRH (Corticotropin-releasing-hormon) en Prolactine. De placenta is het orgaan dat in de zwangerschap taken overneemt van de hypothalamus-hypofyse. Dit is nodig om de zwangerschap in stand te blijven houden (Heineman et al., 2007, p. 258).
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
11
Vagina Door de al vrij vroeg in de zwangerschap ontstane toename van de hormoonproductie en de toename van weefseldoorbloeding kan de vagina wat gevoeliger zijn en kan deze sneller gaan bloeden. Dit kan tijdens geslachtsgemeenschap voorkomen en kan voor zowel de man als de vrouw schrikken zijn. Daarnaast kunnen de vagina, portio en de labia minora hierdoor wat paarsblauw van kleur zien. Dit noemt men het teken van Chadwick (Prins, Van Roosmalen, Scherjon & Smit, 2009, p. 70). Borsten Gevoeligheid en gespannen borsten door het vast houden van vocht kan voor sommige vrouwen, naast het uitblijven van de menstruatie, één van de eerste tekenen zijn van een zwangerschap. Verder groeien de borsten mee doordat er zich steeds meer melkklieren ontwikkelen als voorbereiding op de borstvoeding. De tepelhof kan wat donkerder van kleur gaan worden. Wanneer een vader weet dat dit dient als herkenningspunt voor de pasgeborene om de tepel te kunnen herkennen na de geboorte, kan dit een geruststelling zijn (Heineman et al., 2007, p. 258; De Reede, 2007). Circulatie, ademhaling en metabolisme Vaatverwijding, toegenomen doorbloeding van weefsels, toename van extracellulair vocht (vocht vasthouden) en een daling van de bloeddruk zijn kenmerken van de circulatie tijdens de zwangerschap (Heineman et al., 2007, p. 259-261). Betreft het metabolisme zal de zuurstofopname met ongeveer 16% toenemen. Doordat in de tweede helft van de zwangerschap de stofwisseling van de foetus en de placenta het grootst is zal dit zich met name dan voordoen. De man kan hierdoor bij zijn vrouw kortademigheid waarnemen en zien dat zij vocht vasthoudt (Heineman et al., 2007, p. 261). Spijsvertering Doordat door het hormoon progesteron vertraagde peristaltiek van het maagdarmstelsel optreedt ziet men bij zwangeren vaak klachten van een vertraagde maaglediging en obstipatie. Regelmatig komt het voor dat vrouwen, met name in de eerste drie maanden van de zwangerschap klachten hebben van misselijkheid en of braken. Voor de man zal dit niet onopgemerkt blijven. Klachten van misselijkheid wijt men aan de toename van het hormoon hCG. Echter is hCG waarschijnlijk niet de enige oorzaak. Men denkt dat het een combinatie is van afnamen van de maagmotiliteit en daarnaast psycho-emotionele factoren (Heineman et al., 2007, p. 262). Huid en beharing Tijdens de zwangerschap is het zo dat de doorbloeding toeneemt. Dit kan zorgen voor rode en warme handpalmen, ook wel erythema palmare genoemd. Wat later in de zwangerschap neemt door het melanocyten stimulerend hormoon en de vrijzetting van melatonine de huidpigmentatie toe van onder andere de linea alba, vulva en areolae mammae. Aanbevolen is dan om met het gelaat zo min mogelijk de zon om te zoeken. Dit zou een zwangerschapsmasker veroorzaken waarbij een verkleuring van het gelaat optreedt. Een ander verschijnsel is zwangerschapstriemen, striae. Deze ontstaan door overrekking van de huid en zien blauwpaars van kleur. Niet een ieder hoeft dit te krijgen. De mechanische rek van de huid, verhoogde cortisol spiegel en genetische factoren spelen een rol in het Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
12
ontwikkelen van striae. Na de zwangerschap verbleekt striae, echter verdwijnt dit niet. De beharing van het lichaam neemt in de zwangerschap toe. Mogelijk komt dit door de invloed die het hormoon Oestrogeen uitoefent op het lichaam. Na de bevalling ziet men een toename van haaruitval welke hoogstwaarschijnlijk wordt veroorzaakt door de afname van hormonen (Heineman et al., 2007, p. 266). Voor de vaders is het prettig om te weten waardoor bovenstaande veranderingen mogelijk kunnen optreden. Zij bemerken immers de veranderingen bij hun vrouw en kunnen hierdoor gerustgesteld zijn.
3.2.3 Psychologische veranderingen bij de zwangere vrouw Zwangerschap is iets bijzonders voor de vrouw. Zelf is ze altijd de dochter geweest van haar moeder en nu staat het moederschap haar zelf te wachten. Hierdoor ontstaat er een nieuwe identiteit (Stern, Bruschweiler-Stern & Freeland, 1998/1999, p. 11-15). Dit kan allerlei emoties teweeg brengen waar de man mee te maken krijgt. De vrouw bereidt zich in deze periode voor op het ‘moeder worden’. Enerzijds ervaart zij dit als positief, anderzijds roept dit veel vragen op. Zo kan de vrouw ineens angstig zijn over al hetgeen haar te wachten staat. Zij kan hier onzeker van worden. Wat staat mij te wachten? Zal ik hierdoor veranderen en in welke mate? Hoe zal de relatie met mijn partner zijn? Kan ik dit allemaal aan? Vele vragen die zouden kunnen opspelen in de gedachten van de vrouw. Tijdens deze periode is vaak te zien dat de vrouw meer geïnteresseerd is in de capaciteiten die haar partner heeft als vader voor haar kind dan als partner (Stern et al., 1998/1999, p. 13). Voor mannen kan dit alles soms best moeilijk zijn, gezien dit regelmatig ook gepaard gaat met minder verlangens naar geslachtsgemeenschap. Deze gekwetste gevoelens kunnen soms worden vermeden wanneer de man probeert om de gevoelens te leren kennen die geassocieerd worden met het moederschap. Hierbij is het van belang dat hij begrijpt dat hij deel uitmaakt van een natuurlijk proces wat bij de meeste moeders plaatsvindt en welke de eerste maanden na de geboorte van het kind het duidelijkst aanwezig zijn (Stern et al., 1998/1999, p. 13). Wat voor moeders het meest beangstigend is, is dat zij op korte termijn de volle verantwoordelijkheid voor het leven van een ander op zich zullen moeten nemen. De één gaat hier beter mee om dan de ander en dit kan resulteren in bepaald gedrag (Stern et al., 1998/1999, p. 14). Naarmate de vrouw ziet dat het kindje steeds meer groeit en dat alles eigenlijk best goed verloopt zal zij hier meer zelfvertrouwen in krijgen.
3.2.4 Psychologische veranderingen bij de vader ten aanzien van de zwangerschap en hoe gaat hij hiermee om? De periode van voorbereiding op het vaderschap noemt men de transitieperiode. Deze periode kent 3 fases, namelijk de zwangerschap, de bevalling en het kraambed. Tijdens elke transitieperiode is er een periode waarbij ambivalente gevoelens spelen. Om de binding met zijn kind ten goede te doen komen is het van belang dat de vader deze periode goed kan doorlopen. Zijn leven verandert immers Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
13
door het feit dat hij en zijn vrouw een kindje verwachten. Zowel op sociaal, maatschappelijk als psychisch vlak zullen nieuwe eisen worden gesteld en dus is dit een verstoring van de levensstabiliteit voor de vader. Hij zal een balans moeten zien te vinden (Uytterhoeven, 2009-2010). Finnbogadottir, Crang Svalenius & Persson (2003) deden een kwalitatief onderzoek bij 7 mannen in Zweden. Deze stellen dat de ondersteuning en aanmoediging voor vaders (eerste kind) nog wel eens net zo belangrijk zou kunnen zijn als deze voor de moeder is. De zorgverlener moet zich hier bewust van zijn. Met het oog op interventies voor de toekomst zou er echter wel gedacht kunnen worden aan het aanbieden van gesprekken met de vader als onderdeel van de zorg. In de eerder genoemde ‘transitieperiode’ beschrijft Finnbogadottir et al. (2003) een aantal categorieën van verandering bij de vader: Gevoelens van onwetendheid, onwerkelijk/werkelijkheid, buitengesloten voelen, sociale/lichamelijke veranderingen, ontwikkeling/groei en verantwoordelijkheid. Met transitieperiode wordt bedoeld dat alle vaders wel in meer of mindere mate psychologische, sociale en/of lichamelijke veranderingen ervaren. Finnbogadottir et al. (2003) geeft aan dat er een gevoel kan bestaan bij de mannen dat ze buitenstaander worden, zich buitgesloten voelen. Wanneer ze dan eens aandacht krijgen, gaat dit meestal over het feit dat ze nodig zijn bij het ondersteunen van hun vrouw. Allemaal hebben ze een gevoel van realiteit ervaren, wanneer ze bevestiging kregen van hun kind, door bijvoorbeeld de echo of door het luisteren naar de harttonen. Hier zou dus een rol kunnen liggen voor degene die de echo uitvoert. Bijvoorbeeld door dit positieve gevoel te gebruiken om de eigenwaarde van de vader te laten groeien. Gevoelens van sociale veranderingen die de mannen doormaken kunnen zowel positief als negatief worden ervaren. Daarnaast kunnen ze psychologische veranderingen waarnemen. Sommige mannen kunnen zich echt zwanger voelen. Deze mannen moeten vanuit het oogpunt van een verloskundige serieus genomen worden en met respect behandeld. Ze moeten net als hun zwangere partner gepaste ondersteuning en informatie krijgen (Finnbogadottir et al., 2003). Condon, Boyce & Corkindale (2004) geven in hun onderzoek aan dat de meeste stress zich bij de man bevindt in het wennen aan een relatie van drie personen. Ook weinig sociale steun en een te veel geïdealiseerde relatie hebben met het kind, wat in de praktijk tegenvalt, dragen hieraan bij. Barclay & Lupton (1999) beschrijven in hun kwalitatief onderzoek, uitgevoerd bij 15 Australische mannen een negatief beeld. Het vaderschap wordt zwaarder en meer stressvol ervaren dan de vaders op voorhand hadden kunnen bedenken. De verandering met betrekking tot het gedrag en de levenshouding die ze moeten gaan doorlopen is geen gemakkelijke opgave. Er wordt zelfs gesproken over ‘een worsteling’. Het resulteert in woede en frustratie en situaties die ze niet onder controle krijgen (Barclay & Lupton, 1999). In een onderzoek hebben Buist, Morse & Durkin (2002) de factoren beoordeeld die zorgen voor de overgang naar het vaderschap. Mannen werden apart gezien van hun echtgenoten en beoordeeld op pariteit, geschiedenis, sociale ondersteuning, echtelijke voldoening, woede en angst ten aanzien van de zwangerschap en bevalling. De piekperiode van nood bij de man werd bij de eerste evaluatie duidelijk tijdens de zwangerschap gezien. Hierbij was goed waar te nemen dat dit zich eerder voordeed bij jongere mannen die part-time werkten en waarbij de relatie met hun Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
14
vrouw korter was dan bij oudere mannen die langer een relatie hadden met hun vrouw. Bij de meeste mannen daalde hun angst duidelijk in het postpartum. Nood werd ook gezien bij mannen die zeer gehecht waren aan hun kind. Uiteraard is moeilijk te beoordelen welke man meer en welke minder gehecht is aan zijn kind. Mogelijk heeft dit te maken met de vaders die part-time werken en dus meer bij hun kindje aanwezig zijn. Hoewel de meeste mannen effectief omgaan met de overgang naar vaderschap, kan een kleine groep van noodlijdende mannen problemen hebben in hun rol als partner. Als meer aandacht kan worden besteed aan hun angsten antenataal, kunnen de mannen, hun partners en hun kinderen hier profijt van ondervinden. Barclay & Lupton (1999) geven aan dat de sociale cultuur in Australië hierin een rol speelt. Het ‘nieuwe beeld’ van vaderschap sluit er niet goed bij aan. De mannen worden niet ondersteund door de maatschappij en zijn niet goed voorbereid op hun rol in het huishouden en de verzorging als ouder. Daardoor is het in Australië extra belangrijk om aandacht te geven aan de vaders. Verantwoordelijkheid en interesse in de zwangerschap wordt door alle mannen weergegeven stelt Finnbogadottir et al. (2003). Dit kan zich uiten in een extra beschermende rol en het tonen van bezorgdheid. Alle mannen hebben hun levensstijl aangepast naar de nieuwe situatie. Dit in tegenstelling tot het onderzoek van Barclay & Lupton (1999), waarin maar een aantal mannen zich hadden aangepast aan de nieuwe situatie. Mogelijk is dit te verklaren door het culturele verschil tussen Australië en in dit geval Zweden, waar het participeren van de vaders wordt gestimuleerd. Finnbogadottir et al. (2003) merkten op dat de mannen die voor de zwangerschap een kinderwens hadden het gevoel van ‘ontwikkeling’ minder sterk hebben ervaren dan de mannen die deze wens minder of niet hadden. De hechting met het kind ging bij hun gemakkelijker en er waren minder conflicten bij het koppel onderling. Het onbekwaam voelen kwam sterk naar voren. Dit wordt mede bepaald door nieuwsgierigheid en onzekerheid over wat de toekomst zou brengen. Ondanks deze gevoelens, gaven de mannen allemaal aan dat op het einde van de zwangerschap hun relatie sterker was geworden. Barclay & Lupton (1999) spreken dit tegen. De toegenomen ‘eisen’ gedurende de zwangerschap naar de vader toe kunnen juist resulteren in een negatief effect op de relatie van het koppel. De zwangerschap kan volgens Finnbogadottir et al. (2003) vergeleken worden met een nieuw hoofdstuk in het leven van een man. De zwangerschap brengt de al eerder genoemde transitiefase met zich mee. Wanneer hij al deze veranderingen doormaakt ontwikkelt hij zich als man. Over het algemeen is deze transitieperiode als positief ervaren. In de loop der jaren zijn er meerdere onderzoeken verricht naar de transitie periode van de vader. Volgens Diamond (1986) gaat de vader al pre-conceptioneel een binding en relatie aan met het nog te verwekken kind. Daarentegen stelt Draper (2003) dat de transitie begint wanneer de zwangerschap wordt aangekondigd. Soms kan ook de zwangerschapstest voldoende zijn. (Uytterhoeven, 2009-2010). Volgens Diamond (1986) zijn er 7 fases: Eerste fase: er klaar voor worden De leeftijd, ambivalente gevoelens, een goede baan en het financieel allemaal op orde hebben kunnen er op een bepaald moment voor zorgen dat zowel de man als de vrouw denken klaar te zijn voor de komst van een kindje binnen hun gezin. Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
15
Ook kunnen zij op dat moment bepaalde ideeën hebben over zwangerschap en opvoeding. Soms komt het besluit tot stand wanneer binnen de vriendenkring veel vrouwen zwanger zijn of net een kindje hebben gekregen. Tweede fase: de conceptie Dit is afhankelijk van hoe snel er een zwangerschap optreedt. Voor de mannen is dit over het algemeen een spannende en vooral opwindende fase. Derde fase: het eerste trimester In deze periode zal de zwangerschap worden aangekondigd. Dit kan de ene keer tevredenheid en volledigheid met zich meebrengen en de andere keer verwarring en irritatie. De man kan hierbij gevoelens ervaren als onder andere: angst voor ziekte en dood, het begin van een nieuw leven, gevoelens een zoon en vader te zijn en gevoelens van een soort van verlies en verandering van de relatie met zijn vrouw. Sommige mannen vinden het moeilijk om met deze gevoelens om te gaan. Dit kan zich op verschillende manier uiten zoals: van zich volledig op het werk storten tot identificeren met hun vrouw. Vierde fase: het tweede trimester De man kan tijdens deze fase het kindje ook gaan voelen. De momenten waarbij de man via het lichaam van zijn vrouw bewegingen van het kindje kan waarnemen worden body-mediated-moments genoemd. Deze momenten zijn belangrijk naar het vaderschap toe. Ook bij zijn vrouw verandert er lichamelijk veel, zoals: Het groter worden van de buik. Een echo, luisteren naar het hartje en het voelen van kindsbewegingen kunnen een bijdrage leveren aan het realisme. Sommige mannen voelen zich tijdens deze periode meer verwijderd van hun vrouw. Anderen neigen meer naar jaloezie. Ook ziet men hierbij dat de man andere seksuele gevoelens kan hebben tot zijn vrouw. Van haar juist aantrekkelijker vinden tot afkeer vanwege de veranderingen van het lichaam. Vijfde fase: toenadering naar de eigen vader en vaderschap Dit vindt plaats tussen ongeveer de 15de en 25ste week. De man heeft in deze periode regelmatig de neiging tot ruzies in de familie te willen oplossen, voor zover deze er zijn. Ook de banden die verbroken waren proberen te herstellen ziet men hier vaak terug. Zesde fase: naar het einde van het tweede trimester In deze periode gaat de man zijn kind meer als individu zien. Een kindje dat losstaat van hem en zijn vrouw. Hier is te zien dat mannen meer neigen naar het krijgen van een zoon. Zevende fase: het laatste trimester Het einde van de zwangerschap nadert. De man krijgt meer gevoelens naar zijn vrouw toe. Meer respect en empathie is wat hij zelf uit. De man stelt zich zorgzaam op ten aanzien van zijn vrouw. Ook krijgt hij meer begrip voor zijn eigen ouders nu hij meer met het ouderschap bezig is en andere ouders observeert. De betrokkenheid en het betrokken worden bij de zwangerschap is een grote beïnvloedende factor voor de wijze waarop de man de transitieperiode doormaakt (Draper, 2003).
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
16
Er zijn een aantal factoren die sterk bepalen dat de man dichter bij zijn vrouw komt te staan zoals: Meegaan naar prenatale controles, het zien van de echo, ervaren van prenatale lessen en uiteraard het aanwezig zijn tijdens de partus. Dit alles zorgt ervoor dat de transitie wordt bevorderd. Wanneer de man zich begrepen voelt en zich kan uiten tijdens de zwangerschap en bij de bevalling, heeft dit een positief effect op zijn gevoelens van betrokkenheid voor het opnemen en het uitvoeren van het ouderschap.
3.2.5 Seksualiteit en zwangerschap Seksualiteit tijdens de zwangerschap kan voor sommige koppels een verandering teweeg brengen. Van een verhoogd libido tot een verlaagd libido. Daarnaast is het zo dat het vrouwelijk lichaam verandert gedurende de zwangerschap. De buik zal in omvang toenemen wat ervoor zorgt dat houdingen tijdens geslachtsgemeenschap ongemakkelijk gaan worden en aangepast zullen moeten worden. Prins (2009) geeft aan dat in het eerste trimester de vrouw door lichamelijke veranderingen vaak minder behoefte heeft aan coïtus. In het eerste trimester is ongeveer 85% van de koppels seksueel actief. De behoefte aan intimiteit, knuffelen en strelen ziet men toenemen. In het tweede trimester en derde trimester zijn respectievelijk 76% en 55% van de koppels seksueel actief. Na 36 weken is dit ongeveer 23%. Daarentegen kunnen vrouwen ook juist een toegenomen behoefte aan vrijen, masturberen en coitus hebben. Door de sterke doorbloeding raken vrouwen sneller opgewonden en kan het orgasme intenser beleefd worden (Prins, 2009). Voor de man verandert er ook veel tijdens de zwangerschap. Zoals eerder genoemd het lichaam van zijn vrouw. Uit een onderzoek van Barclay, Mc Donald & O’Loughlin (1994) is naar voren gekomen dat het libido van de man vooral verlaagt op het moment dat er kindsbewegingen worden waargenomen. Ook is die daling te zien wanneer de omvang van de buik toeneemt. Wanneer er in de zwangerschap sprake is geweest van vaginaal bloedverlies of een eerder doorgemaakte spontane abortus ziet men dat dit de seksuele activiteit beïnvloedt. Dit komt voornamelijk uit angst om de vrucht te beschadigen en bloedverlies of een spontane abortus te veroorzaken. Van Hoof & Jacquemyn (2005) beschrijven in hun onderzoek dat soms te zien is dat mannen omwille van bovenstaande bevindingen er een buitenechtelijk relatie op na houden om zo in hun behoeften te kunnen voorzien. Voor elk koppel kan dit alles uiteraard anders zijn. Niet elke man beleeft het op deze manier. De zwangerschap heeft in de meeste gevallen hoe dan ook invloed op het seksleven. In meerdere van de door Finnbogadottir et al. (2003) genoemde categorieën komt dit terug. Ondanks dat een aantal mannen aangaven dat hun seksleven een positieve verandering had doorgemaakt, werden er ook gevoelens van afwijzing en vermindering aangegeven.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
17
3.3 Begeleiding voor aanstaande vaders
3.3.1 Ervaring met betrekking tot informatie en begeleiding in de zwangerschap en tijdens de bevalling In 1999 hebben Hallgren, Kihlgren, Forslin & Norberg onderzoek gedaan naar hoe vaders een bevalling ervaren. De studie werd uitgevoerd in een klein dorp op het platteland in de zuidwestelijke regio van Zweden. Elf mannen werden geïnterviewd voor en na de bevalling en tussen één en drie weken nadat de baby geboren was. Met als belangrijkste vraag: ”Wat is uw ervaring omtrent de informatie over de bevalling die u kreeg voordat de baby geboren was?” Hieruit blijkt dat het prenataal verkrijgen van informatie ervoor zorgt dat de vaders zich meer ‘klaar voelen’ voor de bevalling. Naar voren komt dat ‘het klaar voelen’ eigenlijk een secundaire rol speelt voor de vaders. De informatie die vooraf wordt gegeven en eventuele groepsdiscussies met andere vaders zouden kunnen zorgen dat de vaders een bepaald netwerk opbouwen wat ondersteuning biedt naar de overgang van het vaderschap. Ook zouden zij eerder vragen stellen en deze mogelijk beter beantwoord krijgen. Dit vooral met betrekking tot de emotionele toestand en het verder ontwikkelen als vader. Verder geven een aantal van de vaders aan dat de informatie die zij kregen alleen de basis was. Er werd vaak over sociale zaken gepraat en de informatie die zij kregen was soms inefficiënt. Dat er geen specifieke cursus voor vaders is was voor sommigen een teleurstelling. Men ziet zoals eerder beschreven, dat tijdens deze sessies de vaders goed gebruik maken van de gelegenheid om vragen te stellen. Vragen worden dan vaak gesteld vanuit een vorm van angst. Deze vragen zorgen ervoor dat vaders de situatie waarvoor de ze angstig zijn bespreekbaar maken. Naarmate de bevalling nadert is te zien dat beide ouders graag informatie zouden willen krijgen over datgene wat hun mogelijk te wachten staat. Verder komt uit het onderzoek (Hallgren et al., 1999) naar voren dat het een meerwaarde is wanneer er groepen worden samengesteld uit aanstaande vaders. Hierdoor wordt er een mannelijk netwerk opgebouwd welke de overgang naar het vaderschap zou kunnen versterken (Hallgren et al., 1999). In tegenstelling tot bovenstaand onderzoek gaven Greenhalgh, Slade & Spiby (2000) aan dat aanwezigheid bij prenatale lessen soms een negatief effect had op de vaders. Dit kwantitatieve onderzoek is middels een vragenlijst verricht onder 78 vaders. Hieruit blijkt dat de vaders zich iets anders hadden voorgesteld met betrekking tot met name de bevalling. Dit onderzoek is gedaan middels vragenlijsten, waarvan een deel binnen 6 dagen postpartum zijn ingevuld en de overigen 6 weken postpartum. Voor enkele mannen was het volgen van prenatale lessen geassocieerd met een minder positieve ervaring in het kraambed. Dit is vooral te zien wanneer hun kindje met een keizersnede werd geboren. Greenhalgh et al. (2000) denken dat er een verband bestaat tussen een negatieve ervaring van de bevalling en hun verdere emotionele gesteldheid nadien. Onderzoek (Smith, 1999) toonde aan dat is gebleken dat enkele vaders prenatale informatieve sessies als niet de moeite waard beschouwden. Deze vaders gaven aan dat het daar voor hen een gevoel van tijdsverspilling was. Daarnaast gaven ze aan tijdens de arbeid en bevalling niet de specifieke noden van hun vrouw te herkennen en dus de cursus als niet zinvol te beschouwen (Smith, 1999). Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
18
In tegenstelling tot de ervaringen van vrouwen over het moederschap is er relatief weinig onderzoek gedaan naar de ervaring van mannen van de overgang naar het vaderschap. Draper (2002) verrichte, middels semigestructureerde interviews, onderzoek naar hoe de man de bevestiging van de zwangerschap ervaart. Onder bevestiging kan worden verstaan: een zwangerschapstest, waarnemen van foetale bewegingen en de echografie. De interviews werden op 3 momenten gedaan: tweemaal tijdens de zwangerschap van hun partner en eenmaal achteraf. De mannen spraken vaak over hun verlangen om te worden 'betrokken' bij hun partner met betrekking tot de zwangerschap. Zij willen meer betrokken worden bij de werkelijkheid zoals het kunnen voelen van het kindje, wat voor hun een bevestiging is van het leven in de buik van hun vrouw. Dit deden zij door middel van de body-mediated-moments zoals eerder beschreven (zie paragraaf 3.2.4). Dit bracht de vaders dichter bij hun partner en daarmee dus ook dichter bij het ongeboren kindje. Ook is te zien dat het deelnemen aan processen tijdens de zwangerschap, zoals het bijwonen van de echo, positieve effecten hadden op de manier van steunen door de vader gedurende de arbeid en bevalling. De ervaringen van vaders hebben verder te maken met welke verwachtingen zij hebben. Of ze uit eigen wil een actieve rol bij de bevalling gaan innemen of dat dit puur een wens is van hun zwangere partner. Een onderzoek uit Finland (Vehvilainen-Julkunen & Liukkonen, 1998) geeft aan dat de aanwezigheid van de vader een culturele aangelegenheid is. In Finland is het nu de norm dat de partner aanwezig is en een actieve rol heeft. Echter in andere landen wijkt dit vaak af en blijkt dan ook dat daar veel minder partners aanwezig zijn bij met name de bevalling zelf. Vehvilainen-Julkunen & Liukkonen (1998) hebben de ervaringen en gevoelens opgedeeld in vier categorieën: 1. 2. 3. 4.
Feelings of discomfort Feelings of pleasure and pride Feelings related tot staff memebers Feelings related tot the environment
Vaders die hun eerste kind krijgen blijken meer ongemakkelijke gevoelens te ervaren dan bij een volgende zwangerschap. Betrouwbare, up-to-date informatie met betrekking tot de bevalling en ouderschap, maken dat de vaders zich minder ongemakkelijk voelen naar de bevalling toe. Gevoelens naar de verloskundige en omgeving zijn veelal positief, met name als het gaat over betrouwbaarheid en een professionele houding. Het moeilijkste stukje was, voor de vaders die aanwezig waren bij de bevalling, dat hun vrouw pijn had en dat ze hierbij niet konden helpen. Naast het feit dat het voor de vaders soms voelt als een plicht, geven VehvilainenJulkunen & Liukkonen (1998) weer dat de vaders aangeven hun aanwezigheid bij de bevalling te zien als een belangrijk stuk van het proces naar het vader worden. De vaders gaven aan dat het belangrijk was om hun vrouw te ondersteunen. Het bracht het gezin dichter bij elkaar en gaf daarnaast een verdieping van de relatie met hun vrouw. Met het oog op verbetering van begeleiding, gaven de vaders aan, dat ze meer aandacht wilden met betrekking tot de pijn verlichting van hun vrouw en meer Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
19
ondersteuning en begeleiding van de vaders zelf door de zorgverleners. SomersSmith (1999) bevestigt dit. Uit haar interviews met 8 Engelse koppels kwam het volgende naar voren: De behoeften van vaders zouden meer aandacht mogen hebben in de zorg. Met name gedurende de geboorte, waar de vaders vaak ook extra ondersteuning nodig hebben. De mannen wilden over het algemeen zelf aanwezig zijn bij de bevalling en dit maakte dat de tevredenheid van de vrouwen hierover positief is beoordeeld.
3.3.2 Het baringsproces en de rol van de vader Een bevalling is een hele gebeurtenis. In eerste instantie zeker voor de vrouw die het zware werk op zich moet nemen. Ook voor de man kan dit een ingrijpende en bijzondere gebeurtenis zijn. Zeker wanneer het de eerste keer is dat een man aanwezig is tijdens een bevalling. Van te voren kan hij zich bedenken hoe dit alles eruit zou kunnen zien en wat hij daarmee zou willen doen. Echter is van te voren nooit te voorspellen hoe een bevalling verloopt. Ook heeft hij geen idee hoe zijn vrouw gaat reageren. Dit alles maakt het erg spannend. Vanuit de praktijk zien en horen wij met regelmaat dat mannen eigenlijk geen enkel idee hebben over het verloop van de ontsluitingsfase. Niet wetende hoe dat proces verloopt. Wanneer er eenmaal volledige ontsluiting is geconstateerd nemen zij vaak aan dat de baby dan zeer snel geboren wordt. Echter gaat hier nog de uitdrijvingsfase aan vooraf. Doordat zij niet goed op de hoogte zijn van het baringsproces kan deze onwetendheid angst met zich meebrengen (Nolan, Catling & Smith, 2011b). De ene man kan hier goed mee omgaan en steunt zijn vrouw waar nodig, de andere man is erg ongerust en angstig. De man vertolkt tijdens het baringsproces eigenlijk meerdere rollen (Chapman, 1992). Zo is hij het ene moment coach van zijn vrouw, de andere keer teamgenoot en ook fungeert hij als getuige. De man wil er graag zijn voor zijn vrouw en wil alles op een zo goed mogelijke manier doen.
3.3.3 Taak van de verloskundige Volgens Hallgren et al. (1999) is de primaire taak van de verloskundige die voorlichting geeft, zorgen voor discussies in de groep die gericht zijn op de behoeften van de vader. Tijdens deze periode kunnen de vaders ook vragen stellen met betrekking tot de gezondheid van de baby, het gedrag van de baby en verdere zaken die voor hen van belang zijn. Ook kan hier naar voren komen hoe een man zich het beste een rol weet te geven binnen het gezin. Onderzoek (Finnbogadottir et al., 2003) toont aan dat alle vaders aangeven een onwerkelijk gevoel te hebben. Emotionele ondersteuning en bevestiging van dat ze niet de enige zijn met dergelijke gevoelens, zou een vast onderdeel van de prenatale zorg moeten worden. Daarnaast is gebleken dat aanstaande vaders de mogelijkheid moeten hebben hun vragen te kunnen stellen aan professionals. Dit zou zorgen dat gevoelens en vragen niet onnodig worden opgekropt en je als professional op deze manier bijdraagt aan de relatie van het koppel. Op de langere termijn zou dit zelfs het aantal scheidingen omlaag kunnen brengen. Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
20
Deze blijken in het eerste levensjaar van de baby veelvuldig voor te komen. Het is belangrijk een vader niet alleen te zien als een supporter, maar als een persoon die zelf ook grote veranderingen in zijn leven doormaakt (Bomans, 2005). Smith (1999) heeft middels een semigestructureerd interview onderzoek gedaan naar de meningen en ervaringen van een groep vaders die voor het eerst vader werden. Onderzocht is welke rol een informatie sessie heeft gespeeld in hun overgang naar het vaderschap. De cursussen werden door verschillende mensen gegeven zoals medewerkers van het National Childbirth Trust en een mannelijke verloskundige. Uit dit onderzoek (Smith, 1999) is gebleken dat de cursus een positieve rol heeft gespeeld bij de vaders die eerlijke, volledige en evenwichtige informatie hadden verkregen over de begeleiding van hun partner, zowel in een actieve als passieve rol. Praktische tips en inzichten betreffende het postpartum werden hierbij zeker gewaardeerd. Vaders zijn zeer vaak tevreden met allerlei soorten informatie die zij kunnen verkrijgen. Het is niet alleen de bevalling zelf die vragen oproept, maar ook juist de periode hierna. Wat staat mij te wachten? Wat gebeurt er met mijn vrouw en hoe zal mijn kindje mogelijk kunnen reageren. Vaders zitten met veel vragen en dat komt hier wederom naar voren. De vaders geven aan dat zij van de cursus informatie verwachten die hen hulp biedt bij het steunen van hun zwangere partner gedurende het gehele proces. Daardoor helpen zij ook zichzelf door goed in te kunnen spelen op hun partner. Hierdoor voelen zij zich minder ‘nutteloos’ en zijn ze hun partner meer tot steun. De vaders hebben behoefte om zich in de rol van helper en ouder te verplaatsten. Zij geven aan dat ze graag een cursus wilden, welke hen helpt bij het verkrijgen van informatie over zwangerschap, arbeid, geboorte en het verdere ouderschap. Daarnaast geven zij aan dat ze erg blij waren met de gegeven informatie en tips betreffende het postpartum. De relevantie van de gegeven informatie tijdens de cursus was de sleutel tot de mogelijkheden van de vaders om hier verder mee te kunnen. Bijna de helft van de geïnterviewde mannen waren zeer geïnteresseerd in het idee, naar een cursus te gaan die alleen voor mannen bestemd is (Smith, 1999). Bomans (2005) heeft haar gegevens verzameld door middel van 115 vragenlijsten, in 3 ziekenhuizen te Limburg (België). Ze geeft aan dat je de man kunt bereiken door, naast de eerste informatie die je aan de vrouw geeft als voorlichter (bijvoorbeeld de verloskundige), aansluitend verdere informatie te geven aan de man. Mannen houden van actie en willen de situatie in de hand hebben. Dat doet een beroep op hun gevoel om te mogen beschermen en hun verantwoordelijkheid te nemen. Wat dus ook betekent dat ze iets kunnen doen. Verloskundigen en andere voorlichters kunnen de mannen helpen door te zoeken naar een rol in overeenstemming met hun persoonlijkheid, hun verwachtingen en de relatie tussen het koppel. Er is weinig behoefte aan informatie voor en na de zwangerschap. De beste periode om vaders te bereiken is tijdens de zwangerschap gezien er dan meer behoefte is aan informatie. Uit het onderzoek blijkt dat de vaders het belangrijk vinden dat onderwerpen als mogelijke problemen, bevalling, borstvoeding, ontwikkeling van de baby, manieren om steun te geven, verzorging van moeder en kind en wat te doen na de bevalling behandeld worden. Lichamelijke en emotionele veranderingen worden hier als minder belangrijk aangegeven. Het blijkt dat veel vaders tevreden zijn over de mate waarin de aspecten besproken worden. Alleen het aspect ‘wat te doen na de geboorte’ werd niet voldoende aangehaald. Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
21
De behoefte aan contact met een verloskundige is groot. Met het oog op de begeleiding gegeven door een man, komt naar voren dat dit niet noodzakelijk door een man gegeven moet worden. Ook begeleiding in een groep van alleen mannen wordt niet als noodzakelijk weergegeven in dit onderzoek. Het is dus interessant om in de toekomst te kijken naar mogelijkheden en de beste manier, voor de verloskundigen om de vaders actiever te gaan begeleiden. Door als begeleider rekening te houden met de verwachtingen van vaders, kan de tevredenheid worden verhoogd (Bomans, 2005).
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
22
4 Methodologie 4.1 Motivatie tot keuzes Wij hebben ervoor gekozen om ons onderzoek te doen met behulp van schriftelijke vragenlijsten aan (aanstaande) vaders uitgedeeld door verloskundigen. Op deze manier denken wij de meest duidelijke respons te verkrijgen. De vragenlijsten die wij hebben opgesteld werden door de ethische adviesraad van de Katholieke Hogeschool te Turnhout goedgekeurd. Dit onderzoek is kleinschalig van opzet en mag daardoor niet veralgemeend worden. Van te voren hebben wij tien verloskundige praktijken benaderd waarbij de verloskundige zeker bereid was om de vragenlijsten uit te delen in het postpartum. Van de 100 verstuurde vragenlijsten, verspreid in zes verschillende provincies (Gelderland, Noord Brabant, Zuid Holland, Utrecht, Noord Holland, Limburg en Utrecht) in Nederland, hebben wij er 39 terug ontvangen. Wij zijn ons er van bewust dat dit een lage responsrate is. Waarom de overige 61 vaders niet hebben gereageerd kan verschillende oorzaken hebben. Mogelijk heeft dit te maken met het feit dat de verloskundigen de vragenlijsten niet volledig hebben kunnen uitdelen aan de vaders. Zij hadden hier maar 17 dagen de tijd voor wat voor een kleinschalige praktijk niet altijd toereikend is. Dit omwille van het geringe aantal à terme zwangeren in een bepaalde periode. De vaders die de vragenlijst wel hebben ontvangen hadden 24 dagen de tijd om deze in te vullen. Een net geworden papa leeft echter op een roze wolk, waarbij een schriftelijke vragenlijst zeker niet als prioriteit nummer één geldt en mogelijk wordt vergeten. Op grond van de retour ontvangen vragenlijsten willen we een beeld vormen van de behoefte aan informatie en begeleiding bij (aanstaande) vaders tijdens de zwangerschap en de vorm waarin dit gewenst is. We wilden een zo groot mogelijke respons bereiken door de vragenlijsten via de verloskundigen met bijgeleverde enveloppen uit te delen. Dit zou de anonimiteit van de vaders waarborgen. We hebben gelet op een aantrekkelijk geheel. Dat wil zeggen dat we de brief aan de verloskundigen op een roze vel papier hebben aangeleverd en de brieven aan de vaders op pastel kleurig papier. Hierbij nog een felicitatiekaartje voor de vaders. In verband met de oplopende kosten hebben we uiteindelijk gekozen voor witte A5-retourenveloppen in plaats van gekleurde enveloppen.
4.1.1 Opstellen van de vragenlijst Bij het maken van de vragenlijst zijn we gaan kijken naar wat we effectief te weten wilden komen van de vaders. Omdat we een onderscheid hadden gemaakt tussen informatie en begeleiding wilden we hier ook een aantal aparte vragen over hebben, die we in de verwerking ook duidelijk konden scheiden als antwoorden met betrekking tot de informatie en antwoorden met betrekking tot de begeleiding. We hebben een aantal vragen gericht op de informatie en een aantal op de begeleiding. Hierbij hebben we een onderscheid gemaakt tussen directe en indirecte vragen. Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
23
Hoewel informatie en begeleiding nauw met elkaar verbonden zijn hebben we geprobeerd de vragen zo duidelijk mogelijk te stellen. Bij een aantal vragen hebben we nog ruimte gelaten om de antwoorden nader toe te lichten. De uitkomsten zouden wij dan weer kunnen gebruiken om verduidelijking te krijgen over bijvoorbeeld welke informatie of begeleiding de vaders dan precies misten. Omdat wij uiteindelijk als doel hebben om inzicht te krijgen in wat de vaders aan informatie en begeleiding willen en wij dit als verloskundigen in de praktijk willen gebruiken, zijn er een aantal vragen specifiek gericht op de verloskundige. We beseffen ons dat het een gevoelig onderwerp is. Omdat we de ruimte wilden geven tot het maken van opmerkingen of het aanvullen van vragen eventueel, hebben we hiervoor ruimte gegeven aan het einde van de vragenlijst.
4.2 Resultaten Onderstaand hebben wij de resultaten weergegeven van de vragenlijsten en de uitwerking hiervan in grafieken. Onderverdeling van vaders van een eerste en vaders van een volgend kind Een belangrijk onderscheid bij de beantwoording van de vragen door de vaders, is te maken tussen vaders van eerste kinderen en vaders van volgende kinderen (2,3 of meer), die dus al eerder een zwangerschap hebben meegemaakt. Aan de hand van de beantwoording van vraag 2 onderscheiden we daarom bij de meeste vragen twee bijna even grote groepen: Vraag 2: Je hoeveelste kind is dit? 20 vragenlijsten betreffen vaders van een eerste kind 19 vragenlijsten betreffen vaders van een volgend kind, te weten: 13 tweede kind en 6 derde kind of meer Vaders van een eerste kind noemen we verder: groep 1 Vaders van een tweede kind, derde kind of meer noemen we verder: groep 2
4.2.1 Behoefte aan begeleiding Het vaststellen van de behoefte aan begeleiding wordt indirect gedaan aan de hand van de vragen 1,8, 11, 12, 17 en 19 en direct met vraag 9 en 13. Vraag 1: In welke mate voelde je je vader gedurende de zwangerschap? (zie bijlage 2, vraag 1) Er zijn duidelijk verschillen te zien tussen groep 1 en groep 2 (zie figuur 1). De vaders die zeggen dat ze zich veel of helemaal vader voelen zijn met name vaders van groep 2 (72%). Vaders van groep 1 geven hier in meerderheid (75%) een lagere waardering.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
24
Je zou hieraan kunnen aflezen dat er een behoefte is aan betere voorbereiding op het vaderschap met name bij vaders die vader worden van een eerste kind.
Figuur 1. Mate waarin vaders aangeven zich vader te voelen tijdens de zwangerschap.
Vraag 8: In welke fase van de zwangerschap zaten de meeste verrassingen? Wat waren die verrassingen? Wanneer we vragen naar het moment waarop vaders de meeste verrassingen tegenkwamen is het opvallend, dat bij vaders van groep 1 verrassingen in de eerste helft van de zwangerschap zitten (43%). Vaders van groep 2 geven aan hier geen verrassingen tegen te komen. De meeste van deze vaders (53%) geven aan met name bij de bevalling verrassingen tegen te komen (zie figuur 2). Opvallend is dan weer dat de aard van deze verrassingen sterk verschillen tussen groep 1 en groep 2. Dit bespreken we bij paragraaf 4.2.2. Wel kan dit een aanwijzing zijn dat in de eerste fase van de zwangerschap de voorbereiding van vaders bij een eerste kind te wensen overlaat.
Figuur 2. Fase waarin vaders de meeste verrassingen tegenkomen.
Vraag 11: Werd je voor je gevoel aangesproken door de verloskundige als: de man van, Papa of individu? De meeste vaders (58%) zowel van groep 1 als van groep 2 voelen zich door de verloskundige aangesproken in hun rol als “papa” en in mindere mate (33%) als “de man van”. Slechts 9% voelt zich benaderd als individu. Uit de volgende vraag (12) blijkt echter dat dit niet inhoudt dat deze vaders zich daarom niet begrepen hebben gevoeld. Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
25
Vraag 12: Heb je je begrepen gevoeld door de verloskundige? Alle vaders, zowel van groep 1 als van groep 2, geven aan zich begrepen gevoeld te hebben door de verloskundige (met uitzondering van een vader die deze vraag niet heeft ingevuld). Daarmee lijkt voldaan aan een eerste voorwaarde voor een juiste begeleiding door de verloskundige. Vraag 17: Hoe heb je de verschillende manieren van aangeboden begeleiding ervaren? (zie bijlage 2, vraag 17) We kunnen hieruit opmaken dat veel vaders meer dan één vorm van begeleiding gebruiken (gemiddeld ruim 3) en deze over het algemeen positief waarderen. Met name bij vaders van groep 1 (gemiddeld bijna 4). Een beduidend meer gebruikte vorm van begeleiding bij groep 1, is het kijken op internet (17%). Bij vaders van een volgend kind is dit minder (7%). Actief naar begeleiding zoeken (cursussen, boeken en internet) ontbreekt vrijwel bij groep 2 (84% tegen 54% bij groep 1). Ze hebben de boeken en internet in huis, maar hier wordt beduidend minder gebruik van gemaakt. Cursussen worden ook vaker gevolgd bij groep 1. Het kan dan wel een goede cursus geweest zijn, maar deze is dan vaak gevolgd gedurende de eerste zwangerschap. De behoefte aan begeleiding (afgelezen aan de mate waarin er gebruik van gemaakt is) is bij vaders van eerste kinderen hoger en wordt nog wel eens als onvoldoende beoordeeld (14%). Het is opvallend dat bij de vaders van groep 2 geen enkele begeleiding als onvoldoende wordt ervaren. Verder scoren verloskundigen bij vaders van groep 2 hoger (36% van de positieve beoordelingen) dan bij vaders van groep 1 (24%). Wel komt naar voren dat de verloskundigen naast familie en vrienden ook bij vaders van groep 1 beter scoren dan de meer actieve vormen van begeleiding als cursussen, internet en boeken (zie figuur 3 en 4).
Figuur 3. Hoe vaders van groep 1 de verschillende manieren van begeleiding hebben ervaren.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
26
Figuur 4. Hoe vaders van groep 2 de verschillende manieren van begeleiding hebben ervaren.
Vraag 19: Welke vorm van begeleiding zou je een andere (aanstaande) vader aanraden? De lage waardering voor cursussen, boeken en gebruik internet bij vraag 17, zien we terug in de lage scores hiervan bij vraag 19. Deze vraag wordt nader uitgewerkt bij paragraaf 4.2.4. Vraag 9: Had je voldoende aan de regulier aangeboden informatie en begeleiding van de verloskundige tijdens de zwangerschap? Ook al blijkt er uit voorgaande (indirecte) vragen behoefte te zijn aan begeleiding, bij vraag 9 geeft vrijwel iedereen (92%) aan dat de begeleiding die gegeven is door de verloskundige wel voldoende was. Des te belangrijker is het om te kijken naar de weinige vaders (8%) die aangeven wel meer begeleiding nodig te hebben. Dit zijn met name vaders die specifieke informatie gemist hebben. Hierop wordt nader ingegaan bij de bespreking van de behoefte aan informatie bij paragraaf 4.2.4. Vraag 13: Mis je begeleiding voor de vader in de verloskundige zorg? Als de vraag direct gesteld wordt, blijkt dat er 4 vaders zijn (10%), allen van een eerste kind, die begeleiding hebben gemist in de verloskundige zorg. Wanneer we deze vier vaders afzonderlijk bekijken, kunnen we opmaken dat de vaders begeleiding misten met betrekking tot complicaties, afwijkingen, flesvoeding en de rol als partner met betrekking tot de veranderingen bij zijn vrouw in de eerste helft zwangerschap.
4.2.2 Behoefte aan informatie Het vaststellen van de behoefte aan informatie doen we indirect aan de hand van de vragen 3, 4, 6, 7, 8, 16 en 18 en direct aan de hand van vraag 5. Vraag 3 en 4: Hoe heb je je voorbereid op de gezinsuitbreiding? Aan welke van deze voorbereidingen heb je het meeste gehad? (zie bijlage 2, vraag 3 en 4) Bij de vraag naar de voorbereiding is duidelijk te zien dat vooral vaders van groep 1 daar werk van maken. Meer dan de helft (55%) maakt daarbij gebruik van internet en eenzelfde aantal (55%) betrekt familie en vrienden bij de voorbereiding en een derde (35%) volgt een cursus. Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
27
Bijna alle vaders van groep 1 kruisen in ieder geval ‘iets’ aan als voorbereiding. Slechts 10% doet dat niet. Bij de vaders van groep 2, geeft maar liefst 68% aan zich niet te hebben voorbereid. Dat betekent dat deze laatste groep vaders dus ook geen respons geeft op de vraag over aan welke voorbereiding ze het meest gehad hebben. Opvallend is dat internet, familie en vrienden bij vaders van groep 1 duidelijk wordt aangegeven en bij vaders van groep 2 internet niet meer aan de orde is (zie figuur 5 en 6). vraag 3: hoe voorbereid 14 12 10 8 6 4 2 0
groep 1 groep 2
Figuur 5. Weergave van de mate waarin vaders van groep 1 en 2 verschillende manieren van voorbereiding hebben gebruikt. vraag 4: aan welke het meest gehad 7 6 5 4 3 2 1 0
groep 1 groep 2
Figuur 6. Weergave van de manieren van voorbereiding waaraan vaders van groep 1 en 2 het meest gehad hebben.
Vraag 6 en vraag 7: In welke mate was de informatie die je vond of kreeg gericht op de vader? Heeft het je gestoord dat veel boeken en internetsites rondom zwangerschap meer gericht zijn op de moeder dan op de vader? (zie bijlage 2, vraag 6 en 7) Door zowel vaders van groep 1, als door vaders van groep 2, wordt bevestigd dat men redelijk tot helemaal tevreden is (71%) over de vadergerichtheid van de informatie en stoort zich niet of nauwelijks (90%) aan de moedergerichtheid van de informatie. Daarmee lijkt er geen reden te bestaan om de informatie in een andere vorm aan te bieden. Vraag 8 (vervolg): In welke fase van de zwangerschap zaten de meeste verrassingen voor je? Wat waren deze verrassingen? Zoals besproken bij paragraaf 4.2.1 zijn er grote verschillen in het ervaren van verrassingen in de verschillende fasen van de zwangerschap. Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
28
Bij de bevalling van het eerste kind geeft 58% van de vaders van groep 1 aan dat de meeste verrassingen in de voorafgaande fasen van de zwangerschap zaten en dan nog met name in de eerste helft daarvan. De aard van de verrassingen betreffen zowel de geconstateerde veranderingen bij de vrouw als het voelen van het kind (beide 21%). Geen van de 42% die de meeste verrassingen ervaart bij de bevalling van het eerste kind (groep 1), noemt het kind zelf als verrassing. De vaders van groep 1 worden vooral (16%) verrast door de medische complicaties als keizersnede en stuitligging (zie figuur 9). Dit in tegenstelling tot vaders bij een volgende bevalling (groep 2). Hiervan ervaart 69% de meeste verrassingen bij de fase van de bevalling. Genoemd worden in de eerste plaats het kind (25%): “Is het een jongen of meisje?”, “Hoe ziet-ie eruit?”, etc. Vervolgens de (bewondering voor de) vrouw (19%) en pas daarna (13%) de medische complicaties: te snel en keizersnede (zie figuur 10).
Figuur 9. Weergave van beschreven verrassingen door de vaders van groep 1.
Figuur 10. Weergave van beschreven verrassingen door de vaders van groep 2.
Vraag 16: Hoe heb je de verschillende manieren van aangeboden informatie ervaren? (zie bijlage 2, vraag 16 en figuur 7 en 8) Informatie aangeboden door de verloskundige wordt zowel door vaders van groep 1 (70%) als door vaders van groep 2 (79%) goed tot zeer goed beoordeeld. Informatie aangeboden door familie en vrienden is eveneens positief beoordeeld: goed tot zeer goed door respectievelijk 65% en 58% van genoemde groepen. Waardering voor de gynaecoloog als bron van informatie is -indien van toepassingbij vaders van groep 2 beduidend beter beoordeeld (100% goed tot zeer goed) dan Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
29
door vaders van groep 1 (50%). Een van hen beoordeelt deze informatiebron zelfs als onvoldoende. Informatiebronnen waar meer actief naar gezocht moet worden zoals een cursus, boeken en internet, zijn nauwelijks aangegeven door vaders van groep 2 (18%). Deze zijn met name gebruikt door vaders van groep 1 (62%). Over het algemeen waarderen vaders de informatie verkregen door cursus, boeken en internet minder hoog dan informatie van vrienden, familie en de verloskundige. De beoordeling goed tot zeer goed wordt voor deze actieve informatiebron slechts door 57% van de vaders bij groep 1 gegeven en door 40% van de vaders bij groep 2.
Figuur 7. Hoe vaders van groep 1 de verschillende manieren van informatie hebben ervaren.
Figuur 8. Hoe vaders van groep 2 de verschillende manieren van informatie hebben ervaren.
Vraag 18: Welke informatie zou je een (aanstaande) vader zeker aanraden? Het verschil in waardering tussen de beide groepen vaders voor cursussen, boeken en het gebruik van internet bij vraag 16, zien we terug bij de grote verschillen in scores hiervan bij vraag 18. Deze vraag wordt uitgewerkt bij paragraaf 4.2.4. Vraag 5: Heb je informatie gemist? Zo ja, welke informatie miste je? Geen enkele vader van groep 2 geeft aan informatie gemist te hebben. Dit in tegenstelling tot de vaders van groep 1. Hiervan geeft 25% aan informatie gemist te hebben. Wanneer we vragen om welke informatie het gaat, wordt er aangegeven: complicaties, flesvoeding, verloskundige, keizersnede en ‘niet uit te leggen’. Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
30
4.2.3 Extra informatie en begeleiding Het vaststellen van de extra behoefte aan informatie doen we aan de hand van vraag 9, 10, 14 en 15. Had je voldoende aan de regulier aangeboden informatie en begeleiding van de verloskundige tijdens de zwangerschap? Zo nee welke informatie miste je? Zoals besproken bij de behoefte aan begeleiding geeft 92% (totaal beide groepen) aan dat de informatie en begeleiding gegeven door de verloskundige wel voldoende was. De drie vaders die deze vraag met nee beantwoorden (waarvan 1 uit groep 2) vermelden in de vervolgvraag welke informatie of begeleiding zij gemist hebben. Ze geven aan: vadergerichtheid, ademhalingstechnieken bij de bevalling (groep 2) en een derde miste de verloskundige zorg doordat ze gedurende de zwangerschap onder behandeling waren bij een gynaecoloog. Vraag 10: Kwam de gegeven informatie en begeleiding voor jou op het juiste moment? Slechts twee vaders, beiden uit groep 1, geven aan dat de gegeven informatie niet op het juiste moment kwam. Uit toelichtingen op andere vragen kunnen we halen wat ze hiermee bedoelen. Complicaties in het ziekenhuis en de rol van de partner worden aangegeven. Vraag 14: Op enkele plaatsen worden cursussen gegeven speciaal voor vaders. Zou je overwegen om een dergelijke cursus te volgen, indien je hier vanaf wist? 15 % van de vaders van groep 1 geeft aan dat ze wel een cursus zouden willen volgen. Van de vaders van groep 2 geeft echter de grote meerderheid aan niet te overwegen een dergelijke cursus te volgen. 2 vaders van groep 2 hebben reeds een cursus gevolgd en 1 vader is bereid een cursus te volgen (zie figuur 11).
vraag 14: overweging vadercursus groep 2
ja
nee
gevolgd
niet ingevuld
Figuur 11. Mate waarin vaders van groep 2 overwegen deel te nemen aan een cursus speciaal voor vaders.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
31
Vraag 15: Zou je overwegen om gebruik te maken van een spreekuur voor vaders? Aan het spreekuur wil maar liefst 25 % van de vaders van groep 1 overwegen om deel te nemen. Dit is aanzienlijk minder bij de vaders van groep 2: slechts één van deze 19 vaders overweegt dit (zie figuur 12). vraag 15: overweging spreekuur groep 2
ja
nee
niet ingevuld
Figuur 12. Mate waarin vaders van groep 2 overwegen deel te nemen aan een spreekuur voor vaders.
4.2.4 Informatie en begeleiding door de verloskundige Inzicht over de gewenste informatie en begeleiding en met name over de rol van de verloskundige hierin leiden we af uit de antwoorden op de eerder besproken vragen 11 tot en met 19. In de vragen 11 en 12, waarin expliciet gevraagd is naar de (relatie met de) verloskundige, voelen de meeste (58%) vaders zich aangesproken in hun rol als papa en voelen alle vaders zich begrepen door de verloskundige. Slechts 4 vaders (10%), allen vaders uit groep 1, hebben blijkens vraag 13, begeleiding gemist in de verloskundige zorg (zie paragraaf 4.2.1). Dit wijst erop dat de verloskundige de eerst aangewezene zal zijn om de nog ontbrekende informatie of begeleiding aan te bieden. Dit kan ook zijn in een andere dan de reguliere begeleidingsvorm, zoals een cursus voor vaders of een spreekuur. Een deel van de vaders blijkt bereid daar aan deel te nemen (vragen 14 en 15, zie paragraaf 4.2.3). Dat een belangrijke rol is weggelegd voor de verloskundige wordt ook ondersteund door de positieve beantwoording van de vragen 16 (zie paragraaf 4.2.2) en 17 (zie paragraaf 4.2.1) naar waardering voor de verloskundige als informatiebron en als begeleidingsvorm. Vraag 18 en 19: Welke informatie zou je een (aanstaande) vader zeker aanraden? Welke vorm van begeleiding zou je een andere (aanstaande) vader zeker aanraden? Tot slot bieden deze open vragen de ruimte om in eigen woorden aan te geven wat vaders als belangrijke informatie (vraag 18) en begeleiding (vraag 19) ervaren, ongeacht of deze wel of niet werd aangeboden. Ruim de helft van de vaders raden hier de door hen zelf geraadpleegde informatiebronnen als cursussen en internet Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
32
aan, net als bij vraag 3 en 4 (zie paragraaf 4.2.2) over hun eigen voorbereiding. Weer zijn dat vooral vaders uit groep 1. Verder zijn het wederom enkele vaders uit groep 2 die aanraden de informatie bij andere ouders te halen. Daarnaast wordt deze ruimte door veel vaders aangegrepen om tips te geven aan andere vaders, zoals: het ondersteunen van de partner (5x), goed voorbereiden op de bevalling (5x), waarbij 2 vaders van groep 2 aanraden er vooral van te genieten. Vraag 19 wordt slechts door een minderheid (10 van de 39) beantwoord en is mogelijk ervaren als overlap met de voorgaande vraag. Aangeraden begeleidingsvormen zijn: verloskundige (3x), cursus (3x), partner bijstaan (2x), kraamzorg, andere ouders en boeken.
4.2.5 Verband met de literatuur Het onderscheid tussen vaders van een eerste en van een volgend kind blijkt in onze resultaten een essentieel verschil. Van de bestudeerde literatuur hebben we ook een aantal onderzoeken, waar expliciet vaders van eerste kinderen worden ondervraagd. De literatuur bevestigt onze resultaten met betrekking tot het ervaren van de bevalling door de vaders van groep 1 en groep 2 uit onze vragenlijsten. Vaders van eerste kinderen ervaren meer ongemakkelijke gevoelens dan vaders van volgende kinderen. Uit onze resultaten komt zelfs naar voren dat geen enkele vader van groep 1 aangeeft het kind zelf als verrassing te ervaren. Vaders van volgende kinderen kunnen gemakkelijker hun aandacht op het kind richten en lijken minder gespannen dan de vaders van groep 1 over de zorg voor hun vrouw of de medische complicaties die eventueel kunnen optreden. In de literatuur komt eveneens naar voren dat het belangrijk is om je vrouw bij te staan. Er te zijn voor haar. Vaders geven zowel in de literatuur als in onze resultaten aan het moeilijk te vinden of meer informatie te willen over de pijn van hun vrouw en hoe hier mee om te gaan. Duidelijke voorlichting in het begin (eerste helft) van de zwangerschap blijkt een belangrijke periode voor voorlichting. Uit de literatuur komt naar voren dat de grootste behoefte is ‘voorlichting gedurende de zwangerschap’ en niet in de periode voor of na de zwangerschap. Hier is echter niet genoemd dat het specifiek om de eerste helft van de zwangerschap gaat. De echo kan een belangrijk moment zijn voor de man om contact met het kind te maken evenals het voelen van het kind, dat herhaaldelijk zowel in de literatuur als in onze resultaten naar voren komt. Meer malen is aangegeven dat de echo een belangrijke fase is in de betrokkenheid van de vader in het proces van de zwangerschap. Omdat bijvoorbeeld de echo een bevestiging is voor de vader zou hier nog meer de aandacht op gericht mogen zijn bij voorlichters. Juist om zulke momenten aan te grijpen als extra kans om de vader aandacht te geven. Familie en vrienden zijn een belangrijke bron van informatie en worden in onze vragenlijsten erg positief beoordeeld. Naast dat dit blijkt uit literatuur en uit onze resultaten, geeft ook Ragas dit aan (zie bijlage 4). Vaders van groep 1 blijken zich goed voor te bereiden, vaders van groep 2 vrijwel niet, zo blijkt uit onze resultaten. In de literatuur komt dit niet zo sterk naar voren. Vaders voelen zich minder ongemakkelijk bij een volgend kind, wordt hier beschreven. De soorten informatie zijn wisselend. Het is belangrijk de vaders serieus te nemen Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
33
en aandacht voor de vader te hebben. Omdat er behoefte blijkt aan meer informatie rondom de medische kant van de zwangerschap en bevalling en meer aandacht gewenst is over wat er mis kan gaan zou hier een taak kunnen liggen voor de verloskundige. Verloskundige Borman noemt dit in ons gesprek: “meer ‘technisch’ communiceren met de vaders” (zie bijlage 3). Internetsites, cursussen en een spreekuur alleen voor mannen? Hierover verschillen de meningen. In onze vragenlijst hebben we hier niet specifiek naar gevraagd, maar uit de literatuur en ons gesprek met Borman (zie bijlage 3) komt wel naar voren dat er behoefte is aan gesprekken tussen mannen onderling. Overigens wordt daarbij ook aangegeven dat een dergelijke mannenavond niet noodzakelijk ook door een man geleid moet worden.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
34
5 Discussie 5.1 Literatuurstudie We hebben deels gebruik moeten maken van literatuur die niet het meest recent is. Circa de helft van onze bronnen is ouder dan tien jaar. Doordat recente literatuur op dit specifieke onderwerp onvoldoende beschikbaar is, zijn we opzoek gegaan naar minder recente literatuur die ons inziens wel relevant is. Wat ons gesterkt heeft in deze keuze zijn de overeenkomsten tussen veel artikelen ondanks de diverse oorsprong (van Finland tot Australië). Daarnaast zien we ook opvallende overeenkomsten met de resultaten uit onze vragenlijst. Dit geeft wel aan dat deze informatie representatief is en dat we dus ondanks de periode die er tussen zit wel kunnen spreken over de behoeften van vaders met betrekking tot informatie en begeleiding die door de tijd heen nog steeds spelen. We kunnen uit zowel de literatuur als uit de resultaten van onze vragenlijst nog steeds veel punten herkennen van de noden van de vaders tussen tien, twintig jaar geleden en nu. Omdat de rol van de vader in de jaren 60 in opkomst was en in de jaren 70 en 80 zelfs actueel, is het ook niet vreemd dat er in deze periode meer over geschreven is. Hierdoor kan het zijn dat de literatuur niet altijd de realiteit weergeeft zoals deze nu is. Hiermee bedoelen we dat de vaders inmiddels meer gewend kunnen zijn aan hun verwachte rol binnen de zwangerschap en de geboorte en hier al meer vanzelfsprekend aandacht voor is.
5.2 Vragenlijst Uit de manier waarop de vragenlijsten beantwoord zijn kunnen we opmaken dat er mogelijk wat verwarring is ontstaan over verschillende vragen met betrekking tot informatie en begeleiding. Dit onderscheid blijkt soms moeilijk te maken. Dit is begrijpelijk want informatie maakt een substantieel deel van de begeleiding uit. Daarnaast zou het kunnen dat er sociaal wenselijke antwoorden gegeven zijn. Ondanks dat het anoniem was. We gaan ervan uit dat de vragenlijsten door vaders zijn ingevuld, maar we hebben hier uiteindelijk natuurlijk geen controle over gehad. Het is door 39 personen ingevuld. Voor de 61 vragenlijsten die niet ingevuld zijn kunnen wij de volgende verklaringen geven: - Het niet volledig uitdelen aan vaders van alle aangeleverde vragenlijsten door de verloskundige praktijken. - De korte termijn waarop het uitdelen moest plaatsvinden door de verloskundigen (17 dagen). - De korte termijn waarop de vaders het konden invullen (24 dagen). - We hebben de vaders niet persoonlijk kunnen herinneren. - Periode (kraamperiode) waarin we de vaders benaderen is een bijzondere periode en de aandacht zal in eerste instantie niet uitgaan naar het invullen van een vragenlijst. - Geen mogelijkheid gegeven om met ons contact op te nemen. We hebben echter wel een internetsite opgesteld waarop we uiteindelijk ons product Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
35
zullen plaatsen, maar niet een contactadres voor eventuele vragen aangegeven. Pas later hebben we hier wel een adres op aangegeven waar de vaders eventueel een reactie kunnen geven. Positieve punten om de respons te verhogen: - Voorafgaand contact met de verloskundige praktijken per mail of telefoon. - Begeleidende brief aan de verloskundige praktijken (zie bijlage 1). - Tussentijds telefonisch contact over het verloop en of er vragen waren. - Begeleidende brief voor de vaders (zie bijlage 1). - Retourenveloppen inclusief postzegel. - Kleine attentie voor de vaders. - Uiteindelijk bedankje voor de verloskundigen.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
36
6 Conclusie Essentieel voor het bepalen van de behoefte aan begeleiding blijkt het onderscheid tussen vaders die een eerste kind verwachten en vaders die al eerder een bevalling hebben meegemaakt. Vooral in de eerste fase van de zwangerschap ontbreekt het aanstaande vaders aan passende begeleiding. Het reguliere aanbod aan cursussen boeken en internetsites, waar deze vaders graag gebruik van maken, komt maar ten dele tegemoet aan deze behoefte. Hoewel aanstaande vaders zich actief voorbereiden via internet, boeken en cursussen blijken ze toch het meest tevreden over de informatie van familie, vrienden en de verloskundige. Informatie die gemist wordt in de voorbereiding betreft met name medische complicaties en de veranderingen bij de vrouw. Bij de eerste bevalling lijkt de aandacht van de vader zelfs meer in beslag genomen te worden door de onverwachte medische aspecten dan door het kind. Bij de bevalling van een volgend kind laat de vader zich daar minder door verrassen en heeft daardoor meer aandacht voor de baby en de moeder. Naast een intensivering van de regulier aangeboden informatie in de eerste fase van de zwangerschap, kan een specifiek op vaders gerichte cursus of een vaderspreekuur voor aanstaande vaders een waardevolle aanvulling zijn op de beschikbare informatie in boeken of internet. De verloskundige dient al vanaf het intakegesprek voldoende aandacht te besteden aan de voorbereiding op het vaderschap. Het moment van de eerste echo kan een sleutelrol vervullen voor de betrokkenheid van de vader bij moeder en kind. Het aanbieden van een specifieke cursus of een avondspreekuur kan daarbij ondersteunend zijn. Samenvattend kunnen we concluderen dat het aanstaande vaders met name in de eerste fase van de zwangerschap ontbreekt aan passende begeleiding. Informatie over de veranderingen zowel in het leven van de vrouw, als van de man, verdient aandacht evenals de voorbereiding op eventuele medische complicaties. De verloskundige is de aangewezen persoon om deze zorg te bieden en daar wellicht vormen voor te vinden die de aanstaande vader aanspreken. Dit betreft overigens met name de Nederlandse situatie. In België zal de gynaecoloog waarschijnlijk een grotere rol vervullen.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
37
7 Aanbevelingen Omdat er al een aantal projecten van start zijn gegaan zouden hiervan de ervaringen door de vaders bekeken kunnen worden. Verder zou het een verrijking zijn wanneer je, zoals verloskundige D. Borman (zie bijlage 3) aangeeft, een manier kunt vinden om ‘technisch’ met de vaders te communiceren en ook hun ervaringen te kennen met het oog op eventuele verbeteringen en ontwikkelpunten voor de praktijk. Hiermee bedoelen we dan niet alleen een technische benadering via een cursus als deze van Borman, maar ook door deze ‘technische’ benadering in andere cursussen of mannenavonden te integreren. Deze initiatieven zijn nog niet zo langgeleden gestart, dus verder onderzoek naar het effect van deze cursussen of benaderingen zou een mooie bijdrage leveren aan waar wij op uit zijn gekomen in de conclusie: een passende benadering zoeken voor het begeleiden van vaders. Daarnaast is een verdere evaluatie rond de rol en mogelijkheden van de verloskundige nodig. Bijvoorbeeld door dit bij de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) neer te leggen. Wat is er mogelijk en haalbaar met betrekking tot de begeleiding van vaders in de praktijk op grotere schaal?
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
38
8 Nawoord Wij hopen dat u met plezier ons afstudeerproject hebt gelezen en dat het een toevoegende waarde heeft gehad. Wij hebben met veel plezier aan dit project gewerkt en het was voor ons erg leerzaam. Door het werken aan ons afstudeerproject hebben wij op bepaalde zaken een andere kijk gekregen. Van te voren is niet goed in te schatten wat vaders denken wanneer zij tegenover ons zitten aan het bureau in de verloskundigen praktijk. Door bijvoorbeeld ons gesprek met meneer Borman en meneer Ragas hebben wij te horen gekregen hoe zij dit zelf hebben ervaren als partner van hun vrouw. In het geval van Borman ook zijn ervaringen als voorlichter meegenomen. Naast de uitkomsten uit de literatuur en onze persoonlijk verkregen resultaten, zorgde dit ervoor dat wij ons bewust zijn geworden van de mate waarin het gesprek met een verloskundige regelmatig naar de zwangere vrouw is gericht. Er wordt nog steeds veel aandacht besteed aan de zwangere vrouw. De man is in de afgelopen jaren wel steeds meer actief betrokken geraakt bij de zwangerschap en alles wat daarbij hoort. Hier ligt voor ons als komend verloskundigen dus de taak om ons meer te richten op de aanstaande vader en zijn behoeften. Met behulp van de uitkomsten verkregen uit de gesprekken, literatuur en uit onze vragenlijsten, hopen wij de aanstaande vader nu nog beter te kunnen voorzien in zijn behoeften en hierbij in te spelen op hetgeen wat voor hem belangrijk is op momenten dat hij informatie en begeleiding nodig heeft.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
39
9 Literatuurlijst Barclay, L.M., McDonald, P., & O'Loughlin, J.A. (1994). Sexuality and pregnancy. An interview study. Australian and New Zealand Journal of Obstetric Gynecologic, 34 (1), 1-7. Barclay, L., & Lupton, D. (1999). The experiences of new fatherhood: a sociocultural analysis. Journal of Advanced Nursing, 29 (4), 1013-1020. Bomans, S. (2005). Voor- en naweeën van het vaderschap: Wat zijn de verwachtingen van toekomstige vaders omtrent prenatale begeleiding? Tijdschrift voor vroedvrouwen, 11 (5), 245-249. Buist, A., Morse, C.A., & Durkin, S. (2002). Men’s Adjustment to Fatherhood: Implications for obstetric health care. Journal of Obstetric, Gynecologic & Neonatal Nursing, 32 (3), 172-180. Chapman, L.L. (1992). Expectant fathers’ roles during labor and birth. Journal of Obstetric, Gynecologic & Neonatal Nursing Clinical studies, 21 (2), 114-120. Condon, J.T., Boyce, P., & Corkindale, C. J. (2004). The First-time fathers study: A prospective study of the mental health and wellbeing of men during the transition to parenthood. Australian and New Zealand Journal of Psychiatry, 38, 56-64. Diamond, M.J. (1986). Becoming a father: A psychoanalytic perspective on the forgotten parent. The psychanalytic review, 73, 445-468. Draper, J. (2002). ‘It’s the First scientific evidence’: men’s experience of pregnancy confirmation. Journal of Advanced Nursing, 39 (6), 563-570. Draper, J. (2003). Men’s passage to fatherhood: an analysis of the contemporary relevance of transition theory. Nursing Inquiry, 10 (1), 66-78. Finnbogadottir, H., Crang Svalenius, E., & Persson, E.K. (2003). Expectant firsttime fathers’ experiences of pregnancy. Midwifery, 19, 96-105. Greenhalgh, R., Slade, P., & Spiby, H. (2000). Fathers' coping style, antenatal preparation, and experiences of labor and the postpartum. Birth, 27 (3), 177-84. Hallgren, A., Kihlgren, M., Forslin, L., & Norberg, A. (1999). Swedish fathers’ involvement in and experiences of childbirth preparation and childbirth. Midwifery, (15), 6-15. Nolan, M., Catling, J., & Smith, J. (2011b). At home in early labour: what fathers do and how they feel-Part 1. The Practising Midwife, 14 (9), 25-29. Smith, N. (1999). Antenatal classes and the transition to fatherhood: A study of some fathers’ views. Midwifery Digest, 9 (3), 327-330.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
40
Somers-Smith, M.J. (1999). A place for the partner? Expectations and experiences of support during childbirth. Midwifery, 15, 101-108. Van Hoof, R.M., & Jacquemyn, Y. (2005). Seksualiteit bij de man en vrouw tijdens de zwangerschap. Tijdschrift voor Vroedvrouwen, 11 (3), 125-128. Van Kelst, L. (2007). Zwangerschap, arbeid, bevalling en de vader een literatuuroverzicht. Tijdschrift voor vroedvrouwen, 13 (3), 128-132. Vehvilainen-Julkunen, K., & Liukkonen, A. (1998). Fathers’ experiences of childbirth. Midwifery, 14, 10-17.
Onuitgegeven cursusnota Uytterhoeven, D. (2009-2010). Psychologie. Onuitgegeven cursus voor het tweede jaar voor de opleiding Vroedkunde, Katholieke Hogeschool Kempen, departement Gezondheidszorg Turnhout.
Boeken Heineman, M.J., Evers, J.L.H., Massuger, L.F.A.G., & Steegers, E.A.P. (2007). Obstetrie en gynaecologie: de voortplanting van de mens. Maarsen: Elsevier gezondheidszorg. Hill, T. (2004). Vader worden: Wat je allemaal kunt verwachten (J. Vangansbeke, vertaler). Aartselaar: Zuidnederlandse Uitgeverij N.V. (origineel werk gepubliceerd in 1993). Kluun, A. (2004). Help ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt. Amsterdam: Uitgeverij Podium. Mallmann, H.W. (1997). Ik word vader: alles wat jonge vaders moeten weten over zwangerschap en geboorte (H. Geurink, vertaler). Aartselaar: Zuidnederlandse Uitgeverij N.V. (origineel werk gepubliceerd in 1992) Nijhuis, J.G. (2005). Prenatale zorg. Maarsen: Elsevier gezondheidszorg. Prins, M., Van Roosmalen, J., Scherjon, S., & Smit, Y. (2009). Praktische verloskunde. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Ragas, B. (2011). Maar je krijgt er wel heel veel voor terug. Utrecht: A.W. Bruna Uitgevers B.V. Stern, D.N., Bruschweiler-Stern, N., & Freeland, A. (1999). The Birth Of A Mother: How The Motherhood Experience Changes You Forever (M. Vastbinder, vertaler). Utrecht: Uitgeverij Het Spectrum B.V. (origineel werk gepubliceerd in 1998). Vansina, B. (2007). Mee zwanger: Vaders zwangerschap Info-, doe – en dagboek. Antwerpen: Garant Uitgevers N.V. Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
41
Niet-periodiek werk samengesteld uit afzonderlijke bijdragen van auteurs De Hoog, S., Harthoorn, H., & Servage, R. (2011). Uit de praktijk. In A. Jansen (Red.), Vaders 2.0: Opvoedingsondersteuning voor vaders van nu (p. 37-40). Den Bosch: Franssen & Van Iersel BV.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
42
10 Bijlagen
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
43
Bijlage 1: Uitleg over ons afstudeerproject en de schriftelijke vragenlijst, welke verstuurd is naar de verloskundigen. Tevens bijgevoegd, de brief aan de vaders.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
44
Beste verloskundigen! Hartelijk bedankt dat jullie willen meewerken aan ons afstudeerproject. Hierna vind je meer informatie over ons project en de bijhorende vragenlijst. Korte weergave van het onderwerp: Vaders buiten spel? Voorlichting en begeleiding voor (aanstaande) vaders De huidige maatschappij verwacht van vaders dat ze steeds meer betrokken zijn bij de zwangerschap. Hoe wordt dit ervaren door de vader? Aan welke informatie heeft hij behoefte en in welke mate? Is er behoefte aan meer begeleiding en hoe kunnen wij als verloskundigen in deze behoefte voorzien? We hebben ons dit academiejaar in deze materie verdiept door het uitvoeren van een literatuurstudie. Dit geeft ons inzicht in de wetenschappelijke kennis hieromtrent. Een schriftelijke vragenlijst kan hieraan echter nog veel bijdragen. Het uiteindelijke doel is de uitkomsten van ons onderzoek in de praktijk als verloskundigen in de begeleiding te integreren. Wanneer de vragenlijst uitdelen? Tijdens de kraamvisites. Wij willen jullie vragen om de vragenlijsten tussen 2 april en 18 april uit te delen. Graag zouden wij de vragenlijsten vóór 25 april terug ontvangen van de vaders. Deze korte deadline is nodig om de gegevens nog te kunnen verwerken. Bovendien proberen we hiermee jullie als praktijk zo kort mogelijk te belasten. Verdere informatie: We hebben de vragenlijsten in enveloppen gedaan met adres en postzegel. Dit maakt het voor jullie en voor de vaders het makkelijkst. In verband met de anonimiteit hebben we in de begeleidende brief voor de vaders een website vermeld waar ze de resultaten kunnen vinden vanaf 12 juli 2012. Wanneer wij het project hebben afgerond eind juni, zullen wij een digitale versie aan jullie toesturen. Bijlagen: - Brief met informatie en uitleg voor de vader - Vragenlijst - Felicitatie kaartje voor de vader Wij hopen dat het voor jullie duidelijk is zo, anders horen wij dit natuurlijk graag! Vriendelijke groeten,
Marieke Geluk & Priscilla Moti Opleiding bachelor vroedkunde – KH Kempen – Campus Turnhout
Je kunt ons bereiken via: Marieke Geluk xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxx Marieke Geluk en Priscilla Moti
Priscilla Moti xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx xxxxxxxxxxx Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
45
Beste Vader!
Gefeliciteerd! Hartelijk dank dat je mee wilt werken aan ons afstudeerproject rondom vaders... Wij zijn Marieke en Priscilla, laatstejaars studenten verloskunde aan de KHK te Turnhout. Voor ons afstudeerproject willen wij graag weten hoe jij persoonlijk als vader de zwangerschap hebt ervaren. Was je voldoende voorbereid op de zwangerschap en bevalling? Kreeg je deze informatie van de verloskundige, uit boeken, via internet en dergelijke? Heb je iets gemist aan de informatie en begeleiding die aangeboden wordt of te verkrijgen is? In verband met de verwerking, zouden we de vragenlijsten wel graag uiterlijk 25 april retour krijgen. Bij de vragenlijst zit een envelop met adres en postzegel. Je hoeft de vragenlijst dus enkel te posten. Privacy: Omdat we anonimiteit van de bevraging zeer belangrijk vinden vragen we niet naar persoonlijke gegevens. We gebruiken de vragenlijsten alleen voor ons afstudeerproject en zullen de ingevulde vragenlijsten verder niet verspreiden. Resultaten: Vanaf 12 juli 2012 kun je de resultaten bekijken via: www.sil.dds.nl/vaders Invullen vragenlijst: Het invullen van de vragenlijst zal ongeveer 10 minuten in beslag nemen. Hartelijk dank!
Marieke Geluk & Priscilla Moti
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
46
Bijlage 2: De vragenlijst zelf, zoals de vaders deze van de verloskundigen hebben ontvangen.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
Marieke Geluk en Priscilla Moti
47
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
Marieke Geluk en Priscilla Moti
48
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
Marieke Geluk en Priscilla Moti
49
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
Marieke Geluk en Priscilla Moti
50
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
51
Bijlage 3: Verslag van het gesprek (persoonlijk gesprek, 23 december 2011) met verloskundige D. Borman.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
52
Verloskundige, voorlichter van de ‘vadercursus’ en vader! David Borman (persoonlijk gesprek, 23 december 2011) is een researchverloskundige in het Universitair Ziekenhuis Utrecht, geeft tevens les aan verloskundigen en is daarnaast oprichter en voorlichter van een cursus alleen voor vaders. In de beginfase van ons afstudeerproject hebben wij een kort gesprekje met meneer Borman gehad. Vanuit hier konden wij ons een beter beeld vormen van hoe een aanstaande vader het contact met de verloskundige ervaart en welke vragen en onduidelijkheden zich voordoen in de praktijk. Deze uitkomsten hebben we meegenomen in het maken van onze vragenlijst en de verdere afwerking van ons afstudeerproject. Sinds 2009 geeft Borman trainingen aan aanstaande vaders. Nadat hij in 2008 zelf vader is geworden merkte hij de andere kant van het vader worden en wilde hier verder mee aan de slag. Met de vaardigheden, kwaliteiten en ervaringen als verloskundige en vader die hij aan aanstaande vaders wilde bijbrengen, heeft hij een cursus ontwikkeld genaamd: ‘Aanpakken voor Aanstaande Vaders’. De cursus bestaat uit twee avonden en is enkel toegankelijk voor de aanstaande vaders. Hierin geeft Borman uitleg, advies en tips ten aanzien van de zwangerschap en bevalling. Hij maakt hierbij veel gebruik van cijfers en schema’s: daar houden mannen van, volgens hem. Wat Borman opvalt is dat er vooral vragen zijn rondom het onderwerp seksualiteit en dan met name na de bevalling. Bijvoorbeeld wat ze kunnen verwachten na een ruptuur. Ook blijken veel mannen angst te hebben dat de verloskundige te laat komt en dat ze zelf de klus moeten klaren. Met de cursus worden de mannen voorbereid op wat ze dan te doen staat of juist achterwege moeten laten. Een video die wat abstract is, zonder al te bloederige beelden, helpt hierbij. Verder kunnen mannen oefenen op een fantoom. Borman gaf aan dat veel vrouwen op hun man wachten tot deze van de cursus terug komt. Bijvoorbeeld wachten ze met naar bed gaan (normaal zouden ze al zijn gaan slapen), wanneer hun man naar de cursus is. Ze vragen dan naar wat er besproken is gedurende de cursus. Dit is goed, want zo kunnen ze het met elkaar hebben over de dingen die besproken zijn tijdens de cursus en op deze manier op elkaar inspelen. Borman is van mening dat verloskundigen vaders meer kunnen betrekken bij de zwangerschap. Verloskundigen moeten niet onderschatten wat voor invloed mannen hebben op keuzes wat betreft plaats van bevalling, pijnstilling en borstvoeding. Mannen zullen in het algemeen de voors en tegens naast elkaar zetten en rationeel tot een besluit komen, vrouwen kiezen eerder voor dat wat goed voelt. Het is dan goed om te weten hoe verschillend mannen en vrouwen tot keuzes komen. In de eerste plaats door de vader niet alleen als ‘partner van’ te zien maar als volwaardig deel van het zwangere stel. Uit onderzoek blijkt dat mannen vertrouwen in de verloskundige krijgen als deze hen ruimte geeft voor vragen en ‘onbelangrijke’ vragen serieus neemt. Vaak vinden mannen het taalgebruik van de verloskundige te ‘soft’. Het mag wat technischer. De verloskundige kan mannen leren hoe ze hun vrouw kunnen helpen. Mannen erbij betrekken, ‘aan het werk zetten’ zoals: het hoofd van hun partner ondersteunen. Verder uitleg geven over hoe ze het beste hun vrouw kunnen Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
53
steunen, globaal vertellen hoe de bevalling zal verlopen en wat ze kunnen verwachten met betrekking tot pijn, weeën, duur, gedrag etc. Uit onderzoek is gebleken dat mannen zich na een goed verlopen bevalling meer betrokken voelen bij de opvoeding van hun kind. Zij voelen zich meer betrokken bij hun vrouw. Ook is een bevalling een uitgelezen moment voor de relatie om zich te verdiepen, ook op seksueel vlak. Tevens geeft Borman aan dat door het feit dat mannen zich meer betrokken voelen er minder sprake is van teleurstellingen. Na de cursus te hebben gedaan zijn deze (aanstaande) vaders beter voorbereid op onder andere de bevalling en zaken die daarbij komen kijken. Vaders worden vaak genegeerd vertelt meneer Borman verder. Bijvoorbeeld doordat de verloskundige schuin naar de moeder gedraaid zit. Het antwoord van haar wordt dan ook stilzwijgend gezien als het antwoord voor de man. Spreek de man aan bij de naam, niet: ‘nou mag papa’ of ‘nou mag vader even dit of dat doen’. Dus investeren in de vader tijdens de zwangerschap is niet gek als verloskundige! Het geheel is een proces van voor, tijdens en na de bevalling. Goede samenwerking onderling tussen de zwangere vrouw en partner is belangrijk. Het maakt hun relatie ook beter en sterker uiteindelijk. Ons gesprek met Borman, heeft ons een verduidelijking gegeven van hoe vaders volgens hem het contact met de verloskundige ervaren. Wij hebben duidelijke uitleg gehad over de cursus die hij geeft. Zeer leerzaam. Wij hopen als komend verloskundigen, middels deze verkregen informatie, beter in te kunnen spelen op de wensen van de aanstaande vader. Tip: www.ikvader.nl
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
54
Bijlage 4: Verslag van het gesprek (persoonlijk gesprek, 28 maart 2012) met B. Ragas.
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012
Vaders buiten spel?
55
Zanger, acteur, presentator, schrijver en vader! Bastiaan Ragas, een bijzondere man die een boek heeft geschreven genaamd: ‘Maar je krijgt er wel heel veel voor terug’. Samen met onder andere zijn vrouw Tooske Ragas, treedt hij regelmatig op in theaters met zijn voorstelling: ‘Help ik heb mijn vrouw zwanger gemaakt’. Recent hebben wij een voorstelling van hem bezocht. Voorafgaand aan deze voorstelling hebben wij een kort gesprek (persoonlijk gesprek, 28 maart 2012). met meneer Ragas gehad. Dit zijn wij overeengekomen via zijn management. Een korte samenvatting van ons gesprek: Ragas geeft aan dat hij het boek heeft geschreven omdat hij zelf het idee had dat gedachten en gevoelens van de man niet bekend waren bij de verloskundige. Zijn boek heeft hij geschreven op een zelf relativerende toon geeft hij aan. Dat er in tijdschriften en boeken veel voor vrouwen geschreven is, is hem opgevallen maar hier heeft hij zich niet aan gestoord. Hij geeft aan dat hij de meest gewenste informatie van vrienden en zijn broers kreeg en in mindere mate van de verloskundige. Volgens hem is het zo dat jonge vrouwen een zwangerschap anders ervaren dan jonge mannen, de partners van de vrouwen. Ragas geeft aan dat zijn vrouw heel anders is ingesteld dan hij zelf. Het is belangrijk dat deze waarheden naast elkaar kunnen bestaan. “Mannen zijn een soort van bijzaak”, ervaart hij naar eigen zeggen. De meest storende zender in de gehele zwangerschap vindt hij de verloskundige. Hij stoort zich eraan dat zij hem het gevoel geeft alles te weten. Tevens geeft hij aan dat hij het ervaart alsof de man op de vierde plaats komt te staan. De meeste stress zit voor hem voornamelijk rond de bevalling. Dit is spannend en vooral bij de geboorte van het eerste kind weet je niet goed hoe dit verloopt en wat je te wachten staat. Bij de vierde ging het er voor zijn gevoel anders aan toe, omdat hij toen al meerdere keren aanwezig was geweest bij een bevalling. Verhouding tot zijn vrouw? Hij geeft aan dat hij de gehele zwangerschap ervaart alsof hij in de Gotthardtunnel zit. Het is er koud en hij is moe. Er lijkt geen einde aan te komen. De tip die hij ons als komend verloskundigen wil meegeven is: ‘Vooral de man bij het gehele proces betrekken, dit is erg van belang in hoe hij het ervaart’. Of zoals hij het zelf zegt in zijn boek: ‘Verandering is prachtig, magnifiek en geweldig, maar de transitiefase was iets gemakkelijker geweest als ik eerder had geweten wat mij te wachten stond’ (Ragas 2011, p. 10).
Marieke Geluk en Priscilla Moti
Academiejaar 2011-2012