TGL 1_2011 Binnenwerk_Opmaak 1 12/10/11 09:30 Pagina 35
Vrouwen, armoede en geluk Ria van Nistelrooij
Omgaan en werken met mensen die langdurig in armoede leven, vraagt om voortdurende bescheidenheid ten aanzien van je eigen inzichten. Je eigen referentiekader blijft een valkuil, waarmee je de werkelijkheid zoals die mensen haar ervaren moeilijk kunt inschatten. Ria van Nistelrooij en Marja Wittenbols, maatschappelijk activeringswerkers die optrekken met vrouwen en kinderen in armoede, bekijken brieven van twee van die vrouwen, Eva en Anna.
Marja Wittenbols
Marja: Hoe praten vrouwen die in armoede leven over geluk? Als ze er met mij in een eerste contact over praten, zeggen ze vaak dat ze geen geld nodig hebben om gelukkig te zijn. Ze hebben gelikte, ideologische verhalen dat geluk in kleine dingen zit en dat rijke mensen vaak heel ongelukkig zijn. De last en de zorgen van rijkdom is niet iets waar ze naar verlangen. Ze zeggen dat ze tevreden zijn met hun situatie. Ria: Dat klopt, maar later, als je meer hun vertrouwen hebt, hoor je andere verhalen, vaak heel schrijnend. Bijvoorbeeld Eva. Ze schreef me onlangs een indrukwekkend betoog. Ze is 49 jaar. Haar kinderen, die ze als bijstandsmoeder alleen heeft opgevoed, zijn inmiddels de deur uit. Eva: “Mijn economische situatie heeft invloed op mijn gevoel van gelukkig zijn. Maar dat ik een geluksgevoel kan ervaren,
35
Economie en geluk
TGL 1_2011 Binnenwerk_Opmaak 1 12/10/11 09:30 Pagina 36
q
heeft niet zozeer iets te maken met mijn economische situatie. Zoals ze dat zo mooi Een geluksgevoel kan door verkunnen zeggen: schillende ervaringen worden veroorzaakt. Je kind dat lief voor je mist de aansluiting. je is, de armen om je heen slaat, je een compliment geeft of een taak uit zichzelf doet; zichzelf ontplooit en een mens met eigenheid is/wordt. Je droom eindelijk kunnen gaan waarmaken, zoals het volgen van een opleiding. Een mooie zonsop- of ondergang. Uit onverwachte hoek iets ontvangen waaraan je net behoefte hebt. Iets kunnen betekenen voor een ander, waardoor bij de ander weer de glimlach op het gezicht verschijnt of de glans in iemands ogen terugkomt. Proberen om vanuit begrip en niet vanuit (voor)oordeel mensen tegemoet te treden en zo tot verrassende ontmoetingen te komen. Al deze zaken kunnen mij een gevoel van geluk geven.”
Marja: Dat bedoel ik. Terwijl je het leest, weet je dat het maar een deel is van het verhaal. Zo gemakkelijk kan het niet zijn. Ria: Dat weet Eva ook en toch zal ze het op deze manier verwoorden, tegenover een onbekende. Dit is het verhaal van een sterke vrouw, die zich weet te handhaven in een moeilijke situatie: gewoon gelukkig zijn met kleine dingen. Maar haar verhaal ging verder. Eva: “In de Nederlandse maatschappij wordt een bepaalde levensstandaard verwacht. Je hebt werk, je rijdt een auto, gaat minimaal één maal per jaar op vakantie, koopt op gezette tijden nieuwe dingen, kleding, interieur, etcetra. Kunst en cultuur staan hoog in het vaandel. Kortom een bepaald bestedingspatroon en de daarmee samenhangende sociale aansluiting worden als normaal beschouwd.
36 TGL
TGL 1_2011 Binnenwerk_Opmaak 1 12/10/11 09:30 Pagina 37
In de praktijk ziet dat er als volgt uit. In mijn situatie heb ik te maken met schuldhulpverlening, voedselbank, laag bestedingspatroon, weinig familiebanden en een zekere vorm van isolement. Wat gebeurt er als ik in een omgeving kom waarin die zaken niet spelen, zoals bijvoorbeeld in een baan? Van mij wordt verwacht dat ik mee kan praten over benzineprijzen, Ikea-winkels, de laatste musicals, de uitverkoop, de nieuwste I-Phone, de mode, de vakantie in de zomer én in de winter, belastingaangiftes en dergelijke meer. Zaken die bij de meeste mensen vanzelfsprekend zijn. Daar zit je dan, al jaren te overleven in een wereld die zo veraf staat van de belevingswereld van zoveel anderen. Zoals ze dat zo mooi kunnen zeggen: je mist de aansluiting. Dat voelt de ander en dat voel je zelf. Je staat buiten de ‘groep’. De veiligheid opzoeken van je eigen kleine wereld is dan een overlevingsvorm die je gaat ontwikkelen. Je kunt je dan héél ongelukkig voelen. Gisteren maakte ik nog zoiets mee. Zoals je weet, volg ik de opleiding ‘grafisch vormgeven’. In de les ‘tekenen’ kregen we de opdracht om degene die tegenover je zat te schetsen. Degene die mij moest tekenen gebruikte te veel erg donkere schaduw. De docent zei dat de tekening dan een erg sombere uitstraling kreeg. Hij legde uit (op een wat denigrerende toon) dat hij ooit de opdracht had gekregen om ‘een vrouw, hoe heet dat ook alweer, oh ja, zo’n bijstandsmoedertje te tekenen’. De tekening werd achteraf niet gebruikt, omdat hij ‘de trieste uitdrukking op haar gezicht wel erg goed had weergegeven’. De docent kent mijn situatie niet, maar deze opmerking deed me heel veel en maakte me verdrietig van binnen. Mijn economische situatie heeft in zo’n geval invloed op mijn gevoel van gelukkig zijn. Dan denk ik: ‘Kom op, even slikken, deze opmerking is voor mij niet leuk. Hij kent mijn situatie niet en hoort zelf niet eens op welke toon hij dit uitspreekt. Het is duidelijk hoe hij over deze mensen denkt en wederom weet je dat ‘jouw soort mensen’ als tweede - of zelfs wel als derderangs burgers gezien worden. Probeer niet in je schulp te kruipen,
37
Economie en geluk
TGL 1_2011 Binnenwerk_Opmaak 1 12/10/11 09:30 Pagina 38
maar te doen waarvoor je hier bent.’ Toch duurt het wel even voordat deze opmerking uit mijn hoofd is.”
Ria: Eva zet je toch weer aan het denken. Geluk zit dus in iets anders. Het zit ook in hoe je denkt dat anderen naar je kijken, welk oordeel ze vellen. Misschien klopt dat vermoeden niet met het werkelijke oordeel van die ander, maar je gedraagt je naar het vermoede oordeel. Dat kan in verschillende vormen. Sommige vrouwen maken zich zo onzichtbaar mogelijk, zodat het oordeel aan hen voorbij zal gaan. Dat betekent je zoveel mogelijk aanpassen aan heersende normen, of zo weinig mogelijk gezien worden. Marja: Ja, we zien moeders die ondanks hun klein budget toch zorgen dat hun kinderen modieus voor de dag komen, opdat die geen kwetsende opmerkingen zouden krijgen. Anderen doen aan zo min mogelijk zaken mee, om maar niet in een vernederende situatie te komen. De kinderen niet laten sporten, omdat je nú misschien wel geld hebt om de contributie te betalen, maar niet weet of je dat over een half jaar ook hebt. En wat als de voetbalschoenen te klein zijn en vervangen moeten worden? Dan maar niet sporten. Ria: Dat zijn overlevingstechnieken die we vaak zien. Anna heeft me daar mooie voorbeelden van gegeven. Zij heeft ervaring als vrouw in armoede. Vaak zat ze in de bijstand en soms werkte ze. Zij kan heel precies zeggen wat de armoede met haar deed. Ze schreef me het volgende: Anna: “Geld draagt wél bij tot geluk. Ik heb gemerkt dat, als ik humeurig was, het vaak te maken had met het niet rond kunnen komen. Lees een Margriet of Libelle, er staat maar weinig in dat wij ook kunnen doen, arrangementen, make-up, beauty salons, boeken, enzovoort. Als ik dat lees, kan ik daar echt een
38 TGL
TGL 1_2011 Binnenwerk_Opmaak 1 12/10/11 09:30 Pagina 39
deprimerend gevoel van krijgen. Dat is niet voor mij, maar voor al die andere. Zelfs een abonnement kunnen wij ons niet veroorloven. Ik heb een hele oude leesmap, met Pasen lees ik over de kerstmaaltijd, ik lach er maar om. Dat gevoel kan mij ook besluipen wanneer ik in de stad loop. Iedereen koopt maar wat hij mooi vindt, zit lekker op een terrasje achter een kop koffie en een gebakje. Dan kan ik mij echt te min voelen. Maar ben ik samen met een van de kinderen, dan heb ik zoveel afleiding dat negatieve gevoelens geen kans krijgen, of het moet zijn dat ik voor de zoveelste keer nee moet zeggen, terwijl ik ze het zo gun. Maar krijgen ze een keer wél iets, dan zijn ze zo dankbaar, dat ik blij ben dat ik dit heb kunnen doen. Ik voel me dan zo gelukkig met mijn kinderen. Ik heb ze vaak gevraagd of ze hun jeugd niet vervelend vonden met zo weinig geld, maar niet één (van de zes) heeft dat als erg ervaren. Ze noemen alleen de gezellige dingen op, wat allemaal wél kon en mocht.Ik durf met heel mijn hart te zeggen dat ik een gelukkig mens ben, ondanks dat ik ook deze maand niet weet hoe ik rond moet komen.”
Ria: Het typische aan het verhaal van Anna is de eerlijke kijk op haar gevoelens en haar relativerende humor. Dat zie ik vaak. Marja: Wij komen natuurlijk vooral vrouwen tegen die armoede aan de kaak willen stellen. Ze zijn vaak actief in de armoedebeweging en dat kunnen ze alleen maar omdat ze boven hun eigen situatie kunnen uitkijken. Zij zijn al zo ver dat ze weten dat zij een van de velen zijn. Daarvóór hebben ze meestal in een sterk sociaal isolement geleefd, dachten ze dat zij de enige waren. Mensen in armoede zijn vaak zo beschaamd dat ze er alles aan doen om niet als arme gezien te worden. Dat is goed, tot het contraproductief wordt. Als niemand weet dat je arm bent, bereikt informatie om je vooruit te helpen je vaak niet. Wie geeft jou de juiste folders of wijst je op voorzieningen? Het is een dilem-
39
Economie en geluk
TGL 1_2011 Binnenwerk_Opmaak 1 12/10/11 09:30 Pagina 40
q
ma: jezelf laten zien als arme of juist niet? De vrouwen die wél De Chinese helpt de durven uitkomen voor hun situMarokkaanse, atie, ontdekken dat armoede die vervolgens weer haar een wezenlijk onderdeel is van deze samenleving. Gelukkig zijn Nederlandse buurvrouw er nu vaker programma’s op tv helpt. met levensverhalen van mensen die door pure pech en samenloop van omstandigheden in de armoede komen. Het wordt niet meer altijd als een persoonlijk falen neergezet. Dat geeft hoop op mildere oordelen van de samenleving. Ria: De mensen die wij activeren, zijn zover dat ze de samenleving en de politiek willen informeren over de ‘geleefde werkelijkheid’ van armoede, zoals wij dat noemen. Dat doen ze niet om persoonlijk geholpen te worden. Ze willen laten zien dat armoede in deze rijke samenleving een onrecht is waartegen ze zich verzetten, uit solidariteit met andere armen. Ik vind dat heel bijzonder. Ze gunnen anderen, ondanks hun eigen dagelijkse strijd, geluk. Marja: Ondanks, of dankzij? Ik zie veel solidariteit in arme wijken. De armoede die men bij elkaar herkent, slecht grenzen in etniciteit. De Chinese helpt de Marokkaanse, die vervolgens weer haar Nederlandse buurvrouw helpt. Pakketten van de voedselbank worden met de buren gedeeld, niet omdat ze te groot zijn of omdat iets niet lekker is, maar omdat ze in hun buren hun eigen situatie herkennen en het leven voor elkaar lichter willen maken. Dat kom ik in andere wijken niet in die vorm tegen. Daar wordt wel gedeeld, maar vanuit overvloed en overschot. Dat is een andere intentie. Ria: Armoede en geluk sluiten elkaar blijkbaar niet uit, maar het ligt aan het niveau waarop je ervaringen bekijkt.
40 TGL
TGL 1_2011 Binnenwerk_Opmaak 1 12/10/11 09:30 Pagina 41
Mensen kunnen hun leven beschouwen op persoonlijk niveau en heel gelukkig worden van goede zaken in de privékring. Ze noemen vooral hun verhouding met het onwetende en meer welgestelde deel van de samenleving als oorzaak van ‘niet-geluk’, het zich buitengesloten voelen. Het gevoel zich anders te moeten voordoen geeft ongemak. Voor ons is het eenvoudig te zeggen dat we mensen moeten ‘empoweren’ om van dat gevoel af te komen, maar als we de verhalen van Anna en Eva goed horen, zien we dat zelfs deze sterke vrouwen dat gevoel kennen. Marja: Ik zie mensen die besloten hebben nu eenmaal ongelukkig te zijn door hun armoede en daar hun leven en houding op inrichten. Hoewel geluk ook hún wel eens ten deel valt. We zien dat sommige ervaringsdeskundigen, die al een aantal jaren actief zijn in de anti-armoedebeweging, verbitterd en cynisch raken en de strijdvaardigheid van de eerste jaren verliezen. Het put je uit, altijd weer de zware kant van je eigen leven als illustratie van je strijd te benoemen. Ik zie ook mensen die, ondanks allerlei tegenslagen, vol blijven houden – tegenover zichzelf en de buitenwereld – dat ze gelukkig zijn. Ik herken daarin twee overlevingsstrategieën die beide zo hun voordeel hebben. Wie ongeluk verwacht, is niet zo teleurgesteld als het ook werkelijk komt. Wie zichzelf gelukkig heeft verklaard, ziet ongeluk als een incident. Het is vervelend, maar niet fataal. Na regen komt immers zonneschijn. Eva schreef daar treffend over: Eva: “Je loopt een achterstand op, omdat de maatschappelijke ontwikkeling heel snel gaat. Je mist zogezegd de trein en tegen de tijd dat je met je fiets op de plaats van bestemming bent, is het station onherkenbaar verbouwd. Je loopt steeds achter de feiten aan. Dat maakt je machteloos en met vlagen ongelukkig. Hoe graag je ook wilt en hoe hard je ook loopt, het lukt net niet.
41
Economie en geluk
TGL 1_2011 Binnenwerk_Opmaak 1 12/10/11 09:30 Pagina 42
Daar sta je dan op een koud en tochtig perron. Wat nu? Je wensen bijstellen en tenslotte alles reduceren tot één wens. Wat is dan echt belangrijk en wat blijft er uiteindelijk over? Die vragen zijn snel beantwoord en dan geniet je van de kleine dingen om je heen en leer je het leven opnieuw te waarderen. Misschien moeten we met zijn allen daar naartoe. Naar de gewone alledaagse zonnetjes die er zijn. Dan zijn we spiegeltjes, waarin de warmte van de zon terugkaatst op de almaar kouder wordende maatschappij, waarin we elkaar toch nodig hebben.”
Marja: Toch geeft het me een onrustig gevoel. Ik bewonder mensen als het hun lukt zich gelukkig te voelen in moeilijke omstandigheden. Maar we weten dat armoede geluk in de weg staat. Het beperkt mensen in hun ontplooiingsmogelijkheden en berooft velen van een positief zelfbeeld. Ze kunnen hun geluk alleen definiëren door te kijken naar een beperkt deel van het leven en door zich vooral te vergelijken met mensen die het nog slechter hebben, en dat is maar een heel klein deel van de bevolking. Hun overlevingskracht mag geen excuus zijn voor de samenleving om akkoord te gaan met het bestaan van armoede. Ria: In het bestrijden van armoede stuit je wel op een flink obstakel: de gevoelde afstand tussen ‘arm’ en ‘rijk’. Ik schrik wel eens van de kloof die mensen in armoede voelen tot de rest van de samenleving. Velen maken een indeling van ‘armen’ en ‘rijken’, alsof iedereen die niet van heel weinig geld moet leven, meteen rijk is. Het lijkt dan of er alleen mensen zijn die zich niets en anderen die zich alles kunnen veroorloven. Je leest dat zelfs in de stukken van Eva en Anna. Maar ook omgekeerd: mensen die het goed hebben, hebben vaak een karikaturaal beeld van hoe mensen in armoede leven, alsof dat de hele dag door doffe ellende is. Door die valse beelden bestaat een bijna onoverbrugbare afstand tussen die twee werelden. t
42 TGL