fokkerij in bedrijf Van Olst Horses
Gek op een goed paard praktijk
Van Olst Horses timmert al een hele poos serieus aan de weg. Het bedrijf steunt op drie pijlers: de hengstenhouderij, de opfok van talentvolle, jonge paarden en de sportstal waar de paarden worden getraind en opgeleid van zadelmak tot Grand Prix-niveau, voor de verkoop. Sperma en sportpaarden gaan over de hele wereld. Olympisch goud-winnaar Valegro bracht zijn jeugd door in het Brabantse Den Hout alvorens Gertjan van Olst hem verkocht aan Carl Hester. Valegro’s vader Negro heeft er nog prominent een stal. tekst: gemma jansen • beeld: Dirk Caremans
I In 1994 vestigden Gertjan en Anne zich in Den Hout, waar ze hun bedrijf runnen. Gertjan: “Ik heb een prachtig beroep, het is even boeiend als grillig.”
12
IDS4 • 9 maart 2013
n 1994 vestigden Gertjan en Anne zich in Den Hout, maar de loopbaan van Gertjan als hengstenhouder begon al veel eerder. Als springruiter annex stalmedewerker bij Henk Nooren verhuisde Gertjan eind jaren zeventig mee van het noorden naar het zuiden. Toen Henk vervolgens nog zuidelijker, naar Limburg ging, bleef Gertjan in Brabant. Hij huurde in 1983 een stal in Teteringen, De Meerberg, dezelfde waar nu Frenk Jespers zijn domicilie heeft. De voormalige eigenaar van deze stal runde er destijds een kleine manege, maar had ook twee hengsten ter dekking staan; Rogier en Omega. Hij vroeg aan Gertjan of hij deze hengsten wilde overnemen en dit was de start van de hengstenhouderij. Vervolgens kocht Gertjan een jaar later een boerderij met stallen voor zichzelf in Raamsdonk en oefende daar ruim tien jaar zijn bedrijf uit, waarbij zijn loopbaan als ruiter steeds minder belangrijk werd en hij zich steeds meer ging toeleggen op de hengstenhouderij en het scouten van talentvolle sportpaarden. “Ik verzamelde een paar goede hengsten om me heen, waaronder Animo en Calypso. Om het bedrijf uit te kunnen breiden, heb ik
wel een paar keer mijn beste hengst verkocht, om er vervolgens achter te komen dat zoiets tactisch gezien geen slimme zet was. Het leverde weliswaar geld op om het bedrijf uit te bouwen, maar het gat wat dergelijke hengsten achterlieten op het bedrijf was nog veel groter en maar slecht op te vullen. Dat heb ik in die beginperiode behoorlijk onderschat.”
Uitbreiding In 1989 kwam Gertjan tijdens de hengstenkeuring in Denemarken Anne tegen. “Iemand met net zoveel passie voor paarden en paardensport als ikzelf. Een jaar eerder had ze al meegereden op de OS in Seoel. In 1990 zijn we getrouwd. Al snel bleek Raamsdonk, met zijn rijbaan van 22 bij 11 meter, te klein voor de olympische ambities van Anne. Zij was een enthousiaste dressuuramazone en zo ben ik van lieverlee van de springpaarden bij de dressuurpaarden terecht gekomen. Maar mijn hart ligt ook nog steeds bij het springen. Ik zat tijdens de OS in Londen op de tribune toen Big Star sprong, daar kreeg ik kippenvel van. Ik zie ook
praktijk
Stalruiter Severo Jurado Lopez met de KWPNgoedgekeurde Lord Leatherdale onder de olympische Going for Gold-banner. Gertjan: “Zo’n olympische medaille geeft een enorme boost, voldoening en erkenning.”
fokkerij in bedrijf KWPN-goedgekeurde of erkende hengsten Van Olst Stables:
praktijk
Animo Andiamo Action Breaker Bustique Chapter Leatherdale Chippendale Diëgo Dynamo Everdale Krunch de Brêve Lord Leatherdale Negro preferent
nu nog in Zwolle Patijn als 2,5-jarige voor de jury staan, die vond ik geweldig. Of het nu een dressuur-, spring- of tuigpaard is, eigenlijk ben ik gewoon gek op een goed paard!” “Toen we in Den Hout gingen wonen, stond er een woonhuis en een stal met vijfentwintig boxen, op ruim drie hectare. Al vrij snel hebben we de binnenrijbaan gerealiseerd, daarvoor lag bij de vorige eigenaar de vergunning al klaar. Deze rijhal is in 2008 geheel gerenoveerd en geïsoleerd, zodat Anne en onze medewerkers ‘s zomers en ’s winters de paarden onder dezelfde omstandigheden kunnen trainen. Buiten werd eveneens een goede rijbaan neergelegd. Daarna is de hengstenstal gebouwd, met een hekwerk er omheen. Het geheel is een EU-gecertificeerde quarantainestal en een laboratorium voor het winnen en verwerken van het vers- en diepvriessperma van de hengsten. De quarantaine-eisen worden steeds strenger en brengen veel kosten met zich mee, maar wij zijn op de toekomst voorbereid en kunnen eventueel uitbreiden met een extra rijhal, aansluitend op de quarantainestal. Om onze hengstenhouderij zo breed mogelijk te houden, vinden wij dat onze goede hengsten ook beschikbaar moeten zijn voor het buitenland.”
Hele verantwoordelijkheid De ruim drie hectare land die van oorsprong bij het bedrijf hoorde, bleek al snel te weinig. “Omdat we op termijn alle opfok graag aan huis wilden hebben, is bij dit bedrijf steeds geprobeerd de hoeveelheid weiland te vergroten. Tijdens de OS in Sydney heb ik buiten medeweten van Anne tien hectare weiland gekocht van een stoppende buurman. Normaal overleg ik zoiets, maar ik moest snel beslissen en dacht, als ze weet dat er zoiets speelt, dan rijdt ze van de zenuwen in Links: Anne en Netto, waarmee ze de harten van het publiek stal op de KWPN Hengstenkeuring. De Negro-zoon is aangewezen voor het KWPN-verrichtingsonderzoek. Rechts: Anne van Olst heeft samen met stalruiters Stephanie de Frel en Severo Jurado Lopez zo’n 35 paarden onder het zadel.
14
IDS4 • 9 maart 2013
Sydney met Any How de verkeerde kant op. Pas toen ze thuiskwam, zei ik: ‘ik moet je wat vertellen…’. We hebben op het terrein ook nog een grote graspiste liggen. In deze piste zetten we soms een parcours op of leggen een dressuurring uit. Tevens laten we er tijdens de hengstenshow onze paarden zien en vinden er de nakomelingenkeuringen plaats. Als we de weg oversteken, rijden we zo het bos in en op 200 meter afstand ligt een twee kilometer lange galoppeerbaan op zand langs het kanaal. We hebben hier twaalf vaste medewerkers: twee mensen voor de hengstenhouderij, drie mensen op kantoor, drie vaste grooms, drie ruiters en een man die het terrein en de stallen bijhoudt. Om iedereen het hele jaar door aan het werk te kunnen houden, is continuïteit heel belangrijk. Dat voelt altijd als een hele verantwoordelijkheid. Om het risico te spreiden, leunt daarom ons bedrijf op drie pijlers: de hengstenhouderij, de opfok en de sportstal/handel. Voor wat betreft het eerste: in het dekseizoen staan hier heel veel merries om geïnsemineerd te worden. Alle kennis om een merrie drachtig te krijgen is op dit bedrijf voorhanden. Verder doen wij in een bepaalde straal rond het bedrijf aan huis KI en verzenden we sperma voor binnen- en buitenland. Voor wat betreft de opfok houd ik ieder jaar zo’n vijftig hengstveulens en wat merrieveulens aan, 95% hiervan komt van onze eigen hengsten en klanten. Natuurlijk is het grootste deel van de klanten niet gebonden aan een hengstenhouder, maar ik heb ook een groep vaste klanten om me heen. Dit zijn fokkers die graag ieder jaar een veulentje fokken, maar ook graag verkopen als zo’n veulen vier of vijf maanden oud is. Het gaat hierbij om ongeveer 200 merries. Met deze fokkers heb ik behoorlijk veel contact en probeer een soort win-winsituatie te
Echt vak
Dronten Als vijftienjarige werd ik lid van de Deltaruiters en mocht meerijden in het achttal. Hierin reed ik met onder meer Willemien Blanken, Herman van der Scheer, Klaas Selles en Mense Toering. Toentertijd reed ik met hetzelfde paard ’s morgens Z-dressuur en ’s middags Z-springen op hetzelfde concours, zoiets is nu eigenlijk ondenkbaar. Ik wist al vrij vroeg dat ik ‘in de paarden wilde’, maar mijn ouders wilden heel graag dat ik een ‘echt vak’ leerde. Daarom ben ik na het behalen van mijn Havo-diploma naar de hogere landbouwschool in Dronten gegaan. Na anderhalf jaar Dronten had ik het wel gezien en begon ik bij Henk Nooren. Dit jaar ben ik dertig jaar hengstenhouder en heb nooit serieus een andere loopbaan overwogen. Mijn moeder maakte zich destijds best zorgen over mij en vroeg bij al mijn paardenplannen regelmatig: ‘zou je dat nu wel doen?’.” Maar ik dacht, ‘als ik het probeer en het lukt niet, dan heb ik het in ieder geval geprobeerd en hoef ik mijzelf later geen verwijten te maken’.” Leven in een achtbaan Ik heb een prachtig beroep, het is even boeiend als grillig. ‘s Avonds denk je dat je alles voor elkaar hebt en de volgende ochtend kan alles anders zijn. Geluk en pech liggen in de paardenwereld dicht bij elkaar. Het is een soort leven in een achtbaan, met hoogte- en dieptepunten. Het minder kwetsbaar zijn, is ook de reden geweest om dit bedrijf zo breed mogelijk op te bouwen. Ik hoop dat we voor de toekomst jonge mensen om ons heen kunnen verzamelen, die onze ideeën verder gestalte kunnen geven. Ook moet je altijd blijven dromen en mijn volgende droom is, dat Anne en Severo in 2018 op de OS in Rio de Janeiro mee rijden, in het zadel van onze eigen hengsten.”
Links: Een van de drie pijlers van Van Olst Horses is de opfok. Ieder jaar worden er zo’n vijftig hengstveulens en wat merrieveulens aangehouden, waarvan 95% van eigen hengsten en klanten komt.
praktijk
Eigenlijk begon de carrière van Gertjan als hengstenhouder al in 1970, toen hij pas elf jaar was: “Als jonge jongen was ik al helemaal gek van pony’s en paarden. Best bijzonder want mijn ouders hadden er helemaal niets mee, maar stimuleerden mij wel in mijn hobby. Mijn eerste ponyrijlessen kreeg ik op manege De Ruiter in mijn woonplaats Kampen, bij de vader van Bert en Benny de Ruiter. Mijn vader ging ook regelmatig met mij mee naar evenementen. Een daarvan was de Hengstenkeuring van de Welshpony’s in 1970. Daar liep toen een vijfjarige hengst, die afgekeurd werd. Ik vond het een geweldige pony en kreeg mijn vader zo gek dat hij mij twaalfhonderd gulden leende en ik kocht die hengst. Het was een kruising tussen Welsh en Arabisch bloed en datzelfde jaar heb ik hem voorgesteld bij het Arabisch stamboek, waar hij werd goedgekeurd. Deze hengst verhuurde ik en in ruil daarvoor kreeg ik in het eerste jaar een 2,5-jarige pony van de huurder. Deze maakte ik zelf zadelmak, leidde hem verder op, ging er mee op wedstrijd en verkocht hem als zesjarige.
creëren. Ik denk met de fokkers mee over hengstenkeuze en neem de veulens af. Mede om deze reden ben ik ook extra secuur als het gaat om welke hengsten ik inzet voor de fokkerij. Ik ken de merries en weet in grote lijnen zo’n beetje wat ik ervan kan verwachten. Zo ben ik er vanaf het begin helemaal bij betrokken.” Gertjan ruilt in overleg met de merriehouder een fokmerrie in voor een andere om zo beter uitgangsmateriaal te krijgen. “Ik neem graag de tijd om mensen van advies te voorzien. De meeste fokkers staan hiervoor ook open. Ik probeer altijd zo eerlijk mogelijk te zijn, dat is op de lange termijn altijd beter. Ook heb ik alle respect voor hobbyfokkers, maar je kunt nu eenmaal geen spectaculaire dingen verwachten van matige merries. Toevalstreffers bestaan niet echt, succes is eigenlijk altijd te herleiden. Zo komt Valegro uit een topmerrie, een mooie en sterke, iets klassieke merrie, die op haar beurt uit een stam komt waar je veel goede dingen uit kunt halen. Bij hengsten is de verervingskracht, welke eigenschappen waar vandaan komen, eveneens terug te vinden. Ik zou geen fokhengst kunnen noemen, die domineert per toeval. Zo komt Negro uit een stam van zeer sterke bewegers. Vader Ferro is nog bij de meeste fokkers bekend, maar zijn moedersvader, Variant, had zelf een geweldige mechaniek in het lopen en daarachter zit nog Gondelier. De laatste leverde machtige paarden met goede ruggen en een geweldige instelling.” “Zelf heb ik ook een aantal fokmerries, dat is voor mij echt een liefhebberij. Maar eigenlijk is dit bedrijf geen handige plaats voor fokkerij. Hier gebeurt eigenlijk teveel en dan doel ik ook op de aanloop van mensen en paarden. Als je fokkerij in grote getale wilt bedrijven, is quarantaine belangrijk. Eigenlijk zouden de merries op een apart bedrijf moeten staan, waar alleen één keer per jaar de veulentjes worden opgehaald voor de opfok en voor de rest geen ‘vreemde’ paarden komen. In 2011 hebben we bij een aantal van onze
Rechts: Het EUgecertificeerde dekstation bestaat onder meer uit een quarantainestal en een laboratorium voor het winnen en verwerken van het vers- en diepvriessperma van de hengsten. Gertjan: “Alle kennis om een merrie drachtig te krijgen, is op dit bedrijf voorhanden.”
“Toevalstreffers bestaan niet, succes is altijd te herleiden.”
IDS4 • 9 maart 2013
15
fokkerij in bedrijf goede merries ET toegepast, dit experiment lijkt goed gelukt. In 2012 kregen we hieruit knappe veulens, maar de eerste echte resultaten daarvan zien we pas in 2015.”
Meerwaarde
praktijk
“Er is een enorm potentieel aan klanten in de verschillende delen van de wereld.”
Een gegeven van de laatste tijd is dat de markt sterk verandert; alleen de betere paarden hebben meerwaarde. Gertjan: “Kwaliteit van de paarden is de belangrijkste voorwaarde om tijd en energie te stoppen in de ontwikkeling ervan. Selectie wordt voor ons bedrijf dus steeds belangrijker. Ik hou de kwaliteit van de veulens vanaf het moment dat ze bij ons afgeleverd worden, op de leeftijd van vier of vijf maanden, scherp in de gaten. Ik zie ze bewegen in de binnenbak of als ze naar buiten gaan en ik zie hoe ze zich ontwikkelen. Als ze me tegenvallen, neem ik ongeacht de kosten afscheid, de eerste pijn is de kortste pijn. Heel soms krijgt een veulen met hele goede afstamming nog het voordeel van de twijfel, maar vergissen doe ik mij eigenlijk zelden. Mijn oog voor een jong paard heeft zich in al die jaren natuurlijk wel kunnen ontwikkelen. Ik denk dat het mijn sterkste punt is en mijn belangrijkste bijdrage aan dit bedrijf. Ik kan redelijk snel beoordelen of een veulen of jong paard de potentie heeft om een hele goede te worden. In mijn vakgebied moet ik daar ook wel goed in zijn, want als ik te laat zou zijn met het ontdekken van talent, dan kan ik niet meer aan zo’n paard komen en is hij al voor mijn neus weggekocht door mensen met veel meer geld. Je moet wel een beetje op jezelf vertrouwen, als ik iets van mijn gading zie, dan ga ik ervoor en stoor me niet aan wat andere mensen zeggen. Animo zag ik op stal staan en hij sprak me meteen aan. Lord Leatherdale zag ik voor het eerst dribbelen bij het rondstappen tijdens de tweede bezichtiging van de KWPN Hengstenkeuring en ik dacht meteen: ‘die moet ik hebben’. Bij Negro werd ik al door zijn papier gepakt, ik was gek van Ferro, Variant en Gondelier. En Negro was nog een zwarte ook. Hij is nog steeds, samen met Animo,
Bedrijf in het kort • .Terreingrootte is 18.5 hectare: opstal en weiland • Woonhuis Gertjan en Anne van Olst • EU-gecertificeerde quarantainestal met 12 boxen en laboratorium • Appartementen voor personeel en stagiaires • Kantoor • Binnenrijbaan 20 bij 60m, eb- en vloedbodem • Buitenrijbaan 20 bij 60m, eb- en vloedbodem • Graspiste 100 bij 70m • Longeercirkel 15m doorsnee met eb- en vloedbodem • Drie stapmolens • Verschillende paddocks • In totaal 150 vaste paardenboxen, ‘s zomers eventueel uitbreiding met 150 tijdelijke boxen • Kleine binnenbaan, 23 bij 15m, eb- en vloedbodem, waarin paarden bekeken, vrijspringen, gelongeerd of zadelmak gemaakt worden • Een ‘straatje’ om de paarden op het harde te kunnen bekijken • Twaalf vaste medewerkers
16
IDS4 • 9 maart 2013
mijn favoriet. Het is overigens bijzonder opvallend, dat deze twee grootheden veel gelijkenissen hebben. De beide paarden zijn van nature vechters, ze hebben een super balans, sterke ruggen, goede mechaniek en een topinstelling. Beide hebben ons veel goeds gebracht. Met als hoogtepunten, het optreden van Animo op de OS Barcelona in 1992 en natuurlijk de gouden medaille van Valegro in Londen vorig jaar. Een olympische medaille is voor een beetje sportmens het hoogste haalbare. Dat succes is niet te koop of in geld uit te drukken. Het geeft een enorme boost, voldoening en erkenning. Betere reclame is er niet, natuurlijk hadden wij door dat Valegro een goed paard was, maar verkopen is voor ons van levensbelang om ons bedrijf draaiende te houden. De derde pijler onder dit bedrijf is namelijk onze belangrijkste inkomstenbron; het verkopen van goed gereden paarden uit onze eigen opfok, op verschillende leeftijden en niveaus, van goed zadelmak tot Grand Prix-klaar. Het is onze belangrijkste doelstelling om te gaan voor het hoogst haalbare en vooraan te staan in fokkerij en sport. We willen met de goede mensen om ons heen steeds vooruit komen. Dat lijkt ambitieus, maar voor ons is er geen andere keuze om wereldwijd mee te blijven doen.”
De toekomst Gertjan ziet de toekomst rooskleurig in. “Want naast een veranderende markt is er ook een explosief groeiende markt, een enorm potentieel aan klanten in de verschillende delen van de wereld. Ook in landen die van oorsprong geen paardenlanden zijn, is inmiddels de paardensport ontdekt. Ik denk dat er over een jaar of drie een fors tekort is aan goede sportpaarden. Gezonde en fijn te rijden, kant-en-klare paarden, waar mensen zo kunnen opstappen en mee weg rijden. Dat
Geen kantoorbaan De van oorsprong Deense Anne kan bogen op een enorme staat aan rijervaring. Vijf keer deed zij al mee op de Olympische Spelen met als hoogtepunt de bronzen teammedaille in Hong Kong 2008. Zij is op stal verantwoordelijk voor het management en het begeleiden van de sportpaarden en hun ruiters. Zelf rijdt ze ook nog bijzonder fanatiek: “Ik train zes of zeven paarden per dag. Ze worden voor mij klaargezet door een vaste verzorgster. Ook onze andere twee, vaste ruiters, Stephanie de Frel en Severo Jurado Lopez hebben een vaste groom voor hun paarden. Mijn paarden zijn doorgaans al verder afgericht en vragen veel tijd. Die neem ik dan ook voor ze. Ik doe heel veel stapwerk, dat vind ik belangrijk. Twee dagen achter elkaar doe ik best veel werk met ze en dan de derde dag weer minder. Ik probeer nooit elke dag hetzelfde met ze te doen, maar afwisseling in hun training te houden. Meestal rijd ik ze vijf keer in de week, worden ze één keer gelongeerd en hebben ze één dag vrij. Voor het overige gaan ze in de trainingsmolen of in de paddock of in de wei. Daarnaast help ik iedere dag Stephanie en Severo. We rijden de hele dag samen en dan geef ik tussendoor aanwijzingen. Het kost veel tijd, maar het is ontzettend leuk om te werken met zulke getalenteerde mensen en paarden. Ik geef ook nog wel andere mensen rijles, maar ben dat de laatste jaren vanwege gebrek aan tijd wel minder gaan doen. We hebben momenteel zo’n vijfendertig paarden met ons drieën onder het zadel, ook jonge paarden die om de dag en niet al te lang getraind worden, maar het zijn er toch best veel. Momenteel zijn we ook druk met het opbouwen van de paarden richting een aantal belangrijke wedstrijden, dat moet natuurlijk goed gebeuren. Werken op dit bedrijf is niet te vergelijken met een kantoorbaan, want het betekent vroeg beginnen en lang doorgaan. Intensief ermee bezig zijn en er is altijd wat. Aan de andere kant is dit ook onze passie, we genieten van de paarden en de sport en raken er nooit over uitgepraat.”
•
Gertjan met de preferente Negro. “Ik werd destijds al door zijn papier gepakt; ik was gek van Ferro, Variant en Gondelier. En Negro was nog een zwarte ook. Hij is nog steeds, samen met Animo, mijn favoriet.”
praktijk
moeten dan wel paarden zijn, die een makkelijke en natuurlijk manier van bewegen in huis hebben met de juiste scherpte en niet aflatende ‘go’. Karakter en instelling, dus het interieur, wordt wel steeds belangrijker, vooral voor de amateurmarkt. Een hele opdrachtenlijst, maar wij weten dondersgoed wat er speelt. Hierin is een rol weggelegd voor het stamboek. Tussen hengstenhouders en hengstenkeuringscommissie is er al een steeds betere communicatie over bijvoorbeeld het fokdoel, de keuringen en het verrichtingsonderzoek. Deze lijn moet doorgetrokken worden naar de fokkers. Ook bij deze groep moet het fokdoel duidelijk zijn en daarbij is communicatie het sleutelwoord. Lezingen, fokkersclubs, dat zijn allemaal middelen die kunnen bijdragen tot het doel. Fokkerij wordt steeds interessanter en uitdagender, omdat onze rijpaarden steeds beter worden, komen we steeds dichter bij het ultieme einddoel. Er worden zelfs al ‘tienen’ uitgedeeld op de grote internationale concoursen. Dit is een teken dat het niveau blijft stijgen. Mijn devies voor de fokker is: houdt het uiteindelijke doel voor ogen, sta open voor nieuwe ontwikkelingen, verbeter op punten en blijf de kwaliteit koesteren!”
Van ons allemaal “Ik denk dat we met zijn allen enorm veel plezier gaan krijgen van het nieuwe KWPN-centrum. Het ligt centraal in het land en heeft veel uitstraling, ook naar het buitenland toe. Als ik in de buurt ben, rij ik expres om, om de nieuwbouw te bekijken: het wordt prachtig! Het had natuurlijk al eerder gebouwd kunnen worden, maar beter laat dan nooit. We moeten ons niet blindstaren op landen als Frankrijk en Duitsland, waar gelijke projecten met staatssteun opgezet zijn. Het KWPNcentrum in Ermelo wordt zelfstandig, door en voor fokkers gerealiseerd en geeft echt het gevoel dat het KWPN van ons allemaal is!”
IDS4 • 9 maart 2013
17