Gebruikershandleiding Installatiegids
Warmtepomp NeoRé 12/2014 Alle rechten voorbehouden
SNEL INSTELLEN Beschrijving van de bediening
OLED-scherm
Temp. Out. water temp. dhw !
B 1
NeoRé
35.0 °C 48.0 °C S
20%
2
Druktoetsen
Basisinstellingen: Gebruik de druktoetsen onder het touchscherm om de basisinstellingen van de warmtepomp aan te passen. De symbolen voor de instellingen:
- Samenvatting - hoofdscherm. Dit menu toont de basisstatus en de basisinstellingen.
- Overzicht waarden - dit menu toont een overzicht van de temperaturen en voorwaarden
- SWW-instellingen voor sanitair warm water
- Instellingen - systeeminstellingen
- Gebouw - instellingen
- Fouten - overzicht van foutmeldingen
Er kan door de waarden en de menu-onderdelen bewogen worden met de pijltoetsen. Druk om een waarde te selecteren en . Bevestig een gewijzigde waarde met een druk op "enter". Annuleer een gewijzigde waarde die te wijzigen op "enter" zonder te bewaren door te drukken op "c".
Winterfunctie met SWW pictogram en op AAN. Stel in de SWW-instellingen de vereiste Zet op het hoofdscherm temperatuur voor SWW en het uitstel om het SWW el. te vullen in: voor 200 l 40 min, 300 l 60 min, 400 l 90 min. Equithermcurve (stooklijn) in menu vooraf instellen voor radiator T- bij -20°C tot 50°C, T- bij -8°C tot 45°C, Tbij +5°C tot 40°C, T- bij +15°C tot 35°C, voor vloerverwarming T- bij -20°C tot 40°C, T- bij -8°C tot 35°C, T- bij +5°C tot 30°C, T- bij +15°C tot 25°C. Nadat u de equithermcurve (stooklijn) hebt ingesteld, kunt u de equithermcurve aanpassen aan de werkelijke vereisten. Winterfunctie zonder SWW Zet op het hoofdscherm pictogram zoals bij "Winterfunctie met SWW".
op AAN en
op UIT. Stel de equithermcurve (stooklijn) vooraf in, net
In verwarmde ruimtes is het te koud of te warm. Als de kamertemperatuur bijvoorbeeld 2 graden hoger is dan gevraagd, geef dan de automatische correctie in voor de equithermcurve in menu als -3°C. Als het verschil in kamertemperatuur bijvoorbeeld ongeveer 1°C lager ligt dan gevraagd, geef dan als correctie + 2°C in, enzovoort. De maximale correctie is +/- 3°C voor een. Opgelet: veranderingen treden pas na een zekere tijd in werking. Houd er voor vloerverwarming rekening mee dat er een vertraging optreedt in de verandering van de temperatuur in de kamers die 3 tot 6 u. kan bedragen. 2
Inhoud SNEL INSTELLEN BELANGRIJKE WAARSCHUWING 1. HET PRODUCT 2. TOEPASSING 3. PRODUCTBESCHRIJVING 4. VEILIGHEID 5. BELANGRIJKE TECHNISCHE INFORMATIE 6. WERKINGSPRINCIPE 7. INSTALLATIE 8. KOELCIRCUIT AANSLUITEN 9. WARMTEPOMP EERSTE MAAL OPSTARTEN 10. MANUELE REGELING 11. ONDERHOUD 12. INSTALLATIE 13. ONDERHOUDSINFORMATIE
pagina 2 pagina 4 pagina 4 pagina 3 pagina 4 pagina 5 pagina 6 pagina 7 pagina 7 pagina 8 pagina 9 pagina 10 pagina 18 pagina 20 pagina 32
3
Beste klant, Bedankt voor uw aankoop van een Neore-warmtepomp. Wij zijn ervan overtuigd dat u tevreden zult zijn met dit toestel dat warmtecomfort in uw woning zal brengen. Deze pomp is een complex toestel. Daarom vragen wij u deze handleiding aandachtig door te nemen. De handleiding zal u volledig vertrouwd maken met het gebruik, de plaatsing en de opbouw van het product. U vindt er ook andere belangrijke informatie in. BELANGRIJKE WAARSCHUWING De warmtepomp Neore is ontworpen voor verlaagde elektriciteitsnormen voor warmtepompen of voor een convectorverwarmingsnorm. Er moet toelating verkregen worden van een bevoegde verdeler voordat aangesloten mag worden op het net. Alleen erkende firma's mogen de installatie, de aansluiting en het onderhoud verrichten. Het garantiecertificaat is niet geldig zonder toelating.
i
1. HET PRODUCT De Neore-pomp is een splittype. Binnenunit Neoré IU TX 15 Neoré Buitenunit AOY* 18, 30, 36, 45, 54 Sensor buitentemp. Handleiding Garantiecertificaat
i
2.TOEPASSING
De Neore-warmtepompen zijn ontworpen voor de verwarming van huizen en kleine fabrieksgebouwen. Dit product moet aangesloten worden op een verwarmingssysteem dat werkt met lage temperaturen zoals vloerverwarming, muur- of plafondverwarming. Aansluiten op muurconvectoren is mogelijk, maar de maximumtemperatuur voor het geproduceerde warm water bedraagt 50°C. De efficiëntie ligt op deze temperatuur echter lager. Voor deze toepassing moet het vermogen worden berekend bij een ingaande watertemperatuur van 45-50°C en moet het resultaat worden vergeleken met het thermische verlies van de ruimte. De warmtepomp kan gebruikt worden als een bron van koelwater.. 3. PRODUCTBESCHRIJVING Basisonderdelen : - Buitenunit. Deze unit is gemaakt uit een stalen plaat die een roestwerende behandeling door middel van poederlak ondergaan heeft. De kern van deze unit bestaat uit een tweetraps invertorcompressor, een innovatie op het vlak van warmtepompen waardoor de betrouwbaarheid en de lange levensduur gegarandeerd zijn. De unit bevat ook een vergasser met roestwerende behandeling en een levensduur van meer dan 30 jaar, ventilatoren met variabele snelheden, een elektronisch expansieventiel en regel- en meetonderdelen. . - Binnencondensatieunit. Het belangrijkste deel van deze unit is een warmtewisselaar op basis van koelmiddel. Een ander belangrijk onderdeel is de TECO-regelaar met geavanceerde software die de werking van de pomp aanstuurt en de temperatuur in het gebouw controleert. De regelaar zorgt voor een cascaderegeling van de warmtepomp met dubbele aanvoer. Het toestel kan ook op een pc aangesloten worden zodat u de warmtepomp gemakkelijk en efficiënt kunt bedienen via een webinterface. De unit bevat ook onderdelen voor de bescherming en meet- en regelonderdelen.
4
4. VEILIGHEID De warmtepomp is een elektrisch toestel dat werkt op een spanning van 400V! Dit product mag uitsluitend door een erkende elektricien worden geïnstalleerd en onderhouden. Gebruik in geval van brand geen brandblussers op basis van water of schuim. Gebruik alleen poeder- of kooldioxideblussers! Wanneer er zich een lek voordoet in het koelmiddelcircuit schakelt u de stroomonderbreker van de buitenunit uit. Het koelmiddel R410A is niet ontvlambaar, niet ontplofbaar en niet giftig. Probeer in geen geval het lek zelf te stoppen aangezien de temperatuur van het koelmiddel erg laag is (tot -50°C). Wanneer er zich een lek binnenskamers voordoet, zorg dan voor voldoende ventilatie. Wanneer iemand koelmiddel of verbrandingsgassen inademt, brengt u deze persoon naar een goed geventileerde ruimte of de buitenlucht en belt u het noodnummer. Wanneer de huid in contact komt met vloeibaar koelmiddel, droog die plek dan onmiddellijk af en houd ze warm (bv. met een deken). Als er koelmiddel in de ogen komt, spoel dan overvloedig met water en bel het noodnummer. In geval van brand koppelt u het toestel los van het stroomnet en blust u de brand met een kooldioxideblusser. Wanneer er zich een lek voordoet in het warmwatercircuit, schakelt u alle stroomonderbrekers van de binnenunit uit en neemt u contact op met de onderhoudsfirma die op het label vermeld wordt. Gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen voor de huid en de ogen (handschoenen, bril) wanneer u werkt aan de koelleidingen. Steek nooit uw handen of andere voorwerpen in de ventilator van de buitenunit, u zou zich ernstig kunnen verwonden! Stel uzelf nooit langdurig bloot aan een luchtstroom uit de buitenunit, u zou onderkoeld kunnen raken! Volg steeds de richtlijnen zoals bepaald in normen:EN 378-4:2008, art. 6.5 Alle onderdelen van het koeltoestel, zoals het koelmiddel, de olie, de filter, de dehydrator, isolatiemateriaal moeten worden teruggewonnen, gerecycleerd en/of op ecologische wijze weggegooid in verband met onderhoud, herstelling of weggooien. EN 378-4:2008 art. 6.2 Gebruikte koelmiddelen die niet voor hergebruik bedoeld zijn, moeten op een veilige manier weggegooid worden. Deze producten mogen niet in het milieu terechtkomen. EN 378-4:2008 Toebehoren. Gebruikte olie uit het koeltoestel die niet geregenereerd kan worden, moet opgeslagen worden in een geschikt vat en moet behandeld worden als materiaal dat veilig met worden weggegooid. EN 378-4:2008 art. 6.5 Alle onderdelen van het koeltoestel die het koelmiddel of de olie bevatten moeten op een gepaste wijze weggegooid worden EN 378-4:2008 art. 6.6 Alle handelingen voor het terugwinnen en voor het hergebruik van het koelmiddel en de bron ervan moeten genoteerd worden in het logboek van het koeltoestel (zie EN 378-2).
VOORWAARDEN VOOR OPSLAG EN TRANSPORT Buitenunit AOY* 36, 45, 54, WOYA 100, WOYK....., WOYG..... Stofvrije, niet-agressieve omgeving Temperatuur -10 tot +45°C Maximale vochtigheid 90% De buitenunit moet verticaal worden opgeslagen en getransporteerd in de originele verpakking. Vermijd schade aan de fragiele onderdelen (wisselaar)! Binnenunit Neore IU TX 15 Stofvrije, niet-agressieve omgeving Temperatuur +5 tot +45°C Maximale vochtigheid 70%
5
Naam van de serie
Vermogen +7°C / +35°C vloerverwarming
Voeding
Vermogen +2°C / +35°C vloerverwarming
Voeding
Vermogen -7°C / +35°C vloerverwarming
Voeding
Vermogen
Voeding
Vermogen
Voeding
Bivalente bron
Vermogen
Spanning buitenunit Elektrische stroom Geluid binnenunit Afmetingen binnenunit
roestvrij staal - gesoldeerd
Condensatiewisselaar
DC - variabele snelheid
Ventilatormotor Geluid buitenunit Afmetingen buitenunit Gewicht buitenunit
Koelmiddel Koelmiddel gewicht
Vloeistof Aansluitleidingen
Lengte Lengte (zonder vulling)
Hoogteverschil Bedrijfsbereik DC-omvormer (variabele snelheid) Koelcircuit - regeling Drukverlies verwarmingswater
Elektronische expansieklep (binnenunit)
Max. hoogte waterkolom Max. bedrijfsdruk Al-Cu verticaal
Vergasser Luchtstroom Ontdooien Verwarmingscircuit aansluiten
met warm gas door terugkeerklep 6
6. WERKINGSPRINCIPE Een warmtepomp is een toestel dat lage-temperatuurenergie haalt uit een bepaalde bron en die omzet in een hoger temperatuurniveau. Een lucht-waterwarmtepomp gebruikt warmte uit de omringende lucht. De kern is een hoogwaardige compressor die het koelmiddel comprimeert en doet uitzetten in een hermetisch circuit, waarbij handig gebruik wordt gemaakt van de eigenschappen van het koelmiddel. Wij gebruiken het ecologische koelmiddel R410. De buitenunit wint warmte uit de buitenlucht en geeft ze af aan het verwarmingswater. Dit procedé gebruikt eigenschappen van een gesloten koelcircuit.
7. INSTALLATIE Het toestel moet geïnstalleerd worden door een erkende onderneming, zo niet kan het toestel beschadigd raken of kan iemand zich verwonden. De binnenunit moet aan een muur worden bevestigd. Er moet vrije toegang zijn tot de regel- en beschermdelen (zie de onderstaande afbeelding). De buitenunit moet met schroeven bevestigd worden aan het onderstel dat door de fabrikant wordt geleverd. Het onderstel is vereist om de wisselaar behoorlijk te kunnen ontdooien. Het onderstel wordt bij voorkeur bevestigd in een betonnen ondergrond die voldoende groot is zodat de unit niet omvalt. Er moet vrije luchtcirculatie zijn en er moet toegang zijn voor het onderhoud (zie onderstaande afbeelding). Opgelet: het geluid van de buitenunit kan storend zijn voor de omgeving; dit kan vermeden worden door de normen op te volgen.
100 mm
50 cm 65 cm
500 m
m
65 cm
min 30 cm
7
ONDERSTEL VOOR BUITENUNIT Het is aanbevolen de buitenunit te plaatsen op een betonnen onderstel. De ruimte tussen de blokken wordt opgevuld met grint. Zo kan ontdooide vloeistof diep genoeg doorlekken wat bevroren klompen voorkomt. Als de grond ondoordringbaar is, kunt u dat verhelpen door een afvoerbuis te gebruiken en de vloeistof over een grotere oppervlakte te verspreiden.
min. 300 mm
650 mm
180 mm
min. 450 mm
min. 450 mm
Betonnen blokken Grint
Afvoerbuizen
Stalen onderstel
min. 300 mm Grond
min. 600 mm
8. KOELCIRCUIT AANSLUITEN Alleen bevoegd onderhoudspersoneel mag het koelcircuit aansluiten.
OPGELET! Probeer het koelcircuit niet zelf aan te sluiten! U zou zichzelf ernstig kunnen verwonden. Het koelmiddel staat onder een druk van 4,5 MPa en de temperatuur gaat tot -50°C.
8
BIVALENTE BRON Neore-warmtepompen bevatten een ingebouwde elektrische wisselaar van 6 kW. De wisselaar compenseert vermogensverlies van de warmtepomp in extreme omstandigheden. Wanneer een externe bivalente wisselaar gebruikt wordt, is het noodzakelijk deze uit te rusten met alle veiligheidselementen (temperatuurbescherming, drukklep, elementbescherming). De toegevoegde bivalente bron wordt alleen passief door de warmtepomp geregeld. Bijgevolg moet deze zijn eigen regeling hebben zodat de warmwatertemperatuur niet overschreden wordt, bv. voor de vloerverwarming.
9. WARMTEPOMP EERSTE MAAL OPSTARTEN Er moet water in het circuit gebracht worden alvorens de warmtepomp op te starten. Bereik druk 1 - 1,5 bar volgens de waterkolom (0,1 bar per 1 meter). Vervolgens moet het circuit grondig ontlucht worden. Dit gebeurt door middel van de ontluchtingsschroef van de circuitpomp of op het bovenste stuk met schroefdraad op de bordwisselaar. Wanneer de circuitpomp aangeschakeld wordt, moet de platenwisselaar grondig ontlucht worden. Vervolgens zal er minder lawaai voortgebracht worden. De circuitpomp moet ten minste 10 minuten draaien voordat de compressor wordt aangeschakeld.
SWW EL. VERWARMING
BIVALENTE BRON
TECHNOLOGIE
BUITENUNIT
NOODSTOP bij lekkend koelmiddel
Na het vullen met water en het ontluchten moet de elektrische uitrusting worden gebruikt. Beschrijving van beschermingselementen voor de warmtepomp
Vergrendelingselementen warmtepomp
BIVALENTE BRON - bescherming van bivalente bron BUITENUNIT - bescherming van buitenunit TECHNOLOGIE - bescherming van technologie (regelaar, 3-wegklep, circ. pomp.....) SWW EL. VERWARMING - bescherming van SWW EL. VERWARMING
9
10. MANUELE REGELING Beschrijving van de bediening
OLED-scherm
Temp. Out. water temp. dhw !
B 1
NeoRé
35.0 °C 48.0 °C S
20%
2
Druktoetsen
Basisfuncties: Gebruik de druktoetsen onder het touchscherm om de basisinstellingen van de warmtepomp aan te passen. De symbolen voor de instellingen: - Samenvatting - hoofdscherm. Dit menu toont de basisstatus en de basisinstellingen.
- Overzicht waarden - dit menu toont een overzicht van de temperaturen en voorwaarden
- SWW-instellingen voor sanitair warm water
- Instellingen - systeeminstellingen
- Gebouw - instellingen
- Fouten - overzicht van foutmeldingen
Er kan door de waarden en de onderdelen uit de lijsten bewogen worden met de pijltoetsen. Om een waarde te wijzigen - druk op "enter" . Om een gewijzigde waarde te bevestigen: druk opnieuw op "enter". Annuleer een gewijzigde waarde zonder te bewaren - druk op "c".
10
Beschrijving van menu's - Samenvatting - hoofdscherm
Controle-iconen (met punt) Voor basisafstelling van de warmtepomp (AAN, UIT)
Temperatuur van uitgaand water, SWW (als in gebruik)
Logo product Logo toont bedieningsmodus (koeling verwarming)
NeoRé
Tepl. výst. vody TeplOTA TUV !
B 1
35.0 °C 48.0 °C S
20%
2
Vermogensaanduiding toont vereist vermogen en actieve warmtebron
Statuspictogrammen - status van basisbediening
- Beschrijving van pictogrammen Bedieningspictogrammen AAN / UIT koeling of verwarming (geen invloed op SWW)
AAN
UIT
AAN UIT SWW
AAN
UIT
AAN UIT WEMBAD
AAN
UIT
Statuspictogrammen SWW vullen (door warmtepomp) SWW vullen (door bivalent bron) B 1
2
Bivalente bron (1 - eerste fase, 2. - tweede fase, ̀ F - volledig bivalent zonder warmtepomp) Zwembadverwarming
!
Fout - warmtepomp uitgeschakeld S
20% S
Vermogenspictogram - toont vereist vermogen van regeling
bediening van de buitenunit
Hoge snelheid - bediening gestopt
NeoRé
Verwarmingsmodus
NeoRé
Koelmodus Beperkte temp. Circulatiepomp bediening (in pictogrammen activeren verwarming/koelen en warm water) 11
bediening van alternatieve bron
Beschrijving van menu's - DHW - sanitair warm water -SWW vullen AAN / UIT Schakelt het vullen van SWW in een tank aan. -SWW ontsmetten AAN / UIT Activeert ontsmetten (anti-legionella) in het reservoir SWW. Op vaste tijdstippen ( zat. 1:00 10:00 verwarmt de tank met alleen het elektrisch verwarmingspatroon tot de ingestelde temperatuur. -Controle snelheid voor SWW El. snelheden / manueel AAN Controle SWW facturatie van elektriciteitsleverancier. -SWW temp. °C Vereiste temperatuur SWW (aanbevolen temp. is 40-48°C) -SWW hysteresis °C Vereiste hysteresis (temperatuurverschil waarop SWW aan- en uitgeschakeld wordt). -SWW ontsmetting °C Vereiste temperatuur om SWW te ontsmetten (min. 60°C) -SWW el vulvertraging hh:mm Bepaalt de tijd, als in gebruik, om SWW in de warmtepomp te vullen. Na deze tijd wordt SWW-tank gevuld via elektrische weerstand terwijl de warmtepomp het gebouw verwarmt. -SWW tijdschema weekprogramma Weekprogramma voor SWW-vullen tijdens een moment per dag. - Gebouw - instellingen - Basisinstellingen menu Ga naar de basisinstellingen van het objectmenu. -Snelle correctie °C Vaste correctie verwarmingscurve. Gebruikt voor temperatuurveranderingen op korte termijn van de uitvoer verwarmingscurve. bv. Vakantiemodus. -Modus verwarming / koeling Schakel tussen de verwarmings- en koelmodus. -El. tarief tariefcontrole / manueel aan Bepaalt of een verwarming in het gebouw geblokkeerd is door hoge tarief van el. verdeler. -Object - vereiste temp °C Vereiste temperatuur in gebouw. Alleen gebruikt wanneer de interne temperatuursensor of kamerunit aangesloten en toegelaten is. Zo niet wordt de temperatuur in het gebouw geregeld door de verwarmingscurve. In koelmodus wordt de temperatuur gecontroleerd door deze waarde. -Gebruik objectsensor gebruik / gebruik niet Bepaalt of de interne sensor gebruikt wordt om de temperatuur in het gebouw te regelen. 12
Beschrijving van menu's - Gebouw - instellingen - IQ correctie co Als de functie Gebruik objectsensor op "Gebruik" is ingesteld – wordt de Equitherme afgiftetemperatuur licht gecorrigeerd door de IQ-correctiefuncties. Opmerking: Equitherme warmtecurve moet steeds correct ingesteld worden. IQ-correctie - beschrijving: IQ correctie = ((T gebouw - T gebouw vereist) * coëfficiënt IQ-correctie) -Equitherme warmtecurve (stooklijn) Equithermcurve bepaalt welke watertemperatuur nodig is voor verwarming, afhankelijk van de buitentemperatuur. De curve wordt voor elk huis afzonderlijk bepaald (omdat elk huis een ander warmteverlies heeft, een andere radiatoroppervlakte, enz.) zodat het gevraagde warmtecomfort in het huis in alle weersomstandigheden behouden blijft. De curve wordt bepaald door vier punten - voor vier verschillende buitentemperaturen worden vier verschillende temperaturen voor het verwarmingswater voor de radiatoren en vier verschillende temperaturen voor het verwarmingswater voor vloerverwarming bepaald (deze temperaturen liggen gewoonlijk lager dan die voor radiatoren). De warmtepomp NeoRé gebruikt twee hulpmiddelen om de verwarmingscurve gemakkelijk aan te passen: 1. Automatische correctie - voert een vereiste verandering uit voor de temperatuur van het verwarmingswater in de warmtecurve zonder andere berekeningen. 2. IQ Equitherm - Als de functie Gebruik gebouwsensor op "Gebruik" is ingesteld - Equitherme afgiftetemperatuur wordt zacht gecorrigeerd door IQ-correctiefuncties. Opmerkingen: Equitherme warmtecurve moet steeds correct ingesteld worden. Voor verwarmingssystemen met zwakke dynamica (vloerverwarming, muurverwarming) wordt aanbevolen deze functie niet te gebruiken. 1. Aanbevolen beginwaarden voor de warmtecurve: Vloerverwarming: Buitentemperatuur: -20°C -7°C 6°C 19°C
Uitgaand water: 44°C 37°C 30°C 23°C
Radiators: Buitentemperatuur: -20°C -7°C 6°C 19°C
Uitgaand water: 55°C 45°C 35°C 23°C
Een correcte instelling van de warmtecurve op de warmtepomp is erg belangrijk en draagt bij tot zichtbare besparingen in verwarmingskosten.
13
Beschrijving van menu's - Gebouw - instellingen - Automatische corr. °C Voer hier de gewenste correctie in voor de warmtecurve (verandering van de temperatuur van het uitgaand water). De functie zelf wordt berekend volgens de invloed van de buitentemperatuur op de warmtecurve. - Verwarmingswater bij -20°C - Verwarmings water bij -7°C - Verwarmingswater bij +6°C - Verwarmingswater bij +19°C (manuele instellingen van warmtecurve)
°C °C °C °C
-Equithermcurve 2 circ. Equitherme warmtecurve instellingen 2 circ. -Tijdschema - vermindering Het tijdschema instellen voor temperatuurbeperking van uitgaand water. Weekprogramma met twee tijdvakken voor elke dag. Voer tijd in zonder beperking (hoofdtijd). Beperking wordt geactiveerd voor de ingestelde tijd. Als de waarde gelijk is aan 0°C wordt de beperking niet weerspiegeld en wordt ze gedeactiveerd. -Zwembadinstellingen Zwembadinstellingen (afhankelijk van versie) -Zwembadregeling Vereiste temp. voor zwembad
°C
-Zwembad hysteresis Vereiste hysteresis voor zwembad
°C
-Verwarmingswat. voor zwembadverw. °C Vereiste temp. voor verwarmingswater wat gebruikt wordt voor de zwembadverwarming. -Zwembad tijdschema Wekelijks tijdprogramma met een tijdvak voor de dag. Hier kunt u instellen in welke tijdvak het zwembad verwarmd wordt. - Overzicht waarden -Overzicht van de gemeten temperaturen -temperaturen (°C) -percent (% - open servo's) -calorimeter - toegang tot het menu voor de calorimeter m3/h -Werkelijke stroom uitgaand water kW -Werkelijk verwarmingsvermogen kWh -Geleverde warmte -Teller resetten 14
Beschrijving van menu's -Instellingen - systeeminstellingen -Bivalent punt °C Bepaalt bij welke buitentemperatuur de buitenunit uitschakelt en alleen de bivalente bron verwarmt. -Koelwater °C De temperatuur van het koelwater in koelmodus. (Voor koeling wordt een constante temperatuur gebruikt) -Maximaal vermogen buitenunit % Vereiste maximumcapaciteit van de buitenunit. (Hoofdzakelijk gebruikt om geluid te beperken.) -Vermogenbeperking buitenunit Bepaalt of de vorige parameter (maximumvermogen) altijd gebruikt wordt of tijdens de beperking (volgens tijdschema voor beperking). -Huidige beperking Als de buitenunit en de bivalente bron gelijktijdig verwarmen, bepaalt dit of de bivalente bron eerst gebruikt moet worden (een eenfase-unit bevindt zich op dezelfde elektrische fase). -Secundaire bronnen (afhankelijk van type) Schakel om naar secundaire bronnen (bv. als reservoir verwarmd wordt door warm water open haard, zonneverwarming, enz.). Als de watertemperatuur in de secundaire bron hoger is dan de temperatuur berekend door de warmtecurve + hysteresis wordt de warmtepomp uitgeschakeld en de circulatiepomp opgestart. Haalt energie uit de secundaire bron (reservoir) om het gebouw te verwarmen. °C
-Hysteresis sec. bron Hysteresis van de secundaire bron. -Datum en tijd Instellen van datum en tijd. Netwerkinstellingen Ethernet adres instellingen.
- Servicetoegang Toegang tot service-instellingen (alleen voor bevoegd onderhoudspersoneel)
15
Beschrijving van menu's -Fouten en status Menu geeft een nummer en een beschrijving van een fout. Foutnummer: (0 - geen fout) -1ste cijfer links: 1-Vorstbescherming (Uitgaande temperatuur ligt onder een veilig niveau voor de werking van de warmtepomp. De buitenunit wordt uitgeschakeld en het water verwarmt de bivalente bron. Als een veilige temperatuur wordt bereikt, blijft de bivalente bron nog 30 minuten verwarmen. Daarna start de warmtepomp opnieuw op.) 2-Onvoldoende debiet Verwarmingswater (koelwater) bereikt de vereiste debiet niet (ongeveer 400 l/u). Verwarming / koeling wordt uitgeschakeld) 3-Buitenunit fout Buitenunit meldt een fout. -2e cijfer links: 1,2 - defecte of losgekoppelde sensor van uitgaand water (Verwarming / koeling wordt uitgeschakeld) -3e cijfer links: 1,2 - defecte of losgekoppelde sensor van buitentemperatuur 3,4 - defecte of losgekoppelde sensor voor gebouw 5,6 - defecte of losgekoppelde sensor voor SWW 7,8 - defecte of losgekoppelde sensor van Tweede bron (accutank) -4e cijfer links: 1,2 - defecte of losgekoppelde sensor voor zwembad 3,4 - defecte of losgekoppelde sensor voor 2e circuit - foutgeschiedenis Toegang tot het menu met de foutgeschiedenis.
16
NETWERKOPTIE
ETHERNET 100Mbit FD
WI-FI WI-FI
INTERNET
INTERNET
RCM2-1 (accessoires)
WEBSERVER
Om aan te sluiten op de website van de warmtepomp moet de bestuurseenheid aan een ethernetnetwerk gekoppeld en correct ingesteld zijn. Dan krijgt u toegang tot de webinterface via de internetbrowser op uw computer die standaard XML ondersteunt. Tik het IP-adres van de warmtepomp in de adresbalk. De computer moet op hetzelfde fysische ethernetnetwerk aangesloten zijn. Als u de warmtepomp wil aansturen vanaf het internetnetwerk dient u contact op te nemen met uw internetprovider. Het standaard IP-adres van een warmtepomp is "192.168.134.176". De gebruikersnaam is "neore" en het wachtwoord is "neore". Dit adres en andere instellingen kunnen gewijzigd worden in de "Instellingen" van de bestuurseenheid van de warmtepomp. De warmtepomp kan intuïtief via een webserver aangestuurd worden, op dezelfde wijze als met het controlepaneel van de bestuurseenheid. 17
11. ONDERHOUD Dankzij zijn ontwerp is deze warmtepomp heel̀ eenvoudig te onderhouden. Het basisonderhoud wordt eenmaal per jaar uitgevoerd door een onderhoudsfirma. Tijdens dit gewone onderhoud worden alle belangrijke onderdelen van de warmtepomp gecontroleerd. Het gaat dan vooral om de hoeveelheid koelmiddel in het circuit en om de werking van het koelmiddelcircuit. Het is ook belangrijk de externe vergasser na te kijken. Deze kan het beste schoongemaakt worden met een gieter en warm water. Op deze manier kunnen insecten en eventueel ijs verwijderd worden. Gebruik geen hogedrukreiniger of mechanisch gereedschap zoals borstels. De condenser/ verdamper is erg dun en zou makkelijk kunnen worden beschadigd. Schakel voordat u de condenser/verdamper van de buitenunit reinigt de hoofdschakelaar van de binnenunit uit! expansievat
Circulatiepomp
De binnenunit vraagt nauwelijks onderhoud. Gebruik een vochtig doek om de bovenkant schoon te maken en wees voorzichtig als de warmtepomp draait en op het elektriciteitsnet is aangesloten. Controleer de werking van de circutlatiepomp voor het stookseizoen. Vooral als ze niet blokkeert. Laat jaarlijks de werking van het expansievat controleren. Controleer ook de veiligheidsklep en kijk of de warmwaterfilter schoon is. Laat deze onderhoudstaken uitvoeren door een onderhoudsfirma. Ontkoppel de warmtepomp van het elektriciteitnet alvorens de afdekking te verwijderen. Indien u dit niet doet bestaat de kans op verwonding of overlijden door elektrische schok.
18
12. INSTALLATIEHANDLEIDING
Opgelet
Modellen: NeoRé 5, 8, 11, 14, 16
koelmiddel
TDit product bevat koelmiddel R410A en polyesterolie Dit product mag uitsluitend worden geïnstalleerd door firma's die erkend zijn door de fabrikant
Voor bevoegde personen
Dit teken wijst op cruciale informatie over bescherming tegen letsels door elektrische stroom, koelmiddellekken enz.
GEVAAR
WAARSCHUWING Dit teken wijst op belangrijke informatie over de veilige werking van het toestel.
OPGELET
Dit teken wijst op belangrijke informatie die niet mag worden genegeerd.
GEVAAR Wanneer u aan de binnen- of buitenunits werkt, moet u de apparatuur altijd loskoppelen van de netstroom. Wacht na het loskoppelen nog minstens 5 minuten tot alle elektrische condensatoren volledig ontladen zijn.
Dit toestel bevat het nieuwe HFK-koelmiddel (R410A). Dit toestel wordt geïnstalleerd met dezelfde technologie als units met koelmiddelen zoals R22, R407, R134 enz. De volgende regels moeten in acht worden genomen: 1
De druk is ongeveer 1,6 keer hoger dan de druk van gewone koelmiddelen. Daarom moeten speciale gereedschappen en meetapparaten worden gebruikt. Gebruik om de binnen- en buitenunits aan te sluiten koperen leidingen die gehomologeerd zijn voor R410A-koelmiddel. Wanneer u met koeltechnologie werkt, moet u persoonlijke beschermingsmiddelen (bril, handschoenen enz.) gebruiken.
2
Dit toestel met R410A-koelmiddel heeft andere onderhoudsaansluitingen dan gewone toestellen met een gewoon koelmiddel. Zo wordt voorkomen dat niet-gehomologeerd onderhoudsgereedschap wordt gebruikt. De aansluiting voor R410A-koelmiddel is 1/2 UNF 20 draden per inch (standaard R410-toebehoren).
3
Gebruik geen leidingen die al werden gebruikt met een ander koelmiddel of smeerolie. De leidingen moeten volkomen schoon en droog zijn. Bewaar en transporteer de leidingen in een omgeving die is afgesloten van de buitenwereld.
4
Het vullen en vervangen van het koelmiddel moet worden uitgevoerd in vloeibare toestand, terwijl het koelmiddel stabiel is en beide componenten worden in de juiste verhouding toegevoegd. Het R410A-koelmiddel bestaat uit twee componenten.
Speciaal gereedschap voor R410A-koelmiddel Gereedschap Manometers Onderhoudsslang Vacuümpomp Lekdetector
Omschrijving De druk is 1,6 x hoger. Manometers voor gewoon koelmiddel kunnen beschadigd raken. Deze manometers hebben ook een andere aansluiting. De onderhoudsslang moet speciaal ontworpen zijn voor R410A-koelmiddel. Wordt gebruikt als gewone vacuümpomp maar met een adapter voor R410A-koelmiddel. De lekdetector moet gehomologeerd zijn voor gebruik met R410A-koelmiddelen.
Koperen leiding
Minimale wanddikte van koperen leidingen (R410A) Leidingdiameter
19
Dikte
6.35 mm (1/4 in.)
0.80 mm
9.52 mm (3/8 in.)
1.00 mm
12.70 mm (1/2 in.)
1.00 mm
15.88 mm (5/8 in.)
1.00 mm
19.05 mm (3/4 in.)
1.20 mm
BEDRIJFSOMSTANDIGHEDEN De warmtepomp kan worden gebruikt als warmtebron voor verwarming en om water te verwarmen. Bedrijfsomgeving: Omgeving buitenunit volgens Tsjechische norm ČSN 33 2000-3 Omgeving binnenunit volgens Tsjechische norm ČSN 33 2000-3
AA5; AB5
De warmtepomp mag niet worden geplaatst en geïnstalleerd in een omgeving met ontploffingsrisico van brandbaar gas volgens de Tsjechische norm ČSN 33 2000-3. Technische parameters voor de elektrische aansluiting: nominale spanning 3x400/230V +/-10% 50Hz maximaal ingangsvermogen volgens de rendementstabel elektrische klasse TN-C-S dle ČSN EN 33 2000-3 beschermingsklasse I dle ČSN EN 60335-1 afschermkap buitenunit IPX4 binnenunit IP40/20 Koelcircuit koelmiddel Maximumdruk
HF R410A CH2F2/C2HF5 - 50/50 4,2 MPa (gas), 1,05MPa (vloeistof)
max. bedrijfstemperatuur min. bedrijfsoverdruk/ max max. bedrijfstemperatuur
(vullen volgens type)
2,5bar 0,8bar 60°C
Bevriezen koelmiddel warmtewisselaar De vorstbeveiliging van koelmiddel/waterwarmtewisselaar garandeert een minimale doorstroom in de warmtewisselaar. Pech met de wisselaar kan enkel voorkomen bij ontdooiing van de wisselaar. Plaats geen regelelement in het verwarmingscircuit dat de waterdoorstroming volledig of gedeeltelijk kan afsluiten. Wanneer de warmtepomp voor het eerst of na een lange periode van stilstand wordt opgestart, moet de watertemperatuur in het verwarmingscircuit minstens 10 °C bedragen.
20
Waarschuwing 1 Installeer dit product uitsluitend volgens de instructies in deze installatiehandleiding. 2
De buiten- en binnenunits (koelmiddel, elektriciteit) moeten altijd worden aangesloten met het gereedschap en materiaal dat in deze handleiding wordt vermeld.
3
Installatie van koelmiddelen en elektrische circuits moet altijd worden uitgevoerd door bevoegd personeel.
4 Maak geen gebruik van flexibele verbindingen en buizen om de units aan te sluiten. 5 Start het toestel nooit op wanneer de installatie nog niet voltooid is. 6 Gebruik alleen koelmiddel van hoge kwaliteit. Het koelmiddel moet zuiver zijn. Respecteer de veiligheidsvoorschriften. 7 Voeg geen koelmiddel toe om het vermogen te verhogen. 8 Gebruik altijd een vacuümpomp om koelmiddel bij te vullen. A Respecteer de veiligheidsvoorschriften en gebruik de persoonlijke beschermingsmiddelen tijdens de installatie.
Plaatsing en installatie
De binnenunit moet aan de muur worden bevestigd met een montageplaat. De unit moet zodanig worden geplaatst dat vrije toegang tot de regel- en beschermingselementen mogelijk blijft en dat het onderhoud ongehinderd uitgevoerd kan worden. Zie afb. 1. De buitenunit wordt op het onderstel vastgeschroefd. Het onderstel is nodig om efficiënt te kunnen ontdooien. Dit onderstel moet stevig worden vastgemaakt aan een betonnen sokkel. Deze sokkel moet groot genoeg zijn om te voorkomen dat de unit omvalt als het hard waait. De plaats moet zodanig worden gekozen dat er voldoende ruimte is voor een vrije luchtstroom en dat het onderhoud ongehinderd kan worden uitgevoerd. Wanneer de buitenunit in een dichtbevolkt gebied wordt geplaatst, moet er rekening gehouden worden met mogelijke geluidsoverlast. In sommige gevallen is een geluidstest aangewezen. AA2-AA5; AB7; AD3 Omgeving buitenunit volgens ČSN 33 2000-3. AA5; AB5 Omgeving binnenunit volgens ČSN 33 2000-3.
1
100 mm
2 3
500 m
m
50 cm 65 cm
65 cm
min 30 cm
Afb. 1
21
Aansluiten van het koelcircuit
Opgelet Respecteer de maximumlengte van de aansluitleiding. Anders kunnen de prestatieparameters niet worden gegarandeerd en kan de apparatuur beschadigd raken.
Model Neoré 5 Neoré 8, 11, 14, 16
Diameter leiding Gas
Vloeistof 6 mm (1/4 in.)
Max. hoogteverschil
Lengte MAX.
12 mm (1/2 in.)
MIN.
15 m
9.52 mm (3/8 in.) 15.88 mm (5/8 in.)
5m
18 m
7m
" Leiding moet voldoende geïsoleerd worden.
OPGELET Gebruik alleen isolatiemateriaal dat geschikt is voor koelcircuits. De temperatuur aan de buitenkant van de leiding kan oplopen tot 120°C! Voor de buiteninstallatie bedraagt de minimale isolatiedikte 20 mm. Voor de binneninstallatie volstaat een isolatiedikte van 10-15 mm. De parameters die worden vermeld, hebben betrekking op isolatie met een thermische weerstand van 0,045 W (m.K) of beter (bij 20°C).
KRIMPEN OPGELET
Gebruik voor het krimpen geen minerale oliën op de onderdelen. Dit kan de levensduur van het toestel verkorten. Vul de leiding met stikstofgas om scheurtjes te voorkomen alvorens te solderen (min. 50 % Ag). Het gas mag niet onder druk staan. Het krimpen moet gebeuren met kwaliteitsvol gereedschap voor koelinstallaties. Snij de leiding met een snijwiel. Zo vermijdt u afschilfering. Verwijder vervolgens de bramen die door het snijwiel zijn ontstaan. Het krimpen moet worden uitgevoerd volgens de parameters in de onderstaande tabel. B Calibreren A Leiding
Overlapping A
Buitenmaat van de leiding
(mm)
6.35 mm (1/4 in.) 9.52 mm (3/8 in.) 0 to 0.5
12.70 mm (1/2 in.) 15.88 mm (5/8 in.) 19.05 mm (3/4 in.) Buitenmaat van de leiding
Maat van krimp (mm)
6.35 mm (1/4 in.)
9.1
9.52 mm (3/8 in.)
13.2
12.70 mm (1/2 in.)
16.6
15.88 mm (5/8 in.)
19.7
19.05 mm (3/4 in.)
24.0
22
Breng alkydbenzeenolie (HAB aan om koelmiddellekken te voorkomen. Gebruik geen minerale olie!
3-wegklep (vloeistof)
OPGELET Houd de momentsleutel in een rechte hoek
moer
ten opzichte van de leiding. Alleen dan krijgt u
leiding (vloeistof)
het juiste resultaat. Diameter leiding
Aanhaalkoppel
6.35 mm (1/4 in.) dia.
14 tot 18 N·m (140 tot 180 kgf·cm)
9.52 mm (3/8 in.) dia.
33 tot 42 N·m (330 tot 420 kgf·cm)
12.70 mm (1/2 in.) dia.
50 tot 62 N·m (500 tot 620 kgf·cm)
15.88 mm (5/8 in.) dia.
63 tot 77 N·m (630 tot 770 kgf·cm)
19.05 mm (3/4 in.) dia.
100 tot 110 N·m (1000 tot 1100 kgf·cm)
3-wegklep (gas) moer leiding (gas) Centreer de leiding behoorlijk ten opzichte van de 3-wegklep!
Ontluchten (1) Schroef de dop van de 3-wegklep (gas). Sluit een manometer aan die geschikt is voor vacuümmeting, alsook de luchtpomp. (2) Start de luchtpomp en laat ongeveer 15-20 minuten ontluchten. Open de 3-wegkleppen niet! (3) Test de dichtheid door de luchtpomp uit te schakelen en na 60 minuten de waarde op de manometer te controleren. (4) Als dat nodig is, kunt u de vereiste hoeveelheid koelmiddel toevoegen. (5) Koppel na het bijvullen van het koelmiddel de onderhoudsleiding los (pas op voor koelmiddellekken gebruik persoonlijke beschermingsmiddelen). Als u geen koelmiddel hebt bijgevuld, kunt u de 3-wegklep langzaam en voorzichtig openen (vloeistof) en vult u de leidingen tot het niveau van de atmosferische druk (controleer de manometer). Vervolgens koppelt u de onderhoudsleiding los en schroeft u de dop van de onderhoudsleiding weer vast. (6) Open beide 3-wegkleppen (vloeistof eerst). Plaats de doppen terug en draai ze vast tot het vereiste aanhaalkoppel volgens de tabel. (7) Controleer of het koelcircuit lekvrij is met een lekdetector. Aanhaalkoppel van doppen 6.35 mm (1/4 in.)
20 tot 25 N·m (200 tot 250 kgf·cm)
9.52 mm (3/8 in.)
20 tot 25 N·m (200 tot 250 kgf·cm)
12.70 mm (1/2 in.)
25 tot 30 N·m (250 tot 300 kgf·cm)
15.88 mm (5/8 in.)
30 tot 35 N·m (300 tot 350 kgf·cm)
19.05 mm (3/4 in.)
35 tot 40 N·m (350 tot 400 kgf·cm)
Onderhoudsaansluiting
10 tot 12 N·m (100 tot 120 kgf·cm)
3-wegklep
leiding dop Buitenunit
driewegklep
onderhoudsleiding R410A
onderhouds-aansluiting
dop
OPGELET
manometer
Koppel het vacuüm-circuit niet los tot de koel-
t
Lo
middeldruk de minimale
Hi
vacuümpump
onderhoudsleiding
23
atm. druk heeft bereikt.
Koelmiddel bijvullen Alle units worden in de fabriek gevuld met R410A-koelmiddel. Bijvullen is normaal gezien niet nodig. Wanneer er koelmiddel is gelekt, vul dan bij tot aan de waarde die vermeld staat op het label van de buitenunit in kwestie of in deze tabel. Model
Hoeveelheid koelmiddel
Neoré 5
1,1 kg
Neoré 8, 11
1,8 kg
Neoré 14, 16 Neoré ..HP
3,4 kg 2,5 kg
Dit toestel bevat het nieuwe HFK-koelmiddel (R410A) Dit toestel wordt geïnstalleerd met dezelfde technologie als units met koelmiddelen zoals R22, R407, R134 enz. De volgende regels moeten in acht worden genomen: 1 De druk is ongeveer 1,6 keer hoger dan de druk van gewone koelmiddelen. Daarom moeten speciale gereedschappen en meetapparaten worden gebruikt. Gebruik om de binnen- en buitenunits aan te sluiten koperen leidingen die gehomologeerd zijn voor R410A-koelmiddel. Wanneer u met koeltechnologie werkt, moet u persoonlijke beschermingsmiddelen (bril, handschoenen enz.) gebruiken. 2
Dit toestel met R410A-koelmiddel heeft andere onderhoudsaansluitingen dan gewone toestellen met een gewoon Zo wordt voorkomen dat niet-gehomologeerd onderhoudsgereedschap wordt gebruikt. De aansluiting voor R410Akoelmiddel is 1/2 UNF 20 draden per inch (standaard R410-toebehoren).
3
Gebruik geen leidingen die al werden gebruikt met een ander koelmiddel of smeerolie. De leidingen moeten volkomen schoon en droog zijn. Bewaar en transporteer de leidingen in een omgeving die is afgesloten van de buitenwereld.
4
Het vullen en vervangen van het koelmiddel moet worden uitgevoerd in vloeibare toestand, terwijl het koelmiddel stabiel is en beide componenten worden in de juiste verhouding toegevoegd. R410A-koelmiddel bestaat uit twee componenten.
24
ELEKTRICKÁ INSTALACE Zie afbeelding 3 voor het schema om aan te sluiten op de elektrische installatie. Aansluiten aan de elektrische installatie en het nazicht van de aansluiting mag alleen gebeuren door bevoegde personen. Professionele uitvoering moet bevestigd worden op het garantiecertificaat. De elektrische installatie moet overeenkomen met de elektromechanische normen van het ČSN, in het bijzonder ČSN 37 5215. De elektrische circuits moeten nagekeken worden nadat het verwarminssysteem is geïnstalleerd en het systeem is gevuld. Zie bijlage 1 voor het elektrisch installatieschema. GEVAAR Wanneer u aan de binnen- of buitenunits werkt, moet u de apparatuur altijd loskoppelen van de netstroom. Wacht na het loskoppelen nog minstens 5 minuten tot alle elektrische condensatoren volledig ontladen zijn.
Elektrisch circuit aansluiten Diameter stroom- en communicatiekabels.
Diameter stroomkabel
Model
MAX.
Neoré 5 Neoré 8, 11 Neoré 14,16
Diameter comm.kabel
MIN.
MAX.
MIN.
4
2,5
2,5
1,5
6
4
2.5
1.5
Capaciteit zekeringautomaat (A)
unit
De kleuren van de kabels van de buitenunit moeten overeenkomen met de beschrijving van de aansluiting van de binnenunit. Dit is erg belangrijk! Door een verkeerde kabel aan te sluiten kunt u de communicatiemodule beschadigen!
buitenunit Driefase-aansluiting
N L3
L2
L1
kabels
Xobeh
X1:3
X2-10V
XOU:1Xbazen
XOU:1 X1:2
X1:1 X1:1
PE
PE
X2gnd
XL
X24+
XTobj
Xterm
Xobeh
XOTUV
XNS
XTTUV
XTtopv
XTven
XC1
XC
XNS XB1.1
XL XB1.2
XC1
XC1
XC1
XC1
XN
XC1
6*
N
3 2 1 XL XN XC
3X1,5 Cu mm
3(5)X4(6) Cu mm
PE
servo mix 2e circuit. (optie) externe stroom aanvoer
1* 2* 3* 4*
S
Driefase-aansluitng
Afb. 3
25
Xobeh
X1:3
XOU:1 X1:2
X1:1 X1:1
XOU:3Xbazen
XOU:2Xbazen
XOU:1Xbazen
XOTUV
XNS
XL XB1.2
Xobeh
XNS XB1.1
XC
XL
XN
X2-10V
X2gnd
X24+
XTobj
XTTUV
XTtopv
XTven
XC1
XC1
XC1
XC1
XC1
XC1
3 2 1
6*
N
5X4(6) Cu mm
binnenunit
Binnenunit
reservoir SWW Als de warmtepomp het SWW verwarmt is het nodig om ̀ elektrische verwarming met het reservoir te verbinden. Dit is ̀ nodig voor de ontsmetting en als reservewarmtebron. In ̀ andere gevallen werkt SW niet correct en kan de voorraad SWW opraken!
servo mix 2e circ. (optie ESBE VRG131, ARA639)
M
Y T
Y
XOTUV buitenunit
PE
5X4(6) Cu mm
3X1,5 Cu
5X2,5 Cu 3X4 Cu
1* 2* 3* 4*
1* sensor buitentemperatuur (moet aangesloten zijn, zo niet wordt de uitgangstemperatuur van het water aangepast aan de ingestelde waarde van de equithermregeling voor +20°C) 2* sensor verwarmingswater (intern) 3* sensor SWW-temperatuur (sensor geplaatst onderaan in de tank, nodig om SWW direct te verwarmen) 4* sensor kamertemperatuur Als u de regeling van de kamertemperatuur wenst te gebruiken, moet u in menu F3 "Gebruik kamer-sensor" instellen. Vervolgens corrigeert de warmtepomp de equithermcurve (stooklijn) overeenkomstig de kamertemperatuur.
Xobeh
X1:3
*
XOU:1 X1:2
XOU1:3
XNS XOU1:1
XL XOU1:2
XcircT
XNS
Xobeh
XOTUV
XAKU
*
X1:1 X1:1
binnenunit
XOBAZ
XNS XB1.1
XL XB1.2
XL
XN
XC
X2-10V
X2gnd
X24+
Xt2okr
XTaku
XTbaz
XTobj
XTTUV
XTtopv
XTven
XC1
XC1
XC1
XC1
XC1
XC1
2
6*
3
1
*
N
XGND
X2-10V
X24+
PE
N
N =
Beschrijving van de binnenunit X1:1 - 3 XOU:1,2,3 * XB1.1; XB1.2 Xoběh XOTUV XcircT XAKU* 2A XObaz* XNS X24+ XC1 Xtvenk Xtobj Xttopv XtTUV Xtaku* Xtbaz* Xt2okr*
Soorten sensoren - alle systeemsensoren ni1000-6180ppm/K buiten muursensorkabel naar de sensor onderaan de binnenunit * - via model
26
Stroomtoevoer 400/230V TNC-S min . 5A Buitenunit. 400V max16A Externe bivalente bron (1 a 2 fase). 230V max 2A Circuitpomp. 230V max 6A El. warmte van SWW - stroomtoevoer voor elektrische verwarming SWW 230V max 10A Circulatie SWW. 230V max 1A Controlesignaal 2e bron. (Accu) 230V max Controlesignaal voor zwembad (verwarming) 230V max 2A Toevoer elektr. tarief -N , stroom 200mA Uitgang 24V = Com voor sensors Ni1000. Sensor buitentemp. Sensor binnentemp. Sensor uitgaand water (intern) Sensor SWW. Sensor 2e bron Sensor zwembad. Sensor 2e circuit
XL,XN,XC
Comm met buitenunit
X2gnd X2-10V
GND servo 0-10V 2e. circ. Signaal servo 0-10V 2e. circ.
Hydraulisch en elektrisch aansluitschema
1 1.1
1
PE
SWW
type (MX) vol schema
N
3
6*
L1 XOU:1 L2
3.1
2
X1:1 L3
XOU1:3
*
XL
XOU1:2
#
omschrijving
1
WP binnenunit
2
WP buitenunit
3
SWW-tank
De tank moet voorzien zijn van een verwarmingspatroon, max. 2,2 kW De tank moet voorzien zijn van een wisselaar van min. 2.5 m2
4
Wisselaar
Warmte moet overeenkomen met gradiënt 45/30 °C en de prestaties van de warmtepomp
5
Externe bivalent
6
Secundaire bron
7
Mengklep
XOU1:1 XNS
XNS
XcircT XOTUV Xobeh
5
*
XOBAZ
3.2
XAKU XB1.2 XL
4.1
XB1.1 XNS
3
7
4.2
XC
2
XN
1
XL
X2-10V
7.1
M
Indoor unit
4
X2gnd X24+ Xt2okr
4.3
7.3
XTbaz
7.2
XTaku
*
M
zwembadverwarming
XTobj XTTUV
Verdeler Evenwichtkleppen
XTtopv XTven
vloer- of dakverwarming
XC1
Radiator
6.2
6
6.3
Draad (aanbevolen)
Units
1
Binnenunit
1.1
Sensor binnentemp. NI 1000/6180 Buitenunit
Stroomtoevoer 5*4 mm2 Diameter 0,5 mm2 Sykfy 2*2*0,5
L1, L2, L3 XNS XC1, Xtvenk
3x4; 5x4 mm2 per type
XOU, (1,2,3 u 3f typu)
Sykfy 2*2*0,5
XC1, XtTUV
3.2 6.4
zonnecollectors of vaste brandstof
XOTUV
6.3 7.3
Mengklep directe controle 0-10V
X24GND, X24+, X2-10V
6.4
Secondaire bron temp. sensor NI 1000/6180
3x0,5 mm2 servo toevoer 24V max 10W + controle 0-10V Sykfy 2*2*0,5
7.2
Circulatiepomp voor 2e circuit (draaien met hoofdpomp in binnenunit)
3x1,5 mm2 230 V max 2A
Xobeh
6.1 7.1
Leidingen
6.2
P
6 7
4
5
6
M
3
2
Elementen Retourleiding* Verwarmingsleiding* Koelmiddelleiding *Afmetingen: NeoRé 5,8,11 - 28 mm NeoRé 14,16 - 35 mm
Temp. sensor NI 1000/6180 Regeling Stroomregeling
8 9
1. Koelmiddel/waterwisselaar 8. 8 l expansievat 2. Circulatiepomp 9. Connectie 1" 3. 2,5 Bar veiligheidsklep 4. Manuele luchtklep 5. Reserveklep voor manometer 6. 2 kW elektrisch lichaam 27 7. Driewegklep
Buitentemp. unit TUV NI 1000/6180 Heating cartridge for DHW max 2,2 kW (is necessary) Controle voor bivalent
3x2,5 mm2 230 V max 10A 3x1,5 mm2 230 V max 2A 2e circuit temperatuursensor Sykfy 2*2*0,5 (kan gebruikt worden om 2e circuit 7.1 of 6.1 te mengen of om een secundaire bron te mengen, maar niet beide) 3x1,5 mm2 Circulatiepomp voor secundaire bron 230V max 2A
5
Uitrusting binnenunit
* type MX
omschrijving
3.1 M
Passief beheerde bivalente bron. Oorspronkelijke warmtebron van de warmtepomp. Bv. zonneverwarming De mengklep voor vloerverwarming. Alleen gebruikt samen met hogetemperatuurverwarming. De mengklep moet aangestuurd worden met rechtstreekse servoregeling 0-10V.
#
2 6.1
Opmerking
XB 1.1 1-e fase XB 1.2 2-e fase XC1, Xt2okr
XAKU
XC1, Xtaku
Hydraulisch en elektrisch aansluitschema
1 1.1
1
PE
SWW
type (standaard) standaard schema
N
3
6*
L1 XOU:1 L2
3.1
2
X1:1 L3
XOU1:3
*
XL
XOU1:2
#
omschrijving
1
WP binnenunit
2
WP buitenunit
3
SWW-tank
De tank moet voorzien zijn van een verwarmingspatroon, max. 2,2 kW De tank moet voorzien zijn van een wisselaar van min. 2.5 m2
5
Externe bivalent
Passief beheerde bivalente bron.
XOU1:1 XNS
XNS
XcircT XOTUV Xobeh
5
*
XOBAZ
3.2
XAKU XB1.2
Opmerking
XL
XB1.1 XNS
3
XN
1
XL
X2-10V
Binnenunit
XC
2
X2gnd X24+ Xt2okr
XTaku
*
XTbaz XTobj XTTUV XTtopv
Verdeler
XTven
Vloer- of dakverwarming
XC1
#
omschrijving
draad (aanbevolen)
units
1
Binnenunit
1.1
Sensor binnentemp. NI 1000/6180 Buitenunit
Power supply 5*4 mm2 Rate 0,5 mm2 Sykfy 2*2*0,5
L1, L2, L3 XNS XC1, Xtvenk
3x4; 5x4 mm2 by type
XOU, (1,2,3 u 3f typu)
2 3.1 3.2 5
Uitrusting binnenunit 4 5
6
P
6 7
Leidingen
M
3
2
Elementen Retourleiding*
Temp. sensor NI 1000/6180
Verwarmingsleiding*
Regeling
Koelleiding *Afmetingen: NeoRé 5,8,11 - 28 mm NeoRé 14,16 - 35 mm
Stroomregeling
8 9
1. Koelmiddel/waterwisselaar 8. 8l expansievat 2. Circulatiepomp 9. Connectie 1" 3. 2,5 Bar veiligheidsklep 4. Manuele luchtklep 5. Reserveklep voor manometer 6. 2 kW elektrisch lichaam 28 7. Driewegklep
* typ MX
Outdoor temp. unit TUV NI 1000/6180 Verwarmingspatroon voor SWW max. 2,2 KW (is vereist)
Controle voor bivalent
Sykfy 2*2*0,5 3x2,5 mm 230 V max 10A 3x1,5 mm2 230 V max 2A 2
XC1, XtTUV XOTUV XB 1.1 1-e fase XB 1.2 2e fase
Hydraulisch circuit ontwerpdocumenten De warmtepomp NeoRé is ontworpen om erg eenvoudig geïnstalleerd te kunnen worden. Alle belangrijke onderdelen van het hydraulisch circuit zijn ingebouwd in de binnenunit. De binnenunit bevat de efficiënte circulatiepomp, een wisselaar, een 3-wegklep om SWW te verwarmen, een expansievat van 8 l, een elektrische reserveverwarming van 6 kW, een veiligheidsklep DN20 / 2,5 bar. Het ontwerp van het hydraulisch circuit moet rekening houden met de hoge eisen voor warmtepompen om een voldoende hoog debiet voor warm water te hebben (zie afbeelding 1). De warmtepomp NeoRé kan werken zonder opslagtank. In dat geval is het noodzakelijk deze eisen op te volgen. De warmtepomp mag niet van het verwarmingssysteem losgekoppeld worden. De warmtepomp moet voldoende thermische energie hebben om te gebruiken voor het ontdooien van de buitenunit. Het wordt aanbevolen geen thermostatische kleppen of mengappartuur te gebruiken. De temperatuurregeling van het verwarmingswater in het systeem wordt bepaald door de equithermregeling die aanwezig is in het regelsysteem van de binnenunit. Als het nodig is om regelapparatuur te gebruiken (die meer dan 50 % van het verwarmingsdebiet regelt) moet een opslagtank worden geplaatst. In geen geval wordt aangeraden een hydraulische compensator voor dynamische druk (compensatievat) te gebruiken om de warmtepomp aan te sluiten op het verwarmingssysteem. Een dergelijke opstelling zou de efficiëntie van de warmtepomp aanzienlijk aantasten door de temperatuurval. Het compensatievat wordt alleen gebruikt om de bivalente bron aan te sluiten op het circuit van het verwarmingswater. Als een opslagtank gebruikt wordt, moet worden verzekerd dat de stroom van de primaire en de secundaire zijde van het hydraulisch circuit gelijk zijn (ten minste bij volle last). Er wordt aanbevolen een opslagtank van ten minste 14,6 l voor 1 kW warmtepompvermogen te voorzien. Parameters van de hydraulische capaciteit van de binnenunit (inclusief uitrusting) onvoldoende debiet
min. vermogen van hydr.. pomp
max. vermogen van hydr. pomp
voldoende debiet
MINI,Neoré 5 MINI, Neoré 8, 11 MINI, Neoré 14, 16 (HP)
Leidingafmetingen Dmm = binnendiameter in mm P= vermogen WP in kW koperen leiding (debiet 0,7 m/s, Δ 6°C)
waterkolom
Dmm=( P*0,00181 ) * 200
roestvrij leidingen (debiet 1 m/s, Δ 6° C) Dmm=( P*0,00127 ) * 200
pompvermogen
fig. 1
3 1
6
6
4
1 5
5
6
6
P
6
8 6
7
M
3
2 7
8 3
9 1. Koelmiddel/waterwisselaar 2. Circulatiepomp 3. 2,5 Bar veiligheidsklep 4. Manuele luchtklep 5. Reserveklep voor manometer 6. 2 kW elektrisch lichaam 7. Driewegklep 8. 8l expansievat SWW 9. Connectie1"
2 9
29
4
13. Onderhoudsinformatie voor de binnenunit
Inhoud
ELEKTRISCH SCHEMA FOUTEN
-
Beschrijving: Onderhoudsinformatie voor de buitenunit bevinden zich in een afzonderlijke handleiding
30
AFMETINGEN BINNENUNIT
650 mm
565 mm
305 mm
Montageplaten 490 380 290
R
137,5
7
7
14
50
35 100
R
O6
137,5
100
309,9
03
137,5
563
650
03
53
168
4 O1
380
137,5
57
A
25
60
31 320 31
A
60
27
XTtopv
XTven
X1L1 X1L2 X1L3
XGND
PE
N
24V+
per type
per type
bivalent
FA6.1;2;3 B10x3
KA1
KA3
KA4
KA5
KA6, KA7
AI6 AI7 AI4 AI5 AGNG AI0 AI1 AI2 AI3 Foxtrot 1006 COM1 DO2 DO3 DO4 COM2 DO5 DO6
XTTUV
XOU1 L1 L2 L3
FA2.1 B25/1 B16/3
KA2
DO7
AI8
KA8
N
COM6
24V-
DI14
-24V +24V DI12
14
11
SWW
FA7 B16/1
-24V +24V
technologie
FA3 B6/1
FS1
24V-
L N C
ERR
ON H/C
BTP1
+12V
AO0 GND
DI13
14
11
X1-L
by type
X1-N
XTobj
rate
N
KA8
14
KA2
11
AO1 GND
TCL2+ TCL2-
TCL2+ TCL2-
ID14
FA3
Binnenunit Neore UNITY 1006
X1-C
TNC-S 3X400V
24V+
5
X2-10V
X2okr
4
6
24V-
24V+
FA3
FA3
N
KA1
2000W
BZ1
N
14
11
KA5
FA 6 bivalent
7
XB1.1
3
X2gnd
2
Xobeh
2000W
BZ2
24
21
N
14
11
KA6
230VST/24VSS
8
24
21
FA3
XB1.2
1
FA7
N
14
11
24V-
24V+
KA3
2000W
BZ3
XTUV
24
24 14
1
sheet nr.
21 11
KA4
KA7 21
9
X24+ X24-
0
XOTUV
32 32
XTTUV
X1L1 X1L2 X1L3
XGND
per type
XTobj
XOU1 L1 L2 L3
XTven
FA2.1 B25/1 B16/3
per type
XTbaz
PE
N
24V+
bivalent
FA6.1;2;3 B10x3
KA1
KA3
KA4
KA5
KA6
AI6 AI4 AI5 AGNG AI0 AI1 AI2 AI3 Foxtrot 1006 COM1 DO2 DO3 DO4 COM2 DO5 DO6
XTtopv
by type
KA2
DO7
AI8
SWW
KA9
DO8
DI12
KA8
24V-
KA10
Ka11
ID14 TCL2+ TCL2-
N
6
L N C
ERR
ON
H/C
BTP1
+12V
14
KA2
11
AO1 GND
AI7-!Jumper TCL2+ TCL2-
black
rate KA8
FS1-DN 15 4-20mA
brown
24V+
FA3
AO0 GND
24V-
DO9 DO10 DI14
-24V +24V
COM6
FA7 B16/1
-24V +24V
technologie
FA3 B6/1
X1-L
XTAKU
24V+
Binnenunit Neore Unity *MX
X1-N
TNC-S 3X400V
X2-10V
X2okr
5
X2gnd
4
FA3
24V-
24V+
FA3
N
2000W
BZ1
KA9
N
14
11
KA5
FA 6 bivalent
7
KA1
Xobeh
3
Xoaku
2
X1-C
XB1.1
8
2000W
BZ2
24
21
KA6
KA11
N
14
11
230VST/24VSS
KA10
Xobaz
1
XcircT
24
21
FA3
XB1.2
0
FA7
N
14
11
24V-
24V+
KA3
2000W
BZ3
XTUV
24
24 14
1
sheet nr.
21 11
KA4
KA7 21
9
X24+ XOTUV
N
33 33
Beschrijving van menu's -Fouten en status Menu geeft een nummer en een beschrijving van een fout. Foutnummer: (0 - geen fout) -1ste cijfer links: 1-Vorstbescherming (Uitgaande temperatuur ligt onder een veilig niveau voor de werking van de warmtepomp. De buitenunit wordt uitgeschakeld en het water verwarmt de bivalente bron. Als een veilige temperatuur wordt bereikt, blijft de bivalente bron nog 30 minuten verwarmen. Daarna start de warmtepomp opnieuw op.) 2-Onvoldoende stroom Verwarmingswater (koelwater) bereikt de vereiste stroom niet (ongeveer 400 l/u). Verwarming / koeling wordt uitgeschakeld) 3-Buitenunit fout Buitenunit meldt een fout. -2e cijfer links: 1,2 - defecte of losgekoppelde sensor van uitgaand water (Verwarming / koeling wordt uitgeschakeld) -3e cijfer links: 1,2 - defecte of losgekoppelde sensor van buitentemperatuur 3,4 - defecte of losgekoppelde sensor van object 5,6 - defecte of losgekoppelde sensor van SWW 7,8 - defecte of losgekoppelde sensor van tweede bron (accutank) -4e cijfer links: 1,2 - defecte of losgekoppelde sensor van zwembad 3,4 - defecte of losgekoppelde sensor van 2e circuit - foutgeschiedenis Toegang tot het menu met de foutgeschiedenis.
34 34
Strukturní kusovník
Binnenunit NeoRé
I.1
I.2
I.7
I.4
I.13
I.6 Tepl. výst. vody TeplOTA TUV !
Beschrijving Wisselaar Bivalent en afgifte deel Expansievat 3-wegklep Invoeronderdeel Circulatiepomp Relais Regelunit ` LS toevoer nn BTP comm. (spec) Zekering Manometer Controlepaneel
Xobeh
XOU:1 X1:2
I.12
I.5
label I.1 I.2 I.3 I.4 I.5 I.6 I.7 I.8 I.9 I.10 I.11 I.12 I.11
X1:3
I.11 N
Xobeh
XOTUV
XNS
XOU:1Xbazen
X1:1 X1:1
X2-10V
XNS XB1.1
XL XB1.2
X2gnd
XL
Xterm
XC
X24+
XTobj
XN
XTTUV
XTtopv
XTven
XC1
XC1
XC1
I.9 I.10
PE
I.8
XC1
XC1
I.3
XC1
6*
Onderdeelnr I0002090001 0002090002 I0002090003 I0002090004 I0002090005 I0002090006 I0002090007 I0002090008 I0002090009 I0002090010 I0002090011 I0002090012 I0002090013
35 35
B 1
NeoRé
35.0 °C 48.0 °C S
2
20%
Onderhoudstoegang Het wachtwoord om toegang te krijgen is "2008". Beschrijving van de onderdelen van het onderhoudsmenu: PID instellen - hoofdmenu -Min. gemeten waarde (0%) -Max. gemeten waarde (60%) Bepaalt het debiet en de winst PID controle-unit -Min. toegestande werking (0%) -Max. toegestane werking (100%) Bepaalt het debiet en de outputwaarden van de PID controle-unit -Max. toename (100%) Bepaalt de maximale toename per cyclus -Per. cycle (100) x10ms Cyclusperiode -Proportioneel debiet. (30%) -Integ.const. (30s) Constante integratie -Deriv.const. (0s) Constante afleiding -Symet.ongevoeligheid. (0.10%) Bereik van symmetrische ongevoeligheid Een PID instellen - Tweede Circuit gelijk aan PID - primair Andere instellingen - De vorstbescherming (6°C) Temperatuur waaronder het uitgaand water niet mag zakken (let erop dit niet te veranderen) - Vermogen om SWW te vullen (80%) Bepaalt de prestaties van de buitenunit om het SWW te vullen - Uitgestelde start (00:00) Uitgestelde start van de buitenunit na een koude herstart (verwarmt op dat moment bivalent) - voor compressie-olie voorverwarming -Bivalent uitstel 1 (00:15) -Bivalent uitstel 2 (00:18) Schakel uitstel bivalente bron aan -T-onder koelbescherming. Bepaalt de gevoeiligheidsregeling voor de afgiftedaling onder de koeltemperaturen. -Re-start za: 00:00 (uu:mm) Voorwaarde voor de uitgestelde start van de buitenunit na een koude herstart. -Slaafmodus (ne) Bepaalt of de warmtepomp in een cascadeschakeling werkt -Aantal stations (0) Aantal stations in cascade -SWW lokaal (no) Bepaalt de aard van de cascade. Als het product in alle units "nee" is, wordt SWW in cascade bestuurd en geladen via een externe centrale driewegklep. Als u slechts een warmtepomp wilt gebruiken voor SWW-verwarming door de ingebouwde driewegklep en de onafhankelijke cascaderegeling, stel dit dan in op “ja”. -Mode sys (voor uitrusting MX - code 254) -Correctie buitentemp.sens. (correctie van de temp.waarde) -Correctie buitentemp.sens. RCM 2-1 -RCM 2 hardware-adres. Hexadecimaal adres van de kamerunit. -status. Status RCM 2 -correctie temp.sens. RCM 2 Calorimeter calibreren Calibreren – Calorimeter automatisch calibreren. Voer uit in actieve circulatiepomp, nul vermogen en vaste temperature (min. na 5 min.). Het doel is de temperatuur terug in te stellen en het uitgaand water op hetzelfde in te stellen.
36 36