gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning Oppervlaktedelfstoffenzone “ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI”
Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften
gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan
Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning Oppervlaktedelfstoffenzone “ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI”
de ontwerper
Luc Moors Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse regering van houdende de definitieve vaststelling van het ontwerp van gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan voor de Gebieden voor oppervlaktedelfstoffenwinning: Oppervlaktedelfstoffenzone “ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDEEN MAASBEKKEN & POLDERKLEI”. de minister-president van de Vlaamse regering
de Vlaams minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport
Kris Peeters
Philippe Muyters
Provincie Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen - Gemeente Oudenaarde en Wortegem-Petegem en Gistel en Damme
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘ontginning en waterwinning’
Artikel 1. Gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen met nabestemming natuurgebied Artikel 1.1a. Tijdelijke bestemming: winning van oppervlaktedelfstoffen Het gebied is bestemd voor de ontginning van klei. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn om klei te winnen en mechanisch te behandelen en om het vervoer via de naastliggende waterweg mogelijk te maken, zijn toegelaten voor zover het tijdelijke infrastructuur betreft, wat moet blijken uit de fasering van de ontginning en de eindafwerking met het oog op de nabestemming. Verwerking is uitgesloten. Als het noodzakelijk is voor de ontginning van klei of de kwalitatieve inrichting met het oog op de nabestemming van het gebied, is het herstel, de heraanleg of de verplaatsing van bestaande ondergrondse transportleidingen ook toegelaten. De ruimtelijke, landschapsecologische en milieuhygiënische impact van de ontginning op het gebied en de omgeving moet zo beperkt mogelijk gehouden worden. De ontginning van een delfstof is alleen toegelaten na voorlegging van een inrichtingsstudie bij de vergunningsaanvraag. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op de beoordeling van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie zal tenminste het volgende aantonen: de diepte van de ontginning, de fasering van de ontginning rekening houdend met de artikels over de fasering, de tijdelijke geluidsbuffer per ontginningsfase en de opvulling met het oog op de realisatie van de nabestemming. Artikel 1.1b. Nabestemming: natuurgebied
aanduiding in overdruk Vanaf de inwerkingtreding van de nabestemming behoort dit gebied tot de bestemmingscategorie ‘reservaat en natuur’ Na de ontginning is het gebied bestemd als natuurgebied. Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden zijn toegelaten.
Overdruk. Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Artikel 1.2 Grote eenheid natuur in ontwikkeling in overdruk over gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen met nabestemming natuurgebied Het in overdruk aangeduide gebied is een grote eenheid natuur in ontwikkeling. Totdat de natuurfunctie effectief gerealiseerd is, zijn handelingen met het oog op de bestaande activiteiten en de activiteiten die mogelijk zijn volgens de onderliggende bestemming, toegelaten voor zover de natuurwaarden van het gebied hiermee kunnen worden ontwikkeld en versterkt. De oprichting van gebouwen en gelijkaardige constructies voor deze bestaande en nieuwe activiteiten die mogelijk zijn volgens de onderliggende
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_000342_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften Oppervlaktedelfstoffenzone “ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI” 2
Provincie Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen - Gemeente Oudenaarde en Wortegem-Petegem en Gistel en Damme
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften bestemming, is niet toegelaten met uitzondering van de tijdeljke infrastructuur die nodig is voor het winnen van de aanwezige klei. Artikel 1.3. Gebiedsspecifieke typebepaling voor beperkte handelingen van waterbeheer in of nabij valleien Handelingen die nodig of nuttig zijn voor de volgende activiteiten zijn toegelaten: -
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien;
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie;
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden;
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen.
De handelingen, vermeld in de artikels 1.1, 1.2 en 1.3 kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en als ze het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘ontginning en waterwinning’
Artikel 2. Gebied voor de winning van oppervlaktedelfstoffen met nabestemming gemengd openruimtegebied Artikel 2.1. Bestemming Het gebied is bestemd voor de ontginning van klei. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn om klei te winnen en mechanisch te behandelen, zijn toegelaten voor zover het tijdelijke infrastructuur betreft en om het vervoer via de naastliggende waterweg mogelijk te maken, wat moet blijken uit de fasering van de ontginning en de eindafwerking met het oog op de nabestemming. Verwerking is uitgesloten. Als het noodzakelijk is voor de ontginning van klei of de kwalitatieve inrichting met het oog op de nabestemming van het gebied, is het herstel, de heraanleg of de verplaatsing van bestaande ondergrondse transportleidingen ook toegelaten. De ruimtelijke, landschapsecologische en milieuhygiënische impact van de ontginning op het gebied en de omgeving moet zo beperkt mogelijk gehouden worden. De ontginning houdt rekening met de nabijheid van de beschermde erfgoedelementen in de omgeving. De ontginning van een delfstof is alleen toegelaten na voorlegging van een inrichtingsstudie bij de vergunningsaanvraag. De inrichtingsstudie is een informatief document voor de vergunningverlenende overheid met het oog op de beoordeling van de vergunningsaanvraag in het kader van de goede ruimtelijke ordening en de stedenbouwkundige voorschriften voor het gebied. De inrichtingsstudie zal tenminste het volgende aantonen: de diepte van de ontginning, de fasering van de ontginning rekening houdend met de artikels over de fasering, de tijdelijke geluidsbuffer per ontginningsfase en de opvulling met het oog op de realisatie van de nabestemming. Artikel 2.2 Nabestemming gemengd openruimtegebied
aanduiding in overdruk Vanaf de inwerkingtreding van de nabestemming behoort dit gebied tot de bestemmingscategorie ‘overig groen’ Na de ontginning is dit gebied bestemd voor natuurbehoud en landbouw. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor die functies zijn toegelaten, met uitzondering van de oprichting van gebouwen behoudens de overige bepalingen van dit artikel. Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet wordt overschreden, zijn, in uitzondering op het onbebouwde karakter van het gebied, de volgende handelingen toegelaten: -
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die gericht is op de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied, waaronder sanitaire gebouwen of schuilplaatsen van één bouwlaag met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
-
Verblijfsaccommodatie of horeca is niet toegelaten;
Het herstel van het gebied na ontginning houdt rekening met het vrijwaren van de zichten vanuit het kasteeldomein op het omliggende meersenlandschap.
Als een gemeente of provincie voor delen van dit gebied een gemeentelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan opmaakt met voorschriften voor functies en activiteiten als vermeld in dit artikel krijgen de voorschriften van dat plan, na de goedkeuring ervan, voorrang op de voorschriften,
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_000342_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften Oppervlaktedelfstoffenzone “ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI” 3
Provincie Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen - Gemeente Oudenaarde en Wortegem-Petegem en Gistel en Damme
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften opgenomen in dit artikel. Artikel 2.3. Gebiedsspecifieke typebepaling voor beperkte handelingen van waterbeheer in of nabij valleien Handelingen die nodig of nuttig zijn voor de volgende activiteiten zijn toegelaten: -
het behoud en herstel van het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien;
-
het behoud en herstel van de structuurkenmerken van de rivier- en beeksystemen, de waterkwaliteit en de verbindingsfunctie;
-
het behoud, het herstel en de ontwikkeling van overstromingsgebieden, het beheersen van overstromingen of het voorkomen van wateroverlast in voor bebouwing bestemde gebieden;
-
het beveiligen van vergunde of vergund geachte bebouwing en infrastructuren tegen overstromingen.
De handelingen, vermeld in de artikels 2.1, 2.2 en 2.3 kunnen slechts toegelaten worden voor zover ze verenigbaar zijn met de waterbeheerfunctie van het gebied en als ze het waterbergend vermogen van rivier- en beekvalleien niet doen afnemen.
Artikel 3. Fasering Artikel 3.1 Fase I
Overdruk Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur Het gebied aangeduid met deze overdruk (enkele lijn) kan pas aangesneden worden om klei te winnen nadat de optimale hoeveelheden klei gewonnen zijn in de overige delen van het gebied zonder overdruk, tenzij de overheid om milieuredenen geen optimale ontginning in die delen toelaat. De fasering blijkt uit de inrichtingsstudie die bij de vergunningsaanvraag gevoegd is.
Artikel 3.2 Fase II
Overdruk Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur Het gebied aangeduid met deze overdruk (dubbele lijn) kan pas aangesneden worden om klei te winnen nadat de optimale hoeveelheden klei gewonnen zijn in de overige delen van het gebied, tenzij de overheid om milieuredenen geen optimale ontginning in die delen toelaat. De fasering blijkt uit de inrichtingsstudie die bij de vergunningsaanvraag gevoegd is.
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘reservaat en natuur’
Artikel 4. Natuurgebied Artikel 4.1 Bestemming Het gebied is bestemd voor de instandhouding, de ontwikkeling en het herstel van de natuur, het natuurlijk milieu en bos. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de instandhouding, het herstel en de ontwikkeling van de natuur, het natuurlijk milieu en van de landschapswaarden zijn toegelaten.
Tot de bestemming gerealiseerd is, zijn per perceel alle handelingen toegelaten die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven, met uitsluiting van de oprichting van gebouwen.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_000342_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften Oppervlaktedelfstoffenzone “ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI” 4
Provincie Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen - Gemeente Oudenaarde en Wortegem-Petegem en Gistel en Damme
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften
Artikel 4.2
Aanduiding in overdruk Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Ten aanzien van bestaande zonevreemde constructies, niet zijnde woningen en gelegen binnen deze perimeter in overdruk, kan een vergunning verleend worden voor een nieuwe functie die louter betrekking heeft op de opslag van allerhande materialen of materieel en op voorwaarde dat het gaat om een gebouwcomplex dat bestaat, niet verkrot is en hoofdzakelijk vergund. De verhardingen rondom het gebouwcomplex die noodzakelijk zijn voor de ontsluiting van deze opslagfunctie worden gezien de ligging in natuurgebied tot een minimum beperkt. Buitenopslag is niet toegelaten. Niet verharde en niet bebouwde delen worden ingericht als natuurgebied.
Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Artikel 4.3. Grote eenheid natuur in ontwikkeling in overdruk over natuurgebied Het in overdruk aangeduide gebied is een grote eenheid natuur in ontwikkeling. Totdat de natuurfunctie effectief gerealiseerd is, zijn handelingen met het oog op de bestaande activiteiten toegelaten, voor zover de natuurwaarden van het gebied in stand gehouden en ontwikkeld worden. De oprichting van gebouwen en gelijkaardige constructies voor deze bestaande activiteiten is niet toegelaten met uitzondering van de oprichting van schuilhokken voor dieren voor zover de omvang ervan in verhouding staat tot de begraasbare oppervlakte
Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur. Artikel 4.4. Grote eenheid natuur in overdruk over natuurgebied Het in overdruk aangeduide gebied is een grote eenheid natuur (GEN).
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘overig groen’
Artikel 5. Gemengd openruimtegebied Artikel 5.1 Bestemming Het gebied is bestemd voor natuurbehoud en landbouw. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor die functies zijn toegelaten, met uitzondering van de oprichting van gebouwen behoudens de overige bepalingen van dit artikel. Voor zover de ruimtelijk-ecologische draagkracht van het gebied niet wordt overschreden zijn, in uitzondering op het onbebouwde karakter van het gebied, de volgende handelingen toegelaten: -
het aanbrengen van kleinschalige infrastructuur die gericht op de sociale, educatieve of recreatieve functie van het gebied, waaronder sanitaire gebouwen of schuilplaatsen van één bouwlaag met een oppervlakte van ten hoogste 100 m²;
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_000342_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften Oppervlaktedelfstoffenzone “ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI” 5
Provincie Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen - Gemeente Oudenaarde en Wortegem-Petegem en Gistel en Damme
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften -
Verblijfsaccommodatie of horeca is niet toegelaten;
Artikel 5.2 Bepalingen m.b.t. gemeentelijke en provinciale ruimtelijke uitvoeringsplannen Als een gemeente of provincie voor delen van dit gebied een gemeentelijk of provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan opmaakt met voorschriften voor functies en activiteiten als vermeld in artikel 5.1 krijgen de voorschriften van dat plan na de goedkeuring ervan voorrang op de voorschriften opgenomen in dit artikel 5.1.
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘landbouw’.
Artikel 6. Bouwvrij agrarisch gebied Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven, zijn toegelaten. De oprichting van constructies is niet toegelaten.
Dit gebied behoort tot de bestemmingscategorie ‘landbouw’
Artikel 7. Agrarisch gebied Het gebied is bestemd voor de beroepslandbouw, zorgboerderijen en landbouweducatie. Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de landbouwbedrijfsvoering van landbouwbedrijven zijn toegelaten. Een landbouwbedrijfszetel mag alleen de noodzakelijke bedrijfsgebouwen en de woning van de exploitanten bevatten, alsook verwerkende en dienstverlenende activiteiten voor zover die een integrerend deel van het bedrijf uitmaken en ondergeschikt zijn aan de hoofdfunctie landbouw. Verblijfsgelegenheden binnen de bestaande hoofdzakelijk vergunde gebouwen, sanitaire voorzieningen voor hoevekamperen die ondergeschikt zijn aan het landbouwbedrijf, zijn toegelaten. In het gebied zijn ook bedrijven toegelaten die verwant zijn aan de landbouw, voor zover hun aanwezigheid in het agrarische gebied nuttig of nodig is voor het goed functioneren van de landbouwbedrijven in de omgeving en ze gevestigd worden in bestaande, hoofdzakelijk vergunde constructies. Die bedrijven moeten een directe en uitsluitende relatie hebben met de aanwezige landbouwbedrijven door afname of toelevering van diensten of producten. Primaire bewerking of opslag van producten kan worden toegelaten. Verwerking van producten is uitgesloten, met uitzondering van mestbehandeling en mestvergisting. Voor zover ze door hun beperkte impact de realisatie van de algemene bestemming niet in het gedrang brengen, zijn windturbines en windturbineparken, alsook andere installaties voor de productie van (hernieuwbare) energie of energierecuperatie toegelaten. De mogelijke effecten van de oprichting ervan ten aanzien van efficiënt bodemgebruik, eventuele verstoring van de uitbating(smogelijkheden) en landschappelijke kwaliteiten moeten in een lokalisatienota te worden beschreven en geëvalueerd.
Overdruk - symbolisch Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.
Artikel 8. Hoogspanningsleiding In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een hoogspanningsleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een hoogspanningsleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_000342_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften Oppervlaktedelfstoffenzone “ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI” 6
Provincie Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen - Gemeente Oudenaarde en Wortegem-Petegem en Gistel en Damme
Verordenende stedenbouwkundige voorschriften zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de bestaande hoogspanningsleiding niet in het gedrang worden gebracht.
Overdruk – symbolisch Deze overdruk heeft geen eigen bestemmingscategorie maar volgt de bestemmingscategorie van de grondkleur.
Artikel 9. Enkelvoudige leiding In het gebied, aangeduid met deze overdruk, zijn alle handelingen toegelaten voor de aanleg, de exploitatie en de wijzigingen van een ondergrondse transportleiding en haar aanhorigheden. De aanvragen voor vergunningen voor een transportleiding en aanhorigheden worden beoordeeld rekening houdend met de in grondkleur aangegeven bestemming. De in grondkleur aangegeven bestemming is van toepassing voor zover de aanleg, de exploitatie en wijzigingen van de enkelvoudige leiding en haar aanhorigheden niet in het gedrang worden gebracht.
Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan 2.12_000342_00001 Bijlage II Stedenbouwkundige voorschriften Oppervlaktedelfstoffenzone “ALLUVIALE KLEI VAN SCHELDE- EN MAASBEKKEN & POLDERKLEI” 7