GASGENERATOREN MET LUCHTKANAAL – VLOERMODEL EUROGAZ Titanium
INSTALLATIE - EN GEBRUIKSHANDLEIDING P.S.A. 09/2002 P.S.A. Boulevard de la Romanerie. BP 90023 49180 SAINT BARTHÉLÉMY D’ANJOU cedex - FRANKRIJK
Telefoon: 00 33 2 41 21 17 30 - Fax: 00 33 2 41 21 12 26 http://www.psa-net.com - E-mail:
[email protected] S.A. Piscine Service Anjou met een kapitaal van 481.000 € - KvK: B 310 818 240 - Code APE: 292 F
1
BELANGRIJK Deze installatiehandleiding maakt deel uit van het product en dient verplicht aan de installateur overhandigd te worden. Lees aandachtig de waarschuwingen die in deze handleiding beschreven worden, want deze behelzen belangrijke veiligheidsaanwijzingen met betrekking tot het gebruik en de goederenbehandeling. Bewaar deze handleiding, zodat deze te allen tijde geraadpleegd kan worden. De installatie dient uitgevoerd te worden overeenkomstig de van kracht zijnde normen en volgens de aanwijzingen van de fabrikant door een erkende vakspecialist. Met de term “erkende vakspecialist” wordt een persoon bedoeld die over de vereiste technische kennis beschikt op het gebied van P.S.A. onderdelen en verwarmingsinstallaties. Installatiefouten kunnen aanleiding geven tot letsel van mensen en dieren of materiële schade waarvoor de fabrikant iedere aansprakelijkheid afwijst. Controleer na het verwijderen van de verpakking van deze verwarmingsketel de staat van de inhoud. Controleer alvorens de ketel aan te sluiten of de door P.S.A. verstrekte gegevens overeenstemmen met de uit te voeren installatie binnen de maximaal toegestane grenzen van het betreffende product. Schakel de elektrische voeding uit alvorens welke onderhoudswerkzaamheden, goederenbehandeling of reparaties aan de ketel ook uit te voeren. Probeer ingeval van storingen en/of een abnormale werking van de ketel geen reparaties uit te voeren, maar schakel de elektrische voeding uit. Eventuele reparaties dienen uitgevoerd te worden door een erkende servicedienst die gebruik zal maken van uitsluitend originele vervangingsonderdelen. Niet naleving van de bovenstaande voorschriften kan de veiligheid van de ketel in gevaar brengen. Om verzekerd te blijven van een doelmatige en goede werking van de ketel, is periodiek onderhoud noodzakelijk volgens de door P.S.A. verstrekte aanwijzingen. Wanneer de verwarmingsketel doorverkocht of overgedragen wordt aan een andere gebruiker, dient men er altijd voor te zorgen dat deze handleiding bij het materiaal gepaard blijft gaan opdat de nieuwe eigenaar of installateur deze kan raadplegen. Deze verwarmingsketel mag uitsluitend gebruikt worden voor de doeleinden waarvoor het ontworpen is. Ongeacht welk ander gebruik dient beschouwd te worden als oneigenlijk en gevaarlijk. Onder de contractuele of buitencontractuele aansprakelijkheden van P.S.A. wordt alle schade uitgesloten als gevolg van installatie- of gebruiksfouten, of door niet naleving van de door P.S.A. verstrekte aanwijzingen of van de van kracht zijnde installatienormen voor het betreffende materiaal.
2
INHOUD 1 Algemeen ........................................................ 4 1.1 Algemene leveringsvoorwaarden..............................4 1.2 Spanning ...................................................................4 1.3 Waterbehandeling .....................................................4
2 Beschrijving.................................................... 4 2.1 van het model Eurogaz..............................................4 2.2 van het model Eurogaz dubbel circuit.......................5 2.3 van het model Eurogaz dubbele wisselaar ................5 2.4 van het bedieningspaneel ..........................................5 2.5 Afmetingen ...............................................................6 2.51 Ketel met enkelvoudig circuit 2.52 Ketel met dubbel circuit 2.53 Ketel met dubbele wisselaar
3 Technische specificaties................................. 7 3.1 Werking ....................................................................7 3.1 Verbruik ....................................................................7
4 Installatievoorschriften ................................. 7 4.1 Installatievoorwaarden ..............................................7 4.2 Installatie...................................................................8 4.3 Ventilatie van de ruimten..........................................8 4.4 Rookafvoersystemen.................................................9 4.5 Gastoevoer ................................................................11 4.6 Elektrische voeding...................................................11 4.7 Hydraulische aansluiting...........................................12 4.71 Enkelvoudig circuit 4.72 Dubbel circuit 4.73 Dubbele wisselaar 4.8 Aansluiting op het leidingwater ................................13
5 Inbedrijfstelling ............................................. 14 5.1 Eerste inbedrijfstelling ..............................................14 5.2 Ontsteking en doving ................................................14 5.3 Controles...................................................................15 5.4 Winterbescherming ...................................................15
6 Belangrijke gebruiksaanwijzingen............... 15 7 Onderhoud ..................................................... 15 7.1 Afstelling van de brander..........................................15 7.2 Aanpassing voor gebruik van andere gassoorten ......17
8 Voorzorgen ..................................................... 19 10 Elektrische schema’s ................................... 19 10.1 Schema elektrische logica van het regelpaneel .......19 10.2 Elektronische ontstekingsgroep ..............................20 10.3 Ketel met enkelvoudig circuit .................................21 10.4 Ketel met dubbel circuit..........................................22 10.5 Ketel met dubbele wisselaar ...................................23 LEGENDA......................................................................24
3
1. ALGEMEEN 1.1 Algemene leveringsvoorwaarden Alle goederen, zelfs als deze geleverd worden zonder verzend- en verpakkingskosten, worden vervoerd op risico van de bestemmeling. De ontvanger dient op de leveringsbon van de TRANSPORTEUR voorbehoud aan te tekenen, als hij vaststelt dat er tijdens het transport schade is opgetreden. (Bevestiging binnen 48 uur per aangetekend schrijven aan de TRANSPORTEUR). 1.2 Spanning Controleer vóór alle werkzaamheden of de op het apparaat aangegeven spanning overeenkomt met de spanning van het stroomnet. 1.3 Waterbehandeling Om onze producten onder de beste omstandigheden te gebruiken, bevelen wij aan de volgende waarden in acht te nemen: vrije chloor: maximaal 2,5 mg/l, totaal broom: maximaal 5,5 mg/l, pH tussen 6,9 en 8,0. Ingeval van gebruik van chemische of elektrofysische ontsmettingssystemen, dienen de installateur en de gebruiker bij de fabrikant na te vragen of deze verenigbaar zijn met onze producten. Deze systemen dienen verplicht geïnstalleerd te worden voorbij het verwarmingssysteem. 2. BESCHRIJVING 2.1 van het model Eurogaz
-1- Gasventiel -2- Circulatiepomp "wisselaar zwembad" -3- Aftapkraan van het primaire verwarmingscircuit -4- Brander -5- Veiligheidsthermostaat (TL) -6- Veiligheidspressostaat watertekort (DK) -7- Verwarmingssonde (SR) -8- Rookbeveiligingspressostaat (PV) -9- Expansievat -10- Ventilator
-11- Gastoevoer Ø 20/27 -12- Vulkraan primair circuit (15/21) -13- Veiligheidsklep verwarming 3 bar -14- Automatische ontluchter -15- Aansluiting concentrisch luchtkanaal Ø 60/100 -16- Buiswisselaar van TITANIUM -17- Thermostaatbehuizing + temperatuursonde van de regelthermostaat "verwarming zwembadwater" -18- Debietregelaar -19- Koppelstuk Ø 63 + verloopstuk Ø 63/50
4
2.2 van het model Eurogaz dubbel circuit (bij ons navragen) 2.3 van het model Eurogaz dubbele wisselaar (bij ons navragen op) 2.4 van het bedieningspaneel
Handmatige resetknop In de twee bovenstaande gevallen (vermeld in de paragraaf Signaallampje veiligheidsinschakeling brander), dient men om de ketel opnieuw in te schakelen op de resetknop te drukken met behulp van een puntig voorwerp na gewacht te hebben tot de veiligheidsperiode van circa 10/15 seconden verstreken is. Signaallampje veiligheidsinschakeling brander De functie van dit lampje bestaat uit de weergave van de inschakeling van het veiligheidssysteem van de brander als gevolg van een tekort aan gas of de omkering tussen fase en nul. In het eerste geval waarin de brander geheel niet ontstoken wordt, hoeft men slechts te controleren of de gaskraan open staat. In het tweede geval, waarin de brander na circa 10 seconden dooft, hoeft men slechts de fase en de nul om te keren door de stekker van de voedingskabel op het stopcontact om te draaien. Signaallampje stroom ingeschakeld. De functie van dit lampje bestaat uit de weergave van de inschakeling van de stroom van de ketel. Manometer Deze geeft de waterdruk aan in het verwarmingscircuit, waarvan de waarde bij koud water niet lager mag zijn dan 0,8/1 bar. Opgemerkt dient te worden dat wanneer de druk onder 0,4/0,6 bar daalt, het veiligheidssysteem van de ketel in werking treedt en de brander niet ontstoken kan worden. In dat geval dient men er derhalve voor te zorgen dat de minimale vereiste vuldruk bereikt wordt (0,8/1 bar) Thermometer Door middel van de thermometer is het mogelijk om de bedrijfstemperatuur van de ketel te controleren (watertemperatuur van het primaire circuit 85-70°C).
5
2.5 Afmetingen 2.51 Ketel met enkelvoudig circuit.
2.52 Ketel met dubbel circuit (bij ons navragen)
2.53 Ketel met dubbele wisselaar (bij ons navragen)
6
3. TECHNISCHE SPECIFICATIES 3.1 Werking De in de onderstaande tabel weergegeven branderdruk dient na 3 minuten werking van de ketel gecontroleerd te worden.
NUTTIG VERMOGEN (KW)
THERMISCH DEBIET (KW)
DRUK BRANDER (mbar)
DRUK BRANDER (mbar)
GAS H*
GAS L*
GAS B*
GAS P*
31
34.4
13.6
17.5
20.2
24.3
Gas H = Lacq gas
Gas L = Gronings gas
Gas B = Butaangas
Gas P = Propaangas
TYPE KETEL Thermisch debiet (kW) Nuttig vermogen (kW) Waterinhoud ketel (liter) Gewicht (kg) Elektrische voeding (V/Hz) Max. opgenomen vermogen (W) Max. opgenomen vermogen (W) optie dubbel circuit Aantal hoofdinspuitmondstukken van de brander Rookaansluiting (∅)
EUROGAZ 34,4 31 4.5 70 230/50 165 330 17 60/100
VERBRUIK G 20 (gas H - Lacq) in m3/uur G 25 (gas L - Groningen) in m3/uur G 30 (gas B - Butaan) in Kg/uur G 31 (gas P - Propaan) in Kg/uur
EUROGAZ 3.64 4.23 2.71 2.67
3.2 Verbruik
4. INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN 4.1 Installatievoorwaarden Woningen. De installatie en het onderhoud van de ketel dient uitgevoerd te worden door een erkende vakman volgens de hieronder vermelde normen en voorschriften: - Besluit van 2 augustus 1977 Technische en Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot verbrandingsinstallaties van gas en vloeibare koolwaterstoffen in woningen en bijgebouwen. - Norm DTU P 45-204 "Gasinstallaties" (voorheen DTU n° 61-1 "Gasinstallaties van april 1982" + aanhangsel nr. 1 juli 1984 + wijzigingsnota nr. 2 februari 1989 + wijzigingsnota nr. 3 december 1990), met name voor ketels met natuurlijke trek aangesloten op een schoorsteen: - het volume van de ruimte - de openingen naar buiten toe - de afvoer van de verbrandingsproducten
7
- Departementaal Gezondheidsreglement. Onder andere: de aanwezigheid op de installatie van een uitschakelfunctie van het type CB, met verschillende niet regelbare drukzones, overeenkomstig de functionele eisen van de norm NF P 43.011, ter voorkoming van terugvloeiing van drinkwater, wordt voorgeschreven door artikel 16.7 en 16.8 van het standaard Departementaal Gezondheidsreglement. Voor apparaten die aangesloten worden op het stroomnet: - Norm NF C 15-100, voor de elektrische aansluitingen en met name de verplichting tot een aansluiting op de aarde. Gebouwen opengesteld voor het publiek. De installatie en het onderhoud van het apparaat dient uitgevoerd te worden volgens de van kracht zijnde regels en voorschriften, met name: - Veiligheidsvoorschriften met betrekking tot brand en paniek in gebouwen die opgesteld worden voor het publiek: a/ Algemene voorschriften Voor alle apparaten: - Artikel GZ : "Verbrandingsinstallaties van gas en vloeibare koolwaterstoffen" Vervolgens, naar gelang het gebruik: - Artikel CH : "Verwarming, ventilatie, koeling, luchtbehandeling en productie van stoom en sanitair warm water". b/ Bijzondere voorschriften voor elke type instelling dat opengesteld wordt voor het publiek (ziekenhuizen, winkels, enz.) Een installatie die niet voldoet aan de bovenstaande Normen kan aanleiding geven tot letsel van mensen of dieren, waarvoor P.S.A. in geen geval aansprakelijk gesteld kan worden. 4.2 Installatie De ketel dient geïnstalleerd te worden volgens de van kracht zijnde normen en voorschriften. De ketel, die voorzien is van verstelbare steunpoten, kan rechtstreeks op de vloer geïnstalleerd worden. De ondergrond waarop de ketel geïnstalleerd wordt, dient te bestaan uit materiaal dat een perfecte stabiliteit garandeert. Om eventuele onderhoudswerkzaamheden eenvoudig uit te kunnen voeren, wordt het aanbevolen om minstens 20 cm speling te behouden aan de zijkanten van de ketel. 4.3 Ventilatie van de ruimten KETEL MET GEDWONGEN TREK MET MICRO-LUCHTKANAAL De ketel "EUROGAZ" is een apparaat waarin het verbrandingscircuit (toevoer van oxidatieve lucht, verbrandingskamer, wisselaar, afvoer van de verbrandingsproducten) geïsoleerd is ten opzichte van de ruimte waarin het apparaat geïnstalleerd is. Dit apparaat hoeft voor de werking geen lucht te betrekken uit de installatieruimte. Daarom is voor deze ruimte geen bijzondere ventilatie vereist. Wat betreft de systemen voor de luchtaanzuiging en de rookafvoer, zie de onderstaande aanwijzingen.
8
4.4 Rookafvoersystemen KETEL MET GEDWONGEN TREK MET MICRO-LUCHTKANAAL N.B.: De maximale toelaatbare lengte van het concentrische luchtkanaal bedraagt 3 m. en deze lengte dient met 1 m. verminderd te worden voor elk bochtstuk van 90° dat op de leiding toegevoegd wordt. Tot een coaxiale leiding met een lengte van minder dan 1 m. dient het diafragma geïnstalleerd te worden dat standaard in de verpakking meegeleverd wordt in de uitlaatopening van de afzuigventilator van de verbrandingsgassen (zie hieronder). * Deze ketel wordt geleverd met de bijbehorende basiskit voor het micro-luchtkanaal: - Afvoereindstuk van 1 m - Coaxiaal bochtstuk van 90° met flens - Neopreen aansluitpakking op ketel - Rubberen pakking Ø 100 mm - Klemband voor de buizen Ø 100 mm - PVC dekplaat
Zijuitgang in een buitenmuur (standaard levering)
Achteruitgang in een buitenmuur (mogelijk met aanvullende aanpassing - niet meegeleverd)
9
Verticale uitgang in dak (mogelijk met aanvullende aanpassingen - niet meegeleverd)
PLAATS VAN DE EINDSTUKKEN VAN DE MICRO-LUCHTKANALEN Plaats van de eindstukken
Minimale afstand in mm
A - Onder een venster B - Onder een ventilatieopening C - Onder een dakgoot D - Onder een balkon E - Vanaf een aangrenzend venster F - Vanaf een aangrenzende ventilatieopening G - Vanaf verticale of horizontale afvoerbuizen H - Vanaf een buitenhoek van het gebouw I - Vanaf een binnenhoek van het gebouw L - Vanaf de grond of een andere verdieping M - Tussen twee verticale eindstukken N - Tussen twee horizontale eindstukken
Indien L gelijk is aan of lager is dan 1,8 m en uitmondt op een buitencirculatie (met name een openbare of particuliere weg) dient het eindstuk van het luchtkanaal over een deflector te beschikken (of beschermrooster - niet meegeleverd).
10
4.5 Gastoevoer Voorafgaand aan de installatie raden wij u aan om alle brandstofleidingen intern te reinigen om eventuele residu’s te verwijderen die de goede werking van de ketel zouden kunnen verstoren. Laat alvorens de ketel in bedrijf te stellen de volgende punten door een erkende vakman controleren: - Controle van de afdichting van de aansluitingen van de gastoevoerleidingen - Controle van de waarde van het gasdebiet ten opzichte van het voor de ketel benodigde vermogen. - Controle of het toegevoerde gas overeenkomt met de specificatie die aangegeven staat op het specificatieplaatje van de ketel - Controle of de toevoerdruk van het gas overeenkomt met de op het specificatieplaatje aangegeven waarden - Controle of de afmetingen van de gastoevoerleiding juist zijn ten opzichte van het voor de werking van de ketel benodigde debiet (zie onderstaande tabel). * Doorsnede toevoerleiding propaangasketel. Doorsnede gasleiding tussen de propaanreduceerklep en de ketel (P = 37 mbar) Theoretische lengte 5 10 25 50 in m
Doorsnede gasleiding tussen de tank en de propaanreduceerklep (P = 1,5 bar) Theoretische lengte in m
(opgelet: 1 bochtstuk = 1 ml)
EUROGAZ
Ø 14
Ø16
Ø18
Ø25
(opgelet: 1 bochtstuk = 1 ml)
50
100
EUROGAZ
Ø10
Ø12
binnendiameter in mm
* Doorsnede toevoerleiding aardgasketel Doorsnede gasleiding Theoretische lengte in m
5
10
25
50
75
100
Ø 25
Ø 25
Ø 32
Ø 32
Ø 40
Ø 40
(opgelet: 1 bochtstuk = 1 ml)
EUROGAZ binnendiameter in mm
4.6 Elektrische voeding Men is slechts van een veilige elektrische werking verzekerd wanneer het systeem voorzien is van een aardaansluiting en de aansluitingen uitgevoerd zijn overeenkomstig de elektrische normen NF C 15-100 . De voeding van de ketel is 230 V - 50 Hz* Een niet conforme installatie kan aanleiding geven tot letsel van mensen of dieren, waarvoor PSA in geen geval aansprakelijk gesteld kan worden. De elektrische voeding dient uitgevoerd te worden door een kabel met een doorsnede van 3 x 1,5 mm². De bescherming dient verzekerd te worden door een scheidingschakelaar met zekering (met daarvoor een differentieelschakelaar van 30 mA) of door een onafhankelijke differentieelschakelaar van 30 mA.
11
OPGELET Ketel met elektronische ontsteking ELEKTRISCHE VOEDING 230V -50Hz- Gepolariseerd Neem verplicht de volgorde van de fase en de nul op het stopcontact in acht (Zonodig de voedingkabels op uw stopcontact omkeren)
- De klemmen -1 en 2 - (en 11-22 op Eurogaz met dubbele wisselaar) zijn in de fabriek parallel geschakeld en maken het mogelijk om een afstandsbediening van de ketel aan te brengen. - De klemmen - 3 en 6 - zijn bestemd voor een informatieontvangst "droog contact - zonder polariteit -" via een verwarmingsverzoek: => een of meerdere luchtverhitter(s) =>een omgevingsthermostaat =>een ontvochtigingssysteem PSA (Klemmen -3 en 6eveneens op het klemmenbord hiervan) - Opgelet: afhankelijk van het primaire warm watercircuit 90°-70° dient men een sterkere circulatiepomp ter vervanging of een hulpcirculatiepomp serieel met de standaard gemonteerde circulatiepomp aan te brengen om de werkelijke drukverliezen van de installatie te compenseren (neem hiervoor contact met ons op). 4.7 Hydraulische aansluiting - Proefdruk van de wisselaar: 4 Bar. 4.71 Enkelvoudig circuit
12
4.72 Dubbel circuit
4.73 Dubbele wisselaar (bij ons navragen) 4.8 Aansluiting op het leidingwater * Met een ketel geïnstalleerd in een technische VORSTVRIJE ruimte
Wij bevelen u aan om deze ketel op het leidingwater aan te sluiten via het kraanhuis achter de ketel (naast de « rode » veiligheidsklep) om af en toe water in het primaire circuit bij te kunnen vullen (zodat men op de voorzijde van het apparaat een druk op de manometer afleest van 1,2 bar). => In geval van een incidentele aansluiting dient men een soepele slang aan te sluiten op een leidingwaterkraan (monteer een afkoppelstuk op de slang) => In geval van een permanente aansluiting dient men een vaste leiding te installeren (met afkoppelstuk en afsluiter op de leiding)
13
5. INBEDRIJFSTELLING 5.1 Eerste inbedrijfstelling Voorafgaande controles Alvorens de ketel in bedrijf te stellen, dient men de volgende controles uit te voeren: - Controleer of de installatie goed gevuld is met water. - Controleer of het gebruikte gas overeenkomt met het op het specificatieplaatje van de ketel aangegeven gas (zie op de ketel gelijmde plaatje). Indien dit niet het geval is, dient men verplicht de nodige handelingen uit te voeren om de ketel aan te passen voor het gebruik van een andere gassoort. Deze handelingen dienen uitgevoerd te worden door een erkende vakman. - Controleer of de gastoevoerkraan open staat. - Controleer of er geen gaslekken zijn. - Controleer of de veiligheidsklep van de installatie niet geblokkeerd is. - Controleer of het rookafvoerkanaal, de eventuele luchtopeningen in de ruimte waarin de ketel geïnstalleerd is, voldoen aan de van kracht zijnde normen (zie ROOKAFVOERSYSTEEM). - Controleer of de spanning van de elektrische voeding voldoet aan de technische specificaties van de ketel. - Controleer of er geen water lekt uit het hydraulische circuit. 5.2 Ontsteking en doving 5.21 Ontsteking - Start de filterpomp. - Zet de Aan/Uit schakelaar "ZWEMBADVERWARMING" op de stand "Aan" - Zet de Aan/Uit schakelaar "VERWARMINGSCIRCUIT" of "VERWARMING SPA" op de stand "Aan" (indien optie aanwezig) * Wanneer de ketel gedurende een bepaalde tijd niet gebruikt is, kan er luchtvorming optreden in de gastoevoerleiding. Daarom komt het gas in werkelijkheid pas na enkele seconden bij de brander aan.
- Zet de thermostaat "zwembad" en/of de thermostaat "SPA" op de gewenste instructietemperatuur. N.B. : Na een lange tijd waarin de ketel niet gewerkt heeft, is het mogelijk dat de circulatiepomp(en) geblokkeerd is (zijn). Verdraai in dat geval vóór de stroominschakeling de motoras (van elke circulatiepomp) door middel van een schroevendraaier.
5.22 Doving - Zet de Aan/Uit schakelaar "ZWEMBADVERWARMING" op de stand "Uit". - Zet de Aan/Uit schakelaar "VERWARMINGSCIRCUIT" of "VERWARMING SPA" op de stand "Uit" (indien optie aanwezig). - Sluit de gastoevoerkraan vóór de ketel, als de ketel voor langere tijd niet gebruikt hoeft te worden.
14
5.3 Controles - Controleer of de ketel stopt wanneer men de thermostaat (thermostaten) lager afstelt (opgelet: permanent verzoek tot verwarming indien de temperatuur van het (de) zwembad(en) lager is dan 16°C). - Controleer of de ketel stopt wanneer men de filterpomp uitschakelt. De regel- en oververhittingthermostaten stoppen de werking van de ketel in geval van oververhitting door een tekort aan zwembadwatercirculatie in de wisselaar. 5.4 Winterbescherming - Schakel de elektrische hoofdvoeding uit - Sluit de gastoevoer - Tap het zwembadcircuit af BELANGRIJK door een ontoereikende winterbescherming komt de GARANTIE automatisch te vervallen. 6. BELANGRIJKE GEBRUIKSAANWIJZINGEN - Alvorens de ketel in of uit te schakelen, dient men zich op de hoogte te stellen van de daartoe verstrekte instructies. - Reinig eens per jaar de ketel en controleer het apparaat. - Wanneer de ketel gedurende langere tijd niet gebruikt hoeft te worden, dient men alvorens de hoofdschakelaar in te schakelen eerst de motor van de circulatiepomp te deblokkeren met behulp van de daartoe bestemde schroef. - Verander niet de instellingen van het gasventiel zonder aanwijzingen van een erkende vakman. - Controleer alvorens afstellingen of reparaties uit voeren of de stroom van de ketel uitgeschakeld is: koppel de installatie van het stroomnet af. 7. ONDERHOUD (jaarlijks uit te voeren door een erkende gasverwarmingsmonteur). OPGELET: Controleer alvorens welke werkzaamheden ook uit te voeren, of de stroom van de ketel uitgeschakeld is. Voor een optimale levensduur en een veilige werking, dient men jaarlijks de installatie te reinigen, de veiligheidsvoorzieningen te controleren (bijvoorbeeld de veiligheidsklep, enz. ...) en de staat van de beschermingsanode van magnesium te controleren. BELANGRIJK Controleer vóór ongeacht welke werkzaamheden op het toestel of de stroom uitgeschakeld en vergrendeld is. Alle werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden door vakbekwaam en erkend personeel voor dit soort toestellen. 7.1 Afstelling van de brander Opgelet: Alle volgende afstellingen van de brander mogen uitsluitend uitgevoerd worden door erkende technische servicespecialisten: - wijziging van de standaard instellingen (verandering van gassoort, aanpassing aan bijzondere omstandigheden van het gastoevoernet)
15
- A) Afstelling van het minimale vermogen - Controleer de drukwaarde van de gastoevoer vóór de installatie (zie tabel – inspuitmondstukken diafragma’s - drukwaarden -) - Verwijder de beschermkap die de afstelschroeven beschermt boven op het gasventiel - Controleer of de RTR regelthermostaat van de verwarming op de maximale waarde staat (90°) - Stel de manometer in zoals aangegeven op de onderstaande afbeelding - Zet de AAN/UIT schakelaar "zwembadverwarming" op Aan - Controleer of de regelthermostaat "zwembadverwarming" gesloten is (in autorisatiefase) - Schakel het filtersysteem van het zwembad in. - Controleer wanneer de brander eenmaal werkt de waarde van de minimale druk (zie tabel inspuitmondstukken – diafragma’s - drukwaarden -) - Wijzig zonodig deze waarde door de moer "A" MET DE WIJZERS VAN DE KLOK MEE te draaien om de druk te verhogen of TEGEN DE WIJZERS VAN DE KLOK IN om deze te verlagen. - B) Afstelling van het maximale vermogen - Na circa 120 seconden loopt de drukwaarde op: controleer nu deze waarde en wijzig deze zo nodig door de moer "B" MET DE WIJZERS VAN DE KLOK MEE draaien om de druk te verhogen of TEGEN DE WIJZERS VAN DE KLOK IN om deze te verlagen. - C) Beëindiging van de basisinstellingen - Controleer de minimale en maximale drukwaarden van het modulerende gasventiel. - Stel de waarden eventueel bij. - Bescherm de stelschroeven door middel van de daartoe bestemde beschermkap. - Sluit de schroef weer van de betreffende drukmetingspunten.
16
7.2 Aanpassing voor gebruik van andere gassoorten Opgelet: De ketels worden geleverd om te werken met het tijdens de bestelling gespecificeerde gas. Eventuele latere wijzigingen dienen uitgevoerd te worden door een erkende vakman op basis van de door PSA verstrekte gegevens. - A) Verandering van Aardgas naar LPG. - 1 - Demonteer de hoofdbrander. - 2 - Vervang de 17 inspuitmondstukken (1) van de brander. - 3 - Vervang het diafragma (2) aan de uitgang van het gasventiel (zie tabel - inspuitmondstukken diafragma’s - drukwaarden -) - 4 - Monteer opnieuw de hoofdbrander. - 5 - Controleer de drukwaarde vóór het gasventiel (zie bovenstaande tabel) en voer de afstelling van de druk van de brander uit volgens de aanwijzingen van § 7.1 Afstelling van de brander. - 6- Controleer de goede werking van de brander - B) Verandering van LPG naar Aardgas - 1 - Demonteer de hoofdbrander. - 2 - Vervang de 17 inspuitmondstukken (1) van de brander. - 3 - Vervang het diafragma (2) aan de uitgang van het gasventiel (zie tabel - inspuitmondstukken diafragma’s - drukwaarden -) - 4 - Monteer opnieuw de hoofdbrander. - 5 - Controleer de drukwaarde vóór het gasventiel (zie tabel - inspuitmondstukken - diafragma’s drukwaarden) en voer de afstelling van de druk van de brander uit volgens de aanwijzingen van § 7.1 Afstelling van de brander. - 6- Controleer de goede werking van de brander
17
18
INSPUITMONDSTUKKEN - DIAFRAGMA’S - DRUKWAARDEN GASTYPE
Lacq gas - H Gronings gas - L
Butaangas - B Propaangas - P
∅ TOEVOERDRUK INSPUITMONDSTUKKEN (mbar) (mm)
20 25 28 37
1.20 1.20 0.80 0.80
∅ DIAFRAGMA’S (mm)
DRUK BRANDER (mbar)
6.7 6.7 4.4 4.4
3.8-13.6 3.8-17.5 5.5-20.2 7.5-24.3
8. VOORZORGEN OPGELET Controleer vóór ongeacht welke werkzaamheden op het toestel of de stroom uitgeschakeld en vergrendeld is. Alle werkzaamheden dienen uitgevoerd te worden door vakbekwaam en erkend personeel voor dit soort toestellen. 9. ELEKTRISCHE SCHEMA’S 9.1 Schema elektrische logica van het regelpaneel
DK : Veiligheidspressostaat tegen watertekort F2 : Zekering voeding transformator en lage ventilatiesnelheid (315 mA T) KA2 : Contact stuurrelais "autorisatie extra verwarming of SPA" L1 : Rode Led (autorisatie verwarming) LL (LLM) : groen lampje elektrische voeding P3 : vermogensregeling verwarming (in de fabriek verzegeld op de maximale waarde) RTR : Temperatuurregelaar primair verwarmingscircuit rechts onderaan in de schakelkast (in de fabriek ingesteld op maximaal 90 °C)
F1 : Veiligheidszekering paneel (4A F) F3 : Zekering 24 Vac circuit (315 mA T) KA1: Contact stuurrelais "autorisatie zwembad" S1 : Aan/Uit schakelaar "werking zwembadverwarming" S2 : Aan/Uit schakelaar "werking extra verwarming" L2 : Gele Led (brander in werking) MD : Modulerende spoel P : Circulatiepomp (wisselaar) PV : Veiligheidspressostaat rookcircuit SR : Sonde primair verwarmingscircuit V : Ventilator
19
TABEL VAN DE WEERSTANDEN (OHM) VOOR DE VERWARMINGSSONDE (SR) AFHANKELIJK VAN DE TEMPERATUUR (°C)
Verhouding tussen de temperatuur (°C) en de nominale weerstand (Ohm) van de verwarmingsweerstand SR Voorbeeld: Bij 25°C bedraagt de weerstand 9888 Ohm Bij 90°C bedraagt de weerstand 923 Ohm
10.2 Elektronische ontstekingsgroep
E.ACC. 1: Ontstekingselektrode E. ACC. 2: Ontstekingselektrode E. RIV.: Ionisatieelektrode LB: Signaallampje veiligheidsinschakeling brander PR: Reset drukknop TL: Veiligheidsclixonventiel 105°C - 230V met automatische reset L-N: Eenfase voeding 230V-1N-50Hz- (van de regelingskaart) … : Aarde
20
10.3 Ketel met enkelvoudig circuit
BELANGRIJK Het verwijderen of shunten van één van de veiligheidsvoorzieningen of de afstandsbediening leidt automatisch tot verval van de GARANTIE. 21
10.4 Ketel met dubbel circuit
BELANGRIJK Het verwijderen of shunten van één van de veiligheidsvoorzieningen of de afstandsbediening leidt automatisch tot verval van de GARANTIE.
22
10.5 Ketel met dubbele wisselaar
BELANGRIJK Het verwijderen of shunten van één van de veiligheidsvoorzieningen of de afstandsbediening leidt automatisch tot verval van de GARANTIE.
23
LEGENDE
LEGENDA
NB: PROHIBER TOUTE RALLONGE DE CABLE OU RACCORDEMENT SUR UNE MULTIPRISE ATTENTION CHAUDIERE AVEC ALLUMAGE ELECTRONIQUE ALIMENTATION ELECTRIQUE 230 V-50Hz- Polarisée Respecter impérativement l’ordre de la phase et du neutre. (si nécessaire, inverser les câbles d’alimentation sur la prise de courant femelle) blanc noir rouge vert marron bleu VERS GROUPE D’ALLUMAGE ELECTRONIQUE NB: SW1 Pont sur PC = Post-circulation de la pompe de 200 sec. (conditions d’usine) Pont sur OFF = Pompe en fonctionnement continu SW2 Pont sur ON = ventilateur en vitesse minimale pendant le temps d’arrêt du brûleur (conditions d’usine) Pont sur OFF = Ventilateur arrêté pendant l’arrêt du brûleur
OPM.: GROTE KABELVERLENGINGEN OF AANSLUITING OP STEKKERDOZEN VERBODEN OPGELET KETEL MET ELEKTRONISCHE ONTSTEKINGELEKTRISCHE VOEDING 230V - 50Hz – Gepolariseerd Neem verplicht de fasenvolgorde en de nul op dit stopcontact in acht. (zo nodig de voedingskabels omkeren op uw stopcontact) wit zwart rood groen bruin blauw NAAR ELEKTRONISCHE ONTSTEKINGSGROEP OPM.: SW1 Brugschakeling op PC = Nacirculatie van de pomp van -200 sec. (standaard instelling) Brug op OFF = Pomp continu werkend SW2 Brugschakeling op ON = Ventilator op minimale snelheid tijdens stoptijd van de brander (standaard instelling) Brugschakeling op OFF = Ventilator uitgeschakeld tijdens stoptijd van de brander BM Bobine modulante Modulatiespoe CD Contrôleur de débit Debietregelaar CD1 Contrôleur de débit piscine Debietregelaar zwembad CD2 Contrôleur de débit Spa Debietregelaar Spa DK Pressostat de sécurité manque d’eau Veiligheidspressostaat watertekort F1 Fusible de protection 3.15 A F Veiligheidszekering 3,15A F KA1 Relais de commande Stuurrelais LLM Témoin de mise sous tension Signaallampje stroominschakeling MCP Moteur circulateur piscine Motor circulatiepomp “zwembad” MV Moteur ventilateur Motor ventilator PV Pressostat de fumées Rookpressostaat RPR Régulateur température chauffage (scellé en usine) Regeling verwarmingstemperatuur (in de fabriek verzegeld) RTR Régulateur température chauffage Temperatuurregelaar Verwarming SR Sonde chauffage Verwarmingssonde S1 Interrupteur Marche/Arrêt chauffage piscine Aan/Uit schakelaar “zwembadverwarming” S2 Interrupteur Marche/Arrêt chauffage auxiliare Aan/Uit schakelaar “extra verwarming” of “Spa” TH-TH1 Thermostat régulation piscine Regelthermostaat zwembad TH2 Thermostat régulation Spa Regelthermostaat Spa MCA Circulateur auxiliaire Motor circulatiepomp “extra verw.” MCS Pompe Spa Motor circulatiepomp “SPA” RACCORDEMENTS ELECTRIQUES ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN: 2-1 : Bornes shuntées en attente pour commande à distance) 2-1: Parallel geschakelde klemmen (voor latere aansluiting PC : prise de courant mâle (alimentation triphasée 230V-1N- afstandsbediening) 50Hz-~- + Terre PC: Stroomstekker (Eenfase voeding 230V - 1N - 50Hz - ∼ 3-6 : Asservissement chauffage “auxiliaire » raccordées aux - + Aarde bornes 3-6 déshumidificateur PSA 3-6: Besturing extra verwarming aangesloten op klemmen 22-11 : Bornes shuntées en attente pour commande à distance 3-6 PSA ontvocht. Spa 22-11: Parallel geschakelde klemmen (voor latere aansluiting afstandsbediening SPA)
In het kader van ons voortdurend streven naar verbetering, behouden wij ons het recht voor om onze producten zonder voorafgaand bericht te wijzigen.
24
VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING DE VERWARMINGSKETEL SPECIAAL VOOR ZWEMBADEN
EUROGAZ voldoet aan de eisen van: •
de richtlijn betreffende gasapparaten 90/396/EEG,
De volgende geharmoniseerde normen zijn toegepast: DIN EN 297
25