VOLWASSENENONDERWIJS
Organisatie:
Lineaire opleiding
Onderwijsvorm:
HOKTSP
Opleidingsduur:
3-jarige opleiding
Categorie:
Economisch
Afdeling:
BOEKHOUDEN
Leerplannummer:
2003/777L (nieuw)
Nummer Inspectie:
02-03/982/G
VOLWASSENENONDERWIJS
Organisatie:
Lineaire opleiding
Onderwijsvorm:
HOKTSP
Opleidingsduur:
3-jarige opleiding
Categorie:
Economisch
Afdeling:
BOEKHOUDEN
Aantal lestijden:
12 lestijden/week
Leerplannummer:
2003/777L (nieuw)
Nummer Inspectie:
02-03/982/G
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ....................................................................................................................................................... 2 Beginsituatie........................................................................................................................................... 3 Algemene doelstellingen ........................................................................................................................ 6 Affectieve & psychomotorische doelstellingen ......................................................................................15 Cognitieve leerplandoelstellingen / leerinhouden..................................................................................19 TV Nederlandse handelscorrespondentie en rapporteren ..........................................................19 TV Financiële algebra .................................................................................................................20 TV Bank- en kredietverrichtingen................................................................................................23 TV Burgerlijk handelsrecht ..........................................................................................................26 TV Sociaal recht (sociale wetgeving) ..........................................................................................30 TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving) ...........................................................................................32 TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ......................................................37 TV Analytische exploitatie boekhouden ......................................................................................52 TV Financiële analyse.................................................................................................................56 TV Algemene economie..............................................................................................................58 TV Case studies..........................................................................................................................62 TV Openbare financiën ...............................................................................................................65 TV Bedrijfseconomische statistiek ..............................................................................................68 TV Informatica.............................................................................................................................71 TV Techniek binnen – en buitenlandse handel ...........................................................................77 TV Computerboekhouden ...........................................................................................................81 TV Bedrijfsorganisatie en beleid .................................................................................................83 TV Controle, expertise en deontologie........................................................................................90 Methodologische wenken......................................................................................................................96 Pedagogisch-didactische wenken...............................................................................................96 Didactische hulpmiddelen .........................................................................................................100 Evaluatie .............................................................................................................................................101 Bibliografie ..........................................................................................................................................104
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
2
VISIE Deze studierichting is in de eerste plaats een voorbereiding op een loopbaan in zowel de profit- als de non-profitsector, met daarbovenop een gedegen voorbereiding op een beroepsloopbaan in de boekhoudkundige administratie in alle sectoren. Bovendien leiden de studies tot zelfstandig boekhouder bib indien de cursist nog een stage (200 dagen) en met goed gevolg een praktisch bekwaamheidsexamen aflegt, georganiseerd door het Beroepsinstituut voor Boekhouders. Naast de zuivere kennis van “boekhouding” primeert dus ook het inzicht is het geheel van de samenhangende deelgebieden, waardoor de cursist na deze studie een ruime inzetmogelijk heeft in velerlei sectoren. Als boekhouder zal hij instaan voor de systematische en correcte boekhoudkundige verwerking van elke verrichting die in geld waarneembaar is op het gebied van aankoop, verkoop en algemene financiële administratie, en die dus een financiële weerslag heeft op het ondernemingsgebeuren. Zijn functionele bijdrage zal eerder operationeel dan strategisch van aard zijn. Als hoofdboekhouder kan hij leiding geven aan een boekhoudkundige administratie. ICT-integratie zet ook hier zijn opmars verder. Dat is voor cursisten uit deze studierichting, met veel ruimte voor informatica en ICT-toepassingen, natuurlijk geen probleem. Voor “Boekhouding” betekent dit wel dat ze een professioneel boekhoudpakket op de computer zullen leren gebruiken.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
3
BEGINSITUATIE Algemeen: Om als regelmatig student toegelaten te worden in het hoger onderwijs moet de student ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van een leerjaar gegeven zijn en houder zijn van een van de hiernavolgende studiebewijzen : diploma van secundair onderwijs; een brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs of van een diploma van het voltijds hoger onderwijs; een getuigschrift of diploma van hogere secundaire technische leergangen; een diploma of getuigschrift dat krachtens een wet, decreet, Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend. Indien een student niet op basis van bovenvermelde voorwaarden kan worden toegelaten, richt de directeur van het centrum voor de student die tijdens het kalenderjaar waarin hij zich voor het eerst inschrijft ten minste 21 jaar wordt, een toelatingsexamen in, uiterlijk de vijfde dag na het einde van de inschrijvingstermijn.
Vakspecifiek: TV Nederlandse handelscorrespondentie en rapporteren We gaan ervan uit dat de betrokkenen helemaal geen kennis bezitten van handelscorrespondentie, noch van rapportering. Er is in het verleden tevens vastgesteld dat in occasionele gevallen de kennis van de Nederlandse taal te wensen overliet, zodat we ook hier de nodige aandacht aan besteden.
TV Financiële algebra
1ste jaar Er wordt van de student een minimale voorkennis basistechnieken Wiskunde verwacht. (b.v. rekenregels en eigenschappen van machten)
2de jaar ste
De student is geslaagd in het 1
jaar
TV Bank- en kredietverrichtingen Er is geen voorkennis vereist van de cursist
TV Burgerlijk- en handelsrecht Er is geen voorkennis vereist van de cursist
TV Sociaal recht (sociale wetgeving) ste
De student is geslaagd in het 1
jaar
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
4
TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving)
2de jaar Iedereen kent de notie BTW, maar niemand blijkt te weten wat hier precies achter schuil gaat. Wij gaan er dus van uit dat de kennis volledig onbestaande is ; ook het typisch fiscale denken is de meeste studenten onbekend Er is van de cursist geen specifieke voorkennis vereist.
3de jaar de
De student is geslaagd in het 2 jaar
TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen
1ste jaar De studenten hoeven geen specifieke boekhoudkundige voorkennis te bezitten. De leerstof begint met een grondige analyse van de basisprincipes van het boekhouden en wordt stelselmatig en inzichtelijk verder uitgewerkt.
2de jaar ste
De student is geslaagd in het 1
jaar
Wij gaan ervan uit dat, in het eerste jaar Boekhouden, een stevige kennis werd verworven door de studenten. Basisboekingen dienen bekend te zijn ; bij enige twijfel worden ze snel overlopen. Wij gaan dus voort op de aanwezige en parate kennis van de studenten. TV Analytische exploitatie boekhouden de
De student is geslaagd in het 2 jaar
TV Financiële analyse ste
jaar
ste
jaar
De student is geslaagd in het 1
TV Algemene economie De student is geslaagd in het 1
TV Case studies Er wordt geen enkele voorkennis ondersteld in deze materie. Wel wordt voortdurend naar de boekhouding verwezen en de gevolgen van bepaalde beslissingen hierop; deze boekhoudkundige kennis wordt per definitie verondersteld aanwezig te zijn.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
5
TV Openbare financiën Voor het vak “Openbare Financiën” is geen specifieke voorkennis vereist.
TV Bedrijfseconomische statistiek Voor quasi alle studenten is dit een nieuw vak: derhalve is het vooreerst de bedoeling de studenten kennis te laten maken met een aantal statistische begrippen en de typische terminologie. Verder wordt beoogd inzicht te verwerven in het statistisch denken: hiertoe vormen de berekeningen van een aantal gemiddelden reeds een eerste aanzet. Het element kansrekenen legt de grondslag voor de later te bestuderen kansverdelingen: hierbij is het verwijzen naar de economische beleidsomgeving van elke dag essentieel.
TV Informatica Gezien de instroom van studenten uit verschillende afdelingen secundair onderwijs gebeurt, wordt als beginsituatie voor het vak informatica uitgegaan van een elementaire kennis van het operatingsysteem Windows TV Techniek binnen- en buitenlandse handel Voor dit vak is geen specifieke voorkennis vereist. Wel wordt verondersteld dat de student vertrouwd is met de dagdagelijkse sociale economische en financiële activiteiten in het algemeen en hiervoor een intrinsieke belangstelling vertoont. TV Computerboekhouden
2de jaar ste
De student is geslaagd in het 1
jaar
3de jaar de
De student is geslaagd in het 2 jaar
TV Bedrijfsorganisatie en beleid
1ste jaar We gaan ervan uit dat de betrokkenen het bedrijf als economisch gegeven kennen maar dat het de studenten onbekend is welke regels er inzake organisatie en beleid gehanteerd worden. Bedoeling is dan ook dit stramien van beleidsprincipes sterk te actualiseren
3de jaar de
De student is geslaagd in het 2 jaar TV Controle, expertise en deontologie de
De student is geslaagd in het 2 jaar
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
6
ALGEMENE DOELSTELLINGEN TV Nederlandse handelscorrespondentie en rapporteren Onze afgestudeerden komen met hun diploma boekhouden dikwijls terecht in een zeer brede en vaag afgebakende functie. Voornamelijk in kleinere ondernemingen dienen zij aldus zorg te dragen voor tal van administratieve en zelfs commerciële taken. Het is de bedoeling om de studenten, vanuit een praktijkgeoriënteerde cursus, in staat te stellen een handelsbrief en een rapport te schrijven. Zij moeten voldoende inzicht verwerven teneinde klaarheid te scheppen in een zakelijke situatie. Zij moeten uit de brieven en rapporten ook de belangrijkste elementen kunnen distilleren. Tot slot dienen we ook nog het juridische aspect van een commerciële brief te benadrukken, aangezien deze -in geval van disputen- een niet onaanzienlijke bewijskracht bezit. Verder willen we twee onderwerpen, alhoewel ze niet direct aan bod komen in hun professionele bezigheden, extra bestuderen. Ten eerste brengen we de regels en vereisten waaraan hun eindwerk moet voldoen onder de aandacht. Ten tweede wordt de sollicitatiebrief belicht als één van de meest belangrijke persuasieve brieven die de studenten moeten schrijven na hun studie.
TV Financiële algebra ste
1
jaar
Inzicht verwerven in enkelvoudige en samengestelde intrest, alsook in post- en praenumerandoannuïteit De formules voor de aanvangswaarde van een post- en praenumerando annuïteit kunnen afleiden, opstellen en toepassen Het onderscheid tussen enkelvoudige en samengestelde intrest duidelijk weergeven. De algemene formules voor de enkelvoudige en samengestelde intrest kunnen afleiden en opstellen. De formules voor enkelvoudige en samengestelde intrest kunnen toepassen. De afleidingen uit de slotwaardeformules kunnen geven en de nieuwe formules kunnen toepassen. De formules voor de slotwaarde van een post- en praenumerando-annuïteit kunnen afleiden, opstellen en toepassen. Afleidingen uit de slotwaardeformules van post- en praenumerando-annuïteiten kunnen geven en toepassen. De cursist leert omgaan met financiële begrippen; de tijdswaarde van het geld, intrest, verdiscontering,… De cursist leert wiskundige formules in diverse financiële situaties gebruiken en werkt tevens toepassingen uit aan de hand van: - een rekenmachine - een rekenblad (excel) - intrest Factor tabellen de
2
jaar
Deze cursus bouwt verder op de verworvenheden opgebouwd tijdens het eerste jaar; een aantal denkpistes die daar werden ontwikkeld, worden thans verruimd, versterkt en verfijnd. Vooral het synthetisch denken wordt gestimuleerd, zodat dit leidt tot een allesomvattend “Vermögen”.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
7
Vooral de financiële algebraische filosofie, als onderbouw van de onderscheiden formules, wordt voortdurend in het licht gezet en brengt op deze wijze een gefundeerd inzicht in de materie. Dat dit alles moet leiden tot de “praxis”, is niet meer dan vanzelfsprekend.
TV Bank- en kredietverrichtingen De student ziet het belang van de financiële instelling in als schakel tussen kredietnemers en beleggers én krijgt inzicht in het scala van belegginsproducten. TV Burgerlijk- en handelsrecht De nodige rechtskennis bijbrengen om de studie van de economie en de bedrijfseconomie te ondersteunen. Een duurzame kern juridische woordenschat aanbrengen. Het de studenten mogelijk maken wetteksten te begrijpen en het verder contact met de rechtswereld te vergemakkelijken. Leiden tot een beter begrip van en een positieve ingesteldheid tegenover de wet (een objectiefkritische benadering moet vanzelfsprekend de ogen niet sluiten voor onvermijdelijke tekortkomingen). TV Sociaal recht (sociale wetgeving) De studenten moeten in het doolhof van het sociaal recht de weg leren vinden naar het antwoord op concrete vragen die zij als boekhouder kunnen tegenkomen. Zij moeten leren een juridische kijk te ontwikkelen vereist om problemen in dit gebied aan te pakken. Zij moeten leren inschatten in hoeverre de antwoorden die zij gevonden hebben betrouwbaar zijn. de student zal voldoende kennis verwerven om zonder problemen te kunnen deelnemen aan de ingangsproeven van de verschillende instituten de student leert de boekhoudafdeling organiseren, coördineren en leiden; de student leert belangrijke beslissingen te nemen; de student leert correct met vertrouwelijke informatie om te gaan; de student krijgt een inzicht in de geldende reglementering en wederzijdse rechten en plichten van de werkgevers en werknemers en dit zowel bij de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst als tijdens de lopende duur en bij de beëindiging van de overeenkomst. de student krijgt inzicht in de diverse sectoren van de sociale zekerheid. TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving) de
2
jaar
Zich een grondig inzicht verschaffen in het BTW-mechanisme. Zij dienen inzicht te verwerven in het aangifteformulier en moeten in staat zijn, op het einde van de cursus, zelf een BTW-aangifte in te vullen Tevens moeten de studenten een overzicht krijgen van de BTW-wetgeving en haar praktische toepassing ervan. De student verwerft de theoretische en praktische kennis van het rechtsvak personenbelasting.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week) de
3
8
jaar
De lessen in het fiscaal recht moeten: De nodige rechtskennis bijbrengen om de studie van het boekhouden te ondersteunen. Een duurzame kern van juridische woordenschat aanbrengen. Een algemeen inzicht geven in de structuur van de personenbelasting en de studenten aantonen dat de meeste problemen kunnen opgelost worden met behulp van een juridisch werk en/of wetboek. De studenten moeten op het einde van het jaar het aangifteformulier kunnen invullen. Het de studenten mogelijk maken wetteksten te begrijpen en te interpreteren. Leiden tot een beter begrip van en een positieve ingesteldheid tegenover de wet en het recht in het algemeen ( een objectief kritische benadering moet vanzelfsprekend de ogen niet sluiten voor onvermijdelijke tekortkomingen).
TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen
1ste jaar Als kern van elke bedrijfsactiviteit verzamelt en verstrekt de boekhouding alle informatie van financiële aard. Afhankelijk van de grootte van de onderneming zal de hoofdboekhouder bijgestaan worden door de boekhouder(s) en een aantal boekhoudkundige bedienden. Om succesvol de functies van boekhouder/ hoofdboekhouder te kunnen uitoefenen, streeft deze opleiding ernaar om kennis, kunde en attitudes bij te brengen, zodat de cursisten competent kunnen handelen in uiteenlopende probleemsituaties. Het vak ‘Algemeen en vennootschapsboekhouden’ streeft in het kader van de beroepsopleidingsprofielen van boekhouder/ hoofdboekhouder volgende algemene doelstellingen na: Data en inhoud van de Belgische boekhoudwetgeving kennen. Indeling van de jaarrekening kennen. Oprichtingseisen van vennootschappen kennen. Zinvolle definities kunnen opbouwen voor begrippen uit de jaarrekening zoals bijvoorbeeld; uit de balans (activa, passiva, ...), uit de resultatenrekening (kosten, opbrengsten,...). Verband kunnen leggen tussen twee of meer inhouden; vb. afschrijvingen en waardeverminderingen,... De structuur van het eigen en het vreemd vermogen op de passiefzijde van de balans kunnen aanduiden. De structuur van de vaste, realiseerbare en beschikbare middelen op de actiefzijde van de balans kunnen weergeven. De structuur van een boek voor inkomende facturen kunnen opbouwen. Bepaalde werkwijzen, handelingsprocedures vlot kunnen uitvoeren zoals bijvoorbeeld; een kasboek invullen, ... Gericht zijn op het raadplegen van informatiebronnen; zoals het raadplegen van de jaarrekening, het rekeningenstelsel,... Zin voor orde en nauwkeurigheid ontwikkelen. Gericht zijn op het uitvoeren van controles. Zin ontwikkelen voor het gestructureerd oplossen van een probleem. Weten uit welke documenten de jaarrekening van de onderneming bestaat.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
9
Inzicht verwerven in de correcte boekhoudkundige verwerking van aankoop- en verkoopfacturen met allerlei bijkomende complicaties; zoals bijvoorbeeld retourzendingen, kortingen, doorgerekende kosten, ... De werking van overlopende rekeningen in bepaalde situaties kunnen aanwenden; als het uitdrukkelijk gevraagd wordt. Overlopende rekeningen bij het openen van de boekhouding spontaan neutraliseren. Oprichtingseisen van vennootschappen spontaan kunnen toepassen bij de boekhoudkundige verwerking van de oprichting van een vennootschap.
2de jaar Het is de bedoeling de studenten een grondig inzicht te verschaffen in het boekhoudkundig mechanisme. Wij willen de studenten een leidraad bezorgen om alle bewerkingen boekhoudkundig op de precieze manier te kunnen boeken. Verder willen wij hen wijzen op de consequenties van verkeerde boekingen, vooral of fiscaal-technisch vlak. Tenslotte moeten de studenten in staat zijn een balans precies te interpreteren. de cursist staat in voor de systematische en correcte boekhoudkundige verwerking van elke verrichting die in geld waardeerbaar is; de cursist zal voldoende kennis verwerven om zonder problemen te kunnen deelnemen aan de ingangsproeven van de verschillende instituten de cursist leert de administratie van commerciële verrichtingen, van financiële verrichtingen, van fiscale verrichtingen en van diverse verrichtingen leiden en controleren; de cursist leert het kostprijs-, kosten- en financieel beleid voorbereiden en de jaarrekeningen opmaken; de cursist leert de boekhoudafdeling organiseren, coördineren en leiden; de cursist leert belangrijke beslissingen te nemen; de cursist leert correct met vertrouwelijke informatie om te gaan; de cursist kan een professioneel boekhoudkundig softwarepakket vlot gebruiken. TV Analytische exploitatie boekhouden De studenten moeten de kostprijscalculatie kunnen situeren, bedrijfseconomisch en boekhoudkundig. Zij moeten de verschillende elementen van de kostprijs in de kostensoorten terugvinden. Zij moeten kosten kunnen verdelen over de verschillende kostenplaatsen in de kostenverdeelstaat, en de verdere toerekening uitvoeren met behulp van verschillende omslagsleutels. Zij moeten de implicaties van verschillende productieprocessen op de kostprijsberekening in hun calculaties kunnen verwerken. Zij moeten een analytisch rekeningenstelsel kunnen opstellen en de kostprijs kunnen berekenen volgens de methodes van full costing (inclusief ABC) en direct costing . Zij moeten standaarden kunnen toepassen en een verschillenanalyse uitvoeren.
TV Financiële analyse de student zal voldoende kennis verwerven om zonder problemen te kunnen deelnemen aan de ingangsproeven van de verschillende instituten de student krijgt inzicht in de methoden om de in de jaarrekening opgenomen informatie te interpreteren en analyseren.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
10
TV Algemene economie De studenten moeten kunnen bewijzen dat zij vertrouwd zijn met de terminologie, het begrippenapparaat en de methodes van de economische wetenschap. Zij moeten actuele economische gegevens en vraagstukken kunnen aantonen op een systematische wijze. de student zal voldoende kennis verwerven om zonder problemen te kunnen deelnemen aan de ingangsproeven van de verschillende instituten de student leert de boekhoudafdeling organiseren, coördineren en leiden; de student leert belangrijke beslissingen te nemen TV Case studies Het is de bedoeling om het organisatiedenken, aan de hand van case studies, bij de student duidelijk te maken. Deze cursus moet voor de studenten een leidraad zijn, zodat zij bedrijfsmatig economisch gefundeerde beslissingen kunnen nemen Zij dienen een inzicht te verwerven in het dagelijkse decision making process.
TV Openbare financiën De doelstellingen van dit vak bestaan uit het begrijpen van de begrippen én de inhoud te kennen van het domein van de openbare financiën, beiden gerelateerd aan de actualiteit. Aansluitend hierop wordt b.v. Een virtuele bedrijfseconomische ICT-toepassing gesimuleerd d.m.v. het centenschijfje. Met dit schijfje dient iedere cursist zelf eens de minister van Begroting te spelen, waarbij de aangeleerde items in de praktijk worden gebracht, wat ressorteert onder de doe-opdrachten en waarbij o.m. de sociale vaardigheden worden gestimuleerd. De begrippen én de inhoud uit het toepassingsgebied van de openbare financiën omvatten de volgende topics : taakstelling van de overheid, private en publieke goederen, goederen en diensten van openbaar nut, transfers, begroting, budgettaire kenmerken van de begroting, begrotingsdocumenten, eenheidsbegroting, administratieve voorbereiding en parlementaire behandeling van de begroting, Rekenhof en rekenplichtigen, uitgaven met controle a priori en uitgaven met controle a posteriori, controle op de begroting, posten van overheidsuitgaven, de Vlaamse, Belgische en de Europese toestand van de overheidsuitgaven, belastingen en andere inkomstenbronnen van de overheid, soorten belastingen, belastingsdruk in zijn internationale contekst, Laffer-curve, beginselen en gevolgen van de belastingheffing, openbare schuld, omvang van de openbare schuld in Vlaanderen, België en andere landen alsmede de gevolgen, schuldbeheer en efficiënt schuldbeheer. TV Bedrijfseconomische statistiek Voor quasi alle studenten is dit een nieuw vak: derhalve is het vooreerst de bedoeling de studenten kennis te laten maken met een aantal statistische begrippen en de typische terminologie. Verder wordt beoogd inzicht te verwerven in het statistisch denken: hiertoe vormen de berekeningen van een aantal gemiddelden reeds een eerste aanzet. Het element kansrekenen legt de grondslag voor de later te bestuderen kansverdelingen: hierbij is het verwijzen naar de economische beleidsomgeving van elke dag essentieel.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
11
TV Informatica Het inzicht verwerven en het praktisch gebruiken van elementaire commando’s van het besturingssysteem. De student kan een professioneel Officepakket vlot gebruiken Het vaardig kunnen omgaan tekstverwerkingsoftware.
met
en
het
inzichtelijk
beheersen
van
de
aanwezige
Het opstellen en het wijzigen van een rekenblad door gebruik van basiscommando’s en de ingebouwde functies. Het kunnen afleiden van grafieken uit het opgestelde rekenblad. Het kunnen gebruiken van de mogelijkheden van gegevensbeheer. De basiskennis over een relationele gegevensbank leren. De student kan door gebruikmaking van een computer problemen oplossen. TV Techniek binnen- en buitenlandse handel Deze cursus geeft een algemeen overzicht van de gebruikelijke technieken in de binnen- en de buitenlandse handel, waarvan de studenten zich absoluut een aantal zaken moeten eigen maken. Meer specifiek wordt getracht de materie zo nauw mogelijk te laten aansluiten met de praktijk, derwijze dat de studenten de verbanden tussen - en de wisselwerking met - de onderscheiden thema’s ervaren. Uiteindelijk moet dit leiden tot een praktisch - pragmatische visie op de economische leefwereld die ons omringt. TV Computerboekhouden de
2
jaar
De studenten vertrouwd maken met een computerprogramma en de eventuele opstarting van een dossier. Daarbij is het belangrijk dat ze de boekhouding van hun cliënt begrijpen en inzicht hebben in de boekhoudkundige processen. Tevens wordt de afsluiting van de boekhouding met de eindejaarswerkzaamheden behandeld zodat ze een jaarrekening moeten kunnen opstellen. de student zal voldoende kennis verwerven om zonder problemen te kunnen deelnemen aan de ingangsproeven van de verschillende instituten de student leert de administratie van commerciële verrichtingen, van financiële verrichtingen, van fiscale verrichtingen en van diverse verrichtingen leiden en controleren; de student leert de boekhoudafdeling organiseren, coördineren en leiden; de student kan een professioneel boekhoudkundig softwarepakket vlot gebruiken. de
3
jaar
In het tweede jaar hebben de studenten al geleerd een computerboekhoudprogramma te gebruiken in functie van de algemene boekhouding. In het derde jaar zullen zij leren de computer te gebruiken in functie van de analytische exploitatieboekhouding. Zij moeten de extra-comptabele boekhouding kunnen voeren, met behulp van een spread-sheet programma, op een overzichtelijke, volledige en uiteraard correcte wijze. Voor de autonome analytische boekhouding moeten zij een efficiënt analytisch rekeningenplan kunnen opstellen, inbegrepen de spiegelrekeningen en moeten zij de boekingen kunnen uitvoeren om het correcte analytische resultaat te bekomen.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
12
Zij moeten tenslotte kunnen werken met een geïntegreerd boekhoudpakket. de student gebruikt de computer om alle informatie nodig heeft in het kader van de kostprijsboekhouding in te voeren, te bewerken en te presenteren TV Bedrijfsorganisatie en beleid ste
1
jaar
Hoofdstuk 1 : Organisaties en organisatieleer In dit hoofdstuk zullen we proberen vat te krijgen op het complexe fenomeen van organisaties. Via een woordverklaring en voorbeelden zullen we komen tot een definitie van "organisatie". Dan zullen we organisaties beschouwen als sociale systemen. We zullen nagaan waarom dit fenomeen de moeite waard is om te bestuderen. Tenslotte komen ook de meer wetenschappelijke vragen omtrent theorievorming en de onderzoeksmethodes in organisatieleer aan bod. Hoofdstuk 2 : Scholen in organisatieleer Organisaties kunnen wetenschappelijk worden bestudeerd. De bedoeling van dit hoofdstuk is een overzicht te geven van hoe het vak Organisatieleer zich heeft ontwikkeld, vooral gedurende de 20ste eeuw. We overlopen enkele belangrijke scholen inzake organisatieleer: de klassieke school met auteurs zoals Taylor en Fayol, de bureaucratie volgens Weber, de human relations school met Mayo, en het moderne perspectief (met benaderingen zoals de management science, de systeembenadering, de contingentiebenadering en de lerende organisatie). Hoofdstuk 3 : Fundamentele organisatieconcepten In dit hoofdstuk worden de belangrijkste organisatieconcepten besproken en beoordeeld volgens de grote scholen uit het vorige hoofdstuk. Hoofdstuk 4 : Organisatorische doeleinden en doeltreffendheid In dit hoofdstuk gaan we na wat organisatorische doeleinden en doeltreffendheid zijn. We maken onderscheid tussen verschillende types van doeleinden en strategieën. We besteden bijzondere aandacht aan de formulering van doeleinden en politieke besluitvorming. We schetsen de rol van de middelen-doelen-hiërarchie. De doeleinden van een organisatie zijn niet onveranderlijk; daarom bespreken we de concepten doelopeenvolging, doelafleiding en doelverplaatsing. Inzake organisatorische doeltreffendheid geven we een definitie, een vergelijking met doelmatigheid, en metingscriteria. Tenslotte besteden we enige aandacht aan het concept van "management by objectives". Hoofdstuk 5 : Organisaties en hun omgeving Organisaties kunnen worden benaderd als open systemen; ze leven voortdurend in wisselwerking met hun omgeving. Derhalve is de omgeving zeer belangrijk voor een organisatie. In dit hoofdstuk definiëren we de organisatorische omgeving en het organisatorisch domein. We maken een onderscheid tussen de taakomgeving en de algemene omgeving. We besteden veel aandacht aan de vraag hoe de omgeving een organisatie beïnvloedt en aan de aard der relaties tussen de organisatie en haar omgeving. Daarom maken we een onderscheid tussen mechanistische en organische organisaties, tussen differentiatie en integratie, en geven we aan hoe omgevingsonzekerheid organisatorische kenmerken beïnvloedt. Een volgend belangrijk punt betreft de omgevingsperceptie en de "enacted environment". Tenslotte bekijken we enkele strategieën ter minimalisering van omgevingsafhankelijkheid. . Hoofdstuk 6 : Technologie en organisatie Alle organisaties hebben te maken met technologie, omdat ze diverse inputelementen (grondstoffen, mensen, informatie, enz.) transformeren naar outputelementen (producten en/of diensten). In dit hoofdstuk onderzoeken we de aard en het belang van organisatorische technologieën. Dit geschiedt vooral via de bespreking van het werk inzake technologie van een drietal auteurs: Woodward, Perrow en Thompson. Deze modellen laten ons toe van allerlei bedrijfsactiviteiten te klasseren en de invloed van technologie op de organisatiestructuur te verklaren. Verder besteden we ook aandacht aan gevorderde informatietechnologie, lean production, dienstenbedrijven en werkstructurering.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
13
Hoofdstuk 7 : Organisatiegrootte en levenscyclus Naast de contextuele variabelen besproken in vorige hoofdstukken (organisatorische doeleinden, omgeving, en technologie) zijn ook de organisatiegrootte en het stadium in de levenscyclus van de organisatie contextuele variabelen die het ontwerp en de werking van een organisatie beïnvloeden. In dit hoofdstuk besteden we aandacht aan de groei en grootte van organisaties, het verband tussen organisatiegrootte en structurele kenmerken, het verband tussen de grootte en de besturingsintensiteit van een organisatie, en de organisatorische levenscyclus. Hoofdstuk 8 : Organisatiestructuur en -ontwerp In dit hoofdstuk worden de vraagstukken van arbeidsverdeling en coördinatie verder bestudeerd. We houden ons bezig met de vraag hoe de leiding een formele structuur ontwerpt om op de meest doeltreffende wijze de middelen van de organisatie te gebruiken. We geven een definitie van organisatiestructuur, organisatie-ontwerp, formele en informele organisatie en organigram. De rol van het management inzake organisatiestructurering wordt even toegelicht. We besteden aandacht aan verticale en horizontale arbeidsverdeling en coördinatie en aan verschillende wijzen van departementalisatie. Ten slotte komen ook structurele configuraties aan bod. Hoofdstuk 9 : De werking van groepen Organisaties zijn opgebouwd met groepen van mensen. Groepen worden als de organische "bouwstenen" van de excellente organisatie beschouwd. Groepen zijn ook belangrijk voor organisatieleden. In dit hoofdstuk worden allerlei aspecten van het groepsfenomeen verder bestudeerd. Hoofdstuk 10 : Organisatorische controle Elke organisatie heeft nood aan controle. In dit hoofdstuk geven we aandacht aan een definitie van controle, elementen van het controleproces, basisconcepten van controle, de timing van controle, controleniveaus, controlestrategieën, operationele controlesystemen, kwaliteitscontrole, financiële controles, en optimale mate van controle. Hoofdstuk 11 : Organisatiecultuur Organisaties verschillen van elkaar, ook cultureel gezien. Diverse organisatieculturen weerspiegelen zich in diverse organisatorische structuren en systemen. In dit hoofdstuk hebben we oog voor cultuur. We proberen dit fenomeen te definiëren. We vertrekken met het vaststellen van culturele verschillen tussen landen. Dan gaan we verschillende organisatieculturen van elkaar onderscheiden. Organisatieculturen worden door diverse factoren beïnvloed; we geven enige aandacht aan deze factoren. Tenslotte bekijken we de implicaties van cultuur voor organisatie-ontwerp. de
3 jaar De basisbegrippen over organisatie en management overbrengen naar de studenten zodat ze de verschillende organisatieprincipes kennen en hun eventuele zwakheden kunnen vermijden. Waar mogelijk worden hierbij ook praktijkoefeningen ingelast om hun theoretische kennis te toetsen aan de werkelijkheid. De begrippen over tijdmanagement en het praktisch nut voor iedereen wordt beklemtoond
TV Controle, expertise en déontologie De studenten vertrouwd maken met de terminologie en de controletaken. Ze moeten daarbij oog hebben voor de wettelijke bepalingen en de wetgeving op de boekhouding en de jaarrekening. Tevens moeten ze de verantwoordelijkheden van de revisor of accountant kennen.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
14
de cursist zal voldoende kennis verwerven om zonder problemen te kunnen deelnemen aan de ingangsproeven van de verschillende instituten de cursist leert de administratie van commerciële verrichtingen, van financiële verrichtingen, van fiscale verrichtingen en van diverse verrichtingen controleren; de cursist leert het kostprijs-, kosten- en financieel beleid voorbereiden en de jaarrekeningen controleren; de cursist dient door controle een bedrijf te kunnen organiseren, coördineren en leiden; de cursist leert belangrijke beslissingen te nemen; de cursist leert correct met vertrouwelijke informatie om te gaan; de cursist kan een professioneel boekhoudkundig softwarepakket vlot gebruiken. Na het deelnemen aan dit vak moeten studenten de basis van de audit van de jaarrekening begrijpen, weten hoe het auditberoep georganiseerd is en welke functie audit speelt in de maatschappij
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
15
AFFECTIEVE & PSYCHOMOTORISCHE DOELSTELLINGEN TV Nederlandse handelscorrespondentie en rapporteren De cursisten leren punctueel werken en kweken zin voor orde aan De cursisten leren met tabellen cijfergegevens duidelijk voorstellen De cursisten kunnen voorstellen schriftelijk en mondeling verdedigen De cursisten kunnen schriftelijk en mondeling rapporteren De cursisten kunnen overleg plegen, plannen, organiseren, leiden en opvolgen De cursisten kunnen met buitenstaanders en externe partijen communiceren en contacten onderhouden
TV Financiële algebra ste
1
jaar
De cursist kan ordelijk oefeningen uitwerken, wat de kans op rekenfouten aanzienlijk vermindert De cursist kan aan cijfers een correcte interpretatie geven.
de
2
jaar
De cursist kan ordelijk oefeningen uitwerken, wat de kans op rekenfouten aanzienlijk vermindert De cursist kan cijfers correcte evalueren en interpreteren.
TV Bank- en kredietverrichtingen De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De cursisten oog voor zakelijk interessante verrichtingen
TV Burgerlijk- en handelsrecht De cursisten brengen voldoende leergierigheid op om de wetgeving terzake op te volgen De cursisten kunnen in teamverband werken
TV Sociaal recht (sociale wetgeving) De cursisten brengen voldoende leergierigheid op om de wetgeving terzake op te volgen De cursisten tonen belangstelling voor de recente ontwikkelingen in het vakgebied De cursisten wil zo veel mogelijk problemen zelf beginnen op te lossen en heeft geen houding alles aan anderen over te laten, zoals bijv. een sociaal secretariaat De cursisten kunnen in teamverband werken
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
16
TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving) de
2
jaar
De cursisten brengen voldoende leergierigheid op om de wetgeving terzake op te volgen De cursisten kunnen in teamverband werken
de
3
jaar
De cursisten brengen voldoende leergierigheid op om de wetgeving terzake op te volgen De cursisten kunnen in teamverband werken
TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen
1ste jaar De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking
De cursisten leren denken in het belang van een vennootschap 2de jaar De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking
De cursisten leren denken in het belang van een vennootschap De cursisten zijn leergierig en bereid om de wetgeving ter zake op te volgen
TV Analytische exploitatie boekhouden De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De cursisten kweken een analytisch denkvermogen aan
TV Financiële analyse De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De cursisten hebben belangstelling voor het reilen en zeilen van de bedrijven waar ze mee te maken krijgen De cursisten zijn alert voor de “knipperlichten” die problemen aankondigen De cursisten ontwikkelen interesse voor een efficiënt bedrijfsbeheer De cursisten kunnen overweg met een bureau, overladen met jaarrekeningen, analyseverslagen, rekenmachine, computer e.d., zonder het noorden kwijt te raken.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
17
TV Algemene economie De cursisten hebben belangstelling voor het economische gebeuren en specifiek voor de wijze waarop sommige mensen ook anderszins gebruik maken van hun macht om medemensen zinloze werken te laten uitvoeren De cursisten ontwikkelen interesse voor de manier waarop het blijkbaar mogelijk is om de meeste mensen ervan te overtuigen dat hetgeen ze moeten doen in hun eigen belang is, terwijl dit slechts zelden, sporadisch en vooral, toevallige het geval is De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking
TV Case studies De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De cursisten zijn bereid een case van het begin tot het einde op te volgen De cursisten kweken volharding aan om langlopende cases met dezelfde inzet te blijven behandelen
TV Openbare financiën De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De cursisten tonen een bijna natuurlijke interesse voor de openbare financiën en volgen deze op De cursisten leren een interpretatie te geven aan meldingen en informatie over openbare financiën
TV Bedrijfseconomische statistiek De cursisten leren bedrijfseconomisch denken en handelen De cursisten leren statistische gegevens te interpreteren en bedrijfseconomisch aan te wenden De cursisten tonen interessen voor statistische evaluaties en discussies en leren de besluiten naar waarde schatten De cursisten leren kritisch denken
TV Informatica De student heeft belangstelling voor ontwikkelingen op het informaticagebied De student neemt een goede werkhouding aan bij het werken achter een computer De student interesseert zich voor de beveiliging van computergegevens tegenover derden
TV Techniek binnen- en buitenlandse handel De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De cursisten tonen interesse voor de binnen- en buitenlandse handel en volgen deze op De cursisten leren vooruit te denken
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
18
TV Computerboekhouden de
2
jaar
De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid en orde De student heeft belangstelling voor ontwikkelingen op het informaticagebied De student neemt een goede werkhouding aan bij het werken achter een computer De student interesseert zich voor de beveiliging van computergegevens tegenover derden
de
3
jaar
De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid en orde De student heeft belangstelling voor ontwikkelingen op het informaticagebied De student neemt een goede werkhouding aan bij het werken achter een computer De student interesseert zich voor de beveiliging van computergegevens tegenover derden
TV Bedrijfsorganisatie en beleid ste
1
jaar
De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De cursisten durven initiatieven te nemen de
3 jaar De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De cursisten durven initiatieven en verantwoordelijkheid te nemen De cursisten leren beleidsorganisatorisch denken en handelen De cursisten leren in teamverband werken TV Controle, expertise en déontologie De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De student heeft belangstelling voor controle en ontwikkelt interesse voor het auditberoep. De student respecteert deontologische regels en is zich bewust van de waardigheid van het beroep De student is communicatief maar toont tegelijk discretie
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Nederlandse handelscorrespondentie en rapporteren ( ½ ,0,0, lestijden/week)
19
COGNITIEVE LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN TV NEDERLANDSE HANDELSCORRESPONDENTIE EN RAPPORTEREN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 1
De student heeft besef van de niet te onderschatten juridische aspecten van een commerciële brief. We benadrukken immers het feit dat dit document - in geval van een dispuut - een niet onaanzienlijke bewijskracht bezit.
1
• Kenmerken van het zakelijk denken • Inleiding: wat is een handelsbrief + verschillende soorten - Neutrale of goed-nieuwsbrief (b.v. de betaling of de bestelling) - Informatieve brief (b.v. de offerte) - Slecht-nieuws brief (b.v. klachtbrief of maanbrief) - Persuasieve brief (b.v. sollicitatiebrief of prijsaanvraag)
de cursist leert punctueel werken en kweekt zin voor orde aan
2
Briefwisseling
De cursist kent alle vormregels en aspecten die hem moeten toelaten 2 een goede scriptie te schrijve kent klasseer- en archiveringssystemen kent functieomschrijvingen en functie-eisen voor medewerkers van de boekhouding kan een functieomschrijving voor medewerkers opstellen
Rapporten • Het rapport: structuur en kenmerken • Soorten rapporteringen - Notuleren van een vergadering - Memo’s - Eindverhandeling of scriptie • schrijven van een C.V. + begeleidende brief
kent de logische opbouw van een vergadering en kan notulen opstellen kan een mooi CV opstellen de cursist leert punctueel werken en kweekt zin voor orde aan 3
kan contacten met externe partijen (cfr.raadgevers, leveranciers, klanten) onderhouden kan mondeling en schriftelijk voorstellen presenteren kan mondeling en schriftelijk rapporteren kan een werkoverleg plannen, organiseren, leiden en opvolgen
3
Praktijkgevallen • • • •
voorbeelden bespreking gevallenstudie oefeningen schrijven van een C.V. + begeleidende brief
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Financiële algebra ( 1,1,0 lestijden/week)
20
TV FINANCIËLE ALGEBRA ste
1
JAAR
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 1
2
geven het onderscheid tussen enkelvoudige en samengestelde intrest duidelijk weer.
1
verwerven inzicht in enkelvoudige intrest, alsook in post- en praenumerando-annuïteit
2
• Begrip “rente” (intrest) • Symbolen en definities
kunnen de formules voor enkelvoudige intrest toepassen. kunnen de oefeningen ordelijk uitwerken, hetgeen de kans op rekenfouten aanzienlijk vermindert verwerven inzicht in samengestelde intrest, alsook in post- en praenumerando-annuïteit
3
kunnen de formules voor samengestelde intrest toepassen. kunnen de oefeningen ordelijk uitwerken, hetgeen de kans op rekenfouten aanzienlijk vermindert kunnen de afleidingen uit de slotwaardeformules geven en de nieuwe formules kunnen toepassen kunnen de oefeningen ordelijk uitwerken, hetgeen de kans op rekenfouten aanzienlijk vermindert
4
Kenmerken Praktijk Voorbeeld Formule voor berekening van de intrest Formule voor berekening van de slotwaarde Oefeningen
Samengestelde intresten • • • • •
kunnen de algemene formules voor de samengestelde intrest afleiden en opstellen
4
Enkelvoudige intrestrekening • • • • • •
kunnen de algemene formules voor de enkelvoudige intrest afleiden en opstellen
3
Inleiding
Voorbeelden Definitie Formule voor berekening samengestelde intrest Jaarlijkse kapitalisatie Oefeningen
Vraagstukken uit slotwaardeformules • Aanvangswaarde - enkelvoudige intrest - samengestelde intrest • Bepaling van de tijd - enkelvoudige intrest - samengestelde intrest • Bepaling van de rentevoet
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Financiële algebra ( 1,1,0 lestijden/week)
21
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten
- enkelvoudige intrest - samengestelde intrest • Oefeningen 5
verwerven inzicht in enkelvoudige en samengestelde intrest, alsook in post- en praenumerando-annuïteit
5
• Slotwaarde van een postnumerando annuïteit met constante termijnen • Slotwaarde van een praenumerandoo annuïteit met constante termijnen • Relatie tussen een post- en een praenumerando annuïteit • Kapitaalvorming: afgeleide vraagstukken - door een dadelijk ingaande postnumerando annuïteit 1. berekening van de eindwaarde 2. berekening van de termijn 3. berekening van de duur (= aantal termijnen) 4. berekening van de rentevoet - door een dadelijk ingaande praenumerando annuïteit 1. berekening van de slotwaarde 2. berekening van de termijn 3. berekening van de duur (= aantal termijnen) 4. berekening van de rentevoet • Oefeningen
kunnen de formules voor de slotwaarde van een post- en praenumerando-annuïteit afleiden,opstellen en toepassen. kunnen afleidingen uit de slotwaardeformules van post- en praenumerando-annuïteiten geven en toepassen. kunnen de oefeningen ordelijk uitwerken, hetgeen de kans op rekenfouten aanzienlijk vermindert
6
verwerven inzicht in enkelvoudige en samengestelde intrest, alsook in post- en praenumerando-annuïteit kunnen de formules voor de aanvangswaarde van een post- en praenumerando annuïteit afleiden, opstellen en toepassen. kunnen de oefeningen ordelijk uitwerken, hetgeen de kans op rekenfouten aanzienlijk vermindert
Annuïteiten: slotwaarden
6
Annuïteiten: beginwaarden • Inleiding • Beginwaarde van een postnumerando annuïteit met constante termijnen • Beginwaarde van een praenumerandoo annuïteit met constante termijnen • Oefeningen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Financiële algebra ( 1,1,0 lestijden/week) de
2
22
JAAR
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 7
kan de waarde van een annuïteit op verschillende momenten berekenen, steunend op zowel begin- als slotwaarden
7
• hoofdstuk 1: waardebepalingen van een ann. op een willekeurig ogenblik • hoofdstuk 2: ann. met tussentermijnen • hoofdstuk 3: ann. met veranderlijke termijnen • hoofdstuk 4: afgeleide vraagstukken
is vertrouwd met het begrip “tussentermijn”, kent de formules en kan oefeningen hieromtrent oplossen inzake veranderlijke termijnen is hij op de hoogte van RR & MR en kan dit toepassen op dergelijke termijnen en kan derhalve vraagstukken hieromtrent oplossen 8
begrijpt de overgang van de annuïteit naar de lening
8
kan tafels gebruiken en de gegevens ervan correct interpreteren kan aflossingsberekeningen maken i.g.v. wijziging van de rentevoet in de loop van de aflossingsperiode kent de begrippen levensverzekering en gemengde levensverzekering is vertrouwd met de sterftetafels en kan de elementen ervan gebruiken om premies te berekenen kent het verband tussen dergelijke verzekering en de fiscaliteit
De verschillende aspecten van de aflossing van leningen • • • •
kan aflossingstermijnen berekenen en de aflossingstabellen opstellen, zowel bij constante als bij klimmende aflossing
9
Annuïteiten, speciale vraagstukken
9
inleiding de constante aflossing de klimmende aflossing aflossingen met complicaties
Levensverzekeringen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bank- en kredietverrichtingen ( 0,0,2 lestijden/week)
23
TV BANK- EN KREDIETVERRICHTINGEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 1
de historiek van het geld- en bankwezen in een notendop 1 weergeven
Inleiding: Geschiedenis van het geld- en bankwezen
2
de financiële sector sensu lato en sensu stricto bespreken
Hoofdstuk I: De financiële sector in België.
2
• • • • • 3
de huidige evolutie en tendensen in het bankwezen schetsen
3
de reglementering van het bankbedrijf toelichten de term gemengde bank verklaren. de voorwaarden om met bankieren te beginnen geven de bankcoëfficiënten geven en hun belang aantonen de controleautoriteiten i.v.m. het bankbedrijf opsommen en hun taken toelichten 4
de begrippen eigen vermogen, vreemd vermogen en thesaurie beheer 4 omschrijven. de rendabiliteit en de solvabiliteit van de financiële instellingen bespreken
1.1. De financiële sector in brede zin. 1.2. De financiële sector "sensu stricto". 1.3. De marktaandelen. 1.4. De minder bekende financiële instellingen. 1.5. Specifieke tendensen binnen de financiële sector.
Hoofdstuk II: De reglementering van het bankbedrijf. • 2.1. Splitsing van de gemengde banken. • 2.2. Het huidige statuut van de banken. - 2.2.1. Aandelenbezit door de banken. - 2.2.2. Het objectieve bankbeheer. - 2.2.3. Voorwaarden om het bankieren te beginnen. - 2.2.4. De bankcoëfficiënten • 2.3. De controleautoriteiten. • 2.4. De Belgische Vereniging van Banken (BVB). Hoofdstuk III: De depositobanken. • 3.1. De middelen van de banken (passiefzijde van de balans). - 3.1.1. Eigen vermogen. - 3.1.2. Vreemd vermogen. • 3.2. Het thesauriebeheer. • 3.3. De wederbeleggingen van de banken (actiefzijde balans). • 3.4. Resultaten - 3.4.1. Rendabiliteit. - 3.4.2. Solvabiliteit.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bank- en kredietverrichtingen ( 0,0,2 lestijden/week)
24
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 5
de huidige betaalsystemen opsommen en uitleggen
5
Hoofdstuk IV: De betaalsystemen. • 4.1. Chartaal geld. • 4.2. Giraal geld. - 4.2.1. De overschrijving. - 4.2.2. De cheque. - 4.2.3. Betaal- of bankkaarten. - 4.2.4. Kredietkaarten. - 4.2.5. Vooruitzichten.
6
7
de begrippen voorbeelden
geldschepping
en
geldvernietiging
verklaren
de voorwaarden tot kredietverlening uiteenzetten de kredieten indelen naar meerdere criteria de draagwijdte weergeven van de kredieten aan de overheid de draagwijdte weergeven van de kredieten aan de bedrijven de werking van het kaskrediet illustreren de discontokredieten uitleggen een grafische voorstelling geven van het documentair krediet de begrippen leasing en factoring omschrijven de draagwijdte weergeven van de kredieten aan particulieren de begrippen persoonlijke lening en woninglening onderscheiden
+ 6
Hoofdstuk V: Geldschepping en verrekening. • 5.1. Geldschepping door de banken. • 5.2. De bancaire verrekening.
7
Hoofdstuk VI: De kredieten. • 6.1. Inleiding. - 6.1.1. De kredietopening. - 6.1.2. Toekenningsvoorwaarden van het krediet. • 6.2. Kredieten aan particulieren. - 6.2.1. Het voorschot in rekening-courant of kasfaciliteit. - 6.2.2. Het verbruikskrediet. - 6.2.3. Het hypothecair krediet. • 6.3. Kredieten aan bedrijven. - 6.3.1. De bedrijfskredieten (kredietlijn - straight loan discontokrediet - warrantkrediet - borgstellings- en avalkredieten - factoring) - 6.3.2. De kredieten tot financiering van de investeringen (investeringskrediet - leasing). - 6.3.3. De kredieten aan de buitenlandse handel (acceptkrediet documentair krediet). - 6.3.4. De kredieten in deviezen. • 6.4. Krediet aan de overheid. - 6.4.1. Wie is de overheid ? - 6.4.2. Structuur van de overheidsschuld. - 6.4.3. Bij wie gaat de Staat schulden aan ? - 6.4.4. Aandeel van de banken in de financiering van de
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bank- en kredietverrichtingen ( 0,0,2 lestijden/week)
25
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen
overheidsschuld. - 6.4.5. De financieringsmechanismen van de overheidsschuld. - 6.4.6. De rentelast voor de overheid. 8
de kredietwaarborgen, die een bank kan vragen, bespreken
8
de effectensoorten geven en hun karakteristieken kunnen weergeven
• • • •
7.1. Algemene beginselen inzake waarborgen. 7.2. Indeling van de waarborgen. 7.3. Voorrechten. 7.4. Zakelijke waarborgen. - 7.4.1. De hypotheek. - 7.4.2. De panden • 7.5. Persoonlijke waarborgen: de borgstelling.
de begrippen valutahandel, wisselmarkt en wisselrisico verduidelijken.
9
andere belangrijke diensten van de banken opsommen
Hoofdstuk VII: De kredietwaarborgen.
9
Hoofdstuk VIII: De overige verrichtingen • 8.1. Effectenverrichtingen. - 8.1.1. Obligaties. - 8.1.2. Het aandeel. - 8.1.3. Rol van de banken op het gebied van effecten. - 8.1.4. De effecten en de beurs. - 8.1.5. De beleggingsfondsen. • 8.2. De wisselverrichtingen. - 8.2.1. Wat is de valutahandel ? - 8.2.2. De wisselmarkt. - 8.2.3. De wisselnotering. - 8.2.4. Wisselrisico en dekking ervan. • 8.3. De verhuur van safes • 8.4. Aankoop en verkoop van goud. • 8.5. Andere belangrijke diensten.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Burgerlijk handelsrecht ( 2,0,0 lestijden/week)
26
TV BURGERLIJK HANDELSRECHT LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 1
het doel en het voorwerp van het recht verklaren.
1
de kenbronnen van het recht opsommen en met voorbeelden kunnen illustreren. de indeling van het recht en de gerechtelijke inrichting schetsen.
2
de begrippen “natuurlijke personen” en “rechtspersonen” 2 omschrijven en met concrete voorbeelden verduidelijken. de begrippen in verband met de staat van de persoon in de gemeenschap, in de familie en als individu omschrijven en met concrete voorbeelden verduidelijken.
I.
Burgerlijk recht: algemeen
• 1. Algemene inleiding - A. Wat is recht? • 2. Indeling van het recht - A. Privaatrecht – Publiekrecht - B. Rechtstakken in het privaatrecht • 3. Bronnen van het recht - A. De wet - B. De rechtspraak - C. De rechtsleer - D. De gewoonte - E. De algemene rechtsbeginselen II.
Personen en familierecht
• 1. Personenrecht - A. Begrip rechtssubjet - B. De attributen van de rechtpersoonlijkheid • 2. Familierecht - A. Het huwelijk - B. De echtscheiding - de echtscheiding op grond van bepaalde feiten. - echtscheiding door onderlinge toestemming. - echtscheiding op grond van feitelijke scheiding van meer dan 5 jaar. - C. De afstamming - wie is moeder van het kind. - wie is vader van het kind. - de contractuele afstamming. - gevolgen van de afstamming. • 3. Vermogensrechtelijke gevolgen van de familieband - A. Steunplicht en ouderhoudsplicht
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Burgerlijk handelsrecht ( 2,0,0 lestijden/week)
27
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen
- B. Vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk - primair huwelijksvermogenstelsel - secundair huwelijksvemogenstelsel - C. Het erfrecht 3
het juridisch begrip “goed” omschrijven, de indeling van de goederen 3 kunnen schetsen en met voorbeelden illustreren: kunnen het belang van het onderscheid tussen roerende en onroerende goederen toelichten. het begrip “eigendomsrecht” verklaren: kunnen de wijzen van verkrijging van eigendom illustreren; kunnen het nauwkeurig onderscheid geven tussen “eigendom en bezit”, “vrucht-gebruik en erfdienstbaarheid”; kunnen de invloed van de maatschappelijke evolutie op het eigendomsrecht aantonen.
4
het begrip “verbintenis” omschrijven en met concrete voorbeelden 4 verduidelijken. de bronnen van de verbintenissen opsommen. het begrip “contract” omschrijven, de indeling van de contracten schetsen en met voorbeelden illustreren; kunnen de geldigheidsvoorwaarden van de contracten opsommen en toelichten. de begrippen “oneigenlijke contracten”, “misdrijven” en “oneigenlijke misdrijven” omschrijven en met concrete voorbeelden illustreren. de modaliteiten van de verbintenissen verklaren en met concrete voorbeelden bespreken. de gevolgen van de verbintenissen bespreken. de voorwaarden voor het tenietgaan van de verbintenissen opsommen. de bewijsmiddelen in het burgerlijk recht kopsommen; de waarde van die bewijsmiddelen voor de verbintenissen aantonen; kunnen het onderscheid maken tussen georganiseerd en niet-georganiseerd bewijs.
III. • • • •
IV.
Zakenrecht 1. Het begrip vermogen 2. Zakelijke rechten 3. Zaken en goederen 4. Eigendomsrecht - A. Grenzen van het eigendomsrecht
Vorderingsrechten of verbintenissen
• 1. Begrip verbintenis • 2. Bronnen der verbintenissen • 3. Overeenkomsten of contracten - A. Bepaling - B. Grondbeginselen der contractenleer - wilsautonomie - consensualisme - bindende kracht van de overeenkomsten - C. Bestaansvereisten van het contract - toestemming (+ gebreken in de toestemming) - bekwaamheid - bepaald onderwerp - geoorloofde oorzaak - D. Gevolgen van de overeenkomst - tussen de partijen - ten aanzien van derden - E. Tenietgaan van de overeenkomsten en verbintenissen - uitvoering of betaling - schuldvernieuwing - kwijtschelding
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Burgerlijk handelsrecht ( 2,0,0 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De studenten kunnen de vermelde contracten “praktijkgericht” analyseren. de aard van het huwelijkscontract verklaren. de belangrijkste huwelijksgoederenstelsels bespreken met nadruk op het wettelijk stelsel. het vermogen als algemene waarborg verklaren. van de vermelde bijzondere zekerheden de aard, de rechten en de plichten van de partijen verklaren.
28
LEERINHOUDEN - schuldvergelijking - nietigverklaring of ontbinding van de overeenkomst - F. Het bewijs inzake overeenkomsten - bewijslast - bewijsmiddelen . schriftelijk bewijs . getuigenbewijs . bewijs door vermoedens . bewijs door bekentenis - G.De gebruikelijke overeenkomsten - de koop – verkoop . wezenlijk bestanddelen van de koop . verbintenissen van de verkoper . verbintenissen van de koper - de huur - algemene bepalingen betreffende de huur van onroerende goederen . ontstaan en bewijs van de huurovereenkomsten . duur van de huur . verplichtingen van de verhuurder . verplichtingen van de huurder - grondige bespreking van de nieuwe wet betreffende de huurovereenkomsten met betrekking tot de hoofdverblijfplaats van de huurder . inleiding . algemene begrippen . op welke huurovereenkomsten is de wet van toepassing . welke zijn de essentiële elementen voor het sluiten van een huurovereenkomst . duur van de overeenkomst . hoe de huurprijs berekenen - de handelshuur - H. De contractuele aansprakelijkheid
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Burgerlijk handelsrecht ( 2,0,0 lestijden/week)
29
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 5
de aansprakelijkheid in al z’n vormen onderkennen en toelichten
5
V. • • • • •
6
de bestaansredenen van het handelsrecht aantonen. de kenmerken van dit recht toelichten. de objectieve daden van koophandel verklaren. de subjectieve daden van koophandel onderkennen. het begrip handelaar verklaren en zijn rechten en verplichtingen, met inbegrip van de boekhoudkundige, toelichten. de bewijsmiddelen in het handelsrecht en hun toepassingsgebied aanduiden. de punten van overeenstemming en verschil aangeven in de bewijsvoering van het burgerlijk en het handelsrecht. van de vermelde contracten de aard, de rechten en plichten van de partijen bespreken. de juridische en praktische betekenis van de wisselbrief analyseren; kunnen het verschil tussen de wisselbrief en het orderbriefje aantonen. de juridische en praktische betekenis van de cheque analyseren.
6
VI. • • • • •
De onrechtmatige daad 1. Aansprakelijkheid wegens eigen fout 2. Aansprakelijkheid wegens andermans daden 3. Aansprakelijkheid voor dieren 4. Aansprakelijkheid wegens zaken 5. Aansprakelijkheid voor gebouwen Handelsrecht 1. Kooplieden en daden van koophandel 2. De handelscontracten 3. Het handelsfonds en de onrechtmatige mededinging 4. De handelspapieren 5. Het faillissementsrecht
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Sociaal recht ( 0,1,0 lestijden/week)
30
TV SOCIAAL RECHT (SOCIALE WETGEVING) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 1
heeft noties van CAO en overlegorganen tussen werkgevers en werknemers
1
De collectieve arbeidsverhoudingen.
2
kent de soorten individuele arbeidsovereenkomsten
2
De arbeidsovereenkomsten:
kan een ontslagvergoeding uitrekenen
3
kent de loonberekeningsmethoden
• • • • • 3
kent de regels omtrent de flexibele en deeltijdse arbeid
4
kent de vrije en verplichte verzekeringen inzake personeel
proefbeding schorsing einde interim-arbeid deeltijdse arbeid.
Arbeidsreglementering: • o.a. loon • flexibele arbeidsweek • educatief verlof
4
kent de rol en de functie van een (erkend) sociaal secretariaat
Sociale zekerheid: • • • • • • •
kent de belangrijkste elementen van de sociale zekerheidswetgeving kan kinderbijslag, RSZ-bijdrage voor de werkgever en sluitingsvergoedingen berekenen
RSZ werkloosheid gezinsbijslagen ZIV pensioen vakantie ...
5
kan de voornaamste begrippen uit de wet op de arbeidsovereenkomst 5 verklaren
Arbeidsongevallen
6
weet hoe te handelen bij geschillen
Geschillen
6
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Sociaal recht ( 0,1,0 lestijden/week)
31
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 7
is op de hoogte van het sociaal recht voor zelfstandigen
7
Zelfstandigen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Fiscaal recht ( 0,1,2 lestijden/week)
32
TV FISCAAL RECHT (FISCALE WETGEVING) de
2
JAAR (BTW)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 1
kunnen de belasting situeren
1
situering van de belasting
2
kennen de geschiedenis van de belasting en de invoring van de belastingsplicht
2
invoeren van de belasting en belastingsplicht
zien het nut in van belastingsplicht 3
lichten de werkingssfeer toe
3
werkingssfeer
4
kennen de fiscale wetgeving i.v.m. goederen en diensten
4
leveren van goederen en diensten
5
kennen de fiscale wetgeving i.v.m. niet communautaire goederen
5
invoer van niet-communautaire goederen
6
verklaren de maatstaf van heffing
6
maatstaf van heffing
7
lichten de belastingstarieven toe
7
tarieven van belasting
8
kennen de vrijstellingen en hun aanwending
8
vrijstellingen
9
lichten de aftrek van voorbelasting toe
9
aftrek van voorbelasting
10
maken oefeningen op de BTW-berekening op de intracommunautaire levering en verwerving
10
BTW op intracommunautaire levering en verwerving + oefening
11
weten wat creditnota’s zijn en kennen de wetgeving eromtrent
11
BTW en creditnota's
12
kunnen de teruggaaf van belastingen duiden
12
teruggaaf van belasting
13
zijn op de hoogte van de verjaringstermijnen
13
verjaringstermijnen
14
kennen de regelgeving op deinvordering van belasting, intersten en boeten
14
invordering van de belasting, interesten en boeten
15
maken oefeningen op de BTW-aangifte
15
oefeningen op de BTW-aangifte
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Fiscaal recht ( 0,1,2 lestijden/week)
33
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 16 de
3
maken oefeningen i.v.m. de jaarlijkse listing
16
jaarlijkse listing + oefening
JAAR (PERSONENBELASTING)
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 17
geven een verantwoording van de belastingen
17
weten wie er belast wordt in de personenbelasting. kunnen het belang van de voorheffingen, alsmede het taxatieproces uitleggen. verklaren en geven de soorten voorheffingen zien het belang van de huwelijksquotiënt in en passen deze toe. kunnen de algemene kenmerken weergeven en verduidelijken.
van
de
personenbelasting
weten wie belast wordt in de personenbelasting kunnen het begrip persoon ten laste duidelijk omschrijven. vullen de aangifte in (vak I. personalia)
18
kunnen een indeling van de belastingen geven, meerbepaald het 18 onderscheid kunnen toelichten tussen directe en indirecte belastingen kunnen alle categorieën van bedrijfsinkomsten opsommen en bespreken. kunnen de loonfiche 280.10 lezen en interpreteren Kennen de eerste categorie bedrijfsinkomsten (= vak II bezoldigingen van loon- en weddetrekkenden) en kunnen deze toepassen. kunnen de bijzondere aanslagstelsels in het kader van vak II uitleggen (mbt vervroegd vakantiegeld, opzegvergoedingen en ht t ll )
Hoofdstuk 1: Inleidende begrippen • • • •
1.1 Wat wordt belast in de personenbelasting? 1.2 Voorheffingen 1.3 Taxatieproces 1.4 Algemene kenmerken van de personenbelasting - A. Decumul - B. Huwelijksquotiënt - C. Overstapregeling - D. Alleenstaande • 1.5 Invullen van de aangifte - A. De aangifte - B. Wie moet een aangifte indienen? - Wie wordt beschouwd als kind of persoon ten laste? - Belastingvrij inkomen voor kinderen en personen ten laste? • 1.6 Toepassing Hoofdstuk 2: Bedrijfsinkomsten • 2.1 Inleiding • 2.2 Niet belastbare inkomsten • 2.3 Bezoldigingen van loon- en weddetrekkenden - A. Belastbaar inkomen - B. Bijzondere aanslagstelsels - C. Bedrijfsuitgaven - D. Bedrijfsvoorheffing - E. Invullen vak II - F. Berekenen netto belastbaar inkomen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Fiscaal recht ( 0,1,2 lestijden/week)
34
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten
• 2.4 Voorafbetalingen
achterstallen). kunnen het begrip voorafbetalingen uitleggen. kunnen het belang van de belastingvrije som aantonen kunnen het belang van de voorheffingen, alsmede het taxatieproces uitleggen kunnen de soorten voorheffingen geven en verklaren 19
kennen de aftrekbare posten van het totaal netto bedrijfsinkomen.
19
kunnen de werkelijke en de forfaitaire beroepskosten berekenen
• 3.1 Inleiding • 3.2 Levensverzekeringspremies en kapitaalsaflossingen • 3.3 Stortingen voor het verwerven van nieuwe werkgeversaandelen • 3.4 Invullen van de vakken VI en VI-bis
kennen de aftrekken van het totaal netto-inkomen en kunnen deze toepassen
20
kunnen het begrip kadastraal inkomen verduidelijken.
20
kennen en kunnen de mogelijke aftrekken op het Kadastraal Inkomen toepassen.
kunnen de tweeledige indeling geven van de roerende inkomsten. kunnen enkele roerende inkomsten bespreken en toepassen.
Hoofdstuk 4: Onroerende inkomsten • • • • • • •
kunnen de onroerende voorheffing berekenen.
21
Hoofdstuk 3: Van het totaal netto bedrijfsinkomen aftrekbare bedragen
21
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Inleiding Kadastraal inkomen Berekening van het netto belastbaar onroerend inkomen Aftrek van intresten Aftrek op het kadastraal inkomen eigen woonhuis Invullen van de aangifte Onroerende voorheffing
Hoofdstuk 5: Roerende inkomsten • 5.1 Inleiding - A. Roerende inkomsten waarbij bij de inning roerende voorheffing werd ingehouden - B. Roerende inkomsten waarop bij de inning geen roerende voorheffing werd ingehouden • 5.2 Bespreking van sommige roerende inkomsten - A. Inkomsten van gewone spaardeposito’s
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Fiscaal recht ( 0,1,2 lestijden/week)
35
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten
- B. Opbrengsten uit verhuring, verpachting, gebruik en concessie van roerende goederen • 5.3 Voorheffingen en verrekenbare bestanddelen • 5.4 Invullen aangifte vak VI • 5.5 Toepassing 22
kunnen de indeling van de diverse inkomsten geven.
22
kunnen enkele voorbeelden van diverse inkomsten geven, alsmede implementeren. kunnen het onderscheid maken tussen eigenlijke bezoldigingen en voordelen van allerlei aard
Hoofdstuk 6: Diverse inkomsten • 6.1 Inleiding • 6.2 Bespreking van de diverse inkomsten - A. Ontvangen uitkeringen tot onderhoud - B. Andere diverse inkomsten
kennen het taxatieregime voor iedere diverse inkomst.
23
kennen de uitgaven die recht geven op een belastingsvermindering en 23 kunnen deze toepassen.
Hoofdstuk 7: Aftrekken die in mindering komen van het totaal netto-inkomen • 7.1 Inleiding • 7.2 Bespreking van de aftrekken die in mindering komen van het totaal netto-inkomen - A. Bij voorrang en evenredig aan te rekenen aftrekken - B. Individueel aan te rekenen aftrekken • 7.3 Invullen van de vakken VI en VI-bis van het aangifteformulier en berekening van het netto belastbaar inkomen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Fiscaal recht ( 0,1,2 lestijden/week)
36
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 24
kunnen de aanslagberekening toepassen. kunnen het aangifteformulier in de personenbelasting invullen
24
Hoofdstuk 8: Aanslagberekening • 8.1 Berekeningsblad • 8.2 Aanslagberekening • 8.3 Aanslagstelsels - A. Decumul - B. Huwelijksquotiënt - C. Overstapregeling - D. Aanslagstelsel voor alleenstaanden • 8.4 Vrijgsteld inkomen • 8.5 Aanslagvoeten • 8.6 Verminderingen voor vervangingsinkomsten • 8.7 Verdere aanslagberekening • 8.8 Oefeningen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
37
TV ALG. BOEKHOUDEN EN BOEKHOUDEN DER VENNOOTSCHAPPEN ste
1
JAAR
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 1 2
kent de definitie van een ‘kleine onderneming’ en kan deze toepassen in een concrete probleemsituatie
1
Deel 1:
2
Hoofdstuk 1: De kleine onderneming • 1. ‘Kleine onderneming’ volgens de boekhoudwetgeving
kent de definitie van de gebruikte vaktermen
- 1.1 Juridische vorm van de onderneming - 1.2 Grootte van de onderneming - 1.3 Aard van de activiteit • 2. Verplichtingen, voortvloeiende uit de boekhoudwetgeving • 3. Elementaire begrippen ‘Terug te vorderen BTW’ en ‘Verschuldigde BTW’ - 3.1 Bedrijfskolom -3.2 Illustratie van de BTW
kent de verplichtingen van een ‘kleine onderneming’ die voortvloeien uit de boekhoudwetgeving kent de structuur van een bedrijfskolom en kan zelfstandig een voorbeeld opbouwen kent de begrippen ‘terug te vorderen BTW’ en ‘verschuldigde BTW’ en kan deze vlot toepassen bij het maken van oefeningen 3
kent de manier waarop een ‘kleine onderneming’ op administratief vlak kan georganiseerd worden
De registratie in de kleine onderneming
3
Hoofdstuk 2: Administratieve organisatie van de ‘kleine onderneming’ • 1. Inleidend overzicht • 2. Administratie van de aankopen
- 2.1 Principe - 2.2 Verwerking - 2.3 Documenten • 3. Administratie van de verkopen - 3.1 Verkopen waarvoor een factuur wordt opgemaakt - 3.2 Verkopen waarvoor geen factuur wordt opgemaakt - 3.3 Onttrekkingen voor andere doeleinden dan het bedrijf • 4. Administratie van de mutaties in kas - 4.1 Kasontvangsten
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
38
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
•
• • • • • 4 5
kent de omschrijving van ondernemingsmiddelen en ondernemingsbronnen en kan beiden vlot met voorbeelden illustreren kent de structuur van de balans in wettelijke rubrieken kan een balans in wettelijke rubrieken zelfstandig opstellen
kent de betekenis van ‘bedrijfsresultaat’, ‘financieel resultaat’ en ‘uitzonderlijk resultaat’ en kan deze resultaten vlot met voorbeelden illustreren kent de structuur van de resultatenrekening in wettelijke rubrieken kan zelfstandig een resultatenrekening in wettelijke rubrieken opstellen
- 4.2 Kasuitgaven - 4.3 Documenten 5. Administratie van de verrichtingen met kredietinstellingen - 5.1 Principe - 5.2 Verwerking - 5.3 Documenten 6. Jaarlijkse listing van klanten (BTW – belastingplichtigen) 7. Inventaris 8. Resultaatbepaling 9. Samenvatting 10. Oefeningen
4
Deel 2: Registratie volgens het systeem van het dubbel boekhouden
5
Hoofdstuk 1: Basisbeginselen van het dubbel boekhouden • 1. De balans
- 1.1 Ondernemingsmiddelen - 1.2 Ondernemingsbronnen - 1.3 Balansevenwicht - 1.4 Voorstelling volgens de wettelijke bepalingen in België
• 2. De resultatenrekening en de resultaatbestemming
- 2.1 Noodzaak - 2.2 Algemene voorstelling - 2.3 Voorstelling volgens de wettelijke bepalingen in België
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
39
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
opstellen kent het verschil tussen de voorstelling van de resultatenrekening in scontrovorm en in staffelvorm kent de structuur van de jaarrekening en kan de gegevens van het grootboek inzichtelijk overbrengen naar de jaarrekening kent de boekingsregels van het ‘dubbel boekhouden’ en kan deze vlot toepassen in diverse probleemsituaties
• 3. Basiselementen van het registratieproces
- 3.1 Algemene principes - 3.2 Analyse van de verrichtingen - 3.3 Beoordeling van de methode - 3.4 Grootboek en journaal
kan een verrichting inzichtelijk analyseren en een passende boeking opstellen kent de algemene voorstelling van een journaalpost en van een rekening en kan deze spontaan integreren bij het maken van oefeningen kent de structuur van een proef- en saldibalans en kan deze balans inzichtelijk opstellen kent de structuur van het rekeningenstelsel kan de structuur van het rekeningenstelsel situeren in de jaarrekening
6
kan zelfstandig een case over de ‘basisbeginselen van het dubbel boekhouden’ analyseren en zelfstandig oplossen
• 4. Case
kan zelfstandig en inzichtelijk oefeningen op de basisbeginselen van het dubbel boekhouden analyseren en oplossen
• 5. Oefeningen
6
Hoofdstuk 2: Registratie van de courante exploitatiecyclus: aankopen van goederen en diensten, verkopen uitgaven en ontvangsten
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
40
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
verkopen, uitgaven en ontvangsten kent de manier waarop de aankopen en verkopen in een bedrijf op administratief vlak kunnen georganiseerd worden kent het berekeningsschema van de factuur en van de creditnota kan het bedrag van de factuur of van de creditnota correct berekenen kent de boekhoudkundige verwerking van de aankopen en de verkopen en kan deze boekingen vlot toepassen in diverse probleemsituaties kent de boekhoudkundige verwerking van de verrichtingen in contacten en van het giraal geldverkeer en kan deze boekingen vlot toepassen in diverse probleemsituaties kent de inhoud van het subgrootboek klanten en leveranciers en kan zelfstandig deze subgrootboeken opstellen kent de wijze waarop vorderingen en schulden in vreemd geld afgehandeld worden en kan deze boekingen vlot toepassen
• 1. Boekingen in verband met aankopen van goederen en
diensten - 1.1 Inleiding - 1.2 Administratieve organisatie van de aankopen - 1.3 De boekhouding van de aankopen • 2. Boekingen in verband met verkopen van goederen en diensten - 2.1 Inleiding - 2.2 Administratieve organisatie van de verkopen - 2.3 De boekhouding van de verkopen • 3. Boekingen in verband met ontvangsten en uitgaven - 3.1 Inleiding - 3.2 Verrichtingen in contanten - 3.3 Giraal verkeer - 3.4 Subgrootboek klanten en leveranciers - 3.5 Afhandelen van vorderingen en schulden in vreemde valuta
kan de rekeningen met betrekking tot de courante exploitatiecyclus vlot situeren in de jaarrekening kan een synthese maken van de verrichtingen en de boekingen van de aankoop- en verkoopcyclus
kan zelfstandig een case over de courante exploitatiecyclus analyseren en zelfstandig oplossen
• 4. Samenvatting
- 4.1 Aankoopcyclus - 4.2 Verkoopcyclus - 4.3 Rekeningenschema’s
• 5. Case
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
41
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
• 6. Oefeningen
kan zelfstandig en inzichtelijk oefeningen over de courante exploitatiecyclus analyseren en oplossen 7
7 kent de algemene begrippen over de personeelscyclus kent de wijze waarop het nettoloon berekend wordt, vertrekkend vanuit het brutoloon. kan het nettoloon berekenen kent de manier waarop de patronale bijdrage berekend wordt kan de patronale bijdrage correct berekenen kan de boekingen over bezoldigingen, voorschotten, beslaglegging en vakantiegeld vlot opstellen
Hoofdstuk 3: Registratie van de andere elementen van de ondernemingscyclus • 1. De personeelscyclus
- 1.1 Algemene begrippen - 1.2 Boekhoudkundige verwerking - 1.3 Personeelsadministratie door de onderneming zelf - 1.4 Personeelsadministratie wanneer de onderneming een beroep doet op een erkend sociaal secretariaat - 1.5 Vakantiegeld - 1.6 Voorstelling in de jaarrekening - 1.7 Uitgewerkt voorbeeld
kent de verplichtingen die voortvloeien uit het voeren van de personeelsadministratie door de onderneming zelf kent de boekingen over de personeelsadministratie als het bedrijf een beroep doet op een erkend sociaal secretariaat kan de rekeningen met betrekking tot de personeelscyclus vlot situeren in de jaarrekening kent de definities van de diverse materiële vaste activa en kan deze begrippen illustreren met voorbeelden kent de boekhoudkundige verwerking van de vaste activa met betrekking tot verwerving, afschrijvingen, waardeverminderingen en realisatie en kan deze boekingen inzichtelijk opstellen in diverse probleemsituaties kan de rekeningen met betrekking tot de investeringen in t iël t ti l t it i d j k i
• 2. Investeringen in materiële vaste activa
- 2.1 Begrip - 2.2 Registratie van de verwerving - 2.3 Afschrijvingen en waardeverminderingen - 2.4 Realisatie van vaste activa - 2.5 Voorstelling in de jaarrekening - 2.6 Uitgewerkt voorbeeld
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
42
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
materiële vaste activa vlot situeren in de jaarrekening kent de mogelijkheden waarop investeringen in materiële vaste activa kunnen gefinancierd worden
• 3. Financieringsstromen
- 3.1 Eigen vermogen - 3.2 Leningen op meer dan één jaar - 3.3 Financiering op korte termijn - 3.4 Voorstelling in de jaarrekening - 3.5 Uitgewerkt voorbeeld
kent de boekhoudkundige verwerking van de kapitaalvorming door storting in contanten en door inbreng in natura en kan deze boekingen vlot toepassen kan een aflossingsplan voor de terugbetaling van een lening opstellen kent de boekhoudkundige verwerking van leningen op méér dan één jaar en van financiering op korte termijn en kan deze boekingen vlot toepassen kan de rekeningen met betrekking tot de financieringsstromen vlot in de jaarrekening situeren
• 4. Case
kan een geïntegreerde case over personeelscyclus, investeringen in materiële vaste activa en financiering zelfstandig analyseren en oplossen
• 5. Oefeningen
kan zelfstandig en inzichtelijk oefeningen met betrekking tot de personeelscyclus, investeringen in materiële vaste activa en vormen van financiering analyseren en oplossen 8
8 kent de structuur van de proef- en saldibalans kent de relaties tussen de verschillende componenten van de proef- en saldibalans en kan deze ook vlot toepassen
Hoofdstuk 4: Inventarisverrichtingen – resultaatbepaling – opstellen van de jaarrekening • 1. De proef- en salibalans
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
43
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
kan zelfstandig een definitieve proef- en saldibalans opstellen kent het begrip ‘inventaris’
• 2. Rol van de inventaris
- 2.1 Inventarisverrichtingen m.b.t. aankopen en verkopen - 2.2 Inventarisverrichtingen i.v.m. voorraden - 2.3 Uitstel- en anticipatieposten - 2.4 Controle op de waardering van vorderingen en schulden - 2.5 Inventarisverrichtingen i.v.m. vaste activa - 2.6 Definitieve proef- en saldibalans - 2.7 Voorstelling in de jaarrekening - 2.8 Uitgewerkt voorbeeld
kent de rol van de inventaris kent de boekhoudkundige verwerking van de diverse groepen van inventarisverrichtingen en kan deze boekingen inzichtelijk en vlot toepassen in diverse probleemsituaties kan de link leggen tussen het rekeningenschema van de inventarisverrichtingen en de voorstelling van de rekeningen in de jaarrekening
• 3. Resultaatbepaling en – verwerking
kan een extracomptabele berekening maken van het resultaat
- 3.1 Extracomptabele berekening van het resultaat - 3.2 De verwerking van het resultaat
kan het resultaat inzichtelijk verwerken en boeken
• 4. Opmaken van de jaarrekening
kan een jaarrekening zelfstandig en inzichtelijk opmaken
• 5. Case
kan een case over inventarisverrichtingen, resultaatbepaling en opstellen van de jaarrekening zelfstandig analyseren en inzichtelijk oplossen kan zelfstandig en inzichtelijk oefeningen met betrekking tot de inventarisverrichtingen, de resultaatbepaling en het opstellen van de jaarrekening analyseren en oplossen 9
• 6. Oefeningen
9
Deel 3:
Uitbreiding van de boekhouding
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
44
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 10
10
Hoofdstuk 1: De maandelijkse resultaatbepaling in de algemene boekhouding • 1. Verkopen, aankopen en voorraadwijzigingen
kent de techniek die het mogelijk maakt om aan maandelijkse resultaatbepaling te doen
•
•
• • • •
• • • 11
11 kent de verschillende mogelijkheden die er bestaan op gebied
- 1.1 Verkopen - 1.2 Aankopen - 1.3 Voorraadwijzigingen 2. Diensten en diverse goederen - 2.1 Het maandelijks ten laste nemen van over te dragen kosten - 2.2 Het maandelijks ten laste nemen van toe te rekenen kosten 3. Personeelskosten - 3.1 Personeelsadministratie, gevoerd door de onderneming zelf - 3.2 Personeelsadministratie, door een erkend sociaal secretariaat - 3.3 Vakantiegeld - 3.4 Eindejaarspremie 4. Afschrijvingen 5. Waardeverminderingen op vorderingen 6. Andere bedrijfskosten 7. Financiële kosten - 7.1 Betaling van de rente na vervallen termijn - 7.2 Betaling van de rente bij aanvang van de termijn 8. Besluit 9. Case 10. Oefeningen
Hoofdstuk 2: De boekhoudtechniek • 1. Inleiding • 2. Dagelijkse methode
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
45
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
van boekhoudtechniek
- 2.1 Algemeen - 2.2 Administratieve organisatie - 2.3 Boekhoudregistratie - 2.4 Samenvatting - 2.5 Het ‘centraal boek’ • 3. Centralisatiemethode - 3.1 Administratieve organisatie - 3.2 Boekhoudregistratie - 3.3 Samenvatting - 3.4 Het ‘centraal boek’
kan de techniek van de dagelijkse methode en van de centralisatiemethode toepassen
12
12
13
kent het boekhoudrecht met betrekking tot de rekening ‘kapitaal’ 13 kent de oprichtingsvereisten die vervuld moeten zijn bij de oprichting van een eenmanszaak of van een vennootschap kent de boekhoudkundige verwerking van de oprichting van een zaak en kan deze boekingen toepassen bij de diverse mogelijkheden op gebied van kapitaalinbreng kent het boekhoudrecht met betrekking tot kapitaalverhoging en - vermindering kan de boekingen over kapitaalwijzigingen inzichtelijk opstellen
Vennootschapsboekhouden Hoofdstuk 1: Kapitaal • 1. Boekhoudrecht
- 1.1 Voorstelling - 1.2 Waardering • 2. Boekhoudkundige verwerking - 2.1 Kapitaal bij natuurlijke personen - 2.2 Kapitaal bij vennootschappen - 2.3 Voorkeursrecht - 2.4 Resultatenrekening en toelichting • 3. Oefeningen
kan de rekeningen met betrekking tot de boekhoudkundige verwerking van ‘kapitaal’ vlot in de jaarrekening situeren
14
kan zelfstandig en inzichtelijk de oefeningen over ‘kapitaal’ analyseren en oplossen kent het boekhoudrecht met betrekking tot ‘uitgiftepremies’ kent de economische betekenis van ‘uitgiftepremies’ en kan de grootte van de premie berekenen kent de boekhoudkundige verwerking van ‘uitgiftepremies’ en
14
Hoofdstuk 2: Uitgiftepremies • 1. Boekhoudrecht
- 1.1 Voorstelling - 1.2 Economische betekenis
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
46
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student • • • •
kan de boekingen inzichtelijk opstellen kan de rekeningen met betrekking tot ‘uitgiftepremies’ vlot situeren in de jaarrekening
15
kan zelfstandig en inzichtelijk de oefeningen over ‘uitgiftepremies’ analyseren en oplossen kent het boekhoudrecht met betrekking tot ‘herwaarderingsmeerwaarden’
15
kent de diverse bronnen waaruit ‘herwaarderingsmeerwaarden’ kunnen ontstaan kent de boekhoudkundige verwerking voor de diverse types van ‘herwaarderingsmeerwaarden’ en kan deze boekingen inzichtelijk opstellen kent de boekhoudkundige verwerking bij de verkoop van geherwaardeerde vaste activa en kan deze boekingen inzichtelijk toepassen kan de rekeningen met betrekking tot de ‘herwaarderingsmeerwaarden’ vlot situeren in de jaarrekening
16
kan zelfstandig en inzichtelijk de oefeningen met betrekking tot ‘herwaarderingsmeerwaarden’ analyseren en oplossen kent het boekhoudrecht ten aanzien van de rubrieken ‘reserves’ 16 en ‘overgedragen winst’ kent de methode om het te verwerken resultaat te berekenen en kan deze manier van werken toepassen kent de boekingen verbonden aan de resultaatverwerking en kan deze boekingen ook vlot toepassen kan de rekeningen met betrekking tot de verwerking van het resultaat vlot situeren in de jaarrekening
2. Boekhoudkundige verwerking 3. Warrants 4. Resultatenrekening en toelichting 5. Oefeningen
Hoofdstuk 3: Herwaarderingsmeerwaarden • 1. Boekhoudrecht • 2. De gewone herwaardering
• • • • •
- 2.1 Begrip - 2.2 Boekhoudkundige verwerking 3. Herwaarderingsmeerwaarden, ontstaan uit terugname van geboekte waardeverminderingen 4. Omzetting van herwaarderingsmeerwaarden in kapitaal 5. Verkoop van geherwaardeerde vaste activa 6. Resultatenrekening en toelichting 7. Oefeningen
Hoofdstuk 4: Reserves – Overgedragen winst (verlies) • 1. Boekhoudrecht - 1.1 Voorstelling • 2. De resultaatverwerking - 2.1 Algemene bepalingen - 2.2 Te ondernemen stappen - 2.3 Resultaat voor belastingen - 2.4 Bepalen van de ‘te bestemmen winst’ of het ‘te
verwerken verlies’
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
47
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
kent de principes die gelden ten aanzien van de ‘uitkeerbare winst’
- 2.5 Uitkeerbare winst - 2.6 De resultatenverdeling - 2.7 Samenvattende resultaatverwerkingstabel - 2.8 Interimdividenden - 2.9 Keuzedividend
kan de uitkeerbare winst correct en inzichtelijk berekenen kent de diverse mogelijkheden ten aanzien van de resultatenverdeling kent de boekhoudkundige verwerking van de verschillende soorten reserves en kan deze boekingen vlot toepassen kan de rekeningen met betrekking tot ‘reserves’ en ‘overgedragen winst’ vlot in de jaarrekening situeren kan zelfstandig en inzichtelijk oefeningen over ‘reserves’, ‘resultaatverwerking’ en ‘overgedragen winst’ analyseren en oplossen de
2
JAAR
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 17 18
kent de financieringsmiddelen op lange termijn en verwerkt deze boekhoudkundig kan een resultatenrekening toelichten kan zelfstandig oefeningen oplossen i.v.m. financiering op lange termijn
17
DEEL 1: FINANCIERINGSMIDDELEN OP LANGE TERMIJN
18
1.
Kapitaal
• 1. Boekhoudrecht - A. Voorstelling - B. Waardering • 2. Boekhoudkundige verwerking - A. Kapitaal bij natuurlijke personen of bij bijkantoren en centra van werkzaamheden - B. Kapitaal in de NV en BVBA . Oprichting of kapitaalverhoging in speciën, zonder publieke uitgifte . Oprichting of kapitaalverhoging door inbreng in natura
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
48
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
. Oprichting of kapitaalverhoging in speciën bij openbare inschrijving . Kapitaalverhoging door incorporatie van reserves, uitgiftepremies . herwaarderingsmeerwaarden en overgedragen winst . Kapitaalverhoging door incorporatie van schulden . Kapitaalverminderingen - C. Voorkeurrecht - D. Resultatenrekening en toelichting • 3. Oefeningen 19
kent de aanwending van uitgiftepremies en kan deze boekhoudkundig 19 verwerken licht de gewone herwaarderingsmeerwaarden toe licht de herwaarderingsmeerwaarden toe ontstaan uit de terugname van geboekte waardeverminderingen kan zelfstandig oefeningen oplossen i.v.m. uitgiftepremies
20
kan de omzetting van herwaarderingsmeerwaarden in kapitaal duiden maakt oefeningen op herwaarderingsmeerwaarden
20
2.
Uitgiftepremies
• 1. Boekhoudrecht - A. Voorstelling - B. Economische betekenis - C. Begrip • 2. Herwaarderingsmeerwaarden volgens het stelsel vanaf 1/1/1984 - A. Gewone herwaardering . Begrip . Boekhoudkundige verwerking Boeken van een meerwaarde Boeking van de afschrijving op meerwaarden Realisatie van geherwaardeerde activa Omzetting van de meerwaarde in kapitaal Boeken van een minwaarde - B. Herwaarderingsmeerwaarden ontstaan uit terugname van geboekte waardeverminderingen . Begrip . Boekhoudkundige verwerking - C. Vroeger geboekte meerwaarden - D. Verwerking en oefeningen 3. Omzetting van herwaarderingsmeerwaarden in kapitaal • A. Basisidee • B. Aanrekenen van “14 overgedragen verliezen”
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
49
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
• C. Incorporatie in het kapitaal van herwaarderingsmeerwaarden en latere minwaarden • D. Oefeningen op herwaarderingsmeerwaarden 21
kent de bedrijfseconomische betekenis van reserves
21
Reserves
• 1. Boekhoudrecht - A. Voorstelling - B. Economische betekenis • 2. Bedrijfseconomische betekenis en boekhoudkundige verwerking - A. Wettelijke reserves . Begrip . Boekingen - B. Onbeschikbare reserves . Voor eigen aandelen begrip Berekening van de uitkeerbare winst Boekhoudkundige verwerking eigen aandelen waardeloos worden van aandelen Andere onbeschikbare reserves - C. Belastingvrije reserves - D. Beschikbare reserves • 3. Oefeningen
maakt een onderscheid tussen wettelijke, onbeschikbare, belastingvrije en beschikbare reserves en licht deze toe Maakt oefeningen i.v.m. reserves
22
4.
22
5.
Overgedragen winst/ overgedragen verlies
• 1. Boekhoudrecht - A. Voorstelling - B. Begrippen • 2. Boekhoudkundige verwerking • 3. Oefeningen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
50
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 23
licht de resultaatsverwerking toe en verwerkt dit boekhoudkundig
23
weet wat kapitaalsubsidies zijn en verklaart de soorten
Resultaatverwerking
• 1. Algemene inleiding • 2. Berekening van het te verwerken resultaat • 3. Boekhoudkundige verwerking - A. Verwerking zonder onttrekking aan het eigen vermogen . Overzicht van de mogelijkheden . Te volgen procedure . Voorstelling in de jaarrekening - B. Verwerking met onttrekking aan de eigen middelen . Ondernemingsvormen met beperkte aansprakelijkheid . Andere ondernemingsvormen - C. Verwerking met tussenkomst van de vennoten of eigenaar in het verlies - D. Interimdividend . Begrip . Doel . Voorwaarden . Boekingen • 4. Oefeningen
maakt oefeningen op de resultaatsverwerking
24
6.
24
7.
Kapitaalsubsidies
• 1. Boekhoudrecht - A. Voorstelling - B. Economische verantwoording - C. Soorten kapitaalsubsidies . Kapitaalsubsidies afhankelijk van een investering . Kapitaalsubsidies onafhankelijk van een investering • 2. Boekhoudkundige verwerking - A. Kapitaalsubsidies waar geen investering tegenover staat
kan kapitaalsubsidies boekhoudkundig verwerken
25
onderscheidt de voorzieningen voor risico’s en kosten en schat de fiscale haalbaarheid in
25
8. Voorzieningen voor risico's en kosten + fiscale haalbaarheid
26
licht de obligatielening toe i.v.m. schulden op meer dan één jaar
26
9. Schulden op meer dan 1 jaar : obligatielening
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen ( 4,3,0 lestijden/week)
51
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 27
stelt aandelen versus obligaties en maakt hiervan een rendementsanalyse
27
10. Aandelen versus obligaties : rendementsanalyse
28
kan de oprichtingskosten situeren en berekenen
28
11. Oprichtingskosten
29
doet de verwerking van immateriële vaste activa
29
12. Immateriële vaste activa + verwerking
30
kent de soorten boekingen van materiële vaste activa
30
13. Materiële vaste activa : soorten + boekingen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Analytische exploitatie boekhouden ( 0,0,4 lestijden/week)
52
TV ANALYTISCHE EXPLOITATIE BOEKHOUDEN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 1
moeten de kostprijscalculatie kunnen situeren, bedrijfseconomisch en boekhoudkundig.
1
I. Situering van het studieterrein • 1. Werkterrein van de analytische boekhouding - A. De algemene boekhouding - B. De analytische boekhouding . 1. Omschrijving van het werkterrein . 2. Doelstellingen . 3. Het exploitatieproces in een onderneming . 4. Algemeen voorbeeld - Oefeningen • 2. Het begrip kostprijs • 3. Vormen van analytische boekhouding
moeten de verschillende elementen van de kostprijs in de kostensoorten terugvinden. moeten kosten kunnen verdelen over de verschillende kostenplaatsen in de kostenverdeelstaat, en de verdere toerekening uitvoeren met behulp van verschillende omslagsleutels. moeten de implicaties van verschillende productieprocessen op de kostprijsberekening in hun calculaties kunnen verwerken. moeten een analytisch rekeningenstelsel kunnen opstellen en de kostprijs kunnen berekenen volgens de methodes van full costing (inclusief ABC) en direct costing . moeten standaarden kunnen toepassen en een verschillenanalyse uitvoeren 2
kunnen de waardering van voorraden en verstrekkingen volgens verschillende methodes uitvoeren kunnen allesomvattende uurtarieven uitwerken
2
II. Studie van de kostprijsfactoren • 1. Materiaalverbruik - 1. Hoeveelheidsbepaling - 2. Prijsbepaling . a. gewogen gemiddelde prijzen . b. FIFO en LIFO . c. geïndividualiseerd . d. vergelijkend voorbeeld - Oefeningen - 3. Bijkomende waarderingsproblemen • 2. Diensten en Diverse goederen - 1. Verdeeltabellen - 2. Uitstelposten - 3. Anticipatieposten • 3. Bezoldigingen, sociale lasten, pensioenen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Analytische exploitatie boekhouden ( 0,0,4 lestijden/week)
53
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten
•
• •
• • 3
kunnen een eenvoudige kostprijsberekening volgens Full-costing uitvoeren kunnen kosten verdelen volgens de hen geleerde methodes
3
- 1. Tijdloon- en stukloonstelsels - 2. Brutolonen en sociale lasten - 3. Job time en Shop time - 4. Allesomvattende uurtarieven 4. Afschrijvingen en waardeverminderingen op M.V.A. - 1. De Wet - 2. Afschrijvingsmethodes - 3. Vergelijkend voorbeeld - Oefeningen 5. Waardeverminderingen op voorraden en handelsvorderingen 6. Voorzieningen voor risico's en kosten - 1. Aanleggen van voorzieningen - 2. Bestedingen en terugnemingen - 3. Groot onderhoud extern uitgevoerd 7. Andere bedrijfskosten 8. Kosten van schulden
III. Full Costing extra-comptabel • 1. De techniek van Full Costing - 1. Verzamelen van de kosten - 2. Kostenverdeling - 3. Vervaardigingsprijs en resultaat • 2. De extra-comptabele kostprijsberekening • 3. Voorbeelden - a. jaarlijkse kostprijsberekening - b. maandelijkse, met uitvoering Groot Onderhoud V.E.R. - Oefeningen • 4. Verdeling van de indirecte kosten - 1. Deelcalculatie - 2. Equivalentiecijfer - 3. Omslag op basis v. bepaalde relatie met de directe kosten: . 1. naar hoeveelheid . 2. naar waarde - 4. Kostenverdeling van hulpafdelingen . 1. Directe toewijzing
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Analytische exploitatie boekhouden ( 0,0,4 lestijden/week)
54
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten
. 2. Getrapte (cascade) . 3. Wederzijdse - 5. Waardering van G.I.B. - Oefeningen 4
kunnen Full-costing toepassen in geval van massaproductie, serieproductie, enz…
4
• 1. Massaproductie - 1. Massaproductie . 1. mogelijke gevallen . 2. Voorbeeld: één grondstof, meerdere processen - Oefeningen • 2. Serieproductie • 3. Stukproductie: voorbeeld van productie op bestelling • 4. Productieprocessen waar splitsing mogelijk is: - 1. Productie in stadia - 2. Productie in bedrijfsafdelingen
kunnen de problematiek van “Transfer Pricing” situeren
5
6
kunnen spiegelrekeningen opmaken en gebruiken in de autonome exploitatieboekhouding
5
kunnen de “Direct-Costing-Methode” toepassen
6
kennen het toepassingsgebied van Direct- t.o.v. Full-Costing
IV. Full Costing en verschillende productieprocessen
V. De autonome exploitatieboekhouding • • • •
1. Rekeningstelsel en spiegelrekeningen 2. Boekingen per kostprijsfactor 3. Saldering en resultaatsbepaling 4. Synthesevoorbeeld
VI. Alternatieve methodes van kostprijscalculatie • 1. Direct Costing . 1. Onderscheid vaste en variabele kosten . 2. Break-Even Point analyse . 3. Vergelijking met het resultaat volgens Full Costing . 4. Evaluatie • 2. Differentiële kostprijscalculatie • 3. Activity Based Costing - 1. De gewijzigde bedrijfseconomische omstandigheden - 2. Kostprijscalculatie volgens ABC: in verschillende stappen - 3. Vergelijkend voorbeeld
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Analytische exploitatie boekhouden ( 0,0,4 lestijden/week)
55
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten
• 4. Andere begrippen in kostprijsmanagement 7
kunnen een verschilanalyse uitvoeren en duiden
7
VII. Standaardkostprijscalculatie • 1. Bepaling van standaarden • 2. Berekening van kostprijs en resultaat • 3. Verschillenanalyse
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Financiële analyse ( 0,1,0 lestijden/week)
56
TV FINANCIËLE ANALYSE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 1
2
De studenten moeten kunnen aangeven wie de gebruikers en welke 1 de bronnen zijn van de financiële analyse.
1. Inleiding
de student kan financiële informatie uit een jaarrekening halen
2. Informatie volgens de wetgeving op de jaarrekening
2
de student kan de voornaamste financiële kengetallen berekenen en interpreteren
• 1. Functie van de financiële analyse • 2. Gebruikers van de financiële analyse • 3. Basisgegevens voor de financiële analyse en hun beperkingen • 1. Toepassingsgebied • 2. Publicatieverplichting • 3. Herwerking van de balans en de resultatenrekening
de student verwerft inzicht in de structuur van de jaarrekening de student kan een jaarrekening kritisch beoordelen. 3
Zij moeten aan de hand van de technieken van de financiële analyse 3 verslag kunnen geven van de structuur en de prestaties van een onderneming.
3. Horizontale of tijdsanalyse
De studenten kennen de functie, de gebruikers en de basisgegevens van de financiële analyse De studenten kennen de horizontale analyse 4
De studenten kennen de verticale analyse
4
4. Verticale of structuuranalyse
5
de student kan de financiële gezondheidstoestand van een onderneming nagaan
5
5. Ratio-analyse
De studenten kennen de ratio-analyse de student kan voorstellen formuleren indien het resultaat minder goed is. de student is in staat een onderneming te situeren binnen de toepasselijke bedrijfssector
• 1. Liquiditeitsratio's: - 1. Bedrijfskapitaa - 2. Algemene liquiditeitsratio's - 3. Exploitatieratio's • 2. Solvabiliteitsratio's: - 1. Kapitaalstructuur - 2. Dekkingsratio's • 3. Rendabiliteitsratio's
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Financiële analyse ( 0,1,0 lestijden/week)
57
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen
• 4. Productiviteitsratio's 6
De studenten kennen de vermogenstroomanalyse.
6
de student kan een vermogenstroomanalyse uitvoeren
• 1. Cash-flow • 2. Vermogensstroomanalyse: - 1. Vereenvoudigde vermogensstroomanalyse - 2. Gedetailleerde vermogensstroomanalyse • 3. Aanwending en bronnen van het nettobedrijfskapitaal
de student kan de verschillende technieken van financiële analyse uitvoeren.
7
De studenten kennen de berekening van de toegevoegde waarde.
6. Vermogensstroomanalyse
7
7. Berekening van de toegevoegde waarde • 1. Bepaling • 2. Bruto en netto toegevoegde waarde • 3. Verdeling
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Algemene economie ( 0,2,0 lestijden/week)
58
TV ALGEMENE ECONOMIE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 1
2
kennen het doel, de methode en de indeling van de economische wetenschap
1
kennen de factoren die de vraagcurve bepalen
2
• • • • •
hebben inzicht in het indexcijfer van de consumptieprijzen
kennen de relatie tussen gemiddelde, marginale en totale kosten
1. Het doel van de economische wetenschap 2. Economische goederen; productiefactoren 3. De methode 4. Ceteris paribus 5. Indeling van het vak
I. Het gedrag van de consument • 1. De keuze van de optimale goederencombinatie - 1. De preferenties - 2. De budgetrestrictie . 1. De budgetlijn . 2. Veranderingen in het inkomen . 3. Veranderingen in de prijs • 2. De prijsvraagcurve - 1. Afleiding van de vraagcurve - 2. Verschuivingen - 3. De marktvraagcurve • 3. Elasticiteit van de vraag - 1. Prijselasticiteit - 2. Kruiselingse prijselasticiteit - 3. Inkomenselasticiteit • 4. Het bestedingspatroon van de Belgische gezinnen • 5. Het indexcijfer van de consumptieprijzen
kunnen verschillende elasticiteitsratio’s van de vraag in een bedrijfseconomische omgeving gebruiken
3
0. Inleiding
3
II. Het gedrag van de producent • 1. De optimale productiegrootte • 2. De oplossing van het keuzeprobleem - 1. Het verloop van de kosten - 2. Het verloop van de opbrengsten
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Algemene economie ( 0,2,0 lestijden/week)
59
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten
- 3. Het evenwicht van de producent • 3. Afleiding van de aanbodcurve • 4. De prijselasticiteit van het aanbod 4
kennen de verschillende marktvormen
4
• 1. Markt en marktvormen • 2. De volkomen concurrentie - 1. Kenmerken - 2. Marktevenwicht bij volkomen concurrentie - 3. Het Spinnewebthema • 3. De onvolkomen concurrentie - 1. Monopolie - 2. Oligopolie - 3. Monopolistische concurrentie • 4. Het prijsbeleid in België
kunnen de eenheid van markt en prijs toelichten
5
6
kunnen de macro-economische grootheden van het BBP tot de componenten van de maatschappelijke vraag terugvinden
5
kennen de factoren die het nationaal inkomen bepalen
6
kunnen de werking van de multiplicator en accelerator duiden
III. De prijsvorming
IV. Macro-economische grootheden • 1. De economische kringloop - 1. Gesloten economie zonder overheid - 2. Gesloten economie met overheid - 3. Open economie • 2. De nationale rekeningen • 3. De Belgische economie V. De hoogte van het Nationaal Inkomen • • • • • • • •
1. De consumptie- en spaarfunctie 2. De investeringsfunctie 3. Het evenwichtsinkomen 4. Wijzigingen in consumptie en investeringen 5. De multiplicator 6. De accelerator 7. Werkgelegenheid en soorten werkloosheid 8. Loonindexering
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Algemene economie ( 0,2,0 lestijden/week)
60
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 7
8
kennen het verband tussen geld, geldschepping , krediet en inflatie uitleggen
7
kunnen de factoren die vraag en aanbod van vreemde valuta beheersen
8
• • • •
kennen de internationale instellingen van belang voor het betalingsverkeer
kennen de belangrijkste ratio’s in het internationale handelsverkeer kunnen een discussie pro en contra protectionisme voeren kennen de vormen van economische integratie
1. Functies 2. Kort historisch: geldsoorten 3. Geldschepping en krediet 4. Inflatie
VII. Het internationale betalingsverkeer • 1. De wisselmarkt - 1. Begrip - 2. De hoogte van de wisselkoers . 1. Prijsontwikkeling in binnen- en buitenland . 2. Interestvoeten . 3. Verwachtingen - 3. Wisselkoerssystemen • 2. De betalingsbalans - 1. Samenstelling - 2. Boekingswijze - 3. Evenwicht - 4. Oorzaken en gevolgen van een onevenwicht - 5. Herstel van het evenwicht • 3. Instellingen
kennen de structuur van de betalingsbalans
9
VI. Het geld
9
VIII. Het internationale handelsverkeer • 1. Het Belgische handelsverkeer - 1. Invoer- en uitvoerquote - 2. Openheidscoëfficiënt - 3. Dekkingscoëfficiënt - 4. De ruilvoet • 2. De theorie van het vrije internationale handelsverkeer - 1. De absolute kostenverschillen - 2. De relatieve kostenverschillen - 3. De voordelen van de vrijhandel - 4. Argumenten voor protectionisme • 3. Handelspolitiek
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Algemene economie ( 0,2,0 lestijden/week)
61
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten • 4. Instellingen 10
kennen de begrippen: conjunctuur; recessie; depressie; boom; enz…
10
• 1. De conjunctuur - 1. De conjunctuurcyclus - 2. Indicatoren van de economische activiteit - 3. De conjunctuurpolitiek • 2. De economische groei
kunnen het BBPN als meter van de groei relativeren
11
heeft inzicht in de doelstellingen van de economische politiek kent de vormen van economische politiek licht de overheidsfinanciën toe en de verschillende facetten ervan
IX. De economische groei
11
X. De overheid • 1. Doelstellingen van economische politiek • 2. Vormen van economische politiek - 1. Het monetair beleid - 2. Het budgettair beleid - 3. Andere beleidsvormen • 3. De overheidsfinanciën - 1. De overheidsbegroting - 2. De netto financieringsbehoefte - 3. Overheidsschuld en rentesneeuwbaleffect
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Case studies ( 0,0,1 lestijden/week)
62
TV CASE STUDIES LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 1
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt,
1
de planning in de organisatie - bureaucratic versus enterpreneurial planning
2
learning curve versus experience curve + oefeningen
3
het P.P.B.S.
4
planning van het assortiment + oefening
5
prijsbeleid + oefening
- het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen 2
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen
3
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen
4
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen
5
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Case studies ( 0,0,1 lestijden/week)
63
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen 6
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt,
6
bedrijfsbeleid : doelstellingen
7
zin en onzin van de nulgroei
8
doelstellingen en concretisatie van het commercieel beleid
9
marketing concept, marketing mix en strategisch denken
10
vaststellen van investeringsbehoeften + praktische lijkh d
- het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen 7
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen
8
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen
9
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen
10
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt,
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Case studies ( 0,0,1 lestijden/week)
64
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden
mogelijkheden
- een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen 11
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt,
11
investeringsanalyse + oefening
12
financieringsbronnen in functie van vermogensbehoeften
13
financiering van vaste en vlottende activa
14
oefeningen op financieringen
- het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen 12
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen
13
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen
14
de student kan, in elk praktijkgeval dat bestudeerd wordt, - het belangrijke van het minder belangrijke onderscheiden - een model, eventueel flow-chart, eventueel rekenblad opstellen dat behulpzaam is voor het inzicht in het gestelde vraagstuk, in de weg naar mogelijke oplossingen, voor het evalueren van de alternatieven en hun gevolgen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Openbare financiën ( 0,1,0 lestijden/week)
65
TV OPENBARE FINANCIËN LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 1
kennen de betekenis en de taakstelling van de openbare financiën
1
• 1. Betekenis, werkterrein en instrumentarium. • 2. Taakstelling. - A. Allocatieve functie. - B. Herverdelingsfunctie. - C. Stabiele groei en volledige werkgelegenheid. - D. Monetair evenwicht. • 3. Publieke goederen en aanverwante begrippen. - A. Private goederen. - B. Publieke goederen. - C. Goederen en diensten van openbaar nut. - D. Transfers.
kennen de basisbegrippen mbt de publieke goederen kunnen de taakstelling van de openbare financiën duidelijk omschrijven kunnen de begrippen private goederen, publieke goederen, goederen en diensten van openbaar nut en transfers, definiëren en met voorbeelden illustreren
2
kennen het begrip ‘begroting’ kennen de budgettaire kenmerken van een begroting kennen de vorm van een begroting kennen de wijze waarop een begroting administratief wordt voorbereid kennen de parlementaire behandeling van de begroting kennen de wijze waarop de begroting wordt uitgevoerd kennen de procedures om de begroting te controleren kunnen het begrip ‘begroting’ nauwkeurig omschrijven kunnen de budgettaire kenmerken opsommen en verklaren kunnen de eisen met betrekking tot de vormgeving toepassen op praktijksituaties kunnen de fasen van de administratieve voorbereiding en van de parlementaire behandeling beschrijven kunnen de uitvoering van de begroting nauwkeurig omschrijven
Hoofdstuk I: Omschrijving van de openbare financiën.
2
Hoofdstuk II: Institutionele aspecten van de begroting. • 1. De begroting: begripsbepaling en kenmerken. - A. Begripsbepaling. - B. Budgettaire kenmerken. . 1. Eenjarigheid. . 2. Algemeenheid (universaliteit) . 3. Eenheid . 4. Specialiteit . 5. Openbaarheid • 2. Vormgeving van de begroting. - A. Begrotingsdocumenten - B. Eenheidsbegroting • 3. De administratieve voorbereiding en de parlementaire behandeling. - A. De administratieve voorbereiding - B. De parlementaire behandeling • 4. De uitvoering van de begroting. - A. Het Rekenhof - B. De rekenplichtigen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Openbare financiën ( 0,1,0 lestijden/week)
66
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen de administratieve controle op de begroting toelichten
- C. Andere agenten belast met de uitvoering - D. De inning van de ontvangsten - E. De 4 fasen van de uitvoering van de begrotingsuitgaven - F. Uitgaven onder voorafgaandelijk visum van het Rekenhof. - G. Uitgaven met controle a posteriori • 5. De controle op de begroting. - A. Administratieve controle - B. De controle door het Rekenhof - C. De controle door het Parlement
kunnen de controle op de begroting door het Rekenhof en door het Parlement nauwkeurig beschrijven
3
kennen de diverse componenten van de uitgaven door de overheid
3
kennen de trend van de evolutie van de overheidsuitgaven in België en de EG-landen
Hoofdstuk III: De overheidsuitgaven • 1. Overzicht van de overheidsuitgaven. • 2. De evolutie van de overheidsuitgaven in België en de EGlanden • 3. Verklaring van de absolute en relatieve toename van de overheidsuitgaven • 4. Systematische voorbereiding van de beslissingen over uitgaven in de publieke sector. • 5. Andere grondslagen voor de uitgavenpolitiek.
kennen de wijze waarop de beslissingen over uitgaven in de publieke sector worden voorbereid kennen de grondslagen van de uitgavenpolitiek kunnen de overheidsuitgaven illustreren kunnen de absolute en de relatieve toename van de overheidsuitgaven verklaren kunnen de grondslagen voor de uitgavenpolitiek verklaren
4
kennen het begrip ‘belastingen’ kennen andere categorieën van ontvangsten van de overheid kennen de doelstellingen van de belastingheffing kennen de verschillende soorten van belastingen kennen de begrippen belastingbasis en aanslagvoet kennen de basisbeginselen van de belastingheffing kennen de betekenis van ‘afwenteling’ van de belastingen kennen de inhoud van de begrippen: belasting op inkomen, tb l ti b l ti b l ti d i t
4
Hoofdstuk IV: De belastingen. • 1. Algemene inleiding. - A. Begrip belastingen - B. Andere ontvangsten van de overheid - C. Doeleinden van de belastingheffing - D. Soorten belastingen • 2. De belastingdruk. - A. Belastingbasis en aanslagvoet - B. Internationale vergelijking en structuur van de belastingdruk - C. De Laffer-curve • 3. Beginselen van de belastingheffing
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Openbare financiën ( 0,1,0 lestijden/week)
67
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten omzetbelasting, vermogensbelasting en belasting op de winst van vennootschappen kunnen het ‘waarom’ van de belastingen verklaren
• • •
kunnen de verschillende soorten van belastingen illustreren kunnen een vergelijking van de belastingdruk op internationaal vlak opmaken kunnen de ‘Laffer curve’ opbouwen en verklaren kunnen de basisbeginselen van de belastingheffing illustreren
•
kunnen de gevolgen van de belastingen inzichtelijk schetsen
- A. Het profijtbeginsel - B. Het draagkrachtbeginsel - C. Het sociale welvaartsbeginsel 4. Gevolgen van de belastingen 5. Afwenteling 6. Enkele belangrijke soorten van belastingen - A. belasting op het inkomen van natuurlijke personen - B. De omzetbelastingen - C. Vermogensbelasting - D. Belasting op de winst van vennootschappen 7. De optimale en de beste structuur van het belastingstelsel
kunnen de inhoud van de begrippen: belasting op inkomen, omzetbelasting, vermogensbelasting en belasting op de winst van vennootschappen toelichten aan de hand van voorbeelden kunnen de nodige kritische toelichting geven bij de optimale structuur van het belastingstelsel
5
kennen de diverse soorten openbare schuld kennen de normen voor schuldcreatie kennen de grenzen aan de omvang van de schuld kennen de basisbeginselen van het schuldbeheer kennen de structuur van de openbare schuld in België kunnen het ontstaan van de openbare schuld situeren kunnen het onderscheid tussen openbare schuld en particuliere schuld toelichten kunnen de soorten van openbar schuld illustreren kunnen de grenzen aan de omvang van de schuld verklaren kunnen de beginselen van het schuldbeheer illustreren
5
Hoofdstuk V: Openbare schuld • • • • • •
1. Doel en ontstaan 2. Openbare schuld versus particuliere schuld 3. Soorten openbare schuld 4. Normen voor de schuldcreatie 5. Grenzen aan de omvang van de schuld 6. Beginselen van het schuldbeheer7. De openbare schuld in België
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfseconomische Statistiek ( 1,0,0 lestijden/week)
68
TV BEDRIJFSECONOMISCHE STATISTIEK LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 1
kent de omschrijving van het begrip statistiek
1
inleiding
2
het verzamelen van het statistisch materiaal
3
systematisatie van de waarnemingen
kan het vakgebied plaatsen in een ruim sociaal en maatschappelijk kader kent de soorten verschijnselen die zich in het statistische werkveld kunnen voordoen is vertrouwd met de statistische methode kent de gebieden waarbinnen de statistiek andere wetenschappen van dienst kan zijn 2
is vertrouwd met een aantal fundamentele statistische begrippen weet wat een steekproef inhoudt en welke de sterke en zwakke punten ervan zijn kent de eigenschappen die het statistisch onderzoek inhouden weet wat een statistische vordering of distributie is kent het onderscheid tussen primaire en secundaire statistiek is op de hoogte van het voorbereidende werk dat aan een steekproef vooraf gaat weet dat het statistisch materiaal op elk aspect kritisch dient te worden onderzocht
3
kan de waarnemingen in groepen indelen weet wat frequentiereeksen zijn en kan ongeordende gegevens in klassen indelen kent de eigenschappen van frequentiereeksen en kan ze gebruiken kent de onderscheiden symbolen die in het vakgebied worden gebruikt
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfseconomische Statistiek ( 1,0,0 lestijden/week)
69
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 4
kent de onderscheiden van toepassing zijnde tabellen en grafieken
4
statistische tabellen en grafieken
5
de gemiddelden
6
spreiding, relatieve spreiding en concentratie
7
momenten, asymetrie en kurtosis
kan de grafische voorstelling van een discontinu verschijnsel weergeven kan een continu verschijnsel weergeven en interpreteren kent de begrippen frequentiekromme en cumulatieve frequentiekromme ken de basisprincipes van een aantal andere grafische voorstellingen 5
kent de onderscheiden gemiddelden en weet aan welke criteria een gemiddelde moet voldoen is vertrouwd met de onderscheiden gemiddelden en kan ze berekenen kent de verhouding tussen de gemiddelden weet welke de abstracte en de concrete gemiddelden zijn
6
kent de begrippen spreiding en de maatstaven ervan weet wat de “range” is en kan het gegeven berekenen is vertrouwd met de standaarddeviatie en kan ze berekenen kent het begrip variatie
7
kent de definities van de begrippen “moments”, “asymmetrie” en “kurtosis” kent de coëfficiënten van de asymmetrie en kan ze berekenen (coëfficiënt van Pearson)
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfseconomische Statistiek ( 1,0,0 lestijden/week)
70
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 8
is vertrouwd met de begrippen verzamelingleer
8
verzamelingen, combinatieleer, binomium van Newton
9
kansrekening
10
kansverdeling
kent de principes van de combinatieleer en kan ze toepassen kent de eigenschappen van het combinatierekenen en kan de betrokken formules toepassen beheerst het binomium van Newton en kan hieromtrent de correcte berekeningen maken kent de eigenschappen van het binomium, kan ze verklaren en de eruit voortvloeiende formules toepassen 9
kent de basisbegrippen van de kansrekening kent de onderscheiden definities van de kansrekening kent het fundamentele onderscheid tussen de zekere en de onmogelijke gebeurtenis kent de somregel en kan de principes ervan toepassen kent het begrip conditionele waarschijnlijkheid en weet wat onafhankelijke gebeurtenissen zijn weet wat een samengestelde gebeurtenis is en kan hettheorema van Dayes situeren kan vraagstukken omtrent de aangehaalde elementen oplossen
10
weet wat kansverdelingen zijn kent de begrippen stochastische variabele en verdelingsfunctie kent begrippen van de kansverdelingen en verdelingsfuncties, zowel van continu als discontinu variabelen kent de parameters van de kansverdeling en kan ze berekenen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Informatica ( 2,0,0 lestijden/week)
71
TV INFORMATICA LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 1
Situering en functie van een besturingssysteem ten opzichte van andere software kunnen verantwoorden.
1
Besturingssysteem • • • •
Soorten commando’s en hun functioneel gebruik (intern-extern) kunnen verklaren. Algemeenheden omtrent commandostructuur en -opbouw kennen en gebruiken. Elementaire interne commando’s kunnen toepassen.
• • • •
Elementaire externe commando’s kunnen toepassen. Commando’s bij harddiskorganisatie kunnen uitvoeren.
• • 2
Doel en nut van tekstverwerking kunnen uitleggen en hiervoor de vereiste apparatuur en programmatuur kunnen omschrijven. Het programma op de voorgeschreven wijze kunnen opstarten en verlaten. Een document kunnen intypen en op een efficiënte wijze kunnen reviseren. Een bestand op een extern geheugen (harde schijf of diskette) kunnen opslaan en van een extern geheugen kunnen opvragen. In staat zijn een blok te definiëren en op te heffen. In staat zijn om een geselecteerde blok te verplaatsen, te wissen, te copiëren, op te slaan, af te drukken, ... Het programma kunnen gebruiken om het letterbeeld op een verantwoorde manier te stileren.
2
Definitie van het begrip besturingssysteem Rol van het besturingssysteem in het geheel van de software De opsplitsing van de commando’s in interne en externe groep De gevolgen van die opsplitsing voor het gebruik van die commando’s De systematiek van de opbouw van alle commando’s De verwijzing naar schijfeenheden Het gebruik van jokers Interne commando’s; date, time, dir, del en erase, copy en verify, type, ren. Externe commando’s; format; label, vol, diskcopy, diskcomp, chkdisk Harddiskorganisatie: md, cd, rd, tree, path, backup en restore
Tekstverwerking • • • •
Doel en nut Hardware en software Opstarten en verlaten programma Correctie- en revisietypen - werkscherm - WYSIWYG - return en automatische regelindeling - gebruik functietoetsen - menustructuur en activering - helpfunctie - efficiënte cursorverplaatsing - tussenvoegen en overtypen - wissen van een tekst: karakter, woord, regel, pagina - herstellen (undo)
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Informatica ( 2,0,0 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De studenten kunnen In staat zijn in een document een string te zoeken en te vervangen door een andere string. In staat zijn tegelijk met twee documenten - vensters te werken. De opmaakfuncties van het programma kunnen gebruiken om de opmaak van een regel op een verantwoorde manier te ontwerpen. De opmaakfuncties van het programma kunnen gebruiken om de Layout van een pagina - document op een verantwoorde manier te ontwerpen. Tabulator- en tekstkolommen kunnen definiëren, gebruiken en wijzigen. Bestanden kunnen beheren: structureren, verwijderen, kopiëren, verplaatsen, beveiligen. Documenten in functie van de gewenste lay-out kunnen afdrukken. In staat zijn een standaarddocument te koppelen aan een gegevensbestand. In staat zijn gegevens te sorteren en te selecteren. In staat zijn de spellingsfunctie en de synoniemencontrole te gebruiken als hulpmiddel bij het opsporen van spellingsfouten. In staat zijn alinea’s en overzichten automatisch te nummeren. In staat zijn optimaal gebruik te maken van de rekenfuncties om relatief eenvoudige berekeningen te maken (facturen, offertes,...). In staat zijn wetenschappelijke formules aan te maken en af te drukken met behulp van een formulebewerker. In staat zijn hoofd- en subdocumenten te creëren, aan elkaar te koppelen en na koppeling het hoofddocument kunnen opsplitsen in subdocumenten. In staat zijn een tabel snel en overzichtelijk op te bouwen met behulp van een tabellengenerator. In staat zijn tijdrovende en routinehandelingen te automatiseren met
72
LEERINHOUDEN • Bestanden wegschrijven en opvragen • Werken met blokken - een blok afbakenen en opheffen - blok verplaatsen, kopiëren, wissen, opslaan, afdrukken, ... • Het letterbeeld - onderstrepen - vet - cursief, schaduw, super- en subschrift - letter- en woordspatiëring - renvooieren en doorhalen - lettertypes (fonts) - lettergrootten - bijzondere tekens - grijswaarde • Zoeken en vervangen van strings (tekst, codes) • Werken met twee documenten, vensters • Regelopmaak - marges; instellen, tijdelijk opheffen - tabulatorstoppen; linkslijnende, centrerende, rechtslijnende, decimale, opvultekens - inspringen van een tekst ten opzichte van de linkermarge, ten opzichte van beide marges - tekst tegen rechtermarge plaatsen - tekst uitvullen - splitsen einde regel: manueel en automatisch - regelhoogte en tussenlijn wijzigen - regels verschuiven • Pagina-opmaak - indeling in pagina’s - beïnvloeden van de indeling: weduwe/wezenbescherming, nieuwe pagina verplichten, een blok tekst samenhouden • Werken met kolommen - tabulatorkolommen - tekstkolommen • Bestandsbeheer
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Informatica ( 2,0,0 lestijden/week)
73
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen behulp van macro’s.
•
• • •
• •
•
- de inhoud van het extern geheugen lezen - bestandsnamen wijzigen - bestanden schrappen; kopiëren, verplaatsen, beveiligen - een documentsamenvatting creëren, wijzigen, verwijderen - een nieuwe directory maken Afdrukken - printerdefinitie en -keuze - afdrukken vanaf scherm - afdrukken vanaf schijf - afdrukken vanuit de bestandenlijst - kwaliteit - aantal exemplaren - portret- en landschapmode Samenvoegen - primair en secundair document - document met stopcodes creëren en afdrukken Sorteren en selecteren van regels, alinea’s en records Spellings- en synoniemencontrole - een tekst op spelling controleren - woord opzoeken - woorden laten tellen - een eigen woordenlijst aanleggen - synoniemen en antoniemen opzoeken Automatische nummering van alinea’s en overzichten Rekenfuncties - optellen, aftrekken, vermenigvuldigen en delen - horizontaal en verticaal - in kolommen - in een blok lijnen trekken - lijnen met een willekeurig teken - grafische lijnen - grafische afbeeldingen en kaders - kaders definiëren - afbeeldingen draaien, vergroten, bewerken Vormgeving en afdrukken van wiskundige formules
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Informatica ( 2,0,0 lestijden/week)
74
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen
• Hoofd- en subdocumenten - hoofd- en subdocumenten aanmaken en koppelen - een hoofddocument opsplitsen in subdocumenten • Tabellengenerator - tabel definiëren: rijen en kolommen - opmaak per cel, rij, kolom, tabel - combineren van cellen - rekenkundige bewerkingen 3
Het kunnen starten en verlaten van het rekenblad. Het kunnen definiëren en opmaken van een elektronisch rekenblad. Het kunnen invoeren van formules in het werkblad. De vormgeving voor een rekenblad kunnen toepassen. Uitgebreide kopiëen van bereiken kunnen uitvoeren. Wijzigingen op een werkformulier kunnen toepassen. De mogelijkheden om een werkformulier af te drukken kunnen gebruiken. Bestandsbewerkingen kunnen toepassen op verschillende werkformulieren. Een grafische voorstelling kunnen opmaken voor het gebruikte werkformulier. Het kunnen gebruiken van de mogelijke bewerkingen voor gegevensbeheer. Het kunnen herkennen en toepassen van logische functies. Het kunnen herkennen en in voorkomende gevallen kunnen toepassen van de beschikbare wiskundige functies. Het kunnen herkennen en in voorkomende gevallen kunnen toepassen van de beschikbare financiële functies.
3
Rekenblad • • • • •
Doel en nut Opstarten en verlaten van het programma Wijzigingen toebrengen aan een rekenblad Gegevensbereiken Letterbeeld - onderstepen - vet - cursief - lettertypes - lettergroottes - grijswaarde • Opmaken van een rekenblad - marges - kop- en voettekst - indeling in pagina’s • Formules - Financiële functies (rente, tw,…) - Wiskundige functies (som, afronden,…) - Statistische functies (aantal, aantal.als, gemiddelde, max, min,…) - Zoek- en verwijsfuncties (vert.zoeken, horiz.zoeken,…) - Logische functies (als, en, of,…) • Grafieken - Verschillende soorten grafieken - Aanmaken van grafieken
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Informatica ( 2,0,0 lestijden/week)
75
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen
- Aanpassen van grafieken • Adrukken - Printerkeuze - Afdrukken vanaf scherm - Afdrukken vanaf schijf - Pagina’s selecteren - Kwaliteit - Aantal exemplaren - Portret- en landschapmode 4
De betekenis leren van het begrip database-systeem en het onderscheid leren maken tussen numerieke en alfanumerieke gegevens. De verschillende manieren leren waarop gegevens in een databestand georganiseerd kunnen zijn. Het leren van de verschillende manieren waarop met een relationele gegevensbank kan gewerkt worden. Het leren opstarten en beëindigen van een relationele gegevensbank. Het leren aanmaken van een databestand via de gebruikersmenu. Het inbrengen van data direct na het aanmaken van het data-bestand, de data-invoer beëindigen en het zichtbaar maken van de inhoud van het data-bestand. Het leren bewerken van een aangemaakt data-bestand: kopiëren, verwijderen en een andere naam geven. Het openen van het databestand als het nog niet actief is en het toevoegen van nieuwe gegevens aan het actieve data-bestand. Het leren zichtbaar maken van de structuur van een databestand en het wijzigen van de gedefinieerde structuur. Het leren ontwerpen van een invoerformulier naar eigen maat zodat men de velden op een zelfgekozen positie kan plaatsen en een eigen veldomschrijving vermelden. Het aangemaakte formulier leren opslaan, gebruiken en wijzigen. Het leren plaatsen van recordwijzer op een bepaald record in het
4
Gegevensbeheer • Doel en nut • Databank - Betekenis - Delen bij MS Access . Tabellen . Formulieren . Queries . Rapporten . Macro’s • Relationele databank - Betekenis - Voorwaarden • Bestanden - Kopiëren - Wissen - Van naam veranderen • Tabellen - Het begrip veldnaam - Aanmaken van tabelstructuur - Nummerieke en alfanummerieke gegevens - Verschillende gegevenstypes - Wijzigen van tabelstructuur • Gegevens - Het begrip record - Gebruik maken van recordwijzer
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Informatica ( 2,0,0 lestijden/week)
76
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen data-bestand. De records van het data-bestand op verschillende manieren leren zichtbaar maken; enkele of alle velden van het huidige record, een of meerdere records of alle records die aan een bepaalde voorwaarde voldoen. Het leren verwijderen van records uit het data-bestand. Een aangebrachte wismarker ongedaan leren maken en records definitief verwijderen. Het leren aanpassen van bepaalde records uit het databestand.
•
Het aanleren van de twee methoden om gegevens te ordenen in volgorde van een bepaald veld, zodat de gegevens niet steeds herhaald moeten worden in volgorde van invoer. •
•
•
- Gebruik maken van recordwijzer - Aanpassen - Toevoegen - Wissen - Sorteren Relaties - Nut - Voorwaarden - Maken - Opslaan - Verwijderen - Veranderen Formulieren - Nut - Types - Maken - Opslaan - Wijzigen - Opmaak veranderen Queries - Nut - Types - Maken - Wijzigen Rapporten - Nut - Maken - Wijzigen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Techniek binnen- en buitenlandse handel ( 1,0,0 lestijden/week)
77
TV TECHNIEK BINNEN – EN BUITENLANDSE HANDEL LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 1
kan het begrip “handel” ruim definiëren en plaatsen in de huidige maatschappelijke context
1
Hfst. 1: de handel in de bedrijfskolom • • • • •
kan een beeld ophangen van het ontstaan van de handel kan de bedrijfskolom toelichten en de interne beweging ervan verklaren kan de verschillende functies van de handel situeren en verduidelijken
1.1 definitie van het begrip handel 1.2 ontstaan van de handel 1.3 bewegingen in de bedrijfskolom 1.4 de functie van de handel 1.5 tussenpersonen
kent de onderscheiden tussenpersonen en kan hun positie binnen het aankoop- en verkoopscontract plaatsen 2
kan de functies van de groot- en kleinhandel toelichten en
2
• 2.1 de functies van de groot- & kleinhandel • 2.2 de diverse soorten goederen aangeboden in de detailhandel • 2.3 de diverse vormen van detailhandelszaken • 2.4 de wettelijke maatregelen ter bescherming van de zelfstandige kleinhandel en de bestrijding van de overbezetting
kan een overzicht geven van de onderscheiden vormen van kleinhandel en kent de soorten goederen die hierbinnen worden aangeboden kent de wetgeving omtrent de bescherming van de zelfstandige kleinhandel 3
kent begrippen van de geld- en kapitaalmarkten weet wat primaire en secundaire markten zijn en kent het onderscheid tussen de contant en de termijnmarkt heeft noties van de organisatie van de Belgische vzw’s kent de begrippen wisselmarkt en de deelmarkten ervan weet wat de effectenbeurs is en kent de begrippen aandeel en obligatie kent de belangrijkste beursindexen weet van het bestaan van een opties- en futuresmarkt kent het begrip “grondstoffenmarkt” en de bijhorende
Hfst. 2: de organisatie van handel en distributie
3
Hfst 3: beurzen en markten • • • • • • • • • •
3.1 de beurs als component van de financiële markten 3.2 de beurs vanuit een bedrijfseconomisch perspectief 3.3 effectenwaarden die verhandeld worden op de beurs 3.4 marktpartijen betrokken bij transacties op de effectenbeurs 3.5 de organisatie van het beursgebeuren 3.6 structuur van de markten 3.7 deelmarkten 3.8 beursorders 3.9 koersvorming 3.10 vereffeningssysteem
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Techniek binnen- en buitenlandse handel ( 1,0,0 lestijden/week)
78
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
• 3.11 vergoedingen voor transacties op de beurs
vereffeningssystemen 4
kent de begrippen offerte, tegenofferte en acceptatie
4
Hfst 4: de afwikkeling van een handelstransactie • • • • •
kan handelsdocumenten invullen is vertrouwd met de term “bestelling” en kan een bestelbon invullen is op de hoogte van de begrippen uit debetaling (o.a. de factuur, de BTW, de creditnota, de betalingsmodaliteiten, de wisselbrief en het orderbriefje)
4.1 fasen in de afwikkeling van een handelstransacties 4.2 de verkoopovereenkomst 4.3 betaling en inning 4.4 percentberekening 4.5 B.T.W.
kent de nodige documenten en kan deze invullen kent de verschillende soorten procentberekening en kan ze uitvoeren 5
is vertrouwd met de begrippen “verkoop met betaling op termijn” en “verkoop op afbetaling”
5
• • • • • • • • •
kent de onderscheiden kredietmogelijkheden, inzonderheid de bankkredieten kent de specifieke overeenkomsten zoals: leasing; forfaiting; factoring en franchising
6
onderkent de voordelen van de internationalisering voor de handelaars en de producent
6
is op de hoogte van het belang van de internationale handelen en kent het onderscheid tussen de binnen- en buitenlandse handel voor de onderneming kent het onderscheid tussen rechtstreekse en onrechtstreekse export kan de “export via tussenpersoon” toelichten en weet wat bedoeld
5.1 inleidende begrippen 5.2 verkoop met betaling op termijn 5.3 verkoop op afbetaling 5.4 de wisselbrief 5.6 cedentendiscontokrediet en leveranciersdiscontokrediet 5.7 andere bankkredieten 5.8 leasing 5.9 factoring 5.10 intrest- en discontoberekening
Hfst 6: de internationalisering van de handelsactiviteit van de onderneming • 6.1 voordelen van de internationalisering voor de handelaar en de producent • 6.2 risico’s van de internationalisering van de handelsactiviteit • 6.3 het onderscheid tussen binnen- en buitenlandse handel voor de onderneming
kan uitleggen welke de risico’s van de internationalisering van de handelsactiviteit zijn in de verschillende stadia
7
Hfst 5: kredietverlening
7
Hfst 7: de organisatie van de internationale handel • 7.1 rechtstreekse export
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Techniek binnen- en buitenlandse handel ( 1,0,0 lestijden/week)
79
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
• 7.2 onrechtstreekse export • 7.3 export via tussenpersonen • 7.4 compensatiehandel
wordt met compensatiehandel
8
kent de instellingen ter bevordering van de internationale handel in België
8
• 8.1 instellingen ter bevordering van de internationale handel in België • 8.2 internationale handelspolitiek • 8.3 in- en uitvoervergunningsstelsels • 8.4 fiscaal regime van de buitenlandse handel • 8.5 douaneformaliteiten te vervullen bij in- en uitvoer • 8.6 wisselreglementering
kent de begrippen van internationale handelspolitiek is op de hoogte van de in- en uitvoervergunningsstelsels en van het fiscaal regime dat hieromtrent heerst kan een overzicht geven van de douaneformaliteiten bij de in- en uitvoer heeft noties van de wisselreglementering 9
heeft voldoende kennis van het contractrecht om inzake het aankoopen verkoopcontract een passende interpretatie te geven
9
heeft voldoende zicht op de standaardcontracten en verkoopsvoorwaarden inzake de internationale graanhandel kan een verantwoorde keuze maken binnen de voorziene internationale transportmiddelen
10
kan op het internet werken en nodige berichten opvragen en doorsturen kan consignatie-zendingen voorbereiden is op de hoogte van de goederenopslag en de betreffende opslagdocumenten
9.1 zaken beschikbaar en zaken op leveringstermijn 9.2 verantwoordelijkheden der partijen inzake risico’s en kosten 9.3 standaardcontracten in de internationale graanhandel 9.4 verkoopvoorwaarden in de internationale graanhandel
Hfst 10: het nationaal en internationaal vervoer • 10.1 keuze van het transportmiddel • 10.2 het transport van berichten • 10.3 goederentransport
is op de hoogte van het internationale grondtransport en van het transport van berichten
11
Hfst 9: verkoopvoorwaarden in de internationale handel • • • •
is voldoende thuis in de verkoopsvoorwaarden inzake de verantwoordelijkheden der partijen omtrent de risico’s en de kosten
10
Hfst 8: de bevordering en de reglementering van de internationale handel
11
Hfst 11: consignatie en opslag van goederen • 11.1 consignatie-zendingen • 11.2 opslag en opslagdocumenten
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Techniek binnen- en buitenlandse handel ( 1,0,0 lestijden/week)
80
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 12
beseft het belang van de risicobeheersing in de internationale handel
12
• • • • •
kent de gevoeligheden van de termijngoederenbeurzen en hun vereffening is op de hoogte van de onderscheiden verzekeringen binnen de internationale handel kan wisselrisico’s inschatten en terzake voorstellen formuleren 13
kan het onderscheid inzake financiering op korte, middenlange en lange termijn inschatten is op de hoogte van specifieke kredietvormen terzake en kent hun betalingsmodaliteiten
Hfst 12: risicobeheersing in de internationale handel
13
12.1 belang 12.2 “hedging” en arbitrage op termijngoederenbeurzen 12.3 transport en expeditierisicoverzekering 12.4 kredietverzekering 12.5 wisselrisico’s
Hfst 13: betalings- en financieringstechnieken in de internationale handel • • • •
13.1 financiering op korte termijn 13.2 financiering op middellange en lange termijn 13.3 enkele speciale kredietvormen 13.4 betalingsmodaliteiten
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Computerboekhouden ( 0,2,2½ lestijden/week)
81
TV COMPUTERBOEKHOUDEN de
2
JAAR
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen de student kan basisbestanden aanmaken, uitbreiden en wijzigen (klanten, producten, rekeningnummers, leveranciers, ….)
1
1
Opzetten van een boekhouding. • Welke rekeningen zijn er nodig? • Welke rekeningen zijn er aanwezig in het programma en welke moeten er aangemaakt worden?
de student kan aan- en verkoopfacturen boeken aan de hand van documenten de student kan financiële verrichtingen registreren op basis van documenten de student kan diverse verrichtingen boeken de student kan de afsluitwerkzaamheden van een bedrijf verrichten de student kan het verband leggen met commercieel beheer (bestelbonnen, stockbeheer, ….) 2
heeft inzicht in de werking van het gebruikte boekhoudprogramma
2
Inzicht in de werking van het boekhoudprogramma. • Betreft het hier een kwartaalboekhouding of een maandelijkse? • Wat moet er gebeuren om in de juiste periodes te boeken?
3
stelt de nodige parameters in
3
Hoe stel ik de datum juist in? • Welke dagboeken moeten er zijn? • Zijn die aanwezig of moeten ze gecreëerd worden? • Kan men ze nog wijzigen na de inboeking of niet?
4
kan een boekjaar afsluiten kan een jaarrekening opstellen
de
3
JAAR
4
Afsluiten van het boekjaar en opstellen van de jaarrekening. • Nazicht van de wettelijke formaliteiten. • Zijn de juiste data vermeld op de documenten en is de toelichting correct ingevuld.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Computerboekhouden ( 0,2,2½ lestijden/week)
82
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 5
kan een kostenverdeelstaat opstellen
5
• opstellen van de kostenverdeelstaat: - welke kostenplaatsen - kostendragers - bepalen van de goede volgorde in functie van het cascadesysteem • resultaatverwerking: - systematisch verwerken van goederen in bewerking - bijproduct - afval • bepalen van het analytisch resultaat.
kan resultaten boekhoudkundig verwerken kan het analytisch resultaat bepalen
6
maakt zelfstandig oefeningen op eht werken met spiegelrekeningen
6
kan verrichtingen uit een algemene boekhouding overnemen kan analytische boekingen uitvoeren kent de werking van het gebruikte boekhoudpakket
Autonome boekhouding: • • • •
kan een analytische plan opstellen
7
Extra comptabel:
7
oefening op het werken met spiegelrekeningen opstellen van een analytisch plan overname van de verrichtingen uit de algemene boekhouding analytische boekingen
Geïntegreerde boekhouding: • werking van enkele boekhoudpakketten: - Excellent - Proac - Popsy
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfsorganisatie en beleid ( ½,0,½ lestijden/week)
83
TV BEDRIJFSORGANISATIE EN BELEID ste
1
JAAR
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 1
kan uit voorbeelden belangrijke kenmerken van organisaties afleiden;
1
kan definiëren wat organisaties zijn;
HOOFDSTUK 1: ORGANISATIES EN ORGANISATIELEER • • • •
kan de organisatie te benaderen als een open systeem; kan uitleggen waarom de studie van organisaties verantwoord is; kan het vak "Organisatieleer" te definiëren;
1. Inleiding 2.Wat zijn organisaties? 3. Organisaties als sociale systemen 4. Organisatieleer
kan de onderzoeksmethodes in organisatieleer uitleggen en beoordelen; kan het doel en het referentiekader van de cursus verklaren 2
kan aantonen dat ideeën omtrent organisatie en organiseren reeds voorkwamen eeuwen geleden; kan uitleggen hoe de ontwikkeling van complexe organisaties verbonden is met de technologische evolutie; kan de belangrijkste ideeën van het scientific management uitleggen; kan verklaren wat Fordisme betekent; kan de betekenis van administratieve organisatie verklaren; kan de klassieke school in perspectief plaatsen; kan inzake bureaucratie de oorsprong kan situeren, dit model kan definiëren, de visie van Weber uitleggen, kan kenmerken ervan geven, en enkele dysfunctionele gevolgen ervan uitleggen; kan de oorsprong van de human relations school situeren en dit gedachtegoed in perspectief plaatsen; kan de basiskenmerken van enkele moderne benaderingen uitleggen, nl. inzake de management science, de systeembenadering, de contingentiebenadering, en de lerende organisatie.
2
HOOFDSTUK 2: SCHOLEN IN ORGANISATIELEER • • • • •
1. Organiseren in de oudheid 2. De klassieke school 3. Bureaucratie 4. De 'human relations' school 5. Het moderne perspectief
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfsorganisatie en beleid ( ½,0,½ lestijden/week)
84
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 3
kan de redenering inzake arbeidsverdeling uitleggen; kan horizontale en verticale arbeidsverdeling van elkaar onderscheiden; kan enkele voordelen en nadelen van specialisatie geven; verklaart enkele oplossingen ter vermenselijking van de arbeid geboden door de human relations school; geeft de basisredenering omtrent departementalisatie weer; kan het onderscheid tussen lijn- en staffuncties uitleggen; kan de bevoegdheidshiërarchie of bevelketen uitleggen; kan verklaren wat delegatie betekent, enkele redenen voor delegatie geven, en enkele problemen inzake delegatie verduidelijken; kan decentralisatie uitleggen, enkele voor- en nadelen ervan geven, en dit concept beoordelen; kan de betekenis en doeleinden van formalisatie uitleggen, enkele elementen van formalisatie omschrijven, aanduiden wanneer formalisatie overdreven is, en dit concept beoordelen; kan het concept van controlespanwijdte uitleggen, brede en enge controlespanwijdte evalueren, en optimale controlespanwijdte benaderen.
3
HOOFDSTUK 3: FUNDAMENTELE ORGANISATIECONCEPTEN • • • • • • • •
1. Arbeidsverdeling en specialisatie 2. Departementalisatie 3. Lijn en staf 4. Bevoegdheidshiërarchie of bevelketen 5. Delegatie 6. Decentralisatie 7. Formalisatie 8. Controlespanwijdte
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfsorganisatie en beleid ( ½,0,½ lestijden/week)
85
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 4
is in staat doeleinden te definiëren;
4
kan een onderscheid tmaken tussen officiële en praktische doeleinden;
• • • • • •
kan de betekenis van strategie en de generieke strategieën volgens Porter uitleggen; kan uitleggen hoe doeleinden worden geformuleerd en tot stand komen volgens een politiek proces; verklaart de middelen-doelen-hiërarchie; legt de verschillende vormen van doelwijziging uit; is in staat de doeltreffendheid te definiëren en te plaatsen tegenover doelmatigheid geeft metingscriteria voor doeltreffendheid; bespreekt en beoordeelt het concept van management by objectives. 5
definieert de organisatorische omgeving en het organisatorisch domein; maakt een onderscheid tussen de taakomgeving en de algemene omgeving; bespreekt het model van Duncan inzake omgevingsonzekerheid; maakt een onderscheid tussen mechanistische en organische organisaties; legt de betekenis uit van differentiatie en integratie volgens Lawrence en Lorsch; is in staat aan te geven hoe omgevingsonzekerheid organisatorische kenmerken beïnvloedt; legt uit wat omgevingsperceptie betekent en wat wordt bedoeld met "enacted environrnent" en "boundary spanning" bespreekt enkele interne en externe strategieën ter minimalisering van omgevingsafhankelijkheid.
HOOFDSTUK 4: ORGANISATORISCHE DOELEINDEN EN DOELTREFFENDHEID
5
1. Doeleinden gedefinieerd 2. Types van doeleinden 3. Strategieën 4. De formulering van doeleinden 5. Middelen-doelen-hiërarchie 6. Management by objectives
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfsorganisatie en beleid ( ½,0,½ lestijden/week)
86
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 6
definieert technologie
6
legt de bedoeling uit bevindingen en beperkingen van het onderzoek van Woodward;
HOOFDSTUK 6: TECHNOLOGIE EN ORGANISATIE • • • • •
legt het model van Perrow uit en past dit toe; legt de typologie van Thompson uit; bespreekt het effect en de evolutie van het gebruik van computers in organisaties;
1. Analyse van technologie 2. Gevorderde informatietechnologie 3. Lean production 4. Dienstenbedrijven 5. Werkstructurering
verklaart de betekenis en het belang van CIM; legt uit, en beoordeelt de benadering van "lean production"; duidt de belangrijkste verschillen tussen fabrikagebedrijven en dienstenbedrijven aan; legt de betekenis uit van werkstructurering. 7
geeft kenmerken van kleine organisaties en redenen waarom organisaties willen groeien;
7
HOOFDSTUK 7: ORGANISATIEGROO1ï'E EN LEVENSCYCLUS • • • • •
legt uit hoe de organisatiegrootte kan worden gemeten; legt de relatie uit tussen omvang en structurele kenmerken van organisaties; verklaart het verband tussen organisatiegrootte en besturingsintensiteit;
1. Organisatorische groei 2. Meting van organisatiegrootte 3. Omvang en structurele kenmerken van organisaties . 4. Organisatiegrootte en besturingsintensiteit 5. Organisatorische levenscyclus
schetst de organisatorische levenscyclus. 8
definieert de begrippen organisatiestructuur, organisatie-ontwerp, formele en informele organisatie, en organigram; verklaart de rol van het management inzake organisatiestructurering; situeert differentiatie en integratie in de organisatie; legt de verschillende departementalisatiewijzen (functionele departementalisatie, productdepartementalisatie, geografische departementalisatie, klantdepartementalisatie, gemengde departementalisatie) evenals projectorganisatie en matrixorganisatie
8
HOOFDSTUK 8: ORGANISATIESTRUCTUUR EN –ONTWERP • • • •
1. Rol van het management 2. Verticale en horizontale arbeidsverdeling en coördinatie 3. Departementalisatiewijzen 4. Netwerkstructuur
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfsorganisatie en beleid ( ½,0,½ lestijden/week)
87
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student uit; legt de structurele configuraties volgens Mintzberg uit. 9
definieert het begrip groep;
9
duidt de functies van groepen aan;
• • • • • • • • •
onderscheidt verschillende soorten groepen; geeft voordelen en nadelen van groepenlegt; uit te hoe groepen zich ontwikkelen; geeft de groepskenmerken aan die groepseffectiviteit beïnvloeden; het belang van kleine werkgroepen uit te leggen; verklaart de betekenis en de invloed van groepsconflicten; legt de organisatieverbetering via groepsdynamica uit. 10
definieert het begrip controle;
HOOFDSTUK 9: DE WERKING VAN GROEPEN
10
legt de verschillende elementen van het controleproces uit;
HOOFDSTUK 10: ORGANISATORISCHE CONTROLE • • • • • • • • •
bespreekt de basisconcepten van controle; maakt een onderscheid tussen vooruitkoppelingscontroles, gelijktijdige controles en terugkoppelingscontroles; situeert controletypes op verschillende controleniveaus; verklaart verschillende controlestrategieën en geeft aan wanneer een controlestrategie dominant is; bespreekt de betekenis en evolutie van kwaliteitscontrole; situeert technieken van financiële controles;
1. Definitie 2. De functies van groepen 3. Soorten groepen 4. Voordelen en nadelen van groepen 5. De ontwikkeling van groepen 6. Groepseffectiviteit 7. Kleine werkgroepen 8. Groepsconflicten 9. Organisatieverbetering via groepsdynamica
1. Elementen van het controleproces 2. Basisconcepten 3.De timing van controle] 4. Controleniveaus 5. Controlestrategieën. 6. Operationele controlesystemen 7. Kwaliteitscontrole 8. Financiële controle 9. Optimale mate van controle
benadert de optimale mate van controle. 11
omschrijft cultuur duidt de voornaamste kenmerken ervan aan; benadert culturele verschillen tussen landen volgens de culturele dimensies bepaald door Hofstede;
11
HOOFDSTUK 11: ORGANISATIECULTUUR • 1. Culturele verschillen tussen landen • 2. Organisatieculturen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfsorganisatie en beleid ( ½,0,½ lestijden/week)
88
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student
• 3. Beïnvloedende factoren
omschrijft de verschillende organisatieculturen volgens Handy; bespreekt de factoren die organisatiecultuur beïnvloeden; legt de implicaties van cultuur voor organisatie-ontwerp uit. de
3 JAAR
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 12
12
13
de student weet hoe de bedrijfsorganisatie in brede zin begint met het 13 opmaken van doelstellingen, strategieën en planning de student kent de verschillende vormen van organisatie in enge zin de student kan het belang van informatie voor het beleid duiden de student kent het principe van de functiescheiding en hoe het in de praktijk moet worden toegepast
Inleiding. I. Wat is management? • • • • •
1. Het managemntproces 2. De ontwikkeling van managementtheorieën 3. De manager als leidinggevende 4. Leiderschapsstijlen 5. Zelfmanagement
de student kent de basisprincipes van het motiveren van werknemers
14
kan een situatieanalyse maken
14
• 1. De situatieanalyse • 2. De strategische beleidsvormen
kan de strategische beleidsnormen duiden 15
kan een planning indelen en presenteren
II. Strategisch management
15
III. Management en planning • 1. Indeling van planning • 2. Zichtbaar maken van planning • 3. Planning en procesbeheersing
16
kan managen en organiseren
16
IV. Management en organisatie • 1. Samenwerking en arbeidsverdeling
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Bedrijfsorganisatie en beleid ( ½,0,½ lestijden/week)
89
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen • • • • • • • 17
kan managen in informeren ziet het belang in van elektronische gevensverwerking
17
2. De horizontale werkverdeling 3. De delegatie 4. De spanwijdte en het omspanningsvermogen 5. Het organisatieschema 6. Hoofdvormen van organisatiestructuren 7. De organisatiecultuur 8. Organisatiestructuren volgens Mintzberg
V. Managment en informatie • • • • • • •
1. Elektronische gegevensverwerking 2. Management en informatie 3. Het informatieverzorgingsproces. 4. Kwaliteitsaspecten van de informatieverzorging 5. De communicatie van informatie 6. Besluitvorming 7. Managers en organisatie in relatie tot de administratieve organisatie
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Controle, expertise en deontologie ( 0,0,1 lestijden/week)
90
TV CONTROLE, EXPERTISE EN DEONTOLOGIE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 1
Definitie van auditing.
1
Institutionele aspecten in België.
I. INLEIDING. • 1. Het doel van de waarmerking van de jaarrekening. • 2. Het onderscheid tussen de verantwoordelijkheid van de onderneming, de interne en de externe accountant
Doelstellingen van de audit van de jaarrekening. Auditrisico en materialiteit. De audit van ondernemingscycli. Rapportering over audit 2
is op de hoogte van de algemeen aanvaarde controlenormen
2
externe accountant • 1. Inleiding • 2. Algemeen aanvaarde controlenormen.
3
licht de interne controle toe
3
• • • • • •
kent de voornaamste karakteristieken van een interne controle ziet het belang en doel in van een interne accountantsdienst
4
kent de nodige controlewerkpapieren en kan deze verwerken
4
kan een werkdossier per jaar opstellen kan een controleprogramma opstellen kan de jaarrekening controleren
5
1. Inleiding 2. Begripsomschrijving 3. De voornaamste karakteristieken van de interne controle 4. De functie van de interne accountantsdienst 5. De studie van het intern controlesysteem 6. Het verband tussen interne controle - onregelmatigheden en de externe accountant
IV. CONTROLEWERKPAPIEREN • • • •
kan een permanent dossier maken en opvolgen
5
III. INTERNE CONTRÔLE
1. Inleiding 2. Het permanent dossier 3. De werkdossiers per jaar 4. Het controleprogramma
V. CONTROLE VAN DE JAARREKENING. – ALGEMEEN • 1. Inleiding
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Controle, expertise en deontologie ( 0,0,1 lestijden/week)
91
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen
• 2. Het verloop en de programmatie van de controlewerkzaamheden • 3. De algemene controlewerkzaamheden 6
kan verkoopprocedures testen
6
• • • •
kan uitgavenprocedures testen kan procedures testen betreffende weden en lonen
7
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. de balans
7
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. de vaste activa
8
past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
9
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. degeldbeleggingen past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
9
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
VIII. CONTROLE ACTIVA: MATERIELE VASTE ACTIVA • • • • •
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening
1. Inleiding 2. De test van de verkoopprocedures 3. De test van de uitgavenprocedures 4. De test van de procedures betreffende wedden en lonen
VII. CONTROLE VAN DE BALANS. ACTIVA: OPRICHTINGSKOSTEN EN IMMATERIELE VASTE ACTIVA • • • • •
past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
8
VI. TESTEN VAN DE BASISPROCEDURES
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
IX. CONTROLE BALANS: FINANCIELE VASTE ACTIVA EN GELDBELEGGINGEN • • • • •
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Controle, expertise en deontologie ( 0,0,1 lestijden/week)
92
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 10
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. de vorderingen
10
• • • • •
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
11
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. voorraden
11
past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. liquide middelen
12
past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
13
kent de elementen van een jaarrekening overlopende rekeningen past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
13
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
XII. CONTROLE ACTIVA: LIQUIDE MIDDELEN • • • • •
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
XI. CONTROLE ACTIVA: VOORRADEN • • • • •
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening
12
X. CONTROLE ACTIVA: VORDERINGEN
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
XIII. CONTROLE ACTIVA: OVERLOPENDE REKENINGEN • • • • •
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Controle, expertise en deontologie ( 0,0,1 lestijden/week)
93
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 14
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. het eigen vermogen
14
• • • • •
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
15
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. schulden en ontvangen 15 kapitaalsubsidies past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. schulden
16
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
17
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. uitgestelde belastingen 17 past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
XV. CONTROLE PASSIVA: SCHULDEN OP + 1 JAAR EN ONTVANGEN KAPITAALSUBSIDIES • • • • •
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening
16
XIV. CONTROLE PASSIVA: EIGEN VERMOGEN
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
XVI. CONTROLE PASSIVA: SCHULDEN OP MAXIMUM 1 JAAR • • • • •
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
XVII. CONTROLE PASSIVA: VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN • • • • •
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Controle, expertise en deontologie ( 0,0,1 lestijden/week)
94
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 18
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. de controle van de belastingen
18
• • • • •
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
19
kent de elementen van een jaarrekening i.v.m. deresultaatrekening
19
past controlewerkzaamheden toe en volgt deze op
kent de elementen en eisen gesteld aan een accountantsverslag
20
21
is op de hoogte van de bijkomende controlewerkzaamheden
21
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
XX. HET ACCOUNTANTSVERSLAG • • • •
kent de inhoud van een accountantsverslag
1. Inleiding 2. Elementen van de jaarrekening 3. Interne controleaspecten 4. Doelstellingen van de controle 5. Controlewerkzaamheden
XIX. CONTROLE VAN DE RESULTATENREKENING • • • • •
past de interne controleaspecten toe op de jaarrekening
20
XVIII. CONTROLE VAN DE BALANS: CONTROLE VAN DE BELASTINGEN
1. Inleiding 2. Het accountantsverslag en de S.W.H.V. 3. De eisen gesteld aan een degelijk accountantsverslag. 4. De inhoud van het accountantsverslag
XXI. BIJZONDERE CONTROLEWERKZAAMHEDEN BIJ EEN EERSTE OF EENMALIGE OPDRACHT • 1. Inleiding • 2. Bijkomende controlewerkzaamheden
22
kent de uit te voeren controlewerkzaamheden betreffende de afzonderlijke jaarrekeningen kent de interne controle-aspecten en past dezetoe
22
XXII. DE CONTROLE VAN DE GECONSILIDEERDE JAARREKENING • 1. Inleiding • 2. De bepaling van de uit te voeren controlewerkzaamheden betreffende de afzonderlijke jaarrekeningen • 3. Interne controle-aspecten
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN TV Controle, expertise en deontologie ( 0,0,1 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN De studenten kunnen
95
LEERINHOUDEN • 4. De controlewerkzaamheden betreffende de consolidatie • 5. Het accountantsverslag over de geconsolideerde jaarrekening
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
96
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Algemeen: Er dient naar gestreefd het gebruik van de computer en internet maximaal te implementeren in de lessen
Vakspecifiek: TV Nederlandse handelscorrespondentie en rapporteren We laten de studenten eerst nadenken over welke soort brieven ze zelf kennen uit de praktijk. We maken hierbij gebruik van het bord. Daarna word de theorie uitvoerig uitgelegd en dit in interactie met de studenten. Er wordt gebruik gemaakt van een eigen cursus, krantenartikels en concrete voorbeelden uit de praktijk. Hierna hebben zij voldoende bagage verworven om dit soorten brieven te kunnen plaatsen binnen de structuur van de cursus. Daarna is het de bedoeling dat de studenten, uitgaande van een opgegeven fictieve situatie, zelf verschillende soorten brieven schrijven. Het staat de studenten altijd vrij om een concrete situatie aan te brengen, waarmee ze in het dagelijkse leven worden geconfronteerd. Uiteraard scherpt dit de betrokkenheid bij de cursus sterk aan. Een heel nuttig onderwerp is het schrijven van een C. V. en de begeleidende brief. We gaan uitvoerig in op het enorme belang van deze documenten. Het is de bedoeling de studenten te behoeden voor de meest voorkomende fouten die in dit verband de kop opsteken. Uiteraard dienen ze zelf een C.V. te maken, hetwelk ze later zeker kunnen aanwenden.
TV Financiële algebra
1ste jaar In het vak financiële algebra wordt de nadruk gelegd op het inzicht van de formules, op de functie en de relatie van de formules tot het geheel. De theoretische lessen worden steeds aangevuld met toepassingen Verder komen ook financiële toepassingen in de colleges aan bod. de
2
jaar
Het is van een uitzonderlijk belang in deze cursus te werken naar inzicht toe, d.w.z. dat de samenhang en het verband tussen de onderscheiden formules continu moet worden aangetoond, zodat de structuren worden blootgelegd, wat de student moet toelaten de formules te begrijpen en de aangeleerde technieken daadwerkelijk toe te passen. TV Bank- en kredietverrichtingen In het vak bank en krediet wordt de nadruk gelegd op het inzicht van de begrippen, op de functie en relatie van de begrippen tot het geheel.
de
De lessen worden steeds aangevuld met actuele informatie. De studenten dienen één week de FinancieelEconomische Tijd te lezen en de krantenknipsels i.v.m. bank en krediet uit te knippen en te synthetiseren. De neerslag van dit alles vindt men terug in een te maken scriptie. Ook de praktijk van bankdocumenten wordt ingeoefend.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
97
TV Burgerlijk- en handelsrecht Er wordt sterk belang gehecht aan de duurzaamheid van het aanbrengen van de juridische woordenschat. Er wordt gebruik gemaakt van wetteksten in de lessen om het verder contact met de rechtswereld te vergemakkelijken. Proberen om de studenten een positieve maar kritische ingesteldheid tegenover de wet bij te brengen.
TV Sociaal recht (sociale wetgeving) De studenten moeten een veelheid aan vragen oplossen door zoveel mogelijk zelfstandig in de documentatie te zoeken; veel aandacht krijgt de mogelijk verschillende interpretatie van de (wet)teksten.
TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving)
2de jaar De studenten dienen a.h.v. wetboeken en het internet zoveel mogelijk zelf, wetgevend opzoekwerk te verrichten
3de jaar De grootste aandacht zal gaan naar de toepassingen en daarom worden er per onderdeel oefeningen gemaakt zodat de cursist op het einde een praktische ervaring bezit . Toch zal er telkens uitgegaan worden van een theoretische omkadering. Bij het oplossen van de oefeningen mogen de studenten steeds gebruik maken van de belastingalmanak en hun handboek.
TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen
1ste jaar Er wordt gebruik gemaakt van gedetailleerde bordschema’s. Er wordt sterk de nadruk gelegd op het individueel en ordelijk werken tijdens de lessen en in de cursussen. Regelmatig maken de studenten zelf een taak. 1/
2/
Didactische werkvormen •
Onderwijsleergesprek
•
Zelfstandig oplossen van oefeningen
•
Oefeningen oplossen in teamverband
•
Bordschema
•
Powerpoint presentatie
•
Jaarrekening en Minimum Algemeen Rekeningenstelsel mogen steeds geraadpleegd worden
Didactische hulpmiddelen
Bord - Projector - PC
2de jaar
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
98
Er wordt gebruik gemaakt van gedetailleerde bordschema’s. Er wordt sterk de nadruk gelegd op het individueel en ordelijk werken tijdens de lessen en in de cursussen. Regelmatig maken de studenten zelf een taak. TV Analytische exploitatie boekhouden In het vak analytisch exploitatieboekhouden wordt er veel belang gehecht aan de integratie van de begrippen in het geheel van de leerstof. De actualiteit is vaak verweven met het onderwerp van de les, zodat de lessen realistisch gegeven worden. Veel cijfervoorbeelden en opgaves die, indien mogelijk, op de PC worden uigewerkt TV Financiële analyse Alles wordt verduidelijkt door het gebruik van een degelijk bordschema. De theorie van de leerstof wordt getoetst aan de praktijk aan de hand van actuele informatie uit kranten, tijdschriften. Elk jaar wordt een ander bedrijf geanalyseerd, liefst op voorstel van de cursisten. De statistieken van de NBB zijn basismateriaal. TV Algemene economie In het vak algemene economie vormen de begrippen en hun relatie tot het geheel het belangrijkste. De lessen worden zo actueel mogelijk gehouden door terug te grijpen naar de med TV Case studies Bij elke gegevenbestudeerd geval hoort een eigen methodologische aanpak
TV Openbare financiën In het vak openbare financiën vormen de begrippen en hun relatie tot het geheel het belangrijkste. De colleges worden zo actueel mogelijk gehouden door stelselmatig te refereren naar de mediaberichten dienaangaande. Ook actuele artikels i.v.m. de openbare financiën komen uitvoerig aan bod in de lessen.
TV Bedrijfseconomische statistiek Vooral aanvankelijk dient ervoor gezorgd dat de studenten niet verdwalen: hiertoe is het creëren van een vertrouwenssfeer een belangrijk aspect: de onderscheiden aangebrachte elementen dienen dan ook gereduceerd tot het essentiële, dat zeer paraat moet verworven zijn ten einde verder te kunnen bouwen.
TV Informatica Er wordt een cursus gegeven met voorbeeldbestanden. Aan de hand van de cursus kunnen de studenten praktische voorbeelden maken en problemen signaleren.
TV Techniek binnen- en buitenlandse handel In deze cursus staat de debatcultuur centraal: de onderwerpen worden naar voren gebracht en daarrond ontstaat een gesprek dat door de lesgever-voorzitter in goede banen wordt gehouden en dat vanzelfsprekend nauw aansluit bij de gedoceerde materie.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
99
Dat de denkpatronen zich in dergelijke omstandigheden toespitsen op de actualiteit kan het geheel alleen maar een meerwaarde bezorgen.
TV Computerboekhouden
2de jaar De studenten werken zo veel mogelijk zelfstandig voor een computer en met hun documenten. Als ze problemen hebben worden deze zo vlug mogelijk opgelost. Tevens worden ze begeleid bij de werking van de computer en wordt de verwerking van de documenten verduidelijkt indien nodig.
3de jaar Aanvankelijk werken de studenten onder volledige begeleiding, geleidelijk moeten zij de opgaven steeds zelfstandiger aanpakken. TV Bedrijfsorganisatie en beleid
1ste jaar Elke ingewijde weet hoe omvangrijk het studiegebied m.b.t. de organisatieleer is. Zowel in vakken als economie, management, … als sociologie, arbeids- en organisatiepsychologie, …komen steeds dezelfde namen terug. Het ligt daarom in onze bedoeling om de studenten een raamwerk aan te bieden, waarbinnen zij de meest voorkomende namen kunnen plaatsen. Het is belangrijk dat ze de namen binnen de juiste tijdsgeest en denkstroming kunnen plaatsen. Dit omdat in de loop der tijden, de economische ontwikkelingen - en de hiermee gepaard gaande praktische problemen - een onmiskenbare invloed hebben uitgeoefend op de organisatietheoriëen. Daarom proberen we de theorieën te ondersteunen met praktijkvoorbeelden uit zowel heden, als verleden. Hierbij maken we gebruik van kranten- en tijdschriftartikels. De methode van doceren is aldus de Socratische methode. Uitgaande van de gegeven materie, nodigen we de leerlingen uit tot een dialoog opdat ze zelf tot de vereiste inzichten zouden komen.
3de jaar De stof wordt met behulp van bordschema´s uitgelegd en verklaard. TV Controle, expertise en deontologie Waar mogelijk wordt verwezen naar praktische zwakheden van de organisatie waar ze vooral moeten op letten bij een controle. De studenten hebben de mogelijkheid om ook enkele oefeningen op te lossen.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
100
DIDACTISCHE HULPMIDDELEN1
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
101
EVALUATIE TV Nederlandse handelscorrespondentie en rapporteren Het examen is deels praktisch: een bepaald soort brief en/of rapport dient geschreven te worden. We toetsen verder ook de theoretische basiskennis. Ook dienen de studenten een C.V. voor te bereiden op voorhand. Zij dienen deze in tijdens het examen, zodat het document kan worden gequoteerd ten belopen van 25% van de punten.Op deze manier kunnen we het beste nagaan of de gegeven leerstof daadwerkelijk resultaat heeft opgeleverd.
TV Financiële algebra
1ste jaar Zowel tijdens het partieel examen (januari -februari) als het eindexamen (juni) worden de studenten schriftelijk geëvalueerd op hun theoretische en praktische kennis. Beide examens krijgen dezelfde ponderatie. de
2
jaar
Het oplossen van vraagstukken noopt tot enig denken; hiertoe is het schriftelijk examen het meest aangewezen. Gepeild wordt naar inzicht en verworvenheden. TV Bank- en kredietverrichtingen De studenten worden schriftelijk beoordeeld op basis van twee proeven die een zelfde weging meekrijgen: het partieel examen en het eindexamen. De gestelde vragen beoordelen de studenten hun verworven technische en praktische kennis. Ook de te maken scriptie maakt deel uit van de evaluatie. TV Burgerlijk- en handelsrecht Wekelijkse terugblik met samenvatting van wat de vorige les werd gezien. Hierbij wordt nagegaan of de leerlingen de leerstof begrepen hebben door middel van begripsvragen. Vaak wordt vertrokken van een casusgeval uit de actualiteit waarop de theorie dient te worden toegepast. Partiële schriftelijke examens na de kerstvakantie. Schriftelijke eindexamens. TV Sociaal recht (sociale wetgeving) Open boek examen waarbij een reeks vragen onder tijdsdruk moeten beantwoord worden. TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving)
2de jaar Het examen bestaat uit een BTW-aangifte. Hierin wordt de kennis van de algemene boekingen nagegaan, maar er worden ook specifieke problemen vanuit de practijk in verweven. Op die manier weet de docent precies of de student het volledige BTW-mechanisme onder de knie heeft.
3de jaar Wekelijkse terugblik met samenvatting van wat de vorige les werd gezien. Hierbij wordt nagegaan of de leerlingen de leerstof begrepen hebben door middel van begripsvragen. Vaak wordt vertrokken van een casusgeval uit de actualiteit waarop de theorie dient te worden toegepast. Partiële schriftelijke examens na de kerstvakantie. Schriftelijke eindexamens.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
102
TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen
1ste jaar De evaluatie gebeurt aan de hand van twee schriftelijke proeven. Er is een partieel examen in januari en een eindexamen in juni. Beide proeven staan telkens op de helft (50%) van het totaal aantal punten.
2de jaar De evaluatie gebeurt aan de hand van twee schriftelijke proeven, waarbij vooral praktijksituaties worden in kaart gebracht; het is aan de student een realistische oplossing naar voor te brengen. De studenten worden vooral geëvalueerd op het feit of zij inzichten verworven hebben in het gehele boekhoudkundige gebeuren, vooral met oog op het opmaken van de balans. Er is een partieel examen in januari en een eindexamen in juni. Beide proeven staan telkens op de helft (50%) van het totaal aantal punten. TV Analytische exploitatie boekhouden Het partieel examen en het eindexamen worden schriftelijk georganiseerd en tellen ieder mee voor 50% om aldus te komen tot de globale beoordeling. Zowel de theoretische kennis als de actualiteit worden getoetst tijdens de proeven. Telkens met een gesloten en een open boek gedeelte. TV Financiële analyse Schriftelijke examens in januari en juni, telkens voor de helft van de punten Telkens met een gesloten en een open boek gedeelte. TV Algemene economie Het partieel examen wordt schriftelijk georganiseerd en telt mee voor 50%, het examen in juni is mondeling. In het tweede semester wordt een praktisch werkje gegeven dat meetelt voor een kwart van de punten TV Case studies Een case wordt als examen gegeven. In deze case worden heel wat elementen verstrengeld opgediend ; het is aan de student om het belangrijke van het onbenullige te onderscheiden en de prioriteiten te leggen die economisch in het beslissingsproces doorwegen. De gevolgen van de genomen beslissingen worden ontleed, wat dan weer implicaties heeft voor het management van de onderneming. TV Openbare financiën Het partieel examen en het eindexamen worden schriftelijk georganiseerd en tellen ieder mee voor 50% om aldus te komen tot de globale beoordeling. Zowel de theoretische kennis als de actualiteit zal getoetst worden tijdens deze proeven. TV Bedrijfseconomische statistiek De evaluatie gebeurt schriftelijk: de klemtoon wordt vooral gelegd op het verworven inzicht enerzijds en het oplossen van vraagstukken anderzijds. Hiertoe refereren wij naar onze colleges, die overigens een permanente uitnodiging zijn tot gestructureerd en logisch denken.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
103
TV Informatica Er wordt een praktische proef georganiseerd in januari en in juni. TV Techniek binnen- en buitenlandse handel De evaluatie verloopt schriftelijk zodat de student ruimschoots de tijd krijgt aan te tonen dat zijn theoretische kennis voldoende is om de link naar de praktijk te leggen. TV Computerboekhouden
2de jaar De studenten worden geëvalueerd aan de hand van hun voorlopige en eindbalansen die ze voorleggen. De jaarrekening wordt eveneens geëvalueerd .
3de jaar Deels permanent, in functie van de aanpak en de systematiek in de verwerking van de gegevens, deels op basis van de neerslag van hun oplossingen voor de laatste opgaves van het schooljaar, waarover zij ondervraagd worden. TV Bedrijfsorganisatie en beleid
1ste jaar De evaluatie gebeurt aan de hand van een schriftelijk examen, waarbij onderzocht wordt of de cursus voldoende inzicht in de materie verworven heeft.
3de jaar De evaluatie gebeurt aan de hand van een schriftelijk examen in januari. TV Controle, expertise en deontologie
1ste jaar De evaluatie van de studenten gebeurt aan de hand van een semesterieel en een eindexamen. Daarbij wordt hun theoretische kennis getoetst.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
104
BIBLIOGRAFIE TV Nederlandse handelscorrespondentie en rapporteren VANDERGRAESEN F. (2002). Z@kelijk: Een praktijkhandboek handelscorrespondentie. Antwerpen : Uitgeverij De Boeck N.V.
zakelijke
communicatie
en
ECO U. (1985). Hoe schrijf ik een scriptie. Amsterdam : Bert Bakker VAN HOVE L. (1998). Enkele nuttige wenken i.v.m. de eindverhandeling. Brussel : VUB.
TV Financiële algebra
1ste jaar Financiële algebra. R. Bollens, E. de Bie en J. Kesteloot. Uitgeverij Plantyn Deurne –1994 Financiële algebra: actuariële wiskunde. J .F .de Craen en R. de Groot Uitgeverij Van In Lier –1989 Nieuwe logaritmentafels (in 5 decimalen).Uitgeverij Standaard- 1973 Tables financières des opérations a long terme. G. Cnapelinckx, P. Meurice en L. Nysten. Uitgeverij Wesmael Theorie der financiële algebra. H. de Sloovere en L. Borghijs. Uitg. De Boeck Brussel- 1978 Wiskundige grondbeginselen voor intrestrekening en leningen. . . Prof.. Befahy. V.U.B. de
2
jaar
Financiële algebra. R. Bollens, E. de Bie en J. Kesteloot. Uitgeverij Plantyn Deurne – 1994 Financiële algebra : actuariële wiskunde. J.F. de Craen en R. de Groot Uitgeverij Van In Lier – 1989 Financiële wiskunde : samengestelde intrest, renten, annuïteiten, leningen, verrichtingen op het leven. E. van Renne. Uitg. Brepols Brussel – 1960 Nieuwe logaritmentafels (in 5 decimalen). Uitgeverij Standaard – 1973 Tables financières des opérations à long terme. G. Cnapelinckx, P. Meurice en L. Nysten. Uitgeverij Wesmael Theorie der financiële algebra. H. de Sloovere en L. Borghijs. Uitg. De Boeck Brussel – 1978 Wiskundige grondbeginselen voor intrestrekening en leningen. Prof. Befahy. Uitgeverij VUB – 1978 Wiskundig leerpakket : financiële algebra. R. Verhulst, J.F. de Craen, C. de Munter e.a. Uitgeverij Standaard Antwerpen – 1987 TV Bank- en kredietverrichtingen De bank. Belgische vereniging van banken. Dossier nr. 37. Bank en Beurs. Inleiding tot de financiële verrichtingen. P.Hancké Het Financiewezen in België van M.Dombrecht en S.Plasschaert(MIM) TV Burgerlijk- en handelsrecht Wegwijs Recht door Dillemans R. en De Moor A. Inleiding tot het Recht door Bouckaert B. en Van Hoecke M. Inleiding tot het Burgerlijk Recht door Butzler R. en Heyerick N. Inleiding tot het Handelsrecht door Butzler en Co.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
105
TV Sociaal recht (sociale wetgeving) Handboek: Praktisch sociaal recht, D’Hertefelt en Laurysens, Standaard Uitgeverij, jaarlijks gewijzigde druk. Artikels uit de Financieel Economische Tijd, Vacature, etc, i.v.m. concrete onderwerpen. Wetteksten. TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving) "BTW" (Gilis, V.D.Bruel), Uitg. MIM, 1996 Praktisch Fiscaal Recht van E. Angenon en L. Taillieu (MIM) 1994 Belastingalmanak Elsevier Belgisch belastingsrecht in hoofdlijnen door Conturier S. en Peeters B. Fiscaal praktijkboek dorekte belastingen 1993-1994 door Maeckelberth W. Fiscaal zakboekje 1994 door De Wolf E. J. Inleiding tot het belastingsrecht door Spruyt A., 1993 Handboek voor Fiscaal Recht door Tiberghien A., 1994 Vennootschapsbelasting voor niet ingewijden (uitgave VBO). Inleiding tot het Vennootschapsbelasting Vennootschapsbelasting (uitgave ministerie van financiën) Fiscaal zakboekje door De Wolf E.J., 1994 Inleiding tot het belastingsrecht door Spruyt A., 1993 Patrumoniumnnvennootschappen door Bonte A., 1993 Handboek voor Fiscaal recht door Uberghien A. TV Alg. boekhouden en boekhouden der vennootschappen
1ste jaar Inleiding tot het boekhouden en de boekhoudtechniek, Erik De Lembre, Wolters Plantyn, ISBN 90 301 7460 9 Grondige studie van de jaarrekening, E. De Lembre & R. Van Maele, Wolters Plantyn, ISBN 90 309 0932 3 Boekhouden voor het beleid, C. Van Liedekerke, G. Walraevens, E. Koolen, L. Van Haute, de boeck, ISBN 90 455 0280 1 Algemeen Boekhouden, Walraevens, MIM “Handboek boekhouden”, Prof. Dr. E. De Lembre. Lic. R. Vanden Weghe - Van Maele, CED SAMSON, delen 1 en 2 “Vennootschapsboekhouden Nu”, Vincent Peeters, MIM. “Praktisch vennootschapsboekhouden”, A. Chiau, A. De Coen, SED SAMSON “Cursussen beroepsopleiding CBO”, Ministerie van Financiën “Vennootschapsboekhouding”, Gerard Verbruggen, STORY “Boekhouden voor het beleid”, P. Hancke, MIM “Bedrijfseconomie”, R. Groeseneken, A. De Boeck, Brussel “Bedrijfseconomie voor juristen”, Prof. M. Van Acoleyen, G. Van Herck, M. Dequae, boek 1 en 2, ACCO “Accountancy thema’s, SAMSON ACCOUNTANCY ACTUALITEIT
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
106
“Docenten Info”, SAMSON ACCOUNTANCY ACTUALITEIT “Naamloze vennootschappen”, SAMSON BESTUUR EN BELEID NV “Besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid”, SAMSON BESTUUR EN BELEID BVBA
Links www.mesotten.be www.fisconet.be 2de jaar "Grondige studie van de jaarrrekening" (Prof E. De Lembre),
Wolters, Leuven
-"Algemeen Boekhouden" (Prof. R.Landuyt), Uitg. Den Arend, Bonheiden TV Analytische exploitatie boekhouden Erlingen M., Cost Accounting – Analytisch Exploitatieboekhouden, Den Arend Bonheiden – 2001 Erlingen M., Management Accounting, Den Arend Bonheiden – 1997 Bruggeman, De Lembre e.a. Analytisch Boekhouden en Kostencalculatie, Wolters Leuven – 1999 Drury C., Management Accounting, Academic Service Schoonhoven (NL) – 1995 Jorissen, Lefebre e.a. Cost Accounting, Standaard Uitgeverij – MIM, Antwerpen - 1997 TV Financiële analyse NATIONALE BANK VAN BELGIE, Verklarende nota bij de statistieken opgemaakt op basis van de jaarrekeningen. OOGHE, VAN WYMEERSCH, Financiële analyse van ondernemingen. THEUNISSE, JEGERS, Elementen van boekhouden en analyse van jaarrekeningen TV Algemene economie Handboek: DE VELDER, DE CNUYDT, Economie Vandaag, Academia Press Gent. TV Case studies Eigen cursus
TV Openbare financiën Inleiding tot de openbare financiën. W. Moesen en V. Van Rompuy. Het centenblaadje (Kabinet Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid) Actuele artikels van kranten, banken, enz...
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
107
TV Bedrijfseconomische statistiek Murray R. Spiegel, PhD, Theorie and Problems of Statistics, Schaum’s Outline Series, McGraw-Hill, London S. Lipschutz, PhD, Theory and Problems of Probability, Schaum’s Outline Series, McGraw-Hill, London Dr. M. Th. Ysebaert, Inleiding tot de statistiek, R.U.G.
TV Informatica Gezien de immens vlugge evoluties is het onmogelijk een bibliografie te publiceren die langer dan vandaag actueel is. Module Rekenblad Excel 2002 - Academic Service Module Databeheer Gegevensanalyse - R.P. Langerhorst - Academic Service Het SQL leerboek - R.F. Van der Lans - Academic Service Access 2002 - Academic Service Module datacommunicatie Computers, datacommunicatie en netwerken - R. L. Matthijssen - Academic Service TV Techniek binnen- en buitenlandse handel E. Adriaenssens en V. Calders: techniek van de binnen- en buitenlandse handel, Acco, Leuven Dr. L. Cuyvers en Dr. G. Vandewalle: techniek van de binnen- en buitenlandse handel, Kluwer, Deurne. TV Computerboekhouden
2de jaar Er wordt gebruikt gemaakt van de Handleiding bij de verschillende programma’s (Bob; Proacc; Exellent; popsy). Deze handleiding ligt bij het boeken steeds ter inzage.
3de jaar De handleidingen bij de verschillende pakketten. TV Bedrijfsorganisatie en beleid
1ste jaar DE COEN A. (2001). Organisatieleer. Antwerpen : Standaard Uitgeverij –MIM. JEGERS M.,MOENAERT R., VERBEKE A. (1994). Begrippen van Management: Strategische Planning en Organisatie. Brussel : Vubpress. KREITNER R., KINICKI A. (1992). Leadership)
Organizational Behavior. Homewood : Irwin. Î (hoofdstuk 14:
ELCHARDUS M. (1996). Sociologie. Brussel : Dienst Uitgaven VUB SYLLABUS ARBEIDS- & ORGANISATIEPSYCHOLOGIE. (1999) Prof. R. Pepermans. VUB
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) Boekhouden (12,12,12 lestijden/week)
3de jaar Buiteneers, Coelmont, e.a. Gids voor management en organisatie. Standaard Uigeverij – MIM – 1998 HOUTHOOFD N., Edrijfsmanagement en bedrijfsorganisatie – Uitg. Den Arend, 1996, Bonheiden TV Controle, expertise en deontologie Bij de cursus wordt het handboek gebruikt : Accountantscontrole in de Praktijk Dirk van Vlaenderen - Uitg. MIM/De Standaard Controlegids voor de jaarrekening en andere opdrachten; Kluwer Editorial. Consolidatie : Wettelijk kader in Belgie; M. Van regemortel; KPMG Verder wordt er verwezen naar publicaties bij CED SAMSOM
108
VOLWASSENENONDERWIJS
Organisatie:
Lineaire opleiding
Onderwijsvorm:
HOKTSP
Opleidingsduur:
3-jarige opleiding
Categorie:
Economisch
Afdeling:
BOEKHOUDEN, 4e specialisatiejaar
Aantal lestijden:
11 lestijden/week
Leerplannummer:
2003/777L (nieuw)
Nummer Inspectie:
02-03/982/G
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) de Boekhouden 4 Specialisatiejaar (11 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ....................................................................................................................................................... 2 Beginsituatie........................................................................................................................................... 3 Algemene doelstellingen ........................................................................................................................ 4 Affectieve en psychomotorische doelstellingen...................................................................................... 6 Cognitieve leerplandoelstellingen / leerinhouden................................................................................... 7 TV Fiscaal recht (Vennootschapsbelasting)................................................................................. 7 TV Verzekeringsrecht .................................................................................................................. 9 TV Plannen en monografieën .....................................................................................................13 TV Bedrijfseconomische statistiek ..............................................................................................14 TV Management accounting .......................................................................................................15 TV Controle, expertise en deontologie........................................................................................17 Methodologische wenken....................................................................................................................... 1 Pedagogisch-didactische wenken................................................................................................ 1 Didactische hulpmiddelen ............................................................................................................ 2 Evaluatie ................................................................................................................................................ 3 Bibliografie ............................................................................................................................................. 4
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) de Boekhouden 4 Specialisatiejaar (11 lestijden/week)
2
VISIE Deze studierichting is een aanvulling en vervolmaking van het graduaat boekhouden op een leidinggevende beroepsloopbaan in de boekhoudkundige administratie in alle sectoren. Naast de boekhoudkundige kennis leiden deze studies bovendien tot het beroep van accountant. Zijn functionele bijdrage zal eerder strategisch adviserend dan operationeel van aard zijn. Zijn doorzicht en interpretaties van boekhoudkundige gegevens moet leiden tot het kunnen presenteren, formuleren en verdedigen van belangrijke boekhoudkundige adviezen in het belang van de firma of bedrijf en dit in de nationale en internationale context.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) de Boekhouden 4 Specialisatiejaar (11 lestijden/week)
3
BEGINSITUATIE Algemeen: Om als regelmatig student toegelaten te worden in het hoger onderwijs moet de student ingeschreven zijn alvorens 1/3 van de lestijden van een leerjaar gegeven zijn en houder zijn van een van de hiernavolgende studiebewijzen : diploma van secundair onderwijs; een brevet van het aanvullend secundair beroepsonderwijs of van een diploma van het voltijds hoger onderwijs; een getuigschrift of diploma van hogere secundaire technische leergangen; een diploma of getuigschrift dat krachtens een wet, decreet, Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig wordt erkend. Indien een student niet op basis van bovenvermelde voorwaarden kan worden toegelaten, richt de directeur van het centrum voor de student die tijdens het kalenderjaar waarin hij zich voor het eerst inschrijft ten minste 21 jaar wordt, een toelatingsexamen in, uiterlijk de vijfde dag na het einde van de inschrijvingstermijn.
Vakspecifiek: TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving) de
De student is geslaagd in het 2 jaar
TV Verzekeringsrecht De cursist heeft als basis voldoende kennis van het handels- en burgerlijk recht. TV Plannen en monografieën Voor het vak “Plannen en Monografieën” is geen voorkennis vereist van de boekhoudkundige vakken als beginsituatie. TV Bedrijfseconomische statistiek de
De student is geslaagd in het 2 jaar
TV Management accounting De cursist heeft het Graduaat Boekhouden. behaald
TV Controle, expertise en deontologie de
De student is geslaagd in het 3 jaar
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) de Boekhouden 4 Specialisatiejaar (11 lestijden/week)
4
ALGEMENE DOELSTELLINGEN TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving) De lessen moeten: De nodige fiscale kennis bijbrengen om de studie van het boekhouden te ondersteunen. Een duurzame kern van fiscale-juridische woordenschat aanbrengen. Een algemeen inzicht geven in de structuur van de vennootschapsbelasting en de studenten aantonen dat de meeste problemen kunnen opgelost worden met behulp van een juridisch werk en/of wetboek. De studenten moeten op het einde van het jaar het aangifteformulier in de vennootschaps- belasting kunnen invullen. Het de studenten mogelijk maken met wetteksten te begrijpen en te interpreteren. Leiden tot een beter begrip van en een positieve ingesteldheid tegenover de fiscale wetgeving en het recht in het algemeen (een objectief kritische benadering moet vanzelfsprekend de ogen niet sluiten voor onvermijdelijke tekortkomingen). Een inzicht verwerven in de inhoud van de lessen.
TV Verzekeringsrecht De studenten moeten in een verzekeringspolis kunnen terugvinden of een risico gedekt is. Zij moeten bewijzen dat zij vertrouwd zijn met de terminologie en de inhoud van de courante polissen voor particulieren op de Belgische markt.
TV Plannen en monografieën Op het einde van de opleiding moeten de cursisten inzichten hebben verworven in een reeks gespecialiseerde technieken met betrekking tot de accountancy, waarbij voor een aantal onderdelen uitgegaan wordt van de praktijkervaring van de lesgever. Bovendien moeten de cursisten beter gewapend zijn om nieuwe uitdagingen in hun beroepsleven te zoeken en /of om eventueel deel te nemen aan de stage-examen van het Instituut der Accountants. Bijkomend zullen de studenten gemotiveerd zijn om zich later permanent geïnformeerd te houden omtrent de takken van de accountancyleer van hun keuze. Het beroep van accountant - een wettelijk beschermde titel - moet borg staan voor deskundigheid, rechtvaardigheid en bekwaamheid. Dit is de filosofie die doorheen de cursus “Plannen en Monografieën” loopt. In bepaalde onderdelen ervan moeten de cursisten in groepen samenwerken bij de oplossing van een case-studie, wat, naast de toetsing van hun vakkennis, hen tevens inzichten verschaft in werken in groepen, projectmanagement, litteratuurraadpleging, enz... Aangezien de cursisten allemaal gegradueerden in de boekhouding zijn hoeven er geen cognitieve, affectieve en psychomotorische doelstellingen te worden geformuleerd. Eerder zal de aandacht uitgaan naar het doceren van de leerstof dat reeds tot het kennisgebied van de cursisten behoort, maar dan ofwel meer uitgediept, meer actueel ofwel bekeken vanuit een praktische toepassing. Gelet op het feit dat het vak “Plannen en Monografieën” slechts drie uur per week omvat kan hier geen onderscheid gemaakt worden in basisdoelstellingen en uitbreidingsdoelstellingen.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) de Boekhouden 4 Specialisatiejaar (11 lestijden/week)
5
TV Bedrijfseconomische statistiek Het doel van deze cursus is de studenten inzicht te verschaffen in hoe wiskundige concepten kunnen aangewend worden om bedrijfseconomische problemen mee te helpen oplossen. Elke manager wordt regelmatig geconfronteerd met onzekerheden bij de besluitvorming. Een manager bevindt zich echter niet achter de roulettetafel van een casino. Daarom is het belangrijk dat hij inzicht krijgt in de mate van onzekerheid waarin hij beslissingen neemt. Vandaar de grote aandacht die in deze cursus wordt besteed aan kansberekening : zowel discrete als continue kansverdelingen worden uitvoerig behandeld. Tegelijkertijd wordt ook de link gelegd met deel 5 van de cursus management accounting. Verder wordt er aandacht geschonken aan de correlatiecoëfficiënt en wordt er besproken hoe deze coëfficiënt kan aangewend worden bij beleggingen (het CAPM-model). De studenten de nodige bedrijfseconomische kennis bij te brengen om het organisatiedenken te verstaan. De studenten de nodige economische woordenschat bij te brengen ; De studenten een beter begrip en inzicht te geven in de bedrijfseconomische beslissingen, zoals die elke dag genomen worden in het bedrijf. De basisbegrippen over organisatie en management overbrengen naar de studenten zodat ze de verschillende organisatieprincipes kennen en hun eventuele zwakheden kunnen vermijden.
TV Management accounting Het hoofddoel van deze cursus is de studenten inzicht te doen verschaffen in hoe managers de boekhouding kunnen aanwenden in hun besluitvormingsproces. Zowel gegevens uit de algemene boekhouding, als uit de analytische exploitatieboekhouding en uit de budgettering kunnen nuttig zijn voor managers als bron van informatie om te komen tot gefundeerde beleidsbeslissingen.
TV Controle, expertise en déontologie De studenten vertrouwd te maken met de praktische aanpak van interne en externe controle in bedrijven, financiële instellingen en instellingen van openbaar nut. Tevens dient het onderscheid gekend te worden tussen de belangrijke verschillen tussen interne en externe controle. Tevens wordt in een tweede deel de controle door de revisor van de geconsolideerde jaarrekening belicht. De studenten dienen dan ook een praktische oefening i.v.m. met de consolidatie van verschillende ondernemingen kunnen oplossen en de begrippen opgenomen in het KB van 7 maart 1990 kunnen toelichten.
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) de Boekhouden 4 Specialisatiejaar (11 lestijden/week)
6
AFFECTIEVE EN PSYCHOMOTORISCHE DOELSTELLINGEN TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving) De cursisten brengen voldoende leergierigheid op om de wetgeving terzake op te volgen De cursisten kunnen in teamverband werken TV Verzekeringsrecht De cursisten brengen voldoende leergierigheid op om de wetgeving terzake op te volgen De cursisten kunnen in teamverband werken TV Plannen en monografieën De cursisten zijn alert voor een goede budgethuishouding en de signalen van gegevens die een budget mee bepalen De cursisten leren overzichtelijk en concreet te rapporteren TV Bedrijfseconomische statistiek De cursisten leren bedrijfseconomisch denken en handelen De cursisten leren statistische gegevens te interpreteren en bedrijfseconomisch aan te wenden De cursisten tonen interessen voor statistische evaluaties en discussies en leren de besluiten naar waarde schatten De cursisten leren kritisch denken TV Management accounting De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De cursisten durven initiatieven en verantwoordelijkheid te nemen De cursisten leren beleidsorganisatorisch denken en handelen De cursisten leren in teamverband werken De cursisten leren kosten te evalueren die aan beslissingen vast hangen waardoor verantwoorde beslissingen mogelijk worden TV Controle, expertise en déontologie De cursisten hebben zin voor verantwoordelijkheid, nauwkeurigheid, orde en een verzorgde afwerking De student heeft belangstelling voor controle en ontwikkelt interesse voor het auditberoep. De student respecteert deontologische regels en is zich bewust van de waardigheid van het beroep De student is communicatief maar toont tegelijk discretie
de
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) – BOEKHOUDEN 4 TV Fiscaal recht ( 2 lestijden/week )
Specialisatiejaar
7
COGNITIEVE LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN TV FISCAAL RECHT (VENNOOTSCHAPSBELASTING) LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 1
is op de hoogte van de wetgeving aangaande de vennootschapsbelasting
1
• • • • • • •
Hoofdstuk 1: Aangifte Hoofdstuk 2: Onderzoek en controle Hoofdstuk 3: Bewijsmiddelen van de administratie Hoofdstuk 4: Wijzigingsprocedure Hoofdstuk 5: Aanslagprocedure Hoofdstuk 6: Bezwaar Hoofdstuk 7: Ontheffing van ambtswege Hoofdstuk 8: Beroep en cassatie • Hoofdstuk 9: Invordering van de belasting • Hoofdstuk 10: Bepalen van het belastbaar resultaat
is in staat de nodige bewijsmiddelen te verzamelen kan een belastingsaangifte invullen kan een belastingsaangifte onderzoeken en controleren is op de hoogte van de wijzigings- en aanslagprocedure weet hoe en waar een bezwaar in te dienen kan het belastbaar resultaat bepalen
2
weet welke vennootschappen onderworpen zijn aan belasting kent de vrijgestelde en belastbaren inkomsten van een vennootschap kent de beroepskosten van een vennootschap en past deze toe weet wat meerwaarden zij en hoe deze te verwerken volgt het taxatieproces op kan een fiscaal resultaat bepalen en vaststellen kan een belastbaar resultaat bepalen en vaststellen kent de regelgeving eigen aan de inkomsten van aandeelhouders, bestuurders en vennoten kan de aanslag berekenenen
Deel I: Vestiging en invordering van de belasting
2
Deel II: Vennootschapsbelasting • • • • • • • • •
Hoofdstuk 1: Onderworpen vennootschappen Hoofdstuk 2: Belastbare inkomsten Hoofdstuk 3: Vrijgestelde inkomsten Hoofdstuk 4: Beroepskosten Hoofdstuk 5: Meerwaarden Hoofdstuk 6: Belastbare grondslag en taxatieproces Hoofdstuk 7: Bepalen van het fiscaal resultaat Hoofdstuk 8: Bepalen van het belastbaar resultaat Hoofdstuk 9: Vaststelling van het fiscaal en het belastbaar resultaat van Belgische vennootschappen • Hoofdstuk 10: Inkomsten van aandeelhouders, bestuurders en vennoten
de
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) – BOEKHOUDEN 4 TV Fiscaal recht ( 2 lestijden/week )
LEERPLANDOELSTELLINGEN De student
Specialisatiejaar
8
LEERINHOUDEN • Hoofdstuk 11: Opname van reserves en roerende voorheffing op dividenden • Hoofdstuk 12: Reorganisatie van de ondernemingen • Hoofdstuk 13: Aanslagberekening
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN 4 TV Verzekeringsrecht ( 1 lestijden/week)
de
Specialisatiejaar
9
TV VERZEKERINGSRECHT LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 3
kunnen de verzekering situeren in het grote juridische geheel
3
I. Situering: • 1. Burgerlijk recht en strafrecht • 2. De verzekeringsovereenkomst • 3. Indeling van de verzekering
4
kennen de belangrijkste aspecten van de polis: BA-auto, zoals ze in de wet worden vermeld kennen de andere verzekeringspolissen die voertuigen kunnen dekken kennen de principes van de schaderegeling, zowel stoffelijk als lichamelijk
4
II. De verzekering van de verkeersrisico's • 1. De verplichte verzekering Burgerlijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigen - 1. Burgerlijke aansprakelijkheid: Art 1382 e.v. B.W - 2. Doel van de B.A. Auto verzekering: zo groot mogelijke dekking - 3. De modelovereenkomst (laatste KB: 12 dec. 1992) . 1. Verplichtingen van de verzekeraar . 2. Verplichtingen van de verzekeringnemer; verhaal van de . 3. Duur, vernieuwing, overdracht, einde van de overeenkomst - 4. Tarifering . 1. A priori: vermogen, gebruik, segmentering . 2. A posteriori: bonus-malus (art 38) • 2. Aanvullende motorrijtuigverzekeringen - 1. "Materiële schade" - 2. Brand - 3. Diefstal - 4. Glasbreuk - 5. Rechtsbijstandverzekering . 1. Voorwerp . 2. Principes a. vrije keuze van advocaat b. Objectiviteitsclausule . 3. Insolvabiliteit van derden • 3. De schaderegeling - 1. Het aanrijdingsformulier
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN 4 TV Verzekeringsrecht ( 1 lestijden/week)
de
Specialisatiejaar
LEERPLANDOELSTELLINGEN
10
LEERINHOUDEN
De studenten
- 2. Regeling van stoffelijke schade - 3. Regeling van lichamelijke schade 5
kennen de verzekerde gevaren die in de klassieke brandpolis kunnen gedekt zijn weten hoeveel de verzekerde waarde moet bedragen kunnen een evaluatierooster vn verschillende maatschappijen gebruiken
5
III. De Brandverzekering • 1. Begripsomschrijvingen • 2. Indeling van de risico's • 3. De verzekerde gevaren - 1. Brand en gelijkgestelde gevaren - 2. Blikseminslag - 3. Elektriciteit - 4. Ontploffing - 5. Neerstorten van vliegtuigen - 6. Stoten van voertuigen - 7. Aanslagen en arbeidsconflicten - 8. Storm en hagel - 9. Natuurrampen - 10. Waterschade - 11. Glasbreuk - 12. Diefsta - 13. BA Gebouw - 14. Bedrijfsschade - 15. Indirecte verliezen (aanvullende waarborgen) - 16. Gebruiksderving - 17. Verhaal van derden - 18. Verhaal van de huurder - 19. Opruiming- en afbraakkosten - 20. Brandweer- etc. - 21. Herinrichten tuin - 22. Expertisekosten • 4. Verzekerde goederen (risico's) • 5. Te verzekeren waarden • 6. Evaluatie en indexatie • 7. Evenredigheidsregel • 8. Schaderegeling
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN 4 TV Verzekeringsrecht ( 1 lestijden/week)
de
Specialisatiejaar
11
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 6
kennen de basisregels van de verzekering bij leven/overlijden
6
IV. De Levensverzekering • 1. Indeling - 1. Verzekeringen bij overlijden - 2. Verzekeringen bij leven - 3. De gemengde • 2. Technische grondslagen - 1. Interestvoet - 2. Sterftetafels - 3. Wiskundige reserve • 3. De gelijkheid van de verbintenissen tussen verzekeraar en verzekerde - 1. Premievrijmaking - 2. Afkoop - 3. Omzetting van het contract - 4. Perekwatie - 5. Winstaandelen • 4. Aanvullende waarborgen • 5. Fiscaliteit
7
kent het principe van de burgerrechterlijke aansprakelijkheid
7
• • • •
kan de waarborgen van een familiale polis interpreteren en toelichten kan de uitsluitingen van een familiale polis interpreteren en toelichten kan de aanvullende dekkingen toelichten 8
kent de grote principes van andere soorten besproken verzekeringen
V. De Familiale verzekering
8
1. Principes van burgerrechtelijke aansprakelijkheid 2. De waarborgen van de polis 3. De uitsluitingen 4. Aanvullende dekkingen
VI. Andere polissen • 1. Ziektekosten • 2. Bedrijfsverzekeringen
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN 4 TV Verzekeringsrecht ( 1 lestijden/week)
de
Specialisatiejaar
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 9
is op de hoogte van de organisatie van de verzekering in België kent de belangrijkste verzekeringsmaatschappijen en hun connecties is op de hoogte van verzekeringsbemiddeling weet wat controle inhoudt kent de toepassingsmodaliteiten van de herverzekering
9
VII. Organisatie van de verzekering in België • • • •
1. De verzekeringsmaatschappijen 2. De bemiddeling 3. De controle 4. Herverzekering
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN 4 TV Plannen en monografieën ( 3 lestijden/week)
de
Specialisatiejaar
13
TV PLANNEN EN MONOGRAFIEËN Het vak bestaat uit een reeks los van elkaar staande onderwerpen die in drie groepen kunnen worden ondergebracht LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 10
kennen de basisbegrippen over budgetteren
10
kennen de basisbegrippen van financieel management kennende structuur en de samenstelling van de jaarrekening kunnen een eenvoudig budget voor een multinationale onderneming maken
Een eerste groep omvat monografieën waarvan uit de ervaring geweten is dat ze weinig of niet gedoceerd worden vanuit een praktijkervaring en daarom erg gegeerd zijn bij de boekhoudkundig geschoolden. Zij staan vast op het programma en omvatten: • De praktijk van het budgetteren in een multinationale onderneming • Begrippen van financieel management • De financiële evaluatie van investeringsbeslissingen
kunnen gegevens verzamelen nodig voor het opmaken van een budget kunnen een investeringsbegroting opmaken kunnen financiële ratio’s berekenen en interpreteren 11
kennen de uitgangspunten van de wetgeving op de privacy
11
kennen begrippen over de geconsolideerde jaarrekening kennen de inhoud van ‘latente belastingen’ kennen de boekhoudkundige bepalingen inzake ‘leasing’ kunnen een geconsolideerde jaarrekening inzichtelijk en nauwkeurig opstellen kunnen boekingen over ‘latente belastingen’ inzichtelijk en nauwkeurig opstellen kunnen de boekingen over ‘leasing’ inzichtelijk en nauwkeurig opstellen 12
kunnen op een inzichtelijke manier zoeken naar oplossingen voor een 12 bepaald probleem kunnen een bepaald probleem schetsen vanuit diverse invalshoeken
Een tweede groep heeft betrekking op “Accountancy Topics” en zijn actuele onderwerpen die geacht worden te moeten behoren tot de bagage van een gegradueerde in de boekhouding. De onderwerpen kunnen elk jaar wisselen, naar gelang de evolutie van de wetgeving. Voorbije voorbeelden zijn: • • • • •
De privacy-wetgeving De aansprakelijkheid in verband met produkten met gebreken De geconsolideerde jaarrekening Het boeken van latente belastingen De gewijzigde boekhoudwetgeving inzake leasing
Een derde groep bestaat in het oplossen van een probleem gekozen uit de examenvragen die gesteld worden door het Instituut der Accountants aan de stagiairs-accountants
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN 4 TV Bedrijfseconomische statistiek ( 1 lestijden/week )
de
Specialisatiejaar
14
TV BEDRIJFSECONOMISCHE STATISTIEK LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De student 13
weet wat statistiek is
13
Hoofdstuk 1 : Inleiding • Wat is statistiek ?
14
15
16
is vertrouwd met een aantal discrete verdelingen en kan hieromtrent de nodige berekeningen maken en de correcte interpretaties verrichten
14
weet wat continue kansverdelingen zijn en kan de oefeningen hieromtrent oplossen
15
kent het begrip “correlatiecoëfficiënt” en kan het kapitaalprijsbepalingsmodel van Sharpe toepassen
16
Hoofdstuk 2 : Discrete Kansverdelingen • 2.1. De binomiale verdeling - Bedrijfseconomische toepassingen • 2.2. De hypergeometrische verdeling - Bedrijfseconomische toepassingen • 2.3. De geometrische verdeling - Bedrijfseconomische toepassingen • 2.4. De negatief-binomiale verdeling - Bedrijfseconomische toepassingen • 2.5. De Poisson-verdeling - Bedrijfseconomische toepassingen Hoofdstuk 3 : Continue Kansverdelingen • 3.1. De uniforme verdeling • 3.2. De exponentieel verdeling - bedrijfseconomische toepassingen • 3.3. De gamma-verdeling - bedrijfseconomische toepassingen • 3.4. De normaalverdeling en de standaardnormaalverdeling - Gemengde oefeningen op kansberekeningen in de economische sfeer Hoofdstuk 4 : De correlatiecoëfficiënt • Toepassing op de correlatiecoëfficiënt - Sharpe’s kapitaalprijsbepalingsmodel en de bêta-coëfficiënt
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN 4 TV Management accounting ( 1 lestijden/week )
de
Specialisatiejaar
15
TV MANAGEMENT ACCOUNTING LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 17
kunnen het vak situeren tussen de algemene boekhouding in het bijzonder en de bedrijfseconomie in het algemeen
17
kunnen de kosten op verschillende wijzen classificeren in functie van de beoogde beslissing
18
kunnen enkele analysetechnieken gebruiken om korte termijn 18 beslissingen in de onderneming op en grondige wijze voor te bereiden
DEEL 1 : INLEIDING • 1.1. Situering van het vak management accounting binnen de accountancy • 1.2. Wat is management accounting ? • 1.3. Classificatiemogelijkheden voor het nemen van beslissingen - 1.3.1. Relevante kosten en sunk costs - 1.3.2. Opportuniteitskosten • 1.4. Classificatiemethoden m.b.t. de contrôle - 1.4.1. Engineered costs - 1.4.2. Discretionaire kosten - 1.4.3. Committed costs • 1.5. De bepaling van kostenfuncties - 1.5.1. Schattingsmethoden op basis van historische kosteninformatie . 1.5.1.1. De account classification methode . 1.5.1.2. De high low methode . 1.5.1.3. De visual fit methode . 1.5.1.4. Regressie-analyse - 1.5.2. Engineering studies DEEL 2 : DE PLANNINGSACTIVITEITEN IN EEN ONDERNEMING OP KORTE TIJD • 2.1. Cost volume profit-analyse - 2.1.1. Break-even analyse bij één product - 2.1.2. Target profit analyse bij één product - 2.1.3. Berekening van een veiligheidsmarge - 2.1.4. De operationele hefboom - 2.1.5. Cost volume profit-analyse b.e. constante product-mix - 2.1.6. Cost volume profit-analyse b.e. variërende product-mix • 2.2. Knelpuntanalyse
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN 4 TV Management accounting ( 1 lestijden/week )
de
Specialisatiejaar
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten 19
kunnen de differentiële kostprijs toepassen
16
19
DEEL 3 : NIET- ROUTINE KORTE TERMIJN BESLISSINGEN • 3.1. Speciale beslissingen - 3.1.1. Het aanvaarden van een extra-order - 3.1.1. Het aanvaarden van een extra-order - 3.1.3. Het weglaten van een product,afdeling,regio of klant
20
kunnen de rol van het risico in het beslissingsproces naar waarde schatten kunnen alternatieven zodanig rangschikken dat een verantwoorde beslissing mogelijk wordt gemaakt
20
DEEL 4 : HET BESLUITVORMINGSPROCES EN RISICOHOUDENDE BESLISSINGEN • 4.1. Inleidende beschouwingen over risico en onzekerheid • 4.2. De knoop netjes doorhakken • 4.3. Systematische besluitvorming (decision making) en risico - 4.3.1. Het expliciteren (en rangschikken naar belangrijkheid) van doelstellingen - 4.3.2. De bepaling van de meest gunstige alternatieven - 4.3.3. Het afwegen van alternatieven - 4.3.4. Het nemen van de beslissing - 4.3.5. Het uitvoeren van de beslissing en het beïnvloeden van de resultaten van die beslissing • 4.4. Het systematisch besluitvormingsproces toegepast : het voorwaardelijk en het verwacht resultaat • 4.5. Het kopen van informatie • 4.6. Over vereenvoudigde benaderingen en het omkeren van de waarschijnlijkheidsprobleemstelling
CVO - HOEc (Economisch Hoger Onderwijs) - BOEKHOUDEN 4 TV Controle, expertise en deontologie ( 3 lestijden/week )
de
Specialisatiejaar
17
TV CONTROLE, EXPERTISE EN DEONTOLOGIE LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De studenten kunnen 21
kent de algemene begrippen aangaande accountantscontrole
21
1. Inleiding en herhaling van de begrippen betreffende de accountantscontrole in het algemeen en de accountantscontrole in het bijzonder
22
kan een vooronderzoek van een interne controle evalueren
22
2. Vooronderzoek met evaluatie van de interne controle leidend tot het controleprogramma
23
kan een jaarrekening controleren voor de activa en de passiva
23
3. Controle van de jaarrekening: • • • •
kan het resultaat van een jaarrekening controleren, interpreteren en toelichten
activa passiva resultaten toelichting
24
maakt praktische oefeningen op de controle van de jaarrekening
24
4. Praktische oefeningen
25
kan een accountantsverslag opstellen, interpreteren en toelichten
25
5. Het accountantsverslag
26
weet welke bijzondere controlewerkzaamheden bij een eerste of eenmalige controleopdracht er zijn en past deze toe
26
6. Bijzondere controlewerkzaamheden bij een eerste of eenmalige controleopdracht
27
maakt studies en praktische oefeningen van geconsolideerde jaarrekeningen en controleert deze
27
7. Studie en praktische oefeningen tot geconsolideerde jaarrekening en controle van deze jaarrekeningen
METHODOLOGISCHE WENKEN PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Algemeen: Er dient naar gestreefd het gebruik van de computer en internet maximaal te implementeren in de lessen
Vakspecifiek: TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving) Er wordt gewerkt aan de hand van een juridisch werk en/of wetboek om wetteksten te leren interpreteren. De studenten moeten op het einde van het jaar het aangifteformulier in de vennootschaps-belasting kunnen invullen.
TV Verzekeringsrecht De contracten zijn hier bron van recht. Omdat de polis BA-motorrijtuigen wettelijke vastligt, wordt hij als basis genomen. De studenten moeten in dit vak vooral leren “lezen”, “begrijpen” en “interpreteren”
TV Plannen en monografieën De leerstof wordt met visuele hulpmiddelen uitgewerkt.
TV Bedrijfseconomische statistiek Vermits het merendeel van de studenten slechts over een eerder beperkte wiskundige achtergrond beschikken, zullen de verschillende kansverdelingen vanuit een practische invalshoek bekeken worden. De nadruk zal m.a.w. niet gelegd worden op de wiskundige eigenschappen van de verdelingsfunctie of dichtheidsfunctie, maar eerder op oefeningen op kansberekeningen. TV Management accounting Alle delen uit de cursus (uitgezonderd deel 1 dat meer theoretisch van aard is) worden besproken vanuit concrete bedrijfsvoorbeelden. De nadruk ligt immers op het inzichtelijk aanwenden van boekhoudkundige informatie om zo te komen tot gefundeerde managementbeslissingen.
TV Controle, expertise en deontologie Er wordt getracht, in de mate van het mogelijke de theorie steeds toe te lichten aan de hand van praktische situaties en oefeningen.
DIDACTISCHE HULPMIDDELEN1
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
EVALUATIE TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving)
Wekelijkse terugblik met samenvatting van wat de vorige les werd gezien. Hierbij wordt nagegaan of de leerlingen de leerstof begrepen hebben door middel van begripsvragen. Vaak wordt vertrokken van een casusgeval uit de actualiteit waarop de theorie dient te worden toegepast. Partiële schriftelijke examens na de kerstvakantie. Schriftelijke eindexamens. TV Verzekeringsrecht Schriftelijke examens in januari en juni, telkens voor de helft van de punten
TV Plannen en monografieën Aan de hand van de vele praktijkreële toepassingen worden de cursisten gequoteerd op het theoretische deel van de cursus. Praktijk en theorie zijn praktisch niet los te koppelen van elkaar, ook tijdens het lesverloop niet. Verder zijn er de partiële examens na de kerstvakantie en het eindexamen in juni.
TV Bedrijfseconomische statistiek Permanente opvolging van de studenten. Twee examens. TV Management accounting Permanente opvolging van de studenten. Twee examens.
TV Controle, expertise en deontologie De evaluatie gebeurt aan de hand van twee examens. Er wordt eveneens geëvalueerd op basis van de medewerking van de student tijdens de praktische oefeningen.
BIBLIOGRAFIE TV Fiscaal recht (fiscale wetgeving) "BTW" (Gilis, V.D.Bruel), Uitg. MIM, 1996 Praktisch Fiscaal Recht van E. Angenon en L. Taillieu (MIM) 1994 Belastingalmanak Elsevier Belgisch belastingsrecht in hoofdlijnen door Conturier S. en Peeters B. Fiscaal praktijkboek dorekte belastingen 1993-1994 door Maeckelberth W. Fiscaal zakboekje 1994 door De Wolf E. J. Inleiding tot het belastingsrecht door Spruyt A., 1993 Handboek voor Fiscaal Recht door Tiberghien A., 1994 Vennootschapsbelasting voor niet ingewijden (uitgave VBO). Inleiding tot het Vennootschapsbelasting Veootschapsbelasting (uitgave ministerie van financiën) Fiscaal zakboekje door De Wolf E.J., 1994 Inleiding tot het belastingsrecht door Spruyt A., 1993 Patrumoniumnnvennootschappen door Bonte A., 1993 Handboek voor Fiscaal recht door Uberghien A.
TV Verzekeringsrecht Syllabussen van de BVVO i.v.m. de verzekering van de verkeersrisico’s, van Brand-, Levens- en Familiale verzekeringen, en polissen van diverse maatschappijen.
TV Plannen en monografieën Het terrein van de accountancy is zo ruim, complex en onderhevig aan zoveel wetswijzigingen, dat een permanente bijscholing verplicht is en de raadpleging van actuele vaklitteratuur noodzakelijk is. Daarom is het noodzakelijk de recentste naslagwerken en vaktijdschriften steeds te raadplegen.
TV Bedrijfseconomische statistiek Murray R. Spiegel, PhD, Theorie and Problems of Statistics, Schaum’s Outline Series, McGraw-Hill, London S. Lipschutz, PhD, Theory and Problems of Probability, Schaum’s Outline Series, McGraw-Hill, London Dr. M. Th. Ysebaert, Inleiding tot de statistiek, R.U.G.
TV Management accounting ANTHONY R., DEARDEN J. en BEDFORD N., Managerial Control Systems, Homewood, Irwin. ASHTON D., HOPPER T. en SCAPENS R.W., Issues in management accounting, New York, Prentice Hall. HORNGREN C.T. en FOSTER G., Cost Accounting : a Managerial Emphasis, Prentice- Hall International Editions, London. KAPLAN R.S. en ATKINSON A.A., Advanced Management Accounting, Prentice- Hall International Limited, London.
TV Controle, expertise en deontologie Bij de cursus wordt het handboek gebruikt : Accountantscontrole in de Praktijk Dirk van Vlaenderen - Uitg. MIM/De Standaard Controlegids voor de jaarrekening en andere opdrachten; Kluwer Editorial. Consolidatie : Wettelijk kader in Belgie; M. Van regemortel; KPMG Verder wordt er verwezen naar publicaties bij CED SAMSOM