patiënteninformatie
fysiotherapie na een longoperatie Binnenkort wordt u geopereerd aan uw long(en) of u heeft onlangs een operatie ondergaan. Waarom is fysiotherapie belangrijk na deze operatie? Hoe kunt u uw conditie na de operatie vergroten en hoe kan de fysiotherapeut u hierbij helpen? Dat en meer leest u in deze folder.
Waarom fysiotherapie? Na de operatie is het voor uw gezondheid van belang om zo snel mogelijk in een goede conditie te komen. De fysiotherapeut leert u op de juiste manier te ademen en te hoesten zodat uw longfunctie verbetert. Dit draagt bij tot een spoedig herstel en het verkleint de kans op complicaties.
Wat kunt u zelf doen om zo snel mogelijk beter te worden? De kans op complicaties is groter als u dagelijks rookt of alcohol gebruikt. Ook duurt uw herstel na de operatie dan langer. Roken leidt in de meeste gevallen tot vorming van slijm in de longen. Stoppen met roken voor de operatie verkleint de kans op slijmvorming. Door minder slijm is er minder risico op het ontstaan van complicaties na de operatie. Wij adviseren u daarom om (tijdelijk) te stoppen met roken en alcohol gebruiken. Dit doet u om de kans op schade aan uw gezondheid zo klein mogelijk te maken.
De ademhalingsoefeningen Het is mogelijk dat u de eerste dagen na de operatie niet diep en lang genoeg in- en uitademt. Hierdoor kan er slijm in de longen achterblijven. Slijm vergroot de kans op longcomplicaties. De ademhalingsoefeningen van de fysiotherapeut zijn er om dit te voorkomen. We adviseren u om na de operatie zo snel mogelijk met onderstaande ademhalingsoefeningen te beginnen . De fysiotherapeut bespreekt de eerste dag na de operatie met u de oefeningen. Oefening 1: Diepe ademhaling Een diepe ademhaling zorgt ervoor dat er lucht komt in alle delen van de longen. Doe dit op de volgende manier: • Adem maximaal in door uw neus • Adem daarna rustig uit met getuite lippen door uw mond • Herhaal het in- en uitademen 5 keer Oefening 2: Huffen (krachtig uitademen) Huffen zorgt ervoor dat slijm in de longen omhoog komt.
2
Doe dit op de volgende manier: • Adem diep in door de neus • Adem daarna uit met een krachtige ademstoot vanuit de keel (alsof u een bril of spiegel moet beslaan) • Ondersteun tijdens het huffen de wond met een klein kussentje of met uw handen. Hierdoor heeft u minder pijn. • Als er slijm in de bovenste luchtwegen zit, hoort en/of voelt u reutelen tijdens het huffen Oefening 3: Hoesten Met hoesten verwijdert u het slijm uit de longen. Doe dit op de volgende manier: • Adem diep in door de neus en houdt de adem 3 tellen vast • Hoest een paar keer krachtig zodat het slijm naar buiten komt. • Ondersteun tijdens het hoesten de wond met een klein kussentje of met uw handen. Hierdoor heeft u minder pijn. U krijgt een afsluitbare beker om het slijm in op te vangen. Oefening 4: De Voldyne Met de Voldyne oefent en stimuleert u het diepe inademen. Het draagt bij aan het verbeteren van uw longcapaciteit.
Na de operatie krijgt u pijnmedicatie via de rug toegediend (epiduraal). Omdat dit invloed heeft op de kracht in de benen is het beter om te wachten met lopen. Als de epiduraalkatheter verwijderd is, kunt u regelmatig een stukje gaan lopen.
Oefeningen voor de schouder en arm
De Voldyne
Doe dit op de volgende manier: • Adem uit met licht getuite lippen door de mond • Plaats het mondstuk in de mond en omsluit het met uw lippen • Adem in door het mondstuk Let op dat u zo krachtig inademt dat het gele staafje precies tussen de blauwe streepjes blijft. Het witte schijfje gaat omhoog en geeft aan hoeveel lucht u inademt. Zet het gele schuifje op de plek van het maximale volume. Herhaal deze oefening 5 keer achter elkaar.
Bewegen na de operatie Na de operatie helpt de verpleegkundige u uit bed. Dit is meestal op de eerste dag na de operatie. Meestal geldt: hoe eerder u uit bed gaat, hoe sneller u herstelt.
Het is belangrijk ervoor te zorgen dat u uw schouder kan blijven bewegen: • Gebruik uw schouder en arm aan de kant van de operatie zoveel mogelijk bij dagelijkse handelingen, zoals wassen of lichte voorwerpen oppakken. • Heeft u nog een drain? Beweeg de arm niet verder dan schouderhoogte. Als de drain is verwijderd • We adviseren u dagelijks de volgende oefeningen te doen, herhaal elke oefening 10 tot 15 keer.
Belangrijk bij het oefenen: • Een ‘rekgevoel’ bij de oefeningen is geen probleem, maar voorkom dat dit pijnlijk wordt. Elke ‘rek’ kunt u 4 tot 5 tellen vasthouden terwijl u rustig blijft doorademen • Bij het oefenen is een goede houding van het bovenlichaam en de schouders belangrijk: goed rechtop staan en zitten, geen afhangende schouders maar deze 3
iets naar achteren trekken • Ga niet met de armen ‘veren’ tijdens de oefeningen • Na afloop van het oefenen mag u geen pijn hebben. Heeft u wel pijn? Oefen dan de volgende keer minder intensief
Oefening 3 Leg uw handen zo laag mogelijk op uw rug en schuif ze langs uw rug naar boven
Oefeningen met drain
Oefening 1 Beweeg uw arm gestrekt voorwaarts en ga niet verder dan schouderhoogte.
Oefening 4 Ga een stukje (15 cm) van de muur staan en ‘krabbel’ met beide handen tegelijkertijd langs de muur naar boven.
Oefeningen zonder drain
Oefening 2 Laat uw armen langs uw lichaam hangen. Trek uw schouders op en laat ze weer ontspannen.
Oefening 5 Vouw uw handen in elkaar. Daardoor wordt uw arm aan de geopereerde 4
kant gesteund. Breng uw armen zo ver mogelijk gestrekt omhoog. Deze oefening kan ook liggend worden uitgevoerd, bijvoorbeeld in bed. Houd hierbij de benen opgetrokken.
Oefening 6 Leg uw handen achter uw oren tegen uw achterhoofd en vouw vervolgens uw vingers ineen. Houd uw ellebogen eerst ontspannen naar voren en breng ze daarna zo ver mogelijk naar achteren.
Oefening 7 Sta met uw rug tegen de muur en breng uw beide armen zo ver mogelijk zijwaarts omhoog. Uw handen blijven contact houden met de muur. Deze oefening kan ook worden uitgevoerd in de vrije ruimte. Beweeg beide armen zo ver mogelijk zijwaarts omhoog.
Advies voor thuis • Naar buiten Ga dagelijks buiten lopen. Begin met een klein rondje en breid dit dagelijks uit om uw conditie te verbeteren • Huishoudelijk werk De eerste 6 weken na de operatie mag u alleen licht huishoudelijk werk doen, zoals afwassen en stof afnemen. Na 6 weken kunt u deze activiteiten rustig aan weer op gaan bouwen • Tillen Tot 6 weken na de operatie mag u geen zware (zwaarder dan 1 kg) tassen, dozen of andere voorwerpen tillen • Fietsen en autorijden Wij adviseren om na de operatie tijdelijk niet te fietsen of auto te rijden. Bespreek tijdens uw poliklinische controle met uw arts wanneer u weer mag gaan fietsen en/of autorijden • Sporten De eerste 6 tot 12 weken na de operatie mag u zich niet (maximaal) inspannen. Bespreek tijdens uw poliklinische controle met uw arts wanneer u weer mag sporten.
5
Belangrijk Een goede balans tussen inspanning en ontspanning is belangrijk. Als u niet voldoende beweegt zal uw herstel trager verlopen maar teveel bewegen kan een terugslag geven. Luister daarom goed naar uw lichaam. Als u denkt dat het opbouwen van uw lichamelijke activiteiten te langzaam gaat, bespreek dit dan tijdens uw poliklinische controle met uw arts. De arts kan u eventueel doorverwijzen naar een fysiotherapeut bij u in de buurt. Neem voor de zekerheid contact op met uw zorgverzekeraar en vraag naar de voorwaarden voor een vergoeding.
Vragen? Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, neemt u dan contact op met de afdeling Fysiotherapie. Deze is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur via ' (020) 599 30 13, of kijk op www.olvg.nl/fysiotherapie.
6
7
onze lieve vrouwe gasthuis postbus 95500 1090 hm amsterdam ' (020) 599 91 11 www.olvg.nl algemene voorwaarden, kijk op www.olvg.nl/algemene_voorwaarden klacht of opmerking, ga naar www.olvg.nl/klacht
Redactie en uitgave Marketing en Communicatie januari 2015/fysiotherapie/301-1060/2014557