FINLAND Gerardjan Rijnders
1
VROUW PETRA JONGEN MAN EEN VERGIFTIGD LANDSCHAP VOL STEMMEN, MEESTAL HEEL ZACHT, SOMS OORVERDOVEND LUID DE VOLGENDE TEKSTEN, SCÈNES WORDEN IN DE VOORSTELLING AFGEWISSELD DOOR ZOGENAAMDE ‘KEUKENBLOKJES’, GEÏMPROVISEERDE TEKSTEN TIJDENS HET BEREIDEN VAN EEN FEESTMAAL. ER WORDT ECHTER WEINIG GESPROKEN TIJDENS DAT BEREIDEN. HET GAAT UITSLUITEND OVER KNOFLOK, PEPER EN ZOUT. EN DAT ER IETS TE VIEREN VALT, KENNELIJK. MISSCHIEN WORDT ER AF EN TOE GEZONGEN SARMA 1 VROUW:
Olijfolie en verse vis. Biefstuk Stroganoff, wienerschnitzel, scampi in tomatensaus, calamaris met knoflook, een heleboel peterselie, broodkruimels en de fijngehakte tentakels van de inktvis, in rozemarijn, tijm en salie gemarineerde lamskoteletten of gewoon kippensoep. Lekkere vleessoep met zelfgemaakte, dungesneden vermicelli, een pita met jonge kaas of een lekker knapperig brood, geroosterd vlees of sarma…
CLUSTERHOOFDPIJN MAN:
Een cluster-‐hoofdpijn
Een clusterhoofdpijn
Zo heet dat
VROUW:
Nooit van gehoord
MAN:
Ik ook niet
Maar dat was het dus
MAN:
Een soort migraine
Maar dan veel erger
Het is een door je hoofd heen wandelende hoofdpijn
2
Overal in je hoofd heb je hoofdpijn
Je moet kotsen
Je kunt niks meer
Je kunt je nauwelijks nog bewegen
Doet verschrikkelijk veel pijn Komt vooral voor bij mannen Jonge mannen
Een van de weinige vrouwen die het ooit heeft gehad, zei ‘Het krijgen van een kind is er niets bij’ ‘Zoveel pijn’ Sorry
VROUW:
Geeft niet
PETRA:
Waarom zegt u ‘sorry’?
VROUW:
Ik zei toch ‘geeft niet’?
PETRA:
Maar waarom zei hij ‘sorry’?
JONGEN:
Omdat zij vier kinderen heeft gehad
MAN:
En ik net deed alsof dat wat ik heb doorgemaakt
Veel erger zou zijn geweest dat wat zij heeft doorgemaakt
JONGEN:
Dat lijkt me onmogelijk
MAN:
Wat weet jij daarvan?
JONGEN:
Want ik was er niet bij?
VROUW:
Nee
Je bestond
Maar je was er niet bij
MAN:
Goed, cluster-‐hoofdpijn dus
Lucht wel op
Je denkt toch meteen het ergste
VROUW:
Ja
3
Je denkt meteen het ergste JONGEN:
En wat is dat dan?
MOOI WEER MAN:
Mooi weer.
VROUW:
Ja.
MAN:
Toch?
VROUW:
Ja.
MAN:
Gaat het?
VROUW:
Ja
MAN
Mooi
VROUW
Ja
FINLAND PETRA:
Zou u niet liever in Finland willen wonen?
MAN:
Finland?
Daar is het toch altijd koud?
Daar is het het halve jaar donker
En het andere halve jaar gaat de zon niet onder, toch?
JONGEN:
Daar eten ze rendieren
Tongen van rendieren
Komen ze een rendier tegen
Zeggen ze:
Ben jij je tong verloren?
MAN:
Ze zeggen niet zoveel
Zeggen ze
JONGEN:
Maar als ze iets zeggen dan zeggen ze ook iets
MAN:
Hoe bedoel je?
4
JONGEN:
Finnen plegen heel vaak zelfmoord
MAN:
Je kunt maar één keer zelfmoord plegen
JONGEN:
En waarom heb jij dat niet gedaan?
PETRA:
Hoe bedoel je?
JONGEN:
Komt ie aan met ‘cluster-‐hoofdpijn’
PETRA:
Hoe bedoel je?
JONGEN:
Kun je niet iets anders vragen dan
‘Hoe bedoel je?’ ?
GOED VROUW:
We hebben het hier toch goed?
MAN:
We hebben het hier heel goed
Zeker nu ik geen hoofdpijn meer heb
JONGEN:
Hoezo heb je geen hoofdpijn meer?
SORRY JONGEN:
En wie ben jij nu eigenlijk helemaal?
PETRA:
‘Eigenlijk helemaal’?
JONGEN:
Bedoel je ‘hoe bedoel je?’ ?
Je begrijpt precies wat ik bedoel
PETRA:
Sorry
JONGEN:
Waarom zeg je sorry?
PETRA:
Dat bedoelde ik ook niet
JONGEN:
Waarom zeg je het dan?
PETRA:
Sorry
JONGEN:
‘Sorry’
PETRA:
Sorry, maar ik ben nu eenmaal…
JONGEN:
Je spreekt onze taal voortreffelijk
Hoe komt dat eigenlijk?
5
Hoe kan dat?
PETRA:
Ik ben geïnteresseerd…
Ik ben nieuwsgierig…
JONGEN:
Naar wat?
PETRA:
Nou
Naar…
Naar wat zich hier heeft afgespeeld
JONGEN:
Hoe iedereen hier elkaar heeft afgemaakt?
STILTE MAN:
Niet iedereen hier heeft elkaar afgemaakt
JONGEN:
Nee
Jullie zijn er nog
VROUW:
Wat weet jij ervan?
Je bestond nog niet eens
Je bestond al wel
Maar wat weet jij ervan?
JONGEN
Weinig
En daarom wil ik het weten
PETRA:
Ik ook
MAN:
Wat?
BEGIN PETRA Wanneer was het begin? VROUW Wanneer?
6
PETRA Hoe lang geleden? VROUW Hoe lang duurt een droom? Hoe lang duurt dood zijn? JONGEN Lang PETRA Was het begin niet één ding? Één iets? VROUW Dat was voor het begin Misschien Maar het begin dat waren In ieder geval twee Of één Toen twee Twee zinnetjes One liners PETRA Twee zinnetjes?
7
JONGEN Dat was het begin MAN Daarmee begon het JONGEN Wat? MAN Het Dit Wij? PETRA Twee zinnetjes? JONGEN En dan? MAN Dan begint het PETRA Wat? MAN Het
8
Het vechten Het doden De vernietiging Het samen klonteren Het liquideren PETRA Toen Was er een richting gekozen Zeg maar Ik zou wel willen weten waarom eigenlijk JONGEN Zou je willen weten? PETRA Bevatten Zou ik willen bevatten Ik weet het Het is zo VROUW Iets moest zich schikken Iets moest zich kennelijk gaan schikken JONGEN Van wie?
9
MAN Van wie? JONGEN Ja? MAN Ik weet alleen Dat het gebeurd is Gebeurd moet zijn VROUW Daar begon iets Want daar hield iets anders op PRACHTIGE DAG VROUW:
Het was een prachtige dag…
JONGEN:
Wanneer?
VROUW:
Het was een prachtige dag
JONGEN:
Aan het eind van de dag
Mocht ik je niet meer aanraken
VROUW:
Zo gaan die dingen
JONGEN:
Is toch belachelijk?
PETRA:
Wat?
JONGEN:
Dat zij dat zegt
PETRA:
Waarom?
JONGEN:
Dat begrijp jij niet
VROUW:
Het is ook niet het hele verhaal
10
Er is ook het verhaal van de dag ervoor
MAN:
Nee!
JONGEN:
Dat zou ik ook wel willen weten
MAN:
Nee! Sorry
JONGEN
Hij bedoelt
Waarom doe je niet als al die Finnen?
Waarom pleeg je geen zelfmoord?
MAN:
Dat bedoelde ik niet
JONGEN:
Nee?
DE DAG ERVOOR PETRA:
Maar die dag ervoor..?
MAN:
Nee
JONGEN:
De dag ervoor
Is al geen werkelijkheid meer
De dag ervoor is al een mythe
PETRA:
En daar leg je je bij neer?
JONGEN:
Wat wil je nu eigenlijk horen?
PETRA:
Liever leugens
Dan helemaal niets
MAN:
Kun jij niet luisteren?
WELSH PETRA:
Wisten jullie dat de woorden
‘Welsh’, ‘Waals’ en ‘Vlach’
Eigenlijk allemaal hetzelfde betekenen?
11
Die woorden betekenen allemaal: Niet Romeinen die wel Latijn spreken Spraken MAN:
Wist ik niet
En nu weet ik het
Maar wat weet ik dan?
PETRA:
Dat
MAN:
Ja
PETRA:
Ik word altijd blij
Van dat soort kennis
Alsof ik weer even mag adem halen
MAN:
Alsof alles en iedereen weer bovenop me springt Wat heb ik eraan?
JONGEN:
Ja Wat heb je aan geschiedenis
Als het heden zijn bek houdt
LAPTOPS JONGEN:
Daar komen ze aan
Uit heel Europa
Met hun laptops
Hun Iphones
Hun cameraatjes Hun bovenstebeste brave bedoelingen Hun ‘we zijn alleen maar heel geïnteresseerd’ Wat moet ik ermee?
PETRA:
Heb je het tegen mij?
JONGEN:
Nee hoor
12
Kom maar op met je cameraatjes
Je Facebook
Je Iphone
Je Linkedin
Je Apps
Of hoe het ook allemaal heet
De kans dat ZIJ iets tegen mij zeggen
Iets dat ze tegen mij zouden moeten zeggen
Iets waar ik recht op heb
Die kans
Hun kans
Die kun je vergeten
Dan hebben ze het er ineens over
Dat de geiten er zo vredig bij stonden
Dat het een prachtige lenteochtend was
Dat alles rook naar verse melk
Op die bewuste dag
Waarop ‘ineens’
Als een donderslag uit heldere hemel…
VROUW:
En ‘ze’ zijn wij?
JONGEN:
‘Ze’ zijn ‘ze’
MAN:
En wie zijn ‘ze’?
JONGEN:
Dat moet je haar vragen
Zij weet het allemaal toch zo goed?
‘Ze’ zijn misschien wel Walloniërs
PETRA:
Eigenlijk zou ik je nu een klap moeten geven
JONGEN:
Doe dat dan
PETRA:
Zo ben ik niet
13
JONGEN:
Nee?
PETRA geeft de jongen een klap JONGEN:
God
Ze leeft
KOFFIE PETRA:
Sorry
Zo ben ik niet
MAN:
Zo ben je dus wel
Zo ben je dus ook
Gelukkig
VROUW:
Nee
MAN:
Nee?
VROUW:
Nee
Zo is ze niet
MAN:
Nee?
VROUW:
Nee Zo is iedereen
Koffie?
MAN:
Koffie?
PETRA:
Ik ga wel weg
VROUW:
Nee!
TANDARTS PETRA:
Nee?
JONGEN:
Ze bedoelt ‘ja’
VROUW:
Dat bedoel ik helemaal niet
Ik wil dat ze blijft
14
Ik vind het goed dat ze er is
JONGEN:
Waar is dat goed voor?
PETRA:
Waarom wilt u dat ik blijf?
VROUW:
Omdat…
JONGEN:
Nou?
VROUW:
Daarom
Zoals het ook goed is
Dat er een tandarts is
Of een priester
JONGEN:
Wat moet ik met een priester?
VROUW:
Misschien dat we dan ooit weer
‘Mooi weer’ kunnen zeggen
Zonder dat dat meteen wordt afgestraft
JONGEN:
Mooi weer
VROUW:
Dat begrijp jij niet
JONGEN:
‘Mooi weer’ begrijp ik niet?
VROUW:
Nee
TCV DISPOSALS JONGEN:
TCV Disposals
ATL Seafood
Waternet
JONGEN:
Dat betekent niks
Zomaar wat namen
Die toevallig langskomen
JONGEN:
Of niet toevallig
Gewoon namen
Waar ik niets achter hoef te zoeken
15
13 Uur 21
Ook zoiets
Even geen mijnenveld
MAN:
Wat weet jij van een mijnenveld?
JONGEN:
Daar leef ik
MAN:
Stel je niet aan
Stilte ONDER HET BED VROUW:
Soms ben ik hem kwijt
Vind ik hem onder het bed
PETRA:
Een nare droom?
MAN:
Dat weet ik niet meer
VROUW:
Hij blijft ook wel eens een nacht weg
En als ie dan de volgende morgen thuis komt
En ik hem vraag ‘waar ben je geweest?’
Dan zegt hij ‘hoe bedoel je?’
‘Je bent de hele nacht weggeweest’
‘Dat bedoel ik’
Zeg ik dan
‘O ja?’
MAN:
O ja?
VROUW:
Ja
MAN:
Goh. Weet ik niet meer
VRACHTWAGEN VROUW:
Soms, als er een vrachtwagen voorbij rijdt
16
Begin ik ineens vreselijk te trillen
Het zweet breekt me uit
MAN:
Dan moet ik haar vasthouden
VROUW:
Soms helpt dat
MAN:
Vaak ook niet
VROUW:
Nee
Vaak ook niet
MAN:
Maar de buren zeggen we altijd gedag
VROUW:
Ja
De buren zeggen we altijd gedag
Anders is het einde zoek
PETRA:
Welke buren?
JONGEN:
Dat is het al heel lang
JURK VROUW:
Ik weet nog
Het begon om drie uur ’s middags
En ik droeg een rode jurk
Verder weet ik niks meer
JONGEN:
Ik was nog geen drie
Maar ik weet alles nog
MAN:
Ik was er niet bij
JONGEN:
Dat weet je niet meer
MAN:
Wat weet ik niet meer?
JONGEN:
Dat je er wel bij was
Dat weet ik nog
MAN:
Jij was twee
JONGEN:
Toch weet ik het
17
VROUW:
Die jurk heb ik nooit meer gedragen
PETRA:
Heeft u hem nog?
VROUW:
Ik denk het wel Ik heb hem niet durven verbranden
PETRA:
Waarom niet?
JONGEN:
Dat begrijp jij niet?
ONNOZEL JONGEN:
Natuurlijk kom je hier met de beste bedoelingen
Maar dat maakt je juist zo onuitstaanbaar
PETRA:
O
JONGEN:
Eerst maken jullie alles grondig kapot
En vervolgens komen jullie terug…
PETRA:
‘Jullie’?
JONGEN:
‘jullie’, ja
PETRA:
En wie zijn dat?
JONGEN:
Doe niet zo onnozel
VROUW:
Zij heeft er toch niets mee te maken?
JONGEN:
Doe niet zo onnozel
MAN:
Wat heeft ze jou helemaal gedaan?
JONGEN:
Doe niet zo onnozel
Doe niet zo onnozel
Doe niet zo onnozel
Doe niet zo onnozel
Doe niet zo onnozel
Doe niet zo onnozel
DOE NIET ZO ONNOZEL!!!!!
De man slaat de jongen
18
JONGEN:
Godzijdank
Zo ken ik je weer
Lucht zeker wel op
Je hebt al zo lang komedie moeten spelen
Daar word je ziek van
Dat leidt tot clusterhoofdpijn
MAN:
Jij leidt tot clusterhoofdpijn
JONGENS:
Ik wil best emigreren
Als je dat bedoelt
Desnoods naar Finland
Tussen al die sprakeloze rendieren
Maakt het uit?
Ik krijg ze wel aan de praat
Desnoods neem ik jou mee
EENS JONGEN De zogenaamde vanzelfsprekendheid waarmee ze elkaar gedag zeggen MAN Of niet gedag zeggen VROUW Maakt niet uit JONGEN Wat ze willen, eigenlijk willen…
19
Elkaar de hersens inslaan Elkaar afslachten Dat willen ze Maar dat wordt niet uitgesproken Dat blijft onuitgesproken Tot er bloed vloeit Ja Want er vloeit bloed Ja Dat kunnen zelfs wij niet… VROUW Ik heb hier geen enkele behoefte aan JONGEN Aan dat bloed niet? Om dat tegen te houden ? Want het heeft toch geen zin? AARDIG PETRA:
De mensen hier Zijn over het algemeen
Heel erg aardig
Valt mij op
JONGEN Ik weet niet wat je daar allemaal achter hebt moeten laten Hoe je hier gekomen bent
20
Waarom je hier gekomen bent Je staat daar maar Met dat eeuwig blije gezicht Dat naïeve idee dat het goed moet komen Omdat het anders nooit meer goed komt VROUW:
Aardig?
PETRA:
Ja
Vind ik wel
De meeste mensen die ik tegenkom
VROUW:
De mensen hier zijn bang
Ze schamen zich
Ze kunnen het nog steeds niet geloven
JONGEN:
Onderdanig, bedoel je
PETRA:
Ik bedoel aardig
JONGEN:
Je bedoelt onderdanig
De onderdanigheid
De ‘aardigheid’
Van slaven
Van knechten
Van mensen in de wachtkamer van de dokter
Van patiënten in de stoel van de tandarts
Van bedelaars die hun hand ophouden
Van junks die geld nodig hebben voor een shot
En dat noem jij aardig?
PETRA:
De meeste mensen hier vind ik aardig
JONGEN:
Ze likken hun wonden
Ik weiger dat
21
Jouw wonden wil ik wel likken
Als je dat bedoelt
HUWELIJK VROUW:
’t Is als in een huwelijk
Je hebt het er gewoon niet over
PETRA:
Is dat een goed of een slecht huwelijk?
VROUW:
Dat is een huwelijk
MOORD PETRA Ik heb een tijd lang iedere nacht gedroomd Dat ik ergens in een huis was Een deur opende van een kamer En in die kamer zag ik mezelf bezig Iemand de hersenen in te slaan Deed ik die deur meteen weer dicht En rende het huis uit Dat ging zo nachten door Totdat ik besloot Die deur niet meteen weer dicht te doen Maar net zo lang te blijven kijken Tot ik die man echt de hersens had in geslagen Morsdood geslagen Totdat die man was afgeslacht MAN En toen pas deed je die deur dicht
22
En liep het huis uit? PETRA Toen liep ik de kamer in Om te kijken wie ik had afgeslacht MAN En wie had je afgeslacht? PETRA Net voordat ik dat kon zien Werd ik wakker VROUW Dat lieg je PETRA Ja SNEEUW MAN:
We krijgen sneeuw
VROUW:
Eindelijk
JONGEN:
Het sneeuwt hier zo vaak
MAN:
Nu krijgen we sneeuw
Ik voel het
VROUW:
Ik hoop het
PETRA:
Waarom?
VROUW:
Om de stilte
23
Een witte deken over alles heen
Een witte dempende deken
Over alles heen
MAN:
Horen we eindelijk die stemmen niet meer
PETRA:
Stemmen?
JONGEN:
Ze zijn gek
Zei ik toch?
PETRA:
Stemmen?
VROUW:
Die hoor jij niet
Die kun jij waarschijnlijk niet horen
JONGEN:
Ik wil ze niet horen
VROUW:
Jij wilt ze niet horen
MAN:
Maar wij horen ze de hele tijd
Duizenden stemmen
VROUW:
Tienduizenden stemmen
MAN:
Ze huilen, ze lachen
Ze fluisteren, ze schreeuwen
VROUW:
Ze jammeren, ze klagen
Ze zijn er altijd
PETRA:
Altijd?
MAN:
Altijd
Zelfs toen ik die hoofdpijn…
VROUW:
Die cluster hoofdpijn
MAN:
Zelfs toen hoorde ik die stemmen nog
JONGEN:
En wat zeggen ze dan?
VROUW:
Je verstaat ze niet
JONGEN:
Wat denk je dat ze zeggen?
MAN:
‘Waarom ben jij niet dood?’
24
JONGEN:
Ik?
MAN:
Ik
JONGEN:
Ja?
Waarom ben je nog niet dood?
MAN:
Ik ben te laf
JONGEN:
Jij, de held van…?
MAN:
Ik ben te laf
VROUW:
Dat ben je niet
Jij gaat het tenminste allemaal aan
VROUW:
Die stemmen
Alles
MAN:
Wat moet ik met clusterhoofdpijn?
Dacht ik
Laat het een tumor zijn
Of eindelijk die kanker
VROUW:
Maar nu krijgen we sneeuw
MAN:
Eindelijk sneeuw
VROUW:
Misschien dat dat helpt
MAN:
Misschien
MOORD MAN Hoe wist jij, weet jij Dat zij loog Toen zij zei Toen werd ik wakker? VROUW
25
Weet ik niet Wist ik niet MAN Maar toen jij zei Je liegt Zei zij Ja VROUW Ja, maar ik wist niet dat zij loog Ik dacht dat zij loog Dat gevoel had ik MAN Ik heb het gevoel Dat jij nu liegt VROUW Ik lieg niet Ik had echt dat gevoel Ik had het gevoel dat zij loog Omdat ik het gevoel had Dat ik daar bij was Bij die moord MAN Die moord in die droom?
26
VROUW Ja MAN Jij stond ook in die deur? VROUW Misschien stond ik voor het raam Dat weet ik niet Maar jij was er toch ook bij? Daarom zijn we toch hier? VREDE OP AARDE PETRA:
Ik ben dol op sneeuw
JONGEN:
Tuurlijk!
Kaarsjes branden
Knappend haardvuur
En vooral heel veel Vrede op Aarde
PETRA:
Wat is daar mis mee?
JONGEN:
Dan ken je de aarde niet
Dan heb je geen idee
PETRA:
En jij hebt dat wel?
JONGEN:
Ik was misschien nog geen drie
Maar ik heb het allemaal meegemaakt
Ik maak het nog steeds mee
Nu gaan die gekken ook nog beweren
Dat ze eigenlijk liever dood zijn
27
En als ik zeg ‘Doe er dan wat aan’
Dan zeggen ze
‘We zijn te laf’
PETRA:
Wat hebben ze je misdaan?
JONGEN:
‘Wat hebben ze je misdaan?’
Ze hebben me op een wereld gezet
En me die wereld onmiddellijk weer afgenomen
Dat hebben ze me misdaan
VROUW:
Hoe durf je?
JONGEN:
Ik ben niet laf
PETRA:
O nee?
JONGEN:
Nee Ik heb een grote bek
Daar kan geen sneeuwstorm tegenop
VROUW:
Ik schaam me
JONGEN:
Dat werd tijd
VROUW:
Voor jou
Ik schaam me voor jou
JONGEN:
Maar ik kan niet weg Sorry
PETRA:
Waarom kun jij niet weg?
MAN:
Omdat ie z’n diploma’s niet heeft
VROUW:
Maar dat is niet zijn schuld
MAN:
Omdat ie geen beurs kan krijgen
VROUW:
Hij had alle beurzen kunnen krijgen
MAN:
Maar hij kreeg ze niet
VROUW:
Dat was niet zijn schuld
28
JONGEN:
Waar moet ik nog heen?
Waar kan ik nog heen?
Jij kunt zogenaamd overal heen
Met je laptop
Je cameraatje
Je Iphone
Je apps
Maar geloof je nou echt
Dat je ook maar één grens oversteekt?
PETRA:
Ja
JONGEN:
Als jij straks stikt in je goede bedoelingen
Heb je nog geen stap
Buiten je deurtje gezet
In Petersburg hebben ze zich tenminste nog
Zes maanden kapot gezopen
Toen
Na de revolutie
Dat was nog eens een echte revolutie
Heeft ook al niks opgeleverd
Waarom gaat het niet sneeuwen?
Kunnen we eindelijk eens lachen
MAN:
Het gaat sneeuwen
JONGEN:
Je geeft een kind van drie
Toch geen cadeautje
Om het vervolgens zelf onmiddellijk weer
Kapot te trappen
VROUW:
Is dat wat wij…?
JONGEN:
Dat is wat jullie…
29
PETRA:
Wat?
JONGEN:
Houd toch eens op met die overbodige vragen!
Of wil jij ook al dood?
Geen probleem hoor
Draait hij zijn hand niet voor om
Vrouw slaat jongen VROUW:
Sorry
STRONT JONGEN:
Zo
Nu ben ik door jullie allemaal geslagen
En er is nog steeds niets gezegd
Hebben jullie soms iets te verbergen?
MAN:
Ik zeg niets meer
JONGEN:
Je hebt nog helemaal niets gezegd
Iets over hoofdpijn, ja
Iets over sneeuw
PETRA:
Vertel jij dan wat hij had moeten zeggen
Wat zij hadden moeten zeggen
Als je het allemaal zo goed weet
MAN:
Ja!
VROUW:
Ja!
JONGEN:
Dit is toch niet te geloven!
Dit is de omgekeerde wereld!
Zij moeten hun verhaal vertellen
En omdat ze dat niet willen
Moet ik jou hun stront laten ruiken?
Ik vind jou een ontzettend leuke vrouw
30
Een mooie, lieve, domme, naïeve vrouw
Want je hebt geen idee hoe jij belazerd wordt
Door hen
Met hun
‘Ik droeg een rode jurk’ ‘Dat is het enige dat ik nog weet’ Met hun ‘Het gaat straks sneeuwen’ ‘Dat voel ik’ Hoe jij jezelf belazert Met jouw ‘De mensen hier zijn zo aardig’ Alsof aardige mensen bestaan
Maar die bestaan niet
Niet hier
Niet nu
Eigenlijk nergens
Eigenlijk nooit
PETRA:
Stakker
JONGEN:
Noem me geen stakker
Dat ben ik niet!
PETRA:
Dat ben je wel
Sorry
VROUW Iemand heeft het over een verjaardag Ik denk alleen maar Mijn voeten, mijn voeten Aan mij zullen ze niets merken
31
Heb ik me aangeleerd Me eigen gemaakt Ik transpireer niet meer Ik huil niet meer Mijn handen huilen Denk ik Proberen ze me te vertellen Denk ik Handen die proberen te vertellen Dat ze huilen? HUILENDE BABY Geluid van huilende baby JONGEN:
Ik hoor een baby huilen
VROUW:
Ik niet
MAN:
Ik ook niet
JONGEN:
Jullie horen toch van alles?
VROUW:
Ik hoor geen huilende baby
MAN:
Ik hoor ook geen huilende baby
Jij?
PETRA:
Ja
MAN:
Ik niet
VROUW:
Ik ook niet
PETRA:
Oudere mensen
Horen bepaalde tonen niet meer
Hogere tonen horen ze niet meer
Huilende babies horen ze niet meer
JONGEN:
Is het zo simpel?
32
PETRA:
Waarom niet?
DRIE JONGEN:
Ik was nog niet eens drie
Maar van de ene op de andere dag
Mocht ik niet meer bij je op schoot
Ik mocht je niet eens meer aanraken
Jij raakte mij helemaal niet meer aan
VROUW:
Dat spijt me
JONGEN:
‘Dat spijt me’
VROUW:
Dat kon jij toen nog niet begrijpen
JONGEN:
En nu?
VROUW:
Nu ook niet
VIES PETRA:
Ze voelde zich vies
Ze stond de hele dag onder de douche
Ze was besmet
Dacht ze
JONGEN:
Waarmee?
PETRA:
Met viesheid
Met smerigheid
De smerigheid
En daar wilde ze jou niet mee besmetten
JONGEN:
Hoe weet jij dat?
Heeft zij je dat verteld?
PETRA:
Nee
JONGEN:
Ik was nog geen drie
33
En zij raakte me niet meer aan!
PETRA:
Maar snap dan wat die mensen
Allemaal is aangedaan
JONGEN:
Dat hebben ze elkaar allemaal aangedaan
Wat heb ik daarmee te maken?
IK KON NIET ANDERS VROUW:
Ik kon niet anders Ik…
JONGEN:
‘Ik kon niet anders’
‘Want ik ben nu eenmaal vies en smerig en bezoedeld’
En toen zag je
Die waterige, alcoholische oogjes van hem? Ooit een lekker straatjochie Dat af en toe een sigaretje bietste Totdat hij het machinegeweer ontdekte Een veel overtuigender pik Dan zo’n sigaretje En toen dacht je…?
VROUW:
Waarom ga je niet weg?
JONGEN:
Zij moet blijven
Ik moet weg?
NIEMAND MOET IETS MAN:
Niemand moet iets
JONGEN:
Nee
Kun je nu makkelijk zeggen
Toen moest toch ook niemand?
34
Alleen iedereen moest zo nodig
Jij voorop
VROUW:
Je begrijpt het niet
JONGEN:
Dat hoor ik mijn hele leven al
Op drie jaar na
Je lijkt haar wel
PETRA:
Mij?
Ik ben hier juist omdat ik het ook niet begrijp
JONGEN:
Dan zoek je het toch gewoon op op Wikipedia
VROUW:
Samen voelen we ons gewoon alleen maar een beetje minder alleen
JONGEN:
O God
Treuriger kan het niet worden
RAMPTOERIST JONGEN:
Ben jij eigenlijk alleen maar een ramptoerist?
Niks leuker dan platgebombardeerde huizen
Afgefikte kerkjes
De overgebleven bewoners zitten zwijgend
Voor hun gestolen televisies
‘Heerlijk’
‘Waar kom je dat nog tegen?’
‘Zo authentiek!’
Wil je ook eens weten wat het is om verkracht te worden?
Geen probleem
Is zo georganiseerd
VROUW:
Nee!
PETRA:
Als jullie blijven weigeren
De werkelijkheid onder ogen te zien…
35
VROUW:
‘Jullie’?
MAN:
Welke werkelijkheid?
JONGEN:
Welke ogen?
Jouw ogen?
PETRA:
Als jullie blijven volharden
In dat…
In dat…
MAN:
In wat?
VROUW:
We willen het niet allemaal weer…
Dat doet pijn
MAN:
En dat vind jij leuk?
Daarom ben jij hier?
JONGEN:
Daarom moet ze hier weg
Daarom moet ze dood
VROUW:
Nee
MAN:
Nee
JONGEN:
Nee?
Jij was toch een held?
Ooit?
MAN:
Nee
PETRA:
Hij was een…
MAN:
Nou?
JONGEN:
Wat was ie dan?
Een misdadiger?
Een verkrachter?
Een moordenaar?
Valt er hier nog wat te lachen?
VROUW:
Hij was gewoon ook maar een mens
36
JONGEN:
Gelukkig
Er valt hier nog wat te lachen
‘Hij was gewoon ook maar een mens’
En de rest is stilte
ONRECHT VROUW Misschien die middag dat Iets trof me Iets raakte me Noem het onrecht Ja Ik noem het onrecht Dat raakte me Dat trof me JONGEN Kun je niet proberen Misschien VROUW Wat concreter? JONGEN Graag VROUW
37
Probeer ik ook Ik zeg toch MAN Waar gaat dit over? JONGEN Waar het over gaat? PETRA Wat er toe doet Wat er speelt Aan de hand is Daar gaat dit over VROUW Opzwellend textiel aan een waslijk MAN Waslijk? VROUW Lijn VROUW Een zinloos zweten Een gulzig proppen
38
JONGEN En je denkt? VROUW Niks, helemaal niks Behalve: niet denken Anders word ik gek MAN Ik zag laatst een man op straat lopen En ineens draait hij 360 graden om zijn as En loopt gewoon door Maar in die draai was er wel iets kapot gegaan PETRA Wat? VROUW Die jurk Die borduursels Die knoopjes Die zaten er niet op HERDENKING JONGEN:
Maar wat wordt hier nou eigenlijk herdacht?
VROUW:
Doe niet zo naïef
Je was er zelf bij
Zeg je steeds
39
JONGEN:
Ja, maar herdenken ze nou de doden
Of het doden?
VROUW:
Hoe bedoel je?
JONGEN:
Doe niet zo naïef
GROOTVADER PETRA:
Mijn grootvader sliep altijd met het licht aan
MAN:
Jouw grootvader?
PETRA:
Ja
De vader van mijn moeder
Hij had gevochten op de Grebbeberg
Toen was hij negentien
MAN:
Zijn er dan bergen in
Waar jij vandaan komt?
PETRA:
Nee
Daarom noemen ze een wat grotere heuvel
Al gauw een berg Daar waar ik vandaan kom
PETRA:
En toen werd hij naar Indië gestuurd
Toen was hij vijfentwintig
Politionele acties Zo noemden ze dat
Het was gewoon een oorlog
ETHNIC CLEANSING JONGEN:
Net zoiets als ‘ethnic cleansing’
In plaats van ‘genocide’
Mooi excuus om niet in te hoeven grijpen
40
JONGEN:
En daarom ben jij hier?
Omdat je opa altijd met het licht aan sliep?
PETRA:
Hij heeft ook nooit ergens over willen praten
En toen kreeg hij een hartstilstand
Toen was hij nog geen zeventig
JONGEN:
Dat noemen wij hier oud
OGEN MAN We hebben jarenlang gezien Jarenlang hebben we in die ogen gekeken Die ogen die keken alsof ze wilden zeggen, kijken: Bemoei je met je eigen zaken Ik heb wel gezien dat je me gezien hebt Maar wat heb jij gezien? En: Doe wat! Misschien keken ze, zeiden ze dat niet Bedoelden ze dat niet Te kijken, te zeggen Maar wij zagen dat Dat ze… Jarenlang hebben wij gedacht, gedaan Wat wij dachten Dat gedaan moest Zoals zij keken Wij dachten jarenlang Zonder aanvankelijk
41
Iets te doen misschien Maar uiteindelijk leidde dat denken Tot het gedaan hebben Van van alles Waartoe dat denken Kennelijk Had geleid Zonder dat wij dat wisten Misschien Die blik in die ogen Daarbij hebben we onszelf bijna kapot gemaakt Hebben we onszelf nagenoeg gesloopt Alleen maar omdat we In die ogen hebben gekeken Hadden we ook niet kunnen doen Maar we hebben het gedaan Daarbij hebben we onszelf Bijna Kapot gemaakt Gesloopt En als wij nu in die ogen kijken Zien we alleen maar ogen die zeggen: Jullie zijn kapot Jullie zijn uitzaaiingen Jullie doen er niet meer toe MUIS JONGEN:
Jij hebt natuurlijk nog nooit iemand kwaad gedaan
42
Jij wast je handen in onschuld
PETRA:
Ik heb gisteren een muis afgemaakt
JONGEN:
Een muis?
Toe maar
PETRA:
Omdat jullie hier alleen maar van die achterlijke muizenvalletjes hebben
JONGEN:
We zijn toch ook achterlijk?
PETRA:
Een soort lijm dat je op een kartonnetje met kaas moet plakken
Komt die muis vast te zitten in die lijm
Maar hij is niet dood
Nog lang niet
Zit alleen vastgeplakt
Ook zijn bekje zit half dichtgeplakt
Maar hij stikt niet
Moest ik hem doodslaan met een steen
En dat lukte eerst niet
Moest ik een andere steen
JONGEN:
Gefeliciteerd
Hoor je toch een beetje meer bij ons
DROMEN PETRA:
Ik droomde dat ik iemand had vermoord, in stukken gehakt en in een koffer gestopt. Een paar dagen later komt mijn vader op bezoek. We drinken thee. Ik sterf bijna van angst. En van schuld. Ik heb niemand durven vertellen wat ik heb gedaan. Ik vertel het huilend aan mijn vader, dat er een in delen gehakt lichaam in die koffer zit en dat het per ongeluk ging. Mijn vader troost me. Het schijnt niet erg te zijn.
VROUW:
Ik droomde vaak dat ik mijn oudste zoon weer tegenkwam. Hier voor het huis, op straat. We omhelzen elkaar en hij zegt dat alles goed komt. Ik voelde me altijd wat beter na die droom. Alsof hij heel dichtbij was. Hij kwam altijd uit die richting. Later hebben ze daar een massagraf ontdekt.
PETRA:
En daar…. Samen met zijn vader en zijn broer?
VROUW:
Ja
43
JONGEN:
En de moordenaar heeft hier vorige week nog de telefoon aangelegd
VROUW:
Dat weten we niet
JONGEN:
Dat willen we niet weten
Want er is toch niks gebeurd?
Er is toch niks veranderd
Iedereen is nog in leven
En ik ben nog steeds de baby van nog geen drie
VROUW:
Ik vond dat wel een mooi beeld
Die droom
Die je droomde
Dat je die kamer binnen kwam
En dat je zag dat je bezig was
Iemand te vermoorden
En dat je dat niet wilde zien
Niet wilde zien wie dat was
URINE JONGEN: Hij wist dat hij die dag nooit zou vergeten. Dat die hem zou blijven achtervolgen. De honinggeur ’s ochtends, de blauwe lucht, het geluid van de eerste bus, de magere man met de snor, later een broek doorweekt van urine, de stank van rottend vlees, het donkerrode bloed dat uit een wond gutste, de man die hem vroeg hoe hij kon doen wat hij deed, de jongen die om zijn moeder riep. Jongens huilen niet zei zijn vader altijd. Waar was zijn vader nu? Waar waren ze allemaal, zijn ouders, zijn vrouw, zijn vrienden? Hij had zich nog nooit zo alleen gevoeld. MAN:
Hoe weet jij dat?
JONGEN:
Heb ik ergens gelezen.
RATTEN JONGEN:
Maar al die mensen die…?
MAN:
Dat waren geen mensen
Dat werd ons steeds verteld
44
Dat waren geen mensen
JONGEN
Dat waren muizen?
Ratten?
Kakkerlakken?
Oorwurmen?
MAN:
Natuurlijk waren dat mensen
Ik zeg ze nu toch gewoon weer gedag?
JONGEN:
Ze zijn dood
MAN:
Hoe kan ik ze dan gedag zeggen?
VREDE MAN:
In een oorlog is het nu eenmaal zijn of niet zijn
MAN:
Er bestaat geen vriend of vijand
Dat is alleen maar een spelletje dat mensen met je spelen
Om je klein te houden
Er zullen er nog steeds zijn die vinden dat ik stink
Ook al ruiken ze niks
Ze vinden dat ik stink Omdat ze altijd hebben gevonden dat ik stink Maar ze zeggen het niet meer Voorlopig niet Nog even niet Dat heet dan vrede
LIEGEN JONGEN:
Iedereen liegt
Geloof dat nou
JONGEN:
Iedereen liegt
JONGEN:
Iedereen liegt
45
JONGEN:
Jij ook
PETRA:
Ik zeg toch niks
JONGEN:
Dat dacht je maar
JONGEN:
Je liegt
Van alles
Maar wat moet je anders?
Iedere vraag van jou is een leugen
En dat weten we
Omdat je iets achter houdt En dat weten we
En jij ook
PETRA:
Wat zou ik achter houden?
JONGEN:
Alweer een leugen
Die vraag
MOBIELTJE MAN:
Dat kun jij niet geloven
Niemand kan dat geloven
Ik kan het niet eens geloven
Maar ik was er zelf bij
We belden met elkaar
Wij
Zij en ik
Ik belde met mijn vriendjes
Aan de andere kant
’s Nachts
Als we elkaar even niet beschoten
Als we elkaar ’s nachts niet beschoten
46
Belden we met elkaar
Dan vroegen we elkaar van alles
Of we nog steeds dezelfde vriendin hadden
Of we die pas nog geneukt hadden
Of er nog condooms te krijgen waren
Die waren er altijd
Of er nog genoeg te zuipen was
Te roken
We scholden elkaar verrot
Maar we hadden dolle pret
En daarna probeerden we elkaar weer te vermoorden
Dat is het voordeel van oorlog
Dan hoef je niet verder te denken
Dan mag je niet verder denken
Want dan ben je kwetsbaar
Je moet alleen maar zien te overleven
Dat is al moeilijk genoeg
Het was ook een soort vakantie
Eindelijk
Na al die theorieën
PETRA:
Theorieën?
MAN:
Ideologieën, leuzen, partijprogramma’s, rechtvaardigingen
Bla bla bla
Zij, tweehonderd meter verderop
Rookten hun eigen sigaretten
Wij rookten onze eigen sigaretten
Onzin natuurlijk
Alleen de verpakking was anders
47
We waren gewoon hetzelfde uitschot
Hebben we altijd geweten
Wat ze ons ook probeerden wijs te maken
Wij allemaal waren het afval van de geschiedenis
Dus dan maar zuipen
Dan maar lachen
Dan maar schieten
PETRA:
En heb je die vriendjes later nog gesproken?
MAN:
Voorzover ze niet dood zijn
PETRA:
En?
MAN:
We zeggen elkaar gedag
TONEELSTUKJE PETRA:
Ik zag laatst een toneelstuk
JONGEN:
Een toneelstuk?
PETRA:
Een toneelstuk, ja
JONGEN:
Waarom?
PETRA:
Waarom?
JONGEN:
Ja.
Dit is toch ook…
Alles is toch een toneelstuk?
Waarom zou je dan nog naar een toneelstuk?
Iedereen liegt
Daar heb je geen acteurs voor nodig
’t Is altijd en overal oorlog
Dat is het enige wat je niet hoeft te spelen
PETRA:
In dat toneelstuk was het op een gegeven moment ook oorlog
Kwam er een soldaat binnen
48
Een soldaat die vooral op een acteur leek
JONGEN:
Een slechte acteur
PETRA:
Een slechte soldaat, vooral
JONGEN:
En toen?
PETRA:
En toen?
Vraag je dat echt?
JONGEN:
Nu wil ik het ook weten
Ik wil alle verhalen weten
Dus wil ik dat verhaal ook weten
PETRA:
De soldaat begon eerst van alles te roepen
Veel shit en fuck vooral
En toen neukte die soldaat die andere man in zijn kont
En die andere man speelde toen dat dat heel erg pijn deed
En dat speelde die wel goed
En toen schepte die soldaat met z’n handen De ogen van die andere man uit z’n oogkassen En at ze op En moest bijna kotsen En toen begreep ik het even niet meer Maar die soldaat deed iets met een geweer En ging toen dood En lag toen in een plas van z’n eigen bloed En daar moest ie nog wel twintig minuten in blijven liggen En later dacht ik nog God, moet ie twintig minuten in een plas bessensap blijven liggen En hij mag zich niet eens bewegen En toen kwam dat meisje weer terug Dat meisje van het begin van het stuk
49
Dat met die andere man op een hotelkamer zat Waar hij haar wilde neuken Maar zij wilde dat niet Dus trok ze hem maar af In een spiegel Zagen we dat Dus zagen we het niet echt Hoeft ook niet Kan ook niet Het is maar toneel Maar dat meisje kwam terug met een babietje Niet een echt babietje natuurlijk Het is maar toneel En ik dacht nog Goh, goed gemaakt babietje Met die lieve kromme beentjes En dat babietje heeft honger Dus gaat dat meisje op zoek naar eten Maar dan sterft dat babietje Zogenaamd En dat meisje begraaft dat babietje dan In een grafje met een kruisje d’r op En dan gaat dat meisje weer op zoek naar eten Voor die man en voor haarzelf En dan graaft die man Die blinde man Hij was journalist of zoiets, geloof ik JONGEN:
Hij was een acteur!
50
Hij was niet eens een verhaal!
Hij was een leugen!
PETRA:
Die blinde man graaft dat babietje dan op Dat lijkje graaft ie dan op uit dat grafje En hij begint het op te eten
JONGEN:
En toen?
PETRA:
En toen en toen en toen
Precies
Het was gewoon weer zo’n verhaal
JONGEN:
Het is ook een verhaal
PETRA:
Een verzonnen verhaal
JONGEN:
Ja?
Ik heb het allemaal gezien
PETRA:
Ik kreeg de slappe lach
Ik kon er niets aan doen
Dat bessensap
Die kromme beentjes
En het was nogal gênant
Want de actrice die dat meisje speelde
Is mijn beste vriendin
JONGEN:
Nog steeds?
PETRA:
Ze begreep het wel
Zei ze
JONGEN:
Waarom vertel je dit?
PETRA:
Waarom wil jij al die verhalen horen?
Je kent ze toch?
JONGEN:
Ik was erbij
PETRA:
Nou dan!
51
JONGEN:
Ik wil ze niet horen
Ik hoef ze helemaal niet te horen
Ik heb ze allemaal al gehoord
Ik heb ze gezien! Ik wil dat zij ze vertellen Dat is iets anders
PETRA:
Maar waarom wil je dat ze ze vertellen?
Die verhalen die iedereen al kent?
JONGEN:
Dat ze zich niet langer schamen
Dat ze zich niet langer schuldig voelen
Dat ze zich niet langer…
Jezus Christus
Welk kind heeft z’n ouders ooit gevraagd:
Wanneer hebben jullie mij verwekt?
Wat dachten jullie?
Regende het buiten?
Wat hadden jullie gedronken?
Wat voelden jullie?
Hoe was het voorspel?
Was er een voorspel?
Heeft ie jou gebeft?
Heb jij ‘m gepijpt?
Hielden jullie van elkaar?
Of heeft hij jou verkracht?
PETRA:
Zou je dat willen weten?
JONGEN:
Nee!
Ik zou willen dat ze zeiden:
Sodemieter op, kutjoch
52
Dat gaat je niks aan
Wees blij dat je er bent
Dat ze dat eindelijk durfden
PETRA:
Maar je vader is dood
JONGEN:
Nou en`?
PETRA:
Dus eigenlijk wil je dat ze tegen je zeggen ‘sodemieter op’
‘Waar bemoei je je mee’
‘Jij hebt jouw leven, wij hebben het onze’?
JONGEN
Ja!
Desnoods!
Nu kunnen ze me net zo goed dood maken
Ze maken me dood
Alleen, ik ga niet dood
Zoiets
RAMBO MAN:
We zagen er ook allemaal hetzelfde uit
We zagen er allemaal uit als Rambo
Wij hadden geen mooie uniformen
Wij zagen eruit als Rambo
Camouflagepak, haarband, zonnebril
Rambo
Zij waren alleen maar de foute Rambo’s
EIERWEKKER PETRA:
Ik heb een cadeautje voor jullie
MAN:
Wat is dat?
Een plastic ei?
53
PETRA:
Een plastic eierwekker
VROUW:
Wat grappig
PETRA:
Zal ik hem demonstreren?
VROUW:
Spannend
PETRA DOET VIER EIEREN IN EEN PANNETJE MET KOUD WATER SAMEN MET DE EIERWEKKER ZE ZET HET GAS AAN PETRA:
Nu even wachten
NA EEN TIJDJE EEN PIEPJE PETRA:
Nu is het water 45 graden
MAN:
Al duizenden jaren koken wij hier de lekkerste eieren
En nu moeten we opeens…?
VROUW:
Ik vind het leuk
EVEN LATER WEER EEN GELUIDJE. PETRA:
Nu kookt het water
MAN:
Al duizenden jaren koken wij hier de lekkerste eieren
En nu moeten we opeens…?
VROUW:
Een gegeven paard kijk je niet…
MAN:
Sorry
DAN KLINKT HET EERSTE LIEDJE, ‘TWEE EMMERTJES WATERHALEN’ PETRA:
Nu zijn de eitjes zacht gekookt
ZE ZINGT PETRA:
Twee emmertjes water halen
Twee emmertjes pompen
Hannes loopt op klompen
Hannes heeft een houten been
Loop maar door mijn poortje heen
LACHEN HET LIEDJE KLINKT NOG EEN KEER ZE ZINGEN
54
JONGEN:
Als er weer eens een massagraf wordt ontdekt
Schreeuwen jullie moord en brand
Maar als vervolgens Paris Hilton Zonder slipje uit een auto stapt
Dan zijn jullie pas echt geïnteresseerd
Eigenlijk denken jullie
‘Laten ze elkaar toch gewoon uitmoorden’
‘ Als ze dat zo graag willen’
PETRA:
Dat denk ik nooit
JONGEN:
Dat is dan ontzettend stom
Ik denk het zelfs
En ik kan het weten
Ik was er al die tijd bij
PETRA:
Misschien dat je het daarom juist niet kunt weten
JONGEN:
Ik ben al net zo’n rat als al die ratten om me heen?
PETRA:
Dat zeg ik niet
JONGEN:
Dat zeg je wel
PETRA:
Misschien zeg ik het ook wel
Maar dat hoeft toch niet zo te blijven?
JONGEN:
O, deze rat kan boven zichzelf uitstijgen?
Deze rat kan zichzelf ontratten?
Wat moet ik buiten Rattendam?
Die zogenaamde interesse van jou is alleen maar arrogantie
Domme, zielige negertjes blij maken
Met spiegeltjes en kralen
In de vorm van dramatherapietjes
Groepsgesprekjes en een cursus ‘maak je eigen D.V.D.’
Ik laat me nog liever door mijn eigen ratten afslachten
55
Dan me door jou te laten verheffen
Tot jouw persoonlijke facebook-‐trofee
DAN KLINKT HET TWEEDE LIEDJE, ‘IN HOLLAND STAAT EEN HUIS’ PETRA:
Nu zijn de eitjes halfzacht
ZE ZINGT PETRA:
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis ja ja
Van je faldera faldera hopsasa
In Holland staat een huis
In Holland staat een huis!
HET LIEDJE KLINKT NOG EEN KEER IEDEREEN PROBEERT MEE TE ZINGEN: IEDEREEN(?): Faldera faldera hopsasa PETRA:
Wat had jij gedaan als je toen niet drie maar dertien was geweest?
JONGEN:
Ik had ze allemaal afgemaakt
PETRA:
O ja?
JONGEN:
Tuurlijk
Anders hadden ze mij afgemaakt
We leven nu in een oude wijvenland
Ze praten alleen nog over eten
DAN KLINKT ‘HET WILHELMUS’ PETRA:
Nu zijn de eitjes hard gekookt
ZE LUISTEREN NAAR HET WILHELMUS NIEMAND ZINGT DAN KOMT DE JONGEN OP
56
HIJ HEEFT ZIJN MOBIELTJE BIJ ZICH JONGEN:
En weet je hoe een roerei klinkt?
Zo klinkt een roerei
HIJ DRUKT OP EEN KNOPJE HET GELUID VAN MITRAILLEURS NIET EENS ZO HEEL HARD DODELIJKE STILTE EEN VERLAMDE DOODSANGST JONGEN:
Zo klinkt een roerei
Omelet op z’n Balkans
Dat is wat we hier herdenken
Toch?
Niet dan?
Zeg dan wat!
DE VROUW BARST IN HUILEN UIT DE MAN TROOST HAAR MISLUKT MAN Ik wilde Een groot verhaal vertellen Maar ik kom niet verder Dan een jongetje van een jaar of twee Dat voor een winkel staat Waar zijn moeder binnen is gegaan Hij moest kennelijk buiten blijven Of wilde buiten blijven Maar waarom die moeder dat dan goed vond?
57
Ik wilde dat jongetje over zijn bolletje aaien Deed ik dus niet VROUW Waarom niet? MAN Dat doe je niet VROUW Waarom niet? MAN Omdat het kennelijk allemaal mislukt is Alles ELANDEN PETRA:
Laatst las ik een verhaal
MAN:
‘Laatst las ik een verhaal’
‘Ik zag laatst een toneelstuk’
Kijk gewoon uit je ogen
PETRA:
De keizer van Duitsland ging op bezoek bij zijn neef
De tsaar van Rusland, Nicolaas de Tweede
En de tsaar gaf de keizer een cadeau
Een kudde elanden
Dus die elanden werden naar Duitsland vervoerd
Daar werd een plekje voor ze gevonden
Ergens in Noord Duitsland
58
Een ideale plek
Weilanden, bossen, water en ruimte genoeg
En aanvankelijk ging het prima met die elanden
Ze aten, ze dronken, ze renden, ze neukten
Niets aan de hand
Maar ineens ging het slechter met die elanden
Ze aten steeds minder, ze dronken steeds minder, ze neukten niet meer
Ze gingen meer en meer dood
Werd er een team van de beste Duitse boswachters op gezet
Die konden niets vinden
Maar met de elanden ging het intussen steeds slechter
Tenslotte werd de beste boswachter, de beste houtvester van de tsaar
Erop gezet
Hij heeft alles weken lang grondig bestudeerd
En uiteindelijk was zijn conclusie:
Ze missen de wolf
VROUW:
De wolf?
LIJSTJE MAN:
Vertel ‘s
Wat heb je hier zoal meegemaakt?
PETRA:
De man die op de deur bonkte, Filip en de jongeren, het huis van Tima, het gesprek met de schooldirecteur in het benauwd kamertje. het aanleggen van de weg, de brug van de burgemeester, het telefoongesprek, de buschauffeur,de taxichauffeur, de ruzie om de computer, de dronken man die op me afkwam, kindje in de bus, het schieten van die honden, de taxichauffeur die me wil versieren, dat autorijden, de man in de trein die een dokter nodig had want zijn hart dreigde het te begeven door alle mooie vrouwen in die trein, de maffia op de hotelkamer, dat ik niet tegen mijn verlies kan, het omspitten van het massagraf, de enorme gastvrijheid en dat het elke keer weer zo laat is en…
MAN:
En?
59
PETRA:
Geen idee
KOOR PETRA Hoe klinkt het als je met denken wilt stoppen? VROUW Zo klinkt dat MAN Straks komen ze hier weer allemaal binnen Het regent Zeggen ze dan Ja, zeg ik dan Is dat mijn schuld? Zeg ik dan Maar het regent bloed Zeggen ze dan Ja, zeg ik dan Regent het ooit iets anders? VROUW Ik vraag me af Wat ze dachten Wat ze wisten Hopelijk niet wisten
60
MAN Ik stel me voor Wie ze waren Waar ze vandaan kwamen Of ze familie of een geliefde hadden JONGEN Ik stel me de stilte voor het kermen, het huilen Soms een schreeuw Als een ijsschots in een rivier MAN Of een zacht kermen Het geluid van bang kruipend bloed VROUW Ik vond dat wel een mooi beeld Die droom Die je droomde Dat je die kamer binnen kwam En dat je zag dat je bezig was Iemand te vermoorden En dat je dat niet wilde zien Niet wilde zien wie dat was Die je aan het vermoorden was En dat je dat later toch weer wel…
61
Dat je later toch die kamer bent ingegaan Om te zien wie het was Die je aan het vermoorden was En dat je toen wakker werd EINDE Januari 2011 © Gerardjan Rijnders
62