FINLAND 1.
Hervorming van het Hoger Onderwijs in Finland Het vooruitzicht van de toetreding tot de EU (1 januari 1995) en de aanhoudende economische recessie zorgde in Finland voor een structurele hervorming van het hoger technisch onderwijs. In 1991-1992 was het Finse BNP immers met 11% teruggelopen. Volgens het Verbond van de Finse Nijverheid en Werkgevers (Helsinki) viel in geen enkel ander OESO-land de produktie in die jaren zo sterk terug als in Finland. De investeringen namen bovendien af (alleen al in 1993 met 16%) terwijl de schuldenlast van heel wat ondernemingen flink toenam. In december 1994 bedroeg het werkloosheidspercentage ongeveer 20%. Eind 1995 was dit teruggevallen tot ongeveer 16%. Eén van de beleidsmaatregelingen om een verdere economische ontsporing tegen te gaan was een aanpassing van het hoger technisch onderwijs aan de industriële behoeften. Finland volgde daarmee haar buurland Zweden. Een maatregel was o.m. het invoeren van de opleiding voor "niet-academisch-geschoolde" ingenieurs aan 32 reeds bestaande technische scholen ("Teknillium opisto"). Het "experiment", zo wordt dit in de Finse academische kringen wel eens smalend genoemd, startte in 1991 en duurt nog tot 1999. Dan komt er een soort van "eindevaluatie". Naast dit eerste experiment loopt er ook een proefperiode voor 22 "experimentele polytechnics". Dit zijn nieuwe onderwijs-instellingen voor allerlei hogere opleidingen. Deze polytechnics zijn in feite samensmeltingen (fusies) van 85 door de regering erkende scholen. 24 van de 32 technische scholen bieden één of andere discipline aan aan de polytechnics. Het geheel vormt een nogal complexe "versmelting" van afdelingen uit de bestaande technische scholen. Aan de 22 polytechnics is de opleiding "technologie" voor 37% vertegenwoordigt, handel en bedrijfsbeleid voor 36%, gezongheidszorg 10%, de andere opleidingen voor 17%. Zowel aan de technische scholen als aan de nieuwe polytechnics is de opleiding beroepsgericht.
2.
Finland en haar industrie in een notedop Finland is ongeveer 11 keer zo groot als België. In de Finse territoriale wateren liggen zowat 81.000 eilandjes en scheren. Economisch is vooral de archipel van de Ålandeilanden van belang. Ze vormt een brug tussen Zuid-Finland en Centraal-Zweden en is Zweedstalig. Finland heeft circa 5 miljoen inwoners. De meerderheid spreekt Fins, een minderheid (6%) Zweeds. De voornaamste steden (met respectievelijk de Finse en Zweeds benaming) zijn de volgende : Helsinki (Helsingfors) : 510.000 inwoners Espoo (Esbo) : 182.000 inwoners Tampere (Tammerfors) : 176.000 inwoners Vantaa (Vanda) : 161.000 inwoners Turku (Åbo) : 160.000 inwoners In Helsinki, Tampere en Turku heeft men de grootste universiteiten voor Finland 1
ingenieurs. Aan de universiteit van Turku heeft men slechts één faculteit voor ingenieurs. De benamingen Åbo-universiteit en Turku-universiteit worden vaak door elkaar gebruikt. In feite gaat het over dezelfde universiteit. Ook voor de andere universiteiten worden de Finse en Zweeds benamingen wel eens gemengd. In deze stedelijke gebieden wonen 62% van de Finnen. De bosnijverheid is één van de pijlers van de Finse economie (80% voor de uitvoer). Aangezien de Finse ertsen uitgeput raken, neemt het belang van de op nikkel, koper, zink en ijzer afgestemde mijnbouw voortdurend af. In deze sector zijn er nog minder dan 3.000 personen tewerkgesteld1. De hout- en metaalnijverheid bepalen in grote mate het Finse industriële weefsel. 90% van de bedrijven in deze sector zijn KMO's met ten hoogste 100 werknemers. Machines worden in de eerste plaats vervaardigd voor de bosbouw en de houtverwerkende nijverheid. Wereldvermaard blijven de Finse liften, ijsbrekers en luxepakketboten. De chemische nijverheid heeft een bescheiden omvang. De bouw-nijverheid kent een forse achteruitgang. De werkloosheid onder de bouwvakkers is zeer groot2. De Finse textielnijverheid kwijnt verder weg. Hoewel de Finse economie principieel op particuliere eigendom en vrij ondernemerschap is gebaseerd, speelt de staat nog een aanzienlijke rol in heel wat takken, met wettelijk vastgestelde monopolies. De belangrijkste havenbedrijvigheid heeft men in Helsinki, Hanko, Kotka en Turku. Alarmerend is de aangroei van de Finse buitenlandse schuld : in 1992 bedroeg ze 53% van het BNP (een verdubbeling t.o.v. 1991) en men voorspelt tegen het jaar 2000 een vermeerdering tot 80% van het BNP3. Het land, zo wordt in Finland beweerd, leeft boven haar stand. 3.
Opleiding van ingenieurs in Finland Finland heeft 16 universiteiten en 4 hogere kunstacademies voor 130.000 studenten (1995). Alle universiteiten zijn staatsinstellingen. De al of niet hervormde opleidingen worden geregeld door een decreet op het universitair onderwijs van 1995. Voor ingenieurs onderscheidt men een z.g. "lange" opleiding en een "korte" opleiding. De lange opleiding wordt gegeven aan 3 technische universiteiten en aan 2 technische faculteiten. De korte opleiding werd een tiental jaren geleden ingevoerd. Ze vindt plaats aan technische scholen en aan recent opgerichte "experimentele" polytechnische instituten. Hierna volgt een overzicht van deze twee typen van opleiding.
1
Bron : Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel, Brussel.
2
Bron : "Facts about the Finnish Economy", 1997, Verbond van de Finse Nijverheid en Werkgevers.
3
Bron : Belgische Dienst voor Buitenlandse Handel, Brussel.
Finland 2
3.1.
Opleiding aan technische universiteiten en faculteiten
3.1.1. Technische Universiteiten De mogelijkheid bestaat aan : -
De Technische Universiteit van Helsinki ("Teknillinen Korkeakoulu"). De Helsinki Technische Universiteit, die men ook afkort door "HUT" (Helsinki University of Technology) werd opgericht in 1849. Ze kreeg in 1908 het universiteitsstatuut. Aan de HUT zijn praktisch alle opleidingsdisciplines v o o r i n gen i eu rs mogelijk (bosbouw, bouwkunde, chemie, computerwetenschappen, elektriciteit, elektronica, fysica, landmeten, management, materiaalwetenschappen, mechanica, enz.). De HUT heeft ook een afdeling in Espoo (een stad ten Zuiden van Helsinki). Aan de HUT is ook een groot onderzoekscentrum verbonden (VTT). Rond de universiteit is er een amalgaam van high-tech-bedrijven (de "Innopoli"). De HUT heeft ongeveer 10.000 studenten en jaarlijks worden circa 2.200 ingenieurs gediplomeerd4. Studieduur : 5 jaar (inbegrepen 3 tot 6 maanden stage). De twee eerste studiejaren zijn polyvalent, de 3 finaliteitsjaren zijn georiënteerd op de gekozen specialiteit. Titel :
-
"Diploma-insinööri" of "Diplomingenjör" (Zweeds). Deze academische graad stemt overeen met de internationale graad van "Master of Science in Engineering" (M.Sc.Eng.).
De Technische Universiteit van Tampere ("TUT"). Ze werd opgericht in 1965 en is de grootste technische universiteit die gelegen is buiten de regio van Helsinki. Aan de TUT is een onderzoekscentrum verbonden. Ongeveer 6.000 studenten studeren er voor ingenieur (5 jaar, academische opleiding) (gegevens van 1995). Per jaar worden er ongeveer 900 ingenieurs aan de TUT gediplomeerd. Titel :
-
zie "HUT" (Helsinki)
De Technische Universiteit van Lappeenranta ("LUT") (Teknillinen Korkeakoulu). De LUT werd opgericht in 1975 en is vooral gespecialiseerd (mede door haar ligging) in de bosbouw-techniek. In 1995 studeerden ongeveer 2.600 ingenieursstudenten aan de LUT (230 gediplomeerden per jaar). Titel :
4
zie "HUT" (Helsinki)
Bron : Prof. Weck, Technische Universiteit Helsinki, 1995.
Finland 3
Finland 4
3.1.2. Technische Faculteiten De academische graad van ingenieur ("Diploma-insinöör) kan men in Finland eveneens behalen aan twee technische faculteiten. Deze faculteiten zijn gehecht aan een universiteit die echter ook niet-technische opleidingen aanbiedt. De twee universiteiten zijn deze van Oulu en Åbo (Turku). De universiteit van Åbo noemt "Åbo Akademi Universiteit". -
Technische Faculteit - Oulu Universiteit ("Yliopisto Teknillinen Tiedekunta") De faculteit werd opgericht in 1958 en telde in 1995 ongeveer 2.800 studenten (± 250 gediplomeerden per jaar)5. Deze technische faculteit staat vooral bekend voor het onderzoek in het domein van de elektronica en telecommunicatie.
-
N.B.
Technische Faculteit - Åbo Akademi Deze faculteit met circa 460 studenten (1995) leidt ingenieurs op in het domein van de chemie. De Åbo Akademi is een universiteit die in Finland bekend is voor haar talenopleiding. Zowel in Oulu als in Åbo geldt voor de ingenieurs dezelfde titel als voorheen vermeld.
Universiteiten die een niet-technische opleiding aanbieden heeft men o.m. ook in Helsinki, Jyväskylä, Joensuu, Kuopio, Vaasa, Rovaniemi, ... 3.2.
Opleiding aan niet-universiteiten (sinds 1991) De opleiding van niet-academisch geschoolde ingenieurs is in Finland mogelijk aan 32 technische scholen en aan de nieuw opgerichte polytechnics (zie vroeger). Het profiel van deze opleiding is niet duidelijk. De opleiding is vooral op de praktijk georiënteerd (weinig theoretische vakken). Opleidingsduur
:
Titel
"Insinöri" ("Ingenjör" in Zweden). De graad stemt internationaal overeen met deze van "bachelor".
:
3 of 4 jaar (afhankelijk van de onderwijsinstelling).
Er zijn geen officiële gegevens beschikbaar over het aantal studenten en de onderwijsinstellingen. De "insinöri" wordt in Finland beschouwd als een hogere technicus.
5
Bron : Prof. Harri Laine, HUT.
Finland 5
4.
Doctoraat Zoals in Zweden onderscheidt men voor de postuniversitaire graden twee niveaus : de "LICENTIAAT" en de "DOCTOR". Om toegelaten te worden tot de onderzoeksprogramma's dient men in het bezit te zijn van de academische graad van ingenieur ("Diploma-insinöör") of van een internationaal geaccrediteerde graad van "M.Sc.Eng.". De graad van "Licentiaat" ("Lic.Techn." of "Tekniikan Lisensiaatti") kan men behalen na 2 jaar onderzoek. Deze graad is in feite een intermediaire graad voor de graad van "doctor" (PhD). De graad van "Doctor" ("Dr.Techn." of "Tekniikan Tohtori") kan men ten vroegste behalen na 4 jaar onderzoek. Aan de Technische Universiteit van Helsinki werden in 1994 107 "Lic.Techn." gepromoveerd en 60 "Dr.Techn.". Voor de Technische Universiteit van Tampere was dit respectievelijk 43 en 246.
5.
Industrieel ingenieur versus de Finse ingenieur Het wetenschappelijk niveau van de opleiding van de industrieel ingenieur is hoger dan deze van de 4 jaar opleiding van de Finse "insinöör". Hij of zij is ook polyvalent opgeleid. De 5 jaar opleiding van de Finse "Diploma-insinöör" is vergelijkbaar met deze van onze burgerlijk ingenieur.
6
Bron : Prof. Tor-Ulf Weck, TU, Helsinki.
Finland 6