Fiets’cie ’06: Toscane
Woensdag: 24 mei Zeven renners stonden op woensdagochtend 24 mei hun fietsen in te pakken op Eindhoven Airport. De goed gesoigneerde jongens zouden die middag naar Pisa vliegen om vanuit deze wereldberoemde stad de veelbesproken Fiets’cie 06 af te trappen. De voorbereiding van de renners was erg verschillend geweest. Al vroeg in het jaar liet Nico ‘Il Falco’ Karsijns al een uitmuntend vormpeil zien in de Isostar Arctic Endurance Challenge, waar hij kilometers lang door weer en wind zijn teamgenoten naar Groningen wist te loodsen. De vorm die de nieuwbakken ambtenaar later in het jaar tijdens de Amstel Gold Race liet zien was van een dergelijk niveau dat de verwachtingen rond de Peugeotrijder hooggespannen waren, ook al door zijn 1e plaats in de kilometragestand. Ook Bouke Pieter 'El Imbatido' van Dijk wist de magische 2000 kilometergrens te overbruggen en behaalde hiermee een knappe 2e plaats in het voorjaars-kilometrageklassement. Van Dijk viel vooral op door zijn constante presteren, hij wist iedere klassieker bij de besten uit te rijden. In het thuisland van zijn Celeste-groene Bianchi werden dan ook grootse prestaties verwacht van de man van het grote verzet. Zou de Hoogeveener een aanval durven te plaatsen op kopman Lenis? Alleen de tijd zou het gaan leren. Voor Pinarellorijder Maurits ‘Pippo’ Schilt was de voorbereiding minder voorspoeding. Het was zelfs de vraag of zijn fiets op tijd gereed zou zijn voor de Fiets’cie. Uiteindelijk bleek de El Imbatido Van Dijk Baarnse fietsenmaker de fiets al weken in zijn werkplaats te hebben gehad, de man wilde probeerde op deze slinkse wijze klanten naar zijn zaak te lokken. De ranke glamourboy was door het akkefietje niet in staat veel te trainen voor de belangrijkste afspraak van het seizoen, maar desondanks leek hij volledig klaar voor de trip te zijn. Ook zou Schilt wederom de navigatietaak op zich gaan nemen, zonder GPS wel te verstaan. Waar Schilt niet meer in staat was te trainen, pakte Spijker het anders aan. Hij fietste de dinsdag voor de Fiets’cie zijn jaarlijkse klassieker Groningen – Enschede en hoopte hiermee supercompensatie op te bouwen. Dat was hard nodig volgens de Tukker, omdat hij de 2000 kilometergrens niet behaald had. En dan natuurlijk maar hopen dat het goed zit in het koppie van de ‘Tank’, die al zeer afwisselende prestaties liet zien gedurende het voorjaar. Het had er op een gegeven moment zelfs alle schijn van dat de grillige renner de fiets aan de wilgen zou hangen, maar een goede prestatie in de Amstel Gold Race weerhield hem hiervan. Joost ‘Salvatore’ van Rheen wist een paar dagen vrijaf te krijgen van zijn nieuwe werkgever. Wat kon er verwacht worden van onze spurtbom, de man die onderaan stond in het kilometrageklassement bij aanvang van de Fiets’cie? Tijdens de Ronde van Vlaanderen had de excentriekeling van Nieuw Scheemda het lastig gehad, maar de vele korte Toscaanse klimmetjes zouden Van Rheen moeten liggen volgens de kenners. En hoe mooi blonk de Gazelle met authentiek Reynoldsframe wel niet, daar in die Eindhovense vertrekhal.
Matthijs ‘Il Grillo’ Lenis meldde zijn maten bijna niet getraind te hebben voor de Fiets’cie. Na zijn topvorm in de Ronde van Vlaanderen had hij de Posbank nog wel een enkele keer beklommen, maar verder bleef het stil omtrent het vormpeil van de kleine krachtpatser. Toch twijfelt niemand aan de capaciteiten van Lenis, die mentaal en fysiek tot de top van het wielrennen behoort. Het enige zwakke punt zou dit jaar de heimwee kunnen zijn, kan de kleine man wel zolang zonder zijn Sara?
La Locomotiva Snip
Mias ‘La Locomotiva’ Snip moet het tegen wil en dank wel vaker zonder Sara doen. Hoewel hij al een paar grote afspraken mistte vroeg in het seizoen leek het er toch op dat zijn eigen trainingsprogramma vruchten afgeworpen had. Ondanks aanhoudende kritiek uit Scharnegoutum van Coby en Henk stond Snippie er scherp bij in Eindhoven, volledig vertrouwd op zijn Jan Janssen, die hem sinds de aankoop alleen nog maar successen bracht.
Kortom, een scherp stel knapen daar in Eindhoven. De landelijke media werd wederom buiten de deur gehouden, zij waren allemaal naar Schiphol getrokken. Manager Simon Brijder had wederom een zeer geslaagde stunt weten uit te halen, hij weet immers hoe belangrijk een stukje rust is voor zijn renners. Toen de fietsen gereed waren besloten de heren in te checken, en direct lag het gevaar op de loer. Al reeds een uur voor de take-off moest ingechecked worden, daar waren de jongens niet van op de hoogte. Toevalligerwijs stonden zij 62 minuten voor het wegvliegen van het toestel aan de balie, bijna een streep door de rekening derhalve. Gelukkig zaten de jongens op hun stoel toen het vliegtuig een uurtje later dan verwacht vertrok. Iedereen had een fijn plekje uitgezocht, vooral Matthijs was in zijn nopjes met zijn plaats. De man van wie verwacht wordt binnenkort te zorgen voor een eerste Fiets’ciebaby had een plekje bemachtigd tussen huilbaby’s en ander klein kroost, waarvan hij zichtbaar met volle teugen van genoot. Ingepakte fietsjes, voor het authentieke Reynolds frame Na een korte vlucht was er zon. Op het vliegveld werden de fietsjes weer in elkaar gezet en er kon koers gemaakt worden richting de verblijfplaats, camping Torre Pendente. Niet zonder slag of stoot werd deze bereikt, Matthijs kreeg te maken met een lekke voor- en achterband. Wie had op dat moment kunnen denken dat er die week nog dertien zouden volgen. Op de camping konden de jongens lekker Nederlands praten met het personeel, stagelopende Nederlandse
toerismemeisjes begeleidden de Fiets’cie-jongens naar hun huisje. De bedden werden opgemaakt (die fiets’cie wordt immers gewonnen in bed) en het huisje ingericht. Toen dat gebeurd was ging ieder zijn eigen weg. Maurits en Coen gingen op zoek naar fietsmateriaal, een boutje in de zadelpen was afgebroken van Maurits’ Pinarello. Een zeer chagrijnige fietsenmaker Luigi wist het euvel ook niet te verhelpen, wel wist hij Coen aan twee mooie bidons te helpen. Maurits besloot verder te zoeken naar een oplossing voor zijn probleem. Ondertussen was Joost op weg voor een lekkere pasta en snuusterde hij wat rond door Pisa. De rest lag lekker biertjes te drinken bij het zwembad, welk alleen betreden mocht worden met een badmuts op het hoofd. Na de pasta en een goed glas wijn werd er nog een kort bezoek gebracht aan de scheve toren, een must voor de toerist in Pisa. De toren was niet zo hoog als verwacht, maar dat deerde niet. Na een ijsje werd de terugweg ingezet en werden de reeds opgemaakte bedjes opgezocht voor de nacht.
De Scheve Toren
Donderdag: 25 mei Joost was er vroeg bij met het koken van pasta, terwijl iedereen nog op één oor lag pruttelde het deelwaren al op het vuur. Hoewel de kookkunsten van Van Rheen prima zijn werd er werd met lange tanden gegeten in de vroegte. Gelukkig was er een sterk bakkie espresso gezet om de jongens wakker te krijgen, met een zware etappe voor de boeg waren slaperige oogjes uit den boze. Na het eten werd er ingepakt, opgeruimd en afgewassen. Dit duurde wat lang allemaal, maar om een uurtje of half tien werden dan toch de stalen rossen bestegen en werd er koers gezet naar de Monte Serra, het eerste obstakel in de openingsetappe. Met Maurits als navigator werd na een half uurtje de voet van de machtige Monte Serra gevonden. Een klim van 12km stond de heren te wachten. In de eerste meters merkte Coen al dat zijn versnelling niet op het klimverzet wilde springen. Gelukkig was Nico nog niet te ver weggereden en na een korte reparatie lukte het gelukkig om het verzetje erop te zetten. En dat verzet was hard nodig. Bouke Pieter en Matthijs waren ondertussen al verdwenen aan de horizon. Afgesproken werd te wachten bij de afslag waar gekozen kon worden tussen een weg naar de top of voor een vroegtijdige afdaling. De klim was zeer lastig, behoudens een redelijk vlak Bouke Pieter voor de Monte Serra middenstuk. De laatste vier kilometer voor de afslag waren zeer lastig, constant rond de 10% omhoog, geen hoge snelheden dus. Eén voor één kwamen de renners boven. Maurits, Mias en Joost besloten voorlopig genoeg geklommen te hebben, ze gingen niet mee naar de top. De rest besloot de laatste drie kilometers klim wel mee te nemen, maar het resultaat was teleurstellend. Geen fenomenaal uitzicht, slechts het feit dat de top bereikt was en het vooruitzicht van een prachtafdaling. In die afdaling maakte Nico zijn bijnaam meer dan waar, met snelheden boven de 70km/h denderde hij op de haarspeldbochten af, uit zicht van de rest. Het liep inmiddels tegen het middaguur en Bouke Pieter meldde dat hij zich een beetje koortsig voelde. Aan zijn prestaties onderweg was dit echter niet te merken, hij schoot telkens achter de ontketende Matthijs aan als er een klim te bespeuren was. Er werd besloten Volterra over te slaan, het parcours was lastig genoeg en de extra kilometers zouden te veel van het goede worden. Er werd richting San Gimignano gefietst. Een beetje onverwacht stond er voor dit mooie dorp een zeer lang e en onregelmatige klim te wachten. Opnieuw totale verbrokkeling in het peloton, de verschillen waren zeer groot. Matthijs toonde ook op deze klim geen mededogen met de concurrentie en bevestigde zijn goede vormpeil. De rest berustte. Na wederom een stormachtige afdaling kwamen de drie torens van San Gimignano in zicht. Honderd kilometer op de teller inmiddels. In het dorp werd een heerlijke lasagne gegeten en ook nog een slice pizza, genieten geblazen!
De tien kilometer naar Poggibonsi waren relatief gemakkelijk, vooral naar beneden namelijk. Maar hier, in het onaantrekkelijke Poggibonsi sloeg het noodlot toe voor Van Rheen. Op een viaduct trapte de krachtpatser zijn hele derailleur naar de vaantjes, de Galemiezen, de Filistijnen. Na een korte impasse werd besloten dat er niets anders opzat dan de fiets te laten staan, Joost ging liftend verder. Het zestal zou de weg vervolgen. De route werd er niet eenvoudiger op, er werd veelal over grindwegen gereden, maar het deerde niet. De omgeving was prachtig en de korte steile klimmetjes werden goed verteerd. Mias kreeg langzamerhand weer de Bretagneblik op zijn gelaat en de zon bleef heerlijk op de kopjes branden. Echter, diezelfde zon begon wel langzaam onder te gaan, zou wijnboerderij Selvole wel voor het donker bereikt worden? Toen ontstonden er problemen met de te volgen route, zelfs de ervaren navigator Maurits kwam in de problemen. Maar ondanks de problemen werd het Navigator Schilt op een gravelweg juiste pad weer gevonden en leek het erop dat de plaats van bestemming toch bereikte zou worden. Met nog slechts een paar kilometer te gaan kreeg Maurits nog maar eens een lekke band, de zesde van de dag. Gelukkig had de eigenares van de boerderij op de jongens gewacht (het was inmiddels al negen uur) en ze begeleidde de jongens naar de kamers. Bouke Pieter voelde zich nog steeds slecht en dook onder de wol. Niet lang daarna kwam Joost al aan, hij had het stuk liftend/lopend afgelegd. Tijd om te eten. Voor het eten moest er eerst nog een eindje door het donker gewandeld worden. Onderweg passeerde er een auto die plotseling voor ons stopte. De bebrilde man die in de auto zat vertelde dat het restaurant gesloten was. Donders….. Echter, de man bleek de eigenaar van het restaurant en hij was bereid voor ons het restaurant te openen en te koken. Zijn goedlachse dochter zou de bediening doen. We sprongen met zijn zessen achter in de Punto van de beste man en we genoten een overheerlijke maaltijd met de nodige glazen wijn. Natuurlijk legden we wat extra euro’s neer voor deze gastvrijheid, ook omdat het eten en drinken heerlijk was. Terug in onze huisjes werd de slaap zeer snel gevat, de volgende ochtend stond er immers een tocht van 160 kilometer op het programma.
Vrijdag 26 mei
Vroeg op? Helaas niet, pas na negenen druppelde het zonovergoten terras vol met de renners. Er was verse espresso gezet en er werd van de zon genoten. Terwijl er wat gezwommen werd besloten Maurits en Coen boodschappen te gaan doen in Vagliagli, het dichtstbijzijnde dorp. Vijf kilometer fietsen, geen probleem voor deze zo goed getrainde jongens. Maar nog voordat ze de poort van het landgoed Selvole uitgereden waren was Maurits’ achterband alweer lek. Gelukkig had hij nog een reservebandje over en zette die er redelijk vlot op. Twee kilometer later reed Maurits weer lek, deze keer moest er geplakt worden, in de schaduw Zwemmen met een prachtuitzicht vanzelfsprekend, want de zon begon steeds harder op de bleke bolletjes te schijnen. Het plakken ging niet al te voortvarend, dus werd er besloten dat Coen maar naar het dorp moest gaan om ontbijt te halen. Juist op het moment dat hij terugkeerde was de band geplakt en konden de jongens terugfietsen naar het zwembad, waar de anderen nog lekker aan het zonnen waren. Honger hadden ze wel en in hoog tempo werden de Toscaanse lekkernijen verorberd. Pas na het middaguur werd er opgestapt voor een tochtje naar Siena. Na een lange afdaling en een kort klimmetje werd het bekende Middeleeuwse stadje bereikt. Op weg naar het stadscentrum was er ook nog een erg steile afdaling, Nico haalde zette hier 77 km/h op de teller, laat moeder het niet horen! Tijdens de wandeling richting het bekende plein werden de plaatjes onder de schoenen kapot gelopen. Mias was inmiddels spoorloos, hij zou er iets langer over doen het plein te bereiken. Onder het genot van een slokje water we Ongeschoren Spijker op het plein plannen voor de rest van de dag besproken. Nico en Bouke Pieter waren voornemens met een kleine omweg terug te fietsen, de anderen kozen de snelste route. De geplande 160 kilometer zouden bij lange na niet bereikt gaan worden, een schande voor de Fiets’cie. Zou deze editie nog wel zwaarder gaan worden dan de 2005-versie? De kenners waren het er op dat moment nog niet over eens…..
Siena kon pas verlaten worden nadat er nieuwe binnenbanden aangeschaft zouden zijn. De gehele voorraad was op dag 1 verslonden en er werd gezocht naar een fietsenmaker. Op de rand van het stadscentrum werd een authentieke Bianchi-dealer gevonden waar een hoogbejaard grootje ons hielp. Het winkeltje was het Mekka voor de Bianchirijder. Vooral Van Dijk keek zijn ogen uit en de charmante verkoopster wist ons van alles aan te smeren. Ook mochten we nog kijken naar een frame dat haar man vervaardigd had voor een profrijder, die ooit binnen twee uur tijd van Siena naar Firenze gefietst was, een ware legende. In deze fietsenwinkel werd ook een eerste Fiets’cie-item aangeschaft, een mooie pet. Voor ieder aanwezig Fiets’cielid één. Trots op hun nieuwe pet fietsten de jongens Siena uit. Bouke Pieter en Nico namen dus nog een ommetje, waarbij zij W e geloven er nog steeds niets van op een helling van liefst 25% belandden, een legendarische prestatie werd door de twee overblijvers geboekt door deze klim op te fietsen. Ondertussen vermaakte Lenis zich weer prima, hij schudde ook tijdens de korte terugweg iedereen van zich af, Coen wist op korte afstand te volgen, wat hem goed stemde. Terug op de boerderij werd er weer een frisse duik genomen, Maurits wist nog wat zwemwedstrijdjes te winnen. Ondertussen had Joost van Rheen de dag volkomen anders ingevuld. Hij was naar Siena gelopen en hij had daar een scooter gehuurd, waarmee hij het Toscaanse land zou gaan doorkruizen. Chillend hizzlede hij langs de schone Italiaanse dames, die het wel zagen zitten in Fiets’cies stoerste. Ook kocht hij een paar koude pilsen voor de fietsende jongens, die waarschijnlijk zeer vermoeid pas laat zouden terugkeren. Zoals u weet, niets van dit alles. De vrijdag zou een omslag in het Fiets’cie-denken betekenen, iets waar Mias zeer content mee bekende te zijn. De Fiets’cie zou wellicht niet zwaarder worden dan de vorige versie.
Hizzling Rheenemans
’s Avonds werd er weer heerlijk gegeten in hetzelfde restaurant als de dag ervoor. Deze keer mocht BP er ook van meegenieten. Bij het eten dronken de jongens een glaasje wijn uit de streek, maar niet te veel. Zaterdag moest er echt gefietst worden, het mondaine Firenze zou dan met een bezoek vereerd gaan worden.
Zaterdag 27 mei Joost van Rheen was al vertrokken op zijn hippe scooter toen de jongens op hun vélocipedes stapten. In Vagliagli namen zij hun tijd om van een lekker ontbijt te genieten, waarna een gravelweg richting Radda werd genomen. Vlak voor een afdaling van 15% kwam Coen erachter dat zijn remmen los zaten, Matthijs repareerde geroutineerd. De gravelweg was hier en daar erg pittig, steile klimmetjes werden afgewisseld met lange afdalingen. Toen het dal bereikt was begon de klim naar Radda, gelukkig op asfalt. Bouke Pieter had zijn zinnen op deze eerste klim gezet. Hij gebruikte een niets vermoedende Italiaan als springplank en sprong weg van de rest. Matthijs was aanvankelijk verrast en liet een gaatje aan de ontketende Van Dijk. Gedurende de ni et al te lastige klim wist hij het gaatje niet te dichten en voor het eerst was Matthijs op een serieuze klim geklopt. Terwijl de rest langzaam boven aankwam stond de Bianchirenner stralend van geluk in het zonnetje te wachten, zijn dag was nu al geslaagd. De fietsers hadden veel geluk, van Rheen bracht telkens vers water en andere lekkernijen langs waarvan de jongens gretig aftrek namen. Op weg naar Greve was er eerst weer een riante afdaling waarna het klimmen weer kon beginnen. Bouke Pieter voelde zich nog steeds goed en hij ging er alweer als een gek vandoor. Matthijs wilde niet nog een keer afgetroefd worden en volgde gestaag. De rest koos weer voor een eigen tempo, waarbij het opviel dat Coen en Mias de stijgende lijn te pakken hadden. Maurits had duidelijk problemen met zijn trapas, die de louche 'fietsenmaker' van Baarn gemaakt zou hebben. Niets was minder waar, er zat een speling in van heb ik jouw daar. Ondertussen waren BP en Matthijs een verwoed gevecht uit. BP demarreerde zelfs op een gegeven moment, maar moest dit later weer bekopen na een versnelling van de grote kleine man. Terwijl de Hoogeveener op adem kwam hoorde hij plotseling dat Coen in zijn wiel zat, waarna hij zich geen moment bedacht en direct demarreerde. Verbouwereerd bleef de Tukker achter. Hij had BP kijkt grimmig na zijn Hedrickje, terwijl Coen de foto neemt veel verwacht van Van Dijk, maar een Hedrickje was wel het toppunt. In Greve heersde er dan ook een grimmige sfeer tijdens de lunch, er werd deze keer aan twee tafels gegeten. De toon was gezet. Na Greve werd er vlot gekoerst richting Impruneta. Na een pittige maar zeer fraaie klim werd er meloen gegeten op het centrale plein. Joost was hier wat teleurgesteld, de jongens hadden niet de afgesproken weg genomen en Joost had voor niets een andere weg volgekalkt. Zonde! Alles was verder koek en ei in het dorp, de chauffeur van de Duitse bus schudde nog maar eens met zijn sleutelbos. De renners pauzeerden nog maar eens flink lang, ze hadden vandaag toch tijd zat. Weer geen zware etappe dus, de Fiets’cie 06 zou nog als een eitje de boeken in kunnen gaan.
De resterende kilometers naar Firenze stelden niet veel voor. Na een korte demarrage van Coen werd besloten in blok werd naar de grote stad te fietsen. Er werd vliegensvlug gedaald en snel werd Firenze bereikt. Na een poosje op een prachtig uitzichtpunt gestaan te hebben werd er dwars door de stad koers gezet richting jeugdherberg. Deze werd relatief makkelijk gevonden en de jongens gingen zich opmaken voor het tussenfeest, de vervanger van het eindfeest. Er zou immers nog een etappe gefietst gaan worden. Na een frisse douche en wat sms'jes naar de Fiets'cievrouw van het jaar 2005 werd er matigjes gegeten in een tuinpizzeria. Hierna kon de zoektocht naar een geschikte locatie voor het feest los barsten. Als altijd was dit geen sinecure, er werd flink rondgedoold door de stad. In eerste instantie werd er een disco gevonden waar louter Amerikanen waren. Geen probleem voor onze Bouke Pieter, binnen de kortste keren voerde hij een paringsdans uit met één van de Amerikaanse dames. Maar na een poosje werd hij bij haar weggehaald door de anderen, er moest een andere locatie gevonden gaan worden. Ondanks dat we gratis waren binnengekomen omdat we Hollanders waren bleek de Amerikanendisco De kleine grote man in actie niet zo gezellig als het in eerste instantie leek te zijn. Onderweg naar disco II kwamen we langs een kroeg vol met cocaïne-snuivende studenten. Het was hier goed toeven buiten, de biertjes konden immers ook in andere kroegen gekocht worden. De ogen werden goed de kost gegeven, want er was van alles te beleven. De dames waren hip en groot bebrild, de heren goed gesoigneerd en puik. Maar uiteindelijk werd toch koers gemaakt richting de eindbestemming, Disco Electronique Rubique (of iets in de trant).
Het meisje mist niets van de hippe Fietsciedans
De disco was tamelijk groot en redelijk gevuld. Opnieuw kregen we dikke korting omdat we uit dat sympathieke Nederland kwamen, wat een geluk. We dronken wat pinten en dansten wat, Joost werd bijna verliefd op een Spaanse dame en er was een glazen rookhok. Zo was de avond weer zo voorbij en konden we weer herbergwaarts, maar niet na een hamburger. Eenmaal op bed vatte iedereen snel de slaap.
Zondag 28 mei Naar goede Italiaanse (katholieke) traditie stond de zondag in het teken van rust. Er werd uitgeslapen en wat door de stad geslenterd. Maar de verstandige jongens konden het niet laten, rustdag of niet, er werd toch gesport, en wel op het voetbalveld. Nadat een prima balletje was gekocht begaven de jongens zich naar het park. Hier werden verschillende partijtjes voetbal gespeeld. Het publiek werd hierbij meer dan vermaakt met spel op hoog niveau. De paparazzi, die de heren al de hele dag gevolgd had schoot zijn plaatjes. Na het ballen werd de herberg weer opgezocht. Besloten werd niet uit eten te gaan, maar lekkernijen en wijn in de tuin te nuttigen. Ook werd Joost verrast met een aantal verjaardagssurprises. Deze avond bracht een scheiding te weeg in het denken over professionalisme en de Fiets’cie. Waar Matthijs, Mias en Coen rond elven richting slaapzaal vertrokken bleven de anderen hangen. Ze bleven aan de wijntjes slurpen en lieten zich verlijden door een stel Amerikaanse dames. Alles deden de anders zo nuchtere jongens eraan om in het gevlij van de dames te komen, zelfs ten kostte van hun eigen teamgenoten. Pas in de late uurtjes doken de ladiesboys BP, Joost, Maurits en Nico hun bedjes in. Zouden ze de volgende ochtend op de afspraak zijn?
Oh lala II !!
oh lala !
Maandag 29 mei 120 kilometer stond voor de boeg, terug naar Pisa, maar wel via Lucca. Dit middeleeuwse stadje zou volgens Bram en Rieke prachtig mooi zijn. Niemand die daar aan durft te twijfelen natuurlijk!
De Boys bij een dubieus monument.
Ondanks de nachtelijke taferelen werd er redelijk op tijd werd er vertrokken,. Na een vlakke beginfase doemde de Monte Albano op, de trainingsheuvel van Ceco Casagrande. De volgo rde van de vorige dagen werd aangehouden, al viel het op dat Mias in uitstekende vorm verkeerde. Nico had moeite met het bijhouden van Mias' tempo, maar uiteindelijk nekte een mislukt 'Hedrickje' de lange Fries. Hij liet Karsijns bij hem komen, maar de kracht ontbeerde voor een beslissende demarage, Karsijns maakte dankbaar gebruik. Boven vergaten wie anders dan Mias en Coen weer hun spullen, zodat zij wat verlaat in de afdaling doken. Als een gek achtervolgden zij naar Vinci, waar ze lunchten. Een lekkere lunch was het.
Na de lunch werd de rit voortgezet over glooiend terrein. Coen was in goede vorm en legde Lenis het vuur aan de schenen. Deze plooide echter niet en hield op iedere heuvel Spijker achter zich. Van Dijk en Karsijns hadden wellicht toch nog wat last van de wijntjes, ze moesten hier en daar afhaken. Schilt fietste inmiddels met een trap-as van heb-ik-jouw-daar. Rustig peddelde hij zo goed en kwaad als het ging achter de rest aan. Vlak voor Lucca deed zich een wonderbaarlijk schouwspel voor. Er moest op een kruising even gewacht worden omdat een aantal jongens verkeerd was gefietst. Op dat moment kwam er een Roemeense wagen met geblindeerde ruiten het weggetje ingereden. Er werd wat uitgewisseld met een andere automobilist en er werd aandachtig gekeken door een aantal louche scooterrijders. Uiteindelijk reed iedereen weer weg. Even waren we bang voor ons leven, maar heelhuids konden we toch verder.
Team Italia
In Lucca aangekomen werd besloten wat te eten en drinken. En gezellig dat het op het centrale plein was. Uit St. Louis was een gezelschap overgevlogen die voor een beetje christelijk entertainment zorgde. Ook werd Burdy een kaartje gestuurd. Na Lucca besloten Mias en Maurits om de gevreesde Monte Serra te ontwijken, zij volgden de rivier naar Pisa. De anderen kozen de helleweg naar boven. De klim begon zeer steil, het smalle weggetje kronkelde zich gestaag naar boven. Het tempo was redelijk en Matthijs reed weer langzaam weg met BP in zijn zog. Toen veranderde het asfalt plotseling in een steen/grind/modderpad. De stijgingspercentages stegen naar een zeer hoog gemiddelde, de snelheid kwam niet meer boven de 10km/h. Ook werd er gevreesd dat de verkeerde route gekozen was, maar uiteindelijk werd er toch een top bereikt. Er werd afgedaald naar Pisa over de weg die ook op de heenweg gevolgd was, en daar kreeg Spijker zijn eerste lekke band. Hij was de laatste die nog niet lek gereden was, 10km voor de meet was hij uiteindelijk toch de pineut. Op de camping in Pisa had Joost inmiddels alweer voor alles gezorgd. Er werd weer lekker pasta gegeten, een biertje/wijntje gedronken en het bed werd vroeg opgezocht.
Voor de 2e keer op de Monte Serra
Dinsdag 30 mei Terug naar Nederland. Nadat de fietsjes uitgepakt waren ging ieder zijn eigen weg. Op naar Fiets’cie 07, wellicht met een 10e fietscielid.