Fiberforus Fiberforus staat voor de bouw van 100% customer owned netwerken, welke niet verkocht kunnen worden aan derden, zowel op de passieve als ook de actieve laag, waardoor de eindgebruikers volledige controle hebben en houden over het netwerk! .
Inleiding Binnen Nederland wordt er in woonwijken steeds vaker glasvezel naar woningen gebracht door marktpartijen, zoals Reggefiber samen met KPN. Op bedrijventerreinen wordt dit veelal door partijen zoals KPN, Ziggo en Eurofiber gedaan. In verschillende discussies met betrokken partijen is de vraag naar voren gekomen: Wat moeten wij nu doen om te komen tot een verglazing? Het is al lang niet meer de vraag: “Krijgen we een glasvezelnetwerk?” Nee,deze gaat er echt komen. De vragen zijn veel meer: “Wie wordt eigenaar en volgens welk model wordt het netwerk open gesteld?” Tevens komt de vraag naar voren: “En wanneer wordt het netwerk dan aangelegd?” In een artikel in NRC Next van 5 december 2008 is al aangegeven dat men binnen 8 jaar (2016) over dient te gaan van het kopernetwerk (KPN) naar een glasvezelnetwerk. Het kopernetwerk kan maar een beperkte bandbreedte aan. Het koper-netwerk van KPN is “end of life cycle”. Dat de vraag: “Hoe open is het netwerk ?”, nog niet zo eenvoudig te beantwoorden is, blijkt uit het artikel in Telecompaper: http://www.telecompaper.com/nl/article.aspx?cid=656448. Het is zeer belangrijk om hier een visie en een standpunt over in te nemen, want als een glasvezelnetwerk aangelegd is, liggen de structuren en mogelijkheden voor de komende 30 jaar vast!!! Maar wat is nu eigenlijk een “open” netwerk? Iedereen praat er steeds over, maar wat is dit nu eigenlijk ? .
“Open” glasvezelnetwerken, hoe open zijn deze? Bij het aanleggen van een netwerkstructuur kan er in beginsel gekozen worden voor een open- cq gesloten glasvezelnetwerk. Een open netwerk is een netwerk waarop de verschillende dienstenleveranciers gelijke rechten en kansen hebben om hun diensten aan te bieden aan de klanten. Er is in beginsel geen drempel die toetreding van deze dienstenleveranciers in de weg staat, zowel niet op voorwaarden (allemaal gelijk), als financieel (lage instap om in te koppelen) als ook technisch (geen dure, zeer specifieke techniek). Gezien de hoge investeringen in- en de enorme capaciteit van een dergelijk netwerk is het noodzakelijk een netwerk te realiseren waarbij zoveel mogelijk partijen toegang krijgen tot dit netwerk. Tevens hebben de eindgebruikers (klanten) zelf de keuze welke diensten zij van welke aanbieder wensen af te nemen en voor welke duur. Een netwerk is open als aan de volgende voorwaarden voldaan wordt: • De toetreding (inkoppeling) voorwaarden zijn voor dienstenaanbieders gelijk. • Geen hoge eenmalige kosten in rekening gebracht aan dienstenaanbieders, maar ook geen hoge maandelijkse kosten. • Landelijk, maar ook regionaal inkoppelen. • Geen dure standaard technologieën toepassen. Men kiest voor IP. • Geen dure POC’s ingericht, die betaald dienen te worden door de Service Providers (SP’s). • Geen lange wachtrijen voor SP’s om toegang te krijgen tot het netwerk. • Niet alleen een juridische overeenkomst over deze openheid, maar ook een economische. Er moet een belang zijn voor deze aanbieder om zoveel mogelijk diensten te ontsluiten op het netwerk. Een gesloten netwerk, bekend onder andere van KPN, past naar onze inzichten (en die van de OPTA) niet meer in deze economische situatie. De kosten van meerdere netwerken op zowel passieve als ook actieve laag zijn te hoog om dit te accepteren. De eindgebruiker dient dit uiteindelijk allemaal te betalen. Tevens blijft de concurrentie tussen de verschillende dienstenaanbieders achterwege, indien men niet kiest voor een geheel open netwerk. Vaak komen de nieuwste diensten van kleine marktpartijen en kunnen deze niet ontsloten worden, indien de toetredingsvoorwaarden en kosten te hoog zijn. Om een beter inzicht te krijgen in de openheid van een netwerk dient de opbouw van een netwerk te worden besproken. Hieronder wordt kort stilgestaan bij de verschillende “lagen” van het netwerk.
Opbouw netwerk Allereerst is het nodig om in te gaan op de opbouw van een glasvezelnetwerk. De commerciële activiteiten zijn in vier lagen te onderscheiden, zijnde: de passieve -, de actieve -, de diensten- en de contentlaag. Passieve laag De passieve laag bestaat uit de kabels, de buisjes, het glas, de pandaansluitingen en de eventuele technische ruimten (centrales/POP). Over het algemeen wordt glasvezel aangelegd in kabels die bestaan uit meerdere vezels. De kabels worden meestal aangelegd in mantelbuisjes. In mantelbuisjes kunnen normaal gesproken meerdere kabels aanwezig zijn. De passieve laag is dus niks meer dan materiaal. Actieve laag Onder de actieve laag verstaan we de apparatuur die nodig is om informatie over de glasvezel te sturen en het beheer van de operationele netwerken. Hieronder vallen dus routers, switches, modems, verdeelkasten, etc. De actieve laag maakt van de passieve laag een functionerend netwerk. Hier treffen we dus de netwerkbeheerders c.q. de aanbieders van een netwerkaansluiting aan. Dienstenlaag In de dienstenlaag vinden we de aanbieders van bijvoorbeeld internet, televisie, telefonie, camerabewaking, telewerken en dergelijke. Providers horen allemaal bij deze laag. Contentlaag Tot slot wordt de contentlaag gevormd door het aanbod van data, applicaties en informatie, etc. Schematisch kan men dan de voornoemde lagen als volgt weergeven:
Content Providers Dienstenaanbieders Apparatuur Glasvezelnetwerk Figuur: vier lagen, van boven naar onder: content, diensten, actieve laag, passieve laag.
Er wordt gesproken over verticale integratie als een partij op verschillende lagen tegelijkertijd actief is. Goede voorbeelden zijn KPN, Eurofiber, Ziggo en UPC die op meerdere lagen actief zijn. Reeds op dit moment zijn er vele aanbieders van content en diensten. De openheid van een netwerk komt in het geding, indien één partij zowel de apparatuur beheert (actieve laag), als ook diensten levert. Deze partij controleert het gehele netwerk en kan dus zelf bepalen wat er op het netwerk gebeurt. Hij kan hierdoor concurrerende diensten weren op het netwerk of de toegang bemoeilijken door (achteraf) specifieke voorwaarden te stellen.
Op welke laag moet het netwerk dan open zijn? Hierbij kan er gekozen worden uit in beginsel twee varianten.
1) Men kan kiezen voor de aanleg van alleen de passieve laag en deze ter beschikking stellen aan de verschillende dienstenaanbieders. Deze aanbieders dienen dan zelf zorg te dragen voor de actieve laag. 2) Men kan er voor kiezen één (1) passieve- en actieve laag aan te leggen, waarvan iedere dienstenaanbieder gebruik kan maken. Hierbij wordt er dan gebruik gemaakt van één actieve laag met een veel toegepaste technologie zoals een ethernetplatform (IP). Het voordeel is dat bijna iedere dienstenaanbieder toegang krijgt tot dit netwerk en er voor één platform gekozen wordt. De kosten van de investering blijven dan zo laag mogelijk, waardoor ook de kosten voor de operationele laag zo klein mogelijk blijven. Iedereen kan dan gebruik maken van dit platform.
In veel gevallen willen dienstenaanbieders namelijk gebruik maken van hun eigen apparatuur, daar zij deze kennen en weten hoe zij deze binnen de organisatie dienen in te zetten. Dit model (variant 1) heeft echter het nadeel dat er in meerdere actieve componenten geïnvesteerd dient te worden en dit uiteindelijk een kostenverhoging bij de klant tot gevolg zal hebben. Tevens heeft dit tot gevolg dat kleinere partijen in de markt geen gebruik kunnen maken van het netwerk, daar de investeringen in de actieve apparatuur te hoog voor hen is en zij niet beschikken over voldoende kennis. Deze kleinere partijen hebben ook zelf geen redundant backbone (snelweg) naar het betreffende netwerk, waardoor zij helemaal geen diensten kunnen leveren. Ook worden de ruimtes om deze apparatuur te plaatsen veel groter en dient de toegang voor de verschillende partijen gesplitst te worden. Deze “openheid” wordt nu onder andere toepast op het kopernetwerk van KPN met betrekking tot de xDSL-markt. In de wijkcentrales kunnen de verschillende Service providers (SP’s) zelf hun apparatuur hangen.
Wil men een echt open glasvezelnetwerk realiseren,(variant 2) dan dient het netwerk zowel open te zijn op laag 1 (passieve laag) als ook op laag 2 (actieve laag). Om dit te waarborgen dient er dan ook een strikte scheiding aanwezig te zijn bij de verschillende aanbieders van de verschillende lagen. Indien één partij meer dan één laag levert, bijvoorbeeld de actieveen dienstenlaag, is de kans op een niet geheel open netwerk erg groot. Er ontstaan in deze situatie conflicterende belangen met andere partijen die ook vergelijkende concurrerende diensten leveren. Naar aanleiding van het voorgaande is het wenselijk dat aandacht wordt besteed aan de volgende zaken om tot een zo open mogelijk netwerk te komen: • Er mag slechts een koppeling zijn van één aanbieder die zowel de passieve als ook de actieve laag aanbiedt. • De passieve laag dient open te zijn voor alle aanbieders van de actieve laag met of zonder diensten. De voorwaarden dienen vooraf bekend te zijn en zich te conformeren aan de voorwaarden die de OPTA gesteld heeft. • Er mag niet een situatie ontstaan op het netwerk dat één partij bij aanvang van de uitrol zowel de actieve laag beheert als ook de diensten levert. Hierdoor zal deze partij bij de uitrol trachten een groot aantal klanten te verkrijgen en daarna de toegang op het netwerk beperken via de actieve laag. • Een partij die alle drie de lagen levert, kan niet. De openheid kan misschien wel juridisch gegeven worden, echter in de praktijk zijn er teveel mogelijkheden om hieronder uit te komen. • Een openheid op laag 3 (internet) is geen open netwerk. In de praktijk geven marktpartijen soms wel eens aan dat zij een open netwerk hebben, met de argumentatie dat het internet toch open is! Dit is geen open netwerk. De passieve, actieve en ook de dienst internet, kan alleen van die betreffende partij verkregen worden. Toegang voor derde aanbieders is geheel niet ingevuld.
Verschil tussen Customer owned netwerken en Carrier owned netwerken Voordat er een keuze gemaakt kan worden op welke wijze men het betreffende netwerk wenst in te vullen, dient men eerst een keuze te maken voor een a) Custom owned netwerk of b) een Carrier owned netwerk. Dit is echt de eerste keuze die men dient te maken.
Customer owned netwerk Een customer owned netwerk is een netwerk dat geheel eigendom is van de gebruikers. Hierbij gaat het vaak om alleen de passieve laag. Zo zijn er reeds netwerken gebouwd bekend in Tilburg, Leiden, Eindhoven, Zuid Limburg. Nadat deze netwerken gebouwd zijn, dienen deze geactiveerd te worden. Bijna altijd wordt dit gedaan door commerciële partijen. Vaak leveren deze partijen zelf ook diensten, waardoor er geen echt open netwerk ontstaat, ook al zegt men dat dit gebeurt. Verder ontstaat er eigenlijk een carrier owned netwerk, door het inschakelen van commerciële partijen. Vaak worden deze netwerken belicht door derde partijen, zoals bijvoorbeeld (locale) installatiebedrijven en BBNed. Toch is dit een zeer typische invulling van het netwerk. Door commerciële partijen in te schakelen om het netwerk te belichten, maakt men van eigenlijk van een customer owned netwerk een carrier owned netwerk. Zij zijn nooit onafhankelijk en hebben zelf een commercieel belang. Vaak worden na enkele jaren de betreffende onderneming te verkocht. Weg met “open” netwerk!! De uiteindelijke beslissingsbevoegdheid ligt niet meer bij de gebruikers. Voorbeelden zijn bekend in Amsterdam, Eindhoven, Zuid Limburg en Veghel.
Carrier owned netwerk Een carrier owned netwerk is volledig eigendom van een commerciële partij. Deze partij levert zelf soms ook diensten, maar met name bepalen zij wie wel en niet op het netwerk kunnen komen en onder welke voorwaarden. Eigenlijk zijn alle aanbieders in de huidige markt carrier owned netwerken.
Marktplaats In sommige steden heeft men getracht een combinatie te maken van deze twee systemen. Zo heeft men getracht een marktplaats te maken waarop alle carriers moeten koppelen en waar de derde partijen dan kunnen inkoppelen. De bekendste voorbeelden zijn Boschnet, Deventernet en Breednet. Helaas zien we in de praktijk dat dit een mooi theoretisch model is, maar dat de marktpartijen hier niet echt aan meewerken. Men wil misschien wel de passieve laag delen, maar zeker niet de actieve laag en deze in ieder geval niet aan elkaar koppelen. Daarom werkt het gewoon niet !
De huidige markt De huidige markt wordt sterk gedomineerd door KPN en Reggefiber. Daar KPN momenteel 40% van de aandelen bezit in Reggefiber en een optie heeft van nog eens 40% bepalen zij ook sterk wat er gebeurt bij Reggefiber en domineren zij samen deze markt. Tevens is er onlangs een uitspraak geweest, waarin de rechter heeft bepaald dat de glasvezelnetwerken op bedrijventerreinen door KPN niet hoeven te worden opengesteld. Door deze situatie is er geen echte dynamiek meer in de markt. Dit is niet goed voor de innovatie op het gebied van diensten en marktwerking.
Nieuw initiatief Er is behoefte aan een geheel nieuw initiatief. Hierbij zijn enkele zaken van belang: • Het risico in de huidige markt dat na een duur van drie tot vijf jaar de bestaande marktpartijen inbreken op de contracten die gesloten zijn met een marktpartij. Hierdoor zal geen enkele partij investeren in een nieuw concept, daar de businesscases en de daaraan gekoppelde financieringen gebaseerd zijn op een afschrijving van 15-20 jaar. • Er dient echt een geheel open netwerk te bestaan (of te komen), waardoor er dynamiek ontstaat op het gebied van diensten. • De toekomst van dit open model dient gewaarborgd te worden. Een deel van de organisatie moet niet verkocht kunnen worden aan derden. • De kwaliteit en continuïteit van de netwerken dient zeker gesteld te worden. Hierdoor kunnen er hoge SLA’s worden afgegeven. Er is voldoende kennis aanwezig m.b.t. o.a. de volgende zaken: • Type netwerk op bedrijventerrein. • Kostprijzen van werkzaamheden en componenten. • Businesscases. De enige manier om aan voornoemde zaken een invulling te geven, is door het volgende te realiseren. Er moeten 100% customer owned netwerken gebouwd worden, welke niet verkocht kunnen worden aan derden, zowel op de passieve als ook de actieve laag. Ook moet de juridische structuur zo zijn, dat de gebruikers volledig eigenaar zijn van de passieve en actieve laag. De netwerken worden volledig gebouwd volgens een standaard (open source), waardoor de kwaliteit, beheer en onderhoud gewaarborgd is.
Hoe kan dit gebeuren? Er wordt er een vereniging opgericht waar betrokken partijen lid van kunnen worden op het moment dat zij een customer owned aansluiting/netwerk wensen. Hierdoor geven ze aan dat men behoefte heeft aan een dergelijke aansluiting en voorstander is van customer owned netwerken. Er ontstaat op deze wijze een grote groep potentiële klanten. Er moet een community ontstaan voor een echt open customer owned netwerk. De vereniging heet: fiberforus. Fiberforus levert advies, coördinatie, vraagbundeling, voert administratie etc. bij en van de bij fiberforus aangesloten netwerken. Op de website van fiberforus staat duidelijk aangegeven dat men samen wenst te werken aan een geheel customer owned open netwerk (passief en actief) en wil werken aan de innovatie van diensten. In het intranet van fiberforus vindt men een handboek (database), waarin beschreven hoe men een passief netwerk dient aan te leggen voor FTTB en FTTI. In de nabije toekomst wordt tevens FTTH toegevoegd. Hier vindt men dus echt alle informatie over de realisatie van een netwerk, volgens de standaard van fiberforus. Alle kennis opgedaan bij onder andere Fastfiber is ingebracht in deze database. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om de volgende zaken: • Statuten van de vennootschappen voor de coöperaties. • Aanvraag OPTA. • Wijze van eerste opzet netwerk. • Beschrijving van de componenten. • Kosten componenten en graafwerkzaamheden. • Businesscases. • Foto’s, films van aanleg etc. • SLA’s voor beheer. • Overeenkomsten voor verhuur netwerk. • Presentaties. • Overzicht van diensten en prijzen. Door gebruik te maken van dit handboek ontstaat er een echte standaard voor het netwerk van Fiberforus. Het wordt dus een open source glasvezelnetwerk. Vaak zullen deze organisaties ook een ondersteuning wensen te hebben voor de realisatie van een dergelijk netwerk. Deze kan door fiberforus geleverd worden. Alle organisaties die het passieve netwerk hebben gerealiseerd met het concept van fiberforus, geven dit aan door de tekst op te nemen: “Powered by fiberforus.” Hierdoor ontstaat er een communities van allemaal fiberforus netwerken. Tevens kan men zien, welke coöperaties gebruik hebben gemaakt van de standaard van fiberforus. Hierdoor is de kwaliteit gewaarborgd en kan er ook garantie gegeven worden op het netwerk door de bouwers van de netwerken. De coöperatie die het netwerk heeft gebouwd conform de standaard van fiberforus krijgt hiervoor ook een certificaat. Hierdoor kan er ook een SLA worden afgegeven door de bouwers van het netwerk, maar kan dit ook door een andere aannemer worden overgenomen.
CrossNetworks Hoe krijgt men dan diensten, die de individuele eindgebruikers wensen, cq groepen collectief hebben ingekocht? Naast de vereniging wordt ook een nieuwe coöperatieve vereniging opgericht: Cross-networks. Deze organisatie gaat alle netwerken van fiberforus belichten. Men wordt dan vanuit de coöperatieve vereniging van het passieve netwerk ook lid van deze coöperatie, waardoor ook de kwaliteit van belichting gewaarborgd is, maar ook de continuïteit. De coöperatie kan niet verkocht worden aan een derde en daardoor weet men ook 100% zeker dat de customer owned gedachte ook gewaarborgd is in de toekomst. Deze onderneming kan natuurlijk ook andere customer owned netwerken belichten, echter de kosten voor aansluiting zijn hoger, daar het andere netwerk waarschijnlijk niet conform de fiberforus standaard gebouwd is. Ook kan hierdoor de beschikbaarheid van deze netwerken lager zijn.
Structuur De hiervoor omschreven structuur kan schematisch als volgt worden weergegeven: