Service du Sang
O PS
(FFG C
(J
E T
(FFG
O MFWF
E F MP
W P PS E F EP
Waarom bloed geven ? De bloed, plasma en bloedplaatjesgiften dragen bij tot het redden van mensenlevens. België heeft meer dan 500.000 bloedzakjes per jaar nodig om aan de vraag te voldoen. Bloed geven heeft ook voor jou voordelen:
je kent je bloedgroep. bij elke bloedgift worden er systematisch biologische onderzoeken gedaan: serologie, tellen van de rode bloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes,...
Geef NOOIT bloed om een opsporingstest te bekomen. Indien je een opsporingstest wenst, contacteer je huisarts of een centrum voor gezinsplanning, waar je een gratis en anonieme test kan uitvoeren voor het opsporen van het AIDS virus.
Inhoudstafel 1.
Wat is bloed ?
4
2.
Welke giften ? Voor wie ?
5
2.1.
2.2.
Bloedgift 2.1.1 Het Gedeleucocyteerd erythrocytenconcentraat 2.1.2 Het ingevroren plasma 2.1.3. De laag bloedplaatjes (Buffy-Coat) Plasmaferese of tromboferese
5 5 5 5 6
3.
Wie mag bloed geven ?
8
4.
Het verloop van een bloedafname
8
4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6.
Het onthaal Het medisch onderhoud De afname De rustpauze Voorzorgen te nemen na de gift... Informatie na de gift
9 9 9 9 10 10
5.
In het laboratorium
11
6.
Persoonlijke gegevens...
12
7.
Risico’s verbonden aan de bloedgift…
12
1.
Wat is bloed ?
Bloed is een vloeibaar orgaan van het menselijk lichaam ; met als functie het transporteren van diverse substanties doorheen het hele lichaam, en dit via het bloedvatenstelsel. Er vloeit gemiddeld 5 liter bloed door het menselijk lichaam. Bloed bestaat uit volgende componenten:
45% rode bloedcellen, 45% bloedcellen de globules rouges, witte en de globules blancs, bloedplaatjes et de plaquettes.
55% plasma (vloeibaar 55% de het (partie plasma deel van bloed) liquide du sang)
Samenstelling van het bloed Componenten De rode bloedcellen :
Functie Bevatten voornamelijk hemoglobine moleculen die het bloed zijn rode kleur geven
De witte bloedcellen :
Transport van zuurstof, vanuit de longen naar de andere organen van het lichaam. Bescherming van het organisme tegen pathogene agenten.
• Granulocyten(65%)
«Detectie» en eliminatie van de indringers
• Monocyten (10%) • Lymfocyten (25%). De bloedplaatjes :
Het bloedplasma :
Aanmaken van immunoglobuline (antilichamen) «Stelpen» van vasculaire wonden en fissuren in de wanden door het vormen van een bloedklonter «thrombus»
90% water
Transport van alle bloedelementen
De 10% overige componenten bevatten: • lipiden
Transport van vetzuren en cholesterol
• albumine
Zorgt voor de vochthuishouding
• stollingsfactoren
Stollen
• Immunoglobulinen
Afweer tegen ziekten
4
2.
Welke giften ? Voor wie ?
2.1. De bloedgift (elke 3 maand) Een bloedgift duurt ongeveer 10 minuten. En er wordt ongeveer 450 ml bloed afgenomen (rode bloedcellen, witte bloedcellen, bloedplaatjes en plasma). Na de afname wordt je bloedgift getransporteerd naar één van de vier productiecentra (Luik, Namen, La Louvière, Brussel) waar de verschillende componenten gescheiden zullen worden. Een zak vol bloed wordt opgesplitst in 3 onderdelen :
erythrocytenconcentraat plasma geconcentreerde bloedplaatjes
2.1.1. Het gedeleucocyteerd erythrocytenconcentraat Is onmiddelijk bestemd voor de ziekenhuizen met als doel getransfuseerd te worden aan een patiënt die een tekort aan rode bloedcellen vertoont (bloedarmoede, hemorragieën) Het bloed kan 42 dagen bewaard worden aan een temperatuur van 4°C.
2.1.2. Het ingevroren plasma Het plasma voortkomend uit uw gift kan voor verschillende doeleinden aangewend worden :
Voor het aanmaken van vers ingevroren virus- geïnactiveerd plasma door methyleenblauw, bestemd voor zieken met stollingsstoornis. Het is ook aangewezen in geval van geïsoleerd tekort aan een stollingsfactor waarvoor geen specifiek preparaat bestaat. Dit kan 1 jaar bewaard worden aan een temperatuur van -30°C.
Voor het aanmaken van stabiele plasmaderivaten : -
Stollingsfactoren gebruikt als vervanging voor een ontbrekende stollingsfactor (bijvoorbeeld bij hemofielen)
-
Immunoglobulinen zorgen voor: • de preventie van bepaalde besmettelijke ziekten (rodehond, mazelen, geelzucht,...) of bacteriële infecties (tetanos,...) • de behandeling bij immunodeficientie
-
Albumineoplossing: gebruikt bij aanzienlijke hemorragieën ten gevolge van een chirurgische ingreep of brandwonden.
De bewaartijd is afhankelijk van het type product.
2.1.3. De laag bloedplaatjes (Buffy-Coat) De «Buffy-Coat» zal gemengd worden met 5 andere (van andere donoren) om zo een pool van bloedplaatjes te bekomen van voldoende grootte om therapeutisch gebruikt te worden. Door hun pro-coagulerende activiteit zijn de bloedplaatjes bekomen door deze methode bestemd om hemoragieke situaties te corrigeren of situaties met hemmoragiek risico (beenmergtransplantatie, hematologische en oncologische ziekten, sommige chirurgische ingrepen). De bewaartijd is 7 dagen bij een temperatuur van 22°C en in constante beweging.
5
2.2. Plasmaferese of tromboferese Er bestaan verschillende types aferese, de belangrijkste zijn:
Plasmaferese (plasmagift) Tromboferese (bloedplaatjesgift)
Een aferese is een methode om 1 of meerdere bloedcomponenten te bekomen. Tijdens de afname loopt je bloed naar een toestel waar het gescheiden wordt in de verschillende componenten, je krijgt vervolgens je rode bloedcellen terug toegediend. De hoeveelheid plasma of bloedplaatjes die bekomen worden is veel hoger alsook de frequentie van de giften. Een aferese vraagt specifieke en omvangrijke apparatuur en kan dus enkel in een vaste afnameplaats gebeuren. De therapeutische indicaties zijn dezelfde als deze voor de producten bekomen bij een bloedgift (zie punt 2.1.1. en volgende)
De verschillende types giften Type
Duur (*) en frequentie
bekomen producten
De bloedgift
10 minuten om de 3 maand
- Erythrocytenconcentraat - Pool van bloedplaatjes - Vers ingevroren virus- geïnactiveerd plasma door Methyleenblauw - Albumine oplossing - Stollingsfactoren - Immunoglobulinen
De plasmaferese
45 minuten om de 15 dagen
-
De cytaferese
90 minuten om de maand
geconcentreerde één-donor-bloedplaatjes
Albumine oplossing Stollingsfactoren Immunoglobulinen Vers ingevroren virus-geïnactiveerd plasma door Methyleenblauw
(*) Gemiddelde duur aan dewelke men de tijd voor het onthaal, medisch onderzoek en rusttijd na de gift moet toevoegen.
6
3.
Wie mag bloed geven ?
Iedereen: -
in goede gezondheid, vanaf 18 tot en met 65 jaar, met voldoende gewicht en lengte, die geen risico vertoont op via het bloed overdraagbare ziekten.
Uit voorzorg is er vóór elke bloedgift een gesprek met een arts. (cfr. 4.2) Risicogedrag en richtlijnen Het risico op besmetting door het toedienen van bloed bestaat wanneer de bloedgever zich in de vensterperiode bevindt en dus nog geen symptonen vertoont. Het risico te herleiden tot nul betekent : De bloedgever informeren over de risicosituaties en het risicogedrag die aan de oorsprong liggen van besmetting De bloedgever verzoeken de richtlijnen te respecteren Automatische uitsluiting van donoren met risicogedrag Systematisch medisch onderhoud Opsporingstesten bij iedere gift
Deze veiligheid is het resultaat van een reële evolutie op vlak van transfusie. De technische ontwikkeling bij de bereiding van plasma en derivaten vermindert het risico nog. Kan ik besmet raken door het geven van bloed ? NEE Het gebruikte materiaal is steriel en enkel bestemd voor jou, het wordt nooit herbruikt Hetzelfde geldt voor het materiaal gebruikt bij plasmaferese of cytaferese. «Je kan niet besmet raken door bloed te geven»
GEEF GEEN BLOED WANNEER :
Je Je Je je Je Je Je
drugs gebruikt of gebruikte, partner drugs gebruikt of gebruikte*, seropositief bent, een man bent en je een seksuele relatie hebt of had met een andere man, partner seropositief is*, meer dan 1 seksuele partner hebt *, redenen heeft om te denken dat uw partner risicogedrag vertoont*,
(*) Deze richtlijnen dienen gerespecteerd te worden, zelfs bij gebruik van een voorbehoedsmiddel.
WACHT 4 MAAND ALVORENS BLOED TE GEVEN IN GEVAL VAN :
Een occasionele partner *, Een partnerwissel *.
(*) Deze richtlijnen dienen gerespecteerd te worden, zelfs bij gebruik van een voorbehoedsmiddel.
7
WACHT 4 MAAND ALVORENS BLOED TE GEVEN IN GEVAL VAN :
een tatoeage of piercing, een litteken niet te wijten aan een medische ingreep, accupunctuurbehandeling zonder naalden bestemd voor éénmalig gebruik; een wonde veroorzaakt door een voorwerp gebruikt door meerdere personen (bvb: een scheermes), direct contact van beschadigde huid met bloed en afscheidingen, een prik met een bevuilde naald, een menselijke beet. een operatie of endoscopie
Indien je twijfelt of vragen hebt over dit onderwerp, contacteer ons op volgend nummer 0800 95 245 of spreek erover tijdens het medisch onderhoud. Veiligheid op vlak van transfusie is nauw verbonden met het respecteren van alle richtlijnen. Zij sluiten transmissie van aids of andere besmettelijke ziektes via bloedtransfusie uit.
8
4.
Het verloop van een bloedafname
Je kan op elk moment beslissen om geen bloed, plasma of bloedplaatjes te geven, zonder deze beslissing te moeten toelichten. We vragen je wel ons te verwittigen wanneer je de collecte verlaat.
4.1. Het onthaal De vrijwilligers en leden van deze collecteploegen zijn aanwezig om je te verwelkomen. Zij kunnen je bij de juiste persoon sturen indien je vragen hebt in verband met je gift, je gezondheidstoestand of over de volgende collectedata. Je wordt verzocht om een medische vragenlijst in te vullen.
4.2. Het medisch onderhoud Het medisch onderhoud is een sleutelmoment waarop eventuele nadelige elementen voor de gezondheid van de donor en de patient geevalueerd worden. De arts stelt je verschillende vragen, niet enkel over je medisch verleden maar ook over je huidige gezondheidstoestand. Aan de hand van de medische vragenlijst die je hebt ingevuld verzekert hij zich ervan dat je geen risicogedrag vertoont. Daarna volgt een kort medisch onderzoek, het nemen van de bloeddruk, het gewicht en je pols. Op deze basis kan de arts je vragen geen bloed te geven, indien hij een risico ziet voor je eigen gezondheid of voor de gezondheid van de patiënt. Aarzel niet en vraag uitleg indien je de reden van de beslissing niet goed begrijpt.
4.3. De afname Daarna ga je liggen op één van de bedden. Een arts of verpleegkundige geeft je een prikje met een steriele naald in een ader in de elleboogplooi. Geen paniek, dit doet niet meer pijn dan een simpele bloedafgname. Tijdens de afname krijgt de zak een etiket en worden bloedstaaltjes genomen waarop in het labo verschillende testen worden gedaan.
4.4. De rustpauze Na de afname krijg je een drankje van de vrijwilligers of de leden van de afnameploeg. Profiteer evan om even te recupereren. Dit is belangrijk : een groot deel van de kleine incidenten die zich kunnen voordoen na een afname kunnen eenvoudig opgelost worden door deze medische teams.
9
4.5 . Voorzorgen te nemen na een gift Je lichaam begint na de bloedgift het afgenomen bloedvolume te compenseren. Om het herstel te bespoedigen raden we je aan om veel te drinken, niet alleen onmiddelijk na de afname maar ook in de uren erna. Alcoholhoudende dranken zijn uitgesloten. We raden eveneens af : een lange autorit gewelddadige sporten diepzeeduiken wielrennen en zwemmen elke situatie met het risico op een val het werken met een haakse slijper of tegelsnijder langdurig rechtstaan (vb.: wachtrijen,...) Vermijden om de arm of armen waarin geprikt werd te overbelasten (vb.: gewichtheffen, tennis,...). Door deze bewegingen kan de wonde terug beginnen te bloeden. Indien je je na de gift zwak voelt, ga dan ONMIDDELLIJK liggen, bij voorkeur met je benen omhoog en rust enkele ogenblikken.
4.6. Informatie na de gift Je hebt een document gekregen met daarop het nummer van je gift en het telefoonnummer van het centrum. Indien je de dagen die volgen op je gift een ziekte ontwikkelt (dit betekent dat die ziekte in incubatie was tijdens de gift), vragen we je ONMIDDELLIJK contact op te nemen met het centrum zodat de nodige maatregelen kunnen genomen worden. Je kan op dezelfde manier handelen wanneer je denkt dat je gift niet gebruikt kan worden. Het is niet nodig om je beslissing te verantwoorden, ook niet om je te identificeren, enkel het afnamenummer volstaat. Dit document is dus een belangrijk middel om de veiligheid van de transfusie te verhogen. We vragen je dit document tot 15 dagen na de gift bij te houden.
10
5.
In het laboratorium
De analyses op bloed zijn gereglementeerd door de wet. Bovenop de selectiecriteria (medische vragenlijst, medisch onderhoud en informatie) en analyses, inherent aan de transfusie (bloedgroep), doen we laboratoriumtesten om elke anomalie op te sporen die een risico kan vormen voor de patiënt of voor jezelf :
Het doseren van hemoglobine voor de opsporing van bloedarmoede Het tellen van witte bloedcellen voor het opsporinen van een infectie Het opsporen van overdraagbare ziekten in het bloed - hepatitis (B en C) - AIDS - syphilis - malaria, bij iedereen die in een tropisch land verbleef
Je kan een kopie van de analyseresultaten bekomen. In geen enkel geval mogen wij deze meedelen aan derden (uitgezonderd je arts, op jouw verzoek). Wanneer er zich een afwijking in de analyseresultaten voordoet, word je onmiddellijk verwittigd door het centraal laboratorium. Na twee giften ontvang je een bloedgeverskaart.
De seksueel overdraagbare ziekten Sommige ziekten zijn overdraagbaar langs seksuele weg: dit is ondermeer het geval voor AIDS, hepatitis B en C en Syfilis. Je kan spijtig genoeg drager zijn van het patogene agens zonder het te weten! Het kan dus zijn dat als gevolg van de analyseresultaten de producten van je gift vernietigd worden; daarbovenop zul je geen bloed meer mogen geven, tijdelijk of definitief.
11
6.
Persoonlijke gegevens …
Al je medische gegevens vallen onder het medisch geheim. Alle persoonlijke en privé gegevens (adres, telefoon) worden bewaard voor medische en administratieve doeleinden. Ze worden enkel gebruikt om je te verwittigen van de volgende inzamelingen en eventuele evenementen, georganiseerd in het kader van de promotie van de bloedgift. Zoals voorzien in de wet van 1992 betreffende de persoonlijke levenssfeer, en de besluiten van toepassing, hebben de betrokken personen het recht van inzicht in de gegevens en eventuele verbeteringen te laten aanbrengen.
7.
Risico’s verbonden aan de bloedgift …
Je loopt geen bijzondere risico’s door het geven van bloed als je bepaalde regels respecteert: daarom worden er, buiten de vragen die betrekking hebben tot de veiligheid van de patiënten, een reeks vragen gesteld aan de donor die betrekking hebben tot zijn eigen veiligheid. Een incident is tijdens of na de bloedgift steeds mogelijk. Incidenten als gevolg van de prik: -
locale irritatie blijvende pijn locale zwelling hematoom zenuwpijn paresthesies blijvende pijn na het verwijderen van de naald ongewild aanprikken van een arterie
Bij gevoelige donoren of bij andere bijzondere omstandigheden kunnen zich soms de volgende symptomen voordoen: -
ongerustheid, zich tijdelijk onwel voelen daling avn de bloeddruk zwakte, bewustzijnsverlies zich enige tijd na de gift onwel voelen tetaniekrisis
12
Contacteer ons 0800 92 245
[email protected] www.transfusion.be
C.T.S. Brabant-Hainaut Avenue Max Buzet 40 7100 La Louvière
C.T.S. Liège Rue Dos Fanchon 41 4020 Liège
C.T.S. Nationale 4 Rue Des Dames Blanches 34 5000 Namur
C.T.S. A. HUSTIN B.T.C. Rue Haute 322 1000 Brussel
12
Editeur responsable: Pr D. Sondag, Service du Sang - Rue de Stalle 96-1180 Bruxelles
(SR4_GUIDON_03)