FAQ Informatiebijeenkomsten VGZ Inkoop 2014 Versie 1 Juli 2013 SGGZ – Algemeen 1. Hoe gaat VGZ om met de zorgvraagzwaarte? In het een bestuurlijk akkoord Toekomst GGZ 2013-2014 is afgesproken om te komen tot het ontwikkelen van instrumentarium om de marktwerking mogelijk te maken. Hiervoor is afgesproken om de zorgvraagzwaarte in de DBC-GGZ systematiek te introduceren. De NZa heeft in dit verband met stakeholders op 27 november 2012 de lijst met aanpassingen van het DB(B)C-systeem voor 2014 vastgesteld (“doorontwikkelagenda DB(B)C’s”). Een onderdeel hiervan is dat per 1 januari 2014 de zorgvraagzwaarteindicator wordt opgenomen in de DBC GGZ declaratiebepalingen. Dit onder voorwaarde van positief advies van het College bescherming persoonsgegevens. Toelichting zorgvraagzwaarteindicator (zvz-indicator): de zvz-indicator wordt opgenomen in de declaratie via de prestatiecode. De zvz-indicator geldt per hoofdgroepdiagnose en kent 7 niveaus. Naar verwachting wordt in september 2013 door de NZa meer duidelijkheid gegeven. Met deze indicator krijgen zorgverzekeraars zicht op verschillen in zorgvraagzwaarte bij zorgaanbieders. Voor zorgaanbieders is het een middel om duidelijk te maken hoe intensief de zorgvraag van hun cliënten is. 2. Wat bedoelt VGZ met “korte DBC’s”? Met korte DBC’s bedoelt VGZ: Productgroep Behandeling kort en Behandel DBC’s in de overige productgroepen waarbij tijdsklassen zijn met een beperkt aantal minuten. 3. Gebruikt VGZ deze “korte DBC’s” om een scheiding aan te brengen voor SGGZ en GBGGZ? VGZ is van mening dat in beide varianten substitutiepotentieel aanwezig is ten gunste van de GBGGZ. De DBC’s tot 1.200 minuten bieden, gezien de zorgprofielen (lage complexiteit, lichte tot matige ernst, beperkt multidisciplinaire omgeving) kansen voor substitutie naar de GBGGZ. 4. Waarom kiest VGZ voor de periode februari t/m april 2013 om te kijken naar het ROM percentage? VGZ kent het tariefpercentage in 2014 naar aanleiding van de ROM toe op basis van realisatie 2013; in 2013 geldt een responserate van 40% aanleveringen voor- en nametingen ROM. VGZ checkt op 2 september 2013 in de Bram module van SBGGZ de responserate bij de afgesloten DBC’s over de periode februari tot en met april 2013 (gesloten tussen 1 februari en 1 mei 2013). Voor het bepalen van het tariefpercentage voor de ROM past VGZ een staffel toe. U kunt dit verder nalezen op bladzijde 11 van de VGZ Toelichting Inkoop 2014 SGGZ. VGZ heeft voor de periode februari t/m april 2013 gekozen omdat dit de meest complete periode is waarin VGZ kan terugkijken. VGZ gaat er vanuit dat zorgaanbieders afgelopen jaren aan de slag zijn gegaan met de ROM metingen. Onze ervaring is dat, als een zorgaanbieder ca. 85% ROM voormetingen heeft, dan een responserate van ca. 40% completers (voor- en metingen ROM) haalbaar is. 5. De voormeting wordt vaak eerder gedaan (in een eerdere periode), welk effect heeft dit op de responserate voor de genoemde periode van 1 februari tot 1 mei? VGZ checkt op 2 september 2013 in de Bram module van SBGGZ de responserate bij de afgesloten DBC’s over de periode februari tot en met april 2013 (gesloten tussen 1 februari en 1 mei 2013). Het betreft afgesloten DBC’s, die in 2012 of 2013 zijn geopend. De
1
FAQ Informatiebijeenkomsten VGZ Inkoop 2014 Versie 1 Juli 2013
6.
7.
8. 9.
voormetingen ROM vanaf deze openingsdatum lopen mee voor het bepalen van de responserate. Bij het aanleveren van ROM volgt VGZ het hoofdlijnen akkoord. Dus de Paaz en Puk hoeven dit niet aan te leveren? In het bestuurlijk akkoord voor de GGZ 2013-2014 wordt op bladzijde 8 aangegeven dat “in 2012 voor de academische- en ziekenhuispsychiatrie een onderzoekstraject wordt gestart om tot ontwikkeling / vaststelling van specifieke instrumenten te komen. Het ROM instrumentatrium wordt geschikt gemaakt voor de specifieke omgeving en patiënten van de PMU, PAAZ, PUK en overige academische- en ziekenhuispsychiatrie. Dit is ook onderdeel van het plan van aanpak ziekenhuispsychiatrie. De UMC’s leveren de data aan SBG vanaf 1 januari 2014.” VGZ volgt hierin het bestuurlijk akkoord voor de PAAZ en PUK en overlegt met de zorgaanbieder als de aanlevering van ROM metingen nog niet mogelijk is. In het inkoopgesprek met de zorgaanbieder zal de invulling van de specifieke situatie inzake de ROM met elkaar besproken worden. VGZ gaat er vanuit dat in lijn met het VGZ inkoopbeleid en het bestuurlijk akkoord de zorgaanbieder het belang van transparanties van de zorgprestaties onderkent en dat ROM daar een belangrijk onderdeel bij is. Voor de bepaling van het ROM-percentage ligt de peildatum in september. Dat is lastig als je vooral langlopende DBC’s hebt. Hoe gaat VGZ daar mee om? VGZ checkt op 2 september 2013 in de Bram module van SBGGZ de responserate bij de afgesloten DBC’s over de periode februari tot en met april 2013 (gesloten tussen 1 februari en 1 mei 2013). Het betreft afgesloten DBC’s, die in 2012 of 2013 zijn geopend. De voormetingen ROM vanaf deze openingsdatum lopen mee voor het bepalen van de responserate. Als de zorgaanbieder motiveert en onderbouwt dat een andere peildatum meer recht doet aan de responserate, is dit een bespreekpunt in het inkoopgesprek. De responserate moet wel meetbaar zijn! CZ had vorig jaar een ander beleid m.b.t. ROM, hoe gaat VGZ hier mee om? Advies is om deze vraag voor te leggen aan uw zorginkoper. Heeft VGZ een speerpunt per regio/stad, waar is VGZ bijvoorbeeld in de regio Amsterdam naar op zoek? Er is ruimte in het offerteformat 2014 om speerpunten aan te geven en daarop plannen in te dienen. Deze speerpunten betreffen dan individuele criteria die zijn toegesneden op de individuele zorgaanbieder. De zorgaanbieder kan zelf een voorstel indienen van de punten waarop de zorgaanbieder verwacht in 2014 progressie te kunnen laten zien, en die passend zijn binnen het beleid van VGZ. Uiteraard dienen deze criteria wel meetbaar te zijn en inzichtelijk gemaakt te kunnen worden door de zorgaanbieder. Voorbeelden van criteria (zie ook bladzijde 10 van de VGZ Toelichting Inkoop 2014 SGZ): a. Criteria die betrekking hebben op een specifieke deelmarkt van de zorgaanbieder: jeugd, volwassenen, ouderen, verslaving, dementie of dyslexie. b. Criteria met betrekking tot E-health. c. Criteria met betrekking tot de inzet van ervaringswerkers. Deze speerpunten komen in het inkoopgesprek aan de orde. Naast de offerte voor invulling van het productieplafond kan de zorgaanbieder een offerte indienen voor een uitbreiding die verhoging van het productieplafond tot gevolg heeft
2
FAQ Informatiebijeenkomsten VGZ Inkoop 2014 Versie 1 Juli 2013
10.
11.
12.
13.
gebaseerd op regionale initiatieven/ontwikkelingen of innovatie. Factoren die meewegen bij de beoordeling: a. In welke mate ondersteunt deze uitbreiding het inkoopbeleid van VGZ? b. In welke mate pakt deze uitbreiding een (regionaal) knelpunt aan? c. In welke mate heeft deze uitbreiding een duidelijke meerwaarde voor VGZ en haar verzekerden? Nadrukkelijk wil VGZ er op wijzen dat de mogelijkheid bestaat dat er geen of slechts beperkte verhoging van het productieplafond wordt toegekend. U kunt dit verder nalezen op bladzijde 8 van het VGZ inkoopdocument 2014. Heeft VGZ op voorhand zelf voorkeur? In het inkoopbeleid staat aangegeven dat 3% van de prijsopbouw bestaat uit individuele criteria. VGZ zal per zorgaanbieder aangeven hoe deze individuele criteria eruit zien. Dit kan op regioniveau dan wel individueel niveau zijn. Voorbeeld is ontwikkelingen op gebied van ehealth. Tevens kan het zijn dat (een deel) van de individuele criteria wordt vrijgegeven. Initiatieven kunnen worden ingediend op basis van deze prioriteiten en knelpunten in de regio. Een innovatieproject dient aan te sluiten op de landelijke regels (beleidsregel innovatie) en moet kunnen worden omgezet in een reguliere behandeling (zodat het opgenomen kan worden in de polis afspraken). Welke beroepsgroep mag SGGZ leveren en welke GBGGZ? Recent heeft VWS in de brief d.d. 2 juli 2013 ‘Hoofdbehandelaarschap GGZ’ een besluit genomen over het hoofdbehandelaarschap in de GGZ. VWS gaat uit van een transitieperiode in 2014 en 2015 en wil in 2016 komen tot een onderbouwde norm voor het hoofdbehandelarschap. Zorgverzekeraars hebben de vrijheid hun eigen beleid te bepalen met betrekking tot het hoofdbehandelaarschap in de SGGZ en wie als behandelaar optreedt in de GBGGZ. Zodra VGZ voor 2014 hierin haar beleid heeft vastgesteld, wordt dit nader bekend gemaakt. Houd hiervoor ook onze website in de gaten. Komen er richtlijnen welke zorgaanbieder SGGZ mag leveren en welke GBGGZ? Leidend zijn het inkoopbeleid 2014 van VGZ en op basis daarvan gemaakte afspraken voor de SGGZ en GBGZZ in 2014. Daarnaast is de wet- en regelgeving van o.a. de NZa relevant voor wie onder welke voorwaarden deze zorg levert en declareert. Wat valt er onder SGGZ? Zijn dat lange trajecten in minuten? Primair zal de verwijzer, veelal de huisarts, ondersteund door de POH GGZ, aan de hand van de zorgvraag bepalen of zelfmanagement, verwijzing naar de SGGZ dan wel de GBGGZ of elders aan de orde is. De kwalificatie van de stoornis op basis van de DSM IV, de complexiteit en de ernst van de zorgvraag, het beloop van de klachten wordt door de verwijzer bepaald voor verwijzing. Het aantal minuten is niet bepalend of verwijzing naar de GBGGZ of de SGZZ aan de orde is. VGZ is van mening dat de huisarts wordt voorzien van een uitgebreidere POH GGZ functie met als doel een goede verwijzing van de GGZ op basis van een triage instrument. Het triage instrument moet naast zorgintensiteit, een voorspelling doen of er sprake is van psychische klachten dan wel stoornissen. Klachten worden door de Huisarts/POH GGZ behandeld en stoornissen door de generalistische basis GGZ of specialistische GGZ.
3
FAQ Informatiebijeenkomsten VGZ Inkoop 2014 Versie 1 Juli 2013 14. Is HKZ-certificering vereist voor contractering? HKZ-certificering is vereist om een toelating als instelling te verkrijgen en staat los van onze inkoopcriteria voor 2014. VGZ gaat er vanuit dat een instelling beschikt over HKZ certificering dan wel een gelijkwaardig certificaat. Wordt deze eis ook bij vrijgevestigden neergelegd? Als er sprake is van een individueel vrijgevestigde dan wel een aantal vrijgevestigden, die zich via een groepspraktijk hebben verenigd en geen toegelaten instelling zijn, is HKZ certificering geen vereiste voor VGZ. Uiteraard moeten vrijgevestigden / groepspraktijken wel aan andere, algemeen geldende en aan door VGZ specifiek gestelde kwaliteitseisen voldoen. 15. Punt 9 van de aandachtspunten inkoop specialistische GGZ. Wat is de best practice bij de beddenreductie waar VGZ vanuit gaat en waarom is dit de best practice? Hiermee wordt gedoeld op “Inhoudelijke afspraken worden gemaakt op afbouw bedden (klinische aanbieders), waarbij er meerjaren afspraken gemaakt kunnen worden met een voor VGZ interessante business-case met betrekking tot beddenreductie, die moet leiden tot een best practice.” Allereerst wordt opgemerkt dat met afbouw bedden wordt bedoeld de afbouw van het aantal verblijfsdagen bij de zorgaanbieder met GGZ verblijfsfuncties. VGZ zal op basis van de ingediende offerte een tegenvoorstel aan de zorgaanbieder voorleggen, uitgaande van onze regiovisie en de best practice (gebaseerd op de ervaringen van afbouw klinische zorg in de Regio Noord Holland Noord en Friesland). Dit vormt de basis voor het inkoopgesprek 2014 met de zorgaanbieder. 16. Horen de vervolg DBC’s ook bij de korte DBC’s? Ja, VGZ maakt in het Inkoopbeleid 2014 met betrekking tot de substitutie vanuit de SGGZ naar de GBGGZ geen onderscheid in initiële of vervolg DBC’s. Dit kan betekenen dat na afsluiting van een DBC in 2013 voor een eventuele vervolg behandeling per 2014 gebruik kan worden gemaakt van GBGGZ als de zorgvraag volgens de huisarts daartoe aanleiding geeft. Hoe handhaven? Door sturing korte dbc’s 17. Er lijkt een soort afnemende belangstelling te zijn voor de jeugdzorg i.v.m. de transitie naar de WMO…? Zolang VGZ nog de inkoop doet vinden wij de jeugd ggz nog even belangrijk als anders. Daarin zal VGZ zichniet anders opstellen dan t.a.v. volwassenen. VGZ staat er ook voor open om de jeugd ggz langer door VGZ te laten inkopen, afhankelijk van de (politieke) ontwikkelingen. VGZ heeft hier ook een belang bij; de jeugd wordt op enig moment 18 jaar en zullen voor hun GGZ zorg gebruik maken van de mogelijkheden ten laste van de zorgverzekering. Dus als de jeugd ggz niet goed wordt georganiseerd/overgedragen is dat ook nadelig voor betreffende jongere. Ook voor 2014 wil VGZ de afspraken in de jeugd ggz zonder meer continueren. Waar VGZ en zorgaanbieders mogelijkheden zien wil VGZ deze graag met elkaar bespreken en bekijken hoe dit in de regiovisie van VGZ past. 18. Hoe staat VGZ t.o.v. preventie activiteiten? Welke moeilijk zijn te vangen in de dbc’s? In de zorg, waarvoor een DBC kan worden geopend, is ruimte voor op preventie gerichte activiteiten, die gericht zijn op behandeling van de zorgvrager en zijn systeem. Preventie is belangrijk, maar binnen de verzekerde zorg zal dit bekostigd worden binnen een product van de GBGGZ of de SGGZ. Ook zullen preventie activiteiten door de gemeenten (WMO) worden
4
FAQ Informatiebijeenkomsten VGZ Inkoop 2014 Versie 1 Juli 2013 bekostigd. VGZ vindt het belangrijk, maar ziet hier ook een toenemend belang in voor de gemeente. 19. Hebben jullie ook zicht/visie op de 3de lijns functies? VGZ heeft de zorgaanbieders met een 3de lijns functie in beeld en binnen onze regiovisie heeft VGZ een beeld van de regionale in-/uitstroom van de VGZ verzekerden. Een zorgaanbieder kan in zijn offerte voor deze bovenregionale functie aandacht vragen en dit nader toelichten. Het VGZ inkoopbeleid 2014 is het uitgangspunt voor het beoordelen van offertes met betrekking tot een 3e lijns functie. 20. Welke artsen mogen verwijzen? Naar verwachting geldt in 2014 voor zowel de GBGGZ als de SGGZ dat de bedrijfsarts, de huisarts en de jeugdarts een verwijzing mag afgeven. In onze polisvoorwaarden 2014, begin november 2013 gepubliceerd op onze websites, kunt u nalezen wie als verwijzer optreedt voor de GBGGZ en de SGGZ. 21. Is er apart beleid voor Expertzorg? Expertzorg voor jeugdigen en of volwassenen is belangrijk; VGZ heeft in haar inkoopbeleid 2014 dit niet apart opgenomen. De uitgangspunten in het inkoopbeleid 2014 van VGZ is hierop van toepassing. Het is onderwerp van gesprek tussen betreffende zorgaanbieder en VGZ. Met expertzorg raken we tevens het thema spreiding en concentratie van zorg. VGZ zal hier in de nabije toekomst verder beleid op bepalen.
5