Examen PCF Professional Communication Foundation Publicatiedatum Startdatum
Doelgroep
1 maart 2006 1 juli 2003
Iedere ervaren of aankomend IT-er.
Voorkennis
Geen specifieke voorkennis. Er wordt echter wél een taalvaardigheid voorondersteld die van voldoende niveau is zodat de communicatie niet belemmerd wordt.
Exameneisen
1.) Doelgerichte communicatie) 2. )Structuur in communicatie 3.) Schriftelijke communicatie 4. )Mondelinge communicatie Totaal )
15% ) 25% ) 30% ) 30% 100%
Specificatie van de exameneisen ) 1. Doelgerichte communicatie
1.1) Boodschap van een uiting) De kandidaat kent het algemene communicatiemodel en heeft inzicht in de verschillende boodschappen van een uiting )
2. Structuur in communicatie
2.1)Bouwplannen en soorten structuren) De kandidaat heeft inzicht in de soorten structuur van een mondelinge of schriftelijke tekst. De kandidaat heeft inzicht in het begrip 'bouwplan' en de verschillende onderdelen ervan. ) 2.2)Vaste innerlijke structuren en ordeningsprincipes ) De kandidaat heeft inzicht in het gebruik van vaste structuren en ordeningsprincipes. ) 2.3 Uiterlijke structuren) De kandidaat heeft inzicht in de uiterlijke structuurmiddelen die van belang zijn voor schriftelijke communicatie.
© EXIN, hét exameninstituut voor ICT'ers, Utrecht, januari 2007
3. Schriftelijke Communicatie
3.1 Voorbereiding schrijfopdracht De kandidaat bereidt een schrijfopdracht voor. ) 3.2 Structurering De kandidaat heeft inzicht in de structuur van een tekst. ) 3.3 Schrijfstijl De kandidaat kiest) beargumenteerd een schrijfstijl voor een tekst. ) 3.4 Afwerking De kandidaat heeft inzicht in de afwerking van een tekst.
4 Mondelinge communicatie
4.1 Voorbereiding zakelijk gesprek De kandidaat bereidt een gesprek effectief voor. ) 4.2 )Fasering De kandidaat heeft inzicht in de fasering van een gesprek. 4.3 Gespreksvaardigheden en technieken De kandidaat heeft inzicht in gespreksvaardigheden en -technieken. )
Literatuur
A Steehouder e.a. Leren Communiceren, Handboek voor mondelinge en schriftelijke communicatie Wolters-Noordhoff , Groningen) ISBN 90 018 0826 3 ) B Steehouder e.a. Leren Communiceren, Opdrachtenboek) Wolters-Noordhoff , Groningen ISBN 90 018 0813 1 ) Aanvullende literatuur ) C Janssen, P., Jukes, K., Schyns, L., Snel, R., Thijssen, J., Wesselink, M, & Wetzels, H. Professional Communication E 3, Maastricht, 2005 ISBN 90 769 3959 4 ) Boek C is niet verplicht. Als uitgangspunt voor het examen dienen boek A en boek B te worden bestudeerd. ) exameneis) specificatie ) paragraaf uit literatuur
© EXIN, hét exameninstituut voor ICT'ers, Utrecht, januari 2007
1 )2 ) ) )3 ) ) ) )4 ) )
Begrippenlijst
1.1 2.1 2.2 2.3 3.1) 3.2 3.3 3.4 4.1) 4.2 4.3
) 1.1 t/m 1.4 ) 2:inleiding + 2.1 t/m 2.3 ) 2.3 ) 2.4 5.2 t/m 5.3.1 ) 5.3.1 +5.2.4 ) 4: inleiding ) 5.6 9.3, 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3 ) 9.1, 9.2 ) 9.4
1.)Doelgerichte communicatie 1.1)Boodschap van een uiting communicatieve doelen: informatief, instructief, persuasief, motiverend, affectief beleidsdoelen: algemeen, specifiek soorten boodschap: referentieel, appellerend, expressief, relationeel communicatiemodel: zender, ontvanger, publiek, uiting, verbale communicatie, non-verbale communicatie, boodschap soorten gedrag; façadegedrag, imponeergedrag veronderstellingen zender over ontvanger: kennis, taalvaardigheid, normen, waarden, voorkeuren en smaak relatie tussen zender en ontvanger 2.)Structuur in communicatie 2.1) Bouwplannen en soorten structuren en 2.2) Vaste innerlijke structuren en ordeningsprincipes soorten structuur: innerlijke structuur, uiterlijke structuur onderdelen bouwplan: tekstschema, hoofd- en subvragen, (kern)antwoorden functies bouwplan: verzamelen, selecteren, ordenen van informatie, bespreekstuk in overleg, samenvatten, beoordelen vaste innerlijke structuren: probleemstructuur, maatregelenstructuur, evaluatiestructuur, handelingsstructuur, onderzoeksstructuur vormen van uiterlijke structuur Globale structuur: indeling van de tekst, titels en inhoudsopgave; structuuraanduidende passages (vooruitblik, terugblik); slotsamenvatting. Lokale structuur: voorkeursplaatsen voor het thema; verwijzingen naar het thema; signaalformuleringen; opmaak en typografie 3. )Schriftelijke communicatie 3.1) Voorbereiding schrijfopdracht, 3.2) Structurering en 3.3) Schrijfstijl Schrijfproces: oriëntatie op doelen en doelgroep, planning van werkzaamheden, planning van inhoud en structuur, informatie verzamelen en selecteren, uitschrijven en herschrijven van de tekst, afwerken van de tekst, samenwerken met anderen. aandachtspunten voor bepalen doelgroep:voorkennis en meningen over de beleidsdoelen, voorkennis over de zender en het onderwerp, meningen, voorkeuren en emoties persoonskenmerken. strategieën voor oriëntatie op doelgroep: beeld vormen van de lezer, lezers interviewen, informatie inwinnen, voorbeelden bestuderen. © EXIN, hét exameninstituut voor ICT'ers, Utrecht, januari 2007
onderdelen schrijfplan: aanleiding, omschrijving doelgroep, communicatieve doelen en onderwerp aandachtspunten op het expressieve en relationele vlak. kenmerken van de doelgroep: tijdsplanning, globale inhoud, persuasieve en motiverende doelen. Indelingen: voorgeschreven, conventionele 3.4) Afwerking indeling inleiding en afsluiting grafische vormgeving lokale hulpmiddelen 4 Mondelinge communicatie 4.1)Voorbereiding zakelijk gesprek voorbereiding gespreksdoelen (zie ook 1.1) gesprekspartner strategische voorbereiding inhoudelijke voorbereiding mentale voorbereiding voorbereidingstijd controle taken: referaattaken, eenrichtingsverkeer; interactietaken, tweerichtingsverkeer 4.2)Fasering inleiding opening doelaanduiding vooruitblik randvoorwaarden zakelijke kern globale inhoud structuur (zie ook 2.3) thema gespreksfasen afsluiting: samenvatting, vervolgafspraken, social talk, afscheid 4.3)Gespreksvaardigheden en technieken structureren: inleiden, overgangen markeren, structuur corrigeren, samenvatten. stimuleren: belang en doel aangeven, vragen stellen, herhalen, samenvatten/parafraseren, korte bemoedigende uitingen geven, een stilte laten vallen, stimulerend non-verbaal gedrag tonen, doorvragen. overtuigen en motiveren: informeren en argumenteren, enthousiasmeren reageren op standpunten, voorstellen en ideeën: informeren en argumenteren, reageren op kritiek. reageren op gedrag: standpunt geven, metacommunicatie, tijd winnen.
© EXIN, hét exameninstituut voor ICT'ers, Utrecht, januari 2007
Examenzitting
Het examen duurt 60 minuten. Het examen bestaat uit 30 vragen. Het gebruik van literatuur en notities is niet toegestaan.
© EXIN, hét exameninstituut voor ICT'ers, Utrecht, januari 2007