Examenrichtlijn praktisch examen kPNI Natura Foundation Toelating Om toegelaten te worden tot het eindexamen “klinische psycho-neuro-immunologie” moet aan de volgende eisen zijn voldaan: A. Regelmatige deelname aan Module 1 B. Regelmatige deelname aan Module 2 Regelmatige deelname Er is sprake van regelmatige deelname wanneer men bij minder dan 20% van de lessen afwezig is geweest. Andere afwezigheid moet worden ingehaald. De gelegenheid daartoe bestaat op dezelfde leslocatie in een navolgende opleiding, of op een andere leslocatie in een gelijktijdige opleiding. Afleggen van het examen Het examen vindt plaats wanneer de gehele leergang is afgerond. Data van het examen worden tijdig bekendgemaakt en zijn te vinden op www.naturafoundation.nl. Het examen wordt minstens één keer per slotjaar aangeboden. Om aan het examen te kunnen deelnemen, dient de geëxamineerde zich minstens 4 weken voor de vastgestelde examendatum bij desbetreffende lokale organisator schriftelijk aan te melden. Afmelden voor het examen Afmelden voor het examen dient schriftelijk plaats te vinden. Er zijn geen kosten verbonden aan annulering eerder dan twee weken van te voren, daarna bedragen de kosten 50% van de examenkosten. Wanneer een attest van de huisarts wordt overlegd, worden de examenkosten niet in rekening gebracht, ongeacht het moment van annulering. Herexamen Op de website van de Natura Foundation (www.naturafoundation.nl) zijn alle bekende examendata te vinden. In geval van een herexamen dient de geëxamineerde contact op te nemen met de Natura Foundation. Vervolgens word er samen gekeken naar de volgende mogelijkheid om het examen af te nemen en wordt desbetreffende lokale organisator van de Natura Foundation geïnformeerd.
- Pagina 1 -
Cliënt meenemen/nietigverklaring examen De geëxamineerde dient zelf voor een cliënt te zorgen. Deze cliënt wordt aan een andere geëxamineerde toebedeeld. De verdeling wordt geregeld door de lokale aanbieder of Natura Fouondation. De lokale aanbieder legt de examentijden van de afzonderlijke deelnemers vast en communiceert deze twee weken voor de examendatum aan de geëxamineerde. De lokale aanbieder deelt de geëxamineerde eveneens mee wanneer de cliënt aanwezig moet zijn. De geëxamineerde dient bij de keuze voor een cliënt het volgende in ogenschouw te nemen:
Hij/zij moet een bekend probleem hebben, dat binnen het kader van de opleiding besproken is Cliënt mag geen bekende HIV-infectie of een vorm van kanker hebben Cliënt mag geen acute, overdraagbare aandoeningen hebben Wij raden aan geen naaste familieleden als cliënt voor te stellen Het hoofddoel van het examen is het examineren van de deelnemer, niet het oplossen van het gezondheidsprobleem van de cliënt. Hiervan moet de cliënt op de hoogte zijn.
Voor aanvang van het examen moet de cliënt de informatiebrief ondertekend hebben. De geheimhoudingsverklaring van de kPNI-opleiding is ook van toepassing op het examen. Wanneer een geëxamineerde er niet voor zorgt dat er een cliënt beschikbaar is tijdens het examen, dan wordt het examen van de geëxamineerde nietig verklaard. De financiële gevolgen hiervan zijn uiteraard voor eigen risico. De lokale aanbieder kan in sommige gevallen voor een vervangende cliënt zorgen, maar deze is daartoe niet verplicht. Wanneer uitval het gevolg is van overmacht, moet een nieuwe examendatum worden vastgesteld. Dit gebeurt in overleg met de lokale aanbieder, de examencommissie en desbetreffende geëxamineerde. Examencommissie De examencommissie bestaat op zijn minst uit één hoofdexaminator. Indien nodig wordt er een tweede examinator bij betrokken. Examenverloop Het examen duurt 105 minuten. Er vindt een eerste contactgesprek plaats met een cliënt die de geëxamineerde niet kent. De geëxamineerde heeft binnen het examen de volgende opgave: 1. Een gestructureerd eerste contactgesprek voeren, 2. de hypothese voorleggen aan de examencommissie en 3. de cliënt de vervolgstappen uit te leggen en 4. Eén van bovenstaande stappen uitleggen met behulp van methodieken uit de kPNI. De examencommissie bepaalt welke van deze stappen voor daarvoor gebruikt moet worden. De examencommissie kan verdiepingsvragen stellen om de vakkennis en klinisch beredeneringsvermogen van de geëxamineerde te toetsen. De examinator beoordeelt het procesmatige verloop van het gesprek. De beoordeling van de examinator is gebaseerd op de grondslagen van de "Exameneisen praktisch examen kPNI” (zie aanhangsel) en het totale proces wordt in ogenschouw genomen (eerste contactgesprek, hypothese, discussie met de examencommissie, uitleg aan de cliënt, gebruik van aangeleerde methodieken).
- Pagina 2 -
Geslaagd houdt in dat de geëxamineerde tijdens het praktisch examen heeft laten zien dat hij/zij op alle vier de gebieden de samenhang begrepen heeft en in staat is succesvol een eerste contactgesprek te voeren met behulp van aspecten uit de klinische psycho-neuro-immunologie dat hij/zij met de geleerde methodieken op verantwoordelijke en gepaste wijze om kan gaan. Niet geslaagd houdt in dat de geëxamineerde tijdens het praktisch examen niet heeft laten zien dat hij/zij de wezenlijke samenhang begrepen heeft en daarmee niet in staat is verantwoordelijk te handelen in de praktijk als gevolg van een kennisdeficiëntie, waardoor veilig handelen tegenover de cliënt niet gegarandeerd kan worden. Het certificaat "klinische Psycho-Neuro-Immunologie" Het certificaat "[Beroepsaanduiding], opgeleid in de klinische Psycho-Neuro-Immunologie (Natura Foundation)" is het schriftelijk bewijs dat de afgestudeerde de opleiding “klinische Psycho-NeuroImmunologie“ succesvol heeft afgerond volgens de richtlijnen van de Natura Foundation en de European Academy for clinical Psycho-Neuro-Immunology. Dit certificaat wordt erkend door de Europäischen Gesellschaft für klinische Psycho-Neuro-Immunologie e.V. (EACPNI). Erkenning door de overheid voor het uitvoeren van therapeutische interventies (bijvoorbeeld uitoefening van de geneeskunde) kan met dit certificaat niet verworven worden, maar wordt bij wetgeving van het desbetreffende land geregeld.
(Numansdorp, November 2014)
- Pagina 3 -
AANHANGSEL Praktisch examen kPNI - Beoordelingscriteria
DEEL 1: ANAMNESE EN EERSTE CONTACTGESPREK Objectiviteit Open vragen? Kent het verloop een open einde? Empathie Actief luisteren en samenvatten? Wordt bevestiging gegeven? Waardevrij? Maakt kennis met de cliënt en luistert aandachtig? Rekening gehouden met het taalniveau van de cliënt? Wordt naar de lichaamstaal gekeken? Krijgt de cliënt de vrijheid om te handelen? Structuur/opbouw van het gesprek Is de volgorde van thema’s logisch? Wordt de individualiteit gerespecteerd? Sturing Tijdskader? Prioriteit van de thema’s? Relevantie van de informatie? Bij vragen die buiten de comfort zone ligeen: wordt er op uitwijkmechanismen gelet? Waarom is de cliënt bij de therapeut? Zijn de redenen opgevraagd en zijn ze duidelijk? Zelfwaarneming versterken De cliënt feedback gegeven of zelf laten onderzoeken? Hulpbronnen Kan de cliënt zichzelf helpen en heeft hij of zij een goed sociaal vangnet? Biomedische vraagstelling alle relevante biomedische vragen gesteld? Vooronderzoek meegenomen? Inzetten van hulpmiddelen, bijvoorbeeld vragenlijsten Goed ingezet?
- Pagina 4 -
DEEL 2: DISCUSSIE MET DE EXAMENCOMMISSIE Verklaring van de eigen hypothese sluitend? individueel? Inzetten van metamodellen? Vakinhoudelijke competentie? Differentiaaldiagnose Eventuele verdere diagnoses in ogenschouw genomen? Contraindicaties erkend? Omgaan met kritiek Argumentatie van het eigen standpunt? Aanpassing van de eigen hypothese? Aanwending van kPNI-methodieken Passend bij de hypothese? Blijkt “best practice“ met betrekking tot kPNI? Individualiteit? DEEL 3: ADVIES Stijl Leidend of begeleidend (coach of adviseur)? Keuze van vraagstelling aangepast? Welke methodieken worden ingezet? Zijn deep learning-vaardigheden aangepast aan de cliënt? Toepasbaarheid Leiden de voorgestelde maatregelen tot een concrete verandering? Zijn ze aan de cliënt aangepast? Doelen afgesproken met de cliënt? Concrete vervolgstappen? Toepasbaar in de dagelijkse praktijk? Zelfbekrachtiging? Motiverend Doel van de cliënt in ogenschouw genomen? Waardes van de cliënt in ogenschouw genomen? Zijn motivationele/sociale hulpbronnen gebruikt? Voelt de cliënt zich onderdeel van een team?
- Pagina 5 -