EVALUATIE VIOS RAPPORTAGE
project 3092 In opdracht van Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling
drs. Letty Francissen drs. Cathelijne Hermans
Weesperstraat 79
Postbus 658
1018 VN Amsterdam
1000 AR Amsterdam
tel: 020-527 9527
fax : 020-527 9595
e-mail:
[email protected]
www.dos.amsterdam.nl
Amsterdam, december 2003
INHOUD
1
Inleiding en vraagstelling van het onderzoek
1.1 1.2 1.3 2
6 6 8 10
Inleiding Leerlingen Veiligheidsbeleving van de ouders
10 10 15 19
Veiligheid in school Veiligheid rondom school Bekendheid en waardering VIOS en haar producten
19 21 22
Directieleden en veiligheidscoördinatoren
5.1 5.2 6
6
Onderwerp en afbakening De kwalitatieve, verkennende, fase De kwantitatieve, toetsende, fase
Leraren
4.1 4.2 4.3 5
3 4 5
Leerlingen en ouders
3.1 3.2 3.3 4
Het VIOS van start tot evaluatie Vraagstelling en aanpak van het onderzoek Leeswijzer
Opzet en uitvoering van het onderzoek
2.1 2.2 2.3 3
3
24
Directieleden Veiligheidscoördinatoren
24 29
Samenvatting, conclusies en aanbevelingen
6.1 6.2 6.3
35
Samenvatting Conclusies Aanbevelingen
35 38 39
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
2
O+S Amsterdam
1
INLEIDING EN VRAAGSTELLING VAN HET ONDERZOEK
1.1
Het VIOS van start tot evaluatie
In 1998 heeft onderzoeksbureau Van Dijk, van Soomeren en Partners (DSP) een onderzoek gedaan naar de veiligheid in en om Amsterdamse scholen voor het voortgezet onderwijs. Twee jaar later, in 2000, is de gemeente Amsterdam van start gegaan met VIOS, een meerjarig project voor het voortgezet onderwijs in de onderwijsregio’s Oost, West en Zuid (inclusief de binnenstad). VIOS heeft betrekking op de veiligheid in (VIS) en de veiligheid om (VOS) scholen. Tijdens de onderzoeksperiode (einde schooljaar 2002-2003) zijn er 39 scholen voor het voortgezet onderwijs bij het project betrokken. In het schooljaar 2003-2004 is het aantal bij VIOS aangesloten scholen opgelopen tot 47. De betrokken scholen variëren in schooltype van gymnasia en scholengemeenschappen tot vestigingen van het ROC van Amsterdam.
Het VIOS-project kent aanvankelijk een moeilijke start omdat er in het begin geen heldere organisatiestructuur is en er veel partijen (scholen, schoolbesturen, stadsdelen, politie, jeugdzorg, welzijnsinstellingen, buurtbeheerders en GVB) bij betrokken zijn. Hierdoor zien de scholen het VIOS in het begin teveel als een project van de overheid en andere partijen en te weinig als een project van, voor en door scholen. In 2001 komt hierin verandering: er wordt een duidelijke projectorganisatie opgezet met als projectleider een vertegenwoordiger van de scholen en een ambtelijk opdrachtgever vanuit de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling (DMO) van de gemeente Amsterdam. Binnen de projectorganisatie bestaan per stadsregio (oost, west en zuid) op verschillende niveaus overleggen tussen de betrokken partners (zo zijn er bijvoorbeeld directeurenoverleggen en overleggen voor veiligheidscoördinatoren). Hierdoor worden systematisch kennis en ervaringen uitgewisseld, blijven de verschillende partijen op de hoogte van elkaars voortgang en wordt voorkomen dat er zaken dubbel gedaan worden. In 2001 gaat het VIOS (in de huidige vorm) van start.
Eén van de kernprincipes binnen het VIOS is schoolbinding; wanneer leerlingen en leraren de school beschouwen als hún school dan levert dit een positieve bijdrage aan de veiligheid (minder incidenten) binnen de school. Om de schoolbinding te bevorderen biedt het VIOS trainingen en cursussen aan voor leerlingen, leraren en onderwijs ondersteunend personeel. Een ander kernprincipe is het samenwerken in netwerken; in verschillende netwerken overleggen scholen onderling, maar ook met vertegenwoordigers van andere partijen (politie, justitie, stadsdelen, welzijnsinstellingen, buurtbeheerders en GVB) over alles wat met veiligheid in en om school te maken heeft. Daarnaast ontwikkelt het VIOS nog een aantal instrumenten die de schoolleiding kan gebruiken om toezicht te houden en resultaten te meten; belangrijkste hiervan zijn het Schoolveiligheidsplan en de Incidentenregistratie (IRIS). Om de scholen op de hoogte te houden van de activiteiten geeft het VIOS een nieuwsbrief uit, is er een website en is een aantal folders en brochures ontwikkeld.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
3
O+S Amsterdam
De uiteindelijke doelstelling van VIOS is dat het project op een gegeven moment stopt, maar de aanpak niet. Het is de bedoeling dat de scholen en andere betrokkenen na afloop van het project systematisch met hun veiligheidsproblematiek omgaan en voldoende geëquipeerd en ervaren zijn om de veiligheid in en om de scholen structureel aan te pakken. Aanvankelijk zou het VIOS-project na het schooljaar 2003-2004 of na kalenderjaar 2004 worden stopgezet. De vraag is echter of dat het juiste moment zal zijn om de overstap van een projectmatige naar een structurele aanpak te maken. Het project loopt in 2004 weliswaar al een aantal jaren, maar in de perceptie van de deelnemende scholen is het project pas echt begonnen in 2001 toen er een duidelijke projectstructuur kwam.
Om te kunnen bepalen of en hoe het project verder moet willen de dienst DMO en de projectleiding van het VIOS graag weten in hoeverre het project succesvol is. De Dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam heeft daarom een evaluatie van het VIOS uitgevoerd1. In dit rapport worden de resultaten van dit (evaluatie)onderzoek beschreven.
1.2
Vraagstelling en aanpak van het onderzoek
Vraagstelling De centrale vraag van het onderzoek luidt in hoeverre het VIOS-project succesvol is. De mate waarin het project al dan niet geslaagd is, is helaas niet vast te stellen aan de hand van meetbare (gekwantificeerde) doelstellingen, omdat veiligheid een moeilijk meetbaar begrip is. Daar komt nog bij dat het niet mogelijk is om alle ontwikkelingen op het gebied van veiligheid in en om scholen uitsluitend aan VIOS toe te schrijven. Om het functioneren van VIOS te kunnen bepalen is daarom nagegaan of een van de doelen van VIOS, de systematische omgang van scholen en hun partners met hun veiligheidsproblematiek, gehaald is en of de betrokken partijen (en dan met name de scholen) in het project geloven. Daarnaast is onderzocht hoe betrokken partijen de veiligheid beleven en welke bijdrage de VIOS-producten en diensten leveren aan die veiligheidsbeleving. Concreet worden in dit rapport de volgende vragen beantwoord: •
Wat is de stand van zaken als het gaat om de beleving van de veiligheid in en om scholen?
•
Is het, in de beleving van leerlingen, leraren, schoolleiding en ouders de laatste 2 jaar veiliger of minder veilig geworden?
•
Wat is de bijdrage van VIOS aan de beleving van de veiligheid?
1 Dit onderzoek is in geen enkel opzicht vergelijkbaar met het onderzoek van DSP uit 1998. In het DSP onderzoek staan incidenten en slachtoffers centraal, in dit onderzoek staat het VIOS-project centraal. Wel is bij de VIOS-evaluatie gebruik gemaakt van een aantal stellingen over de beleving van veiligheid uit het DSP onderzoek.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
4
O+S Amsterdam
Aanpak Om de onderzoeksvragen te beantwoorden is begonnen met een uitgebreid kwalitatief (vooral verkennend) onderzoek. Het kwalitatieve onderzoek bestond uit groepsgesprekken en individuele interviews met vertegenwoordigers van de onderzoeksdoelgroepen (leerlingen, leraren, veiligheidscoördinatoren, schoolleiding en ouders). De resultaten van dit kwalitatieve onderzoek zijn vervolgens bij dezelfde onderzoeksdoelgroepen getoetst door middel van kwantitatief onderzoek.
De belangrijkste reden om met kwalitatief onderzoek te beginnen is dat veiligheid een containerbegrip is waar iedereen iets anders onder verstaat. In de verkennende fase is daarom eerst onderzocht: •
Wat verstaan de betrokken partijen onder veiligheid in en om school?
•
Wat maakt een school al dan niet veilig?
•
Wat vinden de betrokkenen belangrijk op het gebied van veiligheid in en om scholen?
•
Welke onderdelen van het VIOS-project kent men en hoe oordeelt men daarover?
De resultaten van het kwalitatieve onderzoek zijn gebruikt om de schriftelijke vragenlijsten voor het kwantitatieve onderzoek te ontwikkelen.
1.3
Leeswijzer
De rapportage is als volgt opgebouwd. In hoofdstuk 2 wordt de opzet en de uitvoering van het onderzoek beschreven. In de daarop volgende hoofdstukken worden de resultaten van de verschillende onderzoeksdoelgroepen weergegeven; in hoofdstuk 3 komen de leerlingen en de ouders aan bod, in hoofdstuk 4 de leraren en in hoofdstuk 5 de schoolleiding en de veiligheidscoördinatoren. Van iedere onderzoeksdoelgroep worden zowel de resultaten van het kwalitatieve als van het kwantitatieve onderzoek weergegeven. In hoofdstuk 6 worden de conclusies en aanbevelingen weergegeven.
In de bijlagen zijn de volgende stukken opgenomen: responsverantwoording (bijlage I), beknopte weergave van het VIOS-project en de verschillende onderdelen (bijlage II), checklisten van het kwalitatieve onderzoek (bijlage III), vragenlijsten van het kwantitatieve onderzoek (bijlage IV), instructiebrieven voor de VC's en ouders (bijlage V).
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
5
O+S Amsterdam
2
OPZET EN UITVOERING VAN HET ONDERZOEK
2.1
Onderwerp en afbakening
De evaluatie van een project als VIOS is dermate complex dat er bij de opzet keuzes gemaakt moesten worden. Om te beginnen draait het project om veiligheid, een voornamelijk subjectief begrip dat moeilijk te kwantificeren is en dat bovendien altijd een sterke relatie heeft met de heersende tijdsgeest. Daarnaast zijn scholen en leerlingenpopulaties voortdurend in beweging. Voorbeelden hiervan zijn schaalvergroting en de steeds veranderende leerlingenpopulatie. Ook zijn er veel verschillende partijen bij het project betrokken. De evaluatie van VIOS is door al deze bovenstaande zaken geen kwestie geweest van rechttoe rechtaan kwantitatief onderzoek; enerzijds simpelweg omdat het onderwerp zich er niet voor leende, anderzijds omdat er teveel betrokken partijen zijn die ieder op een eigen manier met het project bezig geweest zijn.
Er is daarom gekozen voor een opzet waarbij een kwalitatief onderzoek is uitgevoerd, waarvan de resultaten in een tweede fase kwantitatief getoetst zijn. De kwalitatieve fase was nodig om de begrippen te kunnen duiden en de vragen in de kwantitatieve fase zo te kunnen stellen dat zij geen inleiding behoefden en afgestemd waren op de verschillende doelgroepen die in het onderzoek betrokken waren.
Wat de verschillende onderzoeksdoelgroepen betreft is ook een keuze gemaakt. Bij het VIOS-project zijn vanuit de overheid, welzijnsinstellingen, buurten en politie en justitie veel mensen betrokken. Echter, het VIOS is een project van, voor en door scholen. Er is daarom voor gekozen om bij de evaluatie in eerste instantie voornamelijk de deelnemende scholen aan bod te laten komen. Dit houdt in dat het onderzoek met name gericht is op de leerlingen, leerkrachten, directies en veiligheidscoördinatoren en oudercommissies van (een deel van) de betrokken scholen.
2.2
De kwalitatieve, verkennende, fase
In de kwalitatieve, verkennende fase zijn de verschillende onderzoeksgroepen op verschillende wijzen benaderd. In overleg met de ambtelijk opdrachtgever en de projectleider van het VIOS zijn profielen opgesteld van de te interviewen groepen en is de aanpak vastgesteld.
Om een goed beeld te krijgen van de problematiek en een indruk te krijgen van de situatie binnen de scholen is gestart met groepsgesprekken met veiligheidscoördinatoren (VC's). Direct daarna zijn de groepsgesprekken met de ouders van leerlingen gehouden. Aan de groepsgesprekken namen 11 VC's en 7 ouders deel.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
6
O+S Amsterdam
Na de groepsgesprekken zijn van acht scholen de VC's benaderd met de vraag of zij leerlingen, leraren en directieleden wilden benaderen om deel te nemen aan interviews. De acht scholen zijn in nauw overleg met de ambtelijk opdrachtgever en de projectleider van het VIOS geselecteerd en daarbij is rekening gehouden met de verdeling over regio's, schooltype en schoolgrootte. Dankzij de snelle en adequate medewerking van de VC's zijn - in relatief korte tijd - gesprekken georganiseerd met 44 leerlingen, 22 leraren en 8 directieleden:
Naam school
Onderwijstype
Groot/
Regio
Middel/
Aantal
Aantal
Aantal
leerlingen
leraren
directie
Klein Ivko
Vmbo/havo
Klein
Oost
6
2
1
Montessori College Oost Pieter Nieuwland College
Vmbo
Groot
Oost
6
3
1
Havo/vwo
Middel
Oost
7
4
1
Marcanti College
Vmbo
Middel
West
6
3
1
Hervormd College West
Vmbo/havo/vwo
Groot
West
8
2
1
Amsterdams Lyceum
Havo/vwo
Groot
Zuid
3
3
1
Nicolaas Lyceum
Havo/vwo
Middel
Zuid
4
2
1
Berlage Lyceum
Vmbo/havo/vwo
Middel
Zuid
4
3
1
44
22
8
Totaal
De gesprekken vonden plaats op de betreffende scholen tijdens tussenuren of direct na schooltijd. Alle gesprekken (ook die van de VC's en de ouders) zijn gehouden aan de hand van een checklist die de leidraad vormde van de gesprekken. De checklist is per onderzoeksdoelgroep opgesteld, ook weer in overleg met de ambtelijk opdrachtgever en de projectleider van het VIOS (de checklisten voor de gesprekken zijn opgenomen in bijlage III).
De globale opzet van de checklist was voor iedere groep hetzelfde: •
Introductie en uitleg achtergrond van het onderzoek.
•
Veiligheid: probleem en doelstelling. Hier is aan leerlingen, ouders en leraren gevraagd wat veiligheid is en hoe zij de veiligheid in en omschool beleven. Aan VC's en schoolleiding is gevraagd met welke problemen zij te maken hebben, hoe de stand van zaken is en hoe zij een veilige school definiëren.
•
Maatregelen: hier is aan alle doelgroepen gevraagd welke maatregelen er genomen worden in en om school om de veiligheid te verbeteren en in hoeverre deze maatregelen voldoen.
•
Bekendheid en waardering VIOS-project en VIOS-producten. Aan ouders en leerlingen zijn geen directe vragen gesteld over VIOS en de producten van VIOS. Wel is aan deze groepen gevraagd of zij bekend waren met bepaalde cursussen, trainingen of andere
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
7
O+S Amsterdam
diensten waar zij mogelijk bekend mee zouden kunnen zijn. Met leraren, VC's en de schoolleiding zijn het VIOS-project en de daarbij behorende diensten en producten wel expliciet en uitvoerig doorgenomen.
De resultaten van het kwalitatieve onderzoek zijn beschreven in een beknopt verslag dat de basis vormde voor het kwantitatieve onderzoeksdeel.
2.3
De kwantitatieve, toetsende, fase
Het kwantitatieve deel van het onderzoek was niet zozeer gericht op het verzamelen van nieuwe informatie, maar wel op het toetsen van informatie uit het verkennende onderzoek. Voor vier van de vijf doelgroepen (ouders, leerlingen, leraren en veiligheidscoördinatoren) is een aparte schiftelijke vragenlijst gemaakt (zie bijlage IV) zodat de groepen zo gericht mogelijk zijn ondervraagd. Aan de schoolleiding is niet een aparte vragenlijst toegestuurd, omdat verondersteld is dat de VC de school op dit terrein het best kan vertegenwoordigen.
Om de ouders te benaderen is een steekproef getrokken uit het Leerling Administratie Systeem (LAS). Er zijn 1050 vragenlijsten naar ouders verstuurd (30 per school en naar ouders van 35 scholen). In totaal zijn 186 vragenlijsten ingevuld geretourneerd, wat neerkomt op een respons van 18%.
Om de leerlingen en leraren te benaderen is wederom een beroep gedaan op de VC's. Aan alle scholen die niet aan het kwalitatieve deel van het onderzoek hebben deelgenomen (dat zijn er 31) zijn vragenlijsten gestuurd voor leerlingen, leraren en de vc's. Aan de VC's is gevraagd deze vragenlijsten uit te zetten, in te nemen en terug te sturen (volgens instructie, zie bijlage V). Veel VC's hebben aan dit verzoek gehoor gegeven; in totaal hebben 21 van de 31 benaderde scholen (een respons van 68%) een pakket met ingevulde vragenlijsten teruggestuurd. Helaas stuurden 3 scholen de vragenlijst te laat in, waardoor zij niet meer opgenomen zijn in de analyse.
De respons van alle onderzoeksgroepen is groot voor schriftelijk onderzoek. Ter vergelijking: de respons op schriftelijke enquêtes die O+S doet, varieert doorgaans tussen de 10% en 35%. De grote respons is toe te schrijven aan grote betrokkenheid bij het onderwerp en een enorme inzet van de veiligheidscoördinatoren.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
8
O+S Amsterdam
De analyse is gebaseerd op de vragenlijsten van de volgende scholen:
Naam school
Onderwijstype
Regio
Ingevulde
Ingevulde
vragenlijsten
vragenlijsten
leerlingen
leraren
Wellant College Linnaeus
Vmbo
Oost
65
25
Amstel Lyceum
Vmbo/havo/vwo
Oost
55
23
College de Meer
Vmbo
Oost
62
22
Meridiaan College
Vmbo/havo
West
34
13
NOVA College
Vmbo
West
54
20
ROCvA Hubertus
Vmbo
49
12
West
30
19
Junior College West Comenius College
Havo/vwo
West
31
13
Huygens College
Vmbo
West
32
30
Wellant College Sloten
Vmbo
West
44
25
Cartesius Lyceum
Havo/vwo
West
49
21
Barleus Gymnasium
Gymnasium
Zuid
12
7
SG Sweelinck
Vmbo
Zuid
64
17
SG Gerrit van der Veen
Havo/vwo
Zuid
41
16
Joodse Maimonides
Vmbo/havo/vwo
Zuid
30
13
SG Zuiderlicht
Vmbo
Zuid
48
11
St. Ignatius Gymnasium
Gymnasium
Zuid
68
29
Grafisch LyceumAmsterdam
Vmbo
Zuid
70
17
838
336
Totaal
Van de VC's zijn alleen diegenen benaderd die nog niet eerder aan het onderzoek hadden deelgenomen (ofwel aan de groepsgesprekken ofwel tijdens de schoolbezoeken). Er zijn 27 VC's benaderd, daarvan hebben 11 mensen (respons 41%) de vragenlijst ingevuld teruggestuurd.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
9
O+S Amsterdam
3
LEERLINGEN EN OUDERS
3.1
Inleiding
In dit hoofdstuk worden de resultaten van zowel het kwalitatieve als het kwantitatieve onderzoek onder leerlingen en ouders weergegeven. Dat betekent dat de resultaten van de interviews en groepsgesprekken (het kwalitatieve deel) direct aangevuld worden met de resultaten van de enquête (het kwantitatieve deel).
3.2
Leerlingen
Aan de groepsdiscussies en de interviews op de scholen hebben in totaal 44 leerlingen deelgenomen. De schriftelijke enquête die daarop volgde is door 838 leerlingen ingevuld.
Veiligheid in school Tijdens de interviews en groepsgesprekken met leerlingen wordt een veilige school als volgt omschreven: een veilige school is een school waar je je prettig voelt, waar mensen met respect met elkaar omgaan, waar duidelijke regels zijn en waar je bij iemand terecht kunt als er problemen zijn. Vooral
op scholen
waar men elkaar kent (van gezicht), waar geen vreemden binnen gelaten worden, waar men zich vast kan houden aan duidelijke regels en sancties en waar aandacht is voor hoe men met elkaar omgaat, voelen leerlingen zich veilig. Daarbij is het volgens de leerlingen belangrijk dat je bij iemand terecht kunt als er iets is en dat de schoolleiding meteen (en goed) ingrijpt als er iets gebeurt.
Uit de enquête blijkt dat het merendeel van de leerlingen (90%) zich veilig (56%) of redelijk veilig (34%) voelt op school. Van alle ondervraagde leerlingen zegt 10% zich niet veilig te voelen op school. Grafiek 1 Stelling ‘ik voel me veilig op school’ (gevraagd aan leerlingen, in procenten) 60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%
ja
r e d e lijk
nee
Dat een groot deel van de leerlingen zich in meer of mindere mate veilig voelt op school, heeft onder meer te maken met de sfeer en interactie binnen de school:
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
10
O+S Amsterdam
Tabel 1. Sfeer en interactie (n = 838) Nee, klopt
Ja, klopt een
Ja, klopt
Totaal
niet (%)
beetje (%)
helemaal (%)
(%)
Ik heb genoeg vrienden / vriendinnen op school
5
20
75
100
Ik zit in een leuke klas
10
41
49
100
Ik ken de meeste leerlingen van gezicht
12
41
47
100
De sfeer op school vind ik prettig
12
50
38
100
Ik ga met plezier naar school
12
52
36
100
Ik voel me thuis op mijn school
28
40
32
100
Ik voel me vaak eenzaam op school
89
8
3
100
Ik heb vaak ruzie op school
85
12
3
100
De meeste leerlingen vinden de sfeer redelijk tot goed, kennen elkaar van gezicht, hebben genoeg vrienden en vriendinnen, voelen zich niet eenzaam, hebben niet vaak ruzie en vinden de klas waar ze in zitten wel in orde. De basisvoorwaarden voor een veilig gevoel op school zijn daarmee wel redelijk vervuld. Opvallend is wel dat ondanks deze geluiden 28% zegt zich niet thuis te voelen op school. Van deze 28% is het overgrote deel VMBO leerling. Het is niet helemaal duidelijk waar deze afwijkende score vandaan komt, een mogelijke verklaring is dat de leerlingen de vraag heel erg letterlijk opgevat hebben en het niet eens zijn met de stelling dat zij zich op school net zo voelen als thuis. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat factoren die helemaal niets met veiligheid te maken hebben (zoals bijvoorbeeld slechte cijfers, moeite met leren) een rol hebben gespeeld bij het beantwoorden van deze vraag.
Naast factoren die met sfeer en interactie te maken hebben en die moeilijk te beïnvloeden zijn, zijn er ook factoren van invloed op de veiligheidsbeleving die makkelijk te sturen zijn. Het gaat hier om regels en omgangsvormen: Tabel 2. Regels en omgangsvormen (n = 838) Nee, klopt
Ja, klopt een
Ja, klopt
Totaal
niet (%)
beetje (%)
helemaal (%)
(%)
Onze school heeft duidelijke regels
6
30
64
100
Als er iets gebeurt, grijpt de schoolleiding in
11
49
40
100
De meeste docenten nemen de leerlingen serieus
15
49
36
100
Er komen geen vreemden in onze school
26
38
36
100
Als er iemand gepest wordt, dan doet de schoolleiding
17
47
36
100
27
43
30
100
De leerlingen in mijn klas helpen elkaar graag
17
58
25
100
Er is veel aandacht voor pesten op school
33
46
21
100
In de klas gaat het over hoe je met elkaar omgaat
48
39
13
100
hier iets aan Als mij op school iets naars overkomt, dan kan ik daar makkelijk over praten op school
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
11
O+S Amsterdam
Wat de regels betreft, is het wel duidelijk: de regels zijn er en de meeste leerlingen hebben wel het gevoel dat de schoolleiding ingrijpt als er iets gebeurt. Wat de omgangsvormen betreft is een deel van de leerlingen iets minder op zijn gemak: bijna 30% van de leerlingen heeft het idee dat er wel eens vreemden in de school komen en dat zij niet op school terecht kunnen als er iets is. Bijna de helft (48%) zegt dat er nauwelijks aandacht is voor hoe je met elkaar omgaat.
Het feit dat 56% van de leerlingen zich veilig en 34% zich redelijk veilig voelt, wil dan ook helemaal niet zeggen dat de leerlingen geen vervelende incidenten meemaken. Bijna vier van de tien leerlingen maken soms (31%) of regelmatig (8%) iets mee op school of het schoolplein wat leidt tot een gevoel van onveiligheid. Daarbij zegt bijna een kwart (23%) van de leerlingen wel eens gepest te worden op school. Dat veel leerlingen zich toch veilig voelen, komt omdat de meeste leerlingen zich toch redelijk beschermd voelen door bestaande regels en de handhaving daarvan. Incidenten zijn volgens de leerlingen onvermijdelijk, het is voor de leerlingen wel van belang dat de schoolleiding hierbij ingrijpt en dat er aandacht besteed wordt aan onwenselijk gedrag.
Om te achterhalen of er veranderingen plaatsvinden op het gebied van veiligheid is aan de leerlingen gevraagd of zij vinden dat de veiligheid het afgelopen jaar2 verbeterd, verslechterd of gelijk gebleven is. Grafiek 2. Is de veiligheid op school in de afgelopen 12 maanden veranderd? (onder leerlingen, in procenten) 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
b e te r
g e lijk g e b le v e n
s le c h te r
De meeste leerlingen (61%) vinden de situatie stabiel, 19% ziet een verbetering en 7% vindt dat de veiligheid achteruit gaat. Dit laatste percentage is opmerkelijk laag gezien de aandacht die er in de media is voor de toenemende gevoelens van onveiligheid in de Nederlandse samenleving.
2
Er is voor gekozen om alleen te vragen naar veranderingen van het afgelopen jaar en niet verder terug in de tijd. Dit heeft te maken met het gegeven dat mensen abstracte gegevens (als veiligheid) van meer dan een jaar geleden vaak niet meer zo bewust voor de geest kunnen halen.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
12
O+S Amsterdam
Veiligheid om school De meeste leerlingen voelen zich redelijk veilig tot veilig op straat rondom de school (zie grafiek 3). Iets meer dan de helft (55%) voelt zich helemaal veilig, nog eens 35% voelt zich redelijk veilig. Van alle ondervraagden voelt 1 op de 10 leerlingen zich niet veilig op straat rondom school. Grafiek 3: Stelling ‘ik voel mij op straat rondom mijn school veilig’ (gevraagd aan leerlingen, in procenten) 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
ja
re d e lijk
nee
Op weg van school naar huis en in het openbaar vervoer voelen leerlingen zich ook redelijk veilig. Meer dan de helft voelt zich op weg van school naar huis en in het openbaar vervoer helemaal veilig, ongeveer een derde voelt zich redelijk veilig. Tabel 3. Veiligheid rondom school (percentages, N = 838) Nee, klopt
Ja, klopt een
Ja, klopt
Totaal
niet (%)
beetje (%)
helemaal (%)
(%)
Op weg van huis naar school voel ik mij veilig
7
28
65
100
Voel mij veilig in het openbaar vervoer
10
32
58
100
Schoolleiding heeft in de gaten wat er rondom school
41
38
21
100
Schoolleiding heeft in de gaten wat in OV gebeurt
83
13
4
100
Als er rondom school iets gebeurt, grijpt schoolleiding
40
46
14
100
gebeurt
in
Uit tabel 3 blijkt verder dat de leerlingen niet de indruk hebben dat de schoolleiding goed in de gaten heeft wat er rondom de school en in het openbaar vervoer gebeurt. Vooral het openbaar vervoer wordt losgekoppeld van het gezichtsveld van de schoolleiding. Overigens is een flink aantal leerlingen van mening dat de schoolleiding geen zicht heeft op gebeurtenissen rondom school (41%) en in het openbaar vervoer (83%). Iets minder dan de helft van de leerlingen denkt dat de schoolleiding soms (46%) of vaak (14%) ingrijpt als er iets gebeurt rondom school.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
13
O+S Amsterdam
Van alle ondervraagde leerlingen zegt 62% nooit een incident rondom school meegemaakt te hebben dat leidde tot een onveilig gevoel, de rest heeft dit een enkele keer (31%) of regelmatig (7%) meegemaakt. De veiligheid rondom school is volgens de meeste leerlingen (62%) het afgelopen jaar hetzelfde gebleven, volgens 11% verbeterd en 8% vindt de situatie verslechteren: Grafiek 4: Is de veiligheid rondom school de afgelopen 12 maanden veranderd? (gevraagd aan leerlingen, in procenten) 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
b e te r
g e lijk g e b le ve n
s le c h te r
Bekendheid en waardering VIOS-producten Tijdens de gesprekken met leerlingen is een aantal VIOS-producten en diensten genoemd met de vraag welke de leerlingen daarvan kenden en wat zij ervan vonden. De leerlingen zijn (zoals verwacht) niet of nauwelijks bekend met de producten van VIOS, iets dat bijna onvermijdelijk is omdat de meeste producten zijn bedoeld voor of gericht op de schoolleiding, leraren en veiligheidscoördinatoren. Een beperkt aantal trainingen en cursussen is bij een aantal leerlingen bekend en is ook met die leerlingen besproken. Omdat leerlingen niet of nauwelijks bekend zijn met VIOS en haar producten en de vragenlijst zo kort mogelijk moest blijven, is besloten om in de schriftelijke vragenlijst geen vragen op te nemen over het project en de producten. De hieronder beschreven resultaten berusten volledig op het kwalitatieve onderzoek, wat betekent dat zij indicatief en niet representatief zijn. De meest bekende VIOS onderdelen zijn TKI en Leefstijl3. Naast TKI en Leefstijl zijn ook veel leerlingen bekend met leerlingmentoring. De overige onderdelen zijn veel minder bekend; Medio komen we op een enkele school tegen en hetzelfde geldt voor Focus. Videobanden en voorlichtingsmateriaal is bij de leerlingen niet of nauwelijks bekend.
De meningen over de TKI variëren enorm. Een aantal leerlingen geeft aan iets geleerd te hebben van TKI, hoewel het in de praktijk niet echt veel toegepast wordt. Een ander deel van de leerlingen zegt het 'kinderachtig', 'veel te ver gezocht' te vinden en is van mening dat het 'nooit kan werken in het echt'. De
3
Zie voor een beschrijving van alle VIOS-producten en diensten bijlage II.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
14
O+S Amsterdam
reden dat veel leerlingen verwachten dat het in de praktijk niet werkt is omdat ze het toch te 'gevaarlijk' vinden om problemen (als pesten) in de klas te bespreken: 'dan heb je kans dat het alleen maar erger wordt'.
Leefstijl wordt over het algemeen niet zo goed gewaardeerd door de leerlingen: 'veel te kinderachtig'. Hoewel er veel kritiek is op de trainingen TKI en Leefstijl wordt het door de leerlingen wel gewaardeerd dat er aandacht besteed wordt aan hoe je met elkaar omgaat. In dit kader wordt ook het pestprotocol vaak genoemd: voor al die dingen geldt volgens veel leerlingen dat het misschien niet direct werkt, maar dat het wel heel zinvol is om het aan de orde te stellen en er aandacht aan te besteden; 'het zit dan toch in je hoofd en je weet hoe de school erover denkt'.
Leerlingmentoring wordt door veel leerlingen goed gewaardeerd. Vooral de oudere leerlingen zeggen te zien dat het werkt: een aantal leerlingmentoren geeft aan dat eerstejaars wel degelijk bij hen aankloppen als er iets is. De eerstejaars zelf zeggen niet zo snel naar een leerlingmentor te stappen, maar eerder naar de mentor zelf of naar een docent. Het is niet duidelijk of dit waar is of dat dit te maken heeft met het feit dat de eerstejaars veelal in groepen geïnterviewd zijn en het 'not done' is om naar een leerlingmentor te stappen als er iets aan de hand is.
Een minder bekend VIOS verschijnsel binnen school is de Veiligheidscoördinator. Op twee van de acht scholen weet een aantal van de leerlingen dàt er een VC is en wie dat dan is. Op veel scholen weet men niet dat er een VC is, wat dat dan is of wie dat dan is. Het spreekt voor zich dat de VC's het meest bekend zijn op scholen waar veel maatregelen genomen zijn en waar men veel aandacht heeft voor de trainingen en cursussen.
3.3
Veiligheidsbeleving van de ouders
Aan de groepsgesprekken met ouders hebben zeven ouders deelgenomen. De schriftelijke enquête is door 186 ouders ingevuld en teruggestuurd.
Veiligheid in school De ouders maken zich niet veel zorgen over de veiligheid in school (zie tabel 4). Rond de 75% van de ouders denkt dat zijn of haar kind zich veilig voelt op school, zich thuis voelt op school en met plezier naar school gaat. Nog eens 20% denkt dat zijn of haar kind zich min of meer veilig en thuis voelt op school en met redelijk veel plezier naar school gaat. Maximaal 5% van de ouders denkt dat zijn of haar kind zich niet veilig voelt op school:
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
15
O+S Amsterdam
Tabel 4. Veiligheid in school volgens de ouders (percentages, N = 186) Nee,
Ja, klopt een
Ja, klopt
Weet
Totaal
klopt niet
beetje (%)
helemaal
niet
(%)
(%)
(%)
(%) Mijn kind gaat met plezier naar school gaat
3
24
72
1
100
Kind voelt zich thuis op school
4
21
74
1
100
Kind voelt zich veilig op school
4
18
75
3
100
Kind wordt niet gepest op school
5
13
80
2
100
Op school is aandacht voor hoe je met elkaar om
4
22
61
13
100
3
18
65
14
100
Op school is aandacht voor veiligheid
3
19
66
11
100
De schoolregels op school van kind zijn streng
10
35
48
7
100
Er is geen geweld op de school van mijn kind
18
23
46
13
100
Er is aandacht voor het onderwerp pesten
9
27
47
17
100
Schoolleiding grijpt in als er gepest wordt
8
25
47
20
100
Schoolleiding grijpt in als er iets gebeurt wat niet mag
4
26
62
8
100
gaat Kind kan op school terecht als hij / zij zich onveilig voelt
De ouders denken dat er veel aandacht is voor veiligheid, hoe men met elkaar omgaat en voor het onderwerp pesten. Ook vertrouwen de ouders erop dat de schoolleiding in zekere mate ingrijpt als er iets gebeurt dat niet mag of als een kind gepest wordt. Tegelijkertijd zegt ook rond de 20% niet te weten of er veel aandacht voor pesten is en of de schoolleiding ingrijpt als er gepest wordt.
Van de ouders denkt 18% er wel degelijk geweld is op de school van de kinderen en vindt 10% de regels helemaal niet streng. Eenzelfde percentage (10%) maakt zich regelmatig zorgen over de veiligheid van zijn of haar kind, 30% doet dit een enkele keer en 60% maakt zich nooit zorgen over de veiligheid van het kind.
Van alle ouders zegt 64% een idee te hebben over de veiligheidssituatie op school. Van deze 64% zegt een klein deel (7%) dat de situatie verslechterd is, het merendeel (68%) dat de veiligheid stabiel en een kwart (25%) dat de veiligheid verbeterd is het afgelopen schooljaar:
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
16
O+S Amsterdam
Grafiek 5. Is de veiligheid op school in de afgelopen 12 maanden veranderd? (gevraagd aan ouders, in procenten) 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
b e te r
g e lijk g e b le v e n
s le c h te r
Veiligheid om school Over de veiligheid rondom school maken meer ouders zich zorgen. Van de ondervraagde ouders zegt 21% zich regelmatig zorgen te maken over de veiligheid rondom school, maakt 49% zich hier een enkele keer zorgen over en maakt 29% zich hier nooit zorgen over. Hoewel de kinderen zich volgens de ouders redelijk veilig tot veilig voelen rondom school, maken zij zich er wel zorgen over. Dit kan te maken hebben met het gegeven dat veel ouders niet weten of en in hoeverre de schoolleiding weet wat er speelt en eventueel in kan grijpen als er iets gebeurt rondom school. Tabel 5. Veiligheid rondom school volgens de ouders (percentages, N = 186) Nee, klopt
Ja, klopt
Ja, klopt
Weet
Totaal
niet
een beetje
helemaal
niet
(%)
(%)
(%)
(%)
(%)
Kind voelt zich veilig rondom school
4
30
60
6
100
Schoolleiding heeft goed in de gaten wat er
15
28
35
21
100
12
24
38
26
100
rondom school gebeurt Schoolleiding grijpt in als er rondom school iets gebeurt
Van alle ouders heeft 64% een mening over de veiligheidssituatie rondom school. Van deze 64% vindt 18% dat de situatie het afgelopen schooljaar verslechterd is, 62% dat de situatie stabiel is en 20% dat de veiligheid rondom school het afgelopen jaar verbeterd is:
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
17
O+S Amsterdam
Grafiek 6. Is de veiligheid rondom school in de afgelopen 12 maanden veranderd? (onder ouders, in procenten) 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
b e te r
g e lijk g e b le v e n
s le c h te r
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
18
O+S Amsterdam
4
LERAREN
4.1
Veiligheid in school
Aan de groepsgesprekken en de interviews hebben in totaal 22 leraren deelgenomen. De vragenlijst is door 336 leraren ingevuld en teruggestuurd. Ook in dit hoofdstuk zijn de resultaten van het kwalitatieve en het kwantitatieve onderzoek geïntegreerd.
Uit de interviews en gesprekken met leraren blijkt dat de veiligheidsbeleving van docenten voor een groot deel bepaald wordt door de mate waarin zij zich gesteund voelen door collega's en de schoolleiding. Op alle scholen gebeuren incidenten, maar in hoeverre dat bedreigend is, is afhankelijk van de manier waarop de schoolleiding en collega's ermee omgaan: 'Op mijn vorige school voelde ik me onveilig. De leerlingen hadden daar weinig respect voor docenten en de schoolleiding deed daar niets aan. Deze school is dan nog behoorlijk veilig: hier tel je als docent mee, er wordt naar je geluisterd.' 'Ik voel me hier heel veilig. Dat heeft te maken met het beleid: incidenten worden goed afgehandeld en je krijgt altijd ruggesteun. We hebben een geweldig team'.
Gebrek aan ruggesteun en teamvorming kunnen redenen zijn om je niet veilig te voelen op school: 'Ik voel me niet altijd veilig, ik ben vorig jaar bedreigd door ouders. De jongen en zijn ouders zijn niet eens aangesproken, dat neem ik de schoolleiding ontzettend kwalijk.' 'Er zijn mensen die het veiligheidsbelang gebruiken om spelletjes met anderen te spelen. Daar worden collega's heel onzeker van. Dat vind ik een vorm van onveiligheid; je kunt hier niet open praten en daar hebben meerdere mensen last van'.
Andere belangrijke componenten van de veiligheidsbeleving die tijdens de groepsgesprekken en interviews met docenten naar voren kwamen zijn: het handhaven van regels en toepassen van sancties, het weren van vreemden in de school, de aanwezigheid van camera's en aandacht voor de manier waarop je met elkaar omgaat.
Uit de enquête komt naar voren dat de voorwaarden voor een veilig gevoel op school voor veel leraren geheel of gedeeltelijk vervuld zijn. Een groot deel van de docenten - 75% - zegt zich veilig te voelen op school, 22% voelt zich redelijk veilig en 3% voelt zich onveilig:
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
19
O+S Amsterdam
Grafiek 7 Stelling ‘ik voel me veilig op school’ (gevraagd aan leraren, in procenten) 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
ja
r e d e lij k
nee
Nog geen 5% vindt het niet plezierig op het werk en vindt de sfeer op school niet prettig (zie tabel 6). Naast de sfeer is het team van belang: 98% voelt zich in meer (71%) of mindere (27%) mate gesteund door collega's bij incidenten en 92% voelt zich in meer (61%) of mindere (31%) gesteund door de schoolleiding bij incidenten. Tabel 6. Veiligheid in school volgens de leraren (percentages, N = 336) Nee, dat klopt
Ja, dat klopt
Ja, dat klopt
niet (%)
een beetje (%)
helemaal (%)
Ik voel me veilig op school
3
22
75
Ik ga met plezier naar mij werk
1
22
77
De sfeer op school is prettig
3
22
75
Ik ken de meeste leerlingen van gezicht
15
31
54
Docenten en schoolleiding vormen een hecht team
17
46
38
In de klas praten we over hoe je met elkaar omgaat
2
33
65
Collega's praten over hoe je met elkaar omgaat
15
45
40
Kan op school terecht als er iets is
5
26
67
Er wordt goed opgelet dat er geen vreemden
13
44
43
Schoolregels zijn duidelijk
5
35
60
Er is veel aandacht voor incidenten
9
42
49
Schoolleiding grijpt meteen in bij incident
6
39
55
Als ik bij een incident betrokken ben, dan staat
8
31
61
2
27
71
5
42
52
8
50
42
binnenkomen
schoolleiding achter me Als ik bij een incident betrokken ben, dan staan collega's achter me Als een leerling gepest wordt, dan grijpt de schoolleiding in Als een leraar gepest wordt, dan grijpt de schoolleiding in
Op dit moment is het grootste probleem op het gebied van veiligheid in school volgens de leraren dat er toch nog vaak 'vreemden' (leerlingen van andere scholen) de school binnenkomen. In de open
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
20
O+S Amsterdam
vragen geven leraren aan dat zij zich hierdoor vaak onprettig of geïntimideerd voelen: 'vreemde' leerlingen laten zich niet corrigeren en/of wegsturen en zijn brutaal en soms agressief. Bij incidenten zijn vaak van deze buitenstaanders betrokken. Verder noemen leraren ook onderlinge conflicten (tussen leraren) en boze ouders (soms zelfs agressief) als bedreigingen van de schoolveiligheid.
Iets meer dan de helft van de docenten (51%) heeft overigens wel eens een incident meegemaakt waardoor hij of zij zich onveilig voelde. Ruim een kwart (28%) van de leraren voelt zich een enkele keer geïntimideerd op school, bijna driekwart (72%) zegt zich nooit geïntimideerd te voelen.
Ook aan de docenten is gevraagd over de veiligheidssituatie de afgelopen jaren veranderd is: Grafiek 8. Is veiligheid op school in de afgelopen 2 jaar veranderd4? (onder docenten, in procenten). 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
b e te r
g e lijk g e b le v e n
s le c h t e r
Van de docenten die een idee hebben over de veiligheidssituatie in school zegt 8% dat de veiligheid verslechterd is in de afgelopen twee jaar, vindt 60% dat de situatie stabiel is en zegt 34% dat de veiligheid verbeterd is in de afgelopen twee jaar.
4.2
Veiligheid rondom school
Hoewel er rondom scholen soms incidenten plaatsvinden die voor leraren bedreigend kunnen zijn, voelt men zich over het algemeen wel veilig rondom de school. Van alle ondervraagde leraren zegt 1% zich niet veilig te voelen rondom school, voelt 24% zich min of meer veilig en zegt 75% zich veilig te voelen. Dat neemt niet weg dat 41% van de leraren wel eens een incident meegemaakt heeft dat het gevoel van veiligheid aan kan tasten en dat rond de 20% van de leraren zich een enkele keer geïntimideerd voelt in de omgeving van school of op de route van school naar huis. Ook hier geldt weer dat de manier waarop de school hiermee omgaat cruciaal is: als de school zich achter de leraar opstelt en waar mogelijk maatregelen treft, dan bevordert dat ook het gevoel van veiligheid rondom school.
4
Aan leraren en veiligheidscoördinatoren is gevraagd of zij veranderingen in de veiligheid over de afgelopen twee jaar constateren (bij andere onderzoeksgroepen is een periode van één jaar gehanteerd). Een periode van twee jaar is bij deze onderzoeksgroepen wel mogelijk, omdat veiligheid voor hen een minder abstract begrip is.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
21
O+S Amsterdam
Tabel 7. Veiligheid rondom school volgens de leraren (percentages, N = 336) Nee, dat klopt
Ja, dat klopt
Ja, dat klopt
niet (%)
een beetje (%)
helemaal (%)
Ik voel me veilig rondom school
1
24
75
Wij (schoolpersoneel) hebben goed in de gaten wat er
20
64
16
16
55
29
8
50
42
rondom school gebeurt Schoolleiding grijpt meteen in als er rondom school iets gebeurt wat niet mag Als een leraar gepest wordt, dan grijpt de schoolleiding in
Leraren hebben, meer dan de leerlingen, het idee dat de schoolleiding redelijk in de gaten heeft wat er rondom school gebeurt. Ook hebben zij het idee dat de schoolleiding ingrijpt als er rondom de school iets gebeurt dat niet mag.
Er verandert volgens de meeste leraren niet veel in de veiligheidssituatie rondom school: Grafiek 9. Is veiligheid rondom school in de afgelopen 2 jaar veranderd? (onder docenten, in procenten).
80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%
b e te r
g e lij k g e b le v e n
s le c h te r
Van de docenten die een idee hebben over de veiligheidssituatie rondom school zegt 8% dat de situatie verslechterd is, 76% dat de situatie stabiel is en zegt 16% dat de veiligheid rondom school de afgelopen 2 jaar verbeterd is.
4.3
Bekendheid en waardering VIOS en haar producten
Tijdens de gesprekken met leraren is het VIOS als project genoemd en is gekeken of leraren bekend zijn met producten en diensten van het VIOS. De projectnaam VIOS was niet voor iedereen even bekend, maar na enige uitleg en toelichting kende men wel een aantal van de producten. Daar toelichting nodig was om de producten helder voor ogen te krijgen en de schriftelijke vragenlijst zo beknopt mogelijk moest zijn, is ervoor gekozen om vragen over bekendheid en waardering van VIOS niet op te nemen in de schriftelijke vragenlijst. De resultaten hieronder zijn daarom gebaseerd op de gesprekken met 22 leraren (het kwalitatieve deel van deze evaluatie).
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
22
O+S Amsterdam
Het meest bekend onder de leraren is het onderdeel 'trainingen'. Zo kennen veel mensen de training 'Omgaan met grensoverschrijdend en agressief gedrag' en zijn ook TWI, TKI en Leefstijl onder veel leraren bekend. Focus, Medio en Actie & Reactie zijn niet of nauwelijks bekend onder de ondervraagde docenten. De meningen over de cursussen zijn als volgt: •
Omgaan met grensoverschrijdend gedrag wordt goed ontvangen. Docenten die de cursus gedaan hebben zijn er tevreden en hebben er veel van opgestoken;
•
TKI vindt men tijdrovend en inefficiënt. Te grote druk op het rooster voor te weinig effect;
•
TWI vinden de meesten ook een grote druk op het rooster, maar wie het eenmaal gedaan heeft is wel overtuigd van het nut;
•
Leefstijl vinden veel docenten te kinderachtig.
Ondanks de kritiek op de cursussen vindt men het wel heel goed dat de cursussen er zijn en dat er aandacht is voor de manier waarop je met elkaar en conflicten omgaat.
Een ander onderdeel van VIOS is de Veiligheidscoördinator (VC). Ongeveer de helft van de ondervraagde leraren weet dat er een VC is; onder docenten is beter bekend dat er een VC op school is dan bij leerlingen. Op twee scholen weten de leraren niet dat er een VC is, wat die doet en wie dat is. Op de andere scholen weet men wel dat er een VC is en vaak ook wie dat is. Waar de VC zich mee bezighoudt en waar hij of zij verantwoordelijk voor is weet men heel vaag.
Het Schoolveiligheidsplan is bij ongeveer de helft van de docenten bekend, wat wil zeggen dat zij weten dat 'het binnenkort komt' en dat de VC degene is die ermee gaat komen.
Incidentenregistratie blijkt een ruim begrip; iedereen is ermee bekend en/of werkt ermee. Dat het om een bepaald systeem gaat is voor velen nog niet duidelijk.
VOS beheergroepen zijn niet of nauwelijks bekend; wel is men op de hoogte van convenanten met de politie en afspraken met buurtbewoners.
De netwerken (VC netwerk en directeurenoverleg) zijn redelijk bekend; veel docenten hebben er wel eens van gehoord. Men is heel enthousiast over deze manier van leren van elkaar.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
23
O+S Amsterdam
5
DIRECTIELEDEN EN VEILIGHEIDSCOÖRDINATOREN
5.1
Directieleden
In de eerste fase van het onderzoek is op acht scholen met een directielid gesproken. Onderstaande resultaten zijn op deze acht gesprekken gebaseerd en dus louter indicatief, niet representatief.
Beleving van de veiligheid Alle ondervraagden geven aan dat er op hun school incidenten voorkomen, alleen varieert het aantal en soort incidenten dat genoemd wordt. Op de meeste scholen gaat het in school om een incidentele vechtpartij, pesten, kleine diefstallen en zo nu en dan een conflict tussen leraar en leerling. Op drie scholen zijn de problemen groter: het gaat dan om drugsdealers voor school, slaags rakende groepen jongeren, afpersing of hardnekkig geroddel.
Alle respondenten geven aan dat er om de school meer incidenten zijn dan in de school. Het gaat om incidenten als: •
conflicten met leerlingen van andere scholen
•
overlast van groepen hangjongeren van andere scholen
•
incidenten in het openbaar vervoer: diefstal, pesten, intimidatie
•
overlast voor de buurt en de winkeliers in de buurt
•
blowende leerlingen
De ondervraagden geven aan dat er afspraken zijn met politie, stadsdeel en openbaar vervoer om deze incidenten te voorkomen, maar dat deze afspraken nog niet altijd goed werken. Drie van de ondervraagde directeuren zijn wel tevreden over de samenwerking met andere partijen, de anderen zien nog geen resultaat.
Alle ondervraagden vinden dat ze op een veilige school werken. Een veilige school is een school waar geen ernstige incidenten ('met wapens en of drugs; echt die Amerikaanse toestanden') voorkomen en waar leerlingen zich prettig voelen. Allen zijn het erover eens dat pesten onuitroeibaar, maar wel beheersbaar is: 'Onze school is veilig, alhoewel pesten altijd een rol zal spelen. Ik ben bioloog en zie pesten als een biologisch fenomeen: het is het instellen van de hiërarchie, iedereen moet een plekje krijgen. Dat voorkomt geen enkele school. Maar door er veel over te praten wordt het bespreekbaar en maak je duidelijk dat bepaalde dingen hier niet geaccepteerd worden'.
'Eén van de eerste dingen die eersteklassers hier meemaken is dat er afspraken gemaakt worden, dat je je aan die afspraken houdt en dat het geen klikken is als je aan de mentor vertelt dat er iets gebeurd is. Er wordt wel
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
24
O+S Amsterdam
gepest, maar we kijken niet de andere kant op en dat weet iedereen; leerlingen en personeel. Leerlingen vinden het soms streng, maar ze voelen zich wel veilig en vooral op sociaal gebied.'
Alle ondervraagden zijn van mening dat het voor de sociale veiligheid van cruciaal belang is dat er in de eerste schooljaren veel aandacht is voor omgangsvormen en sociaal gedrag.
Veranderingen in de veiligheidsbeleving De meeste ondervraagden zijn van mening dat er niet meer, grotere of andere problemen zijn op het gebied van veiligheid dan bijvoorbeeld 5 jaar geleden. Wel vindt men dat men het de laatste jaren veel beter onder controle heeft: 'Ik geloof niet dat de incidenten veranderd zijn, wel geloof ik dat de oplossingsystematiek van leerlingen en leraren vergroot is. Dat komt omdat ze getraind worden.'
'Het is wel veiliger geworden. Vroeger hadden we vaker last van vreemden en nu is er een duidelijk beleid: er zit een grens aan bepaald gedrag. De sfeer op school is meer open.'
'Volgens mij is het duidelijk veiliger geworden. In de eerste plaats zijn we er door het VIOS en andere projecten veel alerter op geworden. De ouderraad zet veiligheid ook vaker op de agenda en daardoor blijf je scherp.'
Twee respondenten vinden dat de problemen groter zijn geworden: 'Pesten, vechten en blowen gebeurde altijd al. Maar met een mes rondlopen en een mes gebruiken, dat is nieuw. Het multiculturele is ook nieuw, problemen met bepaalde groepen jongeren had je tien jaar geleden niet. En het maatschappelijke klimaat is veranderd.'
'De problemen rondom school zijn veel groter. Leerlingen worden beroofd of opgewacht. Daar moet nog heel veel aan gedaan worden'.
Maatregelen Het aantal maatregelen varieert enorm per school. Op drie van de acht scholen zegt men nauwelijks veiligheidsmaatregelen te nemen: er surveilleren af en toe docenten, conciërges laten geen vreemden binnen, er is een pestproctocol en op twee van de drie scholen hangt een camera in de fietsenstalling. De veiligheidscoördinator wordt op deze scholen door de schoolleiding ook niet direct in verband gebracht met het veiligheidsbeleid. Op één van deze scholen wordt de vc voornamelijk verantwoordelijk gehouden voor zaken als brandveiligheid en beveiliging van ramen en deuren.
Op de andere scholen wordt meer aan veiligheid gedaan. Genoemde maatregelen zijn: camera's in en buiten de school, kluisjes en kluisjescontroles, toegangspasjes, toezichthouders, conciërgeteams, pestprojecten in de onderbouw, aanpassingen aan het gebouw (meer licht op bepaalde plaatsen, minder
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
25
O+S Amsterdam
meubilair, minder ingangen, etc), variabele pauzetijden, blokuren (minder leswisselingen), aantrekkelijke activiteiten binnen de school (waardoor de leerlingen liever gecontroleerde delen van school rondhangen dan daarbuiten), cursussen en trainingen (van het VIOS worden genoemd: TKI, TWI, Omgaan met grensoverschrijdend gedrag), overleg met leerlingen (in een leerling-raad, veiligheidsraad of contactcommissie).
Op twee scholen komt de politie (of wijkagent) minimaal één keer per week langs om kluisjes te controleren of voorlichting te geven.
Uit de gesprekken komt naar voren dat de maatregelen zich vooral richten op het werken aan sociale binding binnen de school en het zoveel mogelijk weren van 'vreemden' in en rond de school.
Bekendheid en waardering VIOS Alle ondervraagden (of men veel of weinig veiligheidsproblemen had of veel of weinig maatregelen treft) zijn van mening dat het VIOS alleen al enorme winst heeft geboekt door scholen met elkaar in contact te brengen: 'Door het VIOS is de situatie enorm verbeterd. De scholen zijn met elkaar in gesprek geraakt. Hiervoor was het 'not done' om over veiligheidsproblemen te praten, dat kostte leerlingen.'
'De veiligheid is toegenomen de laatste jaren en het VIOS speelt daar een belangrijke rol in. Doordat we als school zoveel handvatten van het VIOS hebben gekregen en doordat je ideeën van andere scholen krijgt. Zonder het VIOS zou er niet zoveel contact zijn tussen scholen en zou er niet zo open gepraat worden. Er zijn niet zoveel mogelijkheden tot netwerken in dit vak. Door die netwerken word je op zaken gewezen en dat heeft best veel opgeleverd.'
Los van wat het nu oplevert, denken de mensen die nu nog niet zo actief betrokken zijn bij het VIOS dat het wel preventief kan werken: 'Het leuke van VIOS is dat ik er nu niet meer alleen over nadenk. Andere scholen hebben problemen die hier nu nog niet aan de orde zijn, maar over twee jaar misschien wel. Zo blijf je alert en kun je dingen voorkomen. Je krijgt gereedschap'.
Bekendheid en waardering VIOS-producten Cursussen en trainingen Het principe achter de cursussen en trainingen (werken aan de sociale binding, problemen bespreekbaar maken en omgaan met moeilijk gedrag) wordt door iedereen onderschreven en gewaardeerd. De waardering voor de cursussen en trainingen zelf verschilt enorm, dat heeft vooral te maken met de tijdsbesteding van de meeste cursussen 'ze drukken zwaar op het rooster'. Dat geldt
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
26
O+S Amsterdam
vooral voor TKI. De scholen die het gedaan hebben zijn over het resultaat wel redelijk enthousiast, maar over de praktische uitvoering niet.
Ook TWI drukt erg op het rooster en het is daarom lastig om leraren er enthousiast voor te krijgen. Dat neemt niet weg dat men resultaat ziet van die cursus: op scholen waar leraren de cursus gevolgd hebben zijn de meesten zeer enthousiast: men vindt TWI zeer leerzaam en nuttig.
Leefstijl is bij de meeste directieleden niet heel bekend. Ze hebben er wel eens van gehoord, maar weten niet altijd 'of het in huis is'.
Leerlingmentoring is wel een bekend begrip; als men het niet in de VIOS vorm heeft, dan heeft men wel een afgeleide ervan of is men bezig om het op te zetten.
Over het algemeen vindt men dat dergelijke trainingen en cursussen wel degelijk zin hebben, maar dat daarbij niet voorbij gegaan kan worden aan de specifieke problematiek / sfeer van iedere school afzonderlijk. Dus men onderschrijft de gedacht dat er getraind en geleerd moet worden om problemen bespreekbaar te maken en sociale binding te bevorderen, maar men pleit voor nog meer maatwerk: 'Ik heb geen zinloze trainingen of cursussen gezien bij het VIOS, maar ik vind wel: er zou meer mogelijk moeten zijn. Misschien is het onwetendheid van mij, maar het VIOS biedt iets aan en dat doe je of dat doe je niet. Misschien is het aanbod te beperkt en zou je er meer maatwerk van moeten maken.'
Voorlichtingsmateriaal Met veel van het voorlichtingsmateriaal (videobanden, nieuwsbrief, website) is men wel bekend. Het wordt vooral gebruikt als naslagwerk 'als ik iets wil weten dan zoek ik het op'. De nieuwsbrief wordt door de meesten wel even doorgebladerd.
Schoolveiligheidsplan Alle ondervraagden weten dat het eraan komt, maar ze weten niet precies wanneer. Het Schoolveiligheidsplan is wel iets waar de meesten het nut van inzien en mee aan de slag willen: 'Een Schoolveiligheidsplan komt eraan en dat is heel goed. De cd-rom is in september klaar. Dit product is ontwikkeld met het idee dat elke school anders is, je kunt je plan dan toespitsen op je eigen situatie. Ook dit is winst van het VIOS, het zou er anders niet van gekomen zijn.'
'Er komt straks een digitaal Schoolveiligheidsplan. Het is een enorme klus om dat zelf te maken en nu kun je er meteen efficiënt mee aan de slag en kun je kijken of je geen blinde vlek in je organisatie hebt. Dat is heel goed'.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
27
O+S Amsterdam
Incidentenregistratie Bijna alle respondenten weten dat er binnen het VIOS gewerkt wordt aan de incidentenregistratie. Iets meer dan de helft van de ondervraagden staat daar positief tegenover: 'Volgend jaar gaan de scholen in Oost, op één na, hetzelfde programma gebruiken. Dan kun je vergelijken en meten. Dat is nodig om te weten of je het doel (minder en minder grote incidenten) kunt realiseren. De incidentenregistratie zal daarover meer duidelijkheid brengen.'
De overige ondervraagden zijn kritisch of willen gewoon hun eigen systeem blijven gebruiken: 'Onze incidentenregistratie is niet gekoppeld aan een centraal systeem, moet dat? Ik vind dat een ontzettend gedoe. In Nederland worden sommige dingen die je groot moet houden klein gemaakt en dingen die je klein moet houden worden groot gemaakt!'
'Onze incidentenregistratie (die we al sinds 1997 hebben) voldoet prima: er gebeurt hier zo weinig'.
Netwerkoverleggen Alle ondervraagden vinden het goed dat de netwerken er zijn, al heeft een enkeling wel kritiek: 'De meeste directeuren nemen het directeurenoverleg niet zo serieus. Het is ook maar een paar keer per jaar. Het heeft niet de hoofdprioriteit, directeuren komen er kijken. Ik ga er altijd wel heen, maar vaak krijg ik het schaamrood op de kaken: toen Bureau Jeugdzorg langs kwam waren er maar drie directeuren. Niemand zegt daar wat van'. (regio Zuid)
Overige ondervraagden zijn juist weer wel heel goed te spreken over de overlegstructuren: 'Een andere sterke component van het VIOS (naast de activiteiten op scholen), is dat er een overlegstructuur is. Zo leren we (VC's en directeuren onderling) veel van elkaar.' (regio Oost)
'Die netwerken zijn heel goed. Het is goed om op de hoogte te zijn van wat andere scholen willen of doen'. (regio West)
'Ik ga altijd naar de directeurenoverleggen. Ik heb daar goede contacten en haal daar veel vandaan. Voor mij is het een structurele bijdrage.' (regio Zuid)
Totaaloordeel van de schooldirecties Hoewel er bij sommige ondervraagden wel veel kritiek is op het VIOS (en dan vooral op de beginfase en op het feit dat er 'met dure bureaus gewerkt wordt'), houdt bijna iedereen aan het eind van het gesprek een pleidooi voor continuering van het project:
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
28
O+S Amsterdam
'Je moet wel werken vanuit een concrete vraag, een probleem en dat was bij ons helemaal niet aan de orde. Het moet meer maatwerk zijn, want het is wel heel goed dat het VIOS er is. Zonder VIOS moet iedereen opnieuw het wiel uitvinden en dat is zinloos.'
'Het VIOS draagt bij aan ons actieve beleid, maar het is onmogelijk precies te meten in hoeverre. De kosten van de conciërges, de TKI lessen en de cursussen worden vergoed door het VIOS. De VC heeft in deze projecten een duidelijke opbouw aangebracht en daar plukken we nu de vruchten van.'
'De structuur van het VIOS houdt de boel op de rails. We hebben laatst ook gebrainstormd over de vraag of het VIOS gecontinueerd moet worden of dat het ook zonder kan. Iedereen is het er dan over eens dat alles weg zal zakken als die structuur niet behouden blijft. Ik denk ook dat het VIOS de sfeer tussen scholen heeft verbeterd. Voorheen werden dingen niet besproken en nu blijken we dezelfde problemen te hebben; de sfeer is heel open'.
De opbouwende kritiek richt zich vooral op de volgende punten: •
Er zou, nog meer dan nu, vanuit een vraag gewerkt moeten worden. Hoewel de respondenten zien dat de loketgedachte wel haar intrede heeft gedaan, vinden sommigen nog dat er scholen bij zitten die te weinig betrokken zijn en zich onvoldoende inzetten. Dit probleem zou verholpen kunnen worden als alleen die scholen ondersteund worden die ook echt concrete vragen of problemen hebben.
•
Er zou meer maatwerk geleverd kunnen worden, vooral op het gebied van trainingen en cursussen.
•
Deelnemende scholen mag je wijzen op een 'plicht' de netwerkbijeenkomsten te bezoeken. De bijeenkomsten hebben alleen maar zin als deelnemers er ook echt zijn.
Op een respondent na is iedereen van mening dat VIOS gecontinueerd moet worden. Vooral de vrees dat veiligheid ondergesneeuwd raakt als er geen druk meer is van buiten is erg groot: 'Het cement is belangrijk: de VC, het directeurenoverleg en dat alles van buitenaf wordt aangestuurd. Als scholen dat in dit stadium zelf moeten doen, dan stort het bouwwerk in. Het fundament moet nog beter geïmplementeerd worden, de structuur moet blijven zoals die nu is. Als je het aan het schoolbestuur laat, dan gaat het geld ergens anders heen, terwijl veiligheid de basis is om met elkaar te kunnen (blijven) werken.'
5.2
Veiligheidscoördinatoren
Respons Tijdens de eerste fase van het onderzoek (de kwalitatieve fase) zijn twee gesprekken georganiseerd waaraan totaal 11 veiligheidscoördinatoren aan deelnamen. Daarnaast zijn bij de bezoeken aan de scholen nog 3 veiligheidscoördinatoren geïnterviewd, in totaal is in fase 1 gesproken met 14 veiligheidscoördinatoren. In de tweede onderzoeksfase is aan de overige 25 veiligheidscoördinatoren een vragenlijst gestuurd. Daarvan zijn er 11 ingevuld teruggestuurd. De onderstaande resultaten zijn dus gebaseerd op de gesprekken met en vragenlijsten van in totaal 25 veiligheidscoördinatoren.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
29
O+S Amsterdam
Vanwege de beperkte omvang van de onderzoeksdoelgroep en het gegeven dat de cijfers niet van 25, maar van 11 respondenten afkomstig zijn, worden de resultaten niet in percentages, maar in absolute aantalen weergegeven.
Taakuren en taakopvatting van de veiligheidscoördinator De tijd die de respondenten kunnen besteden aan de functie van VC verschilt enorm per school. Waar de een bijna de helft van de werkweek aan deze functie kan besteden, heeft de ander slecht één taakuur per week beschikbaar. De meeste respondenten (9) besteden tussen de twee en de zes uur per week aan de VC-functie. Ook de invulling varieert. Gemeenschappelijk is wel dat iedereen de meeste tijd besteedt aan het bemiddelen tussen leerlingen en docenten of tussen leerlingen onderling en het registreren van incidenten.
Veiligheidsbeleving van veiligheidscoördinatoren Veiligheidsproblemen in school hebben volgens de VC's vooral te maken met conflicten tussen leerlingen en docenten en leerlingen onderling. Problemen binnen de school zijn vaak: niet luisteren naar docenten, pesten, schelden, dreigen. Het gaat binnen de school vaak om sociale onveiligheid. In mindere mate (maar wel aanwezig) gaat het om problemen die de fysieke veiligheid aantasten (diefstal, vechtpartijen, dreigen met wapens etc).
Om de school spelen voornamelijk twee problemen: last van jongeren die er niet horen (die niet op de school zitten waar ze overlast veroorzaken) en vervuiling van de omgeving. De locatie van de school is van belang als het gaat om problemen buiten de hekken; scholen in woon- en winkelwijken hebben andere problemen dan scholen die in kantoorwijken gesitueerd zijn. Scholen in dichtbevolkte gebieden hebben meer te maken met buren (winkels, omwonenden) en worden ook vaker aangesproken op diefstallen of overlast.
De problemen zijn volgens de VC's niet anders of erger dan vijf jaar geleden, ze zijn alleen nu (mede door het VIOS) zichtbaar en bespreekbaar. Ze zijn wel anders dan 15 of 20 jaar geleden, want 'toen hadden leerlingen nog respect voor gezag'.
Op de vraag wanneer een school veilig is (en de doelen dus bereikt zijn) antwoorden alle respondenten dat een school veilig is als leerlingen en leraren zich er prettig voelen. De meeste respondenten vinden dat zij op een redelijk veilige school werken. Dat wil niet zeggen dat er geen incidenten plaatsvinden, want dat is op iedere school het geval. De reden dat de ondervraagden vinden dat ze op een veilige school werken is dat zij van mening zijn dat leerlingen en docenten zich thuis voelen op de school.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
30
O+S Amsterdam
Vergeleken met twee jaar geleden is er volgens de VC's wel iets veranderd; er is een omslagpunt geweest in het denken over en aanpakken van de veiligheid op school. Tot twee jaar geleden was het lastig voor scholen toe te geven dat zij problemen hadden op het gebied van de veiligheid, sinds twee jaar wordt erover gesproken en kan men elkaar ook helpen bij het vinden van oplossingen. Veel respondenten schrijven deze omslag toe aan het VIOS.
Vooral de veiligheid in school is volgens de VC's verbeterd; 9 van de 11 geënquêteerde VC's vinden dat de veiligheid in school is verbeterd. Echter ook rondom school wordt resultaat geboekt; 4 van de geënquêteerden zeggen dat de situatie verbeterd is in de afgelopen twee jaar, volgens 6 respondenten is de situatie hetzelfde gebleven.
Maatregelen in en om school De meeste genoemde maatregelen in school zijn docenten die surveilleren in school, kluisjes en cameratoezicht (zie tabel 8). Tijdens de groepsgesprekken worden ook nog TKI, Leefstijl en leerlingmentoring genoemd. Een enkeling heeft in school elektronische toegangspoortjes aan moeten brengen, om vreemden buiten te houden. Tabel 8. Maatregelen om de veiligheid in school te bevorderen (absolute aantallen, n=11) Aantal scholen Docenten surveilleren in school
10
Kluisjes
9
Cameratoezicht
7
Docenten surveilleren op het schoolplein
4
Maatregelen om leerlingen binnen te houden (kantine,
4
binnenschoolse activiteiten) Toegangspasjes
2
Aanpassingen aan het gebouw
2
Tourniquets
1
Externe toezichthouders in school
1
Variabele pauze-uren
1
Om de veiligheid om de school te verbeteren noemen de respondenten: afspraken met politie, omwonenden en winkeliers en surveillerende docenten rondom school.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
31
O+S Amsterdam
Tabel 9. Maatregelen om de veiligheid rondom school te bevorderen (absolute aantallen, n=11) Aantal scholen Afspraken en overleg met de politie
8
Afspraken en overleg met buurtbewoners
5
Docenten surveilleren rondom school
4
Afspraken en overleg met winkeliers
3
Afspraken met GVB en toezicht in bussen
1
Contacten met collega scholen
1
Externe toezichthouders
1
Bekendheid en gebruik VIOS-producten De meest bekende en gebruikte VIOS-producten zijn de communicatiemiddelen van het VIOS: de nieuwsbrief, de website en de folder. Uit de gesprekken en de enquête komt naar voren dat 'advies op maat' niet alleen het minst bekend is, maar ook het minst gebruikt wordt: Tabel 10. Bekendheid en gebruik VIOS-producten (absolute aantallen, n=11) Bekend /
Bekend / geen
ervaring mee
ervaring mee
Niet mee bekend, wel van gehoord
Nooit van gehoord
TKI
3
6
2
1
Focus
3
3
3
2
TWI
1
4
3
3
7
4
-
-
Actie & Reactie
1
5
1
4
Medio
2
4
1
4
Leefstijl
3
3
2
3
De website van VIOS
8
2
1
-
De VIOS nieuwsbrief
10
1
-
-
Leerlingmentoring
2
6
1
2
Informatiefolder VIOS
6
1
1
3
WA- brochure
4
-
3
4
Videoband Het woord bij de daad
2
1
4
4
Videoband The mediators
1
3
3
4
Advies op maat
1
1
2
7
Schoolveiligheidsplan
4
5
2
-
Omgaan met grensoverschrijdend en agressief gedrag
VOS- beheergroepen
4
4
-
3
Incidentenregistratie (IRIS)
7
3
1
-
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
32
O+S Amsterdam
Van de trainingen zijn TKI en Omgaan met grensoverschrijdend en agressief gedrag verreweg het meest bekenden gebruikt. Ook tijdens de gesprekken met de VC's kwam TKI regelmatig aan de orde, net als TWI, Leefstijl, Focus en leerlingmentoring. Minst bekend zijn Medio en Actie & Reactie.
Oordeel VIOS-producten en diensten Tabel 11. Oordeel VIOS-producten en diensten (in absolute aantallen, n=11) (helemaal)
(helemaal)
mee eens
mee oneens
TKI is nuttig.
7
1
3
TKI is lastig te organiseren.
8
-
3
TWI is nuttig.
5
-
6
Er is geen animo voor TWI.
3
2
6
n.v.t
Leerlingmentoring werkt goed.
7
-
4
Medio is nuttig.
3
-
8
Focus is nuttig.
2
-
9
Leefstijl is nuttig.
5
-
6
Leefstijl is te kinderachtig.
4
3
4
Omgaan met grensoverschrijdend en agressief gedrag is nuttig.
10
-
1
De videoband over TKI is slecht.
3
1
7
De Videoband over TKI is realistisch.
2
-
9
De website van VIOS is goed.
8
-
3
De Nieuwsbrief lees ik altijd.
10
-
1
De adviezen op maat zijn goed.
3
-
8
De VOS beheer groepen zijn nuttig.
Incidentenregistratie IRIS is nodig om grip te krijgen op de problemen. Het Schoolveiligheidsplan zal nuttig zijn voor onze school. Schoolveiligheidsplan wordt zo opgesteld, dat het voor iedere school bruikbaar is.
7 11 10
-
-
4 1
De VC-netwerken zijn nuttig.
9
-
2
De VOS beheer groepen zijn nuttig.
7
-
4
In de praktijk werken de afspraken van VOS beheergroepen goed.
4
-
7
De directeurenoverleggen zijn nuttig.
8
-
3
Opvallend in het oordeel over de producten en diensten is dat als de respondenten het product kennen, ze er ook redelijk positief over zijn. De mensen die de producten niet kennen, geven over die producten geen oordeel. Bij sommige producten (Medio, Focus, Advies op maat, videobanden en VOS beheergroepen) is het aantal mensen dat geen oordeel geeft relatief groot. Van de mensen die wel een oordeel hebben, zijn de meesten positief. Vooral TKI, leerlingmentoring, Omgaan met grensoverschrijdend en agressief gedrag, de Nieuwsbrief, het Schoolveiligheidsplan en de netwerken worden goed gewaardeerd.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
33
O+S Amsterdam
Oordeel VC's over VIOS als project De VC's zien het VIOS wel degelijk als een manier om de veiligheid te verbeteren (zie tabel 12). Alle VC's (11) vinden dat VIOS bij kan dragen aan verbetering van de veiligheid op scholen. Volgens veel ondervraagden is er al veel gebeurd op dit gebied; het VIOS heeft het onderwerp bespreekbaar gemaakt en op de agenda van scholen gezet. Daar is al heel veel mee gewonnen, want door het zichtbaar te maken kun je het ook concreet aanpakken. Daarbij worden ook nog eens (via de veiligheidsnetwerken en de andere onderdelen) instrumenten aangedragen om de veiligheid te bevorderen. Tabel 12. Oordeel over VIOS als project (in absolute aantallen) (helemaal) mee
(helemaal)
n.v.t
eens
mee oneens
Incidentenregistratie is te verkiezen boven een eigen systeem.
8
1
2
Zonder VC netwerken verslapt de aandacht voor veiligheid.
8
1
2
scholen.
9
2
-
VIOS draagt bij aan het verbeteren van veiligheid op scholen.
11
-
-
school verplicht moeten zijn.
10
1
-
In de praktijk werken de afspraken van VOS beheergroepen goed.
4
-
7
De cursussen en de trainingen van VIOS zijn te duur.
1
3
7
3
4
4
Als VIOS verdwijnt, verdwijnt veiligheid als aandachtspunt op
De netwerkbijeenkomsten voor VC's zouden voor iedere VIOS
Er wordt binnen VIOS te veel geld uitgegeven aan externen adviseurs en bureaus.
Alle ondervraagden zijn zeer tevreden over het VIOS-project en vinden dat het in stand gehouden moet worden. Zonder projectorganisatie is het onderwerp veiligheid weer gedoemd van de agenda te verdwijnen: als er geen subsidie voor is, zullen de scholen niet uit zichzelf netwerken in stand houden en trainingen inkopen. Alle ondervraagden voorzien dat het dan 'als een kaartenhuis ineenstort' . Daarbij vinden de respondenten ook dat het VIOS-project als geheel voortgezet moet worden; alle onderdelen samen maken het project. Als je een paar onderdelen weghaalt, haal je de ziel uit het project.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
34
O+S Amsterdam
6
SAMENVATTING, CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN
6.1
Samenvatting
Opzet en uitvoering van het onderzoek In dit onderzoek is nagegaan in hoeverre het VIOS-project succesvol is. Om het functioneren van VIOS te kunnen bepalen is onderzocht of een van de doelen van VIOS, de systematische omgang van scholen en hun partners met hun veiligheidsproblematiek, gehaald is en of de betrokken partijen (en dan met name de scholen) in het project geloven. Daarnaast is nagegaan hoe betrokken partijen de veiligheid beleven en welke bijdrage de VIOS-producten en diensten leveren aan die veiligheidsbeleving.
Om de onderzoeksvragen te beantwoorden is begonnen met een uitgebreid kwalitatief (vooral verkennend) onderzoek. Het kwalitatieve onderzoek bestond uit groepsgesprekken en individuele interviews met vertegenwoordigers van de onderzoeksdoelgroepen (leerlingen, leraren, veiligheidscoördinatoren, schoolleiding en ouders). De resultaten van dit kwalitatieve onderzoek zijn vervolgens bij dezelfde onderzoeksdoelgroepen getoetst door middel van kwantitatief schriftelijk onderzoek. De respons bij het kwantitatieve onderzoek was groot: 18% van de ouders, 41% van de VC's en 68% van de benaderde scholen deden mee aan het schriftelijke onderzoek. In het rapport zijn de resultaten van het kwalitatieve en kwantitatieve onderzoek geïntegreerd weergegeven.
Veiligheidsbeleving; de stand van zaken Hoewel bijna de helft van de leraren en ongeveer één op de vier leerlingen aangeeft wel eens te maken te hebben met incidenten in en om school, lijken die incidenten niet alles bepalend te zijn voor de beleving van de veiligheid in en om school. Veiligheid is dan ook iets dat zich moeilijk laat meten, het is vooral een gevoel. Leerlingen en leraren zeggen zich redelijk veilig te voelen in school en ook rondom school voelt een heel groot deel van de leerlingen en leraren zich redelijk veilig. Ouders maken zich over het algemeen weinig zorgen over de veiligheid in school, maar zijn iets bezorgder over de veiligheid rondom school.
Leerlingen voelen zich vooral veilig in een school waar ze zich prettig voelen en dat wordt weer bepaald door de manier waarop men binnen de school met elkaar omgaat, de regels die er gelden (en de handhaving ervan) en het al dan niet bij iemand terecht kunnen in school. Volgens de leerlingen zijn incidenten onvermijdelijk, maar is het vooral van belang hoe de school, medeleerlingen en de omgeving met die incidenten omgaan. Leerlingen geven aan dat ze het belangrijk vinden dat er op incidenten gereageerd wordt en dat er aandacht is voor de manier waarop je met elkaar omgaat.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
35
O+S Amsterdam
Leraren voelen zich vooral veilig op een school waar ze zich gesteund voelen door collega's en de schoolleiding. Incidenten zijn onvermijdelijk, van cruciaal belang voor het gevoel van veiligheid is de manier waarop de schoolleiding en teamgenoten ermee omgaan.
Voor ouders is het van belang dat er toezicht en controle is waar het gaat om hun kinderen. Ze vertrouwen erop dat toezicht en controle in school redelijk goed geregeld zijn, over de situatie rondom school maken ouders zich meer zorgen.
De ondervraagde VC's en schooldirecties zijn zonder uitzondering van mening dat zij op een veilige school werken, ondanks het feit dat er op iedere school wel incidenten zijn.
Voor ouders, leerlingen en leraren geldt dat het merendeel (steeds tussen de 60-70%) vindt dat de veiligheidssituatie in en om school het afgelopen jaar stabiel is. Een flink deel van de ondervraagde leerlingen (20%), leraren (34%) en ouders (25%) vindt dat de situatie in school verbeterd is. De veiligheid om school is volgens 11% van de leerlingen, 16% van de leraren en 20% van de ouders verbeterd. Onder leerlingen en leraren vindt steeds maar een klein deel (8%) dat de situatie in en om school verslechterd is, alleen de ouders zijn hier iets pessimistischer (18%).
Schoolleiding en VC's zien veel veranderingen in de afgelopen twee jaar: vooral het denken en praten over veiligheid in en om school is een enorme stap vooruit. Scholen kunnen toegeven dat er incidenten zijn en durven ook nu maatregelen te nemen. Alle ondervraagden vinden dat de school waarop zij werken veilig is, ondanks het feit dat er incidenten plaatsvinden. Er wordt ook gewerkt aan de situatie rondom school, maar een aantal ondervraagden zegt daar nog niet voldoende grip op te hebben.
De grootste bedreiging voor de veiligheid in en om scholen is volgens leerlingen, leraren, VC's en de schoolleiding de aanwezigheid van 'vreemden in en rondom school'. Uit de gesprekken en de enquête komt naar voren dat dit probleem nog niet volledig onder controle is.
Bekendheid en waardering VIOS-project en producten Zoals verwacht zijn leerlingen het minst bekend met de producten en diensten van VIOS. Voor zover zij er wel mee bekend zijn (en dan gaat het met name om de trainingen, cursussen en lesprogramma's), zijn zij kritisch maar positief. Over de inhoud van de cursussen, trainingen en het lesmateriaal zijn de leerlingen verdeeld, maar zij vinden het unaniem een goede zaak dat er middels cursussen en trainingen aandacht besteed wordt aan de manier waarop je met elkaar omgaat op school.
De leraren zijn iets beter bekend met de producten en diensten van VIOS. Vooral de trainingen TKI, TWI, Omgaan met grensoverschrijdend en agressief gedrag, leerlingmentoring en Leefstijl zijn bekend
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
36
O+S Amsterdam
onder de leraren. De leraren vinden het heel goed dat de cursussen er zijn en dat er aandacht is voor de manier waarop je met elkaar en met conflicten omgaat, maar tegelijkertijd hebben zij wel kritiek op de cursussen (vooral de druk op het rooster is veel gehoord). Uitzondering hierop is de training Omgaan met grensoverschrijdend en agressief gedrag, alle ondervraagden vinden deze training erg nuttig. Van de overige producten en diensten heeft men wel gehoord, maar is men niet tot in detail op de hoogte. De leraren zijn wel enthousiast over de VC-netwerken en de directeurenoverleggen, deze manier van 'leren van elkaar' vindt men heel nuttig.
Van alle groepen zijn de schoolleiding en de VC's het meest bekend met VIOS en haar producten. Wel zijn de verschillen tussen de VC's heel groot; er zijn VC's die VIOS associëren met het aanleggen van brandtrappen en er zijn VC's die alle producten kennen en die waar mogelijk een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van die producten. Op scholen waar de veiligheidsproblemen groter zijn, is de VC actiever dan op scholen waar de problemen minder groot zijn.
De waardering van de VIOS-producten is als volgt:
Cursussen en trainingen Het principe achter de cursussen en trainingen (werken aan de sociale binding, problemen bespreekbaar maken en omgaan met moeilijk gedrag) wordt door iedereen onderschreven en gewaardeerd. De waardering voor de cursussen en trainingen zelf verschilt enorm, dat heeft vooral te maken met de tijdsbesteding van de meeste cursussen. Opvallend is wel dat leraren en VC's die de cursussen gevolgd hebben er bijna allemaal positief over zijn.
Voorlichtingsmateriaal Met het voorlichtingsmateriaal (Nieuwsbrief, website, informatiefolder, brochure Wettelijke Aansprakelijkheid) is men goed bekend. De meeste middelen worden vooral gebruikt als naslagwerk. Uitzondering hierop vormt de Nieuwsbrief, bijna iedereen leest deze even door.
Schoolveiligheidsplan Alle ondervraagden weten dat het eraan komt, niet iedereen weet wanneer. Het Schoolveiligheidsplan is wel iets waar de meesten het nut van inzien en mee aan de slag willen.
Incidentenregistratie VC's en schoolleiding weten dat er binnen het VIOS gewerkt wordt aan de incidentenregistratie. Een groot deel van de ondervraagden staat daar positief tegenover. Een aantal mensen is kritisch (bang voor een papierwinkel) en een enkeling geeft de voorkeur aan het eigen systeem.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
37
O+S Amsterdam
VC-netwerken en directeurenoverleggen Alle ondervraagden vinden het heel goed dat deze twee netwerken er zijn, hierdoor is de veiligheid op scholen bepreekbaar geworden en kan men van elkaar leren. De VC-netwerken en directeurenoverleggen vindt men grote winst van het VIOS. Wel hebben sommigen problemen met de vrijblijvendheid van de overleggen.
Bijdrage van VIOS aan de veiligheid in en om scholen Aan de groepen die een mening kunnen hebben over het VIOS-project (namelijk de schoolleiding en de VC's) is gevraagd wat zij van VIOS vinden en in hoeverre het bijdraagt aan verbetering van de veiligheid in en om scholen.
De meeste ondervraagden zien het VIOS wel degelijk als een manier om de veiligheid te verbeteren. Alleen al het bespreekbaar maken van het probleem en de uitwisseling met andere scholen en andere partijen is een grote winst. Daarbij worden ook nog eens instrumenten (registratie, Schoolveiligheidsplan en de cursussen) aangedragen om de veiligheid te bevorderen.
Hoewel er ook kritische geluiden zijn, vinden verreweg de meeste ondervraagden dat het VIOSproject in stand gehouden moet worden. Zonder projectorganisatie is het onderwerp veiligheid weer gedoemd van de agenda te verdwijnen: als er geen subsidie voor is, zullen de scholen niet uit zichzelf netwerken in stand houden en trainingen inkopen. Alle ondervraagden voorzien dat wat tot nu toe is opgebouwd dan 'als een kaartenhuis ineenstort'. Daarbij vinden de respondenten ook dat het VIOSproject als geheel voortgezet moet worden; alle onderdelen samen maken het project. Als je een paar onderdelen weghaalt, haal je de ziel uit het project.
Uit gesprekken met VC's en schoolleiding komen de volgende verbeterpunten naar voren: •
Een aantal ondervraagden geeft aan dat er scholen zijn die weinig betrokken zijn en die zich weinig inzetten in het kader van VIOS. Dat roept bij een paar ondervraagden wat wrijving op: de VC-netwerken en directeurenoverleggen hebben alleen maar zin als iedereen eraan deelneemt. Een paar ondervraagden zouden die bijeenkomsten willen verplichten.
•
Er mag iets meer maatwerk geleverd worden, vooral op het gebied van trainingen en cursussen.
6.2
Conclusies
Uit het onderzoek naar de beleving van de veiligheid onder leerlingen, leraren, ouders, schoolleiding en veiligheidscoördinatoren komt een overwegend positief beeld naar voren. Leerlingen en leraren voelen zich redelijk veilig in en om school en ook ouders maken zich in het algemeen niet veel zorgen
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
38
O+S Amsterdam
over de veiligheid van de kinderen. Er zijn wel een paar scholen die flink wat problemen hebben, maar het feit dat er zichtbaar en openlijk aan veiligheid wordt gewerkt is volgens velen al winst. Bij de scholen waar de problemen zijn, is veiligheid daardoor inmiddels een belangrijk issue waar ook de nodige aandacht voor is.
Het feit dat men zich redelijk veilig voelt in en om school, wil niet zeggen dat er geen incidenten plaatsvinden. Alle doelgroepen zijn van mening dat incidenten er altijd zullen zijn, maar dat het van cruciaal belang is hoe de school met incidenten omgaat. Een school die ingrijpt als er iets gebeurt, duidelijke regels stelt en veel aandacht besteedt aan ongewenst gedrag wordt door leerlingen, leraren en ouders als een veilige school ervaren.
De veiligheid in en om scholen is volgens de meeste ondervraagden het afgelopen jaar hetzelfde gebleven. Dat neemt niet weg dat ook veel ondervraagden vinden dat de veiligheid het afgelopen jaar verbeterd is. Dit is opmerkelijk, gezien de vele discussies in de Nederlandse samenleving over de toenemende onveiligheid van de Nederlandse burger. Er is maar een hele kleine groep in dit onderzoek die vindt dat de veiligheid in en op scholen verslechterd is.
De filosofie achter VIOS (schoolbinding, openheid en aandacht besteden aan de manier waarop je met elkaar omgaat) wordt door alle doelgroepen onderschreven en gewaardeerd. Onder VC's en de schoolleiding is wel kritiek op onderdelen, maar alle ondervraagden zijn van mening dat de aandacht voor veiligheid in en om scholen zonder het VIOS-project weer van de agenda verdwijnt en dat dat in de toekomst tot grote problemen op het gebied van veiligheid in en om scholen zou kunnen leiden.
6.3
Aanbevelingen
De aanbevelingen zijn gebaseerd op de gesprekken met de schoolleiding en de veiligheidscoördinatoren: •
Het is van belang dat de verworvenheden van het VIOS gecontinueerd worden. Het VIOSproject heeft ervoor gezorgd dat veiligheid in en om scholen bespreekbaar is geworden, dat problemen zichtbaar zijn gemaakt en het biedt tegelijkertijd instrumenten en handvatten om problemen aan te pakken. Scholen maken dankbaar gebruik van die instrumenten en geven aan nog niet voldoende geëquipeerd te zijn om zelf op deze manier met de veiligheidsproblematiek om te gaan.
•
De aanpak van de veiligheid om school is nog niet helemaal goed van de grond gekomen, terwijl dit volgens schoolleiding en VC's wel een belangrijk aandachtsgebied is. Het is dus nodig om meer nadruk te leggen op het verbeteren van de veiligheid rondom school.
•
De roep om meer maatwerk van VIOS geeft aan dat de communicatie op twee punten beter kan:
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
39
O+S Amsterdam
-
het is momenteel onvoldoende bekend dàt het VIOS vooral maatwerk levert. Dat betekent dat voor de doelgroepen duidelijker moet worden wat de projectorganisatie aan iedere individuele school kan bieden.
-
veel ondervraagden zien de cursussen (TKI, TWI, Omgaan met grensoverschrijdend gedrag, etc) als vast cursusaanbod. Het is onvoldoende duidelijk dat dit slechts voorbeelden zijn van wat er allemaal mogelijk is op het gebied van trainingen en cursussen.
•
Bij het VIOS-project zijn inmiddels 47 scholen aangesloten. Een aantal van deze scholen zegt geen veiligheidsproblemen te hebben en besteedt derhalve ook weinig aandacht aan veiligheid in en om school. Deze scholen bezoeken niet de netwerken en denken niet mee over de instrumenten en maatregelen en dit zijn juist zaken die voor scholen die wel problemen hebben zo belangrijk zijn. Binnen de groep scholen ontstaat hierdoor enige wrijving: actieve scholen vinden het jammer dat andere scholen er zo vrijblijvend mee omgaan. De projectorganisatie zou zich af kunnen vragen op welke manier van iedere deelnemende school een actieve bijdrage gevraagd kan worden.
________________________________________________________________________ Evaluatie VIOS
40
O+S Amsterdam