Evaluatie Rechtswetenschappelijk Onderzoek 2009
Inhoud Deel 1 Zelfstudie Erasmus School of Law
Deel 2 Onderzoeksprogramma’s Erasmus School of Law A. Het Domein van de rechter B. Lex Mercatoria C. Rechten van de Mens D. Veiligheid en Toezicht E. Behavioural Approaches to Tort and Contract F. Fiscale autonomie en haar grenzen
Deel 1 Zelfstudie Erasmus School of Law
ZELFEVALUATIE ERASMUS SCHOOL OF LAW Erasmus Universiteit Rotterdam Onderzoeksvisitatie 2006-2008
Rotterdam Juni 2009
Zelfstudie Erasmus School of Law
1
Inhoudsopgave 1. Algemene informatie ..................................................................................................................................3 1.1 Structuur Erasmus School of Law..................................................................................................3 1.3 Organisatie van het onderzoek .......................................................................................................3 2. Karakterisering van de Erasmus School of Law ...........................................................................................5 2.1 Profiel van de ESL .........................................................................................................................5 2.2 Wetenschappelijke en maatschappelijke meerwaarde....................................................................6 2.3 Externe positionering .....................................................................................................................6 3. Strategie en beleid .........................................................................................................................................8 3.1 Strategische keuzes ........................................................................................................................8 3.2 Beleid .............................................................................................................................................8 3.3 Samenwerkingsverbanden..............................................................................................................9 3.4 Kwaliteitszorg ..............................................................................................................................10 4. Promovendi-opleiding ..............................................................................................................................12 4.1 Doelstelling ..................................................................................................................................12 4.2 Selectie van promovendi ..............................................................................................................13 4.3 Kwaliteitszorg promovendibeleid ................................................................................................14 5. Reputatie en leiderschap..............................................................................................................................15 5.1 Visie op leiderschap .....................................................................................................................15 5.2 Externe erkenning ........................................................................................................................15 5.3 Externe fondsenwerving...............................................................................................................15 6. Feiten en cijfers ...........................................................................................................................................15 6.1 Financiële situatie ........................................................................................................................15 6.2 Personeelsbeleid...........................................................................................................................16 6.3 Voorzieningen voor het wetenschappelijk personeel ...................................................................17 7. Onderzoeksresultaten ..................................................................................................................................18 7.1 Kwaliteit onderzoeksoutput .........................................................................................................18 7.2 Kwantiteit onderzoeksoutput........................................................................................................18 8. SWOT analyse ............................................................................................................................................19 8.1 Sterke en zwakke punten..............................................................................................................19 8.2 Bedreigingen en kansen ...............................................................................................................20 Annex Tabel 1-4 zelfstudie faculteit Annex Tabel 1 Niet-programma gebonden onderzoek (incl. publicatieoverzicht)
Zelfstudie Erasmus School of Law
2
1.
Algemene informatie
1.1 Structuur Erasmus School of Law Bij de Erasmus School of Law, de faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam (verder: ESL) werken circa 325 medewerkers. Hiervan behoort 168 man/vrouw tot het wetenschappelijk personeel: 40 hoogleraren, 10 bijzonder hoogleraren, 24 universitair hoofddocenten, 58 universitair docenten en 38 promovendi. Bij de ESL studeren circa 3800 studenten. De ESL verwelkomt jaarlijks circa 120 uitwisselingsstudenten van partneruniversiteiten in het buitenland. De ESL is opgebouwd uit vier capaciteitsgroepen, die elk weer bestaan uit een aantal secties. De secties opereren onder leiding van een sectiehoofd organisatorisch en financieel betrekkelijk zelfstandig. Naast de sectiehoofden kent elke capaciteitsgroep een voorzitter. De ESL omvat de volgende capaciteitsgroepen en secties: - capaciteitsgroep Publiekrecht, met de secties criminologie, Europees recht, internationaal publiekrecht, staats- en bestuursrecht, strafrecht, - capaciteitsgroep Privaatrecht, met de secties arbeidsrecht, burgerlijk recht, handels- en ondernemingsrecht; internationaal privaatrecht & privaatrechtelijke rechtsvergelijking, - capaciteitsgroep Algemene Rechtswetenschappen, met de secties rechtstheorie, rechtseconomie, rechtspsychologie & rechtssociologie, informatica & recht, rechtsgeschiedenis, - capaciteitsgroep Fiscaal Recht, met de secties belastingrecht en bedrijfseconomie. De ESL kent een bestuursstructuur met een Bestuursteam, dat zich richt op de grote lijnen van het facultaire beleid en Dagelijkse Besturen voor onderwijs respectievelijk onderzoek. De ontwikkeling en toezicht op de uitvoering van het onderzoeksbeleid is in handen van het Dagelijks Bestuur Onderzoek (DB-OZ), dat bestaat uit de decaan, prof. mr. M.J. Kroeze (per 1 februari 2009), de onderzoeksdecaan, prof. dr. F. Amtenbrink (per 1 februari 2009), de faculteitsdirecteur, drs. J.B. Steevens, en de onderzoekscoördinator, mr. N.L.G.H. Weber. 1.3 Organisatie van het onderzoek De kern van de organisatie van het onderzoek is het onderzoekprogramma. In periode 2006-2007 is het onderzoek verricht in vier, en vanaf 1 januari 2008 in zes onderzoeksprogramma’s, elk onder leiding van een programmaleider. De programmaleiders zijn verantwoordelijk voor de uitvoering en het management van de door het DB-OZ goedgekeurde onderzoeksprogramma’s. Samen vormen de programmaleiders de facultaire Commissie van programmaleiders, die tweemaandelijks onder voorzitterschap van de onderzoeksdecaan bijeenkomt. In de periode 2006-2008 waren de programmaleiders van de onderzoekprogramma’s: prof. mr. R. de Lange (Rechten van de Mens) prof. mr. H. van de Bunt (Veiligheid & Toezicht; vanaf: 1-1-2008; voorheen prof. mr. R.V. de Mulder) prof. mr. K.F. Haak (Lex Mercatoria) prof. mr. N.J.H. Huls (Domein van de Rechter) vanaf 1-1-2008: prof.mr.drs. H.P.A.M. van Arendonk (Fiscale autonomie en haar grenzen) vanaf 1-1-2008: prof. mr. W.H. van Boom (Behavioural Approaches to Contract and Tort: Relevance for Policymaking). In 2008 was nog rond 10% van het aantal fte’s onderzoek ‘niet-programmagebonden’ (zie ook par. 7.2). Het niet-programma gebonden onderzoek werd deels door wetenschappelijk personeel verricht dat niet in een onderzoeksprogramma participeerde omdat het geen Sanderskwalificatie (zie par. 3.4) had of stelselmatig onderzoek verrichte dat inhoudelijk bij geen van de bestaande onderzoeksprogramma’s aansloot. Een andere categorie bestond uit personen die in beginsel wel in een van de facultaire onderzoeksprogramma’s participeerden maar van wie een enkele publicatie buiten het thema van het programma viel en om die reden door de programmaleider niet in de
Zelfstudie Erasmus School of Law
3
output van het programma was opgenomen. In 2006 en 2007, voor de komst van het onderzoeksprogramma’s ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’ en ‘Fiscale autonomie en haar grenzen’, was dit vooral het geval voor onderzoek op een deelterrein van het privaatrecht en op het gebied van het fiscaal recht. De taakverdeling tussen de sectiehoofden en de programmaleiders is als volgt. Het sectiehoofd is verantwoordelijk voor het leveren van gekwalificeerde onderzoekscapaciteit aan de facultaire onderzoeksprogramma’s. Het sectiehoofd voert overleg en maakt afspraken met de programmaleider over de inzet van individuele onderzoekers in het onderzoeksprogramma. De programmaleiders bepalen in beginsel welke onderzoekers in hun programma zullen participeren. Daartoe is in ieder geval een Sanderskwalificatie vereist. Iedere programmaleider maakt aan het begin van het kalenderjaar met iedere deelnemer van zijn programma afspraken over de wetenschappelijke input van dat jaar ten behoeve van het programma. Het jaar daarop wordt de afspraak geëvalueerd en worden voor het dan lopende jaar opnieuw afspraken gemaakt. De programmaleider heeft het recht een deelnemer van zijn programma niet (verder) toe te laten, indien de afgesproken publicatienorm aantoonbaar niet wordt gehaald. Als aan de voorwaarden van toekennen van de Sanderskwalificatie én opname in een programma is voldaan, dan financiert de ESL het onderzoeksdeel van de aanstelling van de betrokken medewerker. Dat beslaat met ingang van 1 januari 2007 0,4 fte bij een voltijdse aanstelling. Het sectiehoofd speelt in dit verband een belangrijke rol als intermediair tussen de individuele medewerker en de programmaleider. Bij de beoordeling van de output van individuele medewerkers wordt het DB-OZ ondersteund door de Jury onderzoeksbeoordeling (JOB). De JOB bestaat uit vier hoogleraren en één U(H)D, die gezamenlijk zoveel mogelijk binnen alle facultaire programma’s participeren. De leden van de JOB zijn de hoogleraren/U(H)D’s die bij de voorlaatste ronde voor de Sanderskwalificatie de hoogste aantallen punten hebben gescoord dan wel, bij recent aangestelde hoogleraren en U(H)D’s, de laatste drie jaar. De functies decaan, onderzoekdecaan, onderwijsdecaan en programmaleider zijn onverenigbaar met het lidmaatschap van de JOB. Onderstaand schema illustreert de inrichting van de onderzoekorganisatie. De pijlen geven de inhoudelijke afstemming weer tussen sectiehoofd, programmaleider en de individuele onderzoeker. De doorgetrokken streep geeft de beheerslijn aan.
Zelfstudie Erasmus School of Law
4
Twee keer per jaar ontmoeten de hoogleraren elkaar gedurende anderhalve dag op het zogenoemde Hooglerarenweekend. Op deze bijeenkomsten vormt de ontwikkeling van het facultaire onderzoek een vast agendapunt. Dit biedt perspectief voor het verstevigen van de samenwerking binnen de faculteit en vormt een uitstekende voedingsbodem voor synergie. Zo zijn op deze bijeenkomsten in 2007 en 2008 de twee nieuwe programma’s ‘Fiscale autonomie en haar grenzen’ en ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’ gepresenteerd en besproken. Sinds 1999 functioneert een Raad van Advies voor het onderzoek, die sinds 2001 uitsluitend uit externe leden bestaat. De Raad is disciplinair breed samengesteld, komt één maal per jaar bijeen en adviseert het DB-OZ over de grote lijnen van het onderzoekbeleid. De Raad heeft in 2006 ook de interne onderzoeksbeoordeling over 2001-2005 van het onderzoek uitgevoerd. De samenstelling van de Raad van Advies is op dit moment: Prof. mr. A.M. Hol (Universiteit Utrecht), voorzitter, sedert 2004 Prof. mr. A.G. Castermans (Universiteit Leiden), sedert 2009 Prof. mr. C. Flinterman (Universiteit Utrecht), sedert 2001 Prof. mr. J.W. Fokkens (Hoge Raad), sedert 2009 Prof. mr. A.W. Heringa (Universiteit Maastricht), sedert 2001 Prof. mr. C.J.H. Jansen (Radboud Universiteit Nijmegen), sedert 2001 Mr. M. A. Loth (Hoge Raad), sedert 2009 Prof. mr. T.J. van der Ploeg (Vrije Universiteit Amsterdam), sedert 2005
2. Karakterisering van de Erasmus School of Law 2.1 Profiel van de ESL De Erasmus School of Law heeft zich vanaf haar oprichting in 1963 gemanifesteerd als een faculteit met een interdisciplinaire en empirische benadering van het recht, gedreven door oriëntatie op maatschappelijke vraagstukken. In toenemende mate kent het onderzoek naast een interdisciplinaire ook een internationale dimensie. De ESL streeft een internationaal en interdisciplinair profiel na met een sterke maatschappelijke en bedrijfsgerichte oriëntatie. In het visitatierapport van de commissie Ten Kate uit 2001 werd vastgesteld dat, uitgaande van de aandacht voor internationalisering, interdisciplinariteit en de verwevenheid van theorie en praktijk, drie programmatische invalshoeken waren gekozen, namelijk `Recht en economie`, `Recht en sociale cohesie` en `Recht en conflict`. De commissie Ten Kate plaatste kanttekeningen bij het hoge aantal onderzoeksprogramma’s (destijds elf), de onderzoeksinzet en de productiviteit van de faculteit op dit gebied, en constateerde dat de kwaliteit van het onderzoek wel bevredigend was. Dit rapport was aanleiding voor de faculteit om de oriëntatie van het onderzoek aan de ESL en het onderzoeksbeleid verder aan te scherpen. Zoals in het rapport ‘Facultaire maatregelen naar aanleiding van de interne onderzoeksbeoordeling’ (april 2009) vermeld, heeft de ESL haar onderzoek met ingang van 1 januari 2005 institutioneel op een nieuwe leest geschoeid. In de nieuwe onderzoeksopzet blijft de interdisciplinaire en empirische component een belangrijke rol spelen, naast het juridisch-dogmatische onderzoek. Het onderzoek werd in eerste instantie gebundeld in vier vakgebiedoverstijgende onderzoeksprogramma’s, namelijk ‘Rechten van de Mens’, met als toespitsing het thema ‘Rechten van de mens in complexe rechtsordes’; ‘Veiligheid’, met als toespitsing het thema ‘Veiligheid en Toezicht’; ‘Lex Mercatoria’ en ‘Domein van de Rechter’ met als toespitsing het thema ‘Legitimiteit van het rechterlijk oordeel.‘ De strategische keuze om de nadruk op interdisciplinair en empirisch onderzoek te leggen uit zich ook door de instelling van voltijdse leerstoelen en de benoeming van hoogleraren op het terrein van de rechtseconomie (prof. dr. R.J. van den Bergh), de rechtssociologie (prof. mr. N.J.H. Huls) en de criminologie (prof. dr. H.G. van de Bunt).
Zelfstudie Erasmus School of Law
5
Het terugbrengen van het grote aantal programma’s en de maatregelen die vanaf 2005 golden om de versnippering van het onderzoek te voorkomen en facultair onderzoek rond een aantal thema’s te profileren, werden in 2006 door de Visitatiecommissie interne onderzoeksbeoordeling positief opgemerkt. Ter versterking van het privaatrechtelijk onderzoek benoemde de ESL de hoogleraren prof.mr. W. van Boom (2004) en prof. mr. S.W. Lindenbergh (2005). Zij hebben een nieuwe onderzoekslijn voor het Rotterdamse privaatrechtelijke onderzoek uitgezet, wat heeft geresulteerd in het oprichten van het onderzoeksprogramma ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort: Relevance for Policymaking’. Daarmee heeft de ESL naast het vooral positiefrechtelijk georiënteerd onderzoek in het kader van het programma Lex Mercatoria een sterke interdisciplinaire en empirische component op het terrein van het vermogens- en aansprakelijkheidsrecht aan haar onderzoek toegevoegd. Daarnaast is het facultaire onderzoek op het terrein van het handelsverkeers- en ondernemingsrecht versterkt door de komst van prof. mr. M.J. Kroeze als hoogleraar ondernemingsrecht (2004), prof.mr. L. Timmerman als hoogleraar Grondslagen van het ondernemingsrecht (2006) en prof. mr. F.G.M. Smeele als hoogleraar Commercial Law (2007). De focus van het fiscaalrechtelijke onderzoek is met ingang van 2008 gericht op het thema Fiscale autonomie en haar grenzen. 2.2 Wetenschappelijke en maatschappelijke meerwaarde Een onderscheidend element van de ESL is de dynamiek en het ook echt over grenzen heen kijken. Zo is de ESL de eerste faculteit die samenwerking zocht met de rechtbank en het openbaar ministerie in de regio, wat is uitgemond in de Stichting Juridische Samenwerking aan de Maas (zie par. 2.3). Interdisciplinariteit speelt zowel in onderwijs als onderzoek een belangrijke rol. Zo is de ESL de eerste juridische faculteit met een fulltime hoogleraar Rechtseconomie. Met de oprichting in 2000 van het Rotterdam Institute of Law and Economics (RILE) is de facultaire onderzoekers op dit terrein een institutionele basis gegeven. De ESL staat internationaal bekend als een van de eerste universiteiten in Europa die stelselmatig de relatie en wisselwerking tussen economie en recht onderzoekt. Bovendien heeft de ESL met de Erasmus Mundus-erkenning van het postinitiële masterprogramma Law & Economics een door de Europese Commissie erkende opleiding ‘of outstanding academic quality’ in huis die talent aantrekt uit Europa en de Verenigde Staten. Ook het criminologisch onderzoek is een uiting van de interdisciplinaire signatuur van het onderzoek van de ESL. Wetenschappelijke en maatschappelijke, in het bijzonder regionale, meerwaarde hebben ook het onderzoek en onderwijs op het gebied van het scheepvaart- en transportrecht, die in Nederland een dominante positie innemen. Diverse leden van het wetenschappelijk personeel zijn (mede-)auteur van gezaghebbende handboeken die zowel bij de wetenschap als ook in de rechtspraktijk en het juridisch onderwijs aansluiten. 1 Diverse wetenschappelijke medewerkers zijn direct betrokken bij maatschappelijke projecten ter hervorming van het recht, zoals in het kader van de Staatscommissie herziening Grondwet (prof. dr. R. de Lange en prof. dr. Overkleeft-Verburg) of in het kader van het opstellen van een nieuw Wetboek van Strafrecht voor de Antillen (prof. mr. H. de Doelder). Zie verder de opmerkingen over ‘academische reputatie’ in de zelfstudies van de afzonderlijke programma’s.
1
Zie bijvoorbeeld Elzinga & R. de Lange (2006) Van der Pot, Amtenbrink en Vedder (2008) Recht van de Europese Unie, Henrard
(2008) Mensenrechten vanuit internationaal en nationaal perspectief; prof. mr. P. Clausing, prof. mr. J.H. Wansink, De verzekeringsovereenkomst, Asser-serie, Bijzondere overeenkomsten, deel 5-VI; prof.mr. F.H.J. Mijnssen , mr. A.A. van Velten en prof.mr. A.I.M. van Mierlo, Zekerheidsrechten, Asser-serie, Goederenrecht, deel 3-III. .Haak schrijft een Asser-deel over vervoerrecht, Kroeze bewerkt Asser-Van der Grinten-Maeijer, De rechtspersoon.
Zelfstudie Erasmus School of Law
6
2.3 Externe positionering Bij de externe positionering van de ESL wordt rekening gehouden met het profiel van de ESL, de standplaats van de EUR en de zwaartepunten van het facultaire onderzoek. Diverse activiteiten van de ESL op regionaal, landelijk en internationaal niveau zijn bepalend voor de externe positionering van de ESL. Deze externe positionering uit zich zowel door contacten van individuele onderzoekers als door geïnstitutionaliseerde verbanden. Deze paragraaf beperkt zich tot de laatste categorie. Opgemerkt moet worden dat paragraaf 2.3 niet los kan worden gezien van paragraaf 3.3, die over ‘samenwerking’ gaat. De hieronder genoemde verbanden dragen primair bij aan de externe positionering van de ESL, maar omvatten bijna allemaal ook samenwerking met externe partners. Omgekeerd geldt voor de samenwerkingsverbanden uit par. 3.3 dat zij bijdragen aan de externe positionering. - De ESL maakt deel uit van de Stichting Juridische Samenwerking aan de Maas (SJSM) 2. In deze stichting werken de rechtbank Rotterdam, het Arrondissementsparket Rotterdam en de ESL samen. Deze stichting is het regionale platform voor juridische kennisdeling. De stichting onderhoudt een bijzondere leerstoel bij de ESL. Tot medio 2008 betrof dit de leerstoel Rechtspleging; thans (medio 2009) wordt een leerstoel Rechtshandhaving gerealiseerd. - Het Rotterdam Institute of Law and Economics (RILE) 3 richt zich op het bevorderen van de studie van Law and Economics in Nederland en daarbuiten. RILE streeft dit doel na door het aanbieden van een breed onderwijsprogramma, dat loopt van undergraduate niveau tot gespecialiseerde cursussen en mogelijkheden voor promotieonderzoek en door het bevorderen van het academisch debat over Law and Economics door het organiseren van conferenties en workshops en het publiceren in boeken en vooraanstaande tijdschriften. - Het Instituut voor Ondernemingsrecht. Dit instituut is een samenwerkingsverband tussen de Erasmus Universiteit Rotterdam en de Rijksuniversiteit Groningen. Het Instituut voor Ondernemingsrecht is opgericht in 1982 en is een wetenschappelijk studiecentrum op het gebied van het vennootschapsrecht, rechtspersonenrecht en het ondernemingsrecht. - The Rotterdam Institute of Private Law (RIPL) 4 houdt zich bezig met diepgaand onderzoek over de volle breedte van het privaatrecht. RIPL participeert in de onderzoekprogramma’s Lex Mercatoria en Behavioural Approaches to Contract and Tort. - Het in 2007 opgerichte interfacultaire Erasmus Instituut Toezicht & Compliance (EITC) 5 brengt nationale en internationale wetenschappers, studenten, beleidsmakers en bestuurders bijeen in de hoogwaardige ontwikkeling en uitwisseling van kennis, inzichten en methoden op het gebied van toezicht en compliance. De samenstelling van het deelnemersveld (recht, economie, management en gedragswetenschappen) benadrukt de voorkeur van interdisciplinair onderzoek aan de ESL. - Met het Rotterdam Institute of Transport and Shipping Law (i.o.) wordt uitdrukking gegeven aan de nationaal en internationaal leidende positie van de ESL in het onderzoek en onderwijs op het gebied van het scheepvaart- en transportrecht, en wordt getracht de natuurlijke associatie, die bestaat tussen de EUR en de haven van Rotterdam en daarmee de sectoren scheepvaart en transport te versterken. - Het aan de ESL gevestigde Verzekeringsinstituut opereert onder de auspiciën van de Stichting Verzekeringswetenschap. De stichting heeft tot doel de beoefening van de verzekeringswetenschap te bevorderen; het doel van het verzekeringsinstituut is het verrichten van wetenschappelijk onderzoek en
2 3
www.sjsm.nl/ http://www.frg.eur.nl/arw/sectie_rechtseconomie/ rotterdam_institute_of_law_and_economics_rile/)
4
www.frg.eur.nl/.../rotterdam_institute_of_private_law/
5
http://www.toezichtencompliance.nl
Zelfstudie Erasmus School of Law
7
studieopdrachten op het gebied van het verzekeringsrecht, het verlenen van adviezen en het verrichten van onderzoek ten behoeve van derden op het gebied van het verzekeringsrecht. - In 2009 is aan de ESL het Minority Research Network (MRN) 6 opgericht. Het MRN streeft ernaar met een interdisciplinaire aanpak minderhedenproblematiek te identificeren en te onderzoeken, en zodoende bij te dragen aan oplossingen. Naast deze instituten kan ook worden verwezen naar het facultaire beleid om (Engelstalige) publicaties in gerefereerde internationale tijdschriften te bevorderen en naar de introductie in 2007 van Erasmus Law Review 7, het elektronisch wetenschappelijk tijdschrift van de ESL met een onafhankelijk double blind refereesysteem. Hiervoor is de Erasmus Law Review in het Social Science Research Network (SSRN) 8 geplaatst. Daarnaast wordt onderzoekers gevraagd om hun wetenschappelijk publicaties eveneens rechtstreeks op SSRN te plaatsen. Tot slot dragen de aanstelling van ‘visiting professors’ en de Hofstra-lezing bij aan de externe positionering van de ESL. Om het jaar houdt een hoogleraar van Hofstra University (New York) een rede in Rotterdam, afgewisseld met een gastcollege van een Rotterdamse hoogleraar aan Hofstra University.
3. Strategie en beleid 3.1 Strategische keuzes De missie van de ESL is zich te blijven ontwikkelen als een academische instelling van hoogwaardig rechtsgeleerd en criminologisch onderwijs en onderzoek. Centraal staat het streven van de ESL naar een internationaal en interdisciplinair profiel met een sterke maatschappelijke en bedrijfsgerichte oriëntatie. Deze strategische keuze sluit aan bij de in het verleden gemaakte keuze voor de koers van de ESL en biedt goede aanknopingspunten om in te spelen op actuele maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de toenemende internationalisering. In haar streven naar kwaliteit wil de ESL in Nederland tot de beste juridische faculteiten behoren en op geselecteerde onderdelen internationaal excelleren. Om in het onderzoek te kunnen excelleren zullen op deze onderdelen extra inspanningen worden gepleegd. Met name daar waar zich synergie tussen de vakgebieden voordoet en op gebieden waar de ESL bij uitstek kansen ziet. Dit betreft naast het programma Behavioural Approaches to Contract and Tort in het bijzonder nieuwe onderzoekinitiatieven op het gebied van de criminologie, het Europees en internationaal publiekrecht, de minderhedenproblematiek en ‘Law and Innovation’. 3.2 Beleid Het rapport ‘Facultaire maatregelen naar aanleiding van de interne onderzoeksbeoordeling’ uit april 2009 bevat het beleid dat de ESL heeft ingezet dan wel geïntensiveerd naar aanleiding van de bevindingen van de interne visitatiecommissie uit 2006. Dit beleid omvatte: - het versterken van het wetenschappelijk gehalte van het onderzoek; - uitbouwen van talentmanagement; - versterking promovendibeleid; - stimulering gebruik tweede geldstroom; - verbetering internationale zichtbaarheid van facultair onderzoek; - stimulering nieuwe internationale onderzoeksprogramma’s;
6
http://www.frg.eur.nl/minorityresearchnetwork/
7
http://www.erasmuslawreview.nl/
8
http://www.ssrn.com
Zelfstudie Erasmus School of Law
8
verbetering onderzoeksklimaat; onderzoeksopleiding voor masterstudenten. Voor de resultaten van dit beleid wordt kortheidshalve verwezen naar bovengenoemde rapportage en deze zelfstudie. De aankomende jaren blijven bovenstaande thema’s onverminderd actueel. In het bijzonder streeft de ESL de komende periode naar: - het creëren van interne en externe samenwerkingsvormen vanuit de lopende onderzoeksprogramma’s; - het verwerven van middelen uit de tweede geldstroom; - het verwerven van Europese subsidies en middelen uit de vierde geldstroom 9. ESL investeert daartoe in hoogwaardige onderzoekprogramma’s en stimuleert onderzoekers om kansen te benutten voor het verwerven van externe en aanvullende middelen voor onderzoek. Daarnaast trekt de ESL actief (potentiële) talentvolle onderzoekers aan. -
3.3 Samenwerkingsverbanden De ESL heeft diverse formele samenwerkingsverbanden met Nederlandse en buitenlandse partners. De ESL participeert in twee erkende onderzoekscholen, de onderzoeksschool Maatschappelijke Veiligheid (OMV) 10 en de onderzoeksschool Rechten van de Mens 11. Beide onderzoekscholen zijn door de KNAW hererkend tot 2011. De ESL is penvoerder van de onderzoeksschool OMV. In de OMV werkt de ESL-EUR samen met het Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving, het Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving, de Universiteit Leiden, de Universiteit Twente, de Vrije Universiteit Amsterdam en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). De onderzoeksschool Rechten van de Mens is een samenwerkingsverband van de EUR met de universiteiten van Utrecht, Maastricht, Tilburg, Leiden en het T.M.C. Asser Instituut. Het Erasmus Law Network (ELN) is een initiatief van de ESL en gericht op het betrekken van juridische marktpartijen bij de ESL. De doelstelling is tweeledig: de verhoging van de kwaliteit van onderwijs en onderzoek daar waar inbreng vanuit de praktijk relevant is en meerwaarde heeft, en het verwerven van aanvullende middelen voor de ESL voor additionele investeringen in onderwijs, onderzoek en het voorzieningenniveau van de ESL (‘de vierde geldstroom’). Daarnaast biedt het netwerk juridische marktpartijen een platform voor de uitwisseling van expertise. Het European Master in Law and Economics-netwerk (EMLE) 12 is een internationaal samenwerkingsverband van de ESL met de universiteiten van Aix-en-Provence, Bologna, Haifa, Hamburg, Linkoping /Stockholm, Madrid, Manchester, Rotterdam, Wenen en Gent. De ESL voert daarvan de directie. Gelieerd aan het EMLEprogramma is het PhD program Law and Economics (EDLE) 13 met Bologna en Hamburg. Daarnaast bestaat een dergelijke overeenkomst met LUISS (Rome). De ESL is lid van de European Public Law Organization (EOPL), een internationale organisatie met als doel het creëren en verspreiden van kennis op het gebied van het publiekrecht. De ESL is vertegenwoordigd in de Board of Directors van het EOPL. Ook neemt de ESL deel aan het academische netwerk van de bij de EOPL aangesloten Academy of European Public Law. Met het Opleidingscentrum voor Recht en Praktijk (ORP) 14 richt zich de ESL voor wat betreft het postacademisch onderwijs (transfer van kennis) primair op de opleidingsbehoefte van juridische professionals,
-
-
-
-
-
9
De vierde geldstroom bestaat uit fondsen en sponsoring.
10
http://www.omv.nl/
11
http://www.schoolofhumanrights.org/
12
http://www.emle.org/
13
http://www.edle-phd.eu/
14
http://www.frg.eur.nl/pao2/
Zelfstudie Erasmus School of Law
9
-
-
-
-
-
-
-
zoals advocaten, notarissen, rechters en juristen in dienst bij bedrijven en overheden. De ESL is een door de Nederlandse Orde van Advocaten (NOVA) 15 en de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) erkende opleidingsinstelling. Het ORP organiseert een veelheid aan PAO-cursussen (omzet 1,25 mln euro). Aan alle cursussen zijn PAO-punten toegekend in het kader van de permanente opleiding advocatuur. Voor notarissen zijn aan diverse opleidingen KNB-punten toegekend. Het Center for Law & Innovation, een samenwerkingsverband tussen ESL en de Technische Universiteit Delft, is een kenniscentrum op het gebied van recht en innovatie. Onder innovatie dient ook technologische innovatie te worden begrepen, in die zin dat vindingen met een technologische component als kernobject van onderzoek van het Centre for Law & Innovation dienen. Daarnaast gaat het om innovatie van het recht zelf, zoals die voortvloeit uit technologische, maatschappelijke of sociale innovatie. De ESL participeert in de Stichting T.M.C. Asser Instituut 16 in Den Haag. De ESL is ook betrokken bij het sturen van het onderzoek van dit instituut in het Inter-Faculty Asser Research Council for Law of the European Union - External Relations. Het European-American Consortium for Legal Education (EACLE) 17 is een in 2000 opgericht consortium van vijf Europese (Erasmus University Rotterdam, University of Ghent, Helsinki University, University of Parma, Warsaw University) and vijf Amerikaanse (American University, University of Baltimore, University of Georgia, Hofstra University, Santa Clara University) juridische faculteiten met als doel de uitwisseling van zowel studenten als onderzoekers. Jaarlijks wordt een onderzoekscongres georganiseerd door een van de deelnemende universiteiten. Het Rotterdam Law Network is een netwerk van Europese juridische faculteiten dat in 1995 op initiatief van de ESL is opgericht. In de loop der jaren is het netwerk uitgebreid tot een totaal van 26 partners. Binnen dit netwerk vindt uitgebreide studentenuitwisseling plaats. Ongeveer 70% van de inkomende uitwisselingsstudenten is afkomstig uit dit netwerk en ook veel Nederlandse studenten vinden hun weg naar partners in dit netwerk. De ‘driepartijensamenwerking’ met de Radboud Universiteit Nijmegen en de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Deze samenwerking is opgericht voor de ondersteuning van de Universiteit van de Nederlandse Antillen (UNA). Daarnaast worden ook de Universiteit van Aruba en de Anton de Kom Universiteit te Paramaribo in Suriname ondersteund. Het Center for International Legal Cooperation (CILC) 18 in Den Haag is een non-profit organisatie waarin de ESL deelneemt. Het richt zich op het versterken van experthulp aan ontwikkelingslanden in het proces van rechtsreform. Bilaterale samenwerkingsovereenkomsten met universiteiten in China, Indonesië en Zuid-Afrika.
3.4 Kwaliteitszorg Bij de ingrijpende herziening van de onderzoeksorganisatie na de interne onderzoeksbeoordeling over 20012005 speelde het expliciteren van kwaliteitszorg een belangrijke rol. Onder verwijzing naar de hierboven (par 1.3) beschreven organisatie van het onderzoek, volgen hieronder de belangrijkste onderdelen in het systeem van kwaliteitszorg van de ESL. Deze elementen zijn uitgewerkt in de Nota onderzoeksbeleid 2004-2008: ‘Sturen op kwaliteit’, die per 1 januari 2005 in werking trad, in de ‘Kadernota onderzoek’ en de notitie ’Bewaking kwaliteit juridisch onderzoek’, die per 1 januari 2007 van kracht zijn geworden, alsmede de ‘Stimuleringsregeling Tweede geldstroom’ uit 2007.
15 Recentelijk (juni 2009) werd bekend dat de erkenning van het ORP als opleidingsinstelling door de NOVA voor onbepaalde tijd wordt voortgezet. 16 http://www.asser.nl 17
18
http://www.eacle.org
http://www.cilc.nl/
Zelfstudie Erasmus School of Law
10
-
-
-
-
-
-
19
De introductie in 2005 van de Sanderskwalificatie is essentieel in de kwaliteitszorg voor individuele onderzoekers Elke hoogleraar en universitair (hoofd)docent dient in één van de onderzoeksprogramma’s te participeren. Secties ontvangen geen onderzoeksgeld voor onderzoekers die hun Sanderskwalificatie niet hebben behaald en bijgevolg niet mogen deelnemen aan een onderzoekprogramma. Daarmee krijgt de sectieleiding een groot belang bij het begeleiden van de onderzoeker bij het behalen van de Sanderskwalificatie. Voor de Sanderskwalificatie waren bij invoering in 2005 ten minste drie wetenschappelijke publicaties per jaar vereist 19. Per 1 januari 2007 zijn de voorstellen uit de notitie ’Bewaking kwaliteit juridisch onderzoek’ van kracht geworden. De onderzoekstijd is verhoogd van 0,35 fte naar 0,40 fte bij een voltijdse aanstelling. Bovendien is een verfijnd puntensysteem geïntroduceerd voor de Sanderskwalificatie, door meer punten toe te kennen aan internationale, multidisciplinaire en rechtsvergelijkende publicaties, en voor publicaties die onderworpen zijn geweest aan externe peer review. Het puntensysteem beloont ook andere onderzoekstaken dan publiceren. Zo zijn ook punten te behalen door op te treden als promotor of co-promotor. De eis dat elke medewerker ten minste drie wetenschappelijke publicaties per jaar moet realiseren blijft onverminderd van kracht. Een tweede belangrijk punt in kwaliteitszorg vormt de invoering van transparante advies- en besluitvormingsprocedures met betrekking tot het onderzoek. Met name de sectieleider en de programmaleider (zie paragraaf 1.3) spelen hierin een hoofdrol. De programmaleider verzoekt een onderzoeker die de Sanderskwalificatie heeft behaald toe te treden tot een onderzoeksprogramma. Daardoor verwerft de sectie van de betrokken onderzoeker financiering van die onderzoekstijd, waardoor het mogelijk is de onderzoeker aan te (blijven) stellen. Het sectiehoofd volgt de wetenschappelijke productie van zijn sectieleden, en bepaalt of een publicatie voldoet aan de eisen die aan een wetenschappelijke publicatie gesteld moeten worden. De programmaleider beslist uiteindelijke over het opnemen van de publicatie in de output van het programma. Op deze wijze wordt de voortgang en kwaliteit van de stroom van artikelen van individuele medewerkers door sectiehoofd en programmaleider direct gevolgd. Bij de beoordeling van de output van individuele medewerkers wordt het DB-OZ ondersteund door de Jury onderzoeksbeoordeling (JOB). De JOB beoordeelt één keer in de twee jaar de totale output van elke onderzoeker en adviseert het DB-OZ over het al dan niet toekennen van de Sanderskwalificatie. Het DB-OZ neemt vervolgens daarover een besluit. Op programmaniveau speelt de Commissie van Programmaleiders een centrale rol. In deze commissie vindt de discussie plaats over de voortgang van de onderzoekprogramma’s, de ontwikkeling van nieuwe programma’s en het beëindigen van programma’s. De commissie adviseert het DB-OZ. Elk van de programmaleiders is daarnaast verantwoordelijk voor het overleg binnen zijn programma. De halfjaarlijkse Hooglerarenweekenden zijn het podium voor faculteitsbrede discussie over onderzoekszaken, maar ook voor de toekomstige programmering van het onderzoek. Een ander belangrijk element in het kwaliteitszorgsysteem is de periodieke review van de resultaten van al het verrichte juridische onderzoek en de beleidsmatige keuzes daarbij door de onafhankelijke Raad van Advies. Deze review richt zich vooral op de interne coherentie van het facultaire onderzoek als geheel: de omvang, de coherentie van de publicaties in onderzoeksprogramma’s, de kwaliteit en kwantiteit van de output van de betrokken onderzoekers en het promovendibeleid. Het laatste element in de zorg voor de onderzoekskwaliteit is de facultaire toetsing van aanvragen voor promotieonderzoek. De interne procedure hiervoor is aangescherpt. Met ingang van 2008 worden alle aanvragen voor een promotieplaats bij NWO ingediend. Voorafgaand daaraan vindt een interne kwaliteitstoets plaats.
In de eerste SK-ronde, die nog geen financiële consequenties had, behaalde 79% van de gepromoveerde onderzoekers de
Sanderskwalificatie. In 2007 vond de tweede SK-ronde plaats over de jaren 2004 tot en met 2006. Deze SK-ronde, die wel financiële consequenties had, behaalde 91% van de gepromoveerde onderzoekers de Sanderskwalificatie. Dit hogere percentage is vooral te verklaren door betere onderzoeksprestaties van het middenkader (UD’s en UHD’s).
Zelfstudie Erasmus School of Law
11
Iedere aanvraag -opgesteld volgens het NWO-format- wordt voorgelegd aan de onderzoeksdecaan. De onderzoeksdecaan benoemt twee referenten vanuit de ESL die de aanvraag van commentaar voorzien. Dit kan indien gewenst anoniem. Het voorstel gaat -na eventuele aanpassing- voor advies naar de Commissie van Programmaleiders. De commissie betrekt in haar oordeel of en hoe de voorstellen passen bij de onderzoeksprogramma’s. De Commissie van Programmaleiders brengt advies uit aan de onderzoeksdecaan. De onderzoeksdecaan besluit vervolgens om de definitieve aanvraag al dan niet in te dienen bij NWO.
4.
Promovendi-opleiding
4.1 Doelstelling De doelstelling van de promovendi-opleiding is promovendi optimaal voor te bereiden op het doen van wetenschappelijk onderzoek, uitmondend in een proefschrift. Gezien de (kleine) onderwijstaak van promovendi, en mede met het oog op een verdere academische carrière na de promotie, omvat het programma ook een training in didactische basisvaardigheden. 20 De opleiding, in de zin van (cursorisch) onderwijs, en de begeleiding, in het bijzonder door de promotor, vullen elkaar aan. Beide worden bij aanstelling van de promovendus neergelegd in een Opleiding- en begeleidingsplan. Alle promovendi die bij de ESL worden aangesteld volgen het algemene facultaire opleidingsprogramma dat bestaat uit drie verplichte onderdelen. Het doel is het verwerven van algemene academische vaardigheden. Deze onderdelen zijn: - inleiding methoden. (eerste jaar van de aanstelling) - basisdidactiek (tweede jaar van de aanstelling) - mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid (tweede jaar van de aanstelling). In aanvulling op de algemene cursussen volgen de promovendi die tot een onderzoeksschool behoren de specifieke promovendi-opleiding van hun eigen onderzoekschool. Op 31 december 2008 waren aan de onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid tien promovendi en aan de onderzoekschool Rechten van de Mens tien promovendi verbonden. Daarmee volgden ultimo 2008 twintig van de 38 van de ESL-promovendi een door een onderzoekschool aangeboden opleidingsprogramma. Promovendi-opleiding Maatschappelijke Veiligheid Promovendi van het onderzoeksprogramma Toezicht en Veiligheid nemen ook als juniorleden deel aan de door de KNAW geaccrediteerde Onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid. Het lidmaatschap geeft o.a. toegang tot het onderwijsprogramma voor OMV-promovendi. Dit onderwijs wordt voornamelijk door seniorleden van de OMV verzorgd en heeft grote toegevoegde waarde naast het reguliere facultaire promovendi-onderwijs. Het educatieve programma laat de promovendi kennismaken met de fundamentele methoden van onderzoek die nieuw zijn ten opzichte van de eigen opleiding. Het biedt een stimulerende leeromgeving, waarin de ESLpromovendi met andere promovendi kunnen samenwerken aan en omgaan met complexe onderwerpen op het terrein van maatschappelijke veiligheid vanuit een multidisciplinair perspectief. Om in aanmerking te komen voor het OMV-certificaat, dienen promovendi deel te nemen aan het verplichte deel van het OMV-onderwijsprogramma. Dat bestaat uit: - twee PhD-seminars waarbij een presentatie van de onderzoeksplannen wordt gegeven en vaardigheden worden getraind; - basiscursussen Empirical Research Design en Legal Research Design; 20
Gemiddeld over 4 jaar gerekend zal de promovendus 75 % van de aanstellingstijd besteden aan onderzoek. De overige tijd wordt
besteed aan het volgen van opleidingen, het geven van onderwijs en andere taken.
Zelfstudie Erasmus School of Law
12
- Advanced Course Multidisciplinary Perspectives on Safety & Security in a Constitutional Democracy. Daarnaast kunnen OMV-promovendi research seminars, OMV-Integratiedagen en workshops volgen. Promovendi-opleiding Rechten van de Mens Het onderwijsprogramma voor de promovendi van de onderzoekschool Rechten van de Mens bestaat uit drie onderdelen: - cursussen die worden aangeboden door de deelnemende faculteiten (algemene vaardigheden en trainingsfaciliteiten); - cursussen die aansluiten op de opleidingswensen van de individuele promovendi (bijv. computer- en taalcursussen); - cursussen, seminars en andere door de onderzoekschool zelf georganiseerde activiteiten. Dit laatste onderdeel bestaat uit zeven afdelingen, waarvan drie (a, b en c) voor alle promovendi in de eerste twee jaren van hun aanstelling gevolgd moeten worden, en d. verplicht is in het eerste of tweede jaar: a. research seminars b. bijeenkomsten met buitenlandse experts c. de jaarlijkse onderzoekdag d. introductiecursus voor promovendi e. conferenties, lezingen en seminars f. relevante cursussen. Promovendi buiten de onderzoekscholen Voor de niet via een onderzoekprogramma aan een onderzoekschool verbonden promovendi wordt door promotor, de promovendus en de promovendicoördinator bekeken welk onderwijs buiten de algemene, facultaire cursussen in aanmerking komt. Deze groep bestond op 31 december 2008 uit zestien promovendi. Van deze zestien promovendi behoorden zes tot het onderzoekprogramma Lex Mercatoria, vier tot Het domein van de Rechter en zes promovendi waren verbonden aan het onderzoeksprogramma Behavioural Approaches to Contract and Tort. De ESL overweegt deze groep, die naar verwachting de aankomende jaren verder zal slinken door het toenemen van de participatiegraad in de onderzoekscholen, een gestructureerd onderwijsaanbod aan te bieden via de facultaire onderzoekprogramma’s waar deze promovendi onder vallen. Overige activiteiten voor promovendi Alle promovendi worden automatisch lid van de Juridische Aio-vereniging Rotterdam (JAR). De JAR zet zich in voor het versterken van de onderlinge contacten tussen de promovendi. Bovendien vindt de ESL het belangrijk dat haar medewerkers kennis nemen van het promotieonderzoek. Hiertoe wordt jaarlijks tijdens de nieuwjaarsreceptie een posterpresentatie gehouden door de promovendi en is er in 2007 een facultair promovendiboekje verschenen. Verder vinden maandelijks facultaire promovendilunches plaats. Tijdens deze lunches presenteert een promovendus zijn onderzoek aan collega-promovendi en geïnteresseerde facultaire medewerkers 4.2 Selectie van promovendi De werving van promovendi vindt plaats binnen de zes onderzoeksprogramma’s. Sinds 2005 is het selectiebeleid gericht op het beperken van de uitval van promovendi. Voorafgaand aan de aanstelling vindt een assessment plaats waarbij een externe deskundige beoordeelt of de kandidaat-promovendus in staat zal zijn een proefschrift af te ronden. Als dit assessment bepaalde deficiënties aanwijst die een succesvol functioneren als promovendus kunnen belemmeren, worden met de betreffende promovendus afspraken gemaakt over cursussen en trainingen op dat gebied, in aanvulling op de verplichte onderdelen van het opleidingsprogramma.
Zelfstudie Erasmus School of Law
13
De promovendus wordt niet meteen voor vier jaar benoemd, maar in eerste instantie voor een periode van achttien maanden. Dit biedt de mogelijkheid tussentijds te beoordelen of voldoende kans bestaat op afronding van het proefschrift binnen de gestelde termijn. In aanvulling daarop is besloten promovendi met ingang van 2007 in de beginfase van hun onderzoek een intensievere begeleiding te geven. Niet onvermeld mag blijven dat de faculteit projecten onderneemt om het aantal allochtone medewerkers in wetenschappelijke functies te verhogen, zoals via het student-assistentenprogramma. In dit programma krijgen getalenteerde allochtone studenten een student-assistentschap aangeboden waarin zij worden gekoppeld aan promovendi van de faculteit. Op deze wijze kunnen zij kennismaken met en zich verdiepen in wetenschappelijk onderzoek. Tegelijk worden de jonge onderzoekers gestimuleerd om de studenten wegwijs te maken in het doen van onderzoek. Het is de bedoeling dat deze doelgroep enthousiast wordt gemaakt voor het wetenschappelijke bedrijf en uiteindelijk geïnteresseerd raakt in wetenschappelijke functies. Studenten die geschikt worden geacht en interesse tonen, krijgen aan het eind van hun student-assistentschap de mogelijkheid om een NWO Mozaïekvoorstel te schrijven. Dit in 2007 geïntroduceerd programma wordt in 2009 voortgezet. Het heeft inmiddels landelijke belangstelling. 4.3 Kwaliteitszorg promovendibeleid De kwaliteitszorg voor promovendi berust op intensieve begeleiding van de promovendus, in het bijzonder in de eerste anderhalf jaar van de aanstelling. De promotor en de promovendus stellen voorafgaand aan het promotietraject een Opleidings- en begeleidingsplan vast, waarin ook een onderwijstraject is opgenomen. Het accent ligt op controle op de voortgang van het promotieonderzoek. Het Opleidings- en begeleidingsplan kent verschillende toetsmomenten. De promotor moet van elk toetsmoment verslag doen aan de onderzoeksdecaan. Bij onvoldoende voortgang spreekt de onderzoeksdecaan de promotor daarop aan. In de eerste vijftien maanden van de aanstelling zijn drie momenten bepalend voor de continuering van het dienstverband. - Na zes maanden: bespreking van een paper van de promovendus over de probleemstelling van het onderzoek. - Na tien maanden: bespreking van een paper van de promovendus over de methode van het onderzoek. - Medio maand veertien: bespreking van een paper van de promovendus met een overzicht van de voorgenomen behandeling van de geplande deelonderwerpen en een formele promovendusbeoordeling. Aan de evaluatiegesprekken na zes en tien maanden nemen de promotor en de promovendus deel. De promotor legt de resultaten van het gesprek vast en stuurt deze aan de promovendus, met een kopie aan de personeelsafdeling. De promovendus is ervoor verantwoordelijk dat deze gesprekken plaatsvinden en neemt het initiatief tot het maken van een afspraak daartoe. Indien dit niet lukt, wordt de promovendicoördinator geraadpleegd. De evaluatiegesprekken maken deel uit van het formele beoordelingsgesprek in de veertiende maand van de aanstelling. In het systeem van kwaliteitszorg speelt de promovendicoördinator een centrale rol. Deze functie wordt momenteel vervuld door mw. dr. E. Rood-Pijpers. Zij houdt jaarlijks met alle promovendi een voortgangsgesprek, waarin ook het gevolgde onderwijs en het oordeel van de promovendus over dat onderwijs aan de orde komen. Zij onderneemt zo nodig actie op basis van signalen uit dit gesprek, bijvoorbeeld wanneer de promovendus bepaalde opleidingswensen heeft. Ook begeleidt zij de promovendi die niet onder een onderzoekschool vallen bij het selecteren van cursussen en trainingen. Indien nodig verzoekt zij aan de onderzoeksdecaan van de ESL actie te ondernemen, wanneer op bestuurlijk niveau maatregelen moeten worden genomen. Naast de evaluatiegesprekken, de promovendusbeoordeling en het voortgangsgesprek met de promovendicoördinator vinden vanaf anderhalf jaar de gebruikelijk jaargesprekken (zie 6.2) plaats. In deze gesprekken tussen promovendus en leidinggevende wordt het functioneren in het algemeen besproken en komt de deelname aan de promovendi-opleiding ter sprake. De verslagen van deze gesprekken worden door de leidinggevende met de decaan besproken. Binnen de beide onderzoekscholen vindt een zelfstandige toetsing van het gevolgde opleidingsprogramma plaats.
Zelfstudie Erasmus School of Law
14
Het promovendibeleid van de ESL is binnen de EUR als voorbeeld gesteld. Het aantal medewerkers dat de ESL zonder afronding van een proefschrift verlaat, is sterk gedaald. 5. Reputatie en leiderschap 5.1 Visie op leiderschap Voortbouwend op de in 2005 ingeslagen weg om het facultair onderzoek kwalitatief en kwantitatief op een hoger niveau te tillen, streeft de ESL er naar een nationaal en internationaal vooraanstaande universitaire onderzoeksinstelling te worden met een grote aantrekkingskracht op zowel internationale onderzoekers, die toonaangevend zijn op hun vakgebied, als op excellente studenten. Het facultair onderzoeksbeleid is gericht op het verwezenlijken van deze visie. 5.2 Externe erkenning De externe erkenning van de ESL blijkt uit stabiele inkomsten uit de derde geldstroom over een reeks van jaren en in het bijzonder uit het succes dat de ESL de afgelopen jaren boekte in het verwerven van subsidies uit de tweede geldstroom. De erkenning blijkt ook uit het vermogen van de ESL om goede onderzoekers van elders aan te trekken en uit het vermogen om formele samenwerkingsverbanden te sluiten met zeer gerenommeerde buitenlandse juridische faculteiten, zoals genoemd in paragraaf 3.3. De erkenning van het aan de ESL verricht onderzoek in de vorm van wetenschappelijke publicaties kan ook worden gemeten aan het belang voor deze publicaties op SSRN, de onderzoeksdatabase voor de sociale wetenschappen op Internet. Medio 2009 stond de ESL op de elfde plaats van juridische faculteiten buiten de Verenigde Staten. Eind 2007 was dat nog plaats 45. 5.3 Externe fondsenwerving In aanvulling op de eerste geldstroom verwerft de ESL traditioneel vooral middelen uit de derde geldstroom, en in mindere mate uit de tweede geldstroom. Vanwege de wenselijkheid om de tweede geldstroominkomsten te laten toenemen, zowel om redenen van onderzoeksreputatie als vanwege de noodzaak om additionele middelen te verwerven, heeft de ESL de afgelopen jaren nieuw beleid ontwikkeld. De ‘stimuleringsregeling tweede geldstroom’ is daarvan de belangrijkste. Deze stimuleringsregeling geeft onderzoekers een financiële prikkel om tweede geldstroomaanvragen in te dienen. De eerste resultaten van het tweede geldstroombeleid zijn al zichtbaar. In 2006 zijn één VENI-subsidie een drietal vervangingssubsidies, en één SARO-subsidie door NWO gehonoreerd. Sinds 2007 kent de ESL ook een VIDI-laureaat. In 2008 zijn twee VENI-aanvragen ingediend, waarvan één VENI-subsidie is toegekend. Er zijn acht aanvragen ingediend bij Open Competitieronde van NWO. Vier van de acht voorstellen zijn als subsidiabel beoordeeld en twee daarvan komen daadwerkelijk in aanmerking voor subsidiering door NWO. Zeer recent zijn twee (in 2008 ingediende) subsidieaanvragen ‘Conflict en veiligheid’ door NWO gehonoreerd. Een Europese subsidieaanvraag in het kader van KP7 is op dit moment nog in competitie. In 2006 en 2007 zijn aanvragen gehonoreerd voor subsidie uit het Zesde Kaderprogramma van de EU, over ‘Organised Crime in the EU’ en ‘New and Emerging Science and Technology. The Assessment of Eyewitness Memory’. 6. Feiten en cijfers 6.1 Financiële situatie De ESL is financieel gezond en beschikt over een eigen vermogen dat voldoende groot is om bescheiden investeringen te doen en/of financiële tegenvallers op te vangen (zie tabel 2). De eerste geldstroom steeg in de jaren
Zelfstudie Erasmus School of Law
15
2006-2008 van 13,9 naar 16,3 miljoen euro. De eerste geldstoom maakte in de deze drie jaren tussen de 77 en 80% uit van de totale facultaire inkomsten, die stegen van 17,8 naar 20,3 miljoen euro. In aanvulling op de eerste geldstroom verwerft de ESL traditioneel vooral middelen uit de derde geldstroom, en in mindere mate uit de tweede geldstroom. In par. 5.3 is al aangegeven dat de ESL er de afgelopen jaren in is geslaagd om haar positie in de tweede geldstroom te versterken; als percentage op de totale begroting blijft de tweede geldstroom beperkt tot ca. 1%. De omvang van de derde geldstroom bedraagt thans 19% van de totale inkomsten; toegespitst op uitsluitend het contractonderzoek 3-4%. De ESL streeft in ieder geval naar uitbreiding van haar tweede geldstroommiddelen, met als doelstelling acht gehonoreerde NWO aanvragen en een gehonoreerde Europese subsidieaanvraag binnen vijf jaar 21, en naar een aandeel van 25% derde geldstroommiddelen in 2012. 6.2 Personeelsbeleid De onderzoekstaken zijn ondergebracht in de kernfuncties hoogleraar, universitair hoofddocent (UHD), universitair docent (UD); in de functie van wetenschappelijk onderzoeker (WO) en van promovendus. In beginsel vindt een benoeming plaats in een kernfunctie (hoogleraar, UHD, UD). Hiervoor wordt een benoemingsadviescommissie ingesteld en dient de kandidaat aan een assessment deel te nemen. Een nieuwe medewerker wordt in het kader van het universitair mobiliteitsbeleid benoemd in de (kern)functie voor een periode van vijf jaar. Hierna dient een verdere verdieping plaats te vinden. Ook bestaat de mogelijkheid om een wetenschappelijk onderzoeker al dan niet in een tijdelijk functie aan te stellen Gelet op de Wet Evenredige Vertegenwoordiging van vrouwen in leidinggevende functies worden bij een vacature voor universitair docent vrouwelijke gepromoveerden actief benaderd (scouting). Bij vacatures voor universitaire hoofddocenten en hoogleraren wordt een wervingsrapportage opgesteld, waaruit blijkt welke inspanningen zijn gepleegd om een vrouwelijke kandidaat voor de vacature te interesseren en op basis van welke argumenten eventuele vrouwelijke kandidaten zijn afgewezen. Vanaf 1 januari 2005 geldt dat als een medewerker voldoet aan de facultaire publicatienormen, de betrokkene de Sanderskwalificatie wordt toegekend voor maximaal twee jaar. Uitsluitend na verwerving van deze kwalificatie kan de betrokkene toetreden tot één van de onderzoekprogramma’s. Er zal op sectieniveau naar oplossingen moeten worden gezocht als blijkt dat niet alle onderzoeksruimte wordt gefinancierd. Het bestuur ontwikkelt in dit opzicht flankerend personeelsbeleid. Scouting, werving en Selectie Om talentvolle onderzoekers te scouten is een aantal activiteiten opgezet. De ESL vindt haar onderzoekers vooral door middel van netwerken en scouting. Daarnaast maakt de ESL gebruik van wervingscampagnes via internet en vak- of dagbladen. De ESL maakt daarbij onderscheid naar verschillende carrièrefases: studenten, promovendi en jonge onderzoekers. Eén van de instrumenten is een zogenaamde tenure track volgens het grow or go-principe. Daarbij worden afspraken gemaakt over een groei naar een UHD-schap. Indien de afspraken worden nagekomen volgt een UHD benoeming (grow), zo niet een beëindiging van het dienstverband (go). Diverse tenure tracks zijn inmiddels ingezet.
21
Gestreefd wordt naar realisatie binnen vijf jaar van:
- twee gehonoreerde VENI-aanvragen, - één gehonoreerde VIDI-aanvraag, - één gehonoreerde Mozaïekaanvraag, - vier gehonoreerde MagW (open ronde) aanvragen - één gehonoreerde European Research Council Grant
Zelfstudie Erasmus School of Law
16
Doorstroming, persoonlijke ontwikkeling, training en bijscholing Er zijn verschillende faciliteiten beschikbaar om medewerkers in staat te stellen hun functie goed te vervullen en zichzelf te ontplooien (employablity). Elke medewerker kan zichzelf jaarlijks verder ontwikkelen door het volgen van opleidingen, trainingen, cursussen, congressen etc. Hiervoor kunnen de medewerkers gebruik maken van studiefaciliteiten en opleidingsprogramma’s. Mede in het kader van ‘éducation permanente’ wordt jaarlijks in het managementgesprek met de leidinggevende besproken welke opleidingen zinvol zijn voor een medewerker en voor de organisatie. Het permanent deelnemen aan opleidingsactiviteiten of andere ontplooiingsmogelijkheden is vervolgens in het jaargesprek tussen leidinggevende en medewerker onderwerp van gesprek, alsmede het ambitieniveau van de medewerker. Ook een sabbatical leave kan een onderdeel zijn van een afspraak in het kader van ‘éducation permanente’. Jaarlijks toetst de leidinggevende de afgesproken opleiding van de medewerker tijdens het jaargesprek, waarin ook van gedachten gewisseld wordt over onderzoeksoutput, onderwijsbelasting etc. De medewerker verkrijgt zo duidelijkheid over zijn daadwerkelijk functioneren. Daarnaast is het gesprek gericht op de toekomst en worden de loopbaanwensen van de medewerker besproken. De decaan van de ESL ziet erop toe dat deze gesprekken worden gehouden en een kwalitatief goede inhoud hebben. Met promovendi worden in het laatste jaar van het dienstverband de loopbaanmogelijkheden besproken en een volgende loopbaanstap gepland. 6.3 Voorzieningen voor het wetenschappelijk personeel De ESL beschikt over een beheerssysteem gebaseerd op integraal management op decentraal niveau. Dit gecombineerd met relatief kleine beheerseenheden maakt dat de wetenschappelijke staf continu inzicht heeft in beheersmatige aangelegenheden zonder dat hiervoor continu ondersteunende staf behoeft te worden ingezet. In vergelijking met andere systemen kan de ESL dan ook relatief meer ondersteunende capaciteit inzetten voor ondersteuning van de primaire taken. De Erasmus Universiteit Rotterdam beschikt over een centrale Universiteitsbibliotheek (UB), op de campus waar ook de ESL is gevestigd. De universiteit biedt een grote hoeveelheid juridische digitale bronnen aan, zoals elektronische databanken en elektronische tijdschriften, ontsloten via een Portal voor Rechten. Elke medewerker heeft vanuit huis en werkplek toegang tot deze bronnen. De centrale UB is officieel erkend door de Europese Unie als Europees Documentatie Centrum. Dit betekent dat de UB op een aantal deelterreinen, waaronder recht en rechtsvragen, alle officiële EU/EG-documenten heeft. In aanvulling op de UB beschikt de ESL over een decentrale juridische bibliotheek. Deze Sanders Bibliotheek wordt gebruikt door medewerkers en studenten van de ESL en heeft naast een juridische collectie ook twaalf PC-werkplekken en leestafels voor (scriptie)studenten. De bibliotheek beschikt over de meeste belangrijke werken op het gebied van Nederlands en internationaal recht. De collectie bestaat uit ongeveer 20.000 boeken en 120 tijdschriften. De vorming van de collectie gebeurt in nauw overleg met de secties en de Universiteitsbibliotheek. De Sanders Bibliotheek herbergt onder meer een uitgebreide collectie vervoerrecht en handelsrecht. De voorzieningen voor de wetenschappelijke staf op ICT-gebied zijn zeer goed te noemen. De ESL heeft de beschikking over state of the art PC's en netwerk, en een professionele lokale helpdesk. De ESL kent een ruime keuze van universitaire licentiesoftware. Voorts maakt de ESL gebruik van een systeem voor centrale digitale opslag van publicaties (RePub), van het communicatiemanagementsysteem SIN-Online voor gerichte communicatie en van het onderzoekregistratiesysteem METIS. Alle informatie met betrekking tot onderzoek wordt gecommuniceerd in een onderzoekchannel waar alle onderzoekers een abonnement op hebben. Bovendien wordt op het web automatisch een persoonlijke pagina van alle onderzoekers gegenereerd met daarop informatie over hun deelname in een onderzoekprogramma en een overzicht van hun wetenschappelijke publicaties. De ESL vindt internationale mobiliteit zeer belangrijk. De wetenschappelijke staf kan voor praktische ondersteuning bij internationale contacten zoals het aanvragen van visa terecht bij de facultaire ondersteuning.
Zelfstudie Erasmus School of Law
17
Daarnaast heeft de ESL een budget voor internationalisering waarop wetenschappelijk medewerkers aanspraak kunnen maken voor de financiële ondersteuning van internationale onderzoeksactiviteiten.
7. Onderzoeksresultaten Omdat het onderzoek aan de ESL in principe via de onderzoeksprogramma’s wordt verricht zijn de gedetailleerde evaluaties van de onderzoeksresultaten in de zelfstudies van de zes onderzoeksprogramma’s van de ESL opgenomen. Hierna wordt daarom alleen ingegaan op enkele overkoepelende aspecten van de kwaliteit en kwantiteit van de onderzoeksoutput. 7.1 Kwaliteit onderzoeksoutput Wat betreft het aantal artikelen in gerefereerde tijdschriften kunnen de cijfers uit de periode voorafgaande aan de interne onderzoeksevaluatie 2001-2005 niet met die uit de periode 2006-2008 worden vergeleken; destijds werd een andere definitie gehanteerd dan voor de landelijke onderzoeksevaluatie 2006-2008. Echter kan wel worden geconstateerd dat in de periode 2006-2008 het aantal publicaties in gerefereerde tijdschriften met rond éénderde is toegenomen. Ook is het aandeel van internationale publicaties in de wetenschappelijke output toegenomen. Onderzoekers van de ESL en hun onderzoek vinden ingang in het internationaal juridisch discours. De afgelopen periode vond een duidelijke concentratie plaats van ambitieuze en veelpresterende wetenschappers binnen de onderzoeksprogramma’s. Deze ontwikkeling gaat samen met een trend om het onderzoek interdisciplinair op te zetten en internationaal te oriënteren. Deze trend verwijst naar het facultaire ambitieniveau voor de komende jaren. Een gering deel van het onderzoek kon geen plaats vinden binnen onderzoekprogramma’s. Ook hier zijn kwalitatief hoogwaardige publicaties in gerefereerde en internationale tijdschriften en bundels te vermelden. Dit betreft enerzijds diverse publicaties van de leden van de capaciteitsgroepen Privaatrecht en Fiscaal recht, vooral in 2006 en 2007, in hoofdzaak uit de jaren voor de start (op 1-1-2008) van de programma’s Fiscale autonomie en haar grenzen en Behavioural Approaches to Contract and Tort. Daarnaast kunnen ter illustratie het rechtshistorische en rechtsfilosofische onderzoek van prof. dr. L.C. Winkel in 2006, 2007 en 2008 en van prof. dr. R.M.G.E. Foqué in 2008 worden genoemd. Het niet-programma gebonden onderzoek betreft tevens een klein aantal dissertaties in 2006 en 2007, met name op het terrein van het privaatrecht en het fiscaal recht. 7.2 Kwantiteit onderzoeksoutput Een overzicht van de kwantitatieve onderzoeksresultaten is opgenomen in tabel 3. Een overzicht van alle wetenschappelijke publicaties en vakpublicaties is telkens opgenomen in tabel 5 van de zelfstudies van de zes onderzoeksprogramma’s. Geconstateerd kan worden dat bij het wetenschappelijke personeel sinds de laatste onderzoeksevaluatie een mentaliteitsomslag heeft plaatsgevonden. De productiviteit is aanzienlijk verhoogd. Het aantal wetenschappelijke publicaties is sinds 2005 aanzienlijk toegenomen. In vergelijking met 2005 (zie Interne Onderzoeksbeoordeling 2001-2005, p. 32) is de wetenschappelijke output in de periode 2006-2008 gemiddeld meer dan 60% toegenomen. In dezelfde periode is de totale personele formatie (wp in fte’s onderzoek) met 15% gestegen (peildatum: 2008; zie tabel 1). Naast het toetreden van enkele nieuwe hoogleraren is vooral het middenkader (UHD’s) versterkt. Het aantal wetenschappelijke publicaties per fte is in de periode 2006-2008 duidelijk toegenomen. Ten opzichte van 2005 is het totaal aantal wetenschappelijke artikelen in 2008 bijna verdubbeld. Ook het aantal monografieën en handboeken is in de periode 2006-2008 ten opzicht van de periode 2001-2005 toegenomen. Het
Zelfstudie Erasmus School of Law
18
aantal afgeronde dissertaties was in de periode 2001-2005 gemiddeld rond 11 per jaar en in de periode 2006-2008 gemiddeld rond 18 per jaar (zie tabel 3 en 4). In de periode 2006-2007-2008 maakte het niet-programmagebonden onderzoek achtereenvolgens rond 40%, 20% en 10% van het totaal aantal wetenschappelijke publicaties uit. Het succes in het terugdringen van nietprogrammagebonden onderzoeks-fte van rond 38% in 2006 en nog steeds rond 30% in 2007 naar rond 10% in 2008 kan worden verklaard door het inrichten van de twee nieuwe onderzoeksprogramma’s (begin 2008): ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’ en ‘Fiscale autonomie en haar grenzen’, en het behalen van de Sanderskwalificatie door medewerkers, wat een voorwaarde is voor deelname aan een onderzoeksprogramma.
8. SWOT analyse 8.1 Sterke en zwakke punten Sterke punten - Veel onderzoekers van de ESL behoren tot de top van hun vakgebied. - De ESL slaagt erin talentvolle medewerkers voor kernposities aan te trekken. - De facultaire organisatie van het onderzoek van de ESL is op orde. - De kwaliteitszorg met betrekking tot het presteren van individuele medewerkers is uitgebreid. - De ESL verricht geprogrammeerd onderzoek. - Het onderzoek profiteert van de internationale oriëntatie van de EUR. - De interdisciplinaire samenwerking in het onderzoek. - De maatschappelijke relevantie van het onderzoek. - De opleiding van promovendi. Zwakke punten - De organisatie binnen de verschillende onderzoeksprogramma’s blijft, zij het in uiteenlopende mate per programma, achter bij de algemene inrichting van de facultaire onderzoeksorganisatie. Oplossingsrichting: versterking van het onderzoekmanagement binnen de onderzoeksprogramma’s. Op dit moment kenmerkt het personeelsbeleid van de ESL zich nog teveel als probleemgestuurd en afgestemd op de ‘gemiddelde medewerker’. Oplossingsrichting: de ESL zal maatwerk en flexibiliteit centraal stellen in het personeelsbeleid. - Versnippering van onderzoekstijd. Oplossingsrichting: bevorderen dat onderzoekers zich tot deelname aan één onderzoeksprogramma beperken. - Het aantal publicaties in gerefereerde tijdschriften zou nog verder omhoog moeten kunnen. Oplossingsrichting: stimuleren door het bestaande beleid in het kader van het verwerven van de Sanderskwalificatie extra aandacht te geven. - De promotietrajecten zijn aan de lange kant. Oplossingsrichting: versterken begeleiding, onder meer door de oprichting van een graduate school.
Zelfstudie Erasmus School of Law
19
8.2 Bedreigingen en kansen Bedreigingen - De marktsector zuigt goede medewerkers aan. - De (gewenste) intensivering van het onderwijs levert een zware onderwijsbelasting op. - De eis van ‘publiceren in het Nederlands voor nationale doelgroepen’ (academici, regelgevers, rechtsprekende instanties en juridische dienstverleners) conflicteert met de eis van ‘publiceren in het Engels in internationale gerefereerde tijdschriften en bundels’. Kansen - Het onderzoeksprogramma Behavioural Approaches to Contract and Tort bevindt zich al op Europees niveau. Het kan met meer (financiële) ondersteuning deze positie nog versterken. - Nieuwe onderzoekinitiatieven doen zich voor op het gebied van de criminologie, het Europees en internationaal publiekrecht, minderhedenproblematiek en ‘Law and innovation’. - De ESL bevindt zich op een campus met sterke faculteiten (Bedrijfskunde, Economie), wat perspectief biedt voor inhoudelijke samenwerking over de grenzen van de eigen faculteit heen. - De mogelijkheden voor (interdisciplinaire) samenwerking in de regio zijn nog lang niet uitgeput. - Versterking van het tweede-geldstroomonderzoek is op handen. - Via het onlangs geopende Nether (werkplek en expertisecentrum op het terrein van Europese subsidies van de EUR in Brussel) kunnen Europese subsidies worden verworven, in samenwerking met externe partners, bijvoorbeeld de TU Delft, met betrekking tot het gezamenlijke ‘Centre for Law and Innovation’.
Zelfstudie Erasmus School of Law
20
Annex Tabel 1 instituut: Personele formatie per 31 december van elk jaar 2006 Hoogleraren
2007
2008
8,56
10,00
11,745
Ander vast wp
16,69
18,185
19,62
Promovendi
21,00
24,19
27,33
4,885
5,91
7,08
51,135
58,71
65,775
60,70
61,00
63,10
111,835
119,71
128,885
Overig tijdelijk wp Totaal WP Ondersteuning Totaal staf
Tabel 2 instituut: Inkomsten en uitgaven per jaar; in kEuro's; % van totale inkomsten of uitgaven 2006
2007
2008
Inkomsten Eerste geldstroom
k€ 13857
14989
16181
%
78
77
80
KNAW
k€
0
0
3
%
0
0
0
NWO
k€
53
174
183
%
0
1
1
k€
0
0
0
%
0
0
0
k€
0
0
0
%
0
0
0
k€
53
174
186
%
0
1
1
k€
773
847
625
%
4
4
3
3158
3400
3346
18
18
16
k€ 17841
19410
20338
k€ 14476
Tweede geldstroom
ESF/EU Overig e
Totaal 2 geldstroom Contractonderzoek Overige inkomsten
% Totaal inkomsten Uitgaven Personele lasten Materiële lasten
15314
16745
%
82
81
81
k€
3273
3657
4006
%
18
19
19
17749
18971
20751
Totaal uitgaven
Zelfstudie Erasmus School of Law
21
Tabel 3 instituut: Kwantitatieve onderzoeksresultaten 2006
2007
2008
Monografieën en handboeken
34
29
26
Dissertaties
17
20
18
Artikelen in gerefereerde tijdschriften
70
84
102
105
89
100
5
7
11
170
147
186
401
376
443
27
15
11
2
1
6
Wetenschappelijke publicaties
Artikelen in overige tijdschriften Bundels en verzamelwerken (mits redactie) Artikelen in bundels en andere verzamelwerken Totaal Vakpublicaties Monografieën en handboeken Bundels en andere verzamelwerken Artikelen
188
231
230
Annotaties
117
111
109
334
358
356
Totaal
Tabel 4 instituut: Promoties
Aantal lopende promotie-
2006
2007
2008
49
51
71
17
20
18
9
13
8
8
7
10
5,75
6,3
onderzoeken Aantal afgeronde promoties Waarvan medewerker van het instituut Waarvan niet-medewerker van het instituut Duur promotieonderzoek in jaren
22
22
Duur afgerond promotieonderzoek promovendi in dienst van de ESL
Zelfstudie Erasmus School of Law
22
5,8
Tabel 1 Niet programma gebonden onderzoek, aantallen per jaar 2006 Fte’s in niet-programmagebonden onderzoek
20,425
2007 17,28
2008 7,605
Aantallen wetenschappelijke publicaties
157
106
49
Aantallen vakpublicaties
165
159
74
Zelfstudie Erasmus School of Law
23
Niet-programmagebonden onderzoek Cap.groep Privaatrecht
Publicaties 2006 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.
2. 3.
4.
5. 6.
7.
Barendrecht, J.M., Jansen, C.G., Loos, M., Pinna, A.P., Cascao, R. & Gulijk, S. van (2006). Principles of European Law on Service Contracts (PELSC) (Principles of European law, 3). Berne, Bruxelles, Munich: Seillier European Publishers, OUP, Bruylant, Staemfli. Boom, W.H. van (2006). Efficacious Enforcement in Contract and Tort. Inaugurele rede Erasmus Universiteit Rotterdam (2006, april 21). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Dunné, J.M. van & Meyer, J.W.M.K. (2006). Normatief uitgelegd : verzamelde privaatrechtelijke opstellen van J.M. van Dunné : een selectie uit het werk van prof. mr. J.M. van Dunné op 24 maart 2006, aangeboden ter gelegenheid van zijn emeritaat als hoogleraar burgerlijk recht, handelsrecht en burgerlijk procesrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam / red. J.W.M.K. Meyer (e.a.). Deventer: Kluwer. Dunné, J.M. van, Meyer, J.W.M.K., Spek, G. van der & Wendt, J.A.I. (2006). The Duty of Care in Contract and Tort. Selected Essays on Contract, Construction Law, Environmental Liability, Jurisprudence. Maastricht: Shaker Publishing. Dunné, J.M. van (2006). Zien is kennen. Omzien ook. Afscheidscollege, 24 maart 2006, Erasmus Universiteit Rotterdam (Erasmus law lectures, 4). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Hoitink, J.E. (2006). De ontbrekende schakel - Een beschouwing over eigendomsbescherming als fundament voor schadevergoeding. Oratie EUR (2005, oktober 14). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Mierlo, A.I.M. van (2006). Aruba, the place to be for arbitration?. Oratie, uitgesproken te Aruba (2005, oktober 20). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
1.2 Dissertaties 1.
Pinna, A.P. (2006, mei 24). La mesure du préjudice contractuel. University Panthéon-Assas (Paris II) (580 pag.) (The thesis shall be published around September 2007). Prom./coprom.: P.Y. Gautier.
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. 2. 3.
Boom, W.H. van (2006). Compensatie voor geboorteschade - van aansprakelijkheid naar 'no-fault'? Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2006(1), 8-24. Houweling, A.R. (2006). Het schriftelijkheidsvereiste ex art. 7:653 BW. Arbeidsrechtelijke Annotaties, 2006(2), 63-79. Pape, S.B. (2006). De betekenis van het Jetblast-arrest voor de waarschuwing in het productaansprakelijkheidsrecht. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2006(56), 374382.
4.
Wendt, J.A.I. (2006). Oordelen over rechten? Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 2006, 202-211.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. 2. 3.
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
13. 14. 15. 16.
17. 18.
19.
Boom, W.H. van (2006). Financiële toezichtwetgeving en nietige overeenkomsten. Vermogensrechtelijke annotaties, 2006(1), 1-36. Boom, W.H. van & Rinkes, J.G.J. (2006). Toezicht op consumentenrecht en de komst van de Consumentenautoriteit. Tijdschrift voor consumentenrecht & handelspraktijken, 2006(5), 135-138. Dunné, J.M. van (2006). Recente ontwikkelingen bij verjaring. 'Daadwerkelijke bekendheid' bij de relatieve termijn van art. 3:310 BW en de toepassing bij vorderingen tegen de overheid bij milieuaansprakelijkheid. De laatste stuiptrekkingen van de Wet van 1924? Tijdschrift voor Milieuschade en Aansprakelijkheidsrecht, 2006(6), 194-206. Hoitink, J.E. & Backes, Ch.W. (2006). Financiële compensatie mechanische kokkelvisserij: politieke keuze of juridische noodzaak? Overheid en aansprakelijkheid, 2006, 24-30. Kottenhagen, R.J.P. (2006). From freedom of contract to forcing parties into agreement. On the consequences of breaking off negotiations in different legal systems. Ius Gentium, 2006(12), 61-95. Lindenbergh, S.D. (2006). Verzorging en huishoudelijke hulp, onzichtbare schade op een lastig kruisvlak. Tijdschrift voor Privaatrecht, 2006, 105-110. Pinna, A.P. & Rigozzi, A. (2006). Chronique de jurisprudence en matière d'arbitrage sportif. Gazette du Palais : gazette des tribunaux et le droit réunis, 2006(15-17/10), 23-37. Pinna, A.P. (2006). La mesure du préjudice consécutif à l'exécution d'une obligation de non-concurrence illicite. La semaine juridique : juris-classeur périodique. Edition générale, 2006(I.192), 2203-2207. Pinna, A.P. (2006). La spécificité de la jurisprudence arbitrale. Jusletter (weblaw.ch), 2006(16-10). Pinna, A.P. (2006). The International Supply of Sports Agent Services. The international sports law journal, 2006(1-2), 20-27. Sujecki, B. (2006). Das Online Mahnverfahren in Deutschland. MultiMedia und Recht : Zeitschrift für Informations-, Telekommunikations- und Medienrecht, 2006(6), 369-373. Sujecki, B. (2006). De Europese Executoriale Titel - Tijdige tenuitvoerlegging van vermogensrechtelijke beslissingen in de Europese Unie bezien vanuit verschillende internationale instrumenten. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 2006(2), 39-43. Sujecki, B. (2006). Europäisches Mahnverfahren. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 2006(1), 124-148. Sujecki, B. (2006). Europäisches Mahnverfahren - Geänderter Verordnungsvorschlag. Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 2006(11), 330-333. Sujecki, B. (2006). Initial Steps towards an Electronic European Order for Payment Procedure. Computer law review international, 2006(4), 111-116. Sujecki, B. (2006). Niederländisches Gesetz zur Durchführung der Verordnung (EG) Nr. 805/2004 zum Europäischen Vollstreckungstitel. IPRax. Praxis des Internationalen Privat- und Verfahrensrechts, 2006(5), 525-530. Sujecki, B. (2006). Obrót elektroniczny a reforma sadownictwa - przedstawienie rozwiazania holenderskiego. Monitor Prawniczy, 2006(16), 11-13. Sujecki, B. (2006). Telekommunikationsvertrage zwischen privatem Recht und offentlichrechtlicher Regulierung - Eine niederlandische Darstelling. MultiMedia und Recht : Zeitschrift für Informations-, Telekommunikations- und Medienrecht, 2006, 799-802. Sujecki, B. (2006). Zusammenschaltungsverträge in Österreich und den Niederlanden. International Medien und Recht, 2006(2), 103-110.
Zelfstudie Erasmus School of Law
1
20. Westrik, R. (2006). Die Finanzsicherheitenrichtlinie und die europäische Rechtskultur - Zur Umsetzung der Richtlinie in den Niederlanden. Zeitschrift für vergleichende Rechtswissenschaft, 2006(18), 325-342. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1.
2.
3.
4. 5.
6. 7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
Ardenne-Dick, M.M.R. van (2006). De toerekening van eigen schuld in het verzekeringsrecht. In N. Tiggele-van der Velde, J.G.C. Kamphuisen & B.K.M. Lauwerier (Eds.), De Wansink-bundel : van draden en daden : liber amicorum prof. mr. J.H. Wansink (Serie verzekeringsrecht) (pp. 1-14). Deventer: Kluwer. Ardenne-Dick, M.M.R. van & Velde, N. van der (2006). De verzekeringsovereenkomst. In B. Wessels & A.J. Verheij (Eds.), Studiereeks Burgerlijk Recht: Bijzondere overeenkomsten (pp. 297-320). Deventer: Kluwer. Ardenne-Dick, M.M.R. van (2006). Toezicht op verzekeraars. In L.J.J. Rogier & H. de Doelder (Eds.), Toezicht : opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (OMV, 14) (pp. 129-147). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Arkel, E.G. van & Smits, T.M.J. (2006). Informatie indiensttreding. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), Sdu Commentaar Arbeidsrecht (Sdu commentaar). Den Haag: Sdu Uitgevers. Blom, A. (2006). De ene fraude is de andere niet. In N. van Tiggele-van der Velde, J.G.C. Kamphuisen & B.K.M. Lauwerier (Eds.), De Wansink-bundel : van draden en daden : liber amicorum prof. mr. J.H. Wansink (Serie verzekeringsrecht) (pp. 51-61). Deventer: Kluwer. Boom, W.H. van & Doorn, C.J.M. van (2006). Productaansprakelijkheid en productveiligheid. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek Consumentenrecht (pp. 261-280). Zutphen: Paris. Boom, W.H. van (2006). Children as tortfeasors under Dutch law. In M. Martín-Casals (Ed.), Children in Tort Law Part I: Children as Tortfeasors (Tort and insurance law) (pp. 293-309). Vienna / New York: Springer. Boom, W.H. van & Moncada Castillo, M.D.C. (2006). Children as victims under Dutch law. In M. Martín-Casals (Ed.), Children in Tort Law Part II: Children as Victims (Tort and insurance law) (pp. 175-189). Vienna / New York: Springer. Boom, W.H. van (2006). Compensatie bij geboorteschade - verschuivingen van aansprakelijkheid naar alternatieve vergoedingsarrangementen. In M. Buijsen (Ed.), Onrechtmatig leven? Opstellen naar aanleiding van Baby Kelly (Annalen van het Thijmgenootschap, 94) (pp. 181-230). Nijmegen: Valkhof Pers. Boom, W.H. van (2006). Compensating and preventing damage: is there any future left for tort law? In Hugo Tiberg (Ed.), Festskrift till Bill W. Dufwa - Essays on Tort, Insurance Law and Society in Honour of Bill W. Dufwa, Volume I (pp. 287-293). Stockholm, Sweden: Jure Förlag AB. Boom, W.H. van & Kottenhagen, R.J.P. (2006). De Richtlijn oneerlijke bedingen en haar plaats in het Nederlandse recht. In F. de Ly, K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 133-154). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Boom, W.H. van & Pinna, A.P. (2006). Liability for Failure to Regulate Health and Safety Risk Second-guessing policy choice or showing judicial restraint? In H. Koziol & B.C. Steininger (Eds.), European Tort Law 2005 (Tort and Insurance Law, Yearbook) (pp. 1-21). Vienna / New York: Springer. Boom, W.H. van (2006). Oublié d'assurer, obligé de compenser? Enige opmerkingen over aansprakelijkheid van de werkgever wegens het niet verzekeren van zijn werknemer. In N. Tiggele-Van
Zelfstudie Erasmus School of Law
2
14.
15. 16. 17.
18. 19.
20. 21. 22.
23.
24.
25.
26.
27.
28.
der Velde e.a. (Ed.), De Wansink-bundel Van draden en daden (Serie verzekeringsrecht) (pp. 61-72). Deventer: Kluwer. Dunne, J.M. van (2006). Normatieve uitleg à l'anglaise. Investors Compensation Scheme (1998) als Engelse Haviltex-zaak. In E.H. Hondius c.s. (Ed.), Grosheide-Bundel (pp. 103-118). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Klik, P. (2006). Consumentenkoop van roerende zaken, Hoofdstuk 4. In E.H. Hondius & G.J. Rijken (Eds.), Handboek Consumentenrecht (pp. 93-122). Zutphen: Paris. Klik, P. (2006). Koop. In F. de Ly, K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 155-181). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Kottenhagen, R.J.P. (2006). De zaak Kelly in het perspectief van het personenschaderecht. In M.A.J.M. Buijsen (Ed.), Onrechtmatig leven? Opstellen naar aanleiding van Baby Kelly (Annalen van het Thijmgenootschap, 94/1) (pp. 145-157). Nijmegen: Valkhof pers. Lindenbergh, S.D. (2006). Damages (in tort). In J.M. Smits (Ed.), Elgar Encyclopedia of Comparative Law (pp. 234-241). Cheltenham: Elgar. Lindenbergh, S.D. (2006). Kosten bij verhaal krachtens subrogatie. In N. Tiggele-van der Velde, J.G.C. Kamphuisen & B.K.M. Lauwerier (Eds.), De Wansink-bundel : van draden en daden : liber amicorum prof. mr. J.H. Wansink (Serie verzekeringsrecht) (pp. 321-331). Deventer: Kluwer. Lindenbergh, S.D. (2006). The Constitutionalisation of Private Law in The Netherlands. In T. Barkhuysen & S. Lindenbergh (Eds.), Constitutionalisation of private law (pp. 97-128). Leiden: Nijhoff. Lindenbergh, S.D. (2006). Tijd en schade. In J. Hulsman (Ed.), Tijd is geld (pp. 109-121). Zeist: Uitgeverij Kerckebosch. Mierlo, A.I.M. van (2006). Beslag op rechten uit een levensverzekering. In N. Tiggele-van der Velde, J.G.C. Kamphuisen & B.K.M. Lauwerier (Eds.), De Wansink-bundel : van draden en daden : liber amicorum prof. mr. J.H. Wansink (Serie verzekeringsrecht) (pp. 349-372). Deventer: Kluwer. Pinna, A.P. (2006). La responsabilité médicale en France après la loi du 4 mars 2002. In Coimbra Editora (Ed.), Responsabilidade Civil dos Médicos (Centro de Direito Biomédico, Medicina, 11) (pp. 95-126). Coimbra: Coimbra Editora. Pinna, A.P. (2006). Trials and Tribulations of the Court of Arbitration for Sports. In I.S. Blackshaw, R.C.R. Siekmann & J. Soek (Eds.), The Court of Arbitration for Sport (1984-2004) (pp. 386-408). The Hague: T.M.C. Asser Press. Sujecki, B., Holst, W. van, Soek, V. & Visser, E. (2006). Geschillen over Open Source Software. In E. Thole, R. Scholten & W. Seinen (Eds.), Open Source Software. Een verkenning naar de juridische aspecten van open source software (pp. 183-196). Den Haag: Elsevier Juridisch. Sujecki, B., Sars, J.P. & Verheijen, I. (2006). Open Source Software vanuit internationaal privaatrechtelijk perspectief. In E. Thole, R. Scholten & W. Seinen (Eds.), Open Source Software. Een verkenning naar de juridische aspecten van open source software (pp. 161-181). Den Haag: Elsevier Juridisch. Velde, N. van der (2006). 'In een redelijk belang geschaad zijn'. Over 'handjes en voetjes' en een onderzoek naar de (bewijsrechtelijke) invulling in de praktijk. In N. Tiggele-van der Velde, J.G.C. Kamphuisen & B.K.M. Lauwerier (Eds.), De Wansink-bundel : van draden en daden : liber amicorum prof. mr. J.H. Wansink (Serie verzekeringsrecht) (pp. 431-462). Deventer: Kluwer. Westrik, R. (2006). Eenvormig goederenrecht: een internationaal zekerheids-recht op vliegtuigen, treinen en ander mobile equipment? De Convention on International Interests in Mobile Equipment van 2001. In F. de Ly, K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 273-298). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
Zelfstudie Erasmus School of Law
3
Vakpublicaties 2.1 Monografieëen en handboeken 1.
Houweling, A.R. (2006). Vaardig met staatsrecht : de wetgevingsprocedure van een wet in formele zin (Juridische vaardigheden). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 1. 2.
Mierlo, A.I.M. van (Ed.). (2006). Vermogensrecht 2006 (3e druk) (SDU rechtspraakreeks). Den Haag: Koninklijke vermande. Velde, N. van der, Kamphuisen, J.G.C. & Lauwerier, B.K.M. (Eds.). (2006). De Wansink-bundel : van draden en daden : liber amicorum prof. mr. J.H. Wansink (Serie verzekeringsrecht). Deventer: Kluwer.
2.3 Artikelen 1.
Ardenne-Dick, M.M.R. van (2006). Ongevallenverzekering (onderdeel 2130) (losbladig). In J. Wildeboer & S. Binkhorst (Eds.), Handboek Personenschade (pp. 1-52). Deventer: Kluwer. 2. Ardenne-Dick, M.M.R. van (2006). Verzekering Algemeen (onderdeel 2110) (losbladig). In J. Wildeboer & S. Binkhorst (Eds.), Handboek Personenschade (pp. 1-32). Deventer: Kluwer. 3. Boom, W.H. van (2006). Innovatieve handhaving in het vermogensrecht. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2006(4, nr. 16), 121-121. 4. Boom, W.H. van (2006). Wet Handhaving Consumentenbescherming: de ConsumentenAutoriteit staat voor de deur. Tijdschrift voor consumentenrecht & handelspraktijken, 2006(2), 37-37. 5. Damsteegt, F. (2006). Grenzen aan de bescherming van de bevoorrechte schuldeiser. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2006(6664), 333-338. 6. Houweling, A.R. (2006). Docentenhandleiding bij vaardig met bestuursrecht. In H.C. Naves & M. van Mourik (Eds.), Vaardig met bestuursrecht (Juridische Vaardighedenboek) (pp. 1-25). Den Haag: Boom Juridische Uitgever. 7. Houweling, A.R. (2006). Docentenhandleiding bij vaardig met staatsrecht. In A.R. Houweling (Ed.), Vaardig met staatsrecht : de wetgevingsprocedure van een wet in formele zin (Juridische vaardigheden). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 8. Houweling, A.R. (2006). Docenthandleiding bij vaardig met arbeidsrecht. In T.M.J. Smits (Ed.), Vaardig met arbeidsrecht : de ontslagprocedures (Juridische vaardigheden). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 9. Houweling, A.R. (2006). Verslag van de plenaire sessie. In R.M. Belzer (Ed.), De onderneming in beweging (pp. 85-100). Den Haag: Sdu Uitgevers. 10. Klik, P. (2006). Koop (Titel 7.1). In C. Bollen, R.J.Q. Klomp & H.N. Schelhaas (Eds.), Verbintenissenrecht geschetst (pp. 139-155). Nijmegen: Ars Aequi Libri. 11. Lely, J.H. & Tuil, M.L. (2006). Fundamentele herbezinning. Vergadering Nederlandse vereniging voor procesrecht 19 mei 2006 over het Eindrapport Fundamentele herbezinning Nederlands burgerlijk procesrecht 'Uitgebalanceerd'. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 2006(4), 97-100. 12. Lely, J.H. & Tuil, M.L. (2006). Beschouwingen over het Eindrapport Fundamentele herbezinning Nederlands Burgerlijk procesrecht. In Bundel Nederlandse Vereniging voor Procesrecht, Verslag van de
Zelfstudie Erasmus School of Law
4
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
24. 25.
26. 27. 28. 29. 30. 31.
vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht (NVvP) op 19 mei 2006 ten Den Bosch (Procesrechtelijke reeks NVvP, 16) (pp. 57-64). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Lindenbergh, S.D. (2006). Arbeid, schade en zorgplicht. Maandblad voor vermogensrecht, 2006(2), 3943. Lindenbergh, S.D. (2006). Beroepsfout advocaat wegens niet doen van mededeling dat smartengeld wordt gevorderd? Maandblad voor vermogensrecht, 2006(4), 75-78. Lindenbergh, S.D. (2006). Derdenschade, redactioneel, themanummer TVP. Tijdschrift voor Vergoeding van Personenschade, 2006, 97. Lindenbergh, S.D. (2006). Hoge Raad aanvaardt proportionele aansprakelijkheid bij onzeker causaal verband. Maandblad voor vermogensrecht, 2006(6), 104-108. Lindenbergh, S.D. (2006). Tweemaal werkgeversregres: civiel plafond of niet? Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2006(28), 177. Lindenbergh, S.D. (2006). Bewerking losbladige Zakelijke Rechten (burenrecht). In W.M. Kleijn & A.A. van Velten (Eds.), Losbladige Zakelijke Rechten. Deventer: Kluwer. Lindenbergh, S.D. (2006). Smartengeld: ontwikkeling en stilstand. In Smartengeld : uitspraken van de Nederlandse rechter over de vergoeding van immateriële schade (pp. 6-11). 's-Gravenhage: ANWB. Mierlo, A.I.M. van (2006). Arbitrage, beslag en executie. Tijdschrift voor Arbitrage, 2006(2), 37-43. Mierlo, A.I.M. van (2006). Boekaankondiging Asser Procesrecht. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2006(6656), 170-171. Sujecki, B. (2006). Das Europaische Mahnverfahren nach dem Gemeinsmanen Standpunkt. Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 2006, 609. Sujecki, B. (2006). Europäisches Mahnverfahren: Elektronische Durchführung nach dem geänderten Verordnungsvorschlag. MultiMedia und Recht : Zeitschrift für Informations-, Telekommunikations- und Medienrecht, 2006(6), VIII. Sujecki, B. (2006). Niederlande: Aktuelles zum IT-Recht. International Medien und Recht, 2006(1), 5657. Sujecki, B. (2006). Niederlande: Mangelnde Beachtung der Informationspflichten im elektronischen Geschäftsverkehr. MultiMedia und Recht : Zeitschrift für Informations-, Telekommunikations- und Medienrecht, 2006(9), IX. Sujecki, B. (2006). Niederlande: Reform des Telekommunikationsgesetzes beschlossen. MultiMedia und Recht : Zeitschrift für Informations-, Telekommunikations- und Medienrecht, 2006(5), XXV. Sujecki, B. (2006). Niederlande: Sanktionen gegen das Versenden von Spam. MultiMedia und Recht : Zeitschrift für Informations-, Telekommunikations- und Medienrecht, 2006(2), X. Sujecki, B. (2006). Niederlanden: Pilotprojekt Geldvordering-Online. MultiMedia und Recht : Zeitschrift für Informations-, Telekommunikations- und Medienrecht, 2006(8), XXIV-XXV. Sujecki, B. (2006). Online Glückspiele in den Niederlanden. International Medien und Recht, 2006(1), 16. Sujecki, B. (2006). Verordnungsvorschlag zur Änderung der Europäischen Zustellungsverordnung - Ein Schritt in die richtige Richtung! Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 2006(1), 1. Sujecki, B. (2006). Book review: Gebauer, Martin/Wiedmann, Thomas (Hrsg.), Zivilrecht unter europäischen Einfluss [Bespreking van het boek Zivilrecht unter europäischem Einfluss : die richtlinienkonforme Auslegung des BGB und anderer Gesetze : Erläutering der wichtigsten EGVerordnungen]. European Review of Private Law, 2006(2), 297-299.
Zelfstudie Erasmus School of Law
5
2.4 Annotaties 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7.
8.
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20.
21.
22. 23.
Boom, W.H. van (2006).Noot bij : HR (14-10-2005), C04/200HR, ((NJ 2005, 539) Bewuste roekeloosheid werknemer bij schade aan werkgever (City Tax BV / De Boer)). Ja 2006-1, nr. 10, p.103106. Boom, W.H. van (2006).Noot bij : HR (11-11-2005), C04/253HR, (Amputatiegevaar en zorgplicht werkgever). Ja 2006-1, nr. 11, p.115-119. Boom, W.H. van (2006).Noot bij : HR (16-12-2006), C04/276HR, (Organice). Ja 2006-2, nr. 21, p.197199. Boom, W.H. van (2006).Noot bij : HR (02-12-2005), C04/353HR, (Bewuste roekeloosheid werknemer bij hypoglykemie). Ja 2006-1, nr. 12, p.130-133. Boom, W.H. van (2006).Noot bij : HR (07-04-2006), C05/004HR, (Der Bildtpollen Aanwas). Ja 20066, nr. 83, p.688-691. Doorn, C.J.M. van & Pape, S.B. (2006).Noot bij : HvJ EG (09-02-2006), C-127/04, (O'Byrne/APMSD). Ja 2006-4, p.451-455. Doorn, C.J.M. van & Pape, S.B. (2006).Noot bij : HvJ EG (09-02-2006), C-127/04, (Noot bij HvJ 9 februari 2006, nr. C-127/04, HvJ 10 januari 2006, nr. C-402/03, HvJ 14 maart 2006, C-177/04). TvC 2006-6, p.208-211. Giard, R.W.M. & Boom, W.H. van (2006).Noot bij : HR (25-11-2005), (De empirische dimensies van zorgplicht. Kanttekeningen bij het Skeeler-arrest (HR 25 november 2005, JA 2006, 1, RvdW 2005, 132)). Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR) 2006-8, p.360-368. Hoitink, J.E. (2006).Noot bij : ABRS (05-10-2005), Milieu en Recht (M&R) 2006-18. Hoitink, J.E. (2006).Noot bij : ABRS (16-11-2005), Milieu en Recht (M&R) 2006-45. Houweling, A.R. (2006).Noot bij : Kantonrechter Zwolle (02-05-2006), JIN 2006-325, p.2. Houweling, A.R. (2006).Noot bij : Hoge Raad (14-04-2006), (Beurspromovendi). JIN 2006-226, p.4. Houweling, A.R. (2006).Noot bij : Hoge Raad (14-07-2006), (Boekenvoordeel). JIN 2006-316, p.4. Houweling, A.R. (2006).Noot bij : Kantonrechter Leeuwarden (05-04-2006), (Cendris). JIN 2006-226, p.3. Houweling, A.R. (2006).Noot bij : Kantonrechter Groningen (17-03-2006), (Esha Waterproofing). JIN 2006-226, p.3. Houweling, A.R. (2006).Noot bij : Voorzieningenrechter Rechtbank Maastricht (24-02-2006), (Paint'r B.V.). JIN 2006-139, p.2. Houweling, A.R. (2006).Noot bij : Kantonrechter Den Bosch (06-07-2006), (Politiek verlof). JIN 2006431, p.2. Houweling, A.R. (2006).Noot bij : Kantonrechter Zaandam (17-08-2006), (Schoehuijs, herroeping 685beschikking). JIN 2006-475, p.4. Lindenbergh, S.D. (2006).Noot bij : HR (31-03-2006), (Longkanker door asbest en/of roken: proportionele aansprakelijkheid bij onzeker causaal verband). Ars Aequi 2006-10, p.736-741. Mierlo, A.I.M. van (2006).Noot bij : Hoge Raad (22-04-2005), (Annotatie RvdW 2005, 62, JIN 2005, 238 Reuser q.q./Postbank, Conservatoir derdenbeslag. Verrekening. Faillissement). Ars Aequi 2006-mei, p.363-372. Mierlo, A.I.M. van (2006).Noot bij : Hoge Raad (25-11-2005), C04/250HR, (Rohde Nielsen/De Donge Conservatoir beslag. Ondeugdelijkheid van het door de beslaglegger ingeroepen recht). Ars Aequi 20062, p.112-115. Mierlo, A.I.M. van (2006).Noot bij : HR (09-06-2006), JIN 2006-342, p.1120-1121. Mierlo, A.I.M. van (2006).Noot bij : Hof den Haag (09-02-2006), JIN 2006-165, p.606-607.
Zelfstudie Erasmus School of Law
6
24. Velde, N. van der (2006).Noot bij : HR (20-01-2006), (Bewijsrisico-omkering bij verzwijging; voorkoming van onredelijk zware bewijspositie, NJ 2006, 78). AV&S 2006-33, p.200-204. 25. Velde, N. van der (2006).Noot bij : HR (17-02-2006), (Proportionele korting bij te late melding, RvdW 2006, 205). AV&S 2006-21, p.129-132.
Publicaties 2007 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.
2.
3.
Hoitink, J.E. & Looij, I.M.A.M. de (2007). Nadeelcompensatie in beeld, Onderzoek in opdracht van het ministerie van Verkeer en Waterstaat naar de mogelijkheid van harmonisatie van nadeelcompensatieregelingen. Den Haag: MInisterie van Verkeer en Waterstaat. Lindenbergh, S.D. (2007). Alles is betrekkelijk : over de relatie tussen normschending en sanctie in het aansprakelijkheidsrecht. Rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van Hoogleraar Privaatrecht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam op 15 december 2006 (2006, december 15). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Sujecki, B. (2007). Das Mahnverfahren. Karlsruhe: Der C. F. Müller Verlag.
1.2 Dissertaties 1.
Harreman, M.M.L. (2007, september 07). Conservatoire beslagen tot afgifte en levering : een studie naar de werking en problematiek van het 730 Rv-beslag, mede in rechtshistorisch perspectief. Erasmus Universiteit Rotterdam (269 pag.) (Den Haag: Boom). Prom./coprom.: Prof.Mr. A.I.M. van Mierlo.
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Boom, W.H. van (2007). Effectuerend handhaven in het privaatrecht. Nederlands Juristenblad (NJB), 2007(16), 982-991. Houweling, A.R. (2007). Het verzekeringsaspect bij werkgeversaansprakelijkheid voor verkeersongevallen. SMA, 2007(7/8), 255-266. Houweling, A.R. (2007). Investeren in werkzekerheid. Ondernemingsrecht, 2007(5). Lindenbergh, S.D. (2007). Beperking van aansprakelijkheid bij personenschade van de reiziger: techniek en tendens. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2007, 88-93. Lindenbergh, S.D. (2007). Principles of European Tort Law: General conditions of Liability, Damage. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2007, 83-87. Lindenbergh, S.D. (2007). Schadevaststelling en de rol van de deskundige. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2007(60), 428-434. Voet, G.W. van der (2007). Decot Tricot, Gerechtshof 's-Hertogenbosch 23-10-2007, nr. C0501630, LJN BB7389. Tijdschrift voor Insolventierecht (TVI), 37, 238-238. Wendt, J.A.I. (2007). De methode der rechtswetenschap vanuit kritisch-rationeel perspectief; een kritiek tegenover de 'heersende leer' zoals verwoord door Stolker? RMThemis, 2007(3), 95-107. Westrik, R. (2007). De rechtspositie van een DGA bij beslag en faillissement onder de nieuwe Pensioenwet. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 138(6732), 990-999.
Zelfstudie Erasmus School of Law
7
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
2. 3. 4. 5.
6. 7.
Backes, Ch.W. & Hoitink, J.E. (2007). Geen schadevergoeding voor risico's die inherent zijn aan de ontplooide activiteiten, reactie op bijdrage Van der Wal en Van Schaik, Financiële compensatie mechanische kokkelvisserij, politieke keuze én juridische noodzaak. Overheid en aansprakelijkheid, 2007, 2-8. Berg, A.J. van den (2007). La Convention de New York de 1958: refus d'exécution. Bulletin Cour Internatinal d'Arbitrage de la CCI, 2007(15). Dijkshoorn, W. (2007). Keuzevrijheid op het grensvlak tussen vermogensschade en ander nadeel. Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, 10(3), 67-73. Duijnstee - van Imhoff, Z.H. van (2007). Huur van drijvende woningen. WR Tijdschrift voor Huurrecht, 2007(6), 240-243. Hoitink, J.E. & Koetser, M.B. (2007). Nadeelcompensatie: waarom, wanneer en hoeveel? Voorontwerp Studiegroep Schadevergoeding biedt rechtspraktijk onvoldoende houvast. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht (NTB), 2007(november), 334-343. Sujecki, B. (2007). Das Übersetzungserfordernis und dessen Heilung nach der Europäischen Zustellungsverordnung. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 2007, 353-367. Sujecki, B. (2007). Kritische Anmerkungen zum gerichtlichen Prüfungsumfang im Europäischen Mahnverfahren. ERA-Forum, 2007, 91-105.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. 2.
3.
4.
5.
6.
Berg, A.J. van den (2007). Regiezitting in het licht van de internationale arbitrage. In E. Bauw (Ed.), Mijnheer de voorzitter .... Liber Amicorum A.H. van Delden. Onbekend. Boom, W.H. van & Loos, Marco (2007). Effective enforcement of consumer law in Europe; Private, public, and collective mechanisms. In W.H. van Boom & Marco Loos (Eds.), Collective enforcement of consumer law - securing compliance in Europe through private group action and public authority intervention (European studies in private law, 1) (pp. 231-254). Groningen: Europa Law Publishing. Boom, W.H. van, Lindenbergh, S.D. & Pape, S.B. (2007). Inleiding. In W.H. van Boom, S.D. Lindenbergh & S.B. Pape (Eds.), Privaatrecht ondersteund - doelen, baten, kosten en effecten van bijzondere ondersteuning door de overheid van privaatrechtelijke handhaving (Jonge meesters) (pp. 112). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Boom, W.H. van & Faure, M.G. (2007). Introducing 'Shifts in Compensation Between Private and Public Systems'. In W.H. van Boom & M.G. Faure (Eds.), Shifts in compensation between private and public systems (Tort and insurance law, 22) (pp. 1-30). Wien: Springer. Boom, W.H. van & Loos, Marco (2007). Introduction. In W.H. Boom & Marco Loos (Eds.), Collective enforcement of consumer law - securing compliance in Europe through private group action and public authority intervention (European studies in private law, 1) (pp. 3-9). Groningen: Europa Law Publishing. Boom, W.H. van (2007). On the Intersection between Tort Law and Regulatory Law - A Comparative Analysis. In W.H. van Boom, M. Lukas & C. Kissling (Eds.), Tort and Regulatory Law (Tort and Insurance Law) (pp. 419-448). Wien/New York: Springer.
Zelfstudie Erasmus School of Law
8
7.
8.
9.
10. 11.
12.
13.
14. 15.
Boom, W.H. van & Pinna, A. (2007). Shifts from Liability to Solidarity: the example of Compensation of Birth Defects. In W.H. van Boom & M.G. Faure (Eds.), Shifts in compensation between private and public systems (Tort and insurance law, 22) (pp. 143-180). Wien: Springer. Faure, M.G. & Boom, W.H. van (2007). Concluding Remarks. In W.H. van Boom & M.G. Faure (Eds.), Shifts in compensation between private and public systems (Tort and insurance law, 22) (pp. 219-236). Wien: Springer. Hoitink, J.E. (2007). De invloed van het van het communautaire recht op het leerstuk van de nadeelcompensatie. In T. Barkhuysen, W. den Ouden & E. Steyger (Eds.), Europees recht effectueren : algemeen bestuursrecht als instrument voor de effectieve uitvoering van EG-recht (Meijers-reeks, 124) (pp. 283-305). Alphen aan den Rijn: Kluwer. Houweling, A.R. (2007). Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), Sdu Commentaar arbeidsrecht (pp. 879-914). Den Haag: Sdu uitgevers. Houweling, A.R. (2007). Employabraham. In A.R. Houweling & G.W. van der Voet (Eds.), Wat doen we met de oudere werknemer? : de arbeidsrechtelijke positie van Abraham en Sara : liber servorum voor prof. mr. C.J. Loonstra (pp. 27-53). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Kottenhagen, R.J.P. (2007). Tort and regulatory law: The Netherlands (i.s.m. P.A. Kottenhagen-Edzes). In W.H. van Boom, M. Lukas & C. Kissling (Eds.), Tort and Regulatory Law, Tort and Insurance Law (19) (pp. 187-204). Vienna/New York: Springer. Lindenbergh, S.D. (2007). Beperking van aansprakelijkheid bij personenschade van de reiziger, techniek en tendens in het gemene vermogensrecht. In K.F. Haak & S.D. Lindenbergh (Eds.), Personenschade van de reiziger in Europees perspectief (Rotterdam Institute of Private Law, 2) (pp. 37-49). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Lindenbergh, S.D. (2007). Damages as a Remedy for Infringements upon Privacy. In Katja Ziegler (Ed.), Human Rights and Private Law, Privacy as Autonomy (pp. 93-101). Oxford: Hart Publishing. Pinna, A.P. (2007). Multinational Corporations and U.S. Class Action Procedures (Les Groupes Internationaux de Sociétés Face aux Class Actions Américaines). In X. Boucobza & G. Mecarelli (Eds.), Groupes internationaux de sociétés: nouveaux défis, nouveaux dangers. Paris: Economica.
Zelfstudie Erasmus School of Law
9
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1. 2.
Boom, W.H. van (2007). Tekst en toelichting Wet handhaving consumentenbescherming. Den Haag: Sdu Uitgevers. Duijnstee - van Imhoff, Z.H. van (2007). Huurrecht geschetst, 2e druk (Ars Aequi geschetst. Burgerlijk recht). Nijmegen: Ars Aequi Libri.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1.
Boom, W.H. van, Doorn, C.J.M. van, Pape, S.B., Sujecki, B. & Tuil, M.L. (2007). Informatie en financiele dienstverlening aan consumenten. Tijdschrift voor consumentenrecht & handelspraktijken, 2007(3), 75-82. 2. Boom, W.H. van (2007). Privaatrecht: we stellen te veel en vragen te weinig (met naschrift op reactie, in NTBR 2007/7 nr. 42 (p. 307). Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2007/4(15), 137. 3. Boom, W.H. van & Giesen, I. (2007). The Netherlands. In B. Winiger, H. Koziol, B.A. Koch & R. Zimmerman (Eds.), Essential cases on natural causation (Digest of European Tort Law, 1). Wien: Springer. 4. Houweling, A.R. (2007). Docentenhandleiding. In T.M.J. Smits (Ed.), Vaardig met arbeidsrecht. De CWI-ontslagprocedure (Juridische vaardigheden). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 5. Houweling, A.R. (2007). Docentenhandleiding. In T.M.J. Smits (Ed.), Vaardig met arbeidsrecht. De ontbindingsprocedure bij de kantonrechter (Juridische vaardigheden). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 6. Houweling, A.R. (2007). Docentenhandleiding. In H.R. Stein (Ed.), Burgerlijk recht in kort bestek (Boom juridische praktijkboeken). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 7. Klaassen, A.G.H. (2007). Opnieuw kleur bekennen: het coalitieakkoord van CDA, PvdA en Christenunie. Ondernemingsrecht, 2007/4(46), 142-145. 8. Lely, J.H. & Tuil, M.L. (2007). Verslag van de vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht van 1 juni 2007. In J.L.R.A. Huydecoper, G.A. van der Veen & F.B. Falkena (Eds.), De prijs van het gelijk : een (kritische) bespreking van het systeem van vergoeding van gerechtelijke en buitengerechtelijke kosten (Procesrechtelijke reeks NVvP, 18) (pp. 41-52). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 9. Lely, J.H. & Tuil, M.L. (2007). Verslag van de vergadering van de Nederlandse Vereniging voor Procesrecht op 3 november 2006 te Amstelveen. In F.H.A.M. Thunissen, M.A. van Hoepen, & G. de Groot (Eds.), De deskundige in rechte (Nederlandse Vereniging voor Procesrecht, 17) (pp. 49-58). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 10. Lindenbergh, S.D. (2007). De relativiteit van de toelating als vluchteling. Ars Aequi, 2007(56/10), 777784. 11. Lindenbergh, S.D. (2007). De zorgplicht van de werkgever in verhouding tot arbeidsomstandighedenregelgeving. Maandblad voor vermogensrecht, 2007, 122-126. 12. Lindenbergh, S.D. & Giesen, I. (2007). Europese beginselen als bron van inspiratie, redactioneel. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2007, 47.
Zelfstudie Erasmus School of Law
10
13. Lindenbergh, S.D. (2007). Schadevergoeding, bewerking losbladige, Inleiding, art. 95, 96, 100, 106, 110. In A.T. Bolt (Ed.), Schadevergoeding. Deventer: Kluwer. 14. Lindenbergh, S.D. (2007). Wet en rechtspraak (p. 453-461, 468-479, 493-495, 543-548). In A.C. van Schaick, C.E. du Perron & T. Hartlief (Eds.), Wet en rechtspraak (pp. 453-548). Deventer: Kluwer. 15. Sujecki, B. (2007). Elektronischer Rechtsverkehr im niederländischen Zivilverfahrensrecht. MultiMedia und Recht : Zeitschrift für Informations-, Telekommunikations- und Medienrecht, 2007(4), S. XI-XII. 16. Sujecki, B. (2007). Verhältnis der Zustellungsalternativen der EuZVO zueinander. Europäische Zeitschrift für Wirtschaftsrecht, 2007, 44-46. 17. Sujecki, B. (2007). Book review [Bespreking van het boek Europäisches Zivilverfahrensrecht, 2. Auflage]. European Review of Private Law, 2007, 315-318. 18. Tiggele-van der Velde, N. van (2007). Symposium van Draden en Daden. En nog wat losse eindjes in het nieuwe verzekeringsrecht. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2007(2), 3-14. 2.4 Annotaties 1.
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
12.
13. 14. 15. 16.
Boom, W.H. van (2007).Noot bij : HR (28-04-2006), LJN: AV0653, ((Mr. Huijzer q.q./Rabobank WestKennemerland (Far Beheer BV)); betaling van bankrekening gedaan door gefailleerde na faillietverklaring maar voor publicatie in Staatscourant). Ars Aequi 2007-1, p.53-57. Boom, W.H. van (2007).Noot bij : HR (02-02-2007), C05/302HR, Ja 2007-3, nr. 43, p.447-448. Boom, W.H. van (2007).Noot bij : HR (08-06-2007), R05/147HR, (Stichting Monumentenzorg Curacao/Scharloo). Ja 2007-123, p.1057-1058. Boom, W.H. van (2007).Noot bij : HvJ EG (26-10-2006), C-168/05, (Elisa María Mostaza Claro/Centro Móvil Milenium SL). TvC 2007-2, p.56-61. Hoitink, J.E. (2007).Noot bij : ABRS (28-02-2007), Milieu en Recht (M&R) 2007-. Houweling, A.R. (2007).Noot bij : Hoge Raad (29-06-2007), JIN 2007-467, p.1203-1205. Houweling, A.R. (2007).Noot bij : Hoge Raad (19-10-2007), JIN 2007-626. Houweling, A.R. (2007).Noot bij : Kantonrechter Haarlem (21-03-2007), JIN 2007-192, p.957-959. Houweling, A.R. (2007).Noot bij : Hof 's-Gravenhage (10-01-2007), JIN 2007-187, p.636-640. Kooten, G.N. van (2007).Noot bij : Hoge Raad (27-04-2007), (Kalai / Petit). Ja 2007-120, p.1029-1032. Kooten, G.N. van (2007).Noot bij : Hoge Raad (23-02-2007), (De 'in pari delicto' verkerende eiser komt geen bescherming toe: HR 23 februari 2007, RvdW 2007, 228 (A/Io Vivat Nostrorum Sanitas)). MvV 2007-, p.80-83. Lely, J.H. (2007).Noot bij : Rechtbank Utrecht, sector kanton, locatie Utrecht (30-06-2006), (Annotatie bij Golfexploitatiemij. De Lage Vuursche/Golf Restaurant De Lage Vuursche, Kwalificatie overeenkomst - procesrecht: exploitatieovereenkomst restauratie; geen voor het publike toegankelijk lokaal; beantwoording van voorvragen in procedure ex art. 96 Rv (art. 7:290 lid 2 BW)). WR Tijdschrift voor Huurrecht 2007-januari-1, p.25-32. Lely, J.H. (2007).Noot bij : Rb Rotterdam (28-06-2006), (253011/HA ZA 06-34, LJN AY6237, (Betwisting van de rechtstitel)). JBPr 2007-24, p.157-164. Lindenbergh, S.D. (2007).Noot bij : Rb. Amsterdam (25-04-2007), (Schade aan reputatie (De Jong en Wittermans/De Hond)). Mediaforum 2007-17. Lindenbergh, S.D. & Dijkshoorn, W. (2007).Noot bij : HR (21-09-2007), (Buitengerechtelijke kosten en eigen schuld, annotatie HR 21 september 2007, RvdW 2007, 789). MvV 2007-, p.252-256. Pinna, A.P. (2007).Noot bij : Cass. Civ. (25-10-2006), (Case note under Cass. Civ. 3, 25 october 2006 and Cass. Civ. 3, 8 november 2006). JCP 2007-II. 10061.
Zelfstudie Erasmus School of Law
11
17. Tiggele-van der Velde, N. van (2007).Noot bij : HR (05-10-2007), (Belangenbenadeling en vervalbeding, RvdW 2007, 833). Ja 2007-184.
Publicaties 2008
Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.
Loonstra, C.J. & Zondag, W.A. (2008). Arbeidsrechtelijk themata (3e substantieel gewijzigde druk). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
1.2 Dissertaties 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. 2. 3. 4.
Houweling, A.R. (2008). De zekerheidstelling in het strafprocesrecht: bezint eer gij begint. Strafblad, 2008(1), 57-72. Kottenhagen, R.J.P. (2008). En vader dan? De civielrechtelijke positie van de vader in situaties van zwangerschaps- en geboorteschade. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2008, 2-16. Mierlo, A.I.M. van (2008). Vernieuwd insolventieprocesrecht. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2008(6760), 502-506. Westrik, R. (2008). Zekerheidsrechten en insolventierecht: wat willen we eigenlijk? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139(6760), 511-516.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. 2. 3. 4. 5.
6.
Bergwerf, V.G.G. & Houweling, A.R. (2008). Arbeidsrechtelijke jurisprudentie op rechtspraak.nl: foliojurisprudentie exit? ArbeidsRecht, 2008(7), 3-10. Houweling, A.R. (2008). Algemene ouderdomswet en gedetineerden: the (never) ending story? Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen, 2008-5(5), 271-283. Houweling, A.R. (2008). Herijking van het schriftelijkheidsvereiste van het concurrentiebeding. Tijdschrift Recht en Arbeid, 16-20. Houweling, A.R. (2008). Verzekeringsplicht ook bij niet-gemotoriseerde werkgerelateerde verkeersongevallen? Tijdschrift voor de Arbreidsrechtpraktijk, 2008(1), 2-4. Kottenhagen, R.J.P. (2008). Botsende rechten van moeder en ongeboren kind. Kan een zwangere vrouw gedwongen worden tegen haar wil een medische ingreep te ondergaan ten behoefte van de nasciturus? Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 2008, 492-503. Voet, G.W. van der (2008). Medezeggenschap van werknemers en van cliënten in de zorg. Arbeid Integraal, 2008(3), 49-35.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie)
Zelfstudie Erasmus School of Law
12
1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. 2.
Houweling, A.R. & Jellinghaus, S.F.H. (2008). Goed werkgeverschap en goed werknemerschap. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), SdUCommentaar Arbeidsrecht (pp. 201-238). Den Haag: SdU. Voet, G.W. van der (2008). Medezeggenschapsrechten van cliënten in de zorg. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), Sdu Commentaar Arbeidsrecht (pp. 11049-1070). Sdu Uitgevers.
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1.
Berg, A.J. van den (2008). International Arbitration 2006: Back to Basics? (ICCA Congress series no. 13 (2006 Montreal)). Deventer: Kluwer Law International.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1. 2.
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12.
13.
Berg, A.J. van den (2008). A New York Convention? Interview with Albert Jan van den Berg. In Executive Summary: The New York Convention: 50 years of Experience. Mealey's. Berg, A.J. van den (2008). The New York Convention in Practice (The New York Convention of 1958: An Overview). In Emmanuel Gaillard & Domenico Di Pietro (Eds.), Enforcement of Arbitration Agreements and International Arbitral Awards. Cameron May. Houweling, A.R. (2008). Einde van rechtswege / arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In Sdu Commentaar Arbeidsrecht (pp. 957-997). Den Haag: Sdu. Kruit, P. & Giltay, J. (2008). Rotterdam is een stad, de wereld is een global village. In Opstellen voor Opstelten en alle andere Rotterdammers (pp. 88-91). Rotterdam: Erasmus Universiteit. Loonstra, C.J. (2008). Betutteling af? Dossier Arbeid & Recht, special(juni). Loonstra, C.J. (2008). Rondom de opzegging. Dossier Arbeid & Recht, 2008(september). Loonstra, C.J. (2008). Van Taxi Hofman tot Mammoet. Dossier Arbeid & Recht, special(december). Loonstra, C.J. (2008). Werkhervatting en arbeidstherapie. Dossier Arbeid & Recht, special(maart). Loonstra, C.J. (2008). Hoofdstukken Sociaal Recht. In Hoofdstukken Sociaal Recht (17e druk). Den Haag, Groningen: Wolters-Noordhoff. Loonstra, C.J. & Mok, M.M. (2008). Juridische Vaardigheden. In Juridische vaardigheden. Groningen: Wolters-Noordhoff. Mierlo, A.I.M. van (2008). Krediet- of bankhypotheek. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2008(6773), 828-829. Mierlo, A.I.M. van (2008). Tekst & Commentaar, Burgerlijke Rechtsvordering (Boek 1, Derde titel, verzoekschrifprocedure)(derde bewerking). In Tekst & Commentaar, Burgerlijke Rechtsvordering (pp. 481-562). Mierlo, A.I.M. van (2008). Tekst & Commentaar, Burgerlijke Rechtsvordering (Boek 1, Eerste titel, afdeling 2 t/m 6, 8 en 9 (nieuwe bewerking). In Tekst & Commentaar, Burgerlijke Rechtsvordering (pp. 64-163, 194-207-2 t/m 6, 8 en 9).
Zelfstudie Erasmus School of Law
13
14. Westrik, R. (2008). [Bespreking van het boek Executoriaal en conservatoir verhaalsbeslag op aandelen in kapitaalvennootschappen en op certificaten daarvan]. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139(6754), 373-379. 2.4 Annotaties 1.
Duijnstee-van Imhoff, Z.H. (2008).Noot bij : Kantoor Utrecht (16-09-2008), WR 2008/109, WR Tijdschrift voor Huurrecht 2008-10. 2. Houweling, A.R. (2008).Noot bij : Hoge Raad (01-02-2008), Ja 2008-52/53, p.443-450. 3. Houweling, A.R. (2008).Noot bij : Gerechtshof Arnhem (18-03-2008) / Rechtbank Zuthpen (07-112007), Ja 2008-80/81, p.716-719. 4. Houweling, A.R. (2008).Noot bij : Kantoor Amersfoort (17-09-2008), JIN -689, p.1061-1062. 5. Houweling, A.R. (2008).Noot bij : Kantoor Zaandam (12-08-2008), JIN -691, p.1070-1072. 6. Houweling, A.R. (2008).Noot bij : Kantoor Rotterdam (02-09-2008), JIN -690, p.1066-1068. 7. Houweling, A.R. (2008).Noot bij : Hoge Raad (13-06-2008), JIN 2008-439, p.631-633. 8. Houweling, A.R. (2008).Noot bij : Hoge Raad (28-03-2008), JIN 2008-288, p.400-402. 9. Houweling, A.R. & Bergwerf, V.G.G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (01-02-2008), JIN 2008-225/226, p.56-59. 10. Mierlo, A.I.M. van (2008).Noot bij : HR (08-06-2007), HR08-06-2007, Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2008-368, p.2622-2622.
Zelfstudie Erasmus School of Law
14
Niet-programmagebonden onderzoek Cap.groep Fiscaal recht
Publicaties 2006 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografiëen en handboeken 1.
Stevens, A.J.A. (2006). Over de afschaffing van belastingverdragen. Rede, uitgesproken bij de aanvaarding van het ambt van hoogleraar Internationaal Belastingrecht aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam op 27 juni 2006 (2006, juni 27). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
1.2 Dissertaties 1.
Molenaar, D. (2006, februari 09). Taxation of International performing artistes : the problems with Article 17 OECD and how to correct them. Erasmus Universiteit Rotterdam (416 pag.) (Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam). Prom./coprom.: Prof.Mr. M.J.W.M. Ellis.
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. 2. 3. 4. 5.
6.
Arends, A.J.M. (2006). De onwenselijke effecten van art. 3.119a, zevende lid, Wet IB 2001 in vruchtgebruiksituaties. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006(6672), 575-582. Arends, A.J.M. (2006). Heffingslek in vermogensrendementsheffing in jaar van overlijden. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2006, 843-848. Groenewegen, G. (2006). Heffingsmaatstaven gemeentelijke rechten: wat zijn gelijke gevallen? Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006, 863-867. Jansen, J.J.M. (2006). Werken aan winst. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006(6678), 763-767. Kormelink, M.A. & Smit, D.S. (2006). De deelnemerschapslening en de deelnemingsvrijstelling: beschouwing naar aanleiding van Hoge Raad 25 november 2005, BNB 2006/82 (pret participatif). Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006, 1337-1344. Nijkeuter, E. (2006). Samenloop van art. 43 EG en art. 56 EG. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006, 249-256.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
2.
Arendonk, H.P.A.M. van (2006). De uitdaging van de tweede adolescentie: de fiscaliteit als Viagra? (Themanummer De uitdaging van de tweede adolescentie). Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(december), 457-467. Arendonk, H.P.A.M. van (2006). Het fiscale beleid van het koninkrijk der Nederlanden. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(mei), 157-172.
1
3. 4. 5. 6. 7.
8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23.
Arendonk, H.P.A.M. van (2006). Werken aan winst: snel werken maar weinig progressie. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(september), 319-328. Boomsluiter, E. (2006). Het arrest Magpar en de doorschuiving van fiscale claims bij juridische fusies. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(11), 415-421. Feteris, M.W.C. (2006). Belastingen en mensenrechten. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(3), 111123. Fibbe, G.K. (2006). The different translations of the term 'company' in the Merger Directive and the ParentSubsidiary Directive: a Babylonian confusion of tongues? EC Tax Review, 2006(juni), 95-102. Fibbe, G.K. (2006). The (in)compatability of the German LLC Decree on the clas-sification of foreign entities with the German domestic legal framework and EC Law. European Taxation, 2006(oktober), 487495. Galle, J.G.C.M. (2006). Toezicht op de naleving van corporate-governanceregelgeving. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2006(6), 219-227. Groenewegen, G. (2006). Nieuw systeem waterschapsbelastingen: Wet modernisering waterschapsbestel. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(oktober), 385-392. Groenewegen, G. (2006). Ontwikkelingen baatbelasting. Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen, 2006, 727-733. Groenewegen, G. (2006). Ontwikkelingen watertaken en kostenverhaal rioolrechten. Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen, 2006, 775-781. Groenewegen, G. (2006). Waterspoor en rioolbestemmingsheffing(en). Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006, 345-351. Groenewegen, G. (2006). Wet op de Ruimtelijke Ordening en Baatbelasting. Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen, 2006, 1055-1061. Hoek, M.P. van der (2006). Is de vergrijzing een probleem? Maandblad Belastingbeschouwingen, 75(12), 440-449. Hoek, M.P. van der (2006). Romania and the European Union Enlargement. Journal of European Economy Zhurnal evropeiskoi ekonomiki, 5(3), 278-289. Jansen, J.J.M. (2006). Turbulente tijden voor ondernemers. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(januari), 16-24. Kiekebeld, B.J. & Smit, D.S. (2006). De inhoudingsvrijstelling in de Wet op de dividendbelasting 1965 en het vrij verkeer van kapitaal: huidige stand van zaken. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006, 89-101. Kogels, H.A. (2006). De omzetbelasting - van tijdelijke crisismaatregel tot structurele topscoorder. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(5), 207-218. Kok, Q.W.J.C.H. (2006). Enkele aspecten van het wetsvoorstel 'Werken aan winst'. Fiscaal Weekblad FED, 2006(88), 3-23. Kok, Q.W.J.C.H. (2006). Kroniek van het herziene regime van de fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(1), 131-137. Kok, Q.W.J.C.H. & Sonderen, J.C.M. van (2006). Octrooibox, groepsrentebox en renteaftrekbeperkingen. Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht, 2006(oktober), 155-167. Lückerath - Rovers, M. & Heijmering, M. (2006). Wat bracht ons de Toeter van Docters van Leeuwen. Tijdschrift voor Compliance, 6(6), 160-168. Makkinga, F.J.H.L. (2006). Werken aan winst: toepassing van de WOZ-waarde als bodemwaarde bij de afschrijving op gebouwen. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(11), 399-407.
2
24. Nijkeuter, E. (2006). Het Bosal-arrest en de gevolgen voor deelnemingen in derde landen. Aanhaken of afhaken? Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006, 407-414. 25. Pechler, E.B. (2006). De reikwijdte van de informatieverplichtingen. Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht, 2006(85), 76-87. 26. Pechler, E.B. (2006). Informatievergaring en beginselen van behoorlijk bestuur. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(4), 143-148. 27. Roelen, A.W.M. (2006). De rangorde binnen de WBR (terecht) verdwenen? Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(april), 138-142. 28. Santen, B.P.A. & Verhoeff, T.J.M.L. (2006). Surseance van betaling: niet méér dan een stok achter de deur. Tijdschrift voor Insolventierecht (TVI), 2006(32), 147-155. 29. Santen, B.P.A. & Beek, H. van (2006). Werkdruk en beloning van de commissaris. Goed Bestuur, 2006(4), 69-74. 30. Smit, D.S. (2006). Capital movements and third countries: the significance of the standstill clause ex article 57(1) EC in the field of direct taxation. EC Tax Review, 2006, 203-214. 31. Sonderen, J.C.M. van & Kok, Q.W.J.C.H. (2006). Over verliesverrekening in de tijd, grensoverschrijdende fiscale eenheden, de liquidatieverliesregeling en een aftrekbeperking voor aandelen en opties. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(7-8), 293-300. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8.
9.
Arendonk, H.P.A.M. van (2006). Fiscalisering van de vergrijzing. In Maatschappelijk heffen, Deel: 1: De wetenschap (pp. 33-45). Deventer: Kluwer Deventer. Arendonk, H.P.A.M. van (2006). Inkoop van eigen aandelen: nog steeds boeiend? In H.M.N. Schonis (Ed.), Gedreven eigenzinnig creatie en honkvast, Schonis-bundel (pp. 9-25). Deventer: Kluwer. Arendonk, H.P.A.M. van (2006). Tariefstructuur. In A.C. Rijkers & H. Vording (Eds.), Vijf jaar wet IB 2001 (pp. 113-129). Deventer: Kluwer. Arends, A.J.M. (2006). Hoofdstuk 23 De eigen woning. In A.C. Rijkers & H. Vording (Eds.), Vijf jaar wet IB 2001 (Meijers-reeks, MI 114) (pp. 459-481). Deventer: Kluwer. Fibbe, G.K. & Stevens, A.J.A. (2006). De toepassing van de Communautaire Richtlijnen op het gebied van de directe belastingen op personenvennootschappen. In D.A. Albregtse & P. Kavelaars (Eds.), Liber Amoricum Prof. Dr. L.G.M. Stevens, Maatschappelijk heffen (pp. 249-270). Deventer: Kluwer. Jansen, J.J.M. (2006). Enkele fiscale gedachten bij het nieuwe BV-recht. In Gedreven, eigenzinnig, creatief en honkvast Schonis-bundel (pp. 149-155). Deventer: Kluwer. Jansen, J.J.M. (2006). Enkele knelpunten rond de levensloopregeling. In Maatschappelijk heffen, Deel: 1: De wetenschap (pp. 369-383). Deventer: Kluwer Deventer. Jansen, J.J.M. (2006). Geruisloze doorschuiving, geruisloze overgang en stakingslijf-renteaftrek. In A.C. Rijkers & H. Vording (Eds.), Vijf jaar Wet IB 2001 (Meijers-reeks, MI 114) (pp. 349-361). Deventer: Kluwer. Kogels, H.A. (2006). Op weg naar "OECD-Guidelines" voor de BTW. In Liber Amicorum prof.dr. L.G.M. Stevens. Maatschappelijk heffen, deel 1 De Wetenschap (pp. 433-439). Deventer: Kluwer.
3
10. Pechler, E.B. (2006). F(n)uiken(d). In A Hofkamp (Ed.), Leemten in de fiscale rechtsbescherming bundel ter gelegenheid van het jaarcongres 2006 van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (pp. 63-69). Amsterdam: Nederlandse Orde van Belastingadviseurs. 11. Sonderen, J.C.M. van (2006). Belastingdruk: leidt uitstel van belastingheffing tot afstel van belastingheffing? In Maatschappelijk heffen, Deel: 1: De wetenschap (pp. 525-540). Deventer: Kluwer Deventer. 12. Stevens, A.J.A. (2006). Belastingheffing van medegerechtigden. In A.C. Rijkers & H. Vording (Eds.), Vijf jaar Wet IB 2001 (Meijers-reeks, 114) (pp. 317-329). Deventer: Kluwer.
Vakpublicaties 2.1 Monografieëen en handboeken 1. 2. 3. 4.
5.
Burg, M.P. van der & Groenewegen, G. (2006). Gemeentelijke belastingheffing van ondernemingen (eerste druk) (Kluwer belastingwijzers, 41). Deventer: Kluwer. Jansen, J.J.M. (2006). De levensloopregeling : het antwoord op al uw praktische vragen (Fiscale geschriften. Loonbelasting). Amersfoort: SDU Fiscale & Financiële Uitgevers. Kavelaars, P. & Pechler, E.B. (2006). Fiscale rechtspraak Europese Hof van Justitie : directe belastingen, premieheffing, formeel recht, lopende procedures, editie 2006. Amesfoort: SDU. Kavelaars, P. & Pechler, E.B. (2006). Tax case law of the Court of Jusitice of the European Union : direct taxes, social security law, procedural law, pending cases : edition 2005-2006. Amesfoort: SDU Fiscal & Financial Publishers. Kok, Q.W.J.C.H. (2006). De Wet VPB 2007 (Fiscaal actueel, 1). Deventer: Kluwer.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Arendonk, H.P.A.M. van (2006). Balkenende II scoorde in 2005, scoort Wijn in 2006 ? Maandblad Belastingbeschouwingen, 2006(januari), 4-16. Arendonk, H.P.A.M. van (2006). Ballkenende II halverwege de rit: het oogsten kan beginnen. AccountantAdviseur, 2006(jan/feb), 41-45. Arendonk, H.P.A.M. van (2006). De N-zaak: enige kritische opmerkingen. Fiscaal Praktijkblad, 2006(19), 13-17. Arendonk, H.P.A.M. van (2006). Vermogensrendementsheffing: robuust en onrechtvaardig? Fiscaal Praktijkblad, 2006(3), 9-14. Arends, A.J.M. (2006). Moeten de 'kleintjes' onder de 'groten' leiden? Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2006, 1-4. Arends, A.J.M. (2006). Onderhanden werk fiscaal onderhanden genomen. Accountant-Adviseur, 2006, 3638.
4
7.
8.
9.
10. 11. 12.
13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
25. 26.
Arends, A.J.M. (2006). Bewerking afdeling 3.5 van Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting, Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen. In Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting (losbladige editie en studenteneditie) (pp. 1-9). Deventer: Kluwer. Arends, A.J.M. (2006). Bewerking afdeling 3.7 en 3.8 van Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting, Uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art. 3.124 t/m 3.131) en Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen (art. 3.132 t/m 3.138). In Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting (losbladige editie en studenteneditie) (pp. 1-16). Deventer: Kluwer. Arends, A.J.M. (2006). Bewerking hoofdstuk 5 van de Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting (afdeling 5.1 t/m 5.4), Heffingsgrondslag bij sparen en beleggen. In Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting (losbladige editie en studenteneditie) (pp. 1-30). Deventer: Kluwer. Boomsluiter, E. (2006). Interne reorganisatie via de fiscale eenheid. Fiscaal Praktijkblad, 2006(16), 14-17. Boomsluiter, E. (2006). Wetsvoorstel implementatie gewijzigde moeder-dochterrichtlijn. Ondernemingsrecht, 2006, 155-156. Feteris, M.W.C. (2006). Besluiteloosheid van de fiscus. In P. Wattel & R.P.C. Cornelisse (Eds.), Dat is verder geen probleem. Vriendenbundel Jaap Zwemmer (pp. 175-188). Amersfoort: SDU Fiscale & Financiele Uitgevers. Fibbe, G.K. (2006). Uitbreiding niet-aftrekbaarheid steekpenningen. Fiscaal Praktijkblad, 2006(mei), 4-7. Galle, J.G.C.M. (2006). SER-advies bruikbare rechtsorde verspilde moeite door toedoen van kabinet. Nederlands Juristenblad (NJB), 2006(3), 147-148. Hoek, M.P. van der (2006). Politiek onbehagen. Overheidsmanagement, 19(1), 18-20. Jansen, J.J.M. (2006). Doorbreekt de levensloopregeling de gebruikelijkoonregeling? Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006(6673), 615-617. Jansen, J.J.M. (2006). Is er een toekomst voor universitaire fiscale opleidingen? Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006(6693), 1267-1271. Jansen, J.J.M. (2006). Levensloopregeling en (vervroegd) pensioen. Tribuut : orgaan van de Nederlandse Federatie van Belastingconsulenten, 2006(april), 18-22. Jansen, J.J.M. (2006). Recente fiscale ontwikkelingen voor ondernemers. Accountant-Adviseur, 2006(jan/feb), 46-50. Kok, Q.W.J.C.H. (2006). Invorderingsrecht en de fiscale eenheid Vpb. Fiscaal Praktijkblad, 2006(8), 16-19. Kok, Q.W.J.C.H. (2006). Vereisten voor het vormen en continueren van een fiscale eenheid. Fiscaal Praktijkblad, 2006(16), 4-8. Kok, Q.W.J.C.H., Nijkeuter, E., Stevens, S.A. & Streek, J.L. van de (2006). VPB Gids 2006 (hoofdstukken 7, 8 en 9 en 14). VPB Gids, 2006(2006). Kok, Q.W.J.C.H. (2006). Elsevier Handboek voor het bedrijf. Hoofdstuk 13.5 en 13.6. In Elsevier Handboek voor het bedrijf (losbladig). Amsterdam: Elsevier. Kok, Q.W.J.C.H. (2006). Onderdelen 'Deelnemingsvrijstelling' en 'verliesverrekening' (bewerking). In R.J. de Vries & N.H. de Vries (Eds.), Cursus belastingrecht (vennootschapsbelasting) (losbladig) (Studenteneditie, 2006-2007). Deventer: Kluwer. Lückerath - Rovers, M. (2006). The importance of off-balance sheet accounting. LeasingLife, 2006(december), 30. Lückerath - Rovers, M. (2006). Toezicht op off balance leasing hard nodig. De Accountant, 2006(februari), 52-52.
5
27. Monsma, J.A. (2006). Woning of niet-woning, geen eenvoudige kwestie. Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen, 2006, 915-919. 28. Nijkeuter, E. (2006). Commentaar op het arrest HvJ EG Fidium Finanz AG. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2006(1440). 29. Pechler, E.B. (2006). Wet op de motorrijtuigenbelasting 1964, en Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992. In j Maters & R Visser (Eds.), Fiscaal Zakboek (losbladige uitgave) supplement 124. deventer: Kluwer. 30. Roelen, A.W.M. (2006). Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen, supplement 133 (februari 2006), Successierecht en Schenkingsrecht. In Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen (losbladig). Deventer: Kluwer. 31. Schep, A.W. (2006). De toekomst van de fiscale beleggingsinstelling in Nederland. Verslag van het Kluwer Fiscaal Plein van 21 november 2005. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006, 57-59. 32. Schep, A.W. (2006). Handhavingsdilemma's: van horizontaal toezicht tot schandpaal. Verslag van het Kluwer Fiscaal Plein van 9 mei 2006. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006, 714-717. 33. Smit, D.S. (2006). Verslag van het EFS-seminar 'Exitheffingen in Europa'. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006, 835-839. 34. Smit, D.S. (2006). Verslag van het EFS-seminar 'Staatssteun en fiscaliteit'. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2006, 230-234. 35. Smit, D.S. & Torren-Jakma, K.M.D. van der (2006). Verslag 23e fiscale conferentie. Weekblad voor Fiscaal Recht, 1428-1431. 36. Sonderen, J.C.M. van (2006). Verrekening van door buitenlandse dochtervennootschap geleden verliezen. Ondernemingsrecht, 2006(2), 73-75. 37. Soppe, A.B.M. & Hofstra, N. (2006). Finance as if nature mattered. In L. Zsolnai & K.J. Ims (Eds.), Business within limits (Frontiers of Business Ethics, 1) (pp. 149-168). Bern: Peter Lang AG. 38. Stevens, A.J.A. (2006). De tien geboden tot afschaffing van de open CV. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2006(1727), 1-4. 2.4 Annotaties 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Feteris, M.W.C. (2006).Noot bij : HR (16-09-2005), 38 156, BNB 2006-111, p.1480-1481. Feteris, M.W.C. (2006).Noot bij : HR (12-08-2005), 38 303, BNB 2006-110, p.1452-1456. Feteris, M.W.C. (2006).Noot bij : HR (17-03-2006), 39 292, BNB 2006-247, p.3346-3347. Feteris, M.W.C. (2006).Noot bij : HR (17-03-2006), 39 997, BNB 2006-248, p.3357. Feteris, M.W.C. (2006).Noot bij : HR (17-03-2006), 39 998, BNB 2006-249, p.3362-3363. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : RB Haarlem (01-12-2006), 06/00989, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-1804. 7. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (23-09-2006), 39.706, Fiscaal Weekblad FED 2006-52. 8. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (10-03-2006), 39.877, Fiscaal Weekblad FED 2006-51. 9. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (24-02-2006), 39.999, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-336. 10. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (24-02-2006), 39.999, Fiscaal Weekblad FED 2006-44. 11. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (10-03-2006), 40.193, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-402.
6
12. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (21-04-2006), 40.240, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-645. 13. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (22-09-2006), 40.311, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-1352. 14. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (13-10-2006), 40954, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-1495. 15. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (06-10-2006), 41.037, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-1454. 16. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (14-04-2006), 41.170, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-550. 17. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (28-04-2006), 41.189, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-721. 18. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (14-07-2006), 41.228, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-1079. 19. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (14-07-2006), 41.228, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-1079. 20. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (17-11-2006), 41.721, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-1648. 21. Groenewegen, G. (2006).Noot bij : HR (17-11-2006), 41.721, Fiscaal Weekblad FED 2006-24, nr.124, p.13-14. 22. Kok, Q.W.J.C.H. (2006).Noot bij : HR (20-10-2006), 41463, Fiscaal Weekblad FED 2006-114, p.5-10. 23. Kok, Q.W.J.C.H. (2006).Noot bij : Hoge Raad (14-04-2006), 41815, (Geen kostenaftrek voor deelnemingen buiten de EU/EER). Ondernemingsrecht 2006-10, p.403-405. 24. Monsma, J.A. (2006).Noot bij : Rb Maastricht (16-01-2006), AWB 05/999, (Wm en Gemeentewet. Afvalstoffenheffing en rioolrecht. Kamerverhuurbedrijf. Aanslag op basis van beleidsregels opgelegd aan oudste bewoner. Leeftijdsdiscriminatie). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2006-, p.366-370. 25. Monsma, J.A. (2006).Noot bij : HvJ EG (08-09-2005), c-544/03 en c-545/03, (Belgische gemeentebelastingen op pylonen, masten en antennes voor GSM-ontvangst. Strijd met art. 49 EG-verdrag?). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2006-, p.266-274. 26. Monsma, J.A. (2006).Noot bij : Hof Amsterdam (02-06-2006), 04/03320, MK 1, (Wet WOZ. Waardering van stationscomplexen. Taxatiewijzer NS-stations. Uitzondering openbare landwegen). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2006-, p.875-881. 27. Monsma, J.A. (2006).Noot bij : HR (27-01-2006), 39 407, (Gemeentewet. Rioolrecht. Eigendommen in buitengebied niet aangeslagen. Gelijkheidsbeginsel). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2006-, p.363-366. 28. Monsma, J.A. (2006).Noot bij : HR (17-02-2006), 39 602, (Gemeentewet. OZB. Tariefdifferentiatie woningen en niet-woningen. Berekening tijdvakpercentage. Draagkrachtheffing. Eenjaarstermijn uitspraak op bezwaar). Fiscaal Weekblad FED 2006-5, p.26-29. 29. Monsma, J.A. (2006).Noot bij : HR (02-12-2005), 39 631, (Wet WOZ. Waardering Paleis Huis ten Bosch. Ficties. Vraag of wettelijke beperkingen in het onderhavige geval het genot van de zaak beperken). Fiscaal Weekblad FED 2006-2, p.25-28.
7
30. Monsma, J.A. (2006).Noot bij : HR (02-12-2005), 39 632, (Wet WOZ. Waardering Paleis Noordeinde. Ficties. Vraag of wettelijke beperkingen in het onderhavige geval het genot van de zaak beperken. Kans op bestemmingswijziging). Fiscaal Weekblad FED 2006-2, p.28-31. 31. Monsma, J.A. (2006).Noot bij : HR (02-12-2005), 40 183, (Gemeentewet. Leges. Groot onderhoud). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2006-, p.102-103. 32. Pechler, E.B. (2006).Noot bij : Hoge Raad (14-04-2006), 40 386, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-589. 33. Pechler, E.B. (2006).Noot bij : Hoge Raad (22-09-2006), 41 770, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-1408. 34. Pechler, E.B. (2006).Noot bij : Hoge Raad (09-06-2006), 42 219, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-928. 35. Pechler, E.B. (2006).Noot bij : Hoge Raad (09-06-2006), 42 220, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2006-929. 36. Smit, D.S. (2006).Noot bij : HvJ EG (12-09-2006), C-196/04, (Cadbury Schweppes). Fiscaal Weekblad FED 2006-, p.17-23.
Publicaties 2007 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. 2. 3. 4. 5.
Feteris, M.W.C. (2007). Aan wie kan een bestuurlijke boete worden opgelegd. Deventer: Kluwer. Feteris, M.W.C. (2007). Formeel belastingrecht (tweede druk) (Fiscale handboeken, 9). Deventer: Kluwer. Kiekebeld, B.J. & Smit, D.S. (2007). EFS brochure EC Free Movement of Capital, Corporate Income Taxiation an Third Countries: Four Selected Issues. Deventer: Kluwer Law International. Kok, Q.W.J.C.H. & Eijsden, J.A.R. van (2007). Afgewaardeerde vorderingen (Fiscale monografieën, 124). Deventer: Kluwer. Schep, A.W. (2007). Financiële exploitatie van de openbare ruimte; een vergelijkend onderzoek naar de heffing van precariobelasting en re-clamebelasting enerzijds en privaatrechtelijke inkomsten anderzijds van grote gemeenten, 59 bladzijden, internetpublicatie (http://www.esbl.nl/index.php?page=21&index=18). Rotterdam: ESBL.
1.2 Dissertatie 1.
Pötgens, F.P.G. (2007, januari 12). Income from international private employment : an analysis of article 15 of the OECD model. Erasmus Universiteit Rotterdam (1020 pag.) (Amsterdam: IBFD). Prom./coprom.: Prof.Mr. M.J.W.M. Ellis.
8
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Arends, A.J.M. & Vijfeijken, I.J.F.A. van (2007). Samenloop voljaarspartnerschap en toerekening rendementsgrondslag. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2007(6713), 349-353. 2. Feteris, M.W.C. (2007). De suppletiebetaling: wettelijke plicht of een stille dood? Weekblad voor Fiscaal Recht, 2007(6731), 887-895. 3. Fibbe, G.K. & Ruiter, J.P. (2007). The meaning of the association of the overseas countries and territories with the European Community for the fiscal relations between the Netherlands and Aruba. EC Tax Review, 2007(4), 164-175. 4. Jansen, J.J.M. (2007). Invoeringswet persoonsvennootschappen en inkomstenbelasting. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2007(6729), 815-819. 5. Kiekebeld, B.J., Merks, P.F.E.M. & Smit, D.S. (2007). Cadbury Schweppes: analyse en de gevolgen voor de fiscale behandeling van buitenlandse concernfinanciering onder de huidige wet VPB 1969. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2007(129), 129-139. 6. Kok, Q.W.J.C.H. (2007). De invloed van de samenhang tussen rente en valutaresultaten op de renteaftrekbeperkingen en de groepsrentebox. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2007(6709), 253-258. 7. Kok, Q.W.J.C.H. (2007). De koop van een vennootschap uit een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2007(6695), 65-71. 8. Makkinga, F.J.H.L. (2007). De WOZ-waarde steeds waardevoller: enige actuele ontwikklingen en recente jurisprudentie omtrent dit waardebegrip. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2007(664). 9. Monsma, J.A. (2007). Toetsing van belastingverordeningen van decentrale overheden; een update. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2007(6727), 747-757. 10. Nijkeuter, E. (2007). Tussen desinvestering en herinvestering. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2007(6746), 1375-1382. 11. Sonderen, J.C.M. van (2007). Wet werken aan winst. Ondernemingsrecht, 2007(2), 47-53. 12. Stevens, A.J.A. (2007). Wetsvoorstel invoeringswet titel 7.13 bw: enige vennootschapsbelastingaspecten. Weekblad voor Fiscaal Recht. 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. 2. 3. 4.
5. 6.
Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Exitheffingen: jurisprudentie HvJ EG en beleid EC en hoe nu verder? Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(mei), 179-193. Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Samen werken, samen leven, verkiezingsbeloften waargemaakt? Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(april), 147-161. Galle, J.G.C.M. (2007). Het comply of explain-principe door Europa opgelegd. Tijdschrift voor Compliance, 2007(3), 57-61. Graaf, A.C.G.A.C. de (2007). Visie over de vormgeving van een 'anti-treaty shopping'-bepaling: een alternatief. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(2), 76-89. Groenewegen, G. (2007). Rechtstekorten werktuigenuitzondering Wet woz (special fiscale rechtstekorten). Fiscaal Weekblad FED, 2007, 15-19. Hoek, M.P. van der (2007). Het coalitieakkoord van het kabinet-Balkenende IV. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(4), 139-146.
9
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16.
17.
18.
Hoek, M.P. van der & Radloff, S.E. (2007). Taxing owner-occupied housing: comparing the Netherlands to other European Union countries. Public Finance and Management, 2007(4), 393-421. Jansen, J.J.M. (2007). Ondernemers in 2007. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(januari), 17-28. Kiekebeld, B.J. & Smit, D.S. (2007). Freedom of establishment free movement of capital in association and partnership agreements and direct taxation. EC Tax Review, 2007(5), 216-230. Kok, Q.W.J.C.H. (2007). De herziening van de vennootschapsbelasting: een afsluitend overzicht. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(1), 3-16. Kok, Q.W.J.C.H. (2007). Enkele aspecten van onvolwaardige vorderingen. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(4), 161-168. Nijkeuter, E. (2007). Marks & Spencer II returns, ontwikkelingen op het gebied van grensoverschrijdende verliesverrekening. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(6). Pechler, E.B. (2007). Minder gesloten of open? Fiscaal Weekblad FED, 20(7), 31-35. Roelen, A.W.M. (2007). De verkrijging van ondernemingsvermogen krachtens erfrecht of krachtens schenking. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(3), 110-119. Roelen, A.W.M. (2007). Het nieuwe personenvennootschapsrecht en de overdrachtsbelasting. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2007(11). Santen, B.P.A. & Kloosterman, F. (2007). 49 Bad governance of goede bescherming? - Benoeming van bestuurders en commissarissen in de niet-structuurbeursvennootschap. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2007(2). Schep, A.W. (2007). Gemeentelijke belastingheffing in deelgebieden: motieven, randvoorwaarden en mogelijkheden (1). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen, 2007, 3-12. Schep, A.W. (2007). Gemeentelijke belastingheffing in deelgebieden: motieven, randvoorwaarden en mogelijkheden (2). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen, 2007, 71-76.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. 2.
3. 4. 5. 6.
Galle, J.G.C.M. (2007). Fusies en overnames. In A. de Bos & W.J. Slagter (Eds.), Financieel recht. Vanuit economisch en juridisch perspectief (pp. 119-137). Deventer: Kluwer. Graaf, A.C.G.A.C. de (2007). Designing an anti-treaty shopping provision: and alternative approach. In The EU and third countries: direct taxation (Schriftenreihe zum internationalen Steuerrecht, 49) (pp. 71-94). Wien: Linde Verlag. Graaf, A.C.G.A.C. de, Kavelaars, P. & Stevens, A.J.A. (2007). Internationaal belastingrecht. In Internationaal belastingrecht (Fiscale studieserie, 39) (pp. 131-181). Deventer: Kluwer. Hoek, M.P. van der (2007). Romania and European Union Membership. In I. Tache & D. Lixandroiu (Eds.), Economic Integration, Competition and Globalization (pp. 1-15). Brasov: Infomarket. Santen, B.P.A. (2007). De economische theorie. In A. de Bos & W.J. Slagter (Eds.), Financieel recht. Vanuit economisch en juridisch perspectief (pp. 19-35). Deventer: Kluwer. Stevens, A.J.A. & Koenings, M. (2007). Staatssteun aspecten, Preadvies NeVER: offshore windenergie. Hoofdstuk IV Fiscale en financiële stimuleringsmaatregelen. In Preadvies NeVER: offshore windenergie.
10
Vakpublicatie 2.1 Monografieën en handboeken 1. 2. 3.
Kiekebeld, B.J. & Eysden, J.A.R. van (2007). Nederlands Belastingrecht in Europees perspectief (Fiscaal actueel, 2). Deventer: Kluwer. Kok, Q.W.J.C.H., Heithuis, E.J.W., Dool, R.P. van den & Nies, I. de (2007). Compendium vennootschapsbelasting, 6e druk. Deventer: Kluwer. Kok, Q.W.J.C.H., Streek, J.L. van de, Stevens, S.A. & Nijkeuter, E. (2007). VPB gids 2007. Deventer: Kluwer.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8. 9.
Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Belastingheffing van gehuwden en ongehuwd samenwonenden. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting (zevende druk) (Wegwijsserie) (pp. 3145). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. Arendonk, H.P.A.M. van & Brink, W. (2007). Capita bedrijfsopvolging. In H.P.A.M. van Arendonk, A.J.M. Arends & J.C.K.W. Bartel (Eds.), Wegwijs in de Belastingheffing van ondernemingen (achtste druk) (Wegwijsserie) (pp. 389-417). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Capita samenwerkingsverbanden. In H.P.A.M. van Arendonk, A.J.M. Arends & J.C.K.W. Bartel (Eds.), Wegwijs in de Belastingheffing van ondernemingen (achtste druk) (Wegwijsserie) (pp. 375-389). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Fiscale begeleiding van echtscheidingen. In Peter Hoefnagels, C.A.R.M. van Leuven & H.P.A.M. van Arendonk (Eds.), Handboek scheidingsbemiddeling : een methode van recht en psychologie (Monografieën privaatrecht, 7) (pp. 137-165). Deventer: Kluwer. Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Fusies en splitsing. In H.P.A.M. van Arendonk, A.J.M. Arends & J.C.K.W. Bartel (Eds.), Wegwijs in de Belastingheffing van ondernemingen (achtste druk) (Wegwijsserie) (pp. 293-343). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Inbreng van de onderneming in een BV of NV en de terugkeer uit de BV of NV. In H.P.A.M. van Arendonk, A.J.M. Arends & J.C.K.W. Bartel (Eds.), Wegwijs in de Belastingheffing van ondernemingen (achtste druk) (Wegwijsserie) (pp. 121-137). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Inkomsten uit arbeid. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting (zevende druk) (Wegwijsserie) (pp. 125-157). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Periodieke uitkerkingen, lijfrente en kapitaalverzekeringen buiten de winstsfeer. In Pensioen en andere toekomstvoorzieningen (losbladige), hoofdstuk 10, suppl.146. Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Sparen en beleggen. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting (zevende druk) (Wegwijsserie) (pp. 257-283). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers.
11
10. Arendonk, H.P.A.M. van (2007). Subjectieve belastingplicht IB en VPB en het begrip ondernemer. In H.P.A.M. van Arendonk, A.J.M. Arends & J.C.K.W. Bartel (Eds.), Wegwijs in de Belastingheffing van ondernemingen (achtste druk) (Wegwijsserie) (pp. 39-57). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. 11. Arends, A.J.M. (2007). Het eigenwoningfortait, waarop stoelt het nog? Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2007(december), 1-3. 12. Arends, A.J.M. (2007). Keuze voor fiscaal partnerschap in de IB-aangifte. Fiscaal Praktijkblad, 6(4), 4-10. 13. Arends, A.J.M. (2007). Renteaftrek over meegefinancierde kosten van geldlening voor eigen woning. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2007(5/6), 18-22. 14. Arends, A.J.M. (2007). Afdeling 10a van cursus belastingrecht inkomstenbelasting, overgangsrecht. In Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting (losbladige editie) (pp. 1-7). Deventer: Kluwer. 15. Arends, A.J.M. (2007). Bewerking afdeling 3.6 van cursus belastingrecht inkomstenbelasting, belastbare inkomsten uit eigen woning. In L.W. Sillevis e.a. (Ed.), Cursus Belastingrecht Inkomstenbelasting (losbladige editie en studenteneditie). 16. Arends, A.J.M. (2007). Bewerking hoofdstuk 10 capita. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting (zevende druk) (Wegwijsserie) (pp. 283-303). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. 17. Arends, A.J.M. (2007). Bewerking hoofdstuk 5 Resultaat uit overige werkzaamheden. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting, 7e druk (Wegwijsserie) (pp. 157-184). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. 18. Arends, A.J.M. (2007). Bewerking hoofdstuk 6 Resultaat uit overige werkzaamheden. In H.P.A.M. van Arendonk, A.J.M. Arends & J.C.K.W. Bartel (Eds.), Wegwijs in de Belastingheffing van ondernemingen (achtste druk) (pp. 155-182). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. 19. Arends, A.J.M. (2007). De oneffenheden in de eigenwoningregeling in geval van goedkoper wonen en verbouwen. In L.J.A. Pieterse (Ed.), Velerlei gestalten, Opstellen aangeboden aan Arnold Linnewiel (pp. 3540). Amersfoort: SFFU. 20. Fibbe, G.K. & Kinders, O. (2007). Belangrijkste belastingwijziging in dertig jaar - Nederland: brug naar Europa voor private equity. F en O, 2007(4), 26-28. 21. Fibbe, G.K. & Kinders, O. (2007). New dawn for the Dutch. Private Equity Manager, 2007(januari), 27-28. 22. Groenewegen, G. (2007). De nieuwe rioolbestemmingsheffingen. Fiscaal Praktijkblad, 2007(12), 14-18. 23. Groenewegen, G. (2007). Is er nog toekomst voor de baatbelasting bij herinrichtingen? Fiscaal Praktijkblad, 2007(12), 4-8. 24. Jansen, J.J.M. (2007). BV versus eenmanszaak. Tribuut : orgaan van de Nederlandse Federatie van Belastingconsulenten, 07(01), 31-34. 25. Jansen, J.J.M. (2007). Het nieuwe personenvennootschapsrecht: IB en VPB-aspecten. Fiscaal Praktijkblad, 2007(14), 9-11. 26. Jansen, J.J.M. (2007). Hoofdstuk 3. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting (zevende druk) (Wegwijsserie) (pp. 45-124). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. 27. Jansen, J.J.M. (2007). Hoofdstuk 6. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting (zevende druk) (Wegwijsserie) (pp. 185-216). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. 28. Jansen, J.J.M. (2007). Hoofdstuk 7. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting (zevende druk) (Wegwijsserie) (pp. 217-235). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers.
12
29. Jansen, J.J.M. (2007). Wegwijs in de belastingheffing van ondernemingen. In H.P.A.M. van Arendonk, A.J.M. Arends & J.C.K.W. Bartel (Eds.), Wegwijs in de Belastingheffing van ondernemingen (achtste druk) (Wegwijsserie) (pp. 57-120). Amersfoort: Sdu Fiscale & Financiële Uitgevers. 30. Kogels, H.A. (2007). De Bos en Lommer Story. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2007(6743), 1283-1284. 31. Kogels, H.A. (2007). Europese ontwikkelingen. Tribuut : orgaan van de Nederlandse Federatie van Belastingconsulenten, 2007(december), 6-10. 32. Kogels, H.A. (2007). Peepshows belast met 6% btw? Tribuut : orgaan van de Nederlandse Federatie van Belastingconsulenten, 33-34. 33. Kogels, H.A. (2007). VAT Fraud: It takes to to tackle it. International Vat Monitor. A Global Guide to Sales Taxation, 2007(May-June), 156-157. 34. Kok, Q.W.J.C.H. (2007). Dividendbelasting-aspecten van de inkoop van (beursgenoteerde) eigen aandelen. Ondernemingsrecht, 14(158), 543-544. 35. Kok, Q.W.J.C.H. (2007). Grensoverschrijdend ondernemen. Fiscaal Praktijkblad, 2007. 36. Kok, Q.W.J.C.H. (2007). Grensoverschrijdend ondernemen. Controllers Magazine, 2007. 37. Kok, Q.W.J.C.H. (2007). Elsevier handboek voor het bedrijf, hoofdstuk 13.3. In Elsevier Handboek voor het bedrijf (losbladig). Amsterdam: Elsevier. 38. Kok, Q.W.J.C.H. (2007). Onderdeel 'deelnemingsvrijstelling' (bewerking). In R.J. de Vries & N.H. de Vries (Eds.), Cursus belastingrecht (vennootschapsbelasting) (losbladig). Deventer: Kluwer. 39. Makkinga, F.J.H.L. (2007). Is de onderbouwing van de WOZ-waarde wel gecheckt? Fiscaal Praktijkblad, 2007(12), 9-13. 40. Makkinga, F.J.H.L. (2007). Bijdrage aan Fiscale Encyclopedie De Vakstudie, onderdeel Lokale Belastingen en Milieuheffingen, art. 17 Wet WOZ (bewerking online van dit artikel). In Fiscale Encyclopedie De Vakstudie. 41. Makkinga, F.J.H.L. (2007). Bijdrage aan Fiscale Encyclopedie De Vakstudie, onderdeel Lokale Belastingen en Milieuheffingen, art. 223 Gemeentewet (bewerking online van dit artikel). In Fiscale Encyclopedie De Vakstudie. 42. Makkinga, F.J.H.L. (2007). Bijdrage aan Fiscale Encyclopedie De Vakstudie, onderdeel Lokale Belastingen en Milieuheffingen, art. 224 Gemeentewet (bewerking online van dit artikel). In Fiscale Encyclopedie De Vakstudie. 43. Nijkeuter, E. (2007). Commentaar bij het arrest HvJ EG, OY AA. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2007(1335). 44. Pechler, E.B. (2007). Gemeenschapsrecht en het (fiscale) formele belastingrecht. Belastingbrief, 2007(7), 25. 45. Pechler, E.B. (2007). Het opzetmeetpunt bij kwade trouw. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2007(2067), 1-2. 46. Pechler, E.B. (2007). Microfiches als bewijsmiddel. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2007(12), 24-26. 47. Pechler, E.B. (2007). Hoofdstuk 1. Aspecten van formeel belastingrecht (bijgewerkt). In Rechtspersonen (Kluwers wetboeken en wetten, 2) (pp. 1-82). Deventer: Kluwer. 48. Pechler, E.B. (2007). Mediation naast belastingrechtspraak. In L.J.A. Pieterse (Ed.), Velerlei gestalten, Opstellen aangeboden aan Arnold Linnewiel (pp. 135-138). Amersfoort: Sffu. 49. Roelen, A.W.M. (2007). Familiaire bedrijfsopvolging binnen de overdrachtsbelasting. Fiscaal Praktijkblad, 2007(8), 17-21.
13
50. Roelen, A.W.M. (2007). Waarom niet schenken onder schuldigerkenning? Een beschouwing. Forfaitair. Fiscaal Studenten Maandblad, 2007(172), 4-8. 51. Roelen, A.W.M. (2007). Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen, supplement 142 (maart 2007), Hoofdstuk XII en XIII. In Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen (losbladige uitgave). Deventer: Kluwer. 52. Roelen, A.W.M. (). Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen, supplement 146 (september 2007), Hoofdstuk XII en XIII. In Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen (losbladige uitgave). Deventer: Kluwer. 53. Santen, B.P.A. & Verbeeten, C.C.E.J. (2007). Omarm de Klokkenluider. Tijdschrift Controlling, 2007(7/8), 14-19. 54. Schep, A.W. (2007). Spelregels voor baatbelasting bij herinrichting aangescherpt. Vakblad voor de MKB Adviseur, 2007(11), 20-23. 55. Sonderen, J.C.M. van (2007). Hoofdstuk 11, Belastingarbitrage. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting (Wegwijsserie) (pp. 305-316). Amersfoort: SDU Fiscale & Financiele Uitgevers. 56. Sonderen, J.C.M. van (2007). Hoofdstuk 15, Belastingarbitrage. Wegwijs in de Belastingheffing van ondernemingen. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de belastingheffing van ondernemingen (Wegwijsserie) (pp. 417-428). Amersfoort: SDU Fiscale & Financiele Uitgevers. 57. Sonderen, J.C.M. van (2007). Hoofdstuk 5, Inkomen uit aanmerkelijk belang. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de belastingheffing van ondernemingen (Wegwijsserie) (pp. 137-154). Amersfoort: SDU Fiscale & Financiele Uitgevers. 58. Sonderen, J.C.M. van (2007). Hoofdstuk 8, Inkomen uit aanmerkelijk belang. Wegwijs in de Inkomstenbelasting. In H.P.A.M. van Arendonk (Ed.), Wegwijs in de inkomstenbelasting (Wegwijsserie) (pp. 237-255). Amersfoort: SDU Fiscale & Financiele Uitgevers. 59. Stevens, A.J.A. (2007). Inzake de verliesaftrekbeperkingsregels bij de commanditaire vennoot, are all pigs equal now? Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2007(49), 6. 2.4 Annotaties 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Feteris, M.W.C. (2007).Noot bij : Hoge Raad (15-12-2006), 40333, BNB 2007-, p.2262-2276. Feteris, M.W.C. (2007).Noot bij : Hoge Raad (15-06-2007), 42 687, BNB 2007-251, p.4083-4086. Feteris, M.W.C. (2007).Noot bij : Hoge Raad (06-10-2006), 42253, (Nadere bewijsvoering ter zitting: goede procesorde). BNB 2007-138, p.2603-2620. Feteris, M.W.C. (2007).Noot bij : Europese Hof voor de Rechten van de Mens (23-11-2006), 73053/01, BNB 2007-150, p.2603-2620. Groenewegen, G. (2007).Noot bij : HR (22-12-2006), 40.609, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2007-404. Groenewegen, G. (2007).Noot bij : HR (04-04-2007), 40.664, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2007-663. Groenewegen, G. (2007).Noot bij : HR (09-02-2007), 41.264 - 41.407, (Gecombineerde aantekening bij Hoge Raad van 9 februari 2007, nrs. 41.264, 41.265 en 41.407). Fiscaal Weekblad FED 2007-33, 34, 35. Groenewegen, G. (2007).Noot bij : HR (09-02-2007), 41.264 - 41.407, (Gecombineerde aantekening bij Hoge Raad van 9 februari 2007, nrs. 41.264, 41.265 en 41.407). Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2007-401 en 402.
14
9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
19.
20.
21. 22. 23. 24. 25. 26.
Groenewegen, G. (2007).Noot bij : HR (10-08-2007), 41.318, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2007-1491. Groenewegen, G. (2007).Noot bij : HR (04-05-2007), 42.457, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2007-917. Groenewegen, G. (2007).Noot bij : HR (29-06-2007), 42.549, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2007-1206. Groenewegen, G. (2007).Noot bij : HR (22-06-2007), 42.721, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2007-1207. Groenewegen, G. (2007).Noot bij : HR (08-06-2007), 42.758, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2007-1055. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (16-11-2007), 40.606, Fiscaal Weekblad FED 2008-103/24, p.13-15. Makkinga, F.J.H.L. (2007).Noot bij : Rechtbank Amsterdam (27-02-2006), 05/3877, Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2007-, p.410-411. Makkinga, F.J.H.L. (2007).Noot bij : HR (13-07-2007), 40531, Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2007-, p.964-965. Makkinga, F.J.H.L. (2007).Noot bij : HR (10-08-2007), 41318, Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2007-, p.1031. Monsma, J.A. (2007).Noot bij : Rechtbank Middelburg (18-06-2007), AWB 06/164, MK, (Waardering bankgebouw. Gecorrigeerde vervangingswaarde. Vormt sluiting filiaal een voor de bedrijfstak specifieke omstandigheid?). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2007-, p.902-906. Monsma, J.A. (2007).Noot bij : Hoge Raad (29-06-2007), 40 932, (Rioolrecht. Zelfstandig gedeelte van een eigendom). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2007-, p.947-950. Monsma, J.A. (2007).Noot bij : Hoge Raad (08-06-2007), 42 758, (De vraag of een onroerende zaak is gebaat bij een complex van voorzieningen). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2007-, p.823-826. Monsma, J.A. (2007).Noot bij : Hoge Raad (30-03-2007), 42172, (Waardering complex dat deels monument is). Fiscaal Weekblad FED 2007-nr.42, 172, p.3-5. Pechler, E.B. (2007).Noot bij : HR (27-04-2007), 41 333, Belastingbrief 2007-847. Pechler, E.B. (2007).Noot bij : HR (13-04-2007), 41 235, BNB 2007-260, p.4170-4171. Pechler, E.B. (2007).Noot bij : HR (23-02-2007), 42 382 en 42 624, BNB 2007-282-283, p.4416-4417. Pechler, E.B. (2007).Noot bij : HR (03-11-2006), 42 570, BNB 2007-47, p.728-729. Pechler, E.B. (2007).Noot bij : HR (26-01-2007), 42 951, BNB 2007-152, p.2663-2664.
15
Publicaties 2008 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.2 Dissertaties 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
Galle, J.G.C.M. & Bos, A. de (2008). De vereisten vanuit de wet- en regelgeving op een rij. Aanvullende aanbevelingen voor beter bestuur. Goed Bestuur, 2008(4), 40-49.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1. 2.
Dam, J.J. van, Eijsden, J.A.R. van & Kiekebeld, B.J. (2008). Europees fiscaal memo. Deventer: Kluwer. Groenewegen, G. (2008). Compendium gemeentelijke belastingen en de Wet WOZ, vijfde druk. Deventer: Kluwer.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1.
Lückerath - Rovers, M. & Bos, A. de (2008). Commissaris moet de werkvloer op. Management Scope, 2009(januari), 51-51.
2.4 Annotaties 1. 2. 3.
Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hof Arnhem (27-08-2008), 07/00191, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-172737, p.28. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (15-02-2008), 41.036, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-414/9, p.35. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (08-08-2008), 41.276, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-165235, p.35-36.
16
4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (25-04-2008), 41.584, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-922/20, p.33. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (11-07-2008), 41.590, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-1450/30, p.25. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (29-02-2008), 41.671, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-691/20, p.20. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (29-02-2008), 41.671, Fiscaal Weekblad FED 2008-40/8, p.23-24. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (06-06-2008), 41.769, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-1342/28, p.59-60. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (16-05-2008), 41.874, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-1044/35, p.35. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (19-09-2008), 42.066, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-1827/39, p.49. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (12-09-2008), 42.254, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-1829/39, p.51. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (27-06-2008), 42.333, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-1345/28, p.63. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (09-05-2008), 42.878, Fiscaal Weekblad FED 2008-5011, p.16-17. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (08-08-2008), 42.972, Fiscaal Weekblad FED 2008-98/20, p.12-13. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (08-08-2008), 43.202, Fiscaal Weekblad FED 2008-99/20, p.15. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (08-08-2008), 43.349 41.654 41.276, Fiscaal Weekblad FED 2008-100/20, p.16-17. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (09-05-2008), 43.463, Fiscaal Weekblad FED 2008-51/11, p.16-17. Groenewegen, G. (2008).Noot bij : Hoge Raad (08-08-2008), 43.879, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-1660/35, p.40-41. Makkinga, F.J.H.L. (2008).Noot bij : Rechtbank 's-Gravenhage (25-06-2007), 06/1144, Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2008-, p.69-.. Makkinga, F.J.H.L. (2008).Noot bij : Rechtbank Dordrecht (29-02-2008), 06/1309, Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2008-, p.622-.. Makkinga, F.J.H.L. (2008).Noot bij : Rechtbank 's-Gravenhage (31-07-2007), 06/5390, Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2008-, p.515-.. Makkinga, F.J.H.L. (2008).Noot bij : Hoge Raad (08-08-2008), 41 654, Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2008-, p.1081-1081.
17
Niet-programmagebonden onderzoek Cap.groep Algemene rechtswetenschappen (ARW)
Publicaties 2006
Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. 2.
Hildebrandt, M. & Gaakeer, A.M.P. (2006). Deskundigheid in rechte. Case studies bij Meesterlijk recht (Boom juridische studieboeken). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Hildebrandt, M. & Meints, M. (2006). Introduction. RFID, profiling and AmI, FIDIS report 7.7, 2006 (available at www.fidis.net). Brussel: Fidis.
1.2 Dissertaties 1.
2.
Rohregger, B.A. (2006, oktober 05). Shifting boundaries : social security in the urban fringe of Lilongwe City, Malawi. EUR (316 pag.) (Aachen: Shaker Verlag). Prom./coprom.: Prof.Dr. C.E. Von BendaBeckmann- Droogleever Fortuijn. Zijderveld, A.C. (2006, maart 09). Rickert's relevance : the ontological nature and epistemological functions of values. Erasmus Universiteit Rotterdam (238 pag.) (Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam). Prom./coprom.: Prof.Dr. R.M.G.E. Foqué.
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. 2. 3. 4.
Camesasca, P.D.N., Soames, T., Goeteyn, G. & Hugmark, K. (2006). EC competition law and aviation. Cautious optimism spreading its wings. European Competition Law Review, 2006(11), 599-616. Camesasca, P.D.N. & Joshua, J. (2006). The Commission's 2002 Leniency Notice. High noon for reform. European Antitrust Review, 2006, 1-5. Wallinga, T. (2006). The Casus Codicis of Wilhelmus de Cabriano/ (translated into Japanese by Shigeo Nishimura), Hosei-Kenkyu. The journal of law & politics, 2006(73/2), 255-304. Winkel, L.C. (2006). Romeins recht tussen casuïstiek en systeem. Ars Aequi, 2006(LV), 403-408.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie)
1
1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. 2. 3.
4.
Wallinga, T. (2006). Bulgarus, un des Quattuor Doctores. In Les grands juristes. Actes des Journées Internationales de la Société d'Histoire du Droit (22-24 mai 2003) (pp. 21-31). Aix en Provence. Wallinga, T. (2006). Los Casus Codicis de Wilhelmus de Cabriano. In Seminarios Complutenses de derecho romano XVII (2005) (pp. 125-154). Wallinga, T. (2006). Terre, droit français et droit néerlandais dans la province de Groningue (1492-1876). In C.D. de la Boissonny (Ed.), Terre, forêt et droit, sous la direction de Christian Dugas de la Boissonny [Journées internationales d'histoire du droit, Nancy 12-15 juni 2002] (pp. 471-482). Nancy: Presses Universitaires de Nancy. Winkel, L.C. (2006). Ratio decidendi - Legal Reasoning in Roman Law. In Hamilton Bryson & Serge Dauchy (Eds.), Ratio decidendi (Comparative Studies in Continental and Anglo-American Legal History, CSC 25/1) (pp. 9-24). Berlin: Duncker & Humblot.
Vakpublicaties 2.1 Monografieëen en handboeken 1.
Gubby, H.M. (2006). Practical legal English: legal terminology (Praktijkvaardigheden). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1. 2. 3.
4.
5.
6.
Schreuders, W. (2006). Centralisatie versus decentralisatie door de eeuwen heen. Delf : cultuurhistorisch bulletin Delft, 2006(3). Schreuders, W. (2006). Erasmus Mundus onder de Euromast. Europa Expresse, 2006(5). Wallinga, T. (2006). [Bespreking van het boek Bibliografie van hoogleraren in de Rechten aan de Franeker Universiteit tot 1811. Geschiedenis der Nederlandse Rechtswetenschap, VII,3]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2006(74), 189-191. Wallinga, T. (2006). [Bespreking van het boek Arias Piñel, Catedrático de Leyes en Coimbra y Salamanca durante el siglo XVI: la rescisión de la compraventa por 'laesio enormis']. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2006(74), 185-187. Winkel, L.C. (2006). L'histoire du droit entre philosophie et histoire des idées, Faculté de droit de Genève, recueil d'études edité par Sylvie Guichard Friesendorf, Bénédict Winiger, Victor Monnier, avant-propos de Robert Roth, Bruxelles 2003, Zürich 2003 [Bespreking van het boek L'histoire du droit entre philosophie et histoire des idées]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2006(LXXIV), 213-214. Winkel, L.C. (2006). [Bespreking van het boek Rechtsgeschichtliche Bibelkunde]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2006(LXXIV), 159.
2
7.
Winkel, L.C. (2006). [Bespreking van het boek Operis novi nuntiatio iuris publici tuendi gratia, Dipartimento di scienze giuridiche, Università di Trento, XXXIV]. Zeitschrift der Savigny-Stiftung für Rechtsgeschichte. Romanistische Abteilung, 2006(124), 509-511.
2.4 Annotaties
Publicaties 2007 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.2 Dissertaties 1.
Ilan, Y. (2007, oktober 08). Competition Law and High-Tech Markets - Conventional Antitrust Thinking Revisited? Utrecht. Prom./coprom.: Prof.Dr. R.J. Van den Bergh.
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. 2. 3. 4.
5.
Beljaars, B.F. (2007). Juridische informatievaardigheden implementeren: een curriculumuitdaging. Ars Aequi, 2007(56), 816-822. Beljaars, B.F. (2007). Recht en muziek. Het panopticon van de stilte. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2007(10), 432-434. Bergh, R.J. Van den & Keske, S.E. (2007). Private Enforcement of European Competition Law: Quo Vadis? European review of contract law (ERCL), 2007(3), 468-486. Gutwirth, S.L. (2007). Evaluatie rechtswetenschappelijk onderzoek. VI.I.R.-model voor integrale kwaliteitsevaluatie van het onderzoek in de rechtswetenschappen. Nieuw Juridisch Weekblad (NJW), 2007(168), 674-678. Janse, R. & Piret, J.V.A.G. (2007). Interview with Michael Walzer. Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2007(3), 82-94.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1.
Boné E.K.E. von (2007). Die Kodification und Gerichtsverfassung in den Niederlanden in der franzözischen Periode. In Andreas Bauer & Karl.H.L. Welker (Eds.), Europa und seine Regionen 2000 Jahre Rechtsgeschichte (pp. 523-534). Köln Weimar Wien: Böhlau Verlag.
3
2.
Gubby, H.M., Kleve, P. & Mulder, R.V. De (2007). Taking Patents Seriously. In S.M. Kierkegaard (Ed.), International Law and Trade, Bridging the East-West Divide (pp. 290-296). Ankara: Ankara Bar Association Press. 3. Hildebrandt, M. (2007). Contrafaktische begripsvorming en complexe argumentatie. In E.T. Feteris e.a. (Ed.), 'Alles afwegende...' Bijdragen aan het Vijfde Symposium Juridische Argumentatie 22 juni 2007 te Rotterdam (pp. 81-87). Nijmegen: Ars Aequi Libri. 4. Kerkmeester, H.O. & Visscher, L.T. (2007). De prijs van het civiele proces. Rechtseconomische inleiding. In J. Laenens (Ed.), De prijs van het civiele proces/Le procès civil: à quel prix? (pp. 1-16). Brugge: Die Keure. 5. Kleve, P. & Mulder, R.V. De (2007). Anomalies in Internet Law. In Proceedings of the 22th Bileta Conference
(pp. 1-8). Hatfield: University of Hertfortshire. 6. Noortwijk, C. van & Mulder, R.V. De (2007). A Quantitative Analysis of Legal Word Use. In Proceedings of the 22th Bileta Conference (pp. 1-10). Hatfield: University of Hertfortshire. 7. Noortwijk, C. van & Mulder, R.V. De (2007). Plagiarism and Fraud in Education: the Importance of Monitoring and Supervision. In P. Kleve, R.V. De Mulder & C. van Noortwijk (Eds.), Monitoring, Supervision and Information Technology, Proceedings of the first international seminar of the Legal Framework for the Information Society (LEFIS) on Monitoring, Supervision and IT, 15 June 2006, Rotterdam: CJLT 2006 (Lefis series, 1) (pp. 53-64). Zaragoza (Spain): Zaragoza University Press. 8. Piret, J.V.A.G. (2007). De verhouding van godsdienst en staat (in het onderwijs): historisch-nationale verschillen en Europese convergentie. In P. de Hert & K. Meerschaut (Eds.), Scheiding van Kerk en Staat of actief pluralisme? (pp. 113-145). Antwerpen/Oxford: Intersentia. 9. Winkel, L.C. (2007). I. 4.4 pr.: Kübler et Daube sur les mots adikia et adikèma, hamartia et hamartèma. In Fides, humanitas, ius. Studii in onore di Luigi Labruna VIII (pp. 5927-5934). Napoli: Editoriale scientifica. 10. Winkel, L.C. (2007). Cujas (Cujacius), Jacques. In Patrick Arabeyre, Jean-Louis Halpérin & Jacques Krynen (Eds.), Dictionnaire historique des juristes français (pp. 220-222). Paris: Presses Universitaires de France - P.U.F.. 11. Winkel, L.C. & Veraart, W. (2007). Time, restitution and the law. In R. de Lange (Ed.), Aspects of Transitional Justice and Human Rights (pp. 79-86). Nijmegen. 12. Winkel, L.C., Spruit, J.E. & Forrez, R. (2007). Vertaling Codex Justinianus boek 7. In J.E. Spruit, J.M.J. Chorus & L. de Ligt (Eds.), Corpus Iuris Civilis, Tekst en Vertaling, VIII: Codex Justinianus 4-8 (pp. 659839). Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen, Afd. Edita.
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 2.2 Bundels en andere verzamelwerken
4
2.3 Artikelen 1.
Beljaars, B.F. (2007). 'Information literacy' en het belang van juridische informatievaardigheden. In F.P.C.M. de Jong, N.M.M. van Benthem & A. Buijze (Eds.), Studievaardigheden en de nieuwe generatie (pp. 73-80). 's-Hertogenbosch. 2. Bergh, R.J. Van den (2007). Consumentenbescherming. In W.C.T. Weterings (Ed.), De economische analyse van het recht : rechtseconomische beschouwingen (pp. 119-140). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 3. Gubby, H.M., Kleve, P. & Mulder, R.V. De (2007). Taking Patents Seriously. Visie, Nederlands Octooibureau, 2007(7), 13-16. 4. Kerkmeester, H.O. & Visscher, L.T. (2007). Katernbijdrage 'Rechtseconomie' (Katern 103). Ars Aequi Katern, 2007(juni), 5821-5822. 5. Kerkmeester, H.O. & Visscher, L.T. (2007). Katernbijdrage 'Rechtseconomie' (Katern 105). Ars Aequi Katern, 2007(december), 5951-5952. 6. Visscher, L.T. (2007). Hoofdstuk 4: Onrechtmatigedaadsrecht. 71-86, Hoofdstuk 5: Schadevergoedingsrecht p. 87-107, Hoofdstuk 12: Rechtshandhaving p. 223-243 (geschreven samen met W.C.T. Weterings). In W.C.T. Weterings (Ed.), De economische analyse van het recht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 7. Wallinga, T. (2007). [Bespreking van het boek Arnold Vinnius. Institutionenkommentar. Schuldrecht. Text und Übersetzung/. Ins Deutsche übersetzt von Dr. Klaus Wille, Hamburg. Mit einer Einführung von Prof. Dr. Reinhard Zimmermann]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2007(75), 418-420. 8. Winkel, L.C. (2007). LXe Session de la Société 'Fernand de Visscher' pour l'histoire des droits de l'Antiquité à Komotini. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXV, 110-112. 9. Winkel, L.C. (2007). Annonce: Jean Dauvillier, Le nouveau testament et les droits de l'Antiquité, présenté et annoté par Marie-Bernadette Bruguière [Bespreking van het boek Etudes d'Histoire du Droit no 9]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2007(LXXV), 409-410. 10. Winkel, L.C. (2007). [Bespreking van de boeken 'Gesetz' und 'Naturgesetz' in der frühen Neuzeit, Akademie der Wissenschaften und der Literatur, Mainz, Abhandlungen der Geistes- und Sozialwissenschaftlichen Klasse, Jahrgang 2004, Nr. 1 & Recht als Wissenschaft, Geschichte der juristischen Methode vom Humanismus bis zur historischen Schule (1500-1850)]. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2007(LXXV), 416-417. 11. Winkel, L.C. (2007). [Bespreking van het boek The 'Nazification' and 'Denazification' of the Courts in Belgium, Luxembourg and the Netherlands, proefschrift Universiteit Maastricht]. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2007(10), 444-445. 2.4 Annotaties
Publicaties 2008 Wetenschappelijke publicaties
5
1.1 Monografieën en handboeken 1.
Wright, D., Gutwirth, S.L., Friedewald, M., Punie, Y. & Vidjiounaite, E. (2008). Safeguards in a World of Ambient Intelligence (2008). Dordrecht: Springer Science.
1.2 Dissertaties 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Piret, J.V.A.G. (2008). Boumediene v. Bush and the extraterritorial reach of the U.S. Constitution. Utrecht law review, 4(3), 81-103.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Boné, E.K.E. von (2008). Een conciliërende werking van de vrederechter in arbeidszaken? NederlandsVlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 12(3), 75-86. Foqué, R.M.G.E. (2008). Criminal Justice in a Democracy: Towards a Relational Conception of Criminal Law and Punishment. Criminal Law and Philosophy, 2(3), 207-227. Foqué, R.M.G.E. (2008). Criminal Justice in a Democracy: Towards a Relational Conception of Criminal Law and Punishment. Criminal Law and Philosophy, 2(3), 207-227. Foqué, R.M.G.E. (2008). Criminal Justice in a Democracy: Towards a Relational Conception of Criminal Law and Punishment. Criminal Law and Philosophy, 2(3), 207-227. Hert, P. de, Gutwirth, S.L., Moscibroda, A., Wright, D. & Gonzalez Fuster, G. (2008). Legal safeguards for privacy and data protection in ambient intelligence. Personal and ubiquitous computing. Piret, J.V.A.G. (2008). Godsdienst en politiek versus privaat en publiek. Filosofie, 18(2), 20-27. Wallinga, T. (2008). Hereden eiusque potestatis iurisque est, cuius fuit defunctus: Gleiche (oder ungleiche?) Rechtsstellung von Erblasser und Erben. Orbis Iuris Romani, 2008(14), 97-114.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1.
2.
3. 4.
Foqué, R.M.G.E. (2008). De actualiteit van Montesquieus constitutionalisme (L'actualité du constitutionalisme de Montesquieu). In D. Kouijzer & A. van Gelder (Eds.), Vrijheid en veiligheid. Erasmus-Descartes Conferentie (pp. 11-30). Parijs/Den Haag: Institut Néerlandais/Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Foqué, R.M.G.E., Verrijn Stuart, H. & Witteveen, W. (2008). De grenzen van recht en politiek. Een gesprek met Michael Walzer. In R.M.G.E. Foqué & et al. (Eds.), Grenzeloze rechtvaardigheid, M. Walzer (pp. 3152). Amsterdam: Boom. Foqué, R.M.G.E. (2008). De onzichtbare grondwet. In G. ter Horst & et al. (Eds.), De onzichtbare grondwet (pp. 37-59). Den Haag: Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkdsrelaties. Foqué, R.M.G.E. & Steenbergen, J. (2008). The Limits of the Law and the Development of the EU. In E. Claes, W. Devroe & B. Keirsbilck (Eds.), Facing the Limits of the Law (pp. 205-236). Berlin: Springer.
6
5.
6.
7. 8.
9.
10.
11.
12. 13.
14.
15.
Gonzales-Fuster, G., Gutwirth, S.L. & Hert, P. de (2008). The Role of Law, Ethics and Justice in Security Practices. In P. Burgess & D. Rodin (Eds.), The Role of Law, Ethics and Justice in Security Practices Conference report (pp. 22-24). Gutwirth, S.L., Hert, P. de & Sutter, L. de (2008). The trouble with technology regulation form a legal perspective. Why Lessig's 'optimal mix' will not work. In R. Brownsword & K. Yeung (Eds.), Regulating Technologies (pp. 193-218). Oxford: Hart Publishers. Mulder, R.V. De, Noortwijk, C. van & Kleve, P. (2008). New School Case Law Knowledge Management. In S. Kierkegaard (Ed.), Business and Law, Theory and Practice (2008) (pp. 260-274). New York: IAITL. Noortwijk, C. van (2008). Kennissystemen voor de Rechtspraktijk - Tools voor Juridisch Kennismanagement? In E. Brouwer (Ed.), Advocaat en Kennismanagement (2008) (pp. 29-40). Rotterdam: Essentials. Noortwijk, C. van & Mulder, R.V. De (2008). Perception of Plagiarism and Fraud in Education. In Proceedings of the 12th IMEKO TC1-TC7 joint Symposium on Man, Science and Measurement (2008) (pp. 429-434). Annecy: IMEKO. Noortwijk, C. van & Mulder, R.V. De (2008). The Importance of Dealing with Plagiarism and Fraud in Education. In Synergies and Conflicts in cyberlaw, Proceedings of the third International conference on Legal, Security and Privacy Issues in IT (2008) (pp. 395-404). Praag: IAITL. Poullet, Y & Gutwirth, S.L. (2008). The contribution of the Article 29 Working Party to the construction of a harmonised European data protection system: an illustration of 'reflexive governance'? In María.Verónica Pérez Asinari & Pablo Palazzi (Eds.), Défis du droit à la protection de la vie privée - Challenges of privacy and data protection law (pp. 570-610). Brussel: Bruylant. Schreurs, W., Eggermont, F., Smis, S., Paepe, P. & Gutwirth, S.L. (2008). Praktijkboek rechtsmethodologie. In Praktijkboek Rechtsmethodologie. Brugge: Die Keure. Wallinga, T. (2008). Derecho Romano y Derecho Privado neerlandés: la venganza del Derecho Romano. In Marcial Pons (Ed.), Seminarios Complutenses de Derecho Romano XX-XXI (Revista Internacional de Derecho Romano y Tradición Romanistica 2007-2008, XX-XXI) (pp. 481-497). Marcial Pons Librero S.L.. Wallinga, T. (2008). Wilhelmus de Cabriano's Casus Codicis zu C. 8.13(14).7. Erste Auswertung einer Fundgrube. In Vincenzo Colli & Emanuele Conte (Eds.), Iuris Historia: Liber Amicorum Gero Dolezalek, (Studies in comparative legal history) (pp. 105-119). Berkeley: The Robbins Collection. Winkel, L.C. (2008). Bachelor-Master in den niederländischen juristischen Fakultäten nach der BolognaErklärung 1999, zugleich eine kurze Geschichte des Rechtsunterrichts in den Niederlanden. In Chr. Baldus, Th. Finkenauer & Th. Rüfner (Eds.), Juristenausbildung in Europa zwischen Tradition und Reform (pp. 213-221). Tübingen: Mohr Siebeck.
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen
7
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Boné, E.K.E. von (2008). In Memoriam Chris ten Raa (1926-2007). Pro memorie : bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 10(1), 118-121. Bone, E.K.E. von (2008). Opera en Recht: 'Fidelio' van Ludwig van Beethoven (1770-1827). Ars Aequi, 57(november), 776-778. Foqué, R.M.G.E. (2008). Juryrapport bij de toekenning van de vijfde Spinozalens. In R.M.G.E. Foque (Ed.), Grenzeloze rechtvaardigheid, M. Walzer (pp. 131-138). Amsterdam: Boom. Foqué, R.M.G.E. (2008). Woord vooraf. In R.M.G.E. Foqué (Ed.), Grenzeloze rechtvaardigheid.M. Walzer (pp. 7-9). Amsterdam: Boom. Winkel, L.C. (2008). In memoriam Chris M.G. ten Raa. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXVI(2008), 442-443. Winkel, L.C. (2008). In memoriam Hein L.W. Nelson. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, LXXVI(2008), 441-442. Winkel, L.C. (2008). [Bespreking van het boek Hoofdstukken uit de geschiedenis van het Europees Privaatrecht, I: Inleiding en zakenrecht, 3. Auflage]. ZEuP, 2008, 435-437.
2.4 Annotaties
8
Niet-programmagebonden onderzoek Cap.groep Publiekrecht
Publicaties 2006 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. 2.
Erp, J.G. van & Klein Haarhuis, C. (2006). De filterwerking van buitengerechtelijke procedures, een verkennend onderzoek. WODC-cahier 2006-6. Den Haag: WODC. Erp, J.G. van, Hendriks, A., Heide, W. van der & Moolenaar, D.E.G. (2006). Kwantitatieve ontwikkelingen rechtspraak 2000-2005; informatie ten behoeve van de Evaluatiecommissie Modernisering Rechtelijke Macht. WODC-cahier 2006-10. Den Haag: WODC.
1.2 Dissertaties 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. 2.
Mevis, P.A.M. (2006). De ruimte voor het hoger beroep en voor wijziging van de regeling daarvan. Delikt en Delinkwent, 1(1), 1-16. Noortwijk, C. van, Visser, J.A. & Mulder, R.V. De (2006). Ranking and Classifying Legal Documents using Conceptual Information. Journal of Information, Law & Technology (JILT), 2006(1), 1-15.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
2. 3. 4.
5.
Fischer, T.F.C. & Liefbroer, A.C. (2006). For Richer, for Poorer: The Impact of Macroeconomic Conditions on Union Dissolution Rates in the Netherlands 1972 - 1996. European Sociological Review, 2006(22), 519532. Spierenburg, P.C. (2006). Democracy Came Too Early: A Tentative Explanation for the Problem of American Homicide. American Historical Review, 111(1), 104-114. Spierenburg, P.C. (2006). Protestant Attitudes to Violence: The Early Dutch Republic. Crime, Histoire & Sociétés/Crime, History & Societies, 2006(10), 5-31. Zwirs, B.W.C., Burger, M.A., Schulpen, T.W.J. & Buitelaar, J.K. (2006). Different Treatment Thresholds in Non-Western Children With Behavioral Problems. Journal of the American Academy Child Adolescent Psychiatry, 2006(45), 476-483. Zwirs, B.W.C., Burger, H., Buitelaar, J.K. & Schulpen, T.W.J. (2006). Ethnic differences in parental detection of externalizing disorders. European Child & Adolescent Psychiatry, 2006(15), 418-426.
1
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.
Zijlstra, S.E., Bax, C.J. & Munnike, S.A.J. (Eds.). (2006). Wetgevingsleer in theorie en praktijk. Amsterdam: Vrije Universiteit/ Erasmus Universiteit.
1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. 2.
3.
4.
5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12.
13. 14.
Bax, C.J. (2006). Begripsbepalingen. In S.E. Zijlstra, C.J. Bax & S.A.J. Munnike (Eds.), Wetgevingsleer in theorie en praktijk (pp. 260-278). Amsterdam: Vrije Universiteit/Erasmusuniversiteit. Bax, C.J. (2006). Bevoegdheid tot wetgeving bij de centrale overheid. In S.E. Zijlstra, C.J. Bax & S.A.J. Munnike (Eds.), Wetgevingsleer in theorie en praktijk (pp. 97-107). Amsterdam: Vrije Universiteit/Erasmus Universiteit. Bax, C.J. (2006). De constructie van een wettelijke bepaling. In S.E. Zijlstra, C.J. Bax & S.A.J. Munnike (Eds.), Wetgevingsleer in theorie en praktijk (pp. 165-169). Amsterdam: Vrije Universiteit/Erasmusuniversiteit. Bax, C.J. (2006). De woorden van de wet en de taal van het recht. In S.E. Zijlstra, C.J. Bax & S.A.J. Munnike (Eds.), Wetgevingsleer in theorie en praktijk (pp. 134-154). Amsterdam: Vrije Universiteit/Erasmusuniversiteit. Bax, C.J. & Zijlstra, S.E. (2006). Inleiding. In S.E. Zijlstra, C.J. Bax & S.A.J. Munnike (Eds.), Wetgevingsleer in theorie en praktijk (pp. 1-25). Amsterdam: Vrije Universiteit/Erasmusuniversiteit. Bax, C.J. (2006). Normadressaat, normobject en normconditie in de wetgevingstechniek. In S.E. Zijlstra, C.J. Bax & S.A.J. Munnike (Eds.), Wetgevingsleer in theorie en praktijk (pp. 186-195). Amsterdam: Vrije Universiteit/Erasmusuniversiteit. Bax, C.J. & Zijlstra, S.E. (2006). (soorten normen). In S.E. Zijlstra, C.J. Bax & S.A.J. Munnike (Eds.), Wetgevingsleer in theorie en praktijk (pp. 176-182). Amsterdam: Vrije Universiteit/Erasmusuniversiteit. Bax, C.J. (2006). Wetten, regels, normen. In S.E. Zijlstra, C.J. Bax & S.A.J. Munnike (Eds.), Wetgevingsleer in theorie en praktijk (pp. 27-42). Amsterdam: Vrije Universiteit/Erasmusuniversiteit. Blom, T. (2006). Vormverzuimen. In C.P.M. Cleiren & Th.A. Roos (Eds.), Jurisprudentie Strafrecht Select (pp. 125-144). Den Haag: Sdu Uitgevers. Foqué, R.M.G.E. (2006). Woord vooraf. In C.H.J. Lansink & D. Dickenson (Eds.), Lichaam en eigendom (pp. 7-10). Amsterdam: Boom. Foqué, R.M.G.E. (2006). Woord vooraf. In C.H.J. Lansink & D. Dickenson (Eds.), Lichaam en eigendom (pp. 7-10). Amsterdam: Boom. Gutwirth, S.L., Hert, P. de, Moscibroda, A. & Schreurs, W. (2006). The legal aspects of SWAMI. In M. Friedewald & D. Wright (Eds.), Report on the final conference, 21-22 March 2006, Brussels (Available at http://swami.jrc.es/pages/documents/Deliverable5-ReportonConference.pdf) (pp. 17-18). Brussels: SWAMI deliverable D.5. Hartmann, A.R. (2006). 'Una/Ne bis in idem'. In C.P.M. Cleiren & Th.A. de Roos (Eds.), Jurisprudentie strafrecht select (pp. 439-455). Den Haag: Sdu Uitgevers. Hulst, J.W. van der (2006). De Wegenverkeerswet 1994. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Strafrecht : de tekst van het Wetboek van Strafrecht en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar (Tekst & commentaar) (pp. 2149-2282). Deventer: Kluwer.
2
15. Hulst, J.W. van der (2006). Maatregelen voor de beginnende bestuurder. Verkeersrecht. Juridisch Maandblad Wegverkeer, 2006(1), 1-5. 16. Hulst, J.W. van der (2006). Wahv, Supplement 91. In N. Koeman e.a. (Ed.), Praktijkboek Bestuursrecht (pp. 1-50). Arnhem: Kluwer. 17. Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2006). The Amazing Diversity Framework of the Intellectual Property Rights Harmonisation. In Brockdorff et al. (Ed.), .), Globalisation and Harmonisation in Technology Law, proceedings 21th Bileta conference. Malta: Bileta. 18. Marle, H.J.C. van (2006). Recensie: R. Rogers & D.W. Shuman, Fundamentals of Forensic Practice; Mental Health and Criminal Law [Bespreking van het boek Fundamentals of Forensic Practice; Mental Health and Criminal Law]. Tijdschrift voor Psychiatrie, 2006, 574-575. 19. Mevis, P.A.M. (2006). Boekaankondiging. Delikt en Delinkwent, 3(17), 320-336. 20. Mulder, R.V. De (2006). Jurimetrical Research in Groups. In C. Magnussson Sjöberg & P. Wahlgren (Eds.), Festskrift till Peter Seipel (pp. 161-176). Stockholm: Norstedts Juridik. 21. Noortwijk, C. van & Mulder, R.V. De (2006). Juridisch zoeken: nu en in de toekomst. Ars Aequi, 2006(55 / juni), 451-454. 22. Noortmann, J.M.P.H. (2006). The Role of Civil Society in International Institutional Reform: Decreasing the Private by Increasing the Private. In International Institutional Reform, Chapter on 'Alternative Paths to International Institutional Reform' (pp. 320-328). The Hague: T.M.C. Asser Press. 23. Verloop, P.C. (2006). Getuigen. In C.P.M. Cleiren & Th.A. de Roos (Eds.), Jurisprudentie strafrecht select (pp. 79-100). Den Haag: Sdu Uitgevers. 24. Swaaningen, R. van (2006). Common Study Session Criminologie. Geregeld (Facultair Magazine), 2006(42), 12-13. 25. Swaaningen, R. van (2006). Het abolitionisme herleeft. Crimino Logisch, 5(1), 3. 26. Swaaningen, R. van (2006). Wanneer de vos de passie preekt, boer pas op je kippen. In CIA Almanak 20052006 (pp. 14-16). 27. Woude, M.H. van der (2006). 'Les grandes manoueuvres' op naar de strijd voor de Europese energiemarkt. SEW. Tijdschrift voor Europees en Economisch Recht, 2006(11). 28. Woude, M.H. van der (2006). Chapter 2 on Recent developments in EC Competition - Studious Authorities. In M.M. Roggenkamp & U. Hammer (Eds.), European Energy Law Report II, Energy & Law 3 (pp. 15-30). Antwerp - Oxford: Intersentia. 29. Woude, M.H. van der, Claudel, E. & Debroux, M. (2006). Chroniques Eententes (www.concurrences.com). In Concurrences. Parijs: Thomson transactive.
Vakpublicaties 2.1 Monografieëen en handboeken 1.
Noortmann, J.M.P.H. (2006). Internationaal recht, 2e herziene druk (Boom basics). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
2.2 Bundels en overige verzamelwerken
3
2.3 Artikelen 1.
2. 3. 4.
Bax, C.J. (2006). Herziening van het commentaar op de Algemene wet bestuursrecht (losbladig) bij de volgende artikelen van de Awb: artikel 4:52, p. 1 t/m 15 (14 pp.), artikel 4:53, p. 1 t/m 2 (1 pp.). artikel 4:54, p. 1 t/m 3 (3 pp.), artikel 4:55, p. 1 (1/2 p.), artikel 4:56, p. 1 t/m 4 (3 pp.). In J.B.J.M. ten Berge (e.a.) (Ed.), Herziening van het commentaar op de Algemene wet bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht: commentaar op de Algemene wet bestuursrecht, de Wet openbaarheid van bestuur en invoeringswetgeving. 's-Gravenhage: Elsevier Reed 1988. Erp, J.G. van (2006). Analyse van naleving met behulp van de Tafel van 11, Mening. Ars Aequi, 2006(55), 193-194. Spierenburg, P.C. (2006). [Bespreking van het boek From Sin to Insanity. Suicide in Early Modern Europe]. J Soc Hist, 31, 374-376. Zwirs, B.W.C. (2006). Gedragsproblemen bij allochtone kinderen minder vaak behandeld. TSG, 2006(6), 364.
2.4 Annotaties 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
Houweling, A.R. (2006).Noot bij : Hoge Raad (12-09-2006), (Waarborgsom). JIN 2006-462, p.4. NAAR PRIV Hulst, J.W. van der (2006).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (15-02-2006), LJN AV3538, Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2006-2, p.105-105. Hulst, J.W. van der (2006).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (30-03-2006), LJN AX6507, Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2006-3, p.160-160. Hulst, J.W. van der (2006).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (16-08-2006), 06/00193, Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2006-5, p.310-311. Hulst, J.W. van der (2006).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (20-09-2006), 06/00730, Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2006-6, p.398-399. Hulst, J.W. van der (2006).Noot bij : Kantonrechter Alkmaar (25-11-2005), 194303, (WM VERZ 05-276). Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2006-1, p.51-52. Mevis, P.A.M. (2006).Noot bij : HR (31-01-2006), (Beperking bedrag conservatoir beslag). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2006-589. Mevis, P.A.M. (2006).Noot bij : HR (21-10-2003), (Sr. art. 51). Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2006-26/328, p.3138-3146. Mevis, P.A.M. (2006).Noot bij : HR (29-11-2005), (Sr art. 63). Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2006-12/176, p.1670-1676. Mevis, P.A.M. (2006).Noot bij : HR (strafkamer) (24-05-2005), 00456/04, Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2006-34/433, p.4132-4138. Mevis, P.A.M. (2006).Noot bij : HR (Strafkamer) (19-04-2005), 02109/04, Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2006-10, p.85-88. Mevis, P.A.M. (2006).Noot bij : HR (strafkamer) (30-05-2006), 02584/02 E II, Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2006-29/366, p.3494-3504. Rogier, L.J.J. (2006).Noot bij : CBb (27-01-2006), (Winkeltijden Zwolle). Gst 2006-78.
4
14. Struijk, S. (2006).Noot bij : Rechtbank Rotterdam (02-06-2006), Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen 2006-27, p.261-264.
Publicaties 2007 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.2 Dissertaties 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. 2. 3. 4.
5. 6.
Barkmeijer, A.R.G., Pennarts, H.F.T. & Tieman, J.R.C. (2007). De Wet luchtkwaliteitseisen: een tussenstap. Tijdschrift voor omgevingsrecht, 2007(1), 3-9. Berge, M. ten (2007). Dental fear in children: clinical consequences. Suggested behavioural management strategies in treating children with dental fear. European Archives of Paediatric Dentistry, 9(1). Fischer, T.F.C. (2007). Parental divorce and children's socio-economic success: conditional effects of parental resources prior to divorce and gender of the child. Sociology, 41(3), 475-495. Hakkaart- van Roijen, L., Zwirs, B.W.C., Bouwmans, C.A.M., Tan, S.S., Schulpen, T.W.J., Vlasveld, L. & Buitelaar, J.K. (2007). Societal costs and quality of life of children suffering from attention deficient hyperactivity disorder (ADHD). European Child & Adolescent Psychiatry, 16(5), 316-326. Hek, A.C. van 't (2007). De cautie; de absolute afbakening van de overgang tussen controle naar opsporing. Nederlands Juristenblad (NJB), 82(6), 330-334. (artikel naar V&T?) Pieterman, R. (2007). The Social Construction of Fat: Care and Control in the Public Concern for Healthy Behaviour (http://www.blackwell-synergy.com/doi/full/10.1111/j.1751-9020.2007.00009.x). Sociology Compass, 2007(13-08).
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
2. 3.
Barkmeijer, A.R.G., Duijnstee - van Imhoff, Z.H. van, Verbeek, J.J. & Schep, A.W. (2007). Waterwoningen in IJburg: tussen wal en schip? Enkele privaatrechtelijke, fiscale en ruimtelijk bestuursrechtelijke aspecten van wonen op het water. Bouwrecht, 2007(2), 111-123. Hulst, J.W. van der (2007). Gevolgen onbevoegde bediening ademanalyseapparaat. Jurisprudentie Wegenverkeersrecht, 2007(2), 96-103. Struijk, S. (2007). Het veelplegersbeleid van Donner: spagaat tussen beveiliging en resocialisatie. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 2007(3), 106-116.
5
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.
Mentink, D. & Ven, J.M.M. van de (Eds.). (2007). Jaarboek Onderwijsrecht 2005-2006. Den Haag: Sdu Uitgevers.
1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1.
2. 3.
4.
Doelder, H. de (2007). Artikel 282a, pp. 1-8, Titel VII. Bijzondere bepalingen betreffende het rechtsgeding voor den politierechter. Artikel 367, pp. 1-8, Artikel 368, pp. 1-8, Artikel 369, pp. 1-14, Artikel 370, pp. 1-8, Artikel 370a, pp. 1-8, Artikel 371, pp. 1-2, Artikel 374, pp. 1-8, Artikel 375, pp. 1-14, Artikel 376, pp. 1-8, Artikel 377, pp. 1-8. In Het Wetboek van Strafvordering/IISS, Supplement 160, april 2007 (pp. diversendiversen). Deventer: Kluwer Rogier, L.J.J. (2007). De nieuwe structuur, in het bijzonder de BES. In H.R.B. Kummeling & J. Saleh (Eds.), Nieuwe verhoudingen in het Koninkrijk (pp. 31-36). Utrecht: Universiteit Utrecht. Struijk, S. (2007). Hoofdstuk 13, Rechtshandhaving en veelplegers; ontwikkeling van drang naar dwang. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 343-368). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Verbaan, J.H.J. & Verloop, P.C. (2007). Hoofdstuk 9, Geintegreerde handhaving. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 235-255). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1.
Klingberg, G., Freeman, R., Berge, M. ten & Veerkamp, J. (2007). EAPD Guidelines on Behaviour Management in Paediatric Dentistry. Amsterdam: EAPD (European Association for Paediatric Dentistry).
2.2. Bundels en andere verzamelwerken 2.3. Artikelen 1.
2. 3.
Hek, A.C. van 't & Verloop, P.C. (2007). Commentaar op de art. 108 en 109 WvSv. In P.T.C. van Kampen, J. Silvis & A.L.J. Strien (Eds.), Sdu Commentaar Strafvordering Vooronderzoek (pp. 1109-1110). Den Haag: Sdu Uitgevers. Hulst, J.W. van der (2007). Commentaar op artikel 160 Wegenverkeerswet 1994. In J. Silvis e.a. (Ed.), Sdu commentaar strafvordering vooronderzoek (pp. 769-774). Den Haag: Sdu Uitgevers. Hulst, J.W. van der (2007). Commentaar op artikel 163 Wegenverkeerswet 1994. In J. Silvis e.a. (Ed.), Sdu commentaar strafvordering vooronderzoek (pp. 775-784). Den Haag: Sdu Uitgevers.
6
4.
5.
6. 7. 8. 9.
10.
11. 12.
13.
Hulst, J.W. van der (2007). Commentaar op de artikelen 6, 8, 9, 10, 10a, 12, 15, 16, 17 en 21. Besluit Alcohol onderzoeken. In J. Silvis e.a. (Ed.), Sdu commentaar strafvordering vooronderzoek (pp. 785-796). Den Haag: Sdu Uitgevers. Korenhof, A.N.J. & Verloop, P.C. (2007). Commentaar op de artt. 100, 101, 102, 102a, 104 en 114 WvSv. In P.T.C. van Kampen, J. Silvis & A.L.J. Strien (Eds.), Sdu commentaar strafvordering vooronderzoek (pp. 1098-1099). Den Haag: Sdu Uitgevers. Mentink, D. (2007). Mankerend Onderwijsbeleid. School en Wet, 2007(1), 17-20. Mentink, D. (2007). Nieuwe onderwijspolitiek en falende schoolbesturen. School en Wet, 2007(3), 4-5. Mentink, D. (2007). Vereniging als antwoord op nieuwe schoolstrijd. Special Kernthema Expertisecentrum Openbaar Onderwijs (ECOO), 2007(1), 1-3. Rogier, L.J.J. (2007). Tienda di Lei in drie luiken. In Beatriz Doran-Scoop (Ed.), Rechtsbescherming van de burger (pp. 3-9). Nijmegen: Uitgave van de Universiteit van de Nederlandse Antillen ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van de Tienda di Lei (Rechtswinkel), Wolf Legal Publishers. Verloop, P.C. (2007). Commentaar op de art. 104 (p. 233), 105 (p. 234), 126gg (p.3-8), 132 (p. 9) en 132a (pp. 10-13) WvSv, art. 5:20 (pp. 18-20) Awb, art. 24a (pp.14-17) WED. In P.T.C. van Kampen, J. Silvis & A.L.J. Strien (Eds.), Sdu commentaar strafvordering vooronderzoek. Den Haag: Sdu Uitgevers. Verloop, P.C. (2007). Georganiseerde criminaliteit. In Tekst & Commentaar Internationaal Strafrecht, Tweede druk (pp. 1565-1639). Deventer: Kluwer. Woude, M.H. van der (2007). Article 82 - Abuse of a dominant position. In EU Energy Law - Volume II, EU Competition Law and Energy Markets, Volume II, Second Edition (pp. 271-342-4, part 3). Claeys & Casteels. Wulp, M.T. van der (2007). Anti-terrorismefinanciering. In Jaarboek Compliance 2008. Zeist: Compliance Instituut.
2.4 Annotaties 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Hulst, J.W. van der (2007).Noot bij : Hoge Raad/Conclusie Procureur-Generaal (26-06-2007), Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2007-4, p.280-282. Hulst, J.W. van der (2007).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (16-07-2007), Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2007-5, p.375. Hulst, J.W. van der (2007).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (12-12-2006), 06/00931, Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2007-1, p.79-79. Hulst, J.W. van der (2007).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (08-05-2007), 06/01284, Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2007-3, p.221-222. Hulst, J.W. van der (2007).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (26-02-2007), 06/01297, Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2007-2, p.142-143. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (19-06-2007), 625, (Regiezitting). NJ 2007-50, p.6315-6317. Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : GHvJNAA (05-06-2006), (Prijzenmaatregel is geen beschikking). TARJusticia. Tijdschrift voor Antilliaans Recht 2007-3, p.180-183. Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : GHvJ NAA (27-11-2006), (Uitblijven van beschikking op bezwaar). TARJusticia. Tijdschrift voor Antilliaans Recht 2007-3, p.184-187. Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : Vzr. CBb (07-04-2006), (Openstelling winkel op Zondag, Utrecht). Gst 2007-7266, 12.
7
Publicaties 2008 Wetenschappelijke publicaties 1.1. Monografieën en handboeken. 1.2 Dissertaties 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Verloop, P.C. (2008). Beklag tegen inbeslagneming. Delikt en Delinkwent, 2(14), 174-199.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Hulst, J.W. van der (2008). Horen door het OM. Verkeersrecht. Juridisch Maandblad Wegverkeer, 333-337. Hulst, J.W. van der (2008). Vormverzuimen bij de oplegging van de Wahv-sacties en afdoening van daartegen ingesteld beroep. Jurisprudentie Wegenverkeersrecht, 468-477. Rogier, L.J.J. (2008). Bestuursrecht in een veranderend Koninkrijk der Nederlanden. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht (NTB), 2008(8), 260-266. Struijk, S. (2008). De SOV-effectevaluatie bezien vanuit een juridisch perspectief. Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen, 2008(6), 328-336. Verhoeven, J.T.M., Flap, H.D., Dessens, J. & Jansen, W. (2008). Income Advantages of Communist Party Members Before and During the Transformation Process. European Societies, 10(3), 379-402. Verhoeven, W.J., Jansen, W. & Dessens, J. (2008). Losers in Market Transition: The Unemployed, The Retired and the Disabled. European Sociological Review.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1.
2.
3.
Struijk, S. (2008). Veelplegersoverlast en de ISD-maatregel: een gelegitimeerde waarheid(svinding)? In J.H. Crijns, P.P.J. van der Meij & J.M. ten Voorde (Eds.), De waarde van waarheid. Opstellen over waarheid en waarheidsvinding in het strafrecht (pp. 295-317). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Verloop, P.C. (2008). De rapportage als verzameling van persoonsgegevens. In H.J.C. van Marle, P.A.M. Mevis & M.J.F. van der Wolf (Eds.), Gedragskundige rapportage in het strafrecht (pp. 249-264-10). Deventer: Kluwer. Verloop, P.C. (2008). Getuigen. In Jurisprudentie Strafrecht Select (pp. 81-11). Den Haag: SDU.
8
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1. 2. 3.
4. 5. 6.
7.
Daele, S. van, Beken, T. van der & Dorn, N. (2008). European waste disposal sector (in press). In T. van der Beken (Ed.), The European Waste management industry and crime vulnerabilities. Antwerpen: Maklu. Rogier, L.J.J. (2008). De inlijving van Bonaire, Sint Eustatius en Saba bij Nederland. Nederlands Juristenblad (NJB), 2008, 2587-2588. Rogier, L.J.J. (2008). Boekbesprekingen van F.C.M.A. Midrieb en B.N.W. de Woord [Bespreking van het boek Rechterlijke Toetsing van bestuurlijke punitieve sancties]. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2008, 85-86. Struijk, S. (2008). Rubriek ' Rechtspraak rechtspositie gedetineerden - Interne rechtspositie. Delikt en Delinkwent, 5(39), 535-540. Struijk, S. (2008). Rubriek 'Rechtspraak rechtspositie gedetineerden - Interne rechtspositie. Delikt en Delinkwent, 8(61), 874-879. Verloop, P.C. (2008). Commentaar op de artt. 89, 90, 91 en 93 WvSv en art. 13 EVRM. In M.L.C.C. de Bruijn-Luckers, G. Knobbout & A.E. van der Wal (Eds.), Commentaar Strafvordering Eindonderzoek (pp. 1429-1445). Den Haag: SDU. Verloop, P.C. (2008). Commentaar op de artt. 89, 90, 91 en 93 WvSv en art. 13 EVRM. In M.L.C.D. de Bruijn-Luckers, G. mr. Knobbout & A.E. van der Wal (Eds.), Commentaar Strafvordering Eindonderzoek (pp. 1087-1091). Den Haag: SDU.
2.4 Annotaties 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Hulst, J.W. van der (2008).Noot bij : Kantonrechter Bergen op Zoom, (Uitspraak Bergen op Zoom). Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2008-2, p.123-124. Hulst, J.W. van der (2008).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (16-04-2008), (Uitspraak 16 april 2008). Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2008-3, p.230-231. Hulst, J.W. van der (2008).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (22-01-2008), (Uitspraak 22 januari 2008). Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2008-1, p.58. Hulst, J.W. van der (2008).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (23-06-2008), (Uitspraak 23 juni 2008). Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2008-4, p.331-332. Hulst, J.W. van der (2008).Noot bij : Gerechtshof Leeuwarden (04-08-2008), (Uitspraak 4 augustus 2008). Jurisprudentie Wegenverkeersrecht 2008-5, p.439-440. Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (04-09-2007), 171, (Geen herziening ad info feiten). NJ 200814. Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (05-12-2006), 226, (Oordeel dat overschrijding van de redelijke termijn leidt tot niet-ontvankelijkheid OM is ontoereikend gemotiveerd). NJ 2008-18, p.2203-2204.
9
8.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (22-04-2008), 313, (Weigeringsgrond in appel na horen van de getuige door rechter-commissaris). NJ 2008-25, p.2972-2973. 9. Rogier, L.J.J. (2008).Noot bij : GHvJ NAA (29-11-2007), (Bestuursdwang tegen in- en uitrit). TARJusticia. Tijdschrift voor Antilliaans Recht 2008-1, p.66-71. 10. Rogier, L.J.J. (2008).Noot bij : GHvJ NAA (29-11-2007), (Termijnoverschrijding bij administratief beroep; Isla). TAR-Justicia. Tijdschrift voor Antilliaans Recht 2008-1, p.71-76.
10
Deel 2 Onderzoeksprogramma’s Erasmus School of Law
Onderzoeksprogramma A. Het Domein van de rechter Programmaleider: Prof. Mr. N.J.H. Huls
HET DOMEIN VAN DE RECHTER
Inhoudsopgave 1. Algemene gegevens
1
2. Inhoudelijke beschrijving van het programma
2
3. Oriëntatie en methode
4
4. Onderzoeksresultaten
5
5. Onderzoekers
7
6. Reputatie
10
7. Leiderschap
11
8. Maatschappelijke relevantie
11
9. Scouting en personeelsbeleid
12
10. Sterkte-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode
12
Annex Tabel 1 - 5
13
HET DOMEIN VAN DE RECHTER Zelfstudie onderzoeksprogramma (2006-2008)
1. Algemene gegevens Titel onderzoeksprogramma Het domein van de rechter
Programmaleider Prof.mr. N.J.H. Huls
Startdatum 1 januari 2005
Einddatum 1 januari 2009
Formeel samenwerkingsverband Onderzoeksschool Maatschappelijke Veiligheid
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
1
2. Inhoudelijke beschrijving van het programma Centrale vraag: legitimiteit In het onderzoeksprogramma ‘Het domein van de rechter’ stond de legitimiteit van het rechterlijk oordeel centraal: hoe kan het bindend karakter van rechterlijke uitspraken gefundeerd worden voor de juristen. Het betreft gerechtvaardigde machtsuitoefening binnen de geldende kaders van de bestaande huidige tijd, waarin de overtuigingskracht van het rechterlijk oordeel van verschillende kanten wordt bekritiseerd. De rechter is van oudsher de centrale figuur in het (westerse) nationale juridisch denken. Rechtspraak is gelegitimeerde machtsuitoefening door de staat in individuele zaken door onafhankelijke, professionele rechtsorde. Rechtspraak is het bindend beslissen van andermans geschillen. Omdat het domein van de rechter een zeer wijds thema is en de onderzoeksgroep qua omvang beperkt is gebleven, is het onderzoek toegespitst op legitimiteitsvragen. Vier vormen van legitimiteit zijn daarbij onderscheiden: politieke, juridische, sociologische en morele legitimiteit. Politieke legitimiteit Onomstreden is dat in een rechtstaat rechters (juridische beslissers) zowel de taak hebben om regels toe te passen als om recht te vormen, bijvoorbeeld bij open normen. Rechters moeten een beslissing geven ook al spreken de toepasselijke regels elkaar tegen of zijn ze onduidelijk (verbod van rechtsweigering). In de leer van de machtenscheiding hebben rechters het laatste woord; vonnissen moeten worden gehoorzaamd door de andere staatsmachten. Dat wil zeggen: ze worden ‘blind’ ten uitvoering gelegd met behulp van de sterke arm, de legitieme geweldsuitoefening door de staat. Dit betreft het leerstuk van de rechterlijke onafhankelijkheid en het daarmee samenhangende sub iudicebeginsel. Juridische legitimiteit Bij juridische legitimiteit gaat het om de juridische kenmerken van het rechterlijk oordeel, het juridische oordeel. Formeel is het vonnis of de uitspraak het laatste woord: de onherroepelijk geworden beslissing, als de formele procedures zijn uitgeput. Eerste instantie – hoger beroep – laatste instantie (litis finiri opportent). Materieel kan een afgesloten zaak in sommige gevallen heropend worden: herziening, nieuwe feiten, nieuwe technologie zoals DNA-bewijs, gratie. Openbaarheid is een belangrijk kenmerk van legitieme rechtspraak, maar onze rechtspraak kent ook een aantal kenmerken van beslotenheid. Denk aan het geheim van de raadkamer, de samenstelling van kamers, de toewijzing van zaken. De Europese dimensie van de nationale rechtsorde legt de lat voor de juridische legitimiteit aanzienlijk hoger: vonnissen mogen niet in strijd zijn met het EU-recht noch met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Sociologische legitimiteit Hierbij komen de analyses van legitimiteit van de grote namen uit de sociologie aan de orde. Weber over de voorspelbaarheid van rationeel modern recht; Habermas die recht ziet als de uitkomst van maatschappelijke discussies en – last but not least - Luhmann, die legitimiteit definieert als de feitelijke bereidheid om onzekere beslissingen te accepteren.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
2
Morele legitimiteit Wat betekenen onrechtvaardige uitkomsten voor de aanvaardbaarheid van het rechtelijk oordeel, bijvoorbeeld als gevolg van rechterlijke vooringenomenheid of van ethische tekortkomingen? Maar de morele dimensie van het rechterlijk oordeel staat eveneens ter discussie bij feitelijk of wetenschappelijk onjuiste uitkomsten, bijvoorbeeld bij rechterlijke dwaling, of door nieuwe of bestaande wetenschappelijke inzichten. Waarom is de legitimiteit van het rechterlijk oordeel niet meer vanzelfsprekend? Er zijn vier groepen van factoren die ertoe leiden dat tegenwoordig vragen rijzen over de legitimiteit van het rechterlijk oordeel. Deze hebben te maken met het bestaan van alternatieven voor de rechterlijke oordelen, de eisen die aan rechters worden gesteld als manager, de politieke dimensie van de rechtspraak en de toenemende popularisering. Alternatieven De monopoliepositie van de rechterlijke macht staat ter discussie. Er ontstaan alternatieven voor rechtspraak die een concurrent zijn of kunnen worden van rechterlijke geschilbeslechting. In de eerste plaats is de positie van juristen in de geschilbeslechting niet meer vanzelfsprekend en wordt gepleit voor lekenrechtspraak en rechtspraak door experts. Rassin bestudeerde het verschijnsel tunnelvisie. Vanuit de ADR-beweging (Alternative Dispute Resolution) wordt gepleit voor alternatieve vormen van geschilbeslechting, waaronder mediation, die superieur zouden zijn aan formele gerechtelijke geschilbeslechting. De Roo en Jagtenberg behoren tot de toonaangevende Nederlandse onderzoekers op dit terrein. Ook in het promotieonderzoek van Verberk over de probleemoplossende rechter staat de zoektocht naar een alternatieve taakopvatting van de rechter en zijn ketenpartners centraal. Loonstra c.s. zijn geïnteresseerd in de geschilbeslechting buiten de rechter om binnen bedrijven op basis van CAO-afspraken. De rechter als manager De kwaliteit van het werk van de rechter als gewetensvolle, individuele beslisser wordt door de Raad voor de Rechtspraak ingekaderd door eisen te stellen aan het management van werkprocessen en aan de productiviteit (value for money; New Public Management). Er ontstaan nieuwe besluitvormingsgremia: Raad voor de Rechtspraak, sectorvoorzitters en nieuwe vormen van rechterlijke samenwerking, onder andere vanwege de schaalvergroting en bulkzaken. Ook de opkomst van ICT beïnvloedt het werk van de rechter diepgaand. Deze nieuwe attitude van de rechter roept een aantal legitimiteitsvragen op. In de dissertatie en het VENI-onderzoek van Mak staat een aantal daarvan centraal. De rechter als rechtspolitieke actor De andere staatsmachten betwisten de rolvervulling door de rechter. Hij zou ten onrechte plaats nemen op de stoel van de bestuurder (Van Kemenade). Politici vragen zich hardop af of vonnissen wel juist zijn.. Er zijn vrijmoediger omgangsvormen ontstaan tussen de staatsmachten. Mede hierdoor moet een actieve rechterlijke mediapolitiek ontwikkeld worden (Huls) en gaan er stemmen op voor een responsieve rechtspraak (Verberk) en voor bredere en diepere motivering (Loth). De plaats van de Raad voor de Rechtspraak als politieke actor is nog niet geheel uitgekristalliseerd.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
3
Populistische kritiek De actiegroep WORM heeft met succes een aantal tekortkomingen van het rechterlijk apparaat aan de orde gesteld,. Dit heeft onder andere geleid tot nieuw beleid ten aanzien van rechterplaatsvervangers en een gedragscode. Maar ook de kritiek van mediagenieke volkstribunen als Peter R. de Vries en Maurice de Hond dwingt de rechterlijke macht zich op een ander manier te verantwoorden. Huls pleit voor een krachtig tegengeluid van de rechterlijke macht in het politieke debat. 3. Oriëntatie en methode De onderzoeksgroep bestaat voornamelijk uit juristen met een multidisciplinaire belangstelling. De meesten combineren een juridische invalshoek met een rechtstheoretische, een empirische of een taalkundige benadering. De vraagstukken waarvoor de Nederlandse rechterlijke macht zich geplaatst ziet, spelen niet zelden evenzeer in andere landen. De onderzoeksgroep is daarom uitgegaan van een vergelijkende oriëntatie. Dit betekent: deelname aan het internationale debat over de plaats van de rechter in de samenleving en het zoeken van de intellectuele confrontatie met onderzoekers uit het buitenland. De bijdragen aan het wetenschappelijke en maatschappelijke debat van de onderzoeksgroep zijn geleverd vanuit een multidisciplinair perspectief. De daarbij gehanteerde methoden zijn juridischnormatief, rechtstheoretisch, empirisch en comparatief van aard. Het merendeel van de onderhavige onderzoeksgroep is werkzaam bij de capaciteitsgroep ARW (Algemene Rechtswetenschappen), de plaats van de metajuridische benadering binnen de Erasmus School of Law. De samenwerking met de positiefrechtelijke vakken is beperkt gebleven tot het arbeidsrecht, van waaruit een jarenlange opbouw van databanken met arbeidsrechterlijke uitspraken, op systematische wijze gedragspatronen van kantonrechters worden opgespoord. De promotieonderzoeken van Eshuis, Verberk, Kruit, Quist, Hengstmengel en Wensveen hebben alle een empirische dimensie. Loth en Mak zijn vooral geïnteresseerd in de rechtstheoretische fundering van het rechterlijk oordeel. Gaakeer, Kloosterhuis en De Paauw richten zich op de taalkundige, retorische en literaire aspecten van het rechterlijk oordeel. Huls, Loth en Mak werkten samen zowel in het verband van de Hague Institute for the Internationalisation of Law (HiiL) als in het kader van de samenwerking tussen de EUR en het ministerie van Justitie. Voor het overige kent de groep een sterk individualistische onderzoekscultuur. De aio’s krijgen een opleiding in het kader van de Onderzoeksschool Maatschappelijke Veiligheid (OMV), waartoe de onderzoekgroep oorspronkelijk behoorde. Zij moeten in vier jaar hun dissertatie schrijven en zij hebben veelal ook een – beperkte - onderwijstaak. De onderzoeksgroep kent twee institutionele pijlers. De eerste is de Onderzoeksschool Maatschappelijke Veiligheid, een samenwerkingsverband tussen de EUR (penvoerder), Universiteit Leiden en de VU. De onderzoekgroep heeft voor OMV bijgedragen aan het facultaire onderzoeksprofiel. De tweede pijler wordt gevormd door de samenwerking met de Rotterdamse rechtbank, een van de drie grote rechtbanken in ons land. Er bestaan verder goede samenwerkingscontacten met het Rotterdamse deel van de Onderzoeksschool Rechten van de Mens (De Lange en Mevis). Daarnaast zijn er concrete samenwerkingsprojecten met Van Boom, o.a. over de manier waarop rechters omgaan met de schaalvergroting in het privaatrecht (Dexia-onderzoek) en in de Wet schuldsanering natuurlijke personen (WSNP).
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
4
4. Onderzoeksresultaten Het pièce de résistance, tevens belangrijkste kernpublicatie is het boek van Nick Huls, Maurice Adams & Jacco Bomhoff, (Eds) The legitimacy of highest courts rulings: Judicial deliberations and beyond dat in december 2008 23 verscheen bij TMC Asser Press. Het boek bevat de bijdragen van talrijke vooraanstaande auteurs aan het door de onderzoeksgroep georganiseerde congres, gewijd aan de studie van Lasser over de vonnissen van het Frans hof van cassatie: Judicial deliberations. A comparative analysis of judicial transparancy and legitimacy (2004). Hierin geeft Lasser de Franse cassatieprocedure een intellectuele facelift. Achter de Cartesiaanse formuleringen en het steile woordgebruik dat uitmondt in apodictische vonnissen zonder dissenters maakte Lasser kennis met een communicatieve gemeenschap, die – in de beslotenheid van de inner circle – levendig discussieert over de beleidsmatige aspecten van de voorgelegde rechtsvragen. Het boek van Lasser was voor de programmaleider aanleiding een congres te organiseren over het thema ‘Legitimiteit van hoogste rechterlijke oordelen’. Daarbij werd -in overeenstemming met het advies van de commissie Hol- samenwerking gezocht met binnen- en buitenlandse experts: Bomhoff (Leiden), Lasser (Cornell Law School, NY, VS), Mattei (University of Turin (Italy) en UC Hastings College of Law (VS)) en Rodin (rechtsvergelijking, Zagreb), Adams (Rechtsvergelijking Universiteit van Antwerpen en Universiteit van Tilburg), Thomassen (raadsheer in de Hoge Raad en tevens hoogleraar aan de Erasmus Universiteit). Het congres werd met steun van NWO, HiiL, het Trustfonds van de Erasmus Universiteit en het LUF (Leids Universiteitsfonds georganiseerd en vond plaats op 12 en 13 januari 2007 in Rotterdam. Hier hebben de deelnemers papers gepresenteerd die in workshops zijn bediscussieerd. Vervolgens zijn de papers omgewerkt tot hoofdstukken voor het boek. Het boek heeft drie ambities: het onderzoeken van de praktische relevantie van Lassers boek voor cassatierechters en het European Court of Human Rights (ECtHR), het creatief en subversief gebruik maken van zijn vergelijkingmethode en het leveren van een bijdrage aan de discussie over rechterlijk leiderschap. In de eerste plaats is nagegaan of Lassers sophisticated approach praktische relevantie heeft voor Europese hoogste rechters. Een aantal van hen is gevraagd het boek van Lasser te lezen en van daaruit te reflecteren op de legitimiteit van hun praktijk. Dit betreft de voormalige eerste president van het Franse Cour de Cassation Guy Canivet, de vorige en de huidige president van de Hoge Raad der Nederlanden Willibrord Davids en Geert Corstens, alsmede het lid van het Belgische Hof van Cassatie Luc Huybrechts. Verder is het ECtHR als voorbeeld van een niet-statelijke hoogste rechter betrokken in de analyse. Het Straatsburgse Hof kent niet zoals het European Court of Justice (ECJ) een ‘bifurcated discourse’ met conclusies van een Advocaat-generaal. De uitspraken van het ECtHR worden gekenmerkt door een ‘integrated discourse’, zij het met de mogelijkheid van ‘dissenting opinions’. Zowel een huidig (Garlicki) als een voormalig (Thomassen) lid van het ECtHR behandelt een aantal legitimiteitsvragen voor dit Hof. In de tweede plaats werd Lassers aanpak gebruikt voor een algemenere reflectie op de legitimiteit van hoogste rechters en hun oordelen. Behalve rechters (en een advocaat) hebben vooral Nederlandse en Belgische academici hoofdstukken geschreven. Lasser en Mattei overbruggen de afstand tussen het Amerikaanse en het Europese discours, terwijl Rodin vanuit een postcommunistisch perspectief een visie presenteert op de legitimiteit van hoogste rechterlijke oordelen. De bijdragen bestrijken een groot aantal rechtsterreinen en disciplines.
23
Hoewel deze bundel door de uitgever als jaar van uitgave 2009 heeft gekregen, is hij reeds uitgekomen en verspreid in december 2008.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
5
In de derde plaats bedoelde deze bundel een bijdrage te leveren aan het debat over rechterlijk leiderschap. Daarvoor is het noodzakelijk te kijken naar de maatschappelijke positie van de hoogste rechter. Het is onomstreden dat hoogste rechters op juridisch inhoudelijk gebied leiding geven; dat is in tijden van snelle maatschappelijke veranderingen, met name in het kader van de Europese eenwording, al moeilijk genoeg. Daarnaast raakt de organisatie van de werkprocessen de top van de rechterlijke organisatie. Zij kampen zelf met een zware case load, maar beïnvloeden door middel van hun jurisprudentie ook de werklast van de lagere gerechten. Bovendien moeten hoogste rechters veel aandacht besteden aan rechtspolitieke kwesties. De leer van scheiding der machten biedt hier geen bevredigende antwoorden. Wellicht dat rechterlijk leiderschap een alternatieve fundering kan bieden voor de legitimiteit van het hoogste rechterlijke oordeel in een polyarchisch, netwerkachtig systeem. De onderzoeksgroep is van mening met dit boek een originele bijdrage te hebben geleverd aan het internationale debat. De onderzochte landen hebben (nog) geen dominant Constitutioneel Hof. De gevolgen van internationalisering en globalisering verschillen voor landen met een civil law achtergrond, met hun eigen typische onderscheidingen (privaat-publiek recht; scheiding recht en feit). Geen van de behandelde hoogste rechters kent een verlofstelsel, wat tot een eigen problematiek leidt. Ook de rivaliteit met de Raad van State maakt de bestudering van Cassatiehoven tot een uitermate interessant onderwerp, waarnaar betrekkelijk weinig vergelijkend onderzoek is verricht. De bijzondere prestatie van de onderzoeksgroep is dat twee discussies met elkaar worden verbonden die doorgaans gescheiden worden gevoerd, namelijk tussen het juridisch inhoudelijke werk van de rechter enerzijds en het functioneren van de rechtspraak als organisatie anderzijds. The legitimacy of highest court rulings is daarvan het belangrijkste voorbeeld. Ook een aantal individuele onderzoeksprestaties legt hiervan getuigenis af. Begin 2009 verscheen het boek van Muller en Loth Highest courts and the internationalization of law: Challenges and changes. Huls zet zijn onderzoek naar rechterlijk leiderschap voort in het kader van het Berkeleyproject ‘The dilemmas of judicial power’ en het HiiL-project over hoogste rechtscolleges onder leiding van Hol (Utrecht). Ook Mak participeert in het zojuist genoemde HiiL-project. Twee buitenpromovendi hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het wetenschappelijk debat over het domein van de rechter, J. Eshuis en R.C. Hartendorp. Eshuis onderzocht voor zijn promotie de rechterlijke inspanningen om de doorlooptijden te verkorten op basis van een statistische analyse. Dit proefschrift is de eerste studie in Nederland in een nieuwe, internationale stroming in de rechtssociologie, genaamd empirical legal studies, die tot doel heeft de rechtssociologie tot een ‘hardere’ discipline te maken. Ook het proefschrift van Hartendorp, Praktisch gesproken. Alledaagse civiele rechtspleging als praktische oordeelsvorming, heeft een empirische dimensie. Op basis van onder meer observaties en diepte-interviews met rechters leverde Hartendorp een interessante bijdrage aan de verbreding van het Nederlandse rechtsvindingsdebat. Het onderzoek van De Roo en Jagtenberg heeft geleid tot twee belangrijke publicaties. Dit zijn Bench Marking in an International Perspective (in samenwerking met econometristen Blank en van Hulst), dat werd geschreven in opdracht van de Raad voor de Rechtspraak. Het tweede is Europese Mediationpraktijken, een rapport in opdracht van het ministerie van Justitie.Voor beide publicaties bestaat internationale belangstelling. Zo is Europese Mediationpraktijken op kosten van het Britse Ministry of Justice en onder auspiciën van de Civil Justice Council integraal vertaald in het Engels (2007). Huls heeft een deeltijdaanstelling in Leiden. Hij was de promotor van het proefschrift van Dijksterhuis: Rechters normeren de alimentatiehoogte. Een empirisch onderzoek naar rechterlijke
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
6
samenwerking in de Werkgroep Alimentatienormen (1975-2007), dat eveneens belangrijke vragen van rechtsvinding en organisatie als onderwerp had. 5.
Onderzoekers
Prof.mr. N.J.H. Huls Tijdens zijn sabbatical leave (april 2007 – februari 2008) op het Center for the Study of Law and Society in Berkeley, California, heeft Huls twee projecten afgerond met behulp van NWO vervangingssubsidies. Hij scheef het boek Actie en Reactie. Een inleiding in de rechtssociologie en hij ontwikkelde een nieuwe onderzoekslijn over rechterlijke legitimiteit. Deze lijn werd ontwikkeld in interactie met de verschillende auteurs aan de bundel The legitimacy of highest courts rulings en neergelegd in de inleiding tot die bundel. Verder heeft hij in Berkeley intensief geparticipeerd in het project ‘The dilemma’s of judicial power’, onder leiding van de internationaal vermaarde rechtssociologen Kagan en Feeley en politicoloog Shapiro. Dit zogeheten Sawyer Seminar zal in de nabije toekomst tot een internationale publicatie leiden waarvoor Huls een hoofdstuk over Nederland heeft geschreven. De concepten van de bijdragen van zo’n twintig internationale geleerden werden besproken tijdens een tweedaagse conferentie in Berkeley op 7 en 8 november 2008. De onderzoekslijn over rechterlijk leiderschap is ingebracht in het NWO/HiiL-project onder leiding van Hol en Lollini. Prof.mr. M. Loth Loth participeert in verschillende internationale netwerken, zowel binnen als buiten HiiL, en publiceert over de legitimiteitsvragen waarmee (hoogste) gerechten worstelen in Courts in quest for legitimacy. Zijn onderzoek spitst zich toe op de samenhang tussen institutionele aspecten van legitimiteit (constitutionele positie, werving en selectie) en de discursieve aspecten van legitimiteit (procesgang, rechtsvinding en argumentatie). Zo verrichtte hij onderzoek naar de selectie van rechters (Met goddelijk goud gemengd), diversiteit in de rechterlijke macht (Waarom meer diversiteit tot betere rechtspraak leidt), rechtsvinding en beleid bij de Hoge Raad (Rechtsvinding door de Hoge Raad; de breedte en/of de diepte in?), concurring and dissenting opinions (Fixing the engine of cassation) en het domein van de rechter (Het rechterlijk domein in beeld; cijfers, trends en perspectieven, samen met Mak). Naast rechtsvinding vormen de aandacht voor morele kwesties (Engaged in a search for justice) en beroepsethiek een rode draad in zijn werk (Hybride juristen?, met Kwak en Ethiek en het juridisch beroep, samen met Gaakeer). Hoewel het onderzoek primair rechtstheoretisch van aard is, leunt het eveneens zwaar op positiefrechtelijke en sociaal-wetenschappelijke perspectieven op rechtspraak (Meesterlijk recht, samen met Gaakeer). Prof.mr. C.J. Loonstra De sectie arbeidsrecht onder leiding van Loonstra heeft een stevige en belangwekkende bijdrage geleverd aan het onderzoeksprogramma. Het arbeidsrechtelijke (materieelrechtelijke) onderzoek binnen het programma Domein van de rechter concentreert zich onder meer op de taak van de Hoge Raad om de rechtseenheid in Nederland te waarborgen. Rechtseenheid veronderstelt het doen van consistente, systematische uitspraken die eenduidig kunnen worden gevolgd. In hoeverre zijn arresten van de Hoge Raad op het vlak van het arbeidsrecht in toereikende mate eenduidig voor de lagere rechter, in het bijzonder voor de kantonrechter?
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
7
Onder leiding van Loonstra wordt een drietal studies verricht naar het functioneren van de kantonrechter. In tegenstelling tot veel Europese landen kent Nederland geen gespecialiseerde arbeidsrechter; over arbeidsgeschillen oordeelt de kantonrechter -als zij ten minste niet binnen de bedrijfsgroep worden beslecht. Dat betekent niet dat de positie van de kantonrechter onproblematisch was of is. Kantonrechters zijn door velen gezien als exponenten van een maatschappelijke laag die niet of weinig affiniteit heeft met geschillen tussen werkgevers en werknemers. Regelmatig is de invoering van een gespecialiseerde rechter of lekenrechtspraak bepleit (zie oratie Loonstra 2000). Deze thematiek vormt mede onderdeel van het arbeidsrechtelijk deel van het onderhavige onderzoeksprogramma. Twee promotieonderzoeken zijn in 2006 gestart, dat van Kruit naar een gespecialiseerde rechter in arbeidszaken, met centrale aandacht voor Duitsland en België en van Quist naar ‘De rechterlijke betekenis van de omstandigheden van het geval in het arbeidsrecht’. Hengstmengels promotieonderzoek is getiteld ‘Procedurele rechtvaardigheid in het ontslagrecht’. Aan de hand van sociaal-wetenschappelijke en met name sociaal-psychologische theorieën over hoe mensen tot rechtvaardigheidsoordelen komen, specifiek over de rechtvaardigheid van procedures, onderzoekt hij de procedures in het Nederlandse ontslagrecht en bij de kantonrechter. Een deel van het onderzoek is theoretisch: wat is procedurele rechtvaardigheid, is het concept toepasbaar op juridische procedures, welke eisen stelt het EVRM aan procedures? Het andere deel is empirisch: bijwonen van zittingen, gestructureerde observaties, interviews etc. Aspecten van procedures die met name van belang zijn, zijn inspraak, hoor en wederhoor, bejegening, onpartijdigheid. Dit onderzoek is gericht op het vaststellen van sterke en zwakke kanten van de rechtspleging in het kader van het ontslagrecht. Doel is te komen tot concrete adviezen ter verbetering van de procedures vanuit het oogpunt van rechtvaardigheidsbeleving van justitiabelen. Huls en Loonstra begeleiden samen het dissertatieonderzoek van Wensveen die empirisch gaat onderzoeken wat de slaag- en faalfactoren zijn bij mediation bij kantonrechters. Zij werkt nauw samen met het project ‘Mediation naast rechtspraak’. Prof.mr.dr. A.M.P. Gaakeer Gaakeer figureert prominent in de internationale ‘Law and Literature’-beweging en publiceert binnen dat kader veel over rechtspleging. Zij concentreert zich op de volgende vier aspecten: de relatie tussen recht en gedragswetenschappen, over toerekeningsvatbaarheid (in historische perspectief) en de vraag hoe de jurist/de rechter de bevindingen uit de psychiatrie en psychologie noodgedwongen (want wettelijk daartoe verplicht) moet incorporeren in de juridische beslissing. Waarheidsvinding en de gevaren van cognitieve dissonantie en tunnelvisie; rechtsvinding en equity/redelijkheid en billijkheid; recht, taal en het ethos van de rechter. Mr. E. Mak Mak is een excellente onderzoeker die de nieuwe generatie academic scholars symboliseert. Zij studeerde in het buitenland (o.a. Parijs, Hamburg). Voor haar proefschrift verrichtte zij vergelijkend onderzoek naar de rechterlijke organisatie in Nederland, Frankrijk en Duitsland. Tegen de achtergrond van de nationale constitutionele verhoudingen bracht zij de spanningsverhouding tussen de beginselen van klassieke rechtsstatelijke en ‘new public management’ in kaart. Centraal in de analyse stonden drie onderwerpen die in het kader van de modernisering van de rechtspraak sterk in ontwikkeling zijn: de afbakening van het domein van de rechter, het beheer en bestuur van de rechterlijke organisatie en de verdeling van rechtsmacht. Aan de hand van een theoretisch verklaringsmodel onderzocht Mak in
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
8
welke gevallen de genoemde beginselen elkaar aanvullen of versterken, en wanneer zij met elkaar in botsing komen. Haar VENI -project dat is gestart in februari 2008, betreft de positie van hoogste gerechten en constitutionele hoven in de context van globalisering. In dit onderzoek past zij het in haar proefschrift ontwikkelde perspectief op de constitutionele inbedding van de rechtspraak toe op nieuwe institutionele problemen. Prof.mr. H.Hermans In het kader van de ‘Juridische samenwerking aan de Maas’ is een leerstoel rechtspleging gefinancierd die gedurende vier jaar is bekleed door Hermans. Hij heeft succesvolle masterclasses verzorgd en een aantal publicaties het licht doen zien, onder meer over het functioneren van de rechterlijke macht gedurende de Tweede Wereldoorlog. In het kader van de samenwerking met de Rotterdamse rechtbank organiseerde Hermans het symposium ‘Blik op elkaar’ waarin rechters, officieren van justitie en advocaten elkaar beoordeelden en bespraken in een soort openbaar functioneringsgesprek. De verschillende klassieke juridische professies verschillen aanzienlijk. Dat blijkt uit de verschillende bijdragen die gepubliceerd zijn in een Trema-special 2007. De parttime aanstelling voor bepaalde tijd van Hermans is per 1 mei 2007 beëindigd. Prof. dr. E. Rassin Sinds 2007 is Rassin voor 0,4 fte bijzonder hoogleraar Rechtspsychologie. De laatste jaren ontwikkelde hij een onderzoeksinteresse voor besluitvorming en problemen daarbij. In het bijzonder heeft hij zich beziggehouden met besluiteloosheid, zoals naar de vraag of een grote hoeveelheid informatie een beslissing gemakkelijker of juist moeilijker maakt. En met confirmatiebias, het structureel kritiekloos zoeken naar bevestiging van hypothesen, in de volksmond ook wel tunnelvisie genoemd. ‘Tunnelvisie’ is relevant voor de rechtspleging, alleen al omdat Posthumus in zijn evaluatierapport naar aanleiding van de Schiedammer parkmoordzaak concludeert dat binnen het OM sprake was van tunnelvisie. In zijn boek Waarom ik altijd gelijk heb: Over tunnelvisie en in zijn oratie van 14 maart 2008 De hand in eigen boezem: Vier hindernissen voor de forensische psychologie zet hij het belang van ‘(natuur)wetenschappelijk denken’ voor de rechtspleging uiteen. Het rapport van Posthumus was aanleiding voor studentenvereniging SSR tot een studiedag voor OM, ZM en griffie over tunnelvisie. Tijdens die studiedag –die sinds 2006 ongeveer zes keer per jaar wordt georganiseerd- verzorgt Rassin een dagdeel over de psychologie van tunnelvisie. Per 1 januari 2007 is Rassin overgestapt naar het onderzoeksprogramma ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’. Dr. A.J. de Roo en dr. R.W. Jagtenberg De Roo en Jagtenberg houden zich in internationale netwerken (CEPEJ, European Commission for the Efficiency of Justice) bezig met mediation en met efficiency binnen de rechterlijke macht. In hun publicaties tonen De Roo en Jagtenberg zich in toenemende mate bezorgd over het effect van de economische rationalisering op de rechtspraak en over de toenemende dwang tot mediation. De legitimiteit van beide vormen van conflictbehandeling raakt in het geding. Wanneer bezuinigingen leiden tot strategisch gedrag onder rechters, verwordt de ‘schaduw van het recht’ tot een schim en wordt machtsvrij onderhandelen in het kader van mediation een illusie.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
9
Deze ontwikkeling doet zich met name voor op terreinen als het bestuursrecht en het arbeidsrecht, waar van structureel ongelijke machtsverhoudingen sprake is en waar traditionele, territoriaal opererende tegenspelers als parlementen en vakbonden hun macht zien wegkwijnen. Dr.mr. H.T.M. Kloosterhuis Kloosterhuis maakt deel uit van de groep argumentatietheoretici. Zijn onderzoek is gericht op de rationaliteit van het rechterlijk oordeel. Het concentreerde zich op de volgende vragen: welke normen gelden er voor rationele juridische argumentatie, hoe verhouden die normen zich tot algemene normen voor rationele argumentatie en hoe kunnen die normen worden gebruikt om instrumenten te ontwikkelen waarmee een kritische beschouwer de argumentatie in rechterlijke uitspraken kan analyseren en evalueren? Deze vragen worden benaderd vanuit een interdisciplinair perspectief waarin rechtstheoretische en argumentatietheoretische inzichten zijn geïntegreerd.Deze onderzoekslijn is in de periode 2006-2008 voortgezet met onderzoek naar o.a. interpretatieve argumenten, rechtsvinding op basis van belangenafweging en het gebruik van formele en substantiële (politieke) argumenten in rechterlijke uitspraken. Ook is een project gestart naar motiveringseisen en motiveringsgebreken. 6. Reputatie Huls verwierf een NWO-vervangingssubsidie om de onderzoekslijn rechterlijk leiderschap te ontwikkelen. Hij maakt deel uit van twee internationale studiegroepen: ILAG (International Legal Aid Group) en de Working Group on Consumer Bankruptcy van Law & Society Association. Verder is hij sinds 2002 voorzitter van de Commissie Zelfregulering (CZ) van de SER en sinds 2005 lid van de Commissie Consumentenaangelegenheden (CCA) van de SER. Huls is medevoorzitter van de Stuurgroep Samenwerking aan de Maas, waarin Rechtbank Rotterdam, OM en EUR samenwerken. Ten slotte was Huls voorzitter van de werkgroep Tuchtrechtspraak (project bruikbare rechtsorde 2005 2006). In de verslagperiode kwamen onder zijn leiding zes dissertaties tot stand: Van der Veen, Jungmann, Eshuis, Laclé, Dijksterhuis en van Zuijlen. Loth was decaan van de Erasmus School of Law gedurende de verslagperiode. Daarnaast participeerde hij in verschillende conferenties van de Hoge Raad en werd tot Raadsheer van de Hoge Raad benoemd. Onder zijn leiding promoveerden Kwak en Mak. Gaakeer heeft in de periode 2006 – 2008 diverse voordrachten gehouden, en was wereldwijd keynote speaker op diverse universiteiten en congressen. Zij zit sinds 2006 in de organisatie van de website European Network for Law and Literature Scholarship. Tevens is zij lid van de redactie van de Erasmus Law Review (2006 – heden), Rechtstreeks (Raad voor de Rechtspraak, 2006 – heden), de werkgroep Strafrecht van de Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak (voorjaar 2006) en de Prinsengrachtreeks van het Gerechtshof Amsterdam. Loonstra is sinds 2005 hoofdredacteur van Sdu Commentaar Arbeidsrecht. Voorts is hij lid van de redactie van het Tijdschrift voor de Arbeidsrechtpraktijk en van de Bakelsreeks. Hij was tussen 2001 en 2006 lid van de redactie van het Nederlands Tijdschrift voor Sociaal Recht. Vanaf 2004 is hij lid van het Curatorium Nationaal Arbeidsrechtcongres, waarvan tevens een boek wordt uitgegeven onder de redactie van het curatorium. Hij begeleidt momenteel vier promotieonderzoeken en heeft hij tot op heden acht promovendi succesvol bijgestaan. Mak promoveerde in januari 2008 cum laude. Zij won de Onderzoeksprijs 2007 van de Erasmus Universiteit en verwierf een VENI-subsidie van NWO. In het jaar 2006-2007 verzorgde zij aan de
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
10
Humboldt Universität in Berlin het 'Graduiertenkolleg’: “Verfassung jenseits des Staates: von der europäischen zur globalen Rechtsgemeinschaft?“ 7. Leiderschap Formeel is het onderzoeksprogramma van start gegaan op 1 januari 2005. Materieel is de verschijning in april 2004 van de bundel Het domein van de rechter onder redactie van Loth en Huls te zien als het eerste teken van leven. Aanvankelijk zouden beide redacteuren als programmaleider optreden, maar na de benoeming van Loth tot decaan vervulde Huls alleen deze functie. Toen het tableau de la troupe bekend was, is gekozen voor het thema ‘De legitimiteit van het rechterlijk oordeel’. De programmaleider heeft het als zijn taak gezien om de verschillende tekortkomingen die in november 2006 werden geconstateerd door de commissie Hol te verhelpen. Die zag het ontbreken van publicaties over de legitimiteit van het rechterlijk oordeel als een gemiste kans. De titel van de eerste kernpublicatie maakt duidelijk dat deze opmerking ter harte is genomen. Uit de bijdragen van de onderzoeksgroep aan de bundel Rechtspraak 2015 van het ministerie van Justitie en uit het congres over de Herziening van het Cassatiestelsel blijkt dat de Rotterdamse onderzoekers serieus genomen worden op het ministerie van Justitie. Ook is de productiviteit -het tweede punt van kritiek- aangepakt. De relatief kleine groep onderzoekers van dit programma heeft zich flink geweerd in het internationale en nationale debat. Verder zijn relatief veel promoties tot stand gekomen binnen het onderzoeksprogramma. Om de intellectuele slagkracht te vergroten is de samenwerking met anderen gezocht en gevonden zoals met Berkeley, Utrecht, Leiden en Antwerpen. De coherentie in het programma is zichtbaarder geworden door de koppeling van het juridisch inhoudelijke aan het organisatorische discours. Leden van de groep spelen een prominente rol in de discussies over de rol van de Hoge Raad, tuchtrecht, New Public Management en Alternative Dispute Resolution. 8. Maatschappelijke relevantie Ministerie van Justitie De maatschappelijke relevantie van the programma blijkt onder meer uit de inbreng van de onderzoeksgroep in het project Rechtspraak 2015. Huls schetste samen met D. Vermeer een perspectief voor de legitimiteit van de rechtspraak, terwijl Loth en Mak schreven over de ontwikkeling van het juridisch domein in The judicial domain: figures, trends and perspectives. Huls was voorzitter van een Werkgroep Herziening uitgangspunten wettelijke niet-hiërarchisch tuchtrecht, die in het kader van het wetgevingsprogramma Bruikbare Rechtsorde voorstellen formuleerde voor de verhouding tussen dit tuchtrecht en de reguliere rechtspraak. Loth was lid van de Commissie Van Wijmen, die de positie van de advocatuur onderzocht in Een Maatschappelijke Orde., Huls verrichtte onderzoek voor diezelfde commissie met Meer macht voor de consument. Beiden publiceren regelmatig over de advocatuur, zoals in Reguleren doe je samen (in samenwerking met R. van den Bergh). In november 2008 was Loth voorzitter van de conferentie over de rol van de Hoge Raad die in samenwerking met het ministerie van Justitie en de Hoge Raad werd georganiseerd. Uit het rapport van de commissie Hammerstein over de versterking van de rechtsvormende rol van de Hoge Raad blijkt dat binnen dit rechtscollege de bakens worden verzet. De onderzoeksgroep organiseerde samen met het ministerie van Justitie en de Hoge Raad een congres hierover op 27 november, waar Loth en Huls een
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
11
inleiding verzorgden. De resultaten van dit symposium zijn inmiddels gepubliceerd onder redactie van Huls in Versterking van de cassatierechtspraak door de Hoge Raad in 2009. 9. Scouting en personeelsbeleid De onderzoeksgroep is enthousiast van start gegaan en is succesvol geweest bij het verwerven van interne aio-plaatsen, die in de komende jaren nog tot promoties zullen leiden 24. Het advies van de commissie Hol om de samenwerking met andere faculteiten te zoeken is ter harte genomen, getuige het Lasser-project (samenwerking met Hiil, Leiden, Antwerpen en Utrecht). Ook binnen de faculteit is goed samengewerkt met andere onderzoekers, onder wie De Lange en Mevis. Het is echter niet gelukt de groep structureel uit te breiden. De groep is te klein gebleven en – afgezien van de verworven aio-plaatsen uit de facultaire rondes – zelfs kleiner geworden. De kritische massa is te gering om als zichtbaar onderzoekszwaartepunt te kunnen blijven functioneren. Loth is vertrokken naar de Hoge Raad en Loonstra is per september 2007 minder gaan werken. Van der Voet is vertrokken naar de advocatuur. De aanstelling van Hermans tot bijzondere hoogleraar Rechtspleging is per 1 mei 2008 beëindigd. Rassin is overgestapt naar het onderzoeksprogramma Behavioral Approaches to Contract and Tort. Von Boné is lange tijd ziek geweest. Daarom is besloten de groep per 1 januari 2009 te ontbinden. Met de komst van Van der Burg stapt een groep onderzoekers met Gaakeer, Kloosterhuis, De Roo en Mak over naar het onderzoeksprogramma Rechten van de Mens. Huls en Loonstra participeren vanaf 1 januari 2009 in het programma Behavioral Approaches to Contract and Tort. Naar verwachting zal een deel van de onderzoekers zich ook na 1 januari 2009 met rechterlijke legitimiteitsvragen bezighouden, o.a. in HiiL-verband. 10. Sterkte-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode De kracht van het onderzoeksprogramma lag in de focus op de gecombineerde aandacht voor de vorm en de inhoud van de rechterlijke procedure. Hiermee is een even relevante als originele bijdrage geleverd aan het maatschappelijk debat over de positie van de rechter in de samenleving. Een belangrijke zwakte was dat het middenkader van het wetenschappelijk personeel met een aanzienlijke onderwijslast kampt, terwijl daarnaast ook nog de individuele Sanderskwalificatie behaald moet worden. De ruimte voor gezamenlijke onderzoeksactiviteiten was derhalve beperkt. Daarnaast bleef de omvang van de groep te klein. Ook is het te betreuren dat de samenwerking met de positiefrechtelijke vakken beperkt is gebleven tot het arbeidsrecht.
24
De in 2010 te verschijnen dissertatie van Verberk over ‘problem solving courts’ is voor een deel in Berkeley voorbereid en
heeft een stevige empirische en rechtsvergelijkende component.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
12
ANNEX BIJ ‘HET DOMEIN VAN DE RECHTER’ Tabel 1: Personele formatie in fte’s onderzoek
2006
2007
2008
Hoogleraren
1,03
0,86
0,77
Ander vast wp
0,885
0,80
1,17
Promovendi
2,93
3,09
2,83
Overig tijdelijk wp
0,29
0,28
0,28
Totaal WP
5,135
5,03
5,05
Totaal staf
5,135
5,03
5,05
Ondersteuning
Tabel 2: Kwantitatieve onderzoeksresultaten per jaar 2006
2007
2008
Monografieën en handboeken
5
1
1
Dissertaties
0
2
3
Artikelen in gerefereerde tijdschriften
13
8
6
Artikelen in overige tijdschriften
10
18
12
1
0
1
15
17
17
44
46
40
Monografieën en handboeken
2
2
2
Bundels en andere verzamelwerken
0
1
1
Artikelen
18
13
11
Annotaties
11
2
4
31
18
18
Wetenschappelijke publicaties
Bundels en verzamelwerken (mits redactie) Artikelen in bundels en andere verzamelwerken Totaal Vakpublicaties
Totaal
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
13
Tabel 3: Kernpublicaties
1
Naam
Publicatie
Vindplaats
Huls, N.J.H.,
The legitimacy of highest courts rulings. Judicial
TMC Asser Press, 2009,
Adams, M.,
deliberations and beyond
isbn 978-90-6704-289-5
De rechtspraak in balans. Een ondezoek naar de rol
Dissertatie, Nijmegen: Wolf
van klassiek rechtsstatelijke beginselen en ‘new
Legal Publishers, 2008,
public management’-beginselen in het kader van de
isbn 978-90-5850-330-5
Bomhoff, E.J. 2
Mak, E.
rechterlijke organisatie van Nederland, Frankrijk en Duitsland 3
Loonstra, C.,
Gezichtspuntencatalogi in het arbeidsrecht: de
Arbeidsrechtelijke
Quist, J.
omstandigheden van het geval geïnventariseerd
Annotaties, issn 1568 6639, 2008 (3), p. 4-30
4
Loth, M.,
Het domein van de rechtspraak, cijfers, trends en
Den Haag: Sdu,
Mak, E.
perspectieven.
Rechtspraak 2015 (Uitgave van het Ministerie van Justitie), 2007, p. 47-87
5
Eshuis, R.
Het recht in betere tijden. Over de werking van
Dissertatie Erasmus
interventies van civiele procedures
Universiteit Rotterdam, 2007
6
Rassin, E.
Waarom ik altijd gelijk heb. Over tunnelvisie.
Schiedam: Scriptum Psychologie, 2007, isbn 978-90-5594-563-4
7
8
Roo, A. de,
Mediation and employment disputes: European
Oxford/Antwerp:
Jagtenberg, R.
traditions and global pressure in: Civil Justice
Intersentia,
between Efficiency and Quality: From Ius Commune
isbn 978-90-5095- 802-8,
to the CEPEJ (Uzelac A. & van Rhee, C.H. (eds.))
2008, p. 231 – 247
Huls, N.J.H,
De organisatie van een massaclaim. Een
Rechtsgeleerd Magazijn
Doorn, K. van
rechtssociologische analyse van de eerste fase van de
Themis, issn 0165-0882,
Dexia-affaire.
2007 (2), p. 51-60
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
14
Tabel 4: Promoties per jaar 2006
2007
2008
10
9
6
Aantal afgeronde promoties
0
2
3
Waarvan medewerker van het
0
1
2
0
1
1
Aantal lopende promotieonderzoeken
instituut Waarvan niet-medewerker van het instituut Duur promotieonderzoek in jaren
25
0
7 jaar en 3 maanden
25
Duur afgerond promotieonderzoek promovendi in dienst van de ESL
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
15
4 jaar en 3 maanden
Tabel 5: overzicht publicaties ‘Domein van de rechter’ Publicaties 2006 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. Rassin, E.G.C. (2007). Waarom ik altijd gelijk heb: Over tunnelvisie. Schiedam: Scriptum Psychologie. 2. Rossum, W.M. van (2007). Gelet op de cultuur. Reflectie op de relevantie van culturele achtergronden van etnische minderheden in de Nederlandse rechtspraktijk. Den Haag: Raad voor de Rechtspraak. 3. Brenninkmeijer, A.F.M., Jagtenberg, R.W., Roo, A.J. de & Sprengers, L.C.J. (2006). Effective Resolution of Collective Labour Disputes. Groningen: Europa law Publishing. 4. Loonstra, C.J. & Zondag, W.A. (2006). Arbeidsrechtelijke Themata (tweede druk) (Boom juridische studieboeken). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 5. Roo, A.J. de & Jagtenberg, R.W. (). Work in Progress; Comparative European Research on Courtencouraged Mediation. External Report, Netherlands Ministry of Justice, International Expert Meeting The State of Affairs of mediation in Europe: Den Haag-Scheveningen (2006, juni 29 2006, juni 30). 1.2. Dissertaties 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. Boné, E.K.E. von (2006). Le refus du ministre Cornelis Felix van Maanen de devenir le 'Joseph Fouché' hollandais. L' échec du projet d'instauration d'une "haute police à la Française" dans la Hollande de Louis Napoléon. Revue historique de droit français et étranger, 2(avril-juin), 269279. 2. Gaakeer, A.M.P. (2006). Interview met James Boyd White. Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2006(2), 119-133. 3. Houweling, A.R. & Voet, G.W. van der (2006). Het leerstuk nawerking op helling. Arbeidsrechtelijke Annotaties, 2006(3), 4-26. 4. Huls, N.J.H. (2006). De rechter is geen waarheidsvinder, maar een motiverende beslisser! (redactioneel). Nederlands tijdschrift voor rechtsfilosofie en rechtstheorie, 2006, 3-7. 5. Kloosterhuis, H.T.M. (2006). Wat het zwaarst is....Argumentatie op basis van belangenafweging. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 2006(4), 169-174. 6. Loonstra, C.J. & Jansen, C.J.H. (2006). De zorgplicht van de werkgever op grond van artikel 7:658 BW. Arbeidsrechtelijke Annotaties, 2006(3), 50-62. 7. Loonstra, C.J. & Jansen, C.J.H. (2006). Inhoud, stelplicht en bewijslast bewuste roekeloosheid. Arbeidsrechtelijke Annotaties, 2006(1), 46-63. 8. Loth, M.A. (2006). Crosscultural communication in language and law, comments on the paper of J. van Brakel. Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2006(3), 285-294. 9. Loth, M.A. (2006). Case law and contextualism. Evropské a Mezinarodní Právo, 2006(1), 3-12. 10. Rassin, E.G.C. & Rootselaar, A.F. (2006). From dissociation to trauma? Individual differences in dissociation as predictor of 'trauma' perception. Journal of Behavior Therapy and Experimental Psychiatry, 2006(37), 127-139.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
16
11. Rossum, W.M. van (2006). De rechter als cultuur-switcher. Nederlands Juristenblad (NJB), 81(43), 2469-2472. 12. Rossum, W.M. van (2006). Review Journal of Legal Pluralism. Recht der Werkelijkheid - Cahiers d'Anthropologie du Droit, 27(2), 75-82. 13. Voet, G.W. van der (2006). Incorporatie van een in een CAO opgenomen arbitragebeding in de individuele arbeidsovereenkomst - rechtsgeldig? Arbeidsrechtelijke Annotaties, 2006(1), 33-45. 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. Akveld, J.E.M. & Voet, G.W. van der (2006). Wet klachtrecht cliënten zorgsector (WKCZ) wel van toepassing op TBS-inrichtingen. Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 2006(5), 365-e.v.. 2. Gaakeer, A.M.P. (2006). Meesters van het Perspectief. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2006(10), 469-473. 3. Huls, N.J.H. & Laclé, Zayènne (2007). More power to the consumer? Problems and possibilities in improving the price quality ratio by the Dutch bar. Legal ethics, 2007, 51-71. 4. Huls, N.J.H. (2007). Regels en legitimiteit: bedoelde en onbedoelde effecten van regelgeving (themanummer multidisciplinaire bestudering van de rechtswetenschap). Ars Aequi, 2007, 862868. 5. Jagtenberg, R.W. & Roo, A.J. de (2006). Bemiddeling in Nederland. Tijdschrift voor Privaatrecht, 2006. 6. Jagtenberg, R.W. (2006). Mediation en Mensenrechten. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 10(2), 43-46. 7. Loonstra, C.J. (2006). Arbeidsovereenkomstenrecht 1996-2006: uniform, transparant en handhaafbaar? Arbeid Integraal, 2006(3), 5-26. 8. Loonstra, C.J. & Kruit, P. (2006). Statistiek ontbindingsvergoedingen 2005: een jaar van stabiliteit. ArbeidsRecht, 2006(6/7, nr.38), 20-29. 9. Mak, E. (2006). De structuur van effectiviteit en onafhankelijkheid. Een analyse van de herziening van de Nederlandse rechterlijke organisatie in het licht van het beginsel van onafhankelijkheid. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2006(9), 373-381. 10. Roo, A.J. de (2006). Redactioneel. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 2006(1 en 2). 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1. Brenninkmeijer, A.F.M., Roo, A.J. de, Jagtenberg, R.W. & Sprengers, L.C.J. (Eds.). (2006). Effective Resolution of Collective Employment Disputes. Groningen: Europe Law Publishing. 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. Arkel, E.G. van & Smits, T.M.J. (2006). Informatie indiensttreding. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), Sdu Commentaar Arbeidsrecht (Sdu commentaar). Den Haag: Sdu Uitgevers. 2. Boné, E.K.E. von (2006). Une comparaison de l'adoption dans le Code Civil Français et le Code Civil Néerlandais. In G. Macours & R. Martinage (Eds.), Juris Scripta Historica XXI, Les démarches de codification du Moyen-Âge à nos jours, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten (Juris scripta historica) (pp. 177-189). Brussel: Wetenschappelijk Comité voor Rechtsgeschiedenis. 3. Gaakeer, A.M.P. (2006). De Januskop van het toeval - De zaak Othello. In J. Haan, F. Meulenberg & H. Maassen (Eds.), Tante krijgt een zenuwtoeval, en andere essays over neurologie en literatuur (pp. 98-105). Overveen: Belvedère.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
17
4.
5.
6.
7.
8. 9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
Gaakeer, A.M.P. (2006). 'Voor juristen bestaan er geen halve gekken', het geval Moosbrugger in Musils De man zonder eigenschappen. In A.M.P. Gaakeer, M. Goslings & E. van der Ouderaa (Eds.), Spiegels voor Rechters, Prinsengrachtreeks (pp. 65-72). Nijmegen: Juridische uitgeverij Ars Aequi. Gaakeer, A.M.P. (2006). Why am I here? Some observations on medical triage in Pat Barker's Regeneration. (over het verband tussen juridische en medische beroepsbeoefening vanuit ethisch perspectief). In F. Meulenberg & I.D. de Beaufort (Eds.), Science, Fiction, and Science-Fiction The role of fiction in public debates on medical ethical issues and in the medical education (pp. 85-93). Overveen: Belvedère. Huls, N.J.H. (2006). Dutch gambling regulation: An untenable parochial approach. In A. Littler & C. Fijnaut (Eds.), The regulation of Gambling : European and National Perspectives (pp. 69-79). Koninklijke Brill. Huls, N.J.H. (2006). Zaak C03/206 HR is gesloten, het debat gaat door. In M. Buijsen (Ed.), Onrechtmatig leven? Opstellen naar aanleiding van Baby Kelly (pp. 79-94). Nijmegen: Valkhof Pers. Kloosterhuis, H.T.M. (2006). De analyse van politieke argumenten in rechterlijke uitspraken. In VIOT-congresbundel (pp. 167-175). Assen: Van Gorcum. Loonstra, C.J. & Zondag, W.A. (2006). Begripsvorming in het civiele arbeidsrecht en socialeverzekeringsrecht. In M. Herweijer e.a. (Ed.), Sociale zekerheid voor het oog van de meester : opstellen voor F.M. Noordam (pp. 189-207). Deventer: Kluwer. Loonstra, C.J. & Zondag, W.A. (2006). Instructiebevoegdheid werkgever. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), Commentaar Arbeidsrecht (tweede druk) (Sdu commentaar) (pp. 101-114). Den Haag: Sdu Uitgevers. Loonstra, C.J. (2006). Sociaal plan en collectief ontslag: enkele actuele thema's. In E. Lutjens (Ed.), De Le(e)nigheid van het Sociaal Recht. Liber Amicorum voor Leen van den Heuvel (pp. 165197). Amsterdam: Vrije Universiteit. Loonstra, C.J. (2006). Toezicht op en handhaving van arbeidsrechtelijke normen: de bestuurlijke boete. In S. Klosse e.a. (Ed.), Arbeid en Gezondheid. Schipperen tussen verantwoordelijkheid en bescherming. Had Geers dit geweten! (pp. 89-105). Maastricht: Universitaire Pers Maastricht. Loth, M.A. (2006). 'Engaged in a search for justice', over grenzeloze aansprakelijkheid en de moeizame integratie van een moreel principe. In M.A.J.M. Buijsen (Ed.), Onrechtmatig leven? Opstellen naar aanleiding van Baby Kelly (Annalen van het Thijmgenootschap, 94/1) (pp. 33-50). Nijmegen: Valkhof pers. Roo, A.J. de & Jagtenberg, R.W. (2006). The Dutch Landscape of Court-Encouraged Mediation. In N. Alexander (Ed.), Global Trends in Mediation (pp. 279-304). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International. Roo, A.J. de & Jagtenberg, R.W. (2006). Work in Progress: Comparative European Research on Court-encouraged Mediation. In General Report, International Conference Mediation: What can be done more?. The Hague: Ministry of Justice.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
18
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1. Loonstra, C.J. (2006). Hoofdstukken Sociaal Recht (15e druk). Groningen: Wolters-Noordhoff. 2. Gaakeer, A.M.P., Hildebrandt, M. & Beljaars, B.F. (2007). Bewijs in rechte: case-studies bij Meesterlijk recht (Boom juridische studieboeken). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 2.2. Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1. Gaakeer, A.M.P. (2006). De eenheid van recht en taal. Ars Aequi, 55(11), 843-846. 2. Gaakeer, A.M.P. (2006). Inleiding. In A.M.P. Gaakeer, M. Goslings & E. van der Ouderaa (Eds.), Spiegels voor Rechters, Prinsengrachtreeks (pp. 7-11). Nijmegen: Juridische uitgeverij Ars Aequi. 3. Huls, N.J.H. (2006). Justice Breyer over recht, rechters en democratie, maar dan anders. Nederlands Juristenblad (NJB), 2006, 2057-2061. 4. Loonstra, C.J. (2006). Anciënniteit en afspiegeling bij collectief ontslag. Dossier Arbeid & Recht, 2006(maart). 5. Loonstra, C.J. (2006). Franse toestanden in Nederland? Het ontslagrecht in Zicht. Ars Aequi, 2006(6/7). 6. Loonstra, C.J. (2006). Ontknoping rampendossier. Sociaal Recht (SR). Nederlands Tijdschrift voor Sociaal Recht, 2006(5), 143-144. 7. Loonstra, C.J. (2006). Recente rechtspraak Hof van Justitie. Dossier Arbeid & Recht, 2006(juni). 8. Loonstra, C.J. & Zondag, W.A. (2006). CAO. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), Commentaar Arbeidsrecht (tweede druk) (Sdu commentaar) (pp. 653-697). Den Haag: Sdu Uitgevers. 9. Loonstra, C.J. & Boontje, P.A. (2006). De statutair bestuurder. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), Commentaar Arbeidsrecht (tweede druk) (Sdu commentaar) (pp. 1077-1109). Den Haag: Sdu Uitgevers. 10. Loonstra, C.J. & Zondag, W.A. (2006). Kwalificatie. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), Commentaar Arbeidsrecht (tweede druk) (Sdu commentaar) (pp. 1-26). Den Haag: Sdu Uitgevers. 11. Loonstra, C.J. & Zondag, W.A. (2006). Loon. In C.J. Loonstra & W.A. Zondag (Eds.), Commentaar Arbeidsrecht (tweede druk) (Sdu commentaar) (pp. 209-253). Den Haag: Sdu Uitgevers. 12. Rossum, W.M. van, Montfort, C. van & Oude Vrielink - van Heffen, M. (2006). De alevitische cemrechtspraak: het oplossen van conflicten in eigen kring. Bestuurskunde, 15(4), 38-41. 13. Gaakeer, A.M.P. (2007). Educative Friendship - a Personal Note. Michigan Law Review, 105(May), 1389-1391. 14. Gaakeer, A.M.P. (2007). Interview with James Boyd White. Michigan Law Review, 105(May), 1403-1419. 15. Gaakeer, A.M.P. (2007). Traduttore traditore! [Bespreking van het boek De wet in gewoon Nederlands]. Mr. : hét magazine voor juristen, 2007(3), 79-80. 16. Huls, N.J.H. (2003). [Bespreking van het boek Profiles, Probabilities and Stereotypes]. Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2007(1), 99-102. 17. Kloosterhuis, H.T.M., Gerards, J.H. & Smith, C.E. (2006). Inleiding van het themanummer 'Belangenafweging door de rechter'. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 2006(4).
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
19
18. Loth, M.A., Bergh, R.J. Van den & Huls, N.J.H. (2007). Reguleren doe je samen; pleidooi voor een nieuw kabinetstandpunt over de hervorming van de advocatuur na 3 gemiste kansen. Nederlands Juristenblad (NJB), 2007(10), 550-556. 2.4 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10.
Annotaties Loonstra, C.J. (2006).Noot bij : Hof Den Haag (23-12-2005), JIN 2006-94, p.355-355. Loonstra, C.J. (2006).Noot bij : Hof Leeuwarden (19-10-2005), JIN 2006-6, p.28-29. Loonstra, C.J. (2006).Noot bij : Hof Leeuwarden (12-05-2006), JIN 2006-277, p.975-976. Loonstra, C.J. (2006).Noot bij : Hof Leeuwarden (29-03-2006), JIN 2006-276, p.972-972. Loonstra, C.J. (2006).Noot bij : Hof Leeuwarden (29-03-2006), JIN 2006-181, p.659-660. Loonstra, C.J. (2006).Noot bij : Hof Arnhem (07-02-2006), JIN 2006-135, p.495-496. Loonstra, C.J. (2006).Noot bij : Ktr. Emmen (06-09-2006), JIN 2006-429, p.1473-1474. Loonstra, C.J. (2006).Noot bij : Hoge Raad (20-01-2006), JIN 2006-90, p.343-345. Loonstra, C.J. (2006).Noot bij : Hof Arnhem (01-11-2005), JIN 2006-47, p.196-198. Voet, G.W. van der (2006).Noot bij : Kantonrechter Dordrecht (24-08-2006), JIN 2006-428, p.1469-1470. 11. Voet, G.W. van der (2006).Noot bij : Rechtbank Leeuwarden (19-10-2006), JIN 2006-470.
Publicaties 2007 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. Roo, A.J. de & Jagtenberg, R.W. (2007). The practice of Mediation in Countries neighbouring the Netherlands. London: Civil Justice Council. 1.2 Dissertaties 1. Arkel, E.G. van (2007, maart 09). A just cause for dismissal in the United States and the Netherlands : a study on the extent of protection against arbitrary dismissal for private-sector employees under American and Dutch law in light of Article 4 of ILO convention 158. EUR (525 pag.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers (Bakelsreeks)). Prom./coprom.: Prof.Mr. C.J. Loonstra. 2. Eshuis, R.J.J. (2007, november 01). Het recht in betere tijden : over de werking van interventies ter versnelling van civiele procedures. Erasmus Universiteit Rotterdam (380 pag.) (Erasmus Universiteit). Prom./coprom.: Prof.Mr. N.J.H. Huls & E. Niemeyer. 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. Gaakeer, A.M.P. (2007). (Con)temporary law. European Journal of English Studies, 11(1), 29-46. 2. Huls, N.J.H. & Doorn, K. van (2007). De constructie van een massaclaim. Een rechtssociologische analyse van de eerste fase van de Dexia-affaire. Rechtsgeleerd Magazijn Themis, 2007(2), 51-60. 3. Loonstra, C.J. & Jansen, C.J.H. (2007). De eeuw van de Wet op de arbeidsovereenkomst. Nederlands Juristenblad (NJB), 2007(27), 1654-1661. 4. Loonstra, C.J. (2007). Hadden Osinga en Spaan meer eerder geleefd: over 'zwaarder drukken' en de werking van het concurrentiebeding. Arbeidsrechtelijke Annotaties, 2007(3), 85-105. 5. Loonstra, C.J. & Westerbeek, M. (2007). Honderd jaar definitie van de arbeidsovereenkomst: moet het anders? SMA, 2007(11/12), 414-422.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
20
6.
7. 8.
Loonstra, C.J., Fiselier, M. & Vink, B. (2007). Ontwikkelingen rechtspraak eenzijdige wijziging arbeidsvoorwaarden. Sociaal Recht (SR). Nederlands Tijdschrift voor Sociaal Recht, 2007(2), 3946. Loonstra, C.J. & Kruit, P. (2007). Statistiek ontbindingsvergoedingen 2006: de stabiliteit voorbij? ArbeidsRecht, 2007(5), 15-30. Loth, M.A. & Mak, E. (2007). The judicial domain in view: figures, trends and perspectives. Utrecht law review, 3(1), 75-100.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. Gaakeer, A.M.P. (2007). 'Lawyers' lives of Quiet Desperation: a view from abroad. Legal studies forum, XXXI(2), 939-950. 2. Hengstmengel, B.D. (2007). Is het recht maakbaar? Een beschouwing over het familierecht en het instituut huwelijk. Radix. Gereformeerd Interfacultair Tijdschrift, 33(4), 287-298. 3. Hildebrandt, M. (2007). Testing expertise: preuve and épreuve. New Criminal Law Review, 10(1), 78-102. 4. Huls, N.J.H. & Doorn, K. van (2007). Juristen observeren juristen (Trema special 'Zicht op elkaar'). Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2007(1), 307-311. 5. Jagtenberg, R.W. (2007). Mediation & rechtswetenschap: 10 jaar verder. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 11(1), 13-32. 6. Kloosterhuis, H.T.M. (2007). Ad absurdum Arguments in Legal Decisions. Archives for philosophy of law and social philosophy, ARSP Beiheft, 2007(110), 68-74. 7. Kloosterhuis, H.T.M. (2007). Strategisch manoeuvreren met taalkundige argumenten in rechterlijke uitspraken. Tijdschrift voor Taalbeheersing, 29(2), 159-170. 8. Kruit, P. (2007). Geschilbeslechting in het arbeidsrecht: kantonrechter of arbeidsrechter? Ars Aequi, 2007(februari), 119-128. 9. Kwak, A.J. & Loth, M.A. (2007). Hybride Juristen? Juristen tussen autonomie en responsiviteit en tussen recht- en doelmatigheid. Bestuurskunde, 2007(4), 8-16. 10. Langedijk, L.J.M. & Paauw, R.J.A. de (2007). Hoge Raad v. House of Lords. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2007(6), 204-209. 11. Loonstra, C.J. & Voet, G.W. van der (2007). De kwaliteit en wenselijkheid van alternatieve geschillenprocedures in CAO's. Arbeid Integraal, 2007(2), 65-78. 12. Loth, M.A. (2007). Courts in quest for legitimacy; the case of wrongful life. Ius Gentium, 2007, 73-97. 13. Loth, M.A. (2007). Limits of private law; enriching legal dogmatics. Hofstra law review, 35(4), 1725-1753. 14. Loth, M.A. (2007). Rechtsvinding door de Hoge Raad; de breedte en/of de diepte in? Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2007(8), 317-325. 15. Loth, M.A. (2007). Geen serieuze poging om de ratten te vinden [Bespreking van het boek Kwade zaken? : de moraal van het juridisch beroep]. Advocatenblad, 377. 16. Mak, E. (2007). The Sheltering Sky of Strasbourg; On the ECtHR's judgement in the case of Salah Sheekh v. the Netherlands and its effects on asylum policy and adjudication in the Netherlands. Europe & Law Journal, EPLC alumni association, 1(1), 69-81. 17. Roo, A.J. de (2007). Tien jaar moderne mediation in de Nederlandse rechtspraak. NederlandsVlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 11(1), 70-82. 18. Voet, G.W. van der (2007). De wijziging van de wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen een verbetering? Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, 2007, 354-367.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
21
1.5. Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6. Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. Gaakeer, A.M.P. (2007). Het motiveren van de hink-stap-sprong. In E.T. Feteris e.a. (Ed.), 'Alles afwegende...' Bijdragen aan het Vijfde Symposium Juridische Argumentatie 22 juni 2007 te Rotterdam (pp. 25-38). Nijmegen: Ars Aequi Libri. 2. Gaakeer, A.M.P. (2007). Ishiguro's Legal Chimera: Never let me go and the Legal Fiction of Personhood. In Carocci (Ed.), Pólemos. Rivista semestrale di diritto, politica e cultura 2/2007 (pp. 119-132). 3. Hengstmengel, B.D. (2007). De oudere werknemer in multidisciplinair perspectief. In A.R. Houweling & G.W. van der Voet (Eds.), Wat doen we met de oudere werknemer? : de arbeidsrechtelijke positie van Abraham en Sara : liber servorum voor prof. mr. C.J. Loonstra (pp. 9-25). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 4. Huls, N.J.H. & Vermeer, D. (2007). Vertrouwen in en zelfvertrouwen bij de rechterlijke macht. In M. van Berckel & Y. Roijers (Eds.), Rechtspraak 2015 (pp. 181-192). Den Haag: SDU. 5. Kloosterhuis, H.T.M. (2007). Verhullend argumenteren met taalkundige argumenten. In E.T. Feteris e.a. (Ed.), 'Alles afwegende...' Bijdragen aan het Vijfde Symposium Juridische Argumentatie 22 juni 2007 te Rotterdam (pp. 259-266). Nijmegen: Ars Aequi Libri. 6. Kloosterhuis, H.T.M. (2007). Reconstructing formal and substantive interpretative argumentation in legal decisions. In F.H. van Eemeren a.o. (Ed.), Proceedings of the Sixt Conference of the International Society for the Study of Argumentation (pp. 779-783). Amsterdam: SicSat. 7. Kruit, P. (2007). Hoeveel werkzekerheid biedt de sociale zekerheid de oudere werknemer? In G.W. van der Voet & A.R. Houweling (Eds.), Wat doen we met de oudere werknemer? de arbeidsrechtelijke positie van Abraham en Sara : liber servorum voor prof. mr. C.J. Loonstra (pp. 103-119). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 8. Loonstra, C.J. & Zondag, W.A. (2007). Het concurrentiebeding: op zoek naar een nieuwe wettelijke regeling. In A. Jacobs & F. Pennings (Eds.), Een inspirerende Fase in het sociaal recht (pp. 59-78). 9. Loth, M.A. (2007). Courts in quest for legitimacy, a comparitive approach. In Marijke Malsch & Niels van Manen (Eds.), De begrijpelijkheid van de rechtspraak (pp. 15-39). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 10. Loth, M.A. (2007). Courts in quest for legitimacy, a comparitive approach: the Antillean and Aruban case. In Beatriz Doran-Scoop (Ed.), Rechtsbescherming van de burger (pp. 29-55). Nijmegen: Uitgave van de Universiteit van de Nederlandse Antillen ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan van de Tienda di Lei (Rechtswinkel), Wolf Legal Publishers. 11. Loth, M.A. & Mak, E. (2007). Het domein van de rechtspraak; cijfers, trends en perspectieven. In Th..J. van Laar e.a. (Ed.), Rechtspraak 2015 (pp. 47-87). Den Haag: Sdu uitgevers. 12. Loth, M.A. (2007). Rechterlijke beroepsethiek. In E.R. Muller & C.P.M. Cleiren (Eds.), Rechterlijke macht : studies over rechtspraak en rechtshandhaving in Nederland (Orde en veiligheid) (pp. 457-485). Deventer: Kluwer. 13. Loth, M.A. (2007). Waarom meer diversiteit tot betere rechtspraak leidt. Over recht, cultuur en twee intrigerende denkers. In E. Bauw (Ed.), Mijnheer de voorzitter... : liber amicorum A.H. van Delden (pp. 103-115). Den Haag: Boom. 14. Paauw, R.J.A. de & Tjepkema, M.K.G. (2007). Vinden en oordelen: topoicatalogi in de rechtsvinding. In Korrie Korevaart, Henrike Jansen & Jaap de Jong (Eds.), Het woud van de
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
22
retorica : bundel voor Antoine Braet bij zijn afscheid van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur van de Universiteit Leiden (SNL-reeks, 17) (pp. 151-165). Leiden: SNL. 15. Roo, A.J. de & Jagtenberg, R.W. (2008). Mediation and employment disputes: European Traditions and Global Pressure. In A. Uzelac & C.H. Rhee (Eds.), Public and Private Justice 2007 (pp. 1-11). London: Butterworths. 16. Voet, G.W. van der (2007). Hoofdstuk 1 'Inleiding' en Hoofdstuk 8 'Eindconclusie'. In A.R. Houweling & G.W. van der Voet (Eds.), Wat doen we met de oudere werknemer? : de arbeidsrechtelijke positie van Abraham en Sara : liber servorum voor prof. mr. C.J. Loonstra (pp. 1/9-141/146). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 17. Voet, G.W. van der (2007). Hoofdstuk 7 'Zitten potentiële werkgevers wel op Abraham en Sara te wachten?'. In A.R. Houweling & G.W. van der Voet (Eds.), Wat doen we met de oudere werknemer? : de arbeidsrechtelijke positie van Abraham en Sara : liber servorum voor prof. mr. C.J. Loonstra (pp. 121-140). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Vakpublicaties 2.1. Monografieën en handboeken 1. Loonstra, C.J. & Voet, G.W. van der (2007). Rechtsoriëntatie. Groningen: Wolters-Noordhoff. 2. Loth, M.A. & Gaakeer, A.M.P. (2007). Ethiek en het juridisch beroep (Praktijkvaardigheden). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 2.2 Bundels en andere verzamelwerken 1. Voet, G.W. van der & Houweling, A.R. (Eds.). (2007). Wat doen we met de oudere werknemer? : de arbeidsrechtelijke positie van Abraham en Sara : liber servorum voor prof. mr. C.J. Loonstra. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 2.3 Artikelen 1. Gaakeer, A.M.P. (2007). Een doodgewoon vonnis. In R. Janse, S. Taekema & T. Hol (Eds.), Rechtsfilosofische annotaties (Ars Aequi jurisprudentie) (pp. 98-102). Nijmegen: Ars Aequi Libri. 2. Jagtenberg, R.W. (2007). Effectieve Behandeling van Collectieve Arbeidsconflicten. Tijdschrift Conflicthantering, 2007(3), 41-43. 3. Huls, N.J.H. (2003). [Bespreking van het boek Profiles, Probabilities and Stereotypes]. Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2007(1), 99-102. 4. Jagtenberg, R.W. (2007). Interview met Carsen de Dreu. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 11(1), 7-12. 5. Kloosterhuis, H.T.M. (2007). Dat is logisch. Commentaar bij B. Verheij. In E.T. Feteris e.a. (Ed.), 'Alles afwegende...' Bijdragen aan het Vijfde Symposium Juridische Argumentatie 22 juni 2007 te Rotterdam (pp. 337-340). Nijmegen: Ars Aequi Libri. 6. Kloosterhuis, H.T.M., Feteris, E.T., Plug, H.J. & Pontier, J.A. (2007). Redactie van en inleiding bij 'Alles afwegende...' Bijdragen aan het Vijfde Symposium Juridische Argumentatie 22 juni 2007 te Rotterdam. In E.T. Feteris e.a. (Ed.), 'Alles afwegende...' Bijdragen aan het Vijfde Symposium Juridische Argumentatie 22 juni 2007 te Rotterdam (pp. 5-11). Nijmegen: Ars Aequi Libri. 7. Loonstra, C.J. & Kruit, P. (2007). Ontwikkelingen art. 7:685 BW. Dossier Arbeid & Recht, 2007(juni). 8. Loth, M.A. (2007). Een illegale adoptie. In Ronald Janse, Sanne Taekema & Ton Hol (Eds.), Rechtsfilosofische annotaties (Ars Aequi jurisprudentie). Nijmegen: Ars Aequi Libri.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
23
9.
10. 11. 12. 13.
Loth, M.A., Bergh, R.J. Van den & Huls, N.J.H. (2007). Reguleren doe je samen; pleidooi voor een nieuw kabinetstandpunt over de hervorming van de advocatuur na 3 gemiste kansen. Nederlands Juristenblad (NJB), 2007(10), 550-556. Roo, A.J. de (2007). Arbeidsconflicten en de zin van conflictmanagement: 'upstream effects'. Tijdschrift voor Herstelrecht, 7(2), 3-4. Roo, A.J. de (2007). Mediation en conflitmanagement: de vernieuwde koers. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 2007-11(2), 3-7. Roo, A.J. de (2007). 10 jaar TMD: van mediation naar conflictmanagement? Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 2007-11(1), 3-7. Gaakeer, A.M.P. (2008). Introduction to vol.1 Erasmus Law Review, issue 3: 'Multi- and interdisciplinarity: mere theory or just practice?'. Erasmus Law Review, 1(3).
2.4 Annotaties 18. Voet, G.W. van der (2007).Noot bij : Hof `s-Hertogenbosch (10-10-2006), JIN 2007-51. 19. Voet, G.W. van der (2007).Noot bij : Hof `s-Hertogenbosch (02-03-2004), JIN 2007-189 Publicaties 2008 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. Huls, N.J.H. (2008). Actie en reactie. Een inleiding in de rechtssociologie. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 1.2 Dissertaties 1. Even, J.H. (2008, november 06). Transnational Collective Bargaining in Europe. EUR (Den Haag: EUR / Boom Juridische Uitgevers). Prom./coprom.: Prof.Mr. C.J. Loonstra. 2. Mak, E. (2008, januari 24). De rechtspraak in balans. Een onderzoek naar de rol van klassiekrechtsstatelijke beginselen en 'new public management'-beginselen in het kader van de rechterlijke organisatie in Nederland, Frankrijk en Duitsland. Erasmus Universiteit Rotterdam (397 pag.) (Nijmegen: Wolf Legal Publishers). Prom./coprom.: Prof.Mr. M.A. Loth. 3. Hartendorp, R.C. (2008, april 17). Praktisch gesproken : alledaagse civiele rechtspleging als praktische oordeelsvorming. Erasmus Universiteit Rotterdam (235 pag.) (Rotterdam: Erasmus Universiteit). Prom./coprom.: Prof.Mr. J.M. van Dunné. 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. Gaakeer, A.M.P. (2008). "The word that coincides with you", the poet Gerrit Achterberg's experience with law and forensic psychiatry. Revue Interdisciplinaire d' Etudes Juridiques, 2008(61), 49-71. 2. Kruit, P. (2008). De lagere rechtspraak en het sociaal plan: redelijk of evident onbillijk? Arbeidsrechtelijke Annotaties, 2008(3), 31-52. 3. Loonstra, C.J. (2008). Gezichtspunten in het arbeidsrecht: de omstandigheden van het geval geïnventariseerd. Arbeidsrechtelijke Annotaties, 2008(3), 4-30. 4. Jagtenberg, R.W. & Roo, A.J. de (2008). Europe's Macro-Constitution: A useful Test Case for an Asian Human Rights Mechanism? Asia Pacific Law Review, 16(1), 1-18.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
24
5. 6.
Loth, M.A. (2008). Staying out of court? Reservations about a supposed practice and a popular policy. Erasmus Law Review, 1(5), 107-120. Mak, E. (2008). Living with a French Heritage: A Comparative Analysis of the Greek and Dutch Highest Courts' Quest for Legitimacy in a Changing Context. Applications of Public Law, 2008, 1013-1044.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. Jagtenberg, R.W. & Roo, A.J. de (2008). Globalisation and (de)professionalisation in law. Asia Pacific Law Review, 16(1), 1-20. 2. Jagtenberg, R.W. (2008). Onderwijs Mediation en Conflictmanagement anno 2008. NederlandsVlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 12(4), 12-24. 3. Kloosterhuis, H.T.M. (2008). The Strategic Use of Formal Argumentation in Legal Decisions. Ratio Juris (Oxford), 21(4), 496-506. 4. Kruit, P. & Bergwerf, V.G.G. (2008). Art. 7:658 BW en het belang van de arboregels. ArbeidsRecht, 10, 3-9. 5. Loonstra, C.J. & Molemans, E.J. (2008). Proeftijdbeding: stand van zaken 2003-2008 (deel 1). ArbeidsRecht, 2008(45), 14-19. 6. Loonstra, C.J. & Kruit, P. (2008). Statistiek ontbindingsvergoedingen 2007: meer van hetzelfde? ArbeidsRecht, 2008(5), 14-33. 7. Loonstra, C.J. (2008). Toegang tot de ontbindingsrechter na inschakeling CWI? Tijdschrift voor de Arbeidsrechtpraktijk, 2008(1), 24-31. 8. Mak, E. (2008). Balancing Territoriality and Functionality; Specialization as a Tool for Reforming Jurisdiction in the Netherlands, France and Germany. International Journal for Court Administration, 1(2), 2-9. 9. Mak, E. (2008). Rechtspraak & rechtspraak: een precaire balans. Rechtstreeks, 2008(4), 9-40. 10. Mak, E. (2008). The European Judicial Organisation in a New Paradigm: The Influence of Principles of 'New Public Management' on the Organisation of the European Courts. European Law Journal, 14(6), 718-734. 11. Roo, A.J. de (2008). Arbeid en Conflictmanagement. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 12(3), 48-66. 12. Roo, A.J. de (2008). Interview with Dr. Daniel Dana: the inventor of financial cost of organizational conflict and the advocate of self-mediation. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 2008-12(3), 6-16. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1. Huls, N.J.H., Bomhoff, E.J. & Adams, M. (Eds.). (2009). The Legitimacy of Highest Courts' Rulings: Judicial Deliberations and Beyond. Den Haag: TMC Asser Press. 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. Gaakeer, A.M.P. (2008). Comprehending Contraries or Doublethink? Law, literature, and the dangers of cognitive dissonance. In Jeanne Gaakeer & François Ost (Eds.), Crossing Borders: law, language, and literature (pp. 60-74). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 2. Huls, N.J.H. & Jungmann, N. (2008). Bedoelde en onbedoelde effecten van de WSNP, in het bijzonder op crediteurengedrag. In W.H. Boom, I. Giesen & A.J. Verheij (Eds.), Gedrag en privaatrecht. Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken (Boom Masterreeks) (pp. 487-506). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
25
3. 4.
5.
6.
7.
8.
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15. 16.
Huls, N.J.H. (2008). Het Kortman uniform past de schuldsanering niet. In Het voorontwerp Insolventiewet nader beschouwd (pp. 271-282). Nijmegen: Ars Aequi libri. Huls, N.J.H. (2009). Introduction: From Legitimacy to Leadership. In Nick Huls, Jacco Bomhoff & Maurice Adams (Eds.), The Legitimacy of Highest Courts' Rulings: Judicial Deliberations and Beyond (pp. 3-28). Den Haag: TMC Asser Press. Jagtenberg, R.W. & Roo, A.J. de (2008). From Traditional Judicial Styles to Verdict Industries Inc. In N.J.H. Huls, J. Bomhoff & M. Adams (Eds.), The Legitimacy of Highest Courts' Ruling (pp. 1-18). The Hague: T.M.C. Asser Institute. Jagtenberg, R.W. & Roo, A.J. de (2008). From Traditional Judicial Styles to Verdict Industries Inc. In N.J.H. Huls, J. Bomhoff & M. Adams (Eds.), The Legitimacy of Highest Courts' Rulings (pp. 301-322). The Hague: T.M.C. Asser Institute / Cambridge University Press. Kloosterhuis, H.T.M. (2008). Formal and Substantial Justification in Legal Decisions: Some Critical Questions form an Argumentative Perspective. In N.J.H. Huls, M. Adams & J. Bomhoff (Eds.), The Legitimacy of Highest Courts' Rulings. Judicial Deliberations and Beyond (pp. 111120). Den Haag: TMC Asser Press. Koevoets, M.M., Loonstra, C.J. & Zondag, W.A. (2008). Op de grens van strafrecht en arbeidsrecht: de strafrechtelijk vervolgde werknemer. In E. Verhulp & W.A. Zondag (Eds.), Disfunctioneren en wangedrag van werknemers (tweede druk) (pp. 245-283). Deventer: Kluwer. Loth, M.A. (2009). Courts in quest of legitimacy. In Nick Huls, Maurice Adams & Jacco Bomhoff (Eds.), The legitimacy of highest Court's rulings, judicial deliberations and beyond (pp. -18). Den Haag: T.M.C. Asser Press. Loth, M.A. (2009). De goede jurist, over morele moed, onafhankelijkheid en een riskante omgeving (in press). In Doret de Ruyter & Jos Kole (Eds.), Code en karakter, beroepsethiek van pedagogen en juristen. Amsterdam: i.h.k.v. NWO-project The good professional i.s.m. Amsterdams centrum kinderstudies (ACK) en VU Law Academy (VULA). Loth, M.A. (2008). Rechtseenheid in veelvoud. In W.M.T. Keukens & M.C.A. van den Nieuwenhuijzen (Eds.), Raad & Daad, over de rechtsvormende taak van de Hoge Raad (herdruk) (pp. 85-99). Nijmegen: Ars Aequi libri. Loth, M.A. (2009). Repairing the engine of cassation, form and function of the adjudication of the Hoge Raad and its Parket (in press). In Only a matter of style? In honour of Lord Bingham. Oxford: Art. Mak, E. (2008). Another Turn of the Screw. An evaluation of Lasser's Judicial Deliberations in the light of the practices of constitutional review in France, Germany and the United States. In Nick Huls, Maurice Adams & Jacco Bomhoff (Eds.), The legitimacy of Highest Courts' Rulings. "Judicial Deliberations" and Beyond (pp. 289-300). Den Haag: TMC Asser Press. Roo, A.J. de & Jagtenberg, R.W. (2008). Bemiddeling in Nederland. In C.H. van Rhee, D. Heirbaut & M. Storme (Eds.), The French Code of Civil Procedure (1806) after 200 Years (pp. 125-156). Mechelen: Kluwer. Roo, A.J. de & Jagtenberg, R.W. (2008). Bemiddeling in Nederland. In D. Heirbaut & P. Taelman (Eds.), Themanummer Tijdschrift voor Privaatrecht. Gent. Roo, A.J. de (2008). Europski Trendovi u mirenju I rjesavanju radnih sporova (The status and development of mediation in labour dispute settlement). In Mirenju u rjesavanju individualnih radnih sporova (Project 'Mediation in solving individual labour disputes) (pp. 30-38). (1) The Hague / (2) Zagreb: Center for international legal cooperation (1)/ Governmental Office for Social Partnership (2).
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
26
17. Roo, A.J. de & Jagtenberg, R.W. (2008). Mediation and employment disputes: European Traditions and Global Pressure. In A. Uzelac & C.H. van Rhee (Eds.), Civil Justice between Efficiency and Quality: From Ius Commune to the CEPEJ (pp. 231-247). Oxford / Antwerp: Intersentia. Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1. Gaakeer, A.M.P. (2008). Recht in Context, tekstboek Inleiding tot de Rechtswetenschap (leerboek). Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam. 2. Hildebrandt, M., Gaakeer, A.M.P. & Beljaars, B.F. (2008). Afweging in rechte. Case-studies bij Meesterlijk recht. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 2.2 Bundels en andere verzamelwerken 1.
Gaakeer, A.M.P. & Ost, F. (Eds.). (2008). Crossing Borders: law, language, and literature. Nijmegen: Wolf Legal Publishers.
2.3 Artikelen 1. Gaakeer, A.M.P. & Beljaars, B.F. (2008). Afweging in rechte. In Casestudies bij Meesterlijk recht. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 2. Gaakeer, A.M.P. (2008). Introduction. In Jeanne Gaakeer & François Ost (Eds.), Crossing Borders: law, language, and literature (pp. 5-7). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 3. Huls, N.J.H. (2008). Een inleiding als kennismaking met de rechtssociologie. In A. Böcker & e.a. (Eds.), Migratierecht en rechtssociologie (afscheidsbundel Kees Groenendijk) (pp. 569-578). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 4. Jagtenberg, R.W. (2008). Interview with Nancy Welsh. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 12(4), 6-11. 5. Kil, A. & Jagtenberg, R.W. (2008). Een Rondetafelgesprek met vier erkende Opleidingsinstituten. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 12(4), 60-67. 6. Loth, M.A. (2009). Op de bres voor rechtszekerheid, ter nagedachtenis aan Bob Brouwer (in press). Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2009. 7. Loth, M.A. (2008). Publiek belang moet factor zijn in afweging van advocaat. Advocatenblad, -808-2008, 430-430. 8. Loth, M.A. (2009). Dwingend en aanvullend recht. In Nieuw Burgerlijk Wetboek, losbladig handboek, deel A19, 2e druk (Monografiën Nieuw Burgerlijk Wetboek). Deventer: Kluwer. 9. Loth, M.A. (2009). Hoe ziet de Hoge Raad er uit in 2015? Twee scenario's. (in press). In Nick Huls (Ed.), Versterking van de cassatierechtspraak door de Hoge Raad. 10. Roo, A.J. de (2008). Conflictmanagement in de zakelijke sfeer: recente ontwikkelingen. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 2008-12(21), 3-7. 11. Roo, A.J. de (2008). Conflictoplossing is samenwerken, samenwerken en nog eens samenwerken. Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, 2008-12(1), 2.4 Annotaties 1. Hengstmengel, B.D. ().Noot bij : Hof van 's-Gravenhage (12-06-2008), JIN -604, p.925-928. 2. Hengstmengel, B.D. (2008).Noot bij : Rb Rotterdam (06-08-2008), JIN 2008-605, p.929-932.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
27
3. 4.
Kruit, P. (2008).Noot bij : Ktr. Utrecht (07-07-2008), JIN 2008-607, p.938-941. Kruit, P. ().Noot bij : Hof Amsterdam (05-06-2008), JIN -688, p.1055-1058.
Zelfstudie ‘Het domein van de rechter’
28
Onderzoeksprogramma B. Lex Mercatoria Programmaleider: Prof. Mr. K.F. Haak
LEX MERCATORIA: GLOBALISEREND BEDRIJFSRECHT IN DE 21STE EEUW
Inhoudsopgave 1. Algemene gegevens
1
2. Inhoudelijke beschrijving van het programma
2
3. Oriëntatie en methode
5
4. Onderzoeksresultaten
6
5. Onderzoekers
12
6. Reputatie
12
7. Leiderschap
16
8. Maatschappelijke relevantie
16
9. Scouting en personeelsbeleid
17
10. Sterkte-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode
17
Annex Tabel 1 – 5
20
LEX MERCATORIA: GLOBALISEREND BEDRIJFSRECHT IN DE 21STE EEUW Zelfstudie onderzoeksprogramma (2006-2008)
1. Algemene gegevens Titel onderzoeksprogramma Lex Mercatoria: globaliserend bedrijfsrecht in de 21ste eeuw Programmaleider Prof. dr. K.F. Haak
Startdatum 1 januari 2005
Einddatum 1 januari 2013
Formele samenwerkingsverbanden Instituut voor Ondernemingsrecht, Rijksuniversiteit Groningen (ondernemingsrecht) Radboud Universiteit Nijmegen (verzekeringsrecht) Max Planck Instituut Hamburg (handelsrecht) Universiteit Southampton (zeerecht)
Betrokken rechtsgebieden Arbitragerecht, bedrijfsrecht, eenvormig privaatrecht, internationaal privaatrecht, internationaal procesrecht, Europees recht, ondernemings- en vennootschapsrecht, corporate governance, internationaal handelsrecht, zee- en vervoerrecht, verzekeringsrecht, waardepapierenrecht
Deelprogramma’s A. Harmonisatie van het bedrijfsrecht B. Overeenkomsten en hun samenhang in het bedrijfsrecht C. De flexibele en creatieve onderneming in een globaliserende samenleving D. Rechtspleging in het bedrijfsrecht
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
1
2. Inhoudelijke beschrijving van het programma Bedrijfsrecht Het bedrijfsrecht houdt zich bezig met de juridische aspecten van de handel, het handelsverkeersrecht en van de rechtsvormen waarin die handel bedreven kan worden, het ondernemingsrecht. Tot de onderwerpen waarop het bedrijfsrecht zich richt behoren: het verzekeringsrecht, het zee- en vervoerrecht, het (handels)kooprecht, het bank- en effectenrecht, het vennootschaps- en ondernemingsrecht, en het recht van intellectuele eigendom. Voor het bedrijfsrecht zijn bovendien onderwerpen uit het procesrecht, het internationaal privaatrecht en het Europees recht van belang. Zo kent het procesrecht op het bedrijfsleven afgestemde rechtsgangen (bijvoorbeeld arbitrage), geven het internationaal privaatrecht en uniform privaatrecht regels voor rechtsmacht en toepasselijk recht in internationale rechtsverhoudingen en zijn op Europees niveau vele verordeningen en richtlijnen tot stand gekomen die zich richten op het bedrijfsrecht. Uniformiteit en harmonisatie zijn belangrijke ingrediënten van het bedrijfsrecht. Een in het oog springend kenmerk van het bedrijfsrecht door de eeuwen heen is zijn sterk internationale dimensie. De handel is grensoverschrijdend en dat heeft zijn weerslag op het bedrijfsrecht. De Europese en mondiale invloed op het bedrijfsrecht is groot. In die zin kan van globalisering van het bedrijfsrecht gesproken worden. Internationalisering krijgt steeds vaker een Europees accent door de instrumenten van richtlijnen en verordeningen, maar is daartoe niet beperkt. Met de term globalisering is aangegeven dat het bedrijfsrecht de neerslag is van mondiale ontwikkelingen. Het gezichtsbepalend instrument is hier het verdrag. Het bedrijfsrecht staat bovendien sterk onder invloed van maatschappelijke, economische en technologische ontwikkelingen. Zo heeft de globalisering directe invloed op de inrichting van het Nederlandse bedrijfsrecht.
Missie programma Het onderzoeksprogramma Lex Mercatoria: globaliserend bedrijfsrecht in de 21ste eeuw richt zich op de effecten van internationalisering en van globalisering op het bedrijfsrecht. De centrale missie in het onderzoeksprogramma is: -
inzichtelijk te maken wat de inhoud is van de verschillende onderdelen van het bedrijfsrecht en waarin leemtes bestaan;
-
te onderzoeken wat de gevolgen zijn van deze internationale invloeden voor het bedrijfsrecht;
-
te onderzoeken wat de invloed is die vanuit de (internationale) praktijk van het bedrijfsleven op het bedrijfsrecht wordt uitgeoefend, alsmede wat de wisselwerking is tussen praktijk, theorie en rechtspraak bij de totstandkoming van regelgeving in het bedrijfsrecht;
-
te onderzoeken op welke wijze internationale en Europese regelgeving het beste geïmplementeerd kan worden in de Nederlandse rechtsorde en hoe het nationale bedrijfsrecht opgezet en geïnterpreteerd moet worden in het licht van internationale en Europese regelgeving en in het licht van ontwikkelingen in andere landen;
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
2
-
te onderzoeken wat de meest wenselijke inrichting van het bedrijfsrecht is in antwoord op de vragen die Europeanisering en internationalisering en globalisering opwerpen en te onderzoeken welke deelgebieden zich lenen voor toekomstige verdragen of harmonisatie. Inhoudelijk blijken de onderzoekers zich ervan bewust te zijn, naast noodzakelijke publicaties
gericht op een specifiek rechtsgebied waarop de expertise voorhanden is, uitdrukkelijk rekening te houden met de noodzaak van de coherentie tussen de rechtsgebieden binnen het bedrijfsrecht. De specialist dient zich mede tot generalist te (blijven) ontwikkelen. Daarnaast blijft permanent monodisciplinair onderzoek gericht op de kernactiviteiten van het bedrijfsrecht geboden. De opgave van het programma blijft deze twee onderzoekslijnen in een doordacht uitgebalanceerd perspectief te plaatsen.
Aanpassing sinds mid-term review 2006 In de mid-term review over 2001-2005 werd – naast waardering voor de kwaliteit, productiviteit en relevantie van het programma – een gebrekkige samenhang, een onduidelijke missie en een matige coherentie van het programma gesignaleerd. Ondernemingsrecht en verzekeringsrecht verdienden een steviger inbedding. Genoemde opmerkingen hebben ertoe geleid dat het programma vervolgens voor een belangrijk deel herschreven is, met toespitsing op concrete deelprogramma’s en vermelding van de onderzoekers op die deelgebieden (paragraaf 4). De samenhang tussen de hiervoor genoemde deelgebieden van het bedrijfsrecht heeft structureel meer aandacht ontvangen, wat concreet heeft geleid tot de in 2006 gepresenteerde bundel Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? en het recentelijk geëntameerd onderzoek naar ‘Opgelegde bescherming in het bedrijfsrecht’. Ook de plaats van het ondernemingsrecht is sterk zichtbaar als prominent onderzoeksgebied binnen het programma. In een relatief korte periode heeft het Rotterdamse ondernemingsrecht binnen de Nederlandse discipline een uitstekende reputatie opgebouwd. Het onderzoeksprogramma is in staat gebleken om goede ondernemingsrechtjuristen aan zich te binden. De Erasmus School of Law is een van de weinige faculteiten met een full time hoogleraar ondernemingsrecht. Daarnaast heeft de komst van Timmerman in 2006 een belangrijke impuls gegeven aan het Rotterdamse onderzoek. Het onderzoeksprogramma is goed in staat om promoties op het terrein van het ondernemingsrecht af te leveren en nieuwe (buiten-)promovendi aan te trekken, zoals blijkt uit tabel 5 van de Annex (een tiental ondernemingsrechtelijke dissertaties vanaf 2006) en uit het grote aantal ondernemingsrechtelijke proefschriften dat in voorbereiding is. In de twee voornoemde, door een groot aantal participanten in het programma uitgevoerd themaonderzoeken is het verzekeringsrecht eveneens vertegenwoordigd; tevens zijn in de te beoordelen periode twee dissertaties op dit onderdeel van het bedrijfsrecht gerealiseerd (Blom en Van Tiggele-Van der Velde). De internationalisering van het programma heeft zich eveneens in versterkte mate doorgezet (vgl. hiervoor deel 4 onderzoeksresultaten). Ten slotte is de nieuwe titel van het programma sterker dan voorheen gericht op de doelstelling van het programma.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
3
Doelstelling van het programma De doelstelling van het onderzoeksprogramma bestaat uit de uitvoering van voornoemde onderzoeksmissie om daarmee bij te dragen aan een transparant Nederlands, Europees en internationaal bedrijfsrecht. Met het oog de globaliserende samenleving van de 21ste eeuw dienen de ontwikkelingen van zowel Nederlands als Europees bedrijfsrecht in kaart te worden gebracht. Het bedrijfsrecht heeft een belangrijke dienende functie. Het is dienstbaar aan de economische bedrijvigheid. Daarnaast biedt het bedrijfsrecht ook waarborgen voor partijen die het recht bescherming hoort te bieden. Op zijn beurt wil het programma Lex Mercatoria dienstbaar zijn en blijven aan de praktijk. Het recentelijk breed opgezette onderzoek naar het fenomeen van de ‘Opgelegde bescherming in het bedrijfsrecht’, waarin gezocht wordt naar de achterliggende oorzaken en effecten van dwingend bedrijfsrecht vormt hiervan een illustratie. Presentatie van het onderzoek is voorzien ultimo 2009. In vergelijking met het bedrijfsrecht van een aantal decennia geleden krijgt de procesrechtelijke omgeving van het bedrijfsrecht in snel tempo een Europeesrechtelijk uiterlijk (internationale jurisdictie, toepasselijk recht, erkenning en tenuitvoerlegging van rechterlijke uitspraken, arbitrage en interpretatie). Het programma concentreert zich niet uitsluitend op de ontwikkeling van de kernactiviteiten van het bedrijfsrecht (commerciële contracten in het handelsverkeer en het ondernemingsrecht), maar eveneens op het blootleggen van de samenhang in die ontwikkelingen in combinatie met procesrechtelijke invloeden. Om deze doelstelling te realiseren zijn vier deelprogramma’s ontworpen, die ieder voor een deel van genoemde ontwikkelingen signaleren en exploreren. Het behoort tot de doelstellingen van Lex Mercatoria om zowel in het nationale juridische debat als in het internationale juridische debat een vooraanstaande rol te spelen. Wetenschappelijke meerwaarde Het Rotterdamse onderzoek naar het bedrijfsrecht is vanouds breed georiënteerd. Dit betekent dat het onderzoek zich niet alleen richt op het ondernemingsrecht, zoals steeds vaker het geval is bij andere juridische faculteiten in Nederland, maar ook op de klassieke delen van het handelsrecht, zoals het zeeen vervoerrecht en het verzekeringsrecht. Hiervoor is ook alle reden. De Rotterdamse haven is van grote betekenis voor de Rotterdamse regio en voor Nederland. Ook los van de Rotterdamse haven is Rotterdam, met verschillende hoofdkantoren van multinationale ondernemingen en nauwe verbindingen met Londense en andere goederentermijnmarkten, een commercieel centrum van groot belang. De Erasmus School of Law vindt het belangrijk studenten en maatschappij te voorzien van hoogwaardig juridisch onderzoek naar het Nederlandse bedrijfsrecht en naar de internationale invloeden daarop die het rechtstreeks gevolg zijn van het internationale karakter van het bedrijfsrecht. Door de samenwerking van wetenschappers op verschillende deelgebieden van het bedrijfsrecht is het mogelijk om vergelijkbare ontwikkelingen op de verschillende deelgebieden te onderkennen. In die zin is het programma dan ook uniek binnen de juridische onderzoekscultuur aan Nederlandse universiteiten.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
4
Maatschappelijke relevantie Het programma Lex Mercatoria is sterk op (de praktijk van) het handelsverkeer en het ondernemend bedrijfsleven betrokken. Het onderzoek is van belang voor Nederland als centrum voor handel, distributie en kenniseconomie. Belangrijke dwarsverbanden worden inzichtelijk gemaakt, de actualiteit wordt op de voet gevolgd. Dit kan bijdragen aan gemeenschappelijke oplossingen voor de verschillende deelgebieden alsook aan een grotere samenhang tussen de deelgebieden waarmee een betere systematiek van het rechtssysteem kan worden bereikt. Het is van belang dat Nederland een innovatief en creatief economisch klimaat creëert ingebed in een transparante juridische omgeving. Toetsing van onderzoeksresultaten aan de praktijk in permanente confrontatie met die praktijk is essentieel voor het programma.
Relatie onderwijs en onderzoek Het internationaal georiënteerde onderzoeksprogramma sluit naadloos aan bij het onderwijs binnen de juridische faculteit. De leden die tot de onderzoeksgroep behoren, verzorgen gezamenlijk de master Bedrijfsrecht (variant Handelsverkeersrecht en variant Ondernemingsrecht), de master Commercial law en de master Business, Corporate and Maritime Law. De deelprogramma’s van Lex Mercatoria zijn weerspiegeld in het Rotterdamse onderwijs met vakken als Grensoverschrijdend bedrijfsrecht, European Company and Labour law, Corporate & Commercial Litigation, Carriage of Goods en Maritime Law.
3. Oriëntatie en methode Binnen het onderzoeksprogramma wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden van juridisch onderzoek. Per project wordt vastgesteld wat de meest geschikte onderzoeksmethode is. Een groot deel van het onderzoek is klassiek juridisch onderzoek, waarbij gebruik gemaakt wordt van bronnenmateriaal bestaande uit boeken, artikelen en rechtspraak en toelichtende stukken bij verdragen, richtlijnen, verordeningen en wetgeving. Gezien het thema van dit onderzoeksprogramma ligt het voor de hand dat veel onderzoek grensoverschrijdend is. Publiceren in internationale tijdschriften en bundels heeft dan ook hoge prioriteit. Voor de uitleg van internationale regelgeving is rechtsvergelijking een must. Maar ook als het onderzoek tot doel heeft het nationale recht te verbeteren’ en meer competitief te maken, is een rechtsvergelijkende invalshoek van het juridisch onderzoek noodzaak. Binnen de Rotterdamse onderzoeksgroep is veel ervaring aanwezig met het doen van rechtsvergelijkend onderzoek. Rechtsvergelijkend onderzoek is evenals het nationale onderzoek in beginsel bronnenonderzoek aangevuld met bestudering van rechtspraak en toelichtende stukken op het gebied van regelgeving. Alle proefschriften die in de verslagperiode zijn verschenen zijn rechtsvergelijkend van opzet. Hetzelfde geldt voor een groot deel van de andere publicaties. Er wordt gestreefd naar een gezonde mix van wetenschappelijke publicaties en vakpublicaties. Juist de toegevoegde waarde van de vakpublicaties benadrukt de praktijkgerichtheid van het
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
5
programma. In die zin zijn vakpublicaties een welkome aanvulling op de wetenschappelijke publicaties die de kern van het programma tot uitdrukking brengen. Een klein deel van het onderzoek is multidisciplinair. In een aantal onderzoeksprojecten worden aan de rechtseconomie ontleende doctrines gebruikt om te bepalen of een gekozen juridische oplossing ook een efficiënte en effectieve oplossing is. Een multidisciplinaire benadering brengt mee dat in het onderzoek ook inzichten ontleend aan de economische, bedrijfskundige of sociaalwetenschappelijke discipline worden verwerkt. Waar mogelijk maakt empirisch onderzoek deel uit van de onderzoeksprojecten. Voorbeelden hiervan zijn het promotieonderzoek van Reumers (2007), het permanent verrichte onderzoek van De Ly naar de werking van bedrijfsmatig gehanteerde clausules in internationale commerciële contracten en het empirische onderzoek naar het enquêterecht van Kroeze en Pijls (2008). Zoals hiervoor aangegeven bestaat de onderzoeksgroep uit leden van verschillende disciplines binnen het bedrijfsrecht. Het programma is vooral gericht op onderzoek binnen de specialisaties van de tot het bedrijfsrecht behorende rechtsgebieden. De gevarieerdheid van de tot het bedrijfsrecht behorende rechtsgebieden vereisen een bijbehorende juridische expertise. Binnen het programma is gestreefd naar samenhang en naar interne samenwerking. Dit is bereikt door de thema’s van de deelprogramma’s zo te kiezen dat daarbinnen onderzoekers uit de verschillende disciplines van het bedrijfsrecht onderzoek kunnen verrichten. Ook is dit bereikt door onderzoeksprojecten te starten waaraan onderzoekers uit de verschillende disciplines van het bedrijfsrecht gezamenlijk werken en door congressen te organiseren met onderzoekers uit de verschillende disciplines van het bedrijfsrecht. Bij de evaluatie van de deelprogramma’s in paragraaf 4 wordt de doelstelling van het programma nader geconcretiseerd. Als methode om bepaalde onderzoeksvragen te toetsen of uiteen te zetten worden wetenschappelijke bijeenkomsten georganiseerd. De resultaten daarvan komen onder 4 aan de orde. 4. Onderzoeksresultaten
In de publicaties van 2005 - het jaar waarin Lex Mercatoria startte - is reeds duidelijk te zien hoe internationalisatie het hart vormt van het onderzoek. Met name de publicaties van Haak, Hoeks, Kramer, Kroeze, De Ly, Smeele en Zwitser hielden zich bezig met internationale verdragen/EGVerordeningen en ontwikkelingen in het buitenland die van invloed zijn op de ontwikkeling van het Nederlands recht. In toenemende mate publiceren de onderzoekers van Lex Mercatoria ook in internationale tijdschriften en nemen zij deel aan internationale congressen. Ook de dissertaties zijn in overwegende mate gericht op internationaal uniform recht of bevatten belangrijke rechtsvergelijkende onderdelen. Opvallend is dat in kort bestek een aantal dissertaties over onderwerpen die tot de kern van het programma gerekend worden, zijn verschenen. In het leeuwendeel van de dissertaties worden meerdere onderzoeksvragen van het programma, zoals hiervoor vermeld, duidelijk zichtbaar, te weten de effecten van internationale ontwikkelingen op het nationale recht en bijbehorende bedrijfscultuur.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
6
Lex Mercatoria probeert mede door middel van institutionalisering haar doelstelling vast te leggen en meer bekendheid te verwerven. In 2006 en in 2008 is binnen het Instituut voor Ondernemingsrecht, waarbinnen de onderzoekers van Lex Mercatoria participeren, samen met de Groningse onderzoeksgroep, het tweejaarlijkse congres van het Instituut voor Ondernemingsrecht georganiseerd over bestuur en toezicht in het ondernemingsrecht. Honderden deelnemers uit wetenschap en praktijk bezochten deze congressen. Tot de sprekers behoorden deelnemers van Lex Mercatoria, maar ook de voorzitter van de SER en de minister van Justitie. Eveneens zijn binnen het programma bijeenkomsten georganiseerd waarbij externe onderzoekers werden betrokken die binnen een specifiek thema bijzondere expertise hebben opgebouwd. De externe bijeenkomsten worden vooraf gegaan door interne debatten over inhoud en afstemming van de onderzoekresultaten. De onderzoeksresultaten zijn: -
Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (2006)
-
Personenschade van de reiziger in Europees perspectief (2007)
-
Opgelegde bescherming in het bedrijfsrecht ( te verschijnen in 2009). In 2007 en 2008 vonden bovendien seminars plaats met een mix van sprekers uit wetenschap en
praktijk over het vervoerrecht. De bijeenkomsten hadden betrekking op het cognossement en het toenemend belang van het internationaal conflictenrecht en procesrecht op het terrein van zee- en vervoerrecht. Op deze manier oefent Lex Mercatoria rechtstreeks invloed uit op de handelspraktijk. Het betreft de volgende bijeenkomsten: -
Conflictrecht in ontwikkeling: de gevolgen voor het zee- en vervoerrecht (2007)
-
Het cognossement: problemen uit de praktijk (2008)
-
Vrij verkeer van vonnissen binnen Europa (2008).
Kwaliteit van het onderzoek De programmaleider van Lex Mercatoria beoordeelt in overleg met andere hoogleraren binnen het onderzoeksprogramma of een publicatie binnen het onderzoeksprogramma past. Zij bewaken ook de kwaliteit van de publicaties aan de hand van de intern vastgestelde instructies ter beoordeling van wetenschappelijke output, die binnen de Erasmus School of Law als maatstaf fungeren ter verkrijging van de zogeheten Sanderskwalificatie. Zij treden sturend op om ervoor te zorgen dat publicaties zoveel mogelijk verschijnen in alle vier deelprogramma’s. Artikelen van onderzoekers worden in de regel ‘meegelezen’ door andere leden van de onderzoeksgroep. Na publicatie worden artikelen in een circulatiemap rondgezonden. Zoals hierna kan blijken is het onderzoeksprogramma qua diepgang en omvang binnen korte tijd goed op stoom gekomen is. De onderzoeksvragen zijn duidelijk herkenbaar in de publicaties in de deelprogramma’s.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
7
Resultaten per deelprogramma In het deelprogramma A ‘Harmonisatie van het bedrijfsrecht’ is allereerst thematisch en breed onderzoek gedaan naar de status van het eenvormig recht in de verhouding tot nationaal recht. In de kernpublicatie Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (2006) is uitvoerig verslag gedaan van de onderzoeksdoelstellingen betreffende de doorwerking van internationale regelgeving in het nationale recht en de daarmee samenhangende implicaties. De bundel beantwoordt in hoge mate aan de doelstelling van het programma. Niet alleen wordt per rechtsgebied vermeld hoe, in welke mate en met welke gevolgen sprake is van internationalisering, maar worden eveneens de verschillende beleidsmatige facetten die achter de eenmakingprocessen schuil gaan, geëxpliciteerd. De studie vertoont binnen het brede en veelzijdige terrein van het bedrijfsrecht een sterke coherentie. Met deze publicatie zet Lex Mercatoria de toon voor de veelzijdigheid en tegelijkertijd de coherentie van het programma 26. Verschillende publicaties van De Ly hebben, behalve op internationale koop- en arbitragerecht, op grond van empirisch onderzoek betrekking op internationale ontwikkelingen op veel gebruikte clausules het internationaal handelsrecht. (Clausules in internationale handelsovereenkomsten). Wansink en Van Tiggele-van der Velde publiceerden over de Principles of European Insurance Contract Law door de projectgroep Restatement on European Insurance Contract Law (zie nader onder deelprogramma D: Rechtspleging in het bedrijfsrecht ). Verbrugh heeft geschreven over de competitie tussen vennootschapsrechtelijke stelsels binnen Europa. In het deelprogramma B ‘Overeenkomsten en hun samenhang in het bedrijfsrecht’ is het onderzoek in de klassieke delen van het handelsrecht, zoals het zee- en vervoerrecht, het waardepapierenrecht en het verzekeringsrecht ondergebracht. De publicaties van Haak, Hoeks, Smeele en Zwitser benadrukken de internationale dimensie van het handelsverkeersrecht. Het onderzoek heeft als vertrekpunt de internationale regelgeving en haar ontwikkeling door met name de rechtspraak. De door- en wisselwerking met nationaal maakt van die ontwikkeling deel uit. Genoemd onderzoek kent als rode draad het internationale recht als vertrekpunt met mogelijke implementatie voor het nationaal recht en voldoet daarmee aan de criteria van de gestelde onderzoeksvragen. De internationale ontwikkelingen worden op de voet gevolgd en gepubliceerd. Op dit punt is Lex Mercatoria in Nederland uniek in zijn soort. In het bijzonder kan gewezen worden op de dissertatie van Koning over het nieuwe Montreal Verdrag betreffende luchtvervoer in 2007. Andere publicaties hebben eveneens betrekking op de jongste ontwikkelingen in het internationale vervoerrecht, zoals jurisdictie en arbitrage in het wegvervoer, luchtvervoer en het multimodaal vervoer. Tegen de achtergrond van de komst van het nieuwe UNCITRAL-Verdrag voor goederenvervoer over zee (2008), trekken de innovatieve publicaties van Zwitser over het voor de praktijk nog steeds onmisbare cognossement, de nodige aandacht in de literatuur en praktijk. De publicaties van Smeele leggen voorts de voor de praktijk belangrijke link tussen onderdelen van klassiek zeerecht en het internationaal procesrecht. De door Smeele opgestarte seminars over actuele ontwikkelingen in het zee- en vervoerrecht stimuleren tot nader onderzoek met publicaties op termijn. Nieuw aio-onderzoek werd in 2007 gestart door Logmans 26
Zie de opgetogen recensie van Hondius, NTBR 2007, p.239
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
8
(zekerheid op lading), terwijl het dissertatieonderzoek van Hoeks over multimodaal vervoer in 2009 wordt afgerond. Het onderzoek van Haak en Smeele naar het fenomeen van beknotting van schadevergoeding aan reizigers (Personenschade van de reiziger in Europees perspectief, 2007) is mede uitgevoerd in samenwerking met collega’s van burgerlijk recht en rechtseconomie alsmede met de relevante brancheorganisaties. Door deze multidisciplinaire benadering is het onderzoek op een bredere wijze gestalte gegeven en draagt bij tot een dieper inzicht in het fenomeen van de internationale reisovereenkomst in verbinding met ontwikkelingen in het internationale zee- en binnenvaartrecht. De inbreng van de sectie verzekeringsrecht is van groot belang voor het programma. De publicaties hebben voor een belangrijk deel betrekking op het nieuwe verzekeringsrecht (invoering Titel 7.17 per 1 januari 2006) en zijn toonaangevend in het Nederlands verzekeringsrecht. Zowel de wetenschappelijke als de vakpublicaties zijn in hoge mate praktijkgericht, waarmee voldaan wordt aan de doelstelling van het onderzoeksprogramma. De op de wetensschappelijke onderzoeksresultaten voortbouwende vakpublicaties van dit deelprogramma betreffen bijdragen met voornamelijk praktijkgerichte beschouwingen, terwijl de annotaties rechterlijke uitspraken analyseren tegen de achtergrond van het nationale en internationale handelsecht. Het deelprogramma C ‘De flexibele en creatieve onderneming in een globaliserende samenleving’ omvat drie onderzoeksprojecten, gericht op gedragsnormering van functionarissen, de structuur en structuurwijzigingen van rechtsvormen, en bescherming van de positie van de onderneming en de bij haar betrokken belangen. De onderzoeksprojecten hebben gemeen dat zij van belang zijn voor waardecreatie en innovatie bij ondernemingen en dat de juridische normering op het gebied van deze onderzoeksprojecten op dit moment sterk aan internationale invloed onderhevig is. Zo wordt invoering van de business judgment rule bepleit voor bestuurdersaansprakelijkheid, wordt invoering van nieuwe rechtsvormen bepleit en is het jaarrekeningenrecht en het effectenrecht sterk in beweging. Het onderzoeksproject C1 ‘Gedragsnormering van functionarissen’ heeft in de verslagperiode goede voortgang geboekt. Er zijn promotietrajecten gestart over bestuurdersaansprakelijkheid (Strik), over de mate waarin bestuurders en commissarissen mogen afgaan op informatie van anderen (Mussche) en over de beloning van bestuurders (Lokin). Assink promoveerde in 2007 cum laude op een proefschrift over rechterlijke toetsing van bestuurlijk gedrag en Pacces promoveerde in 2008 cum laude op een proefschrift over rechtseconomie en zeggenschap van bestuurders. Daarnaast verschenen artikelen en bijdragen aan boeken over onder meer aansprakelijkheid van bestuurders, de verantwoordelijkheid van bestuurders, over het enquêterecht en gedragsnormering, over besluitvorming in vennootschappen en sociale psychologie, elektronisch stemmen en besluitvorming, onafhankelijkheid van commissarissen, schadevergoedingsacties van aandeelhouders, over decharge en over de wijze waarop de Ondernemingskamer en de Hoge Raad omgaan met het ondernemingsrecht.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
9
De onderzoeksgroep was medeorganisator van het tweedaagse congres ‘Bestuur en Toezicht’ van het Instituut voor Ondernemingsrecht in november 2008 27. Vletter was spreker tijdens het congres. Haar voordracht zal uitmonden in een publicatie. Het onderwerp van dit congres valt volledig binnen onderzoeksproject C.1. Met meer dan 500 bezoekers was het congres geslaagd. Op korte termijn wordt een promotieonderzoek gestart naar decharge en kwijting in rechtsvergelijkend perspectief. In de verslagperiode is extern gefinancierd onderzoek verricht vallend binnen het onderzoeksthema. Het betrof onderzoek naar de beperking van aansprakelijkheid door het gebruik van rechtspersonen (Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie), naar misbruik van buitenlandse rechtspersonen (WODC) en naar de empirische aspecten van het enquêterecht (Ministerie van Justitie). Het onderzoek naar misbruik van buitenlandse rechtspersonen heeft geleid tot een boek. Het onderzoek naar het enquêterecht is inmiddels openbaar gemaakt en aan de Tweede Kamer aangeboden. Binnenkort zal het als publicatie verschijnen bij uitgeverij Kluwer. Het onderzoeksproject C.2 ‘De structuur en structuurwijzigingen van rechtsvormen’ heeft geleid tot een reeks promoties en in gang gezette promotieonderzoeken. Daarnaast verschenen diverse artikelen in tijdschriften. Promotietrajecten werden gestart over juridische splitsing van rechtspersonen (H. Koster; verdediging eind 2009), over de rol van de raad van commissarissen bij overnames (Kemperink) en over personenvennootschapsrecht en beperkte aansprakelijkheid (Wuisman). Verbrugh promoveerde in 2007 op een proefschrift over structuurwijzigingen bij kapitaalvennootschappen en de positie van schuldeisers. Reumers promoveerde in 2007 op de samengevoegde afwikkeling van faillissementen (via vereenzelviging van rechtspersonen), terwijl Klaassen promoveerde op de bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders met historische, concernrechtelijke en rechtsvergelijkende beschouwingen. Er verschenen tijdschriftpublicaties over de 403-verklaring bij juridische fusie en splitsing, over het nieuwe BV-recht, over de maatschappelijke onderneming en de Belgische vennootschap met sociaal oogmerk en over de betekenis van art. 2:107a bij de overdracht van een belangrijk deel van de onderneming. Het onderzoeksproject C.3 ‘Bescherming van de positie van de onderneming en de bij haar betrokken belangen’ is in de verslagperiode goed op gang gekomen. Gestart werden de promotieonderzoeken over het Europees paspoort voor het prospectus bij de uitgifte van aandelen (Arons), causaliteit bij aansprakelijkheid voor misleidende mededelingen tegenover beleggers (Pijls; dit onderwerp valt ook binnen C.1 en D.2), over prospectusaansprakelijkheid (Franx), over de jaarrekeningprocedure (Koster), over aandeelhoudersbevoegdheden (De Jongh), over grondrechten en ondernemingsrecht (Schild) en over het vennootschappelijk belang (Van ’t Spijker). Daarnaast verschenen publicaties in tijdschriften en boeken over de bescherming van minderheidsaandeelhouders in het BV-recht, gelijke behandeling van aandeelhouders, mensenrechten en minderheidsaandeelhouders, collectieve en afgeleide acties van aandeelhouders, misleiding van het beleggend publiek als oneerlijke handelspraktijk, toezicht op buitenlandse vennootschappen, de wet op het financieel toezicht, rechterlijke bemiddeling bij Stork, consolidatiecriteria in het 27
Het Instituut voor Ondernemingsrecht is een samenwerkingsverband tussen de Rijksuniversiteit Groningen en de Erasmus
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
10
jaarrekeningenrecht vanuit communautair oogpunt, jaarrekening en verantwoording, situationele gelijkheid in het (privaat)recht en de gevolgen van fundamentele rechten voor het Nederlandse vennootschapsrecht. Aandacht verdient het minisymposium dat ter ere van de oratie van Timmerman in 2008 is georganiseerd over de grondslagen van het geldende ondernemingsrecht. Tijdens dit symposium is een verbinding gelegd met de rechtsfilosofische discipline. Rechtsfilosoof Foqué heeft vanuit zijn expertise zijn visie gegeven op de grondslagen van het ondernemingsrecht. In deelprogramma D ‘Rechtspleging in het bedrijfsrecht’ heeft Kramer in het kader van een door het College van Bestuur toegekend fellowship voor zeer getalenteerde onderzoekers een samenhangend onderzoek gedaan naar de harmonisatie van het procesrecht in de Europese Unie, dat heeft uitgemond in een groot aantal publicaties in het onderdeel ‘harmonisatie van het Europees procesrecht’ (D1). Haar publicaties beschrijven de recente ontwikkelingen sinds het in werking treden van onder meer de Europese Betekeningsverordering, de Europese Insolventieverordening, de Europese Bewijsverordening en de Verordening betreffende de Europese executoriale titel en de recent vastgestelde Europese procedures: de Europese betalingsbevelprocedure en de Europese procedure voor geringe vorderingen (small claims procedure). De rechtspleging op het gebied van het internationaal bedrijfsrecht is daarmee in de afgelopen jaren in hoog tempo geëuropeaniseerd. Voorts participeert Kramer in een project van het American Law Institute en International Insolvency Institute naar “Global Principles for Cooperation in International Insolvency Cases.” Een belangrijke bijdrage aan het debat over wereldwijde regeling van de internationale bevoegdheid ten aanzien van handelsovereenkomsten is met het dissertatieonderzoek van Lith in 2008 afgerond. De promotie vindt plaats in juni 2009. Een tiental publicaties heeft betrekking op het onderdeel D2: ‘Geschilbeslechting in het bedrijfsrecht’. Het gaat om een proefschrift, bijdragen aan boeken en enkele artikelen in tijdschriften. Het betreft o.a. de rol van de Ondernemingskamer in enquêteprocedures (vgl. de dissertatie van Assink (2007) en publicaties van Kroeze, Verbrugh en Timmerman) en de rechtspraak bij scheepsongevallen onder vigeur van het Europees procesrecht (EEX-Vo), op welk terrein Smeele zijn onderzoek mede toespitst. De dissertatie van Van Muijden over mediation was van belang voor de internationale arbitragepraktijk. Een zeer omvangrijk empirisch onderzoek naar geschilbeslechting in het enquêterecht is in 2007 en 2008 uitgevoerd door Kroeze en Pijls (mede met financiering van het ministerie van Justitie). Het onderzoek werd in de verslagperiode afgerond en zal medio 2009 in druk verschijnen.
Samenvatting onderzoek in deelprogramma’s De onderzoeksresultaten zijn goed meetbaar aan de hand van de criteria ter beoordeling van wetenschappelijke output in de Erasmus School of Law. De aanpak door middel van de gekozen onderzoeksmethoden kan effectief worden genoemd. Het aantal dissertaties is behoorlijk, het programma beschikt over voldoende aantrekkingskracht op jonge, veelbelovende onderzoekers, onder wie een gestaag stijgend aantal buitenpromovendi.
Universiteit Rotterdam.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
11
De programmaleider bemerkt bij de deelnemers van het programma veel elan en merkt ook dat dit buiten de onderzoeksgroep wordt (h)erkend. De onderzoekers werken met enthousiasme aan gezamenlijke projecten en nemen deel aan gezamenlijke activiteiten. Ook promovendi publiceren met regelmaat artikelen. Met steeds grotere regelmaat melden zich buitenpromovendi met de wens dat zij bij een van de hoogleraren willen promoveren. Er zijn in de NWO MaGW-ronde 2008 successen behaald. Twee onderzoeksaanvragen (promotietrajecten) zijn gehonoreerd en komen in aanmerking voor subsidie van NWO (aanvragen van De Ly en van Kroeze/Vletter-van Dort). Dit succes leidt ook binnen de faculteit tot toewijzing van twee extra promovendiplaatsen aan Lex Mercatoria. De kwaliteit en diepgang van het programma wordt bewaakt en aangestuurd door onderzoekers die onbetwist als gezaghebbend binnen hun discipline gelden. 5. Onderzoekers
De onderzoekers van het programma Lex Mercatoria maken deel uit van de secties ondernemingsrecht, handelsverkeersrecht, verzekeringsrecht en internationaal privaatrecht van de Erasmus School of Law. De onderzoekers met rechtseconomische achtergrond zijn vanaf aanvang 2008 niet langer beschikbaar voor het programma wegens de opverstap naar het nieuw privaatrechtelijk onderzoeksprogramma ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’. Een enkele aio verliet vroegtijdig het programma om de carrière in de beroepspraktijk voort te zetten. Zoals uit tabel 1 valt op te maken, is in vergelijking met het bestand van hoogleraren en aio’s het middenaandeel van UHD’s en UD’s betrekkelijk gering. Zie daarover de opmerkingen in paragraaf 10 (SWOT-analyse). 6. Reputatie
De reputatie van de hoogleraren die participeren in Lex Mercatoria kan blijken uit de volgende kwalificaties. Wansink en Haak zijn rechter- en raadsheer- plaatsvervanger; Wansink is tevens NAI-arbiter; Haak is arbiter bij het instituut TAMARA. Wansink is voorts Lid van de Tuchtraad Financiële Dienstverlening, Voorzitter van de Commissie van Beroep NIVRA Experts, Voorzitter van de Beroepscommissie Stichting Examens Financiële Dienstverlening (SEFD) en Hoogleraar verzekeringsrecht aan de Universiteit Leiden. Timmerman is Advocaat- Generaal bij de Hoge Raad en lid van de KNAW; Beckman en Smeele zijn gespecialiseerde advocaten, terwijl Kroeze voor zijn voltijdse aanstelling eveneens advocaat was en thans NAI-arbiter, evenals Vletter-Van Dort, die tevens een commissariaat bij Fortis Nederland NV vervult. De Ly is arbiter bij het NAI en het gerenommeerde ICC te Parijs. Daarnaast gelden per lid van de onderzoeksgroep nog de volgende hoedanigheden.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
12
Prof. mr. H. Beckmann Prof.mr. H. Beckmann was lid van de redactie externe verslaggeving van het maandblad voor Accountancy en Bedrijfseconomie (MAB) van 1988 t/m 2008. Lid van de redactie van het tijdschrift Ondernemingsrecht (en rechtsvoorganger) vanaf 1994. Hij is voorts lid van de redactie Documentatie rond de jaarrekening, losbl. 8 delen, verschenen vanaf 1982 en voorzitter redactie Compendium voor de jaarrekening, losbl. 7 delen, verschenen vanaf 1984. Ingaande 1 maart 2006 is hij tevens hoogleraar ondernemingsrecht in het bijzonder in het jaarrekeningenrecht aan de RuG (in het kader van het gezamenlijk Instituut voor Ondernemingsrecht).Hij heeft op uitnodiging van de werkgroep tuchtrecht van het ministerie van Justitie op 23 maart 2006 in een besloten symposium op het Minister van Justitie gesproken over "Een nieuw beleidskader voor tuchtrecht in Nederland'.Hij was gastspreker op de eerste jaarvergadering van de Vereniging Jaarrekeningenrecht aan de Universiteit van Tilburg op 24 september 2008.
Prof. mr. K.F. Haak Prof.mr. K.F. Haak (programmaleider) heeft in 2005 onderzoek verricht naar de Harmonization of intermodal transport in opdracht van SPIN Network en DG Tren EU. Hij participeerde als spreker in verschillende buitenlandse conferenties: op het Max Planck Instituut Hamburg over dangerous goods; op de Bigli University Istanbul over het nieuw Turks Wetboek van Koophandel. Hij was keynote speaker op het CMR Jubileum Congres in 2006 in Amsterdam en Antwerpen, sprak op uitnodiging van het Deutches Gesellschaft fur Transportrecht in Dresden. Hij was gedurende de periode 1992-2001 redacteur bij het Nederland Juristenblad, gedurende de periode 1983-2006 redacteur bij het Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht, en is sinds 1988 redacteur bij Schip & Schade en sinds 2000 NJ annotator voor handelsrecht. Bewerker van Tekst & Commentaar Burgerlijk Wetboek (diverse onderdelen van Boek 8 BW).
Mr. M.A.I.H. Hoeks Mr. M.A.I.H. Hoeks hield in 2007 een voordracht gehouden op MARLAW congres te Ithaka, Griekenland. Tevens is zij bewerker voor het nieuwe spoorvervoerrecht in Boek 8 BW voor Tekst & Commentaar.
Prof.mr. M.J. Kroeze Prof.mr. M.J. Kroeze is betrokken geweest bij diverse 3e geldstroomprojecten, waaronder de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie ´Beperking van beroepsaansprakelijkheid door het gebruik van rechtspersonen´ (2006), WODC ´Misbruik van buitenlandse rechtspersonen´ (2007) en Ministerie van Justitie ´Het recht van enquête. Een empirisch onderzoek´ (uitgevoerd in 2007 en 2008; openbaar gemaakt in 2009). Daarnaast heeft hij voordrachten gehouden op congressen in binnen- en buitenland (o.a. OECD-congres ‘Roundtable on Corporate Governance in China) en gastcolleges verzorgd aan de Fudan University, Shanghai China, en aan de Tsinghua University, Beijing China. Hij is hoofdredacteur van het tijdschrift Ondernemingsrecht (vanaf 2005), redacteur van het European Company and Financial Law Review, medewerker van het Nederlands Juristenblad, lid van de redactie
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
13
van Sdu Commentaar Ondernemingsrecht en lid van de redactie van Opmaat Ondernemingsrecht. Hij is tevens bewerker van de nieuwe druk van Asser/Van der Grinten/Maeijer, 2/II. Tot slot is hij bestuurslid van de Vereeniging ‘Handelsrecht’ en de Vereniging Corporate Litigation en lid van de Commissie Vennootschapsrecht. Hij trad op als referent voor NWO en maakte deel uit van een beoordelingscommissie.
Mr. A.G.H. Klaassen Mr. A.G.H. Klaassen is sinds september 2001 Redactiesecretaris bij Vennootschap & Onderneming. Zij is auteur van de Wet en Rechtspraak Ondernemingsrecht (vereniging, coöperatie, stichting, fusie en splitsing), lid van de Universiteitsraad en lid van het Presidium van de Universiteitsraad.
Mr.dr. X.E. Kramer Mr.dr. X.E.Kramer was keynote speaker op diverse congressen in Duitsland, België en Brazilië, waaronder het congres Europaische Rechtsakademie/European Law Academy (ERA). Daarnaast heeft zij op 30 november 2007 een seminar georganiseerd over The role of the Indonesian Constitutional Court as the guardian of the constitution and the protector of human rights. Zij is senior onderzoeker in de onderzoeksschool Ius Commune in het programma: ‘Grondslagen en beginselen van burgerlijk procesrecht in Europa’, participeert in een tweetal internationale projecten: 1) American Law Institute (ALI) en International Insolvency Institute (III) “Global Principles for Cooperation in International Insolvency Cases” o.l.v. Prof. Bob Wessels & Prof. Ian Fletcher (2008-2009), 2) “European Commentaries on Brussels I”, IPR Verlag München (2008-2009)). Zij heeft gedurende de periode 2000 –2008 een tweetal promovendi begeleid. Tevens is zij sinds 2008 hoofdredacteur van het tijdschrift Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), zij is tot 2008 (sinds 2000) lid van deze redactie. Overige redactielidmaatschappen heeft zij bij het Verzekerings-Archief (2004-heden) en het handboek Schaderegeling Motorrijtuigen (2004-heden).
Prof. mr. F.J.M. de Ly Prof.mr. F.J.M. de Ly is voorzitter van het International Commercial Arbitration Committee van de International Law Association alsmede voorzitter van de internationale Groupe de Travail Contrats Internationaux en bestuurslid van het World Business Law Institute van de Internationale Kamer van Koophandel.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
14
Prof. mr. F.G.M. Smeele Prof.mr. F.G.M. Smeele was op diverse internationale congressen keynote speaker, zoals het International Colloquium on Liability Regimes in Contemporary Maritime Law, Swansea University, 15-16 September 2006, het International Colloquium on The Evolving Law and Practice of Voyage Charterparties, Swansea University, 11-12 September 2008 en Hamburg Lectures on maritime affairs, 25 September 2008. Bovendien is hij organisator van een groot aantal studiemiddagen voor de Nederlandse Vereniging van Vervoerrecht advocaten en het NIVRE.
Prof. mr. L. Timmerman Prof.mr. L. Timmerman is sinds 2002 lid van de KNAW. Hij was tussen 1995 en 2006 hoofdredacteur van het tijdschrift Ondernemingsrecht. Tussen 1994 en 2004 was hij voorzitter van de Vereeniging ‘Handelsrecht’. Van 1992 tot 2008 nam hij deel aan de Commissie vennootschapsrecht, waarvan hij in 2007 voorzitter is geworden. Tevens vonden er 19 promotieonderzoeken onder zijn leiding plaats.
Prof. mr. H.M. Vletter-van Dort Prof.mr. H.M. Vletter-van Dort is sinds 2006 hoofdredacteur tijdschrift jurisprudentie Financieel Recht. Verder is zij redacteur bij de volgende periodieken: Sdu Commentaar Financieel recht, Tijdschrift voor Ondernemingsbestuur, Sdu, Commentaar Ondernemingsrecht, Dossier Onderneming & Financiering. Zij is daarnaast vanaf 2007 tevens hoogleraar Effectenrecht aan de RuG (in het kader van het gezamenlijke Instituut voor Ondernemingsrecht). Vanaf 2006 is zij lid van de raad van commissarissen van Fortis Bank Nederland. Daarvoor was zij raadsheer in de Ondernemingskamer van het Gerechtshof Amsterdam. Per 1 september 2009 is zij benoemd tot lid van de Monitoring Commissie Corporate Governance Code. Mr. M.A. Verbrugh is sinds 1 januari 2008 redactiesecretaris van het tijdschrift Ondernemingsrecht.
Prof. mr. J.H. Wansink Prof.mr. J.H. Wansink neemt deel aan de internationale onderzoekssamenwerking ‘Restatement of European Insurance Contract Law’, een Europese projectgroep. Voorts is hij hoofdredacteur van zowel het tijdschrift Aansprakelijkheid, Verzekering & Schade (sinds 2000), alsmede van Tekst & Commentaar Verzekeringsrecht en Burgerlijk Wetboek (sinds 2005). Tevens is hij redacteur van Het verzekeringsarchief (sinds 1980) en is hij redacteur van de ‘Serie Verzekeringsrecht’ (sinds 1985). Sinds 1990 is hij voorzitter van de ‘Vereniging voor verzekeringswetenschap’. Ook is hij lid van de Presidential Council of the Association Internationale de Droit des Assurances.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
15
7. Leiderschap
De programmaleider draagt de eindverantwoordelijkheid voor de realisering van het onderzoeksprogramma. Daarbij wordt hij bijgestaan door collegae die in hun hoedanigheid van clusterhoofd verantwoordelijk zijn voor hun specifieke rechtsgebied. De interne evaluatie geschiedt grotendeels via de hiërarchieke lijnen van de facultaire organisatie. Dit brengt mee dat vooral de hoogleraren de publicaties van hun medewerkers evalueren aan de hand van de daartoe binnen de Erasmus School of Law vastgestelde criteria. Daarbuiten stimuleert de programmaleider de opzet van de gezamenlijk uit te voeren themaprojecten en treedt daarbij als coördinator op. Dat heeft geresulteerd in themabundels in 2004 (bewuste roekeloosheid, in het kader van de aanloop tot Lex Mercatoria), in 2006 (eenvormig bedrijfsrecht) en in 2007 (personenschade van de reiziger). De congresbundel van het in maart 2009 gehouden congres ‘Opgelegde bescherming in het bedrijfsrecht’ zal ultimo 2009 verschijnen. 8. Maatschappelijke relevantie
Zoals al eerder aangegeven, is het programma naar zijn aard mede gericht op dienstbaarheid aan de praktijk. Cruciaal is de interactie tussen mondiale, Europese en nationale ontwikkelingen op het terrein van het bedrijfsrecht. Van belang daarbij is dat, behalve publicaties op de verschillende deelgebieden van het bedrijfsrecht, de coherentie tussen de deelgebieden waar mogelijk in kaart gebracht worden. Het wetenschappelijk karakter van het programma impliceert dat wetenschappelijke publicaties centraal staan. Daarnaast zullen daaraan gerelateerde vakpublicaties (annotaties, columns, korte expliciterende verhandelingen, bewerkingen van handboeken en wetscommentaren) permanent tot de output blijven behoren. De publicaties zijn in de kern sterk gericht op de economische activiteiten in het bedrijfsleven. Het onderzoek wordt gekenmerkt door een praktische inslag: het moet uiteindelijk dienstbaar zijn aan de praktijk. Die inslag is uit het leeuwendeel der publicaties duidelijk af te leiden. Dit uitgangspunt kan door middel van een gezonde mix van zuiver wetenschappelijke publicaties enerzijds en vakpublicaties en annotaties anderzijds gerealiseerd worden. Onderzoekers worden regelmatig gevraagd een bijdrage te leveren aan voorlichting aan de praktijk in fora, conferenties, congressen en studiebijeenkomsten. De diversiteit en veelzijdigheid van de tot het programma behorende rechtsgebieden vereist naast wetenschappelijke diepgang tevens specifieke expertise in de praktijk en rechtspraak. De voor het programma dragende deelnemers/hoogleraren voldoen aan die dubbele eis. (Zie deel 6 Reputatie).
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
16
9. Scouting en personeelsbeleid
In de periode 2006-2008 heeft het onderzoeksprogramma min of meer dezelfde samenstelling gekend. Het programma wordt gedragen door een groot aantal hoogleraren waarvan vijf met een fulltime aanstelling. Ook zijn er enkele kwalitatief hoogstaande (externe) onderzoekers aangetrokken met het oog op versterking van het onderzoekprogramma. Timmerman, lid KNAW sinds 2002 en advocaat-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden en Smeele, specialist op het zee- en vervoerrecht en internationaal privaatrecht, zijn aangesteld als hoogleraar Grondslagen van het Ondernemingsrecht resp. Commercial Law. Vervolgens zijn er enkele talentvolle studenten uit eigen kweek aangesteld op promovendifuncties, te weten Logmans, Pijls en Arons. Pijls was in 2007 de winnaar van de facultaire scriptieprijs. Deelnemers aan het onderzoeksprogramma die doceren en scripties begeleiden, proberen talentvolle studenten al in een vroeg stadium te onderscheiden en te interesseren voor een student-assistentschap of voor het schrijven van een scriptie bij een van de docenten. Een deel van de nieuwe kweek is op deze manier geworven. 10. Sterkte-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode
Sterke punten Wat betreft de sterke punten van het programma wordt gewezen op het feit dat in lijn met de aard van het bedrijfsrecht de publicaties een sterk praktische inslag hebben waar zij voor een belangrijk deel de internationale inbedding en doorwerking van regelgeving in het nationaal bedrijfsrecht analyseren, en op haar praktische uitwerking voor het bedrijfsleven becommentariëren. De publicaties hebben betrekking op de kernpunten van de verschillende deelgebieden van het bedrijfsrecht, dat in hoge mate aan de drang tot verdere eenmaking en harmonisatie bloot staat. Met de gekozen opzet onderscheidt het programma zich van de bestaande onderzoekprogramma’s van andere universiteiten in Nederland. Er is geen andere juridische faculteit in Nederland die zich (nog) zo op het bedrijfsrecht in brede zin toelegt als de Erasmus School of Law. In die zin kan gesproken worden van een Rotterdamse school. Het programma is in korte tijd goed op stoom gekomen en heeft aan de verwachtingen voldaan. Tot de sterke punten moet verder worden gerekend dat een achttal hoogleraren met een onbetwiste onderzoeksreputatie zich aan het programma gecommitteerd heeft. Het programma kan na een betrekkelijk korte incubatieperiode dan ook bogen over een output met een gezonde mix van dissertaties, wetenschappelijke publicaties, annotaties en vakpublicaties, verdeeld over de gekozen deelprogramma’s. De deelnemers, hoezeer toegewijd aan het eigen deelgebied binnen het bedrijfsrecht, zijn bereid gebleken te participeren in een periodiek gezamenlijk onderzoekproject, waarin de coherentie van een bepaald thema binnen het bedrijfsrecht wordt geëxploiteerd, waardoor tevens nieuwe impulsen aan het onderzoek worden gegeven. Vooral dit type onderzoek heeft geleid tot vernieuwing en stimulering van het onderzoek. De nadruk zal in de toekomst van het programma liggen op handhaving en uitbouw van deze methode van onderzoek, waar mogelijk met behulp van empirisch en multidisciplinair onderzoek en in samenwerking met potentiële gelijkgerichte onderzoekprogramma’s.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
17
Voorts is verheugend dat het aantal buitenpromovendi groeit, waaruit mag worden afgeleid dat het programma ook extern uitstraling heeft. Het aantal promovendi (inclusief buitenpromovendi) bedraagt inmiddels 17. Dit is gezien de omvang van het programma aanzienlijk. Het facultair onderzoeksbeleid tracht het aantrekken van jonge onderzoekers/sters te stimuleren door onderzoeksplannen met een uitstekende NWO-beoordeling te honoreren met een aio-aanstelling. Lex Mercatoria heeft in de NWO-MaGW-ronde 2008 twee aanvragen gehonoreerd zien worden. Op grond van het facultaire stimuleringsbeleid tweedegeldstroom betekent dit dat Lex Mercatoria naast de twee door NWO gefinancierde plaatsen twee extra facultaire aio-plaatsen krijgt toegewezen.
Zwakke punten Als zwak punt van het programma kan worden gedacht aan het tekort aan een stevig middenkader; naast een achttal hoogleraren participeert een drietal UHD’s en een drietal UD’s. Het is van eminent belang dat de onderzoekstijd van de ‘top’ van de onderzoekers ten volle gehandhaafd blijft, wat mede afhankelijk is van een redelijke ondersteuning van aanstormend talent. Het kan niet zo zijn dat kwaliteit en kwantiteit nagenoeg volledig op de ‘top’ van de onderzoekers steunt. Deze zwakke stee kan uitsluitend weggenomen worden door een gedegen financiering van het programma. Naast aanvragen via MaGW wordt elders externe fondswerving overwogen. Voorts moet worden betreurd dat de verzekeringsrechtelijke input van het programma slechts bescheiden kan zijn wegens ontoereikende onderzoekscapaciteit. Het derde geldstroomonderzoek vindt nog slechts op incidentele basis plaats.(Kroeze, KNB, WODC, MvJ; Haak, EG Tren; Vletter-Van Dort, Eumedion). Een actief beleid tot het aanvragen van derde geldstroom wordt thans ingezet.
Kansen en bedreigingen voor de toekomst Wat betreft de kansen voor verder onderzoek is het gesternte gunstig. Het bedrijfsleven en daarmee het bedrijfsrecht maken deel uit van het gestage proces van globalisering. De praktijk beschouwt het onderzoek als noodzakelijk. De uitdaging van het programma is dan ook meer onderzoekers van buiten de Erasmus School of Law aan het programma te verbinden met de waarschijnlijke kans op een multipliereffect. De noodzaak tot wijziging van doelstelling en methode van onderzoek, af te leiden uit voornoemde analyse, dient dan ook niet zozeer betrekking te hebben op inhoudelijke bijsturing maar veeleer op uitbreiding van het onderzoeksvolume en de financiering ervan. Een van de strategische keuzes om dit te bereiken, is dat de onderzoeksgroep streeft naar een relatief groot aantal promovendi binnen het programma. Daartoe is al aan begin gemaakt met het verkrijgen van vier extra promotieplaatsen (twee gefinancierd door NWO en twee door de faculteit).Op korte termijn dienen daartoe verdere plannen te worden ontvouwd en zowel interne als externe middelen te worden aangewend. De realisering hiervan is mede afhankelijk van de externe waardering van de tot dusver bereikte doelstellingen van het programma.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
18
Het ligt dan ook niet in de rede de missie van het programma ingrijpend bij te stellen. Gelet op de nog korte looptijd van vier jaar zou dat ook niet verstandig zijn. Integendeel, de start is juist veelbelovend. Met gezamenlijk enthousiasme worden onderzoektaken uitgevoerd. Dat betekent niet dat tijdige bijstelling of aanscherping binnen de deelprogramma’s niet mogelijk zijn; de clusterhoofden zullen de status quo steeds tegen nieuwe ontwikkelingen moeten afwegen. De onderzoekers wensen het programma ook voor de komende periode 2009-2013 dan ook te continueren. De laatste jaren geeft (in vergelijking met de periode voor de start van Lex Mercatoria in 2005) een stijgende lijn te zien in het aantal promoties binnen het programma, hetgeen een impuls betekent voor het programma. Inmiddels is het programma erin geslaagd ook een aantal buitenpromovendi aan te trekken. Mede vanwege de output van het programma en de kwaliteit van de onderzoekers die het programma aan zich heeft weten te binden, begint de naamsbekendheid in den lande navenant toe te nemen. Ook om die reden ligt voortzetting op middellange termijn voor de hand. Naast eerdere succesvolle gezamenlijke onderzoeksprojecten is in het najaar van 2008 gestart met het onderzoek naar het thema “Opgelegde bescherming in het bedrijfsrecht”, waarin tot uitdrukking wordt gebracht het fenomeen dat de (internationale) wetgever en rechter ten koste van het beginsel van de partijautonomie ingrijpen in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen wegens belangen ontleend aan o.a. de eisen van het handelsverkeer, verzekerbaarheid of investeringsklimaat. Het project is erop gericht een analyse te geven van de ontwikkelingen en achtergronden van het fenomeen van “opgelegde bescherming” in het (inter)nationale bedrijfsrecht, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de ratio, de methodiek en dynamiek binnen de verschillende rechtsgebieden van het bedrijfsrecht. Het project bevindt zich in de beschrijvende fase. De resultaten worden eind 2009 verwacht. Daarnaast blijven de meer individuele publicaties gericht op de nationale en internationale ontwikkelingen op de diverse deelgebieden van het bedrijfsrecht van permanent belang, waarbij zoveel mogelijk aansluiting gezocht wordt bij experts buiten de onderzoeksgroep. Daartoe is een begin van samenwerking opgezet met onderzoekers van de RU Groningen (ondernemingsrecht) en Radboud Universiteit Nijmegen (verzekeringsrecht) en ligt internationale samenwerking in het nabije verschiet met de 0Universiteiten van Southampton, Hamburg en Singapore (zee- en transportrecht). In 2009 is het Rotterdam Institute for Shipping and Transport Law (RISTL) opgericht. Dit instituut wil een leidende rol gaan spelen op het terrein van het vervoerrecht binnen Europa. Het instituut is mede gericht op samenwerking met buitenlandse onderzoekers. De Erasmus School of Law steunt het instituut met extra middelen. Op langere termijn wordt gestreefd naar aansluiting bij een onderzoekschool, met behoud van het eigen karakter.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
19
ANNEX BIJ ‘LEX MERCATORIA’ Tabel 1: personele formatie in fte’s onderzoek
2006
2007
2008
Hoogleraren
1,43
1,89.
1,77
Ander vast wp
0,8
1,03
1,78
Promovendi
4,20
4,23
3,45
Overig tijdelijk wp
0,34
0,76
0,24
Totaal WP
6,77
7,91
7,24
Totaal staf
6,77
7,91
7,24
Ondersteuning
Tabel 2: Kwantitatieve onderzoeksresultaten per jaar 2006
2007
2008
Monografieën en handboeken
6
5
4
Dissertaties
5
7
5
18
20
16
Artikelen in overige tijdschriften
7
5
9
Bundels en verzamelwerken (mits redactie)
0
0
0
32
19
10
68
56
44
Monografieën en handboeken
7
2
1
Bundels en andere verzamelwerken
0
0
1
Artikelen
42
49
43
Annotaties
2
10
11
51
61
56
Wetenschappelijke publicaties
Artikelen in gerefereerde tijdschriften
Artikelen in bundels en andere verzamelwerken Totaal Vakpublicaties
Totaal
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
20
Tabel 3: Kernpublicaties
1
Naam
Publicatie
Vindplaats
Ly, F.J.M. de,
Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of
Den Haag: Boom Juridische
Haak, K.F., Boom,
utopie?
Uitgevers, 2006, isbn 978-90-
W.H. van
2
3
Assink, B.F.
Kramer, X.E.
5454-777-4, 386 p.
Rechterlijke toetsing van bestuurlijk
Erasmus Universiteit Rotterdam,
gedrag: binnen de vennootschap van
Deventer: Kluwer, 2007, isbn 978-
Nederland en Delaware
90-13-04772-1, 723 p.
The European Small Claims
Zeitschrift für Europaische
Procedure: Striking the Balance
Privatrecht, 2008 (2), p. 355-373
between Simplicity and Fairness in European Litigation
4
Wansink, J.H.
The Restatement of European
Verzekeringsarchief, issn 0042-
Insurance Contract Law: doelstellingen
4528, 2006, p. 81-93
en verhouding tot Nederlands verzekeringsrecht
5
Kroeze, M.J.
Bange Bestuurders
Ondernemingsrecht, issn 13891456, 2006 (1), 4-14
6
Ly, F.J.M. de
Non-compete clauses in international
Revue de Droit des Affaires
contracts / les clauses de non-
Internationales, Paris, issn. 0295-
concurrence dans le contrats
5830, 2006, p. 441-494
internationeaux
7
8
Timmerman, L.
Haak, K.F.
Welfare, fairness and a simple private
EBOR, issn 1566-7529, 2007 (8:3),
and flexible company law
p. 325-334
Revision der CMR?
Transportrecht, issn 0174-559X, 2006, p. 325-336
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
21
Tabel 4: Promotie per jaar 2006
2007
2008
Aantal lopende promotieonderzoeken
20
17
18
Aantal afgeronde promoties
5
7
5
Waarvan medewerker van het instituut
1
6
2
Waarvan niet-medewerker van het instituut
4
1
3
Duur promotieonderzoek in jaren 28
28 28
n.v.t.
5 jaar en 6 maanden
Duur afgerond promotieonderzoek promovendi in dienst van de ESL
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
22
n.v.t.
Tabel 5: Overzicht publicaties ‘Lex Mercatoria’ Publicaties 2006 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. Bergh, R.J. Van den & Camesasca, P.D.N. (2006). European Competition Law and Economics: A Comparative Perspective, completely revised 2d ed. London: Sweet & Maxwell. 2. Fontaine, M. & Ly, F.J.M. De (2006). Drafting International Contracts, An Analysis of Contract Clauses. Ardsley, New York: Transnational. 3. Haak, K.F., Zwitser, R. & Blom, A. (2006). Van haven & handel : hoofdzaken van het handelsverkeersrecht. Deventer: Kluwer. 4. Ly, F.J.M. De, Haak, K.F. & Boom, W.H. van (2006). Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 5. Wansink, J.H. (2006). De algemene aansprakelijkheidsverzekering : een hernieuwde beschouwing in het licht van titel 7.17 BW, 3e druk dissertatie (Serie verzekeringsrecht). Deventer: Kluwer. 6. Zwitser, R. (2006). Order- en toonderpapieren (Monografieën BW, 28). Deventer: Kluwer. 1.2 Dissertaties 1. Blom, A. (2006, oktober 05). Causaliteit in het verzekeringsrecht. EUR (377 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof.Mr. J.H. Wansink, Prof.Mr. K.F. Haak, Prof.Mr. S.D. Lindenbergh & J.G.C. Kamphuisen. 2. Jager, N.G. de (2006, oktober 13). Reportable Creation: value, performance and risk measurement in financial reporting / Bericht over waardecreatie: waarde, prestatie en risicomaat in financiële verslaggeving. EUR (311 pag.) (Rotterdam: Erasmus Univeristeit). Prom./coprom.: Prof.Mr. H. Beckman. 3. Haan-Kamminga, A. (2006, oktober 26). Supervision on takeover bids, a comparison of regulatory arrangements (Uitgaven vanwege het Instituut voor Ondernemingsrecht, Rijksuniversiteit Groningen, I4). Rijksuniversiteit Groningen (352 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof.Mr. L. Timmerman & Prof.Dr. J. de Ridder. 4. Stamhuis, J.N. (2006, december 19). Conflicting interests in corporate regulation, an exploration of the limits of the interactionist approach to legislation in employee and corporate governance. Rijksuniversiteit Groningen (210 pag.) (Enschede: Gildeprint Drukkerijen). Prom./coprom.: Prof.Dr. P. Westerman, W. van der Burg & Prof.Mr. L. Timmerman. 5. Xiaoning, L. (2006, december 09). A comparative study of shareholders' derivative actions, England, the United States, Germany and China. Rijksuniversiteit Groningen (307 pag.) (Groningen: Rijksuniversiteit Groningen). Prom./coprom.: Prof.Mr. L. Timmerman & Prof.Mr. M.L. Lennarts. 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. Beckman, H. (2006). Geconsolideerde jaarrekening: consolidatieplicht en -kring. Ondernemingsrecht, 2006(10-11), 372-377. 2. Bergh, R.J. Van den & Montangie, Y. (2006). Competition in Professional Services Markets: Are Latin Notaries Different? Journal of competition law & economics, 2(2), 189-214.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
23
3. 4. 5. 6.
7.
8. 9. 10. 11. 12. 13.
14.
15. 16.
17. 18.
Bergh, R.J. Van den & Visscher, L.T. (2006). The Principles of European Tort Law: The Right Path to Harmonization? European Review of Private Law, 14(4), 511-543. Haak, K.F. (2006). Is het wenselijk/noodzakelijk de CMR te herzien? Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2006(3), 69-81. Klaassen, A.G.H. (2006). Decharge in een jas naar Duitse snit? Ondernemingsrecht, 2006(16/189), 588-592. Kramer, X.E. (2006). De forumkeuze als betrouwbaar alternatief voor het arbitraal beding in de internationale handelspraktijk? Het nieuwe Haags Forumkeuzeverdrag. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2006(5), 165-172. Kramer, X.E. (2006). De volgende stap in de totstandkoming van een eenvormig Europees procesrecht: het voorstel voor een Europese procedure voor geringe vorderingen (EPGV-Vo). Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 2006(10), 231-239. Kramer, X.E. (2006). Harmonisation of Procedures in Europe: The proposal for a European Small Claims Procedure. Int'l Lis, 2006(3-4), 109-115. Kramer, X.E. (2006). Europees procesrecht in aanbouw. Het (gewijzigde) voorstel voor een Europese betalingsbevelprocedure. Nederlands Juristenblad (NJB), 2006, 1565-1569. Kramer, X.E. & Sujecki, B. (2006). Het Europees betalingsbevel. Een kritische beschouwing. Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 2006(4), 365-374. Kramer, X.E. (2006). Het nieuwe Haags Forumkeuzeverdrag. Een welkom compromis met vallen en opstaan. Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 2006, 109-118. Kroeze, M.J. (2006). Bange bestuurders. Ondernemingsrecht, 2006(1), 4-14. Kroeze, M.J. (2006).Noot bij : Rb. Amsterdam (26-05-2006), LJN: AX6763, (Gedaagde in een strafzaak voert het verweer dat hij heeft gehandeld overeenkomstig een juridisch advies). Ondernemingsrecht 2006-15, p.553-556. Ly, F.J.M. De (2006). Non-compete clauses in international contracts/Les clauses de nonconcurrence dans les contrats internationaux. Revue de Droit des Affaires Internationales (Paris), 2006, 441-494. Ly, F.J.M. De (2006). Sources of international sales law, An eclectic model, 25. Journal of law and commerce, 2005(2006), 1-12. Smeele, F.G.M. (2006). Recognition of foreign limitation proceedings under the European Judgments and Jurisdiction Convention. IPRax. Praxis des Internationalen Privat- und Verfahrensrechts, 2006, 229-233. Wansink, J.H. (2006). De nieuwe uitsluiting voor opzet en seksueel misbruik in de AVP-polis 2000: een terugblik op vijf jaar. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2006, 25-32. Zwitser, R. (2006). Het endossementengat, een triomf voor het formalisme? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2006(6668), 411-422.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. Haak, K.F. (2006). Revision der CMR? Transportrecht, 2006, 325-336. 2. Haak, K.F. (2006). Zeerechtelijke "due diligence": van schepen, golven en andere maritieme avonturen. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2006, 161-166. 3. Kramer, X.E. (2006). Internationale bevoegdheid en forumkeuze in verzekeringszaken. Nieuwe ontwikkelingen. Verzekeringsarchief, 2006(4), 110-117. 4. Smeele, F.G.M. (2006). Regres binnen de kring van tot beperking gerechtigden. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2006, 9-13.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
24
5. 6. 7.
Verbrugh, M.A. (2006). De gevolgen van een 403-verklaring voor schuldeisers bij juridische fusie en juridische splitsing. Tijdschrift voor jaarrekeningenrecht, 2006(2), 49-55. Wansink, J.H. (2006). The Restatement of European Insurance Contract Law: doelstellingen en verhouding tot Nederlands verzekeringsrecht. Verzekeringsarchief, 2006, 81-93. Zwitser, R. (2006). De ontvangstexpediteur als Trusted Third Party bij het overhandigen van documenten. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2006, 181-190.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. Beckman, H. (2006). Accountantsaansprakelijkheid. In S.C.J.J. Kortmann (Ed.), 10 jaar 'JOR' alsnog geannoteerd (pp. 16-26). Den Haag: Sdu Uitgevers. 2. Beckman, H. (2006). Afzien van beschrijving met accountantsverklaring bij inbreng in natura en Nachgründung. In N. Jansen & J.B. Huizink (Eds.), Biggles contra Nagelkerke (pp. 5-11). Amsterdam: VU. 3. Beckman, H. (2006). Europees Jaarrekeningenrecht. In F. de Ly, .K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? Rotterdam Institute of Private Law (pp. 93-132). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 4. Beckman, H. (2006). Ondernemingsrecht, jaarrekening en latente belastingen. In H.M.N. Schonis (Ed.), Liber Amoricum Schonis-bundel (pp. 27-38). Deventer: Kluwer. 5. Bergh, R.J. Van den & Visscher, L.T. (2006). Economische baten en kosten van eenvormig bedrijfsrecht. In F. de Ly, K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 17-47). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 6. Bergh, R.J. Van den (2006). Towards Efficient Self-Regulation in Markets for Professional Services. In C..D. Ehlermann & A. Atanasiu (Eds.), European Competition Law Annual 2004: The Relationship Between Competition Law and the (Liberal) Professions (pp. 155-176). Oxford: Hart. 7. Haak, K.F. (2006). El transporto por superposicion camion sobre buque "ro-ro" : la solucion Holandesa. In S. Gamboriono (Ed.), Actualidad juridica del transporte por carretera (Sanchez Gamboriono- bundel) (pp. 397-412). Madrid: Fundatcion Francisco Corell. 8. Haak, K.F. (2006). Roekeloosheid in het nieuwe verzekeringsrecht:oude wijn in nieuwe zakken? In N. van Tiggele-van der Velde, J.G.C. Kamphuisen & B.K.M. Lauwerier (Eds.), De Wansinkbundel : van draden en daden : liber amicorum prof. mr. J.H. Wansink (Serie verzekeringsrecht) (pp. 261-278). Deventer: Kluwer. 9. Haak, K.F. (2006). Uniform vervoerrecht: verwezenlijking en beperking. In F. de Ly, .K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 183-202). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 10. Kramer, X.E. (2006). Harmonisatie van Europees procesrecht. Het voorstel voor een Europese betalingsbevelprocedure. In F. de Ly, .K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 49-72). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 11. Kroeze, M.J. & Wezeman, J.B. (2006). De openbaarmakingsplicht en aansprakelijkheid in faillissement. In M.J. Kroeze (Ed.), Verantwoording : aan Hans Beckman (pp. 325-336). Deventer: Kluwer. 12. Kroeze, M.J. & Vletter - van Dort, H.M. van (2006). Eenvormig vennootschapsrecht: een oud deuntje of toekomstmuziek? In F. de Ly, K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 73-92). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
25
13. Kroeze, M.J. (2006). The Companies and Business Court as a specialized court. In L. Bouchez, M. Knubben, J.A. McCahery & L. Timmerman (Eds.), The Quality of Corporate Law and the Role of Corporate Law Judges (Amsterdam Center for Corporate Finance/Netherlands Ministry of Economic Affairs/Organisation for Economic Co-operation and Development) (pp. 143-154). Amsterdam: ACCF. 14. Lopes Cardozo, R.A.E. (2006). Eenvormige zekerheid in het kader van financiële zekerheidsovereenkomsten: Richtlijn 2002/47/EG. In F. de Ly, .K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 251-272). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 15. Ly, F.J.M. De (2006). Best Practices and Third Party Participation. In Best Practices in International Arbitration (ASA bulletin, Special Series, 26) (pp. 55-77). Zurich: ASA. 16. Ly, F.J.M. De (2006). Comparative Observations on Arbitral Awards and Setting Aside. In L. Heuman & S. Jarvin (Eds.), The Swedish Arbitration Act of 1999, Five years on: a Critical Review of Strengths and Weaknesses (pp. 505-516). Huntington NY: JurisNet. 17. Ly, F.J.M. De (2006). Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? Conclusies. In F. de Ly, .K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 349-380). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 18. Ly, F.J.M. De (2006). Eenvormig bedrijfsrecht: realiteit of utopie? Een inleiding. In F. de Ly, .K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 1-15). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 19. Ly, F.J.M. De & Sheppard, A. (2006). Final report on lis pendens and arbitration. In Report of the seventy-second conference (pp. 146-185). Toronto, London: International Law Association. 20. Ly, F.J.M. De & Sheppard, A. (2006). Final report on res judicata and arbitration. In Report of the seventy-second conference (pp. 186-205). Toronto, London: International Law Association. 21. Ly, F.J.M. De (2006). Sources of international sales law, An eclectic model. In Celebrating Success: 25 years United Nations Convention on Contracts for the International Sale of Goods (pp. 38). Singapore: SIAC. 22. Smeele, F.G.M. (2006). Eenvormig zeerecht: doelstellingen en verwezenlijking. In F. de Ly, .K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 225-250). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 23. Timmerman, L. (2006). Company law and the Dutch Supreme Court. In L. Bouchez, M. Knubben, J.A. Mccahery & L. Timmerman (Eds.), The quality of corporate law and the role of corporate law judges (pp. 135-143). Amsterdam: ACCF, OECD, Ministry of Economic Affairs. 24. Timmerman, L. (2006). Een pleidooi voor een kloof tussen enqueterecht en bestuurdersaansprakelijkheid. In M.J. Kroeze, C.M. Harmsen, M.W. Josephus Jitta, L. Timmerman, J.B. Wezeman & P.M. van der Zanden (Eds.), Verantwoording aan Hans Beckman (pp. 531-545). Deventer: Kluwer. 25. Timmerman, L. (2006). Hartkamp en afgeleide schade. In H.J. van Kooten, L. Strikwerda, L. Timmerman & H.M. Wattendorf (Eds.), Hartkampvariaties : opstellen aangeboden aan prof.mr A.S. Hartkamp op 20 januari 2006, ter gelegenheid van zijn afscheid als procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden (Kluwer rechtswetenschappelijke publicaties) (pp. 129-139). Deventer: Kluwer. 26. Timmerman, L. (2006). Thoughts on the impact of fundamental rights on Dutch company law. In T. Barkhuysen & S.D. Lindenbergh (Eds.), Constitutionalisation of private law (Constitutional law library, 2) (pp. 23-33). Leiden/Boston: Martinus Nijhoff Publishers.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
26
27. Vletter - van Dort, H.M. van (2006). De invloed van elektronisch stemmen op de besluitvorming in de vennootschap. In M.J. Kroeze (Ed.), Verantwoording: aan Hans Beckman (pp. 545-560). Deventer: Kluwer. 28. Wansink, J.H. (2006). A new Code on the Contract Of Insurance in the Netherlands. In Hugo Tiberg (Ed.), Liber amicorum Essays on tort, Insurance, Law and Society in honour of Bill Dufwa (pp. 1221-1237). Stockholm, Sweden: Jure Förlag AB. 29. Wansink, J.H. (2006). A new Code on the Contract of Insurance in the Netherlands: New Emphases in the Law of Insurance. In J.H. Wansink, J.G.C. Kamphuisen & W.M.A. Kalkman (Eds.), New Dutch insurance contract law, official text in Dutch, translations in English, French and German, Introductory Commentaries (pp. 3-25). Amstelveen: deLex. 30. Wansink, J.H. (2006). Hoe eigen schuld toe te rekenen bij een verzekerde rechtspersoon? In J.G.C. Kamphuisen (Ed.), Hans Catz, trouwe makelaar ter beurze (pp. 175-185). Rotterdam: HudigLangeveldt Stichting. 31. Ziel, G.J. van der (2006). De jongste ontwikkelingen in het zeevervoer. In F. de Ly, .K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 203-225). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 32. Zwitser, R. (2006). De United Nations Conventions on onternational bills of exxchange and Promissory notes van 9 december 1988. In F. de Ly, .K.F. Haak & W.H. Boom (Eds.), Eenvormig Bedrijfsrecht: realiteit of utopie? (pp. 299-324). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1. Beckman, H. (2006). Checklist jaarrekening, Kluwer, augustus 2006 (Kluwer financiële jaargidsen). Deventer: Kluwer. 2. Beckman, H. & Smeenge, A. (2006). Voortgezette studie in het boekhouden. Theorieboeken. Deel 1: Administratie en ondernemingen. Groningen: Wolters-Noordhoff. 3. Bergh, R.J. Van den & Montangie, Y. (2006). Theory and Evidence on the Regulation of the Latin Notary Profession: A Law and Economics Approach, ECRi- report 0604. (www.seor.nl/ecri/news.html): ECRI. 4. Haak, K.F. & Claringbould, M.H. (2006). 50 jaar CMR, Syllabus Voorlichtingsbijeenkomst (2006). Den Haag: Stichting Vervoeradres. 5. Smeele, F.G.M. (2006). 'Zwartepieten' in het Zeerecht, omslag en regres tussen hoofdelijke schuldenaren bij de exploitatie van het schip. Benoeming tot bijzonder hoogleraar (2006, juni 02). Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam. 6. Vletter - van Dort, H.M. van (2006). Wet op het financieel toezicht: wonder of waanzin. Inaugurele rede Erasmus Universiteit Rotterdam (2006, februari 03). Deventer: Kluwer. 7. Wansink, J.H. (2006). Het nieuwe schadeverzekeringsrecht en oude olielampjes en dwaallichtjes. Oratie Universiteit Leiden (2006, maart 28). Leiden: Universitaire Pers Universiteit Leiden. 2.2. Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1. Beckman, H. & Nass, E.C.A. (2006). (On)gewenst tucht- en klachtrecht voor accountants. Ondernemingsrecht, 2006(7), 272-275.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
27
2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
23.
24.
Beckman, H. (2006). Aanpassing Titel 9 Boek 2 BW voor verzekeringmaatschappijen. Ondernemingsrecht, 2006(10-11), 397. Beckman, H. (2006). Besluit artikel 10 overnamerichtlijn. Ondernemingsrecht, 2006(10-11), 397398. Beckman, H. (2006). Convenant XBRL-taxonomie. Ondernemingsrecht, 2006(10-11), 398-399. Beckman, H. (2006). Samenval jaarrekening en fiscale jaarstukken voor rechtspersonen met klein jaarrekeningregime. Ondernemingsrecht, 2006(10-11), 399. Beckman, H. (2006). Compendium voor de jaarrekening, losbladig, Kluwer, Deventer, suppl. 81, maart 2006. In Compendium voor de jaarrekening. Deventer: Kluwer. Beckman, H. (2006). Depot en publicatie (actualisering). In Compendium voor de jaarrekening (deel 5), losbladig, suppl. 82, juni 2006 (pp. 1-196). Deventer: Kluwer. Beckman, H. (2006). Eigen vermogen (hoofdstuk 4.4). In Compendium voor de Jaarrekening, losbladig, supplement 84, november 2006. Deventer: Kluwer. Beckman, H. (2006). Inleiding ondernemingsfinanciering. In G. van Solinge (Ed.), De financiering van de onderneming, deel 88 (Serie vanwege het Van der Heijden Instituut) (pp. 1-22). Deventer: Kluwer. Beckman, H. (2006). Overheidssteun. In Compendium voor de jaarrekening (par. 4.5.3), losbladig, suppl. 83, september 2006. Deventer: Kluwer. Haak, K.F. (2006). CMR 50 jaar... hoe nu verder. Weg en wagen : een visie op het nationaal en internationaal wegvervoerrecht, 2006(augustus). Haak, K.F. (2006). De valse vrachtbrief en neutraal vervoer. Weg en wagen : een visie op het nationaal en internationaal wegvervoerrecht, 2006(maart). Haak, K.F. (2006). Redactioneel: Gemankeerde rechters? Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2006(2), 39-39. Haak, K.F. (2006). Maritieme "due diligence": van schepen, golven en andere avonturen ter zee. In M.J. Kroeze (Ed.), Verantwoording : aan Hans Beckman (pp. 177-189). Deventer: Kluwer. Hoeks, M.A.I.H. (2006). Commercialia vervoerrecht literatuur. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2006(6), 242-244. Hoeks, M.A.I.H. (2006). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2006(2), 68-70. Hoeks, M.A.I.H. (2006). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2006(4), 146-149. Hoeks, M.A.I.H. (2006). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2006(3), 111-113. Hoeks, M.A.I.H. (2006). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2006(1), 23-25. Hoeks, M.A.I.H. (2006). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2006(5), 176-178. Klaassen, A.G.H. (2006). Kleur bekennen: de concept-verkiezingsprogramma's van de politieke partijen in Nederland. Ondernemingsrecht, 2006(173), 543-546. Kramer, X.E. (2006). Over taalkwesties in de Europese Unie en de kunst van het juridisch vertalen (gereproduceerd in Linguaan, tijdschrift Nederlands Genootschap van Tolken en Vertalers, 2007, p. 14-20). Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 2006(3), 254-257. Kramer, X.E. (2006). [Bespreking van de boeken Family Law Legislation of the Netherlands. A Translation Including Book 1 of the Dutch Civil Code, Procedural and Transitional Provisions and Private International Law Legislation & Inheritance Law Legislation of the Netherlands. A Translation of Book 4 of the Dutch Civil Code, Procedural Provisions and Private International Law Legislation]. European Review of Private Law, 2006(4), 623-625. Kroeze, M.J. (2006). Aansprakelijkheid van de commissaris en de business judgment rule. De commissaris, 2006(3), 5-9.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
28
25. Kroeze, M.J. (2006). Axioma B.V. in moeilijkheden, Beantwoording rechtsvraag (325) Ondernemingsrecht. Ars Aequi, 2006(2), 148-152. 26. Kroeze, M.J. (2006). Hans Beckman en het jaarrekeningenrecht. TVVS. Maandblad voor Ondernemingsrecht en Rechtspersonen, 2006(9), 333-333. 27. Kroeze, M.J. & Dort, H.M. van (2006). Italiaanse intriges: de overname van Antonveneta. Ars Aequi, 2006, 334-340. 28. Kroeze, M.J. (2006). Ontklonen (Column). Ondernemingsrecht, 2006(14), 495. 29. Kroeze, M.J. (2006). Commentaar op art. 2:1, 2:2, 2:3, 2:4, 2:5, 2:17 en 2:25. In Sdu commentaar ondernemingsrecht 2006/2007 (pp. 3-14/79/-132). Den Haag: Sdu Uitgevers. 30. Kroeze, M.J. (2006). Ten Geleide. In M.J. Kroeze (Ed.), Verantwoording aan Hans Beckman (pp. V-VII). Deventer: Kluwer. 31. Ly, F.J.M. De (2006). Kroniek Internationale Arbitrage. Tijdschrift voor Arbitrage, 2006(2), 7678. 32. Ly, F.J.M. De (2006). Recensie: Schäfer, E., Verbist, H. en Imhoos, C., ICC Arbitration in Practice [Bespreking van het boek ICC arbitration in practice]. Tijdschrift voor Arbitrage, 2006, 35-36. 33. Timmerman, L. (2006). De canon (column). Ondernemingsrecht, 2006(17), 595. 34. Timmerman, L. (2006). Der Teufel steckt im Detail (column). Ondernemingsrecht, 2006(13), 457458. 35. Timmerman, L. (2006). Eugene Brands en het vennootschapsrecht (column). Ondernemingsrecht, 2006(5), 173. 36. Timmerman, L. (2006). Henk Wolters, de stille diplomaat van Ondernemingsrecht (column). Ondernemingsrecht, 2006(1), 1. 37. Timmerman, L. (2006). Het ene of het vele (column). Ondernemingsrecht, 2006(3), 81. 38. Timmerman, L. (2006). Impliceert beperkte toetsing door de rechter ook beperkte verantwoordelijkheid? Ondernemingsrecht, 2006(9), 334-337. 39. Timmerman, L. (2006). Kan een wijze geit met aandelen bestaan? (column). Ondernemingsrecht, 2006(12), 413. 40. Verbrugh, M.A. (2006). Verslag van de vergadering van de Vereeniging 'Handelsrecht' over 'De vereenvoudigde BV'. Ondernemingsrecht, 2006(17), 617-622. 41. Visscher, L.T. & Bergh, R.J. Van den (2006). Van Maanens misvattingen over de rechtseconomie. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2006(45), 307-309. 42. Wansink, J.H. (2006). Bill's Principles of Insurance Law. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2006, 93.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
29
2.4 Annotaties 1. Beckman, H. (2006).Noot bij : Hoge Raad (13-10-2006), (Faillissement Vie d'Or). Jurisprudentie Onderneming & Recht 2006-296, p.222-225. 2. Haak, K.F. (2006).Noot bij : HR (14-07-2006), (Philip Morris/Van der Graaf). Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in burgerlijke en strafzaken 2006-599, p.5773-5777. Publicaties 2007 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. Beckman, H. (2007). Jaarrekening en Verantwoording, Verleden en Heden. Deventer: Kluwer. 2. Haak, K.F. (2007). International Encyclopaedia of Laws, Transport Law. Alphen aan den Rijn, The Netherlands: Kluwer Law International. 3. Jong, Abe de, Mertens, G.M.H., Oosterhout, J. van & Vletter - van Dort, H.M. van (2007). Corporate governance practices of institutional investors: substance or symbolism? Amsterdam: Eumedion and Nederlandse Corporate Governance Stichting. 4. Kramer, X.E. (2007). Eenvormige Europese procedures voor de inning van vorderingen. De Europese betalingsbevelprocedure en de Europese procedure voor geringe vorderingen (Offerhaus-reeks, 11). Deventer: Kluwer. 5. Pijls, A.C.W. (2007). Modernisering van het rechtspersonenrecht: de maatschappelijke onderneming (Jonge meesters). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 1.2 Dissertaties 1. Assink, B.F. (2007, september 06). Rechterlijke toetsing van bestuurlijk gedrag : binnen het vennootschapsrecht van Nederland en Delaware. Erasmus Universiteit Rotterdam (723 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof.Mr. L. Timmerman. 2. Klaassen, A.G.H. (2007, november 15). Bevoegdheden van de algemene vergadering van aandeelhouders : historische, concernrechtelijke en rechtsvergelijkende beschouwingen, in het bijzonder over structuurwijzigingen. Rijksuniversiteit Groningen (357 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof.Mr. M.J. Kroeze & Prof.Mr. L. Timmerman. 3. Koning, I. (2007, september 07). Aansprakelijkheid in het luchtvervoer: Goederenvervoer onder de verdragen van Warschau en Montreal. Erasmus Universiteit Rotterdam (478 pag.) (Zutphen: Uitgeverij Paris). Prom./coprom.: Prof.Mr. K.F. Haak. 4. Muijden, M.S. van (2007, juni 15). Mediation en de vaststellingsovereenkomst; Aantasting en afdwingbaarheid naar Nederlands en Amerikaans recht. EUR (387 pag.) (Den Haag: Sdu uitgevers). Prom./coprom.: Prof.Dr. F.J.M. De Ly. 5. Nevo, H. (2007, oktober 11). Definition of the Relevant Market: (Lack of) Harmony Between Industrial Economics and Competition Law. Erasmus Universiteit Rotterdam (297 pag.) (Rotterdam: Erasmus Universiteit). Prom./coprom.: Prof.Dr. R.J. Van den Bergh. 6. Reumers, M.L.H. (2007, december 20). Samengevoegde afwikkeling van faillissementen. Erasmus Universiteit Rotterdam (565 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof.Mr.Dr. J.W. Winter. 7. Verbrugh, M.A. (2007, juni 14). Structuurwijzigingen bij kapitaalvennootschappen en de positie van schuldeisers. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar juridische fusie, splitsing en omzetting. EUR (505 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof.Mr.Dr. J.B. Wezeman & Prof.Mr. M.J. Kroeze.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
30
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. Beckman, H. (2007). Jaarrekening en Verantwoording. Ondernemingsrecht, 2007(6), 226-230. 2. Beckman, H. & Nass, E.C.A. (2007). Auditor's liability in the European Union. European company law, 4(3), 103-109. 3. Bochove, L.M. van (2007). Het ontbreken van de openbareorde-exceptie in de nieuwe generatie Europese procesrechtelijke verordeningen in het licht van artikel 6 lid 1 EVRM. Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 2007(4), 331-339. 4. Haak, K.F. (2007). De internationale koers van Boek 8 BW. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2007, 155-163. 5. Kramer, X.E. (2007). Een mijlpaal voor Europa: de eerste eenvormige Europese civiele procedure is een feit. Een analyse van de Europese betalingsbevelprocedure (EBB-Vo). Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 2007(6), 108-115. 6. Kramer, X.E. (2007). Europees procesrecht verder in aanbouw. De Europese small claims procedure en hoe gecompliceerd eenvoud kan zijn. Nederlands Juristenblad (NJB), 2007, 20802084. 7. Kramer, X.E. & Sujecki, B. (2007). Fundamentele herbezinning op de betalingsbevelprocedure. Invoering van een betalingsbevelprocedure in het licht van het Eindrapport Fundamentele herbezinning en de Europese betalingsbevelprocedure. Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, 2007(1), 1-8. 8. Kroeze, M.J. & Verbrugh, M.A. (2007). Rechterlijke bemiddeling bij Stork is OK. Nederlands Juristenblad (NJB), 2007, 434-441. 9. Kroeze, M.J. (2007). The Companies and Business Court as a specialized court. Ondernemingsrecht, 2007, 86-91. 10. Kroeze, M.J. (2007). Flexibility and Function of Private Company Statutes. European business organization law review, 2007(1), 121-129. 11. Mierlo, A.I.M. van & Beenders, D.J. (2007). Enige (juridische) kanttekeningen bij het wetsvoorstel betreffende de beperking van stilzwijgende verlenging van consumentenovereenkomsten. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2007(6719), 635-642. 12. Pijls, A.C.W. (2007). De Belgische Vennootschap met Sociaal Oogmerk. Ondernemingsrecht, 2007(16), 607-611. 13. Smeele, F.G.M. (2007). Scheepvaartongevallen en transportschade. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2007(10), 468-473. 14. Timmerman, L. (2007). Company law and the Dutch Supreme Court: some remarks on contextualism and traditionalism in company law. Ondernemingsrecht, 2007, 91-95. 15. Timmerman, L. (2007). Welfare, fairness and a simple private and flexible company law. European business organization law review, 2007(8:3), 325-334. 16. Verbrugh, M.A. (2007). Modernisering van het ondernemingsrecht in Zuid-Afrika. Ondernemingsrecht, 2007(17), 647-651. 17. Visscher, L.T. (2007). De rangorde van remedies voor wanprestatie: subsidiariteit en proportionaliteit versus efficiëntie. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2007, 385-395. 18. Wansink, J.H. (2007). De directe actie ex art. 7:954 BW bij rampschade. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2007, 228-236.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
31
19. Zwitser, R. (2007). De koper/merkhouder die niet betaalt. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2007, 244-252. 20. Zwitser, R. (2007). Het cognossement als zekerheidsinstrument. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2007, 83-94. 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. Haak, K.F. (2007). De plaats van het vervoer in het Weens Koopverdrag. Maandblad voor vermogensrecht, 2007, 142-146. 2. Kramer, X.E. (2007). Overview of Dutch Private International Law 2002-2006. IPRax. Praxis des Internationalen Privat- und Verfahrensrechts, 2007(1), 54-61. 3. Kramer, X.E. (2007). Vereenvoudiging van de geschillenbeslechting in consumentenzaken: de Europese small claims procedure en nationale initiatieven. Tijdschrift voor consumentenrecht & handelspraktijken, 2007(4), 111-121. 4. Verbrugh, M.A. (2007). Structuurwijzigingen bij kapitaalvennootschappen en de positie van schuldeisers. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2007(4), 114-121. 5. Vletter - van Dort, H.M. van (2007). Het stemgedrag van institutionele beleggers. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2007(5), 163-170. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. Asser, C., Clausing, P. & Wansink, J.H. (2007). 5-VI / De verzekeringsovereenkomst (2e druk, geheel herzien i.v.m. invoering wet 7.17 BW). In 5-VI / Bijzondere overeenkomsten - de verzekeringsovereenkomst. Deventer: Kluwer. 2. Bergh, R.J. Van den (2007). Der Gemeinsame Referenzrahmen: Abschied von der Harmonisierung des Vertragrechts? In T. Eger & H.-B. Schäfer (Eds.), Ökonomische Analyse der europäischen Zivilrechtsentwicklung (pp. 111-126). Tübingen: Mohr Siebeck. 3. Bergh, R.J. Van den (2007). Should Consumer Protection Laws Be Publicly Enforced? In W. van Boom & M. Loos (Eds.), Collective enforcement of consumer law : securing compliance in Europe through private group action and public authority intervention (European studies in private law, 1) (pp. 177-203). Groningen: Europa Law Publishing. 4. Bergh, R.J. Van den (2007). The Economics of Competition Policy and the Draft of the Chinese Competition Law. In T. Eger, M. Faure & N. Zhang (Eds.), Economic Analysis of Law in China (pp. 77-111). Cheltenham: Edward Elgar. 5. Bergh, R.J. Van den (2007). The 'More Economic Approach' and the Pluralist Tradition of European Competition Law. In D. Schmidtchen, M. Albert & S. Voigt (Eds.), The more economic approach to European competition law (Conferences on new political economy, 24) (pp. 27-36). Tübingen: Mohr Siebeck. 6. Bergh, R.J. Van den (2007). The Uneasy Case for Harmonising Consumer Law. In K. Heine & W. Kerber (Eds.), Zentralität und Dezentralität von Regulierung in Europa (pp. 183-206). Stuttgart: Lucius & Lucius. 7. Haak, K.F. (2007). Nieuwe ontwikkelingen op het terrein van het internationaal personenvervoer. In K.F. Haak & S.D. Lindenbergh (Eds.), Personenschade van de reiziger in Europees perspectief (Rotterdam Institute of Private Law, 2) (pp. 1-14). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 8. Haak, K.F. (2007). Optioneel vervoer en het toepasselijk recht. In E.H. Hondius, J.J. Brinkhof & M. de Cock Buning (Eds.), Contracteren internationaal, Opstellen aangeboden door collegae,
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
32
9.
10.
11.
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18. 19.
oud-collegae, medewerkers, oud-medewerkers, promoti en promovendi aan prof. mr. F. Willem Grosheide ter gelegenheid van zijn afscheid als leerstoelhouder in het burgerlijk recht (pp. 303315). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. Kramer, X.E. (2007). Conflict of Laws on Insurance Contracts in Europe. The Rome I proposal Towards Uniform Conflict Rules for Insurance Contracts? In M.L. Hendrikse & J.G.J. Rinkes (Eds.), Insurance and Europe (pp. 85-102). Zutphen: Uitgeverij Paris. Kroeze, M.J. (2007). Collectieve schadevergoedingsacties van aandeelhouders. In Hans Beckman (Ed.), De nieuwe macht van de kapitaalverschaffer (Uitgave vanwege het Instituut voor Ondernemingsrecht, 57) (pp. 75-88). Deventer: Kluwer. Kroeze, M.J. (2007). Ensuring Judicial Infrastructure: The Theory and Practice of Specialised Courts.. Enforcement of Corporate Governance in Asia; The Unfinished Agenda., 15 pp., 61-75hoofdstuk 3, OECD: Paris, ISBN: 978-9264035508 Ly, F.J.M. De (2007). De arbitrageovereenkomst en groepen overeenkomsten. In La convention d'arbitrage - Groupes de sociétés et groupes de contrats/Arbitrageovereenkomst Vennootschapsgroepen en groepen overeenkomsten (pp. 141-161). Brussel: Bruylant. Pacces, A.M. (2007). Artt. 2506 - 2506quater (La scissione di società) [The Legal Discipline of Corporate Divisions in Italy]. In G. Bonfante, B. Corapi, G. Marziale, R. Rordorf & V. Salafia (Eds.), Codice Commentato delle Società, Second Edition (pp. 1543-1582). Milano: Ipsoa. Smeele, F.G.M. (2007). Liability for wrongful arrest of ships from a civil law perspective. In D. Rhidian Thomas (Ed.), Liability regimes in contemporary maritime law (Essential maritime and transport law series) (pp. 261-276). London: Informa. Smeele, F.G.M. (2007). Samenlopende internationale regelingen bij personenvervoer over zee en binnenwateren. In K.F. Haak & S.D. Lindenbergh (Eds.), Personenschade van de reiziger in Europees perspectief (Rotterdam Institute of Private Law, 2) (pp. 15-36). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Timmerman, L. (2007). Mensenrechten van minderheidsaandeelhouders: voice, exit of gelijke behandeling. In Hans Beckman (Ed.), De nieuwe macht van de kapitaalverschaffer (Uitgave vanwege het Instituut voor Ondernemingsrecht, 57) (pp. 31-42). Deventer: Kluwer. Visscher, L.T. & Bergh, R.J. Van den (2007). Personenschade van de reiziger - een rechtseconomische tour d'horizon. In K.F. Haak & S.D. Lindenbergh (Eds.), Personenschade van de reiziger in Europees perspectief (Rotterdam Institute of Private Law, 2) (pp. 83-112). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. Vletter - van Dort, H.M. van (2007). Gelijke behandeling voor de good guys and the bad guys? In Lustrumbundel 2007 voor Vereniging voor Effectenrecht (pp. 345-357). Vletter - van Dort, H.M. van (2007). Juridisch deel onderzoeksrapport Corporate Governance practices of institutional investors: Substance or symbolism, in opdracht van Eumedion, april 2007 (Engelstalig). In Corporate governance practices of institutional investors: substance or symbolism (pp. 19-27).
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
33
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1. Asser, C., Clausing, P. & Wansink, J.H. (2007). Mr. C. Asser's handleiding tot de beoefening van het Nederlands burgerlijk recht, 2e druk. Deventer: Kluwer. 2. Kroeze, M.J., Timmerman, L. & Wezeman, J.B. (2007). De kern van het ondernemingsrecht, 2e druk. Deventer: Kluwer. 2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1. Beckman, H. (2007). Accountancy/jaarrekeningenrecht, Richtlijn nr. 2006/43/EG. Ondernemingsrecht, 2007(2), 56. 2. Beckman, H. (2007). Jaarrekeningenrecht, aanpassing grenzen kleine en middelgroot, Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2007(2), 56. 3. Beckman, H. (2007). Jaarrekeningenrecht, Richtlijn nr. 2006/43/EG, Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2007(2), 54-56. 4. Beckman, H. (2007). Bestuursverslag. In Compendium voor de jaarrekening (pp. -3.1). Deventer: Kluwer. 5. Beckman, H. (2007). Geconsolideerde jaarrekening. In Compendium voor de jaarrekening (pp. 3.4). Deventer: Kluwer. 6. Beckman, H. (2007). Immateriële vaste activa. In Compendium voor de jaarrekening (pp. 4.3.2-01 t/m 3.4.2-166). Deventer: Kluwer. 7. Beckman, H. (2007). Jaarrekening. In Compendium voor de jaarrekening (pp. -3.2). Deventer: Kluwer. 8. Beckman, H. (2007). Theoriedeel. In Administratie van deelnemingen en consolidatie (pp. theoriedeel). Wolters-Noordhoff. 9. Beckman, H. (2007). Theoriedeel. In Administratie en winstbelasting (pp. -theoriedeel). WoltersNoordhoff. 10. Beckman, H. (2007). Toelichting jaarrekening. In Compendium voor de jaarrekening (pp. -3.3). Deventer: Kluwer. 11. Beckman, H. (2007). Woord vooraf. In De nieuwe macht van de kapitaalverschaffer (pp. v-vii). Deventer: Rijksuniversiteit Groningen. 12. Blom, A. (2007). Interventie stelling over onzeker voorval in :N. van Tiggele-van der Velde, Symposium van Draden en Daden. En nog wat losse eindjes in het nieuwe verzekeringsrecht. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2007, 11-13. 13. Haak, K.F. (2007). De informatieplicht van de vervoerder onder CMR. Weg en wagen : een visie op het nationaal en internationaal wegvervoerrecht, 2007(februari). 14. Haak, K.F. (2007). De juridische positie van de geadresseerde bij de vervoerovereenkomst. Weg en wagen : een visie op het nationaal en internationaal wegvervoerrecht, 2007(juli). 15. Haak, K.F. (2007). Opslag en vervoer: een juridische tweeheid. Weg en wagen : een visie op het nationaal en internationaal wegvervoerrecht, 2007(december). 16. Haak, K.F. (2007). Tekst & commentaar Burgerlijk Wetboek, zevende druk (2007) p. 3605-3635, p.3729-3737, p. 3953-4043, p. 4107-4156, p.4176-4198, p. 4213-4275. In J.H. Nieuwenhuis & C.J.J.M. Stolker (Eds.), Burgerlijk Wetboek : de tekst van de boeken 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 van het BW voorzien van commentaar (Tekst & commentaar). Deventer: Kluwer.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
34
17. Hoeks, M.A.I.H. & Koning, I. (2007). Boek 8 BW: eerder een reislustige tante. Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2007(6), 232-235. 18. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Commercialia vervoerrecht literatuur. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2007(5), 217-218. 19. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Commercialia vervoerrecht literatuur. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2007(1), 38-39. 20. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Commercialia vervoerrecht literatuur. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2007(2), 109-110. 21. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Commercialia vervoerrecht literatuur. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2007(3), 152-153. 22. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Commercialia vervoerrecht literatuur. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2007(4), 185. 23. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Commercialia vervoerrecht literatuur. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2007(6), 267-268. 24. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2007(3), 86-88. 25. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2007(4), 121-123. 26. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2007(1), 25-27. 27. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2007(2), 57-58. 28. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2007(6), 216-219. 29. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2007(5), 170-171. 30. Hoeks, M.A.I.H. (2007). Tekst & commentaar Burgerlijk Wetboek, zevende druk (2007), Vervoer over spoorwegen. In J.H. Nieuwenhuis, C.J.J.M. Stolker & W.L. Valk (Eds.), Burgerlijk Wetboek : de tekst van de boeken 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 van het BW voorzien van commentaar (Tekst & commentaar) (pp. 4277-4323). Deventer: Kluwer. 31. Kramer, X.E. (2007). A Major Step in the Harmonization of Procedural Law in Europe: the European Small Claims Procedure. In A. Pellegrini Grinover & P. Calmon (Eds.), Direito Processual Comparado. XIII World Congress of Procedural Law (pp. 648-650). Rio de Janeiro: Editora Forense. 32. Kramer, X.E. (2007). Twee Engelstalige nieuwkomers op de markt van IPR-handboeken. Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 2007(3), 241-244. 33. Kramer, X.E. (2007). Onderdeel Internationaal Privaatrecht (1200) - 1225 Toepasselijk recht op verzekeringsrechtelijke aspecten, (losbl.). In J.J. van der Wansem (Ed.), Handboek Schaderegeling Motorrijtuigen (pp. 1-12). Alphen aan den Rijn: Samson Bedrijfsinformatie. 34. Kramer, X.E. (2007). Book review [Bespreking van de boeken Concise Introduction to EU Private International Law & EU Private International Law. Harmonization of Laws]. Common Mkt Law Rev, 2007, 1522-1555. 35. Kroeze, M.J. (2007). Arbitrage in het vennootschapsrecht. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2007(6702), 215-217. 36. Kroeze, M.J. (2007). De ordnungspolitische Funktion in het bv-recht. Ondernemingsrecht, 2007(9), 337. 37. Kroeze, M.J. (2007). Kroniek van het vennootschapsrecht. Nederlands Juristenblad (NJB), 82(35), 2219-2232. 38. Kroeze, M.J. (2007). Marktmeester in een non-ergodische wereld. Ondernemingsrecht, 2007(8), 297. 39. Kroeze, M.J. (2007). Wijziging Beleidsregels preventief toezicht op vennootschappen 2005. Ondernemingsrecht, 2007, 146-147.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
35
40. Ly, F.J.M. De (2007). Kroniek Internationale Arbitrage. Tijdschrift voor Arbitrage, 2007, 37-40. 41. Ly, F.J.M. De (2007). Kroniek Internationale Arbitrage. Tijdschrift voor Arbitrage, 2007, 125-129. 42. Mierlo, A.I.M. van (2007). Hoe zwart kan zwart zijn? Kleur in het recht. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2007(6718), 611-612. 43. Timmerman, L. (2007). De derde vorm (column). Ondernemingsrecht, 2007, 33. 44. Timmerman, L. (2007). Het Nederlandse corporate governance landschap, (column). Ondernemingsrecht, 2007, 441. 45. Timmerman, L. (2007). Leest u nog Vrij Nederland (column). Ondernemingsrecht, 2007, 271. 46. Timmerman, L. (2007). Vrij ondernemerschap (column). Ondernemingsrecht, 2007, 513. 47. Vletter - van Dort, H.M. van (2007). Commentaren bij artikelen 4:62-65. In R.E. Batten & K. Frielink (Eds.), Wft Sdu Commentaar Financieel recht 2007/2008 (Commentaar financieel recht, 3). Den Haag: Sdu Uitgevers. 48. Vletter - van Dort, H.M. van (2007). Bewerking van Rb Amsterdam 3 januari 2007 (klokkenluidersregeling). Fiat Justitia (EUR), 2007(2), 18. 49. Wansink, J.H., Elzas, R.Ph. & Borgesius, J. (2007). Verzekeringsrecht. In J.H. Wansink (Ed.), Tekst & Commentaar: Verzekeringsrecht. Deventer: Kluwer Juridisch. 2.4 Annotaties 1. Blom, A. (2007).Noot bij : Hof Amsterdam (07-06-2007), Rechtspraak Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht (RAV) 2007-63, p.542-543. 2. Blom, A. (2007).Noot bij : Hof Leeuwarden (20-06-2007), Rechtspraak Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht (RAV) 2007-41, p.342-343. 3. Blom, A. (2007).Noot bij : HR (09-06-2006), (Valschermzweeftoestel). AV&S 2007-, p.136-139. 4. Blom, A. (2007).Noot bij : Gerechtshof Amsterdam (18-01-2007), Rechtspraak Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht (RAV) 2007-4, p.31-32. 5. Blom, A. (2007).Noot bij : Gerechtshof 's-Gravenhage (13-02-2007), Rechtspraak Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht (RAV) 2007-7, p.44-45. 6. Haak, K.F. (2007).Noot bij : HR (29-09-2006), 393, (Seawheel Rhine). Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in burgerlijke en strafzaken 2007-393. 7. Haak, K.F. (2007).Noot bij : HR (15-06-2007), 621, (Zwartemeer). Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in burgerlijke en strafzaken 2007-621. 8. Kroeze, M.J. (2007).Noot bij : HR (16-02-2007), LJN: AZ0419, Ondernemingsrecht 2007-68, p.219-221. 9. Mierlo, A.I.M. van (2007).Noot bij : HR (22-12-2006), Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-173, p.1258-1261. 10. Vletter - van Dort, H.M. van (2007).Noot bij : Hof Amsterdam (03-05-2007), LJN:BA4343, (World Online). Ondernemingsrecht 2007-8, p.331-335.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
36
Publicaties 2008 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. Beckman, H. (2008). Hoofdlijnen van het jaarrekeningenrecht. Deventer: Kluwer. 2. Fontaine, M. & Ly, F.J.M. De (2008). La redazione dei contratti internazionali, A partire dall'analisi delle clausole, testo italiano a cura di Renzo Maria Morresi. Milaan: Giuffré. 3. Bunt, H.G. van de, Koningsveld, T.J van, Kroeze, M.J., Vorm, B. van der, Wezeman, J.B., Wingerde, C.G. van & Zonnenberg, A. (2008). Overheidstoezicht op buitenlandse rechtspersonen. Rotterdam: Erasmus Instituut voor toezicht en Compliance 4. Ly, F.J.M. De & Lévy, L. (2008). Interest, auxiliary and alternative remedies in international arbitration: concluding remarks, ICC World Business Law Institute (Dossier V, No. 684, 2008). Paris: ICC Publishing, ICC Publication. 1.2 Dissertaties 1. Daal, G.C. van (2008, februari 07). Executoriaal en conservatoir verhaalsbeslag op aandelen in kapitaalvennootschappen en op certificaten daarvan. Erasmus Universiteit Rotterdam (335 pag.) (Den Haag: BJu, Boom Juridische uitgevers). Prom./coprom.: Prof.Mr. A.I.M. van Mierlo. 2. Klik, P. (2008, mei 30). Conformiteit. Verplichtingen van de verkoper met betrekking tot de kwaliteit van de te leveren zaken. EUR (418 pag.) (Rotterdam). Prom./coprom.: Prof.Mr. J.M. van Dunné. 3. Meijer, G.J. (2008, juni 12). Overeenkomst tot arbitrage. Erasmus Universiteit Rotterdam (Rotterdam: Erasmus Universiteit). Prom./coprom.: Prof.Mr. A.J. van den Berg & Prof.Mr. H.J. Snijders. 4. Pacces, A.M. (2008, januari 24). Featuring Control Power: Corporate Law and Economics Revisited. Erasmus Universiteit Rotterdam (821 pag.) (Rotterdam: RILE, Rotterdam Institute of Law and Economics). Prom./coprom.: Prof.Dr. R.J. Van den Bergh. 5. Tiggele-van der Velde, N. van (2008, juni 20). Bewijsrechtelijke verhoudingen in het verzekeringsrecht. Erasmus Universiteit Rotterdam (443 pag.) (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof.Mr. J.H. Wansink. 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. Klaassen, A.G.H. (2008). Het goedkeuringrecht van art. 2:107a BW in rechtsvergelijkend perspectief. Ondernemingsrecht, 2008/16(171), 568-577. 2. Klaassen, A.G.H. (2008). Melding van intenties - Een verkenning van het Nederlandse voorontwerp en het Duitse wetsvoorstel. Ondernemingsrecht, 12(129), 439-445. 3. Kramer, X.E. (2008). Naar een effectievere grensoverschrijdende betekening van stukken: de nieuwe Betekeningsverordening. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 2008(6), 172-178. 4. Kramer, X.E. (2008). The Rome II Regulation on the Law Applicable to Non-Contractual Obligations: The European private international tradition continued. Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 2008, 414-424. 5. Kramer, X.E. (2008). The European Small Claims Procedure: Striking the Balance between Simplicity and Fairness in European Litigation. Zeitschrift für Europäisches Privatrecht, 2008(2), 355-373.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
37
6. 7. 8.
9. 10. 11.
12. 13. 14. 15. 16.
Kroeze, M.J. & Vletter - van Dort, H.M. van (2008). History and Future of Uniform Company Law in Europe. European company law, 5(3), 114-122. Pijls, A.C.W. (2008). Misleiding van het beleggende publiek, een oneerlijke handelspraktijk! Ondernemingsrecht, 2008(9), 342-349. Tiggele-van der Velde, N. van (2008). The principles of European Insurance Contract Law (PEICL): applicant's pre-contractual information duty. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2008, 187-193. Verbrugh, M.A. (2008). De Herziening van het GmbH-recht in een concurrerende omgeving. Het wetsvoorstel MoMiG. Ondernemingsrecht, 2008(10/11), 401-406. Verbrugh, M.A. (2008). Concurrentie van vennootschapssystemen in Europa. SEW. Tijdschrift voor Europees en Economisch Recht, 2008(7/8), 267-277. Wansink, J.H. (2008). The principles of European Insurance Contract Law (PEICL), een belangrijke stap voorwaarts op weg naar de integratie van de nationale verzekeringsmarkten in de Europese Unie. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2008, 117-123. Zwitser, R. (2008). Bedrog en willekeur bij documentair krediet. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2008(3), 96-105. Zwitser, R. (2008). CAD: waar we het zoeken moeten. Nederlands Tijdschrift voor Handelsrecht, 2008(5), 181-190. Zwitser, R. (2008). Contractuele 'overdracht' en contractueel pand. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2008(6746), 211-222. Zwitser, R. (2008). Vervanging van het cognossement door het mate's receipt? Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2008, 201-210. Zwitser, R. (2008). Wie heeft het recht op het cognossement en het mate's receipt? Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2008, 165-175
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. Beckman, H. (2008). Verantwoording van goodwill bij overnames: purchased goodwill dan wel full goodwill. MAB, 81(januari/februari), 15-24. 2. Haak, K.F. (2008).Noot bij : HR (01-02-2008), 505, (NDS Provider). NJ 2008-. 3. Haak, K.F. (2008).Noot bij : HR (28-01-2008), 508, (GMS/Peterson). NJ 2008-. 4. Hoeks, M.A.I.H. (2008). Multimodal carriage with a pinch of sea salt: door to door under the UNCITRAL Draft instrument. European Transport Law, 2008, 257-280. 5. Kramer, X.E. (2008). Rome I en verzekeringsovereenkomsten: een blijvende achilleshiel van het conflictenrecht. Verzekeringsarchief, 2008(4), 179-188. 6. Kramer, X.E. (2008). The New European Conflict of Law Rules on Insurance Contracts on Rome I: A Complex Compromise. Icfai University Journal of Insurance Law, VI(4), 23-42. 7. Pijls, A.C.W. (2008). De winsuitkerende zorgonderneming. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2008(1), 10-20. 8. Vletter - van Dort, H.M. van (2008). Biedt Vie d'Or de financiële toezichthouders in Nederland voldoende bescherming? Tijdschrift voor jaarrekeningenrecht, 2008(5 (oktober)), 100-108. 9. Wansink, J.H. (2008). Precautionary Measures: A Friendly or Hostile Tool of Limiting Insurance Coverage. ERA-Forum, 9(1), 151-157. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
38
1.
Beckman, H. (2008). Het vereiste belang in een jaarrekeningprocedure. In Mick den Boogert (Ed.), Ondernemingsrecht (pp. 73-79). Deventer: Kluwer. 2. Beckman, H. (2008). Openbaar bod en de jaarrekening. In OO&R bundel Openbaar bod & Effecten (pp. 1003-1021). Deventer: Kluwer. 3. Beckman, H. (2008). Verhouding IAS Verordening, Titel 9 Boek 2 BW en Consolidatie. In Vereniging Jaarrekeningrecht 2008/2009, Uitgave Center for Company Law, Universiteit van Tilburg (pp. 1-17). Den Haag: Boom Uitgevers. 4. Kramer, X.E. (2008). A Major Step in the Harmonization of Procedural Law in Europe: The European Small Claims Procedure. Accomplishments, New Features and Some Fundamental Questions of European Harmonization. In A.W. Jongbloed (Ed.), The XIIIth World Congress of Procedural Law: The Belgian and Dutch Reports (pp. 253-283). Antwerp-Oxford-Portland: Intersentia. 5. Kroeze, M.J. (2008). Sociale psychologie en besluitvorming in vennootschappen (hoofdstuk 17). In Gedrag en privaatrecht (Boom masterreeks) (pp. 423-458). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 6. Ly, F.J.M. De (2008). Interest, auxiliary and alternative remedies in international arbitration: concluding remarks (World Business Law Institute). In F.J.M. de Ly & L. Lévy (Eds.), Dossier V (ICC Publication, 684) (pp. 237-246). Paris: ICC Publishing. 7. Timmerman, L. (2008). De begrenzers van het enqueterecht. In Mick den Boogert (Ed.), Ondernemingsrecht (pp. 149-153). Deventer: Kluwer. 8. Timmerman, L. (2008). Situationele gelijkheid in het (privaat)recht. In Gelijkheid in een pluriforme samenleving (Mededelingen van de afdeling letterkunde van de KNAW, deel 71, nummer 2) (pp. 29-46). Amsterdam: Aksant Academic Press. 9. Vletter - van Dort, H.M. van (2008). Gelijke behandeling wat betreft het verstrekken van informatie bij concurrerende biedingen. In Handboek Openbaar bod (Onderneming en Recht, 46) (pp. 749-776-23). Deventer: Kluwer. 10. Wansink, J.H. (2008). Het schaderegelingsproces in verzekeringrechtelijke verhoudingen; de spelers en hun spelregels. In Bundel Recht & Praktijk "Schadevaststellingen en de rol van de deskundige (Bundel Recht & Praktijk, 164) (pp. 101-131). Deventer: Kluwer. Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1. Haak, K.F. & Claringbould, M.H. (2008). Aansprakelijkheid van de wegvervoerder: een overzicht, Syllabus Voorlichtingsbijeenkomst (2008). Den Haag: Stichting Vervoeradres. 2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1. Beckman, H. (2008). Aanbeveling Europese Commissie van 5 juni 2008 betreffende beperking accountantsaansprakelijkheid. Ondernemingsrecht, 2008(10/11), 394. 2. Beckman, H. (2008). Accountantsvergunning voor wettelijke controles, Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2008(15), 556-557. 3. Beckman, H. (2008). Afschaffing jaarrekeningverplichtingen micro-ondernemingen, Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2008(15), 557. 4. Beckman, H. (2008). Besluit audit committee, Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2008(15), 558.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
39
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
Beckman, H. (2008). De onaantastbare accountant: geen ontslag bij meningsverschil over verslaglegging of controle!? (column 170). Ondernemingsrecht, 2008(16), 567. Beckman, H. (2008). Kleine rechtspersonen met jaarrekening op fiscale grondslagen, Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2008(10/11), 395. Beckman, H. (2008). Opgaaf accountantskosten voorgeschreven. Geen ontslag accountant wegens jaarrekeningdispuut, Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2008(10/11), 394. Beckman, H. (2008). Schoonheidsgebreken in het jaarverslag 2007 AFM. Ondernemingsrecht, 2008(17), 618-620. Beckman, H. (2008). Toepassing art. 2:403 BW bij beursdochters: vrijstelling depot jaarrekening of niet? (column 179). Ondernemingsrecht, 2008(17), 601. Beckman, H. (2008). Tuchtrechtspraak accountants, Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2008(10/11), 397. Beckman, H. (2008). Waardeverminderingen en 'fair-value'-waardering, Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2008(15), 557-558. Beckman, H. (2008). Wetsvoorstel aanpassing jaarrekeningvoorschriften (31 508), Actualiteit. Ondernemingsrecht, 2008(10/11), 395. Beckman, H. (2008). Belastingberekeningsgrondslagen (paragraaf 4.1.5). In Compendium voor de jaarrekening (pp. 4.1.5-01 t/m 4.1.5.-36). Deventer: Kluwer. Beckman, H. (2008). Checklist jaarrekening. In Kluwer financiële jaargidsen. Deventer: Kluwer. Beckman, H. (2008). Handelsregister (paragraaf 1.9.3). In Compendium voor de jaarrekening (pp. 1.9.3-01 t/m 1.9.3-42). Deventer: Kluwer. Beckman, H. (2008). Materiële vaste activa. In Compendium voor de jaarrekening (pp. 4.3.3.-01 t/m 4.3.3-270). Deventer: Kluwer. Grapperhaus, J.J.M. & Kroeze, M.J. (). Vaardig met ondernemingsrecht. In De oprichting van een bv (pp. 116). Den Haag: BJu. Haak, K.F. (2008). De Hoge Raad en expeditie. Weg en wagen : een visie op het nationaal en internationaal wegvervoerrecht, 2008(56). Haak, K.F. (2008). Wie is draagplichtig voor verkeersboetes? Weg en wagen : een visie op het nationaal en internationaal wegvervoerrecht, 2008(oktober). Hoeks, M.A.I.H. (2008). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2008(1), 35-36. Hoeks, M.A.I.H. (2008). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2008(3), 112-113. Hoeks, M.A.I.H. (2008). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2008(4), 145-148. Hoeks, M.A.I.H. (2008). Literatuuroverzicht. Tijdschrift Vervoer & Recht, 2008(2), 71-72. Klaassen, A.G.H. (2008). Decharge in Europa. Ondernemingsrecht, 2008/17(184), 623-624. Klaassen, A.G.H. (2008). Drie stellingen. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2008/6751, 320-322. Kramer, X.E. (2008). De Europese procedure voor geringe vorderingen (EPGV-Vo) is vastgesteld. Nederlands tijdschrift voor Europees recht, 2008, 46-48. Kramer, X.E. (2008). De Mediation-richtlijn: de laatste aanwinst voor de geschillenbeslechting in Europa. Ondernemingsrecht, 2008(8), 328-330. Kramer, X.E. (2008). Editorial - NIPR, IPR, EIPR en EPR: over versnippering, verwatering én samenhang. Nederlands Internationaal Privaatrecht (NIPR), 2008(3), 241. Kramer, X.E. (2008). [Bespreking van het boek Gewogen rechtsmacht in het IPR : over forum (non) conveniens en forum necessitatis (diss. Vrije Universiteit) 2007, ook verschenen als handelseditie in de serie Recht en Praktijk, deel 148, 2007]. Tijdschrift voor familie- en jeugdrecht, 2008, 65-69.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
40
30. Kroeze, M.J. (2008). Dubbel fout denken over hedgefondsen. Ondernemingsrecht, 2008(6), 219. 31. Kroeze, M.J. (2008). Ondernemingsrecht en politiek: de SER als wegbereider. Nederlands Juristenblad (NJB), 83(13), 774-776. 32. Kroeze, M.J. (2008). Kroniek van het vennootschapsrecht. Nederlands Juristenblad (NJB), 2008, 2153-2161. 33. Ly, F.J.M. De (2008). Internationale arbitrage: recente ontwikkelingen inzake belangenconflicten. Tijdschrift voor Arbitrage, 2008, 39-43. 34. Ly, F.J.M. De (2008). Kroniek Internationale Arbitrage. Tijdschrift voor Arbitrage, 2008, 119-123. 35. Ly, F.J.M. De (2008). Recensie: "The Uncitral Arbitration Rules, a Commentary, D. Caron, L. Caplan en M. Pellonpäa. Tijdschrift voor Arbitrage, 2008, 123-124. 36. Mussche, M. (2008). Gerechtvaardigd vertrouwen is geen onbehoorlijk bestuur. Het vertrouwensverweer. Ars Aequi, 2008, 790-793. 37. Timmerman, L. (2008). De zwakke partij in het vennootschapsrecht (column). Ondernemingsrecht, 2008, 251. 38. Timmerman, L. (2008). Do cases make bad law? (column). Ondernemingsrecht, 2008, 373. 39. Timmerman, L. (2008). Ondernemerschap en aandeelhouderschap (column). Ondernemingsrecht, 2008, 1. 40. Timmerman, L. (2008). Van vreemde smetten vrij? (column). Ondernemingsrecht, 2008, 409. 41. Verbrugh, M.A. (2008). Wijziging van Boek 2 BW in verband met de implementatie van de Richtlijn betreffende grensoverschrijdende fusies van kapitaalvennootschappen. Ondernemingsrecht, 2008(12), 432-434. 42. Wansink, J.H. (2008). Kroniek aansprakelijkheidsverzekering 2006-2008. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2008(45). 43. Wansink, J.H. (2008). Verzekeringsrecht: de tekst van Boek 7 titel 17 en 18 BW, verwante regelgeving en toepasselijk recht op de verzekeringsovereenkomsten voorzien van commentaar, 2e druk (Tekst en Commentaar). Deventer: Kluwer. 2.4 Annotaties 1 Blom, A. (2008).Noot bij : Rechtbank 's Hertogenbosch (18-06-2008), Rechtspraak Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht (RAV) 2008-85, p.768-770. 2 Blom, A. (2008).Noot bij : Gerechtshof 's-Hertogenbosch (05-02-2008), Rechtspraak Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht (RAV) 2008-50, p.468-470. 3 Blom, A. (2008).Noot bij : Gerechtshof Arnhem (08-04-2008), Rechtspraak Aansprakelijkheidsen Verzekeringsrecht (RAV) 2008-81, p.741-743. 4 Blom, A. (2008).Noot bij : Hoge Raad (30-11-2007), Rechtspraak Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht (RAV) 2008-16, p.125-127. 5 Blom, A. (2008).Noot bij : Gerechtshof 's Hertogenbosch (13-07-2007), Rechtspraak Aansprakelijkheids- en Verzekeringsrecht (RAV) 2008-30, p.283-284. 6 Kroeze, M.J. (2008).Noot bij : HR (02-11-2007), LJN BB3671, (Aansprakelijkheid bank voor door aandeelhouders geleden (afgeleide) schade?). Ondernemingsrecht 2008-1, nr. 13, p.42-45. 7 Pijls, A.C.W. (2008).Noot bij : Hoge Raad (30-05-2008), LJN: BD2820, Ondernemingsrecht 2008-9, p.364-367. 8 Pijls, A.C.W. (2008).Noot bij : Hof Amsterdam (16-09-2008), LJN: BF0810, Jurisprudentie onderneming en recht (JOR) 2008-310. 9 Pijls, A.C.W. (2008).Noot bij : Hof Amsterdam (07-10-2008), rolnr. 213/06, Ondernemingsrecht 2008-17.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
41
10 Vletter - van Dort, H.M. van & Pijls, A.C.W. (2008).Noot bij : HR (30-05-2008), LJN:BD2820 C06/302HR, (TMF). Ondernemingsrecht 2008-9, p.364-368. 11 Zwitser, R. (2008).Noot bij : HR (19-09-2008), LIN BD0723, (Meerdere begunstigden op een cheque). Bedrijfsjuridische Berichten 2008-, p.313-318.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
42
Onderzoeksprogramma C. Rechten van de Mens Programmaleider: Prof. Mr. R. de Lange
RECHTEN VAN DE MENS IN EEN COMPLEXE EN PLURIFORME RECHTSORDE
Inhoudsopgave 1. Algemene gegevens
1
2. Inhoudelijke beschrijving van het programma
2
3. Oriëntatie en methode
4
4. Onderzoeksresultaten
5
5. Onderzoekers
12
6. Reputatie
13
7. Leiderschap
15
8. Maatschappelijke relevantie
16
9. Scouting en personeelsbeleid
17
10. Sterkte-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode
18
Annex Tabel 1 - 5
21
RECHTEN VAN DE MENS IN EEN COMPLEXE EN PLURIFORME RECHTSORDE Zelfstudie onderzoeksprogramma (2006-2008)
1. Algemene gegevens
Titel onderzoeksprogramma Rechten van de mens in een complexe en pluriforme rechtsorde (hierna programma) 29 Programmaleider Prof. mr. R. de Lange Startdatum 1 januari 2005
Oorsprong In 2005 zijn twee kleinere programma’s samengevoegd: ‘Rechten van de Mens’ en ‘International Law in a Globalizing Society’. Beide werden door de visitatiecommissie Ten Cate met een 4 beoordeeld.
Formele samenwerkingsverbanden Een groot deel van de leden van het onderzoeksprogramma Rechten van de Mens is lid van de interfacultaire onderzoekschool Rechten van de Mens (ORM), in 2006 door de KNAW hererkend tot 2011. De programmaleider is tevens voorzitter van het bestuur van deze onderzoeksschool. De sectie Europees recht participeert in de European Public Law Organization (http://eplo.eu) en de daaraan verbonden Academy of European Public Law. Amtenbrink is lid van de Inter-Faculty Research Council for Law of the European Union- External Relations van het T.M.C. Asser Instituut en mede-oprichter van het interfacultaire instituut in oprichting CLEER (Centre for EU External Relations Law). Henrard is non-resident senior researcher van het European Centre on Minority Issues en legde gedurende de onderzoeksperiode de basis voor het in 2009 opgerichte Minority Research Network. Stoter werkt tevens bij de TU Delft, Faculteit Technologie, Beleid en Management en legde gedurende de onderzoeksperiode de basis voor het in 2009 samen met de TU Delft opgerichte Centre for Law & Innovation.
29
Waar lijsten met namen zijn opgenomen in dit rapport is telkens, behalve wanneer anders vermeld, voor alfabetische volgorde gekozen van de bij het programma betrokken leden en is hun titulatuur weggelaten. Bij de naam ‘de Lange’ is telkens een voorletter toegevoegd omdat twee onderzoekers met die naam in het programma figureren, de programmaleider en een aio. Waar in de noten naar publicaties verwezen wordt, betreft het voorbeelden van publicaties die gerelateerd zijn aan in de tekst genoemde onderzoeksthema’s.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
1
2. Inhoudelijke beschrijving programma Raison d’être en maatschappelijke meerwaarde In complexe en pluriforme samenlevingen staan de kernwaarden van het recht –zoals deze tot uitdrukking komen in de concepten rechtsstatelijkheid en grondrechtenbescherming- onder druk. De samenleving probeert niet alleen de inhoud van deze twee concepten te herijken, maar zoekt ook naar adequate institutionele en procedurele verhoudingen om vorm te geven aan die nieuwe inhoud. Zo vinden de complexiteit en pluriformiteit van de samenleving hun weerslag in de complexiteit en pluriformiteit
30 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 7 7 7 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 8 8 8 8 8 9 9 9 9 9 9 9 9 9 9 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
van de
rechtsorde. Dat geeft tegelijk ook de maatschappelijke betekenis van het programma aan en de mogelijkheid om de wetenschappelijke inzichten van het programma te vertalen naar de praktijk. Onderzoeksthema en -vragen De overkoepelende vraag van het onderzoek is hoe in een complexe en pluriforme rechtsorde, onder invloed van multiculturaliteit, Europeanisering en internationalisering vorm gegeven wordt of dient te worden aan regels en instellingen ter bescherming van rechtsstatelijkheid en grondrechten. Bij de aanvang van het programma in 2005 stonden drie thema’s centraal: multiculturaliteit, internationalisering en institutionele concurrentie. Mede naar aanleiding van de rapportage van de visitatiecommissie interne onderzoeksbeoordeling 2006 is gezocht naar meer samenhang in het programma. Dit is bewerkstelligd door het overkoepelend thema ‘rechtsstatelijkheid en grondrechtenbescherming in een complexe en pluriforme rechtsorde’ centraal te stellen. Daarbij spelen twee subthema’s een rol, namelijk ‘rechtsstatelijkheid en grondrechtenbescherming in Europese en internationale context’ en ‘grondrechten in de pluriforme en multiculturele samenleving’. Het programma benadrukt de institutionele en procedurele aspecten van rechtsstatelijkheid en grondrechtenbescherming. Het besteedt tegelijk ook aandacht aan de harde kern van het juridisch onderzoek: de correcte beschrijving en kritische reconstructie van het positieve recht en de abstracte theorievorming over de kernwaarden van het recht. Theoretisch uitgangspunt van het programma is dat de bescherming van rechtsstatelijkheid en grondrechten niet uitsluitend een kwestie is van juridische regels en instellingen, maar beïnvloed wordt door de sociale en politieke context. Daarbij staat voorop dat de sociale en politieke context in hoge mate bepaald wordt door ontwikkelingen op Europees en internationaal niveau en dat juridische regels en instellingen op die niveaus mede doorslaggevend zijn voor de bescherming van rechtsstatelijkheid en grondrechten. De volgende deelvragen worden in het onderzoek beantwoord.
Hoe komt grondrechtenbescherming tot stand in het spanningsveld tussen wetgever, rechter en uitvoerende macht en tussen rechters onderling, waarbij de wetgever, rechter en ook de uitvoerende macht in toenemende mate Europees van aard zijn?
Welke eisen en grenzen stellen fundamentele waarden van het recht, zoals rechtsstatelijkheid, aan Europese en internationale samenwerking, nu publieke macht wordt uitgeoefend op die niveaus?
Hoe wordt vormgegeven aan fundamentele waarden van het recht in een multiculturele samenleving?
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
2
De eerste twee vragen hebben betrekking op het eerste subthema en de laatste op het tweede subthema. De rechtsgebieden (in alfabetische volgorde) Europees recht, familierecht, internationaal publiekrecht, rechtsgeschiedenis, rechtstheorie (met inbegrip van rechtsfilosofie en –methodologie), strafrecht en staats- en bestuursrecht zijn vertegenwoordigd in het programma. Daarbij gaat het in hoofdzaak om juristen, en heeft een aantal deelnemers ook een achtergrond in de filosofie of de sociale wetenschappen.
Wetenschappelijke betekenis De wetenschappelijke betekenis van het onderzoek ligt in het inzicht in de vraag hoe -onder invloed van Europeanisering en internationalisering van publieke macht en maatschappelijke condities, waarin de identiteit van individuen en groepen in de samenleving heterogeen van aard is- het recht en de instellingen van het recht al dan niet bijdragen aan het (her)vinden van de balans tussen de belangen van het individu -zoals uitgedrukt in grondrechten- en het algemeen belang, dat publieke instellingen geacht worden te dienen op basis van principes van rechtsstatelijkheid.
Relatie onderzoek en onderwijs Leden van het programma zijn intensief betrokken bij het bachelor- en masteronderwijs. In het bijzonder in door hen gedoceerde mastervakken wordt een direct verband met het onderzoek gelegd.31 Deze doorwerking van het onderzoek in het onderwijs is een belangrijke manier om getalenteerde studenten te enthousiasmeren voor het doen van onderzoek (zie ook par. 9). In september 2009 gaat de nieuwe mastervariant ‘Recht in de Multiculturele Samenleving ‘van start, waarin Van der Burg, Galenkamp en Henrard nauw samenwerken. Ook start een nieuwe interdisciplinaire minor ‘Human Rights’, waarbij multicultureel burgerschap centraal staat. Deze minor wordt aangeboden in samenwerking met de Faculteit der Historische en Kunstwetenschappen (prof. dr. S. Stuurman) en de Faculteit der Sociale Wetenschappen (prof. dr. H. Entzinger). Ook wordt de mastervariant ‘International and European Public Law’ in herziene vorm aangeboden. Het accent van deze opleiding ligt op het toenemende publieke karakter van de twee rechtsgebieden. Studenten kunnen zich specialiseren in grondrechtenbescherming en rechtsstatelijkheid. Amtenbrink, Henrard en R. de Lange schreven handboeken die o.a. ook in het onderwijs gebruikt worden, zowel binnen als buiten de EUR.32
30 Het gaat hierbij om situaties van rechtpluralisme (bijv. mediation op basis van sharia of alevitische Sem naast klassieke mediation en rechtspraak) als ook om bijv. verschijnselen als geregistreerd partnerschap naast huwelijk en notarieel contract en om de eventuele erkenning van cultureel verweer. 31 Voorbeelden van relevante vakken: Comparative fundamental rights, European institutional and constitutional law, History of international law, Human rights in international law, International criminal law, Law in action: wetgeven, Masterclass Wetgeving, Minority Protection, Philosophy of human rights, Rechten van de mens en grondrechten. 32 Amtenbrink en Vedder (2008) Recht van de Europese Unie; Henrard (2008) Mensenrechten vanuit internationaal en nationaal perspectief; Elzinga & R. de Lange (2006) Van der Pot.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
3
3. Oriëntatie en methode Onderzoeksmethode Het onderzoek naar de institutionele en procedurele aspecten van rechtsstatelijkheid en grondrechtenbescherming wordt geïnspireerd door inzichten van rechtsfilosofische (bijvoorbeeld Alexy, Fuller) rechtssociologische (bijvoorbeeld Bohne, Habermas, Selznick, Teubner, Weber) en politicologische (bijvoorbeeld Bellamy, Kratochwil, Movavcsik) aard.33 Amtenbrink, Jaremba en Stoter hanteren ook kwalitatieve en empirische onderzoeksmethoden.34 Het positiefrechtelijk georiënteerde onderzoek hanteert klassieke juridische onderzoeksmethoden waarbij enerzijds de correcte beschrijving en kritische reconstructie van het positieve recht centraal staat35 en anderzijds abstracte theorievorming over kernnoties in het recht onderwerp van onderzoek zijn.36 In dit onderzoek wordt het recht als een hermeneutische discipline begrepen, al blijft dat vaak impliciet. Met de komst van Van der Burg en Taekema (beide medio 2008) hebben methoden van juridisch en interdisciplinair onderzoek een centrale plek gekregen. Kwaliteitszorg Naar aanleiding van de rapportage bij de interne onderzoeksbeoordeling 2001-2005 was het verbeteren van de kwaliteit van het onderzoek een zwaartepunt in de periode 2006-2008. Op facultair niveau vindt kwaliteitszorg plaats via de Sanderskwalificatie en via stimuleringsregelingen voor tweede geldstroom. Deelname aan het programma vereist het behalen van de facultaire onderzoeksnormen. Alle gepromoveerde onderzoekers binnen het onderzoeksprogramma behaalden inmiddels deze kwalificatie. Op programmaniveau beslist de programmaleider samen met de sectiehoofden of een onderzoeker -gezien het onderwerp van het onderzoek- in het programma wordt opgenomen. Dit geldt tevens voor individuele publicaties, die geweigerd kunnen worden door de programmaleider.37 Ook het niet voldoen aan afspraken over het werven van tweede geldstroomfinanciering kan er toe leiden dat onderzoekers het programma (en de faculteit) verlaten. In de afgelopen periode zijn medewerkers gestimuleerd in het Engels, en in gezaghebbende internationale tijdschriften en bundels te publiceren, op basis van het facultaire beleid om dergelijke wetenschappelijke publicaties met extra punten te belonen.38 Daarnaast maken de sectiehoofden met de betrokken UHD’s en UD’s afspraken over een deugdelijke onderzoeks- en publicatiestrategie. Programmaleden uit het middenkader en van de promovendi worden aangemoedigd hun onderzoek in gezaghebbende, liefst internationale fora te presenteren. Daarvoor worden door de faculteit aio-budgetten ter beschikking gesteld en kent het programma middelen toe aan het middenkader.
33
Hierbij gaat het om Amtenbrink, Van der Burg, Galenkamp, Hey, R. de Lange, Naude Fourie, Stoter, Taekema, Vedder. Amtenbrink in het kader van het door HiiL gefinancierde onderzoek (resultaten 2009/10); Jaremba in haar met het HiiL onderzoek verbonden proefschrift (promotor Amtenbrink); Stoter, zie publicaties. 35 Dit type onderzoek is sterk vertegenwoordigd in het strafrechtelijk onderzoek (Blom, Hartman, Mevis, Uit Beijerse, Raimondo), in het personen- en familierecht (Nuytinck) en het bestuurlijk informatierecht (Overkleeft-Verburg), maar ook in alle andere disciplines. 36 Dit type onderzoek is sterk vertegenwoordigd in het staatsrechtelijke onderzoek (Henrard, R. de Lange, Mentink). Ook Winkel (2007) Vitoria. 37 In de afgelopen periode heeft een zestal onderzoekers het programma verlaten omdat hun publicaties te weinig samenhang vertoonden met het programma. De publicaties van deze onderzoekers zijn niet opgenomen in de publicatieoverzichten. 38 Voorbeelden van resultaten op dit gebied: Momirov (2007) Individual Right to Petition en Raimondo (2007) General Principles en The International Court of Justice. 34
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
4
Om de samenhang binnen het onderzoeksprogramma te bevorderen zijn in de afgelopen jaren onderzoeksbijeenkomsten georganiseerd, zoals onderzoeksseminars en jurisprudentiebesprekingen. Wetenschappelijke bijscholing van de aan het onderzoeksprogramma verbonden aio’s vindt plaats in het kader van de onderzoeksschool Rechten van de Mens.
4. Onderzoeksresultaten De kwaliteit van het onderzoek in het programma heeft zich in de periode 2006-2008 goed ontwikkeld, zoals blijkt uit de onderzoeksresultaten en de publicaties. Het onderzoek heeft tot twee algemene wetenschappelijke inzichten geleid. (1) In het wetgevingsproces op nationaal, Europees en internationaal niveau klinken rechtsstatelijkheid en grondrechtenbescherming onvoldoende door om de legitimiteit van de rechtsorde te waarborgen. (2) Een herijking van grondrechten en van de ideeëngeschiedenis over grondrechten is noodzakelijk om grondrechtenbescherming in een multiculturele samenleving te waarborgen. Hieronder worden de op de deelvragen ontwikkelde inzichten nader toegelicht. Spanningsveld tussen wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht en tussen rechters onderling De begrippen ‘voorrang’ en ‘directe werking’ zoals ontwikkeld door het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJEG)39 zetten constitutionele waarden en grondrechtenbescherming in de lidstaten onder druk.40 Dit speelt o.a. rond het thema ‘Europees burgerschap’ op basis waarvan rechten en plichten van burgers - van toegang tot de rechter tot verblijfsrechten voor familieleden - worden overgenomen door het Europese recht.41 Het verschil van mening tussen sommige nationale rechters en het HvJEG over de vraag wie gerechtigd is te oordelen in constitutionele aangelegenheden, illustreert dat de lidstaten het HvJEG niet noodzakelijkerwijs vertrouwen in deze. Dit stelt grenzen aan de Europese integratie. Ook illustreert dit verschil van mening dat voor de bescherming van grondrechten - zoals die vorm krijgt in de onderlinge verhouding tussen nationale en Europese rechters - nationale constitutionele beginselen van blijvend belang zijn.42
In het spanningsveld tussen wetgevende en uitvoerende macht zijn -om de legitimiteit van het wetgevingsproces te waarborgen- niet alleen juridisch-institutionele aspecten van belang, maar ook rechtssociologische en –politieke aspecten. Deze laatste zijn bepalend voor de inhoud en legitimiteit van de wet en beïnvloeden het waarborgkarakter van de wet.43 De uitvoerende macht heeft een aanzienlijke rol in het wetgevingsproces, in het bijzonder in de voorbereidende fase en bepaalt in die fase grotendeels de inhoud van de tot stand te brengen wet, mede als gevolg van het proces van Europeanisering. Beide hierboven genoemde bevindingen verdienen concrete vertaling in de theorievorming ten aanzien van de juridische kwaliteit en de legitimiteit van wetgeving.44
In het spanningsveld tussen wetgever en rechter verdient zowel het wetgevingsproces als zodanig alsook de relatie tussen wetgever en rechter de aandacht. In het proces van wetgeving in Nederland is verbetering mogelijk van de procedurele waarborgen ten aanzien van grondrechtenbescherming. ‘Prelegislative
39
Voor een historische studie over het HvJEG Winkel (2007) Vorabentscheidungsverfahren. Amtenbrink (2007) Continuation or Reorientation. 41 Goudappel (2007) From National (…) en Stemrecht . 42 R. de Lange (2007) European Public Order; Jaremba (promoter Amtenbrink) over kennis attitude en ervaring van nationale rechters als gemeenschapsrechters. 43 Stoter en Huls (2006) Op weg naar; Otto, Stoter en Arnscheidt (2008) Using Legal Theory. 40
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
5
scrutiny-procedures’ zoals die in andere landen worden toegepast verdienen de aandacht. Ook in de manier waarop de wetgever omgaat met adviezen van de Raad van State zou meer systematisch aandacht voor grondrechten moeten worden ingeruimd. In de literatuur wordt wel gesuggereerd dat tussen de modellen van soevereiniteit van de wetgever (Sovereignty of Parliament) en rechterlijke toetsing (judicial review) een derde weg wordt ontwikkeld, waarvoor de dialoog tussen rechter en wetgever het centrale mechanisme is. De Britse Human Rights Act wordt daarbij veelal als voorbeeld genoemd. De Nederlandse situatie laat zien dat een dergelijke dialoog inderdaad mogelijk is; de doctrine van de Hoge Raad over de (grenzen van de) rechtsvormende taak van de rechter –onder de bijzondere omstandigheden van een sterke doorwerking van internationaal recht krachtens artikel 94 Grondwet– wordt gehanteerd op een wijze die de eigen domeinen van wetgever en rechter tot uitgangspunt neemt.45
In het straf- en het strafprocesrecht treedt de rechtsvormende taak van de rechter en in het bijzonder van de strafkamer van de Hoge Raad meer en meer op de voorgrond. Daarbij is het constitutionele raamwerk voor het opereren van die rechter niet sterk ontwikkeld.46 Voor het grondrecht op ‘fair trial’ kan de inhoudelijke uitwerking van dat concept op nationaal niveau, naast het Europese Verdrag inzake de Rechten van de Mens (EVRM), de rechtsbescherming versterken.47
De verharding van het strafklimaat vereist het opnieuw doordenken van fundamentele uitgangspunten van het strafrecht, mede bepaald in het kader van het EVRM. Het spanningsveld tussen wetgever en rechter speelt hierbij een rol, omdat de wetgever de wettelijke straftoemeting door de rechter kan bepalen maar ook ruimte moet laten voor adequate straftoemeting op de persoon van de verdachte.48 Dit knelt o.a. in het jeugdstrafrecht.49 Op gronden van rechtsbescherming blijkt de bestuurlijke boete niet altijd een goed alternatief, ook omdat er geen goede criteria zijn voor een verantwoorde keuze tussen strafrechtelijke en andere sancties.50
De structuren ter bescherming van gedetineerden zijn onvoldoende, al is van structurele onmenselijke situaties geen sprake. Nederland maakt onvoldoende gebruik van het toezicht van het Committee for the Prevention of Torture (CPT)51 om de rechtspositie van gedetineerden minimaal te waarborgen.52 In het jeugdrecht komt het typische van de jeugdige te weinig tot uitdrukking.53 Het versterken van de invloed van de strafopleggende rechter is geen alternatief; de waarborgen dienen verankerd te worden in de tenuitvoerleggingfase.54 Ook in de fase van het voorarrest waar niet-rechterlijke autoriteiten actief zijn, dienen rechtsbeschermende waarborgen geïntroduceerd te worden.55
Het onderzoek op het gebied van het personen- en familierecht, en het bestuurlijk informatierecht illustreren vooral de grote invloed van het EU- en EVRM-recht op deze rechtsgebieden en de concurrentie die er soms ook bestaat tussen de verschillende lagen van het recht en de daarbij betrokken instellingen.56
44
Efthymiou, Henrard, van Houten & Stoter in R. de Lange (2008) Wetgever en Grondrechten. Efthymiou, Henrard, van Houten & Stoter in R. de Lange (2008) Wetgever en Grondrechten . R. de Lange & Mevis (2006) Constitutional Guarantees; Mevis (2008) Constitutionalisering en Cassatierechtspraak. 47 Dit betreft een onderzoek t.b.v. een voorstudie voor de Staatscommissie herziening Grondwet van R. de Lange, Leeuw en Mevis dat in 2008 werd uitgebracht in opdracht van het ministerie van BZK en in 2009 werd gepubliceerd. 48 J de Lange & Mevis (2008) Rechter en tenuitvoerlegging. 49 Uit Beijerse & Boundemaker (2008) Onschuldpresumptie. Uit Beijerse & de Jong (2006) Surinaamse. 50 Hartmann (2006) Beknopte schets; Hartmann (2008) Proces positie van verdachte afdoening. 51 Voluit: Committee for the Prevention of Torture and Inhuman or Degrading Treatment or Punishment 52 J. de Lange (proefschrift 2-10 08, promotores Mevis en Vegter) Detentie genormeerd. 53 Zie Uit Beijerse (2008) Opvoedingsinternaat. 54 Mevis en J. de Lange (2007) Rechtspraak; J. de Lange & Mevis (2008) Tenuitvoerlegging. 55 Mevis, Uit Beijerse, Korenhof & Verloop (2008) Rechter-commissaris. 56 Zie publicaties Nuytinck en Overkleeft-Verburg. 45 46
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
6
Europese en internationale samenwerking De overdracht van publieke macht naar Europese instellingen roept vragen op over de fundamenten van de liberale democratie, omdat de traditionele kanalen van democratische legitimering en accountability het afleggen van verantwoording - niet toereikend zijn om het feit te accommoderen dat publieke macht wordt uitgeoefend op bovennationaal niveau, ook door de zogenaamde uitvoerende macht.57 Daarom is verdere verbreding en verdieping van Europese samenwerking problematisch zonder de introductie van nadere rechtsstatelijke elementen op Europees niveau en een herwaardering van de gangbare ideeën over rechtsstatelijkheid.58
De contemporaine rol van internationale instellingen59 - het uitoefenen van publieke macht - kan juridisch gezien zinvol geduid worden in concepten die verwant zijn met concepten uit het nationaal staats- en bestuursrecht en met het begrip rechtsstatelijkheid. Met andere woorden: de private law analogy van Lauterpacht gaat nog maar beperkt op. Een dergelijke duiding illustreert op treffende wijze het gebrek aan rechtsstatelijkheid op internationaal niveau,60 vooral in de Zuid-Noord context. Deze duiding maakt het ook mogelijk initiatieven om dit gebrek te verhelpen, te waarderen.61 In dit type onderzoek vindt een herijking plaats op basis van de internationale context van de gangbare ideeën over rechtsstatelijkheid. Tegelijk komt de idee dat internationale instellingen slechts uitvoerende organen zijn onder spanning te staan.
Multiculturele samenleving In een multiculturele samenleving is het van belang dat in rechterlijke beslissingen over botsing van grondrechten de in het geding zijnde belangen aan beide zijden nauwkeurig en compleet worden geïnventariseerd, en er een nauwgezette en expliciete afweging van die belangen plaatsvindt. Bijvoorbeeld bij de botsing tussen de vrijheid van meningsuiting en de godsdienstvrijheid leidt dit er toe of zou dit er toe moeten leiden dat er geen ‘gratuitously offensive remarks’ mogen worden gemaakt ten aanzien van een geloof of de aanhangers van een geloof.62 Dit laatste is met name relevant voor leden van religieuze minderheden. De oorsprong van de in de praktijk vaak onvolledige belangenafweging is qua ideeëngeschiedenis onder andere te traceren naar Dworkins theorie over rechten als troefkaarten; Alexy’s ‘discourse theory’ schept ruimte voor een evenwichtiger belangenafweging.63 Ook ligt hier een verband met het onderzoek inzake rechtsherstel, waarbij eveneens de afwegingsproblemen van grondrechten een rol spelen.64 Rechtsherstel beoogt de rechtsgevolgen van een niet-rechtsstatelijk regime na regimewijziging op
57
Amtenbrink (2007) Continuation or Reorientation. Amtenbrink (2007) Capacity. Voor een illustratie zie Tladi (2007, promotor Hey) Towards a Nuanced Conceptualization. Ook vermelding waard is hier de promotie van Footer (promotie 8-12-2005 cum laude, promotor Hey) (vanwege de late datum niet bij de Interne onderzoeksbeoordeling 2001-2005 meegenomen ) An Institutional and Normative Analysis of the World Trade Organization, Martinus Nijhoff Publishers, 2005. 60 Hey (2006) Van international naar mondiaal, Hey (2007) International Institutions. 61 Momirov (2007); Momirov (promotor Hey) promotie over beheer van gebied door internationale instellingen 2010; Naude Fourie (promotores Hey en R. de Lange) promotie 16-10-09, Inspectie Panel Wereldbank als quasi rechterlijke instantie. 62 Galenkamp (2007) De vrijheid van godsdient; Henrard (2008) Botsende Grondrechten; R. de Lange (2008) Botsing van Grondrechten; R. de Lange (2008) Gutmann’s Dilemma. Over godsdienstvrijheid zie ook promotie Bos (promotor Winkel 16-409). 63 Galenkamp (2007) Samenleven en Taking Rights, (2008) Fundamental Rights en Toward a Socialization. 64 R. de Lange (2007) Transitional justice, waarin ook Veraart en Winkel (2007) Time, restitution. 58 59
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
7
te heffen. Vaak kan dit slechts door nieuwe vormen van ongelijkheid, bijvoorbeeld positieve discriminatie, te creëren.65
Tevens is op basis van rechts- en politiek-filosofische, rechtstheoretische, en wijsgerig-antropologische invalshoeken inzicht verschaft in de rol die cultureel verweer speelt en zou moeten spelen in rechterlijke beslissingen in de multiculturele democratische rechtsstaat. 66
Bij de bescherming van minderheden in complexe samenlevingen zijn niet alleen specifieke minderheidsrechten van belang zoals vaak gedacht wordt, maar is tevens een ruime toepassing van het gelijkheidsbeginsel ten aanzien van de uitoefening van andere rechten, met name algemene mensenrechten, van groot belang.67
Kernpublicaties Bij het kiezen van de acht kernpublicaties (zie tabel 3) en vier ‘hard copies’ hebben originaliteit, wetenschappelijke kwaliteit -blijkend uit gezaghebbende uitgevers en internationale fora - maatschappelijke relevantie en samenhang met het programma zwaar gewogen. Daarnaast heeft de wens een rol gespeeld om een goede spreiding van de publicaties te verkrijgen over de verschillende onderzoeksthema’s en publicatievormen: dissertaties, bundels, artikelen, alsmede om een doorkijk naar de toekomst te geven. Amtenbrink (2007) Continuation or Reorientation. Deze uitgewerkte wetenschappelijke versie van de oratie van Amtenbrink betreft de kern van zijn onderzoek op het gebied van rechtsstatelijkheid op Europees niveau. Hij constateert dat de huidige constitutionele structuur van de EU onvoldoende rekening houdt met het feit dat Europese instellingen publieke macht uitoefenen en bepleit een grondige heroriëntatie van de Europese integratie en verdere politisering van het Europese beleid. Efthymiou, Henrard, van Houten en Stoter in de R. de Lange (2008) Wetgever en Grondrechten. Deze publicatie is het resultaat van een presentatie op de gezaghebbende Staatsrechtconferentie die in 2007 door leden van het programma aan de Erasmus Universiteit werd georganiseerd. Het is een mooi voorbeeld van de samenwerking binnen de sectie staats- en bestuursrecht. Het artikel gaat in op de betekenis van grondrechten voor de wetgever in plaats van voor de rechter, de klassieke focus van grondrechtenonderzoek. Henrard (2008) Patchwork. Deze publicatie analyseert het belang van het gelijkheidsbeginsel voor de bescherming van de rechten van minderheden. Het boek is het resultaat van een internationaal onderzoek naar de rechten van minderheden dat Henrard leidde samen met Dunbar (University Aberdeen) en is gepubliceerd door een van de meest gerenommeerde internationale uitgevers op het gebied van recht. Hey (2007) International Institutions. Het hoofdstuk analyseert de rechtsstatelijke vragen die zich voordoen als internationale organisaties samenwerken bij het uitoefenen van publieke macht. Het handboek is het resultaat van een internationaal onderzoek naar internationaal milieurecht dat Hey samen met Bodansky (University of Georgia) en Brunnée (University of Toronto) leidde; het verscheen in de gerenommeerde Handbook serie van Oxford University Press. J. de Lange (2008) Detentie Genormeerd. In deze studie staat de bescherming van gedetineerden door het 65 Meijer (2008) (promotor Winkel) E 100 en de naoorlogse rechtspraak. Ook vermeldenswaard is hier de (vanwege de late datum niet bij de Interne onderzoeksbeoordeling 2001-2005 meegenomen) promotie van Veraart (cum laude, promotor Winkel op 10-11-2005), Ontrechting en rechtsherstel in Nederland en Frankrijk in de jaren van de bezetting en wederopbouw, Deventer. 2005. 66 Ten Voorde, (2007) (promotie 28-06-07 promotores Foque en Galenkamp) Cultuur als Verweer. 67 Henrard (2007) Equal Rights en Protection of minorities through equality provisions; Henrard (2008), Zoektocht, Max Planck Encyclopedia en Patchwork.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
8
internationaal toezicht van het CPT centraal. In het bijzonder is onderzocht wat de betekenis van de detentienormering van het CPT is voor de wijze waarop vrijheidsbeneming in Nederlandse penitentiaire inrichtingen wordt vormgegeven. R. de Lange & Mevis (2006) Constitutional Guarantees. In deze publicatie wordt een beschouwing gegeven over aspecten van bescherming van rechterlijke onpartijdigheid en onafhankelijkheid waarin de nationale constitutionele garanties worden vergeleken met de garanties voor onpartijdigheid en onafhankelijkheid zoals die uit internationale mensenrechtenverdragen voortvloeien, in het bijzonder art. 6 van het EHRM. Het is een mooi voorbeeld van de sectieoverstijgende samenwerking binnen het programma. Stotter & Huls (2006) Bruikbare Regulering. Dit artikel illustreert dat naast juridisch-institutionele aspecten om de legitimiteit van het wetgevingsproces te waarborgen ook rechtssociologische en -politieke aspecten van belang zijn. Die laatste aspecten blijken tevens de inhoud en legitimiteit van de wet te bepalen, en beïnvloeden het waarborgkarakter van de wet. Ten Voorde (2007) Cultuur als Verweer. Het betreft een proefschrift dat in het kader van de NWOAspasia-subsidie van Galenkamp tot stand kwam. Promotores waren Foqué en Galenkamp. Het proefschrift geeft inzicht in de rol die cultureel verweer speelt en zou moeten spelen in rechterlijke beslissingen in de multiculturele democratische rechtstaat, op basis van rechts- en politiek-filosofische, rechtstheoretische en wijsgerig-antropologische invalshoeken.
Kwantitatief overzicht Een overzicht van de kwantitatieve onderzoeksresultaten en een overzicht van alle wetenschappelijke publicaties en vakpublicaties zijn opgenomen in respectievelijk tabel 2 en tabel 5. Geconstateerd kan worden dat het aantal wetenschappelijke publicaties sinds 2005 aanzienlijk is toegenomen. In vergelijking met 2005 en 2006 is de wetenschappelijke output in 2007 en 2008 gemiddeld bijna verdubbeld. In dezelfde periode is ook de totale personeelsformatie (wp in fte’s onderzoek) bijna verdubbeld. Naast het toetreden van nieuwe hoogleraren tot het programma is vooral het aantal aio’s toegenomen. Het aantal wetenschappelijke publicaties per fte is daardoor in de periode 2006-2008 nagenoeg ongewijzigd gebleven. Dat het aantal wetenschappelijke publicaties per fte niet sterk is toegenomen heeft vermoedelijk te maken met:
het feit dat een aantal leden gedurende de looptijd van het programma toetraden;68
het feit dat sommige leden de helft van hun onderzoekstijd bij een ander onderzoeksprogramma inbrengen;
het gegeven dat een aantal leden werkte aan omvangrijke boekprojecten;69
de beperkte looptijd van het programma waardoor nog weinig promoties gerealiseerd konden worden. Wat betreft omvangrijke publicatieprojecten is het aantal monografieën en handboeken met name in 2007
aanzienlijk verhoogd ten opzicht van 2005. Een belangrijke factor lijkt echter ook de toegenomen nadruk op internationalisering. Medewerkers hebben zich sterker ingespannen om internationale publicaties te realiseren. Bij publicaties in een
68
Stoter 2006, Amtenbrink en Henrard 2007, van der Burg en Taekema 2008.
69
Amtenbrink, R. de Lange, Henrard, Hey, Stoter.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
9
internationaal gerenommeerd tijdschrift of in een boek dat door een gerenommeerde internationale uitgever gepubliceerd wordt duurt het doorgaans anderhalf tot twee jaar tussen de presentatie/ acceptatie van een stuk en de daadwerkelijke publicatie. 70 Het schrijven van een dergelijk artikel kost bovendien aanzienlijk meer tijd dan het schrijven van een Nederlandstalige wetenschappelijk artikel. Zo is in 2007 een aanzienlijk aantal internationale publicaties verschenen die in 2005 en 2006 zijn geschreven. 2008 blijkt weer een overgangsjaar. Programmaleden hebben in 2008 wel meer publicaties bestemd voor internationale gerefereerde tijdschriften en bij internationale uitgevers, geproduceerd dan uit tabel 2 blijkt. De publicatie van deze bijdragen wordt echter pas in 2009 (zie ook para. 10) en daarna verwacht. De inzet op internationalisering heeft meetbare effecten. Het aantal Engelstalige wetenschappelijke publicaties is aanzienlijk gestegen en daaronder zijn ook een aantal publicaties bij gerenommeerde uitgevers zoals Cambridge UP en Oxford UP. Geconstateerd kan worden dat weliswaar de kwantiteit aan publicaties min of meer gelijk is gebleven maar de kwaliteit in termen van gerefereerde publicaties, Engelstalige en internationale publicaties en publicaties bij gerenommeerde uitgevers is toegenomen. In 2007 en 2008 was het aantal gerefereerde artikelen immers beduidend hoger dan het aantal artikelen in overige tijdschriften. Deze trend zet zich voort bij de verwachte publicaties voor 2009. Ook heeft het beleid om de wetenschappelijke publicaties evenredig tot het aantal fte’s over de verschillende onderzoeksvragen te verdelen vruchten afgeworpen . De nieuwe aanpak heeft er ook toe geleid dat vrijwel alle output relevant is voor de thematiek van het onderzoeksprogramma. Over het aantal promoties werd al opgemerkt dat die gering waren gedurende de looptijd van het programma, omdat er bij aanvang van het programma weinig aio’s waren.71 Een aantal aio’s dat gedurende de verslagperiode is aangesteld, zal echter binnen afzienbare tijd promoveren (zie par. 10). Gedurende de afgelopen drie jaar is de samenhang in het programma versterkt, de kwaliteit van de wetenschappelijke publicaties verhoogd en het aantal Engelstalige en internationale publicaties toegenomen.
Interne samenwerking Binnen het onderzoeksprogramma zijn samenwerkingsverbanden ontstaan. Zowel binnen specifieke onderzoeksgroepen alsook tussen onderzoeksgroepen. Deze samenwerking heeft zijn weerslag gevonden in een aantal gezamenlijke publicaties op het gebied van strafrecht en staats- en bestuursrecht alsmede tot gezamenlijke publicaties van R. de Lange en Mevis.72 Ook wordt een aantal promovendi gezamenlijk
70
Voorbeelden: bij het NYIL zit gemiddeld ongeveer anderhalf jaar tussen acceptatie en publicatie van een stuk. Van Hey
werden in 2006 twee stukken voor publicatie in bij Cambridge University Press te publiceren boeken aangenomen; zij worden in 2009 gepubliceerd. 71
De volgende promoties werden gerealiseerd: in 2007 Tladie (bij Hey), Siberson (bij de Zwaan), Ten Voorde (bij Foqué en
Galenkamp); in 2008 van der Sluis (bij R. de Lange) en J. de Lange (bij Mevis en Vegter). 72
Mevis en J. de Lange (2007) Rechtspraak inzake Sanctiestelsel, Eftymiou, Henrard, van Houten en Stoter in: R. de Lange
(2008) Wetgever en grondrechten; Brems, de Lange en Henrard (2008) Botsing van grondrechten, R. de Lange en Mevis (2006) Constitutional Guarantees, R. de Lange en Mevis (2008) Botsing van Grondrechten, Mevis, Uit Beijerse, Korenhof en Verloop (2008) Rechter-commissaris, Rogier en de R. de Lange (2008) Toegang tot de Rechter.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
10
begeleid.73 Daarnaast heeft de komst van Amtenbrink geleid tot intensivering van de samenwerking tussen de secties Europees en internationaal recht.
Tweede en derde geldstroomonderzoek Vanaf 2006 is er verandering gekomen in de exclusieve oriëntatie op eerste geldstroomonderzoek. In 2007 trad Amtenbrink met inbreng van een door het Hague Institute for the Internationalisation of Law (HiiL) gefinancierd onderzoeksproject toe tot het programma. Met de komst van Henrard (eveneens in 2007) is daar een NWO VIDI-component aan toegevoegd. Ook de vertaling van het boek Europeanisation of Public Law (2007), waarvan R. de Lange een van de auteurs is, werd door NWO gefinancierd. De inzet is gericht op een verdere toename van NWO-financiering en andere tweede geldstroombronnen. Enerzijds gebeurt dit dankzij de facultaire stimuleringsregeling voor de tweede geldstroom, anderzijds ook op programmaniveau door intervisie en begeleiding door ervaren onderzoekers bij het indienen van onderzoeksvoorstellen. In 2008 werden de volgende aanvragen bij NWO ingediend: twee bij het programma Conflict en Veiligheid, een bij het Mozaïekprogramma, een in de open ronde en een Veni-aanvraag. Thans zijn drie aanvragen afgewezen, waarvan een in de laatste ronde. De door Van der Burg en Galenkamp ingediende vooraanvraag voor het NWO-programma Conflict en Veiligheid is door de voorselectie gekomen, is in 2009 uitgewerkt en heeft inmiddels zeer positieve referentenrapporten ontvangen. De door Mevis in de open ronde ingediende aio-aanvraag ontving de A-status. Derde geldstroomonderzoek werd verricht door Goudappel,74 Henrard,75 Hey,76 R. de Lange en Mevis 77 Overkleeft-Verburg78 en Stoter.79
73
Ambrus (door Henrard en R. de Lange); Bustra (door Henrard en R. de Lange); Leeuw (door R. De Lange en Mevis),; Naude
Fourie (door Hey en R. de Lange; Ramlal (door Huls en Stoter) en de Wit (door R. de Lange en Stoter.) 74
Studie voor de Rotterdamse ombudsman.
75
Rapport voor de EU Commissie.
76
I.h.k.v lidmaatschap CAW.
77
Rapport ministerie BZK..
78
W.o. onderzoek voor de gemeente Nuth.
79
Min. Justitie en academies voor wetgeving, rijkstrainees.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
11
5. Onderzoekers Algemeen Het aantal aan het programma verbonden onderzoekers in de periode 2006-2008 is vermeld in tabel 1. Voor de disciplinaire achtergrond van de onderzoekers zie paragraaf 2. Geconstateerd kan worden dat het aantal deelnemende hoogleraren een licht stijgende lijn vertoont in de periode 2006-2008. Het middenkader van UHD’s en UD’s is in de periode 2006-2008 licht versterkt, ook ten opzichte van het aantal hoogleraren. In verhouding tot de vaste staf is een groot aantal promovendi aan dit programma verbonden. Zij vormden in 2007 en 2008 meer dan de helft van het aantal fte’s. Belangrijke ontwikkelingen Enkele personele veranderingen waren van invloed op de ontwikkeling van het onderzoeksprogramma.
In 2006 kreeg Thomassen –van 1998 tot 2008 rechter in het Europese Hof voor de rechten van de mensde wisselleerstoel ‘Internationalisering, in het bijzonder rechten van de mens’ toegewezen. Hiermee werd de expertise op het gebied van de EVRM-rechten in het programma aanzienlijk versterkt. Dit stimuleerde tevens de overige onderzoekers tot het doordenken van de betekenis van het EVRM voor hun eigen onderzoeksthema.80
Met de komst van Henrard per 1 mei 2007 – met een VIDI-subsidie van NWO – is het gelukt een onderzoeker met internationaal toonaangevend onderzoek op het gebied van minderhedenrechten aan het onderzoeksprogramma te binden.
De aanstelling van Stoter als universitair hoofddocent staats- en bestuursrecht in 2006 maakte het mogelijk onderzoek op het gebied van wetgeving te verbinden met grondrechtenonderzoek.
De komst van Amtenbrink als hoogleraar Recht van de Europese Unie heeft eveneens bijgedragen tot een versterking van de institutionele focus van het programma. Zijn door HiiL gefinancierd interdisciplinair onderzoek –met prof. mr. M.H. Wissink en prof. dr. M.L.M. Hertogh, beiden RuG– houdt zich bezig met de manier waarop nationale rechters in de rechtspraktijk omgaan met het Europees recht. Dit onderzoek heeft duidelijk raakvlakken met het onderzoek bij de sectie Staats- en Bestuursrecht over het spanningsveld tussen wetgever en rechter en tussen rechters onderling. Het leidt tot het verdiepen van de methodologie van het grondrechtenonderzoek. Daarenboven vertoont het onderzoek van Amtenbrink op het gebied van rechtsstatelijkheid op Europees gebied belangrijke raakvlakken met dat van Hey naar rechtsstatelijkheid op internationaal niveau.
De aanstelling van Van der Burg als hoogleraar Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, en van Taekema als UHD Inleiding in de Rechtswetenschap versterken het onderzoeksgebied pluriforme en multiculturele samenleving en de methodologische aspecten van het onderzoeksprogramma. In de loop van de programmaperiode 2006-2008 is het aantal promovendi binnen het programma vooral
in 2007 sterk uitgebreid. Per 31 december 2008 waren tien promovendi aan het onderzoeksprogramma
80
Wegens dit gunstige effect is door het CvB besloten de aanvankelijk voor één jaar geldende benoeming met tenminste drie jaar
te verlengen tot 2010.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
12
verbonden. Negen daarvan zijn eind 2006 of in de loop van 2007 of 2008 aangesteld. Dit verklaart, zoals gezegd, het geringe aantal promoties binnen het programma.
Een aantal onderzoekers heeft het onderzoeksprogramma in de periode 2006-2008 verlaten. In de meeste
gevallen was sprake van een beëindiging van het dienstverband met de Erasmus School of Law. Een enkele keer was ook sprake van een overgang naar een ander, soms nieuw onderzoeksprogramma, zoals de overgang van prof. mr. S.D. Lindenbergh naar ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’ en van prof. mr. L.J.J. Rogier naar ‘Veiligheid & Toezicht’.
6. Reputatie
Algemeen De reputatie van een programma kan deels worden afgeleid uit de reputatie van zijn leden en die kan weer afgeleid worden uit hun publicaties, hun gastdocentschappen, hun deelname aan belangrijke wetenschappelijke bijeenkomsten en hun maatschappelijke functies. Maar reputatie blijkt ook uit de positie die voormalige deelnemers in wetenschap en maatschappij bekleden. Wat opvalt is dat veel - vooral jonge - onderzoekers uit dit programma en zijn beide voorgangers het op dit punt goed doen.81 Daarnaast blijkt reputatie ook uit de bereidheid van buitenstaanders om met leden van het programma samen te werken en deel te nemen aan activiteiten die het programma organiseert. Hieronder wordt eerst ingegaan op het laatste element; daarna komen de belangrijkste wetenschappelijke en maatschappelijke functies aan de orde van de seniorleden van het programma.
Wetenschappelijke seminars en conferenties Gedurende de periode 2006-2008 vonden de volgende wetenschappelijke activiteiten vanuit het programma plaats:
Op 14 december 2007 werd de jaarlijkse Staatsrechtconferentie door leden van het onderzoeksprogramma in Rotterdam georganiseerd over het thema ‘De wetgever en grondrechten’.
Op 6 Juli 2008 organiseerde Momirov het jaarlijkse onderzoeksseminar voor de Onderzoekschool RvdM over de Behrami-zaak van het EHRM alsmede een aansluitende bijeenkomst over de ombudsman in Kosovo, waaraan ook medewerkers van die ombudsman deelnamen.
Op 13 oktober 2008 organiseerden R. de Lange, Leeuw en Mevis het seminar 'The ECHR in national legal orders' waarin de nadruk lag op de doorwerking van het EVRM in nationale rechtsordes. Er werd met name een vergelijking gemaakt tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk. Buitenlandse gastsprekers waren Letsas van University College London (UCL) en Smith van JUSTICE.
81
Twee recent gepromoveerden werden hoogleraar: Footer, hoogleraar aan de Universiteit van Nottingham en Veraart,
hoogleraar aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Van den Brink werkte bij de WRR en is thans UHD aan de Universiteit Utrecht. Anderen kwamen in belangrijke beleidsfuncties terecht: Bustra (Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken); Tladi (afdeling van de juridische adviseur van het ministerie van Buitenlandse Zaken in Zuid Afrika, internationale milieuverdragen en recent gepromoveerd tot juridisch adviseur van de permanente missie van Zuid Afrika bij de Verenigde Naties in New York).
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
13
Gedurende 2008 organiseerde Henrard een serie van drie wetenschappelijke seminars over bescherming van grondrechten. 82 Thema’s hierbij waren de verhouding Europese Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en het HvJEG, de constitutionele waarborgen voor grondrechtenbescherming en de rechterlijke bescherming van economische en sociale rechten. Hoofdsprekers op de seminars waren respectievelijk Maduro (Advocaat-generaal HvJEG), Sachs (Rechter Constitutionele Hof Zuid Afrika en voormalig hoogleraar) en Courtis (International Commission of Jurists). De genoemde activiteiten stonden uiteraard open voor gevorderde studenten.
Programmaleden
Amtenbrink was in 2007 visiting professor aan de Bahcesehir University Istanbul en in 2008 visiting professor aan de Masaryk University (Brno, Tsjechië) en aan de Hofstra University New York & University of Baltimore (Winter Law School 2008-2009). Recentelijk is Amtenbrink benoemd tot visiting professor aan het Collège d’Europe/College of Europe (Brugge) waar hij vanaf het academisch jaar 20092010 in het kader van het European Legal Studies programma een vak verzorgt. In 2007 was hij lid van de MaGW-commissie (NWO) voor het beoordelen van de aanvragen in de open ronde. Sinds 2008 is hij lid van de Inter-Faculty Research Council voor Law of the European Union - External Relations van het T.M.C. Asser Institute en medeoprichter van het Centre for the Law of EU External Relations Law (CLEER) in oprichting. Hij verzorgt regelmatig cursussen voor het Opleidingsinstituut van de Rechterlijke Organisatie (SSR).
Van der Burg was in 2006-2007 Visiting Scholar aan het Institute of Advanced Studies in Princeton, leidde van 2001-2006 een succesvol NWO/Pionier-programma, en was daarnaast als 1e of 2e aanvrager betrokken bij vier gehonoreerde NWO-aanvragen. Verder was hij voorzitter van de QANU83-commissie Applied Ethics en schreef hij in 2008 een NJV-preadvies over Multiculturaliteit en recht.
Goudappel is lid van de Board of Directors en van het Curatorium van de European Public Law Organisation. In 2007 en 2008 was zij visiting lecturer aan de Bahcesehir University Istanbul en aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen.
Henrard is lid van de KNAW/Jonge Academie. Zij is tevens non-resident senior researcher aan het European Centre on Minority Issues in Flensburg.
Hey was in 2008 visiting professor aan de Universiteit van Helsinki (Helsinki Summer seminar on International Law) en gaf les aan de zomerschool van de Foundation for the Tribunal of the Law of the Sea in Hamburg. Zij treedt op als uitgenodigde spreker bij conferenties van ASIL en ESIL84 en nam deel aan het beoordelen van proefschriften aan de universiteiten van Stockholm en Oslo (beiden 2007). Zij is lid van de Aarhus Commissie: Compliance Committee onder het Verdrag van Aarhus (Convention on Access to Information, Public Participation in Decision-making and Access to Justice in Environmental Matters 2008-heden). Tevens is zij tot arbiter benoemd -maar niet actief- onder Annex VII van het VN Recht van de Zee Verdrag en bij de Permanent Court of Arbitration (PCA) Environmental Disputes. Ook
82
Deze zijn in 2009 voortgezet.
83
QANU staat voor Quality Assurance Netherlands Universities.
84
Respectievelijk American Society of International Law en European Society of International Law.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
14
is zij lid van de Commissie van advies inzake de waterstaatwetgeving. Zij is hoofdredacteur van de Erasmus Law Review (2008-heden), lid van de redactie Netherlands Yearbook of International Law (sinds 2005, hoofdredacteur sinds 2009). In 2007 was Hey lid van de VICI-commissie voor het MAGWprogramma van NWO.
R. de Lange is voorzitter van het bestuur van de landelijke onderzoeksschool Rechten van de mens. Hij is sinds 2006 voorzitter van de Commissie Beroeps- en bezwaarschriften van NWO en sinds 2009 lid van de Staatscommissie herziening van de Grondwet.
Mevis is lid van de Raad voor de Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming.
Nuytinck is vaste annotator personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht voor Ars Aequi.
Overkleeft-Verburg is annotator Jurisprudentie bestuursrecht en tevens gastannotator voor Nederlandse Jurisprudentie en Jurisprudentie Omgevingsrecht. Zij is lid van de beoordelings- en preselectiecommissies NWO/MAGW sinds 1997. Tevens was zij lid van de bezwaarschriftencommissie NWO van 1997-2008. Ook was zij van 1993 tot 2008 lid van de commissie van toelating en aansluitend van de Raad voor de Beroepsethiek van NOREA, en voorzitter van de monitorcommissie ICT en administratieve lasten van het ministerie van Economische Zaken van 2004-2007. Sinds 2009 is zij lid van de Staatscommissie herziening van de Grondwet.
Stoter is lid van het internationale regulatory network van Law & Society Association. Zij was eerder visiting lecturer wetgeving aan de Anton de Kom universiteit; in 2006-2008 vice-voorzitter van de jury voor de scriptieprijs van de Academie voor de Wetgeving. Stoter was tevens lid van de expertgroups inzake de invoering van DigiD en Internetconsultatie, en vice-voorzitter van twee bezwaarschriftencommissie, waaronder het Fonds Cultuurparticipatie.
Taekema is voorzitter van de Vereniging voor Wijsbegeerte van het Recht.
Thomassen is lid van de Hoge Raad.
Winkel is lid van de redacties van het Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis en Grotiana. Hij is voorzitter van de Stichting Grotiana, raadsheer-plaatsvervanger aan het Gerechtshof in Amsterdam, lid van de Raad voor Geesteswetenschappen van de KNAW, lid van de Koninklijke Hollandse Maatschappij der Wetenschappen en lid van de Guria Internazionale Premio Boulvert.
De Zwaan is directeur van het Netherlands Institute of International Relations Clingendael en o.a. lid van de Governing Board of the European Studies Institute, opgericht door de Europese Unie en de Russische Federatie in het kader van de EU-Rusland PCA-samenwerking te Moskou; lid van de Commissie Europese Integratie van de Adviescommissie Internationale Vraagstukken van het ministerie van Buitenlandse Zaken; lid van de Conseil de coopération franco-néerlandais; lid van de Raad van Duitsland Instituut Amsterdam.
7. Leiderschap Het leiderschap van het programma is in handen van R. de Lange. Hij heeft ruime ervaring in het leiden van onderzoeksprojecten, o.a. in het kader van het programma 'Enforcement of European Law' aan de Universiteit Utrecht. Hij heeft de afgelopen jaren het initiatief genomen voor het versterken van de banden
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
15
binnen het programma. Dit blijkt onder meer uit zijn publicaties met andere leden. Ook werkte hij aan interdisciplinaire samenwerking, zoals blijkt uit zijn publicatie over transitional justice. En hij enthousiasmeerde anderen om activiteiten te organiseren in het kader van het programma. Ook is hij een belangrijke schakel tussen het programma en de Onderzoekschool RvdM, waar hij deel uitmaakt van het bestuur en waarvan hij sinds juni 2008 voorzitter is. De leiding van het programma ligt ook bij de sectiehoofden die in het programma participeren. In het begin betrof dat alleen Hey en Mevis. Thans betreft het ook Amtenbrink en Van der Burg en nemen ook Henrard, Stoter en Taekema deel aan de groep die het onderzoek leidt. Gezamenlijk bepaalde deze groep in wisselende samenstelling de strategie voor het ontwikkelen van het programma en legde zij de basis voor de verdere versterking van het programma in de toekomst. De deelnemende aio’s worden voor het overgrote deel door de genoemde personen begeleid; in sommige gevallen is die begeleiding teamwork.85 Daarnaast worden onderzoeksvoorstellen, zoals voor NWO, en ook publicaties van jongere medewerkers door de genoemde personen van peer-review voorzien. De besluiten over al dan niet toelating tot het programma van personen en publicaties worden genomen door de onderzoeksleider, na overleg met het betrokken sectiehoofd.
8. Maatschappelijke relevantie
Samenwerking met en oriëntatie op de praktijk van het recht is altijd een belangrijk onderdeel geweest van het Rotterdamse grondrechtenonderzoek. Publicaties op strafrechtelijk,86 familierechtelijk87 en staats- en bestuursrechtelijk88 gebied vanuit het programma vinden dan ook weerklank in de Nederlandse rechtspraktijk. Ook de deelname van vooraanstaande rechters aan activiteiten van het programma illustreert de relevantie van het programma voor de rechtspraktijk. Breyer, rechter in het Amerikaanse Hooggerechtshof, nam deel aan een door het programma georganiseerd seminar over zijn boek Active Liberty op 5 april 2006. Op 11 december 2007 waren de rechters Bossuyt (voorzitter van het Belgisch Grondwettelijk Hof), Van Dijk (voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State) en Sachs (rechter in het Constitutionele Hof van ZuidAfrika) te gast op het Rechten-van-de-mens-dag seminar, waar een discussie plaatsvond over de rol van hoogste rechters. Lord Rodger of Earlsferry (lid van de Judicial Committee van het House of Lords) nam op 18 januari 2008 deel aan een seminar over constitutionele hervormingen in het Verenigd Koninkrijk en over de totstandkoming van een Supreme Court of the United Kingdom, met R. de Lange als co-referent. Verder dient hier de masterclass over Europese samenwerking voor aio’s en gevorderde studenten te worden vermeld die Bot (oud-minister van Buitenlandse Zaken en EU-kenner) gaf op 12 november 2008. Het maatschappelijke belang van het onderzoek naar het spanningsveld tussen wetgever en rechter komt in het bijzonder tot uiting in de voorstudie voor de Staatscommissie herziening van de Grondwet die in 2008 werd afgerond door R. de Lange, de Leeuw en Mevis en begin 2009 is gepubliceerd.
85
Zie noot 73.
86
Blom, Uit Beijerse, Mevis, Keupink
87
Nuytinck, zie de lijst van publicaties.
88
Rogier & R. de Lange, Stoter
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
16
Het spreekt voor zich dat het onderzoek op het gebied van de pluriforme en multiculturele samenleving onder leiding van Van der Burg en Henrard in de eerder aangehaalde zoektocht van grote maatschappelijke relevantie is. Die pluriformiteit en multiculturaliteit zijn immers te beschouwen als aanleidingen van die zoektocht. De vele uitnodigingen voor lezingen en adviezen getuigen van de maatschappelijke erkenning hiervoor.89 Het onderzoek van Stoter geniet ook ruime belangstelling vanuit de praktijk. Dit blijkt uit verwijzingen in kamerstukken naar het onderzoek dat zij met Huls uitvoerde over regeldruk90 en uit het beroep op haar om cursussen op te zetten of daarbij te adviseren voor de Academie van Wetgeving, het programma voor rijkstrainees en de gemeente Rotterdam. Ook het onderzoek op Europees- en internationaal-rechtelijk gebied vindt weerklank in de praktijk. Voor Europees recht uit zich dit in het bijzonder in de ontwikkeling van lesprogramma’s voor nieuwe lidstaten van de Europese Unie en Turkije. In deze landen werden gedurende de onderzoeksperiode programma’s ontwikkeld voor rechters en beleidsambtenaren op het gebied van het Europees recht. Voor het internationaalrechtelijk onderzoek blijkt de maatschappelijke relevantie van het onderzoek uit de contacten die Momirov onderhoudt met het kantoor van de Ombudsman in Kosovo -waar hij stage liep- en uit het lidmaatschap van Hey in de Aarhus Commissie en de Commissie van advies inzake de Waterstaatswetgeving. 9. Scouting en personeelsbeleid De actieve aandacht voor kwalitatief goed onderzoek behoort tot de sterke punten van de Rotterdamse onderzoeksgroep. Het bewijs daarvoor is te vinden in de nieuwe toetredingen en uitbreiding van de onderzoeksgroep die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. In chronologische volgorde: Stoter, Thomassen, Amtenbrink, Henrard -met twee uitstekende aio’s, Van der Burg en Taekema. Ook wordt actief gewerkt aan de scouting van talent binnen de eigen faculteit. De aanstellingen van aio’s Giltaij, Keupink, J. de Lange, Leeuw, Momirov, Naudé Fourie en Ramlal vloeiden hieruit voort. Dat geldt ook voor de relatie met de buitenpromovendi Turbek (Hey), Van der Sluis (R. de Lange) en Van Vucht (Hey). Scouting vindt plaats op basis van de link die in de mastervakken en –classes met het onderzoek wordt gelegd en in speciale facultaire programma’s zoals de speciale student-assistentschappen voor talentvolle allochtone studenten. Ook komt het steeds vaker voor dat getalenteerde studenten met belangstelling voor promotieonderzoek zich gedurende het schrijven van hun masterscriptie al richten op een (deel)onderwerp dat relevant is voor hun toekomstige onderzoeksthema.91 Dit vergroot de diepgang van het onderzoek omdat men zich een langere periode met het onderwerp kan bezighouden. De reguliere jurisprudentiebesprekingen dienen als forum voor bij- en nascholing en staan ook open voor gevorderde studenten. Ook dit vormt een mogelijkheid voor scouting. Voor aio’s bij wie dat gelet op het onderwerp van hun onderzoek voor de hand ligt, blijkt de RotterdamsLeidse leesclub ‘Rechterlijke oordeelsvorming in constitutioneel perspectief ‘onder leiding van prof. mr. J.H.
89
Bijv. Henrard Rapport Europese Commissie.
90
Kamerstukken II 2005-06, 29 279, nr. 36, p. 3-4; Kamerstukken II 2007-08, 29 279, nr. 62 en Kamerstukken II 2008-09, 31
731, nr. 1. 91
Voorbeelden zijn: Momirov, Naudé Fourie en Van der Sluis.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
17
Gerards en R. de Lange een zeer nuttig informeel onderdeel van de aio-opleiding te vormen. Aio’s worden gestimuleerd om deel te nemen aan wetenschappelijke discussies in binnen- en buitenland om zodoende hun kennis op peil te houden en te verbreden. Onderdeel van het personeelsbeleid op facultair niveau zijn tenure tracks waarvan dit programma eveneens profiteerde.92 Daarnaast wordt hier nog verwezen naar de zes onderzoekers die het programma verlieten omdat hun onderzoek niet aansloot of onvoldoende track record was opgebouwd. Ook dit is onderdeel van het personeelsbeleid. 10. Sterke-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode Sterke punten
Als sterk punt van het programma geldt allereerst de hoge kwaliteit van individuele onderzoekers die zich in toenemende mate internationaal weten te positioneren. Dat geldt ook voor jongere onderzoekers.93 Verder wordt nogmaals gewezen op de wetenschappelijke en maatschappelijke functies die zij die het programma verlaten, innemen.94 De kans hierbij is om dit punt vast te houden: personeelsbeleid dat erop gericht is goede onderzoekers te behouden en zwakke onderzoekers aan een andere positie te helpen. Dit staat thans binnen de faculteit goed op de rails, zie de facultaire zelfstudie.
De internationale oriëntatie van het programma is een feit, er is nu een goede basis om die oriëntatie uit te breiden. Dit is iets om vast te houden en uit te breiden: gericht om ook die medewerkers die tot nu toe nog weinig internationaal actief zijn te stimuleren tot congrespresentaties, korte verblijven aan buitenlandse universiteiten en het opsturen van manuscripten naar bij voorkeur gerefereerde internationale tijdschriften. Coaching door in dit opzicht meer ervaren collega’s is hierbij aangewezen.
Scouting werkt, met als gevolg dat thans al een aantal studenten in de startblokken staat om in de toekomst deel te nemen aan het onderzoeksprogramma. Dit punt vasthouden: doorgaan met programma’s om talent te identificeren, voorbeeld via de in september 2009 van start gaande Honours Master Class: Research Lab onder leiding van Hey en Taekema.
Er is een nauwe relatie met de praktijk van het recht, zoals blijkt uit de omschrijving van de maatschappelijke relevantie. Dit maakt dat onderzoekers midden in de wereld van het recht staan. Daarnaast biedt deze situatie een netwerk waarvan jonge onderzoekers gebruik kunnen maken voor hun eigen onderzoek.95 Ook een punt om vast te houden.
Zwakke punten
Het aandeel van vakpublicaties in het totale aantal publicaties is nog aan de hoge kant. Oplossingsrichting: deelnemers via het puntensysteem voor Sanderskwalificatie blijven stimuleren om zich minder op vakpublicaties te richten. Daarnaast zal de onderzoeksleiding medewerkers stimuleren om
92
Het betreft Henrard en Stoter.
93
Momirov organiseerde bijvoorbeeld een bijeenkomst in het kader van de Onderzoekschool Rechten van de Mens met
medewerkers van de Ombudsman uit Kosovo; hij wordt vaak gevraagd om op internationale fora op te treden. 94
Zie tekst bij, en noot 81 .
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
18
de inzichten die zij verwerven via bijvoorbeeld het schrijven van noten te vertalen naar wetenschappelijke artikelen.
De omvang van de Engelstalige en internationale publicaties kan nog beter. Oplossingsrichting: de onderzoeksgelden die aan het programma toekomen, zullen strategisch worden ingezet om deelname van medewerkers als spreker op internationale conferenties te stimuleren, met daaraan gekoppeld de plicht om te werken aan internationale publicatie van het gepresenteerde onderzoek.
Het tweede geldstroomonderzoek heeft een beperkte omvang. Oplossingsrichting: er zijn afspraken gemaakt met een aantal excellente medewerkers in de vorm van tenure tracks voor het indienen van onderzoeksvoorstellen bij NWO. De ondersteuning bij het schrijven van voorstellen wordt vanaf 2009 uitgebreid, onder meer door een workshop van Van der Burg en Taekema. Daarnaast zullen zich international georiënteerde programmaleden meer richten op het opdoen van financeringsbronnen buiten Nederland, zoals in het kader van FP7 en de European Research Grant.
Er is relatief weinig middenkader en dat middenkader levert niet altijd de gewenste prestaties op onderzoeksgebied. De oplossingsrichtingen die zich aandienen zijn (1) meer werken met tijdelijke dienstverbanden, ook na een promotie, en pas bij voldoende prestatie overgaan tot het aanbieden van een vast contract; dit is inmiddels ingevoerd. (2) Het zoeken naar stabiliteit in het onderwijs. In de verslagperiode zijn aan de EUR grote onderwijsvernieuwingen ingezet door het College van Bestuur (minoren) en de faculteit (invoering van het blokkensysteem). Dit heeft er voor gezorgd dat vooral het middenkader veel tijd aan onderwijs heeft moeten besteden. De facultaire pool van juniordocenten verdient in dit verband blijvende aandacht omdat hiermee medewerkers enigszins ontlast kunnen worden van onderwijstaken.
Sommige deelnemers participeren in meerdere programma’s. Oplossingsrichting: dit vereist een herijking van de inhoud van het programma (reeds in gang gezet) alsmede het strenger toepassen van het beleid dat medewerkers slechts in een programma kunnen participeren. Deze maatregel leidt tot een vergroting van het aantal fte’s en tot een sterker commitment van alle onderzoekers jegens het programma.
Gegeven de eisen die thans aan wetenschappelijk onderzoek worden gesteld in termen van programmering en massa is een zekere schaalgrootte noodzakelijk. Tegelijk is het zo dat toponderzoek gediend is met een zekere kleinschaligheid, een sterke inhoudelijke focus en een leeromgeving voor aio’s en jongere medewerkers waar de relatie ‘meester-gezel’ tot ontwikkeling kan komen. Oplossingsrichting: het ontwikkelen van deelprogramma’s.
In de afgelopen periode heeft de aandacht van het bestuur en ook de financiële stroom van faculteit en universiteit zich sterk gericht op het versterken van de capaciteitsgroep privaatrecht en het rechtseconomische profiel van de faculteit. Daar waren goede reden voor. Het heeft echter wel betekend dat er voor het onderhavige programma relatief minder financiële middelen beschikbaar waren. Oplossingsrichting: er zijn duidelijke tekenen dat ook het in het programma verenigd onderzoek de aandacht krijgt die het verdient. Hierbij kunnen worden genoemd de investeringen in de initiatieven van Henrard en Stoter binnen de secties staats- en bestuursrecht, de aanstelling van Van der Burg en Taekema bij de sectie Rechtstheorie en de aan te stellen nieuwe hoogleraar bij de sectie Strafrecht.
95
Een goed voorbeeld hiervan is de betrokkenheid van Leeuw bij het derde-geldstroomonderzoek van R. de Lange en Mevis dat
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
19
Bedreigingen en kansen Dat er punten zijn die de aandacht verdienen, lijdt geen twijfel. Echter, zoals hierboven aangegeven, deze hebben ook de uitdrukkelijke aandacht van de onderzoeksleiding en zijn reeds vertaald in concrete maatregelen of die maatregelen dienen zich aan. De kansen voor het programma zijn als volgt.
Het versterken van de methodologische, interdisciplinaire en theoretische aspecten van het onderzoek, het vergroten van het tweedegeldstroomonderzoek via afspraken met medewerkers en het vergroten van de aantallen wetenschappelijke en internationale publicaties.
De versterking van de methodologische en rechtstheoretische component betreft niet alleen Taekema en Van der Burg, maar ook enkele leden van de onderzoeksgroep Rechtspleging (Gaakeer, Kloosterhuis, Mak (met NWO-Vini subsidie), de Roo) alsmede van Foqué en Piret die per 1 januari 2009 zijn toegetreden tot het programma.
Daarnaast wordt een herbezinning op de structuur van het programma zinvol geacht in verband met de toename van het aantal deelnemers. Organisatorisch wordt bezien of het wenselijk is te komen tot twee of drie deelprogramma’s of -thema’s; en of een eenhoofdig programmaleiderschap nog wel wenselijk is, ook gegeven de daadwerkelijke manier waarop thans het programma geleid wordt (zie par. 7).
Daarnaast hoopt het programma te ‘oogsten’ van de inspanningen tot nu toe. Het oogsten is in eerste instantie gericht op de verwachte promoties in 2009 en 2010. In 2009 staan de afronding van de volgende promotieprojecten op stapel: buitenpromovendus Bos (16 april 2009), en van de aio’s Naudé-Fourie (16 oktober 2009), Busstra en Ambrus (beide december 2009). In 2010 gaat het naar verwachting om vier promoties..De gemiddelde looptijd van het promotie-onderzoek is sinds 2007 aanzienlijk gedaald. Deze trend zal zich verder doorzetten. Met reeds 25 verschenen of aangenomen internationale publicaties voor 2009 is het vertrouwen in de toekomst van het programma alleszins gerechtvaardigd.
in het verlengde van het onderzoek van Leeuw ligt.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
20
ANNEX BIJ ‘RECHTEN VAN DE MENS’ Tabel 1: personele formatie in fte’s onderzoek 2006
2007
2008
Hoogleraren
1,7
2,32
2,90
Ander vast wp
2,19
2,37
2,38
Promovendi
3,32
6,13
7,75
Overig tijdelijk wp
0,07
0,48
0,78
Totaal WP
7,275
11,30
13,1
Totaal staf
7,275
11,30
13,1
2006
2007
2008
Monografieën en handboeken
3
8
2
Dissertaties
0
3
5
Artikelen in gerefereerde tijdschriften
9
15
10
10
7
5
0
2
4
9
26
31
31
61
57
Monografieën en handboeken
7
1
1
Bundels en verzamelwerken (mits redactie)
0
0
3
Artikelen
14
28
29
Annotaties
30
35
36
51
64
69
Ondersteuning
Tabel 2: Kwantitatieve onderzoeksresultaten per jaar
Wetenschappelijke publicaties
Artikelen in overige tijdschriften Bundels en verzamelwerken (mits redactie) Artikelen in bundels en andere verzamelwerken Totaal Vakpublicaties
Totaal
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
21
Tabel 3: Kernpublicaties Naam 1 Amtenbrink, F.
Publicatie
Vindplaats
Continuation or Reorientation. What Future fo Erasmus Law Lectures 9, Den Haag: Boom European Integration?
2 Efthymiou, N.S., Henrard, K.A.M.,
Juridische uitgevers, 2007.
Wetgever en grondrechten. Enkele algemene e In: Lange, R. de (ed.), Wetgever en grondrecht inleidende beschouwingen
Staatsconferentie 2007, Nijmegen: Wolf Legal
Houten, M.L.P. van
Publishers, 2007, p. 1-30.
Stoter, W.S.R. 3 Henrard, K.A.M.
A patchwork of ‘successful’ and ‘missed’ syne In: Henrard, K.A.M. & Dunbar, R. (eds.), Syne in the jurisprudence of the ECHR
in Minority Protection, Cambridge: Cambridge University Press, 2008, p. 314-364
4 Hey, E.
International Institutions
Hey, E., Brunnee, J. & Bodansky, D. (eds.), Th Oxford handbook of international environment law, Oxford: Oxford University Press, 2007, p. 769
5 Lange, J. de
Detentie genormeerd. Een onderzoek naar de Dissertatie, Nijmegen: Wolf Legal Publishing, betekenis van het CPT voor de inrichting van 400 p. vrijheidsbeneming in Nederland
6 Lange, R. de, Mevis Constitutional Guarentees for the Independenc In: Erp, J.H.M. van & Vliet, L.P.W. van (eds.), P.A.M.
the Judiciary
Netherlands reports of the seven-teenth internat Congress of Compa-ritive Law: Utrecht 2006, Antwerpen-Oxford: Intersentia, 2006, p. 327-34
7 Stoter, W.S.R., Huls Op weg naar bruikbare regulering? N.J.H. 8 Ten Voorde, J.M.
Recht der Werkelijkheid – Cahiers d’Anthropo du Droit, 2006, p. 135-147
Cultuur als verweer. Een grondslagentheoretis Dissertatie, Nijmegen: Wolf Legal Publishing, studie naar ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
22
389 p.
Tabel 4: Promoties per jaar 2006
2007
2008
Aantal lopende promotieonderzo
7
12
10
Aantal afgeronde promoties
0
3
5
Waarvan medewerker van het
0
1
2
0
2
3
instituut Waarvan niet-medewerker van h instituut Duur promotieonderzoek in jaren
96
0
7 jaar en 6 maanden
Duur afgerond promotieonderzoek promovendi in dienst van de ESL
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
23
5 jaar en 2 maanden
Tabel 5: Overzicht publicaties ‘Rechten van de mens’ Publicaties 2006
Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.
Elzinga, D.J. & Lange, R. de (2006). Van der Pot, Handboek van het Nederlandse staatsrecht, 15e druk. Deventer: Kluwer.
2.
Mentink, D. & Storimans, Th. (2006). De marges voor een toelatingsbeleid in het openbaar onderwijs. Almere: Vereniging Openbaar Onderwijs (VOO).
3.
Stoter, W.S.R. & Huls, N.J.H. (2006). Regeldruk: een blinde vlek van onderhandelend wetgeven. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
1.2 Dissertaties 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Brink, A. van den (2006). Implementing European Union Law in the Netherlands: the Current System, its Limitations and Possible Alternatives. European Public Law, 12(1), 111-125.
2.
Brink, A. van den (2006). Internationalization of Public Law; Getting Grip of a Concept and its Consequences. European Review of Public Law, 2006, 625-640.
3.
Mevis, P.A.M. (2006). De bescherming van het verschoningsrecht uit hoofde van beroep, stand of ambt bij de toepassing van dwangmiddelen. Delikt en Delinkwent, 2(12), 230-257.
4.
Nuytinck, A.J.M. (2006). Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 137(6660), 255-257.
5.
Nuytinck, A.J.M. (2006). Het belang van de Wet beëindiging huwelijk zonder rechterlijke tussenkomst en vormgeving voortgezet ouderschap voor de notariële praktijk: het nieuwe fenomeen van de echtscheidingsnotaris. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 137(6656), 162169.
6.
Nuytinck, A.J.M. (2006). Het gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikkingen: weg ermee! Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 137(6683), 706-709.
7.
Nuytinck, A.J.M. (2006). Het gezag over minderjarige kinderen en de andere levensgezel. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 137(6692), 885-888.
8.
Nuytinck, A.J.M. (2006). Verruiming van adoptiemogelijkheden. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 137(6679), 627-629.
9.
Stoter, W.S.R. & Huls, N.J.H. (2006). Op weg naar bruikbare regulering? Recht der Werkelijkheid Cahiers d'Anthropologie du Droit, 2006, 135-147.
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
Beijerse, J. uit & Jonge, G. de (2006). Het Surinaamse jeugdstraf(proces)recht: wet en werkelijkheid. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 85(1), 8-17.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
24
2.
Galenkamp, E.M. (2006). Tolerantie in de multiculturele samenleving: Hoe moralistisch moeten we zijn? (themanummer Multiculturalisme: Achtergronden en perspectieven). Filosofie, 16(6), 16-22.
3.
Goudappel, F.A.N.J. (2006). Making Sense of Internationalization General Conclusions. European Review of Public Law, 2006, 641-656.
4.
Mentink, D. & Kappers, R. (2006). Schoonhoven, meer dan 725? Stadsrechten als ontwikkelingsproces in drie stappen. Historische encyclopedie Krimpenerwaard H.E.K., 2006(30 (1)), 21-34.
5.
Lange, R. de (2006). Constitutionele toetsing van wetgeving in Nederland. Tijdschrift voor Wetgeving, 2006(3), 286-294.
6.
Mentink, D. (2006). 'Artikel 23? Een groen uitgeslagen grafmonument.' Over constitutionele interpretatie, openbaar onderwijs en speelruimte voor de toekomstige wetgever. Nederlands Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid (NTOR), 2006(3), 135-150.
7.
Mentink, D. (2006). Nieuwe beleids- en wetgevingsconcepten: nieuwe voorkeuren en verwachtingen. School en Wet, 2006(1), 10-14.
8.
Mentink, D. (2006). Vrijheid van richting: geen vrouw met een broek en geen medezeggenschapsraad. School en Wet, 2006(4), 5-10.
9.
Nuytinck, A.J.M. (2006). Gezag en overlijden. Nieuw erfrecht, 2006(4), 65-67.
10. Tieman, J.R.C. (2006). Agrarische perikelen in het afvalstoffenrecht. Jurisprudentie Milieurecht, 2006(3), 104-108. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en andere verzamelwerken 1.
Beijerse, J. uit (2006). Commentaar op artikel 57 Wetboek van Strafvordering, A.L. Melai, Losbladig commentaar op Het wetboek van strafvordering, (supplement 154, april 2006). In A.L. Melai (Ed.), Wetboek van Strafvordering (pp. 15). Deventer: Kluwer.
2.
Efthymiou, N.S. (2006). Het Koninkrijk Holland en Oost-Indië. In J. Hallebeek & A.J.B. Sirks (Eds.), Nederland in Franse schaduw : recht en bestuur in het Koninkrijk Holland (1806-1810) (pp. 249-270). Hilversum: Uitgeverij Verloren.
3.
Galenkamp, E.M. (2006). De grenzen van de godsdienstvrijheid in de Nederlandse discussie. In Eva Brems & Ruth Stokx (Eds.), Recht en minderheden. De ene diversiteit is de andere niet (Tegenspraak cahiers, 26) (pp. 151-165). Brugge: Die Keure.
4.
Hartmann, A.R. (2006). Beknopte schets van de ontwikkeling van de bestuurlijke boete in Nederland. In P. Ponsaers, E. Enhus & F. Hutsebaut (Eds.), Het kerntakendebat continued (Cahiers Politiestudies) (pp. 97-117). Brussel: Politeia.
5.
Hey, E. (2006). Van Internationaal naar mondiaal waterrecht en billijkheid in dat recht. In Th.G. Drupsteen, H.J.M. Havekes & H.F.M.W. van Rijswick (Eds.), Weids water : opstellen over waterrecht (pp. 441-462). Den Haag: Sdu Uitgevers.
6.
Lange, R. de & Mevis, P.A.M. (2006). Constitutional Guarantees for the Independence of the Judiciary. In J.H.M. van Erp & L.P.W. van Vliet (Eds.), Netherlands reports to the seventeenth International Congress of Comparative Law : Utrecht 2006 (pp. 327-348). Antwerpen-Oxford: Intersentia.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
25
7.
Overkleeft-Verburg, G. (2006). Toezicht en handhaving in het lokale veiligheidsbeleid: bestaande en nieuwe bevoegdheden en wat er nog gaat komen. In L.J.J. Rogier & H. de Doelder (Eds.), Toezicht : opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (OMV, 14) (pp. 77-112). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
8.
Romein, S.H. (2006). EU Border and Visa Policies: Current state of affairs. In J.W. de Zwaan & F.A.N.J. Goudappel (Eds.), Freedom, Security and Justice in the European Union: Implementation of the Hague Programme (pp. 23-44). Den Haag: T.M.C. Asser Press.
9.
Viersma, M. & Keupink, B.J.V. (2006). Virtuele criminaliteit: all in the game. In A.R. Lodder (Ed.), Recht in een virtuele wereld. Juridische aspecten van Massive Multiplayer Online Role Playing Games (MMORPG) (pp. 41-60). Den Haag: Elsevier Juridisch.
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1.
Hartmann, A.R. & Leeuw, B.J.G. (2006). Richtlijnen voor strafvordering. Deel 2. Uitgangspunten van strafvordering bij delicten uit de bijzondere wetten, editie 2006-2007. Den Haag: Sdu.
2.
Huijgen, W.G., Nuytinck, A.J.M., Verstappen, L.C.A. & Wortmann, S.F.M. (2006). Rechtspraak Personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht (derde, geheel herziene druk) (Sdu Rechtspraakreeks). Den Haag: Sdu Uitgevers.
3.
Mourik, M.J.A. van & Nuytinck, A.J.M. (2006). Personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht (3e druk) (Studiereeks Burgerlijk Recht, 1). Deventer: Kluwer.
4.
Stoter, W.S.R. & Huls, N.J.H. (2006). Wie draagvlak zoekt, die regeldruk ontmoet! Den Haag: Ministerie van Justitie.
5.
Overkleeft-Verburg, G. (2006). Deeladvies Onderzoek schepenregistratie in de binnenvaart. Aspecten van privacy en gegevensbescherming. Rotterdam: IVR.
6.
Overkleeft-Verburg, G. (2006). Juridische aspecten van de OV-Chipkaart, twee adviezen in opdracht van de NV Nederlandse Spoorwegen (p. 1-4 en p. 1-8). Den Haag: NV Nederlandse Spoorwegen.
7.
Overkleeft-Verburg, G. (2006). Onderzoeksrapport ten behoeve van de burgemeester, het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nuth: Rapport inzake de rechtmatigheid van een declaratie-onderzoek door een wethouder. Nuth: Gemeentebestuur van de gemeente Nuth.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1.
Beijerse, J. uit (2006). Een verfrissend perspectief op het strafrecht. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 85(5), 169.
2.
Beijerse, J. uit (2006). Radicalisering, marginalisering en andere persoonlijke factoren. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 85(2), 43.
3.
Efthymiou, N.S. (2006). Deelname van politieke partijen aan Tweede-Kamerverkiezingen. Fiat Justitia (EUR), 2006(nov.), 51-53.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
26
4.
Efthymiou, N.S. (2006). Recensie [Bespreking van het boek De ontwikkeling van het zelfbesturend landschap in Nederlandsch-Indië : 1855-1942]. PM, 2005(7.2), 337-339.
5.
Galenkamp, E.M. (2006). De grenzen van tolerantie, gastcolumn. De Duplomaat, 7(maart), 42-45.
6.
Hartmann, A.R. & Wiewel, P.G. (2006). Rubriek 'Bestuursstrafrecht'. Delikt en Delinkwent, 2006(12), 1154-1169.
7.
Hartmann, A.R. (2006). Strafbeschikking door het Openbaar Ministerie. Buitengerechtelijk strafrecht. Advocatenblad, 2006(15), 740-742.
8.
Hartmann, A.R. (2006). Commentaar op de Algemene wet inzake Rijksbelastingen. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Strafrecht : de tekst van het Wetboek van Strafrecht en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar, 6e druk (Tekst & commentaar) (pp. 2015-2043). Deventer: Kluwer.
9.
Hartmann, A.R. (2006). Commentaar op de Wet op de Economische Delicten. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Strafrecht : de tekst van het Wetboek van Strafrecht en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar, 6e druk (Tekst & commentaar) (pp. 1927-2014). Deventer: Kluwer.
10. Lange, R. de (2006). Kroniek Staatsrecht. Ars Aequi Katern, 2006(100), 5601-5606. 11. Lange, J. de (2006). Aankondiging: geDONN(d)ER in de bajes [Bespreking van het boek geDONN(d)ER in de bajes : een onderzoek naar de gevolgen van de bezuinigingsmaatregelen in het Nederlands gevangeniswezen]. Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen, 2006(1), 33-37. 12. Mentink, D. (2006). Het open onderwijsbestel van 1848. School en Wet, 2006(2), 4. 13. Nuytinck, A.J.M. (2006). 'Nawoord' (bij de reactie van mr. G. Vrieze op de annotatie van het arrest van de Hoge Raad inzake de Zeeuwse huwelijkse voorwaarden). Ars Aequi, 55(5), 352-353. 14. Zwaan, J.W. de (2006). De Europese Unie en het draagvlak bij de burger (column). Internationale Spectator, 60(1), 1-2. 2.4 Annotaties 1.
Lange, J. de (2006).Noot bij : Beroepscommissie (26-04-2005), (Beroepscommissie 26 april 2005 (disciplinaire straf; ontvankelijkheid; vrijheid van meningsuiting)). Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen 2006-1, p.44-47.
2.
Lange, J. de (2006).Noot bij : Europees hof voor de Rechten van de Mens (29-09-2005), (Eenzame opsluiting). Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen 2006-3, p.186-191.
3.
Mevis, P.A.M. (2006).Noot bij : Hoge Raad (strafkamer) (17-01-2006), 03250/04, Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2006-39, nr.495, p.4794-4800.
4.
Nuytinck, A.J.M. (2006).Noot bij : HR (27-05-2005), (Eenzijdig verzoek ongehuwde vader tot gezamenlijk gezag ontvankelijk?). Ars Aequi 2006-55(5), p.368-372.
5.
Nuytinck, A.J.M. (2006).Noot bij : HR (28-04-2006), (Vernietiging van een verdeling van een ontbonden huwelijksgemeenschap op grond van dwaling, JOL 2006, 279). Ars Aequi 2006-9, p.621-627.
6.
Nuytinck, A.J.M. (2006).Noot bij : Hoge Raad, JOL 2005, 469 (09-09-2005), 1, (Vernietiging van huwelijkse voorwaarden, houdende 'koude uitsluiting', op grond van dwaling (Zeeuwse huwelijkse voorwaarden)). Ars Aequi 2006-55, p.46-51.
7.
Overkeeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (31-05-2006), (Actieve openbaarmaking onderzoeksrapport ambtelijke belangenverstrengeling). JB 2006-218, p.1093-1098.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
27
8.
Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (29-03-2006), (Bekendmaking GBA-adres). JB 2006146, p.752-755.
9.
Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : CBb (28-04-2006), (Betrouwbaarheidstoetsing financiële dienstverlener). JB 2006-202, p.1008-1009.
10. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (19-04-2006), (Bronbescherming ambtsberichten Somalië). JB 2006-168, p.850-854. 11. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : CRvB (01-09-2006), (Elektronisch bestuurlijk verkeer). JB 2006-310, p.1520-1523. 12. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : Rb. Maastricht (27-03-2006), (Elektronische handtekening). JB 2006-162, p.809-812. 11. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : GvEA EU (06-07-2006), (Eurostat-affaire Olaf). JB 2006-266, p.1309-1316. 12. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (07-12-2005), (Identiteitsfraude Kentekenregister). JB 2006-50, p.254-261. 13. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (08-03-2006), (Inzagerecht Wob en Wbp). JB 2006119, p.577-579. 14. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (01-11-2006), (Koninklijk Huis Archief, Greet Hofmans-affaire). JB 2006-324, p.1599-1606. 15. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (30-05-2006), (Lombardclub-affaire, bekendmakingsplicht en gegevensbescherming). JB 2006-239, p.1204-1206. 16. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : CBb (21-02-2006), (Omslagregeling Wtz, elektronisch bestuur). JB 2006-102, p.477-479. 17. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (08-02-2006), (Openbaarheid milieu-informatie). JB 2006-80, p.388-390. 18. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (22-03-2006), (Openbaarheid onderzoeksdossier IGZ). JB 2006-124, p.591-593. 19. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (16-08-2006), (Openbaarmaking bronnen onderzoeksrapport Lonsdale jeugd). JB 2006-289, p.1433-1439. 20. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (23-11-2005), (Openbaarmaking Europese documenten). JB 2006-28, p.167-170. 21. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : GvEA EU (04-10-2006), (Tillack). JB 2006-313, p.1556-1561. 22. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (24-05-2006), (Wet Bibob, raamprostitutie). JB 2006217, p.1086-1088. 23. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (12-07-2006), (Zwarte lijst Stuurgroep Alijda Rotterdam). JB 2006-254, p.1246-1251. 24. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : ABRvS (08-02-2006), JIN 2006-221. 25. Overkleeft-Verburg, G. (2006).Noot bij : CBb (21-02-2006), JIN 2006-222. 26. Tieman, J.R.C. (2006).Noot bij : ABRS (15-02-2006), Jurisprudentie Milieurecht 2006-34. 27. Tieman, J.R.C. & Welschen, M. (2006).Noot bij : ABRS (06-09-2006), Jurisprudentie Milieurecht 2006119.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
28
28. Tieman, J.R.C. (2006).Noot bij : ABRS (06-07-2005), Administratiefrechtelijke Beslissingen 2006-130. 29. Tieman, J.R.C. (2006).Noot bij : ABRS (24-03-2006), Jurisprudentie Milieurecht 2006-56. 30. Tieman, J.R.C. (2006).Noot bij : ABRS (06-09-2005), 130, Jurisprudentie Milieurecht 2006-10, p.701702.
Publicaties 2007
Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.
Amtenbrink, F. (2007). Continuation or Reorientation. What Future For European Integration? Erasmus Law Lectures, (9) .
2.
Henrard, K.A.M. (2007). Equal Rights versus Special Rights: Minority Protection and the Prohibition of Discrimination. Brussels: European Commission.
3.
Hartmann, A.R. (2007). Scenariostudie Sanctiestelsels, mei-oktober 2006 (mede-auteur/lid expertgroep). Den Haag: Ministerie van Justitie, Expertisecentrum Rechtspleging en Rechtshandhaving.
4.
Jans, J.H., Lange, R. de, Prechal, S. & Widdershoven, R.J.G.M. (2007). Europeanisation of public law. Groningen: Europa Law Publishing.
5.
Mentink, D. (2007). Artikel 23 Grondwet. Toelichting op het grondwetsartikel over onderwijs mede aan de hand van ontwikkelingen in wetgeving, internationaal recht en jurisprudentie. Editie 2007. Den Haag: Reed Business.
6.
Overkleeft-Verburg, G. (2007). De verplichtingen van een elektronische overheid in de Dienstenrichtlijn. Over de functies van het Eén-loket in vergelijking met het Bedrijvenloket. Den Haag: Adviesrapport in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken, juli 2007.
7.
Overkleeft-Verburg, G. (2007). National report of the Netherlands on the new Services Directive, (1) Constitutional Aspects of the Implementation of the Services Directive (2) The Services Directive under Dutch administrative law (7 p.). Linz: Report for FIDE 2008, XXIII, Congress, Linz 2008 (Nederlandse Vereniging voor Europees Recht).
8.
Overkleeft-Verburg, G. (2007). Samenwerkende Inspecties, Eenduidig toezicht. Bedrijfs- en beroepsmatige gegevens als persoonsgegevens. Over de afbakening van de Wet bescherming persoonsgegevens. Den Haag: Onderzoeksrapport in opdracht van het Project Samenwerkende Inspecties (opdrachtgever: ministerie van VROM), Voorstudie ten behoeve van de Wet inspectiegegevens, januari 2007
1.2 Dissertaties 1.
Sieberson, S.C. (2007, oktober 19). Dividing lines between the European Union and its member states : assessing the impact of the constitutional treaty. Erasmus Universiteit Rotterdam (446 pag.) (Rotterdam: Rotterdam). Prom./coprom.: Prof.Dr. J.W. de Zwaan.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
29
2.
Tladi, D.D. (2007, mei 10). Towards a Nuanced Conceptualism of Sustainable Development in International Law; an analysis of key enviro-economic instruments. EUR (281 pag.) (Pretoria: Pretoria University Law Press). Prom./coprom.: Prof.Dr. E. Hey.
3.
Voorde, J.M. ten (2007, juni 28). Cultuur als Verweer: een grondslagentheoretische studie naar de ruimte en grenzen van culturele diversiteit in enige leerstukken van materieel strafrecht. EUR (391 pag.) (Nijmegen: Wolf Legal Publishers). Prom./coprom.: Prof.Dr. R.M.G.E. Foqué & Dr. E.M. Galenkamp.
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Blom, T. (2007). Een ernstige inbreuk op de rechtsorde. Delikt en Delinkwent, 2007(6), 43-51.
2.
Busstra, M.J. & Vrielink, J. (2007). Withholding Party Funding from a 'Discriminating' Political Party. International journal of discrimination and the law, 9(2), 113-129.
3.
Goudappel, F.A.N.J. (2007). From National Citizenship to European Union Citizenship. European Review of Public Law, 19(1), 21-44.
4.
Henrard, K.A.M. (2007). The protection of minorities through the equality provisions in the UN Human Rights Treaties: the UN Treaty bodies. International Journal on Minority and Group Rights, 2007, 141180.
5.
Hey, E. & Rijswick, H.F.M.W. van (2007). De stroomgebiedsbenadering als impuls voor transnationaal waterbeheer; de Kaderrichtlijn water en de verhouding tot internationale verdragen. Tijdschrift voor omgevingsrecht, 2007(1 (maart)), 10-20.
6.
Keupink, B.J.V. (2007). Virtual Criminal Law in Boundless New Environments. International Journal of Technology Transfer and Commercialisation (IJTTC), 6(2/3/4), 160-170.
7.
Lange, R. de (2007). The European public order, constitutional principles and fundamental rights. Erasmus Law Review, 2007, 1-24.
8.
Mevis, P.A.M. & Lange, J. de (2007). Rechtspraak inzake sanctiestelsel en strafmotivering. Delikt en Delinkwent, 2007(2/15), 216-239.
9.
Mevis, P.A.M. (2007). Verruiming van de herzieningsregeling? Delikt en Delinkwent, 2007(3/16), 239250.
10. Momirov, A. (2007). The individual right to petition in internationalized territories; from progressive thought to an abandoned practice. Journal of the history of international law, 9(2), 201-229. 11. Nuytinck, A.J.M. (2007). Het nieuwe, door de Tweede Kamer aangenomen echtscheidingsrecht: de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 138(6722), 739-745. 12. Raimondo, F.O. (2007). General Principles of Law as Applied by International Criminal Court and Tribunals. The Law and Practice of International Courts and Tribunals, 6(3), 1-14. 13. Raimondo, F.O. (2007). The International Court of Justice as a Guardian of the Unity of Humanitarian Law. Leiden Journal of International Law, 20(3), 593-611. 14. Winkel, L.C. (2007). Das Vorabentscheidungsverfahren beim Europäischen Gerichtshof und dessen historische Vorbilder. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2007(LXXV), 231-237. 15. Winkel, L.C. (2007). Francesco de Vitoria on just war and on the legal position of Burgundy. Tijdschrift voor Rechtsgeschiedenis, 2007(LXXV), 355-362.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
30
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
Ambrus, M. (2007). A bizonyítási teher megosztása a diszkriminációs panaszok elbírálásakor (Allocation of the burden of proof in discrimination cases, in Hungarian). Fundamentum, 2007(2), 78-86.
2.
Ambrus, M. (2007). Néhány gondolat a Cobzaru kontra Románia-eset kapcsán - különös tekintettel a diszkrimináció tilalmára (Some thoughts in relation to the Cobzaru v Romania case - with special attention to the prohibition of discrimination, in Hungarian). Fundamentum, 2007(3).
3.
Beijerse, J. uit (2007). 'Te gast' in de politiecel: naar een nieuwe praktijk en regelgeving. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 2007(2), 58-64.
4.
Efthymiou, N.S. (2007). Vooroorlogse lijnen naar het akkoord van Linggadjati. Pro memorie : bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 9(2), 149-171.
5.
Goudappel, F.A.N.J. (2007). Stemrecht voor Arubanen en Antillianen voor het Europees Parlement? TARJusticia. Tijdschrift voor Antilliaans Recht, 2007(1), 1-10.
6.
Mentink, D. (2007). Levendig constitutioneel onderwijsrecht. Nederlands Tijdschrift voor Onderwijsrecht en Onderwijsbeleid (NTOR), 2007, 33-49.
7.
Overkleeft-Verburg, G. (2007). Openbaarheid van bestuur, privacywetgeving en gegevensverwerking door de politie. P&I Privacy en informatie, 2007(5), 194-203.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.
Hey, E., Brunnée, J. & Bodansky, D. (Eds.). (2007). The Oxford handbook of international environmental law. Oxford: Oxford University Press.
2.
Lange, R. de (Ed.) (2007), Aspects of Transitional Justice and Human Rights, Proceedings of the 2006 Annual Conference of the Netherlands School of Human Rights Research. Nijmegen
1.6 Artikelen in bundels en andere verzamelwerken 1.
Amtenbrink, F. (2007). On the European Union's Capacity to Cope with Further Enlargement. In S. Blockmans & S. Prechal (Eds.), Reconciling the Deepening and Widening of the European Union (pp. 111-131). The Hague: T.M.C. Asser Press.
2.
Beijerse, J. uit (2007). Hoofdstuk 11, Vrijheidsbenemende sancties: achtergrond, uitgangspunten en ontwikkelingen. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke Rechtshandhaving. Aspecten en actoren voor het academisch onderwijs belicht (Boom masterreeks) (pp. 277-307). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
3.
Blom, T. (2007). Grondslagen van het hoger beroep. In P.G. Wiewel & R.E. de Winter (Eds.), Stroomlijning van het hoger beroep in strafzaken (Prinsengrachtreeks, 2007/1) (pp. 61-72). Nijmegen.
4.
Blom, T. (2007). Hoofdstuk 8, Privacy, strafrechtelijke rechtshandhaving en terreurbestrijding. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 209-234). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
5.
Bodansky, D., Brunnée, J. & Hey, E. (2007). International Environmental Law, Chapter 1. In E. Hey, J. Brunnée & D. Bodansky (Eds.), The Oxford handbook of international environmental law (pp. 1-25).
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
31
6.
Galenkamp, E.M. (2007). De vrijheid van godsdienst versus het discriminatieverbod. In Ronald Janse, Sanne Taekema & Ton Hol (Eds.), Rechtsfilosofische annotaties (Ars Aequi jurisprudentie) (pp. 73-76). Nijmegen: Ars Aequi Libri.
7.
Galenkamp, E.M. (2007). Samenleven van verschillende godsdiensten. Een pleidooi voor een burenrechtelijke benadering van de grondrechten. In P. de Hert & K. Meerschaut (Eds.), Scheiding van Kerk en Staat of actief pluralisme? (pp. 205-222). Antwerpen/Oxford: Intersentia.
8.
Galenkamp, E.M. (2007). Taking Rights Not That Seriously. In J.A. Pontier e.a. (Ed.), Alles afwegende (pp. 131-140). Nijmegen: Ars Aequi Libri.
9.
Hartmann, A.R. (2007). Hoofdstuk 4, De Wet OM-afdoening en de procespositie van de verdachte; een passende verandering? In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 93-114). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
10. Henrard, K.A.M. (2007). Minority Protection in Europe: What about Effective Participation. In State of the World's Minorities 2006 (pp. 32-45). London: Minority Rights Group International. 11. Henrard, K.A.M. (2007). Non-discrimination and Full and Effective Equality. In Universal Minority Rights: A Commentary on the Jurisprudence of International Courts and Treaty Bodies (pp. 75-147). Oxford: Oxford University Press. 12. Henrard, K.A.M. (2007). The Protection of Language Rights in South Africa: An Adequate Level of Minority Protection? In M. Koenig & P. de Guchteneire (Eds.), Democracy and human rights in multicultural societies (pp. 185-216). Ashgate: Aldershot. 13. Hey, E. & Goote, M. (2007). Internationaal milieurecht, hoofdstuk 19. In N. Horbach, R. Lefeber & O. Ribbink (Eds.), Handboek internationaal recht (pp. 681-711). Den Haag: T.M.C. Asser Press. 14. Hey, E. (2007). International Institutions, Chapter 32. In E. Hey, D. Bodansky & J. Brunnée (Eds.), The Oxford handbook of international environmental law (pp. 749-769). Oxford: Oxford University Press. 15. Keupink, B.J.V. (2007). Enkele opmerkingen over niet-distantiëren bij medeplegen. Een verkenning van een jurisprudentiële ontwikkeling. In P.H.P.H.M.C. van Kempen, T. Kraniotis & G. van Roermund (Eds.), De gedraging in beweging. Handelen en nalaten in het materiële strafrecht, strafprocesrecht en sanctierecht (pp. 85-106). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 16. Keupink, B.J.V. (2007). Strafbaarstelling, schade en (im)moraliteit. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 43-62). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 17. Keupink, B.J.V. (2007). Virtual Criminal Law in Boundless New Environments. In S.M. Kierkegaard (Ed.), International Law and Trade: Bridging the East-West Divide (pp. 430-436). Ankara: Ankara Bar Association Press. 18. Lange, J. de (2007). Hoofdstuk 14, Het Nederlandse gevangeniswezen, bezuinigingen en de Nieuwe Inrichting. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 369-391). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
32
19. Lange, R. de (2007). Categorisering, afweging en gradualisme. Commentaar bij paper van Jacco Bomhoff en Janneke Gerards. In J.A. Pontier e.a. (Ed.), 'Alles afwegende...' Bijdragen aan het Vijfde Symposium Juridische Argumentatie 22 juni 2007 te Rotterdam. Nijmegen: Ars Aequi Libri. 20. Lange, R. de (2007). Human Rights, Transitional Justice, and History. Introduction to Roel de Lange (ed.). In R. de Lange (Ed.), Aspects of Transitional Justice and Human Rights, Proceedings of the 2006 Annual Conference of the Netherlands School of Human Rights Research. Nijmegen. 21. Lange, R. de (2007). Rechterlijke afwegingen. Commentaar bij paper van Marina den Houdijcker. In J.A. Pontier e.a. (Ed.), 'Alles afwegende...' Bijdragen aan het Vijfde Symposium Juridische Argumentatie 22 juni 2007 te Rotterdam (pp. 179-182). 22. Nuytinck, A.J.M. (2007). Bijdrage aan Handboek Familievermogensrecht 2007, serie Praktijkhandboeken Notariaat, onderdelen naamrecht, afstammingsrecht, gezagsrecht en niet-vermogensrechtelijke uiterste wilsbeschikkingen (Wet op de orgaandonatie, Embryowet en Wet op de lijkbezorging). In W.D. Kolkman & L.C.A. Verstappen (Eds.), Handboek Familievermogensrecht 2007 (pp. 39/60-698/700). Zutphen: Walburg Pers. 23. Nuytinck, A.J.M. (2007). Scheiding tussen recht en belang in het personen- en familierecht. In N.E.D. Faber, C.J.H. Jansen & N.S.G.J. Vermunt (Eds.), Bundel (libellus amicorum) 'Fiduciaire verhoudingen', opstellen aangeboden aan prof. mr. S.C.J.J. Kortmann ter gelegenheid van zijn benoeming tot rector magnificus van de Radboud Universiteit Nijmegen op 10 mei 2007 (Serie onderneming en recht, 41) (pp. 169-185). Deventer: Kluwer. 24. Swaaningen, R. van & Beijerse, J. uit (2007). Non-custodal sanctions. In M. Boone & M. Moerings (Eds.), Dutch prisons (pp. 77-98). The Hague: BJu Legal publishers. 25. Winkel, L.C. & Veraart, W. (2007). Time, restitution and the law. In R. de Lange (Ed.), Aspects of Transitional Justice and Human Rights (pp. 79-86). Nijmegen. 26. Zwaan, J.W. de (2007). De toekomst van het Gemeenschappelijk migratiebeleid. In Nederland migratiesamenleving 2005 (pp. 41-54-3). Den Haag: Adviescommissie voor Vreemdenlingenzaken.
Vakpublicatie 2.1 Monografieën en handboeken 1.
Amtenbrink, F., Davies, G. & Vedder, H.H.B. (2007). Europees recht, 5e herziene druk (Boom basics). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1.
Ambrus, M. (2007). Szemle: Kardos Gábor, Kisebbségek: Konfliktusok és garanciák [Bespreking van het boek Minorities: Conflicts and Guarantees, in Hungarian]. Acta Humana, 2007(3), 131-135.
2.
Amtenbrink, F. (2007). Europa op het kruispunt. Fiat Justitia (EUR), 19(4, juni 2007), 26-28.
3.
Beijerse, J. uit (2007). De mens in het strafrecht. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 2007(5), 185.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
33
4.
Beijerse, J. uit (2007). Ten geleide. De mens in het strafrecht. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 86(5), 185-185.
5.
Beijerse, J. uit (2007). Ten geleide, Vernieuwingsdrang in de strafrechtspleging. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 2007(2), 47.
6.
Blom, T. (2007). Bijzondere bevoegdheden tot opsporing. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Strafvordering, Tekst & Commentaar (7e druk) (pp. 377-591). Deventer: Kluwer.
7.
Bronk, A. van den, Goudappel, F.A.N.J. & Zwaan, J.W. de (2007). Rights of Foreigners: The Netherlands. European Review of Public Law, 19(1), 283-292.
8.
Galenkamp, E.M. (2007). Commentaar bij H.J. Plug's Problemen bij de evaluatie van argumentatie in het wetgevingsproces. In J.A. Pontier e.a. (Ed.), Alles afwegende (pp. 233-234). Nijmegen: Ars Aequi Libri.
9.
Galenkamp, E.M. (2007). De rechten van nieuwkomers [Bespreking van het boek The rights of others : aliens, residents, and citizens]. Migrantenrecht, 22(augustus), 294-296.
10. Lange, R. de & Stoter, W.S.R. (2007). Kroniek Staatsrecht. Ars Aequi Katern, 2007(12, nr. 105), 59235927. 11. Lange, R. de & Stoter, W.S.R. (2007). Kroniek Staatsrecht. Ars Aequi Katern, 2007(3, nr. 102), 57285731. 12. Lange, R. de & Stoter, W.S.R. (2007). Kroniek Staatsrecht. Ars Aequi Katern, 2007(9, nr. 104), 58575862. 13. Lange, R. de & Stoter, W.S.R. (2007). Kroniek Staatsrecht. Ars Aequi Katern, 2007(6, nr. 103), 57945799. 14. Lange, R. de (2007). Wetgever en grondrechten. Fiat Justitia (EUR), 2007, 26-28. 15. Meij, Jan de, Efthymiou, N.S. & Faber, Sjoerd (2007). Makelaar van Linggadjati. Verslag van een gesprek met prof. mr. Piet Sanders. Pro memorie : bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 9(2), 139-148. 16. Meij, Jan de, Efthymiou, N.S. & Faber, Sjoerd (2007). Redactioneel. Pro memorie : bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 9(2), 135-138. 17. Meij, Jan de, Efthymiou, N.S. & Faber, Sjoerd (2007). Redactioneel Themanummer Linggadjati. Pro memorie : bijdragen tot de rechtsgeschiedenis der Nederlanden, 9(2). 18. Mevis, P.A.M. & Hermans, H. (2007). Commentaar op de rechter. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2007, 413-416. 19. Mevis, P.A.M. (2007). De regie hersteld. Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken, 2007, 2811. 20. Mevis, P.A.M. (2007). Het debat over de herziening ten nadele. Delikt en Delinkwent, 37(9, nr.69-79), 843-850. 21. Mevis, P.A.M. (2007). Nationale Ombudsmen. Delikt en Delinkwent, 97(9, nr.69-79), 894-910. 22. Mevis, P.A.M. (2007). Dwangmiddelen, bijlage 9: Algemene wet op het binnentreden. In J.H. Nieuwenhuis, C.J.J.M Stolker & W.L. Valk (Eds.), Tekst & Commentaar (pp. 2291-2316). Deventer: Kluwer.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
34
23. Momirov, A. (2007). Servie en Bosnie: Verzoening dankzij of ondanks het Internationale Hof van Justitie (Serbia and Bosnia: reconciliation thanks to or despite the International Court of Justice). Fiat Justitia (EUR), 19(4 (juni)). 24. Nuytinck, A.J.M. (2007). Het nieuwe (echt)scheidingsrecht en het fusiegezin. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 138(6694), 49-50. 25. Overkleeft-Verburg, G. (2007). Daadkracht en bezinning: Veiligheid, bestuurlijke aanpak en samenwerkingsverbanden. Christen Democratische Verkenningen, 2007(Winter), 44-57. 26. Raimondo, F.O. (2007). Prosecutor v. Hadzihasanovic, Alagic, Kubura and Prosecutor v. Strugar, Jokic and Others. In A. Klip & G. Sluiter (Eds.), Annotated leading cases of international criminal tribunals, Vol. XI: The International Criminal Tribunal for the former Yugoslavia 2002 - 2003. Antwerp: Intersentia. 27. Zwaan, J.W. de (2007). Nieuw elan voor het Europa-debat? (column). Internationale Spectator, 61(3), 125-126. 28. Zwaan, J.W. de (2007). 40 Years of European Law. In Forty Years of International Law, on the occasion of 40 years of the T.M.C. Asser Institute (pp. 23-27). The Hague: T.M.C. Asser Press. 2.4 Annotaties 1.
Henrard, K.A.M. (2007).Noot bij : EHRM (03-05-2007), (Positieve staatsplichten ten aanzien van religieuze intolerantie, Gldani congregatie van Jehovah Getuigen e.a. t. Georgië). NJCM Bulletin. Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten 2007-, p.1170-1178.
2.
Henrard, K.A.M. (2007).Noot bij : EHRM (31-05-2007), (Secit t. Croatië). EHRC : European human rights cases 2007-92.Lange, J. de (2007).Noot bij : Europees Hof voor de Rechten van de Mens (11-042006), (Levenslange detentie, vervroegde invrijheidsstelling). Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen 2007-1, p.46-47.
3.
Lange, J. de (2007).Noot bij : Beroepscommissie (18-09-2006), nr. 06/1598/GA, (m.nt. J. de Lange). Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen 2007-2, p.137-140.
4.
Lange, J. de (2007). Lijfsvisitaties van bezoekers gedetineerd familielid vanuit Straatsburgse optiek, Europees Hof voor de Rechten van de Mens 26 september 2006 Wainwright t. het Verenigd Koninkrijk (appl. No. 12350/04). NJCM Bulletin. Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten, 2007, 158-166.
5.
Lange, R. de & Danopoulos, A. (2007).Noot bij : CBB (06-04-2006), (Zaak nr. AWB 05/83, 05/85, 05/86 en 05/88). Computerrecht. Tijdschrift voor Informatica en Recht 2007-, p.22-34.
6.
Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (13-03-2007), nr. 01531/06, (m.nt. P.A.M. Mevis). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-18, p.2216-2227.
7.
Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (14-11-2006), nr. 03064/05, (m.nt. P.A.M. Mevis). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-18, p.2209-2216.
8.
Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (20-02-2007), 374, Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2007-30, p.3930-3932.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
35
9.
Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (19-12-2006), 423, Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2007-35-36, p.4532-4534.
10. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (12-10-2004), (Noot 12 oktober 2004). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-9, p.1035-1048. 11. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (18-11-2003), (Noot 18 november 2003). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-1/2, nr 8, p.99-113. 12. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (16-01-2007), nr. 00465/06, (m.nt. P.A.M. Mevis). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-20, p.2452-2455. 13. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (23-05-2006), nr. 03197/05 CW, (m.nt. P.A.M. Mevis). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-12, p.1496-1506. 14. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (21-11-2006), nr. 03247/05, (m.nt. P.A.M. Mevis). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-19, p.2327-2335. 15. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (20-02-2007), 373, Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2007-30, p.3922-3925. 16. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (12-09-2006), 410, Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2007-34, p.4354-4358. 17. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (19-06-2007), 626, (Criteria afwijzen getuigen in hoger beroep). Nederlandse Jurisprudentie. Uitspraken in Burgerlijke en Strafzaken 2007-50, p.6326-6330. 18. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (14-03-2006), 345, NJ 2007-343-348, p.3649-3659. 19. Nuytinck, A.J.M. (2007).Noot bij : HR (26-01-2007), (De Arubaanse en de Curaçaose verwekker en de nationaliteit van het door hen postnataal erkende kind, annotatie van HR 26 januari 2007, LJN: AZ1624, NJ 2007, 73 (Arubaanse zaak) en HR 26 januari 2007, LJN: AZ1634 (Curaçaose zaak)). Ars Aequi 200711, p.354-357. 20. Nuytinck, A.J.M. (2007).Noot bij : HR (30-03-2007), LJN: AZ5686, (De geboorteakte van een interseksuele of 'niet-geseksueerde' persoon). Ars Aequi 2007-56 (9), p.685-690. 21. Nuytinck, A.J.M. (2007).Noot bij : HR (08-06-2007), LJN: BA2507, (De vangnet-beschikking (art. 4:30 BW): de allereerste uitspraak van de Hoge Raad over het sinds 2003 geldende erfrecht). Ars Aequi 200756 (10), p.793-797. 22. Nuytinck, A.J.M. (2007).Noot bij : HR (22-09-2006), 2007-02, (Ex-samenwoners, uitleg van hun samenlevingsovereenkomst en vergoedingsrechten, NJ 2006, 521). Ars Aequi 2007-januari, p.58-65. 23. Nuytinck, A.J.M. (2007).Noot bij : HR (19-01-2007), 2007-18, (Samenloop in het verdelingsrecht, NJ 2007, 62). Ars Aequi 2007-6, p.515-519. 24. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : ABRvS (04-07-2007), (Alijda II (zwarte lijst, convenant en privacyregeling, privacyreglement)). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-652.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
36
25. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : ABRvS (20-06-2007), (Afvloeingsregelingen provincie NoordBrabant (Wob-verzoek, persoonlijke levenssfeer ambtenaren, overeengekomen geheimhouding)). JB 2007-149. 26. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : ABRvS (04-07-2007), (Alijda II (samenwerkingsverband, zwarte lijst malafide huiseigenaren, strafrechtelijke puntenscore, bijzondere persoonsgegevens)). JB 2007165. 27. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : ABRvS (20-12-2006), (Bruinrotbesmetting pootaardappelen Franekeradeel (Wob-verzoek, reputatiebescherming, elektronisch document)). JB 2007-27. 28. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : CRvB (07-02-2007), (Faxverkeer (verzending bezwaarschrift per fax, risicoverdeling)). JB 2007-78. 29. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : ABRvS (19-09-2007), (Intrekking exploitatievergunning coffeeshop Assen (Wet Bibob, intrekking exploitatievergunning, gesloten verstrekkingenregime)). JB 2007-196. 30. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : ABRvS (18-07-2007), (Koerdische demonstratie Utrecht (Wobverzoek, gesloten verstrekkingenregime Wpolr, persoonlijke levenssfeer aanvragers en ambtenaren)). JB 2007-180. 31. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : ARRvS (03-10-2007), (Onderzoeksgegevens Volendam (Wobverzoek, bestuursorganisatie EUR, CvB en faculteitsdecaan, onderzoeksgegevens, academische vrijheid)). JB 2007-212. 32. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : ABRvS (07-11-2007), (Proces-verbaal bekladdingen Purmerend (Wob-verzoek, Wpolr en Wjsg, politie en OM)). JB 2007-226. 33. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : ABRvS (24-01-2007), (Proces-verbaal valse aangiften (Wobverzoek, herhaald verzoek binnen huwelijk)). JB 2007-42. 34. Overkleeft-Verburg, G. (2007).Noot bij : CBb (01-09-2006), (Teledetectie (landbouwsubsidierecht, bewijs via satellietbeelden)). JB 2007-18. 35. Wolf, M.J.F. van der (2007).Noot bij : Beroepscommissie (28-09-2006), (longstay, overplaatsing). Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen 2007-17, p.98.
Publicaties 2008
Wetenschappelijke publicatie 1.1 Monografieën en handboeken 1.
Amtenbrink, F. & Vedder, H.H.B. (2008). Recht van de Europese Unie (3e geheel herziene druk). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
2.
Beijerse, J. uit & Boendermaker, L. (2008). Opvoeding en bescherming achter 'tralies'. Jeugdinrichtingen tussen juridische beginselen en pedagogische praktijk. Amsterdam: SWP.
1.2 Dissertaties A verdedigd:
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
37
1.
Lange, J. de (2008, oktober 02). Detentie genormeerd. Een onderzoek naar de betekenis van het CPT voor de inrichting van vrijheidsbeneming in Nederland. EUR ( Wolf Legal Publishers). Prom./coprom.: Prof.Mr. P.A.M. Mevis & Prof.Mr. P.C. Vegter.
2.
Meier, K. (2008, december 19). E 100 en de naoorlogse rechtspraak met betrekking tot onroerend goed. EUR. Prom./coprom.: Prof.Mr. L.C. Winkel.
3.
Sluis, C.N. van der (2008, februari 29). In Wederzijdse Afhankelijkheid: Nationaal bestuurlijk toezicht in Europees perspectief. Erasmus Universiteit Rotterdam (491 pag.) (Nijmegen: Wolf Legal Publishers). Prom./coprom.: Prof.Mr. R. de Lange.
Dissertaties B leescommissie goedgekeurd: 1.
Bos, E. (2009, april 16). Soevereiniteit en religie. Godsdienstvrijheid onder de eerste Oranjevorsten. EUR (Hilversum: Uitgeverij Verloren). Prom./coprom.: Prof.Mr. L.C. Winkel.
2.
Houweling, A.R. (2009, maart 20). Op borgsom vrij. EUR (549 pag.) (Den Haag: Boom Juridische Uitgevers). Prom./coprom.: Prof.Mr. P.A.M. Mevis & Prof.Mr. C.J. Loonstra.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
38
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Beijerse, J. uit (2008). Naar een bij onschuldpresumptie passend systeem van voorlopige hechtenis. Strafblad, 6(5), 465-487.
2.
Burg, W. van der (2008). Creativiteit in de rechtswetenschap. Over interdisciplinariteit als heuristiek. Nederlands Juristenblad (NJB), 83(44/45), 2742-2746.
3.
Lange, R. de (2008). Interpretatietheorie of moraalfilosofie? Een beschouwing naar aanleiding van George Letsas, 'A Theory of Interpretation of the ECHR, Oxford 2007'. NJCM Bulletin. Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten, 2008(7), 1091-1109.
4.
Mevis, P.A.M. (2008). Constitutionalisering en strafprocesrecht. Strafblad, 6(5), 450-464.
5.
Mevis, P.A.M. (2008). Versterking van de Cassatierechtspraak. Delikt en Delinkwent, 38(5), 453-474.
6.
Nuytinck, A.J.M. (2008). Het geregistreerd partnerschap wordt niet afgeschaft. Jammer, een gemiste kans! Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139(6751), 306-312.
7.
Nuytinck, A.J.M. (2008). Hoe nu verder met het onthoofde wetsvoorstel 28 867 (Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen)? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139(2008-6773), 813-819.
8.
Nuytinck, A.J.M. (2008). Lesbisch ouderschap. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139(6738), 44-48.
9.
Overkleeft-Verburg, G. (2008). Elektronisch bestuurlijk verkeer in de Awb. Rechtspraktijk en rechtspraak. Jurisprudentie Bestuursrecht plus, 2008, 20-38.
10. Ramlal, M.R. (2008). De onttoverende werking van internetconsultatie. Nederlands Juristenblad (NJB), 2008(11), 631-637. 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
Beijerse, J. uit & Boendermaker, L. (2008). Opvoedingsinternaat of jeugdgevangenis? Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 38(5), 142-153.
2.
Henrard, K.A.M. (2008). Entry in the Max Planck Encyclopedia on Public International Law (OUP) on 'Equality of Individuals'. Max Planck Encyclopedia on Public International Law.
3.
Nuytinck, A.J.M. & Grapperhaus, J.J.M. (2008). Bescherming van zwakkere personen, de zogenaamde 'personae miserabiles', in het familie(vermogens)recht, in het bijzonder het belang van het kind. Ars Aequi, 57(12), 861-875.
4.
Taekema, H.S. (2008). Does the Concept of Law Need Officials? Problema. Anuario de Filosofia y Teoria de Derecho, 2008(2), 157-183.
5.
Winkel, L.C. (2008). Problems of legal systematization from De iure praedae to De iure belli ac pacis: De iure praedae Chapter II and the Prolegomena of De iure belli ac pacis compared. Grotiana, 26-28(20052007), 61-78.
1.5 Bundels en andere verzamelwerken (mits redactie) 1.
Henrard, K.A.M. & Dunbar, R. (Eds.). (2008). Synergies in Minority Protection. Cambridge: Cambridge University Press.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
39
2.
Lange, R. de & Rogier, L.J.J. (Eds.). (2008). Onderwijs en onderwijsrecht in een pluriforme samenleving. Opstellen aangeboden aan prof.mr.dr. D. Mentink. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
3.
Lange, R. de (Ed.). (2008). Wetgever en grondrechten. (preadviezen Staatsrechtconferentie 2007). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.
4.
Rogier, L.J.J. & Lange, R. de (Eds.). (2008). Toegang tot de rechter in het bestuursrecht (Vrije reeks). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
1.6 Artikelen in bundels en andere verzamelwerken 1.
Beijerse, J. uit (2008). De politie en het Openbaar Ministerie in jeugdstrafzaken. In I. Weijers & F. Imkamp (Eds.), Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief (pp. 103-119). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
2.
Blom, T. (2008). Opiumwetgeving en drugsbeleid. In Studiepocket Strafrecht (pp. 1-219). Deventer: Kluwer.
3.
Broeksteeg, J.W.L., Efthymiou, N.S., Hoogers, H.G. & Noorlander, C.W. (2008). Democratie: inleiding en aanleiding. In J.L.W. Broeksteeg, N.S. Efthymiou, H.G. Hoogers & C.W. Noorlander (Eds.), Het volk regeert. Beschouwingen over de (Nederlandse) democratie in de 21e eeuw. Nijmegen: Wolf Legal Publishersr.
4.
Efthymiou, N.S. & Noorlander, C.W. (2008). Democratie en monarchie. In J.W.L. Broeksteeg, N.S. Efthymiou, H.G. Hoogers & C.W. Noorlander (Eds.), Het volk regeert. Beschouwingen over de (Nederlandse) democratie in de 21e eeuw (pp. 243-263). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.
5.
Efthymiou, N.S. & Vries, M.B.F.D. de (2008). Toegang tot de rechter in het vreemdelingenrecht. In L.J.J. Rogier & R. de Lange (Eds.), Toegang tot de rechter in het bestuursrecht (pp. 65-88). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
6.
Efthymiou, N.S., Henrard, K.A.M., Houten, M.L.P. van & Stoter, W.S.R. (2008). Wetgever en grondrechten. Enkele algemene en inleidende beschouwingen. In R. de Lange (Ed.), Wetgever en grondrechten, Staatsrechtconferentie 2007 (pp. 1-30). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.
7.
Galenkamp, E.M. (2008). Fundamental Rights and Responsibilities Within a Multicultural Society (in druk). In S. Parmentier & H. Werdmölder (Eds.), Fundamental Rights and Fundamental Responsibilities.
8.
Galenkamp, E.M. (2008). Towards a Socialization of Fundamental Rights. In Eva Brems (Ed.), Conflicts Between Fundamental Rights (pp. 149-165). Antwerp-Oxford-Portland: Intersentia.
9.
Hartmann, A.R. (2008). De gemeente als gebruiker van het strafrecht. In Gemeente en/in strafrecht. Reeks Juridische Kwaliteitszorg Lokaal Bestuur (pp. 9-26). Den Haag: SDU.
10. Hartmann, A.R. (2008). De procespositie van de verdachte en de Wet OM-afdoening: een passende verandering? In J.R. Blad (Ed.), Strafrechtelijke rechtshandhaving. Aspecten en actoren voor academisch onderwijs belicht (2e druk) (pp. 133-156). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 11. Henrard, K.A.M. (2008). A patchwork of 'succesful' and 'missed' synergies in the jurisprudence of the ECHR. In K. Henrard & R. Dunbar (Eds.), Synergies in Minority Protection (pp. 314-364). Cambridge: Cambridge University Press.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
40
12. Henrard, K.A.M. (2008). Botsende grondrechten en het EHRM: een pleidooi voor meer zorgvuldige argumentatie en minder 'margin of appreciation' voor staten. In E. Brems, R. de Lange & K. Henrard (Eds.), Botsing van Grondrechten (pp. 29-61). BJU. 13. Henrard, K.A.M. (2008). De neutraliteit van het openbaar onderwijs en de staatsplicht de filosofische en religieuze overtuigingen van ouders te respecteren: een zoektocht naar de gepaste grenzen in concreto. In R. de Lange & L.J.J. Rogiers (Eds.), Onderwijs en onderwijsrecht in een pluriforme samenleving: opstellen aangeboden aan prof.dr. D. Mentink (pp. 57-77). BJU. 14. Henrard, K.A.M. (2008). De verhouding tussen de concepten redelijke aanpassing, indirecte discriminatie en proportionaliteit. In C. Bayart, S. Sottiaux & S. Van Droogenbroeck (Eds.), De federale antidiscriminatiewetten van 2008 (pp. 257-295). Brugge: die Keure. 15. Henrard, K.A.M. & Dunbar, R. (2008). Introduction. In K.A.M. Henrard & R. Dunbar (Eds.), Synergies in Minority Protection (pp. 1-19). Cambridge: Cambridge University Press. 16. Henrard, K.A.M. (2008). Minority Protection Mechanisms as Means to Prevent ans Settle Disputes over Sovereignty: The growing recognition, protection and promotion of participatory rights of minorities. In M. Jovanovic & K. Henrard (Eds.), Sovereignty, Statehood and the Diversity Challenge (pp. 103-129). Berghan. 17. Henrard, K.A.M. (2008). The Added Value of the Framework Convention for the Protection of National Minorities; The Two Pillars of an Adequate System of Minority Protection Revisited. In The Framework Convention for the Protection of National Minorities: A Useful Pan-European Instrument? (pp. 91-118). Antwerp: Intersentia. 18. Henrard, K.A.M. (2008). 'Een korte vergelijking met enkele buitenlandse stelsels' as part of the EUR Contribution entitled 'wetgever en grondrechten: enkele algemene en inleidende beschouwingen'. In R. de Lange (Ed.), Wetgever en Grondrechten: staatsrechtconferentie 2007 (pp. 9-17). WLP. 19. Keupink, B.J.V. (2008). Materiële waarheidsvinding binnen een gestroomlijnd strafrechtelijk hoger beroep. In J.H. Crijns, P.P.J. van der Meij & J.M. ten Voorde (Eds.), De waarde van waarheid : opstellen over waarheid en waarheidsvinding in het strafrecht (Meijers-reeks, MI-145) (pp. 319-333). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 20. Lange, J. de & Mevis, P.A.M. (2008). Rechter en tenuitvoerlegging. In A.A. Franken, M. de Langen & M. Moerings (Eds.), Constante waarden (Kelkbundel) (pp. 495-504). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 21. Lange, R. de (2008). Botsing van grondrechten. In Eva Brems, Kristin Henrard & Roel de Lange (Eds.), Botsing van grondrechten (pp. 63-84). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 22. Lange, R. de (2008). Gutmann's dilemma: democratie, minderheden en fundamentele rechten. In N.S. Efthymiou & e.a. (Eds.), Het volk regeert. Beschouwingen over de (Nederlandse) democratie in de 21e eeuw (pp. 187-211). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 23. Lange, R. de (2008). Inleiding: oorlog, krijgsmacht en Grondwet en de rechten van de burgers. In P.P.T. Bovend'Eert, J. van Schooten-van der Meer & L.F.M. Besselink (Eds.), Grondwet, krijgsmacht en oorlog (Publicaties van de Staatsrechtkring, 26) (pp. 1-19). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 24. Lange, R. de (2008). Toegang tot de rechter in constitutioneel perspectief. In L.J.J. Rogier & R. de Lange (Eds.), Toegang tot de rechter in het bestuursrecht (pp. 5-28). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
41
25. Mevis, P.A.M., Beijerse, J. uit, Korenhof, A.N.J. & Verloop, P.C. (2008). Rechter-commissaris en inverzekeringstelling: een paar apart? In Rechter-commissaris en inverzekeringstelling: een paar apart? (pp. 1-106). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 26. Otto, J.M., Stoter, W.S.R. & Arnscheidt, J. (2008). Using legislative theory to improve law and development projects. In J. Arnscheidt (Ed.), Lawmaking for Development, Explorations into the Theory and Practice of International Legislative Projects (pp. 53-74). Leiden: Leiden University Press. 27. Rogier, L.J.J. (2008). Toegang tot de bestuursrechter. In L.J.J. Rogier & R. de Lange (Eds.), Toegang tot de rechter in het bestuursrecht (Vrije reeks) (pp. 29-42). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 28. Stoter, W.S.R. & Groenewegen, J. (2008). Ondernemersvergunning taxi. In Algemene beschouwingen vanuit bestuurskundig, economisch en juridisch perspectief. TU Delft. 29. Taekema, H.S. (2008). The point of law: the interdependent functionality of state and non-state regulation. In H. van Schooten & J. Verschuuren (Eds.), International Governance and Law: State Regulation and Non-state Law (pp. 56-73). Cheltenham: Edward Elgar. 30. Thomassen, W.M.E. (2008). Legitimacy of International Court Rulings. In C. Baudenbacher & E. Busek (Eds.), The Role of International Courts. German Law Publishers. 31. Winkel, L.C. (2008). Some historical remarks on the use of open norms in Dutch private law: good faith in contract, social decency in tort. In Leges sapere, Studia i prace dedykowane prof. J. Sondlowi (Studies for Janusz Sondel) (pp. 675-682). Krakow.
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1.
Dragstra, L., Efthymiou, N.S., Hins, A.W. & Lange, R. de (2008). Bewerking: Beginselen van het Nederlandse staatsrecht van prof.dr. A.D. Belinfante, 16e druk. Deventer: Kluwer.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 1.
Efthymiou, N.S., Broeksteeg, J.W.L. & Hoogers, H.G. (Eds.). (2008). Het volk regeert. Beschouwingen over de (Nederlandse) democratie in de 21e eeuw. Nijmegen: Wolf Regal Publishers.
2.
Henrard, K.A.M. (Ed.). (2008). The Framework Convention for the Protection of National Minorities: A Useful Pan-European Instrument? Antwerp: Intersentia.
3.
Meij, Jan de, Efthymiou, N.S. & Faber, Sjoerd (Eds.). (2007). Pro Memorie,. RD: Ik.
2.3 Artikelen 1.
Beijerse, J. uit (2008). Communicatie in het strafrecht. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 87(1), 1.
2.
Beijerse, J. uit (2008). PS van een redacteur. Een 13-jarige in de politiecel tijdens het vrije weekend van de rechter-commissaris. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 86(3), 106-106.
3.
Beijerse, J. uit (2008). Hoofdstuk 11, Vrijheidsbenemende sancties: achtergrond, uitgangspunten en ontwikkelingen. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke Rechtshandhaving. Aspecten en
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
42
actoren voor het academisch onderwijs belicht. (2e druk) (pp. 277-307). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 4.
Beijerse, J. uit (2008). Politie en jeugdstrafrecht. In A.Ph. van Wijk & E.J.A. Bervoets (Eds.), Politie en Jeugd. Inleiding voor de praktijk (Politieacademie Onderzoeksreeks, 20) (pp. 347-364). Apeldoorn: Elsevier Overheid 2007.
5.
Blom, T. (2008). Politie. Delikt en Delinkwent, 287-290.
6.
Blom, T. (2008). Politie. Delikt en Delinkwent, 2008, 894-899.
7.
Blom, T. (2008). Bijlage 15 Opiumwet. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Tekst en Commentaar Strafrecht (pp. 2153-2211). Kluwer.
8.
Blom, T. (2008). Hoofdstuk 10: Privacy, strafrechtelijke rechtshandhaving en terreurbestrijding. In J.R. Blad (Ed.), Strafrechtelijke rechtshandhaving. Aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs. (2e druk) (pp. 251-275). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
9.
Blom, T. (2008). Vormverzuimen. In C.P.M. Cleiren, Th.A. de Roos & M.A.H. van der Woude (Eds.), Jurisprudentie Strafrecht Select 2008 (pp. 124-133). Den Haag: SDU.
10. Goudappel, F.A.N.J. (2008). La position du citoyen dans l'UE: citoyen d'un système fédéral ou non? In Congresbundel: Table Ronde Univ. Mihael Kogalniceanu, Iasi, Roemenië. Iasi, Roemenië. 11. Hartmann, A (2008). Bestuursstrafrecht. Delikt en Delinkwent, 38(5), 523-528. 12. Hartmann, A.R. (2008). Commentaar op de Algemene wet inzake Rijksbelastingen. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Tekst en Commentaar Strafrecht, 6e druk (pp. 2123-2152). Deventer: Kluwer. 13. Hartmann, A.R. (2008). Commentaar op de Wet op de Economische Delicten. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Tekst en Commentaar Strafrecht, 7e druk (pp. 2033-2121). Deventer: Kluwer. 14. Henrard, K.A.M. (2008). Twee hoofdstukken opnieuw geschreven. In Mensenrechten vanuit Internationaal en Nationaal Perspectief. BJU. 15. Keupink, B.J.V. (2008). Hoofdstuk 2, Strafbaarstelling, schade en (im)moraliteit. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke Rechtshandhaving. Apsecten en actoren voor het academisch onderwijs belicht. (2e druk) (pp. 43-62). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 16. Lange, R. de & Stoter, W.S.R. (2008). Kroniek Constitutioneel Recht. Ars Aequi, 2008, 6041-6043. 17. Lange, R. de & Stoter, W.S.R. (2008). Kroniek Constitutioneel Recht. Ars Aequi, 2008, 6094-6096. 18. Lange, R. de (2008). Prinsessen, privacy en paparazzi. In Wissenwaardigheden. Liber amicorum prof. dr. Gerard J.M. van Wissen (pp. 35-39). Amsterdam. 19. Mevis, P.A.M. (2008). Een redactioneel over de Staatscommissie tot herziening van de Grondwet: gemopper in het vooronder. NJCM Bulletin. Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten, 33(8), 11191120. 20. Mevis, P.A.M. & Kooijmans, T. (2008). Herziening ten nadele: toch liever via de (enige echte) ProcureurGeneraal bij de Hoge Raad. Nederlands Juristenblad (NJB), 2008, 1567-1568. 21. Mevis, P.A.M. (2008). Nationale Ombudsman. In Y. Buruma & H. Sackers (Eds.), Kroniek van het strafrecht 2007 (pp. 149-160). Deventer: Gouda Quint. 22. Mevis, P.A.M. (2008). Relevante normeringen Nationale Ombudsman. In Kroniek van het Strafrecht 2007 (pp. 149-160). Deventer: Gouda Quint.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
43
23. Nuytinck, A.J.M. (2008). Daar is hij dan: de echtscheidingsnotaris! Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139(2008-6775), 863-865. 24. Nuytinck, A.J.M. (2008). De in de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding vergeten voogden en het voogdijplan. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139(6756), 397-398. 25. Nuytinck, A.J.M. (2008). Is een prenatale aantekening in het gezagsregister van gezamenlijk gezag van ongehuwde en ongeregistreerde ouders mogelijk? Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 139(6748), 249-251. 26. Ramlal, M.R. (2008). Lobbyisten in een glazen huis? Bezint eer ge bemint. Staatscourant, 151(07-082008), 3. 27. Thomassen, W.M.E. (2008). Het kleine verschil en de grote gevolgen: 10 jaar EHRM. NJCM Bulletin. Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten, 33(7). 28. Winkel, L.C. (2008). Volkenrechtshistorische vragen over de Meidagen in 1940. In Opstellen voor Opstelten (pp. 30-33). Rotterdam: Erasmus Universiteit. 29. Zwaan, J.W. de (2008). 2003-2007 De Europese Unie, Uitgebreid en hervormd, ook voorbereid op de toekomst? International Spectator, 62(1), 19-25. 2.4 Annotaties 1.
Amtenbrink, F & Schneider, C. (2008). "Quelle": The possibility, for the seller, to ask for a compensation for the use of goods in replacement of product snot in conformity with the contract. Revue européenne de droit de la consommation, 2007/2008(2), 301-309.
2.
Henrard, K.A.M. (2008). Een zoektocht naar een beter inzicht van en adequaat toetsingsmodel voor indirecte discriminatie: noot bij EHRM (Grote Kamer) van 13 november 2007: D.H. et al t. Tjechië. NJCM Bulletin. Nederlands Tijdschrift voor de Mensenrechten, 242-250.
3.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (11-03-2008), 208, (Gebiedsontzegging o.g.v. art. 172 Gemeentewet niet mogelijk als die o.g.v. APV kan). NJ 2008-17, p.2041-2043.
4.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (29-05-2007), 395, (m.nt. P.A.M. Mevis). NJ 2008-32, p.3754-3756.
5.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : HR (21-10-2008), 610, (Eisen middel cassatie). NJ 2008-50, p.63546355.
6.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Rechtbank 's-Gravenhage (06-12-2007), (zitting 06-12-2007). Sancties 2008-4, p.255-257.
7.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (22-01-2008), 193, (Oplegging terbeschikkingstelling, inhoud oordeel deskundige, causaal verband). Sancties 2008-3, p.199-201.
8.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (11-10-2005), 207, (Art. 2.4.1. APV Gemeente Nijmegen onverbindend). NJ 2008-17, p.2020-2030.
9.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (17-06-2008), 358, NJ 2008-.
10. Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (05-02-2008), 396, (Toereikende strafmotivering in aantekening mondeling arrest). NJ 2008-32, p.3754-3756.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
44
11. Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (09-10-2007), 43, (Na verwijdering verdachte uit zittingszaal wegens ordeverstoringen had hof moeten onderzoeken of verdachte alsnog de verdediging kon voeren). NJ 2008-4, p.377-380. 12. Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (15-01-2008), 609, (Inrijden op agent. Voorwaardelijk opzet op toebrengen zwaar lichamelijk letsel?). NJ 2008-50. 13. Nuytinck, A.J.M. (2007).Noot bij : HR (14-09-2007), (Geen ontzegging van omgang voor onbepaalde tijd bij gezamenlijk gezag, NJ 2007, 486). Ars Aequi 2007-57(1), p.50-52. 14. Nuytinck, A.J.M. (2007).Noot bij : HR (30-11-2007), LJN: BB9094, (Het omgangsrecht van de spermadonor op grond van diens nauwe persoonlijke betrekking met het kind). Ars Aequi 2007-57(2), p.133-138. 15. Nuytinck, A.J.M. (2008).Noot bij : HR (14-12-2007), LJN: BA4202, (De beperkte, eenvoudige gemeenschap van een huurrecht van buiten iedere huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap gehuwde echtgenoten). Ars Aequi 2008-57(3), p.218-223. 16. Nuytinck, A.J.M. (2008).Noot bij : HR (01-02-2008), LJN: BB9781, (Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden). Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR) 2008-6745, p.189-191. 17. Nuytinck, A.J.M. (2008).Noot bij : HR (15-02-2008), LJN: BC0377, (De zeer sterk verknochte overbruggingsuitkering). Ars Aequi 2008-57(6), p.442-447. 18. Nuytinck, A.J.M. (2008).Noot bij : HR (26-09-2008), LJN: BF2295, (Voortgezette verknochtheid en zaaksvervanging in het huwelijksvermogensrecht). Ars Aequi 2008-57, p.806-811. 19. Nuytinck, A.J.M. (2008).Noot bij : HR (15-02-2008), LJN:BC1856, (De onder uitsluitingsclausule verkregen grond en de daarop gebouwde nieuwe woning: nominaliteitsleer of beleggingsleer? NJ 2008, 110). Ars Aequi 2008-57 (9), 4, p.628-631. 20. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ABRvS (12-03-2008), LJN: BC6375, (Probo Koala). Jurisprudentie Omgevingsrecht (JOM) 2008-107. 21. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ABRvS (14-06-2008), LJN: BD1470, (Openbaarmaking rapport Fijnaut). JB 2008-142. 22. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : CBb (04-06-2008), LJN: BD4039, (MEP-subsidie, windenergie, elektronische aanvraag). Jurisprudentie Omgevingsrecht (JOM) 2008-653. 23. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ARRvS (03-09-2008), LJN: BE9698, (Verwijsindex Antillianen). JB 2008-222. 24. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : EU Hof van Justitie (01-07-2008), C-39/05P en C-52/05P, (Zweden en Turco/Raad (Toegang tot wetgevingsadvies juridische dienst)). JB 2008-174. 25. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ABRvS (12-03-2008), LJN: BC6375, (Probo Koala). JB 2008107. 26. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : CBb (04-06-2008), LJN: BD4039, (MEP-subsidie, windenergie, elektronische aanvraag). JB 2008-212. 27. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : CBb (09-09-2008), LJN: BF0067, (MKZ crisis Kootwijkerbroek, verdedigingsbeginsel). JB 2008-245.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
45
28. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ABRvS (01-10-2008), LJN BF3869, (Verwerking persoonsgegevens, recht van verzet). JB 2008-253. 29. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ABRvS (27-02-2008), (Wet Bibob, CIE-informatie, controleerbaarheid bewijs). Jurisprudentie Omgevingsrecht (JOM) 2008-298. 30. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ABRvS (16-01-2008), (Wet Bibob, milieuvergunning). Jurisprudentie Omgevingsrecht (JOM) 2008-153. 31. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : EU Hof van Justitie (18-12-2007), (Zweden/Commissie (IFAW, openbaarmaking van bij de instellingen aanwezige documenten van de lidstaten, participatie lidstaat besluitvorming). Jurisprudentie Omgevingsrecht (JOM) 2008-157. 32. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : EU GvEA (08-11-2007), (Bavarian Lager/Commissie (Toegang tot documenten en gegevensbescherming)). JB 2008-21. 33. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ABRvS (12-03-2008), (Ontheffing Cbp verstrekking tuchtrechtelijke gegevens NOvA). JB 2008-100. 34. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ABRvS (27-02-2008), (Wet Bibob, CIE-informatie, controleerbaarheid bewijs). JB 2008-78. 35. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : ABRvS (16-01-2008), (Wet Bibob, milieuvergunning). JB 2008-42. 36. Overkleeft-Verburg, G. (2008).Noot bij : EU Hof van Justitie (18-12-2007), (Zweden/Commissie (IFAW, openbaarmaking van bij de instellingen aanwezige documenten van de lidstaten, participatie lidstaat besluitvorming)). JB 2008-53.
Zelfstudie ‘Rechten van de Mens’
46
Onderzoeksprogramma D. Veiligheid en Toezicht Programmaleider: Prof. Dr. H.G. van de Bunt
VEILIGHEID EN TOEZICHT
Inhoudsopgave 1. Algemene gegevens
1
2. Inhoudelijke beschrijving van het programma
2
3. Oriëntatie en methode
4
4. Onderzoeksresultaten
5
5. Onderzoekers
11
6. Reputatie
12
7. Leiderschap
17
8. Maatschappelijke relevantie
17
9. Scouting en personeelsbeleid
18
10. Sterkte-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode
19
Annex Tabel 1 – 5
21
Bijlage 1 – 5
60
VEILIGHEID EN TOEZICHT Zelfstudie onderzoeksprogramma (2006-2008)
1. Algemene gegevens
Titel onderzoeksprogramma Veiligheid en toezicht
Programmaleider Prof. mr. dr. H.G. van de Bunt (vanaf: 1-1-2008; voorheen prof. mr. R.V. De Mulder)
Startdatum 1 januari 2005
Vakgebieden Strafrecht, staats- en bestuursrecht, Europees recht, criminologie, rechtseconomie (tot 2008), recht en technologie, rechtssociologie, rechtstheorie en rechtsfilosofie.
Formele samenwerkingsverbanden Het programma is onderdeel van de onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid (OMV), die in 2006 door de KNAW is hererkend tot 2011 (zie bijlage 2). De directeur van de OMV was tot 1 januari 2009 prof. mr. dr. H.G. van de Bunt. Hij is op 1 januari 2009 opgevolgd door prof. dr. R. van Swaaningen. Een aantal onderzoekers is lid van het Erasmus Instituut Toezicht en Compliance (EITC) dat in 2007 is opgericht (zie bijlage 3). Met het centrum voor Law Science Technology and Society (LTST) aan de Vrije Universiteit van Brussel is er een samenwerkingsverband door de detachering van M. Hildebrandt vanuit de EUR bij het LTST en de benoeming van S. Gutwirth bij zowel de EUR als het LTST. De sectie Informatica en recht is lid van het Europese samenwerkingsverband Legal Framework for the Information Society (LEFIS). De sectie Criminologie participeert in het interuniversitaire Center for Information and Research on Organized Crime (CIROC) (zie bijlage 4).
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
1
2. Inhoudelijke beschrijving van het programma97 Inleiding Het programma is gestart in 2001 bij de oprichting en accreditatie van de OMV. Het Rotterdamse aandeel in deze onderzoekschool was vooral gericht op de bestudering van criminaliteit (criminologie) en de formele reacties hierop (strafrechtelijk en bestuursrechtelijk). Onder de invloed van maatschappelijke ontwikkelingen is de aandacht steeds meer uitgegaan naar de rol van toezicht bij het voorkomen en beheersen van onveiligheid op uiteenlopende terreinen. De bundel van Rogier en De Doelder over Toezicht uit 2006 markeert deze verschuiving in de aandacht van veiligheid naar toezicht. Met het toegenomen belang van het verschijnsel toezicht is ook de rol van technologie en informatica belangrijker geworden. Dat heeft een sterke inbreng van deze onderwerpen in het programma tot gevolg gehad. Daarnaast bleek het onderwerp toezicht ook relevant voor onderzoekers uit de financieel-rechtelijke en bedrijfseconomische hoek. Deze onderzoekers hebben derhalve aansluiting bij het programma Veiligheid en Toezicht gevonden. Deze ontwikkelingen zijn niet het product van een sterke programmatische sturing, maar hebben zich in de onderzoekspraktijk uitgekristalliseerd. De toespitsing op bovengenoemde onderwerpen betekende ook dat sommige onderzoekers naar andere programma’s zijn overgestapt. Dit gebeurde vooral bij de oprichting van het nieuwe programma ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’. Het onderzoekterrein, de onderzoeksthema’s en -vragen De wereld waarin we leven is heftig in beweging. De samenleving wordt geconfronteerd met uiteenlopende problemen zoals de opwarming van de aarde, de kredietcrisis, faillissementen van grote ondernemingen (zoals Lehman Brothers), en terroristische aanslagen. In dit klimaat van onzekerheid is de zorg om veiligheid een erg belangrijk thema. Deze zorg heeft betrekking op uiteenlopende onderwerpen en problemen, zoals veilige straten, veilige producten, betrouwbare financiële instellingen, en integere overheden. De zorg om veiligheid gaat gepaard met een afnemende tolerantie voor schadelijke gebeurtenissen, een roep om strengere straffen en meer toezicht. In de literatuur zijn hierop al veel labels geplakt: risicosamenleving, controlecultuur, voorzorgcultuur. Gemeenschappelijk in deze analyses is dat zowel de opvatting over veiligheid als over het toezicht (en de controle op het toezicht) onderhevig is aan ingrijpende veranderingen. Het toezicht komt steeds meer in het teken te staan van risicobeheersing en is gericht op het vroegtijdig onderkennen van indicaties of aanwijzingen van problemen. Er is een verschuiving van reactief naar proactief optreden en van repressie naar preventie. Het begrip onveiligheid wordt in dit programma breed opgevat: het omvat uiteenlopende gedragingen (misdrijven, oneerlijke handelspraktijken, terrorisme) die schade veroorzaken en de stabiliteit aantasten van het financiële, sociale en economische stelsel. Zij roepen onzekerheid op en leiden tot verlies van vertrouwen in de integriteit van personen en instellingen. Toezicht is een complex begrip en kan betrekking hebben op de naleving van regels door personen of organisaties, maar ook op het houden van orde in branches of in markten (markttoezicht). Het kan door overheden worden uitgeoefend, maar ook door betrokken personen, consumenten of ondernemingen zelf. In dit laatste geval wordt gesproken over ‘intern’ toezicht, zelfregulering en compliance. Er kan ook sprake zijn van uitbesteding van toezichttaken aan de particuliere sector, de privatisering van het toezicht. Nieuwe vormen van toezicht ontwikkelen zich soms buiten de traditionele handhavingsystemen (strafrecht, bestuursrecht, civiel recht, etc.) en buiten de traditionele
97
Alle auteursnamen in de tekst betreffen personen die deelnemen aan het programma, tenzij anders vermeld.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
2
nationale juridische kaders. Mede onder invloed van de globalisering zijn bijvoorbeeld intergouvernementele organen toezichthoudende taken gaan vervullen. Toezicht kan dan ook niet goed begrepen worden door alleen naar de (nationale) overheid te kijken en alleen op hiërarchische structuren te letten. Volgens de Amerikaanse rechtsgeleerde Solove biedt de metafoor van ‘Big Brother’ geen adequate typering meer van de positie van de toezichthouder. Solove acht Kafka’s ‘Proces’ een betere metafoor voor de moderne vormen van decentraal, onzichtbaar en gedistribueerd toezicht, die zich naast de meer evidente vormen van formeel toezicht ontwikkeld hebben. Samenvattend kan worden gesteld dat de onderwerpen veiligheid en toezicht sterk in de belangstelling staan en gekenmerkt worden door snelle ontwikkelingen en uitbreidingen naar een veelheid van terreinen. Er is in korte tijd een diversiteit van modaliteiten van toezicht ontstaan op een groot aantal terreinen. Deze onderwerpen lenen zich bij uitstek voor multidisciplinair onderzoek. Tegen de achtergrond van bovengenoemde ontwikkelingen kunnen de volgende vier onderzoeksthema’s worden onderscheiden:
Fundamentele bezinning op veiligheid en toezicht Veranderingen in vormen van toezicht De juridische vragen en problemen, die deze veranderingen oproepen De wisselwerking tussen (veranderend) toezicht en onveiligheid
In de eerste plaats wordt aandacht besteed aan een fundamentele, juridische bezinning op ‘veiligheid en toezicht’. Is veiligheid een grondrecht? In hoeverre voldoen de nieuwe, supranationale vormen van toezicht aan democratische controle? Welke constitutionele vragen kunnen worden gesteld bij de moderne ‘controlecultuur’? In de tweede plaats is het programma gericht op het beschrijven en analyseren van veranderingen in de wijze waarop toezicht wordt vorm gegeven. Het gaat hier niet alleen om veranderingen binnen bepaalde rechtsgebieden afzonderlijk, maar ook om verschuivingen tussen rechtsgebieden of interacties tussen vormen van toezicht: wat betekent bijvoorbeeld de bestuurlijke aanpak van criminaliteit? Op welke wijze beïnvloeden verschillende vormen van toezicht elkaar? Wat is bijvoorbeeld het effect van versterkt extern toezicht op ondernemingen op het interne toezicht (corporate governance, compliance)? Welke rol speelt de ontwikkeling van informatietechnologie in het faciliteren van de uitoefening van toezicht? In de derde plaats worden de juridische vragen en problemen beschreven die voortvloeien uit de veranderingen en verschuivingen in het toezicht. Het gaat hier om onder meer competentievraagstukken tussen nationale, supranationale en intergouvernementele toezichthouders, informatie-uitwisseling tussen verschillende typen toezichthouders, en de effectuering van rechtswaarborgen wanneer meerdere handhavingsregimes van toepassing zijn. Tenslotte wordt, in de vierde plaats, aandacht besteed aan de dynamiek tussen veiligheid en toezicht. Het gaat dan om de wisselwerking tussen of wederzijdse beïnvloeding van toezichthouders en de onderscheiden probleemgebieden: welke effecten brengt (veranderend) toezicht teweeg op de veiligheidsproblematiek (bijvoorbeeld illegale hennepteelt; jeugdcriminaliteit), en omgekeerd: welke vormen van toezicht worden ontwikkeld in reactie op concrete veiligheidsproblemen? Het is de uitdrukkelijke ambitie van de onderzoekers om bij de bestudering van de diverse thema's de complexiteit en de verwevenheid van verschillende aspecten van maatschappelijke veiligheid en toezicht tot hun recht te laten komen. De onderzoekgroep is multidisciplinair samengesteld, waardoor
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
3
zowel de rechtsfilosofische en normatief-juridische vraagstukken van veranderend toezicht, als de sociaalwetenschappelijke vragen over de aard en het effect van deze veranderingen aan bod komen. In de volgende paragraaf wordt dit nader aangegeven. 3. Oriëntatie en methode Samenwerking tussen verschillende disciplines Naast juristen op het gebied van strafrecht, bestuursrecht, internationaal recht, financieel recht, Europees recht, maken sociale wetenschappers zoals economen, informatiewetenschappers, rechtssociologen, rechtsfilosofen, criminologen en een historicus deel uit van de onderzoekgroep. Dit betekent dat de onderzoekers van het programma gebruik maken van verschillende wetenschappelijke methoden. Daarin ligt een van de krachten van het programma en het onderscheid met de meeste andere onderzoekgroepen op dit terrein. Deze multidisciplinaire samenstelling levert in de eerste plaats nieuwe, disciplineoverstijgende onderzoeksvragen en –thema’s op. Daarbij is een voortdurende inhoudelijke discussie van vitaal belang. Het programma hecht daarom veel waarde aan het organiseren van het debat over actuele onderwerpen en aan de bespreking van elkaars onderzoek.98 Diverse publicaties, in het bijzonder de door Rogier en De Doelder geredigeerde bundel Toezicht. Opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (2006) en de door De Mulder geredigeerde bundel Mitigating Risk in the Context of Safety and Security (2008) zijn hiervan goede voorbeelden. Beide bundels zijn tot stand gekomen naar aanleiding van onderzoeksseminars op initiatief van het programma Veiligheid en Toezicht. Enkele promotieonderzoeken zijn multidisciplinair van karakter. Voor deze projecten zijn promovendi aangetrokken die zowel een juridische als een sociaal-wetenschappelijke/filosofische achtergrond hebben: Van der Wolf, Van Wingerde, Kuijvenhoven, Kortleven, Van der Wulp. Deze proefschriften worden uit oogpunt van kwaliteitszorg begeleid door twee promotoren (juridisch, sociaal-wetenschappelijk). Kwaliteitszorg De afgelopen jaren heeft de Erasmus School of Law zich ingespannen om de kwaliteit van het onderzoek te bevorderen. Dit heeft onder meer geleid tot intensief overleg tussen de programmaleider en de hoofden van de bij het programma betrokken secties over de inbreng van individuele deelnemers aan het programma. Het zwaartepunt van de kwaliteitszorg in deze multidisciplinaire onderzoekgroep ligt bij de sectiehoofden. Er is door de OMV geïnvesteerd in het opzetten van een goed onderwijsprogramma voor jonge onderzoekers. Zij volgen dit onderwijs in de eerste twee jaar van hun aanstelling.
98
In de afgelopen jaren zijn vooral de Onderzoeksschool Maatschappelijke Veiligheid (OMV), het Erasmus Instituut Toezicht &
Compliance (EITC) en het Center for Information and Research on Organised Crime (CIROC) de belangrijkste kanalen geweest voor de organisatie van seminars voor/door leden van het onderzoekprogramma Veiligheid en Toezicht. Ook de samenwerkingsverbanden LSTS en LEFIS zijn voor de betrokken onderzoekers vruchtbare gremia voor het multidisciplinaire debat.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
4
4. Onderzoekresultaten Thema ‘fundamentele bezinning op veiligheid en toezicht’ Veiligheid is een ruim begrip; zowel terrorismebestrijding, milieubescherming als bijvoorbeeld de aanpak van overlast worden in het politieke en maatschappelijke debat gerekend tot ‘veiligheidszorg’. Iets vergelijkbaars geldt voor toezicht; de reflexmatige reactie op de constatering van misstanden (van straatcriminaliteit tot de kredietcrisis) is steevast dat het toezicht heeft gefaald en dat het toezicht moet worden versterkt. Hierbij gaan technologische ontwikkelingen een steeds belangrijker rol spelen, waardoor het arsenaal aan toezichtinstrumenten nog verder zal worden vergroot. Waar in het beleid de discussie zich al snel richt op versterking van toezicht en het inzetten van nieuwe instrumenten, gaat men doorgaans voorbij aan de fundamentele vragen. In zijn proefschrift geeft Van Zuijlen (2008) een rechtstheoretische analyse van het begrip veiligheid in de context van grondrechten en mensenrechten. Zijn conclusie is dat veiligheid - één van de pijlers van de rechtsstaat en nauw verbonden met fundamentele rechten - zelf niet is te beschouwen als een grondrecht. Het strafrecht kan in het kader van het waarborgen van de veiligheid van burgers preventief optreden maar is daarbij gebonden aan allerlei beperkingen. Die beperkingen vloeien voort uit de bescherming van mensenrechten, zoals het recht op vrijheid van de burger en het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Foqué en Amtenbrink stellen dat nieuwe vormen van toezicht, zowel vanuit de overheid als intern toezicht, zich onttrekken aan adequate, democratische controle. De veiligheid- en toezichtproblematiek roept daarom constitutionele vragen op. Amtenbrink (2006; 2008) wijst op het feit dat intergouvernementele organen regulerende en toezichthoudende taken uitoefenen, buiten het gezag en de controle van nationale staten. Verder is er de opkomst van ‘non-majoritarian institutions’, die bepaalde overheidstaken uitoefenen buiten de trias politica. Volgens Amtenbrink verhoudt de institutionalisering van onafhankelijk toezicht - in casu het toezicht door centrale banken en door toezichthouders op financiële markten - zich slecht met democratische, constitutionele normen. Zijn vraag daarbij is: wie controleert de onafhankelijke toezichthouder? Uit de analyse van De Mulder (2008) blijkt dat de toeziende macht een aparte positie inneemt ten opzichte van de trias politica. De machtsuitoefening van toezichthouders lijkt vanwege het corrigerende karakter op die van de rechterlijke macht. Het verschil is echter dat dit toezicht niet individueel is. Het past wat de geschiktheid voor grootschalige toepassing betreft meer bij de uitvoerende macht. Door de opkomst van de toeziende macht evolueert het traditionele model van de trias politica tot een tetras politica. Foqué (2008) presenteert een historische, filosofische en juridische analyse van de rol die het strafrecht als reguleringsmechanisme zou moeten spelen. Hij wijst op de grenzen van dit systeem binnen een rechtsstaat. Van Marle en Van der Wolf (Van Marle 2006; Van der Wolf, Van Marle en Mevis 2006; Van Marle en Van der Wolf 2008; promotieonderzoek in uitvoering door Van der Wolf) wijzen op de spanning in de tbs-sector tussen de eis vanuit de samenleving en politiek om risico’s te minimaliseren enerzijds en op de rechtspositie van ter beschikking gestelden anderzijds. Zij geven de grenzen aan van het tbs-systeem als instrument van rechtshandhaving. Thema ‘ veranderingen in vormen van toezicht’ Pieterman heeft in 2008 een boek gepubliceerd over de veranderingen in de maatschappelijke reactie op problemen van fysieke veiligheid. Hij laat zien dat bij deze reactie het voorkomen van schade steeds meer voorop is komen te staan. Zijn stelling is dat deze ‘voorzorgcultuur’ in
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
5
uiteenlopende domeinen als milieubeleid en criminaliteitsbestrijding aanwezig is. Kortleven onderzoekt in zijn promotieonderzoek hoe veranderende ideeën over risico, onzekerheid en preventie leiden tot veranderingen in de wijze waarop op verschillende terreinen toezicht wordt gehouden. Ook de publicaties van andere onderzoekers (Hildebrandt 2007, 2008; Rogier 2006, 2007; Van de Bunt & Van Swaaningen 2007; Kleve, De Mulder & Van Noortwijk 2007; Van de Bunt, Van Erp & Van Wingerde 2007; Van Erp 2007) wijzen erop dat in het optreden tegen onveiligheid een verschuiving plaats heeft gevonden van reactief naar proactief, van opsporing naar toezicht, van repressieve naar preventieve acties en maatregelen. Enkele promovendi zoals Van der Schoot (2006) en Lintz (2007), beschrijven deze ontwikkeling op respectievelijk het terrein van georganiseerde criminaliteit en van terroristische misdrijven. In de bundel van Rogier en De Doelder (2006) worden de ontwikkelingen van het toezicht op een aantal andere terreinen beschreven. Proactief optreden wordt sterk gefaciliteerd door de ontwikkelingen van de informatietechnologie. Er is momenteel sprake van een grootschalige inzet van profileringtechnologieën in zowel de private als in de publieke sector (forensische profiling). Hildebrandt en Gutwirth (2008) beschrijven in Profiling the European Citizen de technologische mogelijkheden, en de juridische en rechtsstatelijke implicaties van deze en toekomstige profileringtechnologieën. In Surveillance technology and law: the social impact bespreken Kleve, De Mulder & Van Noortwijk diezelfde aspecten met betrekking tot toezichttechnologie. In de beschrijving van de regulering en uitoefening van toezicht valt ook de afnemende invloed van nationale overheden te ontwaren. Enerzijds heeft dit te maken met de mondiale dimensie van veiligheidsproblemen. Daardoor is de betekenis van intergouvernementele en supranationale overheden, en van instellingen als de WTO, de Wereldbank, het IMF, de EMU en NGO’s steeds groter geworden. Amtenbrink (2006) merkt op dat het toezicht soms zelfs de nationale instellingen en organisaties overstijgt en zich uitstrekt tot het coördineren en stabiliseren van het economische beleid van een hele regio, in casu de EU. Dorn, Van Erp en Van Swaaningen hebben in een aantal publicaties aangetoond hoe deze verschillende institutionele ‘lagen’ hun eigen belangen creëren (Dorn 2008; Van Erp et al. 2008; Van Swaaningen 2007). Die ‘lagen’ ontwikkelen eigen prioriteiten in het definiëren en bestrijden van veiligheidsproblemen, zonder effectieve externe controle hierop. Anderzijds is de bestuursstijl van nationale overheden er meer en meer op gericht om niet-statelijke organen een verantwoordelijkheid toe te bedelen in veiligheidszorg (‘governance’): publiek-private samenwerking; corporate governance; zelfregulering. In Nederland tekent zich binnen de veiligheidszorg van de overheid een interessante ontwikkeling af. Er is een veel grotere betrokkenheid ontstaan van bestuurlijke overheden, resulterende in de uitbreiding van het bestuursrechtelijke handhavinginstrumentarium (Hartmann 2006; Van der Hulst 2006; Rogier 2006 en 2008). Op verschillende terreinen van veiligheid is een verschuiving te constateren van strafrechtelijke naar bestuursrechtelijke handhaving (Rogier 2007; Hartmann 2007). In het bijzonder zijn de mogelijkheden voor bestuursorganen om bestuurlijke boetes op te leggen verruimd en zijn de bestuurlijke handhavingmogelijkheden van gemeentes, meer specifiek van de burgemeesters, aanzienlijk uitgebreid. Ook de ontwikkelingen op technologisch terrein leiden tot nieuwe vormen van toezicht. Zo werd vanuit de samenwerking met het onderzoekcentrum Law, Science, Technology and Society (LSTS) van de Vrije Universiteit te Brussel nader onderzocht welke nieuwe vormen van toezicht mogelijk worden met de introductie van slimme technologie. Het gaat daarbij niet alleen om de technologische mediatie van opsporingsonderzoek of maatregelen in het kader van de veiligheid in de openbare ruimte, maar ook en vooral om het gebruik van dataminingtechnieken in de private sector (Hildebrandt 2008).
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
6
De veranderingen in het extern toezicht hebben tevens invloed op de interne mechanismen van regulering door instellingen en ondernemingen. Het onderzoek hiernaar kreeg een krachtige impuls door de belangstelling die onderzoekers van het programma met enkele bedrijfskundigen ontwikkelden naar de regulering van grote ondernemingen. De onderzoeksvraag spitst zich toe op de wisselwerking tussen extern toezicht (OM, NMa, AFM) en compliance99. Deze interesse voor regulering van grote corporaties heeft binnen het programma geleid tot een aantal publicaties (Van Erp 2007, 2008; Lückerath 2007, 2008; De Bos 2007, 2008) en een themanummer van het Tijdschrift voor Criminologie (Van de Bunt & Van Erp 2008) rond ‘Toezicht en Compliance’. Verder doen enkele promovendi empirisch onderzoek naar het externe toezicht op ondernemingen en compliance. Van Wingerde naar de afschrikwekkende werking van strafrechtelijke sancties in de afvalbranche; Van der Wulp naar overheidstoezicht op trustkantoren; Beckers naar de aard en omvang van strafrechtelijke sancties op misdrijven gepleegd door ondernemingen en feitelijk leidinggevenden en Mein naar de toepassing van administratieve boetes op ondernemingen. Van Erp onderzoekt met een VENI-subsidie de uitoefening en werking van een nieuw type toezicht ‘naming and shaming’ door de Autoriteit Financiële Markten. In zijn oratie (2007) wijst Van de Bunt op het bestaan van ‘muren van stilzwijgen’ binnen organisaties, branches, en beroepsgroepen, die effectief toezicht bemoeilijken. Toezichthouders en overheden proberen in toenemende mate deze muren te slechten. Er worden klokkenluiderregelingen geïntroduceerd, meldpunten geïnstalleerd en zelfs de geheimhoudingsplicht van hulpverleners en professionele beroepsbeoefenaars wordt niet langer ten volle gerespecteerd. Kuijvenhoven verricht momenteel een promotieonderzoek waarin zij –in het voetspoor van de oratie van Van der Bunt– dergelijke spanningen en veranderingen in het toezicht op de jeugdzorg analyseert. Thema ‘ veranderingen in toezicht: juridische vragen en problemen’ Van Swaaningen (2007) en Dorn (2008) stellen in verschillende publicaties dat de nieuwe vormen van ‘governance’ de traditionele rol van legitimiteit van gezag en van democratische controle in een ander licht plaatsen. De verschuiving van strafrecht naar bestuursrecht, de privatisering van toezicht (particuliere beveiliging; forensische accountancy), het experimenteren met allerlei vormen van publiek-private samenwerking en het ontstaan van onafhankelijke toezichthouders gaan ten koste van transparantie en rechtswaarborgen. De burger of de corporatie wordt geconfronteerd met een veelheid aan handhavingregimes, elk met hun eigen rechtsbeschermingregime (Mevis, Rogier 2008; Hartmann 2006) en met een stapeling van bevoegdheden waardoor bijzondere waarborgen in de knel komen. De verschuivingen tussen strafrecht en bestuursrecht, en de activering van bestuurlijke handhaving die in de plaats van of naast de strafrechtelijke handhaving komt, leiden tot vragen over de inwisselbaarheid van strafrecht en bestuursrecht, over de afstemming van toezicht en opsporing, en meer concreet over de informatie-uitwisseling tussen toezichthouders en opsporingsinstanties (Rogier 2006; Hartmann 2006). Het gaat vooral om de vraag wat de ‘geaardheid’ is van de beide rechtsgebieden; op grond van welke daaruit afgeleide criteria kan worden besloten welk type handhaving de voorkeur verdient? De internationale dimensie van de veiligheidsproblematiek leidt tot tal van praktische en fundamentele vragen. In dit verband kan worden gewezen op de derde pijler van de Europese Unie: de harmonisatie van regelgeving om de politie- en justitiesamenwerking in de Unie te faciliteren (Goudappel 2006; 2008). De harmonisatie roept de principiële vraag op in hoeverre Nederland als
99
Onder ‘compliance’ worden de interne voorzieningen verstaan binnen corporaties die erop gericht zijn regelnaleving door de
corporaties te bevorderen: corporate governance, compliance officers, zelfregulering.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
7
lidstaat nog de ruimte krijgt om op het terrein van veiligheid -in het bijzonder drugs; euthanasie- eigen beleid te voeren. Op het terrein van financieel toezicht doen zich vergelijkbare vragen voor. Internationaal lopen de regels en opvattingen uiteen over de eisen waaraan de openbare jaarrekeningen van bedrijven moeten voldoen en welke controle door de externe accountants geboden is (De Bos 2007; Lückerath 2007). Op het terrein van de internationale corruptie door grote ondernemingen en overheden constateert Makinwa (2007) dat de strafrechtelijke aanpak niet effectief is, mede vanwege verschillen in regelgeving. Het strafrecht heeft te beperkte mogelijkheden, zeker wanneer de overheden zelf bij de corruptie zijn betrokken. Zij onderzoekt in hoeverre een combinatie van een privaatrechtelijke met een strafrechtelijke aanpak een betere strategie is om internationale corruptie effectief te bestrijden. Hildebrandt (Hildebrandt 2008; Hildebrandt & Gutwirth 2008) waarschuwt voor de impact van dataminingtechnieken die op het terrein van publieke veiligheid worden ingezet; evenals voor het effect van monitoringtechnologieën die in het kader van marketing en ‘customer relation management’ ten behoeve van gepersonaliseerde diensten worden ingezet. Deze technieken zijn onbegrijpelijk en dus oncontroleerbaar voor leken. Bovendien worden ze –in de private sector- door intellectuele eigendom en fabrieksgeheimen effectief afgeschermd van extern toezicht. Hildebrandt ontwikkelde in dat verband het concept ‘Ambient Law’ (Hildebrandt en Koops 2007; Hildebrandt 2008), dat zich richt op de technologische articulatie van transparantierechten in de technologische infrastructuur van slimme technologie (‘Ambient Intelligence’). Kleve, De Mulder & Van Noortwijk (2006) benaderen deze ontwikkelingen meer vanuit het perspectief van de mogelijkheden van de nieuwe technologie. De uitbreiding van toezicht en de toename van toezichthouders vallen goed te verklaren uit de ontwikkeling van toezichttechnologie. In plaats van normatieve inpassing van nieuwe technologie binnen bestaande juridische kaders wijzen zij op de normatieve werking van de technologie. Thema ‘de wisselwerking tussen (veranderend) toezicht en onveiligheid’ In 2007 hielden de drie hoogleraren criminologie Van de Bunt, Spierenburg en Van Swaaningen op dezelfde dag hun oratie onder de titel ‘Drie perspectieven op sociale controle’. In de drie oraties geven zij hun visie op criminologisch onderzoek naar toezicht in een snel veranderende samenleving, waarin tijd, plaats en afstand een volstrekt nieuwe betekenis hebben gekregen. Zij besteden hierbij eveneens aandacht aan de dynamiek tussen toezicht en onveiligheid. Veranderingen in toezicht leiden ook tot veranderingen in het gedrag van personen die onder dit toezicht worden gesteld. Omgekeerd leidt de ontdekking van misdragingen of misstanden tot verandering van toezicht. In zijn recent verschenen boek werkt de historicus Spierenburg (2008) dit verder uit. Hij stelt dat geweld tegen personen tot in de Middeleeuwen als een civiele kwestie werd gedefinieerd tussen dader en slachtoffer. Geleidelijk aan werd de rol van de gemeenschap belangrijker. De opvattingen over doodslag veranderden evenals het gewelddadige gedrag tussen personen. Na de criminalisering van doodslag in de zeventiende eeuw daalde het aantal dodelijke geweldplegingen aanzienlijk. De sectie criminologie doet op een verscheidenheid van terreinen onderzoek naar de effecten van veranderend toezicht op het gedrag van daders en op het voorkomen van afwijkend gedrag. In het promotieonderzoek van De Leeuw staat centraal hoe jongeren die door beleidsmakers als ‘probleemgroep’ zijn gedefinieerd zichzelf zien en hoe zij omgaan met het toezicht waaraan zij worden onderworpen. Geelhoed richt zich in haar promotieonderzoek op de bestudering van hetzelfde mechanisme bij de radicalisering van moslimjongeren. Zij besteedt daarin onder andere aandacht aan het effect dat negatieve berichtgeving over moslims heeft gehad op het zelfbeeld van radicale moslimjongeren.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
8
Staring (2008) doet onderzoek naar de wisselwerking tussen overheidsbeleid en de aard en omvang van irreguliere migratie en illegaal verblijf. Andere voorbeelden zijn het onderzoek van Van de Bunt et al. naar de veranderingen in de illegale wietteelt als gevolg van straffer overheidstoezicht op de teelt van en handel in cannabis. Zij maken inzichtelijk hoe de wereld achter de wietteelt als gevolg hiervan is verhard (Spapens, Van de Bunt, Rastovac 2007). Ook Dorn (2008), Van de Bunt (2007 en 2008) gaan nadrukkelijk in op de wisselwerking tussen toezichthouders en de onder toezicht gestelden. Er is tegenwoordig vaak sprake van versterking van toezicht als reactie op onveiligheid: de zorg voor veiligheid leidt tot een roep om meer toezicht. Soms is sprake van een andere dynamiek, zonder formalisering en escalatie. Een interessant voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van herstelrecht. Blad (2006, 2007, 2008) volgt de ontwikkeling hiervan en onderzoekt welke gedragseffecten dit teweegbrengt bij daders. De dynamiek tussen toezicht en onveiligheid is eveneens zichtbaar in het toenemende gebruik van geavanceerde identificatietechnologie, zoals biometrie en RFID. Dit betreft niet alleen de grensbewaking en opsporingsonderzoek, maar ook de toegang tot een veelheid van diensten en producten in zowel de private als de publieke sector. De idee dat identificatie een effectief middel is ter voorkoming of bestrijding van internationaal terrorisme, illegale immigratie en vrouwenhandel is omstreden en vraagt om nadere doordenking. Daarbij krijgt de omkering van de rechtsstatelijke idee dat de overheidsmacht transparant en de burger afgeschermd zou moeten zijn extra aandacht (Gutwirth en Hildebrandt 2008). Kleve & De Mulder (2007) nemen in dit debat een andere positie in. Zij beargumenteren dat de toepassing van nieuwe technologie juist zou moeten leiden tot een heroriëntatie op het juridische privacyconcept. Kwantiteit en kwaliteit output De vernieuwingen in het facultaire onderzoeksbeleid vanaf 2006 hebben mede geleid tot een kwantitatieve verhoging van de output. In tabel 2 worden de aantallen publicaties, onderverdeeld naar type, weergegeven. Voor de goede orde wordt opgemerkt dat alle vermelde publicaties van de deelnemers in het programma betrekking hebben op een van de onderzoekthema’s. In de mid-term review (2001-2005) werd terecht een kritische opmerking gemaakt over het gebrek aan internationale publicaties en internationale uitstraling van het programma. Het is daarom verheugend te kunnen constateren dat het aantal internationale publicaties sterk is toegenomen in de periode 2006-2008. Van de artikelen in tijdschriften en bundels is ruim 45% in het Engels gepubliceerd. Naast de toename van internationale publicaties is ook het aantal publicaties in peer reviewed tijdschriften gestegen. Dit is mede te danken aan de invoering van de Sanderskwalificatie waardoor onderzoekers moeten voldoen aan kwaliteitseisen om deel te mogen nemen aan een programma. Alle gepromoveerde onderzoekers binnen het onderzoekprogramma behaalden deze kwalificatie100. Het programma Veiligheid en Toezicht is pas vanaf 2006/2007 goed op stoom gekomen. Externe fondsen stelden met name de sectie Criminologie in staat zeven jonge onderzoekers aan te stellen met als doel een proefschrift te schrijven. Vijf van hen zijn daadwerkelijk aan hun onderzoek begonnen en voor twee van hen is een NWO-aanvraag op 30 juni 2009 gehonoreerd. Inclusief de facultaire toewijzing van aio’s in 2007/2008 omvat het programma nu veertien promovendi. De oogst hiervan - in
100
In de afgelopen periode heeft een zestal onderzoekers het programma verlaten omdat de publicaties van hen naar het oordeel
van de programmaleider te weinig samenhang vertoonden met het programma. Hun publicaties zijn niet opgenomen in de bijgevoegde publicatieoverzichten.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
9
de vorm van afgeronde dissertaties - zal vanaf begin 2010 merkbaar zijn. Door de onevenwichtige samenstelling van de deelnemersgroep met relatief veel gepromoveerden en een aantal net beginnende onderzoekers, vertoonde het aantal promoties een dalende lijn. In 2008 heeft slechts één promotie plaats gevonden.
Kernpublicaties Bij het kiezen van de acht kernpublicaties hebben de originaliteit, wetenschappelijke kwaliteit, maatschappelijke relevantie en samenhang met het programma zwaar gewogen. Daarnaast is de keuze ook geleid door de wens een goede spreiding van de publicaties te krijgen over de verschillende onderzoeksthema’s. De wetenschappelijke kwaliteit is gewaarborgd door de reputatie van het tijdschrift waarin is gepubliceerd of door recensies. De volgende selectie is gemaakt: F. Amtenbrink en J. de Haan, (2006). Reforming the Stability and Growth Pact. European Law Review (2006) 31(3), 402-413. In dit multidisciplinaire artikel worden de verstrekkende invloed van het supranationale toezicht op het economisch beleid en de gekozen beleidsmethoden en –instrumenten aan de orde gesteld. Het artikel is in een hoog gewaardeerd tijdschrift gepubliceerd. H.G. van de Bunt en E.R. Kleemans, Georganiseerde criminaliteit in Nederland (2007). Dit onderzoek krijgt nationale en internationale erkenning vanwege zijn unieke karakter. Het is een van de weinige omvangrijke empirische onderzoeken in West-Europa op het terrein van de georganiseerde misdaad. Het doorlopend onderzoeksproject is in 1996 gestart en het databestand is momenteel gebaseerd op 120 politiedossiers van omvangrijke opsporingsonderzoeken. Van de Bunt, Spierenburg en Van Swaaningen, Drie perspectieven op sociale controle (2007). Deze drie oraties hebben als gemeenschappelijk thema de dynamiek tussen sociale controle en criminaliteit. Vanuit et perspectief van de geschiedenis en van de globalisering worden de veranderingen op het terrein van de sociale controle beschreven, gerelateerd aan de veranderingen in het denken over veiligheidsrisico’s. R. Foqué, Criminal Justice in a Democracy: Towards a Relational Conception of Criminal Law and Punishment In Criminal Law and Philosophy (2008) 2, p. 207-227. In dit artikel in een gerespecteerd tijdschrift wordt vanuit een historisch, filosofisch en politiek perspectief een analyse gemaakt van de relevantie van het strafrecht, gerelateerd aan de concepten en beginselen van de constitutionele democratie. M. Hildebrandt en S. Gutwirth, Profiling the European Citizen. Cross-Disciplinary Perspectives (2008). Dit boek is door twee internationaal vermaarde experts op het terrein, Charles Raab en Gary Marx aangeprezen als standaardwerk op het terrein van profiling. Het gaat om een internationale publicatie waaraan ruim dertig verschillende auteurs uit acht EU lidstaten bijdroegen vanuit verschillende disciplinaire achtergronden. Het beschrijft onder meer de implicaties van de inzet van profilingstechnieken voor privacy en security van individuele burgers. R.V. De Mulder (ed.), Mitigating Risk in the Context of Safety and Security. How Relevant is a Rational Approach? (2008). Deze bundel is op internationaal niveau positief gereviewd. R. Pieterman, De Voorzorgcultuur (2008). Dit boek brengt een aantal ontwikkelingen binnen onderscheiden rechts- en beleidsgebieden samen onder de noemer van een ‘doorgeschoten’ voorzorgcultuur. De auteur legt een verband tussen discussies die vaak slechts binnen het kader van een bepaalde discipline worden gevoerd en legt aldus dwarsverbanden die bijzonder relevant zijn voor veiligheidsonderzoek in brede zin. Het boek is positief gerecenseerd in vaktijdschriften. L.J.J. Rogier en H. de Doelder (red.), Toezicht. Opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (2006). Deze bundel beschrijft toezicht vanuit verschillende perspectieven en disciplines. De bundel is de vrucht van de samenwerking tussen de deelnemers van het programma Veiligheid en Toezicht.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
10
5. Onderzoekers Een overzicht van de deelnemerslijst van het programma per eind 2008 is hieronder opgenomen. Er is in de afgelopen jaren een aantal onderzoekers bijgekomen. Met ingang van 2008 is een nieuw onderzoeksprogramma in de faculteit gestart: ‘Behavioural Approaches to Contract and Tort’. De onderzoekers vanuit de sectie Rechtseconomie zijn in dat programma geplaatst. Het betreft: R. van den Bergh, A. Arcuri, S. Keske en L. Visscher. Verder zijn zes onderzoekers uit het programma getreden omdat hun publicaties onvoldoende aansloten bij de onderzoeksthema’s van het programma. Zij staan niet op de deelnemerslijst vermeld. T. Blom heeft met ingang van 2009 het programma verlaten als gevolg van zijn benoeming tot hoogleraar Strafrecht in Amsterdam. Hoogleraren Amtenbrink, prof.dr. F., sectie Europees recht Bos, prof.dr. A. de, RA, sectie Bedrijfseconomie Bunt, prof.dr. H.G. van de, sectie Criminologie Doelder, prof.mr. H. de, sectie Strafrecht Dorn, prof.dr. N., sectie Criminologie Foqué, prof.dr. R.M.G.E., sectie Rechtsfilosofie Mevis, prof.mr. P.A.M., sectie Strafrecht Mulder, prof.mr. R.V. De, MBA, sectie Informatica en recht Rogier, prof.mr. L.J.J., sectie Staats- en bestuursrecht Woude, prof.mr. M.H. van der, sectie Europees recht Zwaan, prof.dr. J.W. de, sectie Europees recht
0,20 0,12 0,40 0,36 0,20 0,08 0,20 0,33 0,40 0,08 0,04
Bijzonder hoogleraren Diekman, prof.dr. P.A.M., RA, sectie Bedrijfseconomie Marle, prof.dr. H.J.C. van, sectie Strafrecht Spierenburg, prof.dr. P.C., sectie Criminologie Swaaningen, prof.dr. R. van, sectie Criminologie
0,10 0,08 0,08 0,40
Universitair hoofddocenten Blad, dr. J.R., sectie Strafrecht Blom, dr. T., sectie Strafrecht Goudappel, mr.dr. F.A.N.J., sectie Europees recht Hartmann, dr. A.R., sectie Strafrecht Hildebrandt, mr.dr. M., sectie Rechtstheorie Noortwijk, mr. C. van, sectie Informatica en recht Pieterman, dr. R., sectie Rechtssociologie Piret, dr. J.V.A.G., sectie Rechtsfilosofie Staring, dr. R.H.J.M., sectie Criminologie
0,40 0,04 0,20 0,20 0,16 0,40 0,40 0,20 0,40
Universitair docenten Berge, dr. M. ten, sectie Criminologie Fischer, dr. T.F.C., sectie Criminologie
0,20 0,40
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
11
Gurwirth, dr. S.L., sectie Rechtstheorie Harder, mr.dr. W.H. den, sectie Strafrecht Hulst, mr.dr. J.W. van der, sectie Strafrecht Kleve, mr. P., sectie Informatica en recht Lückerath-Rovers, dr. M., sectie Bedrijfseconomie Soppe, dr. A.B.M, sectie Bedrijfseconomie Verhoeven, dr. W.J., sectie Criminologie Zaitch, dr. D., sectie Criminologie Zwirs, dr. B.W.C., sectie Criminologie
0,08 0,10 0,40 0,40 0,21 0,40 0,40 0,40 0,40
Wetenschappelijk onderzoekers Duin, mr. drs. C.P.S. van, MSc LLM, sectie Europees recht Erp, dr. J.G. van, sectie Criminologie Kuijvenhoven, drs. T., sectie Criminologie Mein, mr A.G., sectie Criminologie Wingerde, drs. C.G. van, sectie Criminologie Zuijlen, dr. R.W. van, sectie Inleiding rechtswetenschappen
0,20 0,80 0,60 0,20 0,80 0,01
Aios’s Arnoldussen, mr.drs. N.T., sectie Rechtssociologie Danopoulos, mr. A., sectie Staats- en bestuursrecht Ertuna, mr. T., sectie Europees recht Geelhoed, mr. F., sectie Criminologie Kortleven, mr. W.J., sectie Rechtssociologie Leeuw, drs. T.A.J., sectie Criminologie Lintz, dr. J.M., sectie Strafrecht Makinwa-Falase, mr. A.O., sectie Internationaal privaatrecht en rechtsvergelijking Smid, mr. G., sectie Strafrecht Wolf, mr.drs. M.J.F. van der, sectie Strafrecht Wulp, mr. M.T. van der, sectie Strafrecht Zijl, mr. drs. N.J.F. van, sectie Bedrijfseconomie
0,75 0,40 0,50 0,60 0,75 0,60
0,75 0,75 0,75 0,50 0,75
6. Reputatie De reputatie van de senioronderzoekers (hoogleraren en hoofddocenten) is terug te vinden in de wetenschappelijke functies en in functies die in verband staan met of het gevolg zijn van deze reputatie. H.G. van de Bunt - voorzitter van de Redactieraad Programma Politie en Wetenschap - voorzitter van het Erasmus Instituut Toezicht & Compliance en Directeur Onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid (tot 2009) - lid van de Wetenschappelijke Raad van het Trimbosinstituut - lid van de Wetenschappelijke Raad van het NSCR - In de verslagperiode als projectleider/(mede)aanvrager betrokken bij enkele omvangrijke internationale en nationale projecten (IKOC, Crim-Prev, zie ook bijlage 5)
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
12
-
-
lid van de Advisory board of the PhD-program van de Katholieke Universiteit Sacro Cuore in Milaan visiting professor aan de Katholieke Universiteit Sacro Cuore in Milaan lid van redactieraad van het European Journal Crime and Criminal Policy In de periode één afgeronde promotie; betrokken als (co-)promotor bij zeven promoties waarvan nog zes in het programma Veiligheid en Toezicht in bewerking zijn en één is afgesloten met een dissertatie. voorzitter van een aantal begeleidingscommissies van het WODC lid van de Raad van Toezicht van de Politieacademie.
H. de Doelder - honorary professor aan de China University of Political Science and Law in Beijing en aan de East China University of Political Science te Shanghai - lid van de Advisory board of the PhD program of the University Sacro Cuore of Milan - Tot nu toe zijn negentien personen bij prof. De Doelder gepromoveerd. - auteur aan Commentaar van het Wetboek van Strafvordering Melai/Groenhuysen - rechter-plaatsvervanger verbonden aan de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, als raadsheerplaatsvervanger aan het gerechtshof te ’s-Hertogenbosch en als plaatsvervangend lid aan het Gemeenschappelijk Hof van de Nederlandse Antillen en Aruba - lid van de Commissie Herziening van het Wetboek van Strafrecht en Strafvordering van de landen Aruba en de Nederlandse Antillen en adviseur van dezelfde commissie in Suriname. F. Amtenbrink: - lid Steering Committee voor het jaarlijkse internationale multidisciplinaire congres over ‘Financial Regulation and Supervision’ (Finlawmetrics), georganiseerd door de Paolo Baffi Centre on Central Banking and Financial Regulation, Bocconi University en het Center on Central Banks and Financial Institutions, New York University (sinds 2007) - visiting professor aan de Winter Law School, een samenwerkingsverband tussen Hofstra University New York, University of Baltimore & Erasmus University Rotterdam Winter Law School - keynote speaker University of Cambridge Symposium Principles v. Rules in Financial Regulation, Centre for Financial Analysis & Policy, Cambridge Judge Business School (2008) - visiting professor aan de Masaryk University, Tsjechië (2008) - visiting professor aan Bahcesehir University Istanboel (2007) - lid redactie Erasmus Law Review - lid NWO beoordelingscommissies MaGW (2006/2007) - Recentelijk is Amtenbrink benoemd tot visiting professor aan het Collège dÉurope/College of Europe (Brugge) waar hij vanaf het academisch jaar 2009-2010 in het kader van het European Legal Studies programma een vak verzorgd. P. Mevis - lid van de redactie van Pareltjes Strafrecht - lid van de redactie van Delikt en Delinkwent - lid van de redactie Studiepockets Strafrecht - lid van de redactie van Handboek strafzaken - lid van de redactie van de publicatiereeks van de Onderzoekschool Rechten van de Mens - annotator van de NJ
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
13
-
lid van de sectie Gevangeniswezen van de Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming.
R. van Swaaningen Advisory Board Sage Dictionary of Criminology (2001-heden) International Editorial Board Punishment & Society (2002-heden) - Editorial board Critical Criminology (2002-heden) - International Advisory Board British Journal of Criminology (2005-heden) - redactie Erasmus Law Review (2006-heden) - redactie Criminology and Criminal Justice (2006-heden) - Wetenschappelijke redactie van Studi sulla Questione Criminale (Italiaans tijdschrift voor criminologie) (2006-heden) - editorial advisory board Criminal Justice Matters (vanaf 2008) - redactieraad Het groene gras (Belgisch-Nederlandse comparatief criminologische boekenserie; vanaf 2008) - lid van het European Governance of Public Safety Research Network (permanente werkgroep binnen de European Society of Criminology; 2003-heden) - voorzitter diverse begeleidingscommissies van het WODC - directeur van de Onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid (sinds 2009). P.C. Spierenburg - gasthoogleraar aan de University of California Berkeley (2006) - lid redactie van Crime, Histoire et Societés - secretaris van de International Association for the History of Crime and Criminal Justice (sinds 1978). A. Hartmann - lid expertgroep ministerie van Justitie (Expertisecentrum Rechtspleging en Rechtshandhaving) betreffende de Scenariostudie Sanctiestelsels (2007) - lid van begeleidingscommissies van het WODC (2008) - lid redactieraad betreffende SDU Commentaar Strafvordering 2007-2008 `Vooronderzoek’, P.T.C. van Kampen, J. Silvis en D.C.J. van Strien (red.), Den Haag 2007 (2007) - lid van DASEC (the Dutch association for the study of the protection of the financial interests of the EC) - lid van Transparency International (Nederlandse afdeling): non-gouvernementele organisatie gericht op het vergroten van overheidsverantwoordelijkheid en met als doelstelling het intomen van internationale en nationale corruptie). C. van Noortwijk secretaris van de Stichting Juridische Kennissystemen JURIX, een wetenschappelijke interuniversitaire stichting ter bevordering van onderzoek op het gebied van juridische informatica in brede zin en in het bijzonder van juridische kennissystemen (vanaf 2004). R.V. De Mulder - member of the ICC Legal Tools Expert Advisory Group - winnaar (samen met P. Kleve) van de Best Academic Paper Award 2007 op de Second International Conference on Legal, Security and Privacy Issues in IT te Beijing. Het program
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
14
-
committee prees het artikel Privacy protection and the right to information: in search of a new symbiosis in the information age als ‘origineel, toekomstgericht en vernieuwend’ voorzitter begeleidingscommissies van een aantal WODC-onderzoeken member of the Advisory Board for the Journal of Information, Law & Technology (JILT).
L.J.J. Rogier - rechter-plaatsvervanger rechtbank Rotterdam (sinds 1994) - bijzonder hoogleraar aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen - gastcolleges en exploratie bestuursrechtelijk onderzoek aan de China University of Political Science and Law, Peking (sinds 2007) - annotator/ hoofdredacteur Jurisprudentie Gemeenten, jurisprudentietijdschrift van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (1990-1994) - gastannotator Tijdschrift voor Verkeersrecht (1991-1994) - annotator Tijdschrift voor Ambtenarenrecht (1991-1994) - gastannotator Administratiefrechtelijke beslissingen (AB; 1993-1996) - medewerker/annotator Tijdschrift voor Antilliaans en Arubaans recht TAR Justicia (1998- heden) - kroniekschrijver Handhaving van bestuursrecht, Nederlands Tijdschrift voor bestuursrecht (NTB; 2000-2007) - annotator van bestuursrechtelijk tijdschrift De Gemeentestem (sinds 2001) en redacteur (sinds 2009) lid evaluatiecommissie Bureau Financieel Toezicht, ingesteld door de Staatssecretaris van Justitie (2008-heden) - adviseur Koninkrijksrelaties i.v.m. herstructurering van het Caribische deel van het Koninkrijk, ten behoeve van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Raad van State (2008). J. van Erp NWO Veni-beurs (2006-2010) lid redactie Tijdschrift voor Criminologie (sinds 2008) lid redactie Recht der Werkelijkheid (sinds 2008) voorzitter begeleidingscommissies WODC en Ministerie van Justitie (2008/2009) lid Commissie Open Competitie NWO MAGW (2008 en 2009). R. Staring - aanvrager en projectleider van enkele derde geldstroomprojecten (zie bijlage 5) - lid Editorial Board van Focaal-European Journal of Anthropology - lid van de redactie van CIROC-nieuwsbrief sinds 2004 - lid van de redactie van De Criminoloog (NVK-blad; sinds 2008). R. Foqué - research fellow bij het European Inter University Center for Human Rights and Democratisation in Venetië (2007) - chairman van de halfjaarlijkse Bologna Comenius Lectures in Legal Science (2007) - Francqui-leerstoel aan de Katholieke Universiteit Leuven (2007-2008) - correspondent van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen - lid van de Board of International Advisors van Criminal Law and Philosophy.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
15
M. Hildebrandt - lid van het Stakeholder Forum van het European Network and Information Security Agency (ENISA) - lid van de wetenschappelijke raad van FIDIS - coördinator van Profiling binnen het Europese Network of Excellence (NoE) over de Future of Identity in Information Society (FIDIS) - lid van de adviescommissie van het European Privacy Institute (EPI) - lid redactie van Criminal Law and Philosophy - lid redactie van Identity in Information Society - lid van het bestuur van de Vereniging voor wijsbegeerte van het recht (2006-2008) - lid van de redactie (en mede-oprichter) van Expertise en Recht - lid van de redactie van de OMV-reeks - lid van de Editorial Board van het New Criminal Law Review. F. Goudappel - lecturer in Master’s Degree in European law and Integration, Bahcesehir University Istanbul (sinds 2007) - docent Europees recht aan de Univerisiteit van de Nederlandse Antillen - member of the Board of Directors of the European Public Law Organisation - member of the Curatorium of the Academy of European Public Law. A. Soppe -
visiting Professor Financial Ethics Marseille Business School, France member of CEMS faculty in the network group of Business Ethics with yearly Blocked seminars referee for Global Business and Economics Review, Business Ethics; a European Review en Sustainable Development Wiley Interscience.
A. de Bos - lid van de redactieadviescommissie FSR Forum (Financiële Studie Vereniging Rotterdam) - lid van de redactie Praktijkgids IFRS (Kluwer) - lid van de redactie Goed Bestuur - redacteur Inform - voorzitter vaktechnische bureau Ernst & Young - voorzitter van de Innovatiecommissie NIVRA - lid van het Overleg Orgaan Vaktechniek Accountantskantoren - lid van de stuurgroep Voortgezette educatie Register Accountants - lid Corporate Governance Commissie Raad voor de Jaarverslaggeving. R. Pieterman - lid Commissie Maatschappelijke Dialoog Nanotechnologie.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
16
7. Leiderschap De programmaleider Van de Bunt heeft ruime ervaring met het leiden van onderzoekgroepen en omvangrijke onderzoeksprojecten. Hij was eerder directeur van het WODC en van de OMV. Momenteel is hij voorzitter van het EITC. Hij is betrokken geweest bij het maken van programma’s voor onderzoek, symposia en lezingen bij bovengenoemde instituten. Voorts heeft hij een zeer goede naam bij subsidiegevers; dit heeft geleid tot een omvangrijke subsidie van het College van Bestuur en tot extern gefinancierde projecten (zie bijlage 5). Ook de andere bij het programma betrokken hoogleraren hebben een zeer goede reputatie; een aantal van hen is tevens projectleider van grote, extern gefinancierde projecten (De Doelder, De Mulder). Enkele hoofddocenten hebben eveneens ervaring in het leiden van projecten (Hildebrandt, Staring). De programmaleider voert het facultaire beleid om de kwaliteit van het facultaire onderzoek te borgen en te verbeteren uit. Er wordt in het programma veel waarde gehecht aan de Sanderskwalificatie. Individuele deelnemers worden gestimuleerd en gefaciliteerd om aan de normen te voldoen. In incidentele gevallen heeft dit geleid tot onderwijsvrijstelling gedurende een bepaalde periode om aan de publicatienormen te kunnen voldoen. Het programma Veiligheid en Toezicht heeft een groot aantal deelnemers, verspreid over veel secties. De directe begeleiding van de deelnemers vindt plaats op sectieniveau. Door het organiseren van bijeenkomsten worden de deelnemers van het programma periodiek uitgedaagd tot gedachtenwisseling over actuele thema’s. Bij deze debatten worden ook buitenstaanders uitgenodigd, met name vanuit de in paragraaf 1 genoemde samenwerkingsverbanden. De programmaleider stimuleert onderzoekers om NWO-aanvragen op te stellen; de aanvragen worden intercollegiaal besproken voordat deze officieel bij NWO worden ingediend (zie bijlage 5). Een NWO-aanvraag voor twee promovendi is recenteljk gehonoreerd. 8. Maatschappelijke relevantie ‘Onveiligheid’, of het nu gaat om overlast op straat of om een grote fraude, is een belangrijk maatschappelijk probleem. Onderzoek naar de reacties op dergelijke problemen heeft derhalve maatschappelijke relevantie. Vooral als dit onderzoek ook kritisch de veranderingen analyseert in de sociale reacties op vormen van onveiligheid. In het programma komen onderwerpen aan bod die in de praktijk nog lang niet uitgekristalliseerd zijn. Zo is de spanning tussen ‘toezicht’ en ‘compliance’ in de dagelijkse praktijk voelbaar. Recente ontwikkelingen -de kredietcrisis, het onverwachte faillissement van internationale corporaties, de onvoorstelbare omvang van de Madoff-fraude- laten zien hoe groot de onzekerheid is. Bijvoorbeeld als het gaat om de meest effectieve methode om meer transparantie en grotere controle te krijgen op grote corporaties. Wat werkt beter: krachtiger extern toezicht of blijven geloven in de maatschappelijke verantwoordelijkheid van corporaties? De exponentiële groei van informatiesystemen en het toenemend gebruik van internet, sociale netwerken en ‘slimme’ technologie hebben grote gevolgen voor maatschappelijke veiligheid. In de private sector is dat bijvoorbeeld aan de orde, wanneer dataminingtechnieken het gedrag van individuele consumenten en burgers bloot leggen. Dat maakt een geheel nieuwe –decentrale, onzichtbare– vorm van ‘toezicht’ mogelijk. Vanuit maatschappelijk en wetenschappelijk oogpunt is het dus van groot belang deze onzichtbare en niet centraal aangestuurde vorm van toezicht in het vizier te krijgen. En te onderzoeken hoe de rechtsbescherming tegen dit soort ‘toezicht’ ingebouwd kan worden
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
17
in de technologische infrastructuur. Transparantie en contesteerbaarheid lijken hier de sleutelbegrippen voor de maatschappelijke relevantie. Een heel bijzondere vorm van maatschappelijk relevante activiteiten is het ‘Antillenproject’. Onder leiding van De Doelder werkt een deel van de sectie strafrecht aan de herziening van de Wetboeken van Strafrecht en Strafvordering van de landen Aruba, Nederlandse Antillen en Suriname. In dit grote wetgevingsproject wordt ook getracht veranderingen in het sanctiesysteem aan te brengen, bij voorbeeld door het (na studie) invoeren van nieuwe gedragsbeïnvloedende sancties, zoals het reisverbod. Verder is noemenswaard de verruiming van het zelfbeschermingrecht. Deze ontwikkelingen zijn niet alleen vastgelegd in de concepten van de betreffende wetteksten, maar ook in het boek Caribisch Wetboek van Strafrecht onder redactie van De Doelder (2008). Leden van het programma zijn rechter-plaatsvervanger of raadsheer-plaatsvervanger, en functioneren in de praktijk als lid/voorzitter van adviescommissies. Een groot aantal treedt op als gastspreker of gastdocent voor het beroepsveld. In het bijzonder het EITC (bijlage 3) en het CIROC (bijlage 4) organiseren een aantal malen per jaar seminars die veel belangstellenden uit de beroepspraktijk trekken. Dat zijn werknemers bij bedrijven, adviesorganisaties, gemeenten, departementen, politie en justitie. Ook uit deze activiteiten blijkt de hoge maatschappelijke relevantie van het thema Veiligheid en Toezicht. Ten slotte is ook het grote aantal derde geldstroom projecten een aanwijzing voor de maatschappelijke relevantie van de thema’s in het onderzoekprogramma (zie bijlage 5). 9. Scouting en personeelsbeleid In de verslagperiode zijn enkele kwalitatief hoogstaande onderzoekers aangesteld, vooral omdat zij een belangrijke versterking betekenen voor het onderzoekprogramma. In het bijzonder is getracht de internationale uitstraling van het programma te versterken. Van Erp is aangetrokken als onderzoeker bij de sectie Criminologie. Zij kreeg een VENI-subsidie voor een onderzoek naar het effecten van naming en shaming. Spierenburg is een internationaal bekende historicus op het terrein van de strafrechtspleging en criminaliteit. Hij is aangetrokken door de sectie Criminologie, waar hij in 2006 een aanstelling kreeg als bijzonder hoogleraar historische criminologie. Dorn is een productieve onderzoeker, die voorheen gewerkt heeft aan de universiteit in Cardiff. Hij publiceerde de laatste jaren veel op het terrein van (internationale) regulering en handhaving. Hij is in 2005 aangesteld bij de sectie Criminologie en bekleedt daarnaast sinds 2007 de facultaire wisselleerstoel ‘Internationalisering, in het bijzonder Veiligheid en Toezicht’. Om het belang van internationalisering te onderstrepen heeft de Faculteit in 2006 de bijzondere leerstoel Internationaal Comparatieve Criminologie ingesteld. De leerstoelhouder, Van Swaaningen, heeft in ruime mate internationaal gepubliceerd en is ook lid van redactie of adviesraad van een tiental internationale criminologische tijdschriften. Diekman is aangesteld bij de sectie financieel recht sinds 2007. Hij was hoofd Group Audit van ABN/AMRO en is nu als bijzonder hoogleraar ‘Compliance en risicobeheersing in de financiële sector’ werkzaam. Naast het aantrekken van deze ervaren personen zijn in de afgelopen verslagperiode ook enkele talentvolle, voormalige studenten uit eigen kweek aangesteld op onderzoeksfuncties binnen het programma. Het betreffen Van Wingerde, Kuijvenhoven, Huisman, De Leeuw, Beckers, Roks, Van der Wulp en Aarts. Zij zijn ofwel aangesteld als aio, ofwel als junioronderzoeker voor de duur van twee jaar, met uitzicht op verlenging wanneer het onderzoek perspectief biedt op een dissertatie.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
18
10. Sterkte-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode Sterktes van het programma - Het onderwerp Veiligheid en Toezicht is buitengewoon actueel en voortdurend in beweging. Grote crises en problemen, zoals de kredietcrisis, faillissementen van grote ondernemingen en enorme fraudezaken, roepen de vraag op of het overheidstoezicht heeft gefaald en welke vormen van toezicht effectief (hadden) kunnen zijn. Het thema leent zich bovendien bij uitstek voor internationaal onderzoek. Ook de ontwikkeling van de technologie is een buitengewoon belangrijk internationaal onderwerp, zowel in theoretisch als maatschappelijk opzicht. Het onderzoekprogramma heeft mede daardoor de ‘spirit’ gekregen die aanstekelijk blijkt te werken op jonge onderzoekers. - De deelnemers aan het onderzoekprogramma hebben uiteenlopende disciplinaire achtergronden. Het is daardoor mogelijk om de onderzoeksthema’s zowel normatief-juridisch, als sociaalwetenschappelijk te bestuderen. De multidisciplinaire samenstelling van de onderzoekgroep en het onderling debat dat frequent plaatsvindt, leiden tot verdieping en verbreding van de onderzoeksvragen. - De onderzoekgroep is in staat gebleken externe financiering te verwerven, dankzij de maatschappelijke relevantie van het programma en de reputatie van de betrokken aanvragers. Hierdoor konden acht jonge onderzoekers worden aangesteld, waardoor het programma een grote vitaliteit bezit. Deze externe financiering heeft tevens de mogelijkheid geboden om de onderzoekstijd van enkele senioronderzoekers verder uit te breiden. Zwaktes van het programma - In de mid-term review (2001-2005) werd geconstateerd dat de samenhang in het programma ontbrak. En ook dat de relatie tussen de publicaties en het programma niet sterk was. De voorloper van het programma Veiligheid en Toezicht was inderdaad een breed parapluprogramma onder de titel Veiligheid. In de afgelopen jaren is het accent meer en meer komen te liggen op de maatschappelijke reacties op onveiligheid en op de wisselwerking tussen toezicht en onveiligheid. In de nieuwe naam van het programma ‘Veiligheid en Toezicht’ komt dit terug. Dankzij deze toespitsing heeft het programma aan samenhang en richting gewonnen. Toch blijft het behoud van samenhang een precaire aangelegenheid, vooral vanwege het grote aantal deelnemers uit verschillende disciplines. - Het aantal promoties was de afgelopen jaren veel te laag. Dit is voor een belangrijk deel toe te schrijven aan het geringe aantal aio’s en NWO-toekenningen tussen 2001 en 2005. Inmiddels is deze situatie aanzienlijk verbeterd, mede dankzij andere, externe financieringen van onderzoekplaatsen. Het huidige beleid om NWO-aanvragen in te dienen moet zorgen voor meer tweede geldstroomonderzoekers binnen het programma (bijlage 5). Dit beleid heeft reeds geresulteerd in een goedkeuring door NWO voor twee promovendi-plaatsen. - Internationalisering blijft een punt van aandacht. In de afgelopen jaren is het aantal Engelstalige publicaties sterk toegenomen, maar het aantal internationale onderzoekprojecten blijft te gering. Dit moet de komende jaren worden verbeterd. Aanvragers van internationale onderzoekopdrachten zullen krachtig worden gesteund door de Erasmus School of Law. Met het oog op de toekomst Verdere aanscherping van het onderzoekprogramma is noodzakelijk. Het is te breed van opzet en het aantal deelnemers is hoog. In het afgelopen jaar (2008) is deze situatie door het vertrek van elf
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
19
onderzoekers enigszins verbeterd. Gestreefd wordt naar een verdere toespitsing van het programma, vooral in relatie tot de onderzoekprogramma’s Lex Mercatoria en Rechten van de Mens. Onderzoekers lid maken van één programma, gaat de versnippering van onderzoekstijd tegen. Onderzoekers kunnen hun onderzoekstijd dan beter richten op de kernthema’s van een programma. De programma’s kunnen samenwerkingsverbanden aangaan voor onderwerpen die raakvlakken hebben. Zo zijn bijvoorbeeld de fundamentele, rechtsstatelijke beschouwingen over toezicht ook relevant voor het programma Rechten van de Mens. Omgekeerd sluiten enkele onderwerpen van Lex Mercatoria over financieel toezicht en ondernemingsrecht heel goed aan bij onderzoek naar de controle op grote corporaties vanuit ‘Veiligheid en Toezicht’. In het kader van het Erasmus Instituut Toezicht en Compliance (EITC) werken enkele deelnemers van Lex Mercatoria (De Vletter, Kroeze) al samen met onderzoekers van ‘Veiligheid en Toezicht’ (Van de Bunt, De Doelder, Rogier). In de nabije toekomst zou de gewenste aanscherping het beste gerealiseerd kunnen worden in drie veelbelovende ‘clusters’ waarin multidisciplinariteit en internationalisering intrinsieke onderdelen zijn. - Het eerste cluster bevat de onderzoeken naar de rol van technologie en toezicht in de risicosamenleving. Naast informaticaspecialisten (De Mulder et al.) zou dit cluster kunnen bestaan uit juristen (Hildebrandt) en sociale wetenschappers (Pieterman, Van Swaaningen). - Een tweede cluster met het onderzoek naar ‘Toezicht en compliance’ biedt eveneens veel kansen voor de toekomst. Een aantal promovendi van de sectie Criminologie doet onderzoek naar de werking van strafrechtelijke en bestuursrechtelijke sancties op grote ondernemingen. In het kader van het EITC houden onderzoekers van Veiligheid en Toezicht zich ook met deze problematiek bezig (Van de Bunt, De Doelder, Van Erp, Rogier, De Bos, Soppe, Diekman, Dorn). - Voor het derde cluster biedt het lopende (criminologisch) onderzoek naar de wisselwerking tussen toezicht en crimineel gedrag veel perspectief. Het gaat dan om de effecten van de inzet van verschillende sanctiestelsels en (sociale) interventies bij de aanpak van criminaliteit (Fischer, Staring, Van de Bunt, Zwirs, Van Swaaningen, Verhoeven, Hartmann, Blad). Met deze clustering is de vitaliteit van het programma gewaarborgd, vindt er geen afsplitsing plaats en blijft het programma als geheel bestaan. In de komende periode zal besluitvorming plaatsvinden over de concrete invulling van de clusters.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
20
ANNEX BIJ ‘VEILIGHEID EN TOEZICHT’ Tabel 1: Personele formatie in fte’s onderzoek 2006
2007
2008
Hoogleraren
2,065
2,76
3,07
Ander vast wp
3,81
6,86
6,79
Promovendi
5,65
6,39
7,1
Overig tijdelijk wp
1,23
2,08
1,61
12,755
18,09
18,57
0,20
0,20
0,20
12,955
18,29
18,77
Totaal WP Ondersteuning Totaal staf
Tabel 2: Kwantitatieve onderzoeksresultaten per jaar 2006
2007
2008
Monografieën en handboeken
8
7
12
Dissertaties
8
5
1
Artikelen in gerefereerde tijdschriften
18
14
25
Artikelen in overige tijdschriften
18
26
26
Bundels en verzamelwerken (mits redactie)
3
4
0
41
48
67
96
104
131
Monografieën en handboeken
3
4
3
Bundels en andere verzamelwerken
0
0
1
Artikelen
34
50
66
Annotaties
9
12
5
46
67
75
Wetenschappelijke publicaties
Artikelen in bundels en andere verzamelwerken Totaal Vakpublicaties
Totaal
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
21
Tabel 3: Kernpublicaties
1
Naam
Titel
Vindplaats
Amtenbrink, F.,
Reforming the Stability and Growth Pact
European Law Review,
Haan, J. de
2
Bunt, H. G. van de,
2006, 31(3), p. 402-413
Georganiseerde criminaliteit in Nederland
Kleemans, E.R.
Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2007
3
4
Bunt, H.G. van de,
Drie perspectieven op sociale controle
Den Haag: Boom
Spierenburg, P.,
Juridische uitgevers
Swaaningen, R. van
2007
Foqué, R.
Criminal Justice in a Democracy
In: Criminal Law and Philosophy (2008)2, p. 207-227
5
6
Hildebrandt, M.,
Profiling the European Citizen. Cross
Dordrecht: Springer,
Gutwirth, S.
Disciplinary Perspectives
2008
Mulder, R.V. de (Ed.)
Mitigating Risk in the Contexts of Safety
Rotterdam: ESL/OMV,
and Security. How Relevant is a Rational
2008
Approach?
7
Pieterman, R.
De Voorzorgcultuur
Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2008
8
Rogier, L.J.J.,
Toezicht. Opstellen over
Den Haag: Boom
Doelder, H. de (red.)
veiligheidstoezicht en markttoezicht
Juridische uitgevers, 2006
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
22
Tabel 4: Promoties per jaar 2006
2007
2008
12
13
11
Aantal afgeronde promoties
8
5
1
Waarvan medewerker van het
7
4
0
1
1
1
5
n.v.t.
Aantal lopende promotieonderzoeken
instituut Waarvan niet-medewerker van het instituut Duur promotieonderzoek in
5 jaar en 9 maanden
101
jaren
Toelichting Van de veertien gepromoveerden waren acht als aio aangesteld. Slechts één van hen had binnen vier jaar en drie maanden de goedkeuring van de kleine commissie. Twee aio’s hebben verlenging van een jaar gekregen en zijn binnen vijf jaar gepromoveerd. De overige vijf aio’s hebben een baan elders gekregen, wat leidde tot een grote vertraging in het afronden van het proefschrift. Drie promoties vonden na zes jaar plaats en twee promoties vonden pas na negen en elf jaar plaats. Onder de gepromoveerden zijn ook onderzoekers die als universitair docent zijn aangesteld. Zij hebben een onderwijstaak van 55% van hun aanstelling en hebben dus aanzienlijk minder tijd voor onderzoek. Overigens hanteert de faculteit sinds enkele jaren het beleid om geen ongepromoveerde universitair docenten meer aan te nemen. In bijzondere gevallen kan een aanstelling als UD in opleiding plaatsvinden wanneer het proefschrift in een vergevorderd stadium is en een aanstelling als promovendus niet aan de orde is.
101
Duur afgerond promotieonderzoek promovendi in dienst van de ESL
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
23
Tabel 5: Overzicht publicaties’Veiligheid en Toezicht’ Publicaties 2006 Wetenschappelijk 1.1 Monografieën en handboeken 1.
Claes, E., Duff, A. & Gutwirth, S.L. (2006). Privacy and the criminal law. Antwerpen: Intersentia.
2.
Doelder, H. de (2006). Terrorisme en de rol van de rechter. Winterlezing, uitgesproken op 6 februari 2006 aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Erasmus Universiteit Rotterdam (Erasmus law lectures, 3). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
3.
Hartmann, A.R. & Meijer, M.E. de (2006). Radicaal financieren, Beleidsnotitie Openbaar Ministerie Rotterdam inzake de aanpak van financieringsbronnen voor radicalisme en radicalisering. Rotterdam: Openbaar Ministerie Rotterdam.
4.
Hildebrandt, M. (2006). Implications for Democracy and Rule of Law RFID, Profiling and AmI, FIDIS report 7.7. Brussel: Fidis.
5.
Hildebrandt, M. & Meints, M. (2006). Redactie van RFID, Profiling and AmI, FIDIS report 7.7, 30th August 2006 (available at www.fidis.net). Brussel: Fidis.
6.
Hildebrandt, M. & Soenens, E (2006). Social Studies of Technology: Perspectives for AmI and RFID', RFID, profiling and AmI, FIDIS report 7.7. Brussel: Fidis.
7.
Rogier, L.J.J. (2006). Preventieve bestuurlijke rechtshandhaving. Oratie EUR (2006, maart 16). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
8.
Wolf, M.J.F. van der (2006). Onbehandelbaar! Onbillijk? Verkenningen omtrent 'behandelbaarheid' als criterium voor TBS (OMV-reeks). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
1.2 Dissertaties 1.
Harder, W.H. den (2006, november 02). Aanmerkelijk onvoorzichtig. De ondergrens van de schuld in het verkeersstrafrecht. EUR (259 pag.) (Alblasserdam: HAVEKA BV). Prom./coprom.: Prof.Mr. H. de Doelder.
2.
Koevoets, M.M. (2006, augustus 31). Wangedrag van werknemers : de bevoegdheid van werkgevers tot opsporing en sanctionering. EUR (XV, 405 pag.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers). Prom./coprom.: Prof.Mr. C.J. Loonstra.
3.
Schoot, C.R.A. van der (2006, februari 10). Organised crime prevention in the Netherlands : exposing the effectiveness of preventive measures. Erasmus Universiteit Rotterdam (250 pag.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers). Prom./coprom.: Prof.Dr. H.G. van de Bunt.
4.
Sidorenko, O. (2006, februari 02). European asylum law and policy : the EU and Slovak perspectives. Erasmus Universiteit Rotterdam (219 pag.) (Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam). Prom./coprom.: Prof.Dr. J.W. de Zwaan.
5.
Soek, J.W. (2006, maart 03). The strict liability principle and the human rights of the athlete in doping cases. Erasmus Universiteit Rotterdam (374 pag.) (Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam). Prom./coprom.: Prof.Mr. H. de Doelder.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
24
6.
Soppe, A.B.M. (2006, november 16). Finance as an instrument to a sustainable company. EUR School of Law, section business economics (186 pag.) (Alphen aan den Rijn: Haasbeek). Prom./coprom.: Prof.Dr. A. de Bos & J.F. Wempe.
7.
Vanderveen, G.N.G. (2006, januari 20). Interpreting fear, crime, risk and unsafety : conceptualisation and measurement. EUR (424 pag.) (Den Haag: Boom Juridische uitgevers). Prom./coprom.: Prof.Mr. N.J.H. Huls & Dr. H. Elffers.
8.
Zwirs, B.W.C. (2006, mei 19). Externalizing disorders among children of different ethnic origin in the Netherlands. Universiteit Utrecht (145 pag.) (Utrecht: Universiteit Utrecht). Prom./coprom.: Prof.Dr. J.K. Buitelaar, T.W.J. Schulpen & H. Burger.
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Amtenbrink, F. & Haan, J. de (2006). Reforming the Stability and Growth Pact. European Law Review, 31(3), 402-413.
2.
Bergh, R.J. Van den & Faure, M. (2006). Compulsory Insurance of Loss to Property caused by Natural Disasters: Competition or Solidarity? World Competition, 29(1), 25-54.
3.
Blad, J.R. (2006). Community Mediation, criminal justice and restorative justice. Beijing College of Politics and Law, 2006(3), 59-67.
4.
Blad, J.R. (2006). Community Mediation, criminal justice and restorative justice (reprint van de Chinese vertaling, Blad 2002). (Journal for) Procedural Law and Judicial System, 2006(12, D415), 33-36.
5.
Blom, T. (2006). Drugsbeleid tussen volksgezondheid en strafrecht. Tijdschrift voor Criminologie, 48(2), 180-190.
6.
Bunt, H.G. van de (2006). Het Rotterdamse veiligheidsbeleid onder de loep. Panopticon. Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, 2006(mrt./april), 58-68.
7.
Doelder, H. de & Smid, G. (2006). Het verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie: waardevol voor Nederland? Delikt en Delinkwent, 36(8), 833-854.
8.
Hert, P. de & Gutwirth, S.L. (2006). Interoperability of police databases within the EU: an accountable political choice ? International review of law, computers & technology, 20(1-2), 2135.
9.
Hildebrandt, M. (2006). European Criminal Law and European Identity. Criminal law and Philosophy, 2006(1), 57-78.
10. Hildebrandt, M. (2006). Profiling: from Data to Knowledge. The Challenges of a Crucial Technology. Datenschutz und Datensicherheit, 2006(30), 548-552. 11. Hildebrandt, M. (2006). Separation and Multivalence: Opposing or compatibel notions? Hildebrandt, M. , Drosterij, G. , Huppes, E. (2006). T.R. - The Possibility of Intercultural Law. Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2006(3), 365-369. 12. Hildebrandt, M. (2006). The Precision of Vagueness, interview met H. Patrick Glenn, in: G. Drosterij, M. Hildebrandt, E. Huppes (gastredactie), 'The Possibility of Intercultural Law', Special Rechtsfilosofie & Rechtstheorie 2006-3. Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2006(3), 346-361.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
25
13. Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2006). Intellectual Property Rights in the Global Society: Seamless Harmonisation or a Worn Torn Patchwork? Contemporary Issues in Law, 7(4), 341-359. 14. Mevis, P.A.M. (2006). Gevangeniswezen, TBS en GZ: goede aansluiting, regievoering en verdere ontzuiling gewenst. Delikt en Delinkwent, 2006(7/50), 719-733. 15. Mulder, R.V. De & Kleve, P. (2006). Privatisation of Public Safety: a Rational Approach. International review of law, computers & technology, 20 nr. 1&2(March-July), 167-175. 16. Pieterman, R. (2006). Onzekere voorzorg bedreigt rechtszekerheid. Nederlands Juristenblad (NJB), 2006(1), 2-8. 17. Spierenburg, P.C. (2006). Violence and Culture: Bloodshed in Two or Three Worlds. New History, Vol. XVII(3), 145-182. 18. Swaaningen, R. van (2006). Country Survey: Criminology in the Netherlands. European Journal of Criminology, 3(4), 463-501. 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
Arcuri, A. (2006). The law of catastrophic risks: or on what to do when the impossible may erupt into the possible. Ars Aequi, 2006(55), 2-10.
2.
Bergh, R.J. Van den (2006). Schadevorderingen wegens schending van het mededingingsrecht in het spanningsveld tussen compensatie en optimale afschrikking. Markt en Mededinging, 9(5), 143151.
3.
Blad, J.R. (2006). Beginselen bemiddeling in strafzaken. Tijdschrift voor Herstelrecht, 6(2), 45-59.
4.
Blad, J.R. (2006). Bemiddeling in strafzaken. Tijdschrift voor Herstelrecht, 6(1), 22-37.
5.
Blom, T. (2006). Coffeeshops, gedoogbeleid en Europa. Justitiele Verkenningen, 2006(1), 146156.
6.
Bunt, H.G. van de (2006). Hoe stevig zijn de fundamenten van het cannabisbeleid? Justitiele Verkenningen, 32(1), 10-23.
7.
Foqué, R.M.G.E. (2006). De geest van de wet. Filosofie Magazine, 2006(9), 44-49.
8.
Foqué, R.M.G.E. (2006). Gematigdheid en rechtsstatelijkheid. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2006(3), 97-106.
9.
Hulst, J.W. van der (2006). Veranderingen in het verkeerssanctierecht. Jurisprudentie Wegenverkeersrecht, 2006, 131-139.
10. Kuyvenhoven, J. & Marle, H.J.C. van (2006). Een hernieuwde evaluatie van de Terbeschikkingstelling. Pedagogiek, 2006(26), 262-273. 11. Marle, H.J.C. van (2006). Forensische zorg en forensische psychiatrie. Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen, 2006(3), 149-160. 12. Nijman, H.L.I., Marle, H.J.C. van & Kavelaars, M. (2006). Psychotische patiënten in de tbs: achtergronden, delictgedrag en behandelingen. Pedagogiek, 2006(26), 291-300. 13. Rogier, L.J.J. (2006). Het bestuursrechtelijke handhavingsinstrumentarium in de Wft, in het bijzonder de aanwijzing en de last onder dwangsom. Tijdschrift voor financieel recht, 2006(3), 4448.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
26
14. Santen, B.P.A. & Bos, A. de (2006). Governance van stichtingen: een empirische studie. Tijdschrift voor ondernemingsbestuur, 2006(3), 91-102. 15. Staring, R.H.J.M. (2006). Rotterdam en mensensmokkel. Agora, 22(3), 7-10. 16. Visscher, L.T. (2006). De economische rationale van het (nieuwe) verzekeringsrecht. Ars Aequi, 2006(juli/aug), 485-492. 17. Visser, J.A. (2006). Jurimetrics, Safety and Security. International review of law, computers & technology, 20(1&2), 123-133. 18. Wolf, M.J.F. van der, Marle, H.J.C. van & Mevis, P.A.M. (2006). De parlementaire onderzoekscommissie TBS: 'veilig en wel-revised'? Nederlands Juristenblad (NJB), 2006(32), 1824-1831. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.
Goudappel, F.A.N.J. & Zwaan, J.W. de (Eds.). (2006). Freedom, Security and Justice in the European Union. Implementation of the Hague Programme. Den Haag: T.M.C. Asser Press.
2.
Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (Eds.). (2006). Monitoring, Supervision and Information Technology, Proceedings of the first international seminar of the Legal Framework for the Information Society (LEFIS) on Monitoring, Supervision and IT. Rotterdam: LEFIS/OMV/CJLT.
3.
Rogier, L.J.J. & Doelder, H. de (Eds.). (2006). Toezicht : opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (OMV, 14). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1.
Ahonen, P., Alahuhta, P., Daskala, B., Hert, P. de, Delaitre, S., Friedewald, M., Gutwirth, S.L., Lindner, R., Maghiros, I., Moscibroda, A., Punie, Y., Verlinden, M., Schreurs, W., Vildjiounaite, E. & Wright, D. (2006). Safeguards in a world of Ambient Intelligence. In D. Wright (Ed.), Final Report. August 2006, 201 p. (Available via http://swami.jrc.es/pages/documents/SWAMID4final.pdf). Brussels: SWAMI deliverable D4.
2.
Arcuri, A. (2006). The Case for a Procedural Version of the Precautionary Principle Erring on the Side of Environmental Preservation. In M. Boyer, Y. Hiriart & D. Martimort (Eds.), Frontiers in the Economics of Environmental Regulation and Liability (pp. 19-63). Hampshire: Ashgate.
3.
Bergh, R.J. Van den (2006). Compulsory Catastrophe Extension of First Party Property Insurance from a Competition Policy Perspective. In M. Faure & T. Hartlief (Eds.), Financial Compensation for Victims of Catastrophes (pp. 361-387). Wien: Springer.
4.
Blad, J.R. (2006). Institutionalizing restorative justice? Transforming criminal justice? A critical view on the Netherlands. In I. Aertsen & T. Daems (Eds.), Institutionalizing Restorative Justice (pp. 93-119). Devon, U.K.: Willan Publishing.
5.
Blad, J.R. (2006). The Seductiveness of Punishment and the Case for Restorative Justice: The Netherlands. In D.J. Cornwell (Ed.), Criminal Punishment and Restorative Justice (pp. 135-148). Winchester, U.K.: Waterside Press.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
27
6.
Blom, T. (2006). From The Hague tot The Hague: programmes against drug use. In J.W. de Zwaan & F. Goudappel (Eds.), Freedom, Security and Justice in the European Union, Implementation of the Hague Programme (pp. 249-254). The Hague: T.M.C. Asser Press.
7.
Bos, A. de & Lückerath - Rovers, M. (2006). Wijzigingen op toezicht op accountantsorganisaties. In L.J.J. Rogier & H. de Doelder (Eds.), Toezicht: Opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (OMV, 14) (pp. 149-166). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
8.
Doelder, H. de (2006). Het Openbaar Ministerie als magistraat (hoofdstuk 7). In E.R. Muller & C.P.M. Cleiren (Eds.), Rechterlijke macht : studies over rechtspraak en rechtshandhaving in Nederland (Orde en veiligheid) (pp. 265-284). Deventer: Uitgeverij Kluwer.
9.
Doelder, H. de (2006). Toezicht door de inlichtingendiensten. In L.J.J. Rogier & H. de Doelder (Eds.), Toezicht : opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (OMV, 14) (pp. 25-40). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
10. Foqué, R.M.G.E. (2006). De actualiteit van Montesquieu's staatkundige erfgoed (pp. 9-30) alsmede de repliek van de auteur op minister Donner (pp. 49-50). In H.D. Tjeenk Willink & et al. (Eds.), Stoelendansen met de macht (pp. 9-50). Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal. 11. Goudappel, F.A.N.J. (2006). Synthesis Report. In E. Spiliotopoulos (Ed.), Harmonisation of Legislation in the Field of Justice and Home Affairs (pp. 425-429). London: The European Public Law Center, Esperia Publications ltd. 12. Goudappel, F.A.N.J. (2006). The Netherlands. In E. Spiliotopoulos (Ed.), Harmonisation of Legislation in the Field of Justice and Home Affairs (pp. 259-269). London: The European Public Law Center, Esperia Publications ltd. 13. Goudappel, F.A.N.J. (2006). Third Pillar co-operation. In F.A.N.J. Goudappel & J.W. de Zwaan (Eds.), Freedom, Security and Justice in the European Union. Implementation of the Hague Programme (pp. 195-202). Den Haag: T.M.C. Asser Press. 14. Greeven, P. & Marle, H.J.C. van (2006). Over de grenzen aan het verbeteringsideaal. In T.I. Oei & M.S. Groenhuijsen (Eds.), Capita Selecta van de Forensische psychiatrie anno 2006 (pp. 475489). Deventer: Kluwer. 15. Hartmann, A.R. (2006). Over toezicht en opsporing. Inhoudelijke voorwaarden van publiekrechtelijke bevoegdheden in perspectief. In L.J.J. Rogier & H. de Doelder (Eds.), Toezicht : opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (OMV, 14) (pp. 41-54). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 16. Hartmann, A.R. (2006). Referaat tijdens de Algemene Vergadering van de Nederlandse Juristenvereniging (op het preadvies van prof.mr. L.F.M. Verhey en prof. Mr. N. Verheij inzake 'Toezicht') d.d. 10 juni 2005 te Den Haag. In Verslag Handelingen Nederlandse JuristenVereniging 2005-02 (pp. 36-39). Deventer: Tjeenk Willink. 17. Hert, P. de & Gutwirth, S.L. (2006). Informatie: wel beschermd, doch niet vatbaar voor diefstal. Denkoefeningen over het juridisch statuut van informatie vanop het grensvlak tussen het strafrecht en de intellectuele rechten. In K. Byttebier, E. de Batselier & R. Feltkamp (Eds.), Tendensen in het economisch recht : het gebruik van data door een onderneming : aspecten van
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
28
consumentenbescherming, de stichting (Vakgroep Economisch Recht V.U.B, 11) (pp. 55-86). Antwerpen ; Apeldoorn: Maklu. 18. Hert, P. de & Gutwirth, S.L. (2006). Privacy, data protection and law enforcement. Opacity of the individual and transparency of power. In E. Claes, A. Duff & S.L. Gutwirth (Eds.), Privacy and the criminal law (pp. 61-104). Antwerpen: Intersentia. 19. Hildebrandt, M. (2006). Privacy and Identity. In Privacy and the Criminal Law (pp. 43-58). Antwerp- Oxford: Intersentia. 20. Hildebrandt, M. (2006). Trial and 'fair trial': from peer to subject tot citizen. In The Trial on Trial II. Judgement and Calling to Account (pp. 15-37). London: Hart. 21. Hulst, J.W. van der (2006). Toezicht in de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. In L.J.J. Rogier & H. de Doelder (Eds.), Toezicht : opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (OMV, 14) (pp. 55-77). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 22. Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2006). Conclusion. In P. Kleve, R.V. De Mulder & C. van Noortwijk (Eds.), Monitoring, Supervision and Information Technology, Proceedings of the first international seminar of the Legal Framework for the Information Society (LEFIS) on Monitoring, Supervision and IT, 15 June 2006, Rotterdam: CJLT 2006 (pp. 129-138). Rotterdam: LEFIS/OMV/CJLT. 23. Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2006). Information Technology in Intellectual Property Law: Problem Solving or Window Dressing? In S.M. Kierkegaard (Ed.), Business Law & Technology, Present and Emerging Trends (pp. 254-269). Kopenhagen: IAITL 2006. 24. Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2006). Surveillance technology and law: the social impact. In S.M. Kierkegaard (Ed.), Legal, Privacy and Security Issues in Information Technology, Complex 3/2006, ISSN 0806-1912 (pp. 473-492). Oslo: Institutt for rettsinformatikk. 25. Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2006). The impact of Monitoring Technology on the Law. In S. Paulus, N. Pohlmann & H. Reimer (Eds.), ISSE 2006 - Securing Electronic Business Processes (pp. 455-466). Wiesbaden: Vieweg. 26. Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2006). Toezichttechnologie en recht: ingrijpende maatschappelijke consequenties zijn voorspelbaar. In L.J.J. Rogier & H. de Doelder (Eds.), Toezicht : opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (pp. 211-236). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 27. Marle, H.J.C. van (2006). Nieuwe ontwikkelingen bij dwang en drang in de psychiatrie. In T.I. Oei & M.S. Groenhuijsen (Eds.), Capita Selecta van de Forensische psychiatrie anno 2006 (pp. 583590). Deventer: Kluwer. 28. Mulder, E., Bullens, R. & Marle, H.J.C. van (2006). Ernstige criminele jongeren en middelengebruik: een exploratieve studie. In T.I. Oei & M.S. Groenhuijsen (Eds.), Capita Selecta van de Forensische psychiatrie anno 2006 (pp. 215-228). Deventer: Kluwer. 29. Mulder, R.V. De & Kleve, P. (2006). Surveillance Technology, Constitutional Rights and the 'Monitoring Power'. In P. Kleve, R.V. De Mulder & C. van Noortwijk (Eds.), Monitoring, Supervision and Information Technology, Proceedings of the first international seminar of the
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
29
Legal Framework for the Information Society (LEFIS) on Monitoring, Supervision and IT, 15 June 2006, Rotterdam: CJLT 2006 (pp. 119-128). Rotterdam: LEFIS/OMV/CJLT. 30. Noortwijk, C. van & Mulder, R.V. De (2006). Plagiarism and Fraud in Education: the Importance of Monitoring and Supervision. In P. Kleve, R.V. De Mulder & C. van Noortwijk (Eds.), Monitoring, Supervision and Information Technology, Proceedings of the first international seminar of the Legal Framework for the Information Society (LEFIS) on Monitoring, Supervision and IT, 15 June 2006, Rotterdam: CJLT 2006 (pp. 53-64). Rotterdam: LEFIS/OMV/CJLT. 31. Piret, J.V.A.G. (2006). Het eigen leven als schade: rechtsfilosofische overwegingen bij wrongful life. In M. Buijsen (Ed.), Onrechtmatig leven : opstellen naar aanleiding van Baby Kelly (Annalen van het Thijmgenootschap, ISSN 0920-4040, jrg. 94 -1) (pp. 116-145). Nijmegen: Valkhof Pers. 32. Rogier, L.J.J. (2006). Handhaving en sancties. In F.C.M.A. Michiels & E.R. Muller (Eds.), Handhaving (pp. 55-86). Deventer: Kluwer. 33. Rogier, L.J.J. (2006). Toezicht op de naleving in de Algemene wet bestuursrecht. In L.J.J. Rogier & H. de Doelder (Eds.), Toezicht : opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (OMV, 14) (pp. 3-23). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 34. Santen, B.P.A. & Bos, A. de (2006). Toezicht op financiële verslaggeving. In L.J.J. Rogier & H. Doelder (Eds.), Toezicht : opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht (OMV, 14) (pp. 167203). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 35. Staring, R.H.J.M. (2006). Controlling Immigration and Organized Crime in the Netherlands: Dutch Developments and Debates on Human Smuggling and Trafficking. In E. Guild & P. Minderhoud (Eds.), Immigration and criminal law in the European Union : the legal measures and social consequences of criminal law in member states on trafficking and smuggling in human beings (Immigration and asylum law and policy in Europe, 9) (pp. 241-269). Leiden: Nijhoff. 36. Swaaningen, R. van (2006). In Search of Criminology's Epistemological Threshold. In M. Deflem (Ed.), Sociological Theory and Criminological Research: Views from Europe and the United States (Law and Deviance, 7) (pp. 249-271). Amsterdam: Elsevier/JAI Press. 37. Swaaningen, R. van & Beijerse, J. uit (2006). The Netherlands: Penal Welfarism and Risk Management. In J. Muncie & B. Goldson (Eds.), Comparative youth justice : critical debates (pp. 65-78). London: SAGE. 38. Visscher, L.T. (2006). Monitoring and Supervision in the Economic Analysis of Safety and Security. In P. Kleve, R.V. De Mulder & C. van Noortwijk (Eds.), Monitoring, Supervision and Information Technology, Proceedings of the first international seminar of the Legal Framework for the Information Society (LEFIS) on Monitoring, Supervision and IT, 15 June 2006, Rotterdam: CJLT 2006 (pp. 97-118). Rotterdam: LEFIS/OMV/CJLT. 39. Zaitch, D. & Mitrakas, A. (2006). Law, Cyber Crime and Digital Forensics: Trailing Digital Suspects. In N. Kolokotronis e.a. (Ed.), Digital Crime and Forensic Science in Cyberspace (pp. 267-290). London: Idea Group Publishing. 40. Zaitch, D. (2006). Mafiosos, terroristas, traficantes e inmigrantes. Discursos y políticas sobre el delito organizado en la Europa Fortaleza. In A. Martínez (Ed.), Violencia y Crimen. Ensayos en memoria de Fernando Gaitán Daza (pp. 298-326). Bogotá: Universidad Externado de Colombia.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
30
41. Zwaan, J.W. de (2006). EU Asylum and Immigration Law and Policy: state of affairs in 2005. In F.A.N.J. Goudappel & J.W. de Zwaan (Eds.), Freedom, Security and Justice in the European Union. Implementation of the Hague Programme (pp. 91-150). Den Haag: T.M.C. Asser Press.
Vakpublicaties 2.1 Monografieëen en handboeken 1.
Bergh, R.J. Van den, Boom, W.H. van & Woude, M.H. van der (2006). The EC Green Paper on Damages Actions in Antitrust Cases: An Academic Comment (http//ec.europa.eu/comm/competition/antitrust/others/actions_for_ damages/119.pdf). Brussels: EC.
2.
Erp, J.G. van (2006). Enforcement and behavior, three publications summarized. Den Haag: Ministerie van Justitie.
3.
Woude, M.H. van der (2006). Jaarlijks bijwerken van EC Competition Law Handbook. London, UK: Sweet & Maxwell.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1.
Ahonen, P., Alahuhta, P., Daskala, B., Hert, P. de, Delaitre, S., Friedewald, M., Gutwirth, S.L., Lindner, R., Maghiros, I., Moscibroda, A., Punie, Y., Schreurs, W., Vildjiounaite, E. & Wright, D. (2006). Threats, Vulnerabilities and Safeguards in Ambient Intelligence. In M. Friedewald, R. Lindner & D. Wright (Eds.), Threats, Vulnerabilities and Safeguards in Ambient Intelligence, 201 pp. (Available via http://swami.jrc.es/pages/documents/SWAMI_D3_3July-final_000.pdf ). Brussels: SWAMI deliverable D3.
2.
Blad, J.R. (2006). Besluiten in het kader van het besluit. Tijdschrift voor Herstelrecht, 6(1), 5-6.
3.
Blad, J.R. (2006). Boekbespreking 'Naslagwerk herstelrecht en gevangenis'. Tijdschrift voor Herstelrecht, 6(2), 60-64.
4.
Blom, T. (2006). Politie. Delikt en Delinkwent, 36(8), 877-881.
5.
Blom, T. (2006). Politie. Delikt en Delinkwent, 36(3), 338-340.
6.
Bos, A. de & Quadackers, L. (2006). Enkele observaties met betrekking tot de verslaggeving van de Raad van Commissarissen. Inform, 2006, 22-25.
7.
Bos, A. de (2006). 'In control verklaring' de stand van zaken. Inform, 2006(september), 13-17.
8.
Bos, A. de (2006). Commissarissen en risicobeheersing: een veranderd perspectief. In Afscheidsbundel Boons Vesteda (pp. 17-32).
9.
Bunt, H.G. van de (2006). Extortion in the real estate. CIROC Nieuwsbrief, 6(2), 4-5.
10. Claes, E., Duff, A. & Gutwirth, S.L. (2006). Introduction : privacy and the criminal law. In E. Claes, A. Duff & S.L. Gutwirth (Eds.), Privacy and the criminal law (pp. 1-10). Antwerpen: Intersentia.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
31
11. Doelder, H. de (2006). Noot bij: Rechtspraak Jaarrekeningenrecht. Ondernemingsrecht, 2006(13), 484-488. 12. Foqué, R.M.G.E. (2006). Rechtsstaat of bruikbare rechtsorde? Tijdschrift voor Herstelrecht, 2006(2), 3-5. 13. Friedewald, M., Wright, D., Lindner, R., Vildjiounaite, E., Ahonen, P., Alahuhta, P., Delaitre, S., Maghiros, I., Gutwirth, S.L., Hert, P. de, Moscibroda, A. & Schreurs, W. (2006). Policy options to counteract threats and vulnerabilities - First results. In M. Friedewald & D. Wright (Eds.), Report on the final conference, 21-22 March 2006, Brussels (Available at http://swami.jrc.es/pages/documents/Deliverable5-ReportonConference.pdf ) (pp. 19-49). Brussels: SWAMI deliverable D.5. 14. Goudappel, F.A.N.J. (2006). Absolute voorrang VN-recht bovenop EU-recht? Staatscourant, 2006(1 mei), 5-5. 15. Goudappel, F.A.N.J. (2006). Nut en noodzaak van de dienstenrichtlijn. Staatscourant, 2006(25 april), 5-5. 16. Hartmann, A.R. & Wiewel, P.G. (2006). Rubriek 'Bestuursstrafrecht'. Delikt en Delinkwent, 2006, 572-580. 17. Hulst, J.W. van der (2006). De Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Strafrecht : de tekst van het Wetboek van Strafrecht en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar (Tekst & commentaar) (pp. 2283-2325). Deventer: Kluwer. 18. Maghiros, I., Punie, Y., Delaitre, S., Hert, P. de, Gutwirth, S.L., Schreurs, W., Moscibroda, A., Friedewald, M., Lindner, R., Wright, D., Vildjiounaite, E. & Allahuhta, P. (2006). Safeguards in a world of ambient intelligence. In The 2nd IET International Conference on Intelligent Environments, conference book, 2006, vol. 2 (pp. 245-249). Athens: National Technical University. 19. Marle, H.J.C. van (2006). Recensie: R. Rogers & D.W. Shuman, Fundamentals of Forensic Practice; Mental Health and Criminal Law [Bespreking van het boek Fundamentals of Forensic Practice; Mental Health and Criminal Law]. Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen, 2006, 177-180. 20. Marle, H.J.C. van (2006). Dwang en bemoeizorg in de psychiatrie. Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 2006(150), 286-288. 21. Mevis, P.A.M. & Bos, W. (2006). Rubriek Nationale ombudsman. Delikt en Delinkwent, 2006, 1021-1037. 22. Mevis, P.A.M. (2006). Relevante normeringen Nationale Ombudsman. In H.J.B. Sackers & Y. Buruma (Eds.), Kroniek van het strafrecht 2005 (pp. 131-142). Deventer: Kluwer. 23. Pieterman, R. (2006). Van risico naar voorzorg. Enige opmerkingen over historische trends en ethische vragen. Fiat Justitia (EUR), 18(2), 12-14. 24. Rogier, L.J.J. (2006). Kroniek Handhaving van bestuursrecht. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht (NTB), 2006(10), 363-372.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
32
25. Rogier, L.J.J. (2006). Kroniek Handhaving van bestuursrecht. Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht (NTB), 2006(6), 197-206. 26. Staring, R.H.J.M. (2006). Gesmokkeld naar Nederland: Irreguliere migratiepatronen van vreemdelingen. Internationale Spectator, 60(7/8), 365-367. 27. Staring, R.H.J.M. (2006). Rotterdam en mensensmokkel. Agora, 22(3), 7-10. 28. Swaaningen, R. van (2006). New Criminology Programmes Thriving in the Netherlands. Newsletter of the European Society of Criminology, 5(2), 18-20. 29. Visscher, L.T. & Kerkmeester, H.O. (2006). Katernbijdrage 'Rechtseconomie' (Katern 101). Ars Aequi Katern, 2006(december), 5688-5689. 30. Visscher, L.T. & Kerkmeester, H.O. (2006). Katernbijdrage 'Rechtseconomie' (Katern 99). Ars Aequi Katern, 2006(juni), 5553-5554. 31. Zaitch, D. (2006). Georganiseerde Misdaad en de Derde Wereld. CIROC Nieuwsbrief, 6(1). 32. Zaitch, D. (2006). Tráfico y consumo de cannabis en Holanda. Opus Lex, 2006(79), 4-5. 33. Zaitch, D. (2006). Upper Level Drug Trafficking. CIROC Nieuwsbrief, 6(1). 34. Zwaan, J.W. de (2006). Trapsgewijs toetreden tot de Unie (column). Internationale Spectator, 60(6), 289-290. 2.4 Annotaties 1.
Mevis, P.A.M. (2006).Noot bij : Rechtbank in Assen (27-04-2006), 19/006722-94, (Noot bij Verlenging TBS). Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen 2006-4, p.258-261.
2.
Rogier, L.J.J. (2006).Noot bij : Hof Den Haag (21-03-2006), (Gebiedsontzegging Rotterdam, straf). Gst 2006-102.
3.
Rogier, L.J.J. (2006).Noot bij : ABRvS (09-11-2005), (Naschrift onder ABRvS 9 november 2005 (Tiel), mede betrekking hebbend op ABRvS 2 november 2005 (Soest) en Vzr ABRvS 3 november 2005 (Maasdriel). Gst. 2006, 135, 136 en 137 (beginselplicht tot handhaven)). Gst 2006-135-137.
4.
Rogier, L.J.J. (2006).Noot bij : Hof Leeuwarden (09-11-2005), (Naschrift onder Hof Leeuwarden 9 november 2005 en Vzr. Rb Zutphen 14 december 2005 (Bronckhorst) (openen graf)). Gst 2006144-145.
5.
Rogier, L.J.J. (2006).Noot bij : ABRvS (12-10-2005), (Opheffing dwangsom Overijssel). Gst 2006-128.
6.
Rogier, L.J.J. (2006).Noot bij : ABRvS (24-05-2006), (Preventieve sluiting Heerlen). Gst 2006110.
7.
Rogier, L.J.J. (2006).Noot bij : ABRvS (11-05-2005), 7248, (Theehuis Flower Power, Eindhoven). Gst 2006-47.
8.
Rogier, L.J.J. (2006).Noot bij : ABRvS (07-09-2005), 7248, (Woonhuis coffeeshop Purple Vlissingen). Gst 2006-48.
9.
Rogier, L.J.J. (2006).Noot bij : Vzr Rb Rotterdam (18-10-2005), (Tabakswet Maastricht). Gst 2006-152.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
33
Publicaties 2007
Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.
Bos, A. de, Lückerath - Rovers, M. & Quadackers, L. (2007). Nationaal Commissarissen Onderzoek 2007. Deventer: NKCC.
2.
Bunt, H.G. van de, Spapens, A.C. & Rastovac, L. (2007). De wereld achter de wietteelt (WODC, Onderzoek en Beleid, 258). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
3.
Bunt, H.G. van de & Kleemans, E.R. (2007). Georganiseerde criminaliteit in Nederland. Derde rapportage op basis van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit (Onderzoek en beleid, 252). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum).
4.
Erp, J.G. van (2007). Informatie en Communicatie in het Handhavingsbeleid (Handhaving en gedrag, 2). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
5.
Ferwerda, H., Staring, R.H.J.M., Vries Robbé, E. de & Bunt, J. van de (2007). Malafide activiteiten in de vastgoedsector. Een exploratief onderzoek naar aard, actoren en aanpak. Amsterdam: Uitgeverij SWP.
6.
Hartmann, A.R., Franssen, J.J.M. & Mein, A.G. (2007). Mandaatregeling parketmedewerkers Openbaar Ministerie Een onderzoek naar de inhoud en werking van de mandaatregeling in de praktijk in opdracht van het WODC, Projectnummer 1486, Bijlage bij de Kamerstukken (derde geldstroomonderzoek). Den Haag: Ministerie van Justitie (zie:http://www.wodc.nl/onderzoeksdatabase/mandaatregelingen-parketmedewerkers.aspx).
7.
Hildebrandt, M. & Koops, Bart-Jaap (2007). A vision on Ambient Law, FIDIS deliverable 7.9. Onbekend: FIDIS.
1.2 Dissertaties 1.
Lintz, J.M. (2007, september 06). De plaats van de Wet terroristische misdrijven in het materiële strafrecht: een onderzoek naar de wederzijdse beïnvloeding door de Wet terroristische misdrijven en het Wetboek van Strafrecht en enkele bijzondere wetten. Erasmus Universiteit Rotterdam (467 pag.) (Nijmegen: Wolf Legal Publishers). Prom./coprom.: Prof.Mr. H. de Doelder.
2.
Lückerath - Rovers, M. (2007, april 05). Operating-Lease Disclosures: an empirical investigation. EUR (284 pag.). Prom./coprom.: Prof.Dr. A. de Bos.
3.
Peeters, M.G.P. (2007, juni 29). Compensatie en erkenning voor werknemers met asbestziekten tussen 1978 en 2005. EUR (303 pag.) (Nijmegen: Wolf Legal Publishers). Prom./coprom.: Prof.Mr. W.H. van Boom.
4.
Graaff, H.J. de (2007, oktober 05). De juridische positie van forensisch accountants in Nederland. Erasmus Universiteit Rotterdam (356 pag.) (Rotterdam: Erasmus Universiteit). Prom./coprom.: Prof.Mr. H. de Doelder.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
34
5.
Verhoeven, W.J. (2007, maart 09). Income attainment in post-communist societies. Universiteit Utrecht (193 pag.) (Enschede: PrintPartners Ipskamp). Prom./coprom.: Prof.Dr. H.B.G. Ganzeboom & Prof.Dr. H.D. Flap.
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Arcuri, A. (2007). Reconstructing precaution: deconstructing misconception. Ethics & international affairs, 21(3), 359-379.
2.
Bunt, H.G. van de, Erp, J.G. van & Wingerde, C.G. van (2007). Hoe stevig is de piramide van Braithwaite? Tijdschrift voor Criminologie, 49(4), 386-399.
3.
Dorn, N. & Levi, M. (2007). East meets West in anti-money laundering and anti-terrorist finance. (Special issue on organised crime, Online First, publication in december 2007 at http://www.springerlink.com/content/g06777423204w404?p=7a4ebaeee0c244d8b174325cf2dee69 4&pi=1). Asian Journal of Criminology.
4.
Dorn, N. & Levi, M. (2007). European private security, corporate investigation and military services: collective security, market regulation and structuring the public sphere. Policing & Society, 17(3), 213-238.
5.
Dorn, N., Daele, S. van & Beken, T. van der (2007). Reducing vulnerabilities to crime of the European waste management industry: the research base and the prospects for policy. European Journal of Crime, Criminal Law and Criminal Justice, 15(1 (spring)), 23-36.
6.
Gutwirth, S.L. (2007). Biometrics between opacity and transparency. Annals of the Italian National Institute of Health (Ann Ist Super Sanita), 43(1), 61-65.
7.
Hildebrandt, M. & Gutwirth, S.L. (2007). (Re)presentation: pTA citizens' juries and the jury trial (Special on Adjudication in a Globalizing Context). Utrecht law review, 3(1), 24-40.
8.
Hildebrandt, M. (2007). Testing expertise: preuve and épreuve. New Criminal Law Review, 10(1), 78-102.
9.
Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2007). Surveillance Technology and Law, the Social Impact. International Journal of Intercultural Information Management (IJIIM), 1(1), 2-16.
10. Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2007). Information technology in intellectual property law - Problem solving or window dressing? Computer Law and Security Report, 23(5), 427-435. 11. Piret, J.V.A.G. (2007). De crisis van het internationaal recht en de zelflegitimatie van de wereldhegemoon. Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2007(3), 51-81. 12. Swaaningen, R. van (2007). Barriendo las calles: Sociedad civil y seguridad ciudadana en Rotterdam. Revista Española de Investigación Criminológica: REIC, 2007(5), 1-21. 13. Wright, D., Gutwirth, S.L. & Friedewald, M. (2007). Shining light on the dark side of ambient intelligence. Foresight, 9(2), 46-59. 14. Zwirs, B.W.C., Burger, H., Schulpen, T.W.J., Wiznitzer, M., Fedder, H. & Buitelaar, J.K. (2007). Prevalence of psychiatric disorders among children of different ethnic origin. Journal of Abnormal Child Psychology, 35(4), 556-566.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
35
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
Alofs, E. & Gutwirth, S.L. (2007). Inlichtingen te verstrekken (aan derden) door de Ontvangers der registratie- en successierechten: het recht op informatie versus het recht op privacy. Notarieel en Fiscaal Maandblad, 2007(2), 37-49.
2.
Blad, J.R. (2007). Slachtoffer-dadergesprekken als vorm van rechtshandhaving. Justitiele Verkenningen, 33(3), 50-68.
3.
Bos, A. de & Quadackers, L. (2007). Corporate Goverance: Kosten en baten van de Nederlandse Corporate Governance Code. Management Control en Accounting, 2007(4), 8-14.
4.
Bos, A. de & Beurden, B. van (2007). De 'In control'-verklaring, Een jaar verder. Goed Bestuur, 2007(3), 23-29.
5.
Bos, A. de (2007). Role of the Internal Auditor in preparing the in Control Statement. AUDIT Magazine, 2007, 30-33.
6.
Bos, A. de, Lückerath - Rovers, M. & Quadackers, L. (2007). Verschillen tussen mannelijke en vrouwelijke commissarissen. Goed Bestuur, 2007(december), 17-24.
7.
Dijksta, R.J. & Visscher, L.T. (2007). Een pleidooi voor beperkte aansprakelijkheid van financieel toezichthouders wegens falend toezicht. Tijdschrift voor financieel recht, 2007, 140-147.
8.
Erp, J.G. van & Klein Haarhuis, C. (2007). Buitengerechtelijke geschilprocedures en hun filterwerking. Bestuurswetenschappen, 61(1), 32-51.
9.
Erp, J.G. van (2007). Effects of disclosure on business compliance: a framework for the analysis of disclosure regimes. European Food and Feed Law Review, 2(5), 255-264.
10. Goethals, K.R., Fabri, V.A.S., Buitelaar, J.K. & Marle, H.J.C. van (2007). Temporal Relationship between Psychotic Disorder and Criminal Offense: Review of the literature and File Review Study. International Journal of Forensic Mental Health, 6(2), 153-168. 11. Hildebrandt, M. (2007). Profiling into the future. An assessment of profiling technologies in the context of Ambient Intelligence (http://journal.fidis.net/fileadmin/journal/issues/12007/Profiling_into_the_future.pdf). FIDIS Journal on Indentity in Information Society, 2007(1). 12. Kleemans, E.R., Klein Haarhuis, C., Leeuwsen, F. & Ooyen-Houben, M.M.J. van (2007). Law enforcement interventions in the Netherlands: mapping interventions and 'browsing' for evidence. Evidence & Policy, 3(4), 487-504. 13. Lückerath - Rovers, M. (2007). Operationele leases en het voorspellen van faillissement. MAB, 2007(december), 624-637. 14. Makinwa - Falase, A.O. (2007). The Rules Regulating Transnational Bribery: Achieving a Common Standard? International Business law Journal, 2007(1), 17-39. 15. Marle, H.J.C. van & Nijman, H.L.I. (2007). Behandeling en verlof bij gedetineerde psychiatrische patiënten: effecten op recidive. Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen, 2007(6), 312325. 16. Marle, H.J.C. van (2007). Mental health care in prison: How to manage our care. International Journal of Prisoner Health, 2007(3), 115-123. 17. Marle, H.J.C. van & Kroft, P.J.A. van der (2007). Research issues in forensic psychiatry. Current Opinion in Psychiatry, 2007(20), 511-515.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
36
18. Mevis, P.A.M. (2007).Noot bij : Hoge Raad (07-02-2006), (Noot 7 februari 2006). Nederlandse Jurisprudentie (NJ). Verzameling van Belangrijke Rechterlijke Beslissingen 2007-9, p.1047-1064. 19. Mevis, P.A.M. (2007). Bespreking oratie F.W. Bleichrodt. Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen, 2007(3), 172-179. 20. Noortwijk, C. van (2007). Kennissystemen voor de rechtspraktijk. Intellectueel Kapitaal, 2007(6), 24-29. 21. Soppe, A.B.M. (2007). Nieuw aandeelhoudersmodel voor duurzaam ondernemen. EconomischStatistische Berichten, 2007, 183-185. 22. Staring, R.H.J.M. (2007). Handelaars in vrouwen; achtergronden en werkwijze. Justitiele Verkenningen, 33(7), 50-63. 23. Wolf, M.J.F. van der (2007). Op het tweede gezicht: de tbs onder Donner en de parlementaire onderzoekscommissie. Proces. Maandblad voor Berechting en Reclassering, 2007(3), 98-105. 24. Wolf, M.J.F. van der (2007). Straf en zorg: een paar apart. Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen, 2007, 161-171. 25. Zaitch, D. & Staring, R.H.J.M. (2007). Trends and policies on women trafficking in the Netherlands. Crime and Justice International, 23(101), 15-22. 26. Zwirs, B.W.C., Burger, H., Schulpen, T.W.J. & Buitelaar, J.K. (2007). De signalering van externaliserende stoornissen door Nederlandse, Marokkaanse, Turkse en Surinaamse ouders. Kind en Adolescent, 28(4), 248-262. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.
Bunt, H.G. van de, Spierenburg, P.C. & Swaaningen, R. van (Eds.). (2007). Drie perspectieven op sociale controle (Erasmus Law Lectures, 10). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
2.
Erp, J.G. van, Niemeijer, E., Voert, M. ter & Meijer, R. (Eds.). (2007). Geschilprocedures en rechtspraak in cijfers 2005 (WODC Cahier, 2007-8). Den Haag: Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum, Ministerie van Justitie.
3.
Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (Eds.). (2007). Monitoring, Supervision and Information Technology, Proceedings of the first international seminar of the Legal Framework for the Information Society (LEFIS) on Monitoring, Supervision and IT (Lefis series, 1). Zaragoza (Spain): Zaragoza University Press.
4.
Swaaningen, R. van, Sessar, Klaus & Stangl, Wolfgang (Eds.). (2007). Großstadtängste : Untersuchungen zu Unsicherheitsgefühlen und Sicherheitspolitiken in europäischen Kommunen = Anxious cities : studies in feelings of insecurity and safety policies in European Communities (Schriften zur Rechts- und Kriminalsoziologie, 1). Wien: Lit Verlag.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
37
1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1.
Amtenbrink, F. (2007). Integration, coordination or fragmentation in economic policy matters ? A comment on René Smits. In N. Lavranos & D. Obradovic (Eds.), Interface between EU Law and National Law (The Hogendorp Papers, 7) (pp. 169-184). Groningen: Europa Law Publishing.
2.
Blaauw, E. & Marle, H.J.C. van (2007). Mental health in prisons. In Lars Møller, Heino Stöver, Ralf Jürgens, Alex Gatherer & Haik Nikogosian (Eds.), Health in prisons. A WHO guide to the essentials in prison health (pp. 133-145). Copenhagen: WHO Europe.
3.
Blad, J.R. (2007). Chapter VI (On the Foreign Criminal Policy), Criminal Policy and the Development of a Harmonious Society. In Essays on the International Seminar on the Criminal Policy in the Context of Harmonious Society (pp. 530-536). Guiyang, China.
4.
Blad, J.R. (2007). Hoofdstuk 1, Strafrechtelijke Rechtshandhaving. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 21-43). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
5.
Blad, J.R. (2007). Hoofdstuk 5, Slachtofferhulp, slachtofferzorg en strafrechtelijke rechtshandhaving. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 115-134). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
6.
Bos, A. de (2007). Corporate governance volop in beweging. In A. de Bos & W.J. Slagter (Eds.), Financieel recht. Vanuit economisch en juridisch perspectief (pp. 51-62). Deventer: Kluwer.
7.
Bunt, H.G. van de (2007). Muren van Stilzwijgen. In H.G. Bunt, P. Spierenburg & R. van Swaaningen (Eds.), Drie perspectieven op sociale controle (Erasmus Law Lectures, 10) (pp. 133136). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
8.
Bunt, H.G. van de & Huisman, W. (2007). Organizational Crime in the Netherlands. In M. Tonry & C. Bijleveld (Eds.), Crime and Justice in the Netherlands (Crime and justice, 35) (pp. 217-260). Chicago: University of Chicago Press.
9.
Bunt, H.G. van de (2007). Problemen van transparantie en controleerbaarheid in criminologisch onderzoek. In A. Soeteman & F. van den Born (Eds.), Ethiek van empirisch sociaalwetenschappelijk onderzoek (pp. 27-34). Amsterdam: Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen.
10. Bunt, H.G. van de, Spierenburg, P.C. & Swaaningen, R. van (2007). Toezicht houden: Over de dynamiek tussen criminaliteit en sociale controle in de moderne samenleving. In H.G. Bunt, P. Spierenburg & R. van Swaaningen (Eds.), Drie perspectieven op sociale controle (Erasmus Law Lectures, 10) (pp. 7-16). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 11. Doelder, H. de (2007). De strafuitsluitingsgronden anders opgeschreven. In M.M. Dolman, P.D. Duyx & H.G. van der Wilt (Eds.), Geleerde lessen : liber amicorum Simon Stolwijk (pp. 27-39). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 12. Doelder, H. de & Blad, J.R. (2007). Hoofdstuk 3, Rechtshandhaving door het Openbaar Ministerie. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 65-93). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
38
13. Doelder, H. de (2007). Wetende dat. In B.F. Keulen e.a. (Ed.), Pet af, Liber amicorum D.H. de Jong (pp. 17-28). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 14. Erp, J.G. van (2007). De dreiging van negatieve publiciteit: Is reputatieschade een alternatief voor handhaving? In F. Leeuw, J. Kerseboom & R. Elte (Eds.), Turven, tellen, toetsen : over toezicht, inspectie, handhaving en evaluatie en hun maatschappelijke betekenis in Nederland (pp. 79-92). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 15. Gutwirth, S.L., Hert, P. de & Saelens, R. (2007). Kan privacy nog? Over de voor- en achterkanten van het privacygrondrecht in Belgie. In M. De Busscher e.a. (Ed.), Kan dit nog? Liber amicorum Rogier de Corte (pp. 33-57). Antwerpen: Kluwer. 16. Hartmann, A.R. (2007). De publiekrechtelijke handhaving van het milieurecht: tussen Scylla en Charybdis. In M.J.C. Visser & A. de Lange (Eds.), Milieustrafrecht: Onderzoek en aanbevelingen voor theorie en praktijk (pp. 157-180). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 17. Hert, P. de, Gutwirth, S.L., Snacken, S. & Dumortier, E. (2007). La montée de l'Etat pénal : que peuvent les droits de l'homme ? In Y. Cartuyvels, H. Dumont, F. Ost, M. van de Kerchove & S. van Drooghenbroeck (Eds.), Les droits de l'homme : bouclier ou épée u droit pénal ? (Publications des Facultés Universitaires Saint-Louis, 114) (pp. 235-290). Brussel: Publications des FUSL/Bruylant. 18. Hert, P. de & Gutwirth, S.L. (2007). Politie-accountability tussen crime control en due process [Police-accountability between crime control and due process]. In J. Christiaens, E. Enhus, A. Nuytiens, S. Snacken & P. van Calster (Eds.), Criminologie: tussen kritiek en realisme, Liber amica/orum Christian Eliaerts (pp. 103-126). Brussels: VUBPress. 19. Hildebrandt, M. (). Profiles and Correlatable Humans. In Nico Stehr (Ed.), Who Owns Knowledge. Knowledge and the Law (pp. 265-285). Brunswick, New Jersey: Transaction Books. 20. Hulst, J.W. van der (2007). Hoofdstuk 10, Rechtshandhaving in internationaal perspectief. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 255-274). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 21. Kleve, P., Mulder, R.V. De & Noortwijk, C. van (2007). Conclusion. In P. Kleve, R.V. De Mulder & C. van Noortwijk (Eds.), Monitoring, Supervision and Information Technology, Proceedings of the first international seminar of the Legal Framework for the Information Society (LEFIS) on Monitoring, Supervision and IT, 15 June 2006, Rotterdam: CJLT 2006 (Lefis series, 1). Zaragoza (Spain): Zaragoza University Press. 22. Kleve, P. & Mulder, R.V. De (2007). Privacy protection and the right to information: in search of a new symbiosis in the information age. In S.M. Kierkegaard (Ed.), Cyberlaw, Security & Privacy (pp. 201-212). Beijing: International Association of IT Lawyers. 23. Lintz, J.M. (2007). Hoofdstuk 7, Terrorisme en rechtshandhaving. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 179-209). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 24. Lückerath - Rovers, M. (2007). Financiële markten en toezicht. In A. de Bos & W.J. Slagter (Eds.), Financieel recht. Vanuit economisch en juridisch perspectief (pp. 85-116). Deventer: Kluwer.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
39
25. Marle, H.J.C. van (2007). Dwangmatig seksueel gedrag. In D. Denys & F. de Geus (Eds.), Handboek obsessieve-compulsieve stoornissen (pp. 307-320). Utrecht: De Tijdstroom. 26. Marle, H.J.C. van (2007). Het strafrechtelijk psychiatrisch gedragskundig onderzoek. In B.C.M. Raes & F.A.M. Bakker (Eds.), De psychiatrie in het Nederlandse recht, 5e druk (pp. 113-136). Deventer: Kluwer. 27. Marle, H.J.C. van & Mulder, E.A. (2007). Monitoring: toezicht en begeleiding bij re-integratie van zedendelinquenten. In A.Ph. van Wijk, R.A.R. Bullens & P. van Eshof (Eds.), Facetten van zedencriminaliteit (pp. 349-357). 's-Gravenhage: Reed Business Information. 28. Marle, H.J.C. van (2007). Psychische stoornissen bij zedendelinquenten. In A.Ph. van Wijk, R.A.R. Bullens & P. van Eshof (Eds.), Facetten van zedencriminaliteit (pp. 277-286). 'sGravenhage: Reed Business Information. 29. Mevis, P.A.M. (2007). Gezondheidsrecht en strafrecht; ontwikkelingen in een niet altijd even gemakkelijke relatie. In P.C. Ippel, T. Hartlief & P.A.M. Mevis (Eds.), Gezondheidsrecht: betekenis en positie. Preadvies 2007 (pp. 125-173). Den Haag: Sdu Uitgevers. 30. Mevis, P.A.M. (2007). Hoofdstuk 6, De positie van de strafrechter. In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 135-176). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 31. Mulder, R.V. De & Kleve, P. (2007). Surveillance Technology, Constitutional Rights and the 'Monitoring Power'. In P. Kleve, R.V. De Mulder & C. van Noortwijk (Eds.), Monitoring, Supervision and Information Technology, Proceedings of the first international seminar of the Legal Framework for the Information Society (LEFIS) on Monitoring, Supervision and IT, 15 June 2006, Rotterdam: CJLT 2006 (Lefis series, 1). Zaragoza (Spain): Zaragoza University Press. 32. Piret, J.V.A.G. (2007). Amerikaans unilateralisme en de actualisering van de bellum iustumtheorie. In J.A. Pontier e.a. (Ed.), Alles afwegende (pp. 343-355). Nijmegen: Ars Aequi Libri. 33. Piret, J.V.A.G. (2007). De zaak Kelly en de conceptuele incoherentie van de cassatierechter. In Ronald Janse, Sanne Taekema & Ton Hol (Eds.), Rechtsfilosofische annotaties (Ars Aequi jurisprudentie) (pp. 123-126). Nijmegen. 34. Rogier, L.J.J. (2007). De aanpak van criminaliteit en terrorisme; verschuiving van strafrecht naar bestuursrecht, preadvies VAR 2007. In L.J.J. Rogier (Ed.), Bestuursrechtelijke aanpak van criminaliteit en terrorisme : preadviezen (VAR-reeks, 138) (pp. 7-57). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 35. Santen, B.P.A. & Bos, A. de (2007). Financieel recht als concept. In A. de Bos & W.J. Slagter (Eds.), Financieel recht. Vanuit economisch en juridisch perspectief (pp. 13-18). Deventer: Kluwer. 36. Santen, B.P.A. & Bos, A. de (2007). Informatieverschaffing: financiële verslaggeving, overige verslagen en publicatie. In A. de Bos & W.J. Slagter (Eds.), Financieel recht. Vanuit economisch en juridisch perspectief (pp. 65-81). Deventer: Kluwer. 37. Soppe, A.B.M. (2007). Financieel recht en ethiek. In A. de Bos & W.J. Slagter (Eds.), Financieel recht. Vanuit economisch en juridisch perspectief (pp. 37-48). Deventer: Kluwer.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
40
38. Spierenburg, P.C. (2007). Apegatjes achtervolgers. In H.G. Bunt, P. Spierenburg & R. van Swaaningen (Eds.), Drie perspectieven op sociale controle (Erasmus Law Lectures, 10) (pp. 37112). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 39. Spierenburg, P.C. (2007). Vendetta and reconciliation in Italy and the low countries, fourtheenth to seventeenth centuries. In L. Lacché, C. Latini, M. Marchetti & M. Meccarelli (Eds.), Congres Penale Giustizia Potere. Metodi, richerche, storiografie. Per recordare Mario Sbriccoli (pp. 381400). Macerata: Eum - edizioni universita di Macerata. 40. Swaaningen, R. van (2007). A Tale of Two Cities. The Governance of Crime and Insecurity in Rotterdam and Amsterdam. In Klaus Sessar, Wolfgang Stangl & René van Swaaningen (Eds.), Großstadtängste : Untersuchungen zu Unsicherheitsgefühlen und Sicherheitspolitiken in europäischen Kommunen = Anxious cities : studies in feelings of insecurity and safety policies in European Communities (Schriften zur Rechts- und Kriminalsoziologie, 1) (pp. 237-256). Wien: LIT Verlat. 41. Swaaningen, R. van, Zaitch, D. & Geelhoed, F. (2007). Introduction. In Klaus Sessar, Wolfgang Stangl & René van Swaaningen (Eds.), Großstadängste: Untersuchungen zu Unsicherheitsgefühlen und Sicherheitspolitiken in europäischen Kommunen = Anxious cities: studies in feelings of insecurity and safety policies in European Communities (Schriften zur Rechts- und Kriminalsoziologie) (pp. 231-236). Wien: LIT Verlag. 42. Swaaningen, R. van, Zaitch, D. & Geelhoed, F. (2007). La metáfora del 9/11 como marco de los cambios políticos en Holanda. In M.L. Bhöm & M. Gutiérrez (Eds.), Políticas de seguridad. Peligros y desafíos para la criminología del nuevo siglo (pp. 187-218). Buenos Aires: Editores del Puerto. 43. Swaaningen, R. van (2007). Naar een kosmopolitische criminologie. In H.G. Bunt, P. Spierenburg & R. van Swaaningen (Eds.), Drie perspectieven op sociale controle (Erasmus Law Lectures, 10) (pp. 17-66). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 44. Swaaningen, R. van (2007). The Local Governance of Insecurities in European Cities: a comparison with themes from the InSec Project. In Klaus Sessar, Wolfgang Stangl & René van Swaaningen (Eds.), Großstadtängste : Untersuchungen zu Unsicherheitsgefühlen und Sicherheitspolitiken in europäischen Kommunen = Anxious cities : studies in feelings of insecurity and safety policies in European Communities (Schriften zur Rechts- und Kriminalsoziologie, 1) (pp. 233-238). Berlin, etc.: LIT Verlag. 45. Swaaningen, R. van & Downes, D. (2007). The Road to Dystopia? Changes in the Penal Climate of the Netherlands. In M. Tonry (Ed.), Crime and Justice in the Netherlands v. 35 (pp. 31-71). Chicago, USA: Chicago University Press. 46. Wolf, M.J.F. van der & Marle, H.J.C. van (2007). De grenzen van de tbs als instrument van rechtshandhaving; in de longstay overschreden? In J.R. Blad & J. van der Hulst (Eds.), Strafrechtelijke rechtshandhaving : aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (Boom masterreeks) (pp. 307-342-12). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
41
47. Woude, M.H. van der (2007). Chapter 1 on Recent developments in EC Competition Law: "Busy Times". In Martha.M. Roggenkamp & Ulf Hammer (Eds.), European Energy Law Report IV, Energy & Law. Antwerp - Oxford: Intersentia. 48. Woude, M.H. van der (2007). Coöperaties en Mededingingsrecht. In G.J.H. van der Sangen, R.C.J. Galle & P.J. Dortmond (Eds.), De cöoperatie, een eigentijdse werkvorm (pp. 127-144). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1.
Goudappel, F.A.N.J. (2007). Vaardig met Europees recht. Toepassing van Europees recht door de rechtspraktijk en (lagere) overheid (Praktijkvaardigheden). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
2.
Poot, C.J. de, Bokhorst, R.J., Huikeshoven, M., Kouwenberg, R.F., Nassou, M. van & Staring, R.H.J.M. (2007). Medewerking aan: Georganiseerde criminaliteit in Nederland. Derde rapportage op basis van de Monitor Georganiseerde Criminaliteit (Onderzoek en beleid, 252). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers (Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum).
3.
Spierenburg, P.C. (2007). The prison experience : disciplinary institutions and their inmates in early modern Europe. Amsterdam: Amsterdam University Press.
4.
Woude, M.H. van der (2007). EC Competition Law Handbook 2007/2008 Edition. London, UK: Sweet & Maxwell.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1.
Amtenbrink, F. (2007). Introduction to Title VII on Economic and Monetary Union. In H. Smit & P. Herzog (Eds.), Smit & Herzog on The Law of the European Union, Volume 2, chapter 181, loose-leaf. New York: LexisNexis.
2.
Arcuri, A. (2007). Compliance is a hard nut to crack in the Biotech Dispute (available at http://www.ictsd.org/cyberlaunch/biores-web.pdf). Bridges Trade BioRes, 2007, 11-13.
3.
Blad, J.R. (2007). Argentinian practices and 'Dutch' principles. Tijdschrift voor Herstelrecht, 2007(7(3)), 55.
4.
Blad, J.R. (2007). Artikelen. De betekenis van de overeenkomst. Toezien op en nakomen. Tijdschrift voor Herstelrecht, 2007((7)2), 7-14.
5.
Blad, J.R. (2007). Discussie. Nederlandse herstelbeginselen. Een reactie op Avila en Dierx. Tijdschrift voor Herstelrecht, 2007(7(3)), 32-36.
6.
Blad, J.R. (2007). Discussie. Voorgenomen slachtoffer-dadergesprekken voldoen niet aan Europees Kaderbesluit. Tijdschrift voor Herstelrecht, 2007((7)2), 72-74.
7.
Blad, J.R. (2007). Redactioneel, De herstelrechtelijke overeenkomst en andere thema's. Tijdschrift voor Herstelrecht, 2007((7)2), 5-6.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
42
8.
Blad, J.R. (2007). Redactioneel. Herstelrechtelijke ontwikkelingen ter discussie. Tijdschrift voor Herstelrecht, 2007(7(3)), 5.
9.
Blad, J.R. (2007). Signalement. Restorative Justice: the evidence. Onderzoeksrapport uitgebracht door Lawrence W. Sherman en Heather Strang aan het Smith Institute, London 2007. Tijdschrift voor Herstelrecht, 2007(7(3)), 49-53.
10. Blom, T. & Verloop, P.C. (2007). Rubriek Politie. Delikt en Delinkwent, 2007(8, nr. 65), 784-787. 11. Blom, T. & Verloop, P.C. (2007). Rubriek Politie. Delikt en Delinkwent, 2007(6, nr. 49), 617-619. 12. Blom, T. & Verloop, P.C. (2007). Rubriek Politie. Delikt en Delinkwent, 2007(3, nr. 21), 302-306. 13. Bos, A. de (2007). Code-Tabaksblat: baten overtreffen lasten. Governance Update, 2007(3). 14. Bos, A. de & Quadackers, L. (2007). De baten van de Nederlandse corporate governance-code zijn groter dan de lasten. Inform, 2007, 34-38. 15. Bos, A. de (2007). De verborgen voordelen van het 'in control statement'. Governance Update, 2007(5). 16. Bos, A. de & Quadackers, L. (2007). Drie verbeterpunten voor het RvC-verslag. Governance Update, 2007(7). 17. Bos, A. de (2007). Gevolgen Monitoring Commissie voor RvC. Governance Update, 2007(6). 18. Bos, A. de & Quadackers, L. (2007). Kosten en baten van de Nederlandse code. Management Control en Accounting, 2007(11), 8-14. 19. Bos, A. de & Quadackers, L. (2007). Laat keuze toezichtmodel aan de onderneming. Governance Update, 2007(10). 20. Bos, A. de (2007). Samenstelling RvC moet maatschappij weerspiegelen. Governance Update, 2007(4). 21. Bos, A. de (2007). Toezicht op de externe accountant. Governance Update, 2007(1), 6. 22. Bos, A. de & Hoek, F. van de (2007). Wet Toezicht accountantsorganisaties. Inform, 2007, 25-30. 23. Bunt, H.G. van de (2007). Georganiseerde criminaliteit in Nederland. CIROC Nieuwsbrief, 7(2), 12. 24. Bunt, H.G. van de (2007). In het hart van de vergunde sector. Justitiele Verkenningen, 33(7), 7881. 25. Bunt, H.G. van de (2007). Organized Crime Monitor Research. CIROC Nieuwsbrief, 7(2), 3-4. 26. Bunt, H.G. van de (2007). Problemen van transparantie en controleerbaarheid in criminologisch onderzoek. CIROC Nieuwsbrief, 7(1), 3. 27. Doelder, H. de (2007). Reisverbod. In Afscheidsbundel (pp. 47-55). Curaçao: Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. 28. Dorn, N., Daele, S. van & Beken, T. van der (2007). Waste management and crime: regulatory, business and product vulnerabilities. Environmental Policy & Law, 37(1), 34-38. 29. Dorn, N. (2007). [Bespreking van de boeken Organised Crime & The Politics of Organized Crime and Organized Crime of Politics]. Brit J Criminol, 47(2). 30. Dorn, N. (2007). [Bespreking van het boek Democratic Policing in Transitional and Developing Countries]. British Society of Criminology online book reviews (http://www.britsoccrim.org/reviews.htm).
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
43
31. Harder, W.H. den (2007). Aanmerkelijk onvoorzichtig. De ondergrens van de schuld in het verkeersstrafrecht. Ars Aequi, 2007(56), 381-385. 32. Hartmann, A.R. & Wiewel, P.G. (2007). Rubriek 'Bestuursstrafrecht'. Delikt en Delinkwent, 2007, 536-545. 33. Hert, P. de, Hildebrandt, M., Gutwirth, S.L. & Saelens, R. (2007). De WBP na de Dexiauitspraken. P&I Privacy en informatie, 2007(4), 147-157. 34. Hildebrandt, M. (2007). Personalised profiles and the need for Ambient Law (available at www.fidis.net). In S. Wohlgemut (Ed.), Study on Privacy in Business Processes by Identity Management (FIDIS deliverable 14.2) (pp. 25-28). Brussels: FIDIS deliverable 14.2. 35. Hildebrandt, M. (2007). Related findings from Deliverables 7.7 and 7.9 (available at www.fidis.net). In S. Fischer-Hubner (Ed.), A Holistic Privacy Framework for RFID Applications (pp. 30/33-85/89). Brussel: FIDIS Deliverable 12.3. 36. Hulst, J.W. van der (2007). Onbevoegde bediening ademanalyseapparaat. Verkeersrecht. Juridisch Maandblad Wegverkeer, 2007, 97-100. 37. Lückerath - Rovers, M. (2007). Naleving verbeterd, nu de standaard nog. De Accountant, 112(1), 3-31. 38. Makinwa - Falase, A.O. (2007). Wilson v. Hurstanger Ltd: Secret Commissions - Extent of Duty To Disclose. International company and commercial law review, 18(10), 365-368. 39. Mevis, P.A.M. (2007). Relevante normeringen Nationale Ombudsman. In H.J.B. Sackers & Y. Buruma (Eds.), Kroniek van het strafrecht 2006 (pp. 135-146). Deventer: Kluwer. 40. Pieterman, R. (2007). Verlammende verwarring [Bespreking van het boek Angstige burgers? : de determinanten van gevoelens van onveiligheid onderzocht]. Openbaar Bestuur, 2007(6/7), 36-37. 41. Rogier, L.J.J. & Vletter - van Dort, H.M. van (2007). Commentaar Financieel Recht, Deel I, Wet op het Financieel toezicht, art. 174 - 188. In K. Frielink (Ed.), Commentaar Financieel Recht, Deel I, Wet op het Financieel toezicht (Commentaar financieel recht, 1) (pp. 196-239). Den Haag: Sdu Uitgevers. 42. Soppe, A.B.M. (2007). In de fiscale economie verdient de stakeholder benadering van de onderneming extra aandacht. De Aanslag, 2007(2), 34-35. 43. Spierenburg, P.C. (2007). [Bespreking van het boek Crime and culture. An historical perspective]. Crime, Histoire & Sociétés/Crime, History & Societies, 11(1), 153-157. 44. Staring, R.H.J.M. (2007). Geobserveerde gehoren in de asielprocedure. Sociologie, 3(3), 410-412. 45. Staring, R.H.J.M., Ferwerda, H. & Vries Robbe, E. de (2007). Malafide praktijken rondom het vastgoed. CIROC Nieuwsbrief, 7(1), 1-3. 46. Swaaningen, R. van (2007). Abolitionism. In George Ritzer (Ed.), Encyclopedia of Sociology (pp. 1-2). Blackwell. 47. Vries Robbe, E. de, Staring, R.H.J.M. & Ferwerda, H. (2007). Sjoemelen met vastgoed. Secondant : tijdschrift van het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid, 21(3-4), 56-59. 48. Woude, M.H. van der (2007). Mededingingsrecht: geen panaceerecht: geen panacee voor marktordening. In Ontwikkelingen Mededingingsrecht 2006. Elsevier. 49. Zaitch, D. (2007). Boekbesprekingen (5 boeken). CIROC Nieuwsbrief, 7(2).
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
44
50. Zaitch, D. (2007). La otra bonanza marimbera. Coffee-shops en Holanda entre el pragmatismo, la represión y la reducción de daños. Opus Lex, 2007(1), 14-17. 2.4 Annotaties 1.
Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (09-08-2006), (Afvalstoffen Doetinchem). Gst 2007-68.
2.
Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (13-12-2006), (Boa's Stadsdeel Oud-Zuid Amsterdam). Gst 2007-122.
3.
Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (18-10-2006), (Deurne). Gst 2007-107.
4.
Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (10-05-2006), (Doelmatige verwijdering afvalstoffen, West Maas en Waal). Gst 2007-7272, 52.
5.
Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (04-04-2007), (Dwangsom Bergen op Zoom). Gst 2007123.
6.
Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (13-06-2007), (Dwangsom/ bestuursdwang, Westerbork). Gst 2007-129.
7.
Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (18-04-2007), (Dwangsom Deurne). Gst 2007-116.
8.
Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (28-06-2006), (Dwangsom Ermelo). Gst 2007-130.
9.
Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (14-02-2007), (Garage Zandvoort). Gst 2007-108.
10. Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : ABRvS (25-10-2006), (Handhaving; Garage Venray). Gst 20077279, 102. 11. Rogier, L.J.J. (2007).Noot bij : HR (30-01-2007), (Verstoring openbare orde Den Haag). Gst 2007-117. 12. Wolf, M.J.F. van der (2007).Noot bij : Beroepscommissie (23-06-2006), (Fokkensregeling in tijden van nood). Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen 2007-1, p.50-56.
Publicaties 2008
Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.
Bunt, H.G. van de, Koningsveld, T.J. van, Kroeze, M.J., Vorm, B. van der, Wezeman, J.B., Wingerde, C.G. van & Zonnenberg, A. (2008). Overheidstoezicht op buitenlandse rechtspersonen. Rotterdam: Erasmus Instituut voor toezicht en Compliance.
2.
Diekman, P.A.M. (2008). Protecting Financial Market Integrity. Roles and Responsibilities of Auditors (2008, mei 15). Deventer: Kluwer.
3.
Dorn, N. (2008). Conceptualising security: cosmopolitan, state, multilateral & market dynamics (Erasmus Law Lectures, 16). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
4.
Foqué, R.M.G.E. (2008). Democratie en rechtsstaat (in voorbereiding). Amsterdam: Uitgeverij De Balie.
5.
Hildebrandt, M. & Gutwirth, S.L. (2008). Profiling the European Citizens. Cross-Disciplinary Perspectives. Dordrecht: Springer.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
45
6.
Lückerath - Rovers, M. (2008). Nederlandse 'Female Board Index' 2007. Rotterdam: Erasmus Instituut Toezicht en Compliance.
7.
Lückerath - Rovers, M. & Zanten, M. van (2008). Topvrouwen. Wie zijn ze, waar zitten ze en hoe krijgen we er meer? Den Haag: Academic Service.
8.
Marle, H.J.C. van, Mevis, P.A.M. & Wolf, M.J.F. van der (2008). Gedragskundige rapportage in het strafrecht. Deventer: Kluwer.
9.
Mulder, R.V. De (2008). Mitigating Risk in the Context of Safety and Security. How relevant is a rational approach? Rotterdam: ESL/OMV.
10. Muller, E.R., Rogier, L.J.J. & Kummeling, H.R.B.M. (2008). Bestuur, recht en veiligheid, Bestuursrechtelijke bevoegheden voor openbare ordehandhaving en terrorismebestrijding. Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 11. Pieterman, R. (2008). De voorzorgcultuur : streven naar veiligheid in een wereld vol risico en onzekerheid (Recht en samenleving). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 12. Spierenburg, P.C. (2008). A history of Murder, Personal Violence in Europe from the Middle Ages to present. UK: Polity Press. 1.2 Dissertaties 1.
Zuijlen, R.W. van (2008, oktober 23). Veiligheid als opdracht. Een onderzoek naar veiligheid als fundamenteel recht en als positieve verplichting van de staat in het licht van de politietaak tot strafrechtelijke handhaving. EUR (Nijmegen). Prom./coprom.: Dr. J.V.A.G. Piret & Prof.Mr. N.J.H. Huls.
1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Bunt, H.G. van de (2008). A case study of the misuse of Hawala banking. International Journal of Social Economics, 35(9), 691-702.
2.
Dorn, N. (2008). European Strategic Intelligence: How Far Integration? Erasmus Law Review, 2008(5), 163-180.
3.
Dorn, N., Levi, M. & White, S. (2008). Do European procurement rules generate or prevent crime? Journal of Financial Crime, 15(3), 243-260.
4.
Dorn, N. (2008). The End of Organised Crime in the European Union. Crime, Law and Social Changes, 2008(13).
5.
Erp, J.G. van & Brandsen, T. (2008). Maatschappelijke controle als reguleringsmechanisme. Groene stroom zonder wettelijke dwang?. Recht der Werkelijkheid - Cahiers d'Anthropologie du Droit, 2008.
6.
Erp, J.G. van (2008). Reputational sanctions in Private and Public regulation. Erasmus Law Review, 2008(5), 145-163.
7.
Erp, J.G. van, Huisman, W., Bunt, H.G. van de & Ponsaers, P. (2008). Toezicht en compliance. Tijdschrift voor Criminologie, 50(2), 83-95.
8.
Folino, J.O., Wolf, M.J.F. van der & Salvia, I.E. La (2008). Sistemas Forenses de Salud Mental en Holanda y Argentina. La Ley, 2008(4), 4.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
46
9.
Gonzales-Fuster, G. & Gutwirth, S.L. (2008). Privacy 2.0? Revue du droit des Technologies de l'Information, 349-359.
10. Gonzales-Fuster, G., Hert, P. de & Gutwirth, S.L. (2008). SWIFT and the vulnerability of transnational data tranfers. International review of law, computers & technology, Vol. 22(Issue 1 & 2 March), 191-202. 11. Hert, P. de, Meerschaut, K. & Gutwirth, S.L. (2008). Democratie en rechtsbescherming bij zeer lichte administratieve sancties. Panopticon. Tijdschrift voor Strafrecht, Criminologie en Forensisch Welzijnswerk, Vol. 29(2008.1), 1-10. 12. Hildebrandt, M. & Gutwirth, S.L. (2008). Public Proof in courts and jury trials: Relevant for pTA citizens. Science, Technology and Human Values, 5, 582-604. 13. Hildebrandt, M. (2008). Legal and technological normativity: more (and less) than twin sisters. Techné, 12(3), 169-183. 14. Hildebrandt, M. (2008). Ambient Intelligence, Criminal Liability and Democracy. Criminal Law and Philosophy, 2008-2(2), 163-180. 15. Hildebrandt, M. (2008). Profiling the Rule of Law. Identity in Information Society (IDIS), 2008(1). 16. Hulst, J.W. van der (2008). Strikte waarborgen bij een onderzoek naar rijden onder invloed. Delikt en Delinkwent, 2008(9/74), 1035-1050. 17. Kleemans, E.R., Korf, DJ & Staring, R.H.J.M. (2008). Mensen van vlees en bloed. Kwalitatief onderzoek in de criminologie. Tijdschrift voor Criminologie, 50(4), 323-336. 18. Marle, H.J.C. van (2008). Facing the interface: forensic psychiatry and the law. Erasmus Law Review, 1(3), 23-40. 19. Meerschaut, K., Hert, P. de, Gutwirth, S.L. & Steene, S. van der (2008). Het gebruik van de gemeentelijke administratieve sancties door de Brusselse gemeenten. Is er nood aan een regulerende rol voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest? Brussels Studies, nr. 18(19 mei 2008). 20. Pieterman, R. & Arnoldussen, N.T. (2008). Het voorzorgbeginsel: over ideologie en onzekerheid. Nederlands Tijdschrift voor Rechtsfilosofie en Rechtstheorie, 2008(3), 230-251. 21. Piret, J.V.A.G. (2008). Politics, Sovereignty and Cosmopolitanism in Times of Globalisation. Archiv für Rechts- und Sozialphilosophie, 94(4), 477-497. 22. Piret, J.V.A.G. (2008). The war against terrorism, international law and the growth of unchecked executive power in the U.S. Revue Interdisciplinaire d' Etudes Juridiques, 2008(60), 59-111. 23. Verhoeven, W.J., Dessens, J. & Jansen, W. (2008). Market transition or path dependency? Changing effects of income determinants in the Czech Republic, Hungary, Poland, Russia, and Slovakia, 1991-2002. Research in social stratification and mobility, 26(2), 141-159. 24. Wright, D., Friedewald, M., Schreurs, W., Verlinden, M., Gutwirth, S.L., Punie, Y., Maghiros, I., Vildjiounaite, E. & Alahuhta, P. (2008). The Illusion of security. Communications of the ACM, Vol. 51(No. 3), 57-63. 25. Zwirs, B.W.C., Burger, H., Schulpen, T.W.J. & Buitelaar, J.K. (2008). Developing a brief crossculturally validated screening tool for externalizing disorders in children. Journal of the American Academy Child Adolescent Psychiatry, 47(3), 309-316.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
47
1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
Amtenbrink, F. & Gronden, J.W. van de (2008). Economisch recht en het Verdrag van Lissabon I: mededinging en interne markt. SEW. Tijdschrift voor Europees en Economisch Recht, 2008-9.
2.
Amtenbrink, F. & Gronden, J.W. van de (2008). Economisch recht en het Verdrag van Lissabon II: Europese economische en Monetaire Unie. SEW. Tijdschrift voor Europees en Economisch Recht, 2008-10.
3.
Berge, M. ten & Duits, N. (2008). Rapportage pro Justitia van jongeren en het vonnis van de rechtbank. Sancties. Tijdschrift over Straffen en Maatregelen, 2008(3), 175-187.
4.
Bunt, H.G. van de (2008). Rekeningen vereffenen in de bouw. Tijdschrift voor Criminologie, 50(2), 130-147.
5.
Dorn, N. & Levi, M. (2008). East meets West in anti-money laundering and anti-terrorist finance. Asian Journal of Criminology, 3(1), 91-110.
6.
Dorn, N. & Levi, M. (2008). Private-public or public-private? Strategic dialogue on serious crime and terrorism in the EU. Security Journal, 2008(22).
7.
Erp, J.G. van (2008). Lessen voor toezicht in de 21e eeuw, Actuele inzichten van Braithwaite en Sparrow. Justitiele Verkenningen, 34(6), 9-21.
8.
Goethals, K.R., Willigenburg, L., Buitelaar, J. & Marle, H.J.C. van (2008). Behaviour problems in childhood and adolescence in psychotic offenders: an exploratory study. Criminal Behaviour and Mental Health, 18(3), 153-165.
9.
Goethals, K.R., Buitelaar, J. & Marle, H.J.C. van (2008). The role of Substance Abuse in Psychotic versus Personality Disordered Offenders Detained under the Dutch Entrustment Act (TBS): An Exploratory Study. International Journal of Mental Health and Addiction, 2008(6), 389-401.
10. Goudappel, F.A.N.J. (2008). European Security: The Netherlands. European Review of Public Law, 20(1), 479-498. 11. Hanekamp, J.C. & Pieterman, R. (2009). Risk communication in precautionary culture - The precautionary coalition. Belle Newsletter, 15(1), 10-14. 12. Hildebrandt, M. (2008). Governance, governmentality, police and justice: A New Science of Police? A Review of: Markus D. Dubber and Mariana Valverde, The New Police Science. The Police Power in Domestic and International Governance, Stanford 2006, Stanford University Press. Buffalo Law Review, 56(294), 101-142. 13. Hulst, J.W. van der (2008). Buitengerechtelijke afdoening in het verkeersstrafrecht. Jurisprudentie Wegenverkeersrecht, 140-148. 14. Hulst, J.W. van der (2008). De buitengrenzen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid voor dood en toebrengen lichamelijk letsel door schuld in het verkeer. Jurisprudentie Wegenverkeersrecht, 2008(5), 364-372. 15. Jairam, J. & Marle, H.J.C. van (2008). De behandeling van hyperseksualiteit bij een man met een obsessieve-compulsieve stoornis als psychiatrische comorbiditeit. Tijdschrift voor Psychiatrie, 2008(50), 113-117.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
48
16. Kleemans, E.R. & Bunt, H.G. van de (2008). Organised Crime, occupations and opportunity. Global crime, 9(3), 185-197. 17. Lückerath - Rovers, M., Quadackers, L. & Bos, A. de (2008). De rol van de commissaris: verschillen tussen de profit en non-profit sector. MAB, 2008(mei), 234-244. 18. Marle, H.J.C. van, Goethals, K. & Vorstenbosch, E.C.W. (2008). Diagnostic Comorbidity in Psychotic Offenders and Theri Criminal History: A review of the literature. International Journal of Forensic Mental Health, 2008(7), 147-156. 19. Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (07-11-2006), 205, (Verwijderingsbevel A'dam CS). NJ 2008-17, p.2009-2013. 20. Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (15-04-2008), 289, (Niet beslist op uitdrukkelijk onderbouwd standpunt. ISD-maatregel na eerdere gevangenisstraf: art. 63 Sr n.v.t.). NJ 2008-23, p.2776-2778. 21. Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (24-04-2007), 357, NJ 2008-. 22. Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (28-11-2006), 68, (Samenloop taakstraf en onbetaalde arbeid ten algemene nutte). NJ 2008-7, p.601-604. 23. Swaaningen, R. van (2008). Tarpdiscipliniskumo issukis kriminologijoje. The Challenge of Interdisciplinarity in Criminology. Teises. Problemos., 61(3), 5-29. 24. Zaitch, D. & Staring, R.H.J.M. (2008). El Tráfico de Mujeres en Holanda: Tendencias y Políticas. Espacio Abierto. Revista del CIEJ-AFJU, 5(9), 99-110. 25. Zaitch, D. (2008). Las Políticas de Reducción de Daños en el Tráfico de Drogas Ilícitas. Eguzkilore. Cuaderno del Instituto Vasco de Criminología, 22(December). 26. Zwirs, B.W.C., Burger, H., Schulpen, T.W.J. & Buitelaar, J.K. (2008). Kinderen in achterstand. De prevalentie van psychiatrische stoornissen onder autochtone en allochtone kinderen. Cultuur migratie gezondheid, 5(1), 2-9. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1.
Amtenbrink, F. (2008). Economic, Monetary and Social Policy. In A.M. Mcdonnell, P.J.G. Kapteyn, K. Mortelmans & C.W.A. Timmermans (Eds.), The Law of the European Union and the European Communities - 4th revised edition (pp. 881-989-10 (sections 1-3)). Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International.
2.
Amtenbrink, F. & Lastra, R.A. (2008). Securing Democratic Accountability of Financial Regulatory Agencies - A Theoretical Framework. In R.V. Mulder (Ed.), Mitigating Risk in the Context of Safety and Security. How Relevant is a rationale approach? (pp. 107-132). Rotterdam: ESL/OMV.
3.
Berge, M. ten (2008). Raad voor de Kinderbescherming, NIFP en jeugdreclassering. In Weijers & Imkamp (Eds.), Jeugdstrafrecht in internationaal perspectief (pp. 119-131). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
49
4.
Blad, J.R. (2008). Criminal Policy and the Establishment of a harmonious Society. In The report on China's criminal policy (pp. 718-728).
5.
Blom, T. (2008). Wederrechtelijk vervangen door onrechtmatig. In H. de Doelder (Ed.), Caribisch Wetboek van Strafrecht (pp. 127-140). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.
6.
Bos, A. de (2008). Commissaris: spiderman of spin in het web? In Toezicht & Compliance: de veranderende rol van de commissaris. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
7.
Bos, A. de & Santen, B.P.A. (2008). Het economisch belang van een doorstart: een informele reorganisatie heeft verre de voorkeur. In J.A.A.A. Adriaanse, F.H.E. Boerma, A. de Bos, H.C. Brandsma, S.M. van Els, F.B.J. Grapperhaus, C.M. Hamsen, M.A.J.G. Janssen, J.G. Kuijl, J.H. Lemstra, M.H.M. van Oers, M. Olaerts, B.P.A. Santen, R.J. Versteeg & J.H. van der Weide (Eds.), INSOLAD Jaarboek 2008 (pp. 1-18). Deventer: Kluwer.
8.
Bos, A. de (2008). Het verslag van de Raad van Commissarissen. In A. de Bos, H. Edelman & J. Scheffe (Eds.), Het jaar 2007 verslagen (Nivra-geschirft, 78) (pp. 95-113). Deventer: Kluwer.
9.
Bos, A. de (2008). Supervisory directorship is becoming a profession. In Paul Bartelings, Dirk vander Lit, Jantinus Meints & Frans Rikhof (Eds.), Rules for the future (pp. 186-194). Ernst & Young.
10. Bunt, H.G. van de & Wingerde, C.G. van (2008). Identiteitsfraude en buitenlandse rechtspersonen. In G. Van de Walle & P. van Calster (Eds.), De criminologische kant van het ondernemen (pp. 123-136-8). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 11. Bunt, H.G. van de (2008). Over stilzwijgen en clementie. In A. Franken, M. de Langen & M. Moerings (Eds.), Constante waarden. Liber amicorum prof.mr. Constantijn Kelk, Willem Pompe Instituut (Pompe Reeks, 50). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 12. Bunt, H.G. van de, Keijser, J.W. de & Elffers, H. (2008). Responsive but Misunderstood, Dutch Judges on Their Relation to Society. In H. Kury (Ed.), Fear of Crime - Punitivity New Developments in Theory and Research (pp. 471-488). Bochum: Universitätsverlag Brockmeyer. 13. Bunt, H.G. van de (2008). The Role of Hawala Bankers in the Transfer of Proceeds from Organized Crime. In D. Siegel & H. Nelen (Eds.), Organized Crime: Culture, Markets and Policies (Studies of Organized Crime, 7) (pp. 113-126). New York: Springer. 14. Calster, P. van, Mansvelt, W. van, Witte, N. & Wingerde, C.G. van (2008). Keeping up appearances! Over (schijn)integriteit, de onmacht van regelgeving en de social license theorie. In G. Vande Walle & P. van Calster (Eds.), De criminologische kant van het ondernemen. Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 15. Diekman, P.A.M. & Kersten, A.J.J.P.B.M. (2009). Whither Compliance? In Jaarboek Compliance 2009. Waddinxveen: Gelling Publishing, Nederlands Compliance Instituut, S.A. Gelling en A. Wielenga CFE. 16. Doelder, H. de (2008). Algemeen overzicht. In H. de Doelder (Ed.), Caribisch Wetboek van Strafrecht (pp. 7-24). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 17. Doelder, H. de (2008). Criminal Liability of Corporations: A Dutch Update. In Ulrich Sieber, Gerhard Dannecker, Urs Kindhäuser, Joachim Vogel & Tonio Walter (Eds.), Strafrecht und Wirtschaftsstrafrecht, Festschrift für Klaus Tiedemann (pp. 563-576). Carl Heymanns Verlag.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
50
18. Doelder, H. de (2008). De bijzondere positie van het OM in Aruba. In Aruba luridica (Publikatiereeks van de Universiteit van Aruba, 13) (pp. 1-12). Groningen: Universiteit van Aruba. 19. Doelder, H. de (2008). De strafuitsluitingsgronden anders geschreven. In H. de Doelder (Ed.), Caribisch Wetboek van Strafrecht (pp. 51-66). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 20. Doelder, H. de (2008). Reisverbod. In H. de Doelder (Ed.), Caribisch Wetboek van Strafrecht (pp. 37-50). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 21. Doelder, H. de (2008). Wetende dat. In H. de Doelder (Ed.), Caribisch Wetboek van Strafrecht (pp. 141-162). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 22. Erp, J.G. van (2008). Naming and Shaming in het contractenrecht? Het reputatie-effect van schadevergoedingen tussen ondernemingen. In W. van Boom, I. Giesen & A. Verheij (Eds.), Gedrag en Privaatrecht, over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke vraagstukken (pp. 153-180-7). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 23. Gutwirth, S.L. & Hert, P. de (2008). Regulating profiling in a democratic constitutional state. In M. Hildebrandt & S.L. Gutwirth (Eds.), Profiling the European Citizen. Cross-Disciplinary Perspectivess (pp. 271-291). Dordrecht: Springer Science. 24. Hildebrandt, M. (2008). A Vision of Ambient Law. In Brownsword & Yeung (Eds.), Regulating Technologies (pp. 175-191). Oxford: Hart. 25. Hildebrandt, M. & Gutwirth, S.L. (2008). Concise Conclusions: Citizens out of Control. In M. Hildebrandt & S.L. Gutwirth (Eds.), Profiling the European citizen. Cross disciplinary perspectives (pp. 365-368). Dordrecht: Springer Science. 26. Hildebrandt, M. (2008). Defining Profiling: A new type of Knowledge. In M. Hildebrandt & S. Gutwirth (Eds.), Profiling the European Citizens. Cross-Disciplinary Perspectives (pp. 17-30). Dordrecht: Springer. 27. Hildebrandt, M. & Gutwirth, S.L. (2008). General Introduction and Overview. In M. Hildebrandt & S.L. Gutwirth (Eds.), Profiling the European citizen. Cross disciplinay persepectives (pp. 1-13). Dordrecht: Springer Science. 28. Hildebrandt, M. (2008). Profiling and the Identity of the European Citizen. In M. Hildebrandt & S. Gutwirth (Eds.), Profiling the European Citizens. Cross-Disciplinary Perspectives (pp. 303-326). Dordrecht: Springer. 29. Kleve, P. & Mulder, R.V. De (2008). Privacy Concerns in the Information Society: when will we have a Data Promotion Act? Chapter two: General Discussion in:. In Ahti Saarenpää (Ed.), Legal Privacy. LEFIS Series 5. 30. Leeuw, T.A.J. de (2008). Hakkuh met respect. Consumptie van veilige kicks in en rond voetbalgeweld. In D. Siegel, F. van Gemert & F. Bovenkerk (Eds.), Culturele Criminologie (pp. 175-194). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 31. Marle, H.J.C. van, Mevis, P.A.M. & Wolf, M.J.F. van der (2008). Hoofdstuk 1: Prolegomena. In H.J.C. van Marle, P.A.M. Mevis & M.J.F. Wolf (Eds.), Gedragskundige rapportage in het strafrecht (pp. 3-62). Deventer: Kluwer.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
51
32. Marle, H.J.C. van, Mevis, P.A.M. & Wolf, M.J.F. van der (2008). Hoofdstuk 18: Epiloog. In H.J.C. van Marle, P.A.M. Mevis & M.J.F. van der Wolf (Eds.), Gedragskundige rapportage in het strafrecht (pp. 479-490). Deventer: Kluwer. 33. Meerschaut, K. & Gutwirth, S.L. (2008). Legal pluralism and islam in the scales of the European Court of Human Rights: the limits of categrorical balancing. In E. Brems (Ed.), Conflicts between fundamental rights (pp. 431-465). Antwerp: Intersentia. 34. Mevis, P.A.M. (2008). Samenloop. In H. de Doelder (Ed.), Caribisch Wetboek van Strafrecht (pp. 77-126). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 35. Mulder, R.V. De (2008). Conclusion. Monitoring, Rationality, Leadership. In R.V. de Mulder (Ed.), Mitigating Risk in the Context of Safety and Security. How relevant is a rational approach? (pp. 133-140). Rotterdam: ESL/OMV. 36. Mulder, R.V. De (2008). Introduction. Some Remarks on Rationality. In R.V. de Mulder (Ed.), Mitigating Risk in the Context of Safety and Security. How relevant is a rational approach? (pp. 16). Rotterdam: ESL/OMV. 37. Mulder, R.V. De (2008). Privacy, technology and law. In Ankara Barosu Uluslararasi Hukuk Kurultayi 2008 (pp. 86-93 en 110). Ankara: Cilt-2. 38. Noortwijk, C. van & Mulder, R.V. De (2008). Perception of Plagiarism and Fraud in Education. In Proceedings of the 12th IMEKO TC1-TC7 joint Symposium on Man, Science and Measurement (2008) (pp. 429-434). Annecy: IMEKO. 39. Noortwijk, C. van & Mulder, R.V. De (2008). The Importance of Dealing with Plagiarism and Fraud in Education. In Synergies and Conflicts in cyberlaw, Proceedings of the third International conference on Legal, Security and Privacy Issues in IT (2008) (pp. 395-404). Praag: IAITL. 40. Ooyen-Houben, M.M.J. van (2009). Quasi-compulsory treatment in the Netherlands: promising theory, problems in practice. Crossing Frontiers. In Stevens (Ed.), International Dvelopments in the treatment of Drug Dependence (pp. 131-152-6). Brighton, UK: Pavilion Publishing. 41. Pieterman, R. (2008). Rationality and precaution. In Richard.V. de Mulder (Ed.), Mitigating risk in the context of safety and security: How relevant is a rational approach? (pp. 7-28). Rotterdam: Erasmus School of Law and Onderzoeksschool Maatschappelijke Veiligheid. 42. Rogier, L.J.J. (2008). Bevoegdheden terrorismebestrijding. In E.R. Muller, U. Rosenthal & R. van Wijk (Eds.), Terrorisme. Studies over terrorisme en terrorismebestrijding (pp. 507-534). Deventer: Kluwer. 43. Roks, R.A. & Staring, R.H.J.M. (2008). Crime, rhyme en de media: een eigentijdse levensgeschiedenis. In D. Siegel, F. van Gemert & F. Bovenkerk (Eds.), Culturele Criminologie (pp. 161-174). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 44. Schreurs, W., Hildebrandt, M., Kindt, E. & Fleteren, M. Van (2008). Cogitas Ergo Sum. The Role of Data Protection Law and Anti-discrimination Law in Group Profiling in the Private Sector. In M. Hildebrandt & S. Gutwirth (Eds.), Profiling the European Citizens. Cross-Displinary Perspectives (pp. 241-264). Dordrecht: Springer. 45. Smid, G. (2008). Corruptiewetgeving voor de Nederlandse Antillen. In H. de Doelder (Ed.), Caribisch Wetboek van Strafrecht (pp. 181-206). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
52
46. Soppe, A.B.M. (2008). De Rol van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) voor Compliance. In Jaarboek Compliance 2009 (pp. 77-91). Waddinxveen: Kluwer: Gelling Publishing and Compliance Instituut. 47. Soppe, A.B.M. (2008). Sustainable finance and the stakeholder equity model. In Chris Cowton & Michaela Haase (Eds.), Trends in business and economics ethics (pp. 199-228). Berlin: Springer Verlag. 48. Spierenburg, P.C. (2008). Violence: Reflections about a Word. In Sophie Body-Gentrot & Pieter Spierenburg (Eds.), Violence in Europe. Historical and Contemporary Perspectives (pp. 13-25). New York: Springer Science + Business Media Ltd.. 49. Staring, R.H.J.M. (2008). Controlling human smuggling in the Netherlands. How the smuggling of human beings was transformed into a serious criminal offence. In D. Siegel & H. Nelen (Eds.), Organized Crime: Culture, Markets and Policies (Studies of Organized Crime, 7) (pp. 165-181). New York: Springer. 50. Staring, R.H.J.M. (2008). Researching irregular migration and undocumented immigrants. In V. Bilger & I. Van Liempt (Eds.), Methodological issues in studies on vulnerable immigrants. Amsterdam: IMISCOE/Amsterdam University Press. 51. Staring, R.H.J.M. (2008). Tomar el mando di Immigración (in press). In Joaquin Arango (Ed.), Europa y la Immigración: Una Relación Difícil. Madrid: Editorial Pablo Iglesias. 52. Swaaningen, R. van (2008). 'Abolitionism', lemma voor: George Ritzer (red.). In G. Ritzer (Ed.), Encyclopaedia of Sociology. Blackwell. 53. Swaaningen, R. van (2008). Culturele criminologie en het kritische perspectief. In D. Siegel, F. van Gemert & F. Bovenkerk (Eds.), Culturele Criminologie (pp. 23-38). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 54. Swaaningen, R. van (2008). Nettoyer les rues: Société civile et sécurité locale à Rotterdam. In J. Shapland (Ed.), Justice, Communauté et societe civile (pp. 97-115). Parijs: GERN, L'Hartmann. 55. Swaaningen, R. van (2008). Sweeping the street: civil society and community safety in Rotterdam. In J. Shapland (Ed.), Justice, community and civil society : a contested terrain (pp. 87-106). Devon, UK: Willan Publishing. 56. Wolf, M.J.F. van der & Marle, H.J.C. van (2008). De grenzen van de TBS als instrument van rechtshandhaving; in de longstay overschreden? In J. Blad (Ed.), Strafrechtelijke rechtshandhaving, 2e druk (pp. 309-344). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 57. Wolf, M.J.F. van der & Raes, B.C.M. (2008). Hoofdstuk 13: De tenuitvoerlegging van tbs met dwangverpleging. In H.J.C. van Marle, P.A.M. Mevis & M.J.F. van der Wolf (Eds.), Gedragskundige rapportage in het strafrecht (pp. 297-352). Deventer: Kluwer. 58. Wolf, M.J.F. van der & Marle, H.J.C. van (2008). Hoofdstuk 2: Forensisch psychiatrische ziekteleer: een inleiding, een handleiding, een handreiking. In H.J.C. van Marle, P.A.M. Mevis & M.J.F. van der Wolf (Eds.), Gedragskundige rapportage in het strafrecht (pp. 63-106). Deventer: Kluwer.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
53
59. Woude, M.H. van der (2008). Unfair and excessive prices in the energy sector. In Clause-Dieter Ehlermann & Mel Marquis (Eds.), European Competition Law Annual 2007 "A Reformed Approach to Article 82" (pp. 617-642). Hart Publishing. 60. Woude, M.H. van der (2008). Unfair and excessive prices in the energy sector. In M.H. van der Woude (Ed.), European Review of Energy Markets (2, 3) (pp. 101-130). Claeys & Casteels. 61. Zaitch, D. (2008). Trends and developments in the cocaine trafficking in the Netherlands. In CIDOB et al (Ed.), Economía de las Drogas Ilícitas, Escenarios de Conflicto y Derechos Humanos. Proceedings van Internationale Conferentie 22-24 November 2007, Barcelona. 62. Zaitch, D. (2008). Coronando en el puerto de Rotterdam. Contactos y controles según los traficantes colombianos de cocaína. In Delito organizado, narcotráfico y blanqueo de capitales. Madrid: UAB. 63. Zaitch, D. & Leeuw, T.A.J. de (2008). Fighting with images. Identity and impression management among football supporters on the Internet. In K. Hayward & M. Presdee (Eds.), Cultural criminology and the image. Framing crime in late modernity. London: Routledge. 64. Zaitch, D. & Staring, R.H.J.M. (2008). The demand of trafficked prostitution in the Netherlands. In M. Lombardi (Ed.), How Much? A pilot study in four key EU member and candidate countries on the demand of trafficked prostitution. Milan: ISMU. 65. Zaitch, D. & Staring, R.H.J.M. (2008). The flesh is weak and the spirit even weaker. Prostitution clients and women trafficking in the Netherlands. In A. Di Nicola et al (Ed.), Human Trafficking and Prostitution. The Demand Side. Dordrecht: Springer. 66. Zaitch, D. (2008). Virtual Combats. Othering, fun and violence of Argentinean and Dutch football supporters on the internet. In K. Hayward & M. Presdee (Eds.), Framing Crime. Cultural Criminology and the Image. London: Glasshouse Press. 67. Zwaan, J.W. de (2008). Foreign Policy and Defence Cooperation in the European Union: Legal Foundations. In S. Blockmans (Ed.), The European Union and Crisis Management, Policy and legal Aspects (pp. 17-36). The Hague: TMC Asser Press.
Vakpublicaties 2.1 Monografieën en handboeken 1.
Bunt, H.G. van de, Koningsveld, J. van, Kroeze, M., Vorm, B. van der, Wezeman, J.B., Wingerde, C.G. van & Zonnenberg, A. (2008). Misbruik van buitenlandse rechtspersonen; een verkennend onderzoek naar de aard, omvang en ernst van het misbruik van buitenlandse rechtspersonen in Nederland. Erasmus Universiteit Rotterdam.
2.
Soppe, A.B.M. (2008). Finance as an instrument to a sustainable company; An introduction to the concept of stakeholder equity. Saarbrucken: VDM Verlag.
3.
Woude, M.H. van der (2008). EC Competition Law Handbook, 2008/2009 Edition. London, UK: Sweet & Maxwell.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
54
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 1.
Blad, J.R. (Ed.). (2008). Strafrechtelijke rechtshandhaving: Aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs. Den Haag: BJu 2008.
2.3 Artikelen 1.
Aarts, J. (2008). CIROC-seminar 'Nigeriaanse criminele netwerken': een terugblik. CIROC Nieuwsbrief, 8(3), 5-5.
2.
Aarts, J. (2008). Ondergronds bankieren: Een analyse van twee CIROC seminars. CIROC Nieuwsbrief, 8(1), 4-4.
3.
Blad, J.R. (2008). Aandacht voor herstelrecht in scholen (redactioneel). Tijdschrift voor Herstelrecht, 2008(8), 5-6.
4.
Blad, J.R. (2008). Handboek herstelrecht in het onderwijs (boeksignalement). Tijdschrift voor Herstelrecht, 2008(8), 66-67.
5.
Blad, J.R. & Doelder, H. de (2008). Hoofdstuk 5: Rechtshandhaving door het openbaar ministerie. In Strafrechtelijke rechtshandhaving: Aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (pp. 105-132). Boom Juridische Uitgevers.
6.
Blad, J.R. (2008). Hoofdstuk 7: Slachtofferhulp, slachtofferzorg en strafrechtelijke rechtshandhaving. In Strafrechtelijke rechtshandhaving: Aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (pp. 157-176). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
7.
Blad, J.R. (2008). Strafrechtelijke rechtshandhaving. In Strafrechtelijke rechtshandhaving: Aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (pp. 21-42). Den Haag: BJu.
8.
Bos, A. de & Galle, J.G.C.M. (2008). De vereisten vanuit de wet- en regelgeving op een rij. Tijdschrift voor Goed Bestuur, 2008(4), 40-49.
9.
Bos, A. de (2008). Immateriële vaste activa bij overnames in de technologie- en telecommunicatiesector. MAB, 2008(5), 200-208.
10. Bos, A. de, Lückerath - Rovers, M. & Zijl, N.J.M. van (2008). Zorg over onafhankelijkheid in een one-tier board: terecht of niet? Goed Bestuur, 2008(1), 12-21. 11. Bos, A. de, Lückerath - Rovers, M. & Quadackers, L. (2008). Zeven aanbevelingen voor de commissaris. Governance Update, 2008(3), 8. 12. Bunt, H.G. van de (2008). Criminologie. Ars Aequi, december(Katern 109), 6156-6157. 13. Bunt, H.G. van de (2008). Criminologie. Ars Aequi, september(Katern 108), 6111-6112. 14. Bunt, H.G. van de (2008). Criminologie. Ars Aequi, juni(Katern 107), 6059-6060. 15. Bunt, H.G. van de (2008). Criminologie. Ars Aequi, maart(Katern 106), 5581-5582. 16. Diekman, P.A.M. (2008). Ethische dilemma's inzake de Verordening Gedragscode. In Accountant en Tourisme: Investeren in de toekomst (pp. 75-88). NIVRA-VERA / Nyenrode Business Universiteit. 17. Doelder, H. de (2008). Inleiding. In H. de Doelder (Ed.), Caribisch Wetboek van Strafrecht (pp. 15). Nijmegen: Wolf Legal Publishers. 18. Doelder, H. de (2008). Voorwoord. In H. de doelder (Ed.), Caribisch Wetboek van Strafrecht (pp. v). Nijmegen: Wolf Legal Publishers.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
55
19. Dorn, N. & Beken, T. van der (2008). Saidabad, Pretoria, Sarajevo, The Hague, Brussels: conflicts and cooperation in security and policing. Crime, Law & Social Change, 2008. 20. Erp, J.G. van & Kulker, S. (2008). Maatwerk bij de keuze tussen bestuursrechtelijke of stafrechtelijk handhaving, verslag van een onderzoek bij de VROM Inspectie. In Congresbundel De kunst van het samenspel. 21. Fischer, T.F.C. (2008). Efectevaluaties wetenschappelijker. Mens & Maatschappij, 83(1), 2-4. 22. Foqué, R.M.G.E. (2008). Towards a relational theory of criminal law . Criminal law and Philosophy, 2007(1). 23. Foqué, R.M.G.E. (2008). Dienstverlening in de rechtsstaat: de organisatie van kwetsbaarheid (ter perse). In J. de Groef (Ed.), Grondslagen van de hulpverlening. Amsterdam: Boom. 24. Foqué, R.M.G.E. (2008). Het Europese experiment: dienstverlening tussen eenheid en verscheidenheid. In J. de Groef (Ed.), Grondslagen van de hulpverlening. Amsterdam: Boom. 25. Foqué, R.M.G.E. & Steenbergen, J. van (2008). The limits of the (rule of) law and the development of the EU: is there life beyond the limits?. In E. Claes, W. Devroe & B. Keirsbilck (Eds.), The limits of law. Antwerpen: Intersentia. 26. Goudappel, F.A.N.J. (2008). The Influence of the European Union on the State Structure in Decentralized and Federal States. In P. Pavlopoulos & S. Flogaitis (Eds.), Multilevel Governance and Administrative Reform in the 21st Century (European Public Law Center, LXXXIX) (pp. 8190). London: Esperia Publications Ltd.. 27. Hartmann, A.R. (2008). Bestuursstrafrecht. Delikt en Delinkwent, 38(5), 523-528. 28. Hildebrandt, M. (2008). Digitale technologie, expertise en recht. Expertise en Recht, 1(6). 29. Hildebrandt, M. (2008). Wetenschap in rechte en rechtswetenschap. Expertise en Recht, 1(1), 9-12. 30. Hildebrandt, M. (2008). New (Id)entities and the Law: Perspectives on Legal Personhood for NonHumans. (available at www.fidis.net). In New (Id)entities and the Law: Perspectives on Legal Personhood for Non-Humans (pp. 16-23, 45-68-2+4). FIDIS deliverable 17.2. 31. Hildebrandt, M. (2008). Study on ICT-Implants (available at www.fidis.net). In Study on ICTImplants (pp. 9-11, 51-67-2+6). FIDIS deliverable 12.6. 32. Hildebrandt, M. (2008). Virtual Persons and Identities (available at www.fidis.net). In Virtual Persons and Identities (pp. 16-23). FIDIS deliverable 2.13. 33. Hildebrandt, M. (2008). When idem-identity meets ipse-identity (available at www.fidis.net. In M Hildebrandt, B.J. Koops & K. de Vries (Eds.), When idem-identity meets ipse-identity. FIDIS deliverable 7.14a. 34. Hulst, J.W. van der (2008). De wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Strafrecht: de tekst van het Wetboek van Strafrecht en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar (pp. 2405-2449). Deventer: Kluwer. 35. Hulst, J.W. van der (2008). De wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. In C.P.M. Cleiren & J.F. Nijboer (Eds.), Strafrecht: de tekst van het Wetboek van Strafrecht en enkele aanverwante wetten voorzien van commentaar (pp. 2263-2403). Deventer: Kluwer. 36. Kleemans, E.R. & Bunt, H.G. van de (2008). Occupations and opportunity. New Findings from the Dutch Organised Crime Monitor. CIROC Nieuwsbrief, 8(1), 1-2.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
56
37. Lückerath - Rovers, M. (2008). Actualiteiten: Nationaal Commissarissen Onderzoek 2007: de commissaris bestaat niet. Ondernemingsrecht, 2008(5), 200-201. 38. Lückerath - Rovers, M. & Zanten, M. van (2008). Stagflatie. Management Scope, 2009(januari), 52-54. 39. Marle, H.J.C. van, Mevis, P.A.M. & Wolf, M.J.F. van der (2008). Voorwoord (in Gedragskundige rapportage in het strafrecht). In H.J.C. van Marle, P.A.M. Mevis & M.J.F. van der Wolf (Eds.), Gedragskundige rapportage in het strafrecht (pp. V-IX). Deventer: Kluwer. 40. Mevis, P.A.M. (2008). Commentaar op de rechter. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 31(2), 69-70. 41. Mevis, P.A.M. (2008). Herziening van de herziening. Fiat Justitia (EUR), 20(2), 25-28. 42. Mevis, P.A.M. (2008). Naschrift. Nederlands Juristenblad (NJB), 99. 43. Mevis, P.A.M. (2008). Hoofdstuk 8: De positie van de strafrechter. In J.R. Blad (Ed.), Strafrechtelijke rechtshandhaving: Aspecten en actoren belicht voor het academisch onderwijs (pp. 177-218). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 44. Ooyen-Houben, M.M.J. van (2008). Usage de substances illicites et politique Néerlandaise en matière de drogues: vue d'ensemble et évaluation exploratoire. Déviance et Société, 32(3), 325348. 45. Ooyen-Houben, M.M.J. van (2008). Zorg onder dwang. Een verkenning van mogelijkheden en grenzen. Dwang en drang in de hulpverlening. Justitiele Verkenningen, 34(3), 11-41. 46. Ooyen-Houben, M.M.J. van (2008). Drugsgerelateerde criminaliteit (hoofdstuk 8). In Nationale Drug Monitor. Utrecht: Trimbos Instituut. 47. Reestman, J.H. & Goudappel, F.A.N.J. (2008). Het verdrag van Lissabon en de Ruimte van Vrijheid, Veiligheid en Recht. SEW. Tijdschrift voor Europees en Economisch Recht, 2008(11), 441-445. 48. Schneider, C. & Amtenbrink, F. (2008). "Quelle": The possibility, for the seller, to ask for a compensation for the use of goods in replacement of product snot in conformity with the contract. Revue européenne de droit de la consommation, 2007/2008(2), 301-309. 49. Soppe, A.B.M. (2008). Compartimentos and the IPO dilemma: Doing well by doing good? Global Business and Economics Review. 50. Soppe, A.B.M. (2008). The natural Environment as a salient Stakeholder: Finding Justification in the Capital Markets. Business Ethics: A European Review, 2009(Februari). 51. Spierenburg, P.C. (2008). Sociale controle, misdaad en het geweldsmonopolie. De veranderende rol van de politie. Bijdragen en Mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 123(3), 394-402. 52. Spierenburg, P.C. & Mucchielli, L. (2008). Major trends in the long-term evolutions of violence. In A. Groenemeyer & X. Rousseaux (Eds.), Assessing Deviance, Crime & Prevention in Europe. Report on the First General Conference (Louvain-la-Neuve 8-10 February 2007) (pp. 48-52). Louvan-la-Neuve: CRIMPEV. 53. Spierenburg, P.C. (2008). La mort du vieux. Une histoire du parricide au XIXe siècle Paris [Bespreking van het boek La mort du vieux. Une histoire du parricide au XIXe siècle Paris].
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
57
54. Spierenburg, P.C. (2008). 3 boekbesprekingen [Bespreking van de boeken Assaulting the past: Violence and Civilization in Historical Context & Cultures of Violence: Interpersonal Violence in Historical Perspective & Sozialer Wandel und Gewaltkriminalität: Deutschland , England und Schweden in Vergleich, 1950 bis 2000]. Figurations. Newsletter of the Norbert Elias Foundation, 2008(29), 10-13. 55. Staring, R.H.J.M. (2008). Het mondiale én lokale criminaliteit en criminaliteitsbeheersing. CIROC Nieuwsbrief, 8(1), 1-2. 56. Staring, R.H.J.M. (2008). Mensensmokkel 'van binnenuit' beschreven. Tijdschrift voor Criminologie, 50(3), 294-298. 57. Staring, R.H.J.M. (2008). Over de verwevenheid van de bovenwereld met de onderwereld. CIROC Nieuwsbrief, 8(3), 4-4. 58. Staring, R.H.J.M. (2007). Geobserveerde gehoren in de asielprocedure [Bespreking van het boek Geobserveerde gehoren in de asielprocedure]. Sociologie, 3(3), 410-412. 59. Swaaningen, R. van (2008). Introduction: Staying out of Court. Erasmus Law Review, 2008(5), 103-107. 60. Verhoeven, W.J. (2008). Te hard van stapel gelopen. Tijdschrift voor Criminologie, 50(2), 158162. 61. Verloop, P.C. & Hartmann, A.R. (2008). Conceptwetsvoorstel wijziging boetestelsel financiele wetgeving verandering? In J. de Bruin (Ed.), Jaarboek Compliance (pp. 79-88). Nieuwerkerk aan de IJssel: Gelling Publishing. 62. Wingerde, C.G. van (2008). Schrikt straf af? In Congresbundel De kunst van het samenspel. 63. Woude, M.H. van der (2008). Trust en antitrust, beschouwingen over 10 jaar Mededingingswet en 10 jaar NMa [Bespreking van het boek Trust en antitrust, beschouwingen over 10 jaar Mededingingswet en 10 jaar NMA]. Markt en Mededinging, 2008, 98. 64. Zaitch, D. (2008). Organised Crime as a Cultural Phenomenon: a new CIROC book. CIROC Nieuwsbrief, 8(1), 6-7. 65. Zaitch, D. & Staring, R.H.J.M. (2008). Women Trafficking and the Consequences of Legislative and Policy Changes in the Netherlands after 2000. CIROC Nieuwsbrief, 8(1), 3-5. 66. Zwaan, J.W. de (2008). Security as an International Phenomenon, How to deal with Security at international and local level. In Vriesendorp, Nelissen & Wladimiroff (Eds.), The Hague Legal Capital? Liber in Honorem W.J. Deetman (pp. 171-177). The Hague: Hague Academic Press. 2.4 Annotaties 1.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (27-11-2007), 173, (m.nt. P.A.M. Mevis). NJ 200814, p.1638-1644.
2.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (07-11-2006), 205, (m.nt. P.A.M. Mevis). NJ 200817, p.2008-2013.
3.
Mevis, P.A.M. (2008).Noot bij : Hoge Raad (17-06-2008), 359, NJ 2008-.
4.
Rogier, L.J.J. (2008).Noot bij : ABRvS (05-12-2007), (Boete drank minderjarigen Haarlem). Gst 2008-11.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
58
5.
Wolf, M.J.F. van der (2008).Noot bij : Beroepscommissie (20-04-2007), (Beroepscommissie (tenuitvoerlegging)). Sancties 2008-1, p.44-50.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
59
Bijlage: 1 Dissertaties in bewerking Arnoldussen, N.T. De sociale constructie van luchtverontreiniging. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. mr. N.J.H. Huls en dr. R. Pieterman In dienst: 15 april 2007. Danopoulos, A. Toezicht in de telecommunicatiesector. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. mr. L.J.J. Rogier. In dienst 1 februari 2003, promotie 23 april 2009. Ertuna, T. Recht en Binnenlandse Zaken, immigratie en het Turks perspectief. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. dr. J.W. de Zwaan. In dienst 1 september 2004, afgerond in 2009. Geelhoed, F. Radicalisme onder moslims in Nederland. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. mr. dr. H.G. van de Bunt. In dienst: 1 september 2005, 0,6 aanstelling. Duin, C.P.S. van. The role and functioning of employment policy coördination in a changing European Union: a legal and economical analysis. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. dr. F. Amtenbrink en Prof. dr. J. de Haan, Groningen. In dienst: 1 april 2007. Kortleven, W.J. Uitsluitingsbeleid: van preventie naar voorzorg in de bestrijding van misdaad en technologische risico's. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. mr. dr. H.G. van de Bunt en dr. R. Pieterman. In dienst: 1 december 2007. Kuijvenhoven, T. Toezicht en controle in de jeugdzorg. Erasmus Universiteit Rotterdam. Pro./coprom.: Prof. mr. dr. H.G. van de Bunt en dr. J. van Erp. In dienst 1 februari 2008. Leeuw, T.A.J. de De dynamiek tussen lokaal veiligheidsbeleid en sociaal-culturele ontwikkelingen in achterstandswijken in internationaal vergelijkend perspectief. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. dr. R. van Swaaningen. In dienst: 1 september 2007, 0,6 aanstelling. Makinwa - Falase, A.O. Internationale corruptie en privaatrechteljke sancties. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. dr. F.J.M. De Ly. In dienst: 1 december 2006.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
60
Mein, A. Bestuurlijke boete in het markttoezicht. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. Mr. dr. H.G. van de Bunt en Prof. mr. L.J.J. Rogier. In dienst: 1 januari 2008. Smid, G. De invloed van internationale verdragen inzake corruptie op opsporing en vervolging van Nederlandse ondernemers in het buitenland. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. mr. H. de Doelder. In dienst: 1 februari 2006 Wolf, M.J.F., van der. TBS: de fundamenten, het gebouw en de serre. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof .dr. H.J.C. van Marle en Prof. mr. P.A.M. Mevis. In dienst: 1 december 2005. Wingerde, C.G. van. Schrikt straf af? Over generaal preventieve effecten van straffen in de afvalbranche. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: Prof. mr. dr. H.G. van de Bunt en dr. J. van Erp. In dienst: 1 september 2006. Wulp, M.T. van der. Toezicht en compliance in de Nederlandse Trustsector. Pro./coprom.: Prof. mr. H. de Doelder en Prof. mr. dr. H.G. van de Bunt. In dienst: 1 januari 2008. Zijl, N.J.F. van. The determinants and consequences of independence of internal supervisors. Prom./coprom.: Prof. dr. A. de Bos en dr. M. Lückerath. In dienst: 1 december 2007.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
61
Bijlage 2 Onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid
(zie ook: www.omv.nl) Directeur tot 1 januari 2009: H.G. van de Bunt Vanaf 1 januari 2009: R. van Swaaningen Onderwijsdecaan vanaf 1 januari 2007: M. Hildebrandt De Onderzoekschool Maatschappelijke Veiligheid is een samenwerkingsverband tussen:
Erasmus Universiteit Rotterdam, penvoerder
Instituut voor Onderzoek naar Leefwijzen en Verslaving
Nederlands Studiecentrum Criminaliteit en Rechtshandhaving
Universiteit Leiden
Universiteit Twente
Vrije Universiteit Amsterdam
Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum
De missie en het onderzoeksprogramma van de onderzoekschool zijn als volgt omschreven: Het verrichten van onderzoek op het gebied van maatschappelijke veiligheid in het algemeen en de onderscheiden deelgebieden - 'Grondslagen van veiligheid en sociale cohesie' en 'Rechtshandhaving en nieuwe strategieën van misdaadbestrijding' - in het bijzonder en de onderlinge samenhang tussen beide deelgebieden; Het opleiden van onderzoekers die zowel fundamenteel wetenschappelijk als toegepast empirisch onderzoek kunnen verrichten op het gebied van maatschappelijke veiligheid. Het is de ambitie van de onderzoekschool om maatschappelijke veiligheid als complex probleem in zijn sociale samenhang te beschrijven en te analyseren en de grenzen en mogelijkheden van het overheidsoptreden diepgaand te analyseren. Dit, in het besef dat maatschappelijke veiligheid als fundamentele maatschappelijke waarde een bestaansvoorwaarde is voor een samenleving. Gezien de veelheid aan invalshoeken hebben de initiatiefnemers zich gericht op een meer op elkaar betrokken en waar mogelijk geïntegreerde wetenschappelijke bestudering maatschappelijke veiligheid als fundamentele maatschappelijke waarde. De thematiek overschrijdt in deze benadering de traditionele wetenschappelijke domeinen (onder meer strafrecht, toegepaste technologie, criminologie, civiele recht) en daagt uit tot het opnieuw doordenken van de grondslagen en de dogma's van het eigen terrein van wetenschap. Techniek, empirie en normatieve dogmatiek worden zo veel mogelijk op elkaar betrokken bij de bestudering van concrete vormen van onveiligheid en van de reacties hierop. Het is de uitgesproken ambitie van de initiatiefnemers om bij de bestudering van de diverse thema's de complexiteit en de verwevenheid van verschillende aspecten van maatschappelijke veiligheid tot zijn recht te laten komen. Dit komt tot uitdrukking in de personele samenstelling van de onderzoeksgroep. In de onderzoeksgroep zijn verschillende disciplines vertegenwoordigd, juristen, criminologen, sociale
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
62
wetenschappers en technologen, om de problemen theoretisch en empirisch geïntegreerd te kunnen bestuderen. Uit de onderzoeksactiviteiten van de diverse betrokken instellingen en uit hetgeen in het onderzoeksprogramma beschreven, vloeien twee deelprogramma's – Grondslagen van veiligheid en sociale cohesie en Rechtshandhaving en nieuwe strategieën van misdaadbestrijding – en concrete aio projecten voort. Elk van de twee deelprogramma's bestaat weer uit meerdere onderzoekslijnen en projecten.
OMV-activiteiten van 2006-2009
Maart en april 2009 Legal Research Design (2 ects) Jeanne Gaakeer en Mireille Hildebrandt
Donderdag 12 februari 2009,, EUR Seminar 'Criminalisering van Islam?', met o.a. Tariq Ramadan, georganiseerd door Fiore Geelhoed
Donderdag 12 en vrijdag 13 maart 2009, Noordwijk aan Zee Integratiedagen 2009 ‘Diversiteit in rechtshandhaving: beloning en bescherming van getuigen’ Guido Suurmond, Roals Janse, Evita Sips, Judith van Erp, Muel Kaptein, Pablo Amador Sanchez, Jan Crijns, Tineke Cleiren
Donderdag 26 maart 2009, EUR EITC/OMV-symposium: Toezicht door private partijen: de panacee voor alle kwalen? Hélène Vletter-Van Dort, Annetje Ottow, Fieke van der Lecq, Reinier Pollmann, Ko de Ridder, Jaap Blenkers
Donderdag 27 en vrijdag 28 november 2008, UL OMV PhD-seminar: International OMV PhD Conference in Law & Criminology: ‘Controlling security in a culture of fear. A Cross-Disciplinary Exchange’ Keynote speaker: Barbara Hudson Discussants: Barbara Hudson, Martin Moerings, Peter Ramsey, Joanne van der Leun, Gabry Vanderveen, Henk Elffers, René van Swaaningen, Elaine Mak Presenters: PhD’s from OMV, Cambridge University, University of Ghent, Max
Vrijdag 7 november 2008, EUR OMV-Studiedag ‘Zorgen om de Voorzorgcultuur’ Krijn van Beek, Patrick van Calster, Ira Helsloot, Ronnie Lippens, Lodewijk Rogier, Gerard de Vries en Maartje van der Woude
Vrijdag 19 en zaterdag 20 september 2008 Flying start PhD seminar (1 ects)
Donderdag 11 september 2008, EUR OMV-symposium ‘Wetenschappelijke en beleidsmatige perspectieven op lokale veiligheid in Rotterdam’, in samenwerking met Directie Veiligheid van Gemeente Rotterdam Cas Barendregt, Marjolijn Keverling, Tijs Nederveen en René van Swaaningen
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
63
Donderdag 23 oktober 2008, UL OMV Research Seminar ‘Securing Automated Justice’ Radim Polčák en Aernout Schmidt
Maart tot en met mei 2008 Advanced Course ‘Safety, security and justice’ (4 ects)
Donderdag 13 en vrijdag 14 maart 2008 OMV-Integratiedagen
September 2007 Legal Research Design (2 ects) Jeanne Gaakeer en Mireille Hildebrandt
Juni tot en met oktober 2007 Empirical Research Design (2 ects) Henk Elffers
Donderdag 7 en vrijdag 8 juni 2007 Flying start PhD seminar (1 ects)
Donderdag 1 en vrijdag 2 maart 2007 OMV-Integratiedagen Hans Boutellier, Fiore Geelhoed en Bibi van Ginkel
Donderdag 25 januari 2007, UL OMV Research Seminar ‘Justice in the Risk Society’ Barbara A. Hudson
Donderdag 21 december 2006, EUR OMV Research Seminar ‘Majestic Equality: An Egalitarian Legal Theory’ Claire Grant
Donderdag 23 en vrijdag 24 november 2006 OMV PhD-seminar ‘Law & Criminology: Future Perspectives on Crime’
Dinsdag 19 september 2006, IVO OMV/IVO-symposium ‘Huiselijk geweld en middelengebruik’
Maandag 19 juni 2006 Meeting on The Methodology of Legal Research (0,25 ects) Marc Loth
Woensdag 21 juni 2006 Meeting on The Methodology of Qualitative Research, 21st June 2006 (0,25 ects) Damian Zaitch
Vrijdag 9 juni 2006, WODC OMV Research Seminar ‘Het maken van research syntheses’ Carolien Klein Haarhuis
Donderdag 9 en vrijdag 10 maart 2006 OMV-Integratiedagen Marianne van den Anker, Nicole Haas, Kim Megens, Roel Pieterman en Michiel van der Wolf
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
64
Januari tot en met maart 2006 Interdisciplinary introduction course ‘Safety and Security in Society’ (2 ects) Wilma Smeenk
Januari tot en met maart 2006 Empirical Research Design (1 ects) Henk Elffers
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
65
Publicaties OMV-reeks 2006-2009
Interpreting Fear, Crime, Risk and Unsafety Conceptualisation and measurement 2006. Auteur: Gabry Vanderveen
Organised Crime Prevention in the Netherlands Exposing the Effectiveness of Preventive Measures 2006. Auteur: Cathelijne van der Schoot
Toezicht. Opstellen over veiligheidstoezicht en markttoezicht 2006. Onder redactie van: L.J.J. Rogier en H. de Doelder
Is Government Setting a Good Example? Rule Breaking by Government in the Netherlands and the United Kingdom 2006. Auteurs: Leo Huberts, Andre van Montfort en Alan Doig
Preventieve bestuurlijke rechtshandhaving 2006. Auteur: L.J.J. Rogier
Exodus, op de goede weg? 2006. Auteurs: M. Moerings, S.G.C. van Wingerden en P.J. Vijfhuize
Onbehandelbaar! Onbillijk? 2007. Auteur: M.J.F. van der Wolf
De vlucht naar voren 2007. Auteur: M.J. Borgers
Ethics and New Public Management 2007. Auteur: Emile Kolthoff
Bundel ‘Georganiseerde Criminaliteit’ onder redactie van Henk van de Bunt
Bundel, voortvloeiend uit de OMV-studiedag ‘Zorgen om de voorzorgcultuur’ op 7 november 2008., naar aanleiding van ‘de Voorzorgcultuur’ van Roel Pieterman (met alle sprekers als auteurs plus een aantal OMV PhDs als repliers). Verwacht na de zomer 2009
Bundel, voortvloeiend uit OMV International PhD Conference ‘Controlling Security in a Culture of Fear ‘ van 27 en 28 november 2008, (Engelstalig waarin bijdragen van o.a. Barbara Hudson, Rene van Swaaningen en zoveel mogelijk papers van deelnemers in worden opgenomen, onder redactie van Hildebrandt, Makinwa en Oehmichen). Verwacht na de zomer 2009
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
66
Bijlage 3: Het Erasmus Instituut Toezicht en Compliance (zie: www.toezichtencompliance.nl) Het Erasmus Instituut Toezicht & Compliance brengt nationale en internationale wetenschappers, studenten, beleidsmakers en bestuurders bijeen in de hoogwaardige ontwikkeling en uitwisseling van kennis, inzichten en methoden op het gebied van toezicht en compliance. Het Instituut, dat in 2007 is opgericht, is een interfacultair samenwerkingverband dat momenteel uit dertig onderzoekers van de Erasmus Universiteit Rotterdam bestaat. Aan het instituut zijn eveneens externe onderzoekers verbonden. Het Instituut verricht wetenschappelijk onderzoek met en voor instellingen en bedrijven. Het Instituut verzorgt opleidingsprogramma's en seminars voor studenten, onderzoekers, beleidsmakers en bestuurders. Naast publicaties in toonaangevende wetenschappelijke bladen, richt het instituut zich op het schrijven van handzame en innovatieve publicaties voor de praktijk. Uniek aan het instituut is onder andere:
de omvang,
de interdisciplinaire samenstelling, te weten recht, economie, management en gedragswetenschappen,
de hoogwaardige publicaties, en
de combinatie van fundamenteel onderzoek en praktijkgerichte oplossingen.
Het bestuur van het instituut bestaat uit:
Prof. dr. Henk van de Bunt (voorzitter),
Prof. dr. Muel Kaptein,
Prof. dr. Maarten Kroeze,
Dr. Mijntje Lückerath-Rovers,
Prof. dr. Hans van Oosterhout,
Mr. Shelly Wu (secretaris),
Dr. Ernst Verwaal.
Het Erasmus Instituut Toezicht & Compliance en haar deelnemende onderzoekers hebben zich tot doel gesteld om relevant en vernieuwend onderzoek te verrichten op het terrein van “Toezicht en Compliance”. Centraal hierin staat de wijze waarop momenteel in de Westerse landen ondernemingen worden gereguleerd en gecontroleerd. Enerzijds is er onmiskenbaar sprake van versterking van extern toezicht, zowel van overheidsorganen als (semi-)publieke en private instanties op het gedrag van ondernemingen. Anderzijds is een ontwikkeling gaande waarin ruimte wordt gegeven aan het zelfregulerende vermogen van onderneming; er wordt door de samenleving vertrouwen gesteld in de eigen verantwoordelijkheid van ondertekeningen. Een markant voorbeeld hiervan is de code Tabaksblat; binnen ondernemingen is in de afgelopen decennia meer en meer aandacht besteed aan corporate governance, business ethics, compliance. De kernvraag is hoe beide ontwikkelingen op
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
67
elkaar in werken. Leidt het tot een opeenstapeling van voorschriften en controles of wordt er in de praktijk een balans gevonden tussen ‘extern’ en ‘intern’ toezicht, en hoe efficiënt en effectief is deze?
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
68
Facts & Figures EITC 2007-2008
Participanten
42 participanten, waarvan:
24 van FRG
13 van RSM
4 van FEW
1 van FSW
Reeds verschenen publicaties EITC-reeks 1.
Nationaal Commissarissen Onderzoek 2007
2.
De Nederlands 'Female Board Index' 2007
3.
Overheidstoezicht op buitenlandse rechtspersonen
4.
Nationaal Commissarissen Onderzoek 2008
5.
The Dutch 'Female Board Index' 2008
6.
De agenda van de Compliance-officer
Verwacht: 7.
Relative performance evaluation in The Netherlands. An empirical study on current market practices amongst large Dutch Companies.
8.
Toezicht door private partijen: de panacee voor alle kwalen? Symposiumbundel naar aanleiding van gelijknamig symposium op 26 maart 2009
Alle participanten ontvangen automatisch een nieuwe publicatie.
EITC-activiteiten
EITC-symposium thema Compliance, i.s.m. KPMG en NCI September 2009
EITC-symposium ‘Reinventing the control based European corporate governance system’ O.a. Abe de Jong, Hans van Oosterhout, Ailsa Roëll en Jaap Winter, 2 juni 2009
EITC-Interne Research Seminar: Rotterdam – Groningen (ism onderzoeksgroep Hans van Ees - RUG) 15 april 2009
EITC/OMV-symposium: Toezicht door private partijen: de panacee voor alle kwalen? Hélène Vletter-Van Dort, Annetje Ottow, Fieke van der Lecq, Reinier Pollmann, Ko de Ridder, Jaap Blenkers 26 maart 2009
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
69
EITC/ERIM Seminar 'Rule following in work organizations: What can psychology contribute?' Tom R. Tyler 17 februari 2009
EITC Research Seminar ‘CEO Remuneration and Dismissal Policies’ Angelien Kemna en Nikos Kavadis 17 december 2008
Her Place at the Table (Sponsoring EITC) Jacey Graham, Mijntje Lückerath-Rovers, Jroen van der Veer, Marike van Zanten e.a. 15 december 2008
VIPE/RILE/EITC Symposium 'Changing Perspectives on Corporate Law and Economics' John Armour, William J. Carney, Horst Eidenmüller, Abe de Jong, Maarten Kroeze, Patrick C. Leyens, Henry G. Manne, Alessio M. Pacces, Roberto Pardolesi en Luc Renneboog, 6 november 2008
EITC Symposium 'Reputational penalties in business regulation: the business case for business ethics? Hendrik Jan Biemond, John Braithwaite, Jonathan Karpoff en Hans van Oosterhout 9 juni 2008
EITC Seminar 'Qualitative methods in environmental compliance research Frank Wijen en Karin van Wingerde 23 april 2008
EITC Seminar 'White Collar Crime' Neals Shover en Niki den Nieuwenboer 10 april 2008
EITC-startbijeenkomst 19 december 2007
Expertmeeting 20 juni 2007
Interne onderzoeksbijeenkomsten (brainstormen thema’s EITC) 15 februari en 4 mei 2007
Mailinglist Ruim 230 abonnee’s. Maandelijkse nieuwsbrief met activiteiten, eventuele promoties EITC-leden, publicaties en nieuws.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
70
Bijlage 4: CIROC (www.ciroc.nl)
CIROC, Centre for Information and Research on Organised Crime, is een internationaal criminologisch kenniscentrum op het gebied van de georganiseerde misdaad en de bestrijding ervan. Het centrum is een initiatief van de secties Criminologie van de Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR), de Vrije Universiteit Amsterdam (VU), de Universiteit Maastricht (UM), de Universiteit Utrecht (UU) en het WODC, het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum van het Ministerie van Justitie. CIROC wil zowel nationaal als internationaal een hoogstaande bijdrage leveren aan de informatieuitwisseling over actuele ontwikkelingen op het gebied van de georganiseerde misdaad. Georganiseerde misdaad is al lange tijd een transnationaal verschijnsel, maar de kennis over dit onderwerp en over de bestrijding ervan wordt nog steeds beperkt door de nationale grenzen. CIROC verzamelt, bundelt en ontsluit kennis, gericht op verschillende doelgroepen. Hiermee denken wij niet alleen geografische grenzen te openen, maar ook de kloof tussen wetenschap en praktijk te overbruggen. De maatschappelijke relevantie van wetenschappelijk onderzoek wordt daardoor aanzienlijk versterkt. CIROC maakt wetenschappelijke en politiële analyses en literatuur internationaal toegankelijk. Informatie over de georganiseerde misdaad en de bestrijding ervan in bijvoorbeeld Rusland, Colombia, Albanië en Italië ontsluiten wij voor Nederlandse doelgroepen. Omgekeerd neemt ook Nederland zelf een belangrijke positie in binnen de internationale wereld van de georganiseerde misdaad. Buitenlandse deskundigen uit wetenschap, journalistiek, opsporing en vervolging kunnen door de activiteiten van CIROC van belangrijke ontwikkelingen op de hoogte blijven. Om de samenwerking te stimuleren tussen wetenschap enerzijds en opsporing en vervolging anderzijds, verzorgt CIROC trainingen en seminars voor medewerkers van politie en justitie in Nederland. Over de georganiseerde misdaad in Nederland en de bestrijding daarvan publiceert CIROC informatie op zijn internationale website (www.ciroc.org) en in de internationale, Engelstalige nieuwsbrieven. Het gaat hier om informatie uit eigen onderzoek of uit onderzoek van andere instellingen in het Nederlandse taalgebied. Van 2006-2009 zijn bijeenkomsten georganiseerd rond de volgende thema's:
Georganiseerde misdaad en de Derde Wereld,15 maart 2006
Smokkelparadijzen in het Caribisch gebied (17 mei 2006)
East meets West - import/export van georganiseerde criminaliteit naar Oost-Europa en vice versa (20 december 2006)
Italiaanse maffia, afpersing en deals met justitie (21 februari 2007)
Georganiseerde criminaliteit en luchthavens (9 mei 2007)
Mensenhandel: de aanpak en achtergronden (31 oktober 2007)
De wereld achter de wietteelt (12 december 2007)
Ondergronds bankieren, 13 februari 2008
Ondergronds bankieren II, 12 maart 2008
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
71
Illegale wapenhandel, 14 mei 2008
Seminar ‘Vastgoed en verweving onderwereld/bovenwereld’. 9 december 2008
Seminar ‘Chinezen en de Chinese georganiseerde misdaad’ - 18 februari 2009
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
72
Bijlage 5: Extern gefinancierde projecten
H.G. van de Bunt, projectleider. Misbuik van buitenlandse rechtspersonen. In samenwerking met de sectie Ondernemingsrecht EUR. € 57.731 WODC: Jaar 2006 H.G. van de Bunt, projectleider i.s.m. Katholieke Universiteit Brabant. De wereld achter de wietteelt. € 88.216 WODC: Jaar 2007 H.G. van de Bunt, projectleider Stimuleringsgelden onderzoek Criminologie. € 960.000 College van Bestuur Erasmus Universiteit Rotterdam: Jaar 2007-2011 H.G. van de Bunt, lid onderzoeksgroep: Organised Crime in the EU. A Methodology for Risk Assessment. Jaar 2006-2008 European Commission: Sixth Framework. Samenwerking tussen de Universiteit van Milaan, Cardiff University, VU Amsterdam en Erasmus Universiteit Rotterdam. H.G. van de Bunt, projectleider. Acquisitiefraude € 57.294 WODC: Jaar 2008/2009 H.G. van de Bunt, projectleider. Advocaat bij het eerste politieverhoor. Samenwerking met de sectie Strafrecht EUR. € 135.200 WODC: Jaar 2008-2010
H. van de Bunt, R. Staring & R. van Swaaningen. Informeel toezicht en controle in multiculturele wijken €499.000 NWO aanvraag (2008). Deze subsidieaanvraag is op 30 juni 2009 gehonoreerd.
H. de Doelder, projectleider: Herziening van het Wetboek van Strafvordering van de Nederlandse Antillen en Aruba. € 530.000
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
73
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: Jaar 2005-2009 J. van Erp: Naming en shaming in het toezicht: € 140.608 NWO-Veni-project: Jaar 2007-2009 R.V. De Mulder, projectleider. New and Emerging Science and Technology. The Assessment of Eyewitness Memory. € 200.000 European Commission: Sixth Framework Programme: Jaar 2007-2010 L.J.J. Rogier, E.R. Muller, H.R.B.M. Kummeling. Bestuursrechtelijke bevoegdheden voor openbare ordehandhaving en terrorisme bestrijding. Bedrag € 30.000 Ministerie van Binnenlandse Zaken: Jaar 2008 R. Staring, projectleider. Malafide activiteiten in de vastgoedsector € 22.325 WODC: Jaar 2006 R. Staring en D. Zaitch. How much. The demand side of human trafficking € 22.150 EU- AGIS : Jaar 2007 R. Staring, projectleider. Mondiaal wonen; de sociale en juridische context voor woningcorporaties om huisvesting te bieden aan specifieke groepen irreguliere vreemdelingen. € 24.000 Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting: Jaar 2008 R. Staring, projectleider. De positie van alleenstaande minderjarige vreemdelingen in de illegaliteit. € 149.453 WODC: Jaar 2008/2009
Lopende aanvragen onderzoeksubsidie in 2009 European Research Council (2009). De relatie tussen politiek-economische en sociaal-culturele karakteristieken en detentieklimaat in zes Europese landen (R. van Swaaningen; penvoerder University of Central Lancashire).
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
74
EU-FP7 aanvraag (2008). De relatie tussen technologie en toezicht in de Rotterdamse haven (R. Staring & R. van Swaaningen; penvoerder Institut für Rechts- und Kriminalsoziologie, Wenen) NWO aanvraag. Rethinking the determination of adequate criminal sanctions (Dr. J. Blad) Aanvraag 1 promotieplaats voor 4 jaar. NWO aanvraag (2009). Sustainable development in corporate governance and finance in Europe, A. Soppe (in samenwerking met RU Groningen). H.G. van de Bunt en A.G. Mein. Raamcontract met het Parket-Generaal voor het project: Het opstellen van Bestuurlijke Rapportages voor het OM. In samenwerking met het Verwey-Jonker Instituut. Subsidie is in 2009 toegekend. H.G. van de Bunt en M.M. van Ooijen-Houben i.s.m. Amsterdam Institute for Addiction Research (AMC/UvA), penvoerder en de Hogeschool Utrecht. Randomized Controlled Trial naar het effect van een motiverende interventie op de instroom in, betrokkenheid bij en de uitkomsten van verslavingsbehandeling. € 444.250 voor het totale project toegekend. Zorg Onderzoek Nederland: jaar 2009-2013.
Zelfstudie ‘Veiligheid en Toezicht’
75
Onderzoeksprogramma E. Behavioural Approaches to Tort and Contract Programmaleider: Prof. Mr. W.H. van Boom en Prof. Dr. M.G. Faure LL.M.
BEHAVIOURAL APPROACHES TO CONTRACT AND TORT: RELEVANCE FOR POLICYMAKING
Table of contents 1. General information
1
2. Programme description
2
3. Methodology, research input, quality control
7
4. Research output
9
5. The research team
13
6. Reputation
13
7. Leadership
15
8. Societal relevance
16
9. Nurturing talent
17
10. SWOT
19
Annex Table 1 – 5
20
BEHAVIOURAL APPROACHES TO CONTRACT AND TORT: RELEVANCE FOR POLICYMAKING Self Assessment research programme (2008)
1. General information
Programme title Behavioural Approaches to Contract and Tort: Relevance for Policy Making
Programme Directors Prof.dr. W.H. van Boom, Prof.dr. M.G. Faure
Period 1 January, 2008 – 31 December, 2011
In cooperation with European Doctorate in Law and Economics The EDLE is a joint international doctoral programme. Three of the leading European universities in the area of Law and Economics – the Universities of Bologna, Hamburg, and Rotterdam – have established a joint Doctoral programme especially tailored to provide doctoral students with systematic and methodical training in the economic analysis of law.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
1
2. Programme description Introduction and background This research programme aims at incorporating insights from behavioural sciences into legal thought. The presumptions underlying the regulation of contracts and liability for torts will be identified. These presumptions will be contrasted with assumptions used in behavioural sciences -such as the rationality assumption in economics. Behavioural approaches allow for an explanation and a better understanding of the real-life effects of existing rules of contract law, tort law, and the law of organisations. Not only the legal science but also the social sciences may benefit from this interdisciplinary endeavour. The identification of assumptions and contrasting them with presumptions underlying actual legal rules may enable social science researchers to refine existing theoretical models and adapt them to better explain real world phenomena. The objective of this research programme is to analyse specific areas of law affecting contracts and torts, making use of insights from behavioural sciences. The private law concepts of ‘tort’ and ‘contract’ are understood in a broad sense. Hence, ‘contract’ refers to interaction between parties in the exchange of resources, while ‘tort’ refers to activity causing harm to society. Behavioural sciences include economic analysis of law (Law and Economics), socio-legal studies, and psychology. The research programme should be seen against the background of recent developments in the Erasmus School of Law. In 2005-2006, Van Boom and Lindenbergh joined the civil law department. Their prime task was to revitalise the faculty’s research in private law, and specific university subsidies enabled them to attract new researchers. Intensive contacts with both Professor Van den Bergh of the Rotterdam Institute of Law and Economics and Professor Huls, the Chair of Socio-Legal Studies moved them towards closer cooperation in a joint research programme. In 2006-2007, several joint research strands were explored, which paved the way for the start of this programme. Finally, the appointment of Professor Michael Faure in 2007 marked the start of putting into place the building blocks of this research programme. As a further background, it must be noted that the 2009 Erasmus University Board Research Grant gave the research group the opportunity to seek international talent to add to the programme input. Appointments concerning four additional Chairs are expected to be announced in the course of 2009; two in empirical legal studies, an additional one in Fundamentals of Private Law, and one in Law and Economics. All these developments point towards further intensifying the programme’s research efforts.
Research questions The starting point for the analysis in this research programme is that in regulating the contracting process and by imposing liability in tort, the design of private law –both at EU level and at the level of domestic legal systems– is based on a number of presumptions concerning the behaviour of individuals and organisations. There is a natural connection between courts and legislators basing their decisions on presumptions and various social sciences describing phenomena based on assumptions regarding human behaviour, regardless of whether legal rules are present. At the outset, it must be noted that within this research programme the concepts of ‘presumptions’ and ‘assumptions’ are given a different meaning. Social sciences generally make use of assumptions when building models of human behaviour, in order to predict how parties will behave in contract and tort settings. For example, the Law and Economics literature examines the incentives provided by tort law under certain
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
2
assumptions regarding the behaviour of injurers, victims, and courts. Legal policy makers (i.e. courts and legislators) are more interested in identifying presumptions that can be used for specific policy choices. For example, the legislator may impose an information remedy thinking that consumers will make better choices after having received information on the benefits and dangers of particular transactions. The assumptions on behaviour made by social sciences can be in line with private law policy presumptions or not. In some cases, the rational choice theory used, for example, in Law and Economics may be reconcilable with the world view of policy makers. In other cases, the presumptions of the policy makers may deviate from assumptions formulated in social science theories. The research programme aims at identifying and assessing both the assumptions used in behavioural approaches to law and the presumptions that underlie policy making. The insights from behavioural sciences raise a number of interesting issues for the analysis of law in action and for policy making with regard to contracts and torts. The issues can be summarised in the two broad research questions. What is the contribution of behavioural approaches to the analysis of legal rules disciplining contract and tort? And: How do legal rules incorporate insights from behavioural sciences? What is the contribution of behavioural approaches? Economics, sociology, and psychology try to explain the behaviour of individuals and institutions in a given set of circumstances, which may also be relevant to law. Social sciences formulate assumptions on how individuals and their aggregations behave. Economics, for instance, assumes that people behave rationally, while cognitive psychology assumes that people’s behaviour may have systematic biases. On this basis, theories are built on how people react to certain situations. When law is factored into the analysis, these theories generate explanations and predictions on how legal rules and their enforcement patterns affect individual and institutional behaviour in those situations. This research programme investigates the explanatory power of behavioural theories for contract and tort settings. For instance, economic analysis of law predicts how tort liability affects individuals’ incentives to take care. In Law and Economics and socio-legal studies, this is referred to as a positive analysis of law. These predictions are testable and falsifiable both theoretically (based on consistency with the underlying assumptions) and empirically (based on consistency with the outcomes that are actually observed). Regarding empiricism, the emphasis in this programme is on the reappraisal of existing empirical studies undertaken in social sciences rather than on an independent collection and investigation of new data. Some social sciences do not aim only at explaining how the world works; they also try to suggest how it should work. When applied to the analysis of law, this normative approach also raises the question of which legal rules are best suited to regulate any given social problem. This research programme assesses the quality of legal rules pertaining to tortious and contractual activities based on their rationale according to other social sciences. Besides considering legal rules simply for their effects on behaviour, social sciences also rank these effects – and the rules that produce them – based on desirability for the interest of society. For instance, economic analysis of law claims that providing the victim with legal incentives to take care is socially desirable in a number of circumstances. This is commonly referred to as a normative analysis of law, and it can be based on different criteria of assessment (economic efficiency, corrective/distributive justice, and so on). The final judgment on the merits of legal rules for the society depends on these criteria, which might well conflict with each other. This research programme also highlights these conflicts in assessing the quality of law based on the input of other social sciences.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
3
How do legal rules incorporate insights from behavioural sciences? Legal rules and their enforcement do not appear out of thin air. They are influenced by the legal policy makers’ (legislature, the judiciary, regulatory agency) vision of situations that have been regulated, which in turn determines why they have been regulated. This vision is the policy presumption underlying any specific set of rules. The presumption concerns both individual/institutional behaviour in the considered circumstances and the way law should improve this behaviour. This research programme investigates the presumptions underlying the legal discipline of contract and tort settings, and compares them to behavioural theories and practices. Insights from other social sciences may cast doubts on these presumptions when they predict that individual and institutional behaviour will be different from the policy maker’s presumptions, and even more so when the factual components of these presumptions are not borne out by empirical evidence. On the side of positive analysis, this approach checks the consistency of the policy presumptions underlying the regulation of tortious and contracting behaviour with the theoretical frameworks developed in other social sciences and with empirical evidence. For instance, can patients really be expected to make rational choices concerning their medical treatment when provided with all relevant information? Is their observed behaviour consistent with the policy presumption that information disclosure improves the quality of contractual choice? The next question within this approach to behavioural analysis concerns the efficacy of legal rules and of their enforcement. Embedded in the legal policy maker’s presumptions is a vision both of people’s behaviour and how law could and should influence it. This research programme aims to determine whether legal rules and their enforcement are effectively capable of attaining the goal for which they were designed, both at the level of EU policy making and national law making. For instance, is the mandatory information provision in various jurisdictions really efficacious in leading patients to choose what is best for them? Alternatively, are other regulatory strategies (e.g. public law, self-regulation) more efficacious in achieving the choice for the ‘best’ treatment for the patients? This is a judgment of internal consistency of law with its intended goals. As such, it does not aim to question the goals set by policy makers. It only ranks legal solutions based on their relative efficacy in achieving them.
Three specific research domains As regards the object of research, the programme focuses on three particular domains. -
Individual behaviour in exchanging resources and engaging in harmful activities;
-
Enforcement;
-
Behaviour of aggregations of individuals. These three categories are the main pillars of the programme. Most research output of the individual
researchers can be categorised under these three domains, which can be described roughly as follows. Individual behaviour in exchanging resources and engaging in harmful activities In theory, rational individuals who have all necessary information are capable of making good choices when concluding contracts (purchasing, borrowing, investing) or performing activities that may result in harm to society (production, consumption, work, leisure). Economists hold that efficient outcomes (maximisation of the welfare of society) may be reached if rational individuals possess all relevant information and base the decisions they make on this information. By contrast, if individuals are not rational or do not possess all necessary
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
4
information, welfare losses may occur. Neo-classical Law and Economics discusses the ability of legal rules to cure information asymmetries. Behavioural Law and Economics focuses on the welfare losses that are caused by irrational – or less than rational – behaviour and provides suggestions for legal rules that can prevent this irrational behaviour. In this perspective, the general research questions that need to be answered in specific areas of individual behaviour are the following: -
which legal rules may correct information asymmetries in exchanging resources?
-
Which legal rules may be needed to overcome welfare losses caused by irrational behaviour?
-
How may optimal legal rules be produced: who should produce these rules – i.e. private vs. public law; at what level should the rules be enacted – centralised vs. decentralised production of rules? In addition to the theoretical approach, the first step in the programme also has an empirical focus. It
consists of two components: (a) surveying and summarising the relevant empirical studies undertaken by social science research and (b) exploring the content of private law rules to test the behavioural presumptions on which they may be based. More specifically, as far as contract and tort law are concerned, a number of rules and doctrines aimed at making informed choices will be analysed in order to answer the following research questions: -
What presumptions about human behaviour underpin rules of contract law aimed at the making of informed choices?
-
Is there any empirical evidence supporting these presumptions?
-
Which legal rules enhancing the making of informed choices contribute to efficiency?
-
How does compulsory sharing of information rectify information asymmetry?
-
What kind of information obligations are needed to correct irrational behaviour of individuals?
-
How can we judge what information is ‘relevant’? There may be either too little or too much information.
In this respect, the question arises in what ways the insights from cognitive psychology can be used to learn what information or regulatory strategies can be deemed successful to make private legal solutions work. Enforcement Here, the key research question is whether –and if so, to what extent– one should rely on private parties and/or on public bodies for enforcement, given the behavioural assumptions with regard to private individuals and public representatives of society in the specific circumstances considered for investigation. With reference to individual or organisational behaviour that form the subject matter of investigation, the following should be evaluated: public vs. private enforcement, the optimal combinations of the two, and alternative techniques e.g. gate-keeping, self-regulation. Moreover, the more fundamental issue of what private law remedies are actually available and imaginable may need to be answered as well. Standards for evaluation in view of the goals of enforcement can be manifold and they depend on the level of analysis. Generally speaking, the following standards present themselves: -
efficacy with respect to the identified policy goal;
-
economic efficiency;
-
non-economic policy goals or other theoretical paradigms. More specific research questions in this perspective are:
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
5
-
Is individual/corporate behaviour best regulated by the incidental private initiative of a tort or contract claim, by frequent supervision by regulatory agencies, or by some ‘third way’ alternative (e.g. selfregulation)?
-
Nowadays, organisations are subject to more regulation than ever before. In some jurisdictions, duties of disclosure, duties to obtain information, to warn against inherent dangers, or to abstain from misleading statements are no longer the prerogative of private enforcement by individuals but rather the domain of enforcement agencies. As a consequence, there is an ongoing transition from private law to public law (and vice versa) in the field of financial services, competition law, consumer contracts, food and product safety agencies, and occupational health and safety agencies. What are the consequences of this transition for the domain of private law?
-
What triggers private parties to enforce private law rules and public officials to enforce public law? By comparing the motivations of private individuals to enforce the law (compensation? revenge? selfvindication?) and comparing these with the motivations of public officials, we may be able to show the implications for optimal balance between private and public enforcement. Indeed, the foregoing raises more general questions as to the optimal mix of enforcement instruments, and
merits the question of why one particular instrument (e.g. criminal law) may be more cost-effective than another in a particular context. The relationship and cooperation between the various enforcement instruments and actors also deserve specific attention. Behaviour of aggregations of individuals In this section, the study of contract and tort is extended from individuals to the conduct of organisations. Institutions and organisations are understood to be a broad concept, encapsulating commercial business enterprises -varying from large multinationals to small and medium-sized enterprises, corporations, legal persons, and aggregations of individuals ranging from non-profit organisations, consumer/investor associations, self-regulatory organisations, to government agencies, and so forth. Naturally, we do not focus exclusively on how organisations think and decide in the shadow of the law, but also on whether private law rules have any bearing on organisational behaviour. Specific aspects of both internal organisation (e.g. disciplined by corporate law) and external interaction with other members of society (e.g. in the field of consumer/investor protection, but also environmental law) will be included in the study of the impact of law on private and public organisations. In short, organisations are created by contract, conclude contracts in their turn, and engage in tortious activities. As a consequence, the general research questions for this part depend on the level of analysis, and thus these questions are: -
Do organisations respond differently to rules in contract and tort than individuals do?
-
Under what conditions should policy makers stimulate setting up organisational structures?
-
In which direction, in which form, and to what extent should private law intervene to correct the behaviour of organisations?
In many areas of law these questions are of current interest. As far as internal organisation is concerned, possible topics are: -
corporate contract and its discipline by company law;
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
6
-
vicarious liability and regulation of internal monitoring;
-
organisation and accountability of self-regulatory organisations vs. regulatory authorities.
Regarding the interaction of organisations with society, subjects of investigation in this perspective may include: -
mass torts;
-
consumer credit;
-
commercial (B2B – business to business) contracts and their implications for intellectual property and antitrust;
-
consumer protection in B2C contracts;
-
corporate fraud, with a special view to the placement/trading of securities;
-
corporate social responsibility vs. environmental/safety regulation. In this perspective, the programme focuses on how corporate behaviour is affected by contract and tort law.
The connection between empirical evidence of behavioural influences of contract and tort law and the law itself is explored. Several questions can be raised in this respect, such as: -
Is there firm evidence that corporate tortfeasors change their behaviour after being held liable for damages? Under what conditions is this change in behaviour most likely to occur? Should private law remedies be adjusted in order to provide more efficacious incentives for compliance?
-
How do businesses respond to large-scale claiming? What innovative systems of managing these risks do they design? Does self-regulation help businesses in this respect, or should the legislature provide for more uniformity or more effective remedies? Additionally, the question comes to mind with respect to what role contract and tort law can, and in fact
does play in inducing corporations towards compliance. Again questions can be asked regarding the role of selfregulation within corporations and the role of corporate governance structures in organisational behaviour.
Scientific relevance This research programme aims at incorporating insights from behavioural sciences into legal thought. The presumptions underlying the regulation of contracts and liability for torts will be identified. These presumptions will be contrasted with assumptions used in behavioural sciences (such as the rationality assumption in economics). Behavioural approaches allow for an explanation and a better understanding of the real-life effects of existing rules of contract law, tort law, and the law of organisations. Not only the legal science but also the social sciences may benefit from this interdisciplinary endeavour. The identification of assumptions and contrasting them with presumptions underlying actual legal rules may enable social science researchers to refine existing theoretical models and adapt them to better explain real world phenomena.
3. Methodology, research input, quality control Starting from a traditional legal background, the programme contrasts the content of private law rules and its underlying presumptions with hypotheses based on assumptions used in behavioural sciences. In doing so, it aims at synthesising socio-legal studies, psychology of law, and Law and Economics. Other disciplines are welcome for specific projects within the framework of this programme. Moreover, the research team is committed to using interdisciplinary research data as much as possible without compromising scientific validity.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
7
Experience has shown, however, that it is quite difficult to convert research output from one discipline to other research fields. Therefore, methodology and ‘translation’ of research output will be monitored during the execution phase of the programme. The nucleus of the research input consists of scholars from both the Civil Law Department and the Law and Economics Department. Cooperation is sought with, among others, the Department of Sociology in the Faculty of Social Sciences (Mascini). As of 2009, the programme has been extended to include the socio-legal input of Professor Huls and the input of the Labour Law Department (Professor Loonstra and his staff). Regarding quality control, research within the programme is subject to permanent internal and external quality assessment. On the one hand, the need is felt to stress quality assessment in order to guarantee excellence in scholarly output; on the other hand, academics obviously want to avoid spending too much time on quality assessment and too little on actual research. In order to find this optimal mix, the following quality assurance mechanisms have been developed -
Quality assurance takes place both ex ante and ex post. In order to be admitted to the research programme, researchers need to meet high selection criteria. These criteria are related to the fact that the research of the academic involved needs to contribute significantly to the execution of the goals of the programme. This is also judged on the basis of the track record of the scholar involved.
-
In addition, since the aim of this research programme is to engage and lead in the international debate with other scholars worldwide, the programme directors expect the scholars to publish the majority of their scholarly output in English. Researchers that do not meet these selection criteria will not be admitted. Ex post, the programme directors control the output of both the programme as a whole and the individual research output of individual scholars. The same criteria that played a role at the admission ex ante are obviously verified during the ex post control. I.e:
-
quality of the publications (number of publications in refereed journals);
number of publications in English;
significance of the research output for the execution of the research programme.
As far as PhD students are concerned, quality assurance is guaranteed both by the individual supervisory tracks, set out and followed by the PhD supervisors, and by the institutionally guaranteed training programmes. All PhD students either follow the European Doctorate in Law and Economics training programme, the Ius Commune PhD Programme or the Erasmus School of Law training programme.
-
For the research domains, the responsibility of the programme directors is, on the one hand, to verify that within the specific research domains output of sufficient quality and quantity is generated that contributes to an execution of the general goals of the research programme; on the other hand, the programme directors will need to stimulate the generation of integrated research projects that go beyond the specific research domains mentioned and present a research result of the programme as a whole. Following the first year, the programme directors drafted an annual report that was submitted to and verified by the Faculty Board of the Erasmus School of Law.
Quality assurance of individual research output is further guaranteed by: -
A seminar series. On a monthly basis, scholars participating in the programme present ongoing research in a seminar where this research is critically commented upon and evaluated by their peers. The goal is not only
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
8
to meet up and stay in contact but also to provide our scholars with a possibility of receiving feedback on their work and hence to stimulate the academic quality of the research output. Both senior and junior scholars present their work in the seminar, in order to stimulate the latter to prepare their research for publication in journals, preferably international. Moreover, the programme leaders invite guests from outside the research group to present and discuss their work in order to remain up to date with the latest developments in our areas of research.102 -
Linking research with teaching. The research group works from the assumption that one needs to teach one’s own research. Therefore, the research group tries to embed the outcome of research in teaching;
-
Developing joint projects. On the programme level, the intention is to assign the responsibility for internal quality control in each of
the three domains to a senior scholar. Their main task is to stimulate research in these specific domains in line with the general goals of the research programme as outlined above. This quality control measure will be implemented in 2009.
4. Research output
Basic facts and figures The kick-off year for the research programme was 2008, and it was a productive one. Although the research program is relatively new, a total of 70 scientific publications (74% of all publications) have been produced by a mere 3.98 fte in research input (excluding PhD students). Moreover, some 51.4% of scientific publications were published in English, many in anonymously peer-reviewed journals. Against the backdrop of three designated research domains in §2, the quantitative distribution of the scientific output is evaluated. The equilibrium within the programme has yet to be found. The score of the total number of publications (both scientific and professional publications (i.e. practice-oriented publications) was kept, as well as the number of points accredited under the ’Sanderskwalificatie’ scoreboard, and these were then categorised under any of the three domains. The results were as follows:103 As can be derived from the statistics, the distribution of publications among the three research domains is a cause for some concern. In 2008, there obviously was considerable emphasis on the domain ‘enforcement‘ and considerably less on ‘individual’ and ‘group’. Moreover, the research output is still somewhat scattered, as can be expected in the first year running. A considerable number of the research papers still focuses on positive analysis of law. In future, the research group hopes to increase the number of papers devoted to critical normative analysis within the three research domains. Furthermore, one of the main targets for 2009-2010 is to balance further the distribution between the three domains.
2008: Main focus and strong points
102
Recent guest speakers included Professor Werner Raub (Utrecht Universtity Chair in Sociology) and Dr. Peter Mascini
(Erasmus University Rotterdam, Department of Sociology). 103
The quantity of the output differs slightly from the numerical values displayed in Table 2, because editorships for the purpose
of counting publications was excluded.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
9
General remarks The research programme began in 2008. Therefore, it is not yet possible to present definitive results. Furthermore, as can be concluded from the previous paragraph, the balance between the three domains of the programme has yet to be found. The year 2009 will be in many respects a crucial period in the programme. The 2009 Erasmus University Board Research Grant gave the opportunity to seek international talent to add to the programme input. The programme directors expect to announce appointments in the course of 2009 concerning four additional Chairs: two in empirical legal studies, an additional one in Fundamentals of Private Law, and one in Law and Economics. In 2008 the following preconditions with regard to organisational targets were set out to be fulfilled: 1.
Introducing a seminar series;
2.
Initiating conferences and execution of joint research projects;
3.
Creating a programme website;
4.
Maintaining and expanding an international network of researchers that can be called upon for joined research projects;
5.
Introducing an Accepted Paper series Behavioural Approaches to Contract and Tort APS;
6.
Attaining international visibility of the programme.
All these preconditions were deemed vital in order to stimulate and ultimately maximise creativity, productivity, and programme visibility. Thus, to what extent were these preconditions fulfilled in 2008? 1.
A monthly seminar series was introduced as a platform for cooperation and discussion, and to increase mutual understanding.
2.
In 2008, Tuil and Visscher began organising the ‘New Trends in Financing Civil Litigation’ conference. The conference took place on April 24, 2009.
3.
The website was launched; see www.behaviouralapproaches.eu
4.
Both the programme directors and the senior scholars involved in the programme were already using extensive networks of international scholars with whom they had regularly worked together and published. These networks were used and expanded in the process of setting up the activities mentioned under 2. Moreover, by appointing Professor Ogus to the Erasmus Chair of Fundamentals of Private Law, the range of the network is considerably augmented. Furthermore, contacts for further strands of research have been established with: -
The Centre for Empirical Economic Research (Professor Frey) and the ETH Zürich (Professor Hertig);
-
Professor Scott Johnston, University of Pennsylvania (behavioural approaches, corporate social responsibility, and risk regulation);
-
Several UK law schools, including York, Lancaster, Birmingham, and Manchester.
5.
The Accepted Paper series has not yet begun, but will start during 2009.
6.
Although there is confidence that individual researchers within the programme have international visibility in their respective fields of expertise, there is less confidence that this is the case with the programme as a whole. The scheduled international activities should add to the programme’s international standing. In short, most preconditions have been met or will likely be met in 2009.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
10
Highlights in the domain ‘individual’ In May 2008, the book ‘Gedrag en Privaatrecht’, edited by Van Boom, Giesen, and Verheij was presented. The book consists of contributions to the upcoming research field ‘behavioural private law’ and brings together authors from various disciplines. The contributors address the relationship between private law rules and insights from social sciences and their implication for efficacious, efficient, and fair private law. In 2009, Pape is expected to publish an original paper on the impact of ‘May contain’ labelling in foodstuffs and Garcia commenced her PhD thesis project on the interaction between consumer psychology and consumer law. Moreover, Faure held his inaugural lecture on June 12, 2009, on the topic of ‘The impact of behavioural law and economics on accident law’. . Highlights in the domain ‘enforcement’ This domain has without a doubt been dominant in both quantity and quality. This is partly explained by the fact that there has been an upsurge in policy making in this field. This has resulted in an increase in academic interest, and our research group has participated actively in this area. To mention but a few relevant issues, the European Commission has launched consultations in the area of enforcement of consumer rights, domestic legislators have intensified their efforts to restructure access to civil justice for individuals and groups, and the academic debate on the goals of private law remedies has intensified. Scholars from the research programme have been at the forefront of these developments, and in 2008 they participated in various conferences, workshops, and bids for research contracts in this field. Illustrative of the efforts in this research area in 2008 is the publication M.G. Faure, A.I.Ogus, N. Philipsen, Enforcement Practices for Breaches of Consumer Protection Legislation, Loyola Consumer Law Review, 20(4), 40 pp., 361-401 (2008).104 This paper provides a survey of approaches to sanctions and enforcement in OECD jurisdictions. Two scholars who are active in the programme have worked on an EU project concerning the private enforcement of competition law. On April 3, 2008, the European Commission published for public consultation a White Paper and a Commission Staff Working Paper on Damages Actions for Breach of the EC competition rules. The White Paper suggests specific policy choices and measures that would help give all victims of infringements of EC competition law access to effective redress mechanisms so that they could be fully compensated for the harm suffered. The Commission’s White paper is based on an impact assessment that was carried out by a group of researchers, comprising members of the Behavioural Approaches Program (Van den Bergh, Keske) and researchers of the Centre for European Policy Studies and the University LUISS Guido Carli in Rome. See also the related article by Van den Bergh & Visscher, The Preventive Function of Collective Actions for Damages in Consumer Law, Erasmus Law Review 2008, 5-30. Highlights in the domain ‘group’ By organising the conference ‘Changing Perspectives on Corporate Law and Economics’ (November 6, 2008), the reception was hosted of three generations of scholars in Corporate Law and Economics. The speakers compared their views based on different geographical experiences and cultural backgrounds. The topics covered
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
11
several issues in the Law and Economics of Corporate Governance, from an American as well as a European perspective: harmonisation vs. regulatory competition, the law’s impact on going public and M&A, enforcement, and the political economy of corporate governance.
Goals for 2009 and beyond For 2009 and beyond, the following goals have been set: -
To appoint additional staff in accordance with additional University Board funding conditions;
-
to attract scholars from the field of Psychology, Sociology, and/or Empirical Legal Studies in order to attain a balanced research output distributed over the three domains;
-
the research programme will primarily focus on scientific publications in international journals, preferably with a review system, in order to show:
-
an increase in the number of international scientific publications to 80% of total scientific output in 2010
-
an increase in the number of publications in peer-reviewed journals to 60% of the total output in 2010;
-
consequently, to decrease the quantum of professional publications;
-
to increase the number of international conferences and research seminars;
-
to attract external funding of policy-relevant and academically warranted research;
-
to start up a visiting scholar programme to attract foreign scholars who can contribute to the research programme;
-
to enhance internal quality control by assigning monitoring tasks regarding the three domains.
Future research activities Joint projects under way: -
New Trends in Financing Civil Litigation project (book 2009, edited by Tuil and Visscher, contributions by programme participants);
-
’Dealing with the Masses - Legal and Logistical Issues of Representation and Distribution’ (book 2010 edited by Jenny Steele (York Law School, UK) and Van Boom (Erasmus School of Law, Rotterdam)];
-
’Juxtaposing Autonomy and Paternalism in Private Law‘ project (book 2010 edited by Ogus and Van Boom);
-
104
‘Unfair trade practices’ (working title); 2010 (Van den Bergh).
See also M.G. Faure, A.I. Ogus & N. Philipsen, "Curbing Consumer Financial Losses: the Economics of
Regulatory Enforcement", Law & Policy, vol. 31, 2009, 161-191.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
12
5. The research team Starting a new research programme implies making choices that need to be evaluated after a reasonable period. Therefore, the programme directors have begun to evaluate the research input over 2008, and on the basis of that evaluation the individual researchers will be required to make their research agenda for 2009. Some research interests may have to be curbed, while others may need to be extended or intensified. As yet, it is premature to draw definitive conclusions, but on the basis of the following it appears that 2008 saw an excellent start to the programme: -
the number of scientific publications within the core domains of the programme looks promising;
-
the researchers have grown accustomed to the research programme;
-
the joint project, as well as the joint seminars, has proved a meaningful method of streamlining research output and converging creativity. Professors Huls and Loonstra joined the research programme in 2009, and the research group looks forward
to the positive contribution they will make in the field of socio-legal studies and labour law. Moreover, the group envisages welcoming outstanding internationally acclaimed scholars into the programme with the implementation of the 2009 Erasmus University Board Research Grant..
6. Reputation An indication of the international reputation of the scholars involved in this programme can be concluded from previous associations or from other indicators for academic excellence.
Recent associations and visiting fellowships
Michael Faure -
January 2008: Distinguished Global Visiting Professor at the Law Center, Louisiana State University, lectures on economic analysis of environmental policy, Baton Rouge, Louisiana, USA;
-
February 2008: Guest lectures at the International Institute for Industrial Environmental Economics (IIIEE) in Lund (Sweden) on economic analysis of environmental policy and law;
-
April 2008: Guest lectures on Law and Economics at the Law Faculty of the Catholic University of Leuven (Belgium);
-
May 2008: Lectures at the Université de Lomé (formerly called Université du Bénin) on Droit pénal de l’environnement (environmental criminal law) and on ‘Intégration et interdisciplinarité’ (integration and interdisciplinarity).
Alessio Pacces -
April 2008: Visiting Professor (within the EU project: Erasmus Mundus External Cooperation Window) at the Taras Shevchenko National University of Kiev, Ukraine, teaching the course ‘Introduction to Economic Analysis of Law’ to ad hoc groups of students of the Faculties of Economics and of International Relations;
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
13
-
July 2008: Visiting Professor at the Indira Gandhi Institute of Development Research of Mumbai, India, teaching an intensive course on ‘Law and Economics of Corporate Law and Corporate Governance’;
-
November 13, 2008: Guest lecturer on ‘Controlling the Corporate Controller’s Misbehaviour’ at the Centre for Corporate and Commercial Law (3CL) of the University of Cambridge (UK).
Roger Van den Bergh -
March 2007: Visiting Professor at the University of Haifa, Israel, teaching a course on ‘Competition Law and Economics’;
-
May 2007 – November 2008: Lecturer at Nederlandse Consumentenautoriteit, Den Haag, teaching ‘Economische analyse van het consumentenrecht’.
Ann-Sophie Vandenberghe -
July 2008: Visiting Professor at National Law School, Bangalore, India, teaching a course on ‘The Law and Economics of Employment Contracts’;
-
September - November 2008: Lecturer at Utrecht University, The Netherlands, teaching in the Masters Programme in Law and Economics a course on ‘Theory and Methods of Law and Economics’.
Willem van Boom -
Continuous Fellow European Centre for Tort and Insurance Law, Vienna;
-
October 2008: Visiting research fellow. Lancaster School of Law, Lancaster UK.
Various other indicators for quality Institutional cooperation between the programme participants and external academic institutions can be considered an indicator for excellence. To name but a few, there is institutional cooperation with the European Centre of Tort and Insurance Law (ECTIL) in Vienna, a specialised research institute in the area of tort and insurance law, and within the European Doctorate in Law and Economics (EDLE) programme (Hamburg/ Bologna/Rotterdam). The quality of research is reflected in the talent that a programme is able to attract. ‘Behavioural Approaches’ has been able to attract new, young, and senior talent in a difficult academic market. For example, the civil law department has taken the initiative of setting up a rotating Erasmus Chair of Fundamentals of Private Law. The Chair intends to attract internationally acclaimed scholars in order to add considerable weight to the research programme. With the appointment of Professor Anthony Ogus (emeritus Manchester University) in the autumn of 2008, a major step is taken in that direction. In the past, Professor Ogus has published on the importance of behavioural approaches for both regulation and private law, and his contribution to the programme will be essential. In addition to affiliation with excellent research groups elsewhere and the ability to attract talent, two recent events to signal the quality of the programme might be considered as well.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
14
Honorary doctorate Guido Calabresi. On November 7, 2008, the Erasmus University Rotterdam conferred the title of Doctor honoris causa upon Guido Calabresi, Judge of the US Court of Appeals for the Second Circuit, Sterling Professor Emeritus, and former Dean of Yale Law School. In awarding this doctorate, the Erasmus School of Law wanted to honour Guido Calabresi for his extraordinary intellectual achievements in the field of Law and Economics. By accepting the doctorate, Professor Calabresi has also signalled his respect for the strand of law and economics research originating from the Erasmus School of Law. 2009: Additional Erasmus University Board Research Grant In February 2009, the Erasmus University Board granted additional research funding of some € 1.5 million to the BACT research programme for a period of three years. Currently, the Programme Directors are attracting new staff to help achieve the goals set in the funding conditions. By awarding this grant the Board has acknowledged the quality of the programme.
7. Leadership During the first year, 2008, the programme was led by the programme directors Van Boom and Faure. They were assisted by managing coordinator Tuil. The programme directors initiated the various activities within the programme in close cooperation with the other senior researchers. In that respect, regular meetings were held with the senior scholars involved from the law and economics (Van den Bergh) and private law (Lindenbergh) department. At those management meetings, future activities were discussed and a report was made by the coordinator. The research seminars were and continue to be organised by Tuil in cooperation with the programme directors. This structure worked well for the first year. However, as was already mentioned above, the programme directors felt that in the second year (2009), it would necessary to appoint senior scholars who would take responsibility for the three specific research lines. The advantage would be that they could also initiate projects with respect to these specific lines, in close cooperation with the programme directors. Until now the internal quality control was the responsibility of the programme directors, but in the future it will be the task of the programme directors in combination with the senior scholars responsible for the various research lines. Leadership is also displayed in deals with external funding applications. In 2008, three NWO Open Competition grant proposals were submitted: -
2008: Huls and Van Boom; Open Competition grant application on ‘Organisation of class actions by private actors. How do the bar, the bench, and the legislator manage class actions?’
-
2008: Van den Bergh and Van Boom Open Competition grant application on ‘Optimal Mix of enforcement instruments in consumer law‘;
-
2008 Van den Bergh and Visscher: Open Competition grant application on ‘A Law and Economic Analysis of Damages for Nonpecuniary Losses in Cases of Personal Injuries and Fatal Accidents’. By submitting proposals jointly, the quality of the proposals and the subsequent supervision process are
hopefully improved. Unfortunately, the proposals were deemed not eligible for funding by the NWO evaluation
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
15
committee. However, the project ‘Optimal Mix of enforcement instruments in consumer law’ was rated ‘excellent’. In the spring of 2009, further proposals were submitted.
8. Societal relevance
Academic setting The research programme is focused on generating academically relevant knowledge. Nevertheless, the programme aims at analysing the law as it stands and operates in practice with a view to attaining both efficacious and efficient law on the one hand, and formulating attainable goals in policy making on the other. By focusing both on the assumptions made by social sciences concerning human behaviour and their related effects and on presumptions made by policy makers concerning the effects of certain policy choices, legal rules can be constructed in a far more effective way. The research programme aims to explain legal rules as they are, but also in the normative analysis to examine how legal rules in the domains of contract law and tort law could be improved to better fulfil their societal functions. The latter is one of the crucial ambitions in the three specific research domains that have been identified. Therefore the results of the programme are also of relevance to policy makers, courts, and practitioners. All of the above has illustrated abundantly that the programme participants cooperate intensively with academics worldwide and that they are involved in various academic projects. Moreover, there is substantial involvement on the part of several of the programme participants in the Dutch and European policy making process. To name two, Van den Bergh was consulted by the Dutch Consumer Authority in the initial priority setting process; Van Boom chairs the administrative appeals board of the Dutch Consumer Authority (2008present). Furthermore, several contract research grants have strengthened the bond between academia and the policy making process. Opportunities to expound the practical implementation of the results of the research are continuously sought. The following examples of the commitment to policy relevance of the programme researchers can be given. -
Research Pilot Study ’Trade practices, advertising, and self regulation in The Netherlands‘ (2008-2009). Research contract granted by the Dutch WODC (Scientific research and documentation Centre of the Ministry of Justice). This contract consists of a joint research project by Rotterdam School of Law (Professors Van Boom and Huls) Maastricht University (METRO, Professor Faure) on the conditions under which self regulation can be a viable alternative for legislation. The project takes trade practices and advertising as a case study. The final report is expected in 2009.
-
Research contract ’Strooischade‘ (dispersed mass damage; 2009) Research contract granted by the Dutch Ministry of Economic Affairs. This contract consists of a joint research project by The Hague Law Office of Pels Rijcken Drooglever Fortuijn and Professor Van Boom on the factual necessity of introducing mass claim mechanisms to combat widely dispersed mass damage by means of consumer and competition law enforcement mechanism. The final report is expected in the summer of 2009.
The research directors do not look merely for ways of expounding but also for ways of directly feeding research into the teaching. They emphasise the partnership between teaching and research. This is obviously the case in courses for the students of the European Doctorate in law and economics but it is also true for courses for
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
16
domestic students (e.g. master courses such as Perspectieven op Privaatrecht). Furthermore, excellent master students in private law are invited to participate in book projects that have a direct bearing on the research programme. In 2009, this resulted in a book titled ‘Autonomie en paternalisme in het privaatrecht’.
9. Nurturing talent
General Within the research programme, the research directors nurture talent by creating a stimulating environment for intellectual development. The Erasmus School of Law sets favourable conditions by offering PhD positions and tenure track positions. In 2008, both upcoming and well-established talents were attracted. Scouting talent among students has been made possible by the successful European Master in Law and Economics Programme (EMLE). Furthermore, the prestigious European Doctorate in Law and Economics (EDLE), operated by the RILE, is the jewel in the crown of both the faculty and this research programme, leading many talented young European legal researchers to our faculty and programme. Additionally, mention can be made of the ongoing efforts by the civil law department in identifying ‘local talent’. The set-up of the Master in Private Law (and the upcoming new Master in Liability and Insurance Law) gives ample opportunity to identify and nurture new ‘home-grown’ talent. For example, with the master thesis projects initiated by Professors Lindenbergh and Van Boom, outstanding private-law master students are offered the opportunity to co-author a book with academic stature. In 2007, this resulted in ‘Privaatrecht ondersteund’, and in 2008 in ‘Autonomie en paternalisme in het privaatrecht’.
Our PhD students PhD students in 2008:
Name
Description PdD thesis
Supervisors Domain
Defence expected
Walter
The concept of damage in public and private law
Lindenbergh Enforcement 2011
Interaction between tort law and regulatory law
Van Boom an Enforcement 2012
Vania
Damages for Non-pecuniary Losses in Cases of
Van den Berg Enforcement 2012
Karapanou
Personal Injuries and Fatal Accidents – a law and economVisscher
Dijkshoorn Weiqiang Hu
analysis Sonja
Group litigation mechanisms as enforcement tool of
Keske
European Competition Law
Martijn van The right to performance in comparative and economic Kogelenberg perspective
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
17
Van den Berg Enforcement 2009 Lindenbergh Enforcement 2011
Hanneke
Efficiency and Fairness of the Regulation of Unfair
Van den Berg Individual/
Luth
Terms in Consumer Contracts
Carbonara
Enforcement
Sharon
Corporate Internal Enforcement Systems
Faure /
Group/
Oded Sanne Pape
2009
2011
Van den Berg Enforcement Effective product safety warnings: the interaction
Van Boom
Individual
2010
Economic criteria for criminalization
Faure
Enforcement 2010
Johanna
Quantitative analysis of decisive factors in domain
Van Boom
Enforcement 2009
Visser
name arbitration
Franziska
Towards an optimal mix of public and private enforcemVan den Berg Enforcement 2011
Weber
consumer law
between law and psychology Katka Svatikova
Boom
Newly recruited PhD students in 2009:
Name
Description PhD Thesis
Supervisors Domain
Defence expected in
Catherine
What European consumer law should learn from consu Van Boom
individual
2012
Garcia
psychology
Bas
Procedural fairness
Loonstra
Individual
2011
Specialization in adjudication in labour disputes
Loonstra
Enforcement 2011
Hengstmengel Pascal Kruit
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
18
10. SWOT
Strengths The following aspects can be considered the programme’s strong points. -
By combining law and economics and European private law with new insights from other social sciences, this programme is at the frontier of European legal scholarship.
-
The programme contributes significantly to the internationalisation of research and research output of the faculty and Dutch private law scholarship in particular.
-
The programme contributes significantly to the interdisciplinary study of tort and contract, which is uncommon in Europe.
Weaknesses The following aspects can be considered the programme’s weak points. -
Ambitions regarding the involvement of psychology and empiricism have yet to be fully realised. Fortunately, the2009 Erasmus University Board Research Grant gives the opportunity to employ international talent to add to the programme input.
-
A reasonable balance between output in three domains has yet to be reached. To date, the output is still predominantly set in the ‘enforcement’ area. It is suggested that specific actions be made to rebalance the output in the future.
-
The number of peer-reviewed journal articles needs to grow in a short period of time and the group of authors of these articles needs to be further diversified. This is a challenge, but given the intended actions there is confidence that the goals will be reached. The same applies to the nature of the output; it is foreseen that the focus in the research papers on positive legal analysis will shift slightly towards more reflective and normative analysis.
Opportunities This research programme offers the following opportunities to both the faculty and the research group. -
The programme signals sincere willingness to cooperate with strong research groups on and off campus; by doing so, new research fields and cooperations may be opened up, leading to further innovation in legal research.
-
Exploiting the head start of this programme on other, more isolated private law research efforts in Europe may further increase success.
Threats This research programme faces the following threats. -
The difficult academic market is an obstacle for attracting scholars in the field of behavioural private law. A focus on nurturing talent has to overcome this obstacle.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
19
ANNEX BIJ ‘BEHAVIOURAL APPROACHES TO TORT AND CONTRACT LAW: RELEVANCE FOR POLICYMAKING Tabel 1: Personele formatie in fte’s onderzoek 2006
2007
2008
Hoogleraren
n.v.t.
n.v.t.
1,60
Ander vast wp
n.v.t.
n.v.t.
0,90
Promovendi
n.v.t.
n.v.t.
6,20
Overig tijdelijk wp
n.v.t.
n.v.t.
1,20
Totaal WP
n.v.t.
n.v.t.
9,90
Totaal staf
n.v.t.
n.v.t.
9,90
Ondersteuning
Tabel 2: Kwantitatieve onderzoeksresultaten per jaar 2006
2007
2008
Books
n.v.t.
n.v.t.
3
PhD thesis
n.v.t.
n.v.t.
0
Articles in refereed journals
n.v.t.
n.v.t.
32
Articles in journals
n.v.t.
n.v.t.
10
Editorships (books)
n.v.t.
n.v.t.
6
n.v.t.
n.v.t.
34
n.v.t.
n.v.t.
85
Books
n.v.t.
n.v.t.
1
Editorship (books)
n.v.t.
n.v.t.
0
Articles
n.v.t.
n.v.t.
28
Case notes
n.v.t.
n.v.t.
7
n.v.t.
n.v.t.
36
Scientific publications
Articles in edited books
Totaal Professional publications
Totaal
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
20
Tabel 3: Kernpublicaties
Naam
Publicatie
Vindplaats
1 Bergh, R.J. v Preventive Function of Collectiv Erasmus Law Review, 2008, 1 (2), p. 5-30 Visscher, L.T Actions for Damages in Consum 2 Bacharias, Y Preventie van arbeidsuitval in
In: Boom, W.H. van, Giesen, I., Verheij, A.J. (red.), G
Lindenbergh, arbeidsomstandigheden beleid en en privaatrecht, Over gedragspresumpties en gedragse Mascini, P.
aansprakelijkheid
bij privaatrechtelijke leerstukken, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers, 2008, p. 283-301
3 Boom, W.H. Gedrag en privaatrecht, Over
Den Haag: Boom Juridische Uitgevers, 2008, isbn 978
Giesen, I., Ve gedragspresumpties en gedragsef 5454-987-1 A.J. (red.)
bij privaatrechtelijke leerstukken
4 Faure, M.G., Enforcement Practices for Breach Loyola Consumer Law Review, 2008, 20 (4), A.I., Philipse Consumer Protection Legislation p. 361 - 401
Tabel 4: Promoties per jaar 2006
2007
Number of ongoing PhD research n.a.
2008
n.a.
14
Number of PdH theses defended n.a.
n.a.
0
Number of PhD theses defended n.a.
n.a.
0
n.a.
0
n.a.
0
projects
employees Number of PhD theses defended n.a. others Period spent on writing theses (m n.a.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
21
Tabel 5: Overzicht publicaties ’Behavioural approaches to contract and tort: relevance for policymaking’ Publicaties 2008
Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1.
Lindenbergh, S.D. (2008). Smartengeld, tien jaar later. Deventer: Kluwer.
2.
Ogus, A.I. (2008). Chinese edition of 'Regulation: Legal Form and Economic Theory', translated by Meiying Luo. China: Renmin University Press.
3.
Rassin, E.G.C. (2008). De hand in eigen boezem: Vier hindernissen voor de forensische psycholoog (2008, maart 14). Rotterdam: Erasmus Universiteit.
1.2 Dissertaties 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1.
Arcuri, A. (2008). Eclectism in Law and Economics. Erasmus Law Review, 1(3), 59-81.
2.
Arcuri, A., Woerdman, E. & Clò, S. (2008). Emmissions Trading and the Polluter-Pays Principle: Do Polluters Pay under Grandfathering? International Review of Law and Economics, 2008, 565-590.
3.
Bergh, R.J. Van den (2008). De maatschappelijke wenselijkheid van gedragscodes vanuit rechtseconomisch perspectief. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2008, 792-798.
4.
Van den Bergh, R., The impact of Guido Calabresi on Law and Economics Scholarship, in: Van den Bergh, R. (ed.), Essays in honour of Guido Calabresi, Erasmus Law Review, Special Issue, 2008, 1-6
5.
Bergh, R.J. Van den & Visscher, L.T. (2008). The Preventive Function of Collective Actions for Damages in Consumer Law. Erasmus Law Review, 2008, 5-30.
6.
Boom, W.H. van, Kooten, G.N. van & Schneider, P.L.M. (2008). Compensatie van verkeersletsel van werknemers: wat is een behoorlijke verzekering? Arbeidsrechtelijke Annotaties, 2008(2), 43-60.
7.
Boom, W.H. van (2008). Iets over handhaving in het privaatrecht. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 6772, 765-769.
8.
Boom, W.H. van (2008). Principles of European Tort Law: art. 5:101-102 - Strict Liability. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2008 (1, nr. 2), 3-14.
9.
Bowles, R., Faure, M.G. & Garoupa, N. (2008). The Scope of Criminal Law and Criminal Sanctions: An Economic View and Policy Implications. Journal of Law & Society, 35(3), 389-416.
10. Camesasca, P.D.N. (2008). With the Facts at Hand, the New MTS Guidelines Should Be Welcomed Rather Than Feared. Lloyd's List, 13 (13 September 2008). 11. Camesasca, P.D.N. , Hugmark, K. (2008). The EC commission's 2006 fine guidelines reviewed from an economic perspective: rising over-deterrence. Antitrust Bulletin, 2008(53), 32 pp., 26-58 12. Cayseele, P. Van, Camesasca, P.D.N. & Hugmark, K. (2008). The EC commission's 2006 fine guidelines reviewed from an economic perspective: rising over-deterrence. Antitrust Bulletin, 2008(53), 26-58. 13. Faure, M.G. (2008). Calabresi and behavioural tort law and economics. Erasmus Law Review, 1(4), 75-102.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
22
14. Faure, M.G. & Borre, T. vanden (2008). Compensating Nuclear Damage: A Comparative Economic Analysis of the U.S. and International Liability Schemes. William and Mary Environmental Law & Policy Review, 33(2008), 219-287. 15. Faure, M.G. & Philipsen, N.J. (2008). Honoraria van belangenbehartigers in letselschadezaken: een dossieranalyse (2001-2006). Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 6, 316-329. 16. Faure, M.G. , Ogus, A.I. , Philipsen, N. (2008). Enforcement Practices for Breaches of Consumer Pro Legislation. Loyola Consumer Law Review, 20(4), 40 pp., 361-401 17. Faure, M.G. , Fiore, K. (2008). The civil liability of European nuclear operators: which coverage for 2004 Protocols? Evidence from France.. International Environmental Agreements, 8(July 2008), 22 p 227-248 18. Faure, M.G. (2008). The Continuing Story of Environmental Criminal Law in Europe after 23 Octob 2007. European Energy and Environmental Law Review, 17(1), 7 pp., 68-75 19. Faure, M.G. , Fiore, K. (2008). The Coverage of the Nuclear Risk in Europe: Which Alternative?. Th Geneva Papers on Risk and Insurance. Theory, 33(2008), 34 pp., 288-322 20. Faure, M.G. , Wang, H. (2008). Financial caps for oil pollution damage: A historical mistake?. Marine Policy, 2008(32), 592-606 21. Hoitink, J.E., Boom, W.H. van, Lindenbergh, S.D., Mevis, P.A.M. & Rogier, L.J.J. (2008). Schadecompensatie strafvorderlijk optreden. Goed gefundeerd of vooral praktisch benaderd? Nederlands Juristenblad (NJB), 2008(745), 870-877. 22. Joshua, J., Camesasca, P.D.N. & Jung, Y.J. (2008). Extradition and Mutual Legal Assistance Treaties: Cartel Enforcement's Global Reach. Antitrust Law Journal, 75(2), 701-746. 23. Kerber, W. & Bergh, R.J. Van den (2008). Mutual Recognition Revisited: Misunderstandings, Inconsistencies, and a Suggested Reinterpretation. Kyklos, 2008, 447-465. 24. Lindenbergh, S.D. (2008). PETL: Remedies, Damages. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2008(31), 221-228. 25. Meyer, J.W.M.K. & Lindenbergh, S.D. (2008). Asbestschade buiten de werkomgeving. Nederlands Juristenblad (NJB), 2008, 436-443. 26. Muris, P. , Heiden, S. van der, Rassin, E.G.C. (2008). Disgust sensitivity and psychopathological symptoms in non-clinical children. Journal of Behavior Therapy and Experimental Psychiatry, 39, 14 pp., 133-146 27. Pacces, A.M. (2008). "The Good, the Bad and the Ugly." Private Benefits of Control and their Regul Implications. Corporate Ownership & Control, 5(4), 477-491. 28. Rassin, E.G.C. (2008). Individual differences in the susceptibility to confirmation bias. Netherlands j of psychology, 64, 7 pp., 87-93 29. Rassin, E.G.C. , Muris, P. , Franken, I.H.A. , Straten, M. van (2008). The feature-positive effect and hypochondriacal concerns. Behaviour Research and Therapy, 2008(47), 7 pp., 263-269 30. Rassin, E.G.C. , Muris, P. , Booster, E.M.L. , Kolsloot, I. (2008). Indecisiveness and informational tu vision. Personality and Individual Differences, 45, 7 pp., 96-102 31. Visscher, L.T. (2008). De omvang van het smartengeld vanuit rechts- en gezondheidseconomisch perspectief. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 247-254.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
23
32. Visscher, L.T. (2008). Schadevergoeding voor slachtoffers in het strafproces vanuit rechtseconomisch oogpunt. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 194-201. 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1.
Bergh, R.J. Van den (2008). Verso una migliore regolazione europea delle professione legali. Mercato Concorrenza Regole, 2008, 41-74.
2.
Boom, W.H. van (2008). Inpassing en handhaving van de Wet oneerlijke handelspraktijken. Tijdschrift voor consumentenrecht & handelspraktijken, 2008(1), 4-24.
3.
Bruggeman, V., Faure, M.G. & Haritz, M. (2008). Schadenersatz für Opfer von Naturkatastrophen - Ein Vergleich zwischen Belgien und den Niederlanden. Vierteljahrshefte zur Wirtschaftsforschung, 2008, 18-43.
4.
Camesasca, P.D.N., Hugmark, K. & Daems, I. (2008). The 2008 Settlement Notice: will the Commission make it work? Global Competition Policy, 2008(2).
5.
Faure, M.G. (2008). Towards a maximum harmonization of consumer contract law? Maastricht Journal of European and Comparative Law, 15(4), 433-445.
6.
Lindenbergh, S.D. (2008). Vaststelling van letselschade; veel aandacht voor een fictieve toekomst, weinig voor daadwerkelijke financiële zekerheid. Maandblad voor vermogensrecht, 2008, 118-124.
7.
Pacces, A.M. (2008). Fondamenti economici della responsabilità (prima parte) [The Economic Foundations of Legal Liability (Part I)]. Danno e Responsabilità, 2008(1), 101-109.
8.
Pacces, A.M. (2008). Fondamenti economici della responsabilità (seconda parte) [The Economic Foundations of Legal Liability (Part II)]. Danno e Responsabilità, 2008(2), 225-237.
9.
Pape, S.B. (2008). Een Nederlande alcoholwaarschuwing: nodig of overbodig? Tijdschrift voor consumentenrecht & handelspraktijken, 2008(2), 64-75.
10. Rassin, E.G.C. (2008). De juiste keuze. In W.H. van Boom, I. Giesen & A.J. Verheij (Eds.), Gedrag en privaatrecht: Over gedragspresumptie en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken (pp. 65-81). Den Haag: Boom juridische uitgevers. 1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.
Boom, W.H. van, Dijkshoorn, W. & Tuil, M.L. (Eds.). (2008). Autonomie en paternalisme in het privaatrecht. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
2.
Boom, W.H. van, Giesen, I. & Verheij, A.J. (Eds.). (2008). Gedrag en privaatrecht. Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken. Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
3.
Faure, M.G. & Song, Y. (Eds.). (2008). China and International Environmental Liability. Legal Remedies voor Transboundary Pollution (New Horizons in Environmental Law). Cheltenham: Edward Elgar.
4.
Faure, M.G. & Peeters, M. (Eds.). (2008). Climate change and European emmissions trading. Lessons for theory and practice. Cheltenham: Edward Elgar.
5.
Faure, M.G. & Stephan, F. (Eds.). (2008). Essays in the law and Economics of Regulation. In Honour of Anthony Ogus. Antwerpen: Intersentia.
6.
Hesen, G.G., Lindenbergh, S.D. & Maanen, G.E. van (Eds.). (2008). Schadevaststelling en de rol van de deskundige. Deventer: Kluwer.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
24
1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1.
Arcuri, A., Woerdman, E. & Clò, S. (2008). European Emmissions Trading and the Polluter-Pays Principle: Assessing Grandfathering and Over-allocation. In M. Faure & M. Peeters (Eds.), Climate Change and European Emissions Trading: Lessons for Theory and Practice (pp. 128-150). Cheltenham: Edward Elgar.
2.
Bacharias, Y., Lindenbergh, S.D. & Mascini, P. (2008). Preventie van arbeidsuitval in arbeidsomstandighedenbeleid en civiele aansprakelijkheid. In W.H. van Boom, I. Giesen & A.J. Verheij (Eds.), Gedrag en privaatrecht, Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken (Boom Masterreeks) (pp. 283-301). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
3.
Bergh, R.J. Van den (2008). Enforcement of Consumer Law by Consumer Associations. In M. Faure & F. Stephen (Eds.), Essays in the law and Economics of Regulation. In Honour of Anthony Ogus (pp. 279-305). Antwerpen: Intersentia.
4.
Bergh, R.J. Van den (2008). Il principio di sussidiarietà preso sul serio: criteri economici per l'esesizio di competenze regolamentari nell' Unione europea. In S. Baroncelli (Ed.), Il ruolo del Governo nella formazione e applicazione del diritto dell' Unione Europea. Le particolarità di un sistema constituzionale multilivello (pp. 21-39).
5.
Bergh, R.J. Van den & Visscher, L.T. (2008). Optimal Enforcement of Safety Law. In R.V. de Mulder (Ed.), Mitigating Risk in the Context of Safety and Security. How relevant is a rational approach? (pp. 2962). Rotterdam: Erasmus University.
6.
Bergh, R.J. Van den (2008). Towards Beneficial Competition in the Legal Professions: Lessons form England/Wales and the Netherlands. In T Eger, J. Bigus, C. Ott & G. Von Wangenheim (Eds.), Internationalization of the Law and its Economic Analysis (pp. 387-396). Wiesbaden: Gabler.
7.
Boom, W.H. van, Dijkshoorn, W. & Tuil, M.L. (2008). Autonomie en paternalisme: een inleiding; Autonomie en paternalisme: afsluitende observaties. In W.H. van Boom, M.L. Tuil & W. Dijkshoorn (Eds.), Autonomie en paternalisme in het privaatrecht (pp. 1-4/251-259). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers.
8.
Boom, W.H. van (2008). European Tort Law - An Integrated or Compartmentalized Approach? In Antoni Vaqeur (Ed.), European Private Law Beyond the Common Frame of Reference - Essays in Honour of Reinhard Zimmerman (pp. 133-149).
9.
Boom, W.H. van, Giesen, I. & Verheij, A.J. (2008). Gedrag en privaatrecht: inleiding en verantwoording. In W.H. van Boom, I. Giesen & A.J. Verheij (Eds.), Gedrag en privaatrecht. Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken (Boom masterreeks) (pp. 19-48). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
10. Boom, W.H. van (2008). Insurance Law en Economics: an empirical perspective. In M.G. Faure & F. Stephen (Eds.), Essays in the Law and Economics of Regulation - in Honour of Anthony Ogus (pp. 253276). Antwerpen/Oxford/Portland: Intersentia. 11. Boom, W.H. van & Pinna, A.P. (2008). Le droit de la responsabilité civile de demain en Europe.Questions choisies. In Bénédict Winiger (Ed.), La responsabilité civile européenne de demain - Projets de révision nationaux et principes européens (Colloque international à l'Université de Genève) (pp. 261-277). Genève: Schulthess. 12. Faure, M.G. (2006). The Netherlands. In H. Koziol & B.C. Steininger (Eds.), European Tort Law 2006 (pp. 338-360). Wien / New York: Springer.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
25
13. Faure, M.G. & Betlem, G. (2008). Applying national liability law to transboundary pollution: some lessons from Europe and the United States. In M.G. Faure & Y. Song (Eds.), China and International Environmental Liability. Legal Remedies for Transboundary Pollution (New Horizons in Environmental Law) (pp. 129-191). Cheltenham: Edward Elgar. 14. Faure, M.G. (2008). Onbegrensd toezicht?. Toezicht op markt en mededinging (Justitiële Verkenningen), WODC, (Eds.)(08), 20 pp., 84-104, Boom Juridische Uitgevers: Den Haag 15. Faure, M.G. & Song, Y. (2008). Comparative and concluding remarks. In M.G. Faure & Y. Song (Eds.), China and International Environmental Liability. Legal Remedies for Transboundary Pollution (New Horizons in Environmental Law) (pp. 335-347). Cheltenham: Edward Elgar. 16. Faure, M.G. & Peeters, M. (2008). Concluding remarks. In M.G. Faure & M. Peeters (Eds.), Climate change and European emmissions trading. Lessons for theory and practice (pp. 365-386). Cheltenham: Edward Elgar. 17. Faure, M.G. (2008). De moeizame weg naar een Europees milieustrafrecht. In Vereniging voor Milieurecht, Ontwikkelingen in het Europese milieustrafrecht (pp. 89-111). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 18. Faure, M.G. & Visscher, L.T. (2008). De rol van de deskundige bij schadevaststelling vanuit rechtseconomisch perspectief. In G.G. Hesen, S.D. Lindenbergh & G.E. van Maanen (Eds.), Schadevaststelling en de rol van de deskundige (pp. 215-243). Deventer: Kluwer. 19. Faure, M.G. & VandenBorre, T. (2008). Economic analysis of the externalities in nuclear electricity production: the US versus the international nuclear liability scheme. In Nuclear Inter Jura 2007. Proceedings Actes du Congrès 1-4 Octobre 2007 Bruxelles (pp. 423-482-Session II). Brussels: Etablissemant Emile Bruylaerts SA. 20. Faure, M.G. (2008). Environmental rules versus standards for developing countries; learning from Schäfer. In Th. Eger, J. Bigus, C. Ott & G. Von Wangenheim (Eds.), Internationalization of the Law and its Economic Analysis (pp. 735-746). Wiesbaden: Gabler Edition Wissenschaft. 21. Faure, M.G., Philipsen, N.J. & Fernhout, F.H. (2008). Het schaderegelingsproces vanuit rechtseconomisch perspectief. In De kosten van het geschil (Letselschadereeks, 19) (pp. 65-92). Den Haag: Sdu. 22. Faure, M.G. & Boom, W.H. van (2008). Hoe houdbaar zijn gedragsveronderstellingen in verzekeringsrecht en -economie? In W.H. van Boom, I. Giesen & A.J. Verheij (Eds.), Gedrag en privaatrecht. Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken (Boom masterreeks) (pp. 305339). Den Haag: Boom Juridische uitgevers. 23. Faure, M.G. & Peeters, M. (2008). Introduction. In M.G. Faure & M. Peeters (Eds.), Climate change and European emissions trading. Lessons for theory and practice (pp. 3-13). Cheltenham: Edward Elgar. 24. Faure, M.G. (2008). Legal Harmonisation form the Perspective of the Economic Analysis of Law. In M.G. Faure, H. Koziol & S. Puntscher-Riekmann (Eds.), Vereintes Europa - Vereinheitlichtes Recht? (pp. 11-46I). Wien: Verlag der Österreichischen Akademie der Wissenschaften. 25. Faure, M.G. & Tilindyte, L. (2008). Towards an effective enforcement of occupational health and safety regulation. In M. Faure & F. Stephan (Eds.), Essays in the Law and Economics of Regulation. In Honour of Anthony Ogus (pp. 325-346). Antwerpen: Intersentia. 26. Lindenbergh, S.D. (2008). Schadevaststelling en de rol van de deskundige. In G.E. van Maanen, S.D. Lindenbergh & G.G. Hesen (Eds.), Serie Recht en Praktijk. Deventer: Kluwer.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
26
27. Lindenbergh, S.D. (2008). Vaststelling van schade en de rol van de deskundige daarbij. In G.G. Hesen, S.D. Lindenbergh & G.E. van Maanden (Eds.), Schadevaststelling en de rol van de deskundige (pp. 1-14). Deventer. 28. Ogus, A.I. (2008). Economics and the Design of Regulatory Law. In S.F. Copp (Ed.), The Legal Foundations of Free Markets (pp. 104-126). Institute of Economic Affairs. 29. Ogus, A.I. (2008). Regulatory Arrangements in Developing Countries. In T. Eger, J. Bigus, C. Ott & G. von Wangenheim (Eds.), Internationalization of the Law and its Economic Analysis (pp. 721-734). Gabler. 30. Ogus, A.I. (2008). The Economic Basis of Damages for Breach of Contract: Inducement and Expectation. In R. Cunnington & D. Saidov (Eds.), Contract Damages: Domestic and International Perspectives (pp. 125138). Hart. 31. Pape, S.B. (2008). Productwaarschuwingen: psychologische lessen voor een jurist. In W.H. van Boom, I. Giesen & A.J. Verheij (Eds.), Gedrag en Privaatrecht - Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken (pp. 245-282). 32. Rassin, E.G.C. (2008). De psycholoog als forensisch expert. In A.P.A. Broeders & E.R. Muller (Eds.), Forensische wetenschap: Studies over forensische kennis en organisatie (pp. 101-120). Deventer: Kluwer. 33. Rassin, E.G.C. (2008). De juiste keuze. Gedrag en privaatrecht: Over gedragspresumptie en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken, Boom, W.H. van, Giesen, I. , Verheij, A.J. (Eds.), 65-81, Boom juridische uitgevers: Den Haag, ISBN: 9789054549871 34. Verheij, A.J., Giesen, I. & Boom, W.H. van (2008). Afsluitende observaties. In W.H. van Boom, I. Giesen & A.J. Verheij (Eds.), Gedrag en privaatrecht. Over gedragspresumpties en gedragseffecten bij privaatrechtelijke leerstukken (Boom masterreeks) (pp. 601-612). Den Haag: Boom Juridische uitgevers.
Vakpublicaties 2.1 Monografieëen en handboeken 1.
Lindenbergh, S.D. (2008). Schadevergoeding: algemeen, deel 1 (Monografieën nieuw BW. B-serie, 34). Deventer: Kluwer.
2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2.3 Artikelen 1.
Bergh, R.J. Van den (2008). The impact of Guido Calabresi on Law and Economics Scholarship. Erasmus Law Review, 1-6.
2.
Bergh, R.J. Van den (2008). Consumentenbescherming. In W.C.T. Weterings (Ed.), De economische analyse van het recht (Schoordijk Inst. - Company Law) (pp. 119-140). Meppel: Boom.
3.
W.H. van Boom, W. Dijkshoorn en M.L. Tuil, ‘Autonomie en paternalisme: een inleiding’, in: W.H. van Boom, M.L. Tuil en W. Dijkshoorn (red.), Autonomie en paternalisme in het privaatrecht, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008, p. 1-4.
4.
Boom, W.H. van (2008). Beleggingspolissen en consumentengedrag: van free lunch naar iustum pretium? Tijdschrift voor consumentenrecht & handelspraktijken, 2008(2), 61-63.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
27
5.
Boom, W.H. van (2008). Oneerlijke handelspraktijk is onrechtmatige daad. Maar wat schieten we daar mee op? Nederlands Tijdschrift voor Burgerlijk Recht (NTBR), 2008(3, nr. 15), 125.
6.
Boom, W.H. van (2008). [Bespreking van het boek Toegang tot het recht bij massaschade, dissertatie Universiteit van Tilburg 2007, handelseditie verschenen in de serie Recht en Praktijk, Kluwer, nr. 150]. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2008(6740), 97-106.
7.
Camesasca, P.D.N. (2008). With the Facts at Hand, the New MTS Guidelines Should Be Welcomed Rather Than Feared. Lloyd's List, 13(13 September 2008) Cayseele, P. Van,
8.
Faure, M.G. & Hartlief, T. (2008). The Netherlands. In H. Koziol & B.C. Steininger (Eds.), European Tort Law 2006 (Tort and Insurance Law, Yearbook) (pp. 338-360). Wien New York: Springer.
9.
Faure, M.G. (2008). Een taak voor Europa inzake nucleaire aansprakelijkheid? Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2(2008), 55.
10. Faure, M.G. & Stephen, F. (2008). Editorial Introduction. In M.G. Faure & F. Stephen (Eds.), Essays in the Law and Economics of Regulation. In Honour of Anthony Ogus (pp. 1-17). Antwerpen: Intersentia. 11. Faure, M.G. (2008). Onbegrensd toezicht? In WODC (Ed.), Toezicht op markt en mededinging (Justitiële Verkenningen) (6, 08) (pp. 84-104). Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. 12. Giard, R.W.M. (2008). Justitiële dwalingen: hoe moet je van die fouten leren? Expertise en Recht, 2008(5), 141-144. 13. Giard, R.W.M. (2008). Redactioneel: Mentale misleidingen. Expertise en Recht, 2008(4), 105-107. 14. Giesen, I. & Lindenbergh, S.D. (2008). PETL: Epiloog. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2008(32), 228-229. 15. Kerkmeester, H.O. & Visscher, L.T. (2008). Katernbijdrage 'Rechtseconomie'. Ars Aequi Katern, 109(december), 6160-6161. 16. Kerkmeester, H.O. & Visscher, L.T. (2008). Katernbijdrage 'Rechtseconomie' (Katern 107). Ars Aequi Katern, 2008(juni), 6062-6063. 17. Klik, P. (2008). Geen recht op gebruiksvergoeding voor de verkoper bij vervanging. Enkele kanttekeningen bij het Quelle-arrest. Tijdschrift voor consumentenrecht & handelspraktijken, 6(4), 4 pp., 229-232 18. Lindenbergh, S.D. (2008). Moord en doodslag in het aansprakelijkheidsrecht. Ars Aequi, 57(9), 598-599. 19. S.D. Lindenbergh, Bewerking losbladige Schadevergoeding, Inleiding, art. 95, 96, 97, 100, 106, 110 20. Lindenbergh, S.D. (2008). Schending van een verzekeringsplicht als grond voor aansprakelijkheid, HR 0102-2008, RvdW 2008, 178 (Kooiker/Taxicentrale Nijverdal). Ars Aequi, 2008(oktober), 735-742. 21. Lindenbergh, S.D. (2008). Smartengeld voor naasten: de rechter heeft zijn werk gedaan en de rechter moet de klus afmaken. Aansprakelijkheid Verzekering en Schade (AV&S), 2008(36), 255-263. 22. Lindenbergh, S.D. (2008). Bewerking losbladige Schadevergoeding, Inleiding, art. 95, 96, 100, 106, 110. In A.T. Bolt (Ed.), Schadevergoeding. Deventer: Kluwer. 23. Lindenbergh, S.D. (2008). Bewerking losbladige Zakelijke rechten, Burenrecht. In W.M. Kleijn & A.A. van Velten (Eds.), Losbladige Zakelijke Rechten. Deventer: Kluwer. 24. Moncada Castillo, M.D.C. & Boom, W.H. van (2008). Economic Loss caused by GMO's in The Netherlands. In B.A. Koch (Ed.), Economic Loss Caused by Genetically Modified Organisms - Liability and Redress for the Adventitious Presence of GMO's in Non-GM Crops (Tort and Insurance Law, 24) (pp. 347360). Vienna / New York: Springer.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
28
25. Ogus, A.I. (2008). 'Command and control regulation' and 'Licensing as consumer protection'. In P. Cane & J. Conaghan (Eds.), The New Oxford Compansion to Law (pp. 160-161; 733-734). Oxford University Press. 26. Rassin, E.G.C. (2008). De hand in eigen boezem: Vier hindernissen voor de forensische psychologie. De Psycholoog, 2008(43), 462-469. 27. Rassin, E.G.C. (2008). De waarheid. Bespreking van T. Derksen, het OM in de fout: 94 structurele missers. De Psycholoog, 2008(43), 486-488. 28. Rassin, E.G.C. (2008). Sickesz vs. de Vereniging van Kwakzalverij: Een illustratie van het belang van de empirische wetenschap in de rechtsgeleerdheid. Expertise en Recht, 2008(1), 3-8. 2.4 Annotaties 1.
Boom, W.H. van (2008).Noot bij : Hoge Raad (26-01-2007), (Ontvanger van de Belastingdienst OostBrabant/Coöperatieve groente- en fruitveiling vereniging 'Kerseboom'.). Ars Aequi 2008-1, p.44-49.
2.
Boom, W.H. van (2008).Noot bij : HR (18-01-2008), C06/111HR, (Een juridisch advies over Paulianeus handelen, LJN: BB5067 (Advocaat S/Brouwer)). Ars Aequi 2008-oktober, p.726-734.
3.
Boom, W.H. van (2008).Noot bij : Rechtbank 's-Hertogenbosch, sector kanton (26-03-2008), LJN BC8096, (X / Dexia Bank). Jurisprudentie onderneming en recht (JOR) 2008-163.
4.
Boom, W.H. van (2008).Noot bij : Gerechtshof Amsterdam (16-09-2008), LJN BF0810, (Aandelenlease. Massaschadeafwikkeling. (nr. 104.003.148)). Ja 2008-10 nr. 158.
5.
Lindenbergh, S.D. (2008).Noot bij : Hoge Raad (09-11-2007), (Olie op het vuur, RvdW 2007, 960 (Groot Kievitsdal)). Ars Aequi 2008-, p.358-361.
6.
Lindenbergh, S.D. (2008).Noot bij : HR (01-02-2008), RvdW 2008, 178, (Schending van een verzekeringsplicht als grond voor aansprakelijkheid (Kooiker / Taxicentrale Nijverdal). Ars Aequi 2008oktober, p.735-742.
7.
Zalm, I. van der & Lindenbergh, S.D. (2008).Noot bij: HR (11-07-2008), RvdW 2008, 724, (Abstractie bij overlijdensschade). MvV 2008-, p.235-239.
Self Assessment ‘Behavioural Approaches’
29
Onderzoeksprogramma F. Fiscale autonomie en haar grenzen Programmaleider: Prof. Mr. Drs. H.P.A.M. van Arendonk
FISCALE AUTONOMIE EN HAAR GRENZEN. GRENZELOOS BELASTINGRECHT IN DE 21E EEUW
Inhoudsopgave 1. Algemene gegevens
1
2. Inhoudelijke beschrijving van het programma
2
3. Oriëntatie en methode
4
4. Onderzoeksresultaten
5
5. Onderzoekers
8
6. Reputatie
10
7. Leiderschap
11
8. Maatschappelijke relevantie
11
9. Scouting en personeelsbeleid
12
10. Sterkte-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode
12
Annex Tabel 1 - 5
14
FISCALE AUTONOMIE EN HAAR GRENZEN. GRENZELOOS BELASTINGRECHT IN DE 21E EEUW Zelfstudie onderzoeksprogramma (2006-2008)
1. Algemene gegevens
Titel onderzoeksprogramma Fiscale autonomie en haar grenzen. Grenzeloos belastingrecht in de 21e eeuw.
Programmaleider Prof.mr.drs. H.P.A.M. van Arendonk
Startdatum 1 januari 2008
Geplande looptijd 1 januari 2013
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
1
2. Inhoudelijke beschrijving van het programma Historie Het onderzoek van de sectie belastingrecht was altijd sterk gericht op de fiscale aspecten van rechtsvormen. Vanuit die achtergrond is aansluiting gezocht bij het onderzoeksprogramma Lex Mercatoria, maar het fiscale onderzoek was daarin niet goed inpasbaar. Vervolgens bleek aansluiting bij andere onderzoeksprogramma’s niet realistisch. Daarop is besloten een eigen onderzoeksprogramma op te zetten. Als gevolg hiervan is dit onderzoeksprogramma pas in 2007 opgezet en eind 2007 door de faculteit goedgekeurd. Dit betekent dat het onderzoeksprogramma nog in opbouw is. Het gekozen thema ‘Fiscale autonomie en haar grenzen’ bouwt echter voort op het onderzoek van de sectie belastingrecht in de voorgaande jaren. De onderzoeksresultaten van die voorafgaande jaren zijn in dit verslag verwerkt, om daarmee inzichtelijk te maken hoe het onderzoek zich richting het thema heeft ontwikkeld. Het onderzoeksthema en -vraag In de tweede helft van de 20e eeuw is in Nederland sterk de nadruk gelegd op de fiscale autonomie. Aan het eind van de 20e eeuw zien we een kentering hierop ontstaan. Er zijn steeds meer en duidelijker invloeden waarneembaar van andere rechtsgebieden en andere disciplines. Enerzijds worden vanuit andere rechtsdisciplines grenzen gesteld aan de fiscale autonomie. Anderzijds stelt de regelgeving van andere c.q. hogere orde en ook van buiten het Nederlandse rechtssysteem grenzen aan de autonomie van het Nederlandse belastingrecht. Te denken valt aan verdragen als EVRM (Europees Verdrag van de Rechten van de Mens) of IVBPR (Internationaal Verdrag Inzake Burgerrechten en Politieke Rechten), maar ook vanuit het gemeenschapsrecht en belastingverdragen. Centrale vraag van het programma is welke invloeden van buitenaf werkzaam zijn geweest op het formele en materiële belastingrecht, dan wel in de toekomst daarop invloed zullen gaan hebben, tot welke gevolgen dat heeft geleid of mogelijk zal leiden. Omgekeerd gaat ook invloed uit van het belastingrecht op andere rechtsgebieden dan wel andere disciplines. Het gaat met andere woorden steeds om de wisselwerking tussen het fiscale domein en andere domeinen en wat de gevolgen daarvan zijn voor het belastingrecht. Doelstelling van het programma is om deze onderzoeksvraag uit te werken aan de hand van de volgende onderzoeksthema’s: - van autonoom fiscaal bestuursrecht naar algemeen bestuursrecht; - doorwerking gemeenschapsrecht en internationaal (belasting)recht; - lokale belastingheffing in de 21e eeuw - instrumentalisering. Van autonoom fiscaal bestuursrecht naar algemeen bestuursrecht De Algemene wet bestuursrecht (Awb) heeft grote betekenis gehad voor het fiscale bestuursrecht. Na een felle machtsstrijd is uiteindelijk de Awb ook als kaderwet gaan gelden voor het formele belastingrecht, waarbij overigens de nodige uitzonderingen105 in stand bleven. Vanaf 1 september 1999 is Hoofdstuk 8 Awb, het bestuursprocesrecht, van toepassing op de fiscale rechtsgang106. Hiermee worden dus duidelijke grenzen gesteld aan de autonomie van het formele belastingrecht door een andere discipline, namelijk het bestuursrecht. Het gevolg daarvan is dat voor de verdere rechtsontwikkeling van het formele belastingrecht grondige kennis van het
105
Deze uitzonderingen zijn opgenomen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (zie hierover Feteris, Formeel
belastingrecht, nr. 9 in de serie Fiscale Hand- en Studieboeken). 106
De afwijkingen zijn opgenomen in de Algemene wet inzake rijksbelastingen (zie hierover Pechler, Belastingprocesrecht,
Fiscale Monografieën nr. 107). Hiermee is een verdergaande aansluiting bij het algemene bestuursrecht bereikt.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
2
algemene bestuursrecht noodzakelijk is. Door deze dwarsverbanden kan ook onderlinge kruisbestuiving plaatsvinden. Per 1 januari 2005 is de rechtspraak in eerste aanleg ondergebracht bij de sector bestuursrecht van de rechtbanken. Zowel fiscaal juristen als algemeen bestuursrechtjuristen werken hierbij samen. Uit het evaluatieonderzoek van prof. Widdershoven blijkt reeds dat onderlinge kruisbestuiving plaatsvindt. De ontwikkeling van autonoom fiscaal bestuursrecht naar algemeen bestuursrecht is nog steeds gaande. Andere belangrijke ontwikkelingen zijn de automatisering en de betekenis daarvan voor het formele belastingrecht en het (fiscale) boeterecht in relatie tot het (fiscale) strafrecht. Doorwerking gemeenschapsrecht en internationaal (belasting)recht Aan het eind van de 20e eeuw krijgt de Europese samenwerking steeds duidelijker gestalte. De nationale markten gaan meer en meer op in de interne markt van de Europese Gemeenschap. Deze ontwikkeling heeft grote betekenis voor het nationale belastingrecht. Er is een duidelijk merkbaar spanningsveld tussen de eisen die een interne markt stelt aan de nationale regelgeving en de nationale soevereiniteit op het terrein van de directe belastingen. De globalisering neemt nog steeds toe. Deze ontwikkeling beïnvloedt het nationale belastingrecht. Nederland met zijn open economie wil graag wereldwijd opereren. Dit impliceert tegelijk de noodzaak van een uitgebreid netwerk van belastingverdragen, zoals die gericht op voorkoming van dubbele belasting. Tegelijk is een eigen Europese ontwikkeling te zien. Ook hier is sprake van een spanningsveld tussen de vrijheid van landen/lidstaten van de EG om belastingverdragen te kunnen sluiten en de eisen die het nationale en het gemeenschapsrecht zullen stellen aan de inhoud van die belastingverdragen107. Lokale belastingheffing in de 21e eeuw De verdeling van belastingbevoegdheden tussen de nationale, de provinciale en de gemeentelijke overheden is al vele jaren onderwerp van strijd108. In welke mate dient een lokale overheid over eigen belastingmiddelen te beschikken om inhoud te kunnen geven aan lokale democratie? Anders gezegd: hoever gaat de lokale autonomie op dit terrein? En hoe is de Nederlandse situatie vergeleken met de andere lidstaten van de EU? Zijn er rechtsregels van hogere orde die invloed kunnen hebben op de fiscale autonomie van de lokale overheden? Mogen de verschillende overheidsniveaus over dezelfde typen belastingen beschikken, nu de wetgever aan lokale overheden een verbod op heffingen naar draagkracht heeft opgelegd? Wanneer moeten de lokale overheden gebruikmaken van publiekrechtelijke financiering als privaatrechtelijke financiering ook tot de mogelijkheden behoort? De in 1995 ingevoerde Wet waardering onroerende zaken had in oorsprong een beperkte werking. In de loop der tijd heeft deze wetgeving een veel ruimere werking in het fiscale domein gekregen, evenals een veel bredere maatschappelijke impact. Een voorbeeld daarvan is de vraag of aan de WOZ-gegevens een bredere maatschappelijke bekendheid kan/mag/moet worden gegeven en hoe dit zich verhoudt tot de privacywetgeving. Instrumentalisme Fiscale autonomie werd gekenmerkt door een focus op de eigen belastingstructuren. Op zich niet zo vreemd gezien de budgettaire functie van de belastingheffing. Vooral in de jaren negentig van de vorige eeuw kan een ontwikkeling worden geconstateerd waarbij de instrumentele functie van de belastingheffing sterk toeneemt. Een voorbeeld hiervan is de vergroening van het belastingstelsel. Deze ontwikkeling heeft bijgedragen aan meer
107 108
Zie hierover de intreerede van A.J.A. Stevens, Afschaffing van belastingverdragen, 27 juni 2006. Zie rapport Lokale belastingen in de 21e eeuw, Erasmus Studiecentrum Belastingen Lokale overheden (ESBL), 2001 in
opdracht van de VNG.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
3
openheid van het belastingrecht en aan een sterke beïnvloeding van dit rechtsgebied door andere domeinen. Er is nog steeds een dialoog gaande tussen de puristen en de instrumentalisten. 3. Oriëntatie en methode Interdisciplinair karakter Waar het merendeel van de grote stroom publicaties op fiscaal terrein positiefrechtelijk van aard is, zien de onderzoekers van het programma het als hun taak aandacht te besteden aan de wederzijdse beïnvloeding van fiscaal recht met andere rechtsgebieden en met andere wetenschappelijke disciplines. In plaats van technische verhandelingen over specifieke rechtsregels en uitgebreide commentaren op uitspraken van belastingrechters, streven zij naar diepergaande kennis van het eigen rechtsgebied, ook omdat daardoor oplossingen aangereikt kunnen worden, die anders buiten beeld zouden zijn gebleven. Doorgaans is er bij fiscaal jusristen weinig oog voor de betekenis van andere rechtsgebieden en de invloed van andere disciplines op het belastingrecht. De vergaande specialisaties op fiscaal terrein in de afgelopen jaren hebben deze ontwikkeling alleen maar versterkt. De onderzoekers van het programma keren zich tegen deze trend. De onderzoekers aan het programma hebben allemaal een opleiding tot fiscaal-jurist dan wel ook fiscaaleconoom gevolgd. Gezien de samenstelling van de onderzoeksgroep is een groot deel van het onderzoek klassiek juridisch van aard. Er wordt gebruik gemaakt van bronnenmateriaal zoals wetgeving (nationaal dan wel EGregelgeving), verdragen, rechtspraak (nationale rechtspraak, rechtspraak Hof van Justitie EG (HvJ EG) en Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM) en literatuur. Gezien de doelstelling van het onderzoeksprogramma staan de onderzoekers open voor een interdisciplinaire dan wel multidisciplinaire benadering. De onderzoekers verdiepen zich in andere rechtsgebieden om via een rechtsvergelijkende benadering tot oplossingen te komen. Er zijn onderwerpen waar kennis van andere, niet-juridische wetenschappen, noodzakelijk is. Bijvoorbeeld vanuit de economische wetenschappen en het jaarrekeningenrecht (International Financial Reporting Standards: IFRS). Ook daarom vindt samenwerking plaats met onderzoekers uit andere disciplines. Kwaliteit output Het onderzoeksprogramma produceert vooral proefschriften, boeken en wetenschappelijke publicaties. In de boeken wordt een bepaald thema uitgewerkt. Een redactiecommissie met minimaal twee hoogleraren draagt zorg voor de kwaliteitsbewaking. Al naar gelang het thema kan sprake zijn van een interdisciplinaire dan wel multidisciplinaire onderzoeksbenadering of een rechtsvergelijkende onderzoeksmethode. Met name bij het thema ‘doorwerking van het gemeenschapsrecht c.q. internationaal (belasting)recht in de nationale rechtsorde’ gaat het veelal om Engelstalige publicaties. Ook proefschriften worden veelal geschreven in het Engels. Naast de boeken worden de deelnemers in het programma gestimuleerd om wetenschappelijke artikelen te schrijven in tijdschriften met peer review. Alle gepromoveerde onderzoekers binnen dit programma voldoen aan de Sanderskwalificatie. Nauwlettend wordt gevolgd dat de medewerkers/onderzoekers binnen de gestelde tijdelijke aanstellingstermijn hun proefschrift afronden. De programmaleider beoordeelt of een publicatie binnen het onderzoeksprogramma past. Publicaties van onderzoekers worden meegelezen door andere leden van de onderzoeksgroep. De conceptteksten van proefschriften worden door meerdere hoogleraren van de onderzoeksgroep becommentarieerd.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
4
4. Onderzoeksresultaten Het onderzoeksprogramma is officieel per 1 januari 2008 gestart. Zoals hiervoor is aangegeven is in de jaren voor 2008 onderzoek verricht dat is onder te brengen in de vier genoemde onderzoeksthema’s. Rond deze onderzoeksthema’s is het programma gebouwd. Bij de onderzoeksresultaten komen daarom ook resultaten van voor 2008, die passen bij de onderzoeksthema’s, en die kunnen worden beschouwd als ‘voorstudies’ voor het programma, aan bod. Tevens wordt een inkijk geboden in lopende onderzoeken. Resultaten ‘autonoom fiscaal bestuursrecht naar algemeen bestuursrecht’ Rapport Feteris/Pechler De evaluatie van het herziene fiscale procesrecht (2004) geeft de resultaten weer van onderzoek verricht in opdracht van het WODC. In dit onderzoek is de aanpassing van het fiscale procesrecht aan het algemene bestuursprocesrecht (na 1 september 1999) geëvalueerd met daarin voorstellen tot verbeteringen. In het proefschrift van Van der Wal Vertegenwoordiging en bijstand in belastingzaken (2005) staat de wisselwerking centraal tussen Awb, BW, EVRM, strafrecht en belastingrecht bij vertegenwoordiging en bijstand in belastingzaken.109 In 2008 is het promotieonderzoek afgerond van Van der Wiel-Rammeloo De dienstbetrekking in drievoud110. Vanuit de rechtsgebieden civiel recht, belastingrecht en sociaal verzekeringsrecht wordt de inhoud van het begrip ’dienstbetrekking’ bepaald. Onderzocht is waar de overeenkomsten en verschillen zitten. Verder is de rechtspraak op deze drie rechtsgebieden aan de orde gesteld: de verschillende benaderingen en hoe eenheid daarin gebracht kan worden. Ook is aandacht besteed aan het gemeenschapsrecht op dit terrein en de doorwerking daarvan naar de nationale rechtsorde. Proefschrift van Van den Ban De rechterlijke toetsing van WOZ-waarden, een studie naar de werking van de Wet WOZ en de rechtsbescherming door de gerechtshoven bij WOZ-beschikkingen111. In dit proefschrift staat met name de rechterlijke taak centraal (belastingrechter versus bestuursrechter) en in hoeverre die taak op het terrein van geschillen m.b.t. WOZ-beschikkingen -gelet op uitgangspunten als effectiviteit en rechtsbescherming- voor de burger verder verbeterd kan worden. Momenteel richt het onderzoek van het programma zich voor dit thema op de volgende onderwerpen: - De vaststelling en beoordeling van de grenzen die het recht stelt aan de uitoefening van controlebevoegdheden, in het bijzonder de grenzen die het EVRM, de beginselen van behoorlijk bestuur en behoorlijk procesrecht daaraan stellen (promotieonderzoek Wijsman; promotor Feteris). - De grenzen van horizontaal toezicht binnen de rechtsbetrekking tussen fiscus en belastingplichtige en wat deze ontwikkeling betekent voor het huidige formele belastingrecht (promotieonderzoek Oenema; pomotor Feteris). - De samenloop in het fiscale strafrecht en boeterecht in Nederland en enige Europese landen, oplossingsmethoden om ongewenste samenloop tegen te gaan in het licht van rechtszekerheid en rechtsbescherming (promotieonderzoek De Haas; promotor De Bont). - Onderzoeksproject ‘Formeel belastingrecht in de 21e eeuw’ (projectleiders: De Bont en Feteris). In de jaren negentig is de Awb ook van toepassing geworden voor de fiscaliteit, met de nodige uitzonderingen die zijn
109
Buitenpromovendus. Promotor Feteris. Vertegenwoordiging en bijstand in belastingzaken, Fiscale Monografieën nr. 117,
2005. 110
Tot 2006 verbonden aan de sectie belastingrecht daarna raadsheer Hof Arnhem. Promotor Van Arendonk; promotie 16
november 2008, Fiscale Monografieën nr. 127. 111
Buitenpromovendus; promotor Monsma. Promotie 19 maart 2009, verschenen in de serie Fiscale Monografieën nr. 130.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
5
geregeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Gaandeweg is de overtuiging gegroeid dat de belastingdienst conform de Awb dient te opereren. De vraag is of de nog bestaande verschillen gerechtvaardigd kunnen worden door de eigen aard van het belastingrecht, zodat fiscale autonomie aldaar gehandhaafd moet worden. Een ander aspect waar de fiscaliteit mee worstelt is de geweldige automatisering van de heffings- en invorderingsprocessen, en of de formeel-rechtelijke regelingen daarmede nog wel in de pas lopen. De vraag is derhalve of een modernisering van het formele belastingrecht niet noodzakelijk is gezien de technologische ontwikkelingen. De projectleiders zijn op dit moment bezig met het in kaart brengen van de problematiek om vervolgens concrete uitwerking aan dit thema te kunnen geven. Resultaten ‘doorwerking gemeenschaprecht/internationaal(belasting)recht’ Proefschrift Engelen Interpretation of tax treaties under international law (2004)112. Engelen vertrekt vanuit het Verdrag van Wenen en onderzoekt de betekenis van dit verdrag bij de uitleg van belastingverdragen. In hoeverre kan uitleg van belastingverdragen nog autonoom plaatsvinden en in hoeverre wordt door internationaal recht (volkenrecht) grenzen gesteld aan de uitleg van belastingverdragen? Proefschrift De Graaf De invloed van het EG-recht op het internationaal belastingrecht: beleids- en marktintegratie (2004)113. De Graaf heeft de invloed onderzocht van het gemeenschapsrecht op het internationaal belastingrecht en belastingverdragen. Hebben de lidstaten op grond van het gemeenschapsrecht nog wel de bevoegdheid om belastingverdragen te sluiten en zo ja, aan welke grenzen zijn zij daarbij gebonden op grond van dat gemeenschapsrecht? Proefschrift Kuldkepp Tax policy of Estonia in the framework of the EU-integration (2005)114. In dit onderzoek is de invloed van de toetreding van Estland op de nationale fiscale wetgeving onderzocht. Van Arendonk, Engelen en Jansen (Eds) A tax globalist, essays in honour of Maarten J. Ellis (2005). Bevat vele bijdragen van Nederlandse en buitenlandse wetenschappers op het terrein van het internationaal belastingrecht en het Europees belastingrecht. Proefschrift Molenaar Taxation of international performing artists (2006)115. Molenaar gaat in op de betekenis van het OESO-modelverdrag voor het verdragsbeleid van landen en op de betekenis daarvan op het gebied van internationaal werkende artiesten. Proefschrift Pötgens Income from international private employment (2007)116. Pötgens heeft een standaardwerk geschreven op het terrein van de belastingheffing van werknemers in internationale situaties. Het onderzoek richt zich op de inhoud van art. 15 OESO-modelverdrag, hoe de landen daarmee omgaan in hun verdragsbeleid en hoe de rechters in verschillende landen daaraan uitleg geven. Proefschrift Fibbe EC law aspects of hybrid entities (2009)117. Fibbe heeft onderzocht hoe hybride entiteiten in het kader van het internationaal belastingrecht en het gemeenschapsrecht behandeld worden en daarbij onderzocht of de leer van de wederzijdse erkenning een oplossing biedt voor de fiscale kwalificatie van hybride
112
Promotor Ellis. Uitgegeven in de Doctoral Series IBFD Amsterdam nr. 7, 2004. Het proefschrift werd bekroond met eervolle
vermelding in het kader van de Mitchell B. Caroll-price van de International Fiscal Association. 113
Promotor Ellis. Uitgegeven in de serie Fiscale Monografieën nr. 112, 2004.
114
Buitenpromovendus, gefinancierd door de Europese Commissie,. Promotor Van Arendonk, copromotor Van der Hoek.
Promotie 29 september 2005. 115
Buitenpromovendus; promotor Ellis. Uitgegeven in de Doctoral Series IBFD Amsterdam nr. 10, 2006.
116
Buitenpromovendus; promotor Ellis. Uitgegeven in de Doctoral Series IBFD Amsterdam nr. 12, 2007.
117
Promotor Jansen. Uitgegeven in de Doctoral Series IBFD Amsterdam ,nr.15, 2009. Promotie 2 april 2009. Dit proefschrift is
het vierde Rotterdamse proefschrift van de 15 in deze serie uitgegeven proefschriften.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
6
entiteiten. Aangezien dat niet het geval is, heeft hij een concepttekst ‘Richtlijn voor de fiscale kwalificatie van hybride entiteiten’ voorgesteld.118 Voor dit thema richt het huidige onderzoek zich op de volgende onderwerpen: - De belastingheffing van dividendinkomen van natuurlijke personen en de invloed daarop van het internationaal belastingrecht en EG-recht (promotieonderzoek Nijkeuter; promotor Van Arendonk). - Onderzoek naar de betekenis van art. 18 EG voor de fiscaliteit en de relatie tussen art. 18 EG en de andere verdragsvrijheden. Het burgerschap van de Unie richtte zich primair op de al of niet belemmerende werking in de immigratiestaat, de enge werking (promotieonderzoek Ros; promotor Van Arendonk). - Op grond van de jurisprudentie van het HvJ EG is discutabel of lidstaten nog wel bronheffingen kunnen toepassen en de vraag is wat dit betekent voor het fiscale beleid van de lidstaten (promotieonderzoek Evers; promotor Stevens, copromotor De Graaf). - Internationale organisaties hebben vaak eigen fiscale regelingen voor hun ambtenaren. Wat is de reikwijdte van deze internationale regelingen en hoe verhouden deze zich tot het nationale belastingrecht? (promotieonderzoek Van Velzen; promotor A.J.A. Stevens). - Wat is de reikwijdte van artikel 21 in het OESO-Modelverdrag -het zgn. restartikel- en hoe gaan de nationale rechters daar mee om? (promotieonderzoek Bosman, buitenpromovendus; promotor A.J.A. Stevens). - De betekenis van het vrije vestigingsrecht van art. 43 EG voor de MKB-ondernemer (Kok, buitenpromovendus; promotor Kogels). - Onderzoeksproject ‘Tax sovereignty in the European Union’ (projectleider Jansen). Op het terrein van directe belastingen zijn de lidstaten volgens het gemeenschapsrecht in beginsel nog soeverein. Toch dienen volgens het HvJ EG de lidstaten daarbij niet in strijd te handelen met het gemeenschaprecht. Aan de ene kant hebben lidstaten fiscale soevereiniteit, daar tegenover staat echter de doelstelling van de interne markt. De vraag is wat het effect is van de realisatie van de interne markt op de fiscale soevereiniteit van de lidstaten. Vanuit verschillende invalshoeken wordt door een tiental auteurs op deze problematiek ingegaan. Najaar 2009 dient dit project te zijn afgerond, zodat eind 2009/begin 2010 het boek gepubliceerd kan worden en hierover ook een congres kan worden gehouden. - Onderzoeksproject ‘Abuse of law‘ (projectleiders Jansen, Kogels en Albregtse; project in het kader van Europese Fiscale Studies). Misbruik van recht is een belangrijk onderwerp op meerdere rechtsgebieden. Dit thema heeft in het verleden veel aandacht gekregen in het belastingrecht. De laatste jaren heeft het HvJ EG meerdere arresten gewezen op dit terrein; het lijkt erop dat het Hof een eigen misbruikleer heeft ontwikkeld. Onderzocht zal worden wat de doorwerking van deze jurisprudentie naar het nationale recht van de lidstaten is of moet zijn. Resultaten ‘lokale belastingheffing in de 21e eeuw’ Publicatie Schep, Verbeek Bouwleges. Een fiscaaljuridische kijk op bouwgerelateerde, deel II van het Belastingoverzicht grote gemeenten 2005. Publicatie Schep Financiële exploitatie van de openbare ruimte, een vergelijkend onderzoek naar de heffing van precariobelasting en reclamebelasting enerzijds en privaatrechtelijke inkomsten anderzijds van grote gemeenten, (2007). Onderzoek verricht in opdracht van Belasting Overleg Grote Gemeenten (BOGG). Proefschrift Groenewegen Fiscale aspecten van gemeentelijke milieutaken (2009)119. Groenewegen onderzoekt de financiële relatie tussen het rijk en lokale overheden, met name in het kader van de vergroening
118 119
Dit proefschrift is beloond met de Mitchell B. Caroll prize 2009 van de de International Fiscal Association.
Promotor Van Arendonk. Promotie 26 maart 2009, verschenen in de serie Fiscaal Wetenschappelijke Reeks van SDU Den
Haag.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
7
van het gemeentelijke belastingstelsel. Welke mogelijkheden zijn er om tot een vergroening van het gemeentelijk belastingstelsel te komen? Bij dit thema wordt momenteel onderzoek gedaan naar de volgende onderwerpen: - De gemeentelijke baatbelasting. Dit is het klassieke middel om kostenverhaal voor gemeentelijke voorzieningen mogelijk te maken is. Als de privaatrechtelijke overeenkomst niet werkt, kan de publiekrechtelijke weg bewandeld worden. Er wordt onderzocht, mede in navolging van buitenlandse ervaringen of er ook andere publiek/private mogelijkheden zijn tot kostenverhaal van gemeentelijke voorzieningen (promotieonderzoek Schep; promotor Monsma). - Informatieverstrekking WOZ-gegevens aan derden en privacy. Onderzoek verricht door ESBLonderzoekers in opdracht van derden. Resultaten ‘instrumentalisering’ Het onderzoeksproject ‘De fiscale aspecten van de overdracht van ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf’(2002), in opdracht van de RZO. Het onderzoeksproject ‘Fiscale facilitering van het onderwijs’ (2003) in opdracht van het ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Proefschrift Kok Fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting (2006)120. Naast een technische beschrijving van dit onderwerp wordt deze fiscale rechtsfiguur vergeleken met andere reorganisatiefiguren. Het proefschrift van Groenewegen (2009) past eveneens binnen dit thema. Momenteel wordt voor dit thema onderzoek gedaan naar ‘neutraliteit’ (projectleiders Stevens en Van Sonderen). Wanneer de wetgever regels met een instrumentele functie in de wet opneemt, beoogt de wetgever geen neutrale werking met die regeling. In algemene zin echter hoort fiscale regelgeving zo neutraal mogelijk te werken. Wanneer geen sprake is van neutrale werking zal dat een bepaald gedrag van belastingsubjecten oproepen. Een fiscaal onderscheid maken naar gelang de rechtsvorm van ondernemingen beïnvloedt de keuze voor een bepaalde rechtsvorm. Deze problematiek kan zich op nationaal niveau voordoen maar ook op het niveau van de interne markt. BTW-regelingen die niet neutraal uitwerken, werken concurrentieverstorend en dat is strijdig met het BTW-karakter. De projectleiders zullen zich vooral richten op neutraliteit in de interne markt. De projectleiders zijn op dit moment bezig met een uiteenzetting over het neutraliteitsbeginsel in algemene zin, om vervolgens op basis daarvan de uitwerking van dit beginsel naar de verschillende fiscale gebieden vorm te geven. Dit najaar beogen de projectleiders een brainstormsessie te houden met de medeauteurs aan dit boek, zodat consensus ontstaat over de uitwerking van het thema. 5. Onderzoekers Deelnemers vanuit de sectie belastingrecht - Prof.mr.drs. H.P.A.M. van Arendonk - prof.dr. J.J.M. Jansen - prof.dr. J.C.M. van Sonderen - prof.dr. M.W.C. Feteris - prof.dr. A.J.A. Stevens - prof.dr. J.A. Monsma - prof.dr. H.A. Kogels (bijzonder hoogleraar)
120
0,40 fte 0,40 0,14 p.m. 0,105 0,07 p.m.
Promotor Van Sonderen. Uitgegeven in de serie Fiscaal Wetenschappelijke Reeks van SDU Fiscale & Financiële Uitgevers
Amersfoort, 2006.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
8
-
prof.dr. G. de Bont dr. E. Pechler dr. A.C.G.A.C. de Graaf mr. G. Groenewegen mr.dr. Q.W.J.C.H. Kok dr. M.P. van der Hoek mr. E. Nijkeuter mr. A.W.M. Roelen mr. E. Ros mr. G.K. Fibbe mr. A.W. Schep mr. M. Evers mr. M.E. Oenema
0,07 0,14 0,14 0,14 0,07 0,14 0,14 p.m. 0,40 0,14 1.0 0,14 0,14
Ten opzichte van de start van het programma hebben zich beperkte wijzigingen voorgedaan. Pechler heeft per 1 februari 2009 de sectie belastingrecht verlaten. Groenewegen heeft per 1 januari 2009 ontslag genomen. Feteris is met ingang van 1 september 2008 lid geworden van de Hoge Raad. Hij blijft wel verbonden aan de sectie belastingrecht (0-aanstelling). Hij zal zich hoofdzakelijk nog bezig houden met onderzoek. In zijn plaats is per 1 maart 2009 De Bont benoemd. Evers, werkzaam op het ministerie van Financiën, is per 1 september 2008 aangesteld voor 0,4 fte als UD in opleiding. Oenema is eveneens per 1 september 2008 voor 0,4 fte aangesteld als UD in opleiding. Gedurende de periode maart tot vermoedelijk september 2009 is zij fulltime werkzaam bij de sectie, daarna zal zij voor 0,6 fte elders werkzaam zijn. Aio’s Per 1 januari 2009 zijn geen aio’s verbonden aan dit onderzoeksprogramma. In dit onderzoeksprogramma kan één aio worden aangesteld. Er wordt gewerkt aan een onderzoeksvoorstel voor deze aio-plaats. Buitenpromovendi - Kuldkepp (gepromoveerd 29 september 2005) - Molenaar (gepromoveerd 9 februari 2006) - Pötgens (gepromoveerd 12 januari 2007) - Van der Wiel-Rammeloo (gepromoveerd 20 november 2008) - Van den Ban (gepromoveerd 19 maart 2009) Institutionele setting Al meer dan vijftien jaar wordt met de fiscaal-economen samengewerkt in de stichting Europese Fiscale Studies (EFS: een interuniversitair samenwerkingsverband). Deze stichting heeft tot doel wetenschappelijk postmasteronderwijs en -onderzoek op het terrein van het Europees belastingrecht te bevorderen. De stichting verzorgt een hoogwaardige post-master Europese fiscale studies/directe belastingen en sinds vijf jaar ook een opleiding voor de indirecte belastingen. Sinds 2007 is daar een derde opleiding inzake douane aan toegevoegd. Deze stichting stelt de onderzoeksgroep in staat jonge academici (promotie-)onderzoek te laten verrichten onder de voorwaarde dat het onderzoeksproject Europees georiënteerd is. Door EFS wordt in samenwerking met Kluwer Law International een Engelstalige brochurereeks uitgegeven, waarin onderwerpen op Europees belastingterrein worden behandeld, zowel vanuit fiscaal-juridische als fiscaal-economische invalshoek. Er zijn negen delen in deze Engelstalige brochurereeks verschenen. Door de stichting wordt regelmatig (minimaal drie
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
9
keer paar) een seminar gehouden op het terrein van het Europees belastingrecht, waaraan ook sprekers van andere disciplines al naar gelang het onderwerp deelnemen. In de stichting J.H. Christiaanse werken enkele grote gemeenten samen. De stichting heeft tot doel wetenschappelijk onderwijs en onderzoek te bevorderen op het terrein van de belastingheffing van lokale overheden. Deze stichting sponsort de bijzondere leerstoel ‘heffingen lokale overheden’ en het Erasmus Studiecentrum Belastingheffing Lokale overheden (ESBL), zodat hoogwaardig onderzoek kan worden gedaan op het terrein van de lokale belastingheffing. De promotieplaats van Schep wordt gefinancierd vanuit deze derde geldstroom. Op dit moment wordt door de onderzoekers van het ESBL gewerkt aan het project ‘Informatieverstrekking van WOZ-gegevens aan derden’ en de privacy-aspecten daarbij. Aan het ESBL is een adviesraad verbonden en in het stichtingsbestuur zitten de bijzonder hoogleraar lokale belastingheffing alsmede Van Arendonk en prof. Van der Paardt van de economische faculteit van de EUR. Zij dragen zorg voor de kwaliteitsbewaking. Door het ESBL wordt regelmatig onderzoek verricht in opdracht van derden. In 2008 is contact gelegd met het ministerie van Financiën en de grote belastingadvieskantoren om op 50-50 basis promovendiplaatsen gefinancierd te krijgen, teneinde extra geld voor proefschriften te genereren. De betreffende promovendus wordt dan voor 0,5 fte aangesteld als aio en voor de andere 0,5 fte als werknemer bij het ministerie of het belastingadvieskantoor. Er is onlangs een regeling getroffen met Ernst & Young voor een 0,5 fte aio en 0,5 aanstelling bij Ernst & Young. De aio dient onderzoek te gaan doen op het terrein van Transfer pricing. In de overeenkomst met derden is opgenomen dat de aio in alle onafhankelijkheid zijn onderzoek kan doen en dat de academische vrijheid is gewaarborgd. Een paar jaar geleden is een samenwerkingsproject gestart tussen onderzoekers van de fiscale groepen verbonden aan andere universiteiten in Nederland, zowel fiscaal recht als fiscale economie. Het eerste project ging over de Evaluatie van de Wet IB 2001. Naast de ambtelijke evaluatie van deze wet wilde de fiscale wetenschap een wetenschappelijke evaluatie uitbrengen. Dit project heeft geleid tot een congres in januari 2006 te Tilburg. Hier is tussen de wetenschappers onderling op basis van hun papers gediscussieerd. De papers zijn na aanpassingen gebundeld in een boek dat op 28 juni 2006 is aangeboden aan de staatssecretaris van Financiën. De voorzitters van de fiscale groepen zijn voornemens deze samenwerking voort te zetten en dan het onderzoek vooral te richten op ‘Kwaliteit van fiscale wetgeving’. Daarnaast wordt op ad hoc basis onderzoek verricht voor verschillende opdrachtgevers. 6. Reputatie Nationaal Verscheidene hoogleraren zijn actief in de redacties van fiscale tijdschriften en dergelijke. Jansen is voorzitter van de redactie van het Weekblad voor fiscaal recht. Van Arendonk is hoofdredacteur van het Maandblad Belastingbeschouwingen, Feteris is per 1 september 2008 benoemd tot raadsheer bij de Hoge Raad der Nederlanden. Hij is tevens lid van de redactie FED fiscaal Weekblad en zit in de redactie van de reeks Fiscale Monografieën, waarin vele fiscale proefschriften worden uitgegeven. In 2008 kreeg hij de Giele-prijs uitgereikt voor Hoe is het gesteld met de fiscale rechtsbescherming? Van Sonderen is lid van de redactie van Ondernemingsrecht. Van Sonderen en Van Arendonk zijn verantwoordelijk voor het fiscale deel van de losbladige uitgave Rechtspersonen Internationaal Kogels is sinds september 2008 secretaris-generaal van de IFA (International Fiscal Association). Dit is de wereldorganisatie voor fiscalisten, zowel de wetenschappers als de praktijkmensen. In die hoedanigheid is hij nauw betrokken bij de wetenschappelijke activiteiten van deze organisatie.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
10
Van Arendonk is voorzitter van de redactie van het tijdschrift EC Tax Review (uitgave Kluwer Law International). Verschillende hoogleraren verzorgen regelmatig colleges aan andere universiteiten: Kogels, (Universiteit Hamburg/Universiteit Wenen); A.J.A. Stevens (Universiteit Hamburg, Freiburg, Münster, Linz, LLM Leiden en European Tax College van Leuven en Tilburg); Van Arendonk (Universiteit Antwerpen). De meeste hoogleraren zijn lid van de European Association of Tax Law Professors (EATLP). Enige jaren geleden is door enkele collega’s het initiatief genomen tot oprichting van dit samenwerkingsverband van hoogleraren fiscaal recht/fiscale economie verbonden aan universiteiten in de EU-lidstaten. Het gaat hier om bevordering van de samenwerking met collega’s in andere lidstaten en uitwisseling van kennis. Jaarlijks wordt in een Europese universiteitsstad een conferentie gehouden over een bepaald Europees-rechtelijk thema, waaraan wordt deelgenomen door de hoogleraren. Ook dragen zij bij aan de congresboeken. Aan deze congressen nemen ook collega’s van buiten Europa deel. 7. Leiderschap De programmaleider is eindverantwoordelijke voor de inhoud van het onderzoeksprogramma. Voortbouwend op de onderzoeksresultaten in het verleden en de daarin te onderkennen ontwikkelingslijnen is op basis van interne discussies in hooglerarenoverleg en sectievergaderingen de inhoud van dit programma tot stand gekomen. Ook in de toekomst zal het onderzoeksprogramma regelmatig aan de orde worden gesteld in de sectievergaderingen, om de betrokkenheid van de leden van de sectie belastingrecht bij het eigen onderzoeksprogramma te stimuleren. In de fiscaliteit is het praktijk dat via wetenschappelijke of vakpublicaties gereageerd wordt op wetsvoorstellen, beleidsbesluiten, Europese regelgeving e.d. en via annotaties op rechterlijke uitspraken. Dit is maatschappelijk relevant werk voor wetenschappers. Vele leden van de onderzoeksgroep zijn ook werkzaam in de praktijk. Deze combinatie van praktijk en wetenschap is zeker op fiscaal terrein zeer waardevol; men krijgt op deze wijze kennis van de vele problemen die in de praktijk leven. Het is vervolgens mede de taak van de programmaleider om te bevorderen dat gewerkt wordt aan een theoretische vertaling van deze praktijkproblemen en dat dit leidt tot wetenschappelijke publicaties passend in het onderzoeksprogramma. Helaas bestaat er nog geen wetenschappelijk tijdschrift op basis van peer review voor dit vakgebied. De programmaleider treedt sturend op bij het aantrekken van promovendi, ook als het de extern gefinancierde promotieplaatsen betreft. Verder is hij intensief betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe onderzoeksprojecten die moeten leiden tot een boekpublicatie. De programmaleider is als voorzitter van de sectie belastingrecht verantwoordelijk voor het personeelsbeleid en in dat verband dus ook voor de onderzoeksoutput. 8. Maatschappelijke relevantie In de samenleving van de laatste decennia is belastingheffing een belangrijk maatschappelijk fenomeen. De politiek houdt zich vrijwel dagelijks met dit onderwerp bezig, evenals het bedrijfsleven en de burgers. Een recent voorbeeld is de mededeling door president Obama dat Nederland een belastingparadijs zou zijn, en de politieke reacties daarop. Een ander voorbeeld is de betekenis van de fiscaliteit in het kader van de door de overheid te nemen maatregelen in het crisisbeleid. Zonder belastingheffing kan onze moderne samenleving niet functioneren. Belangrijk in dat kader is tax compliance: de optimale medewerking van belastingplichtigen. De relatie overheid/belastingdienst versus burger/belastingplichtige dient evenwichtig te zijn met duidelijke regels voor zowel belastingdienst als belastingplichtigen, en met de nodige aandacht voor de rechtsbescherming van de
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
11
belastingplichtige. De ontwikkeling van het formele belastingrecht richting het algemene bestuursrecht, alsmede de modernisering van het formele belastingrecht vanwege de automatisering van heffings- en invorderingsprocessen mogen niet ten koste gaan van de rechtsbescherming van de belastingplichtige. Ook nieuwe vormen van toezicht, zoals horizontaal toezicht, vragen om herijking van de regels van het formele belastingrecht. Belastingheffing kan worden gebruikt om maatschappelijke (veranderings) processen te stimuleren (instrumentalisme). De vraag is echter wanneer instrumentalisme gerechtvaardigd en doelmatig is en hoe ver de overheid daarin kan/moet gaan ter voorkoming van schade aan de eigenlijke taak van belastingheffing namelijk de budgettaire functie. Dit geeft het effect van instrumentalisme op de autonome structuren van het belastingrecht aan. De invloed van internationale verdragen en van het gemeenschapsrecht op het Nederlandse belastingrecht en de daardoor noodzakelijke aanpassingen in de structuur van een belastingstelsel- brengt forse budgettaire gevolgen met zich mee. Anderzijds kan hierdoor sprake zijn van aanzienlijke, door de wetgever niet beoogde, herverdelingen. Dat lokt veelal weer reacties uit van de verschillende actoren in de samenleving zoals bedrijven en burgers. Meer en tijdige kennis omtrent deze veranderingsprocessen kan schokreacties in de samenleving voorkomen. Lokale democratie vereist lokale belastingheffing. Gaat het dan om een autonome lokale belastingheffing? Of wordt deze heffing meer bepaald door nationale regels of door het gemeenschapsrecht? Aan de andere kant heeft de WOZ steeds meer betekenis gekregen voor het nationale belastingstelsel; de WOZ-beschikking is daardoor voor burgers en bedrijfsleven van wezenlijk belang geworden. In dat kader speelt de openbaarheid van WOZ-gegevens en welke haken en ogen zitten aan deze openbaarheid. Een andere vraag is of gemeentelijke voorzieningen gefinancierd moeten worden door publiekrechtelijke financiering dan wel via de privaatrechtelijke weg. Deze kwesties onderstrepen de grote maatschappelijke relevantie van het programma. 9 Scouting en personeelsbeleid De onderzoeksgroep bestaat uit de groep hoogleraren en daarnaast junioronderzoekers die aan een promotie werken. Er is nauwelijks middenkader werkzaam; slechts één UHD voor 0,4 fte. Wel wordt gestreefd naar versterking op UHD-niveau. De mogelijkheden daartoe zijn echter zeer beperkt in de fiscale wetenschappelijke wereld. De realiteit is dat elders, zoals in de belastingadvieswereld maar ook op het ministerie van Financiën en bij de belastingdienst, veel meer kan worden verdiend dan op de universiteit. Binnen de capaciteitsgroep is afgesproken alert te zijn op jong aanstormend talent bij de eigen studenten, en dat talent al in een vroegtijdig stadium te volgen. Het eerste resultaat daarvan is het aantrekken van Oenema -met een negen gemiddeld afgestudeerd en met een eervolle vermelding bij de NOB/LOF scriptieprijs- die meteen na haar afstuderen deel zal gaan uitmaken van de sectie belastingrecht met als taak te promoveren. Dit beleid zal worden voortgezet. Zoals gezegd wil de onderzoeksgroep in samenwerking met het ministerie van Financiën en de belastingadvieskantoren externe financiering van promotieplaatsen mogelijk maken. Binnen de sectie belastingrecht is het beleid er al jarenlang op gericht dat alle medewerkers binnen vijf tot zes jaar promoveren. Als dit niet lukt wordt het dienstverband met de betrokken medewerker beëindigd. Als men niet binnen die periode promoveert komt men niet in aanmerking voor de Sanderskwalificatie, hetgeen betekent dat geen onderzoeksfinanciering meer wordt ontvangen. 10. Sterkte-zwakte-analyse volgens de SWOT-methode
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
12
Het onderzoeksprogramma is officieel gestart per 1 januari 2008 en heeft een geplande looptijd tot 1 januari 2013. Gezien de nog korte tijd dat het programma inwerking is, is een volledige analyse van sterke en zwakke punten, kansen en bedreigingen lastig. Wel kunnen de volgende opmerkingen worden gemaakt in verband met de toekomst van dit onderzoeksprogramma. - Bezetting: Het onderzoeksprogramma draait in sterke mate op de hoogleraren en de promovendi. Een middenkader aan onderzoekers is er eigenlijk niet. Het is zeer moeilijk om gepromoveerden op fiscaal terrein te behouden voor de universiteit, omdat de belastingadvieswereld en het ministerie van Financiën in financieel opzicht veel aantrekkelijker is voor gepromoveerden. - Type onderzoekers. De personen verbonden aan de sectie belastingrecht zijn fiscaal-jurist dan wel fiscaaleconoom. Om onderzoek te kunnen doen moet steeds ad hoc samenwerking met andere onderzoekers worden gezocht. Het blijkt dat dit geen eenvoudige opgave is, aangezien goede onderzoekers op andere vakgebieden, binnen maar ook buiten de eigen faculteit, hun onderzoekstijd hebben ingebracht in andere onderzoeksprogramma’s. De keuze om een bepaald thema in een boek uit te werken, betekent voor andere onderzoekers een (beperkte) aanslag op hun onderzoekscapaciteit. - Onderzoeksprogrammagebonden publicaties. Vanwege de continue stroom regelgeving en rechtspraak, die ook wetenschappelijk becommentarieerd moet worden en het feit dat de onderzoekers veelal ook in de praktijk werkzaam zijn, zullen fiscale onderzoekers altijd op beide terreinen wetenschappelijke en vakpublicaties schrijven. Kennis van nieuwe regelgeving en rechtspraak is overigens toch al noodzakelijk voor goed onderwijs. Iedere universitaire medewerker dient steeds up to date te blijven, zodat deze kennis van de actuele ontwikkelingen ook ingezet kan worden voor onderzoek in het kader van het onderzoeksprogramma en synergievoordelen kan opleveren. - Samenwerking met buitenlandse universiteiten. Op onderwijsgebied wordt deelgenomen in onderwijsprogramma’s van buitenlandse universiteiten. Op incidentele basis worden door buitenlandse collega’s bijdragen geschreven voor een boek. Daarnaast bestaat de samenwerking met buitenlandse universiteiten in EATLP-verband. Dit kan in de toekomst leiden tot meer samenwerking op onderzoeksgebied. - In de afgelopen jaren heeft de onderzoeksgroep meerdere promovendi afgeleverd, waaronder enige buitenpromovendi. Gezien de lijst van lopende promotieonderzoeken, mag worden verwacht dat de onderzoeksgroep erin zal slagen ook de komende jaren een flink aantal promovendi af te leveren.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
13
ANNEX BIJ ‘FISCALE AUTONOMIE EN HAAR GRENZEN’ Tabel 1: Personele formatie in fte’s onderzoek 2006
2007
2008
Hoogleraren
n.v.t.
n.v.t.
1,20
Ander vast wp
n.v.t.
n.v.t.
1,80
Promovendi
n.v.t.
n.v.t.
0,00
Overig tijdelijk wp
n.v.t.
n.v.t.
0,82
Totaal WP
n.v.t.
n.v.t.
3,82
Totaal staf
n.v.t.
n.v.t.
3,82
Ondersteuning
Tabel 2: Kwantitatieve onderzoeksresultaten per jaar121 2006
2007
2008
Monografieën en handboeken
n.v.t.
n.v.t.
2
Dissertaties
n.v.t.
n.v.t.
4
Artikelen in gerefereerde tijdschriften
n.v.t.
n.v.t.
8
Artikelen in overige tijdschriften
n.v.t.
n.v.t.
18
Bundels en verzamelwerken (mits redactie)
n.v.t.
n.v.t.
0
n.v.t.
n.v.t.
7
n.v.t.
n.v.t.
39
Monografieën en handboeken
n.v.t.
n.v.t.
2
Bundels en andere verzamelwerken
n.v.t.
n.v.t.
0
Artikelen
n.v.t.
n.v.t.
25
Annotaties
n.v.t.
n.v.t.
14
n.v.t.
n.v.t.
41
Wetenschappelijke publicaties
Artikelen in bundels en andere verzamelwerken Totaal Vakpublicaties
Totaal
121
Prof. Van Arendonk is het niet eens met de door het DRG opgestelde lijst van gerefereerde tijdschriften. Hij zet zijn bezwaren in een afzonderlijke brief uiteen.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
14
Tabel 3: Kernpublicaties Naam 1
Publicatie
Vindplaats
Feteris, M.W Hoe is het gesteld met de fiscale
(Gielelezing 2008), SDU Amersfoort.
rechtsbescherming
2
Stevens, A.J Hoofdstuk Fiscale en financiële aspec Preadvies van de vereniging van energie juristen inzake of Koenings, M
wind, Stevens, A.J.A. (Eds.), 2008, 111-148, Intersentia: Antwerpen
3
Fibbe, G.K. EC law aspects of hybrid entities
Deel 15 in Doctoral Series IBFD Amsterdam, 2008, 396 p.
4
Smit, D.S.,
EC free movement of capital,
Kiekebeld, B corporate income taxation and third
Alphen aan den Rijn: Kluwer Law International al 2008, brochure nr. O9 Foundation European Fiscal Studies
countries, four selected issues
Tabel 4: Promoties per jaar 2006
2007
2008
Aantal lopende promotie-onderzo n.v.t.
n.v.t.
12
Aantal afgeronde promoties
n.v.t.
n.v.t.
4
Waarvan medewerker van het ins n.v.t.
n.v.t.
2
Waarvan niet-medewerker van h n.v.t.
n.v.t.
2
n.v.t.
8
instituut Duur promotieonderzoek in jaren n.v.t.
122
Duur afgerond promotieonderzoek promovendi in dienst van de ESL
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
15
Tabel 5: Overzicht publicaties ‘Fiscale autonomie en haar grenzen’ Publicaties 2008 Wetenschappelijke publicaties 1.1 Monografieën en handboeken 1. Feteris, M.W.C. (2008). Hoe is het gesteld met de fiscale rechtsbescherming (Gielelezing 2008). Amersfoort: SDU. 2. Smit, D.S. & Kiekebeld, B.J. (2008). EC free movement of capital, corporate income taxation and third countries: four selected issues. Alphen aan de Rijn: Kluwer Law International 2008, Foundation of European Fiscal Studies 09. 1.2 Dissertaties 1. Ban, G. van den (2009, maart 19). De rechterlijke toetsing van WOZ-waarde. EUR (Deventer: Kluwer). Prom./coprom.: Prof.Dr. J.A. Monsma. 2. Fibbe, G.K. (2009, april 02). Fiscale aspecten van grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden. Erasmus Universiteit Rotterdam. Prom./coprom.: . 3. Groenewegen, G. (2009, maart 26). Fiscale aspecten gemeentelijke milieutaken. EUR. Prom./coprom.: Prof.Mr.Drs. H.P.A.M. van Arendonk. 4. Wiel-Rammeloo, D. van der (2008, november 22). De dienstbetrekking in drievoud. EUR (Rotterdam). Prom./coprom.: Prof.Mr.Drs. H.P.A.M. van Arendonk & Prof.Mr. C.J. Loonstra. 1.3 Artikelen in gerefereerde tijdschriften 1. Nijkeuter, E. (2008). Gemangeld door robuuste heffing en ontwikkeling in het Europese recht. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2008(6776), 861-868. 2. Pechler, E.B. (2008). Bewijs(aanbod): tot wanneer? Weekblad voor Fiscaal Recht, 2008, 190-197. 3. Ros, E.W. (2008). Burgerschap van de EU en fiscaliteit. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2008(6784), 11391147. 4. Sonderen, J.C.M. van (2008). Hedge accounting bij aandelen en aandelenopties. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2008(6754), 225-230. 5. Stevens, A.J.A. & Jansen, J.J.M. (2008). Invoeringswet titel 7.13 BW: eindelijk de puntjes op de fiscale i? Weekblad voor Fiscaal Recht, 2008(6761), 429-436. 6. Arends, A.J.M. (2008). Gefacilieerd sparen of beleggen ter aflossing van de eigenwoningschuld. Weekblad voor Privaatrecht, Notariaat en Registratie (WPNR), 2008(6768), 694-700. 7. Kogels, H.A. (2008). Nieuwe ontwikkelingen rondom het nultarief voor de BTW. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2008(6779), 977-980. 8. Kok, Q.W.J.C.H. (2008). De grensoverschrijdende fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2008(6774), 795-805. 1.4 Artikelen in overige tijdschriften 1. Arendonk, H.P.A.M. van (2008). CCCTB: ook een legislatief experiment. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008, 438-448. 2. Arendonk, H.P.A.M. van (2008). Inkomstenbelasting en Europa: nationale folklore met een Europees sausje. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008, 121-135.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
16
3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18.
Evers, M. (2008). De CCCTB en haar grenzen. Enkele internationale aspecten van een communautaire belastinggrondslag. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008(11), 427-437. Graaf, A.C.G.A.C. de (2008). Afbrokkelende fiscale souvereiniteit. Grenzen in zicht. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008(3), 111-120. Graaf, A.C.G.A.C. de (2008). Designing an anti-treaty shopping provision: an alternative approach. EC Tax Review, 2008(1), 12-22. Hoek, M.P. van der, Kong, S & Li, Z. (2008). The dual corporate income tax in China: the impact of unification. Public Finance and Management, 8(4), 655-677. Jansen, J.J.M. (2008). Het CCCTB-project van de Europese Commissie. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008(maart), 103-110. Kok, Q.W.J.C.H. & Herms, L.A.G. (2008). CCCTB en renteaftrek. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008(11), 419-426. Makkinga, F.J.H.L. (2008). De invloed van bodemverontreiniging op de waardebepaling in de Wet WOZ. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008(juni), 254-260. Pechler, E.B. (2008). Nieuwe regels over schadevergoeding. Het voorontwerp Schadevergoeding bij rechtmatige en onrechtmatige overheidsdaad. Tijdschrift voor Formeel Belastingrecht, 2008(1), 13-18. Stevens, A.J.A. (2008). Enige internationaalrechtelijke, fiscale aspecten van het Wetsvoorstel titel 7.13, BW. Tijdschrift Fiscaal Ondernemingsrecht, 2008, 21-27. Hoek, M.P. van der & Kong, S (2008). Is the growth of Chinese annual tax revenues unnatural? Journal of Public Budgeting, Accounting & Financial Management, 20(4), 554-570. Hoek, M.P. van der, Kong, S & Li, Z. (2008). The dual corporate income tax in China: the impact of unification. Public Finance and Management, 8(4), 655-677. Jansen, J.J.M. (2008). Ondernemers in 2008. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008(februari), 48-57. Kogels, H.A. (2008). Een nieuwe vergroeningsgolf. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008(januari), 38. Kogels, H.A. (2008). Modernisering van de btw. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008(maart), 99102. Kok, Q.W.J.C.H. (2008). Eén jaar werken aan winst. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008(1), 9-15. Stevens, A.J.A. & Fibbe, G.K. (2008). De toepassing van inhoudingsvrijstelling van dividendbelasting bij personenvennootschappen in inbound situaties. Maandblad Belastingbeschouwingen, 2008, 453-466.
1.5 Bundels en verzamelwerken (mits redactie) 1.6 Artikelen in bundels en verzamelwerken 1. Hoek, M.P. van der (2008). Enlarging the European Union: Taxation and Corruption in the New Member States. In Robert.W. McGee (Ed.), Taxation and Public Finance in Transition and Developing Economies (pp. 11-23). Springer Science + Business Media. 2. Kogels, H.A. (2008). Past and Future of the 40-Year old VAT. In A Vision of Taxes within and outside European Borders. Festschrift in honour of prof.dr. Frans Vanistendael (pp. 587-596). Deventer: Kluwer Law International 2008. 3. Stevens, A.J.A. & Koenings, M. (2008). Hoofdstuk fiscale en financiele aspecten. In A.J.A. Stevens (Ed.), Preadvies van de vereniging van energie juristen inzake offshore wind (pp. 111-148). Antwerpen: Intersentia. 4. Stevens, A.J.A. (2008). Neuregelung des Personengesellschaftsrechts in den Niederlanden. In Festschrift Lauscher (pp. 76-84).
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
17
5.
6.
7.
Arendonk, H.P.A.M. van (2007). 50 years of European Co-operation and the tax policy of the European Commission. In Luc Hinnekens & Phlippe Hinnekens (Eds.), A vision of taxes within and outside European borders, Festchrift in honor of Frans Vanistendael. Hoek, M.P. van der (2008). Corruption in Post-Communist Europe: Does It Affect Taxation and FDI? In I. Tache (Ed.), Present and Future Challenges of the Common EU Policies (pp. 383-394). Brasov: Transilvania University of Brasov Publishing House. Hoek, M.P. van der (2008). Enlarging the European Union: Taxation and Corruption in the New Member States. In Robert.W. McGee (Ed.), Taxation and Public Finance in Transition and Developing Economies (pp. 11-23). Springer Science + Business Media.
Vakpublicatie 2.1 Monografieën en handboeken 3. Kavelaars, P. & Pechler, E.B. (2008). Tax Case Law of the Court of Justice of the European Union, Edition 2008. Amersfoort: SDU Fiscal and Financial Publishers. 4. Kok, Q.W.J.C.H., Nijkeuter, E., Bruijstens, A.A. & Ros, E.W. (2008). VPB gids 2008. Deventer: Kluwer. 2.2 Bundels en andere verzamelwerken 2. 3 Artikelen 1. Arendonk, H.P.A.M. van (2008). Burgerschap van de Unie en de fiscaliteit. Fiscaal Praktijkblad, 2008(1), 12-16. 2. Feteris, M.W.C. (2008). Van gespecialiseerde advocaten, onervaren rechters en de processen die niet voorbij gaan. Trema. Tijdschrift voor de Rechterlijke Macht, 2008, 107-109. 3. Stevens, A.J.A. (2008). De Duitse Unternehmensteuerreform 2008: een overzicht. Weekblad voor Fiscaal Recht, 2008(6775), 834-847. 4. Stevens, A.J.A. (2008). Het Shell-arrest: een tussenstand. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 27(5), 20-24. 5. Arendonk, H.P.A.M. van (2008). Periodieke giften: onbegrensd geven aan het goede doel. Fiscaal Praktijkblad, 2008(11), 8-13. 6. Arendonk, H.P.A.M. van (2008). Enige fiscale aspecten van echtscheiding. In G.P. Hoefnagels & van Leuven (Eds.), Gelukkig getrouwd, gelukkig gescheiden, bemiddeling en overeenkomst bij trouwen en scheiden (8e druk). Amsterdam: L.J. Veen. 7. Arends, A.J.M. (2008). De eigen woning en de fiscale gevolgen van echtscheiding. Fiscaal Praktijkblad, 2008(14), 8-11. 8. Arends, A.J.M. (2008). De maatschappelijke ongebruikelijke terbeschikkingstelling. Fiscaal Praktijkblad, 2008(5), 14-17. 9. Arends, A.J.M. (2008). Lidmaatschap van Vereniging van Eigenaars: fiscale aspecten. Fiscaal Praktijkblad, 2008(13), 4-7. 10. Arends, A.J.M. (2008). Slopen en afbranden van eigen woning. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2008(50), 7-11. 11. Evers, M. (2008). De Paris Hilton benefit act twee jaar later. Forfaitair. Fiscaal Studenten Maandblad, 2008(187). 12. Fibbe, G.K. & Docker, D. (2008). An excessive response to excessive remunerations? Private Equity Manager, 2008(November). 13. Fibbe, G.K. & Kinders, O. (2008). Dutch Appeal. Private Equity International Manager, 2008(juni), 30-31.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
18
14. Graaf, A.C.G.A.C. de, Kavelaars, P. & Stevens, A.J.A. (2008). Diverse hoofdstukken in 'International Belastingrecht'. In International Belastingrecht , 2e druk (Fed. fiscale studieserie, 39) (pp. 1-30,45-41,100108,165-217). Deventer: Kluwer. 15. Jansen, J.J.M. (2008). De coöperatie als alternatieve rechtsvorm voor het MKB. Fiscaal Praktijkblad, 2008, 8-12. 16. Kiekebeld, B.J. & Smit, D.S. (2008). Fiscale eenheid (weer) over de grenzen? Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2008(8/9), 16-21. 17. Kogels, H.A. (2008). Proposed new EU rules on reduced VAT rates. EC Tax Review, 2008(5), 194-196. 18. Kogels, H.A. (2008). Vergroeningsmaatregelen in het Belastingplan 2009. Fiscaal Praktijkblad, 7(17), 821. 19. Kok, Q.W.J.C.H. (2008). Cursus Belastingrecht. In Vennootschapsbelasting, onderdeel 2.6.0 en 2.7.0. 20. Kok, Q.W.J.C.H. (2008). Onderdelen: Fiscale eenheid en deelnemingsvrijstelling? In Rec Nijkeuter, E. (2008). Het belang van een beschikking (grensoverschrijdende) fiscale eenheid (nog te publiceren). Fiscaal Praktijkblad, 2008(19), 12-16. 21. Pechler, E.B. (2008). De hulpvaardige rechter. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2008(2074), 1-3. 22. Pechler, E.B. (2008). Omkering van de bewijslast. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2008(26), 1519. 23. Roelen, A.W.M. (2008). Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen, hoofdstuk XIII. In Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen. Deventer: Kluwer. 24. Roelen, A.W.M. (2008). Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen, supplement 149, hoofdstuk XII. In Pensioen- en andere toekomstvoorzieningen, supplement 149. 25. Stevens, A.J.A. (2008). Het ondernemerschap van de stille maat. Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht, 2008(56), 19-24. 2.4 Annotaties 23. Feteris, M.W.C. (2008).Noot bij : Hoge Raad (10-08-2007), 43 651, BNB 2008-4, p.6. 24. Feteris, M.W.C. (2008).Noot bij : Hoge Raad (21-03-2008), 43 695, BNB 2008-206. 25. Feteris, M.W.C. (2008).Noot bij : Hoge Raad (21-03-2008), 43 696, BNB 2008-207. 26. Kok, Q.W.J.C.H. (2008).Noot bij : Hoge Raad (11-07-2008), 43 484, (LJN: BB3444). Fiscaal Weekblad FED 2008-103/21, p.16-19. 27. Monsma, J.A. (2008).Noot bij : Hoge Raad (21-12-2007), 41 303, (Leges. Voor in behandeling nemen van aanvraag zonder inhoudelijke beoordeling mogen leges worden geheven). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2008-764, p.4. 28. Monsma, J.A. (2008).Noot bij : Hoge Raad (19-09-2008), 42147, (Rioolrecht. Eigenaar van een voor verhuur bestemde recreatiewoning is terecht als gebruiker aangemerkt). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2008-1333, p.3. 29. Monsma, J.A. (2008).Noot bij : Hoge Raad (11-07-2008), 43 319, (Parkeerbelasting. Dagdeelvergunning (kraskaart). Bewijskracht schermprint met opmerkingen parkeercontroleur). Belastingblad. Tijdschrift voor Provinciale, Gemeentelijke en Waterschapsbelastingen 2008-1002, p.3. 30. Monsma, J.A. (2008).Noot bij : Hoge Raad (15-02-2008), 43 934, (Wet WOZ. Fierensmarge). Fiscaal Weekblad FED 2008-40, p.4. 31. Nijkeuter, E. (2008).Noot bij : Hof van Jusititie EG (28-02-2008), C-293/06, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-561/12, p.54-55. 32. Nijkeuter, E. (2008).Noot bij : Hof van Justitie EG (02-10-2008), C-306/06, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-2050/43, p.26-27.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
19
33. Nijkeuter, E. (2008).Noot bij : Rechtbank Haarlem (17-12-2007), 06/01645, Nederlands Tijdschrift voor
Fiscaal Recht 2008-803/18, p.12-13. 34. Nijkeuter, E. (2008).Noot bij : Hoge Raad (21-08-2008), 40.586, Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2008-1599/34, p.17-18. 35. Pechler, E.B. (2008).Noot bij : Hoge Raad (16-11-2007), 41 414, BNB 2008-19, p.350-351. 36. Pechler, E.B. (2008).Noot bij : Hoge Raad (07-12-2007), 44 906, BNB 2008-178, p.3023-3024.
Zelfstudie ‘Fiscale autonomie’
20