wetenschappelijk centrum voor transformatie in zorg en welzijn
E va l uat i e O n t w i k k e l i n g r eg i o n a l e V o l k s g e zo n d h e i d To e ko m s t V e r k e n n i n g 2006 H a r t vo o r B r a b a n t e n W e s t - B r a b a n t
In Tranzo
werken
samen
Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de Universiteit van Tilburg Stichting tot bevordering van Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek in de Gezondheidszorg Organisaties op het gebied van zorg en welzijn.
W. J eeninga M.J.H. van B on -M artens M.W.E. B overhof E.C.M. van E ck S.M. H ogendoorn H. K lingenberg J.A.M. van O er s
C olofon Auteurs: W. Jeeninga 1,2 M.J.H. van Bon-Martens 1,2 M.W.E. Boverhof 1,3 E.C.M. van Eck 1,3 S.M. Hogendoorn 1,3 H. Klingenberg 3 J.A.M. van Oers 1,4 ___________________________________ 1 Tranzo, Universiteit van Tilburg 2 GGD Hart voor Brabant 3 GGD West-Brabant 4 RIVM, Bilthoven Correspondentieadres: Tranzo, Universiteit van Tilburg Postbus 90153 5000 LE Tilburg
[email protected] Foto omslag: E. Brouwers Druk: Universiteitsdrukkerij, Universiteit van Tilburg ISBN: 978-90-78886-12-9 © Tranzo, 2008
Evaluatie ontwikkeling regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2006 Hart voor Brabant en West-Brabant
W. Jeeninga M.J.H. van Bon-Martens M.W.E. Boverhof E.C.M. van Eck S.M. Hogendoorn H. Klingenberg J.A.M. van Oers
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door :
Voorwoord In de regio’s van de GGD’en Hart voor Brabant en West-Brabant is in 2005 gestart met de ontwikkeling en uitvoering van een regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV). Deze is afgeleid van de nationale VTV van het RIVM en ontwikkeld binnen de Academische Werkplaats Openbare Gezondheidszorg Tilburg in samenwerking met het RIVM en Tranzo. De regionale VTV bestaat uit drie onderdelen: een Samenvattend rapport per regio, een rapportage met Kernboodschappen voor lokaal beleid per gemeente en de website Regionaal Kompas Volksgezondheid. Hiermee kunnen bestuurders hun gezondheidsbeleid nóg beter ontwikkelen en uitvoeren. De regionale VTV wordt door het Ministerie van VWS gezien als een belangrijk instrument om de kwaliteit van de lokale nota’s Volksgezondheid te verbeteren. Het RIVM heeft van het Ministerie van VWS opdracht gekregen om een toolkit te ontwikkelen voor een regionale VTV. Inmiddels zijn verschillende GGD’en gestart met (onderdelen van) een regionale VTV of maken daar concrete plannen voor. Voor u ligt het evaluatierapport over de ontwikkeling van de regionale VTV’s. Op basis van deze evaluatie kunnen lessen getrokken worden voor de inhoud, het proces en de implementatie. Ik hoop dat deze worden gebruikt bij volgende regionale VTV’s, zowel in de beide pilotregio’s als in andere GGD-regio’s die met een regionale VTV aan de slag willen. Op deze plaats bedank ik iedereen die aan deze evaluatie een bijdrage heeft geleverd.
J. Wassenaar, voorzitter Academische Werkplaats Openbare Gezondheidszorg Tilburg en directeur GGD Hart voor Brabant en GGD West-Brabant
3
I nhoudsopgave Voorwoord
3
S amenvatting
7
I nleiding 1 O pzet en totstandkoming van de regionale VTV
9
O pzet 2 D oel , werk wijze en afbakening van de evaluatie 3 R espondenten
12 14
R esultaten 4 B ekendheid 5 Vormgeving 6 I nhoud, bruikba arheid en gebruik 7 P l anning 8 C ommunicatie 9 S amenhang en meerwa arde van de
C onclusies
regionale
VTV
17 21 23 32 36 38
en a anbevelingen
10 C onclusies 11 A anbevelingen
41 45
L iter atuur
47
B ijlagen Tabellen resultaten vr agenlijsten O verzicht herkomst gegevens
49 59
5
S amenvat ting In de Academische Werkplaats Openbare Gezondheidszorg Tilburg is voor de GGD-regio’s Hart voor Brabant en West-Brabant een regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV) ontwikkeld. Hoofddoel van de regionale VTV, net als van de nationale VTV, is het verschaffen van inzicht in de gezondheidstoestand van de bevolking nu en in de toekomst en de mogelijkheden om efficiënt gezondheidswinst te behalen ter onderbouwing van beleid voor de (middel)lange termijn. De regionale VTV in de regio’s Hart voor Brabant en West-Brabant bestaat uit drie onderdelen: 1. Een Samenvattend rapport per GGD-regio: • ‘Gezondheid telt! in Hart voor Brabant’ • ‘Gezondheid telt! in West-Brabant’ 2. Per gemeente een rapport met Kernboodschappen voor lokaal beleid: • ‘Gezondheid telt! in [gemeente X]’ 3. Een website Regionaal Kompas Volksgezondheid: • ‘www.regionaalkompas.nl’ Om te achterhalen wat de bruikbaarheid is van deze regionale VTV en wat de randvoorwaarden, succesfactoren en verbeterpunten zijn voor de totstandkoming en de presentatie hiervan is een evaluatie uitgevoerd onder betrokkenen en (potentiële) gebruikers. De informatie voor deze evaluatie is verkregen door middel van (digitale) vragenlijsten, persoonlijke interviews, groepsinterviews en documentenanalyse. Op basis van deze inzichten kunnen lessen getrokken worden voor de inhoud, de presentatie en het proces. Deze kunnen worden gebruikt bij volgende regionale VTV’s, zowel in de beide pilotregio’s als in andere GGD-regio’s die met een regionale VTV aan de slag willen. Aan het verschijnen van de regionale VTV is veel bekendheid gegeven door middel van een congres, persberichten, GGD-internetsites, lokale en regionale (dag)bladen, radio en TV, interne en externe presentaties en artikelen in het Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (TSG). Het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn persoonlijk aan de gemeenten overhandigd en in een groot aantal gemeenten heeft een presentatie plaatsgevonden. De PR rondom de verschijning van de regionale VTV en de media-aandacht hiervoor zijn door GGD en gemeenten als positief ervaren. De bekendheid onder ambtenaren en interne gebruikers met het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid is goed, het Regionaal Kompas Volksgezondheid is bij hen minder bekend. Het voorgenomen gebruik van de drie onderdelen van de regionale VTV is groot. Het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn al veel gebruikt, het Regionaal Kompas Volksgezondheid nog maar beperkt. Bij lokale en regionale organisaties is de bekendheid van de regionale VTV minimaal. De regionale VTV is met veel waardering ontvangen en wordt gezien als informatief, begrijpelijk en bruikbaar. Het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn voldoende regionaal respectievelijk lokaal getint en leveren, in combinatie met het Regionaal Kompas 6
7
Volksgezondheid, een positieve bijdrage aan de lokale nota volksgezondheid. De regionale VTV heeft een meerwaarde ten opzichte van bestaande informatiebronnen en men is van mening dat de GGD iedere vier jaar een regionale VTV moet uitbrengen, gekoppeld aan de lokale (gemeentelijke) nota volksgezondheid. Door inhoudelijke verbreding van de regionale VTV en meer lokale inkleuring van de Kernboodschappen voor lokaal beleid kan de bruikbaarheid verder worden vergroot. Hoewel de regionale VTV wordt gezien als een drie-eenheid, kan de samenhang tussen de drie onderdelen nog verbeterd worden. De regionale VTV heeft veel impact gehad. Naast een grote inzet van interne betrokkenen en andere afdelingen binnen de GGD hebben ook enkele processen een grote impact gehad. Voorbeelden hiervan zijn de dialoog met gemeenten over de Kernboodschappen voor lokaal beleid en de interdisciplinaire samenwerking binnen de GGD bij het opstellen en presenteren van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Dit mag als een groot winstpunt worden gezien. Een goede timing is noodzakelijk om de regionale VTV te positioneren in de lokale beleidscyclus. In dit opzicht was de planning van de regionale VTV goed en is in relatief korte tijd een goed product neergezet. De planning heeft echter voor veel spanning gezorgd, vooral vanwege zaken als afstemming van de regionale VTV met de nationale VTV en de monitorcyclus van de GGD en onzekerheden in de planning. Voor de ontwikkeling van de regionale VTV is inzet geleverd vanuit twee verschillende GGD’en. Gedurende de uitvoering werden verschillen tussen deze GGD’en duidelijk. Deze verschillen hadden ondermeer betrekking op visie, taakomschrijving, de manier van werken en relaties tussen GGD en gemeenten. Dit is van invloed geweest op het gehele proces van totstandkoming van de regionale VTV. Naast de verbeterpunten, die in de verschillende hoofdstukken zijn genoemd, is een aantal aanbevelingen gedaan. De belangrijkste aanbevelingen zijn om in 2010 weer een regionale VTV uit te brengen, nog meer bekendheid te geven aan (onderdelen van) de regionale VTV, inhoudelijke verbreding en meer lokale inkleuring aan te brengen, de samenwerking tussen GGD en gemeenten als essentieel element te behouden en tijdens het proces van totstandkoming van de regionale VTV meer aandacht te besteden aan de planning en de communicatie.
1. O pzet
en totstandkoming van de regionale
VTV
Volgens de Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid (WCPV) hebben gemeenten de verplichting eens in de vier jaar een gemeentelijke nota volksgezondheidsbeleid vast te stellen. Voor de onderbouwing van hun gezondheidsbeleid hebben gemeenten betrouwbare informatie over ziekte en gezondheid nodig. De GGD’en Hart voor Brabant en West-Brabant verzamelen in een vierjarencyclus voor verschillende doelgroepen gegevens via vragenlijsten en registraties onder de noemer lokale gezondheidsmonitor. De rapportage aan de 47 gemeenten in het werkgebied van beide GGD’en is echter versnipperd over de doelgroepen en de onderwerpen. Een geïntegreerde rapportage met lokale, regionale en landelijke informatie over volksgezondheid en zorg ontbrak nog. Een integrale rapportage maakt het voor gemeenten beter mogelijk om prioriteiten te stellen in het lokale gezondheidsbeleid. Op nationaal niveau publiceert het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) eens in de vier jaar een Volksgezondheid Toekomst Verkenning (VTV), waarin de gezondheidssituatie van de Nederlandse bevolking wordt beschreven. Het nationale volksgezondheidsbeleid is sterk gebaseerd op deze VTV’s. Door het primair nationale karakter levert de huidige VTV echter onvoldoende input voor het lokale gezondheidsbeleid. Een regionale variant van de nationale VTV zou tegemoet kunnen komen aan de behoefte aan lokale beleidsgerichte gezondheidsinformatie. Om deze reden zijn in de Academische Werkplaats Openbare Gezondheidszorg Tilburg bij wijze van pilot regionale VTV’s ontwikkeld voor de gemeenten in de GGD-regio’s Hart voor Brabant (29 gemeenten) en West-Brabant (18 gemeenten). Hieraan ging een haalbaarheidsstudie vooraf die liet zien dat er voldoende draagvlak was bij de gebruikers en die richting gaf aan de te ontwikkelen producten. In een vervolgtraject zullen de regionale VTV’s verder worden geëvalueerd op aspecten als betrouwbaarheid, validiteit, beleidsrelevantie en verankering in het lokale beleid. Uiteindelijk moet dit leiden tot een generiek model voor een regionale VTV dat voor meer GGD’en bruikbaar is. Een subsidie van ZonMW maakt dit financieel mogelijk. Hoofddoel van de regionale VTV, net als van de nationale VTV, is het verschaffen van inzicht in de gezondheidstoestand van de bevolking nu en in de toekomst en de mogelijkheid om efficiënt gezondheidswinst te behalen ter onderbouwing van beleid voor de (middel)lange termijn. De regionale VTV in de regio’s Hart voor Brabant en West-Brabant bestaat drie onderdelen: 1. Een Samenvattend rapport per GGD-regio: • ‘Gezondheid telt! in Hart voor Brabant’ • ‘Gezondheid telt! in West-Brabant’ 2. Per gemeente een rapport met Kernboodschappen voor lokaal beleid: • ‘Gezondheid telt! in [gemeente X]’ 3. Een website Regionaal Kompas Volksgezondheid: • ‘www.regionaalkompas.nl’ Het Samenvattend rapport geeft de inzichten in de regionale volksgezondheid op hoofdlijnen weer. De term samenvattend verwijst daarbij naar de selectie en integrale analyse en presentatie van gegevens uit de verschillende bronnen met behulp van indicatoren volgens het conceptuele
8
9
model van de VTV. Centrale vragen die in het rapport worden beantwoord zijn: Wat zijn de belangrijkste gezondheidsproblemen? Wat zijn de belangrijkste oorzaken van ongezondheid? Hoe staat het met de preventie en zorg in de regio? Wat kan de toekomst brengen? In de vorm van Regionale Kernboodschappen wordt aan de belangrijkste conclusies betekenis gegeven voor strategisch regionaal en lokaal gezondheidsbeleid. Voor iedere gemeente is op basis van de regionale Kernboodschappen en een lokaal gezondheidsprofiel een beknopt rapport samengesteld met Kernboodschappen voor lokaal beleid. Centraal hierin staan de vragen: Wat zijn in onze gemeente de belangrijkste gezondheidsproblemen? Wat zijn in onze gemeente de belangrijkste oorzaken van ongezondheid? Wat gebeurt er nu aan beleid in de gemeente? Waar liggen de mogelijkheden voor verbetering? Deze Kernboodschappen voor lokaal beleid hebben een agendasettend karakter en dienen als bouwsteen voor de gemeentelijke nota’s volksgezondheid. Met deze nota’s zijn de meeste gemeenten in 2007 aan de slag gegaan.
november 2006-juni 2007 de gemeentelijke rapportages met de Kernboodschappen voor lokaal beleid. De release van het Regionaal Kompas Volksgezondheid Hart voor Brabant vond plaats in november 2006, de release van het Regionaal Kompas Volksgezondheid West-Brabant in juli 2007. Het Regionaal Kompas Volksgezondheid is door de GGD Hart voor Brabant ontwikkeld in samenwerking met het NIGZ en het RIVM en met behulp van subsidie vanuit het programma Lokaal Gezond. Al in een vroeg stadium bleek het voor de GGD West-Brabant niet haalbaar aan te sluiten bij deze ontwikkeling en is besloten dit in een latere fase op te pakken. De totstandkoming van het Regionaal Kompas Volksgezondheid kent dan ook een ander traject dan het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid. De ontwikkeling van het Regionaal Kompas Volksgezondheid heeft wel plaatsgevonden onder aansturing van de projectleider regionale VTV, maar buiten de projectgroep van de regionale VTV. Wel is de voortgang van het Regionaal Kompas Volksgezondheid als onderdeel van de regionale VTV in de stuur- en projectgroep regelmatig aan de orde geweest.
Het Regionaal Kompas Volksgezondheid (www.regionaalkompas.nl) geeft per beleidsthema een overzicht van de belangrijkste landelijke en regionale cijfers, de beleidsopties voor de gemeenten, effectieve en aanbevolen interventies en het huidige regionale aanbod van interventies. Dit ondersteunt gemeenten bij de vertaling van strategische beleidsprioriteiten naar een concreet plan van aanpak. De website van het Regionaal Kompas Volksgezondheid is gekoppeld aan de website van het Nationaal Kompas Volksgezondheid (RIVM) en aan de Qui-databank. Deze laatste is ontwikkeld door het NIGZ maar inmiddels ondergebracht bij het Centrum voor Gezond Leven van het RIVM.
Naast de regionale VTV bestaat er sinds enkele jaren ook een GGD Gezondheidsatlas (www.ggdgezondheidsatlas.nl). Deze gezondheidsatlas is een geografisch presentatiesysteem van Noord-Brabant en Zeeland met cijfers en achtergrondinformatie voor volksgezondheidsindicatoren op lokaal en regionaal niveau, waarbij men interactief gegevens kan presenteren in de vorm van kaarten, diagrammen of tabellen. De GGD Gezondheidsatlas is vergelijkbaar met de Nationale Atlas Volksgezondheid binnen de nationale VTV. Naar verwachting zal deze GGD Gezondheidsatlas in de toekomst deel gaan uitmaken van de regionale VTV.
Het Samenvattend rapport en de rapporten met Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn vooral belangrijk voor het strategisch beleidsniveau. Op tactisch en operationeel beleidsniveau voorziet de website Regionaal Kompas Volksgezondheid de gemeenten van actuele beleidsinformatie.
Om te achterhalen wat de bruikbaarheid is van deze regionale VTV en wat de randvoorwaarden, succesfactoren en verbeterpunten zijn voor de totstandkoming en de presentatie hiervan is een evaluatie uitgevoerd onder betrokkenen en (potentiële) gebruikers.
In tabel 1 staat hoe de eindproducten van de regionale VTV zich verhouden tot de eindproducten van de nationale VTV. Tabel 1. Nationale en regionale VTV-producten Nationaal
Regionaal
Samenvattend rapport Nederland: Zorg voor gezondheid
Samenvattend rapport per GGD-regio: Gezondheid telt! in Hart voor Brabant Gezondheid telt! in West-Brabant Regionale kernboodschappen Kernboodschappen voor lokaal beleid per gemeente Regionaal Kompas Volksgezondheid
Nationale kernboodschappen Nationaal Kompas Volksgezondheid
Na afronding van de haalbaarheidsstudie in 2005 is gestart met de voorbereidingen voor de ontwikkeling van de regionale VTV. In november 2006 zijn de Samenvattende rapporten ‘Gezondheid telt! in Hart voor Brabant’ en ‘Gezondheid telt! in West-Brabant’ verschenen en in de periode 10
11
2. D oel ,
werk wijze en afbakening van de evaluatie
Doel Het doel van de evaluatie van de regionale VTV in Hart voor Brabant en West-Brabant is inzicht te krijgen in: 1. de bruikbaarheid van de regionale VTV voor het lokale en regionale gezondheidsbeleid; 2. de randvoorwaarden en succesfactoren voor de totstandkoming en de presentatie van een regionale VTV. Op basis van deze inzichten kunnen lessen getrokken worden voor de inhoud, de presentatie en het proces. Deze kunnen worden gebruikt bij volgende regionale VTV’s, zowel in de beide pilotregio’s als in andere GGD-regio’s die met een regionale VTV aan de slag willen. Werkwijze In deze evaluatie wordt getracht antwoorden te krijgen op de volgende vragen: 1. Wat is de bruikbaarheid van de regionale VTV voor het lokale en regionale gezondheidsbeleid? Hierbij gaat het om vormgeving, inhoud en relevantie van de drie producten, hun onderlinge samenhang en de meerwaarde ten opzichte van bestaande informatie. 2. Wat is de impact van de regionale VTV op het lokale, regionale en landelijke gezondheids beleid? Hierbij gaat het om interesse voor, gebruik van en communicatie/PR rondom de drie producten. 3. Wat zijn de randvoorwaarden en succesfactoren voor de totstandkoming en presentatie van een regionale VTV? Hierbij gaat het om middelen, planning, communicatie en kwaliteit. De informatie voor deze evaluatie is verkregen door middel van (digitale) vragenlijsten, persoonlijke interviews, groepsinterviews en documentenanalyse. Bij het opstellen van het plan van aanpak voor de evaluatie van de regionale VTV is gebruik gemaakt van het evaluatieplan dat door het RIVM is opgesteld voor de evaluatie van de nationale VTV.
Gebruikers van de regionale VTV: • ambtenaren, wethouders en raadsleden van de gemeenten in de GGD-regio’s Hart voor Brabant en West-Brabant (hierna genoemd: gemeenten); • GGD-medewerkers (hierna genoemd: interne gebruikers); • medewerkers van lokale en regionale organisaties: Thuiszorg, Geestelijke Gezondheidszorg (GGz), Instituut voor advies, onderzoek en ontwikkeling in Noord-Brabant (PON), Brabants Kenniscentrum Jeugd (K2), Novadic-Kentron, Zorgkantoren; • medewerkers van de provincie en landelijke organisaties: provincie Noord-Brabant, GGD Nederland, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ), Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Afbakening De regionale VTV in de GGD-regio’s Hart voor Brabant en West-Brabant bestaat uit verschillende onderdelen om zo beter aan te sluiten bij de behoeften van de gebruikers en de verschillende fases van het beleidsproces. De onderdelen van de regionale VTV waarop deze evaluatie betrekking heeft, zijn: 1. Een Samenvattend rapport per GGD-regio: • ‘Gezondheid telt! in Hart voor Brabant’ • ‘Gezondheid telt! in West-Brabant’ 2. Per gemeente een rapport met Kernboodschappen voor lokaal beleid: • ‘Gezondheid telt! in [gemeente X]’ 3. De website Regionaal Kompas Volksgezondheid • ‘Regionaal Kompas Volksgezondheid Hart voor Brabant’ Leeswijzer In deze evaluatie wordt gekeken naar de drie onderdelen afzonderlijk, naar de samenhang daartussen en naar de meerwaarde van de regionale VTV. Dit evaluatierapport is als volgt opgebouwd: in hoofdstuk 3 wordt de respondentengroep beschreven, in de hoofdstukken 4 en 5 worden respectievelijk bekendheid en vormgeving uiteengezet. In hoofdstuk 6 wordt ingegaan op inhoud, bruikbaarheid en gebruik. Hoofdstuk 7 gaat in op de planning en hoofdstuk 8 op de communicatie. In hoofdstuk 9 wordt de samenhang tussen de onderdelen en de meerwaarde van de regionale VTV beschreven. In hoofdstuk 10 staan de belangrijkste conclusies en hoofdstuk 11 sluit af met de aanbevelingen.
Voor de evaluatie worden twee doelgroepen onderscheiden: betrokkenen en (potentiële) gebruikers. Betrokkenen bij de totstandkoming van de regionale VTV: • auteurs, referenten en adviseurs in de functie van epidemioloog, beleidsadviseur en GVO (beleids)functionaris en werkzaam bij onder andere de GGD Hart voor Brabant, de GGD West Brabant, het RIVM en Tranzo (hierna genoemd: interne betrokkenen); • leden van de projectgroep regionale VTV; • leden van de stuurgroep Academische Werkplaats Openbare Gezondheidszorg Tilburg (AW OGZ). 12
13
3. R espondenten De doelgroepen van deze evaluatie zijn de betrokkenen bij de totstandkoming van de regionale VTV en de gebruikers van de regionale VTV. In onderstaande tabel is per doelgroep weergegeven op welke wijze de dataverzameling heeft plaatsgevonden. Tabel 1. Doelgroepen en methode van dataverzameling Doelgroep
Dataverzameling
Interne betrokkenen regionale VTV: auteurs,
Digitale vragenlijst; respons 71% (n=30)
referenten en adviseurs Interne betrokkenen regionale VTV: auteurs GGD
Groepsinterview (n*=3)
Hart voor Brabant, GGD West-Brabant, RIVM en Tranzo Interne betrokkenen: beleidsadviseurs regionale
De gegevens waarop deze evaluatie is gebaseerd, zijn dus afkomstig van 30 digitale vragenlijsten van interne betrokkenen, 41 digitale vragenlijsten van gebruikers, één schriftelijke reactie, 14 individuele interviews en vier groepsinterviews met in totaal 17 personen. De gegevens van deze respondenten zijn verwerkt in de resultaatbeschrijving. Daarnaast zijn de resultaten uit de digitale vragenlijsten aan ambtenaren en interne betrokkenen weergegeven in de bijlagen. In de vragenlijst aan de ambtenaren is gevraagd in welke GGD-regio zij werkzaam zijn (figuur 1): 67% is werkzaam in Hart voor Brabant (respons 56%), 33% in West-Brabant (respons 46%). Daarnaast is aan de ambtenaren gevraagd hoe lang zij werkzaam zijn bij hun huidige gemeente, 29% is daar minder dan een jaar werkzaam, 29% één tot drie jaar en 43% langer dan drie jaar. De lengte van het dienstverband in de huidige functie is weergegeven in figuur 2.
Groepsinterview (n*=3)
VTV GGD Hart voor Brabant en GGD West-Brabant Projectgroep regionale VTV GGD Hart voor Brabant,
De respons op de vragenlijsten aan de ambtenaren (53%) en de interne betrokkenen (71%) was goed. Bij de interne gebruikers en de gebruikers van lokale en regionale organisaties was de respons matig (respectievelijk 41 en 42%). Bij de interpretatie van de resultaten en conclusies dient hiermee rekening gehouden te worden.
Groepsinterview (n*=6)
Figuur 1. Respondenten evaluatieonderzoek; herkomst ambtenaren naar GGD-regio, n=21
GGD West-Brabant, RIVM en Tranzo Projectleider regionale VTV
Individueel interview (n=1)
Stuurgroep Academische Werkplaats Openbare
Groepsinterview (n*=5)
Hart voor Brabant
Gezondheidszorg, Universiteit van Tilburg Gebruikers: ambtenaren volksgezondheid gemeen-
Digitale vragenlijst; respons 53% (n=21)
ten GGD-regio’s Hart voor Brabant en West-Brabant
Individueel interview (n=5)
Gebruikers: wethouders gemeenten GGD-
Individueel interview (n=3)
West-Brabant
regio’s Hart voor Brabant en West-Brabant Gebruikers: raadsleden gemeenten GGD-regio Hart
0
Individueel interview (n=2)
20
40
60
80
100
%
voor Brabant Interne gebruikers GGD Hart voor Brabant en GGD
Digitale vragenlijst; respons 41% (n=12)
West-Brabant Gebruikers lokale en regionale organisaties: GGz,
Digitale vragenlijst; respons 42% (n=8):
Zorgkantoor/-netwerk, Thuiszorg, PON, K2 Brabants
GGz, Zorgkantoor/-netwerk, Thuiszorg,
Kenniscentrum Jeugd, Novadic-Kentron
K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd, NovadicKentron
Vereniging Nederlandse Gemeenten
Individueel interview (n=1)
Inspectie voor Gezondheidszorg
Individueel interview (n=1)
GGD Nederland
Individueel interview (n=1)
Directie Publieke Gezondheid, Ministerie van VWS
Schriftelijke reactie
* aantal personen dat aan het groepsinterview heeft deelgenomen 14
Figuur 2. Respondenten evaluatieonderzoek; lengte dienstverband ambtenaren in huidige functie, n=21
minder dan 1 jaar 1 tot 3 jaar langer dan 3 jaar 0
10
20
30
40
50
%
15
Aan de interne betrokkenen is gevraagd vanuit welke instelling ze een bijdrage hebben geleverd aan de regionale VTV (figuur 3) en vanuit welke functie zij dit hebben gedaan (figuur 4).
4. B ekendheid
Figuur 3. Respondenten evaluatieonderzoek; instelling van waaruit interne betrokkenen een bijdrage hebben geleverd aan de regionale VTV, n=30
Inleiding In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de bekendheid van (de onderdelen van) de regionale VTV onder interne gebruikers (GGD) en externe gebruikers (gemeenten, lokale, regionale en landelijke organisaties). Daarnaast wordt aangegeven op welke manieren bekendheid is gegeven aan de verschijning van de regionale VTV. Tot slot is een aantal sterke punten en verbeterpunten geformuleerd ten aanzien van de bekendheid van de regionale VTV.
GGD HvB GGD WB RIVM anders 0
10
20
30
40
50
60
%
Figuur 4. Respondenten evaluatieonderzoek; functie(s) van interne betrokkenen bij de regionale VTV, n=30
epidemioloog/onderzoeker beleidsadviseur GVO (beleids)functionaris anders 0
10
20
30
40
50
60
%
Wanneer sprake was van uiteenlopende antwoorden op een bepaalde vraag, is onderzocht of bovengenoemde achtergrondvariabelen van de respondenten deze variatie konden verklaren. Alleen wanneer dit het geval was, is dit vermeld in de resultaatbeschrijving. Omdat de release van het Regionaal Kompas Volksgezondheid in West-Brabant in een later stadium heeft plaatsgevonden, heeft het evaluatieonderzoek alleen betrekking op het Regionaal Kompas Volksgezondheid Hart voor Brabant. De evaluatiegegevens hierover zijn echter afkomstig van respondenten uit beide regio’s.
16
Bekendheid Samenvattend rapport De bekendheid van het Samenvattend rapport ‘Gezondheid telt!’ is groot. Binnen de gemeenten is het Samenvattend rapport bekend bij ambtenaren, wethouders en raadsleden. Bijna alle ambtenaren (95%) hebben het Samenvattend rapport (gedeeltelijk) gelezen (zie figuur 5). Dat geldt ook voor de geïnterviewde ambtenaren, raadsleden en wethouders. Ook bij de interne gebruikers is het Samenvattend rapport goed bekend, driekwart van hen heeft het (gedeeltelijk) gelezen (zie figuur 5). De bekendheid van het Samenvattend Rapport onder medewerkers van lokale en regionale organisaties is minimaal. Uit de vragenlijst blijkt dat slechts enkelen het Samenvattend rapport (gedeeltelijk) gelezen hebben. Bekendheid Kernboodschappen voor lokaal beleid De Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn goed bekend. Bijna alle ambtenaren hebben deze Kernboodschappen voor lokaal beleid (gedeeltelijk) gelezen (zie figuur 5). Enkele ambtenaren geven aan dit (nog) niet te hebben gedaan. Dit zijn met name ambtenaren die nog maar kort in hun huidige functie werkzaam zijn. Een deel van hen geeft aan dat dit ook de reden is dat ze de Kernboodschappen nog niet hebben gelezen. Ook raadsleden zijn goed op de hoogte van de Kernboodschappen voor lokaal beleid van hun gemeente. Binnen de GGD zijn de Kernboodschappen voor lokaal beleid redelijk goed bekend. Uit de vragenlijst onder de interne gebruikers blijkt dat driekwart van hen de Kernboodschappen voor lokaal beleid (gedeeltelijk) heeft gelezen (zie figuur 5). Bij medewerkers van lokale en regionale organisaties zijn de Kernboodschappen voor lokaal beleid (nog) niet bekend. Bekendheid Regionaal Kompas Volksgezondheid Het Regionaal Kompas Volksgezondheid (de website) is wat minder bekend dan de andere onderdelen van de regionale VTV. Veel ambtenaren hebben wel van de website gehoord, maar uit de vragenlijst blijkt dat slechts eenderde van de ambtenaren de website al eens heeft geraadpleegd (zie figuur 5). Dat geldt ook voor raadsleden en wethouders: het bestaan van de website is bekend maar men heeft deze nog niet bekeken. Onder de interne gebruikers heeft slechts een klein deel de website al eens geraadpleegd (zie figuur 5). Bij medewerkers van lokale en regionale organisaties is het bestaan van het Regionaal Kompas Volksgezondheid nauwelijks bekend.
17
Figuur 5. Bekendheid met het Samenvattend rapport (SR), de Kernboodschappen voor lokaal beleid (KLB) en het Regionaal Kompas Volksgezondheid (RKV) onder ambtenaren (n=21) en interne gebruikers (n=12). RKV
KLB
SR
riep veel reacties op en er kwam een levendige discussie op gang tussen wethouder en burgers. Via internet is de regionale VTV intern (intranet GGD Hart voor Brabant en GGD West-Brabant) en extern (internetsites GGD Hart voor Brabant, GGD West-Brabant en Tranzo) onder de aandacht gebracht. Ook zijn het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid (met toestemming van de betreffende gemeenten) als pdf-bestanden toegankelijk gemaakt. Op de interne en externe GGD-sites en de GGD Gezondheidsatlas (www.ggdgezondheidsatlas.nl) is de link naar het Regionaal Kompas Volksgezondheid vermeld.
ambtenaren
wethouder: ‘ik ben heel blij met de serie reacties op mijn weblog: het heeft een discussie over dit onderwerp op gang gebracht’ interne gebruikers
0
20
40
%
60
80
100
Op basis van het aantal pageviews per week kan geconcludeerd worden dat het Regionaal Kompas Volksgezondheid Hart voor Brabant in de loop van 2007 steeds meer bekendheid heeft gekregen. In het voorjaar 2007 lag het aantal pageviews op ruim 1.300 per week, in het najaar 2007 op gemiddeld ongeveer 1.800 per week. Een belangrijk punt wat betreft de bekendheid van de regionale VTV is het feit dat gemeenten al in een vroeg stadium betrokken zijn geweest bij de ontwikkeling van de regionale VTV en de totstandkoming van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Door deze betrokkenheid waren veel gemeenten ‘voorbereid’ op de komst van de regionale VTV. Het is mogelijk dat dit een positieve invloed heeft gehad op de bekendheid ervan. Bij landelijke organisaties (GGD Nederland, VNG en IGZ) geniet de regionale VTV grote bekendheid. Men is goed op de hoogte van de drie onderdelen van de regionale VTV. Vooral het Samenvattend rapport en het Regionaal Kompas Volksgezondheid zijn bij hen goed bekend. PR rondom de regionale VTV Aan de verschijning van de regionale VTV is veel bekendheid gegeven. In alle gemeenten zijn het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid persoonlijk aangeboden. Daarnaast heeft in 31 gemeenten een presentatie voor de raad(scommissie) plaatsgevonden. Voorafgaande aan de publicatie van de Kernboodschappen voor lokaal beleid is door de GGD’en aan iedere gemeente een conceptpersbericht aangereikt ter verspreiding door de gemeente. Met name de publicaties van de Kernboodschappen voor lokaal beleid hebben in de media veel aandacht gekregen. In totaal zijn in beide regio’s ruim 40 artikelen verschenen in lokale en regionale (dag)bladen, waarin vooral lokale problemen of resultaten uit de Kernboodschappen voor lokaal beleid centraal stonden. Ook was er aandacht voor de regionale VTV op de lokale, regionale en landelijke radio en TV. Een aantal gemeenten heeft de Kernboodschappen voor lokaal beleid genoemd op de gemeentelijke website. Van één gemeente is bekend dat de wethouder op zijn weblog de Kernboodschappen voor lokaal beleid ter sprake heeft gebracht. Dit 18
In november 2006 heeft in Tilburg een drukbezocht congres plaatsgevonden voor landelijke en regionale beleidsmakers en onderzoekers. Voorafgaand aan het congres heeft een perspresentatie plaatsgevonden voor regionale, provinciale en landelijke media, voorbereid door de communicatieadviseurs van Tranzo, het RIVM en de GGD’en. Landelijk is in het Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen (Spectrum) een aantal artikelen gewijd aan de regionale VTV. Daarnaast hebben op beide GGD’en interne presentaties plaatsgevonden voor GGD-medewerkers (diverse afdelingen en overlegstructuren). Ook op regionaal en landelijk niveau zijn diverse presentaties en workshops over (onderdelen van) de regionale VTV verzorgd bij gelegenheden als congressen en reguliere landelijke overleggen. wethouder: ‘het congres is erg gewaardeerd, hierdoor werd de achtergrond en de context veel duidelijker’ De grote aandacht voor de regionale VTV in de pers, vooral voor de Kernboodschappen voor lokaal beleid, is vooraf niet geheel voorzien. Deze wordt door de GGD’en wel als positief ervaren. Ook gemeenten zijn over het algemeen erg te spreken over de media-aandacht. Volgens hen wordt op deze manier een groot publiek bereikt, waaronder ook de raadsleden. Zij ervaren de media-aandacht voor de regionale VTV (in het bijzonder de Kernboodschappen voor lokaal beleid) als PR van de gemeente zelf; het maakt duidelijk dat de gemeente zich ook bezighoudt met de gezondheid van haar burgers. De pers heeft weliswaar een beperkte invalshoek, maar belangrijke resultaten worden op deze manier toch onder de aandacht gebracht. Aan gemeenten is een aantal vragen gesteld over de communicatie met de GGD rondom de publicatie van de regionale VTV. Gemeenten hebben de overhandiging van de Kernboodschappen voor lokaal beleid door de GGD als positief ervaren. Ongeveer de helft van de ambtenaren is positief over de presentatie van de Kernboodschappen voor lokaal beleid in de raad(scommissie). Ook geeft de helft van de ambtenaren aan tevreden te zijn met de ondersteuning van de GGD bij de perscontacten over de Kernboodschappen voor lokaal beleid. De overige ambtenaren zijn over deze twee aspecten neutraal, deels omdat een dergelijke presentatie in hun gemeenten (nog) niet heeft plaatsgevonden of omdat zij geen perscontacten hebben gehad. Uit de interviews blijkt dat ook wethouders en raadsleden tevreden zijn over de communicatie met de GGD rondom de publicatie van de regionale VTV.
19
5. Vormgeving Sterke punten ten aanzien van de bekendheid: • De bekendheid van het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid onder gemeenten en interne gebruikers is groot, de meesten hebben deze (gedeeltelijk) gelezen; • De regionale VTV is goed bekend bij landelijke organisaties; • Aan de verschijning van de regionale VTV is veel bekendheid gegeven door middel van pers berichten, een congres, presentaties en artikelen. Ook hebben de publicaties ruime media aandacht gekregen. Dit is door gemeenten en GGD als positief ervaren; • Gemeenten zijn tevreden over de communicatie met en ondersteuning van de GGD rondom de publicatie van de regionale VTV. Verbeterpunten ten aanzien van de bekendheid: • Het Regionaal Kompas Volksgezondheid is bij gemeenten en interne gebruikers nog niet erg bekend. De meesten hebben er wel van gehoord maar hebben de website nog niet bekeken; • De bekendheid van (de onderdelen van) de regionale VTV onder medewerkers van lokale en regionale organisaties is minimaal.
Inleiding In dit hoofdstuk wordt gekeken naar de vormgeving van de verschillende onderdelen van de regionale VTV. Dit is nagevraagd bij betrokkenen (interne betrokkenen, projectgroep) en gebruikers (GGD, gemeenten, lokale, regionale en landelijke organisaties). Het hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal sterke punten en verbeterpunten voor de vormgeving van de regionale VTV. Vormgeving Samenvattend rapport Vrijwel iedereen is tevreden over de vormgeving van het Samenvattend rapport. De aspecten opbouw, leesbaarheid, lay-out en algehele presentatievorm worden positief beoordeeld. Door het gebruik van tabellen en grafieken wordt een grote hoeveelheid gegevens op een overzichtelijke manier gepresenteerd. Ondanks dat het een lijvig boekwerk is, leest het Samenvattend rapport plezierig. Als positief punt hierbij wordt door landelijke organisaties ook genoemd dat de opzet van het Samenvattend rapport herkenbaar is (‘lijkt op de nationale VTV, maar met een eigen look’). Daarnaast is opgemerkt dat het Samenvattend rapport een professionele uitstraling heeft. Door enkele interne betrokkenen is opgemerkt dat het Samenvattend rapport te academisch is en moeilijk leesbaar zou zijn voor ambtenaren. Dit wordt niet bevestigd door de ambtenaren zelf. Wel wordt door enkele betrokkenen en gebruikers opgemerkt dat het Samenvattend rapport erg veel informatie bevat waardoor het een ‘dikke pil’ is. Door velen wordt dit niet als een probleem ervaren, waarschijnlijk omdat het Samenvattend rapport vooral als naslagwerk wordt gezien. Een veel gemaakte opmerking is dat het zoeken op een specifiek onderwerp/thema lastig is, ook omdat sommige onderwerpen op meer plaatsen in het Samenvattend rapport aan de orde komen. De huidige inhoudsopgave helpt hierbij niet en men mist hiervoor een trefwoordenregister. De term ‘Samenvattend rapport’ is niet voor iedereen helder. Waar is het een samenvatting van? Veel mensen kennen het Samenvattend rapport onder een andere naam, zoals ‘regionaal rapport’, ‘regionale VTV in regio X’ of ‘Gezondheid telt!’. Buiten de projectgroep is de gebruikte terminologie voor de onderdelen van de regionale VTV niet altijd eenduidig geweest. ambtenaar: ‘ik ben gewoon uitermate tevreden met de gepresenteerde gegevens’
Vormgeving Kernboodschappen voor lokaal beleid Over de algehele presentatievorm, de opbouw, de leesbaarheid en de lay-out van de Kernboodschappen voor lokaal beleid is men tevreden. De Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn helder van opzet en het rapport heeft een handzaam formaat. De opsomming van alle gemeenten op de voorkant maakt zowel het regionale als het lokale karakter van de VTV duidelijk en wordt gewaardeerd. Hoewel de tekst van het format voor de Kernboodschappen is geredigeerd door een professionele tekstschrijver, wordt door gemeenten aangegeven dat de Kernboodschappen voor lokaal beleid vooral geschreven en geschikt zijn voor ambtenaren en wethouders, maar dat het voor raadsleden soms nog te veel vakjargon bevat. Daarnaast is door enkele medewerkers en gebruikers opgemerkt dat de leesbaarheid van de gezondheidsprofielen beter kan door een 20
21
andere lay-out van de tabel. Het werken met kleurmarkering bij significantietoetsen in het profiel wordt wel als prettig ervaren. wethouder: ‘fijn dat het een boekje is, zo heb je alles bij de hand’ Vormgeving Regionaal Kompas Volksgezondheid De toegankelijkheid en de algehele presentatievorm van het Regionaal Kompas Volksgezondheid worden positief beoordeeld. Ook is men tevreden over de opbouw en de lay-out. De website leest prettig, mede door een heldere schrijfstijl. Daarnaast geven landelijke organisaties aan dat de website lijkt op die van de nationale VTV (RIVM). Deze herkenbaarheid schept vertrouwen en wordt als positief ervaren. Met betrekking tot de opbouw van het Regionaal Kompas Volksgezondheid wordt door gebruikers wel opgemerkt dat een uniforme opbouw van de onderwerpen niet mogelijk zal zijn, maar dat de huidige opzet niet altijd logisch is. Daarnaast wordt door enkele gebruikers de opmerking gemaakt dat men ‘wel erg veel moet doorklikken’ en sneller bij zijn/ haar doel zou willen uitkomen. Dit komt deels door de geringe ervaring met het gebruik van het Regionaal Kompas Volksgezondheid (zie hiervoor hoofdstuk 6). Ten tijde van deze rapportage is een versnelde zoekfunctie via trefwoorden inmiddels beter mogelijk. Sterke punten ten aanzien van de vormgeving: • De vormgeving (algehele presentatievorm, opbouw, leesbaarheid en lay-out) van de onder delen van de regionale VTV wordt positief beoordeeld. Dit geldt ook voor de toegankelijkheid van de website; • Als positieve punten van de Kernboodschappen voor lokaal beleid worden verder genoemd: de heldere opzet, het handzame formaat van het boekje, de opsomming van de gemeenten op de voorkant en de kleurmarkering bij significantietoetsen in het gezondheidsprofiel; • De overeenkomst tussen de regionale VTV en de nationale VTV (Samenvattend rapporten website) schept vertrouwen en wordt als positief ervaren. Verbeterpunten ten aanzien van de vormgeving: • Het zoeken op een specifiek onderwerp/thema in het Samenvattend rapport op basis van de inhoudsopgave is lastig. Hiervoor zou een trefwoordenregister opgenomen moeten worden; • De gebruikte terminologie voor de verschillende onderdelen van de regionale VTV is niet eenduidig. Hierover moeten duidelijke afspraken gemaakt worden; • De leesbaarheid van het gezondheidsprofiel in de Kernboodschappen voor lokaal beleid kan verbeterd worden door een andere lay-out; • De opbouw van de onderwerpen in het Regionaal Kompas Volksgezondheid is niet altijd logisch. Uniformiteit op dit punt is wenselijk.
22
6. I nhoud ,
bruikba arheid en gebruik
Inleiding In dit hoofdstuk komt aan de orde hoe inhoud en bruikbaarheid van de onderdelen van de regionale VTV beoordeeld worden en hoe het staat met het (voorgenomen) gebruik van de verschillende onderdelen van de regionale VTV. De informatie hierover is afkomstig van betrokkenen en gebruikers (intern en extern). Tot slot zijn enkele sterke punten en verbeterpunten aangegeven ten aanzien van inhoud, bruikbaarheid en gebruik van de regionale VTV. Inhoud, bruikbaarheid en gebruik Samenvattend rapport Over de inhoud van het Samenvattend rapport is men tevreden. Het Samenvattend rapport wordt door ambtenaren en interne gebruikers gezien als informatief en begrijpelijk. De betrouwbaarheid van de informatie in het Samenvattend rapport wordt door ruim driekwart van de ambtenaren beoordeeld als goed, de overige ambtenaren zijn hierin neutraal. Interne betrokkenen hebben aangegeven dat betrouwbaarheid een punt van aandacht is; het is essentieel dat gemeenten de cijfers als betrouwbaar zien. Neutraliteit van ambtenaren op dit punt betekent echter niet dat zij de informatie onbetrouwbaar vinden. Misschien achten ambtenaren zich niet competent om hierover te oordelen of maken zij zich geen zorgen over de betrouwbaarheid. Hierover is echter geen aanvullende informatie beschikbaar. Volgens ambtenaren en interne gebruikers is het Samenvattend rapport voldoende regionaal getint en biedt het goede achtergrondinformatie voor de lokale nota volksgezondheid. Bijna alle ambtenaren geven aan dat in het Samenvattend rapport informatie staat die ze kunnen gebruiken. Zowel ambtenaren als interne gebruikers zijn van mening dat de GGD iedere vier jaar een Samenvattend rapport moet uitbrengen, gekoppeld aan de cyclus van de nota volksgezondheid. De weinige gegevens van medewerkers van lokale en regionale organisaties lijken bovenstaande resultaten te bevestigen. De interne betrokkenen zijn tevreden over de kwaliteit van het Samenvattend rapport. De opmerking van enkele interne betrokkenen dat de inhoud van het Samenvattend rapport niet aansluit bij of geschikt is voor de doelgroep (ambtenaren) wordt over het algemeen niet door de ambtenaren zelf bevestigd. ambtenaar: ‘ik gebruik vooral het Samenvattend rapport, het is een bouwsteen voor de nieuwe nota’ Op de vraag welke onderwerpen men mist of onderbelicht vindt in het Samenvattend rapport worden uiteenlopende antwoorden gegeven. Over het algemeen vindt men dat er (te) weinig aandacht is voor sociale en fysieke leefomgeving. Veel genoemde onderwerpen hierbij zijn: opvoedingsondersteuning, weerbaarheid, behoefte aan welzijnsvoorzieningen, veiligheid en (binnen)milieu. Juist met deze thema’s kunnen gemeenten concreet aan de slag. Verder is aangegeven dat in het Samenvattend rapport ook infectieziekten een plaats moeten krijgen en meer aandacht besteed moet worden aan de geestelijke gezondheid (‘OGGz-onderwerpen’). Uitgangspunt bij de keuze van onderwerpen voor het Samenvattend rapport is een onderbouwde relatie 23
met gezondheid en ziekte. Echter, bij een aantal van bovengenoemde onderwerpen lijkt een dergelijke relatie wel waarschijnlijk, maar ontbreekt hiervoor nog een onderbouwing. Daarnaast zijn er voor sommige onderwerpen (zoals OGGz) nog geen betrouwbare gegevens voorhanden. Zowel de projectgroep als landelijke organisaties zijn van mening dat bij de keuze van onderwerpen moet worden vastgehouden aan het uitgangspunt van een onderbouwde relatie met gezondheid en ziekte, maar dat tegelijkertijd opengestaan moet worden voor onderwerpen waarbij deze onderbouwing (nog) ontbreekt. In het Samenvattend rapport kan meer theoretisch worden vastgehouden aan dit uitgangspunt, in de Kernboodschappen voor lokaal beleid kan meer tegemoet gekomen worden aan de wensen van de gemeenten. Verder wordt opgemerkt dat in het Samenvattend rapport nadrukkelijker aandacht moet worden besteed aan de evaluatie van het regionale beleid. Hierdoor zal het Samenvattend rapport verder aan betekenis winnen. Een andere inhoudelijke suggestie voor het Samenvattend rapport betreft het thema ‘preventie en zorg’. Hier zou een betere aansluiting met de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) gezocht moeten worden omdat de Wmo veel raakvlakken heeft met en invloed heeft op de openbare gezondheidszorg. In dit kader worden de volgende suggesties gedaan voor een volgende regionale VTV: aandacht voor operationalisatie van de Wmo en de WCPV (Wet Collectieve Preventie Volksgezondheid; op termijn vervangen door de Wet Publieke Gezondheid) vanuit de regie van de gemeente en het opnemen van een regionale zorgbalans (een regionale variant van de Nationale Zorgbalans van het RIVM, waarin kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg worden beoordeeld). Hierbij zou ingegaan moeten worden op de mogelijkheden van de gemeenten om vanuit de Wmo de ketenzorg te beïnvloeden. Bovenstaande suggesties vereisen wellicht een nieuw of aanvullend (onderzoeks)traject. Het (voorgenomen) gebruik van het Samenvattend rapport is groot. Bijna de helft van de ambtenaren heeft het Samenvattend rapport al gebruikt, vooral bij het opstellen van de (concept)nota volksgezondheid. Bijna alle ambtenaren denken het Samenvattend rapport te gaan gebruiken (zie figuur 6). In de meeste gevallen als algemeen naslagwerk, bij het opstellen van de nota volksgezondheid en bij de uitvoering van het volksgezondheidsbeleid. Ook onder interne gebruikers is het (voorgenomen) gebruik groot. Vrijwel alle interne gebruikers denken het Samenvattend rapport te gaan gebruiken, vooral als algemeen naslagwerk, bij de opzet van projecten en bij de ondersteuning van gemeenten. Tweederde van de interne gebruikers heeft het Samenvattend rapport inmiddels gebruikt, onder andere op het gebied van ondersteuning bij de nota volksgezondheid en in het relatiebeheer met gemeenten. De bruikbaarheid van het Samenvattend rapport voor een landelijke instelling als de Inspectie is beperkt omdat het Samenvattend Rapport niet is opgesteld aan de hand van de prestatie-indicatoren van de Inspectie. Reden hiervan is dat prestatie-indicatoren niet altijd betrekking hebben op de belangrijkste gezondheidsproblemen en dit is juist een van de uitgangspunten van de regionale VTV. Het is wel mogelijk om in een volgende regionale VTV deze prestatie-indicatoren verder uit te werken.
Figuur 6. Voorgenomen gebruik en daadwerkelijk gebruik van het Samenvattend rapport (SR), de Kernboodschappen voor lokaal beleid (KLB) en het Regionaal Kompas Volksgezondheid (RKV) door ambtenaren. voorgenomen gebruik
daadwerkelijk gebruik
SR KLB RKV 0
20
40
60
80
100
%
Inhoud, bruikbaarheid en gebruik Kernboodschappen voor lokaal beleid De Kernboodschappen voor lokaal beleid worden door ambtenaren en interne gebruikers gezien als informatief, begrijpelijk en richtinggevend voor lokaal gezondheidsbeleid. Bijna alle ambtenaren geven aan dat in de Kernboodschappen voor lokaal beleid informatie staat die ze kunnen gebruiken en dat de Kernboodschappen voor lokaal beleid een positieve bijdrage leveren aan de nota volksgezondheid. Daarnaast zijn bijna alle ambtenaren van mening dat de GGD iedere vier jaar deze Kernboodschappen voor lokaal beleid moet uitbrengen, gekoppeld aan de cyclus van de nota volksgezondheid. ambtenaar: ‘de Kernboodschappen voor lokaal beleid vormen een inhoudelijke basis voor de interne discussies rondom de nieuwe nota’ Verder wordt als inhoudelijk positief punt genoemd de aansluiting van de Kernboodschappen voor lokaal beleid bij de landelijke speerpunten uit de preventienota ‘Kiezen voor gezond leven’ (ministerie VWS). De regionale VTV als geheel en de Kernboodschappen voor lokaal beleid in het bijzonder bieden ook een goed tegenwicht aan de lokale politiek, de ‘waan van de dag’ omdat het een genuanceerd beeld geeft van de gezondheid. Tweederde van de ambtenaren vindt de inhoud van de Kernboodschappen voor lokaal beleid betrouwbaar, eenderde is hierin neutraal. Een toelichting hierop is niet gegeven. Net als voor het Samenvattend rapport geldt ook hier dat neutraliteit van ambtenaren niet betekent dat zij de informatie onbetrouwbaar vinden maar dat zij zich misschien niet competent achten om hierover te oordelen of zich geen zorgen maken over de betrouwbaarheid. raadslid: ‘de Kernboodschappen voor lokaal beleid worden door onze fractie gezien als een basisdocument’
24
25
Ook over de Kernboodschappen voor lokaal beleid is opgemerkt dat er meer aandacht besteed mag worden aan de sociale en fysieke leefomgeving en infectieziekten en dat er meer gegevens mogen worden opgenomen uit JGZ-registraties en zorgregistraties. Daarnaast bestaat bij gebruikers (ambtenaren, wethouders, raadsleden en interne gebruikers) de behoefte om gegevens op te nemen van andere instellingen zoals GGz, Novadic-Kentron, Thuiszorg en politie. Hierdoor krijgen de Kernboodschappen voor lokaal beleid een meer integraal karakter en gaat de beleidsbeïnvloeding door de GGD verder dan de ambtenaar volksgezondheid. Dit bevordert de integratie tussen beleidsterreinen binnen de gemeente en vergroot de betrokkenheid van de GGD bij gemeentelijk (gezondheids)beleid. Ook voor de Kernboodschappen voor lokaal beleid is de mening van de projectgroep dat men moet vasthouden aan een onderbouwde relatie met gezondheid en ziekte. Tussen de GGD’en bestaat echter wel verschil van mening over de mate waarin tegemoet gekomen kan worden aan de wensen van gemeenten om dergelijke gegevens op te nemen. Het opnemen van gegevens van andere organisaties in de Kernboodschappen voor lokaal beleid heeft volgens sommige gebruikers een toegevoegde waarde. Andere gebruikers spreken dit tegen: zij zijn van mening dat de GGD best mag focussen op haar eigen kerntaken en dat het opnemen van gegevens van andere organisaties wellicht complex, tijdrovend en kostbaar is. Naast het ontbreken van enkele relevante gegevens worden niet alle gegevens in het huidige profiel bruikbaar geacht voor lokaal beleid. Wat zegt bijvoorbeeld een gezonde levensverwachting op lokaal niveau? Zijn deze cijfers betrouwbaar gezien de kleine aantallen of gezien de invloed van bijvoorbeeld verzorgingstehuizen binnen de gemeentegrenzen? Wat kunnen gemeenten met cijfers over bijvoorbeeld artrose en beroerte? Deze cijfers zijn volgens sommigen misschien wel bruikbaar op regionaal en/of landelijk niveau, maar minder voor gemeenten. Deze discussie vindt plaats onder de betrokkenen, maar ook vanuit gemeenten worden vragen gesteld over de beleidsrelevantie van dergelijke cijfers. Een deel van de ambtenaren en raadsleden heeft behoefte aan meer concrete beleidsadvisering door de GGD. Men wil dat de GGD een stapje verder gaat bij het beantwoorden van de vraag wat de gemeente, op basis van deze informatie, het beste kan doen. Het gaat hierbij om zowel het stellen van prioriteiten als de keuze van bijbehorende interventies. Door interne betrokkenen is aangegeven dat in de Kernboodschappen voor lokaal beleid te weinig staat over wat op regionaal niveau moet worden aangepakt, wat gemeenten zelf kunnen doen en waar de aangrijpingspunten voor beleid liggen. Op dit punt kan het Regionaal Kompas Volksgezondheid uitkomst bieden, maar de link hiernaar is nog onvoldoende aanwezig. Daarnaast wordt door interne betrokkenen gewezen op het feit dat gemeenten zich bevinden in een spanningsveld tussen schaarse middelen voor preventie enerzijds en gemeentelijke verantwoordelijkheden ten aanzien van de volksgezondheid anderzijds. Het is belangrijk als GGD om gemeenten te helpen bij het maken van keuzes binnen dit spanningsveld. Ook landelijk wordt aangegeven dat de GGD nog concreter en meer sturend mag zijn in haar lokale beleidsadvisering. Er zijn echter ook gemeenten die expliciet hebben aangegeven dit juist niet te willen en dit als hun eigen taak en verantwoordelijkheid te zien. raadslid: ‘als je een probleem constateert, kom dan ook met concrete aanbevelingen’
26
Bij een aantal gemeenten bestaat de behoefte aan een vergelijking tussen de eigen gegevens met een andere, ‘vergelijkbare’ gemeente of met een subregio. Volgens hen spreekt dit meer tot de verbeelding dan vergelijking met de totale regio of Nederland. Landelijk wordt benadrukt dat de bruikbaarheid van de Kernboodschappen voor lokaal beleid zal toenemen wanneer hierin een beleidsevaluatie is opgenomen: wat waren de prioriteiten van de gemeente, in hoeverre hebben deze geleid tot concrete beleidsuitvoering en wat zijn de resultaten daarvan? Het opnemen van een dergelijke lokale beleidsevaluatie, uitgaande van de voorgaande nota volksgezondheid, wordt ook door betrokkenen en gebruikers onderschreven. Dit vereist wellicht een nieuw traject binnen een volgende regionale VTV. Betrokkenen en gemeenten verschillen van mening over de formulering van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Sommigen vinden het te veel een ‘krantenkoppenstijl’ die vaak ook nog een negatieve lading heeft. Andere betrokkenen vinden echter dat het vastgestelde feiten zijn die blijken uit de tekst. Er is veel gesproken over de vraag of de Kernboodschappen voor lokaal beleid voldoende lokaal getint zijn. Volgens driekwart van de ambtenaren is dit wel het geval, de anderen zijn hierin neutraal. Opmerkingen van ambtenaren op dit punt hebben betrekking op zowel de feitelijke inhoud (onderwerpen, cijfers) maar ook op de manier waarop de gegevens door GGD en gemeente gezamenlijk zijn verwerkt en verwoord in de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Interne betrokkenen en -gebruikers zijn minder positief over de lokale inkleuring van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Men vindt de Kernboodschappen voor lokaal beleid van de verschillende gemeenten erg veel op elkaar lijken. Wat hen betreft mag er meer toegespitst worden op de lokale setting, dat geeft meer lokale inkleuring. Veel interne betrokkenen hadden verwacht hierin meer vrijheid te krijgen, zowel wat betreft de keuze van op te nemen cijfers als de ruimte van eigen- en gemeentelijke inbreng bij de formulering en invulling van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Op het punt van het doel van de rapportage bestaat een duidelijk verschil in opvattingen: de projectgroep beoogt een afgewogen oordeel te geven over gezondheidsproblemen, interne betrokkenen willen vooral (zoveel mogelijk) gegevens opnemen over hun eigen onderwerpen zoals sociaaleconomische gezondheidsverschillen (SEGV), jeugd en milieu. Ideeën hierover verschillen ook tussen de beide GGD’en. Door de projectgroep wordt gewezen op een ander belangrijk punt met betrekking tot de lokale inkleuring: de verhouding tussen de Kernboodschappen voor lokaal beleid en de overige informatie. Aanvullende, gemeentespecifieke gegevens moeten wel in het juiste perspectief geplaatst worden; de focus moet blijven liggen op de Kernboodschappen voor lokaal beleid zelf. interne betrokkene: ‘de Kernboodschappen voor lokaal beleid zien er netjes uit, het is een representatief boekje. Ik vraag me wel af of het prikkelend genoeg is voor gemeenten’ Tijdens de ontwikkeling van de Kernboodschappen voor lokaal beleid heeft de GGD regelmatig contact gehad met iedere gemeente. Toch geeft bijna de helft van de ambtenaren in de vragenlijst aan geen contact te hebben gehad met de GGD gedurende de ontwikkeling van de Kernbood27
schappen voor lokaal beleid. Dit kan gedeeltelijk worden verklaard doordat een aantal ambtenaren pas werkzaam was in de huidige functie na afloop of in het laatste stadium van de totstandkoming van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Uit de projectdocumentatie blijkt echter ook dat met een deel van deze ambtenaren wel overleg met de GGD heeft plaatsgevonden tijdens de ontwikkeling van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Het is niet duidelijk waarom deze ambtenaren hebben aangegeven dit contact niet te hebben gehad. De contacten tussen de GGD en de ambtenaren bestonden in de meeste gevallen uit gepland overleg, aangevuld met contact via telefoon en/of e-mail. Een kleine minderheid van de ambtenaren geeft aan dat ze door deze contacten voldoende invloed hebben gehad op de inhoud van de Kernboodschappen voor lokaal beleid, de overigen zijn hierover neutraal. Wat betreft deze contacten tijdens de ontwikkeling van de Kernboodschappen voor lokaal beleid wordt door ambtenaren opgemerkt dat deze in een eerder stadium mogen plaatsvinden en intensiever mogen. Dit vergroot het draagvlak binnen de gemeenten en geeft hen meer mogelijkheden om te anticiperen op de inhoud wanneer het gaat om ‘gevoelige’ gegevens zoals verhoogde sterftecijfers in een gemeente.
Ook onder interne gebruikers is het (voorgenomen) gebruik van de Kernboodschappen voor lokaal beleid groot. Alle interne gebruikers denken de Kernboodschappen voor lokaal beleid te gaan gebruiken, vooral als algemeen naslagwerk en (in mindere mate) bij de ondersteuning van gemeenten of bij de opzet van projecten. Beleidsadviseurs van de GGD merken in contacten met gemeenten dat de Kernboodschappen voor lokaal beleid vaak ter sprake komen bij gemeenten wanneer het gaat over de nota’s volksgezondheid. Zij zien een verandering in prioriteitstelling bij gemeenten; ‘minder populaire’ onderwerpen zoals roken krijgen weer hernieuwde aandacht in de nota’s.
Het (voorgenomen) gebruik van de Kernboodschappen voor lokaal beleid is groot (zie figuur 6). Bijna driekwart van de ambtenaren heeft de Kernboodschappen voor lokaal beleid al gebruikt, vooral bij het opstellen van de (concept)nota volksgezondheid. Bijna alle ambtenaren denken de Kernboodschappen voor lokaal beleid te gaan gebruiken, vooral bij het opstellen van de nota volksgezondheid. Ook denken ze de Kernboodschappen voor lokaal beleid te gaan gebruiken bij de uitvoering van het volksgezondheidsbeleid, als algemeen naslagwerk, bij de ontwikkeling van integraal beleid en als agendasettend document voor college of raad (zie figuur 7). Bijna alle ambtenaren hebben de Kernboodschappen voor lokaal beleid onder collega’s binnen de eigen gemeente verspreid of denken dit nog te gaan doen. Veel genoemde beleidsterreinen hierbij zijn jeugd, onderwijs, sociale zaken en welzijn. Tweederde van de ambtenaren heeft de Kernboodschappen voor lokaal beleid verspreid onder andere organisaties of is van plan dit te gaan doen. Organisaties die hierbij worden genoemd zijn instellingen/klankbordgroepen voor jeugd of ouderen en maatschappelijk werk.
Inhoud, bruikbaarheid en gebruik Regionaal Kompas Volksgezondheid Volgens ambtenaren en (de kleine groep) interne gebruikers is de inhoud van het Regionaal Kompas Volksgezondheid informatief. Ze geven aan de inhoud begrijpelijk te vinden en er staat informatie in die ze kunnen gebruiken. Volgens de ambtenaren geeft het Regionaal Kompas Volksgezondheid handvatten voor lokaal gezondheidsbeleid en levert het een positieve bijdrage aan de nota volksgezondheid. Ruim tweederde van de ambtenaren noemt de inhoud van het Regionaal Kompas Volksgezondheid betrouwbaar, de overigen zijn hierin neutraal. Deze neutraliteit is eerder aan de orde gekomen bij het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Uit de resultaten blijkt verder dat gemeenten (ambtenaren, wethouders en raadsleden) de website wel hebben bekeken maar deze nog niet voldoende kennen om een mening te hebben over inhoudelijke aspecten ervan. Al eerder is genoemd dat ambtenaren hebben aangegeven dat men in de Kernboodschappen voor lokaal beleid meer concrete aangrijpingspunten voor beleid wil terugzien (zie inhoud Kernboodschappen voor lokaal beleid). Aan deze wens komt het Regionaal Kompas Volksgezondheid tegemoet, hetgeen gunstige verwachtingen schept voor het (toekomstig) gebruik van de website wanneer ambtenaren er meer mee bekend zijn. Volgens interne gebruikers is het Regionaal Kompas Volksgezondheid betrouwbaar en interne betrokkenen zijn tevreden over de kwaliteit ervan.
Figuur 7. Wijze waarop ambtenaren de Kernboodschappen voor lokaal beleid denken te gaan gebruiken (n=21).
opstellen nota volksgezondheid
ambtenaar: ‘het Kompas mag wel uitgewerkt worden met diverse onderwerpen, maar dat is waarschijnlijk ook de bedoeling’
uitvoering gezondheidsbeleid algemeen naslagwerk ontwikkeling integraal beleid agendasettend voor college/raad 0
20
40
60 %
28
Aan ambtenaren is gevraagd welke ondersteuning vanuit de GGD bij de verspreiding en/of implementatie van de Kernboodschappen voor lokaal beleid hun voorkeur heeft. De meeste ambtenaren geven aan wel behoefte te hebben aan ondersteuning hierbij. De grootste voorkeur gaat uit naar een presentatie in de raad(scommissie), ruim een kwart geeft de voorkeur aan een workshop of informatieve bijeenkomst over inhoud en gebruik van de Kernboodschappen voor lokaal beleid.
80
100
Wat betreft de eigen inbreng in de keuze van onderwerpen in het Regionaal Kompas Volksgezondheid zijn de meeste ambtenaren neutraal, enkele ambtenaren wensen meer inbreng hierin. Alle ambtenaren die het Regionaal Kompas Volksgezondheid kennen, denken deze te gaan gebruiken, vooral als algemeen naslagwerk, bij het opstellen van de nota volksgezondheid en bij de uitvoering van het volksgezondheidsbeleid (zie figuur 6). Ambtenaren die een instructiebijeenkomst hebben gehad voor het gebruik van het Regionaal Kompas Volksgezondheid, hebben dit zeer gewaardeerd. Zij geven aan dat deze bijeenkomst een goede stimulans is om de website te gebruiken. Ook interne gebruikers denken het Regionaal Kompas Volksgezondheid te gaan 29
gebruiken. Over het (voorgenomen) gebruik van de website door medewerkers van lokale en regionale organisaties zijn nauwelijks gegevens voorhanden omdat de website bij hen (nog) niet bekend is. Sterke punten ten aanzien van inhoud, bruikbaarheid en gebruik: • Gebruikers zijn van mening dat de GGD iedere vier jaar een regionale VTV moet uitbrengen, gekoppeld aan de cyclus van de lokale nota volksgezondheid; • Volgens gebruikers zijn het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid informatief, begrijpelijk, bruikbaar, voldoende regionaal en lokaal getint en bieden ze goede achtergrondinformatie voor de lokale nota volksgezondheid. Ook het Regionaal Kompas Volks gezondheid is volgens hen informatief en bruikbaar en levert een positieve bijdrage aan de lokale nota; • Interne betrokkenen zijn tevreden over de inhoud van de regionale VTV; • Het (voorgenomen) gebruik van het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid is hoog onder gemeenten en de interne gebruikers. Dit geldt ook voor het voor genomen gebruik van het Regionaal Kompas Volksgezondheid; • De contacten tussen gemeenten en GGD bij het opstellen van de Kernboodschappen voor lokaal beleid hebben voor zowel gemeenten als GGD een grote meerwaarde (inhoudelijk en procesmatig). Belangrijk is wel dat deze contacten al in een vroeg stadium plaatsvinden; • De door de GGD aangeboden ondersteuning van gemeenten bij de implementatie van de Kernboodschappen voor lokaal beleid wordt erg gewaardeerd; • De Kernboodschappen voor lokaal beleid worden door ambtenaren goed verspreid, zowel intern (binnen eigen gemeente) als extern; • Als positief punt is genoemd de aansluiting van de Kernboodschappen voor lokaal beleid bij de landelijke speerpunten uit de preventienota ‘Kiezen voor gezond leven’; • De instructiebijeenkomst voor ambtenaren over het gebruik van het Regionaal Kompas Volks gezondheid is zeer gewaardeerd en is een goede stimulans om de website te gebruiken.
• • • • • • •
Er moet rekening gehouden worden met verschillen tussen GGD’en wat betreft hun relatie met gemeenten en de gevolgen daarvan voor het proces van totstandkoming van de Kernboodschappen voor lokaal beleid; De contacten tussen GGD en gemeenten tijdens de ontwikkeling van de Kernboodschappen voor lokaal beleid mogen nog intensiever en in een eerder stadium plaatsvinden; Aan gemeenten en interne betrokkenen dient de beleidsrelevantie van een aantal cijfers verduidelijkt te worden; Er is behoefte aan lokale beleidsevaluatie en meer aansluiting bij de Wmo en de prestatieindicatoren van de IGZ. Dit vereist wellicht nieuwe trajecten binnen de regionale VTV; Er moet aandacht geschonken worden aan het feit dat niet alle ambtenaren de cijfers als betrouwbaar beoordelen; Een sterkere koppeling tussen het Regionaal Kompas Volksgezondheid en de overige onderdelen van de regionale VTV is wenselijk; Gebruikers hopen op een uitbreiding van de onderwerpen in het Regionaal Kompas Volksgezondheid.
Verbeterpunten ten aanzien van inhoud, bruikbaarheid en gebruik: • Het (voorgenomen) gebruik van (de onderdelen van) de regionale VTV door medewerkers van lokale en regionale instellingen is minimaal, waarschijnlijk vanwege de geringe bekendheid ermee; • Bezinning over de onderwerpen in het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid is wenselijk. Het gaat hierbij vooral over het opnemen van onderwerpen als infec tieziekten, sociale en fysieke leefomgeving en cijfers van andere instellingen. Hierbij moet gezocht worden naar een balans tussen vakinhoudelijke uitgangspunten (onderbouwde relatie met gezondheid en ziekte) en wensen van gemeenten; • Er moet rekening gehouden worden met verschillen tussen opvattingen van gemeenten over de lokale beleidsadvisering door de GGD. Over het algemeen wordt aangegeven dat de GGD concreter en meer sturend mag zijn, er zijn echter ook gemeenten die expliciet hebben aange geven dit als een gemeentelijke taak en verantwoordelijkheid te zien; • Gemeenten en interne betrokkenen wensen meer lokale inkleuring van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Een goed evenwicht met de focus op de kernboodschappen is hierbij belangrijk; 30
31
7. P l anning Inleiding In dit hoofdstuk komt een procesmatig aspect aan de orde: de planning van (de onderdelen van) de regionale VTV. De informatie hierover is afkomstig van de personen die betrokken waren bij de totstandkoming van de regionale VTV: interne betrokkenen, leden van de projectgroep en leden van de stuurgroep. Tot slot worden de sterke punten en de verbeterpunten genoemd ten aanzien van de planning van de regionale VTV. Planning regionale VTV algemeen In november 2005 is gestart met de ontwikkeling van de regionale VTV volgens het model van de nationale VTV. Tijdens een congres in november 2006 is de regionale VTV gepresenteerd aan beleidsmakers en onderzoekers. Vanaf december 2006 is gestart met de formele overhandiging van de Kernboodschappen voor lokaal beleid aan de gemeentelijke bestuurders. In februari 2007 is gestart met de voorbereiding van de evaluatie van de regionale VTV, in mei 2007 is deze evaluatie daadwerkelijk van start gegaan. Voor de planning van de regionale VTV zijn twee zaken van groot belang: het verschijnen van de nationale VTV en het opstellen van de lokale nota’s volksgezondheid. Omdat de regionale VTV is afgeleid van de nationale VTV, kon een deel van de invulling pas plaatsvinden na het verschijnen van de nationale VTV (juni 2006). Daarnaast is het van belang dat de presentatie van de regionale VTV plaatsvindt vóór de tweede ronde van de gemeentelijke nota’s volksgezondheid. De meeste gemeenten zijn hier in 2007 mee gestart. De periode van de totstandkoming van de regionale VTV was dus kort en de tijdsdruk groot. Door gemeenten wordt benadrukt dat een goede timing noodzakelijk is om de regionale VTV te positioneren in de lokale beleidscyclus. Men is van mening dat de regionale VTV op het juiste moment verschenen is en goed aansluit bij de opzet van de nota’s volksgezondheid. Ook landelijk wordt het belang benadrukt van een goede positionering in de lokale beleidscyclus, hierbij aansluitend bij de nationale VTV. Een goede planning is hierbij vereist. ambtenaar: ‘de timing van de regionale VTV is erg belangrijk, deze was goed’ Hoewel er een algehele planning voor de eindproducten is opgesteld, waren planningen voor een aantal deeltaken niet voor iedereen duidelijk of werden zij ter discussie gesteld. Ook waren de eindverantwoordelijke personen voor de deeltaken niet altijd voor iedereen duidelijk. Dit was gedurende het gehele traject merkbaar, maar met name tijdens vakantieperiodes. Naast een planning voor de eindproducten en de deeltaken daarbinnen, is het van belang een planning te maken voor het gehele samenhangend pakket van de drie onderdelen van de regionale VTV. Dit maakt het ook beter mogelijk de onderdelen als één pakket te communiceren. Er is wel een planning gemaakt voor de inzet van de projectgroepleden, maar voor de overige 32
interne betrokkenen (epidemiologen en beleidsadviseurs) was de planning niet duidelijk. Hierdoor is er veel onzekerheid geweest over wie wanneer welke inzet moest leveren en waren werkzaamheden voor de regionale VTV moeilijk in de passen in de reguliere werkzaamheden. Ook zijn interne betrokkenen van mening dat zij over het algemeen pas in een laat stadium bij het proces betrokken werden. Dit is niet bevorderlijk geweest voor de motivatie en het draagvlak bij deze groep. GGD-medewerker: ‘jammer dat er nog geen kompas in West-Brabant was, want het is juist zo‘n mooi samenhangend pakket met drie onderdelen’ Omdat de regionale VTV is afgeleid van de nationale VTV, is ook de planning van de regionale VTV (gedeeltelijk) afhankelijk van de nationale VTV. Ook brengt een ontwikkelproject als de regionale VTV onzekerheden in de planning met zich mee. Hiermee is onvoldoende rekening gehouden en was er te weinig tijd ingepland voor wijzigingen, bijsturing en onvoorziene zaken. Daarnaast is over bovenstaande zaken niet voldoende gecommuniceerd met de interne betrokkenen. Naast een betere planning moeten managers ook bereid zijn om, indien nodig, prioriteiten te herzien. En dat betekent dat de regionale VTV op bepaalde momenten de hoogste prioriteit moet hebben, ten koste van andere (geplande) activiteiten. De regionale VTV liep parallel met de gezondheidsmonitor volwassenen, terwijl cijfers uit deze gezondheidsmonitor nodig waren voor de regionale VTV. Analyses moesten daarom versneld plaatsvinden op het moment dat de indicatoren van de regionale VTV nog niet gedefinieerd waren. Hierdoor moesten cijfers in de regionale VTV in een later stadium een aantal keer gecorrigeerd worden. Dit is ook van invloed geweest op de planning. Voor een deel is de piekbelasting ontstaan omdat er een deadline lag in de vorm van een congres. Enerzijds is het goed een dergelijke deadline te hebben, anderzijds heeft dit voor veel stress gezorgd. Vanwege de lokale nota’s volksgezondheid was het plannen van dit congres in een later stadium geen optie. Planning Samenvattend rapport Een knelpunt met betrekking tot de planning van het Samenvattend rapport is het feit dat er te weinig tijd was ingepland voor de laatste fase van de totstandkoming van het rapport. Dit heeft tot gevolg gehad dat afzonderlijke hoofdstukken in het Samenvattend rapport inhoudelijk wel besproken zijn maar dat er te weinig tijd was voor het bewerken van teksten en het aanbrengen van consistentie en samenhang tussen de diverse hoofdstukken. GGD-medewerker:‘ de planning van de regionale VTV was niet realistisch, maar door de grote inzet van veel mensen is het toch gelukt’ Het proces rondom de eindredactie van het Samenvattend rapport is niet optimaal verlopen. Redenen hiervan zijn onder andere een grote tijdsdruk en een piek aan werkzaamheden in de 33
zomervakantie. Volgens de helft van de interne betrokkenen is men op tijd betrokken bij het Samenvattend rapport, maar bijna alle interne betrokkenen vinden de planning van het Samenvattend rapport niet realistisch. Planning Kernboodschappen voor lokaal beleid De inhoud van de Kernboodschappen voor lokaal beleid is een keer grondig gewijzigd omdat de invulling afhankelijk was van de nationale VTV. Ook voortschrijdend inzicht bracht vaak weer veranderingen met zich mee, vooral in de lokale gezondheidsprofielen. Hierdoor heeft het opstellen van de Kernboodschappen voor lokaal beleid meer tijd gekost dan vooraf is ingeschat. Daarnaast werden zaken met betrekking tot de Kernboodschappen voor lokaal beleid die binnen de projectgroep waren afgesproken, door interne betrokkenen van beide GGD’en ter discussie gesteld. Dit is de inhoud en het draagvlak van de Kernboodschappen voor lokaal beleid ten goede gekomen, maar is wel ten koste gegaan van de planning. Ongeveer de helft van de interne betrokkenen geeft aan op tijd te zijn betrokken bij de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Bijna alle interne betrokkenen vinden de projectplanning niet realistisch.
•
ken van teksten en het aanbrengen van consistentie en samenhang tussen de diverse hoofdstukken beter mogelijk is; Managers en interne betrokkenen moeten bereid zijn om prioriteiten te herzien om zo de regionale VTV op bepaalde momenten de hoogste prioriteit te geven ten koste van andere (geplande) activiteiten.
Planning Regionaal Kompas Volksgezondheid Omdat pas in juli 2006 de randvoorwaarden voor de website waren gerealiseerd, was er een krappe planning. Toch heeft de release van het Regionaal Kompas Volksgezondheid in Hart voor Brabant op tijd plaatsgevonden. Volgens de interne betrokkenen zijn ze op tijd betrokken bij het Regionaal Kompas Volksgezondheid, ruim de helft vindt de projectplanning realistisch. Sterke punten ten aanzien van de planning: • Een goede timing is noodzakelijk om de regionale VTV te positioneren in de lokale beleids cyclus. In dit opzicht is de planning van de regionale VTV uitstekend; • Dankzij de enorme inzet van veel mensen is het toch gelukt om in relatief korte tijd een goed product neer te zetten. Verbeterpunten ten aanzien van de planning: • De planning van de regionale VTV moet drie productniveaus bevatten: het totale samen hangend pakket van de regionale VTV, de drie onderdelen afzonderlijk en de deelproducten per onderdeel; • In de totale planning moeten zowel de planning van de projectgroepleden als de planning van andere interne betrokkenen worden opgenomen. Deze laatste groep moet al in een vroeg stadium bij het project betrokken worden om het draagvlak te vergroten; • Bij het opstellen van de planning moet beter rekening gehouden worden met het feit dat deze afhankelijk is van externe ontwikkelingen en dat een ontwikkelproject veel onzekerheid in de planning met zich meebrengt. Dit moet duidelijker gecommuniceerd worden naar alle betrok kenen; • De planning van de monitorcyclus van de GGD moet worden afgestemd op de cyclus van de regionale VTV; • Het is belangrijk om in een vroeg stadium voor interne betrokkenen een duidelijke planning op te stellen en deze ook te communiceren; • Voor de laatste fase van de totstandkoming moet meer tijd worden ingepland zodat het bewer34
35
8. C ommunic atie Inleiding In dit hoofdstuk staat de communicatie centraal tijdens de totstandkoming van de regionale VTV. De informatie hierover is afkomstig van interne betrokkenen, leden van de projectgroep en leden van de stuurgroep. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met sterke punten en verbeterpunten ten aanzien van de communicatie rondom de regionale VTV. Ook in voorgaande hoofdstukken is communicatie aan de orde geweest. In hoofdstuk 4 (bekendheid) is ingegaan op de communicatie rondom de publicatie van de regionale VTV. De communicatie tussen GGD en gemeenten tijdens de totstandkoming van de regionale VTV staat beschreven in hoofdstuk 6 (inhoud, bruikbaarheid en gebruik van de Kernboodschappen voor lokaal beleid). Communicatie regionale VTV algemeen De impact van de regionale VTV is vooraf onderschat. Er is veel inzet gevraagd van interne betrokkenen, maar ook van andere afdelingen binnen de GGD. Naast de grote inzet hebben ook enkele processen een grote impact gehad, zoals de dialoog met gemeenten over de Kernboodschappen voor lokaal beleid en de interdisciplinaire samenwerking binnen de GGD bij het opstellen en presenteren van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Mede door deze grote impact had er tijdens het project meer en structureler aandacht besteed moeten worden aan de interne communicatie, zowel met betrokkenen als (potentiële) gebruikers. Communicatie dient een expliciet beschreven onderdeel van het projectplan te zijn. Er is wel een communicatieplan opgesteld, maar pas in een latere fase. Ook was communicatie geen structureel agendapunt tijdens het projectgroepoverleg en stuurgroepoverleg. Door interne betrokkenen is aangegeven dat er te weinig en niet structureel gecommuniceerd is over zaken als planning en inhoudelijke wijzigingen. Dit is juist van groot belang vanwege de onzekerheid die inherent is aan een ontwikkelproject als de regionale VTV. Een betere communicatie zou motivatie en draagvlak onder interne betrokkenen bevorderen. Volgens interne betrokkenen heeft de inhoud onevenredig veel prioriteit gekregen ten opzichte van de communicatie. Verder is aangegeven dat op het moment dat de rapportage is afgerond, deze intern besproken moet worden binnen de verschillende teams. Op deze manier kunnen GGD-medewerkers zich de boodschappen eigen maken, wordt er draagvlak gecreëerd en wordt de regionale VTV een breed gedragen GGD-product. In het huidige traject is hiervoor te weinig aandacht geweest. Het ontbreken van persoonlijk contact tussen interne betrokkenen van de GGD en het RIVM is als een gemis ervaren. Nu hebben betrokkenen een drempel ervaren en is het contact met name beperkt tot de formele momenten. Dit heeft voor hen een negatieve invloed gehad op het werkproces. Een aantal persoonlijke contactmomenten bij de start en gedurende de uitvoering zou erg op prijs worden gesteld.
36
Volgens interne betrokkenen had er meer aandacht besteed moeten worden aan de communicatie tussen de verschillende hoofdstukschrijvers van het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Dit heeft een negatieve invloed gehad op de consistentie en samenhang tussen de diverse hoofdstukken. interne betrokkene: ‘ik miste het contact in de wandelgangen’ Als positief punt wordt door de interne betrokkenen genoemd dat men de onderlinge contacten als plezierig heeft ervaren. Ook is men positief over de aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het RIVM in de projectgroep; dit bevordert de communicatie tussen GGD, projectgroep en RIVM en zorgt voor de juiste prioriteitstelling binnen het RIVM. De ontwikkeling van de regionale VTV heeft de communicatie tussen verschillende afdelingen en disciplines binnen de GGD bevorderd, met name door de samenwerking bij het opstellen en presenteren van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Sterke punten ten aanzien van de communicatie: • De regionale VTV heeft de communicatie tussen verschillende afdelingen en disciplines binnen de GGD bevorderd, met name door de samenwerking bij het opstellen en presenteren van de Kernboodschappen voor lokaal beleid; • De aanwezigheid van een vertegenwoordiger van het RIVM in de projectgroep is als prettig ervaren. Dit heeft de communicatie tussen GGD, projectgroep en RIVM bevorderd en heeft gezorgd voor de juiste prioriteitstelling binnen het RIVM. Verbeterpunten ten aanzien van de communicatie: • Mede door de grote impact moet er tijdens het project meer en structureler aandacht besteed worden aan de interne communicatie met betrokkenen en gebruikers; • Communicatie dient een expliciet beschreven onderdeel van het projectplan te zijn, er moet bij de start van het project een communicatieplan worden opgesteld en communicatie moet een structureel agendapunt zijn bij projectgroep- en stuurgroepoverleg; • Een ontwikkelproject als de regionale VTV brengt onzekerheid met zich mee met betrekking tot inhoud en planning. Over deze onzekerheid moet beter gecommuniceerd worden naar interne betrokkenen; • Er dient meer aandacht besteed te worden aan het bespreken van de resultaten met GGD medewerkers. Dit is van belang om de boodschap eigen te kunnen maken en voor het verkrij gen van intern draagvlak; • Persoonlijk contact tussen de projectleider en interne betrokkenen is wenselijk, evenals per soonlijk contact tussen interne betrokkenen van de verschillende organisaties; • Een betere interne communicatie zal de consistentie en samenhang tussen de diverse hoofd stukken verder vergroten.
37
9. S amenhang
en meerwa arde van de regionale
VTV
Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de samenhang tussen de drie onderdelen: het Samenvattend rapport, de Kernboodschappen voor lokaal beleid en het Regionaal Kompas Volksgezondheid en de meerwaarde van de regionale VTV als geheel. De informatie hierover is afkomstig van betrokkenen (interne betrokkenen, projectgroep) en gebruikers (GGD, gemeenten, lokale, regionale en landelijke organisaties). Het hoofdstuk wordt afgesloten met de sterke punten en de verbeterpunten over de samenhang en meerwaarde van de regionale VTV. Samenhang en meerwaarde De meeste ambtenaren zijn tevreden met de onderlinge samenhang tussen de drie onderdelen van de regionale VTV en vinden dat de regionale VTV een meerwaarde heeft ten opzichte van bestaande informatiebronnen over de lokale en regionale volksgezondheid. Een klein deel van de ambtenaren is op deze punten neutraal, met name omdat ze nog niet alle onderdelen van de regionale VTV voldoende kennen. ambtenaar: ‘de producten liggen in elkaars verlengde. Voor de politiek denk ik dat de Kernboodschappen voor lokaal beleid het belangrijkste zijn, maar ze horen bij elkaar in gebruik’ Volgens bijna alle interne betrokkenen en gebruikers heeft de regionale VTV een meerwaarde ten opzichte van bestaande informatiebronnen over de lokale en regionale volksgezondheid. Hierbij wordt opgemerkt dat de meerwaarde verder zal toenemen wanneer de Kernboodschappen voor lokaal beleid meer toegespitst worden op de gemeentelijke beleidspraktijk. Ook over de samenhang tussen de drie onderdelen van de regionale VTV is men tevreden, de regionale VTV wordt gezien als een drie-eenheid. Het belang van koppeling tussen deze onderdelen moet benadrukt blijven: zonder een van deze onderdelen is het geen regionale VTV! De samenhang tussen de onderdelen van de regionale VTV kan op een aantal punten nog verbeterd worden. De regionale VTV moet vooral gebracht worden als één product, waarbij het niet wenselijk is om onevenredig veel aandacht te besteden aan een van de onderdelen daarvan. De koppeling tussen de Kernboodschappen voor lokaal beleid en het Regionaal Kompas Volksgezondheid moet duidelijker. Ook moeten het Samenvattend rapport en het Regionaal Kompas Volksgezondheid beter op elkaar afgestemd worden wat betreft het gebruik van cijfers en feiten. Om de samenhang tussen de drie onderdelen te benadrukken is het belangrijk dat deze op hetzelfde moment of kort na elkaar verschijnen. Dit heeft met name een rol gespeeld in de regio West-Brabant, waar de release van het Regionaal Kompas Volksgezondheid achterbleef en pas in een later stadium heeft plaatsgevonden. Verder wordt opgemerkt dat de positie van de GGD Gezondheidsatlas binnen de regionale VTV nog onduidelijk is en meer benadrukt kan worden. Vanwege de onbekendheid van (de onderdelen van) de regionale VTV bij medewerkers van lokale en regionale organisaties worden door deze groep geen uitspraken gedaan over samenhang en meerwaarde. 38
Op landelijk niveau is men overtuigd van de meerwaarde van de regionale VTV, het is een goed vervolg op de landelijke VTV en de preventienota. Ook de ontwikkeling dat landelijk en lokaal beleid steeds meer samenhang vertonen is relevant. Volgens GGD Nederland wordt de regionale VTV erg gewaardeerd door gemeenten en andere lokale partijen; de regionale VTV ondersteunt hen bij het opstellen van beleidsplannen. De betrokkenheid van het RIVM bij de regionale VTV geeft meer vertrouwen in de resultaten en heeft voor hen dus een toegevoegde waarde. ambtenaar: ‘er ontstaat op heldere wijze een vertaling van landelijke naar regionale-en lokale aandachtspunten. Daardoor is het voor gemeenten duidelijker waar haar eigen speerpunten liggen’ De meerwaarde van de regionale VTV ligt voornamelijk op gemeentelijk niveau en zit in het feit dat de regionale VTV de (regionale en lokale) cijfers dichter bij de lokale bestuurders brengt. Daarnaast ligt een belangrijke meerwaarde in het proces van gezamenlijke totstandkoming van de Kernboodschappen voor lokaal beleid door gemeenten en GGD. Belangrijk punt hierbij is wel dat de regionale VTV duidelijk gepositioneerd moet worden in de lokale beleidscyclus, hierbij aansluitend bij de nationale VTV. Daarnaast kan de meerwaarde van de regionale VTV verder worden vergroot door meer focus op het preventie- en interventieaanbod enerzijds (Regionaal Kompas Volksgezondheid) en het resultaat van interventies zoals bereik en effect anderzijds (Kernboodschappen voor lokaal beleid). landelijke instelling: ‘in gemeenteland wordt de regionale VTV als zoete koek genuttigd’ Verder wordt aangegeven dat de GGD zich met de regionale VTV kan profileren als deskundige partij. Met de regionale VTV laat de GGD zien dat ze inzicht heeft in de gezondheidssituatie en dat ze verschillende gezondheidsproblemen in perspectief kan plaatsen. Dit versterkt de positie van de GGD als lokale gesprekspartner en vergroot de inbreng van de GGD in de lokale beleidsprocessen op het gebied van volksgezondheid. Tevens sluit de ontwikkeling van de regionale VTV aan bij de veranderende rol van de GGD (epidemiologie en beleidsadvisering). Het gaat niet alleen om het aanleveren van cijfers maar ook om interpretatie van cijfers en advisering op basis hiervan. De regionale VTV kan bijdragen aan de verdere professionalisering van de GGD. landelijke instelling: ‘met de regionale VTV komt gezondheid nog meer in de politieke belangstelling’ De ontwikkeling van een regionale VTV past bovendien in de huidige mentaliteitsomslag: als bestuurder kun je met het thema gezondheid voor de dag komen, er wordt serieus nagedacht over speerpunten in gezondheidsbeleid en gezondheid komt meer in het centrum van de politieke belangstelling. Ook sluit de regionale VTV aan bij de toenemende belangstelling voor evidencebased interventies. Op landelijk niveau past de regionale VTV bij de ontwikkeling van ‘Beter Voorkomen’ waarbij centraal staat hoe gemeenten oog krijgen voor de openbare gezondheidszorg en de kwaliteit 39
daarvan. De regionale VTV sluit ook aan bij het werk van de Inspectie voor Gezondheidszorg wat betreft de risicogroepbenadering. Vanuit de taak van toezichthouder verwacht de Inspectie dat GGD’en inzicht hebben in de gezondheidssituatie, ontwikkelingen hierin en ondernomen interventies. Een ‘landelijke dekking’ van regionale VTV’s geeft de Inspectie voor de Volksgezondheid de mogelijkheid om meer regionaal te kunnen insteken en om prioriteiten op regionaal niveau vast te stellen. Nu vindt prioriteitstelling plaats op basis van de nationale VTV. Landelijk onderschrijft men het belang van verspreiding en implementatie van het regionale VTV-model. Hierbij kunnen GGD-Nederland en het RIVM een belangrijke rol spelen. Ook door het ministerie van VWS wordt de wens geuit van een landelijke dekking van regionale VTV’s waarbij sprake is van een sterke interactie tussen de betrokkenen van de nationale en de regionale VTV’s en de opstellers van de landelijke en de gemeentelijke nota’s volksgezondheid. Gemeenten geven in aanvulling op landelijke speerpunten invulling aan lokale prioriteiten, maar omgekeerd geven veel gedeelde lokale prioriteiten richting aan de landelijke speerpunten. Hierdoor ontstaat een soort kruisbestuiving tussen het landelijke en het regionale/lokale beleid. Sterke punten ten aanzien van samenhang en meerwaarde: • Men is tevreden over de onderlinge samenhang tussen het Samenvattend rapport, de Kern boodschappen voor lokaal beleid en het Regionaal Kompas Volksgezondheid; • Op zowel lokaal als landelijk niveau is men van mening dat de regionale VTV een meerwaarde heeft ten opzichte van bestaande informatiebronnen over de lokale en regionale volksgezond heid; • De betrokkenheid van het RIVM bij de regionale VTV schept meer vertrouwen in de resultaten; • Landelijk onderschrijft men het belang van verspreiding en implementatie van het regionale VTV-model; • Met de regionale VTV versterkt de GGD haar positie als lokale gesprekspartner en vergroot de GGD haar inbreng in het lokale beleidsproces; • De meerwaarde van de regionale VTV ligt vooral op gemeentelijk en regionaal niveau. Wel sluit de regionale VTV goed aan bij een aantal landelijke ontwikkelingen en projecten. Verbeterpunten ten aanzien van samenhang en meerwaarde: • Het belang van koppeling tussen de onderdelen van de regionale VTV moet benadrukt blijven; • De meerwaarde van de regionale VTV kan worden vergroot door meer focus op het preventie en interventieaanbod enerzijds en het resultaat van interventies zoals bereik en effect anderzijds; • De koppeling tussen de Kernboodschappen voor lokaal beleid en het Regionaal Kompas Volks gezondheid moet nog duidelijker. De onderlinge samenhang zal hierdoor verder toenemen; • Het Samenvattend rapport en het Regionaal Kompas Volksgezondheid moeten nog beter op elkaar afgestemd worden wat betreft het gebruik van cijfers en feiten; • Positionering van de GGD Gezondheidsatlas is wenselijk en er dient overwogen te worden om deze op te nemen als onderdeel van de regionale VTV; • Om de samenhang tussen de drie onderdelen te benadrukken, is het belangrijk dat deze op hetzelfde moment of kort na elkaar verschijnen.
40
10. C onclusies In dit hoofdstuk worden de belangrijkste bevindingen uit de evaluatie samengevat en de daaruit voortvloeiende aanbevelingen voor de volgende regionale VTV. Conclusies over de bruikbaarheid van de regionale VTV voor het lokale en regionale gezondheidsbeleid Veel lof voor de regionale VTV De regionale VTV is met veel waardering ontvangen en wordt gezien als informatief, begrijpelijk en bruikbaar. Het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn voldoende regionaal respectievelijk lokaal getint en leveren, in combinatie met het Regionaal Kompas Volksgezondheid, een positieve bijdrage aan de lokale nota volksgezondheid. Ambtenaren beoordelen de informatie als betrouwbaar of zijn hierin neutraal. Men is erg tevreden over de algehele presentatievorm, de opbouw, de leesbaarheid en de lay-out van de verschillende onderdelen van de regionale VTV. De Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn helder van opzet en het is een handzaam boekje. Als positief punt is genoemd de aansluiting bij de landelijke speerpunten uit de preventienota ‘Kiezen voor gezond leven’. Wel wordt aangegeven dat het taalgebruik erg ambtelijk is en veel vakjargon bevat en dus minder geschikt is voor raadsleden. Een ander sterk punt van de regionale VTV is volgens landelijke organisaties de betrokkenheid van het RIVM bij de totstandkoming en de herkenbaarheid ten opzichte van de nationale VTV. Er is behoefte aan meer lokale inkleuring van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Hoewel de meeste gebruikers van mening zijn dat de Kernboodschappen voor lokale beleid voldoende lokaal getint zijn, bestaat de behoefte aan meer lokale inkleuring. Door de Kernboodschappen voor lokaal beleid meer toe te spitsen op de gemeentelijke beleidspraktijk en de lokale nota Volksgezondheid zal de bruikbaarheid verder toenemen. Belangrijk hierbij is wel dat aanvullende, gemeentespecifieke gegevens in het juiste perspectief geplaatst worden; de focus moet blijven liggen op de Kernboodschappen voor lokaal beleid zelf. De contacten tussen gemeenten en GGD bij het opstellen van de Kernboodschappen voor lokaal beleid hebben voor gemeenten en GGD een grote meerwaarde, zowel inhoudelijk als procesmatig. Hierbij is het van belang de gemeenten in een vroeg stadium te betrekken en gedurende het proces van totstandkoming voldoende aandacht te besteden aan communicatie en samenwerking met gemeenten. De regionale VTV heeft een meerwaarde ten opzichte van bestaande informatiebronnen. Gebruikers en betrokkenen zijn van mening dat de regionale VTV een meerwaarde heeft ten opzichte van bestaande informatiebronnen over de lokale en regionale volksgezondheid. De meerwaarde van de regionale VTV ligt voornamelijk op gemeentelijk niveau en zit in het feit dat de regionale VTV de (regionale en lokale) cijfers dichter bij de lokale bestuurders brengt en in het proces van gezamenlijke totstandkoming van de Kernboodschappen voor lokaal beleid door gemeenten en GGD. Belangrijk punt hierbij is wel dat de regionale VTV duidelijk gepositioneerd moet worden in de lokale beleidscyclus, hierbij aansluitend bij de nationale VTV. Daarnaast kan de meerwaarde van de regionale VTV verder worden vergroot door meer focus op het preventie- en 41
interventieaanbod enerzijds (Regionaal Kompas Volksgezondheid) en het resultaat van interventies zoals bereik en effect anderzijds (Kernboodschappen voor lokaal beleid). Gebruikers zijn van mening dat de GGD iedere vier jaar een regionale VTV moet uitbrengen, gekoppeld aan de lokale nota volksgezondheid. Door inhoudelijke verbreding kan de bruikbaarheid van de regionale VTV verder worden vergroot. Hoewel men zeer tevreden is over de inhoud van het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid, kan de bruikbaarheid van de regionale VTV verder worden vergroot. Dit is mogelijk door meer aandacht te besteden aan onderwerpen op het terrein van sociale en fysieke leefomgeving, infectieziekten en zorg(registraties) en gegevens van andere instellingen op te nemen zoals GGz, Novadic-Kentron, thuiszorg en politie. Op dit punt worden ook genoemd: meer aansluiting met de Wmo, het opnemen van een regionale zorgbalans en aandacht voor lokale beleidsevaluatie op basis van de voorafgaande nota volksgezondheid. Dit zou leiden tot een meer integraal karakter van de regionale VTV, bevordering van de integratie tussen beleidsterreinen binnen de gemeente en vergroting van de betrokkenheid van de GGD bij gemeentelijk (gezondheids)beleid. Belangrijk hierbij is wel dat men moet blijven vasthouden aan een van de uitgangspunten van de regionale VTV bij de keuze van onderwerpen: een onderbouwde relatie met gezondheid en ziekte dient voor de hand te liggen. Verder bestaat er bij gemeenten geen consensus over waar de grens ligt tussen informatie en beleid. Sommige gemeenten willen graag concrete beleidsaanbevelingen van de GGD, anderen vinden dat de GGD vooral beslisinformatie moet bieden en niet op de stoel van beleidsmaker mag gaan zitten. Bij een volgende regionale VTV zal dit punt verder met de gemeenten geëxploreerd moeten worden. De regionale VTV wordt gezien als een drie-eenheid, maar de samenhang kan nog verbeterd worden. Over het algemeen is men zeer tevreden met de onderlinge samenhang tussen de drie onderdelen van de regionale VTV. Wel kunnen de producten inhoudelijk nog beter op elkaar afgestemd worden, zowel wat betreft het gebruik van cijfers en feiten als tekstueel. Ook moet de koppeling tussen de Kernboodschappen voor lokaal beleid en het Regionaal Kompas Volksgezondheid meer worden benadrukt. Gemeenten hebben aangegeven behoefte te hebben aan concrete handvatten voor beleid/interventies en het Regionaal Kompas Volksgezondheid voldoet aan deze behoefte. Het blijft belangrijk dat de regionale VTV wordt gecommuniceerd als een drie-eenheid.
De PR en media-aandacht voor de regionale VTV zijn als positief ervaren. Aan het verschijnen van de regionale VTV is veel bekendheid gegeven door middel van een congres, persberichten, GGD-internetsites, lokale en regionale (dag)bladen, radio en TV, interne en externe presentaties en artikelen in het TSG. Het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn persoonlijk aan de gemeenten overhandigd. Daarnaast heeft in een groot aantal gemeenten een presentatie plaatsgevonden, vooral in raadscommissies. De PR rondom de verschijning van de regionale VTV en de media-aandacht hiervoor zijn door GGD en gemeenten als positief ervaren. Ook zijn gemeenten tevreden over de communicatie met en ondersteuning van de GGD rondom het verschijnen van de regionale VTV. Het voorgenomen en daadwerkelijk gebruik van de regionale VTV is groot. Het voorgenomen gebruikt van de drie onderdelen van de regionale VTV is groot. Het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn al veel gebruikt, het Regionaal Kompas Volksgezondheid nog maar beperkt. Het Samenvattend rapport ziet men vooral als naslagwerk. Hierbij wordt wel opgemerkt dat het zoeken op specifieke onderwerpen/thema’s in het Samenvattend rapport lastig is omdat een trefwoordenregister ontbreekt. De Kernboodschappen voor lokaal beleid worden door ambtenaren vooral gebruikt bij het opstellen van de lokale nota volksgezondheid, daarnaast denkt men deze te gaan gebruiken bij de uitvoering van het volksgezondheidsbeleid, als algemeen naslagwerk, bij de ontwikkeling van integraal beleid en als agendasettend document voor college of raad. Interne gebruikers denken het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid vooral te gaan gebruiken als naslagwerk en bij ondersteuning van gemeenten. Gebruikers hopen op uitbreiding van de onderwerpen in het Regionaal Kompas Volksgezondheid, het gebruik van de website zal daardoor zeker toenemen. Het (voorgenomen) gebruik door medewerkers van lokale en regionale organisaties is nog onduidelijk gezien de onbekendheid van de regionale VTV in deze groep. De Kernboodschappen voor lokaal beleid worden binnen en buiten de gemeenten goed verspreid. Bijna alle ambtenaren hebben de Kernboodschappen voor lokaal beleid verspreid onder collega’s binnen de eigen gemeente of denken dit nog te gaan doen. Veel genoemde beleidsterreinen hierbij zijn jeugd, onderwijs, sociale zaken en welzijn. Daarnaast heeft een groot deel van de ambtenaren de Kernboodschappen voor lokaal beleid verspreid onder andere organisaties of is men dit nog van plan.
Conclusies over de impact van de regionale VTV op het lokale, regionale en landelijke beleid Conclusies over randvoorwaarden en succesfactoren voor de totstandkoming van een regionale VTV De bekendheid met het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid is goed, de bekendheid met het Regionaal Kompas Volksgezondheid kan beter. De bekendheid onder ambtenaren en interne gebruikers met het Samenvattend rapport en de Kernboodschappen voor lokaal beleid is goed. Het Regionaal Kompas Volksgezondheid is minder bekend onder ambtenaren en interne gebruikers. Dit heeft deels te maken met het feit dat de informatie uit het Regionaal Kompas Volksgezondheid in de beginfase van het opstellen van de lokale nota voor gemeenten nog niet relevant is. De bekendheid met (de onderdelen van) de regionale VTV onder medewerkers van lokale en regionale organisaties is minimaal. Bij landelijke organisaties is de regionale VTV goed bekend.
42
De regionale VTV heeft meer impact gehad dan vooraf was voorzien. De impact van de regionale VTV is vooraf onderschat. Naast een grote inzet van interne betrokkenen en andere afdelingen binnen de GGD hebben ook enkele processen een grote impact gehad, zoals de dialoog met gemeenten over de Kernboodschappen voor lokaal beleid en de interdisciplinaire samenwerking binnen de GGD bij het opstellen en presenteren van de Kernboodschappen voor lokaal beleid. Dit mag als een groot winstpunt worden gezien. Mede door deze grote impact had er meer en structureler aandacht besteed moeten worden aan de interne communicatie met betrokkenen en gebruikers. Juist bij een ontwikkelproject als de regionale VTV, waaraan onzekerheden wat betreft planning, inhoud en besluitvormingsprocessen inherent zijn, is een goede 43
interne communicatie van belang voor motivatie en draagvlak. Het eindproduct is op tijd afgerond, maar de planning heeft voor veel spanning gezorgd. Een goede timing is noodzakelijk om de regionale VTV te positioneren in de lokale beleidscyclus. In dit opzicht was de planning van de regionale VTV goed en is in relatief korte tijd een goed product neergezet. Er was wel een planning opgesteld voor de projectgroepleden, maar voor de overige interne betrokkenen was de planning niet duidelijk. Hierdoor is er veel onzekerheid geweest over wie wanneer welke inzet moest leveren. Het omgaan met onzekerheden in de planning heeft voor spanning gezorgd. Deze onzekerheden zijn deels inherent aan een ontwikkelproject als de regionale VTV en vragen om een flexibele instelling op uitvoerings- en managersniveau. Dit betekent voor veel mensen een werkwijze die anders is dan gebruikelijk. Een ander belangrijk punt met betrekking tot de planning is de noodzaak tot afstemming van de regionale VTV en de monitorcyclus. Het ontbreken van deze afstemming heeft tot problemen geleid bij het aanleveren van de benodigde gegevens voor de regionale VTV. Er is onvoldoende rekening gehouden met verschillen tussen de GGD‘en. Wanneer een project als de ontwikkeling van de regionale VTV wordt uitgevoerd met twee GGD’en, dan is het van belang te anticiperen op verschillen tussen deze GGD’en. Bij de totstandkoming van deze regionale VTV is dit onvoldoende gebeurd en zijn verschillen tussen beide GGD’en steeds duidelijker geworden. Deze verschillen hebben met name betrekking op visie, de manier van werken en relaties tussen GGD en gemeenten. Dit is van invloed geweest op het gehele proces van totstandkoming van de regionale VTV.
11. A anbevelingen In de voorgaande hoofdstukken zijn al verschillende verbeterpunten aan de orde gekomen. Naast deze verbeterpunten zijn hier, op basis van de conclusies, de belangrijkste aanbevelingen weergegeven. In 2010 weer een regionale VTV uitbrengen De overwegend positieve reacties impliceren dat veel elementen uit deze eerste regionale VTV goed zijn bevallen. De belangrijkste aanbeveling is dan ook om in 2010 weer een regionale VTV uit te brengen en dit vervolgens iedere vier jaar te doen, aansluitend op de nationale VTV. Een goede timing is hierbij noodzakelijk om de regionale VTV te positioneren in de lokale beleidscyclus. Meer bekendheid geven aan (de onderdelen van) de regionale VTV Voor alle onderdelen van de regionale VTV geldt dat ze nog beter onder de aandacht moeten worden gebracht. Met name bij lokale en regionale organisaties is de bekendheid nog gering. Hierbij dient de samenhang tussen de drie onderdelen (‘drie-eenheid’) te worden benadrukt. De bekendheid van het Regionaal Kompas Volksgezondheid moet nog verder worden vergroot, vooral om tegemoet te kunnen komen aan de behoefte van gemeenten aan concrete handvatten voor interventies. Inhoudelijke verbreding en meer lokale inkleuring aanbrengen De bruikbaarheid van de regionale VTV kan verder worden vergroot door inhoudelijke verbreding. Suggesties hiervoor zijn: aansluiting bij Wmo-gerelateerde onderwerpen, sociale en fysieke leefomgeving, informatie uit zorgregistraties/een regionale zorgbalans, aandacht voor lokale beleidsevaluatie, infectieziekten(bestrijding) en OGGz. De regionale VTV zal hierdoor een integraler karakter krijgen. Hierbij moet gezocht worden naar een balans tussen wensen van gemeenten en vakinhoudelijke uitgangspunten (een onderbouwde relatie met gezondheid en ziekte). Daarnaast moet er meer ruimte zijn voor lokale inkleuring van de Kernboodschappen voor lokaal beleid zodat deze nog beter aansluiten bij de gemeentelijke beleidspraktijk en de lokale nota Volksgezondheid. Wel moeten aanvullende, gemeentespecifieke gegevens in het juiste perspectief geplaatst worden; de focus moet blijven liggen op de Kernboodschappen voor lokaal beleid zelf. Gemeenten denken verschillend over waar de grens ligt tussen informatie en beleid en hoe ver de GGD moet gaan in haar beleidsinformatie. Dit zal in een volgende regionale VTV met gemeenten geëxploreerd kunnen worden. Samenwerking tussen GGD en gemeenten als essentieel element behouden De contacten tussen GGD en gemeenten bij het opstellen van de Kernboodschappen voor lokaal beleid hebben voor gemeenten en GGD een grote meerwaarde, zowel inhoudelijk als procesmatig. Dit is belangrijk voor de implementatie van de Kernboodschappen voor lokaal beleid in het gemeentelijk beleidsproces. De samenwerking tussen GGD en gemeenten wordt als een groot winstpunt van de regionale VTV gezien. Deze moet een structureel element blijven in het proces van totstandkoming en verder geïntensiveerd worden.
44
45
Communicatie tijdens het proces van totstandkoming verdient meer aandacht De grote impact van de regionale VTV, de onzekerheden wat betreft inhoud en planning bij een dergelijk ontwikkeltraject, de vereiste flexibiliteit van betrokkenen en de cruciale timing van het verschijnen van de regionale VTV vereisen een goede communicatie. Een goed communicatieplan bij de start van het project is noodzakelijk en communicatie dient een structureel agendapunt te zijn in het projectgroepoverleg.
L iter atuur
Meer anticiperen op verschillen tussen samenwerkende GGD‘en Wanneer een project als de ontwikkeling van een regionale VTV wordt uitgevoerd met meerdere GGD’en, moet rekening gehouden worden met verschillen tussen deze GGD’en en de gevolgen daarvan voor het proces. Knelpunten liggen onder andere in verschillen tussen GGD’en wat betreft visie, de manier van werken en de relatie tussen GGD en gemeenten.
Bon-Martens MJH van, Eck ECM van, Hogendoorn SM, Hoogen PCW van den, Oers JAM van (red). Gezondheid telt! in West-Brabant. Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2006. Breda: GGD West-Brabant, 2006.
Bon-Martens MJH van, Eck ECM van, Hogendoorn SM, Hoogen PCW van den, Oers JAM van (red). Gezondheid telt! in Hart voor Brabant. Regionale Volksgezondheid Toekomstverkenning 2006. ’s Hertogenbosch: GGD Hart voor Brabant, 2006.
Bon-Martens MJH van, Oers JAM van, Goor LAM van de. De ontwikkeling van een regionale Volks gezondheid Toekomst Verkenning (VTV) in twee Brabantse regio’s. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 2007;85(3):125-127. Bon-Martens MJH van, Jeeninga W, Boverhof MWE, Eck ECM van, Hogendoorn SM, Klingenberg H, Oers JAM van. Plan van aanpak evaluatie regionale VTV. Tilburg: Tranzo Universiteit van Tilburg, 2007. Aarts M, Goor LAM van de. Gezondheid telt! in Hart voor Brabant en in West-Brabant [Symposiumverslag]. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen 2007;85(2):78-9.
46
47
B ijl age 1. Tabellen
48
resultaten vr agenlijst
49
50 51
88% (21) 88% (21)
Ik ben tevreden met de lay-out van de Kernboodschappen voor lokaal beleid Ik ben tevreden met de algehele presentatievorm van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
83% (20)
Ik ben tevreden over de kwaliteit van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Deze contacten hebben invloed gehad op de inhoud van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
31% (5) 38% (6) 31% (5) Frequentie waarop de contacten met de gemeente hebben plaatsgevonden 1 of 2 keer 3 tot 5 keer meer dan 5 keer
69% (11)
Eens
100% (16) 25% (4) 25% (4)
Heeft tijdens de ontwikkelingen van de Kernboodschappen voor lokaal beleid contact gehad met de gemeente Contacten met de gemeente vonden plaats met ambtenaar wethouder anders
59% (16)
15% (3)
De projectplanning was realistisch Contacten met de gemeente tijdens ontwikkeling KLB
43% (9)
Ik werd op tijd betrokken bij de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Eens
40% (8)
Er was voldoende ruimte voor mijn eigen inbreng
Planning
76% (19)
Ik ben tevreden over de onderwerpen/ thema’s in de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Inhoud
Eens
83% (20)
Ik ben tevreden met de leesbaarheid van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Vervolg vragenlijst interne betrokkenen
88% (21)
Eens
Ik ben tevreden met de opbouw van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Vormgeving
voor lokaal beleid
17% (3)
K ernboodschappen
50% (11)
Ik werd op tijd betrokken bij het Samenvattend rapport De projectplanning was realistisch
Eens
88% (21)
Ik ben tevreden over de kwaliteit van het Samenvattend rapport Planning
85% (23)
Ik ben tevreden over de onderwerpen/ thema’s in het Samenvattend rapport
Eens
96% (25)
Ik ben tevreden met de algehele presentatievorm van het Samenvattend rapport Inhoud
92% (23)
Ik ben tevreden met de lay-out van het Samenvattend rapport
Eens
88% (22)
X’
88% (22)
telt ! in regio
Ik ben tevreden met de leesbaarheid van het Samenvattend rapport
‘G ezondheid
(N =30)
Ik ben tevreden met de opbouw van het Samenvattend rapport
Vormgeving
r apport
resultaten vragenlijst interne betrokkenen
S amenvattend
Tabel
6% (1)
Neutraal
5% (1)
10% (2)
Neutraal
8% (2)
10% (2)
12% (3)
Neutraal
8% (2)
4% (1)
13% (3)
13% (3)
Neutraal
6% (1)
14% (3)
Neutraal
8% (2)
4% (1)
Neutraal
-
4% (1)
4% (1)
8% (2)
Neutraal
25% (4)
Oneens
80% (16)
48% (10)
Oneens
8% (2)
50% (10)
12% (3)
Oneens
4% (1)
8% (2)
4% (1)
-
Oneens
78% (14)
36% (8)
Oneens
4% (1)
11% (3)
Oneens
4% (1)
4% (1)
8% (2)
4% (1)
Oneens
52 53
91% (19) 91% (19) 95% (20)
Ik ben tevreden met de leesbaarheid Ik ben tevreden met de lay-out Ik ben tevreden met de algehele presentatievorm
Ik ben tevreden over de kwaliteit van het Regionaal Kompas Volksgezondheid
95% (19) 95% (19) 75% (15) 95% (19) 90% (17) 85% (17) 90% (18)
De inhoud van het Samenvattend rapport is informatief De inhoud van het Samenvattend rapport is begrijpelijk De inhoud van het Samenvattend rapport is betrouwbaar In het Samenvattend rapport staat informatie die ik kan gebruiken Het Samenvattend rapport is voldoende regionaal getint Het Samenvattend rapport biedt goede achtergrondinformatie voor lokaal gezondheidsbeleid De GGD moet iedere 4 jaar een Samenvattend rapport uitbrengen, gekoppeld aan de cyclus van de nota volksgezondheid
Eens
95% (19)
Ik ben tevreden met de lay-out van het Samenvattend rapport Inhoud
95% (19)
Ik ben tevreden met de leesbaarheid van het Samenvattend rapport
Eens
95% (19)
X’
Ik ben tevreden met de opbouw van het Samenvattend rapport
telt ! in regio
95% (19)
‘G ezondheid
(N =21)
Ik ben tevreden met de algehele presentatievorm van het Samenvattend rapport
Vormgeving
r apport
resultaten vragenlijst ambtenaren
S amenvattend
Tabel
93% (25)
De regionale VTV heeft een meerwaarde ten opzichte van bestaande informatiebronnen over de lokale en regionale volksgezondheid
Eens 86% (18)
VTV
Ik ben tevreden over de onderlinge samenhang van de drie producten (Samenvattend rapport, Kernboodschappen voor lokaal beleid en Regionaal Kompas Volksgezondheid)
Samenhang en meerwaarde
en meerwaarde van de regionale
54% (7)
De projectplanning was realistisch
S amenhang
85% (11)
Ik werd op tijd betrokken bij het Regionaal Kompas Volksgezondheid
Eens
88% (14)
Er was voldoende ruimte voor mijn eigen inbreng
Planning
74% (14) 75% (9)
Ik ben tevreden over de onderwerpen/ thema’s in het Regionaal Kompas Volksgezondheid
Eens
86% (18)
Ik ben tevreden met de opbouw
Inhoud
91% (19)
Eens
Ik ben tevreden met de toegankelijkheid van de website
Vormgeving
Vervolg vragenlijst interne betrokkenen
R egionaal Kompas Volksgezondheid ( website )
10% (2)
15% (3)
5% (1)
5% (1)
25% (5)
5% (1)
5% (1)
Neutraal
5% (1)
5% (1)
5% (1)
5% (1)
Neutraal
-
7% (2)
Neutraal
15% (2)
8% (1)
Neutraal
13% (2)
8% (1)
16% (3)
Neutraal
5% (1)
5% (1)
5% (1)
5% (1)
8% (1)
Neutraal
-
-
5% (1)
-
-
-
-
Oneens
-
-
-
-
Oneens
7% (2)
7% (2)
Oneens
31% (4)
8% (1)
Oneens
-
17% (2)
11% (2)
Oneens
-
5% (1)
5% (1)
10% (2)
-
Oneens
54 55
Ik ben tevreden met de lay-out van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
74% (14) 84% (16) 90% (17) 90% (17)
De Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn voldoende lokaal getint De Kernboodschappen voor lokaal beleid zijn richtinggevend voor lokaal gezondheidsbeleid De Kernboodschappen voor lokaal beleid leveren een positieve bijdrage aan de nota volksgezondheid De GGD moet iedere 4 jaar de Kernboodschappen voor lokaal beleid uitbrengen, gekoppeld aan de cyclus van de nota volksgezondheid
Heeft de Kernboodschappen voor lokaal beleid al verspreid onder collega’s binnen eigen gemeente Is van plan de Kernboodschappen voor lokaal beleid te gaan verspreiden binnen eigen gemeente Heeft de Kernboodschappen voor lokaal beleid al verspreid onder andere organisaties Is van plan de Kernboodschappen voor lokaal beleid te gaan verspreiden onder andere organisaties
(8) (9) (3) (9)
63% (12) 84% (16) 68% (13) 53% (10) 42% (8)
Wijze waarop men de Kernboodschappen voor lokaal beleid denkt te gaan gebruiken als algemeen naslagwerk bij opstellen nieuwe nota bij uitvoering van gezondheidsbeleid bij ontwikkeling van integraal beleid als agendasettend document voor college/raad
42% 47% 16% 47%
95% (18)
Denkt de Kernboodschappen voor lokaal beleid te gaan gebruiken
Verspreiding
72% (13)
Heeft de Kernboodschappen voor lokaal beleid al eens gebruikt
Gebruik
63% (12) 90% (17)
In de Kernboodschappen voor lokaal beleid staat informatie die ik kan gebruiken
84% (16)
De inhoud van de Kernboodschappen voor lokaal beleid is begrijpelijk De inhoud van de Kernboodschappen voor lokaal beleid is betrouwbaar
90% (17)
De inhoud van de Kernboodschappen voor lokaal beleid is informatief
Inhoud
Eens
74% (14) 84% (16)
Ik ben tevreden met de leesbaarheid van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Vervolg vragenlijst ambtenaren
79% (15)
Ik ben tevreden met de opbouw van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Eens 74% (14)
Ik ben tevreden met de algehele presentatievorm van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Vormgeving
voor lokaal beleid
80% (16) 80% (16) 60% (12) 25% (5) 20% (4)
Wijze waarop men het Samenvattend rapport denkt te gaan gebruiken als algemeen naslagwerk bij opstellen nieuwe nota bij uitvoering van gezondheidsbeleid bij ontwikkeling van integraal beleid als agendasettend document voor college/raad
K ernboodschappen
47% (9) 90% (18)
Heeft het Samenvattend rapport al eens gebruikt Denkt het Samenvattend rapport te gaan gebruiken
Gebruik
Vervolg resultaten vragenlijst ambtenaren
10% (2)
10% (2)
11% (2)
21% (4)
10% (2)
37% (7)
16% (3)
10% (2)
Neutraal
16% (3)
21% (4)
16% (3)
26% (5)
Neutraal
-
-
5% (1)
5% (1)
-
-
-
-
Oneens
-
5% (1)
5% (1)
-
Oneens
56 57
1 of 2 keer 3 tot 5 keer meer dan 5 keer
Frequentie waarop de contacten met de gemeente hebben plaatsgevonden Eens
72% (5)
Ik ben tevreden met de lay-out van het Regionaal Kompas Volksgezondheid
86% (6) 86% (6) -
Ik heb voldoende inbreng gehad in de keuze van de onderwerpen in het Regionaal Kompas Volksgezondheid
86% (6)
In het Regionaal Kompas Volksgezondheid staat informatie die ik kan gebruiken Het Regionaal Kompas Volksgezondheid levert een positieve bijdrage aan de nota volksgezondheid
67% (4) Het Regionaal Kompas Volksgezondheid biedt goede handvatten voor lokaal gezondheidsbeleid
14% (1)
86% (6)
De inhoud van het Regionaal Kompas Volksgezondheid is begrijpelijk De inhoud van het Regionaal Kompas Volksgezondheid is betrouwbaar
71% (5)
14% (1)
14% (1)
14% (1)
34% (2)
-
Neutraal
14% (1)
14% (1)
14% (1)
100% (7)
De inhoud van het Regionaal Kompas Volksgezondheid is informatief
Eens
72% (5)
Ik ben tevreden met de leesbaarheid van het Regionaal Kompas Volksgezondheid
Inhoud
72% (5)
Ik ben tevreden met de opbouw van het Regionaal Kompas Volksgezondheid
14% (1)
14% (1)
86% (6) 86% (6)
Ik ben tevreden met de toegankelijkheid van het Regionaal Kompas Volksgezondheid
Neutraal
Eens
Ik ben tevreden met de algehele presentatievorm van het Regionaal Kompas Volksgezondheid
Vormgeving
R egionaal Kompas Volksgezondheid ( website )
presentatie in raad(scommissie) workshop of informatieve bijeenkomst anders
68% (13) 26% (5) 16% (3)
46% (6) 50% (7)
46% (6) 50% (7)
Aard van de gewenste ondersteuning
21% (4)
74% (14)
79% (15)
Neutraal
50% (5)
Neutraal
Eens
40% (4)
Wenst ondersteuning vanuit GGD bij de verspreiding en/of implementatie van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Gewenste ondersteuning vanuit GGD
Vervolg vragenlijst ambtenaren
Ik heb de overhandiging van de Kernboodschappen voor lokaal beleid door de GGD als positief ervaren Ik heb de presentatie van de Kernboodschappen voor lokaal beleid in de raad(scommissie) als positief ervaren Ik ben tevreden met de ondersteuning van de GGD bij de perscontacten over de Kernboodschappen voor lokaal beleid
Communicatie rondom publicatie
Door deze contacten heb ik voldoende invloed gehad op de inhoud van de Kernboodschappen voor lokaal beleid
100% (10) 30% (3) 10% (1)
beleidsadviseur epidemioloog anders
Contacten met de GGD vonden plaats met 56% (5) 33% (3) 11% (1)
53% (10)
Heeft tijdens de ontwikkelingen van de Kernboodschappen voor lokaal beleid contact gehad met de GGD
Contacten met de GGD tijdens ontwikkeling KLB
Vervolg vragenlijst ambtenaren
29% (2)
-
-
-
-
-
-
Oneens
14% (1)
14% (1)
14% (1)
-
-
Oneens
8% (1) -
5% (1)
Oneens
10% (1)
Oneens
herkomst gegevens
75% (15) De regionale VTV heeft een meerwaarde ten opzichte van bestaande informatiebronnen over de volksgezondheid vanuit de GGD
25% (5)
19% (4) 81% (17) Ik ben tevreden over de onderlinge samenhang van de drie producten (Samenvattend rapport, Kernboodschappen voor lokaal beleid en Regionaal Kompas Volksgezondheid)
Oneens Neutraal Eens Samenhang en meerwaarde
VTV en meerwaarde van de regionale
S amenhang
43% (3) 29% (2) 16% (1) Aard van de gewenste ondersteuning
workshop of informatieve bijeenkomst presentatie in raad(scommissie) presentatie voor andere gemeentelijke afdeling
57% (4) Gewenste ondersteuning vanuit GGD
Wenst ondersteuning vanuit GGD bij het gebruik van het Regionaal Kompas Volksgezondheid
86% 71% 71% 14% Wijze waarop men het Regionaal Kompas Volksgezondheid denkt te gaan gebruiken als algemeen naslagwerk bij opstellen nieuwe nota bij uitvoering van gezondheidsbeleid bij ontwikkeling van integraal beleid
(6) (5) (5) (1)
100% (7) Denkt het Regionaal Kompas Volsgezondheid te gaan gebruiken
Gebruik
Vervolg vragenlijst ambtenaren 58
B ijl age 2. O ver zicht
• Vragenlijst medewerkers regionale VTV (30 respondenten; GGD Hart voor Brabant, GGD WestBrabant, RIVM, Tranzo en gemeente); • Vragenlijst ambtenaren (21 respondenten; GGD-regio’s Hart voor Brabant en West-Brabant); • Vragenlijst interne gebruikers regionale VTV (12 respondenten; GGD West-Brabant en GGD Hart voor Brabant); • Vragenlijst externe gebruikers regionale VTV (8 responderende instellingen; GGz, Thuiszorg, Zorgnetwerk, Zorgkantoor, K2 Brabants Kenniscentrum Jeugd, Novadic-Kentron); • Groepsinterview beleidsadviseurs regionale VTV (3 beleidsadviseurs; GGD Hart voor Brabant en GGD West-Brabant); • Groepsinterview auteurs regionale VTV (3 auteurs, GGD Hart voor Brabant, GGD West-Brabant en RIVM); • Individueel interview ambtenaren (5 ambtenaren; GGD-regio’s Hart voor Brabant en WestBrabant); • Individueel interview raadsleden (2 raadsleden; GGD-regio Hart voor Brabant); • Individueel interview wethouders (3 wethouders; GGD-regio’s Hart voor Brabant en WestBrabant); • Groepsinterview projectgroep regionale VTV (6 projectgroepleden; GGD Hart voor Brabant, GGD West-Brabant, RIVM en Tranzo); • Individueel interview projectleider regionale VTV; • Individueel interview programmaleider ‘Beter Voorkomen’, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG); • Individueel interview Inspectie voor Gezondheidszorg (IGZ); • Individueel interview senior beleidsadviseur GGD Nederland; • Schriftelijke reactie in Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen van Directie Publieke Gezondheid, Ministerie van VWS.
59
wetenschappelijk centrum voor transformatie in zorg en welzijn
E va l uat i e O n t w i k k e l i n g r eg i o n a l e V o l k s g e zo n d h e i d To e ko m s t V e r k e n n i n g 2006 H a r t vo o r B r a b a n t e n W e s t - B r a b a n t
In Tranzo
werken
samen
Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit van Tilburg Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen van de Universiteit van Tilburg Stichting tot bevordering van Wetenschappelijk Onderwijs en Onderzoek in de Gezondheidszorg Organisaties op het gebied van zorg en welzijn.
W. J eeninga M.J.H. van B on -M artens M.W.E. B overhof E.C.M. van E ck S.M. H ogendoorn H. K lingenberg J.A.M. van O er s