EUROPEES PARLEMENT « «« « « « « « « « ««
1999
2004
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid 19 juni 2002
PE 231.734/25-33
AMENDEMENTEN 25-33 Ontwerpadvies (PE 231.734) Phillip Whitehead gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten Voorstel voor een verordening (COM(2001) 784 – C5-0700/2001 – 2001/0305(COD)) Door de Commissie voorgestelde tekst
Amendementen van het Parlement
Amendement ingediend door Ria G.H.C. Oomen-Ruijten Amendement 25 Artikel 3, lid 2 2. Deze verordening geldt niet voor passagiers die gratis of tegen een gereduceerd tarief reizen dat niet rechtstreeks of indirect voor het publiek toegankelijk is. Passagiers die in het bezit zijn van tickets die door een luchtvaartmaatschappij of touroperator zijn verstrekt in het kader van een Frequent Flyer-programma of een ander commercieel programma vallen echter wel onder deze verordening.
2. Deze verordening geldt voor passagiers die in het bezit zijn van tickets die door een luchtvaartmaatschappij of touroperator zijn verstrekt in het kader van een Frequent Flyer-programma of een ander commercieel programma. Deze verordening geldt niet voor passagiers die gratis reizen.
Motivering Op deze manier is duidelijker in welke gevallen de verordening wel en niet van toepassing is. Or. en
AM\472357NL.doc
NL
PE 231.734/25-33
NL
Amendement ingediend door Patricia McKenna Amendement 26 Artikel 6 Een luchtvaartmaatschappij of touroperator weigert niet de toegang tot een vlucht aan een gehandicapte passagier en een begeleider, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider.
Een luchtvaartmaatschappij of touroperator weigert niet de toegang tot een vlucht aan een gehandicapte passagier en een begeleider, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider. Passagiers met beperkte mobiliteit moet echter worden toegestaan het recht uit te oefenen op ruil van hun bevestigde boeking tegen begunstigingen waarover tussen de desbetreffende passagier en de luchtvaartmaatschappij of de touroperator overeenstemming moet worden bereikt.
Motivering Een aantal gehandicapten is tijdens de reis afhankelijk van een blindengeleidehond. In de vrijwillige regeling inzake luchtpassagiers is opgenomen dat blindengeleidehonden gratis met gehandicapten, in de cabine, mogen meereizen. Het is dan ook van belang dat in artikel 6 verwezen wordt naar blindengeleidehonden. Or. en Amendement ingediend door Luciana Sbarbati en Mario Mantovani Amendement 27 Artikel 6 Een luchtvaartmaatschappij of touroperator weigert niet de toegang tot een vlucht aan een gehandicapte passagier en een begeleider, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider.
Een luchtvaartmaatschappij of touroperator weigert niet de toegang tot een vlucht aan een gehandicapte passagier en een begeleider of een blindengeleidehond, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider. Passagiers met beperkte mobiliteit moet echter worden toegestaan het recht uit te oefenen op ruil van hun bevestigde boeking tegen begunstigingen waarover tussen de desbetreffende passagier en de luchtvaartmaatschappij of de touroperator overeenstemming moet worden bereikt.
Motivering Een aantal gehandicapten is tijdens de reis afhankelijk van een blindengeleidehond. In de vrijwillige regeling inzake luchtpassagiers is opgenomen dat blindengeleidehonden gratis met PE 231.734/25-33
NL
2/6
AM\472357NL.doc
gehandicapten, in de cabine, mogen meereizen. Het is dan ook van belang dat in artikel 6 verwezen wordt naar blindengeleidehonden. Or. en Amendement ingediend door Phillip Whitehead Amendement 28 Artikel 6 Een luchtvaartmaatschappij of touroperator weigert niet de toegang tot een vlucht aan een gehandicapte passagier en een begeleider, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider.
Een luchtvaartmaatschappij of touroperator weigert niet de toegang tot een vlucht aan een gehandicapte passagier en een begeleider of een blindengeleidehond, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider.
Motivering Een aantal gehandicapten is tijdens de reis afhankelijk van een blindengeleidehond. In de vrijwillige regeling inzake luchtpassagiers is opgenomen dat blindengeleidehonden gratis met gehandicapten, in de cabine, mogen meereizen. Het is dan ook van belang dat in artikel 6 verwezen wordt naar blindengeleidehonden. Or. en Amendement ingediend door Phillip Whitehead Amendement 29 Artikel 6 bis (nieuw) Gehandicapten en andere passagiers die aangewezen zijn op bijzondere voorzieningen moet worden toegestaan het recht uit te oefenen op ruil van hun bevestigde boeking tegen begunstigingen waarover tussen de desbetreffende passagier en de luchtvaartmaatschappij of de touroperator overeenstemming moet worden bereikt Motivering Spreekt voor zich. Or. en Amendement ingediend door Luciana Sbarbati en Mario Mantovani
AM\472357NL.doc
3/6
PE 231.734/25-33
NL
Amendement 30 Artikel 11, lid 1, alinea 1 1. Wanneer een luchtvaartmaatschappij of touroperator redelijkerwijs kan verwachten dat een vlucht een vertraging tot na de vertrektijd volgens dienstregeling oploopt van twee uur of langer bij vluchten van minder dan 3.500 km en van vier uur of langer bij vluchten van 3.500 km en meer, krijgen de passagiers dezelfde bijstand aangeboden als in het geval van instapweigering, als omschreven in artikel 8.
1. Wanneer een luchtvaartmaatschappij of touroperator redelijkerwijs kan verwachten dat een vlucht een vertraging tot na de vertrektijd volgens dienstregeling oploopt van twee uur of langer bij vluchten van minder dan 3.500 km en van vier uur of langer bij vluchten van 3.500 km en meer, zal zij gehandicapten en begeleiders of blindengeleidehonden of anderszins mindervalide passagiers of kinderen zonder begeleider onmiddellijk de bijstand aanbieden die redelijkerwijs vereist is om te voldoen aan de bijzondere behoeften van dergelijke passagiers.
Motivering Een aantal gehandicapten is tijdens de reis afhankelijk van een blindengeleidehond. Bij vertraging kan het nodig zijn dat bijzondere bijstand wordt verleend aan gehandicapten met een blindengeleidehond en deze bijstand dient te worden erkend en beschikbaar gesteld. Or. en Amendement ingediend door Phillip Whitehead Amendement 31 Artikel 11, lid 2 2. Wanneer een luchtvaartmaatschappij of touroperator redelijkerwijs mag verwachten dat de vertraging van een vlucht tot meer dan twee uur na de vertrektijd volgens dienstregeling zal oplopen, biedt zij onmiddellijk de bijstand aan die in het geval van instapweigering als omschreven in artikel 9 wordt aangeboden aan een gehandicapte passagier en een begeleider, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider, alsook iedere andere bijstand die redelijkerwijs moet worden geboden om aan de bijzondere behoeften van die passagiers te voldoen.
PE 231.734/25-33
NL
2. Wanneer een luchtvaartmaatschappij of touroperator redelijkerwijs mag verwachten dat de vertraging van een vlucht tot meer dan twee uur na de vertrektijd volgens dienstregeling zal oplopen, biedt zij onmiddellijk de bijstand aan die in het geval van instapweigering als omschreven in artikel 9 wordt aangeboden aan een gehandicapte passagier en een begeleider of een blindengeleidehond, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider, alsook iedere andere bijstand die redelijkerwijs moet worden geboden om aan de bijzondere behoeften van die passagiers te voldoen.
4/6
AM\472357NL.doc
Motivering Een aantal gehandicapten is tijdens de reis afhankelijk van een blindengeleidehond. Bij vertraging kan het nodig zijn dat bijzondere bijstand wordt verleend aan gehandicapten met een blindengeleidehond en deze bijstand dient te worden erkend en beschikbaar gesteld. Or. en Amendement ingediend door Patricia McKenna Amendement 32 Artikel 11, lid 2 2. Wanneer een luchtvaartmaatschappij of touroperator redelijkerwijs mag verwachten dat de vertraging van een vlucht tot meer dan twee uur na de vertrektijd volgens dienstregeling zal oplopen, biedt zij onmiddellijk de bijstand aan die in het geval van instapweigering als omschreven in artikel 9 wordt aangeboden aan een gehandicapte passagier en een begeleider, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider, alsook iedere andere bijstand die redelijkerwijs moet worden geboden om aan de bijzondere behoeften van die passagiers te voldoen.
2. Wanneer een luchtvaartmaatschappij of touroperator redelijkerwijs mag verwachten dat de vertraging van een vlucht tot meer dan twee uur na de vertrektijd volgens dienstregeling zal oplopen, biedt zij onmiddellijk de bijstand aan die in het geval van instapweigering als omschreven in artikel 9 wordt aangeboden aan een gehandicapte passagier en een begeleider of een blindengeleidehond, aan een anderszins mindervalide passagier of aan een kind zonder begeleider, alsook iedere andere bijstand die redelijkerwijs moet worden geboden om aan de bijzondere behoeften van die passagiers te voldoen.
Motivering Een aantal gehandicapten is tijdens de reis afhankelijk van een blindengeleidehond. Bij vertraging kan het nodig zijn dat bijzondere bijstand wordt verleend aan gehandicapten met een blindengeleidehond en deze bijstand dient te worden erkend en beschikbaar gesteld. Or. en Amendement ingediend door Kathleen Van Brempt en Bart Staes Amendement 33 Artikel 15 De uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de passagier kunnen niet worden beperkt of opgeheven door middel van bijvoorbeeld een beperkende of ontheffingsclausule in de vervoerovereenkomst.
De uit deze verordening voortvloeiende verplichtingen ten aanzien van de passagier kunnen niet worden beperkt of opgeheven door middel van bijvoorbeeld een beperkende of ontheffingsclausule in de vervoerovereenkomst. Indien een dergelijke beperkende of
AM\472357NL.doc
5/6
PE 231.734/25-33
NL
ontheffingsclausule niettemin werd aangevoerd tegen een passagier, en deze een minderwaardiger compensatie zou aanvaard hebben dan dewelke voorzien wordt in de huidige verordening, heeft de passagier het recht om alsnog de nodige juridische stappen te ondernemen bij de bevoegde rechtbanken voor het bekomen van een complementaire compensatie. Zowel wanneer de passagier geen compensatie ontvangt als in dit laatste geval, zal de passagier een vergoeding toegekend worden voor alle door hem gemaakte kosten, met inbegrip van het honorarium van een raadsman, indien de bevoegde instantie oordeelt dat de compensatie voorzien in de beperkende of ontheffingsclausule van de vervoersovereenkomst of in de overeenkomst waarin de passagier een minderwaardige compensatie zou aanvaard hebben, klaarblijkelijk geen billijke compensatie is. Motivering Er dient rekening te worden gehouden met de hypothese dat de vervoersmaatschappij of de reisorganisator toch een schadevergoeding voor de passagier heeft voorzien op basis van een verkeerde clausule. In dit geval moet het voor de passagier mogelijk blijven om alsnog een verzoekschrift tot complementaire schadevergoeding in te dienen bij de bevoegde juridische instanties. Or. nl
PE 231.734/25-33
NL
6/6
AM\472357NL.doc