EUROPEES PARLEMENT 1999
« «« « « « « « « « ««
2004
Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid
VOORLOPIGE VERSIE 2002/0222(COD) 21 november 2002
ONTWERPADVIES van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid aan de Commissie juridische zaken en interne markt inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake consumentenkrediet (COM(2002) 443 – C5-0420/2002 – 2002/0222(COD)) Rapporteur voor advies: María Sornosa Martínez
PA\470354NL.doc
NL
PE 319.393
NL
PE 319.393
NL
2/14
PA\470354NL.doc
PROCEDUREVERLOOP De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid benoemde op haar vergadering van 2 oktober 2002 María Sornosa Martínez tot rapporteur voor advies. De commissie behandelde het ontwerpadvies op haar vergadering(en) van .... Op dezelfde/laatstgenoemde vergadering hechtte zij met ... stemmen voor en ... tegen bij ... onthouding(en)/met algemene stemmen haar goedkeuring aan de hierna volgende amendementen. Bij de stemming waren aanwezig: ... (voorzitter/waarnemend voorzitter), ... (ondervoorzitter), ... (rapporteur), ... (verving ...), ... (verving ... overeenkomstig artikel 153, lid 2 van het Reglement), ... en ....
PA\470354NL.doc
3/14
PE 319.393
NL
BEKNOPTE MOTIVERING 1.
Achtergrond
De bestaande richtlijn 87/102/EEG inzake consumentenkrediet vormt niet langer een weerspiegeling van de situatie op de kredietmarkt, aangezien er aanzienlijke veranderingen hebben plaatsgevonden op het gebied van de methoden en soorten kredietverlening sinds deze richtlijn werd aangenomen. De beperkte werkingssfeer van de bestaande richtlijn heeft er deels toe geleid dat de consument niet goed wordt beschermd. Bovendien heeft het ontbreken van vereisten op Europees niveau ertoe geleid dat sommige lidstaten diverse bepalingen op nationaal niveau hebben ingevoerd, en dit heeft weer geresulteerd in concurrentieverstoringen tussen kredietverleners op de interne markt en verschillende beschermingsniveaus in de diverse lidstaten van de EU. Met het oog op het bovenstaande moet het doel van de nieuwe richtlijn tweeledig zijn. Ten eerste moet gestreefd worden naar harmonisering van de vereisten in verband met kredieten die aan de consumenten worden aangeboden en ten tweede moet de richtlijn voor een hoog beschermingsniveau voor de consumenten zorgen. Het voorstel van de Commissie heeft betrekking op alle kredietvormen die voor particulieren beschikbaar zijn. Met het voorstel wordt getracht de rechten en plichten van zowel consumenten als kredietverstrekkers opnieuw op één lijn te krijgen en er worden bepalingen ingevoerd om de uitwisseling van informatie tussen consumenten en kredietverleners te regelen. Het voorstel is gebaseerd op artikel 95 van het Verdrag. 2.
Doel en werkingssfeer
Het enige doel van het Commissievoorstel, zoals omschreven in het artikel dat daarop betrekking heeft, is de harmonisering van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake overeenkomsten betreffende kredietverlening aan consumenten. Hoewel dit een belangrijk gegeven is, moet in het desbetreffende artikel ook worden verwezen naar het doel de consument een hoog beschermingsniveau te garanderen. Het is verheugend dat de werkingssfeer in vergelijking met de bestaande richtlijn wordt uitgebreid en dat thans, op enkele uitzonderingen na, alle soorten krediet die voor particulieren beschikbaar zijn worden bestreken, aangezien dit zal leiden tot een hoger beschermingsniveau van de consumenten en marktverstoringen zullen worden beperkt. Kredieten die aan natuurlijke personen worden verleend voor een doel dat voornamelijk, doch niet uitsluitend, een particulier karakter heeft, moeten echter ook onder de werkingssfeer van de richtlijn vallen. Eveneens moeten kredietovereenkomsten die gedeeltelijk, doch niet uitsluitend, worden verleend met het doel particulier onroerend goed aan te kopen of te verbouwen onder de richtlijn vallen. 3.
Sluiting van kredietovereenkomsten
Met het voorstel worden belangrijke bepalingen ingevoerd in verband met de informatie die moet worden verstrekt en de procedures die moeten worden gevolgd vóór sluiting van een overeenkomst. Hiertoe behoren bepalingen die zijn gericht op voorkoming van misleidende reclame, een verbod op het onderhandelen over overeenkomsten buiten verkoopruimten, eisen PE 319.393
NL
4/14
PA\470354NL.doc
ten aanzien van de uitwisseling van informatie tussen de kredietverlener en de consument en bepalingen in verband met de verwerking en het verzamelen van gegevens. Hoewel het Commissievoorstel in de goede richting gaat, kunnen sommige bepalingen nog worden versterkt of fijner worden afgestemd. Een kernelement van het voorstel is de invoering van het beginsel van "verantwoord lenen", op grond waarvan de kredietverlener voorzichtigheid moet betrachten en met alle middelen waarover hij beschikt moet beoordelen of de consument in staat is terug te betalen. De voorgestelde tekst moet wellicht worden aangepast om ervoor te zorgen dat de kredietverlener moet kunnen aantonen dat hij heeft gehandeld op een manier die van zin voor verantwoordelijkheid getuigt. Evenzo moet de voorgestelde verschuiving naar de kredietverlener van de bewijslast in verband met de informatieverplichtingen tegenover de consument niet facultatief, maar verplicht zijn. 4.
Jaarlijks kostenpercentage (JKP)
De commissie ondersteunt het Commissievoorstel tot standaardisering van de berekeningsmethode van het jaarlijks kostenpercentage (JKP) en is er verheugd over dat de verplichte vermelding van het JKP vóór sluiting van een overeenkomst en ook in de overeenkomst zelf de doorzichtigheid zal doen toenemen, aangezien dit percentage de beste indicatie geeft van de totale kosten van een krediet. De richtlijn moet de lidstaten echter ook de ruimte bieden om desgewenst bepalingen in te voeren met betrekking tot exorbitante JKP's, waaronder een omschrijving van de maximaal toegestane percentages. 5.
Uitvoering en niet-uitvoering van kredietovereenkomsten
In verband met de vastgelegde vereisten met betrekking tot de uitvoering van een kredietovereenkomst moet aan twee aspecten van het voorstel nadere aandacht worden besteed. Ten eerste moeten de lidstaten de vrijheid hebben vast te houden aan het recht van consumenten het krediet zonder kosten vroegtijdig terug te betalen of dit recht in te voeren. Daarnaast moet de lijst van specifieke gevallen waarin op grond van de voorgestelde richtlijn geen schadevergoeding kan worden verlangd, worden uitgebreid. Het standpunt van de commissie is dat slechts in uitzonderingsgevallen schadevergoeding voor vroegtijdige terugbetaling mag worden gevraagd, en dat dit niet de regel mag zijn. Bovendien is wellicht een verscherping noodzakelijk van de bepalingen inzake hoofdelijke en gezamenlijke aansprakelijkheid van de leverancier van goederen en de kredietverlener. In beginsel moeten deze bepalingen ten zeerste worden toegejuicht, maar er moet wellicht voor worden gezorgd dat de kredietverlener ook zowel hoofdelijk als gezamenlijk aansprakelijk is in gevallen waarbij de leverancier van goederen of diensten financiering door middel van een lening aanbiedt, maar tegelijkertijd niet optreedt als "kredietbemiddelaar" in de zin van de limitatieve definitie van de richtlijn. De voorgestelde richtlijn bevat verder diverse bepalingen voor het geval van niet-uitvoering van de verplichtingen van de consument op grond van een kredietovereenkomst. Zij omvat echter niet de eis dat de kosten die de kredietverlener verlangt als betaling uitblijft niet excessief mogen zijn, maar in verhouding moeten staan met de werkelijke kosten die voor de kredietverlener zijn ontstaan als direct gevolg van het feit dat de consument niet in staat bleek aan zijn verplichtingen te voldoen. PA\470354NL.doc
5/14
PE 319.393
NL
6.
Algemeen
Gezien het streven naar een totale harmonisatie, zoals omschreven in de algemene bepalingen van de voorgestelde richtlijn, moet worden onderstreept dat dit niet mag leiden tot een lager beschermingsniveau voor de consument. Dit geldt met name voor gebieden waar de bestaande wetgeving in de lidstaten verder gaat dan hetgeen in het Commissievoorstel wordt vereist. Derhalve stelt de commissie voor de lidstaten de mogelijkheid te geven strengere eisen te blijven stellen of in te voeren op een beperkt aantal gebieden, zoals ten aanzien van het recht van de consument op vervroegde aflossing zonder kosten of bij het vaststellen van bepalingen ter voorkoming van buitensporig hoge tarieven (zie hierboven). De respectieve artikelen zouden daarom moeten worden opgenomen in de lijst uitzonderingen op de harmonisatieclausule. Dit laatste geldt echter ook voor alle andere wijzigingen die de commissie voorstelt.
AMENDEMENTEN De Commissie milieubeheer, volksgezondheid en consumentenbeleid verzoekt de ten principale bevoegde Commissie juridische zaken en interne markt onderstaande amendementen in haar verslag op te nemen: Door de Commissie voorgestelde tekst1
Amendementen van het Parlement
Amendement 1 Artikel 2, letter a) a) “consument”: een natuurlijk persoon die wat betreft de transacties die onder deze richtlijn vallen, handelt voor doeleinden buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten;
a) “consument”: een natuurlijk persoon die wat betreft de transacties die onder deze richtlijn vallen, handelt voor doeleinden die voornamelijk buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten liggen;
Motivering Het is noodzakelijk dat de richtlijn ook betrekking heeft op kredieten aan een natuurlijk persoon voor doeleinden die voornamelijk, doch niet uitsluitend, een particulier karakter hebben. Hieronder zou dan bijvoorbeeld de aankoop vallen van een personal computer die nu en dan wordt gebruikt voor teksten voor beroepsdoeleinden of de aankoop van een auto die nu en dan voor zakenreizen wordt gebruikt.
1
PB C ...
PE 319.393
NL
6/14
PA\470354NL.doc
Amendement 2 Artikel 3, lid 2, letter a) a) kredietovereenkomsten betreffende de verlening van een krediet voor de aankoop of verbouwing van een onroerend goed waarvan de consument de eigenaar is of dat hij wil kopen, die gewaarborgd zijn door een hypotheek op een onroerend goed of door een in een lidstaat gebruikelijke zekerheid;
a) kredietovereenkomsten die uitsluitend de verlening van een krediet betreffen voor de aankoop of verbouwing van een onroerend goed waarvan de consument de eigenaar is of dat hij wil kopen, die gewaarborgd zijn door een hypotheek op een onroerend goed of door een in een lidstaat gebruikelijke zekerheid;
Motivering Kredietovereenkomsten die gedeeltelijk, maar niet uitsluitend, worden gesloten voor de aankoop of verbouwing van een onroerend goed in particuliere hand, moeten onder de richtlijn vallen.
Amendement 3 Artikel 4 Onverminderd Richtlijn 84/450/EEG moeten reclame en in verkoopruimten aangekondigde aanbiedingen die informatie over kredietovereenkomsten (en met name over de debetrentevoet, het totale percentage van de kredietgever en het jaarlijks kostenpercentage) bevatten, duidelijk en begrijpelijk zijn, en moet het beginsel van goede trouw in handelsovereenkomsten in acht worden genomen. De commerciële aard van deze informatie moet ondubbelzinnig blijken.
Onverminderd Richtlijn 84/450/EEG moeten reclame en in verkoopruimten aangekondigde aanbiedingen die informatie over kredietovereenkomsten (en met name over de debetrentevoet, het totale percentage van de kredietgever en het jaarlijks kostenpercentage) bevatten, duidelijk en begrijpelijk zijn, en moet het beginsel van goede trouw in handelsovereenkomsten in acht worden genomen. De commerciële aard van deze informatie moet ondubbelzinnig blijken. Indien van toepassing moet in reclame en in verkoopruimten aangekondigde aanbiedingen worden verwezen naar het jaarlijks kostenpercentage dat wordt berekend overeenkomstig de bepalingen van artikel 12.
Motivering Door het aangeven van het jaarlijks kostenpercentage (JKP) in reclame zal de doorzichtigheid verbeteren en wordt bijgedragen aan de voorkoming van misleidende PA\470354NL.doc
7/14
PE 319.393
NL
publiciteit, aangezien dit percentage de totale kosten van een krediet het best weerspiegelt.
Amendement 4 Artikel 6, lid 2, letter d bis) (nieuw) d bis) indien van toepassing, de kosten die verschuldigd zijn bij niet-uitvoering van de kredietovereenkomst of zekerheidstellingsovereenkomst in verband met de verplichtingen van de consument; Motivering Ter verhoging van de doorzichtigheid moeten de kosten die de kredietverlener in geval van niet-uitvoering in rekening brengt, vóór de sluiting van een overeenkomst worden aangegeven.
Amendement 5 Artikel 8, lid 1, alinea 1 1. Onverminderd de toepassing van Richtlijn 95/46/EG beheren de lidstaten op hun grondgebied een centrale gegevensbank waarin consumenten en zekerheidsstellers die betalingsproblemen hebben gehad, worden geregistreerd. Deze gegevensbank mag eventueel uit een netwerk van gegevensbanken bestaan.
1. Onverminderd de toepassing van Richtlijn 95/46/EG beheren de lidstaten op hun grondgebied een regelmatig bijgewerkte centrale gegevensbank waarin consumenten en zekerheidsstellers die betalingsproblemen hebben gehad, worden geregistreerd. Deze gegevensbank mag eventueel uit een netwerk van gegevensbanken bestaan.
Motivering Databases moeten regelmatig worden bijgewerkt om ervoor te zorgen dat kredietverleners kunnen vertrouwen op de daarin opgeslagen informatie. Ook is het belangrijk ervoor te zorgen dat kredietverlening niet wordt geweigerd op grond van verouderde informatie.
PE 319.393
NL
8/14
PA\470354NL.doc
Amendement 6 Artikel 9 Wanneer de kredietgever een krediet- of zekerheidsovereenkomst sluit of het totale kredietbedrag of het gewaarborgde bedrag verhoogt, wordt hij geacht vooraf, met alle middelen waarover hij beschikt, te hebben nagegaan dat de consument en de eventuele zekerheidssteller redelijkerwijs in staat zullen zijn om hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst na te komen.
Wanneer de kredietgever een krediet- of zekerheidsovereenkomst sluit of het totale kredietbedrag of het gewaarborgde bedrag verhoogt, moet hij kunnen aantonen dat hij vooraf, met alle middelen waarover hij beschikt, heeft nagegaan dat de consument en de eventuele zekerheidssteller redelijkerwijs in staat zullen zijn om hun verplichtingen uit hoofde van de overeenkomst na te komen.
Motivering Met dit amendement wordt beoogd meer de nadruk op het beginsel van "verantwoord lenen" te leggen door voor te schrijven dat de kredietgever moet kunnen aantonen dat hij op verantwoorde wijze heeft gehandeld.
Amendement 7 Artikel 11, lid 1 bis (nieuw) 1 bis. Kredieten worden niet aan de consument ter beschikking gesteld vóór afloop van de in lid 1 genoemde periode, tenzij de consument hierom expliciet heeft verzocht. Motivering Betaling van bedragen vóór de voorgestelde afkoelingsperiode van 14 dagen zou betekenen dat het principe dat er een bedenktijd moet zijn, wordt ondergraven.
Amendement 8 Artikel 11, lid 3 3. Wanneer de consument van zijn herroepingrecht gebruik maakt, moet hij PA\470354NL.doc
3. Wanneer de consument van zijn herroepingrecht gebruik maakt, moet hij 9/14
PE 319.393
NL
gelijktijdig de bedragen die hij uit hoofde van de kredietovereenkomst heeft ontvangen of de goederen die hij aldus heeft verkregen (voorzover de terbeschikkingstelling van de goederen in de kredietovereenkomst wordt geregeld), aan de kredietgever terugbezorgen. De consument moet de aan de hand van het overeengekomen jaarlijks kostenpercentage berekende debetrente over de periode van kredietopneming betalen. Voor de herroeping mogen geen andere vergoedingen worden aangerekend. Eventuele voorschotten die de consument uit hoofde van de kredietovereenkomst heeft betaald, moeten dadelijk aan de consument worden terugbetaald.
gelijktijdig aan de kredietgever de bedragen terugbetalen die hij uit hoofde van de kredietovereenkomst heeft ontvangen of aan de leverancier de goederen terugbezorgen die hij aldus heeft verkregen (voorzover de terbeschikkingstelling van de goederen in de kredietovereenkomst wordt geregeld). De consument moet de aan de hand van het overeengekomen jaarlijks kostenpercentage berekende debetrente over de periode van kredietopneming betalen. Voor de herroeping mogen geen andere vergoedingen worden aangerekend. Eventuele voorschotten die de consument uit hoofde van de kredietovereenkomst heeft betaald, moeten dadelijk aan de consument worden terugbetaald.
Motivering De huidige redactie is ambigu ten aanzien van de vraag aan wie de ontvangen bedragen of goederen moeten worden terugbetaald/terugbezorgd.
Amendement 9 Artikel 12, lid 7 bis (nieuw) 7 bis. De lidstaten kunnen bepalingen invoeren om te voorkomen dat buitensporig hoge jaarlijkse kostenpercentages worden geëist, waaronder de invoering van maximaal toegestane percentages. Motivering Aangezien de richtlijn zelf geen bepalingen bevat ter voorkoming van buitensporig hoge jaarlijkse kostenpercentages, moet de lidstaten expliciet worden toegestaan dergelijke bepalingen in te voeren.
PE 319.393
NL
10/14
PA\470354NL.doc
Amendement 10 Artikel 16, lid 1 bis (nieuw) 1 bis. De lidstaten kunnen bepalen dat de consument vóór de in een kredietovereenkomst vastgestelde uiterste datum het recht heeft zonder extra kosten volledig of gedeeltelijk te voldoen aan zijn verplichtingen op grond van de overeenkomst. Motivering Sommige lidstaten, zoals Frankrijk, kennen de mogelijkheid van een vervroegde aflossing van kredieten zonder dat daaraan kosten zijn verbonden. Op grond van het streven met de voorgestelde richtlijn tot een maximale harmonisatie te komen, zou het voor die landen op dit punt niet mogelijk zijn vast te houden aan hun hoge niveau van consumentenbescherming en zou het voor andere landen evenmin mogelijk zijn dergelijke normen in te voeren.
Amendement 11 Artikel 16, lid 2, letter a bis) (nieuw) a bis) als aflossing meer dan vijf jaar na sluiting van de kredietovereenkomst heeft plaatsgevonden; Motivering Dit amendement beoogt uitbreiding van de lijst van gevallen waarin geen kosten ontstaan bij vervroegde aflossing.
Amendement 12 Artikel 16, lid 2, letter b bis) (nieuw) b bis) als de aflossing wordt gefinancierd door een nieuwe kredietovereenkomst die met dezelfde kredietgever is gesloten;
PA\470354NL.doc
11/14
PE 319.393
NL
Motivering Dit amendement beoogt uitbreiding van de lijst van gevallen waarin geen kosten ontstaan bij vervroegde aflossing.
Amendement 13 Artikel 19, lid 2 2. Indien de leverancier van goederen of diensten een kredietovereenkomst heeft aangeboden en geaccepteerd, zijn de kredietgever en de leverancier hoofdelijk verplicht om de consument schadeloos te stellen indien de goederen of de diensten waarvan de aankoop door de kredietovereenkomst is gefinancierd, niet worden geleverd, slechts gedeeltelijk worden geleverd of niet aan de voorwaarden van de betreffende overeenkomst voldoen.
2. Indien de leverancier van goederen of diensten als kredietbemiddelaar is opgetreden, zijn de kredietgever en de leverancier hoofdelijk verplicht om de consument schadeloos te stellen indien de goederen of de diensten waarvan de aankoop door de kredietovereenkomst is gefinancierd, niet worden geleverd, slechts gedeeltelijk worden geleverd of niet aan de voorwaarden van de betreffende overeenkomst voldoen.
Motivering Dit amendement wordt ingediend ter verscherping van de bepalingen inzake hoofdelijke en gezamenlijke aansprakelijkheid opdat de kredietgever en leverancier ook hoofdelijk en gezamenlijk aansprakelijk zijn in gevallen waarin de leverancier van goederen en diensten financiering door middel van een lening aanbiedt, maar tegelijkertijd niet optreedt als "kredietbemiddelaar" in de zin van de limitatieve definitie van artikel 2.
Amendement 14 Artikel 24, lid 1, letter a bis) (nieuw) a bis) het totale kostenbedrag dat de kredietgever in rekening brengt bij nietvoldoening aan de betalingsverplichtingen in verhouding staat tot de werkelijke kosten die voor de kredietgever zijn ontstaan als rechtstreeks gevolg van het feit dat de consument niet aan zijn verplichtingen heeft voldaan;
PE 319.393
NL
12/14
PA\470354NL.doc
Motivering De consument moet worden beschermd tegen excessieve kostenaanspraken van de kredietgever als betaling uitblijft.
Amendement 15 Artikel 30, lid 1, letter b) b) de bepalingen betreffende de bewijslast zoals bedoeld in artikel 33.
Schrappen
Motivering De voorgestelde facultatieve verschuiving van de bewijslast naar de kredietgever in verband met zijn verplichtingen tot informatie van de consument moet verplicht worden gemaakt. De hierop betrekking hebbende bepaling moet daarom worden geschrapt uit de lijst uitzonderingen op de totale harmonisatieclausule.
Amendement 16 Artikel 30, lid 1, letter b bis) (nieuw) b bis) de bepalingen inzake uitzonderlijk hoge jaarlijkse kostenpercentages zoals bedoeld in artikel 12, lid 7 bis (nieuw); Motivering Om de lidstaten ruimte te geven om dit soort bepalingen, indien gewenst, te handhaven, moeten ze worden opgenomen in de lijst van uitzonderingen op de totale harmonisatieclausule.
Amendement 17 Artikel 30, lid 1, letter b ter) (nieuw) b ter) de bepalingen inzake vervroegde aflossing zonder extra kosten zoals bedoeld in artikel 16, lid 1 bis (nieuw);
PA\470354NL.doc
13/14
PE 319.393
NL
Motivering Om de lidstaten ruimte te geven om dit soort bepalingen, indien gewenst, te handhaven, moeten ze worden opgenomen in de lijst van uitzonderingen op de totale harmonisatieclausule.
Amendement 18 Artikel 33, alinea 1 De lidstaten bepalen dat de bewijslast betreffende de naleving van de verplichtingen van de kredietgever en de kredietbemiddelaar inzake informatieverstrekking aan de consument, de instemming van de consument met de sluiting en de uitvoering van de overeenkomst, alsook de betaling van de activiteiten van de kredietbemiddelaar, bij de kredietgever of de kredietbemiddelaar ligt.
De lidstaten mogen bepalen dat de bewijslast betreffende de naleving van de verplichtingen van de kredietgever en de kredietbemiddelaar inzake informatieverstrekking aan de consument, de instemming van de consument met de sluiting en de uitvoering van de overeenkomst, alsook de betaling van de activiteiten van de kredietbemiddelaar, bij de kredietgever of de kredietbemiddelaar kan liggen.
Motivering De voorgestelde facultatieve verschuiving van de bewijslast naar de kredietgever in verband met zijn verplichtingen tot informatie van de consument moet verplicht worden gemaakt.
PE 319.393
NL
14/14
PA\470354NL.doc