EUROPEES PARLEMENT 2004
2009
Commissie interne markt en consumentenbescherming
9.11.2007
WERKDOCUMENT over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/54/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit (COM(2007)0528 - 2007/0195(COD)) en over het voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/55/EG betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor aardgas (COM(2007)0529 -2007/0196 (COD)) Commissie interne markt en consumentenbescherming Rapporteur: Alexander Lambsdorff (elektriciteit) en Toine Manders (aardgas)
DT\693906NL.doc
NL
PE396.797v01-00
NL
Deze twee voorstellen voor gemeenschappelijke regels zijn gericht op verdere ontvlechting, de verbetering van het wetgevingskader, de verhoging van de markttransparantie en de verbetering van de toegang voor klanten. De EU-regels voorzien nog niet in niet-discriminerende netwerktoegang en een doeltreffend toezicht van de regelgever in elke lidstaat. Het Europees Parlement heeft reeds een gerelateerde resolutie aangenomen inzake de vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt, waarin het algemene standpunt van het Parlement over dit onderwerp is uiteengezet (zie voetnoot 1).
1.
Inleiding tot het energiepakket
1.1
De hoofddoelstelling van het "energiepakket" is het verhogen van de efficiëntie en de concurrentie die van wezenlijk belang zijn voor het waarborgen van investeringen in energie, het veiligstellen van energie als een motor van concurrentie voor de Europese industrie, en om ervoor te zorgen dat de Europese burgers geen buitensporige prijzen betalen. Bovendien zijn efficiëntie en concurrentie noodzakelijk om klimaatverandering aan te pakken en belangrijk om de energievoorziening in Europa veilig te stellen.
1.2
Versnippering van de markt volgens nationale grenzen, een hoge graad van verticale integratie en marktconcentratie zijn enkele van de uitdagingen voor de interne energiemarkt. Dankzij de liberalisering van de markt hebben EU-burgers meer keuzemogelijkheden en hebben ze de voordelen van concurrentie kunnen ervaren, namelijk verbeterde diensten en continuïteit in de voorziening. Het is echter nog niet mogelijk om van een ware Europese detailhandelsmarkt te spreken. Vanaf 1 juli 2007 staan in de EU alle detailhandelsmarkten voor energie open voor mededinging, maar in de praktijk zijn veel Europese consumenten gebonden aan hun oorspronkelijke leveranciers, aangezien er geen doeltreffend wetgevingskader bestaat. Te veel EU-burgers en ondernemingen hebben geen echte keuzemogelijkheden.
1.3
Om te komen tot een volledig werkzame interne markt wordt in het energiepakket het volgende voorgesteld:
een daadwerkelijke scheiding tussen leverings- en productiediensten enerzijds, en de netwerkexploitatie anderzijds (ontvlechting);
meer bevoegdheden energietoezichthouders;
maatregelen om het functioneren van de markt te verbeteren;
samenwerking om de voorzieningszekerheid te verhogen;
PE396.797v01-00
NL
en
onafhankelijkheid
2/5
voor
de
nationale
DT\693906NL.doc
een onafhankelijk mechanisme voor nationale toezichthouders om samen te werken en beslissingen te nemen: een Europees agentschap voor samenwerking tussen energietoezichthouders;
een doeltreffende samenwerking tussen transportnetbeheerders.
2. Bijzonderheden over de voorstellen voor gemeenschappelijke regels voor elektriciteit en aardgas De voorstellen voor gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en aardgas wijzigen Richtlijn 2003/54/EG (elektriciteit) en 2003/55/EG (aardgas). Het doel is te zorgen voor volledig werkzame interne markten voor beide sectoren. De belangrijkste wijzigingen in de richtlijnen zijn: 2.1
maatregelen om in de praktijk de eigendomsontvlechting van netwerken (transportnetten en hun beheerders) en de levering en de productie te waarborgen (art. 1, punt 4 en art. 1, punt 8 in beide voorstellen);
2.2
de bevordering van de regionale samenwerking, vooral op het vlak van de samenwerking tussen de exploitanten van netwerken, om de voorzieningszekerheid beter te kunnen waarborgen door de harmonisering van de nationale regelgeving en de versterking van de regionale solidariteit (art. 1, punt 3 in beide voorstellen) en eveneens door grensoverschrijdende regionale samenwerkingsverbanden tussen transportnetbeheerders toe te laten (art. 1, punten 4 en 5 van beide voorstellen).
2.3
een alternatief voor eigendomsontvlechting door de vestiging van onafhankelijke systeembeheerders, hoewel eigendomsontvlechting nog steeds de voorkeur van de Commissie wegdraagt. De lidstaten wordt de mogelijkheid geboden verticaal geïntegreerde maatschappijen die hun eigen netwerkactiva bezitten te behouden, indien het transportnetwerk zelf wordt beheerd door een door de Commissie erkende onafhankelijke systeembeheerder (art.1, punt 8 in beide voorstellen).
2.4
een nieuw hoofdstuk (VII bis) waarin wordt voorgesteld dat elke lidstaat een onafhankelijke nationale regelgevende instantie aanwijst, met meer bevoegdheden (regels inzake onafhankelijkheid, taken en bevoegdheden) en een duidelijke beleidsdoelstelling, namelijk de bevordering van de interne markt voor elektriciteit en aardgas. De regelgevende instanties moeten met name toezicht houden op de openstelling van de groothandels- en detailhandelsmarkt en de concurrentie, zorgen voor strenge normen op het vlak van de universele en de openbare dienst voor elektriciteit, en de doeltreffendheid van bestaande maatregelen voor consumentenbescherming waarborgen. Bovendien moeten de regelgevende instanties grensoverschrijdend nauw samenwerken en elkaar raadplegen (art. 1, punt 12 (elektriciteit) en 1, punt 14 (aardgas)).
2.5
strengere maatregelen ter bescherming van de consument worden eveneens voorgesteld, in het bijzonder de vrije toegang voor consumenten tot persoonlijke
DT\693906NL.doc
3/5
PE396.797v01-00
NL
verbruikgegevens, het recht om deze ter beschikking te stellen van concurrenten met een vergunning, en het recht om op elk moment van leverancier te veranderen (art. 1, punt 15 (elektriciteit) en art.1, punt 17 (aardgas)). 2.6
bijkomende regels om grote nieuwe gasinfrastructuur (interconnectoren tussen lidstaten) in bepaalde gevallen te ontheffen van onder andere ontvlechtingsbepalingen (art.1, punt 13 (aardgas)).
2.7
regels betreffende transportsysteemeigenaars (geen derdelandeneigendomsrecht) en met betrekking tot de aanwijzing en certificatie van transportsysteembeheerders (art.1, punt 5 in beide voorstellen).
3.
Punten ter discussie De debatten van IMCO moeten gericht zijn op de totstandbrenging van competitieve markten voor elektriciteit en aardgas voor eindgebruikers. Dit is voordelig voor de consumenten aangezien er meer keuzemogelijkheden en eerlijke prijzen worden geboden op een echte Europese interne markt.
3.1
De ontvlechting van netwerk en levering. Er worden maatregelen voorgesteld om te komen tot een ware ontvlechting van netwerken (transportnetten of transportnetbeheerders) en levering en productie, met als doel te zorgen voor een verdere liberalisering van de interne markt voor elektriciteit en aardgas, wat de consumenten ten goede moet komen. Ten eerste staat de doeltreffendheid van deze maatregelen, die zijn ontworpen om de bestaande EU-regelgeving te versterken, ter discussie. Ten tweede kan men zich de volgende vraag stellen: hoe kan eigendomsontvlechting op een doeltreffende manier worden verwezenlijkt zonder onnodige regelgeving?
3.2
Onafhankelijke systeembeheerders. Een belangrijke vraag is of de onafhankelijke systeembeheerders in de praktijk zullen functioneren en kunnen zorgen voor concurrentie op de markt. Is het realistisch en toereikend netwerk- en leveringsactiviteiten fysiek te scheiden binnen dezelfde verticaal geïntegreerde groep? Een aantal uitdagingen moet worden aangepakt.
3.3
Regionale systeembeheerders. Beide voorstellen laten regionale samenwerking tussen transportnetbeheerders toe. In welke mate kunnen, in vergelijking met de invloed van ontvlechting op de markt, regionale systeembeheerders in de EU worden aangewend om een verdere liberalisering in de hand te werken?
3.4
Nationale regelgevende instanties. Is de voorgestelde mate van onafhankelijkheid toereikend? Werd bovendien, gelet op de agenda voor "betere regelgeving", de juiste balans gevonden op het vlak van de voorgestelde taken van de nationale regelgevende instanties om de openstelling van de interne markt te verwezenlijken, zonder overbodige regelgeving?
PE396.797v01-00
NL
4/5
DT\693906NL.doc
3.5
Consumentenbescherming. Het voorstel bevat verdere maatregelen met betrekking tot consumentenbescherming, zoals het recht om van leverancier te veranderen en om verbruikgegevens in te kijken, maar zijn deze maatregelen toereikend? De nationale regelgevende instanties moeten er bovendien voor zorgen dat de bestaande maatregelen ter bescherming van de consument doeltreffend zijn, maar hoe moet dit in de praktijk worden uitgevoerd? Ook de bescherming van kwetsbare consumenten en algemene netwerktoegang zijn gerelateerde kwesties die moeten worden besproken.
3.6
Wederkerigheidsclausule. Alle bedrijven moeten zich aan dezelfde regels houden, ongeacht hun herkomst. Daarom zijn er enkele bepalingen opgenomen in de voorstellen die ervoor zorgen dat bedrijven van buiten de EU niet automatisch een belangrijk aandeel van de EU-transportnetwerken in handen krijgen. Hierdoor wordt buitensporige afhankelijkheid van deze bedrijven vermeden. Deze bepalingen moeten echter in overeenstemming zijn met de regels van de WTO.
3.7
Gereguleerde tarieven. In de resolutie van het EP inzake de vooruitzichten voor de interne gas- en elektriciteitsmarkt1 wordt aangedrongen op de stapsgewijze afschaffing van algemene gereguleerde tarieven (met enkele uitzonderingen, namelijk voor kwetsbare consumenten) en de opheffing van subsidies voor niet-hernieuwbare energiebronnen. Deze aanbevelingen verdienen verdere aandacht, aangezien ze niet werden opgenomen in het pakket van de Commissie.
1
2007/2089(INI), 10 juli 2007, Alejo Vidal-Quadras (PPE-DE), rapporteur.
DT\693906NL.doc
5/5
PE396.797v01-00
NL