EUROPEES PARLEMENT
2004
2009
Commissie interne markt en consumentenbescherming
14.11.2007
PE398.282v01-00
AMENDEMENTEN 123-236 Ontwerpaanbeveling voor de tweede lezing (PE396.526v02-00) Kurt Lechner Gemeenschappelijk standpunt door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad Gemeenschappelijk standpunt van de Raad ((9948/2/2007 – C6-0315/2007 – 2002/0222(COD))
Gemeenschappelijk standpunt van de Raad
Amendementen van het Parlement
Amendement ingediend door Wolfgang Bulfon Amendement 123 Overweging 9 (9) Volledige harmonisatie is nodig om te waarborgen dat alle consumenten in de Gemeenschap een hoog en gelijkwaardig niveau van bescherming van hun belangen genieten en om een echte interne markt te creëren. Het mag de lidstaten derhalve niet worden toegestaan andere nationale bepalingen te handhaven of in te voeren dan er in deze richtlijn vastgelegd zijn. Deze beperking moet echter alleen gelden voor door deze richtlijn geharmoniseerde bepalingen. Wanneer zulke geharmoniseerde bepalingen niet bestaan, moeten de lidstaten AM\694734NL.doc
NL
(9) Volledige harmonisatie is nodig om te waarborgen dat alle consumenten in de Gemeenschap een hoog en gelijkwaardig niveau van bescherming van hun belangen genieten en om een echte interne markt te creëren. Het mag de lidstaten derhalve niet worden toegestaan andere nationale bepalingen te handhaven of in te voeren dan er in deze richtlijn vastgelegd zijn. Deze beperking moet echter alleen gelden voor door deze richtlijn geharmoniseerde bepalingen. Wanneer zulke geharmoniseerde bepalingen niet bestaan, moeten de lidstaten PE398.282v01-00
NL
de vrijheid houden om nationale wetgeving te handhaven of in te voeren. Zo kunnen de lidstaten bijvoorbeeld nationale bepalingen handhaven of invoeren inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkoper of de aanbieder van diensten en de kredietgever. Een ander voorbeeld van deze mogelijkheid voor de lidstaten is het handhaven of invoeren van nationale bepalingen over het annuleren van een koop- of dienstverleningsovereenkomst indien de consument gebruik maakt van zijn recht van herroeping van de kredietovereenkomst. Op dit punt moet de lidstaten in het geval van kredietovereenkomsten met onbepaalde looptijd de mogelijkheid worden geboden om een minimumtermijn vast te stellen tussen het moment waarop de kredietgever om aflossing verzoekt en de dag waarop het krediet moet worden afgelost.
de vrijheid houden om nationale wetgeving te handhaven of in te voeren. Zo kunnen de lidstaten bijvoorbeeld nationale bepalingen handhaven of invoeren inzake de hoofdelijke aansprakelijkheid van de verkoper of de aanbieder van diensten en de kredietgever. Een ander voorbeeld van deze mogelijkheid voor de lidstaten is het handhaven of invoeren van nationale bepalingen over het annuleren van een koop- of dienstverleningsovereenkomst indien de consument gebruik maakt van zijn recht van herroeping van de kredietovereenkomst. Op dit punt moet de lidstaten in het geval van kredietovereenkomsten met onbepaalde looptijd de mogelijkheid worden geboden om een minimumtermijn vast te stellen tussen het moment waarop de kredietgever om aflossing verzoekt en de dag waarop het krediet moet worden afgelost. Or. de
Motivering Het begrip "harmonisatie" wordt op zeer verwarrende en tegenstrijdige wijze gebruikt. Naast minimale harmonisatie (die niet ter discussie staat) worden de termen "volledige harmonisatie", "maximale harmonisatie" en "verdere" of "meer harmonisatie" gebruikt. Daar de onderhavige richtlijn niet de totale kredietovereenkomst regelt, is het beter van volledige harmonisatie te spreken.
Amendement ingediend door Andreas Schwab Amendement 124 Overweging 10 (10) De in deze richtlijn vervatte definities bepalen het toepassingsgebied van de harmonisatie. De verplichting voor de lidstaten om uitvoering te geven aan de bepalingen van deze richtlijn dient derhalve te worden beperkt tot het toepassingsgebied zoals dat door deze definities is omschreven. Deze richtlijn mag de lidstaten evenwel niet beletten de bepalingen van de richtlijn PE398.282v01-00
NL
(10) Samen met het toepassingsgebied bepalen de in de richtlijn vervatte definities het toepassingsgebied van de harmonisatie. De verplichting voor de lidstaten om uitvoering te geven aan de bepalingen van deze richtlijn dient derhalve te worden beperkt tot het toepassingsgebied zoals dat door deze definities is omschreven. Deze richtlijn mag de lidstaten evenwel niet 2/81
AM\694734NL.doc
overeenkomstig het Gemeenschapsrecht toe te passen op gebieden die niet onder het toepassingsgebied ervan vallen. Derhalve kan een lidstaat met betrekking tot kredietovereenkomsten die buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen nationale wetgeving handhaven of invoeren die overeenstemt met een aantal of alle bepalingen van de richtlijn, bijvoorbeeld nationale wetgeving inzake kredietovereenkomsten die betrekking hebben op bedragen van minder dan 200 EUR of van meer dan 100 000 EUR. Voorts kunnen de lidstaten de bepalingen van deze richtlijn toepassen op gelieerd krediet dat niet onder de definitie valt die deze richtlijn geeft van een gelieerde kredietovereenkomst. Zo kunnen de bepalingen over gelieerde kredietovereenkomsten worden toegepast op kredietovereenkomsten die slechts gedeeltelijk dienen ter financiering van een contract voor de levering van goederen of het verrichten van een dienst.
beletten de bepalingen van de richtlijn overeenkomstig het Gemeenschapsrecht toe te passen op gebieden die niet onder het toepassingsgebied ervan vallen. Derhalve kan een lidstaat met betrekking tot kredietovereenkomsten die buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen nationale wetgeving handhaven of invoeren die overeenstemt met een aantal of alle bepalingen van de richtlijn, bijvoorbeeld nationale wetgeving inzake kredietovereenkomsten die betrekking hebben op bedragen van minder dan 500 EUR of van meer dan 50.000 EUR. Zo kunnen de bepalingen over gelieerde kredietovereenkomsten worden toegepast op kredietovereenkomsten die slechts gedeeltelijk dienen ter financiering van een contract voor de levering van goederen of het verrichten van een dienst.
Or. de
Amendement ingediend door Olle Schmidt, Janelly Fourtou Amendement 125 Overweging 10 (10) De in deze richtlijn vervatte definities bepalen het toepassingsgebied van de harmonisatie. De verplichting voor de lidstaten om uitvoering te geven aan de bepalingen van deze richtlijn dient derhalve te worden beperkt tot het toepassingsgebied zoals dat door deze definities is omschreven. Deze richtlijn mag de lidstaten evenwel niet beletten de bepalingen van de richtlijn overeenkomstig het Gemeenschapsrecht toe te passen op gebieden die niet onder het toepassingsgebied ervan vallen. Derhalve kan een lidstaat met betrekking tot kredietovereenkomsten die buiten het AM\694734NL.doc
(10) De in deze richtlijn vervatte definities bepalen het toepassingsgebied van de harmonisatie. De verplichting voor de lidstaten om uitvoering te geven aan de bepalingen van deze richtlijn dient derhalve te worden beperkt tot het toepassingsgebied zoals dat door deze definities is omschreven. Deze richtlijn mag de lidstaten evenwel niet beletten de bepalingen van de richtlijn overeenkomstig het Gemeenschapsrecht toe te passen op gebieden die niet onder het toepassingsgebied ervan vallen. Derhalve kan een lidstaat met betrekking tot kredietovereenkomsten die buiten het 3/81
PE398.282v01-00
NL
toepassingsgebied van deze richtlijn vallen nationale wetgeving handhaven of invoeren die overeenstemt met een aantal of alle bepalingen van de richtlijn, bijvoorbeeld nationale wetgeving inzake kredietovereenkomsten die betrekking hebben op bedragen van minder dan 200 EUR of van meer dan 100 000 EUR. Voorts kunnen de lidstaten de bepalingen van deze richtlijn toepassen op gelieerd krediet dat niet onder de definitie valt die deze richtlijn geeft van een gelieerde kredietovereenkomst. Zo kunnen de bepalingen over gelieerde kredietovereenkomsten worden toegepast op kredietovereenkomsten die slechts gedeeltelijk dienen ter financiering van een contract voor de levering van goederen of het verrichten van een dienst.
toepassingsgebied van deze richtlijn vallen nationale wetgeving handhaven of invoeren die overeenstemt met een aantal of alle bepalingen van de richtlijn, bijvoorbeeld nationale wetgeving inzake kredietovereenkomsten die betrekking hebben op bedragen van minder dan 200 EUR of van meer dan 50.000 EUR. Voorts kunnen de lidstaten de bepalingen van deze richtlijn toepassen op gelieerd krediet dat niet onder de definitie valt die deze richtlijn geeft van een gelieerde kredietovereenkomst. Zo kunnen de bepalingen over gelieerde kredietovereenkomsten worden toegepast op kredietovereenkomsten die slechts gedeeltelijk dienen ter financiering van een contract voor de levering van goederen of het verrichten van een dienst. Or. en
Motivering Kredieten van meer dan EUR 50.000 zijn maar zelden gewone consumentenkredieten en het toepassingsgebied van de richtlijn moet dan ook lager liggen. Als de ondergrens op EUR 200 blijft, dan vallen ook SMS-leningen onder de richtlijn. Dit nieuwe type "instantleningen" is een snel toenemend probleem aan het worden, vooral onder tieners in Zweden. Zo'n lening is verkrijgbaar over de telefoon en gewoonlijk wordt het geld binnen 15 minuten op je rekening bijgeschreven. Daar deze vorm van leningen zich over heel Europa zou kunnen verspreiden en zij tieners nu al grote financiële problemen heeft veroorzaakt, is het raadzaam de ondergrens op EUR 200 te houden. Zie artikel 2, lid 2, letter c).
Amendement ingediend door André Brie, Marco Rizzo, Eva-Britt Svensson Amendement 126 Overweging 11 (11) In het geval van bijzondere kredietovereenkomsten, waarop alleen sommige bepalingen van deze richtlijn van toepassing zijn, mag het de lidstaten niet worden toegestaan nationale regelgeving tot toepassing van andere bepalingen van deze richtlijn vast te stellen. Wél moeten de PE398.282v01-00
NL
(11) In het geval van bijzondere kredietovereenkomsten, waarop alleen sommige bepalingen van deze richtlijn van toepassing zijn, mag het de lidstaten worden toegestaan nationale regelgeving tot toepassing van andere bepalingen van deze richtlijn vast te stellen. Bovendien moeten 4/81
AM\694734NL.doc
lidstaten dergelijke kredietovereenkomsten zelf wettelijk kunnen regelen ten aanzien van de aspecten die niet door deze richtlijn geharmoniseerd zijn.
de lidstaten dergelijke kredietovereenkomsten zelf wettelijk kunnen regelen ten aanzien van de aspecten die niet door deze richtlijn geharmoniseerd zijn. Or. en
Amendement ingediend door Bill Newton Dunn Amendement 127 Overweging 12 bis (nieuw) (12 bis) Deze richtlijn geldt niet voor bepaalde typen kredietovereenkomsten, zoals kredietkaarten met uitgestelde betaling (deferred payment cards), die geen rente berekenen, behalve wanneer de voorwaarden worden overtreden, en waarvoor alleen een vast bedrag wordt afgehouden dat los staat van het bedrag dat met deze kaarten wordt opgenomen. Voor deze kredietovereenkomsten moeten de lidstaten afzonderlijke nationale regelingen kunnen behouden of invoeren. Or. en Motivering Creditcards met uitgestelde betaling zijn eigenlijk geen echt kredietinstrument, maar eerder een vorm van uitstel van betaling door de klant aan de emittent van de kaart. De emittent betaalt de leverancier namens de klant en de klant betaalt de emittent het volledige bedrag maandelijks terug bij ontvangst van het maandoverzicht. Bovendien wordt voor creditcards een vast jaarbedrag berekend, dat niet varieert naar gelang de bedragen die met deze kaarten worden opgenomen.
Amendement ingediend door Heide Rühle Amendement 128 Overweging 12 bis (nieuw) (12 bis) Deze richtlijn geldt niet voor bepaalde typen kredietovereenkomsten, zoals kredietkaarten met uitgestelde AM\694734NL.doc
5/81
PE398.282v01-00
NL
betaling (deferred payment cards), die geen rente berekenen, behalve wanneer de voorwaarden worden overtreden, en waarvoor alleen een vast bedrag wordt afgehouden dat los staat van het bedrag dat met deze kaarten wordt opgenomen. Voor deze kredietovereenkomsten moeten de lidstaten afzonderlijke nationale regelingen kunnen behouden of invoeren. Or. en Motivering Creditcards met uitgestelde betaling zijn eigenlijk geen echt kredietinstrument, maar eerder een vorm van uitstel van betaling door de klant aan de emittent van de kaart. De emittent betaalt de leverancier namens de klant en de klant betaalt de emittent het volledige bedrag maandelijks terug bij ontvangst van het maandoverzicht. Bovendien wordt voor creditcards een vast jaarbedrag berekend, dat niet varieert naar gelang de bedragen die met deze kaarten worden opgenomen.
Amendement ingediend door André Brie, Marco Rizzo, Eva-Britt Svensson Amendement 129 Overweging 19 (19) De totale kosten van het krediet voor de consument dienen alle kosten te omvatten, met inbegrip van rente, commissielonen, belastingen, vergoedingen voor kredietbemiddelaars en alle andere vergoedingen die de consument in verband met de kredietovereenkomst moet betalen, uitgezonderd de notariskosten. Er moet op objectieve wijze en met inachtneming van de vereisten van professionele toewijding worden beoordeeld in hoeverre de kredietgever op de hoogte is van de kosten.
(19) De totale kosten van het krediet voor de consument dienen alle kosten te omvatten, met inbegrip van rente, commissielonen, belastingen, vergoedingen voor kredietbemiddelaars en alle andere vergoedingen die de consument in verband met de kredietovereenkomst moet betalen. Er moet op objectieve wijze en met inachtneming van de vereisten van professionele toewijding worden beoordeeld in hoeverre de kredietgever op de hoogte is van de kosten. Or. en
PE398.282v01-00
NL
6/81
AM\694734NL.doc
Amendement ingediend door Andreas Schwab Amendement 130 Overweging 24 (24) Het eventueel bindende karakter van de vóór het sluiten van de kredietovereenkomst aan de consument te verstrekken informatie en de periode gedurende welke de kredietgever daardoor gebonden is, kan worden bepaald door de lidstaten.
Schrappen
Or. fr Motivering Als deze overweging zo wordt geformuleerd, dan kunnen de lidstaten bij de uitvoering op nationaal niveau van de regels betreffende de in de precontractuele fase te verstrekken informatie volledig zelf beslissen of de aan de consument te verstrekken informatie een bindend karakter heeft of niet. Omdat de in de precontractuele fase te verstrekken informatie een van de grootste verbeteringen is die deze richtlijn aanbrengt, moet de beslissing over het dwingende karakter daarvan niet aan de lidstaten worden overgelaten.
Amendement ingediend door Mia De Vits Amendement 131 Overweging 27 (27) Om de krediettoestand van een consument te beoordelen, dient de kredietgever ook de relevante gegevensbestanden te raadplegen; de wettelijke en feitelijke omstandigheden kunnen vereisen dat die raadpleging in wisselende mate plaatsvindt. Ter voorkoming van concurrentieverstoringen moeten kredietgevers toegang hebben tot private of publieke gegevensbestanden over consumenten in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn, onder voorwaarden die niet discriminerend zijn ten opzichte van kredietgevers in die lidstaat.
(27) Om de krediettoestand van een consument te beoordelen, is de kredietgever verplicht een door de overheid geleide centrale databank te raadplegen die de uitstaande kredieten registreert. De toegang tot deze centrale databank dient op een niet discriminatoire wijze gewaarborgd te worden aan alle kredietgevers.
Or. nl AM\694734NL.doc
7/81
PE398.282v01-00
NL
Motivering Ter vermijding van overmatige schuldenlast, dienen de kredietgevers verplicht voor het verlenen van een krediet een centraal gegevensbestand inzake de krediettoestand van de consument te raadplegen. De raadpleging hiervan dient geregistreerd te worden door de overheid.
Amendement ingediend door Sharon Bowles, Diana Wallis Amendement 132 Overweging 27 (27) Om de krediettoestand van een consument te beoordelen, dient de kredietgever ook de relevante gegevensbestanden te raadplegen; de wettelijke en feitelijke omstandigheden kunnen vereisen dat die raadpleging in wisselende mate plaatsvindt. Ter voorkoming van concurrentieverstoringen moeten kredietgevers toegang hebben tot private of publieke gegevensbestanden over consumenten in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn, onder voorwaarden die niet discriminerend zijn ten opzichte van kredietgevers in die lidstaat.
(27) Om de krediettoestand van een consument te beoordelen, dient de kredietgever ook de relevante gegevensbestanden te raadplegen; de wettelijke en feitelijke omstandigheden kunnen vereisen dat die raadpleging in wisselende mate plaatsvindt. Ter voorkoming van concurrentieverstoringen moeten kredietgevers toegang hebben tot private of publieke gegevensbestanden over consumenten in een lidstaat waar zij niet gevestigd zijn, onder voorwaarden die niet discriminerend zijn ten opzichte van kredietgevers in die lidstaat. Om te zorgen dat kredietgevers gebruik kunnen maken van modellen om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen alsook zijn vermogen om nieuw krediet op te nemen, moeten kredietbeoordelingbemiddelaars niet-discriminatoire toegang hebben tot de onpersoonlijk gemaakte kredietgegevens in deze private of publieke gegevensbestanden betreffende consumenten. Or. en
Motivering Kredietgevers moeten modellen kunnen gebruiken om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen alsook zijn vermogen om nieuw krediet op te nemen. Kredietbeoordelingbemiddelaars vervaardigen voorspellingsmodellen waarmee kredietgevers de risico's van een individueel kredietgegevensbestand beoordelen. Doordat zij kredietgevers helpen een juiste beoordeling van de risico's te maken, dragen zij bij tot het verlagen van de kosten voor de consument en het vergroten van diens keuzemogelijkheden. PE398.282v01-00
NL
8/81
AM\694734NL.doc
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 133 Overweging 27 bis (nieuw) (27 bis) Kredietbeoordelingbemiddelaars gebruiken statistische modeltechnieken om onpersoonlijk gemaakte consumentenkredietgegevens te analyseren om zo voorspellende analysemodellen op te stellen die gebruikt kunnen worden om een onpartijdige beoordeling te kunnen maken van de kredietwaardigheid van de consument en zijn vermogen om een krediet terug te betalen. Daar kredietbeoordelingbemiddelaars grensoverschrijdende kredietverlening duidelijk makkelijker maken, moeten de lidstaten ervoor zorgen dat hun nationale bepalingen deze bemiddelaars niet in hun werk belemmeren en dat consumenten het recht hebben om op verzoek en op redelijke commerciële basis kennis te nemen van hun persoonlijke kredietbeoordeling. Or. en
Amendement ingediend door Toine Manders Amendement 134 Overweging 27 bis (nieuw) (27 bis) Kredietbeoordelingbemiddelaars spelen een belangrijke rol bij het ontwikkelen van een efficiënte markt voor consumentenkrediet, doordat zij modellen verstrekken die kredietgevers in staat stellen een juiste beoordeling te maken van de kredietstatus van consumenten en hun vermogen om nieuw krediet op te nemen. De lidstaten moeten gelijke voorwaarden scheppen voor kredietbeoordelingbemiddelaars die kredietbeoordelingmodellen voor AM\694734NL.doc
9/81
PE398.282v01-00
NL
kredietgevers ontwikkelen. Kredietbeoordelingbemiddelaars maken voorspellende analysemodellen die kredietgevers kunnen gebruiken om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen alsook zijn vermogen om een krediet terug te betalen. Or. en
Amendement ingediend door Janelly Fourtou, Andrea Losco Amendement 135 Overweging 33 (33) Om de regels voor de uitoefening van het herroepingsrecht op soortgelijke gebieden op elkaar af te stemmen, moet in een herroepingsrecht zonder sancties en zonder opgave van redenen worden voorzien, onder soortgelijke voorwaarden als in Richtlijn 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 september 2002 betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten en tot wijziging van Richtlijn 90/619/EEG van de Raad, en de Richtlijnen 97/7/EG en 98/27/EG.
Schrappen
Or. fr Motivering Zie de motivering bij artikel 14, lid 1.
Amendement ingediend door Jacques Toubon, Jean-Paul Gauzès, Andreas Schwab Amendement 136 Artikel 2, lid 2, letter (c) c) kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van minder dan EUR 200 of meer dan EUR 100.000; PE398.282v01-00
NL
c) kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van minder dan EUR 200 of meer dan EUR 50.000; 10/81
AM\694734NL.doc
Or. fr Motivering Het plafond dat de Raad kiest voor het toepassingsgebied van de richtlijn ligt veel hoger dan het gemiddelde bedrag van het consumentenkrediet dat gewoonlijk in de lidstaten wordt verleend. Zo worden ook kredieten in het toepassingsgebied van de richtlijn opgenomen die niets te maken hebben met normale consumptie en volstrekt andere kenmerken hebben (duur, garanties, risico's, enz.). Daarom moet het plafond worden verlaagd tot 50.000 euro.
Amendement ingediend door Olle Schmidt, Janelly Fourtou Amendement 137 Artikel 2, lid 2, letter (c) c) kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van minder dan EUR 200 of meer dan EUR 100.000;
c) kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van minder dan EUR 200 of meer dan EUR 50.000; Or. en Motivering
Kredieten van meer dan EUR 50.000 zijn maar zelden gewone consumentenkredieten en het toepassingsgebied van de richtlijn moet dan ook lager liggen. Als de benedengrens op EUR 200 blijft, dan vallen ook SMS-leningen onder de richtlijn. Dit nieuwe type "instantleningen" is een snel toenemend probleem aan het worden, vooral onder tieners in Zweden. Zo'n lening is verkrijgbaar over de telefoon en gewoonlijk wordt het geld binnen 15 minuten op je rekening bijgeschreven. Daar deze vorm van leningen zich over heel Europa zou kunnen verspreiden en zij tieners nu al grote financiële problemen heeft veroorzaakt, is het raadzaam de ondergrens op EUR 200 te houden.
Amendement ingediend door Béatrice Patrie, Bernadette Vergnaud Amendement 138 Artikel 2, lid 2, letter (c) c) kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van minder dan EUR 200 of meer dan EUR 100.000;
c) kredietovereenkomsten voor een totaal kredietbedrag van minder dan EUR 200 of meer dan EUR 50.000; Or. fr
AM\694734NL.doc
11/81
PE398.282v01-00
NL
Motivering Met een plafond van 100.000 euro zouden ook kredieten in het toepassingsgebied van de richtlijn worden opgenomen die weinig te maken hebben met normale consumptie, bijvoorbeeld kredieten om omvangrijke werkzaamheden of verrichtingen in het kader van portefeuillebeheer uit te voeren, die volstrekt andere kenmerken hebben (duur, garanties, risico's, enz.). Daarom moet het toepassingsgebied van de richtlijn beperkt blijven tot 50.000 euro.
Amendement ingediend door Wolfgang Bulfon Amendement 139 Artikel 2, lid 2, letter (d) d) huur- of leasingovereenkomsten die geen verplichting tot aankoop van het huur- of leasingobject noch in de overeenkomst zelf, noch in een afzonderlijke overeenkomst inhouden; een dergelijke verplichting wordt geacht te bestaan indien daartoe eenzijdig door de kredietgever wordt besloten;
d) huur- of leasingovereenkomsten die geen verplichting tot aankoop van het huur- of leasingobject noch in de overeenkomst zelf, noch in een afzonderlijke overeenkomst inhouden; een dergelijke verplichting wordt geacht te bestaan indien daartoe volgens de overeenkomst eenzijdig door de kredietgever wordt besloten; Or. de
Motivering De verplichting moet in de overeenkomst zijn vastgelegd, de kredietgever kan niet willekeurig en eenzijdig daartoe besluiten.
Amendement ingediend door Wolf Klinz Amendement 140 Artikel 2, lid 2, letter (e) e) kredietovereenkomsten die in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening worden verleend en die binnen een maand moeten worden afgelost;
e) kredietovereenkomsten die in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening worden verleend en die binnen drie maanden moeten worden afgelost; Or. de
PE398.282v01-00
NL
12/81
AM\694734NL.doc
Motivering Kredieten met een geoorloofde debetstand van minder dan drie maanden moeten buiten het toepassingsgebied van de richtlijn worden gehouden, omdat anders een onnodige en onwenselijke bureaucratisering zou ontstaan.
Amendement ingediend door Jacques Toubon, Jean-Paul Gauzès, Andreas Schwab Amendement 141 Artikel 2, lid 2, letter (f) f) kredietovereenkomsten zonder rente en andere kosten, en kredietovereenkomsten waarbij het krediet binnen een termijn van drie maanden moet worden terugbetaald en slechts onbetekenende kosten worden aangerekend;
f) kredietovereenkomsten zonder rente en andere kosten, en kredietovereenkomsten waarbij het krediet binnen een termijn van drie maanden moet worden terugbetaald;
Or. fr Motivering Terwijl kredietovereenkomsten van minder dan 3 maanden die gratis zijn of waarvoor slechts « onbetekenende kosten » worden aangerekend buiten het toepassingsgebied van de richtlijn vallen, vallen betalende overeenkomsten van minder dan 3 maanden daar wel onder. Zo worden formaliteiten opgelegd die zouden kunnen verhinderen dat van dit type financiering gebruik wordt gemaakt. Toch zijn dergelijke kredieten zeer nuttig uit een oogpunt van klantenbinding. Ook zijn zij een belangrijk onderdeel van commerciële partnerschappen tussen kredietgevers en tussenpersonen.
Amendement ingediend door Wolfgang Bulfon Amendement 142 Artikel 2, lid 2, letter (h) h) kredietovereenkomsten die worden gesloten met beleggingsondernemingen in de zin van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten of met kredietinstellingen in de zin van artikel 4 van Richtlijn 2006/48/EG van de Raad waarbij een belegger transacties kan AM\694734NL.doc
Schrappen
13/81
PE398.282v01-00
NL
verrichten op een of meer van de in deel C van bijlage I bij Richtlijn 2004/39/EG vermelde instrumenten en waarbij de beleggingsonderneming of de kredietinstelling die het krediet verleent, bij deze transactie betrokken is; Or. de Motivering Kredietovereenkomsten die samenhangen met beleggingstransacties, moeten niet buiten het toepassingsgebied van de richtlijn worden gehouden. Juist dergelijke producten worden grensoverschrijdend aangeboden en de consument moet dan ook de volle bescherming van de onderhavige richtlijn genieten, vooral ten aanzien van de informatie-eisen. Bovendien is het op krediet kopen van effecten een bijzonder riskante onderneming, aangezien de totale kosten van het krediet lager moeten zijn dan de opbrengst van de belegging, waarop slechts bij uiterst riskante beleggingen gehoopt mag worden.
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 143 Artikel 2, lid 2, letter (i) i) kredietovereenkomsten die het resultaat zijn van een schikking voor de rechter of een andere daartoe van overheidswege bevoegde instantie;
i) kredietovereenkomsten die het resultaat zijn van een regeling voor de rechter of een andere daartoe van overheidswege bevoegde instantie; Or. de Motivering
De term regeling is beter dan schikking. De bepaling heeft dan betrekking op alle overeenkomsten ten overstaan van een rechter.
Amendement ingediend door Wolf Klinz Amendement 144 Artikel 2, lid 3 3. Op de kredietovereenkomst waarbij het krediet in de vorm van een geoorloofde PE398.282v01-00
NL
Schrappen
14/81
AM\694734NL.doc
debetstand op een rekening wordt verleend en op verzoek of binnen een termijn van drie maanden moet worden terugbetaald, zijn uitsluitend de artikelen 1 tot en met 3, artikel 4, lid 1, lid 2, punten a) tot en met e), lid 4, de artikelen 6 tot en met 9, artikel 10, lid 1, artikel 10, lid 2, punten a) tot en met g), l), p), r) tot en met u), en lid 3, artikel 12, artikel 15, artikel 16, lid 1, eerste zin, artikel 17 en de artikelen 19 tot en met 32 van toepassing. De in die kredietovereenkomsten te verstrekken informatie omvat ook de bij sluiting van de overeenkomst in rekening te brengen kosten, alsmede in voorkomend geval de voorwaarden waaronder deze gewijzigd kunnen worden. Or. de
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 145 Artikel 2, lid 3 3. Op de kredietovereenkomst waarbij het krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening wordt verleend en op verzoek of binnen een termijn van drie maanden moet worden terugbetaald, zijn uitsluitend de artikelen 1 tot en met 3, artikel 4, lid 1, lid 2, punten a) tot en met e), lid 4, de artikelen 6 tot en met 9, artikel 10, lid 1, artikel 10, lid 2, punten a) tot en met g), l), p), r) tot en met u), en lid 3, artikel 12, artikel 15, artikel 16, lid 1, eerste zin, artikel 17 en de artikelen 19 tot en met 32 van toepassing.
3. Op de kredietovereenkomst waarbij het krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening wordt verleend en op verzoek of binnen een termijn van drie maanden moet worden terugbetaald, zijn uitsluitend de artikelen 1 tot en met 3, artikel 4, lid 1, lid 2, punten a) tot en met e), lid 4, artikel 10, lid 3 bis, artikel 17 en de artikelen 19 tot en met 32 van toepassing.
Or. de Motivering Aanpassing aan een aangebrachte wijziging. AM\694734NL.doc
15/81
PE398.282v01-00
NL
Amendement ingediend door Marianne Thyssen Amendement 146 Artikel 2, lid 3 3. Op de kredietovereenkomst waarbij het krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening wordt verleend en op verzoek of binnen een termijn van drie maandenmoet worden terugbetaald, zijn uitsluitend de artikelen 1 tot en met 3, artikel 4, lid 1, lid 2, punten a) tot en met e), lid 4, de artikelen 6 tot en met 9, artikel 10, lid 1, artikel 10, lid 2, punten a) tot en met g), l), p), r) tot en met u), en lid 3, artikel 12, artikel 15, artikel 16, lid 1, eerste zin, artikel 17 en de artikelen 19 tot en met 32 van toepassing.
3. Op de kredietovereenkomst waarbij het krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening wordt verleend en op verzoek of binnen een termijn van drie maandenmoet worden terugbetaald, zijn uitsluitend de artikelen 1 tot en met 3, artikel 4, lid 1, lid 2, punten a) tot en met e), lid 4, artikel 5, lid 6, de artikelen 6 tot en met 9, artikel 10, lid 1, artikel 10, lid 2, punten a) tot en met g), l), p), r) tot en met u), en lid 3, artikel 12, artikel 15, artikel 16, lid 1, eerste zin, artikel 17 en de artikelen 19 tot en met 32 van toepassing.
De in die kredietovereenkomsten te verstrekken informatie omvat ook de bij sluiting van de overeenkomst in rekening te brengen kosten, alsmede in voorkomend geval de voorwaarden waaronder deze gewijzigd kunnen worden.
De in die kredietovereenkomsten te verstrekken informatie omvat ook de bij sluiting van de overeenkomst in rekening te brengen kosten, alsmede in voorkomend geval de voorwaarden waaronder deze gewijzigd kunnen worden. Or. nl
Motivering In het licht van een adequate consumentenbescherming is het noodzakelijk om de verplichtingen van de kredietgevers en kredietbemiddelaar zoals voorzien in artikel 5, lid 6 eveneens van toepassing te maken op de overeenkomsten zoals voorzien in artikel 6.
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 147 Artikel 2, lid 4 4. Op kredietovereenkomsten in de vorm van overschrijding zijn uitsluitend de artikelen 1 tot en met 3, artikel 18, artikel 20 en de artikelen 22 tot en met 32 van toepassing. PE398.282v01-00
NL
Schrappen
16/81
AM\694734NL.doc
Or. de Motivering Deze overschrijdingen blijven onder het toepassingsgebied van de richtlijn vallen en velerlei informatie-eisen blijven hiervoor gelden. Deze overschrijdingen moeten de kredietnemer in staat stellen zo eenvoudig, informeel en snel mogelijk kortlopend krediet op te nemen door rood te staan. De vaststelling van strenge informatie- en vormeisen gaat ten koste van deze flexibiliteit, die de klant zeer op prijs stelt. Daarom moet roodstand volledig buiten het toepassingsgebied van de richtlijn worden gehouden.
Amendement ingediend door Heide Rühle Amendement 148 Artikel 3, letter (a) a) "consument": een natuurlijke persoon die bij transacties in de zin van deze richtlijn handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen;
a) "consument": een natuurlijke persoon die bij transacties in de zin van deze richtlijn handelt voor doeleinden die voornamelijk, doch niet uitsluitend buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen; Or. en
Motivering Het is noodzakelijk dat de richtlijn ook betrekking heeft op kredieten aan een natuurlijk persoon voor doeleinden die voornamelijk, doch niet uitsluitend, een particulier karakter hebben. Hieronder zou bijvoorbeeld de aankoop vallen van een personal computer die nu en dan wordt gebruikt voor teksten voor beroepsdoeleinden of de aankoop van een auto die nu en dan voor zakenreizen wordt gebruikt.
Amendement ingediend door André Brie, Marco Rizzo, Eva-Britt Svensson Amendement 149 Artikel 3, letter (a) a) "consument": een natuurlijke persoon die bij transacties in de zin van deze richtlijn handelt voor doeleinden die buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen;
AM\694734NL.doc
a) "consument": een natuurlijke persoon die bij transacties in de zin van deze richtlijn handelt voor doeleinden die voornamelijk, doch niet uitsluitend buiten zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten vallen;
17/81
PE398.282v01-00
NL
Or. en
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 150 Artikel 3, letter (d) d) "geoorloofde debetstand op een rekening": een uitdrukkelijke kredietovereenkomst waarbij een kredietgever een consument de mogelijkheid biedt bedragen op te nemen die het beschikbaar tegoed op de rekening van de consument te boven gaan;
d) "geoorloofde debetstand op een rekening": een kredietovereenkomst waarbij een kredietgever een consument de mogelijkheid biedt leningfaciliteiten in de vorm van een kredietlijn op te nemen die het beschikbaar tegoed op de rekening van de consument te boven gaan; Or. de
Motivering Rood staan geeft de klant de mogelijkheid om een financieringsbehoefte te vervullen, die meestal van korte duur is. De voorgestelde amendementen vormen een middenweg tussen de zinvolle verplichting om de consument informatie te verstrekken en de wens de daarmee verbonden administratieve kosten voor de kredietgever zo laag mogelijk te houden.
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 151 Artikel 3, letter (e) (e) "overschrijding": stilzwijgend aanvaarde debetstand, waarbij een kredietgever een consument de mogelijkheid biedt bedragen op te nemen die het beschikbaar tegoed op zijn rekening-courant of de overeengekomen geoorloofde debetstand op een rekening van de consument te boven gaan;
Schrappen
Or. de
PE398.282v01-00
NL
18/81
AM\694734NL.doc
Motivering Aanpassing aan voorgestelde wijzigingen.
Amendement ingediend door Jacques Toubon, Jean-Paul Gauzès, Andreas Schwab Amendement 152 Artikel 3, letter (f) f) "kredietbemiddelaar": een natuurlijke persoon of rechtspersoon die niet optreedt als kredietgever en die in het kader van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten tegen een vergoeding in de vorm van geld of een andere overeengekomen financiële beloning:
f) "kredietbemiddelaar": een natuurlijke persoon of rechtspersoon die als hoofdberoep tegen een vergoeding in de vorm van geld of een andere overeengekomen financiële beloning:
Or. fr Motivering De definitie van kredietbemiddelaar in het voorstel voor een richtlijn is dubbelzinnig en omvat ook leveranciers van goederen en aanbieders van diensten. Het gevaar bestaat dan dat marktdeelnemers die alleen naast hun hoofdbezigheid kredieten aanbieden, worden blootgesteld aan onevenredig sterke druk. Het zou niet terecht zijn deze personen als kredietbemiddelaars te beschouwen, omdat de kredietverlener als enige volledig aansprakelijk is voor de verrichting.
Amendement ingediend door André Brie, Marco Rizzo, Eva-Britt Svensson Amendement 153 Artikel 3, letter (k) k) "vaste debetrentevoet": wanneer in de kredietovereenkomst de kredietgever en de consument voor de volledige duur van de kredietovereenkomst een enkele debetrentevoet of voor deeltermijnen verschillende debetrentevoeten overeenkomen waarvoor uitsluitend een vast specifiek percentage wordt gebruikt. Indien niet alle debetrentevoeten in de kredietovereenkomst worden gespecificeerd, wordt de debetrentevoet alleen geacht vast te zijn voor die AM\694734NL.doc
k) "vaste debetrentevoet": wanneer in de kredietovereenkomst de kredietgever en de consument voor de volledige duur van het krediet een enkele debetrentevoet overeenkomen.
19/81
PE398.282v01-00
NL
deeltermijnen waarvoor de debetrentevoeten, bij de sluiting van de kredietovereenkomst overeengekomen, uitsluitend aan de hand van een vast specifiek percentage zijn vastgesteld; Or. en
Amendement ingediend door Nicola Zingaretti, Pier Antonio Panzeri Amendement 154 Artikel 3, letter (n), punt (i) i) het betreffende krediet uitsluitend dient ter financiering van een overeenkomst voor de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een bepaalde dienst, en
i) het betreffende krediet uitsluitend dient ter financiering van een overeenkomst voor de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een bepaalde dienst die expliciet in de kredietovereenkomst wordt genoemd, en Or. en
Motivering De tekst van de gemeenschappelijk standpunten van de Raad is dubbelzinnig en schept rechtsonzekerheid over de vraag welke overeenkomsten als gelieerd moeten worden beschouwd, met als gevolg dat het niet duidelijk is of de consument in deze gevallen door de richtlijn wordt beschermd. Met dit amendement wordt duidelijk gemaakt dat het bestaan van een exclusieve band tussen de kredietovereenkomst en de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een bepaalde dienst in de kredietovereenkomst zelf moet worden vermeld. Het is daarom belangrijk om de consument rechtszekerheid te geven door duidelijk aan te geven wanneer een kredietovereenkomst als "gelieerd" beschouwd moet worden, waarbij vermeden moet worden dat de lidstaten verschillende interpretaties hanteren en verschillende maten van consumentenbescherming ontstaan.
Amendement ingediend door Janelly Fourtou, Andrea Losco, Lapo Pistelli, Diana Wallis Amendement 155 Artikel 3, letter (n), punt (i) i) het betreffende krediet uitsluitend dient ter financiering van een overeenkomst voor de levering van een bepaald goed of het PE398.282v01-00
NL
i) het betreffende krediet uitsluitend dient ter financiering van een overeenkomst voor de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een bepaalde dienst die 20/81
AM\694734NL.doc
aanbieden van een bepaalde dienst, en
expliciet in de kredietovereenkomst wordt genoemd, en Or. en Motivering
Met dit amendement wordt duidelijk gemaakt dat het bestaan van een exclusieve band tussen de kredietovereenkomst en de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een bepaalde dienst in de kredietovereenkomst zelf moet worden vermeld. Het is belangrijk om de consument rechtszekerheid te geven door duidelijk aan te geven wanneer een kredietovereenkomst als "gelieerd" beschouwd moet worden, waarbij vermeden moet worden dat de lidstaten verschillende interpretaties hanteren en er verschillende maten van consumentenbescherming ontstaan.
Amendement ingediend door Lapo Pistelli Amendement 156 Artikel 3, letter (n), punt (i) i) het betreffende krediet uitsluitend dient ter financiering van een overeenkomst voor de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een bepaalde dienst, en
i) het betreffende krediet uitsluitend dient ter financiering van een overeenkomst voor de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een bepaalde dienst en die twee overeenkomsten naast een doelmiddel-relatie zodanig met elkaar samenhangen dat geen van de twee zonder de ander zou zijn gesloten en elke overeenkomst pas zin heeft als ook de andere overeenkomst wordt gesloten, en Or. en
Motivering Met het oog op de rechtszekerheid moet de definitie van gelieerde kredietovereenkomsten enger worden om te voorkomen dat alle kredietovereenkomsten ter financiering van de levering van een bepaald goed of het aanbieden van een bepaalde dienst als "gelieerde kredietovereenkomst" worden bestempeld, zonder dat dit de bedoeling was van welke partij ook.
AM\694734NL.doc
21/81
PE398.282v01-00
NL
Amendement ingediend door Jacques Toubon, Jean-Paul Gauzès, Andreas Schwab Amendement 157 Artikel 3, letter (n), punt (ii) ii) die twee overeenkomsten objectief gezien een commerciële eenheid vormen; een commerciële eenheid wordt geacht te bestaan indien de leverancier of de dienstenaanbieder zelf het krediet van de consument financiert of, in het geval van financiering door een derde, indien de kredietgever bij het voorbereiden of sluiten van de kredietovereenkomst gebruik maakt van de diensten van de leverancier of dienstenaanbieder.
ii) die twee overeenkomsten objectief gezien een commerciële eenheid vormen; een commerciële eenheid bestaat indien:
- de leverancier of de dienstenaanbieder zelf het krediet van de consument financiert of, - in het geval van financiering door een derde, indien de kredietgever bij het voorbereiden of sluiten van de kredietovereenkomst gebruik maakt van de diensten van de leverancier of dienstenaanbieder; en - het goed of de dienst die met het krediet wordt gefinancierd wordt vermeld in de kredietovereenkomst. Or. fr Motivering De definitie van commerciële eenheid in artikel 3, letter n is te ruim en onvolledig. Met deze formulering zou een hele reeks contracten tot gelieerde kredietovereenkomst worden, zonder dat de partijen dat hebben bedoeld. Het uitsluitende karakter van gelieerde kredieten moet daarom niet alleen gelden voor de kredietovereenkomst en de levering van een bepaald goed of een bepaalde dienst, maar ook voor de relatie tussen de kredietverlener en de leverancier van goederen of diensten.
Amendement ingediend door Sharon Bowles, Diana Wallis Amendement 158 Artikel 3, letter (n bis) (nieuw)
PE398.282v01-00
NL
22/81
AM\694734NL.doc
(n bis) "kredietbeoordelingbemiddelaar": een rechtspersoon die in het kader van zijn bedrijfs- of beroepsactiviteiten tegen vergoeding gebruik maakt van statistische modeltechnieken om onpersoonlijk gemaakte consumentenkredietgegevens te analyseren om zo voorspellende analysemodellen op te stellen die gebruikt kunnen worden ter vaststelling van de kredietwaardigheid van een consument en zijn vermogen om een krediet terug te betalen. Or. en Motivering Kredietgevers moeten gebruik kunnen maken van modellen om de kredietwaardigheid van een consument te beoordelen alsook zijn vermogen om nieuw krediet op te nemen. Kredietbeoordelingbemiddelaars vervaardigen voorspellingsmodellen waarmee kredietgevers de risico's van een individueel kredietgegevensbestand beoordelen. Doordat zij kredietgevers helpen een juiste beoordeling van de risico's te maken, dragen zij belangrijk bij tot het verlagen van de kosten voor de consument en het vergroten van diens keuzemogelijkheden.
Amendement ingediend door André Brie, Marco Rizzo, Eva-Britt Svensson Amendement 159 Artikel 4, lid 1 1. Alle reclame voor kredietovereenkomsten waarin een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument worden vermeld, bevat de in dit artikel aangegeven standaardinformatie. Deze verplichting is niet van toepassing wanneer de nationale wetgeving voorschrijft dat in reclame voor kredietovereenkomsten in plaats van een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument, het jaarlijkse kostenpercentage moet worden vermeld.
AM\694734NL.doc
1. Alle reclame voor kredietovereenkomsten waarin een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument worden vermeld, bevat de in dit artikel aangegeven standaardinformatie. Deze verplichting is niet van toepassing wanneer de nationale wetgeving voorschrijft dat in reclame voor kredietovereenkomsten in plaats van een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument, het jaarlijkse kostenpercentage moet worden vermeld. Desondanks kunnen de lidstaten reclame die schadelijk is voor de consument en met name reclame die aanmoedigt tot een overmatige schuldenlast, blijven verbieden.
23/81
PE398.282v01-00
NL
Or. en
Amendement ingediend door Kurt Lechner Amendement 160 Artikel 4, lid 1 1. Alle reclame voor kredietovereenkomsten waarin een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument worden vermeld, bevat de in dit artikel aangegeven standaardinformatie. Deze verplichting is niet van toepassing wanneer de nationale wetgeving voorschrijft dat in reclame voor kredietovereenkomsten in plaats van een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument, het jaarlijkse kostenpercentage moet worden vermeld.
1. Alle reclame voor kredietovereenkomsten waarin een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument worden vermeld, bevat de in dit artikel aangegeven standaardinformatie. Deze verplichting is niet van toepassing wanneer de nationale wetgeving voorschrijft dat in reclame voor kredietovereenkomsten in plaats van een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument, het jaarlijkse kostenpercentage moet worden vermeld en geen verdere kosten in de zin van lid 1 worden genoemd. Or. de
Amendement ingediend door Marianne Thyssen Amendement 161 Artikel 4, lid 1 1. Alle reclame voor kredietovereenkomsten waarin een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument worden vermeld, bevat de in dit artikel aangegeven standaardinformatie. Deze verplichting is niet van toepassing wanneer de nationale wetgeving voorschrijft dat in reclame voor kredietovereenkomsten in plaats vaneen rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument, het jaarlijkse kostenpercentage moet worden vermeld.
1. Alle reclame voor kredietovereenkomsten waarin een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument worden vermeld, bevat de in dit artikel aangegeven standaardinformatie. Deze verplichting is ook van toepassing wanneer de nationale wetgeving voorschrijft dat in reclame voor kredietovereenkomsten in plaats vaneen rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument, het jaarlijkse kostenpercentage moet worden vermeld. Or. nl
PE398.282v01-00
NL
24/81
AM\694734NL.doc
Motivering Een jaarlijks kostenpercentage kan pas begrepen worden door de consument aan de hand van een aantal basiscomponenten. Een reclame met louter een jaarlijks kostenpercentage is consumentonvriendelijk.
Amendement ingediend door Andreas Schwab Amendement 162 Artikel 4, lid 2 2. Als standaardinformatie worden in de hierna aangegeven volgorde, op een duidelijke en beknopte en opvallende wijze aan de hand van een representatief voorbeeld vermeld:
2. Als standaardinformatie worden in de hierna aangegeven volgorde, op een duidelijke en beknopte en opvallende wijze het jaarlijkse kostenpercentage, de overeengekomen kredietlooptijd, het aantal en de hoogte van de maandelijkse termijnen alsmede de totale kosten van het krediet (Infobox) vermeld.
a) de debetrentevoet, vast of variabel, of in voorkomend geval beide, alsook nadere informatie over eventuele in rekening te brengen kosten; b) het totale kredietbedrag; c) het jaarlijkse kostenpercentage; In het geval van een kredietovereenkomst bedoeld in artikel 2, lid 3, mogen de lidstaten bepalen dat het jaarlijkse kostenpercentage niet hoeft te worden vermeld. d) de duur van de kredietovereenkomst; e) in geval van een krediet in de vorm van uitstel van betaling voor een bepaald goed of een bepaalde dienst, de contante prijs en het bedrag van eventuele voorschotten; f) in voorkomend geval het totale door de consument te betalen bedrag en het bedrag van de afbetalingstermijnen. Or. fr Motivering Reclame is een van de belangrijkste instrumenten in de marketingstrategie van de ondernemingen. Zij heeft meestal het grote publiek als doelgroep en is niet gericht op individuele consumenten. Het in artikel 4, lid 2 genoemde representatieve voorbeeld leidt er AM\694734NL.doc
25/81
PE398.282v01-00
NL
niet toe dat de consument de aanbiedingen beter kan vergelijken, omdat het voorbeeld niet gebaseerd zal zijn op specifieke behoeften van de afzonderlijke consument.
Amendement ingediend door Kurt Lechner Amendement 163 Artikel 4, lid 2, inleiding 2. Als standaardinformatie worden in de hierna aangegeven volgorde, op een duidelijke en beknopte en opvallende wijze aan de hand van een representatief voorbeeld vermeld:
2. Als standaardinformatie worden op een duidelijke en beknopte wijze en overeenkomstig de mogelijkheden van het gebruikte communicatiemiddel aan de hand van een representatief voorbeeld duidelijk vermeld: Or. de
Amendement ingediend door Arlene McCarthy, Mia De Vits Amendement 164 Artikel 4, lid 2, inleiding 2. Als standaardinformatie worden in de hierna aangegeven volgorde, op een duidelijke en beknopte en opvallende wijze aan de hand van een representatief voorbeeld vermeld:
2. Als standaardinformatie worden op een duidelijke en beknopte en opvallende wijze aan de hand van een representatief voorbeeld vermeld:
Or. en Motivering Het is niet duidelijk wat de toegevoegde waarde is van een opgave van de volgorde waarin de informatie vermeld moet worden. Het belangrijkste is dat de consument de informatie op een opvallende wijze krijgt aangeboden.
Amendement ingediend door Kurt Lechner Amendement 165 Artikel 4, lid 2, letter (a) a) de debetrentevoet, vast of variabel, of in PE398.282v01-00
NL
a) de debetrentevoet, vast of variabel; 26/81
AM\694734NL.doc
voorkomend geval beide, alsook nadere informatie over eventuele in rekening te brengen kosten; Or. de
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 166 Artikel 4, lid 2 bis (nieuw) 2 bis. Indien het medium waarin de reclame verschijnt beperkingen in ruimte of tijd oplegt, dan hoeft alleen de standaardinformatie in lid 2, letter c (het jaarlijkse kostenpercentage) vermeld te worden. Dit wordt berekend op basis van een representatief voorbeeld en in de reclame moet worden vermeld dat het jaarlijkse kostenpercentage representatief of kenmerkend is voor het aangeboden krediet. Or. en Motivering Als het reclamemedium beperkingen oplegt in ruimte of tijd, moet van de algemene reclameregels worden afgeweken. Dat voor dergelijke media bijzondere regels gelden is in beginsel al erkend in andere wetgeving, zoals in de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken (artikel 7, lid 3). Spreekt voor zich.
Amendement ingediend door Charlotte Cederschiöld Amendement 167 Artikel 5, lid 1 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend AM\694734NL.doc
1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend 27/81
PE398.282v01-00
NL
geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" in bijlage II. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet heeft verstrekt.
geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften wanneer hij de voorwaarden van de kredietovereenkomst als vereist in artikel 10 heeft verstrekt.
Deze informatie heeft betrekking op:
Vóór de voorwaarden van de kredietovereenkomst vermeldt de kredietgever duidelijk zichtbaar en in onderstaande volgorde (“info-box”) informatie betreffende:
(a) het soort krediet;
- het kredietbedrag;
(b) de identiteit en het geografische adres van de kredietgever en, in voorkomend geval, de identiteit en het geografische adres van de betrokken kredietbemiddelaar;
- de debetrentevoet;
(c) het totale kredietbedrag en de voorwaarden voor kredietopneming;
- het jaarlijkse kostenpercentage;
(d) de duur van de kredietovereenkomst;
- de overeengekomen duur van de kredietovereenkomst;
(e) in geval van een krediet in de vorm van uitstel van betaling voor een goed of een dienst en gelieerde kredietovereenkomsten, het goed of de dienst en de contante prijs daarvan;
- het aantal en het bedrag van de maandelijkse termijnen; en
(f) de debetrentevoet, de voorwaarden die de toepassing van deze rentevoet regelen, en, voor zover beschikbaar, indices of referentierentevoeten die betrekking hebben op de aanvankelijke debetrentevoet, en de termijnen, de voorwaarden en de procedure voor wijziging daarvan. Indien naar gelang van de verschillende omstandigheden verschillende
- de totale kosten van het krediet.
PE398.282v01-00
NL
28/81
AM\694734NL.doc
debetrentevoeten worden toegepast, wordt deze informatie met betrekking tot alle toepasselijke rentevoeten verstrekt; (g) het jaarlijkse kostenpercentage en het totale door de consument te betalen bedrag, aan de hand van een representatief voorbeeld en met vermelding van alle voor de berekening van dit percentage gebruikte hypothesen; indien de consument de kredietgever in kennis heeft gesteld van een of meer elementen van het krediet waarnaar zijn voorkeur uitgaat, zoals de duur van de kredietovereenkomst en het totaalbedrag van het krediet, houdt de kredietgever met deze elementen rekening;
De kredietgever mag de precontractuele informatie ook langs elektronische weg verstrekken.
(h) het bedrag, het aantal en de frequentie van de door de consument te verrichten betalingen, en, in voorkomend geval, de volgorde waarin de betalingen aan de verschillende openstaande saldi tegen verschillende debetrentevoeten worden toegerekend met het oog op aflossing; (i) de eventuele kosten voor het aanhouden van een of meer rekeningen indien dat vereist is voor de boeking van zowel betalingen als kredietopnemingen, tenzij het openen van een rekening facultatief is, tezamen met de kosten voor het gebruik van een betaalmiddel voor zowel betalingen als kredietopnemingen, andere uit de kredietovereenkomst voortvloeiende kosten, alsmede de voorwaarden waaronder die kosten kunnen worden gewijzigd; (j) in voorkomend geval, het bestaan van kosten die door de consument bij het sluiten van de kredietovereenkomst aan een notaris moeten worden betaald; (k) de eventuele verplichting tot het sluiten van een overeenkomst voor nevendiensten in verband met de kredietovereenkomst, met name een verzekering, indien het sluiten van dergelijke overeenkomst voor deze dienst verplicht is om het krediet, in voorkomend geval op de geadverteerde voorwaarden, te verkrijgen; AM\694734NL.doc
29/81
PE398.282v01-00
NL
(l) de geldende rentevoet ingeval van laattijdige betaling alsmede de wijzigingsmodaliteiten ervan en, in voorkomend geval, de kosten van nietnakoming; (m) een waarschuwing betreffende de gevolgen van wanbetaling; (n) in voorkomend geval, de gevraagde zekerheden; (o) het al dan niet bestaan van een herroepingsrecht; (p) het recht van vervroegde aflossing en, in voorkomend geval, informatie over het recht van de kredietgever op een vergoeding en de wijze waarop deze vergoeding wordt vastgesteld; (q) het recht van de consument om ingevolge artikel 9, lid 2 onverwijld en gratis geïnformeerd te worden over het resultaat van de raadpleging van een gegevensbestand ter beoordeling van zijn kredietwaardigheid; (r) het recht van de consument om op verzoek een kosteloos exemplaar van de ontwerp-kredietovereenkomst te ontvangen. Deze bepaling is niet van toepassing indien de kredietgever ten tijde van het verzoek niet voornemens is de overeenkomst met de consument aan te gaan; en (s) in voorkomend geval, de periode gedurende welke de kredietgever door de precontractuele informatie gebonden is. Alle aanvullende informatie die de kredietgever aan de consument geeft, wordt verstrekt in een afzonderlijk document, dat aan het formulier "Europese standaardinformatie"kan worden gehecht. Or. en Motivering De eisen betreffende de informatie en de vermelding van situaties die zich kunnen voordoen PE398.282v01-00
NL
30/81
AM\694734NL.doc
hebben betrekking op zo overstelpende hoeveelheden informatie dat de consument eerder in de war raakt dan dat hij voorgelicht wordt. De informatie-eisen en de adviesplicht moeten daarom beperkt worden tot wat nodig is en begrijpelijk voor de consument. Bovendien is het niet realistisch een informatieblad van 10 bladzijden te eisen om kredietaanbiedingen vergelijkbaar te maken. Consumenten worden beter voorgelicht met een "info-box", zoals in eerste lezing is voorgesteld. Het contract is de grondslag van de overeenkomst.
Amendement ingediend door Andreas Schwab Amendement 168 Artikel 5, lid 1, alinea 1 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" in bijlage II. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet heeft verstrekt.
1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" in bijlage II of door middel van een kredietaanbod vooraf. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet of een kredietaanbod vooraf heeft verstrekt. Or. fr
Motivering Het Europese standaardformulier voor precontractuele informatie schept zinloze belemmeringen voor de totstandkoming van de Europese markt voor consumentenkrediet. Het AM\694734NL.doc
31/81
PE398.282v01-00
NL
is te lang, te gecompliceerd om te bevatten en moeilijk te begrijpen voor de consument. De consumenten zullen niet in staat zijn de verschillende aanbiedingen te vergelijken.
Amendement ingediend door Gabriela Creţu Amendement 169 Artikel 5, lid 1, alinea 1 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" in bijlage II. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet heeft verstrekt.
1. Voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie (die de consument kan meenemen en in overweging kan nemen) om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" in bijlage II. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet heeft verstrekt. Or. en
Amendement ingediend door Arlene McCarthy, Mia De Vits Amendement 170 Artikel 5, lid 1, alinea 1 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever PE398.282v01-00
NL
1. Voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in 32/81
AM\694734NL.doc
en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" in bijlage II. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet heeft verstrekt.
voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" in bijlage II. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet heeft verstrekt.
Or. en Motivering Geruime tijd is een vage term die door elke kredietverstrekker anders opgevat zal worden en de consumenten geen rechtszekerheid biedt. Deze richtlijn valt onder de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken, die het uitoefenen van druk en agressieve verkooptechnieken verbiedt.
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 171 Artikel 5, lid 1, alinea 1 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, AM\694734NL.doc
1. Voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige 33/81
PE398.282v01-00
NL
de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" in bijlage II. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet heeft verstrekt.
informatie, die de consument in voorkomend geval kan meenemen en in overweging kan nemen, om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Die informatie wordt, op papier of op een andere duurzame drager, verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" in bijlage II. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet heeft verstrekt. Or. en
Motivering De uitdrukking "geruime tijd" leidt tot onzekerheid en vertraging, wat in strijd kan zijn met het belang van de consument. Tegelijk wil ik met dit amendement bereiken dat de consument niet onder druk wordt gezet om een kredietovereenkomst te sluiten zonder de mogelijkheid te hebben hierover na te denken.
Amendement ingediend door Diana Wallis Amendement 172 Artikel 5, lid 1, alinea 2, letter (o) (o) het al dan niet bestaan van een herroepingsrecht;
(o) het al dan niet bestaan van een herroepingsrecht en de financiële gevolgen van de uitoefening van dat recht; Or. en Motivering
Het is belangrijk dat de consument weet dat hij of zij de kredietgever bij uitoefening van het herroepingsrecht zowel de hoofdsom als de opgelopen rente daarop moet betalen.
PE398.282v01-00
NL
34/81
AM\694734NL.doc
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 173 Artikel 5, lid 1, alinea 2, letter (s bis) (nieuw) s bis) het recht van de consument om op verzoek kosteloos de in lid 6 genoemde informatie te ontvangen, die betrekking heeft op de voornaamste kenmerken van de voorgestelde producten en de specifieke gevolgen hiervan voor de consument, met inbegrip van de gevolgen indien de consument niet betaalt. Or. en Motivering Dit amendement moet worden gezien in samenhang met amendement 44 van de rapporteur. Consumenten moeten weten dat zij desgewenst meer informatie kunnen eisen alvorens het contract te tekenen, zodat zij goed ingelicht zijn zonder overstelpt te worden met informatie.
Amendement ingediend door André Brie, Marco Rizzo, Eva-Britt Svensson Amendement 174 Artikel 5, lid 3 3. Indien de overeenkomst op verzoek van de consument gesloten is met gebruikmaking van een middel voor communicatie op afstand dat informatieverstrekking overeenkomstig lid 1 niet mogelijk maakt, met name in het in lid 2 bedoelde geval, verstrekt de kredietgever aan de hand van het formulier getiteld "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" of van de kredietovereenkomst zelf de volledige precontractuele informatie.
Schrappen
Or. en
AM\694734NL.doc
35/81
PE398.282v01-00
NL
Amendement ingediend door Evelyne Gebhardt Amendement 175 Artikel 5, lid 3 3. Indien de overeenkomst op verzoek van de consument gesloten is met gebruikmaking van een middel voor communicatie op afstand dat informatieverstrekking overeenkomstig lid 1 niet mogelijk maakt, met name in het in lid 2 bedoelde geval, verstrekt de kredietgever de volledige "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" onmiddellijk na het sluiten van de kredietovereenkomst.
3. Indien de overeenkomst op verzoek van de consument gesloten is met gebruikmaking van een middel voor communicatie op afstand dat informatieverstrekking overeenkomstig lid 1 niet mogelijk maakt, met name in het in lid 2 bedoelde geval, verstrekt de kredietgever de volledige precontractuele informatie door middel van het formulier voor "Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet" onmiddellijk na het sluiten van de kredietovereenkomst. Or. de
Motivering Spreekt voor zich.
Amendement ingediend door André Brie, Marco Rizzo, Eva-Britt Svensson Amendement 176 Artikel 5, lid 6 6. De lidstaten zien erop toe dat de kredietgevers en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaars de consument een passende toelichting verstrekken om hem in staat stellen te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt, zo nodig door de ingevolge lid 1 te verstrekken precontractuele informatie, de voornaamste kenmerken van de voorgestelde producten en de specifieke gevolgen hiervan voor de consument toe te lichten, met inbegrip van de gevolgen indien de consument niet betaalt. De lidstaten kunnen de wijze waarop en de mate waarin dergelijke bijstand wordt verleend, alsmede de identiteit van degene door wie de bijstand wordt verleend, PE398.282v01-00
NL
6. De lidstaten zien erop toe dat de kredietgevers en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaars de consument een passende en transparante toelichting verstrekken om hem in staat stellen te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt, zo nodig door de ingevolge lid 1 te verstrekken precontractuele informatie, de voor- en nadelen van de voorgestelde kredietproducten en de specifieke gevolgen hiervan voor de consument toe te lichten, met inbegrip van de gevolgen indien de consument niet betaalt. De lidstaten kunnen de wijze waarop en de mate waarin dergelijke bijstand wordt verleend, alsmede 36/81
AM\694734NL.doc
aanpassen aan de specifieke omstandigheden waarin de overeenkomst wordt aangeboden, de persoon aan wie zij wordt aangeboden, en het soort krediet dat wordt aangeboden.
de identiteit van degene door wie de bijstand wordt verleend, aanpassen aan de specifieke omstandigheden waarin de overeenkomst wordt aangeboden, de persoon aan wie zij wordt aangeboden, en het soort krediet dat wordt aangeboden. Or. en
Amendement ingediend door Jacques Toubon, Jean-Paul Gauzès Amendement 177 Artikel 5, lid 6 6. De lidstaten zien erop toe dat de kredietgevers en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaars de consument een passende toelichting verstrekken om hem in staat stellen te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt, zo nodig door de ingevolge lid 1 te verstrekken precontractuele informatie, de voornaamste kenmerken van de voorgestelde producten en de specifieke gevolgen hiervan voor de consument toe te lichten, met inbegrip van de gevolgen indien de consument niet betaalt. De lidstaten kunnen de wijze waarop en de mate waarin dergelijke bijstand wordt verleend, alsmede de identiteit van degene door wie de bijstand wordt verleend, aanpassen aan de specifieke omstandigheden waarin de overeenkomst wordt aangeboden, de persoon aan wie zij wordt aangeboden, en het soort krediet dat wordt aangeboden.
6. De lidstaten zien erop toe dat de kredietgevers en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaars de consument een passende toelichting verstrekken om hem in staat stellen te beoordelen of de voorgestelde kredietovereenkomst aan zijn behoeften en financiële situatie beantwoordt, zo nodig door de ingevolge lid 1 te verstrekken precontractuele informatie, de voornaamste kenmerken van de voorgestelde producten en de specifieke gevolgen hiervan voor de consument toe te lichten, met inbegrip van de gevolgen indien de consument niet betaalt.
Or. en Motivering De laatste zin van het voorstel van de Raad ("De lidstaten kunnen de…") is strijdig met het doel van de richtlijn, namelijk volledige harmonisering, en moet daarom worden geschrapt.
AM\694734NL.doc
37/81
PE398.282v01-00
NL
Amendement ingediend door Arlene McCarthy, Mia De Vits Amendement 178 Artikel 6, lid 1, alinea 1 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod voor een kredietovereenkomst in de zin van artikel 2, lid 3, 5 of 6, wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst.
1. Voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod voor een kredietovereenkomst in de zin van artikel 2, lid 3, 5 of 6, wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Or. en
Motivering Geruime tijd is een vage term die door elke kredietverstrekker anders opgevat zal worden en de consumenten geen rechtszekerheid biedt. Deze richtlijn valt onder de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken, die het uitoefenen van druk en agressieve verkooptechnieken verbiedt.
Amendement ingediend door Gabriela Creţu Amendement 179 Artikel 6, lid 1, alinea 1 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod voor een kredietovereenkomst in de zin van artikel 2, lid 3, 5 of 6, wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om PE398.282v01-00
NL
1. Voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod voor een kredietovereenkomst in de zin van artikel 2, lid 3, 5 of 6, wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie (die de 38/81
AM\694734NL.doc
verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst.
consument kan meenemen en in overweging kan nemen) om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Or. en
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 180 Artikel 6, lid 1, alinea 1 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod voor een kredietovereenkomst in de zin van artikel 2, lid 3, 5 of 6, wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst.
1. Voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod voor een kredietovereenkomst in de zin van artikel 2, lid 3, 5 of 6, wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie, die de consument in voorkomend geval kan meenemen en in overweging kan nemen, om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Or. en
Motivering De uitdrukking "geruime tijd" leidt tot onzekerheid en vertraging, wat in strijd kan zijn met het belang van de consument. Tegelijk wil ik met dit amendement bereiken dat de consument niet onder druk wordt gezet om een kredietovereenkomst te sluiten zonder de mogelijkheid te hebben hierover na te denken.
AM\694734NL.doc
39/81
PE398.282v01-00
NL
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 181 Artikel 6, lid 1, alinea 1 1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod voor een kredietovereenkomst in de zin van artikel 2, lid 3, 5 of 6, wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst.
1. Geruime tijd voordat de consument door een kredietovereenkomst of een aanbod voor een kredietovereenkomst in de zin van artikel 2, lid 5 of 6, wordt gebonden, verstrekt de kredietgever en, in voorkomend geval, de kredietbemiddelaar, op basis van de door de kredietgever aangeboden kredietvoorwaarden en, in voorkomend geval, de door de consument kenbaar gemaakte voorkeur en verstrekte informatie, de consument de nodige informatie om verschillende aanbiedingen te kunnen vergelijken en zo een geïnformeerd besluit te kunnen nemen over het sluiten van een kredietovereenkomst. Or. de
Motivering Aanpassing aan een aangebrachte wijziging.
Amendement ingediend door Arlene McCarthy, Mia De Vits Amendement 182 Artikel 6, lid 1, alinea 3 Deze informatie wordt op papier of op een andere duurzame drager verstrekt. Zij mag worden verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese consumentenkredietinformatie" van bijlage III. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese consumentenkredietinformatie heeft verstrekt.
PE398.282v01-00
NL
Deze informatie wordt op papier of op een andere duurzame drager verstrekt en alle informatie wordt even opvallend weergegeven. Zij mag worden verstrekt overeenkomstig het formulier "Europese consumentenkredietinformatie" van bijlage III. De kredietgever wordt geacht te hebben voldaan aan de voorschriften van dit lid en van artikel 3, leden 1 en 2, van Richtlijn 2002/65/EG wanneer hij de Europese consumentenkredietinformatie heeft verstrekt.
40/81
AM\694734NL.doc
Or. en Motivering De consumentenbescherming vereist dat als kredietgevers geen gebruik maken van het standaardformulier, alle essentiële informatie opvallend weergegeven wordt en niet verborgen gaat achter andere niet-essentiële informatie die wordt verstrekt.
Amendement ingediend door Wolf Klinz Amendement 183 Artikel 6, lid 5 5. Niettegenstaande de uitzondering bedoeld in artikel 2, lid 2, onder e), passen de lidstaten ten minste de vereisten van lid 4, eerste zin, van dit artikel toe op kredietovereenkomsten die in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening worden verleend en die binnen een maand moeten worden afgelost.
5. Niettegenstaande de uitzondering bedoeld in artikel 2, lid 2, onder e), passen de lidstaten ten minste de vereisten van lid 4, eerste zin, van dit artikel toe op kredietovereenkomsten die in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening worden verleend en die binnen drie maanden moeten worden afgelost. Or. de
Motivering zie boven
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 184 Artikel 7 De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op leveranciers van goederen of aanbieders van diensten die bij wijze van nevenactiviteit als kredietbemiddelaar optreden. Dit doet geenszins af aan de verplichting van de kredietgever ervoor te zorgen dat de consument de in die artikelen bedoelde precontractuele informatie ontvangt.
De artikelen 5 en 6 zijn niet van toepassing op:
a) leveranciers van goederen of aanbieders van diensten die bij wijze van nevenactiviteit als kredietbemiddelaar optreden; of AM\694734NL.doc
41/81
PE398.282v01-00
NL
b) kredietbemiddelaars indien de kredietgever met betrekking tot het krediet (in feite of in rechte) de verantwoordelijkheid draagt voor het optreden van de kredietbemiddelaar naar de consument toe. Dit doet geenszins af aan de verplichting van de kredietgever ervoor te zorgen dat de consument de in die artikelen bedoelde precontractuele informatie ontvangt. Or. en Motivering Het amendement is bedoeld om onevenredige belasting van kleinschalige bemiddelingsactiviteiten te voorkomen, met name in verband met postorders en wekelijks ingezameld krediet. Het amendement heeft geen invloed op de meer gedetailleerde regels van artikel 21.
Amendement ingediend door Bill Newton Dunn Amendement 185 Artikel 8, leden 1 en 2 1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand.
1. De lidstaten zorgen ervoor dat de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. De lidstaten kunnen dit resultaat bereiken via de voorschriften van artikel 20. 2. De lidstaten zorgen er eveneens voor dat, indien de partijen overeenkomen het totale kredietbedrag na het sluiten van de kredietovereenkomst te wijzigen, de kredietgever, alvorens tot een belangrijke verhoging van het totale kredietbedrag over te gaan, de te zijner beschikking staande financiële informatie betreffende de consument actualiseert en diens kredietwaardigheid beoordeelt.
2. Indien de partijen overeenkomen het totale kredietbedrag na het sluiten van de kredietovereenkomst te wijzigen, actualiseert de kredietgever, alvorens tot een belangrijke verhoging van het totale kredietbedrag over te gaan, de te zijner beschikking staande financiële informatie betreffende de consument en beoordeelt hij diens kredietwaardigheid.
PE398.282v01-00
NL
42/81
AM\694734NL.doc
Or. en Motivering In overeenstemming met overweging 25 eisen de lidstaten flexibiliteit bij de bevordering van verantwoordelijke praktijken op kredietmarkten.
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 186 Artikel 8, leden 1 en 2 1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand.
1. De lidstaten zorgen er overeenkomstig artikel 20 voor dat de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument voor het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. 2. De lidstaten zorgen er eveneens voor dat, indien de partijen overeenkomen het totale kredietbedrag na het sluiten van de kredietovereenkomst te wijzigen, de kredietgever, alvorens tot een belangrijke verhoging van het totale kredietbedrag over te gaan, de te zijner beschikking staande financiële informatie betreffende de consument actualiseert en diens kredietwaardigheid beoordeelt.
2. Indien de partijen overeenkomen het totale kredietbedrag na het sluiten van de kredietovereenkomst te wijzigen, actualiseert de kredietgever, alvorens tot een belangrijke verhoging van het totale kredietbedrag over te gaan, de te zijner beschikking staande financiële informatie betreffende de consument en beoordeelt hij diens kredietwaardigheid.
Or. en Motivering In overeenstemming met overweging 25 eisen de lidstaten flexibiliteit bij de bevordering van verantwoordelijke praktijken op kredietmarkten.
Amendement ingediend door André Brie, Marco Rizzo, Eva-Britt Svensson Amendement 187 Artikel 8, lid 1 AM\694734NL.doc
43/81
PE398.282v01-00
NL
1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand.
1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van adequate, relevante en niet-excessieve informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. Dit laat onverlet de nationale bepalingen inzake verplichte raadpleging van de desbetreffende gegevensbestanden door de kredietgevers om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen. De kredietgever en, indien van toepassing, de kredietbemiddelaar moet bewijzen dat de juiste vragen zijn gesteld. De kredietgever verleent het gevraagde krediet niet indien hij van mening is dat de kredietnemer niet kan terugbetalen. Or. en
Amendement ingediend door Marianne Thyssen Amendement 188 Artikel 8, lid 1 1. Voor het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand.
1. Voor het sluiten van de kredietovereenkomst kunnen de Lidstaten voorzien in een verplichte beoordeling door de kredietgever van de kredietwaardigheid van de consument op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand.
Or. nl Motivering De bescherming van de consument tegen overmatige schuldenlast is prioritair. Bestaande beschermingsmechanismen in sommige lidstaten tegen overmatige schuldenlast moeten daarom kunnen blijven bestaan. Het verplicht stellen van de consultatie van een gegevensbestand bevordert bovendien de rechtszekerheid voor de kredietverstrekkers, de PE398.282v01-00
NL
44/81
AM\694734NL.doc
consument en alle andere mogelijke partijen.
Amendement ingediend door Marianne Thyssen Amendement 189 Artikel 8, lid 1 1. Voor het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand.
1. Voor het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. Lidstaten waar wetgeving nu reeds voorziet in een verplichte beoordeling door de kredietgever van de kredietwaardigheid van de consument op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand, kunnen deze verplichting handhaven. Or. nl
Motivering De bescherming van de consument tegen overmatige schuldenlast is prioritair. Bestaande beschermingsmechanismen in sommige lidstaten tegen overmatige schuldenlast moeten daarom kunnen blijven bestaan. Het verplicht stellen van de consultatie van een gegevensbestand bevordert bovendien de rechtszekerheid voor de kredietverstrekkers, de consument en alle andere mogelijke partijen. Amendement ingediend door Wolf Klinz Amendement 190 Artikel 8, lid 1 1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. AM\694734NL.doc
1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever overeenkomstig zijn verplichtingen krachtens de wet op het toezicht op het bankwezen de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die is verkregen van de consument en, waar nodig, 45/81
PE398.282v01-00
NL
op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. De kredietgever heeft het recht de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen waarbij hij gebruik maakt van procedures die kredietinstellingen overeenkomstig verplichtingen krachtens de wet op het toezicht op het bankwezen op grond van de Richtlijnen 2007/48/EG en 2006/49/EG moeten toepassen. Or. de Motivering Kredietinstellingen zijn reeds in de richtlijn inzake de eigen middelen, bestaande uit de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG, op grond van de wet op het toezicht op het bankwezen verplicht de kredietwaardigheid van de kredietnemer tebeoordelen. Inconsequentie met de bestaande Europese wet op het toezicht op het bankwezen moet worden voorkomen.
Amendement ingediend door Mia De Vits Amendement 191 Artikel 8, lid 1 1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand.
1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst raadpleegt de kredietgever verplicht de door de overheid geleide databank die de uitstaande kredietovereenkomsten registreert.
Or. nl Motivering Ter vermijding van overmatige schuldenlast, dienen de kredietgevers verplicht voor het verlenen van een krediet een centraal gegevensbestand inzake de krediettoestand van de consument te raadplegen. De raadpleging hiervan dient geregistreerd te worden door de overheid.
PE398.282v01-00
NL
46/81
AM\694734NL.doc
Amendement ingediend door Andreas Schwab Amendement 192 Artikel 8, lid 1 1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand.
1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever overeenkomstig zijn verplichtingen krachtens de wet op het toezicht op het bankwezen de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. De kredietgever heeft het recht de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen waarbij hij gebruik maakt van de mechanismen voor de toepassing van de wet op het toezicht op het bankwezen, d.w.z. de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG betreffende de toegang tot en de uitoefening van de werkzaamheden van kredietinstellingen. Or. fr
Motivering Om gebrek aan samenhang tussen deze teksten en de richtlijn inzake consumentenkrediet te voorkomen, is het van belang aan te geven dat de verplichting als bedoeld in artikel 8, lid 1 betrekking heeft op de wet op het toezicht op het bankwezen en dat de kredietgevers zich hieraan houden door toepassing van de mechanismen die zijn ingevoerd voor de toepassing van de richtlijnen inzake toezicht op het bankwezen.
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 193 Artikel 8, lid 1 1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, AM\694734NL.doc
1. Vóór het sluiten van de kredietovereenkomst beoordeelt de kredietgever overeenkomstig de bepalingen krachtens de wet op het toezicht op het bankwezen de kredietwaardigheid van de consument op basis van toereikende 47/81
PE398.282v01-00
NL
op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand.
informatie die, in voorkomend geval, is verkregen van de consument en, waar nodig, op basis van een raadpleging van het desbetreffende gegevensbestand. De kredietgever kan de kredietwaardigheid van de consument beoordelen waarbij hij gebruik maakt van procedures die kredietinstellingen voor doeleinden op het gebied van het toezichtsrecht overeenkomstig Richtlijnen 2006/48/EG moeten toepassen. Or. de Motivering
De procedures voor de beoordeling van de kredietwaardigheid moeten zo uniform mogelijk zijn. Richtlijn 2006/48/EG introduceert een qua toezichtsrecht erkende procedure. Met het oog op de harmonisatie van de methoden en met het oog op de kostenefficiency moeten kredietgevers de mogelijkheid krijgen deze qua toezichtsrecht erkende procedures ook toe te passen op de beoordeling van de kredietwaardigheid in het kader van de verlening van consumentenkredieten.
Amendement ingediend door Evelyne Gebhardt Amendement 194 Artikel 8, lid 2 bis (nieuw) 2bis. Het resultaat van de beoordeling van de kredietwaardigheid moet aan de consument worden meegedeeld. Met name in geval van een uitsluitend of overwegend geautomatiseerde beoordeling en besluitvorming moet de consument in de gelegenheid worden gesteld onjuiste onderliggende gegevens te controleren en te corrigeren. Or. de
Amendement ingediend door Heide Rühle Amendement 195 Artikel 8, lid 2 bis (nieuw) PE398.282v01-00
NL
48/81
AM\694734NL.doc
2bis. Het resultaat van de beoordeling van de kredietwaardigheid moet aan de consument worden meegedeeld. Met name in geval van een uitsluitend of overwegend geautomatiseerde beoordeling en besluitvorming moet de consument in de gelegenheid worden gesteld onjuiste onderliggende gegevens te controleren en te corrigeren. Or. en Motivering Consumenten wier kredietwaardigheid wordt onderzocht, dienen recht op toegang tot persoonlijke gegevens te krijgen. Het besluit dient steeds het onderwerp van een persoonlijk onderzoek te zijn. Geautomatiseerde procedures, zoals de gebruikte kredietscoreprocedures, houden en kunnen geen rekening houden met criteria die relevant zijn voor de individuele financiële kracht, aangezien deze gebaseerd zijn op abstracte statistische schattingen uit het verleden. Alleen de persoonlijke opneming van individueel relevante factoren en een overeenkomstig persoonlijk onderzoek van de automatisch geleverde scores zorgen voor rationele en verantwoorde kredietbesluiten.
Amendement ingediend door Heide Rühle Amendement 196 Artikel 9 1. Onverminderd de toepassing van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, draagt iedere lidstaat er zorg voor dat kredietgevers uit andere lidstaten toegang hebben tot de gegevensbestanden die in de lidstaat in kwestie worden gebruikt om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen. De toegangsvoorwaarden moeten niet-discriminerend zijn.
1. Onverminderd de toepassing van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, draagt iedere lidstaat er zorg voor dat kredietgevers uit andere lidstaten toegang hebben tot de gegevensbestanden die in de lidstaat in kwestie worden gebruikt om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen. De toegangsvoorwaarden moeten niet-discriminerend zijn. Toegang tot gegevens mag alleen worden verleend:
AM\694734NL.doc
49/81
PE398.282v01-00
NL
a) op voorwaarde dat de gegevens niet worden gebruikt voor een ander doel dan de beoordeling van de kredietwaardigheid van de consument in verband met zijn specifieke aanvraag en enig daaruit voortvloeiend contract, en b) afhankelijk van de verplichting om die gegevens onmiddellijk te corrigeren, te schrappen of te beperken indien deze worden gecorrigeerd, geschrapt of beperkt in overeenstemming met een wettelijk recht van de consument om gegevens te corrigeren die van toepassing zijn in het land van oorsprong van die gegevens. Dit impliceert de verplichting om een consument op basis van de gecorrigeerde gegevens opnieuw te beoordelen. De lidstaten zorgen ervoor dat deze verplichting wordt nagekomen en dat geen enkele wettelijke bepaling de correctie of beperking van dergelijke overgedragen gegevens kan blokkeren. 2. Indien de afwijzing van de kredietaanvraag gebaseerd is op de raadpleging van een gegevensbestand, stelt de kredietgever de consument onverwijld en kosteloos in kennis van het resultaat van deze raadpleging en in de door het geraadpleegde gegevensbestand opgenomen inlichtingen, tenzij het verstrekken van dergelijke informatie op grond van andere communautaire wetgeving verboden is of indruist tegen doelstellingen van de openbare orde of de openbare veiligheid.
2. Indien de afwijzing van de kredietaanvraag gebaseerd is op de raadpleging van een gegevensbestand, stelt de kredietgever de consument onverwijld en kosteloos in kennis van het resultaat van deze raadpleging en in de door het geraadpleegde gegevensbestand opgenomen inlichtingen, tenzij het verstrekken van dergelijke informatie op grond van andere communautaire wetgeving verboden is of indruist tegen doelstellingen van de openbare orde of de openbare veiligheid. Indien de raadpleging van een gegevensbestand onderhevig is aan beperkingen op grond van andere communautaire wetgeving of doelstellingen van openbare orde of openbare veiligheid, wordt een consument ten minste op passende wijze geïnformeerd over de economische aspecten van de beoordeling van zijn kredietwaardigheid. Gegevensbestanden die geen enkele vorm van passende controle mogelijk maken op de juistheid van de gegevens die worden
PE398.282v01-00
NL
50/81
AM\694734NL.doc
gebruikt voor de beoordeling van de kredietwaardigheid mogen niet voor dit doel worden geraadpleegd. Or. en Motivering De huidige tekst weerspiegelt niet de behoeften van de consument aan gegevensbescherming, i.e. de omvang van het gebruik en de integriteit van de grensoverschrijdende overdracht van gegevens. Consumenten moeten niet worden gedwongen tot wettelijke procedures in elke lidstaat aan welke enige vorm van onjuiste of wettelijk omstreden gegevens over de consument is overgedragen. De beoordeling van de kredietwaardigheid van een consument en de beoordeling van mogelijke fraude kunnen in sommige lidstaten leiden tot raadpleging van een gegevensbestand of informatiesysteem dat aan beperkingen onderhevige informatie overeenkomstig de uitzonderingen van lid 2 kan bevatten.
Amendement ingediend door Sharon Bowles, Diana Wallis Amendement 197 Artikel 9, lid 1 1. Onverminderd de toepassing van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, draagt iedere lidstaat er zorg voor dat kredietgevers uit andere lidstaten toegang hebben tot de gegevensbestanden die in de lidstaat in kwestie worden gebruikt om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen. De toegangsvoorwaarden moeten niet-discriminerend zijn.
1. Onverminderd de toepassing van Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, draagt iedere lidstaat er zorg voor dat kredietgevers en kredietscorebemiddelaars uit andere lidstaten toegang hebben tot de gegevensbestanden die in de lidstaat in kwestie worden gebruikt om de kredietwaardigheid van de consument te beoordelen. De toegangsvoorwaarden moeten niet-discriminerend zijn. Or. en
Motivering Kredietgevers moeten kredietscoremodellen kunnen gebruiken om de kredietsituatie van de AM\694734NL.doc
51/81
PE398.282v01-00
NL
consument en zijn vermogen om nieuw krediet op te nemen doeltreffend te beoordelen. Kredietscorebemiddelaars produceren de prognosemodellen die door de kredietgevers worden gebruikt om deze risico's bij individuele geregistreerde kredietgegevens te analyseren. Zij spelen een cruciale rol bij het verlagen van de kosten en het vergroten van de keus van de consument door de kredietgevers te helpen deze risico's nauwkeurig te beoordelen.
Amendement ingediend door Charlotte Cederschiöld Amendement 198 Artikel 10, lid 1 1. De kredietovereenkomst wordt op papier of op een andere duurzame drager opgesteld.
De kredietovereenkomst wordt op papier of op een andere duurzame drager opgesteld. De kredietgever vermeldt vóór de voorwaarden van de kredietovereenkomst op duidelijke en zichtbare wijze en in onderstaande volgorde de volgende informatie ("infobox"): 1.
- het kredietbedrag; - de debetrentevoet; - het jaarlijks kostenpercentage; - de overeengekomen duur van de kredietovereenkomst; - het aantal en het bedrag van de maandelijkse betalingen; en - de totale kredietkosten. Elke overeenkomstsluitende partij krijgt een exemplaar van de kredietovereenkomst. Dit artikel doet geen afbreuk aan nationale voorschriften inzake de geldigheid van het sluiten van kredietovereenkomsten, mits deze voorschriften overeenstemmen met het Gemeenschapsrecht.
Elke overeenkomstsluitende partij krijgt een exemplaar van de kredietovereenkomst.
Or. en Motivering Door invoering van de infobox in het contract wordt de inhoud van de overeenkomst op duidelijke en beknopte wijze samengevat. Dit komt overeen met de optie om de tekst van de kredietovereenkomst te overhandigen in plaats van de informatiebladen (zie am. 1 op art. 5, lid 1).
PE398.282v01-00
NL
52/81
AM\694734NL.doc
Amendement ingediend door Arlene McCarthy en Mia De Vits Amendement 199 Artikel 10, lid 2, letter (i) i) in geval van aflossing van het kapitaal van een kredietovereenkomst met vaste looptijd, een overzicht van de te betalen bedragen en de betalingstermijnen en voorwaarden, in de vorm van een aflossingstabel; in de tabel wordt elke periodieke betaling uitgesplitst in afgelost kapitaal, op basis van de debetrentevoet berekende rente en, in voorkomend geval, bijkomende kosten; indien krachtens de kredietovereenkomst het rentepercentage niet vast is of de bijkomende kosten kunnen worden gewijzigd, wordt in de aflossingstabel op een duidelijke en beknopte wijze vermeld dat de gegevens van de tabel alleen gelden tot de wijziging van de debetrentevoet of van de bijkomende kosten overeenkomstig de kredietovereenkomst;
i) op verzoek van de consument, in geval van aflossing van het kapitaal van een kredietovereenkomst met vaste looptijd, een overzicht van de te betalen bedragen en de betalingstermijnen en voorwaarden, in de vorm van een aflossingstabel; in de tabel wordt elke periodieke betaling uitgesplitst in afgelost kapitaal, op basis van de debetrentevoet berekende rente en, in voorkomend geval, bijkomende kosten; indien krachtens de kredietovereenkomst het rentepercentage niet vast is of de bijkomende kosten kunnen worden gewijzigd, wordt in de aflossingstabel op een duidelijke en beknopte wijze vermeld dat de gegevens van de tabel alleen gelden tot de wijziging van de debetrentevoet of van de bijkomende kosten overeenkomstig de kredietovereenkomst; Or. en
Motivering In sommige gevallen kunnen dergelijke tabellen 30 blz. of meer beslaan. Met daarnaast nog andere informatierisico's die de consument afleiden van de belangrijkste essentiële informatie. Als de consument deze tabellen wil hebben, moeten ze wel beschikbaar zijn.
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 200 Artikel 10, lid 3 bis (nieuw) 3bis. In geval van kredietovereenkomsten overeenkomstig artikel 2, lid 3 waarbij het krediet in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening wordt verleend, wordt aan de consument voor de eerste opneming en vervolgens tenminste een keer per jaar op papier of op een andere duurzame drager de volgende informatie AM\694734NL.doc
53/81
PE398.282v01-00
NL
verstrekt: a) het soort krediet; b) de identiteit en adressen van de overeenkomstsluitende partijen; c) de duur van de kredietovereenkomst; d) het maximum van het kredietbedrag en eventuele voorwaarden voor de kredietopneming; e) de debetrentevoet en eventueel de voorwaarden voor wijziging ervan; f) het effectieve jaarlijkse kostenpercentage, uitgaande van het volledig gebruik van een geoorloofde debetstand voor de periode van een jaar. In geval van kredietovereenkomsten als bedoeld in artikel 2, lid 3 mogen de lidstaten bepalen dat het effectieve jaarlijkse kostenpercentage niet hoeft te worden vermeld; g) de modaliteiten voor de beëindiging van de mogelijkheid van een geoorloofde debetstand op een rekening; h) overige kosten voor het bieden van de mogelijkheid van een geoorloofde debetstand op een rekening. Or. de Motivering Deze wijziging biedt compensatie voor de zinvolle informatieverplichtingen jegens de klant, zonder dat de behoefte aan informatie te zwaar wordt belast.
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 201 Artikel 12 1. Bij een kredietovereenkomst in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening wordt de consument regelmatig op de hoogte gebracht met een rekeningafschrift op papier of op een andere duurzame drager. Dit afschrift bevat de volgende informatie: PE398.282v01-00
NL
Schrappen
54/81
AM\694734NL.doc
a) de periode waarop het rekeningafschrift betrekking heeft; b) de opgenomen bedragen en de datum van opneming; c) het saldo en de datum van het vorige afschrift; d) het nieuwe saldo; e) de datum en het bedrag van de door de consument verrichte betalingen; f) de toegepaste debetrentevoet; g) de eventueel toegepaste kosten; h) in voorkomend geval, het te betalen minimumbedrag. 2. Bovendien wordt de consument, voordat de betreffende wijzing van kracht wordt, op papier of op een andere duurzame drager in kennis gesteld van verhogingen van de debetrentevoet of van de kosten. De partijen kunnen in de kredietovereenkomst echter overeenkomen dat informatie over wijzigingen van de debetrentevoet op de in lid 1 bepaalde wijze moet worden verstrekt, indien de wijziging van de debetrentevoet het gevolg is van een wijziging van een referentierentevoet en het publiek via passende middelen kennis kan nemen van de nieuwe referentierentevoet en de informatie over de nieuwe referentierentevoet ook beschikbaar is in de gebouwen van de kredietgever. Or. de Motivering De huidige ontwerprichtlijn voorziet in strijd met het systeem alleen in geval van kredietovereenkomsten in de vorm van een geoorloofde debetstand op een rekening in een dergelijk verregaand informatievereiste. De verplichtingen tot informatieverstrekking als bedoeld in artikel 12 zijn reeds opgenomen in artikel 10, lid 3bis (nieuw), zodat artikel 12 kan worden geschrapt.
AM\694734NL.doc
55/81
PE398.282v01-00
NL
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 202 Artikel 14, lid 1 1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.
1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen. In geval van gelieerde overeenkomsten kan deze termijn op uitdrukkelijk verzoek van de consument worden beperkt tot een minimum van drie dagen indien de consument de via de kredietovereenkomst gefinancierde goederen of diensten sneller geleverd wil krijgen of in het genot ervan wenst te komen. De termijn waarbinnen een overeenkomst kan worden herroepen gaat in: (a) op de dag van de sluiting van de kredietovereenkomst, of (b) op de dag waarop de consument de contractuele voorwaarden en informatie overeenkomstig artikel 10 ontvangt, als die dag later valt dan de onder a) van deze alinea bedoelde datum.
De termijn waarbinnen een overeenkomst kan worden herroepen gaat in: (a) op de dag van de sluiting van de kredietovereenkomst, of (b) op de dag waarop de consument de contractuele voorwaarden en informatie overeenkomstig artikel 10 ontvangt, als die dag later valt dan de onder a) van deze alinea bedoelde datum.
Or. en Motivering Voor bepaalde soorten kredietovereenkomsten is de lange bezinningsperiode niet nodig, aangezien niet impulsief wordt gekocht, maar na zorgvuldige overweging (zoals vaak het geval is bij de aankoop van een auto bijvoorbeeld) en omdat het vaak nadelig kan zijn voor de consument, bijvoorbeeld wanneer een defect apparaat moet worden vervangen en de verkoper niet het risico wil lopen het te leveren voordat de termijn van 14 dagen is verstreken. Dit amendement geeft de consument de mogelijkheid de herroepingstermijn desgewenst tot een minimum van drie dagen te beperken.
Amendement ingediend door Kurt Lechner Amendement 203 Artikel 14, titel en lid 1 Herroepingsrecht 1. De consument beschikt over een termijn PE398.282v01-00
NL
Herroepingsrecht 1. De consument beschikt over een termijn 56/81
AM\694734NL.doc
van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.
van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.
De termijn waarbinnen een overeenkomst kan worden herroepen gaat in:
De termijn waarbinnen een overeenkomst kan worden herroepen gaat in:
a) op de dag van de sluiting van de kredietovereenkomst, of
a) op de dag van de sluiting van de kredietovereenkomst, of
b) op de dag waarop de consument de contractuele voorwaarden en informatie overeenkomstig artikel 10 ontvangt, als die dag later valt dan de onder a) van deze alinea bedoelde datum.
b) op de dag waarop de consument de contractuele voorwaarden en informatie overeenkomstig artikel 10 ontvangt, als die dag later valt dan de onder a) van deze alinea bedoelde datum. Het herroepingsrecht vervalt in ieder geval een jaar na sluiting van de kredietovereenkomst. Or. de
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 204 Artikel 14, lid 1, alinea 1 1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.
1. De consument beschikt over een termijn van zeven kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen. Or. de Motivering
Vaak zal het krediet pas na het vervallen van het herroepingsrecht worden uitbetaald. Verkorting van deze termijn tot zeven dagen maakt eerdere uitbetaling mogelijk.
Amendement ingediend door Janelly Fourtou, Andrea Losco, Lapo Pistelli Amendement 205 Artikel 14, lid 1, alinea 1 1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van AM\694734NL.doc
1. De consument beschikt over een termijn van zeven kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van 57/81
PE398.282v01-00
NL
redenen te herroepen.
redenen te herroepen. Or. en Motivering
The text of the common position maintains the period of withdrawal at fourteen calendar days. This timeframe was deemed necessary for EC Directive 2002/65 governing the distance marketing of consumer financial services given the absence of any face-to-face contact between consumer and supplier. Where there is face-to-face contact, however, such a long withdrawal period is not appropriate in that it poses an obstacle to the sale of goods within a reasonable timeframe. Moreover, this withdrawal period is as detrimental for consumers whose purchases are blocked, as it is for retailers for whom consumer credit is a key support to their development. Therefore the withdrawal period should be reduced to seven days as is currently the case in several Member States. This would also contribute to the harmonisation of the withdrawal period in all Member States to the benefit of the consumers and business alike.
Amendement ingediend door Nicola Zingaretti, Pier Antonio Panzeri Amendement 206 Artikel 14, lid 1, alinea 1 1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.
1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen. Deze termijn kan op uitdrukkelijk verzoek van de consument tot een minimum van drie dagen worden beperkt indien de consument de via een kredietovereenkomst gefinancierde goederen of diensten sneller geleverd wil krijgen of in het genot ervan wenst te komen. Or. en Motivering
The withdrawal period envisaged by the common position is 14 days. This timeframe was deemed necessary for EC Directive 2002/65 governing the distance marketing of consumer financial services given the absence of any face-to-face contact between consumer and supplier. Where there is face-to-face contact, however, such a long withdrawal period is not appropriate in that it creates an obstacle to the sale of goods within PE398.282v01-00
NL
58/81
AM\694734NL.doc
a reasonable timeframe. Moreover, this withdrawal period could be detrimental for consumers whose purchases are blocked until the period has elapsed. Whilst protecting the consumers, some flexibility should be introduced. The option of reducing the period of the right of withdrawal should be left to the choice of those consumers who when signing a credit agreement, want the goods purchased to be delivered within a shorter timeframe than fourteen days (e.g. replacement of a broken washing machine, etc.) Amendement ingediend door Janelly Fourtou, Andrea Losco Amendement 207 Artikel 14, lid 1, alinea 1 De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.
1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen. Deze termijn kan op uitdrukkelijk verzoek van de consument tot een minimum van drie dagen worden beperkt indien de consument de via een kredietovereenkomst gefinancierde goederen of diensten sneller geleverd wil krijgen of in het genot ervan wenst te komen. Or. en
Motivering Voor consumenten die na ondertekening van een kredietovereenkomst de gekochte goederen sneller geleverd willen krijgen dan 14 dagen moet de mogelijkheid worden opengelaten om deze termijn te beperken. Deze bepaling komt ten goede aan consumenten aan wie de mogelijkheid van een kortere termijn wordt gegarandeerd om het herroepingsrecht uit te oefenen, tegen snelle levering van de gekochte goederen.
Amendement ingediend door Jacques Toubon, Jean-Paul Gauzès, Andreas Schwab Amendement 208 Artikel 14, lid 1, alinea 1 1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.
1. De consument beschikt over een termijn van zeven kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen. Or. en
AM\694734NL.doc
59/81
PE398.282v01-00
NL
Motivering Le texte de compromis du Conseil maintient le délai de rétractation à 14 jours. Ce délai a été retenu pour la directive 2002/65/CE relative aux services financiers à distance au motif qu’il était nécessaire du fait de l’absence de face à face entre le consommateur et le fournisseur. A l’inverse, un tel délai n’est pas approprié pour les opérations en face à face car il constitue un frein à la commercialisation dans un temps raisonnable des biens, et il affectera aussi bien les consommateurs, qui seront entravés dans leur facilité d’achat, que les commerçants pour lesquels le crédit à la consommation est un soutien au développement important. Dès lors, nous proposons que le délai de rétractation soit ramené à 7 jours, comme c’est actuellement le cas dans plusieurs États membres.
Amendement ingediend door Jacques Toubon, Jean-Paul Gauzès, Andreas Schwab Amendement 209 Artikel 14, lid 1, alinea 1 1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen.
1. De consument beschikt over een termijn van veertien kalenderdagen om de kredietovereenkomst zonder opgave van redenen te herroepen. Deze termijn kan op uitdrukkelijk verzoek van de consument tot een minimum van drie dagen worden beperkt, indien hij de via het krediet gefinancierde goederen of diensten sneller geleverd wil krijgen of in het genot ervan wenst te komen. Or. fr Motivering
In de compromistekst van de Raad wordt de herroepingstermijn gehandhaafd op 14 dagen. Deze termijn werd voor Richtlijn 2002/65/EG betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten noodzakelijk geacht gezien het ontbreken van persoonlijk contact tussen de consument en de leverancier. In geval van persoonlijk contact is een dergelijke termijn echter niet geschikt, aangezien deze een belemmering vormt voor de verkoop van goederen binnen een redelijke termijn. Bovendien is het ongunstig voor de consument.
PE398.282v01-00
NL
60/81
AM\694734NL.doc
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 210 Artikel 14, lid 1 bis (nieuw) 1bis. Het herroepingsrecht wordt niet toegepast wanneer het kredietbedrag op uitdrukkelijk verzoek van de consument voor het einde van het herroepingsrecht werd uitbetaald of wanneer het via het krediet gefinancierde product voor het einde van het herroepingsrecht werd geleverd. Or. de Motivering Indien de kredietnemer onmiddellijke uitbetaling van het kredietbedrag of onmiddellijke levering van de goederen uitdrukkelijk wenst, kan het herroepingsrecht niet meer worden uitgeoefend. Daarmee kan de consument onmiddellijk over het kredietbedrag of de gefinancierde goederen beschikken.
Amendement ingediend door Andreas Schwab Amendement 211 Artikel 14, lid 1 bis (nieuw) 1bis. Het herroepingsrecht bestaat niet wanneer het kredietbedrag op verzoek van de consument reeds voor het verstrijken van de herroepingstermijn aan hem moet worden uitbetaald en de consument derhalve uitdrukkelijk van zijn herroepingsrecht afziet. Hetzelfde geldt wanneer de consument de via het krediet gefinancierde goederen of diensten reeds voor het verstrijken van de herroepingstermijn wenst te ontvangen en hij derhalve met betrekking tot het kredietbedrag uitdrukkelijk van zijn herroepingsrecht afziet. Or. de
AM\694734NL.doc
61/81
PE398.282v01-00
NL
Motivering De invoering van een herroepingsrecht voor consumentenkredieten zal tot gevolg hebben dat het te lenen bedrag in de toekomst pas dan aan de consument zal worden uitbetaald als de herroepingstermijn is verstreken. In overeenstemming met de in andere Europese richtlijnen opgenomen regeling (b.v. art. 6, lid 3 van Richtlijn 2002/65/EG betreffende de verkoop op afstand van financiële diensten aan consumenten) dient de consument de mogelijkheid te krijgen van zijn herroepingsrecht af te zien.
Amendement ingediend door Lapo Pistelli Amendement 212 Artikel 14, lid 1 bis (nieuw) 1bis. Het herroepingsrecht is niet van toepassing indien het kredietbedrag op uitdrukkelijk verzoek van de consument aan hem wordt uitbetaald of het via het krediet gefinancierde product aan hem wordt overhandigd voordat de herroepingstermijn is verstreken. Or. en Motivering Desgewenst dient de consument de mogelijkheid te hebben om van zijn herroepingsrecht af te zien.
Amendement ingediend door Heide Rühle Amendement 213 Artikel 14, lid 1 bis (nieuw) 1bis. De informatieverstrekking aan de consument over het herroepingsrecht geldt als volledig en passend wanneer de kredietgever de consument overeenkomstig artikel 14, lid 1, letter a), 14, lid 1, letter b), 14, lid 2, letter a), 14, lid 2, letter b), 14, lid 3, 14, lid 4, 15, lid 1 en 15, lid 2 heeft geïnformeerd. Or. de PE398.282v01-00
NL
62/81
AM\694734NL.doc
Motivering Er heerst grote onzekerheid over de vraag met welke inhoud het herroepingsrecht naar de consument toe gecommuniceerd moet worden, zodat deze op passende wijze wordt geïnformeerd.
Amendement ingediend door Marianne Thyssen Amendement 214 Artikel 14, lid 2, punt (b) b) betaalt hij onverwijld en uiterlijk binnen 30 kalenderdagen nadat hij de kennisgeving van de herroeping aan de kredietgever heeft gestuurd, de kredietgever het kapitaal en de op dit kapitaal lopende rente, vanaf de datum waarop het krediet is opgenomen tot de datum waarop het kapitaal wordt terugbetaald. De verschuldigde debetrente wordt berekend aan de hand van de overeengekomen debetrentevoet. De kredietgever heeft bij herroeping geen recht op een andere vergoeding van de consument, met uitzondering van de vergoeding voor niet voor terugbetaling in aanmerking komende kosten die de kredietgever aan een overheidsorgaan heeft betaald.
b) betaalt hij onmiddellijk nadat hij de kennisgeving van de herroeping aan de kredietgever heeft gestuurd, de kredietgever het kapitaal en de op dit kapitaal lopende rente, vanaf de datum waarop het krediet is opgenomen tot de datum waarop het kapitaal wordt terugbetaald. De verschuldigde debetrente wordt berekend aan de hand van de overeengekomen debetrentevoet. De kredietgever heeft bij herroeping geen recht op een andere vergoeding van de consument, met uitzondering van de vergoeding voor niet voor terugbetaling in aanmerking komende kosten die de kredietgever aan een overheidsorgaan heeft betaald.
Or. nl Motivering De voorziene 30 kalenderdagen van terugbetaling ingeval van herroeping is verwarrend voor de consument en leidt tot een verhoogd risico van insolvabiliteit. Bovendien is het in het belang van de consument om de lopende rente op het krediet niet onnodig te verlengen tot 30 dagen.
Amendement ingediend door Kurt Lechner Amendement 215 Artikel 14, lid 5 5. De lidstaten mogen bepalen dat de leden 1 tot en met 3 niet van toepassing zijn op AM\694734NL.doc
5. De lidstaten mogen bepalen dat de leden 1 tot en met 3 niet van toepassing zijn op 63/81
PE398.282v01-00
NL
kredietovereenkomsten die volgens de wet door tussenkomst van een notaris moeten worden gesloten, mits de notaris verklaart dat de consument de rechten voorzien in de artikelen 5 en 10 geniet.
kredietovereenkomsten die volgens de wet door tussenkomst van een notaris worden gesloten, mits de notaris verklaart dat de consument naar zijn overtuiging de rechten voorzien in de artikelen 5 en 10 geniet. Or. de
Motivering Alternatief amendement op amendement 20.
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 216 Artikel 14, lid 5 5. De lidstaten mogen bepalen dat de leden 1 tot en met 3 niet van toepassing zijn op kredietovereenkomsten die volgens de wet door tussenkomst van een notaris moeten worden gesloten, mits de notaris verklaart dat de consument de rechten voorzien in de artikelen 5 en 10 geniet.
5. De lidstaten mogen bepalen dat de leden 1 tot en met 3 niet van toepassing zijn op kredietovereenkomsten die volgens de wet door tussenkomst van een notaris worden gesloten, mits de notaris verklaart dat de consument de rechten voorzien in de artikelen 5 en 10 geniet. Or. de
Motivering De bijzondere procedure waarbij een overeenkomst bij de notaris wordt gesloten, alsook de regelmatige voorlichting door de notaris sluiten het risico uit dat een overeenkomstsluitende partij overijld te werk gaat of wordt overrompeld. Een herroepingsrecht is hier derhalve overbodig.
Amendement ingediend door Béatrice Patrie, Bernadette Vergnaud Amendement 217 Artikel 14, lid 6 bis (nieuw) 6bis) Ingeval van gelieerde kredietovereenkomsten kan de consument op uitdrukkelijk verzoek vóór het verstrijken van de in lid 1 van het PE398.282v01-00
NL
64/81
AM\694734NL.doc
onderhavige artikel bedoelde termijn de onmiddellijke levering van het goed of de uitvoering van de dienstverlening verlangen. In dit geval eindigt deze termijn op de datum van levering of van het begin van de uitvoering, zonder dat de duur ervan korter is dan drie dagen of langer dan de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde duur. Or. fr Motivering Dit amendement heeft tot doel starheid bij geliëerde kredietovereenkomsten te voorkomen en de levering van het op krediet gekochte goed vóór het verstrijken van de standaardherroepingstermijn mogelijk te maken. De consument kan aldus een snellere levering van het goed of een snellere verrichting van de gefinancierde dienst verkrijgen. Het voorgestelde amendement voorziet echter in een minimumtermijn van drie dagen, gedurende welke de consument zijn herroepingsrecht kan uitoefenen.
Amendement ingediend door Andreas Schwab Amendement 218 Artikel 14, lid 6 bis (nieuw) 6bis) Wanneer de consument vóór het verstrijken van de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde termijn uitdrukkelijk verzoekt om onmiddellijke levering van het goed of de uitvoering van de gefinancierde dienst, eindigt deze termijn op de datum van levering of van het begin van de uitvoering. Or. fr Motivering Dit amendement heeft tot doel ervoor te zorgen dat de consument het gekochte goed geleverd krijgt wanneer hij dit dringend nodig heeft, terwijl de verkoper de garantie krijgt dat de financiering niet ter discussie wordt gesteld.
AM\694734NL.doc
65/81
PE398.282v01-00
NL
Amendement ingediend door Jacques Toubon, Jean-Paul Gauzès, Andreas Schwab Amendement 219 Artikel 14, lid 6 bis (nieuw) 6bis) Ingeval van gelieerde kredietovereenkomsten kan de consument op uitdrukkelijk verzoek vóór het verstrijken van de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde termijn de onmiddellijke levering van het goed of de uitvoering van de dienstverlening verlangen. In dit geval eindigt deze termijn op de datum van levering of van het begin van de uitvoering, zonder dat de duur ervan korter is dan drie dagen of langer dan de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde duur. Or. fr Motivering Dit amendement heeft tot doel starheid bij geliëerde kredietovereenkomsten te voorkomen en de levering van het op krediet gekochte goed vóór het verstrijken van de standaardherroepingstermijn mogelijk te maken. De consument kan aldus een snellere levering van het goed of een snellere verrichting van de gefinancierde dienst verkrijgen. Het voorgestelde amendement voorziet echter in een minimumtermijn van drie dagen, gedurende welke de consument zijn herroepingsrecht kan uitoefenen. Amendement ingediend door Jacques Toubon, Jean-Paul Gauzès, Andreas Schwab Amendement 220 Artikel 15, lid 2 2. Indien de onder de gelieerde kredietovereenkomst vallende goederen of diensten niet of slechts gedeeltelijk geleverd, respectievelijk verricht worden of niet met de voorwaarden van het contract voor de levering van een goed of het verrichten van een dienst in overeenstemming zijn, kan de consument die rechten heeft doen gelden jegens de leverancier, respectievelijk de dienstverrichter, maar niet de genoegdoening heeft gekregen waarop hij overeenkomstig de wet of het contract voor PE398.282v01-00
NL
2. De consument kan rechten doen gelden jegens de kredietgever indien:
66/81
AM\694734NL.doc
de levering van een goed of het verrichten van een dienst recht heeft, rechten doen gelden jegens de kredietgever. De lidstaten bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden die rechten worden uitgeoefend. a) de consument met het oog op de aankoop van goederen of het verkrijgen van diensten een kredietovereenkomst sluit met een andere persoon dan de leverancier; en b) er tussen de kredietgever en de leverancier van de goederen of diensten een vooraf bestaand akkoord is op grond waarvan uitsluitend door die kredietgever aan klanten van die leverancier krediet beschikbaar wordt gesteld voor het verwerven van goederen of diensten bij die leverancier; en c) de onder a) bedoelde consument zijn krediet verkrijgt krachtens dat vooraf bestaande akkoord; en d) de onder de kredietovereenkomst vallende goederen of diensten niet worden geleverd of slechts gedeeltelijk worden geleverd of niet aan de voorwaarden van de leveringsovereenkomst voldoen; en e) kan de consument rechten doen gelden jegens de kredietgever. De lidstaten bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden die rechten worden uitgeoefend. Or. fr Motivering In dit amendement wordt voorgesteld artikel 11 van Richtlijn 87/102/EG volledig over te nemen zoals het Europees Parlement in eerste lezing had gedaan. De solidaire verantwoordelijkheid tussen verkoper en kredietgever is slechts gerechtvaardigd indien beiden een economische eenheid vormen. Handhaving van de door de Raad goedgekeurde tekst zou overigens tot gevolg hebben dat kleine middenstanders en handwerkslieden financiële partners zouden moeten ontberen, aangezien kredietgevers de neiging hebben de voorkeur te geven aan ondernemingen met minder risico.
AM\694734NL.doc
67/81
PE398.282v01-00
NL
Amendement ingediend door Lapo Pistelli Amendement 221 Artikel 15, lid 2 2. Indien de onder de gelieerde kredietovereenkomst vallende goederen of diensten niet of slechts gedeeltelijk geleverd, respectievelijk verricht worden of niet met de voorwaarden van het contract voor de levering van een goed of het verrichten van een dienst in overeenstemming zijn, kan de consument die rechten heeft doen gelden jegens de leverancier, respectievelijk de dienstverrichter, maar niet de genoegdoening heeft gekregen waarop hij overeenkomstig de wet of het contract voor de levering van een goed of het verrichten van een dienst recht heeft, rechten doen gelden jegens de kredietgever.
2. Indien:
a) de consument met het oog op de aankoop van goederen of het verkrijgen van diensten een kredietovereenkomst sluit met een andere persoon dan de leverancier; en b) er tussen de kredietgever en de leverancier van de goederen of diensten een vooraf bestaand akkoord is op grond waarvan uitsluitend door die kredietgever aan klanten van die leverancier krediet beschikbaar wordt gesteld voor het verwerven van goederen of diensten bij die leverancier; en c) de onder a) bedoelde consument zijn krediet verkrijgt krachtens dat vooraf bestaande akkoord; en d) de onder de kredietovereenkomst vallende goederen of diensten niet worden geleverd of slechts gedeeltelijk worden geleverd of niet aan de voorwaarden van de leveringsovereenkomst voldoen; en e) de consument de leverancier heeft aangesproken maar niet de genoegdoening heeft gekregen waarop hij recht heeft,
PE398.282v01-00
NL
68/81
AM\694734NL.doc
kan de consument rechten doen gelden jegens de kredietgever. De lidstaten bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden die rechten worden uitgeoefend. Or. en Motivering Een exclusiviteitslink ("interne" link of "causualiteits"-link) tussen de kredietovereenkomst en de levering/verlening van specifieke goederen/diensten moet in de kredietovereenkomst zelf worden geïdentificeerd. De relatie tussen de kredietgever en de leverancier/dienstverlener dient exclusief te zijn. Een eenvoudige financieringsfunctie van de kredietovereenkomst is niet voldoende om een link te creëren, aangezien dit de weg zou effenen voor gezamenlijke en hoofdelijke aansprakelijkheid.
Amendement ingediend door Nicola Zingaretti, Pier Antonio Panzeri Amendement 222 Artikel 15, lid 2 2. Indien de onder de gelieerde kredietovereenkomst vallende goederen of diensten niet of slechts gedeeltelijk geleverd, respectievelijk verricht worden of niet met de voorwaarden van het contract voor de levering van een goed of het verrichten van een dienst in overeenstemming zijn, kan de consument die rechten heeft doen gelden jegens de leverancier, respectievelijk de dienstverrichter, maar niet de genoegdoening heeft gekregen waarop hij overeenkomstig de wet of het contract voor de levering van een goed of het verrichten van een dienst recht heeft, rechten doen gelden jegens de kredietgever.
2. Indien:
a) de consument met het oog op de aankoop van goederen of het verkrijgen van diensten een kredietovereenkomst sluit met een andere persoon dan de leverancier; en b) er tussen de kredietgever en de AM\694734NL.doc
69/81
PE398.282v01-00
NL
leverancier van de goederen of diensten een vooraf bestaand akkoord is op grond waarvan de kredietgever het exclusieve recht krijgt het krediet aan de klanten van die leverancier beschikbaar te stellen; en c) de onder de kredietovereenkomst vallende goederen of diensten niet worden geleverd of slechts gedeeltelijk worden geleverd of niet aan de voorwaarden van de leveringsovereenkomst voldoen; en d) de consument de leverancier heeft aangesproken maar niet de genoegdoening heeft gekregen waarop hij recht heeft, kan de consument rechten doen gelden jegens de kredietgever. De lidstaten bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden die rechten worden uitgeoefend. Or. en Motivering Het amendement moet worden gelezen in samenhang met amendement 1 op artikel 3n(i) - zie vorige motivering. Het biedt rechtszekerheid voorzover het de exclusiviteitslink tussen de kredietovereenkomst en de levering van goederen en de verlening van diensten verduidelijkt. De voorgestelde formulering is in overeenstemming met de door het EP in eerste lezing goedgekeurde tekst. Er is sprake van meer evenwicht aangezien voorwaarden worden geïntroduceerd waaraan moet worden voldoen om de kredietnemer in staat te stellen de kredietgever aan te spreken.
Amendement ingediend door Janelly Fourtou, Andrea Losco, Lapo Pistelli Amendement 223 Artikel 15, lid 2 2. Indien de onder de gelieerde kredietovereenkomst vallende goederen of diensten niet of slechts gedeeltelijk geleverd, respectievelijk verricht worden of niet met de voorwaarden van het contract voor de levering van een goed of het verrichten van een dienst in overeenstemming zijn, kan de consument die rechten heeft doen gelden PE398.282v01-00
NL
2. Indien:
70/81
AM\694734NL.doc
jegens de leverancier, respectievelijk de dienstverrichter, maar niet de genoegdoening heeft gekregen waarop hij overeenkomstig de wet of het contract voor de levering van een goed of het verrichten van een dienst recht heeft, rechten doen gelden jegens de kredietgever. a) de consument met het oog op de aankoop van goederen of het verkrijgen van diensten een kredietovereenkomst sluit met een andere persoon dan de leverancier; en b) er tussen de kredietgever en de leverancier van de goederen of diensten een vooraf bestaand akkoord is op grond waarvan de kredietgever het exclusieve recht krijgt het krediet aan de klanten van die leverancier beschikbaar te stellen; en c) de onder de kredietovereenkomst vallende goederen of diensten niet worden geleverd of slechts gedeeltelijk worden geleverd of niet aan de voorwaarden van de leveringsovereenkomst voldoen; en d) de consument de leverancier heeft aangesproken maar niet de genoegdoening heeft gekregen waarop hij recht heeft, kan de consument rechten doen gelden jegens de kredietgever. De lidstaten bepalen in welke mate en onder welke voorwaarden die rechten worden uitgeoefend. Or. en Motivering Het amendement moet worden gelezen in samenhang met amendement 1 op artikel 3n(i) - zie vorige motivering Het biedt rechtszekerheid voorzover het de exclusiviteitslink tussen de kredietovereenkomst en de levering van goederen en de verlening van diensten verduidelijkt. De voorgestelde formulering is in overeenstemming met de door het EP in eerste lezing goedgekeurde tekst. Er is sprake van meer evenwicht aangezien voorwaarden worden geïntroduceerd waaraan moet worden voldoen om de kredietnemer in staat te stellen de kredietgever aan te spreken.
AM\694734NL.doc
71/81
PE398.282v01-00
NL
Amendement ingediend door Arlene McCarthy, Mia De Vits Amendement 224 Artikel 16, leden 2, 3 en 4 2. De kredietgever heeft recht op een vergoeding voor eventuele kosten die rechtstreeks verband houden met de vervroegde aflossing, mits de vervroegde aflossing valt in een termijn waarvoor een vaste debetrentevoet geldt en de kredietgever bewijst dat de door de Europese Centrale Bank op haar meest recente basisherfinancieringsverrichting vóór de eerste kalenderdag van het betreffende semester toegepaste referentierentevoet op het moment van vervroegde aflossing lager is dan op het moment dat de kredietovereenkomst werd gesloten. Voor een lidstaat die niet aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie deelneemt, is de referentierentevoet het door zijn centrale bank vastgestelde equivalente rentetarief.
2. De kredietgever kan overeenkomstig het recht van een lidstaat recht hebben op een vergoeding voor eventuele kosten die rechtstreeks verband houden met de vervroegde aflossing.
Dergelijke vergoeding wordt bepaald door de kredietgever, en mag niet hoger zijn dan 1% van het vervroegd afgeloste kredietbedrag, indien de termijn tussen de vervroegde aflossing en het overeengekomen einde van de kredietovereenkomst meer bedraagt dan één jaar. Indien de termijn niet meer bedraagt dan één jaar, mag de vergoeding ten hoogste 0,5% van het vervroegd afgeloste kredietbedrag bedragen.
Indien compensatie is toegestaan, wordt deze bepaald door de kredietgever, en mag niet hoger zijn dan 1% van het vervroegd afgeloste kredietbedrag, indien de termijn tussen de vervroegde aflossing en het overeengekomen einde van de kredietovereenkomst meer bedraagt dan één jaar. Indien de termijn niet meer bedraagt dan één jaar, mag de vergoeding ten hoogste 0,5% van het vervroegd afgeloste kredietbedrag bedragen.
De vergoeding mag niet hoger zijn dan het rentebedrag dat de consument zou hebben betaald gedurende de termijn tussen de vervroegde aflossing en de overeengekomen datum waarop van de kredietovereenkomst eindigt.
De vergoeding mag niet hoger zijn dan het rentebedrag dat de consument zou hebben betaald gedurende de termijn tussen de vervroegde aflossing en de overeengekomen datum waarop van de kredietovereenkomst eindigt.
3. Er wordt geen vergoeding voor vervroegde aflossing aangerekend indien:
3. Er wordt geen vergoeding voor vervroegde aflossing aangerekend indien:
a) de aflossing heeft plaatsgevonden uit hoofde van een verzekeringscontract dat bedoeld is om een kredietaflossingsgarantie
a) de aflossing heeft plaatsgevonden uit hoofde van een verzekeringscontract dat bedoeld is om een kredietaflossingsgarantie
PE398.282v01-00
NL
72/81
AM\694734NL.doc
te bieden;
te bieden; of
b) in geval van een geoorloofde debetstand op een rekening; of
b) in geval van een geoorloofde debetstand op een rekening.
c) indien de aflossing valt in een termijn waarvoor geen vaste debetrente geldt. 4. De lidstaten kunnen bepalen dat de kredietgever deze vergoeding alleen mag aanrekenen indien het bedrag van de vervroegde aflossing een in de nationale wetgeving vastgestelde drempel overschrijdt. Deze drempel bedraagt maximaal 10 000 EUR over een periode van 12 maanden. Or. en Motivering Indien toegestaan, moet compensatie voor vervroegde aflossing worden beperkt om de consument tegen buitengewone lasten te beschermen. Ingewikkelde formules zoals een koppeling met de ontwikkeling van de rente van de centrale bank moeten worden voorkomen aangezien deze voor de consument niet begrijpelijk zijn. Verder moeten lidstaten die in hun wetgeving geen compensatie toestaan hieraan kunnen vasthouden overeenkomstig de op dit terrein goedgekeurde aanpak inzake minimumharmonisatie.
Amendement ingediend door Evelyne Gebhardt Amendement 225 Artikel 2, lid 2 2. De kredietgever heeft recht op een vergoeding voor eventuele kosten die rechtstreeks verband houden met de vervroegde aflossing, mits de vervroegde aflossing valt in een termijn waarvoor een vaste debetrentevoet geldt en de kredietgever bewijst dat de door de Europese Centrale Bank op haar meest recente basisherfinancieringsverrichting vóór de eerste kalenderdag van het betreffende semester toegepaste referentierentevoet op het moment van vervroegde aflossing lager is dan op het moment dat de kredietovereenkomst werd AM\694734NL.doc
2. De kredietgever heeft in geval van vervroegde aflossing recht op een objectief gerechtvaardigde en passende, in financieel-wiskundig opzicht begrijpelijke vergoeding ten bedrage van het in de kredietovereenkomst vastgestelde bedrag of van een bedrag dat overeenkomstig de in deze overeenkomst vastgestelde berekeningsmethode is berekend.
73/81
PE398.282v01-00
NL
gesloten. Voor een lidstaat die niet aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie deelneemt, is de referentierentevoet het door zijn centrale bank vastgestelde equivalente rentetarief. Dergelijke vergoeding wordt bepaald door de kredietgever, en mag niet hoger zijn dan 1% van het vervroegd afgeloste kredietbedrag, indien de termijn tussen de vervroegde aflossing en het overeengekomen einde van de kredietovereenkomst meer bedraagt dan één jaar. Indien de termijn niet meer bedraagt dan één jaar, mag de vergoeding ten hoogste 0,5% van het vervroegd afgeloste kredietbedrag bedragen. De vergoeding mag niet hoger zijn dan het rentebedrag dat de consument zou hebben betaald gedurende de termijn tussen de vervroegde aflossing en de overeengekomen datum waarop van de kredietovereenkomst eindigt. Or. de Motivering Eine Begrenzung der Vorfälligkeitsentschädigung würde dazu führen, dass aufgrund der Zinssätze Verbraucher zunehmend variable Kreditverträge bevorzugen. Aktuelle Erfahrungswerte in einigen Mitgliedstaaten zeigen, dass in Märkten mit derartigen Tendenzen die Verbraucher das volle Risiko der Entwicklungen der Kapitalmärkte mittragen. Die Entwicklung führt dazu, dass Verbraucher nur noch variabel finanzieren können. Sie sind damit den Entwicklungen auf dem Kapitalmarkt schutzlos ausgesetzt. Diese Entwicklung widerspricht dem vielfachen Bedürfnis der Verbraucher nach langfristig sicheren monatlichen Belastungen, was nur durch langfristig refinanzierten Produkten gewährleistet werden kann.
Amendement ingediend door Bill Newton Dunn Amendement 226 Artikel 16, lid 2, alinea 1 2. De kredietgever heeft recht op een vergoeding voor eventuele kosten die PE398.282v01-00
NL
2. Een door de kredietgever verlangde vergoeding voor vervroegde aflossing dient 74/81
AM\694734NL.doc
rechtstreeks verband houden met de vervroegde aflossing, mits de vervroegde aflossing valt in een termijn waarvoor een vaste debetrentevoet geldt en de kredietgever bewijst dat de door de Europese Centrale Bank op haar meest recente basisherfinancieringsverrichting vóór de eerste kalenderdag van het betreffende semester toegepaste referentierentevoet op het moment van vervroegde aflossing lager is dan op het moment dat de kredietovereenkomst werd gesloten. Voor een lidstaat die niet aan de derde fase van de Economische en Monetaire Unie deelneemt, is de referentierentevoet het door zijn centrale bank vastgestelde equivalente rentetarief.
eerlijk en objectief te zijn.
Or. en Motivering Kredietgevers moeten volledig gecompenseerd kunnen worden voor verlies als gevolg van vervroegde aflossing. De ingevoerde beperkingen van de compensatie zijn niet gebaseerd op een analyse van de gegevens inzake financiering van de kredietgever of administratieve kosten noch op gegevens over het vooruitbetalingsgedrag van de consument. De discretionaire bevoegdheid van de lidstaten om een drempel van maximaal 10.000 euro (in lid 4) in te voeren is evenmin bevorderlijk voor de verdere integratie van de consumentenkredietmarkten in de EU en zal integendeel verdere belemmeringen opwerpen.
Amendement ingediend door Angelika Niebler Amendement 227 Artikel 16, lid 2, alinea 2 Dergelijke vergoeding wordt bepaald door de kredietgever, en mag niet hoger zijn dan 1% van het vervroegd afgeloste kredietbedrag, indien de termijn tussen de vervroegde aflossing en het overeengekomen einde van de kredietovereenkomst meer bedraagt dan één jaar. Indien de termijn niet meer bedraagt dan één jaar, mag de vergoeding ten hoogste 0,5% van het vervroegd afgeloste AM\694734NL.doc
Dergelijke vergoeding bedraagt 2% van het vervroegd afgeloste kredietbedrag, indien de termijn tussen de vervroegde aflossing en het overeengekomen einde van de kredietovereenkomst meer bedraagt dan één jaar. Indien de termijn korter is dan één jaar, bedraagt de vergoeding 1% van het vervroegd afgeloste kredietbedrag.
75/81
PE398.282v01-00
NL
kredietbedrag bedragen. Or. de
Amendement ingediend door Othmar Karas Amendement 228 Artikel 18, leden 1, 2 en 3 1. In een overeenkomst om een rekeningcourant te openen wordt, wanneer de mogelijkheid bestaat dat de consument een overschrijding wordt toegestaan, eveneens de in artikel 6, lid 1, punt f), bedoelde informatie vermeld. De kredietgever verstrekt die informatie in elk geval op papier of op een andere duurzame drager en op gezette tijden. 2. In geval van een aanzienlijke overschrijding gedurende meer dan een maand brengt de kredietgever de consument, op papier of op een andere duurzame drager, op de hoogte van:
2. In geval van een aanzienlijke overschrijding gedurende meer dan een maand brengt de kredietgever de consument, op papier of op een andere duurzame drager, op de hoogte van:
a) de overschrijding;
a) de overschrijding;
b) het betreffende bedrag;
b) het betreffende bedrag;
c) de debetrentevoet;
c) de debetrentevoet;
d) de eventuele toepasselijke boetes, kosten of verwijlinteresten.
d) de eventuele toepasselijke boetes, kosten of verwijlinteresten.
6. Dit artikel laat een voorschrift in de nationale wetgeving onverlet die van de kredietgever verlangt dat hij, ingeval de duur van de overschrijding significant is, een ander soort kredietproduct aanbiedt. Or. de Motivering Bij stilzwijgend geaccepteerd rood staan (overschrijdingen) dient de kredietopneming zo flexibel en informeel mogelijk te geschieden. De informatieverplichtingen moeten derhalve tot de werkelijk belangrijke informatie-inhoud worden beperkt.
PE398.282v01-00
NL
76/81
AM\694734NL.doc
Amendement ingediend door Wolfgang Bulfon Amendement 229 Artikel 21, letter b), inleiding b) geen vergoeding ontvangt van de consument die hem heeft gevraagd te bemiddelen, tenzij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:
b) geen vergoeding ontvangt van de consument die hem de opdracht heeft gegeven, tenzij aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: Or. de Motivering
De formulering in het gemeenschappelijk standpunt is iets te ruim en laat ruimte voor interpretatie.
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 230 Artikel 21, letter (b), letter (ii) ii) de kredietbemiddelaar wordt niet door de kredietgever vergoed;
ii) alle vergoedingen aan de kredietbemiddelaar voor zijn diensten zijn transparant en worden ter kennis van de consument gebracht; Or. en
Motivering Dit amendement moet ervoor zorgen dat kredietbemiddelaars op transparante wijze handelen, met waarborging van de flexibiliteit die een verdeling van de kosten over de consument en de kredietgever mogelijk maakt.
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 231 Artikel 21, letter (b), letter (iii) iii) de kredietovereenkomst waarvoor hij heeft bemiddeld, is rechtsgeldig gesloten;
AM\694734NL.doc
Schrappen
77/81
PE398.282v01-00
NL
Or. en Motivering The condition risks introducing an element of cross-subsidy, whereby consumers who conclude a credit agreement could be charged higher amounts for the services of an intermediary to compensate for those who do not conclude the agreement. Additionally, if an intermediary was not able to recover some costs for providing his advice in case the agreement is not concluded, that may lead him to pressure the consumer to conclude the agreement. However, Member States should have the possibility of restricting the amount which intermediaries can charge in order to protect consumers from being charged disproportionately for advice in cases when no agreement is concluded.
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 232 Artikel 21, letter b) bis (nieuw) bbis) De lidstaten kunnen het bedrag dat de kredietbemiddelaars voor hun diensten mogen aanrekenen beperken in gevallen waarin de overeenkomst niet rechtsgeldig is gesloten. Or. en Motivering The condition risks introducing an element of cross-subsidy, whereby consumers who conclude a credit agreement could be charged higher amounts for the services of an intermediary to compensate for those who do not conclude the agreement. Additionally, if an intermediary was not able to recover some costs for providing his advice in case the agreement is not concluded, that may lead him to pressure the consumer to conclude the agreement. However, Member States should have the possibility of restricting the amount which intermediaries can charge in order to protect consumers from being charged disproportionately for advice in cases when no agreement is concluded.
Amendement ingediend door André Brie, Marco Rizzo, Eva-Britt Svensson Amendement 233 Artikel 22, lid 1 1. In zoverre deze richtlijn geharmoniseerde PE398.282v01-00
NL
1. In zoverre deze richtlijn geharmoniseerde 78/81
AM\694734NL.doc
bepalingen bevat, mogen de lidstaten geen bepalingen handhaven of invoeren in hun nationale wetgeving die afwijken van die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld.
bepalingen bevat, mogen de lidstaten geen bepalingen handhaven of invoeren in hun nationale wetgeving die afwijken van die welke in deze richtlijn zijn vastgesteld. De lidstaten zijn echter vrij om in de richtlijn andere bepalingen toe te passen op producten waarop slechts enkele van de bepalingen van toepassing zijn. Or. en
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 234 Bijlage I, deel II, letter (b) b) Indien een kredietovereenkomst mogelijkheden van kredietopneming met verschillende kosten of debetrentevoeten biedt, wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag tegen de hoogste kosten en debetrentevoet wordt opgenomen.
b) Indien een kredietovereenkomst mogelijkheden van kredietopneming met verschillende kosten of debetrentevoeten biedt, wordt verondersteld dat het totale kredietbedrag tegen de hoogste kosten en debetrentevoet wordt opgenomen, toegepast op de meest gebruikelijke categorie transacties waarvan in het kader van dat soort kredietovereenkomst gebruik wordt gemaakt. Or. en Motivering
Van de hoogste kosten voor kredietkaartransacties is sprake bij contante voorschotten, maar de meeste kredietkaarttransacties vinden plaats op het verkooppunt. Gebruikmaking van de hoogste kosten zou derhalve misleidend zijn.
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 235 Bijlage I, deel II, letter (d) (d) Indien er geen aflossingsschema is vastgesteld en dit ook niet kan worden afgeleid uit de bepalingen van de kredietovereenkomst en de wijze waarop het AM\694734NL.doc
d) indien er geen aflossingsschema is vastgesteld, wordt ervan uitgegaan
79/81
PE398.282v01-00
NL
verstrekte krediet wordt terugbetaald, wordt de krediettermijn geacht één jaar te zijn, en wordt het krediet geacht in twaalf gelijke maandelijkse afbetalingstermijnen te worden afgelost. (i) dat het krediet wordt verleend voor een periode van een jaar beginnende met de relevante datum; en (ii) dat het krediet in twaalf gelijke maandelijkse afbetalingstermijnen wordt afgelost, beginnende een maand na de relevante datum; Or. en Motivering Aangezien de vraag of een vast aflossingsschema al dan niet uit de overeenkomst kan worden afgeleid, vatbaar is voor subjectieve interpretatie, probeert dit amendement ervoor te zorgen dat het jaarlijks kostenpercentage altijd wordt berekend op basis van dezelfde veronderstellingen betreffende het aflossingsschema, zodat de consument grensoverschrijdende kredietaanbiedingen daadwerkelijk kan vergelijken.
Amendement ingediend door Malcolm Harbour Amendement 236 Bijlage I, deel II, letter (g) g) Indien het plafond dat van toepassing is op het krediet nog niet is overeengekomen, wordt het geacht 1 000 EUR te zijn.
g) Indien het plafond dat van toepassing is op het krediet nog niet is overeengekomen, wordt het geacht 2 500 EUR te zijn of het voor het product aangeboden minimumkredietbedrag. Or. en Motivering
De limiet van EUR 2.500 is een betere maatstaf voor de typische kredietproducten. Er bestaan ook producten met aanzienlijk hogere kredietlimieten waarbij berekeningen met een lagere limiet misleidend voor de consument zouden zijn.
PE398.282v01-00
NL
80/81
AM\694734NL.doc
AM\694734NL.doc
81/81
PE398.282v01-00
NL