1
Europa investeert in zijn platteland Samenwerking bij innovatieprojecten, Voedingsstoffen uit reststromen. Project nr. SBI 4100004146279 Looptijd: juli 2010 – juli 2012
Eindrapportage onderdeel fase 2, uitvoering commerciële proef
Juni 2012 De uitvoering is tot stand gekomen met financiële steun van: Plattelandsontwikkeling 20072013 en het Europese landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling
Auteurs: G.J.Snippe en L.Heijn. Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
2
Inhoud:
Voorblad…………………………………………………………………… Management samenvatting……………………………………….. Inleiding…………………………………………………………………….. Doelstellingen fase 2…………………………………………….……. Projectbeschrijving en onderzoeksstructuur fase 2.. …. Uitwerking …………….………………………………………………..… Samenvatting & conclusie fase 2……………………………....
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
3
1.
Management samenvatting
Na het openstellen van de subsidie voor Samenwerking bij Innovatieprojecten zijn een projectteam van Bio bass BV en Provalor BV gezamenlijk gestart met een eerste haalbaarheidsstudie, genaamd Haalbaarheid nieuw proces, voor gecontroleerde lactofermentatie van groentesap onder zware microbiologische besmettingen”. In dit haalbaarheidsproject is gekeken naar de mogelijkheid om uit microbiële aangetaste kool en koolbladafval een hoogwaardige zuurkoolsap te winnen Uit deze haalbaarheidsstudie zijn kort samengevat de onderstaande punten naar voren gekomen:
Product met een medium microbiële besmetting kan nog prima via melkzuurvergisting ‘gered’ en alsnog voor humane consumptie aangewend worden. binnen medium aantasting ligt het grootste deel van de huidige ‘uitval’ product met zwaar en uitzonderlijk zware besmetting kon niet meer ‘gered’ worden. haakt in op gezondheidstrend maakt de landbouw en dan vooral de biologische landbouw nog duurzamer
Op basis van de positieve uitkomst hebben beide betrokken partijen belsloten gezamenlijk een vervolg traject te starten, genaamd, Samenwerking door innovatie Groentesap uit reststromen. In deze fase ( fase 2) zal met de opgedane kennis uit het eerste project een commerciële proef worden opgezet. Met de resultaten van de commerciële persproeven kan de juiste wijze van opslag en sapwinning worden vastgesteld. Dit geld vervolgens als uitgangspunt voor de vervolg fases, namelijk fase 3 en 4, het realiseren en in bedrijf stellen van de verwerkingslijn.
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
4
2. Inleiding 2.1 Aanleiding Bij de verwerking en bewaring van biologische geteelde groenten valt een substantieel deel van het product af vanwege productgebreken. Dit doet zich vooral voor bij biologisch geteelde producten. Vanwege de biologische aard van het product ligt het % wezenlijk hoger dan bij conventionele groenten. Dit is ongewenst en beïnvloedt de rentabiliteit negatief van de biologische groenteketen. De teelt en be- en verwerking van biologisch geteelde groenten vertonen een interessante groei. Bovendien professionaliseert de bewaring alsook de industriële verwerking. De biologische groenten of delen daarvan die, bij be- en/of verwerking en/of na bewaring, vanwege gebreken afvalt wordt gecomposteerd of vindt haar weg naar biologische rundveehouderijen. Als biologisch veevoer is het afgevallen product prima bruikbaar en heeft daar nog wel enige nutritionele waarde. Deze is echter beperkt vanwege het hoge vochtgehalte. Indien dit vocht op een rendabele wijze uit het product kan worden gehaald en tot waarde kan worden gebracht kan er zowel wat betreft duurzaamheid als economie worden gescoord. Een aanleiding in bredere zin is dat er in de markt een toenemende vraag is naar natuurlijk groentesap dat door melkzuurvergisting en niet door middel van toevoeging van citroensapconcentraat is geconserveerd. Naast de andere smaak speelt ook de gezondheid van de bioactieve melkzuur in deze producten een rol in de voorkeur van de consument. Deze vraag is het sterkst in het segment van de biologische groentesappen maar komt ook bij conventionele sappen vaker naar voren. Binnen deze groentesappen op basis van melkzuurvergisting neemt biologisch melkzuur vergist groentesap een bijzondere plaats in omdat het sap als restproduct ontstaat bij melkzuurvergisting van zuurkool. Daarom is biologisch geteelde kool een mooi voorbeeld.
2.2 Doelstellingen Fase 2 Het productvocht, ca 90%, uit de koolbladeren en uit andere reststromen van groente zou tot waarde gemaakt kunnen worden door dit via melkzuurvergisting te laten aanzuren en als biologisch melkzuur vergist groentesap af te zetten. Voor biologisch melkzuur vergist groentesap en voor andere melkzuur gefermenteerde groentesappen bestaat een goede markt. De uiteindelijke doelstelling is het opzetten van een operationele installatie. Voorafgaand aan definitieve installatie is het wenselijk commerciële persproeven uit te voeren om: 1. Vaststellen van saprendement bij opschaling naar praktijk / commercieel nivo 2. Vaststellen type opslag en monitoren lactofermentatie proces. 3. Sap kwaliteit te bepalen
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
5
2.3 Projectbeschrijving en onderzoeksstructuur Fase 2
Kort samen gevat ziet de opbouwstructuur voor fase 2 er als volgt uit: Onderzoekstraject 1 Onderzoekstraject 2 Conclusie / onderbouwing.
Traject 1: Het opstelen van proeven op commerciële schaal. Met behulp van deze proeven kan worden beoordeeld of de resultaten uit het haalbaarheidsproject ook worden behaald bij de proeven op commercieel niveau. De proeven zijn opgebouwd uit de volgende onderdelen. 1. 1.1 Het verkleiningsproces 2. 1.2 Het toevoegen van ent materialen. 3. 1.3 Opslag systeem 4. 1.4 Monitoren van het fermentatie proces 5. 1.5 Persproces 6. 1.6 Beoordeling van het sap. In het hoofdstuk: uitwerking traject 1, wordt uitvoerig in gegaan op de hierboven vermelde punten.
Traject 2: Binnen dit traject is in samenwerking met dhr Thomas Bruckner, specialist op het gebied van sapwinning gekeken naar diverse mogelijke verwerkingslijnen.
Uitwerkingen Traject 1: 1.1 Opzet verkleiningsproef. Bepalend voor het economische rendement is het van belang dat er een optimale balans moet worden gezocht tussen de verkleiningsgraad en het persrendement. Onnodige verkleining kost energie en werk kostprijs verhogend. Echter, een besparing op de verkleiningskosten kan een lager persrendement tot gevolg hebben.
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
6 Daarnaast is uit onderzoek in het haalbaarheidproject (fase 1) gebleken dat een te fijne structuur het fermentatie proces negatief beïnvloed. Voor het vaststellen van de verkleiningsraad hebben we samen met dhr. Thomas Bruckner, technisch specialist op het gebied van sapwinning uit groente, op locatie gekeken naar de verkleiningsmethode en het te verkleinen product. In overleg is besloten om eenheden van 5 tot 10 mm te realiseren.
Type snijmachine: Uit onderzoek en gesprekken met diverse Nederlandse en Duitse specialisten op het gebied van verkleiningstechnieken, is er voor de commerciële proef gekozen voor een klepelsnijmachine. Deze machine maakt gebruik van 2 technieken, namelijk: Snij techniek: het product wordt op de gewenste maat versneden, elk versneden stukje kool heeft 4 snijvlakken, lees kapot gesneden celwanden. Klepel techniek: Aangezien de messen niet star maar juist scharnierbaar in de snijtrommel zijn gemonteerd heeft dit tot gevolg dat de messen ook een hamerende functie krijgen. Deze hamerende functie zorgt ervoor dat er ( binnen het versneden stukje kool) nog meer celen kapot worden geslagen.
Figuur Klepelsnijmachine
Figuur 1 Resultaat witte kool na het verkleinings proces.
Conclusie uit de snijproef. Uit de proef zijn de volgende aspecten naar voren gekomen. Deze zullen moeten worden meegenomen bij de aanschaf van de snijmachine in fase 3.
Benodigde / gewenste snijcapiciteit. Machine moet in staat zijn grondstoffen van diverse samenstellingen gelijktijdig te kunnen versnijden. Op dit punt is veel rendement te behalen aangezien het gesneden product Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
7
bepalend is voor het verloop van het fermentatie en pers proces. Uit de praktijk is gebleken dat de reststromen bestaan uit hele kolen en los blad. Uit de snijproef is naar voeren gekomen dat de volume van de aanvoerstroom invloed kan hebben op de snijkwaliteit / grote van de eenheden. Een ongelijkmatige verkleiningsstructuur heeft namelijk een negatief effect op het vervolgtraject, namelijk het fermentatie en pers proces.
1.2 Het toevoegen van ent materialen. 1.2 Toevoegen van ent materialen. In de commerciële proef is er gekozen om beide entmaterialen handmatig toe te voegen.
Ferment: In een speciaal daartoe ingerichte zuurkoolfabriek komen in het fabrieksmilieu dermate veel melkzuurbacteriën voor dat het product ‘door de lucht’ geënt wordt. Echter bij deze proef omstandigheden is dat zeker niet het geval en dient dus voor een juiste fermentatie en vóóral goede opstart van de fermentatie geënt te worden. Indien niet goed dan wel voldoende geënt zou worden, dan kunnen concurrerende kiemen een gelijkwaardige of, afhankelijk van het milieu, een gunstiger kick off maken en ontstaan ongewenste fermentaties. Vooral bij microbieel flink aangetaste groenten zijn legio kiemen in grote aantallen aanwezig die een vliegende start kunnen maken en dus de beoogde fermentatie ernstig kunnen beïnvloeden/verstoren. Bovendien kunnen dan ongewenste fermentatie stoffen ontstaan. Op basis van de bovenstaande overwegingen is besloten met de volgende enting te starten:
Melkzuurbacterie cultuur in poedervorm. T.b.v. een goede verdeling door de grondstof werd deze opgelost in melk. Dosering zie schema 1.
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
8
Figuur 3 Entmatriaal
Zout Zout is een essentiële component in het proces. Zout heeft een conserverende werking. Vanwege de gekozen zware microbiële besmetting zou een overdosis zout wenselijk zijn. Omdat zout éénvoudig oplosbaar is, concentreert het zout zich met name in het uit te persen sap. Een sap met hoog zout gehalte is onwenselijk in het licht van de huidige voedingstrend om de dagelijkse hoeveelheid geconsumeerd zout terug te dringen. Anderzijds is een bepaalde hoeveelheid zout wel gewenst vanuit procestechnisch oogpunt. Het zout verweekt mede de cellen en dit zal een verhogend effect hebben op het rendement. Met rendement wordt hier bedoeld de hoeveelheid sap die uit de lacto fermented groente gewonnen kan worden.
Zie schema 1 voor de toegepaste hoeveelheden: Schema 1:
Inhoud vat: Netto Vulling 1068 kg
Verkleiningsgraad
grondstof
Zout
Ferment
5-10 MM
Medium aangetaste wittte kool
1% 10.68 kg
50 gram
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
9
Figuur 4 Toevoeging van Zout
Om de fermentatieproces goed op waarde te kunnen bepalen en om toekomstige wijzigingen in het proces te kunnen aanpassen, is het van belang dat PH, Brix en melkzuur gemeten worden voor dat ent-materiaal en zout worden toegevoegd. Deze waarden geven namelijk de mogelijkheid een verband te leggen tussen verschillende uitgangspartijen/ grondstof. Denk hierbij aan een medium en een zware microbiële aantasting.
Onderstaand zijn de gemeten waarden van de commerciële proef: PH Brix Zuur Temp.
6.62 7.2 1.4 4.1
Conclussie uit de entproef: Uit de proef zijn de volgende aspecten naar voren gekomen. Deze zullen moeten worden meegenomen bij de aanschaf van het enttoevoegingssysteem in fase 3.
Vanuit gezondheids oogpunt is het belangrijk dat er geen overdoseringen zal plaatsvinden.
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
10
Naar verwachting zal er op bacth nivo entmatriaal moeten worden toegevoegd. Noodzakelijk voor een vlotte fermentatiestart is dat het ent materiaal gelijkmatig wordt verdeeld in het versneden product.
1.3 Opslag systeem De keuze voor het toekomstige opslag systeem is zeer bepalend voor verdere lay-out van de productielijn. Normaliter wordt in de zuurkoolverwerkingsindustrie gewerkt met kuilen van min. 50 ton. Dit zijn feitelijk betonnen bakken waar de gesneden kool in wordt gestort. Deze vorm van opslag is om de hieronder vermelde redenen niet geschikt voor de sapwinning uit gefermenteerde kool. Bij de verwerking van de zuurkool worden namelijk strenge eisen gesteld aan de grondstof. Door deze productspecificaties op de grondstof wordt er bepaald wat er in de opslagputten komt. In dit project; groentesap uit reststromen, wordt er juist gewerkt met reststromen. Deze reststromen variëren in lichte tot zeer zware microbiologische besmettingen. Uit het haalbaarheidsproject is gebleken dat sap geperst uit kool met een zware besmetting enkel bruikbaar is als deze wordt gemengd met sap dat afkomstig is uit kool van een lichte besmetting. Ook is gebleken dat het stadia in aantasting een (negatieve) invloed kan hebben op het fermentatie proces (lees sapkwaliteit) Hierom is het noodzakelijk verschillende aangetaste partijen geheel afzonderlijk van elkaar te kunnen verwerken. Vervolgens kan dan in het sap stadium op basis van brix en kleur partijen worden gemengd.
Uiteindelijk is er in gekozen voor polyethyleen fermentatie containers met een netto inhoud van 1400 liter. Deze containers zijn goed stapelbaar en voor een heftruck goed te hanteren. De container is vervaardigd uit een hoogwaardige kunststof geschikt voor de voedingsmiddelen industrie. Voor de commerciële proef zijn de bakken gevuld met behulp van een transportband.
Conclusie van de opslag proef: Uit de proef zijn de volgende aspecten naar voren gekomen. Deze zullen moeten worden meegenomen bij de aanschaf van het vul systeem in fase 3.
Het vul systeem moet zo wel/ niet automatisch gaan Toevoegen van entmateriaal gebeurt wel niet tijdens het vulproces Hoe worden de containers geleegd en gereinigd
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
11
1.4 Monitoren van het fermentatie proces. Lacto fermentatie proces: Lacto fermentatie is een anaeroob proces. Daarnaast zijn lacto bacteriën (melkzuurbacteriën) gasvormers. Dit stelt speciale voorwaarden aan de commerciële proefomstandigheden. Aangezien het om een anaeroob proces gaat is het van groot belang dat de gesneden kool hermetisch van de buitenlucht wordt afgesloten. In de commerciële proef hebben we er voor gekozen om dit te realiseren door een grote plastic zak in de container te plaatsen. Deze zak kan na het vullen worden dichtgevouwen en worden afgedekt met een zware kunststof plaat. Hierdoor kan het gas, dat geurende het fermentatieproces ontstaat, naar buiten, er kan echter geen zuurstof tot het proces toetreden. Deze mannier van afsluiten is vrij omslachtig en het verdiend de aanbeveling hier verder onderzoek naar te doen.
Vanuit de zuurkool industrie is bekend dat gedurende de eerste week van het fermentatie proces het lekvocht wordt afgetapt. Het niet aftappen zou een nadelige invloed kunnen hebben op het fermentatie proces. Uit het voorafgaande haalbaarheidonderzoek is er geen verschil waargenomen tussen proeven waar we wel/ niet sap is afgetapt. Om de commerciële proef zo optimaal mogelijk te laten verlopen is er wekelijks sap afgetapt. Een bijkomend voordeel is dat op deze manier er ook een goed beeld ontstond van kleur en smaak van het sap gedurende het lacto fermentatieproces. In onderstaand schema (pagina 13 ) zijn de aftapmomenten waar te nemen.
Uitwerking commerciele proef: Uit het haalbaarheids onderzoek is gebleken dat na ongeveer 30 dagen het fermentatieproces tot ‘rust’ is gekomen, het proces langer te laten door gaan geeft geen grote verschillen in het melkzuur en brix gehalte. Bij de proef op commercieel nivo is wederom weer uit gegaan van deze 30 dagen. Gedurende deze periode zijn er dagelijks metingen uitgevoerd. Parallel met de metingen zijn smaak en kleur van het sap nauwlettend gevolgd. Geconcludeerd mag worden dat na 18 dagen het melkzuurvorming tot rust komt en de smaak van ‘zoet naar licht tintelend op de tong’ ontwikkeld. Opvallend is het hoge brix gehalte gedurende begin en eind van de proef. Op basis van de ontwikkeling van het melkzuur tot dag 18 kunnen we concluderen dat er gedurende het fermentatie proces continu suiker( brix) uit de kooldelen vrij komt. Brix is noodzakelijk voor de vorming van melkzuur. Op basis van de metingen kan worden geconcludeerd dat er een evenredig deel weer vrij komt uit de kool. Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
12 Zoals in onderstaand schema is te zien heeft de opschaling geen gevolgen gehad voor het fermentatieproces en zien we het melkzuur na 18 dagen tot een stabiel nivo komen.
Uitkomst lacto fermentatie van microbieel aangetaste biologische witte kool Grafische weergave analyses Lacto fermentatie: commerciële proef. 12 10 8 6
temp PH
4
melkzuur brix
2 0
Conclusie van de opslag proef: Uit de proef zijn de volgende aspecten naar voren gekomen. Deze zullen moeten worden meegenomen bij de aanschaf productielijn in fase 3.
Op basis van de ervaringen uit het haalbaarheidsproject is naar voren gekomen dat er gasvorming aanwezig is. Deze gasvorming komt vrij bij het fermentatie proces ( omzetting van suikers in melkzuur bacterie). Wanneer het gas niet goed kan ontsnappen zorgt dit ervoor dat de gesneden witte kool en of sap omhoog komt. Om deze reden is er besloten om de containers niet verder dan 80% te vullen. Gedurende de proef is gebleken dat er gasvorming plaats vind maar als gevolg van de gewijzigde opslag ten opzichte van de haalbaarheidsproject kan het gas goed ontsnappen, dit geeft de mogelijkheid bij een toekomstige uitvoering het project de bakken voor 95% te vullen.
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
13 Zie afbeelding 5 en 6 voor de verschillende opslag systemen.
Figuur 5 Links:
gebruikte vat uit het haalbaarheidsproject
Figuur 6 rechts:
gebruikte container in fase 2, de commerciële proef + het aftappen van sap.
1.5 Het persproces. Persen Een belangrijk onderdeel binnen deze commerciële proef is het te behalen rendement bij het persen. In het hier aan voorafgaande haalbaarheidsproject is naar voren gekomen dat koud persen met behulp van een bandpers het beste rendement opleverde. Bovendien bleek de brix van het uitgeperste sap een halve punt hoger dan van het vrij aanwezige sap. Kennelijk slaagde de zeefbandpers erin de suikers die nog in de cellen opgesloten lagen behoorlijk mee naar buiten te persen, waardoor deze in het sap terecht komen. Commercieel is het erg aantrekkelijk dat deze suikers in het sap terecht komen. Hoe hoger de brix des te gunstiger de prijsvorming Ondanks dat de bandpers het meest geschikt lijkt te zijn, is er na overleg tussen het projectteam van Bio brass, Provalor en Thomas Bruckner besloten om voor de commerciële proef enkele persmethodes opnieuw te testen. De uitgangspunten voor deze extra testen waren:
Om te kunnen uitsluiten dat schaalvergroting geen invloed heeft op het persprosede en het te behalen rendement. Of het economisch interessant is om in een goedkopere pers, in combinatie met een lager persrendement, te investeren. ( denk hierbij aan een kamer of schroefpers). Aangezien het in tegenstelling tot de zuurkoolverwerking gaat om het sap en niet om de lactorgefermenteerde kool zelf. Dit kon via deze persproeven gevisualiseerd worden voor Thomas bruckner, een extern ingehuurde duitse specialist op het gebied van sapwinning. Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
14
Er is besloten om de volgende persproeven uit te voeren: 1. Schroefpers 2. Kamerfilterpers.
Verschillende persmethodes: Zeefbandpers In overleg met het bedrijf ( AD Technologie) dat voor ons de perstechnieken op labaratorium schaal heeft verzorgt is er besloten geen vervolg persproef uit te voeren met de zeefbandpers. Aangezien het behaalde resultaat tijdens de proef op laboratoriumschaal dusdanig accuraat is. Daarnaast is bleek het bijna niet mogelijk een zeefbandpers te vinden waar wij een test op konden uit voeren. Dit bleek enkel mogelijk als wij de pers na de test nagenoeg geheel demonteerde en schoonmaakte. Bedrijven en leveranciers waren erg terughoudend wanneer wij vermelde dat het om een melkzuur vergiste grondstof ging.
Figuur 2 Figuur Schematische weergave zeefbandpers.
Schroefpers Op locatie is een praktijktest uitgevoerd met een schroefpers, zie afbeelding 7. Deze perstechniek bleek om diverse redenen niet geschikt te zijn. De versneden zuurkool laat zich moeilijk persen. In tegenstelling tot een bandpers, waar in een continu stroom een dun laagje wordt geperst , wordt hier een kubusachtige hoeveelheid in een continu stroom geperst. Het is een langzaam persproces, ten opzichte van een bandpers is deze vorm van persen 1520 % langzamer. Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
15
Het vraagt om frequenter onderhoud en schoonmaak werkzaamheden . Met regelmaat moeten de separatiezeven worden schoongemaakt. Het aandeel stukjeskool in het sap is te hoog. Dit is te verhelpen door een fijnmazige filter /zeef te plaatsen maar heeft tot gevolg dat het rendement drastisch daalt. Na diverse pogingen is gebleken dat we een maximaal rendement kunnen behalen van 50 %.
Figuur 7 commerciële perstest met een schroefpers.
Kamerfilterpers. Voor deze persmethode is is een semipraktijkproef gedaan. Deze beslissing is in samenspraak met provalor en AD technologie gemaakt aangezien er veel overeenkomsten zijn tussen een schroef en kamerfilter pers. Er wordt namelijk in beide gevallen een kubusachtige hoeveelheid geperst en uit de eerdere proef met de schroefpers is gebleken dat dit resulteert in een laag rendement. Ook deze persmethode bleek om de volgende redenen niet toepasbaar.
Deze persvariant is het meest arbeidsintensief aangezien me regelmaat de perskamer moet worden gereinigd. Het aandeel koolstukjes in het sap is te hoog. Dit is te verhelpen door een fijnmazige filter /zeef te plaatsen maar heeft tot gevolg dat het rendement drastisch daalt. Zie afbeelding 8. Het is een langzaam persproces, ten opzichte van een bandpers is deze vorm van persen 20 % langzamer. Na diverse pogingen is gebleken dat we een maximaal rendement kunnen behalen van 55 %.
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
16
Figuur 8 Kamerfilterpers. kooldeeltjes verlaten via de zeef de perskamer en komen in het sap terecht.
Conclusie van de pers proef: Uit de proef zijn de volgende aspecten naar voren gekomen. Deze zullen moeten worden meegenomen bij de aanschaf van de pers in fase 3.
Wat wordt de gewenste pers capaciteit. Opslagcapaciteit voor het sap, dit is mede afhankelijk van de leveringsintervallen aan klanten. Op basis van de bevindingen met de schroefpers en de kamerfilterpers is het af te raden om voor deze goedkopere persvarianten te kiezen.
1.6 Beoordeling van het sap De laatste fase in dit traject is de beoordeling van het eindresultaat, namelijk het melkzuurvergiste koolsap. Wat in het haalbaarheidtraject is vastgesteld kan in fase 2, De commerciële proef worden bevestigd. Namelijk :
product met een medium microbiële besmetting kan nog prima via melkzuurvergisting ‘gered’ en alsnog voor humane consumptie aangewend worden. binnen medium aantasting ligt het grootste deel van de huidige ‘uitval’ product met zwaar en uitzonderlijk zware besmetting kon niet meer ‘gered’ worden.
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn
17 Een van de punten die als conclusie uit het haalbaarheidsonderzoek naar voren kwam was de vraag of opschaling van de proeven van laboratorium naar prakijk / commercieel nivo complicaties met zich mee zou brengen. Een mogelijk knelpunt zou kunnen zijn of de aanwezige microflora in de hand gehouden / gecontroleerd kan worden bij opschaling? Zoals te lezen is in de samenvatting conclusie was dit geen knelpunt.
Figuur Ook bij de commerciële proef bleek het sap te voldoen aan de kwaliteitseisen.
Samenvatting & conclussie
Na het uitvoeren van de commerciële proef kunnen we concluderen dat de opschaling geen nadelig effect heeft gehad op het sap. Na de ingeplande 30 dagen voor het factorfermentatieproces bleek het sap te voldoen qua , kleur, smaak, brix en melkzuur waarden,. Daarnaast werd nogmaals duidelijk dat de grondstof bestaat uit een reststroom en derhalve continu wijzigt in samenstelling. De kool die gebruikt is voor fase 2 had in vergelijking met kool uit de haalbaarheidsstudie een hoger brix gehalte. De noodzaak om op batch nivo te kunnen verwerken wordt hiermee nogmaals bevestigd. Het werken op batch nivo geeft namelijk de mogelijkheid om partijen afhankelijk van hun samenstelling met elkaar te mengen.
Samenwerking bij innovatieprojecten. Voedingsstoffen uit reststromen. Project initiator Biobrass i.s.m. met Provalor. Auteur: Ludo Heijn