Erratum Wijzigingen Bouwbesluit 2012 tot en met 1 juli 2015

Erratum Wijzigingen Bouwbesluit 2012 tot en met 1 juli 2015



Checklist Bouwbesluit: deel A

“… onbebouwde terrein …” lezen als “… onbebouwde gedeelte van het terrein dat …”

Woningen en woongebouwen: NIEUWBOUW

>> paragraaf toevoegen:

Erratum wijzigingen tot en met 1 juli 2015

Particulier opdrachtgeverschap

______________________________________________

§ 2.22 Definitie toevoegen onder bovenstaand kopje:

>> wijzigen (wijz. Stb. 2015-249):

Het Bouwbesluit stelt minimale technische eisen aan

Gebruiksfunctie

nieuw te bouwen bouwwerken. Voor het bouwen in

§ 2.6 Wijziging: 

Na de opsomming van a. t/m g. de volgende alinea invoegen: Daarnaast gelden voor woningen die specifiek bedoeld zijn voor studenten die studeren aan een MBO-, HBO- of universitaire instelling (woonfunctie voor studenten) soms minder zware eisen. Ook voor woningen die in particulier opdrachtgeverschap worden gebouwd en bedoeld zijn voor eigen bewoning (woonfunctie voor particulier eigendom), gelden soms minder zware eisen. Beide woonfuncties kunnen in principe gecombineerd worden met alle hierboven genoemde subgebruiksfuncties. In de praktijk zullen deze woonfuncties vooral gecombineerd worden met de andere woonfunctie en de andere woonfunctie voor kamergewijze verhuur.


Beschermd subbrandcompartiment § 2.6.3

particulier opdrachtgeverschap bedoeld voor eigen bewoning, ook wel bouwen voor particulier eigendom genoemnd, is het aantal gebruiksvoorschriften die het Bouwbesluit stelt, per 1 juli 2015 aanzienlijk beperkt. Achterliggende gedachte is dat als je iets laat bouwen voor jezelf, het te hanteren kwaliteitsniveau geen zaak is voor de Rijksoverheid, maar voor de particuliere opdrachtgever die er zelf gebruik van gaat maken. In de beschrijvingen van alle voorschriften waarvoor deze versoepeling geldt, is dit duidelijk aangegeven. Belangrijke noot is dat, ondanks de versoepeling voor particulier opdrachtgeverschap, vaak nog steeds de minimale eisen gelden voor bestaande bouw. Daar moet ook in elk bestaand bouwwerk aan worden voldaan. Bij de voorschriften waarvoor minimale eisen gelden, is dit ook aangegeven in de beschrijving van de voorschriften.

>> toevoegen (wijz. Stb. 2015-249):

particulier opdrachtgeverschap Komt voor in de paragraaf Installaties en nutsvoorzieningen van de volgende eisenkaarten:

Wijziging: 

“Een beschermd subbrandcompartiment is een compartiment dat …” lezen als: “Een beschermd

C.1.2, C.1.3 Nieuwe tekst toevoegen onder bovenstaande nieuwe kopje:

subbrandcompartiment is een gedeelte van een

De eventuele eisen voor de aansluiting op een

bouwwerk dat …”

distributienetwerk voor energie (elektriciteit, gas, warmte) zijn niet van toepassing op de bouw van een woning voor een particuliere opdrachtgever en die bedoeld is voor


eigen bewoning.

Aansluitend terrein, aansluitend water

Artikel 1.12a

§ 2.15 Wijziging: Pagina 1 van 17



Aanwezigheid vloerafscheiding Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: A.5.1, A.5.2, E.1.1, E.1.2, E.2, E.3 Tekst als volgt aan te vullen: Een voor personen bestemde vloer of een zijkant van een traptredevlak of hellingbaan die zich > 1 m boven

Tekst als volgt te wijzigen: Ter plaatse van een raam (zowel vast raam als beweegbaar raam) is een borstwering (=vaste vloerafscheiding) van 0,85 m toegestaan. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eis voor bestaande bouw: i.p.v. ≥ 0,85 m mag ≥ 0,6 m worden aangehouden. Artikel 2.18 lid 3; artikel 1.12a; artikel 2.24 lid 2

een aansluitende vloer, terrein of water bevindt heeft een vaste afscheiding. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen


bewoning mag worden volstaan met de eis voor bestaande bouw: i.p.v. > 1 m mag > 1,5 m worden

Hoogte vloerafscheiding

aangehouden.

Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid

Artikel 2.17 lid 1, 2, 3, 4; artikel 1.12a; artikel 2.23 lid 1, 2,

van de volgende eisenkaarten:

3, 4

E.1.1, E.1.2, E.2, E.3 Tekst als volgt te wijzigen: Een vereiste vaste vloerafscheiding langs een trap of


Hoogte vloerafscheiding Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: E.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een vaste vloerafscheiding is ≥ 1 m hoog, gemeten vanaf

hellingbaan is minimaal 0,85 m hoog, gemeten vanaf de voorkant van het tredevlak of vanaf de vloer van de hellingbaan. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eis voor bestaande bouw: i.p.v. ≥ 0,85 m mag ≥ 0,6 m worden aangehouden. Artikel 2.18 lid 5; artikel 1.12a; artikel 2.24 lid 4

de aansluitende vloer. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eis voor


bestaande bouw: i.p.v. ≥ 1 m mag ≥ 0,9 m worden aangehouden. Indien de hoogte van de vloerafscheiding

Openingen vloerafscheiding

en de breedte van de bovenregel bij elkaar opgeteld ≥ 1


m bedraagt, is een nog lagere hoogte voor de


vloerafscheiding toegestaan, zolang die hoogte niet lager dan 0,6 m bedraagt. Artikel 2.18 lid 1; artikel 1.12a; artikel 2.24 lid 1, 3

E.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een vereiste vaste vloerafscheiding heeft geen openingen waardoor een denkbeeldige bol met een diameter van 0,2 m doorheen past. Voor bouwopgaven in


Hoogte borstwering Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten:

particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eis voor bestaande bouw: tot een hoogte van 0,6 m geldt deze eis voor een vereiste vaste vloerafscheiding. Artikel 2.19 lid 1; artikel 1.12a; artikel 2.25 lid 1

E.2, G.1, G.2 Pagina 2 van 17



>> wijzigen (wijz. Stb. 2014-51 en Stb. 2015-249):

Openingen vloerafscheiding

Opstapmogelijkheden vloerafscheiding





E.2 Tekst als volgt te wijzigen:

E.2 Tekst als volgt te wijzigen:

Een vereiste vaste vloerafscheiding heeft tot 0,7 m boven

Een vereiste vaste vloerafscheiding heeft, ter voorkoming

meetniveau geen openingen waardoor een denkbeeldige

van overklauterbaarheid, geen opstapmogelijkheden

bol met een diameter van 0,1 m doorheen past. Voor

tussen 0,2 m en 0,7 m. Ook een constructieonderdeel dat

bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die

tegen of naast de vloerafscheiding is geplaatst of een

bedoeld zijn voor eigen bewoning geldt deze eis niet.

installatieonderdeel (bijv. een radiator) mag tussen de 0,2

Artikel 2.19 lid 2; artikel 1.12a

m en 0,7 m geen opstapmogelijkheid hebben. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning geldt deze eis niet.



Openingen vloerafscheiding Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid


van de volgende eisenkaarten: E.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een vereiste vaste vloerafscheiding heeft geen horizontale openingen > 0,05 m tussen afscheiding en rand van de vloer, tredevlak of hellingbaan. Voor

Overbrugging hoogteverschil Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: E..1.1, E.3 Tekst als volgt te wijzigen:


Een hoogteverschil > 0,21 m dient te worden overbrugd

bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan

door een vaste trap of een vaste hellingbaan. Voor

met de eis voor bestaande bouw: in plaats van > 0,05 m


mag > 0,1 m worden aangehouden.


Artikel 2.19 lid 3; artikel 1.12a; artikel 2.25 lid 2

met de eis voor bestaande bouw: voor vluchttrappen en afstapjes in vluchtroutes geldt dat in plaats van 0,21 m, 0,22 m als maximale optrede mag worden aangehouden.


Openingen bovenregel vloerafscheiding Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid

Voor overige trappen en hoogteverschillen tussen vloeren, geldt geen eis voor het maximaal te overbruggen hoogteverschil / de maximale optrede. Artikel 2.27 lid 1; artikel 1.12a; artikel 2.31 lid 1

van de volgende eisenkaarten: E.2 Tekst als volgt te wijzigen:


De bovenregel van een vereiste vaste vloerafscheiding heeft geen onderbreking > 0,1 m. Voor bouwopgaven in

Afmetingen trap

particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor


eigen bewoning geldt deze eis niet.



E..1.1, Tekst als volgt te wijzigen: Pagina 3 van 17


Een vereiste reguliere trap voldoet aan de volgende minimale afmetingen: breedte ≥ 0,8 m; vrije hoogte boven de trap ≥ 2,3 m; aantrede ≥ 0,22 m; optrede ≤


Leuning trap

0,188 m; breedte van het tredevlak ≥ 0,05 m en breedte


van het tredevlak t.p.v de klimlijn ≥ 0,23 m. Afstand van

van de volgende eisenkaarten: E..1.1

de klimlijn tot de zijkanten van de trap (leuning is niet relevant) ≥ 0,3 m. Voor bouwopgaven in particulier

Tekst als volgt te wijzigen: Een vereiste reguliere trap met een helling > 2:3 ter

opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen

plaatse van de klimlijn (komt overeen met en een hoek

bewoning mag worden volstaan met de eisen voor

o

bestaande bouw: breedte ≥ 0,7 m; vrije hoogte boven de

van 33,7 t.o.v. de vloer), heeft aan één zijde een leuning

trap ≥ 1,9 m; aantrede ≥ 0,13 m; optrede ≤ 0,22 m; voor

tussen de 0,8 m en 1 m boven de voorkant van de traptrede. Voor een luiere trap is geen leuning verplicht.

de breedte van het tredevlak en de breedte van het

Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die

tredevlak t.p.v de klimlijn geldt geen eis. Afstand van de


klimlijn tot de zijkanten van de trap (leuning is niet

met de eisen voor bestaande bouw: bij een vaste trap

relevant) ≥ 0,2 m.

met dezelfde helling die minder dan 1,5 m hoogteverschil

Artikel 2.33 lid 1; artikel 1.12a; artikel 2.39

overbrugt, is geen leuning vereist. Indien mer dan 1,5 m hoogteverschil wordt overbrugd is aan één zijde een leuning vereist tussen de 0,6 m en 1 m boven de


voorkant van de traptrede.

Maximale traphoogte

Artikel 2.35; artikel 1.12a; artikel 2.41

Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: E..1.1, E.1.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een trap overbrugt nooit een hoogteverschil ≥ 4 m

>> wijzigen (tekstcorrectie algemeen+ extra eisenkaarten):

Regenwerendheid trap Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten:

zonder toepassing van een tussenbordes. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning, geldt deze eis niet.

D.3.1, D.3.2, D.3.3, E.1.1, E.1.2 Wijzigingen: 


Tekst als volgt te wijzigen: Een vereiste reguliere trap die meer dan 1,5 m hoogteverschil overbrugt en bedoeld is voor gemeenschappelijk gebruik, is gelegen in een


gemeenschappelijke verkeersruimte die regenwerend is

Afmetingen vloermatje trap

ter plaatse van de trap. Dit geldt niet voor een trap die


uitsluitend wordt gebruikt voor het vluchten.


Artikel 2.36 Verwijzing: NEN 2778

E..1.1, E.1.2 Tekst als volgt te wijzigen:



Tekst ook opnemen in eisenkaart E.1.2

De bovenste trede van een trap sluit altijd aan op een vloer met een oppervlakte van ten minste 0,8 m x 0,8 m. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eisen voor bestaande bouw: ≥ 0,7 m x 0,7 m. Artikel 2.34; artikel 1.12a Pagina 4 van 17


De bovenkant van een vereiste hellingbaan sluit altijd aan op een vloer van minimaal 1,4 m x 1,4 m. Voor



Afmetingen hellingbaan



met de eisen voor bestaande bouw: ≥ 0,7 m x 0,7 m.


Artikel 2.44; artikel 1.12a; artikel 2.49

E..3 Tekst als volgt te wijzigen: Een vereiste hellingbaan heeft een minimale breedte van 1,1 m en overbrugd niet meer dan 1 m hoogte zonder tussenbordes. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eisen voor bestaande bouw: breedte hellingbaan ≥ 0,7 m. Artikel 2.43; artikel 1.12a; artikel 2.48


Geleiderand hellingbaan Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: E..3 Tekst als volgt te wijzigen: Een vereiste hellingbaan heeft aan de zijkant een aaneengesloten geleiderand met vanaf de vloer van de

>> wijzigen (tekstcorrectie algemeen en wijz. Stb. 2015-249):

hellingbaan gemeten hoogte van ten minste 0,04 m. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die

Maximale helling hellingbaan

bedoeld zijn voor eigen bewoning geldt deze eis niet.


Artikel 2.45; artikel 1.12a

van de volgende eisenkaarten: E..3 >> wijzigen (wijz. Stb. 2014-51):

Tekst als volgt te wijzigen: De vereiste helling van een hellingbaan is afhankelijk van de te overbruggen hoogte: bij een overbruggingshoogte ≤ 0,25 m is de helling maximaal 1:12 (komt overeen met o

een hoek van 4,76 ); bij een overbruggingshoogte > 0,25 m en ≤ 0,5 m is de helling maximaal 1:16 (komt overeen o

met een hoek van 3,57 ); bij een overbruggingshoogte > 0,5 m en ≤ 1 m is de helling maximaal 1:20 (komt o

overeen met een hoek van 2,8 ). Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eisen voor bestaande bouw: helling is maximaal 1:10. Artikel 2.43; artikel 1.12a; artikel 2.48

vrije doorgang vluchtroute Komt voor in de paragraaf bouwfysica van de volgende eisenkaarten: D.2.2, G.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een deur (of ander beweegbaar constructieonderdeel) die zich langs een beschermde vluchtroute bevindt en zich in geopende stand kan bevinden in een beschermde vluchtroute, is zodanig dat er te allen tijde een vrije doorgang blijft in de beschermde vluchtroute van minimaal 0,6 m breed en 2,2 m hoog. Dit geldt niet voor 2

een deur / raam / luik met een oppervlakte < 0,5 m . Artikel 2.51 lid 3 en lid 4 >> wijzigen (wijz. Stb. 2015-249):

Afmetingen vloermatje hellingbaan Komt voor in de paragraaf praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: E..3 Tekst als volgt te wijzigen: Pagina 5 van 17




Brandklasse materialen in een schacht,

Brand- en rookklasse vloer niet gelegen in

koker of kanaal

een woongebouw

Komt voor in de paragraaf brand van de volgende

Komt voor in de paragraaf Brand van de volgende

eisenkaarten:

eisenkaarten:

G.2 Tekst als volgt te wijzigen:

D.2.4, E.1.1, E.1.2, E.3 Tekst als volgt te wijzigen:

Materiaal aan de binnenzijde van een schacht, koker of

De bovenzijde van een vloer, trap en hellingbaan van

kanaal die grenst aan meerdere

een extra beschermde vluchtroute, niet gelegen in een

(sub)brandcompartimenten en een inwendige doorsnede

woongebouw, die grenst aan de binnenlucht, voldoet aan

heeft > 0,015 m2, voldoet aan brandklasse A2

brandklasse Cfl en rookklasse s1fl. Voor een

(gipsplaten en kunststof lining voldoet). Maximaal 5% van

beschermde vluchtroute en voor overige ruimten, niet

de totale oppervlakte hoeft hier niet aan te voldoen.

gelegen in een woongebouw, gelden brandklasse D en

Indien de schacht uitsluitend voert door boven elkaar

rookklasse s1fl. Deze eisen gelden niet voor ten hoogste

gelegen bad- en/of toiletruimten, is deze eis niet van

5% van de totale oppervlakte van de

toepassing. Deze eis schrijft bovendien niets voor over

constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte. Voor

de in de schacht te gebruiken materialen voor buizen,

afzonderlijke ruimten waardoor geen (extra) beschermde

kanalen en leidingen.

vluchtroute voert en die niet is gelegen in een

Artikel 2.58 lid 1 en 2

woongebouw voor zorg, geldt dat 10% niet aan deze

Verwijzing: NEN-EN 13501-1

eisen hoeft te voldoen. Artikel 2.69 lid 1; artikel 2.70 lid 1,2 Verwijzing: NEN-EN 13501-1


Brand- en rookklasse vloer woongebouw


Komt voor in de paragraaf Brand van de volgende eisenkaarten: D.2.1, D.2.2, D.2.3, D.3.1, D.3.2, D.3.3, E.1.1, E.1.2, E.3 Tekst als volgt te wijzigen: De bovenzijde van een vloer, trap en hellingbaan van een beschermde of extra beschermde vluchtroute in een woongebouw die grenst aan de binnenlucht, voldoet aan brandklasse Cfl en rookklasse s1fl. Voor overige ruimten geldt brandklasse D en rookklasse s1fl. Deze eisen gelden niet voor ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van de constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte. Voor afzonderlijke ruimten waardoor geen (extra) beschermde vluchtroute voert en die niet is gelegen in een woongebouw voor zorg, geldt dat 10% niet aan deze eisen hoeft te voldoen. Artikel 2.69 lid 1; artikel 2.70 lid 1, 2 Verwijzing: NEN-EN 13501-1

Brandklasse vloer vluchtroute woongebouw in de buitenlucht Komt voor in de paragraaf Brand van de volgende eisenkaarten: D.2.2, D.2.3, E.1.1, E.1.2, E.3 Tekst als volgt te wijzigen: De bovenzijde van een vloer, trap en hellingbaan van een beschermde en van een extra beschermde vluchtroute die grenst aan de buitenlucht, voldoet aan brandklasse Cfl. Voor overige ruimten geldt brandklasse D. Deze eisen gelden niet voor ten hoogste 5% van de totale oppervlakte van de constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte. Voor afzonderlijke ruimten waardoor geen (extra) beschermde vluchtroute voert en die niet is gelegen in een woongebouw voor zorg, geldt dat 10% niet aan deze eisen hoeft te voldoen. Artikel 2.69 lid 2; artikel 2.70 lid 1, 2 Pagina 6 van 17


Verwijzing: NEN-EN 13501-1


geluidoverdracht naar aangrenzende >> wijzigen (wijz. Stb. 2015-249):

Brandklasse vloer vluchtroute in de buitenlucht, niet gelegen in een woongebouw Komt voor in de paragraaf Brand van de volgende eisenkaarten: D.2.4, E.1.1, E.1.2, E.3 Tekst als volgt te wijzigen: De bovenzijde van een vloer, trap en hellingbaan van

woning Komt voor in de paragraaf Bouwfysica van de volgende eisenkaarten: G.1, G.2 Tekst als volgt te wijzigen: Geluidoverdracht van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied in een aangrenzende woning (woonfunctie) op hetzelfde perceel wordt zodanig beperkt dat een karakteristiek luchtgeluidniveauverschil ≥ 52 dB wordt gerealiseerd. Daarnaast is het maximaal gewogen

een extra beschermde vluchtroute, niet gelegen in een

contactgeluidniveau ≤ 54 dB. Beide eisen gelden niet

woongebouw, die grenst aan de buitenlucht, voldoet aan

voor geluidoverdracht vanuit een nevenfunctie van een

brandklasse Cfl. Voor een beschermde vluchtroute en

woonfunctie, zoals een garage naast een woning. Ook

voor overige ruimten, niet gelegen in een woongebouw,

gelden deze eisen niet indien bedoelde ruimten beide

geldt brandklasse D. Deze eisen gelden niet voor ten

gemeenschappelijke ruimten zijn of tussen een

hoogste 5% van de totale oppervlakte van de

gemeenschappelijke verkeersruimte en een woonfunctie

constructieonderdelen van elke afzonderlijke ruimte. Voor

voor studenten.

afzonderlijke ruimten waardoor geen (extra) beschermde vluchtroute voert en die niet is gelegen in een

Artikel 3.17 lid 1, 3, 6, 8 Verwijzing: NEN 5077

woongebouw voor zorg, geldt dat 10% niet aan deze eisen hoeft te voldoen. Artikel 2.69 lid 2; artikel 2.70 lid 1, 2 Verwijzing: NEN-EN 13501-1


geluidoverdracht naar aangrenzende woning Komt voor in de paragraaf Bouwfysica van de volgende

>> toevoegen alinea aan extra eisenkaart:

geluidoverdracht naar ander perceel Artikel 3.16 lid 1, 3 Komt voor in de paragraaf Bouwfysica van de volgende eisenkaarten: B.1.1, G.1, G.2 Tekst ongewijzigd toevoegen aan eisenkaart B.1.1: Geluidoverdracht van een besloten ruimte naar een verblijfsgebied op een ander perceel wordt zodanig beperkt dat een karakteristiek luchtgeluidniveauverschil ≥ 52 dB wordt gerealiseerd. Daarnaast is het maximaal gewogen contactgeluidniveau ≤ 54 dB Artikel 3.16 lid 1, 3 Verwijzing: NEN 5077

eisenkaarten: G.1, G.2 Tekst als volgt te wijzigen: Geluidoverdracht van een besloten ruimte naar een niet in een verblijfsgebied gelegen besloten ruimte van een aangrenzende woning (woonfunctie) op hetzelfde perceel wordt zodanig beperkt dat een karakteristiek luchtgeluidniveauverschil ≥ 47 dB wordt gerealiseerd. Daarnaast is het maximaal gewogen contactgeluidniveau ≤ 59 dB. Beide eisen gelden niet voor geluidoverdracht vanuit een nevenfunctie van een woonfunctie, zoals een garage naast een woning. Ook gelden deze eisen niet tussen twee gemeenschappelijke ruimten, of als het gaat om een gemeenschappelijke verkeersruimte en een besloten ruimte of een woonfunctie voor studenten. Pagina 7 van 17


Artikel 3.17 lid 2, 4, 6, 7, 8

Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die

Verwijzing: NEN 5077

bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eisen voor bestaande bouw: aan te houden minimale belemmeringshoek > 25


o

Artikel 3.75 lid 3; artikel 1.12a; artikel 3.78 lid 2 Verwijzing: NEN 2057

daglichtoppervlakte Komt voor in de paragraaf Bouwfysica van de volgende eisenkaarten:


B.1.1, B.1.2, B.2

minimale aanwezige oppervlakte

Tekst als volgt te wijzigen: 2

Het aantal m equivalente daglichtoppervlakte van een

Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid

verblijfsgebied ≥ 10% van de vloeroppervlakte van dat


verblijfsgebied. Per verblijfsruimte is een minimale

B.1.1, B.1.2

2

equivalente daglichtoppervlakte vereist van 0,5 m . Voor

Tekst als volgt te wijzigen: 2


Een woning (woonfunctie) heeft minimaal 18 m


vloeroppervlakte beschikbaar als niet-gemeenschappelijk

met de eisen voor bestaande bouw: er geldt geen

verblijfsgebied. Voor een woonfunctie voor studenten

daglichteis voor een verblijfsgebied. Alleen de eis om

mag worden volstaan met 15 m . Ten minste 55% van de

2

2

minimaal 0,5 m equivalente daglichtoppervlakte voor

gebruiksoppervlakte van de hele woning is

een verblijfsruimte te realiseren, is van toepassing.

verblijfsgebied. Voor bouwopgaven in particulier

Artikel 3.75 lid 1 en 2; artikel 1.12a; artikel 3.78 lid 1



bewoning mag worden volstaan met de eisen voor 2

bestaande bouw: minimaal 10 m nietgemeenschappelijk verblijfsgebied vereist en er geldt >> wijzigen (wijz. Stb. 2015-249):

geen eis voor de verhouding tussen verblijfsgebied en gebruiksoppervlakte.

belemmeringen daglichttoetreding

Artikel 4.2 lid 1, 2; artikel 1.12a; artikel 4.6

Komt voor in de paragraaf Bouwfysica van de volgende eisenkaarten: B.1.1, B.1.2, B.2


Tekst als volgt te wijzigen: Bij de bepaling van de equivalente daglichtoppervlakte

minimale ruimteafmetingen

mogen bouwwerken en andere belemmeringen die op


een ander perceel liggen, buiten beschouwing worden


gelaten. Daglichtopeningen die zich op minder dan 2 m afstand van de perceelsgrens bevinden (gemeten

B.1.1, B.1.2 Tekst als volgt te wijzigen: 2

loodrecht op het projectievlak) of op minder dan 2 m van

Een verblijfsgebied heeft een vloeroppervlakte ≥ 5 m ,

het hart van de openbare weg, openbaar groen of

een breedte ≥ 1,8 m en een vrije hoogte ≥ 2,6 m. Voor

openbaar water indien het perceel hieraan grenst, mogen


niet worden meegerekend voor de bepaling van de


equivalente daglichtoppervlakte.

met de eisen voor bestaande bouw: eisen voor minimale

Ten slotte is de, voor de berekening volgens NEN 2057,

vloeroppervlakte en breedte van een verblijfsgebied

in rekening te brengen belemmeringshoek α nergens,

gelden niet. Voor de hoogte van een verblijfsgebied geldt

o

voor elk te onderscheiden segment, kleiner dan 20 .

een minimum van 2,1 m. Pagina 8 van 17


Artikel 4.3 lid 1, 2, 6; artikel 1.12a; artikel 4.7 lid 1

In een woning (woonfunctie) is minimaal één toiletruimte aanwezig. Artikel 4.9 lid 1; artikel 1.12a; artikel 4.14 lid 1


minimale ruimteafmetingen


Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: B.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een verblijfsruimte heeft een breedte ≥ 1,8 m en een vrije hoogte ≥ 2,6 m. Voor bouwopgaven in particulier

gemeenschappelijk Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: A.1.1, A.1.2, A.3.1, A.3.2 Tekst als volgt te wijzigen:


Een toiletruimte mag ook gemeenschappelijk zijn. Niet


meer dan 5 woningen mogen op deze

bestaande bouw: eisen voor minimale vloeroppervlakte

gemeenschappelijke toiletruimte zijn aangewezen. Een

en breedte van een verblijfsruimte gelden niet. Voor de

nevenfunctie van de woonfunctie (bijv. kantoor/praktijk

hoogte van een verblijfsruimte geldt een minimum van

aan huis) mag ook gebruik maken van dit toilet. Voor

2,1 m.


Artikel 4.3 lid 3, 6; artikel 1.12a; artikel 4.7 lid 1

bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eisen voor bestaande bouw: er is geen maximum aan het aantal woningen dat is aangewezen op een


minimale woonoppervlakte

gemeenschappelijke toiletruimte. Artikel 4.9 lid 2; artikel 1.12a

Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten:


B.1.1, B.1.2, B.2 Tekst als volgt te wijzigen:

Afmetingen

In minstens één verblijfsgebied in een woning ligt een


verblijfsruimte met een vloeroppervlakte ≥ 11 m² met een


breedte ≥ 3 m. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen

A.1.1 Tekst als volgt te wijzigen:


Een vereiste toiletruimte heeft de volgende minimale

bestaande bouw: minimale vloeroppervlakte in één

netto-afmetingen: lengte x breedte ≥ 0,9 x 1,2 m. Hoogte

verblijfsgebied ≥ 7,5 m² met een breedte ≥ 2,4 m.

≥ 2,3 m. Voor bouwopgaven in particulier


opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met de eisen voor bestaande bouw: vloeroppervlak toiletruimte ≥ 0,64 m


Aanwezigheid

2

met een breedte ≥ 0,6 m en een hoogte ≥ 2 m. Artikel 4.11 lid 1, 3; artikel 1.12a; artikel 4.16 lid 1

Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: A.1.1, A.1.2, A.3.1, A.3.2 Tekst als volgt te wijzigen: Pagina 9 van 17




Aanwezigheid

vrije doorgang





A.2.1, A.3.1, G.1

A.1.1, A.2.1, A.3.1, A.4.1, A.4.2, A.5.1, A.5.2, B.2, D.1.1,

Tekst als volgt te wijzigen:

G.1

In een woning (woonfunctie) is minimaal één badruimte


aanwezig. Voor de bouw van een woning voor een

Een doorgang naar een volgens het Bouwbesluit vereiste

particuliere opdrachtgever en die bedoeld is voor eigen

ruimte heeft een vrije breedte ≥ 0,85 m en een vrije

bewoning geldt deze verplichting niet.

hoogte ≥ 2,3m. Voor de bouw van een woning voor een

Artikel 4.18; artikel 1.12a

particuliere opdrachtgever en die bedoeld is voor eigen bewoning geldt deze verplichting niet. Artikel 4.22 lid 1; artikel 1.12a


Afmetingen



vrije doorgang verkeersroute





Een vereiste badruimte heeft een vloeroppervlakte ≥ 1,6 2

m , een breedte ≥ 0,8 m en een hoogte ≥ 2,3 m. Voor de

D.1.1 Tekst als volgt te wijzigen:

bouw van een woning voor een particuliere

Een verkeersroute naar een volgens het Bouwbesluit

opdrachtgever en die bedoeld is voor eigen bewoning

vereiste ruimte heeft een vrije breedte ≥ 0,85 m en een

geldt deze verplichting niet.

vrije hoogte ≥ 2,3m, voorzover deze niet over een trap

Artikel 4.19 lid 1, 5; artikel 1.12a

voert. Voor de bouw van een woning voor een particuliere opdrachtgever en die bedoeld is voor eigen bewoning geldt deze verplichting niet.



Gecombineerde ruimte Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid



bereikbaarheid ruimte in een


toegankelijkheidssector

Een gecombineerde vereiste bad- en toiletruimte heeft 2

een vloeroppervlakte ≥ 2,2 m , een breedte ≥ 0,9 m en een hoogte ≥ 2,3 m. Voor de bouw van een woning voor een particuliere opdrachtgever en die bedoeld is voor eigen bewoning geldt deze verplichting niet.

Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: B.1.2, D.1.2, D.1.3 Artikelverwijzing als volgt te wijzigen: Artikel 4.26 lid 1, 3

Artikel 4.19 lid 2, 5; artikel 1.12a

Pagina 10 van 17



gemeenschappelijke verkeersroute Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: D.1.3 Artikelverwijzing als volgt te wijzigen: Artikel 4.26 lid 4

>> wijzigen (tekstcorrectie algemeen):

0,02 m dient dit te worden overbrugd door een hellingbaan. Een hoogteverschil tussen die toegang en het aansluitende terrein of de gemeenschappelijke verkeersruimte groter dan 1 m is nooit toegestaan. Voor de bouw van een woning voor een particuliere opdrachtgever en die bedoeld is voor eigen bewoning gelden deze verplichtingen niet. Artikel 4.27 lid 3; artikel 1.12a


hoogteverschillen overbruggen in

toegankelijkheid vereiste buitenruimte

toegankelijkheidssector

buiten de woning

Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: B.1.2, D.1.2, D.1.3 Artikeverwijzing als volgt te wijzigen: Artikel 4.27 lid 1

Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: A.5.1, D.1.1 Tekst als volgt te wijzigen: Ten minste één route vanuit de toegang van een woning 2

met een gebruiksoppervlakte ≤ 50 m die leidt naar een vereiste gemeenschappelijke buitenruimte, heeft nergens >> wijzigen (tekstcorrectie algemeen):

een hoogteverschil > 0,02 m (vloerafwerking mag hierin

toegankelijkheid woongebouw

worden meegerekend) of een hoogteverschil wordt


overbrugd door een lift of hellingbaan. Voor de bouw van


een woning voor een particuliere opdrachtgever en die

E.3 Artikeverwijzing als volgt te wijzigen: Artikel 4.27 lid 2

bedoeld is voor eigen bewoning geldt deze verplichting niet. Artikel 4.27 lid 4; Artikel4.35 lid 2; artikel 1.12a


>> wijzigen (tekstcorrectie algemeen):

toegankelijkheid woning

Brancardlift





D.1.1 Tekst als volgt te wijzigen: Bij ten minste één toegang van een woning (dus niet per

E.4.1, G.2 Artikeverwijzing als volgt te wijzigen: Artikel 4.27 lid 5

se de voordeur) is een dorpel of ander hoogteverschil in de vloer tussen een ruimte in de woning (nietgemeenschappelijke vloer) en de aangrenzende vloer van een gemeenschappelijke verkeersruimte of het aansluitende terrein ≤ 0,02 m (vloerafwerking mag worden meegerekend). Indien het hoogteverschil > Pagina 11 van 17


>> wijzigen (tekstcorrectie algemeen en wijz. Stb. 2014-51 en Stb. 2015-249):

bergruimte, ook aangewezen zijn op een

bereikbaarheid en afmetingen individuele

vloeroppervlakte van 1,5 m per woning (woonfunctie) die

in een woonfunctie waar door het COA opvang wordt


eisen voor de afmetingen ervan.

Wijzigingen: 


geboden aan asielzoekers. Voor een woonfunctie voor zorg en bij de huisvesting voor studenten gelden geen

A.4.2 In titel ‘buitenruimte’ wijzigen in ‘bergruimte’

2

hierop is aangewezen. Een buitenberging is niet verplicht

bergruimte



gemeenschappelijke bergruimte met een totale

Artikel 4.30 lid 1; Artikel 4.31 lid 2, 4

Een woning (woonfunctie) heeft een eigen afsluitbare


bergruimte voor het stallen van fietsen en scootmobielen (overige gebruiksfunctie als nevenfunctie van de 2

regenwerendheid

woonfunctie) met een vloeroppervlakte ≥ 5 m met een


minimale breedte ≥ 1,8 m en een vrije hoogte ≥ 2,3 m


boven de vereiste vloeroppervlakte. De bergruimte mag inpandig zijn, of buiten de woning zijn gelegen, maar is

A.4.1, A.4.2 Tekst als volgt te wijzigen:

altijd rechtstreeks vanaf de openbare weg bereikbaar via

Een bergruimte is regenwerend uitgevoerd (uitwendige

het aansluitende terrein of via een gemeenschappelijke

scheidingsconstructie is regenwerend). Deze eis geldt

verkeersruimte (woongebouw). Bereikbaarheid d.m.v.

niet voor een bergruimte voor een woonfunctie voor zorg

een niet al te lange trap waarlangs een fietsgootje is

of voor studentenhuisvesting.

gemaakt, is acceptabel. Een buitenberging is niet

Artikel 4.32

verplicht in een woonfunctie waar door het COA opvang


wordt geboden aan asielzoekers. Evenmin is een buitenberging verplicht voor de bouw van een woning voor een particuliere opdrachtgever en die bedoeld is


voor eigen bewoning. Voor een woonfunctie voor zorg en

afmetingen

bij de huisvesting voor studenten is een bergruimte voor het stallen van fietsen en scootmobielen wel verplicht, maar gelden geen eisen voor de afmetingen ervan. Fietsen plaatsen in de gang is nooit acceptabel. Artikel 4.30 lid 1; artikel 4.31 lid 1, 2, 3, 4 + toelichting lid 4; artikel 1.12a

Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: A.5.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een woning (woonfunctie) heeft een eigen buitenruimte 2

(niet-gemeenschappelijk) van ≥ 4 m met een breedte ≥ 1,5 m, die rechtstreeks bereikbaar is via een niet-


gemeenschappelijk verblijfsgebied in de woning. Een buitenruimte is niet verplicht in een woonfunctie waar

gemeenschappelijke bergruimte

door het COA opvang wordt geboden aan asielzoekers.


Evenmin is een buitenruimte verplicht voor de bouw van


een woning voor een particuliere opdrachtgever en die

A.4.1 Tekst als volgt te wijzigen: Een woning (woonfunctie) met een gebruiksoppervlakte ≤ 2

50 m mag, in plaats van een verplichte eigen afsluitbare

bedoeld is voor eigen bewoning. Ten slotte is een buitenruimte ook niet verplicht in een woonfunctie voor zorg en bij de huisvesting van studenten. Artikel 4.34 lid 1; artikel 4.35 lid 1, 3, artikel 1.12a Pagina 12 van 17


>> wijzigen (tekstcorrectie algemeen en wijz. Stb. 2014-51 en Stb. 2015-249):


afmetingen opstelplaats

gemeenschappelijke buitenruimte



van de volgende eisenkaarten: C.2.1

A.5.1



Een woning (woonfunctie) heeft een voldoende grote

Een woning (woonfunctie) met een gebruiksoppervlakte ≤ 2

50 m mag, in plaats van een verplichte eigen

opstelplaats voor een verwarmingsen warmwatertoestel, afgestemd op het te plaatsen toestel

buitenruimte, ook aangewezen zijn op een

voorzover de woning niet is aangesloten op een publieke

gemeenschappelijke buitenruimte met een

voorziening voor verwarming / warm water (bijv.

2

vloeroppervlakte van 1 m per woning (woonfunctie) die 2

hierop is aangewezen, met een minimum van 4 m en een breedte ≥ 1,3 m. De gemeenschappelijke buitenruimte is rechtstreeks vanuit de woning, of via gemeenschappelijke verkeersruimten bereikbaar. Een buitenruimte is niet verplicht in een woonfunctie waar

stadsverwarming). Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning gelden geen eisen voor de aanwezigheid en afmetingen voor een opstelplaats voor een verwarmingsen warmwatertoestel. Artikel 4.38 lid 2, 3; artikel 1.12a

door het COA opvang wordt geboden aan asielzoekers. Evenmin is een buitenberging verplicht voor de bouw van een woning voor een particuliere opdrachtgever en die


bedoeld is voor eigen bewoning. Artikel 4.35 lid 2, 3, artikel 1.12a

afmetingen opstelplaats aanrecht Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten:


aanwezigheid opstelplaats kooktoestel Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: A.6.1, A.6.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een woning (woonfunctie) heeft in ten minste één

A.6.1, A.6.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een verplichte opstelplaats voor een aanrecht heeft een vloeroppervlakte ≥ 1,5 m x 0,6 m. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning mag worden volstaan met een minimum vloeroppervlakte ≥ 0,7 m x 0,4 m. Artikel 4.39 lid 1; artikel 1.12a; artikel 4.43 lid 1

verblijfsgebied een opstelplaats voor een aanrecht en een opstelplaats voor een kooktoestel. Dit is niet verplicht voor een woonfunctie voor zorg. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die bedoeld zijn voor eigen bewoning geldt dat deze opstelplaatsen niet per se in een verblijfsgebied hoeven liggen, maar wel in een besloten ruimte. Artikel 4.38 lid 1; artikel 1.12a; artikel 4.42 lid 1


afmetingen opstelplaats kooktoestel Komt voor in de paragraaf Praktisch gebruik en veiligheid van de volgende eisenkaarten: A.6.1, A.6.2 Tekst als volgt te wijzigen: Een verplichte opstelplaats voor een kooktoestel heeft een vloeroppervlakte ≥ 0,6 m x 0,6 m. Voor bouwopgaven in particulier opdrachtgeverschap die

Pagina 13 van 17



moeten worden gedocumenteerd en beschikbaar

met een minimum vloeroppervlakte ≥ 0,4 m x 0,4 m.

gehouden voor controle. Bij ministeriële regeling kunnen


nadere voorschriften worden gegeven over deze overwegingen, documentatie en controle. Op dit moment zijn hiervoor nog geen voorschriften opgenomen.

>> wijzigen ( wijz. Stb. 2014-342, wijz. Stb. 2015-xxx):

Energieprestatiecoëfficiënt

Artikel 5.2 lid 3, 4, 7 Verwijzing: NEN 7120, NVN 7125

Komt voor in de paragraaf Overig van de volgende eisenkaart: 

>> toevoegen nieuw kopje ( wijz. Stb. 2015-xxx):

H.1.1


Bijna energieneutraal

Een woning (woonfunctie) heeft een

Komt voor in de paragraaf Bouwfysica van de volgende

energieprestatiecoefficiënt (EPC) ≤ 0,4. De

eisenkaarten:

energieprestatie van een woning of woongebouw wordt tenminste om de vijf jaar getoetst, en zo mogelijk

H.1.1, H.1.2 Wijzigingen:

aangepast aan de technische ontwikkelingen.

Nieuwe woningen en woongebouwen zijn bijna

Artikel 5.2 lid 1

energieneutraal per 31 december 2020. Bij ministeriële


regeling kunnen hiervoor nadere voorschriften worden gegeven. Op dit moment zijn hiervoor nog geen voorschriften opgenomen.

>> wijzigen ( wijz. Stb. 2015-xxx):

Artikel 5.2 lid 6, 7

aanvullende energieprestatie-eis bij toepassing collectieve energiebronnen Komt voor in de paragraaf Installaties en nutsvoorzieningen van de volgende eisenkaarten: H.1.1, H.1.2 Wijzigingen: Indien bij de EPC-berekening gebruik wordt gemaakt van collectieve energiebronnen (bijv. stadsverwarming, collectieve warmtepompen/warmtekrachtinstallaties, collectieve windmolens, collectieve zonnecellen, etc.) mag -bij toepassing van de NEN 7120 voor het uitrekenen van de EPC- gebruik worden gemaakt van de NVN 7125 waarin deze collectieve maatregelen ook in rekening kunnen worden gebracht, mits de EPC, berekend volgens NEN 7120 en zonder meerekenen van collectieve maatregelen uit NVN 7125 ≤ 1,33 x 0,6 = 0,798 bedraagt. Bij het toepassen van bedoelde collectieve maatregelen (gebiedsmaatregelen volgens NVN 7125) in de EPC-berekening moet worden

>> wijzigen ( wijz. Stb. 2014-342):

Thermische isolatie Komt voor in de paragraaf Bouwfysica van de volgende eisenkaarten: A.1.1, A.1.2, A.2.1, A.2.2, A.3.1, A.3.2, B.1.1, B.1.2, H.1.1 Wijzigingen: Vervalt volledig Een uitwendige scheidingsconstructie (bijv. gevel, dak, bg-vloer) van een verblijfsgebied, een toiletruimte of een badruimte, is thermisch isolerend en heeft een 2

warmteweerstand Rc ≥ 3,5 m .K/W. Slechts een totaaloppervlak van de thermisch geisoleerde omhulling, gelijk aan 2% van de gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie, is hiervan uitgezonderd om bijv. ventilatieroosters in de gevel aan te kunnen brengen. Artikel 5.3 lid 1, 2, 5 Verwijzing: NEN 1068

nagedacht over de technische, functionele en economische haalbaarheid ervan. Deze overwegingen Pagina 14 van 17



verblijven van personen, is thermisch isolerend en heeft 2.

Voorgenomen wijziging: thermische

een warmteweerstand Rc ≥ 4,5 m K/W. Hierbij mag rekening worden gehouden met de positieve effecten van

isolatie

de aansluitende onverwarmde ruimte. Slechts een


totaaloppervlak van de thermisch geïsoleerde omhulling,

eisenkaarten:

gelijk aan 2% van de gebruiksoppervlakte van de

A.1.1, A.1.2, A.2.1, A.2.2, A.3.1, A.3.2, B.1.1, B.1.2,

gebruiksfunctie, is hiervan uitgezonderd om bijv.

H.1.1

ventilatieroosters in de gevel aan te kunnen brengen.

Wijzigingen: 

Artikel 5.3 lid 5, 8 + toelichting lid 5

Titel paragraaf “Voorgenomen wijziging: thermische


isolatie” wijzigen in “thermische isolatie” 

bestaande tekst vervalt. Volledig te vervangen door de >> wijzigen (wijz. Stb. 2014-342):

volgende tekst: Voor de uitwendige scheidingsconstructies tussen een verblijfsgebied en een toilet- of badruimte geldt, incl. erop

warmtedoorgangscoëfficiënt open

aansluitende constructies die invloed hebben op de

geveldelen

warmteweerstand, het volgende: een gevel heeft een


2.

warmteweerstand Rc ≥ 4,5 m K/W; een dak heeft een 2.

warmteweerstand Rc ≥ 6,0 m K/W; een vloer boven een kruipruimte of grenzend aan de grond of aan het water 2.

eisenkaarten: H.1.1, H.1.2 Wijzigingen: bestaande tekst vervalt volledig:

heeft een warmteweerstand Rc ≥ 3,5 m K/W. Slechts

Ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen

een totaaloppervlak van de thermisch geisoleerde

constructieonderdelen in een inwendige of uitwendige

omhulling, gelijk aan 2% van de gebruiksoppervlakte van

scheidingsconstructie die thermisch isolerend moet zijn,

de gebruiksfunctie, is hiervan uitgezonderd om bijv.

hebben een warmtedoorgangscoefficiënt U ≤ 1,65

ventilatieroosters in de gevel aan te kunnen brengen.

W/m².K. Slechts een totaaloppervlak van de thermisch

artikel 5.3 lid 1, 2, 3, 4, 8

geisoleerde omhulling, gelijk aan 2% van de


gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie, is hiervan uitgezonderd om bijv. ventilatieroosters in de gevel aan te kunnen brengen.


Thermische isolatie tussen verwarmde en

Artikel 5.3 lid 3, 5 Verwijzing: NEN 1068

onverwarmde ruimte Komt voor in de paragraaf Bouwfysica van de volgende eisenkaarten: A.1.1, A.1.2, A.2.1, A.2.2, A.3.1, A.3.2, B.1.1, B.1.2, H.1.1, H.1.2


voorgenomen wijziging warmtedoorgangscoëfficiënt open

Wijzigingen:

geveldelen



bestaande tekst vervalt. Volledig te vervangen door de


volgende tekst:

eisenkaarten:

Een inwendige scheidingsconstructie die de scheiding vormt tussen een verblijfsgebied, een toiletruimte of een

H.1.1, H.1.2 Wijzigingen:

badruimte, en een ruimte die niet wordt verwarmd of die wordt verwarmd voor uitsluitend een ander doel dan het Pagina 15 van 17






Titel paragraaf “Voorgenomen wijziging

gedurende ten minste 60 minuten een op de vloer,

warmtedoorgangscoëfficiënt open geveldelen” wijzigen

tredevlak of hellingbaan gemeten verlichtingssterkte van

in “warmtedoorgangscoëfficiënt open geveldelen”

ten minste 1 lux geeft.

bestaande tekst vervalt. Volledig te vervangen door de

Artikel 6.3 lid 5

volgende tekst: Ramen, deuren, kozijnen en daarmee gelijk te stellen constructieonderdelen in een inwendige of uitwendige scheidingsconstructie die thermisch isolerend moet zijn, hebben een gemiddelde warmtedoorgangscoëfficiënt U ≤ 1,65 W/m².K. Voor ramen, deuren en kozijnen geldt dat de warmtedoorgangscoëfficiënt nergens hoger is dan 2,2 W/m².K (kozijn en glas samen). Voor paneelconstructies in kozijnen, zijwangen van dakkapellen e.d. geldt een gemiddelde en maximale warmtedoorgangscoëfficiënt U ≤ 1,65 W/m².K. De warmtedoorgangscoëfficiënten zijn bepaald volgens de bepalingsmethode zoals aangegeven in de ministeriële regeling. Artikel 5.3 lid 6, 7 Verwijzing: NEN 1068, Regeling Bouwbesluit (MR)


materiaal terreinleiding Komt voor in de paragraaf Installaties en nutsvoorzieningen van de volgende eisenkaarten: C.1.4 Tekst als volgt te wijzigen: vervalt volledig Het materiaal, de sterkte en de vorm van buizen en hulpstukken van een terreinleiding voldoen aan: NEN 7002, NEN 7003, NEN 7013, NEN-EN 1401-1, NEN-EN 295-1, NEN-EN 295-2 en NEN-EN 295-3. Artikel 6.18 lid 4 Verwijzing: NEN 7002, NEN 7003, NEN 7013, NEN-EN 1401-1, NEN-EN 295-1, NEN-EN 295-2 en NEN-EN 2953


verlichtingssterkte Komt voor in de paragraaf Installaties en nutsvoorzieningen van de volgende eisenkaarten: C.1.2, D.2.1, D.2.2, D.2.3 Tekst als volgt te wijzigen: Een besloten ruimte waardoor een beschermde vluchtroute of beschermde route voert heeft een verlichtingsinstallatie die een op de vloer, tredevlak of hellingbaan gemeten verlichtingssterkte kan geven van ten minste 1 lux. Artikel 6.2 lid 4


nadere eisen afvoerleiding Komt voor in de paragraaf Installaties en nutsvoorzieningen van de volgende eisenkaarten: C.1.4 Tekst als volgt te wijzigen: Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan de afvoer van huishoudelijk afvalwater en hemelwater of aan de benodigde extra voorzieningen op het eigen erf of terrein als een openbaar vuilwaterriool of hemelwaterstelsel aanwezig is. Artikel 6.18 lid 4


noodverlichting liftkooi Komt voor in de paragraaf Installaties en nutsvoorzieningen van de volgende eisenkaarten: E.4.1, E.4.2, E.4.3 Tekst als volgt te wijzigen: Een liftkooi heeft noodverlichting die binnen 15 seconden na het uitvallen van de elektriciteitsvoorziening

>> wijzigen (wijz. MR. 2014-02-02):

zelfsluitendheid woningtoegangsdeur Komt voor in de paragraaf Brand van de volgende eisenkaarten: D.2.1, D.2.2, G.2 Tekst als volgt te wijzigen: Pagina 16 van 17


Een brandwerende deur in een inwendige

nachtverblijf of verschaffen van dagverblijf aan > 10

scheidingsconstructie, zoals een woningtoegangsdeur in

lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen) en/of

een lift-/toegangshal in een woongebouw of in een

een gebruiksmelding brandveilig gebruik vereist is (> 50

portiek, is zelfsluitend.

personen tegelijk aanwezig of door toepassing van een

MR artikel 2.3

gelijkwaardige oplossing brandveiligheid), zijn voldoende personen aangewezen om de ontruiming bij brand voldoende snel te laten verlopen. Dit is niet vereist in een


materiaal bij warmte-ontwikkelende apparatuur en installaties

woonfunctie voor zorg met zorg op afspraak of met zorg op afroep. Artikel 7.11a lid 1, 2 Verwijzing: Bouwbesluit artikel 1.18; Bor artikel 2.2

Komt voor in de paragraaf Brand van de volgende eisenkaarten: F.2.2 Artikelverwijzing als volgt te wijzigen: Artikel 7.4 lid 4 en 6 Verwijzing: NEN-EN 13501-1, NEN 6064, NEN 6061


opslag in stookruimte Komt voor in de paragraaf Brand van de volgende eisenkaarten: C.2.2, F.2.2 Tekst als volgt te wijzigen: In een technische ruimte met verbrandingstoestellen met een totale nominale belasting > 130 kW zijn geen brandbare goederen opgeslagen of opgesteld. Artikel 7.8

>> toevoegen (wijz. Stb. 2015-249):

hulp bij ontruiming bij brand Komt voor in de paragraaf Brand van de volgende eisenkaarten: F.1.3, G.2.1 Tekst als volgt te wijzigen: 

Kopje ‘ hulp bij ontruiming bij brand’ toevoegen



Onderstaande tekst hieronder toevoegen: In een woonfunctie voor zorg waarin een brandmeldinstallatie verplicht is en/of een omgevingsvergunning brandveilig gebruik vereist is (bedrijfsmatig of aan > 10 personen verschaffen van Pagina 17 van 17

Erratum Wijzigingen Bouwbesluit 2012 tot en met 1 juli 2015

Recommend Documents